BOSPOLDER TUSSENDIJKEN C
U
L T
U
U
R
H
I
S
T
O
R
I
S
C
H
E
V
E
R
K
E
N
N
I
N
G
E
N
A
N
A
L Y
S
1
E
S t estedenbouw/landschap e n h u i s s t e d e n b o u w| /Urban l a n d sFabric c h a p | U r b a n Fa b r i c Steenhuis
INHOUD
Inleiding
5
Waardering
7
Conclusies en aanbevelingen
8
Context Context: voor en na beelden Context: SVB kaart Bouwfases Ensembles, randen, voegen en velden Karakteristieken Stedenbouwkundige context
10 17 18 19 20 22
0. Het landschap onder de wijken
24
1. 1910 Aansluiting op Delfshaven: De achterkant van de VOC Thema Experimentele Woningbouw
27 27 31
2. 1910 - 1940 Bospolder: Bospolder - Tussendijken: Rotterdamse woningpolitiek in beeld Van abattoirlocatie tot woonwijk Rand Hudsonstraat Voeg Schiedamseweg
36 36
2
40 44 48
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
3. 1915 - 1940 Tussendijken:
51
Op zoek naar gemeentelijke regie en een nieuwe stedelijke esthetiek 1005 woningenplan J.J.P. Oud Moderne verkeerscorridor Mathenesserweg Rand Mathenesserdijk De scholen van Bospolder en Tussendijken
51 58 62 64 66
4. 1943 - 1970 Naoorlogs ensemble in Tussendijken Open stadsconcept in een dichtbebouwd stadsdeel
68 68
5. 1970 -2000 Stadsvernieuwing: Van kleine beurt plus tot hoog niveau renovatie
8 84
Beeld
87
Litaratuur
87
Colofon
88
‘Indien dit alles goed gezien is, staan we opnieuw voor ingrijpende veranderingen in opvatting ten aanzien van volkshuisvesting. We bestijgen de derde trede: na de economische en sociale, de cultureele trede omhoog.’ (ir. Auguste Plate, oud directeur van de Rotterdamse Woningdienst in Woonmogelijkheden in het Nieuwe Rotterdam, 1941).
I
n
h
o
u
d
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
3
Situatie Bospolder Tussendijken N
eg erw
ess
t raa
sst
ker
ma
te V i Gro
tra
at
Schie
uyls
raat ruijffst
rss
Schip
pers
traat
dam
Jan K
ake
sew eg
Roo
senv eldt
stra
at
sp
m an st
Bo
ra at
km
Van D
Blo
traa t
Gr Viss ote erijp lein
er in aB
Ca th
n
lei erp
ee
rs
old
t aa str
on
ds
Hu
1e Schansstraat
Schans
raa t rsst Kor fm
ijk
ake
erd
ess
hen
43
Mat
Ple in
aat nstr
in
iple
n rco Ma
ij Bru
sser
ijstr aat
f Kor
Spanjaardstraat
M
en ath
2e Schansstraat
4
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
INLEIDING Bospolder en Tussendijken, grondeigendom als sleutel voor stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit De wijken Bospolder, Spangen en Tussendijken worden niet langer in één adem genoemd met drugsdealers, afbraakpanden, criminaliteit en armoede. De wijken zitten in de lift: een pakket van economische, fysieke en sociale ingrepen maakt ze gemengder in hun bevolkingssamenstelling en verleent ze zelfs een zekere ‘hippe’ uitstraling. Zonder Bospolder en Tussendijken nu direct met de Amsterdamse wijk de Pijp te vergelijken, is de vooruitgang duidelijk zichtbaar. Het gesloten stadsbeeld met straten, pleintjes, hoeken en plinten lijkt aantrekkelijk voor de vestiging van nieuwe kleinschalige bedrijvigheid en nieuwe bewonersgroepen. Com.Wonen en ProperStok zijn samen met de gemeente Rotterdam de drijvende kracht achter de vernieuwing. Door sloop-nieuwbouw van woningbouwcomplexen en impulsen in de sociaaleconomische structuur van de wijken worden de doelstellingen zoals beschreven in het 10 punten plan (mei 2008) gerealiseerd. Naast alle voortgang moet er ook nog veel gebeuren, reden waarom Com.Wonen, ProperStok en de Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam samen optrekken bij de ontwikkeling van een stedenbouwkundig Masterplan, een opdracht die verstrekt is aan Geurst & Schulze. De opdrachtgevers van het Masterplan kijken niet alleen naar de mogelijkheid van ingrepen op
complexniveau, zoals dat in de vorige ronde van de stadsvernieuwing gebeurde, maar willen de opbouw en ontwikkelingsgeschiedenis van de wijk als geheel begrijpen om van daar uit gefundeerde beslissingen te nemen. Eén van de onderzoeken die zij lieten uitvoeren is deze cultuurhistorische verkenning en analyse. Wat is de ontwikkelingsgeschiedenis van Bospolder en Tussendijken en wat maakt de wijken karakteristiek? Hoe groot is de spankracht van de stedenbouwkundige structuur en hoe waardevol zijn de bouwblokken? De wijken werden ontwikkeld en gebouwd in het tijdvak 1910-1935, een periode die in de Rotterdamse stedenbouwgeschiedenis sterk onderbelicht is gebleven. Gelijktijdig met dit onderzoek werkte Steenhuis stedenbouw/landschap aan een cultuurhistorische analyse van Spangen, in opdracht van dS+V en WBR. Zo ontstond een compleet beeld van deze drie wijken in het ‘nieuwe westen’ en kan de ontwikkelingsgeschiedenis en waarde van deze wijken afgezet worden tegen de transformatieplannen van vandaag.
het grondeigendom. In Spangen was bijna alle grond in handen van de gemeente, die de percelen in erfpacht uitgaf, zodat bouwondernemers gedwongen waren het uitbreidingsplan heel zuiver te volgen. En omdat de grond in gemeentehanden was, bleek Spangen het ideale gebied om te experimenteren met gemeentelijke woningbouw door de in 1917 opgerichte Gemeentelijke Woningdienst. De beroemde woningblokken van J.J.P. Oud waren het resultaat. Ook in de Bospolder was de grond in gemeentehanden. De voorganger van Burgdorffer, G.J. de Jongh, had omstreeks 1905 nagenoeg de hele Bospolder aangekocht om hier een abattoir te vestigen. Door protesten van omwonenden werd het abattoir in Crooswijk gebouwd en kon de Bospolder woonwijk worden. In tegenstelling tot de erfpachtuitgifte in Spangen besloot de gemeente in Bospolder de gronden perceelsgewijs aan particuliere bouwondernemers te verkopen. Het gevolg was een nogal rommelig en brokkelig stadsbeeld, dat bij elkaar wordt gehouden door een eenheid in bouwhoogte, materiaalgebruik en architectuurtaal. (zie hoofdstuk 2. Bospolder Tussendijken: de Rotterdamse woningpolitiek in beeld) De bebouwing in Tussendijken was een mengvorm van gemeentelijke en particuliere bouw. De strook waar J.J.P. Oud zijn vijf Tussendijkse blokken ontwierp, was in 1920 door de gemeente aangekocht van de Bouwgrondmaatschappij Tussendijken. Het overige deel van de wijk werd door de particuliere bouwers gerealiseerd, waarbij de gemeente vanuit een stadsesthetische visie op het belang van ‘publieke stedenbouw’ in de stad hogere eisen stelde aan de belangrijke route van de Mathenesserweg. (zie het thema over de Mathenesserweg)
Profiel, programmering en stadsesthetiek Bospolder, Spangen en Tussendijken zijn alle drie gebouwd volgens een uitbreidingsplan, een instrument dat met de Woningwet van 1901 verplicht was geworden. Bospolder werd in 1910 ontworpen door A.C. Burgdorffer, directeur van de Dienst Plaatselijke Werken. De ontwerpen voor Spangen en Tussendijken zijn van P. Verhagen, die in 1913 bij de gemeente in dienst trad als stedenbouwkundig hoofdontwerper. Los van de kwalitatieve verschillen tussen de ontwerpen verschilden de condities waaronder deze uitbreidingsplannen werden uitgevoerd nogal. Dat had vooral te maken met
I
n
l
e
i
d
i
n
g
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
5
Juist het gedeelte waar Oud zijn blokken had gebouwd, werd bij het bombardement van 1943 zwaar getroffen. Omdat de grond in gemeentehanden was, kon hier een nieuw en onderling samenhangend woonconcept ‘landen’ van hoge flatgebouwen in een groene, ‘spoelende’ ruimte. De flats zijn nu in eigendom van Com.Wonen, de grond is van de gemeente: logisch dat dit deel van de wijk opnieuw in beeld komt voor de zo gewenste sociaal-economische versterking.
WAARDERING Voor de architectonische waardering is een onderscheid gemaakt tussen objecten met een reeds bestaande beschermde status (Rijksmonument, toekomstig monument en beschermd stadsgezicht) en overige bebouwing. De waardering (beeldbepalend, beeldondersteunend, indifferent of detonerend) is gebaseerd op een aantal criteria: de architectuurhistorische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde van een object en
De opbouw van dit rapport Ten behoeve van de actuele initiatieven in Bospolder en Tussendijken passeren in dit rapport in chronologische volgorde de stukken stad die samen Bospolder en Tussendijken vormen: het landschap onder de wijken, de aansluiting op historisch Delfshaven, de bouw van Bospolder en kort daarna Tussendijken, naoorlogs Tussendijken en de stadsvernieuwing. Onder de titel ‘voegen en randen’ zijn de lange lijnen van de wijken, zoals de Hudsonstraat, Schiedamseweg, Mathenesserweg en Mathenesserdijk in beeld gebracht en getypeerd. Relevante thema’s en actuele kwesties zoals de vroege volkshuisvestingsexperimenten aan de Schans en de Watergeusstraat, de woningpolitiek van het Interbellum in Rotterdam, de scholenbouw en de woningcomplexen van Oud zijn uitgelicht in aparte hoofdstukken. De cultuurhistorische waardering, alsmede conclusies en aanbevelingen staan bij het betreffende hoofdstuk en worden aan het begin van dit rapport gezamenlijk gepresenteerd. In een openbare ruimtekaart, een bouwfasenkaart en een waarderingskaart zijn onze bevindingen en conclusies vastgelegd. Voor- en na foto’s van de wijken en een karakteristiekenblad ondersteunen het verhaal.
6
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
de gaafheid of herkenbaarheid van het gebouw/ complex. Historisch Delfshaven is een beschermd stadsgezicht, in het gebied bevinden zich tevens een aantal rijksmonumenten. De schoolcomplexen aan de Rösener Manzstraat, de Zoutziedersstraat en de Jan Kruijffstraat zijn door de gemeente aangeduid als toekomstige monumenten. Hetzelfde geldt voor het complex Mathenesserhof aan de Mathenesserstraat van architecten J.H. de Roos & W.F. Overeynder en het naoorlogse Politiekantoor van gemeentelijk architect L. Voskuijl. Beeldbepalend zijn vooral de gebouwen langs de voegen en de randen van Bospolder Tussendijken, zoals de complexen aan de Mathenesserweg. De bebouwing aan de Mathenesserdijk is beeldbepalend door de bijzondere gebouwtypologie en de architectonische uitstraling van de panden. De bebouwing aan de noordzijde van de Grote Visserijstraat en aan de zuidzijde van de Schiedamseweg zijn net beeldbepalend door de gaafheid en herkenbaarheid van de complexen. Een aantal gebouwen zijn beeldbepalend omdat ze van belang zijn voor het verhaal van de experimentele woningbouw in Rotterdam,
zoals de complexen aan de Schans, de Watergeusstraat en de Spanjaardstraat. Bij de als beeldondersteunend aangegeven gebouwen gaat het vooral om het ontwerp en de architectonische uitstraling. Wanneer gebouwen als indifferent zijn aangeduid betekent dit dat vervanging eerder voor de hand ligt dan bij beeldbepalend of beeldondersteunend, maar dat dat altijd afhangt van de schaal en de maat van het bouwinitiatief en de architectonische uitwerking. Detonerend wil zeggen: qua architectuur of stedenbouwkundige situering niet passend in het weefsel.
Architectonische waardering Rijksmonument Toekomstig monument Beschermd stadsgezicht Beeldbepalend Beeldondersteunend Indifferent Detonerend
W
a
a
r
d
e
r
i
n
g
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
N
7
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN, zoals verderop in dit rapport per hoofdstuk onderbouwd en beargumenteerd: Hoofdstuk 0. Het landschap onder de wijken Molenstompen - De molenstompen van de Graankorrel en het Vertrouwen herinneren aan de vroeg industriële periode van Delfshaven als moutwijnproduktiegebied en zijn om deze reden belangrijke cultuurhistorische artefacten. Het zijn rijksmonumenten die in het beschermd stadsgezicht van Delfshaven zijn opgenomen.
