Bea Meys
8.2. Het leven zoals het was Een gezellige buurt “In de zomer, na het avondeten werden de stoelen buiten gezet en kwamen de buren bij elkaar. Er werd veel gepraat over de oorlog en het dagelijks gebeuren. Maar er werd ook een pintje gedronken van het ‘Leives’ bier dat gehaald werd bij Pie de Nijper in een melkkruik.” Nadine Debrun “We hebben de viering van moeder Stans meegemaakt in ‘62. Ze werd honderd jaar. Elke straat had een wagen gemaakt. We hadden een wagen met boeren, mannen in boerenkostuum met kiel en klakjes, vrouwen met lange rokken, blouse en een kapke. We bakten pannenkoeken op de wagen en gooiden die uit en vangen maar! We kregen de eerste prijs voor de schoonste wagen, 1000 Belgische Frank.” Frans Billet
Zondagsbezoek bij de familie Meys
Bea Meys
Kinderleven: spel, kattenkwaad en … werken “Achter ons huis was een wei, daar speelden we. Daar stonden de koeien van Charel Piot, de veehandelaar. Soms melkten wij ze stiekem achter hun gat en dronken we verse melk. Een van mijn broers was daar ne straffe in. In de vakantie gingen we altijd op de boerderij helpen in de abdij, vanaf een jaar of tien. Dat is heel plezant. Daar hebben we leren werken. En we zijn dat blijven doen, tot we zelf gaan werken zijn.” Frans Billet “Ik was goed bevriend met de zoon van Warre van de Suisse die in het karrenhuis woonde. De abdij was onze speeltuin. De mensen deden hun deur op slot als ze ons zagen. Bij de pastoor was er nog zo’n bel om aan te trekken. We hebben een keer aan de staart van de poes een koord gebonden en het ander eind aan die bel en dan van in de struiken loeren. De zuster deed open en wou die koord losmaken en haar handen waren helemaal geschramd van die poes, oeioei. We hebben ook eens een keer het water afgedamd van de beek en dat is dan ergens binnen gelopen, overstroming. Als straf moesten we van Feeke Dechamps de pinnekensdraad van een wei, en die was groot zie, insmeren met een soort pek tegen de roest, anders zou hij het aan ons
De kleinzonen van Feke (Felix) Dechamps
47