Hoofdstuk 1. Aansluiting op Delfshaven Experimentele woningbouw aan de Schans - Ook al is een deel van de woningplattegronden van het complex aan de Schans achter de gevel veranderd, de cultuurhistorische waarde is groot. Het complex vertelt het verhaal van de Rotterdamse volkshuisvesting. In zijn totaliteit is het een gaaf bouwblok op een prominente plek, met relatief weinig wijzigingen. Onderzoek mogelijkheden voor herontwikkelingen, bijvoorbeeld voor studenten. Retrobouw aan de Schiedamseweg – Dit vroege voorbeeld van retrobouw is uitermate succesvol gebleken: de twintigste-eeuwse panden zijn zelfs opgenomen als onderdeel van het beschermd stadsgezicht van Delfshaven. Hoofdstuk 2. Bospolder. Abattoirlocatie of woonwijk? Hudsonstraat - De doorgaande bomenrij is van waarde alsmede de ervaring van het oplopende talud van het rangeerterrein. Bospolderplein – De twee monumentale bouwwerken aan het Bospolderplein (het Gemeentelijk Scholencomplex en een Gereformeerde kerk) zijn beide gesloopt in 1978 om plaats te maken voor nieuwbouw. De monumentale werking van het plein is hierdoor sterk verzwakt. De platanen op het plein zijn van grote waarde.
Hoofdstuk 3. Tussendijken 1915-1940: op zoek naar gemeentelijke regie en een nieuwe stedelijke esthetiek Tussendijken - Het snelle bouwproces van Tussendijken (1915-1930) vormde een cruciaal leerproces voor gemeente, marktpartijen en architecten. Van de fouten en successen, processen en strategieën werd lering getrokken in de volgende fase van de Rotterdamse stedenbouw, waarbij veel geroemde wijken als Blijdorp, Dijkzigt en Bergpolder gestalte kregen, en, na 1945, in de grote uitbreidingen van de tuindorpzone op de zuidoever. Spangesekade - De bedrijvigheid langs de Spangesekade en Mathenesserdijk bepaalde van oudsher het karakter van het gebied. Samen met de kade en de laanbeplanting van platanen ontstond een bijzonder stukje stad. Ook al geven de garages nu overlast, het zou aan te bevelen zijn een mix van bedrijvigheid en wonen te behouden. Mathenesserdijk - Behoud de bouwblokken van architect W. Th. H. ten Bosch. Het complex heeft een bijzondere gebouwtypologie met twee voorkanten: aan de Mathenesserdijk een monumentale straatwand, aan de Schie een pakhuisuitstraling. Bij de verdere transformatie van Tussendijken is deze typologie een uiterst kansrijke combinatie voor woon-werkgebruik onder één dak. Restant bouwblok architect J.J.P. Oud - De huidige waarde van het bouwblok zit vooral in de naam van de ontwerper, de ideologie van het oorspronkelijke concept (stedelijke wand versus dorpse binnenterreinen) en de nog bestaande inrichting van het binnenterrein (contour
8
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
van de door Oud ontworpen zandbak). Het blok is niet te waarderen zonder de naoorlogse aanhechting, die een zelfde precisie en uitstraling heeft, maar in een naoorlogse vormentaal. Gewaarschuwd moet worden voor de ‘emotionele’ werking die de nog resterende architectuur van Oud in Rotterdam heeft op sommige architecten en architectuurhistorici. Mathenesserweg – de bouwblokken die onder supervisie van architect L.C. van der Vlugt zijn ontworpen zijn van architectonische waarde. Samenhang creëerde Van der Vlugt door een krachtige horizontale geleding, verlevendigd met balkons of erkers. Eenheid werd verkregen door doorlopende bakstenen borstweringen, witgepleisterde vloerbalken en grijze balkonranden en wit gepleisterde overstekken. Scholenbouw – In tegenstelling tot bijvoorbeeld Spangen koos de gemeente in Tussendijken koos ervoor de scholen te bouwen op prominente plekken, als belangrijke stedenbouwkundige bouwstenen. De scholen zijn ook nu nog beeldbepalende elementen in de wijk.
Hoofdstuk 4. Naoorlogs Tussendijken, open stadsconcept in een dichtbebouwd stadsdeel Groenconcept - Door het groen tussen de woongebouwen bij het parkgroen te betrekken ontstond een maximum aan recreatieruimte bij een minimale opoffering van bouwrijpe grond. Het groenconcept van het ‘spoelende groen’ verbond visueel en functioneel het collectief en openbaar groen en de vooroorlogse en de naoorlogse bebouwing. Dit groenconcept is nu onherkenbaar door de bebouwing van Groosman en Partners uit de jaren ‘90, die de hoven afsluiten. Het groen in de hoven heeft voor een deel plaats moeten maken voor parkeerplaatsen. Park 1943 - Behoud het Park 1943, dit is een essentieel onderdeel van het naoorlogs plan voor Tussendijken. De gefragmenteerde inrichting van het park is te verbeteren. Grote Visserijplein - De geplande bebouwing op het Grote Visserijplein is nooit gerealiseerd. De bebouwing die nu als pleinwand fungeert is voor deze functie niet ontworpen. Hier liggen kansen voor nieuwe bebouwing. Gijsingflats en omgeving - De oorspronkelijk heldere relatie tussen hoven, flats en park is verdwenen, deze zou hergedefinieerd moeten worden. Denk na over de inrichting van de plint in de hoven. Hier is geen woonfunctie aanwezig op maaiveld omdat de woning circa 1 meter boven maaiveld zweeft. Verbinding van woningen en groene ruimte is aanbevelenswaardig, bijvoorbeeld door uitgifte van een deel van de groene ruimte als privé tuinen, gecombineerd met een verticale samenvoeging van de plint en eerste verdieping tot stadswoningen.
Behoud de winkelstrips met bovenwoningen aan de noordzijde van de Schiedamseweg van architect R.D. van Andel en de vijf flats van architectenbureau Denijs, Lucas en Niemeijer. Verbindingen - De Korfmakersstraat is een zwakke verbinding tussen de wijken Bospolder en Tussendijken. Verbeter de verbindingen tussen de Rooseveldtstraat en de Schiedamseweg. Hoek Mathenesserweg/Schiedamseweg – Het hoogbouwcomplex van Jos. en Leo de Jonge werd gebouwd in afwachting van een groot, verhoogd aangelegde verkeersstructuur op het Marconiplein. Dit is nooit uitgevoerd; hier ligt een kans een nieuwe straatwand en beëindiging van de Mathenesserweg te maken. Hoofdstuk 5. Stadsvernieuwing: van Kleine Beurt Plus tot Hoog Niveau Renovatie Stadsvernieuwing - De ingrepen van de stadsvernieuwing ‘nieuwe stijl’ (dakdozen bedekt met dakpannen of lood, nieuwe woningontsluiting en galerijen) hebben, hoewel ze meer van deze tijd zijn, voor het stadsbeeld geen positiever of negatiever effect dan de ingrepen uit de eerste generatie stadsvernieuwing. Renovatie van woningcomplexen zou niet op basis van administratieve grenzen moeten plaatshebben, maar aan de hand van stedenbouwkundige en architectonische overwegingen.
Conclusies en aanbevelingen Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
9
VOOR EN NA BEELDEN
Het Hudsonplein gezien vanaf het torentje van de N.V. Diepeveen & Co, 1970 en nu. Opvallend is dat de kerktorens uit het wijkbeeld zijn verdwenen en de karakteristieke hoekpanden nog steeds het straatbeeld bepalen, terwijl de lange straatwanden veelal zijn vervangen door nieuwbouw.
10
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Bospolderplein, 1933 en nu. Rommelig straatbeeld door het ontbreken van belijning in de
Catharina Beersmansstraat/1e Schansstraat, 1961 en nu. Een groot aantal straatwanden
bestrating, oriĂŤntatiepunten of karakteristieke hoeken en de plaatsing van objecten in de
die opgebouwd waren uit diverse complexen van speculatiebouwers zijn door
openbare ruimte.
stadsvernieuwingsingrepen geĂźniformeerd.
C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
11
Catharina Beersmansstraat, 1952 en nu. Winkels in hoekpanden versus dichte plinten.
Hudsonstraat, 1954 en nu. Van oorsprong zijn er garagebedrijfjes en kleine industrie aan de Hudsonstraat gevestigd. Links op de foto uit 1954 de voetgangersbrug over het spooremplacement.
12
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
2de Schansstraat/Bingleystraat, 1937 en nu. Afgeknotte daken na stadsvernieuwingsingrepen.
Schiedamseweg/Jan Kruijffstraat, ca. 1935 en nu. Het pand van Bervoets is nog steeds een
De schoorstenen en hoekoplossingen verlevendigen het straatbeeld. Bedrijvigheid is veelal
beeldbepalend element aan de Schiedamseweg.
verdwenen.
C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
13
Schiedamseweg, 1929 en nu. De middenberm met wandelpad is vervangen door een trambaan
Spanjaardstraat richting Schiedamseweg, 1936 en nu. De Spanjaardstraat is aangelegd als een
met aan weerszijden een rijbaan.
brede laan. Tot de aanleg van een tramlijn in 1965 werd er de wekelijkse markt gehouden.
14
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Spanjaardstraat richting Hudsonplein, 1965 en nu. Een groot deel van de oostelijke gevelwand
Grote Visserijstraat, 1931 en nu. Geen drastische veranderingen in het straatbeeld.
is vervangen door nieuwbouw.
C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
15
Mathenesserweg richting Marconiplein, ca. 1930 en nu. Nog altijd een eenvormig straatbeeld
Marconiplein, ca 1960 en nu. De nooit vervulde ambitie van een verhoogd verkeersplein
door de terughoudende architectuur van de gevels.
heeft geleid tot een ongedefinieerde, ‘weglopende’ ruimte met een grote hoeveelheid nieuwe objecten, gebouwen en straatmeubilair.
16
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
SVB (fysiek) op kaart RICHTLIJNEN VOOR DE PANDEN IN BEZIT VAN COM WONEN IN BOSPOLDER -TUSSENDIJKEN Bron: COM.Wonen
renovatie ’80 Æ consolideren 2007->2025 bouwjaar ’80/’90 Æ consolideren 2007->2035 Locatie vernieuwing 20072015 Verkoop uit bestaand bezit
C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
17
BOUWFASES Deze kaart laat de historische ontwikkeling van Bospolder/Tussendijken zien. De verstedelijking van het gebied begon in de omgeving van de Schans en Watergeusstraat. Na de aanleg van een klein stratenplan uit 1910 werd in 1911 de wijk Bospolder ontworpen. Vanaf 1917 werd gestart met de bouw van de wijk Tussendijken. Het bombardement van 1943 vaagde een groot deel van Tussendijken weg: een ruim opgezet naoorlogs plan kwam ervoor in de plaats. Tijdens de periode van stadsvernieuwing ondergingen een groot aantal vroeg negentiende-eeuwse gebouwen een zogenaamde ‘Hoog Niveau Renovatie’, een ingreep die voor de uitstraling van de panden grote gevolgen had. Sinds 2000 worden de wijken op bepaalde plekken geherstructureerd.
18
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Bouwfases Delfshaven 1910 Stratenplan 1910 Bospolder 1911 Tussendijken 1917 Bombardement 1943 Bebouwing voor 1900 Bebouwing 1900 - 1930 Bebouwing 1930 - 1950 Bebouwing 1950 - 1970 Bebouwing 1970 - 2000: hoge renovatie en nieuw Bebouwing 2000 - nu: nieuw
N
ENSEMBLES, VOEGEN, RANDEN EN VELDEN
Ensembles, voegen, randen en velden
Deze kaart laat de verschillende schotsen en lange lijnen in Bospolder Tussendijken zien, en vormt tegelijk de leidraad voor de indeling van dit rapport. Aan vrijwel elk ensemble, voeg of rand is een apart hoofdstuk of subparagraaf gewijd. Bospolder Tussendijken is opgebouwd uit een aantal ensembles die zijn ontworpen met een elk een eigen stedenbouwkundig concept (Delfshaven, Bospolder, Tussendijken, bovendijks Spangen en de naoorlogse inpassing). De ensembles zijn opgedeeld in bebouwingsvelden met een bepaalde sfeer of bebouwing. De voegen zijn de scheidende of verbindende lijnen tussen de ensembles: het zijn de plekken waar twee stedenbouwkundige concepten elkaar raken: de Schiedamscheweg, Spanjaardstraat en Mathenesserdijk. Een van de meest veelzijdige straten is de Schiedamseweg. Deze voeg bestaat uit vier verschillende tijdsfasen: bebouwing van historisch Delfshaven (vanaf 1550), aansluiting in retrostijl (ca 1910), vooroorlogse woningbouw van omstreeks 1925 - 1930 en de hoogstedelijke naoorlogse aansluiting. De Mathenesserweg is onder strenge welstandstoetsing vormgegeven en heeft een homogeen en monumentaal straatbeeld.
Ensemble Delfshaven Ensemble Bospolder Ensemble Tussenpolder Ensemble Spangen Bovendijks Naoorlogse ensemble Voeg Randen
N
Veld
C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
19
KARAKTERISTIEKEN
1 Aansluiting Delfshaven in retrostijl aan de Schiedamseweg
4 Mathenesserweg: strenge welstandtoetsing lange lijn
7 Verbijzondering
2 Experimentele volkswoningen, Spanjaardstraat
5 Grote Visserijstraat: winkelstraten voor de wijk
8 Wonen en werken aan de Schie
3 Verspreide particuliere bouw
6 Gemeentelijk woningblok van J.J.P. Oud
9 Stadsvernieuwing: hoog niveau renovatie
20
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
openbare
gebouwen
10 Scholen: Unie Noord -G.K. van Hogendorp
13 Hoogstedelijk naoorlogs ensemble
16 Bospolderplein
11 Scholen: Montessorischool De Korf, L. de Jonge
14 Aansluiting naoorlogse bebouwing op oude bebouwing
17 Park 1943
12 Scholen: Openbare school De Driehoek door A. van der Steur
15 Stadsvernieuwing: nieuwbouw Mecanoo
18 Aansluiting toekomstig Dakpark en havengebied C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
22
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
STEDENBOUWKUNDIGE CONTEXT
1
2
3
4
7
8
9
5
6
1
Ensembles voegen en randen Bospolder Tussendijken 1. Schiedamseweg 2. Mathenesserweg 3. Grote Visserijstraat 4. Mathenesserdijk 5. Spanjaardstraat 6. Hudsonstraat Groengebieden: 7. Park 1943 Pleinen: 8. Grote Visserijplein 9. Bospolderplein Voegen en randen Bomen
N
De kaart laat de plekken en lijnen in de wijk zien waar in het onderzoek de meeste studie naar is verricht. Het zijn gebieden of objecten waar een ruimtelijke opgave ligt: het Grote Visserijplein bijvoorbeeld, het blok met experimentele woningbouw uit 1911 aan de Schans, het restant van het bouwblok uit 1920 van architect J.J.P. Oud aan de Van Duylstraat, de diverse vooroorlogse scholen in Tussendijken en de naoorlogse inpassing - Gijsingflats - ter weerszijden van de Schiedamseweg. Het is niet verwonderlijk dat actuele opgaven vooral liggen langs de structurerende lijnen van de wijk: de voegen en de randen. Hier ontmoeten bebouwingsschotsen uit verschillende tijdsperioden elkaar; elk ontworpen met een eigen set van stedenbouwkundige ideeĂŤn.
C
o
n
t
e
x
t
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
23
^
1.
Polderindeling tussen Schiedam en Delfshaven, 1611.
>
2.
Topografische kaart van Rotterdam, 1901.
>> 3.
Uitsnede van een bladzijde uit het album dat wethouder van Plaatselijke Werken Jan hudig in 1910 bij zijn afscheid kreeg aangeboden. Op de afbeelding is de stad Rotterdam te zien met links daarvan Delfshaven en de nog onbebouwde polders Bospolder, Tussendijken en Spangen.
>>> 4.
Zicht op de onbebouwde Bospolder vanaf de Schiemond, omstreeks 1900.
24
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
0. 1900 HET LANDSCHAP ONDER DE WIJKEN De topografische kaart van 1911 laat de polders onder het latere Bospolder en Tussendijken zien, vlak voor het begin van hun ontwikkeling tot stadswijk. Gelegen tussen Schiedam en Delfshaven, doorsneden door dijken, spoorlijnen en kanalen ligt dit halfstedelijke, half landelijke gebied, (in 1886 van Delfshaven geannexeerd) te wachten op occupatie. Op de kaart is een mix van oude en moderne elementen in het landschap te zien: een boerderij, de tol bij Delfshaven, opgeheven in 1890, de telefoonlijn op palen en de industrietjes langs de Delfshavense Schie en de spoorknoop waar de Hollandse spoorweg, de Hoekse lijn en de havenspoorweg samenkomen. (hier het panorama Mathdijk 1914) Opvallend is ook het tracé van
de electrische tram van Rotterdam naar Schiedam- het werd eerder gerealiseerd dan de rijbaan die erbij hoorde – kort na 1911 zou hier de Schiedamseweg worden aangelegd. Overigens lagen de wijken nagenoeg geïsoleerd: een smalle loopplank over de schutssluis van de Middenkous en de Lage Erfbrug bij Delfshaven vormden de enige verbindingen tot de Mathenesserbrug in 1915 werd geopend, naar een ontwerp van gemeentearchitect Jos. Klijnen. De oudste en tevens belangrijkste structurerende lijn op de kaart is de 12e eeuwse Schielandse Hoge
tegen overstromingen beschermt. De dijk werd aangelegd in opdracht van Aleid van Holland, gravin van Henegouwen, de dochter van graaf Floris IV van Holland. Met het aanbrengen van dammen in Schie en Rotte rond 1260 werd het getijdenverschil in de veenrivieren opgeheven en was het inpolderingsproces ten noorden van de zeedijk feitelijk voltooid. Zuidwaarts werden vanaf de Schielandse Hoge Zeedijk in de veertiende eeuw de Nieuw-Mathenesserpolder en de Bospolder aangelegd, die op hun beurt door een dijk tegen het water werden beschermd: de Nieuw Mathenesser- of Groenedijk. Deze dijk is verdwenen onder de wijken: hij lag aan de Maaszijde, ten zuiden van en min of meer parallel aan de zeedijk. De naam ‘Tussendijken’ is aan deze geografische situatie ontleend.
Zeedijk, die op de kaart staat als Schiedamsche Zeedijk en voorbij het Marconiplein de Mathenesserdijk heet. De zeedijk loopt van Schiedam tot Gouda en is één van de belangrijkste dijken van Nederland, die een gebied met 3 miljoen inwoners in Zuid-Holland
0
.
L
a
n
d
s
c
h
a
p
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
25
^
5.
Zicht op de Mathenesserdijk, 1914 - 1918. De industrietjes langs de dijk werden onteigend voor de realisatie van de woonwijk Tussendijken.
6.
De molens van Delfshaven gezien vanaf de Ruigeplaat, 1910.
>
>> 7.
Plattegrond der gemeente Rotterdam, 1900. Op de kaart is Delfshaven te zien en de onbebouwde Bospolder.
>>> 8.
De Aelbrechtsbrug in Delfshaven, omstreeks 1910.
26
Bij het tolhuis, ter hoogte van de huidige Noordschans nr. 1 stond vanaf 1716 op de zeedijk moutmolen de Rouketel, nu bekend als de Graankorrel. De naam Rouketel verwijst naar de moutwijnindustrie. De naam De Graankorrel dateert uit 1868. Op 8 maart 1911 werd de molen eigendom van de Rotterdamsche Coöperatieve Broodbakkerij en Verbruikersvereniging ‘Vooruitgang.’ In 1921 werd de molen onttakeld door een hevige storm, zodat alleen een molenstomp resteert. Zuidelijker, aan de Schans 137 stond moutmolen het Vertrouwen, gebouwd in 1853, die ook in 1921 (door brand) werd verwoest. De molenstompen herinneren aan de vroeg industriële periode van Delfshaven als moutwijn-produktiegebied. Het zijn rijksmonumenten die in het beschermd stadsgezicht van Delfshaven zijn opgenomen.
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
De stedelijke ontwikkeling van het gebied hangt nauw samen met de havenaanleg. Tussen 1912 en 1916 werden onder het bewind van directeur Plaatselijke Werken A.C. Burgdorffer de stukgoedhavens Keile, Lek- en IJselhaven aangelegd: de bewoners van Spangen, Bospolder en Tussendijken vonden hier grotendeels hun emplooi. In het onderdeel 2. BospolderHudsonstraat komen deze havens en hun relatie tot Bospolder en Tussendijken nader aan bod. Door de opkomst van de container raakten de stukgoedhavens rond 1980 in onbruik, waarop ze deels gedempt en gesaneerd zijn. Hun huidige functioneren staat door de komst van de Tweede Maasvlakte onder druk. De gemeente ontwikkelt plannen voor de ombouw van het havengebied tot woongebied – het toekomstige dakpark op het voormalige rangeerterrein aan de Vierhavenstraat loopt al vooruit op deze nieuwe functie.
1. 1910 AANSLUITING OP DELFSHAVEN: de achterkant van de VOC Delfshaven heeft nooit een historische relatie met het achterliggende gebied gehad. Het gehucht was een voorstad van Delft, gesticht in 1389, een soort industrieterrein op afstand, en mocht uit angst voor concurrentie van moederstad Delft niet uitbreiden. Tot de aanleg van de Schiedamseweg rond 1911 lag het gebied vrij geïsoleerd: alleen de Aelbrechtsbrug verbond Delfshaven met Rotterdam. Vooruitlopend op de aanleg van de stukgoedhavens Keile-, Lek en IJsselhaven werd het gebied net achter Delfshaven gereed gemaakt voor bewoning. De aanheling met historisch Delfshaven werd op twee manieren opgelost: architectonisch en door middel van informele routes. Langs de Schiedamseweg schreven
B &W voor dat nieuwe gebouwen in een ‘Delfshavense’ vormentaal uitgevoerd moesten worden: met trapgeveltjes, luiken, erkers en historisch aandoende decoratie.1 De ontwerptekeningen die zijn teruggevonden in de archieven laten smalle pandjes zien ‘in oudhollandschen stijl’, maar wel aangepast aan de moderne tijd door een uitvoering in dubbele hoogte. Dit vroege voorbeeld van retrobouw is uitermate succesvol gebleken: de twintigste-eeuwse panden zijn zelfs opgenomen als onderdeel van het beschermd stadsgezicht van Delfshaven. De pakhuizen aan de Voorhaven waren van oudsher gericht op het water en hadden achterterreinen richting de Bospolder. Het bleek lastig hier directe infrastructurele verbindingen aan te leggen, dit zou sloop van enkele historische panden betekenen. Slechts door middel
van drie stegen was het voor wandelaars mogelijk van de Schans naar de Aelbrechtskolk te lopen.
Noten 1
Rotterdamsch Nieuwsblad 21 november 1935, p 13.
1.Aansluiting Delfshaven Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
27
28
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
<< 9. De grondpolitiek van de gemeente Rotterdam: gearceerd de te koop aangeboden percelen tegen Schiedam aan, 1913. <
10. Verbinding Delfshaven met de Schans door middel van stegen: Jan Pommerdemsteeg, omstreeks 1951.
^
11. De Schiedamseweg met op de achtergrond de Aelbrechtsbrug, 1925.
^^ >
12. Aansluiting Delfshaven voltooid, kaart Ravesteijn 1940. In rood is aangegeven de bebouwing aan de Schiedamseweg in ‘oud-hollandschen stijl’. In zwart is de experimentele woningbouw aan de Schans, Watergeusstraat en de Spanjaardstraat aangeduid. 13.
Bebouwing aan de Schiedamseweg in ‘oud-hollandschen stijl’, ca. 1960.
1.Aansluiting Delfshaven Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
29
30
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
14 - 16
Aansluitingen van de Schiedamseweg met historisch Delfshaven in â&#x20AC;&#x2DC;oud- hollandschen stijlâ&#x20AC;&#x2122;: aanheling door middel van pandsgewijze bouw, maar aangepast aan de moderne tijd door uitvoering in dubbele hoogte.
> 17.
Voorbeelden van Rotterdamse alcoofwoningen. Uit: Woonmogelijkheden in het nieuwe Rotterdam, Rotterdam 1941.
1. 1910 AANSLUITING OP DELFSHAVEN: thema experimentele woningbouw
1910 verrezen waren dan ook voornamelijk het werk van particulieren of aannemers.
Direct achter de grachtenpanden van Delfshaven had een van Rotterdams eerste particuliere volkshuisvestingexperimenten plaats. Een terrein ten westen van de Voorhaven werd opgehoogd en parallel daaraan werden de Schans, de Watergeusstraat en de Spanjaardstraat aangelegd. Het was de gebruikelijke praktijk: de gemeente maakte de stratenplannen, legde riolering en waterleiding aan, waarna particuliere bouwers en grondeigenaren binnen de gemeentelijke rooilijnen huizen moesten bouwen. In de (overwegend liberale) politieke en ambtelijke kring leefde in Rotterdam een sterke voorkeur voor particulier bouwondernemerschap. De woningen die hier rond
De bebouwingstypologie rond de Schans, Watergeusstraat en Spanjaardstraat is onder andere het resultaat van de Rotterdamse bouwverordeningen en bouwpraktijk. De panden zijn gebouwd in gesloten bouwblokken op het stramien van het gemeentelijke stratenplan. Particuliere bouwers kochten een aantal kavels (afhankelijk van het budget van de bouwer variÍrend van 2 tot meerdere kavels) of bebouwden een complete straatwand (bijvoorbeeld de Maatschappij voor Volkswoningen). Er waren een aantal regels. In de bouwverordening van 1860 was vastgelegd dat de verhouding tussen de straatbreedte en de bouwhoogte minimaal 1:1 ½ diende te zijn. In 1906 werd de eis
gesteld dat aan de achterzijde van elk gebouw ten minste een plaats, tuin of erf open werd gelaten, waarvan de oppervlakte niet minder mocht zijn dan een derde van de oppervlakte van het belendende gebouw, met een minimum van drie meter uit de achtergevel. Echter mocht een derde van dit achtererf weer worden ingenomen door bijgebouwen, mits niet hoger dan vijf meter.1 Desondanks was het met deze verordeningen mogelijk dat bij een straatbreedte van tien meter, met huizen van vijftien meter hoogte, boven deze uitbouwsels, de licht- en luchtstraat aan de achterzijde slechts 6 meter breed was en zelfs niet in de rechte rooilijn, maar grillig verspringend. Alle bouwblokken dienden een afgeschuinde hoek te hebben, met het oog op de verkeersveiligheid vastgesteld in 1857. De bouwverordeningen resulteerden in afwisselende
1.Aansluiting Delfshaven Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
31
^
18.
Experimentele woningbouw aan de Schans van de Maatschappij van Volkswoningen, ca. 1920.
^^ 19.
Plattegrond complex volkswoningen aan de Watergeusstraat, 1910.
> 20.
Volkswoningen aan de Persoonshaven te Rotterdam, architect C.N. van Goor, ca. 1908.
>> 21.
Volkswoningen aan de Spanjaardstraat uit 1910, 2008.
32
gevelwanden met complexen van afwisselende afmeting, alle woningen hebben drie verdiepingen onder een kap. Openbare ruimte was er niet.
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Maatschappij voor Volkswoningen Een aantal complexen viel onder het kopje ‘experimentele woningbouw’ en werd gebouwd door de Maatschappij voor Volkswoningen. De Maatschappij was net opgericht (1909) en was een van Rotterdams eerste officiële particuliere bouwondernemingen. Een groot aantal woningen in de stad was na de invoering van de Woningwet in 1901 onbewoonbaar verklaard, maar betere woningen voor de zeer lage inkomensklasse waren er niet. De Maatschappij voor Volkswoningen wilde zich toeleggen op de bouw van goede woningen voor minderbedeelden; goed maar ook goedkoop. De club, onder andere opgericht door de twee Rotterdamse volkshuisvestingspioniers G.A.M. de Bruijn en L.J.C.J. Ravesteyn, had als inspiratiebron de Londense praktijk. Hier werkte de bekende filantroop Octavia Hill. Zij
toog in de jaren zestig van de negentiende eeuw aan het werk in de sloppen van East Londen. Hill kocht er huizen en courts om te verbeteren of te vervangen met als doel het gedrag en de ontwikkeling van de bewoners zelf op een hoger peil te brengen. In de complexen in Delfshaven betekende dat voor de bewoners dat een woningopzichteres geregeld verslag deed van het ophalen van de huur, de staat van onderhoud, maar ook sociale problemen. Ze gaf cursussen houtarbeid voor jongens, bijeenkomsten voor huismoeders en organiseerde een kinderleesinrichting en de bibliotheek.2 De eerste proeven van goedkope huurwoningen werden gedaan aan de Schans (Delfshaven) en de Persoonshaven (Linker Maasoever). Architect C.N. van Goor, en zijn medewerkers Albert Otten en J. Verheul Dzn., kregen de opdracht beide complexen te
ontwerpen. Van Goor bleef overigens actief in de sociale woningbouw. Voor complexen in de wijken Spangen en Tussendijken ontwikkelde hij veelvuldig toegepaste standaard woningplattegronden. In 1911 voltooide de Maatschappij het complex ‘Schans I’: 60 woningen aan de Schans en 36 aan de Watergeusstraat. Een deel van het complex had zowel voor- als achterwoningen rond een centrale luchtkoker waar de slaapkamers aan gelegen waren. Het koste moeite de gemeente te overtuigen van dit experiment: de toepassing van portalen, luchtkokers, spouwmuren en zelfs veranda’s leek niet de meest goedkope oplossing. Bij de ingebruikneming van de woningen trokken er 415 bewoners in, waarvan de gezinshoofden voornamelijk arbeiders waren (55 fabrieksarbeiders, 12 bootwerkers, 4 varensgezel, 1 bouwvakker, 9 weduwen en
gepensioneerden, 3 losse werklieden en 11 met overige beroepen).3 In 1914 volgde complex Schans II met 71 woningen (inmiddels gesloopt). Een bijzonderheid in dit project waren de 18 woningen met een afzonderlijke royale zitkamer of ‘pronkvertrek’ met een oppervlakte van 10 tot 11 vierkante meter.
1.Aansluiting Delfshaven Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
33
Van Beers B.V. Een tweede initiatief werd genomen door raadslid F. van Beers. Hij was ervan overtuigd dat de grote woningnood onder arbeiders te maken had met de volgens hem zeer onpraktische, want veel te ruime, gemeentelijke verkavelingsplannen. Van Beers meende dat het op de markt brengen van diepe percelen aan betrekkelijk smalle straten het snelst een vermindering van de woningnood teweeg zou brengen. Om te laten zien dat dit het maken van een goede woning niet belette, nodigde het raadslid in 1910 de pers uit om de door hem gebouwde woningen (Van Beers B.V.) aan de Watergeusstraat te bezoeken.4 Het Rotterdamsch Nieuwsblad was enthousiast. De woningen bestonden uit een voorkamer met bedstede, een keukenkamer met een bedstede, een aparte wc en een aantal ingebouwde
34
kasten. Achter het huis was een veranda, die voor de begane grond woning toegang gaf aan de binnentuin. Fraai was het centrale trappenhuis, dat goed verlicht was en zeer vernuftig twee woningen tegelijk ontsloot. Het complex gaf volgens de krant het bewijs dat ook de particuliere bouwindustrie kon voorzien in een goed type arbeiderswoning. Het was tevens een steek richting de Maatschappij voor Volkshuisvesting die voor haar ‘philantropische woningbouw’ op financiële steun kon rekenen van het Rijk. Want waren deze aan de arbeidersbevolking opgedrongen modelwoningen uit hygiënisch oogpunt aantoonbaar beter boven die van Van Beers?
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Waardering Dat beide woningcomplexen vernieuwend waren blijkt uit het feit dat ze al in 1920 als voorbeelden opgenomen waren in de tentoonstelling ‘Van typen oude en nieuwe volkswoningen te Rotterdam’. In 1982 is het complex van de Maatschappij voor Volkswoningen in het kader van de stadsvernieuwing aangepakt. Het oorspronkelijke aantal van 137 woningen werd gereduceerd naar 97 woningen, 18 woningen bleven op verzoek van de bewoners onveranderd. Ook al is een deel van de woningplattegronden achter de gevel verandert, de cultuurhistorische waarde is groot. Het complex vertelt het verhaal van de Rotterdamse volkshuisvesting. In zijn totaliteit is het een gaaf bouwblok op een prominente plek, met relatief weinig wijzigingen.
<
22. Inhoud van de tentoonstelling â&#x20AC;&#x2DC;Typen van oude en nieuwe volkswoningen te Rotterdamâ&#x20AC;&#x2122;, 1920.
<< 23. Het complex volkswoningen aan de Schans werd als voorbeeld opgenomen in de tentoonstelling. >
24. Plannen voor stadvernieuwing in Delfshaven gemaakt door het Projectbureau Stadsvernieuwing te Rotterdam, 1981.
Noten 1 2 3 4
Van Ravesteyn 1948, 259. De Klerk 1999, 49. De Klerk 1999, 49. Rotterdams Nieuwsblad, 8 september 1910.
1.Aansluiting Delfshaven Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
35
2. 1910 - 1940 BOSPOLDER - TUSSENDIJKEN: Rotterdamse woningpolitiek in beeld < >
25. Uitbreidingsplan voor Rotterdam door G.J. de Jongh, 1903. Het door de directeur van de Dienst Plaatselijke Werken De Jongh in 1903 gepresenteerde uitbreidingsplan, verplicht conform de Woningwet van 1901, werd in 1906 gedeeltelijk goedgekeurd. Veel realiteitsgehalte en uitvoeringskansen heeft het nooit gehad. Dat kwam met name doordat de gronden waarop de gemeente het uitbreidingsplan geprojecteerd had, niet haar eigendom waren. De grond moest dus aangekocht worden van particuliere grondeigenaren, die daar veel geld voor vroegen. 26.
Grondprijzenkaart Bospolder, 1914. Het was de gebruikelijke praktijk rond 1900-1915: de gemeente maakte de stratenplannen, legde riolering en waterleiding aan, waarna particuliere bouwers en grondeigenaren binnen de gemeentelijke rooilijnen huizen bouwden. Particuliere bouwers kochten een aantal kavels (afhankelijk van het budget van de bouwer variĂŤrend van 2 tot meerdere kavels) of bebouwden een complete straatwand (bijvoorbeeld de Maatschappij voor Volkswoningen). Er waren een aantal regels die in bouwverordingen waren vastgelegd: zoals regels over straatbreedte, bouwhoogte en rooilijnen. Het gevolg was vaak een nogal rommelig en brokkelig stadsbeeld, dat bij elkaar werd gehouden door een eenheid in bouwhoogte, materiaalgebruik en archi- tectuurtaal. In de (overwegend liberale) politieke en ambtelijke kring leefde in Rotterdam een sterke voorkeur voor particulier bouwondernemerschap.
>> 27. Blokuitgiftekaart Spangen, 1918. In Spangen was bijna alle grond in handen van de gemeente, die de percelen in erfpacht uitgaf, zodat bouwondernemers gedwongen waren
36
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
het uitbreidingsplan heel zuiver te volgen. En omdat de grond in gemeentehanden was, bleek Spangen het ideale gebied om te experimenteren met gemeentelijke woning bouw door de in 1917 opgerichte Gemeentelijke Woningdienst. De beroemde woningblokken van J.J.P. Oud waren het resultaat.
>>> 28. Momentopname uitgegeven of bebouwde percelen in Tus- sendijken, 1923. Deze kaart laat goed het verdeelde grond- eigendom in de wijk zien. De bebouwing in Tussendijken was een mengvorm van gemeentelijke en particuliere bouw. De strook waar J.J.P. Oud zijn vijf blokken ontwierp, was in 1920 door de gemeente aangekocht van de Bouwgrond maatschappij Tussendijken. Op de kaart is het onbebou- wde ‘gat’ zichtbaar dat tussen de vijf blokken zit, oorspron- kelijk ook bedoeld voor gemeentelijke bouw, maar uitein- delijk slechts met een gevelontwerp van Oud door particu- liere bouwers voltooid. Ook het overige deel van de wijk werd door de particuliere bouwers gerealiseerd, waarbij de gemeente vanuit een stadsesthetische visie op het belang van ‘publieke stedenbouw’ in de stad hogere eisen stelde aan de belangrijke route van de Mathenesserweg.
2
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
37
>
29. Uitgiftekaart van de percelen aan de Blokmakersstraat in Bospolder uit 1920. De aankoop van de percelen werd door particuliere bouwers gedaan.
<<
30. Voorbeeld van een ingediend plan aan de Bingleystraat door een particuliere bouwer, 1918.
<<< 31. Zicht op de Rosier Faassenstraat, 1952. In de verte ligt het Bospolderplein met het Gemeentelijk scholencomplex en de Gereformeerde Kerk, beide in 1978 gesloopt. <<<< 32. De Schippersstraat richting de Willem van Zuylenstraat, 1924. Deze bebouwing is tijdens het bombardement verwoest. >
33. Notitie van wethouder Arie Heykoop betreffende het blok dat om financiele redenen niet door Oud ontworpen werd, maar door particuliere bouwers. Hij probeert voor een laatste maal het blok in gemeentebezit te houden, 1925.
>>
34. Gemeentelijke woningbouw van J.J.P. Oud, Tussendijken, ca. 1930.
>>> 35. De Mathenesserweg werd onder supervisie van architect J.C. van der Vlugt ontworpen, ca 1930.
38
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
2
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
39
^
36. Plan A: stedenbouwkundig ontwerp voor Bospolder, A.C. Burgdorffer, 1911.
>
37. Plan B: stedenbouwkundig ontwerp voor Bospolder, A.C. Burgdorffer, 1911.
>> 38. Uitgevoerde variant Bospolder plan C: stedenbouwkundig ontwerp voor Bospolder, A.C. Burgdorffer, 1911. >>> 39.
Grondprijzenkaart Bospolder, 1914.
40
2. 1910 - 1940 BOSPOLDER: van abattoirlocatie tot woonwijk De eerste bebouwing in de Bospolder was een klein stratenplan (drie straten) ten westen van de Schiedamseweg uit 1910, bestemd voor goedkope woningbouw voor gemeentearbeiders (gesloopt, nu: Le Medi). Ook de overige terreinen in Bospolder waren (volgens het Uitbreidingsplan van De Jongh uit 1903) bestemd voor woningbouw, maar dat was niet de reden dat de gemeente het in eerste instantie aankocht had. Het was de bedoeling net achter de bebouwde kom van Delfshaven, langs de geprojecteerde Schiedamseweg een omvangrijk en modern slachthuis en veemarkt te bouwen, op een terrein van maart liefst 15,5 hectare. Via een spoorwegaansluiting en een loskade aan de
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Voorhaven zouden alle goederen en vee vervoerd worden. Al snel na het bekend worden van de abattoirplannen kwam er een burgeractie op gang. Een dergelijk overlast veroorzakend bedrijf in de nabijheid van verschillende woonwijken was niet gewenst. Het abattoirplan ketste af; het zou later alsnog in Crooswijk gebouwd worden. De aangekochte grond in de Bospolder kon nu gebruikt worden ten behoeve van de volkshuisvesting. Toenmalige directeur van Gemeentewerken A.C. Burgdorffer presenteerde in 1911 de plannen voor het gebied. Hoewel er drie planvarianten waren is Bospolder niet het resultaat van een uitgekiende stedenbouwkundige compositie. Het gerealiseerde stratenplannetje in het noorden en de aansluiting op
historisch Delfshaven in het zuiden maakten het lastig een monumentaal plan te projecteren op het driehoekige terrein. Daarnaast vormde de havenspoorlijn uit 1907 in het westen een infrastructurele begrenzing. De planvarianten van Burgdorffer waren opgebouwd rond een zelfde basisprincipe: een centraal plein met plaats voor een monumentaal gebouw, vanaf het plein liepen straalsgewijs straten naar buiten. De wijk was bedoeld als woongebied voor arbeiders. Naast het ontwerpen van een plan waar zo veel mogelijk gezinnen konden gaan wonen, was er ook een esthetische ambitie, vooral rond het centraal gelegen Bospolderplein. Aan de woonbebouwing rond het plein werden extra welstandseisen verbonden. Het plein was ook een zoeklocatie voor de prestigieuze Zeevaartschool (later gebouwd aan de Pieter de Hoochweg). Uiteindelijk
werden twee andere monumentale bouwwerken aan het plein gebouwd: een Gemeentelijk Scholencomplex en een Gereformeerde kerk, beide gesloopt in 1978 om plaats te maken voor nieuwbouw. De monumentale werking van het plein is hierdoor sterk verzwakt. Ook de groeninrichting van het Bospolderplein droeg bij aan de â&#x20AC;&#x2DC;verhoging van het uiterlijk aanzien van de stadswijkâ&#x20AC;&#x2122;.1 In het eerste groenontwerp (zie ontwerptekening) is de zuidelijke helft van het plein ingenomen door een verdiept gazon met bloemen met eromheen een wandelpad met ter weerszijden lage bomen. De noordelijke helft was gedacht met hoger opgaand geboomte en fungeerde als speelterrein voor (school) kinderen. In het midden stond een muziektent. Het plein is na de oorlog regelmatig heringericht; de monumentale platanen zijn echter altijd blijven staan.
2
De bebouwing van Bospolder was het resultaat van speculatiebouw. De grond werd door de gemeente uitgegeven (zie ook de grondprijzenkaart) en particuliere bouwondernemers bouwden er woningcomplexen van afwijkende grootte, soms een hele straatwand, vaak slechts een aantal panden. Het resultaat was een gefragmenteerd wijkbeeld. De complexen in Bospolder zijn van verschillende architectonische en bouwkundige kwaliteit. Aan de architectuur van hoekpanden werd vaak extra aandacht besteed net als aan gevelwanden langs verbindingswegen, zoals de Spanjaardstraat en de Schiedamseweg. De meeste plannen die ingediend werden bij de gemeente waren niet vernieuwend: gewoonlijk was er nog een alkoof in het ontwerp getekend, officieel verboden, maar in het Rotterdamse nog lange tijd toegepast.
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
41
^
40. Ontwerp van het Bospolderplein door Gemeentewerken Rotterdam afdeling plantsoenen,1927.
>
41. Ontwerp van het Bospolderplein door Gemeentewerken Rotterdam afdeling plantsoenen, 1947.
>> 42. Ontwerp van het Bospolderplein door Gemeentewerken Rotterdam afdeling plantsoenen, 1958. >>> 43.
Ontwerp van het Bospolderplein door Gemeentewerken
Stadshistoricus L.J.C.J. van Ravesteyn schreef in 1948, terugkijkend op het plan: ‘Echter is het plan voor den Boschpolder een van de minst geslaagde in Rotterdam van deze eeuw; het sloot af de reeks die na den grooten oorlog [’14-‘18] gelukkig niet meer werd voortgezet’.2 Hij doelde hier op de krappe compositie, het gebrek aan openbare ruimte en de invulling van het plan met speculatiebouw.
Rotterdam afdeling plantsoenen, 1966.
42
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Noten 1
GAR, Gedrukte stukken no 53 van 1911.
2
Van Ravesteyn 1948, 169.
2
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
43
^ >
44. Arbeiderswoningen op de hoek Schippersstraat en Hudsonstraat (ca 1920), onderdeel van een complex van drie bouwblokken op een door particulieren aangekocht terrein. De complexen zijn inmiddels gesloopt om plaats te maken voor het woningbouwcomplex ‘Le Medi’. 45.
>> 46.
De voetgangersbrug over het spoor van het rangeerterrein, 1918. Luchtfoto van het rangeerterrein tussen de Hudsonstraat en de Vierhavenstraat, 1934.
>>> 47. Situatie school in bouwblok, 1921.
44
2. 1910 - 1940 BOSPOLDER: rand Hudsonstraat De Hudsonstraat vormt de ‘woonkant’ van de zone langs het spoorwegemplacement dat grenst aan de wijk Bospolder. Complementair aan de woonzone ligt aan de overkant van het emplacement de Vierhavensstraat, de ‘werkkant’. De Hudsonstraat werd in 1908 aangelegd en vernoemd naar de Engelse ontdekkingsreiziger Henry Hudson. Na de aanleg van de Koushaven, IJselhaven, Lekhaven en Keilehaven werd in 1914 begonnen met de bouw van een nieuw spooremplacement. Het was maar liefst 14 sporen breed en werd ter hoogte van de Catharina Beersmansstraat overbrugd door een loopbrug vanaf de Hudsonstraat naar het havengebied van de Vierhavenstraat. Fabrieks-
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
en havenarbeiders uit de wijk konden via deze IJselhavenbrug naar hun werk lopen. De bedrijven die zich in deze westelijke havens vestigden waren bijvoorbeeld Machinefabriek en Scheepswerf Wilton’s, Diepeveen, de Rotterdamse Lloyd, de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij, een Ketting en Ankerfabriek, de brouwerijen van Heineken en Amstel en de Handelmaatschappij R.S. Stokvis & Zonen. Het belangrijkste bedrijf dat aan de Lekhaven was gevestigd was Thomsen’s Havenbedrijf, een bedrijf dat de overslag van stukgoed combineerde met de functie van passagiersterminal. De industriegebouwen aan de Vierhavensstraat werden bij bombardementen in 1943 zwaar getroffen. Thomsen’s Havenbedrijf liet kort na de bevrijding aan de Lekhaven een nieuw loodsencomplex ontwerpen door Brinkman en Van den
Broek in beton, staal en glas. Het gebouw bestond uit een aantal loodsen en een poortgebouw met kantoor, ruimte voor passagiers en douane en een kantine met was- en kleedruimtes voor ongeveer vijfhonderd havenwerkers. Op de begane grond liep een spoorlijn schuin door het gebouw. De loodsen zijn gesloopt, zodat het poortgebouw -met de contouren van de loodsen op de zijgevels- nu vrijstaat op de havenpier. Het tegenwoordig nog meest opvallende bouwwerk is dat van de Coöperatieve Groothandelsvereeniging ‘de Handelskamer’ (HAKA), gebouwd in 1932, naar ontwerp van H.F. Mertens. Aan de Keilestraat 39 staat nog het monumentale Katoenveem uit 1920 van architect J.J. Kanters. In de jaren zeventig liep de stukgoedoverslag door de opkomst van de container dramatisch terug. In de jaren
negentig is het gebied gesaneerd en werd het oostelijk deel van de Lekhaven gedempt. Het gebied wordt nu gedomineerd door de ‘Fruitport’, koel- en vriespakhuizen voor de op- en overslag van fruit en fruitsappen. De Keilehaven wordt tegenwoordig nog gebruikt om koelwater van de elektriciteitscentrale aan de Galileistraat te lozen. Ook is er een overslagstation van de Roteb gevestigd: het huisvuil van de rechter Maasoever wordt hier overgeslagen op schepen en naar de vuilverbranding aan de Maashaven verscheept.
bombardement van 1943 is aan de Bospolderzijde sloop en nieuwbouw gepleegd, zodat de gevelwand langs de Hudsonstraat vergeleken met de jaren vóór 1943 tegenwoordig een opdeling in verschillende sferen kent. Van noord naar zuid liggen langs de Hudsonstraat een naoorlogs ensemble, met o.a. een politiebureau en een kerk (zie hoofdstuk 5 van dit rapport), aan de Blokmakersstraat een samengesteld voor- en naoorlogs ensemble met op het binnenterrein een school voor gewoon lager onderwijs (ca. 1922, in 1950 gerenoveerd en verbouwd tot scheepsinternaat, in 1990 in gebruik genomen als hindoe basisschool). Op de plek van de allereerste bebouwing van Bospolder, aan een particuliere bouwer uitgegeven grond die werd bebouwd nog voordat het stedenbouwkundig ontwerp was gemaakt (en met aanmerkelijk smallere
De Vierhavensstrip is momenteel onderwerp van transformatiestudies. De havenbedrijvigheid verhuist geleidelijk o.a. naar de Tweede Maasvlakte. Vooruitlopend op een grootschalige transformatie van het gebied en als gevolg van de wederopbouw na het
2
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
45
^
48. Het rangeerterrein tussen de Hudsonstraat en de Vierhavenstraat, 1928.
^^
49. Het tijdelijke park van Creatief Beheer tussen de Hudsonstraat en de Puntstraat.
>
50. Nieuwbouw aan de Puntstraat, door architektenburo Kühne & Co, met uitzicht op de Hudsonstraat en het park van Creatief Beheer, 2008.
>>
51. Ontwerp van het toekomstige Dakpark tussen de Hudsonstraat en de Vierhavenstraat.
>>> 52. Doorsnede van het Dakpark waarin duidelijk wordt hoe de aansluiting met de Hudsonstraat en de Vierhavenstraat zal zijn.
46
straten dan het overige Bospolder), staat nu Le Medi van architectenbureau Geurst & Schulze, een complex van 93 nieuwe eengezinswoningen waarin de doelstelling van meer grondgebonden en koopwoningen in Bospolder is gerealiseerd. Waar de Hudsonstraat parallel loopt aan de Puntstraat is de bebouwing enige jaren geleden gesloopt. In de plint waren voorheen voornamelijk bedrijfjes gevestigd, met daarboven woningen: een café-biljart, een autosmeerstation, garagebedrijf, rijwielreparatieinrichting en –stalling en een stoomwasserij. Creatief Beheer beheert op de braakliggende locatie van 40 bij 200 meter sinds september 2004 in opdracht van de deelgemeente Delfshaven, het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en Com.Wonen ‘Proefpark de Punt’. Hoofddoel is het gebied aantrekkelijk en leefbaar te maken en te houden,
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
ook hier zullen nieuwe woningen worden gerealiseerd. Tussen de Catharina Beersmansstraat en de 2e Schansstraat is reeds een reeks nieuwbouwcomplexen gerealiseerd, terwijl het bouwblok grenzend aan het Hudsonplein ook deels bestaat uit nieuwbouw. De Hudsonstraat grenst binnen enkele jaren aan het Dakpark, een verhoogd park aan te leggen op het voormalige rangeerterrein met daaronder winkels. Vanaf de Hudsonstraat loopt het talud terrasgewijs op naar de maximale hoogte aan de Vierhavensstraat, waaronder de winkels zijn geprojecteerd. De robuuste stedelijke woonwand met een aantrekkelijke mix van woningtypes is vanuit deze ontwikkeling te verklaren. De doorgaande bomenrij is van waarde alsmede de ervaring van het oplopende talud van het rangeerterrein.
2
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
47
< Naooorlogse bebouwing > ca 1950
^
53. Opzet van de Schiedamseweg.
>
54. Bebouwing in retrostijl aan de westzijde van de Schiedamseweg, 2008.
>>
55. Vooroorlogse particuliere bebouwing aan de Schiedamseweg, 2008.
>>> 56. Naoorlogse bebouwing aan de westzijde van de Schiedamseweg ter hoogte van de Schippersstraat en de Wattierstraat, 2008.
48
< Vooroorlogse > bebouwing ca 1925
2. 1910 - 1940 BOSPOLDER: voeg Schiedamseweg De Schiedamseweg vertelt het complete verhaal van de historische gelaagdheid van Bospolder en Tussendijken. De weg is aangelegd rond 1910 en vormde de eerste directe verbinding van Delfshaven naar Schiedam. Voor die tijd ging al het verkeer in deze richting nog over de smalle Mathenesserdijk. De eerste bebouwing ontstond rond 1910 aan de kant van Delfshaven in retroarchitectuur. Een artikel in het Rotterdamsch Nieuwsblad uit 1935 geeft een typering van de Schiedamscheweg, bij haar 25-jarig jubileum (de weg was aangelegd in 1910). ‘[…] deze hoofdverkeersstraat [draagt] zoo sterk het stempel der laatste kwart eeuw bouwen in Rotterdam. Toen de omgeving van de toen
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
< Retrobouw > Delfshaven ca 1910
< Historisch > Delfshaven vanaf 1550
nieuwe Aelbrechtsbrug moest worden gebouwd, wilde het gemeentebestuur ook een wat extra’s doen voor het stedebouwkundig schoon. Elders kwamen toen juist de schoonheidscommissies in de mode, en ook hier waren daarvan voorstanders. Maar B. en W. verzonnen een ander grapje en schreven voor, dat de grond aan den Schiedamscheweg moest worden bebouwd in… oud-Hollandsche stijl! Hoe dit mogelijk geweest is, begrijpt thans niemand meer, maar de gevolgen van dit ook door den Raad aanvaarde voorstel kan met nog aan het begin van den Schiedamscheweg zien. Daar staan nog van die ‘kwasi-17de’ eeuwsche gevels met vensterbanken, die niet gesloten kunnen worden, maar zuiver als decor zijn toegepast. Het was een zonderling idee, temeer omdat het oude Delfshaven heelemaal niets had van een 16de of 17de eeuwsche stad, en het
is dan ook, gelijk ieder zien kan, gauw aan zijn eigen onmogelijkheid overleden. Even verderop is de bouwerij weer uit het historische vaarwater geraakt en de oorlog [’14-‘18] heeft er zelfs de groote woningblokken neergezet, die toen voor modern golden en die op het eind hun maximale uiting hebben gevonden in de bebouwing op den hoek van den Mathenesserweg.’1 Het gevolg van het gebruik van al deze verschillende bouwstijlen was volgens de schrijver van het artikel dat de Schiedamseweg het karakter droeg van ‘heel de fel bewogen periode der laatste 25 jaar’. Hij vergeleek de Schiedamscheweg met de Mathenesserweg die veel meer één karakter had. Tegen het einde van 1920 was alle bebouwing langs de nieuwe weg voltooid. De Schiedamseweg fungeerde nu als brede boulevard en centrale as van de nieuwe wijken Bospolder en
het naoorlogse concept aan de westkant van de Schiedamseweg overgenomen door de bouwblokken van architect J.P.L. Hendriks. Aan de oostkant werd gekozen voor een radicale breuk met het vooroorlogse: hier kwamen losse bouwblokken in het groen. De aanhechting van de Schiedamscheweg met het Marconiplein was misschien wel de grootste verandering. In de vooroorlogse situatie vormde een complex woningen van architect L.C. van der Vlugt een duidelijke hoekbeëindiging. De naoorlogse plannen voor het Marconiplein waren groots: de bedoeling was hier ruimte te maken voor een omvangrijk verkeersplein. In plaats van een beëindiging met gesloten bouwblokken kozen de ontwerpers voor grote, aparte bouwvolumes als poortgebouwen naar de wijk, zoals het politiekantoor en een klooster.
Tussendijken, en had door een reeks ‘flinke winkels’ een ‘levendig en florissant karakter’. Ook al was er langs de route sprake van verschillende architectuurstijlen, vóór het bombardement van 1943 kenmerkte de weg zich door een homogeen straatbeeld; langgerekte bouwblokken als gevelwanden met een sobere architectuur, drie of vier verdiepingen hoog. De eenheid in het straatbeeld werd versterkt door een helder straatprofiel: een breed wandelpad in het midden met een dubbele bomenrij. Ter weerszijden liepen trambanen. Alle bebouwing in het noordwestelijke deel van de Schiedamseweg was verwoest na het vergissingsbombardement in 1943. Het vooroorlogse concept van langgerekte gevelwanden werd in
2
.
B
o
s
p
o
l
d
e
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
49
^
57. De Schiedamseweg in 1929. Links de vooroorlogse bebouwing uit ca 1925 met op begane grond winkels en boven woningen. De erkers van de woningen zijn bekleed met tegels.
>
58. De vooroorlogse bebouwing uit ca. 1925 aan de oostzijde van de Schiedamseweg ter hoogte van de Van Duylstraat en de Jan Kruijffstraat, 2008. De erkers zien er nu anders uit, de tegels zijn weg.
>> 59. Plan P. Verhagen voor Tussendijken, gemeente Rotterdam (in oranje), 1914.
50
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Noten 1
â&#x20AC;&#x2DC;Het jubileum van den Schiedamschewegâ&#x20AC;&#x2122;, in:
Rotterdamsch Nieuwsblad, 21 november 1935, p 13.
3. 1915 - 1940 TUSSENDIJKEN: op zoek naar gemeentelijke regie en een nieuwe stedelijke esthetiek Op het moment dat de gronden in Bospolder opgespoten lagen te wachten op bebouwing, startte de gemeente met de ontwikkeling van de wijk Tussendijken. Net als voor Spangen had gemeentelijk stedenbouwkundige P. Verhagen in 1913 een ontwerp voor deze wijk gemaakt. Ingekaderd door de reeds aangelegde Schiedamseweg en het boogvormige tracé van de Mathenesserdijk (de zuidgrens van Spangen, voortgezet langs de Delfshavense Schie) moest een woonwijk met ‘burgerwoningen’ komen: aanmerkelijk beter dus dan Bospolder, en één trede hoger dan de beoogde bevolking van Spangen. Verhagen ontwierp Spangen en Tussendijken in een sterke compositorische samenhang. Vanaf het toegangsgebouw van voetbalclub Sparta (het latere kasteel) tot diep in Tussendijken tekende hij een monumentale as, die leidde langs een reeks van zorgvuldig gecomponeerde stedelijke ruimtes: het P.C. Hooftplein, de dijkopgang van de Mathenesserdijk, vormgegeven als een sculpturaal element met daarin trappartijen en een rechthoekig sport- en spelveld met daaraan het gevelfront van een openbaar gebouw. Deze compositie van assen en zichten, van stenig versus groen en van massa en ruimte vormde de monumentale ‘backbone’ van Spangen en Tussendijken. De monumentaliteit is geen stijf en op zichzelf staand gegeven, maar gemodelleerd met oog voor het gebruik: een sportveld maakte nadrukkelijk onderdeel uit van de reeks publieke ruimtes. Spangen en Tussendijken zouden via een vaste brug over de Schie met de terreinen van het eveneens in
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
51
aanleg zijnde Beukelsdijk en de Coolpolder verbonden worden. Voor de ontsluiting van ‘Het Nieuwe Westen’ was deze in 1923 geopende brug cruciaal; naast de bestaande brug over de Aelbrechtskolk en een geprojecteerde (smallere) brug in het verlengde van de Hooidrift was deze brug de poort naar het nieuwe stadsdeel. Was de boven beschreven as met een reeks van pleinen en plekken vooral gericht op de wandelaar en bewoner, vanaf de brug ontsprong naar het zuiden het meer op voorzieningen gerichte hoofdwegenstelsel van Tussendijken. Op het in het archief bewaarde ontwerp is een brede straat van 27 meter te zien die uitkomt op een halfrond plein, vanwaar twee hoofdstraten van eveneens 27 meter breed tot de Schiedamseweg leiden. Langs deze routes en op het halfronde plein waren de winkels en wijkvoorzieningen gedacht. De bebouwingsvelden die door het hoofdwegenstelsel ontstaan, zijn onderverdeeld in bouwblokken gescheiden door straten van geringere breedte (15-20 meter). Opvallend is het met bomenrijen en groene hagen ingerichte grote plein net ten noorden van de Schiedamseweg, met woningbouw, een openbaar gebouw en een kerk als omlijsting – het lijkt een voorbode van het latere Grote Visserijplein. In de toelichting is niet terug te lezen dat het plein als marktplein ingericht zou worden, maar dat is goed denkbaar.1
60. Uitbreidingsplan Nieuw Mathenesserpolder uit 1915: niet uitgevoerd.
52
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Tussendijken zou dus drie grote publieke ruimtes krijgen: een (gras) plein als eindpunt van de route naar het kasteel van Sparta, een halfrond winkelplein als schakel in een winkelnetwerk en een groot opgezet beplant (markt)plein net terzijde van de Schiedamseweg. Dit was de ambitie van de gemeente
in het ‘Nieuwe Westen’: met deze nieuwe wijken zou Rotterdam haar imago als slechte woonstad in één klap kwijtraken. Die ambitie werd vervuld, maar kreeg in Tussendijken op een andere manier gestalte dan in Spangen. De grond in Spangen was nagenoeg geheel in gemeente-eigendom, zodat de bebouwing van Spangen heel precies Verhagens ontwerp volgde (zie van ons bureau een cultuurhistorische verkenning over Spangen, januari 2009). In Tussendijken had de Bouwgrond Maatschappij ‘Tusschendijken’ de grond in eigendom, zodat de totstandkoming van het door de gemeente gewenste stadsbeeld een stuk lastiger bleek. Ook door andere factoren, zoals de bouwcrisis tijdens en na de Eerste Wereldoorlog en de rijkssubsidie voor de bouw van vijf gemeentelijke woningblokken van architect Oud is het ontwerp dat Verhagen in 1913 voor Tussendijken maakte op de meeste punten gewijzigd. Het aangepaste ontwerp uit 1915, met een veel rationelere opzet en minder publieke ruimtes is daar al een voorbode van. Een nieuw element ten opzichte van het ontwerp uit 1913 is de Mathenesserweg, in de toelichting van 1915 lezen we: ‘Van het knooppunt, de overbrugging van de Delfshavensche Schie, loopt een hoofdweg, de voornaamste verkeersstraat van het plan, recht op het andere knooppunt, de overweg van de havenspoorweg, aan. (nu Marconiplein) Enerzijds is dit de kortste verbin ding en dus goedkoop, anderzijds wordt de Oude Mathenesserdijk van het doorgaand verkeer in hoofdzaak ontlast, en komt daardoor beter als woonsingel met het aangrenzend grastalud tot zijn recht.’2
Plan Verhagen vs situatie 1940 Bebouwing 1940 Verbindingen in plan Verhagen Bebouwing Verhagen 1915 Groenplan Verhagen 1915 Water 1915 Omgeving 1915
N
Op de kaart op p. 49 (plan Verhagen 1913 versus
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
53
61. Luchtfoto van Spangen, Bospolder en Tussendijken, 1934.
54
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
situatie 1940) en de luchtfoto uit 1934 is goed te zien hoe het oorspronkelijke ontwerp voor Tussendijken werd aangepast aan de praktijk. De drie pleinen vervielen, evenals de monumentale route naar Spangen. De pijlen op de kaart maken duidelijk hoe de verbindingen binnen de wijk maar ook naar de omliggende wijken in het ontwerp uit 1913 veel sterker en talrijker waren. Een echo uit het ontwerp-1913 is de Grote Visserijstraat, die vanaf de Mathenesserbrug een hoofd (winkel)route werd. In 1940 lagen er aan de Schiedamseweg vier grote rechthoekige bouwblokken, daarachter werd de wijk gedomineerd door een reeks van acht bouwblokken die door de Gemeentelijke Woningdienst waren ontwikkeld. De oriëntatie door middel van interne en externe verbindingen en de nadruk op publieke ruimtes die zo sterk sprak uit het ontwerp van Verhagen, maakte plaats voor een wijk met lange straten en één centraal plein, het Grote Visserijplein. Ondanks de meer rationele opzet werd in de openbare ruimte met behulp van beplanting hiërarchie aangebracht, zoals blijkt uit de analyse van de openbare ruimte in 1940. Voor de architectonische uitwerking van de nieuwe Mathenesserweg werd architect Michiel Brinkman in 1921 supervisor – een blijk van gemeentelijke ambities voor het nieuwe stadsdeel en het ontwaken van het belang van ‘publieke stedenbouw’ in de stad. Wat bij de lange brokkelige lijn van de Schiedamseweg niet was gelukt, wilde de gemeente hier anders doen: het nieuwe Rotterdam moest op de doorgaande routes getuigen van een monumentale en ritmische stedelijkheid met op de knooppunten (Mathenesserplein, Marconiplein) beeldbepalende architectuur. Na Brinkman’s overlijden in 1925 nam L.C. van der Vlugt het supervisorschap over. (zie het hoofdstuk
verderop over de Mathenesserweg). Situatie 1940
In een ‘recensie’ in het Rotterdamsch Nieuwsblad uit 1930 wordt onder de titel ‘Waar het particuliere bouwbedrijf weer zegevierde’ teruggeblikt op het bouwproces van Tussendijken. Alle thema’s die in het kader van dit onderzoek relevant zijn, komen langs in dit artikel.
Bebouwing 1940 Groenplan 1940 Water Bomen Tramlijn
N
‘Hoe snel is alles in Rotterdam in de laatste jaren gegaan. Terwijl men enkele jaren geleden nog van de Delfshavensche Schie naar Schiedam kon kijken, bouwt men thans in Tussendijken de laatste hoekjes vol met een paar scholen. Over ‘Tusschendijken’ is indertijd heel wat te doen geweest. Maar ook dit lijkt vergeten. In ‘Tusschendijken’ is de Rotterdamse alcoofwoning herleefd, ondanks het feit dat ze kort te voren in de ban was gedaan voor de slaapkamertjeswoningen. En al er staan er in Tusschendijken nog groote blokken gemeente- en vereenigingswoningen, de particuliere bouwnijverheid heeft er toch het meest toe bijgedragen om deze uitgebreide Rotterdamsche stadsbuurt haar speciaal cachet te geven. Ondertusschen heeft de architectuur hier veel aan de overheidszorg te danken gehad, niet alleen langs de Mathenesserweg, waar eerst de architect M. Brinkman en na diens dood het architectenbureau van Brinkman en Van der Vlugt de gevels heeft ontworpen, doch ook in de andere straten, waar men eveneens meer dan tot dusver was gebeurd, eischen aan de gevelarchitectuur is gaan stellen.’ (…) (…) De straataanleg is in Tusschendijken niet heel gelukkig. (.,.’ ondanks het feit, dat er door de scholen bouwende architecten heel wat romantiek tusschen de stijve woonblokken is te hulp geroepen, gevoelt men
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
55
deze toch als te vreemd aan de omgeving en men bedenkt met eenige verbazing dat er aan wat men wel wooncultuur noemt, toch eigenlijk maar weinig nieuws is ontstaan. Het belangrijkst in dit opzicht zijn vermoedelijk de groote binnentuinterreinen, welke een gunstige verandering zijn tegenover de door schuttingen ingedeelde binnenterreinen elders.’ Tusschendijken wordt in dit artikel neergezet als ‘resultaat der verwikkelde woningpolitiek, waaraan de namen Heykoop en De Meester voorgoed blijven verbonden. ‘Welk een bewogen tijd dat was, kan men zich nauwelijks voorstellen, en toch draagt deze groote woonwijk er in haar geheel het stempel van, zooals Spangen het draagt van de voorafgaande periode van bijna enkel vereenigings- en gemeentebouw.’
^
62.
Uitgiftekaart van de panden in Tussendijken, 1923. Zowel gemeente als particulieren hebben percelen aangekocht en bebouwd. De gemeentelijke woningbouw werd in grote lijnen in een dezelfde stijl ontworpen.
>
63. Bebouwing aan de Taanderstraat in Tussendijken, 1938. De bebouwing is verschillend van elkaar omdat het door particulieren is aangekocht en gebouwd.
>> 64. Bebouwing aan de Grote Visserijstraat, 2008. Verbrokkeld straatbeeld doordat de percelen door verschillende particulieren zijn bebouwd.
56
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Bovenstaand krantenartikel bevat alle thema’s die in dit rapport aan de orde komen en die we met archiefonderzoek konden staven. Geschreven wordt over de ‘niet-gelukkige straataanleg’ waarin de scholen toch voor ‘romantiek’ zorgen – inderdaad bevat Tussendijken in tegenstelling tot Bospolder en Spangen, waar de scholen op binnenterreinen staan, bijzondere scholen die als blikvangers in de wijk fungeren. (zie het thema over scholenbouw) De krant schrijft ook over de moeizame woningpolitiek waarbij de overheid meer regie trachtte te krijgen op de particuliere bouwers en dit via de het uitbreidingsplan en de bouwverordening afdwong. (zie het thema over woningpolitiek) Deze pogingen tot regie zijn prachtig af te lezen aan de honderden stukken uit het archief: al die aanvragen van kleine grondexploitanten en bouwers werden niet alleen getoetst op ‘hygiënische’ aspecten als
woningplattegronden, privaten, riool- en waterleiding, maar ook, en dat was nieuw, op het gevelbeeld, de harmonie met buurpanden en het creëren van beeldbepalende hoeken. In het artikel wordt het welstandstoezicht op de lange lijnen geroemd met als voorbeeld de Mathenesserweg. Hier zien we het gemeentelijk streven naar een publieke stedenbouw gestalte krijgen. Tegelijkertijd maakt de krant ook gewag van de tegenslagen: ondanks het verbod op alkoofwoningen doken ze in Tussendijken toch weer op. In tegenstelling daarmee kent Tussendijken ook één van de grote successen en iconen van de in 1917 opgerichte Gemeentelijke Woningdienst: de blokken van J.J.P. Oud, in aanbouw vanaf 1920, en ook toen al in de pers juichend ontvangen – overigens niet louter vanuit de architectuur, maar vooral vanwege de rust die sprak uit
de gemeenschappelijke binnenterreinen, compleet met tuinschuurtjes en zandbakken. Het snelle bouwproces van Tussendijken (1915-1930) vormde een cruciaal leerproces voor gemeente, marktpartijen en architecten. Van de fouten en successen, processen en strategieën werd lering getrokken in de volgende fase van de Rotterdamse stedenbouw, waarbij veel geroemde wijken als Blijdorp, Dijkzigt en Bergpolder gestalte kregen, en, na 1945, in de grote uitbreidingen van de tuindorpzone op de zuidoever.
Noten 1
GAR, Archief Plaatselijke Werken, ingekomen
stuk 342, 26 jan. 1914: Directeur Gemeentewerken
aan de Commissie voor Plaatselijke Werken,
toelichting op het gewijzigd stratenplan in den Nieuw-
Mathenesserpolder’.
2
GAR, Archief Plaatselijke Werken, ingekomen stuk
3917, 13 november 1915: directeur A.C. Burgdorffer
aan de Commissie voor Plaatselijke Werken.
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
57
<
65. Perspectieftekening van de straatgevels en het binnenterrein van het complex gemeentelijke woningen in Tussendijken, ontwerp J.J.P. Oud.
>
66. Situatietekening van de gemeentelijke volkswoningbouw in
Tussendijken, ontworpen door J.J.P. Oud.
>> 67. Zicht op de straatgevels van de gemeentelijke woningbouw in Tussendijken (links) aan de Rösener Manzstraat, 1924.
3. 1915 - 1940 TUSSENDIJKEN: 1005 woningenplan J.J.P.Oud In Tussendijken is op de hoek Van Duylstraat/Rösener Manzstraat een restant aanwezig van oorspronkelijk acht door J.J.P. Oud in dienst van de gemeente ontworpen woonblokken. Het stedenbouwkundig plan uit 1915 was de grondslag voor de plaatsing van de blokken en de gemeente kocht een groot terrein aan voor de bouw van in totaal 1005 gemeentelijke woningen: ‘De gemeente heeft gisteren haar hectarenhonger gestild. De besluiten tot onteigening en aankoop van plusminus (..) 31 hectaren aan den Schiedamscheweg van de Maatschappij Tusschendijken zijn genomen.’1
58
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Vanaf 1920 werd er gebouwd aan het ontwerp van architect Oud. Blok IX uit Spangen was prototype voor het project. Oud paste een standaardtype toe (het ‘normaaltype’), liet de gevels vlak en accentueerde de hoeken. De essentie van zijn ontwerp was dat de bewoner het idee had in een grote stad te wonen, maar tegelijk de veiligheid van het gesloten bouwblok ervaarde. De individuele woningen zijn ondergeschikt aan het straatbeeld. Architectuurcriticus J.P. Mieras schreef in 1923: ‘Oud’s straatbebebouwing berust op perspectievische werking. Een bouwblok is een eenheid, waarvan de onderdeelen (de woningen) niet behoeven te spreken. Het blok moet spreken, en de straat is de sprekende aaneenrijging der blokken.’2 Bijzonder waren de gemeenschappelijke binnenterreinen, waarvoor Oud zandbakken en schuurtjes ontwierp.
In 1923 waren vijf blokken klaar en werd de bouw, waarschijnlijk vanwege de intrekking van crisisbijdragen van het Rijk, onderbroken. Wat wel gebouwd was was van een ongekende schaal. Het NRC schreef in 1925: ‘In Tussendijken zijn complexen woningen verrezen in den omvang van een dorp, waarvan zeer vele met huurprijzen tot in maximum 5.50.’3 Over het algemeen was er zowel in binnenlandse als buitenlandse pers positief geschreven over het complex. Kunsthistoricus en publicist Karl Scheffler bezocht in 1930 de ‘Riesensiedelung’ van Tussendijken, en prees J.J.P. Oud, die ‘das Gegenwärtige und Zukünftige mit dem Traditionellen’ verbonden had.4 Toch ontstonden er ook andere denkbeelden. Er bleef in de Rotterdamse woningpolitiek een sterke voorkeur bestaan voor
particulier ondernemerschap. Tevens kwam er vanuit financiële en ideologische hoek bezwaar tegen de groei van collectieve voorzieningen in gemeentelijke woningbouw, een belangrijk onderdeel van het concept van Oud. De normalisatie in de volkshuisvesting had al eerder kritiek opgeroepen. In 1920 zette architect M.J. Granpré Molière zich in een lezing af tegen de massaliteit van de moderne woningbouwcomplexen: ‘De normalisatiegedachte […] de volledige reaktie tegenover de zoute idylle van het vrije huisje, ideaal ook tot heden van de volkswoningbouwers, tegenover de verwildering van het revolutiehuis, die visie van een straatbeeld van onbuigzame strakheid, van streng rhytmiese geleding, van de geïndustrialiseerde straat, dit alles duidt op een onwezenlik levensbeeld, op een romantiese herkomst.’5
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
59
^
68. Plattegrond van de bebouwing aan het Grote Visserijplein, 1925. Alle percelen in het blok werden aangevraagd door N.V. Muijs & Hanemaaijer’s bouw- en exploitatie maatschapij.
^^
69. Luchtfoto van Tussendijken, 1934. In rood zijn de bebouwde complexen van de woningen van J.J.P. Oud. De twee meest rechtse blokken buiten het kader zijn niet door Oud ontworpen. Hetzelfde geldt voor de bebouwing aan de noordzijde van het middenblok.
60
>
70. Zicht op de straatgevels van de complexen in Tussendijken ontworpen door J.J.P. Oud, 1924.
>> 71. Het binnenterrein van het complex, bestaand uit collectieve ruimte voor de bovenwoningen en strak vormgegeven privé tuinen voor de grondgebonden woningen. In het collectief gebied bevinden zich een door Oud ontworpen zandbank en tuinschuurtjes. >>> 72. Gevelaanzicht van de naoorlogse aanhechting van het Oudblok aan de Van Duylstraat door architect J. van Bokkum, 1950.
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Na het bombardement bleef er slechts de helft van één bouwblok over. Besloten werd dit te behouden, waarschijnlijk omdat de woningen nog in goede staat verkeerden. Gemeentearchitect J. van Bokkum maakte in 1950 het restant van het bouwblok af. Hij nam de zwarte banden in de plint over, de hoekoplossing en de gevelgeleding. De huidige waarde van het bouwblok zit vooral in de naam van de ontwerper, de ideologie van het oorspronkelijke concept (stedelijke wand versus dorpse binnenterreinen) en de nog bestaande inrichting van het binnenterrein (aanwezigheid door Oud ontworpen zandbak). Het blok is niet te waarderen zonder de naoorlogse aanhechting, die een zelfde precisie en uitstraling heeft, maar in een naoorlogse vormentaal.
Noten 1
NRC 6 februari 1920.
2
J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad
(slot)’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 36,
384.
3
NRC 17 oktober 1925.
4
Karl Scheffler, Holland, 1930.
5
Ir. M.J. Granpré Molière, lezing Rotterdamse
Kring 5 maart 1920, ‘Het woningvraagstuk in
samenhang met de algemene vraagstukken van
deze tijd’.
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
61
3. 1915 - 1940 TUSSENDIJKEN: moderne verkeerscorridor Mathenesserweg Begin jaren â&#x20AC;&#x2122;20 was de bouw van de woonwijken Spangen en Tusschendijken in volle gang, waarop plannen werden gemaakt voor een van de belangrijkste wegen door het gebied: de Mathenesserweg. De Mathenesserbrug die in 1923 gereed kwam (ontworpen door gemeentearchitect M.P.J.H. Klijnen) maakte een snelle verbinding van Schiedam naar de Rotterdamse binnenstad mogelijk. Aan de route Mathenesserlaan, Mathenesserplein, Mathenesserbrug en Mathenesserweg werd het karakter van een moderne verkeerscorridor toegedicht. Vooral de architectuur langs de route moest aan hoge eisen voldoen; het streven van de gemeente was een uniform en voornaam straatbeeld.
62
Architect Michiel Brinkman (1873-1925) had begin jaren twintig een opdracht gekregen om gevelontwerpen voor de Mathenesserlaan te beoordelen en eventueel te corrigeren. In 1921 kreeg hij van het gemeentebestuur een vervolgopdracht voor de 750 meter lange Mathenesserweg.1 Het was het voornemen de architect hier nog meer invloed te geven. Het doel was alle bouwplannen van particuliere ondernemers op elkaar af te stemmen door een samenhang in bouwhoogte, gevelritmiek en materialisatie. Brinkman diende voor alle elf bouwblokken langs de weg gedetailleerde gevelontwerpen te vervaardigen. De plattegronden en woningtypen achter de gevel waren de taak van particuliere bouwers die percelen aan de Mathenesserweg konden kopen. Het is typerend voor deze periode dat de gemeente vooral de nadruk legde
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
op het architectonische beeld, in plaats van zich zorgen te maken over goede woningplattegronden achter de gevel. Voor de andere zijde van de bouwblokken - aan de Korfmakersstraat en Mathenesserstraat, onzichtbaar voor het doorgaand verkeer â&#x20AC;&#x201C; golden dergelijke voorschriften dan ook niet. De architectuur aan de zijstraten - haaks op de Mathenesserweg en wĂŠl zichtbaar - werd wel meegenomen. In 1925 stierf Brinkman en nam L.C. van der Vlugt (1894-1936), de nieuwe compagnon van zijn zoon J.A. Brinkman (1902-1949), de opdracht over. Van der Vlugt kreeg van de bouwondernemers de tekeningen van de plattegronden, waar hij het gevelontwerp voor maakte. Vervolgens werd door Van der Vlugt aan de ondernemer een gratis afdruk van zijn ontwerp verstrekt. Wanneer
de plattegronden totaal niet strookten met de gevelwand die de architect voor ogen had, mocht hij de bouwer wijzigingen opleggen. Ook gaf hij goedkeuring aan materiaalsoort, geveldetails en verfkleur. De bebouwing langs de route werd in jaren 1925-1928 voltooid. Samenhang creĂŤerde Van der Vlugt door een krachtige horizontale geleding, verlevendigd met balkons of erkers. Eenheid werd verkregen door doorlopende bakstenen borstweringen, witgepleisterde vloerbalken en grijze balkonranden en wit gepleisterde overstekken. De gevels zijn opgebouwd uit baksteen, afgewisseld door grijze natuursteen voor plinten en basementen. Speciale aandacht werd besteed aan de hoeken; die geaccentueerd werden door baksteenvlakken, balkons, venster die over de hoeken doorlopen of opengewerkte
hoeken op de bovenste verdieping.2 Vooral aan de uiteinden van de Mathenesserweg werd veel aandacht besteed. De koppen richting de Mathenesserbrug werden volledig ontworpen door het bureau Brinkman en van der Vlugt. De kopgebouwen aan het Marconiplein waren populair: in de archieven zijn voor het huidige Alheneblok verschillende bouwaanvragen gevonden, de meeste werden afgekeurd. Uiteindelijk was er een bouwer die zich wilde schikken naar het gevelontwerp van Van der Vlugt. De architect ontwierp een gevel met een afgeronde hoek met inpandige balkons. De bovenste verdieping lag iets terug.
Noten 1
S.N., â&#x20AC;&#x2DC;Zorg voor uiterlijk van een stadswijk te
Rotterdamâ&#x20AC;&#x2122;, Tijdschrift voor Volkshuisvesting 2 (1921)
7/8, 215-216.
2
Smit, E., Gevels Mathenesserweg 1925-1927
Rotterdam. Het beeld van een geordende stad,
Rotterdam 2001, 6, 7.
<
73.
Momentopname van de bebouwde en uitgegeven gronden in Tussendijken, 1925.
<< 74. Percelen aan de Mathenesserweg, 1920. De gevels van deze blokken werden onder strenge welstandtoetsing vormgegeven door L.C. van der Vlugt.
^
75. De Mathenesserweg gezien vanauit het Marconiplein, 1934.
^^
76. Aansluiting Marconiplein en Mathenesserweg, ca. 1970. Linksvoor de bebouwing van L.C. van der Vlugt.
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
63
^
77. De Spangesekade, 1957. De complexen aan de Schie zijn in 1934 ontworpen door W.Th.H. ten Bosch.
^^
78. Doorsnedes van het complex aan de Mathenesserdijk, 1934. Op maaiveldniveau bevindt zich aan de Schie een bedrijfsruimte, daarboven woningen die ontsloten worden vanaf de Mathenesserdijk.
>
79. Woningen aan de Mathenesserdijk en de Spangese kade in Tussendijken, 2008.
>> 80. Bebouwing aan de zuidzijde van de Mathenesserdijk. Op de begane grond bevinden zich verschillende garages, daarboven zijn er woningen.
64
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
3. 1915 - 1940 TUSSENDIJKEN: rand Mathenesserdijk De smalle strook langs de Schie was van oudsher ingericht met kleine bedrijven en industrie. Met de bouw van de woonwijk Tussendijken werd de strook gesaneerd. Het was echter wel de bedoeling hier de bestemming industrie te houden. Aan de westkant van de dijk verrees een complex van gelijke woningen, met bedrijfsruimte op de begane grond (nu veelal ingericht met garagebedrijfjes). Volgens het uitbreidingsplan Tusschendijken van 1915 was het smalle terrein tussen de Mathenesserdijk en de Spangesekade bestemd voor een lage bebouwing met pakhuisruimte langs het water. Door een geringe belangstelling voor dit soort bedrijfsruimte langs de Delfshavensche
Schie waagden bouwondernemers het risico niet hier te bouwen. Pas in de jaren ’30 veranderde dit. De gemeente besloot de grond te verkopen met het recht op hoge bebouwing, waarop het complex Schiezicht werd gebouwd, in 1934 ontworpen door architect W. Th. H. ten Bosch. Deze architect is vooral bekend geworden met zijn Rotterdamse woningcomplexen: in Blijdorp (oa Statensingel, Van Aerssenlaan), aan de Mathenesserlaan, Rochussenstraat, Dordtschelaan en de buurt Jaffa in Kralingen. Het complex aan de Mathenesserdijk heeft een bijzondere gebouwtypologie. Het heeft twee voorkanten: aan de Mathenesserdijk is het een monumentale straatwand, aan de Schie heeft het een pakhuisuitstraling. Beneden aan de kade kwam een ondergedeelte in beton, dat geheel als pakhuis of garageruimte bestemd was en dat in verschillende
gedeelten kon worden gesplitst of geheel door één bedrijf kon worden gebruikt. Op het niveau van de Mathenesserdijk kwamen woningen. Het dubbele
Noten 1
‘De 52 panden aan de Delfshavensche Schie’, in:
Rotterdamsch Nieuwsblad, 23 mei 1934, p 21.
uitzicht, richting de Schie en de Mathenesserdijk, bleek aantrekkelijk voor kopers.1 De bedrijvigheid langs de Spangesekade en Mathenesserdijk bepaalde van oudsher het karakter van het gebied. Samen met de kade en de laanbeplanting van platanen ontstond een bijzonder stukje stad. Ook al geven de garages nu overlast, het zou aan te bevelen zijn een mix van bedrijvigheid en wonen te behouden.
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
65
^
81. Gemeentelijk scholencomplex op het Bospolderplein, 1920. Deze school is in 1978 gesloopt om plaats te maken voor woningen.
^^
82. De Korf Openbare Montessori Basisschool, door L. de Jonge. Foto 2008.
>
83. Voorbeeldplattegrond en -doorsnede van een bouwblok met scholencomplexen, gepubliceerd in Tijdschrift voor Sociale Hygiëne, 1909.
>> 84. De Eloutschool aan de Zoutziedersstraat, 2008.
66
3. 1915 - 1940 TUSSENDIJKEN: thema scholen van Bospolder en Tussendijken
Bij de scholenbouw werd in Spangen en Bospolder vastgehouden aan de gebruikelijke praktijk van het bouwen van scholen op binnenterreinen. In Rotterdam werd aan deze bouwwijze jarenlang (vanaf ca. 1890 tot 1915) de voorkeur gegeven om verschillende redenen. Gelegen op een binnenterrein, geheel door hoge gebouwen van de straat afgescheiden, kon aan een school de meest rustige ligging gegeven worden. De ligging had als tweede voordeel de geringe kosten, die aan de architectuur van het gebouw besteed hoefde te worden, het stond immers toch niet in het zicht. Tevens waren de gronden goedkoper. Het systeem was
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
echter niet vrij van kritiek. Het Tijdschrift voor Sociale Hygiëne wijdde in 1909 al een artikel aan deze manier van bouwen. Als nadelen werden aangevoerd: niet voldoende lucht- en lichttoetreding, de overbouwde toegangen vormden vaak tochtgaten en van de grote hoogte van sommige schoolgebouwen ondervonden omwonenden last. Ook architect J.J.P. Oud was niet overtuigd: ‘De poortgebouwen [bevatten] de toegangen tot de scholen-complexen, welke ook hier, evenals bij de andere bouwblokken met ruime achterterreinen, op de binnenplaatsen gesitueerd zijn. Gelukkig wordt dit arrangement meer en meer verlaten; rustige ligging der scholen is bij weloverwogen stadsaanleg ook aan de straten te verkrijgen en architectonisch goed verzorgde gebouwen van deze beteekenis zijn te waardevol stedebouwkundig materiaal, dan dat ze aan het uiterlijk
aspect der stad onthouden zouden mogen worden.’1 Spangen en Boschpolder waren een van de laatste wijken met scholen op binnenterreinen. In Tussendijken koos men ervoor de scholen te bouwen op prominente plekken, als belangrijke stedenbouwkundige bouwstenen. Alle openbare scholen in de stad werden ontworpen door de subafdeling Stadsuitbreiding en gebouwen van de Dienst Gemeentewerken (de opdeling in afdelingen komt uit 1912). Bij de oprichting waren er de volgende architecten werkzaam: A.J.Th. Kok, D.B. Logemann, M.J. Granpré Molière en G. Diehl. De samenstelling van deze dienst veranderde regelmatig. Vooral Molière ontwierp veel scholen. Hij was het echter zeer oneens met de bouwwijze in bouwblokken, en vertrok om deze
reden al in 1914 bij de Dienst. Architect Walter Dahlen was zijn opvolger; hij ontwierp in de daaropvolgende jaren een groot aantal scholen in Spangen en Tussendijken. Ook architect A. Van der Steur ontwierp een aantal scholen, onder andere de Montessorischool aan de Jan Kobellstraat. Architect Jos. de Jonge ontwierp in 1930 de Groen van Prinstererschool (gereformeerd lager onderwijs), hoek Rösener Manzstraat en Taandersstraat.
Noten 1
w
3 . T u s s e n d i j k e n Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
67
68
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
<
85. Het Marconiplein richting de Mathenesserweg, 1962. De bebouwing rechts anticipeert een plein dat er nooit kwam. Deze naoorlogse bebouwing was een nieuwe type flat ontworpen door Jos en Leo de Jonge.
4. 1943 - 1970 NAOORLOGSE ENSEMBLE: open stadsconcept in een dichtbebouwd stadsdeel
^
86. Mathenesserweg gezien vanaf het Marconiplein tijdens het vergissings bombardement in Bospolder Tussendijken, 1943.
Bij een geallieerd bombardement op 31 maart 1943 werd niet het beoogde complex van de Kriegsmarine in het Vierhavengebied, maar bij vergissing een deel van de woonwijken Bospolder en Tussendijken getroffen. De verwoesting vond plaats in een 18 hectare groot gebied ter weerszijden van de Schiedamseweg. Totaal werden 769 panden verwoest, met 2661 woningen, 190 winkels, 89 bedrijven, werkplaatsen en pakhuizen, 9 cafés, 3 pensions, 13 rijwielstallingen, 1 Gereformeerde Kerk, 3 scholen en 2 kantoren.
^^
87. Schets van het wederopbouwplan Tussendijken, door de Dienst van Stadsontwikkeling en Wederopbouw te Rotterdam, 1949.
aan een herbouwplan. Het hoofddoel van het plan
was het open gooien van de dichtbebouwde wijken:
Direct na de oorlog werd begonnen met het ontwerpen
‘deze zeer intensief bebouwde wijken vertonen stedebouwkundige gebreken, waaraan door het herbouwplan getracht is enigermate tegemoet te komen’. Een eerste schetsontwerp uit 1947 dat is teruggevonden in de archieven laat een wat traditioneler stedenbouwkundig concept zien. Zes flats van acht bouwlagen staan loodrecht op de Schiedamseweg. Ze vormen vijf intieme hoven die aan de park zijde worden afgesloten door eenlaags bergingen. Langs de Schiedamseweg heeft de bebouwing een verspringende bouwhoogte: twee bouwlagen voor de flats en vier bouwlagen tussen de flats. In plaats van langgerekte bouwblokken staan er langs de Rooseveldtstraat tweelaags blokjes met spaties ertussen. Aan het
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
69
70
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
<
88. Onderzoek naar de dichtheid van de bestaande bebouwing in Spangen, Tussendijken en Bospolder na het bombardement in 1943.
^
89. Schets wederopbouwplan uit 1947 voor Bospolder Tussendijken: niet uitgevoerd.
>
90. Uitgevoerd wederopbouwplan voor Bospolder Tussendijken, 1949
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
71
Grote Visserijplein/park waren alle belangrijke functies geprogrammeerd: een kerk, cultureel centrum, scholen, zwembad, postkantoor en winkels. De hoek van de Mathenesserweg en de Schiedamseweg is nog niet duidelijk vormgegeven: er staan twee losse vierkante volumes in het groen. Het uitgevoerde ontwerp uit 1949 is radicaler, laat een wezenlijk ander ritme van straatwanden zien, en een compleet nieuw groenconcept. De functies die voorheen centraal in de wijk waren geprojecteerd zijn verschoven naar de hoeken en de randen. Het ontwerp van de hoge woonflats en de lage winkelstrook heeft veel weg van het Lijnbaanconcept, dat rond dezelfde tijd in de hoofden van de gemeentelijke ontwerpers ontstond. De architecten van de hoogbouwflats (Denijs, Lucas
72
en Niemeyer) zaten in de Rotterdamse Studiegroep Hoogbouw; dit was de kans om hun ideeën over experimentele hoogbouw in praktijk te brengen. Groenconcept: ‘spoelend groen’ De belangrijkste verbetering, en een die de opzet van het herbouwplan wezenlijk bepaalde, betrof (het ontbreken van) de recreatievoorzieningen in de wijken. Berekend werd dat in Spangen, Tussendijken en Bospolder slechts 9.8 hectare ingericht was met groen: in Spangen was er het Spartaterrein, groenstroken langs de ceintuurbaan en de Mathenesserdijk, in Tussendijken het plantsoen op het Grote Visserijplein en enkele kleinere buurtplantsoentjes en in Bospolder het Bospolderplein. Dit bestaande ‘groen’ beperkte zich tot steriele groenoppervlaktes op de taluds van dijken
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
en decoratieve groentjes op enkele kleine pleinen. Zelfs met een zeer laag gestelde groennorm zouden deze wijken over 28 hectare recreatief en passief groen moeten beschikken. Geconstateerd werd dan ook dat dit deel van de stad, met een zelfde aantal inwoners als de stad Delft, nagenoeg volkomen verstoken was van recreatiemogelijkheden. ‘De niet in cijfers uit te drukken winst aan openheid, aan levensvreugde en aan immateriële genoegens, die het leven in de nieuwe woonwijk ten deel vallen, vergeleken met het karakter van de aaneenrijging van tamelijk sombere woonblokken in het gesloten complex van de gespaard gebleven woonwijken, dient als laatste, maar zeker net de onbelangrijkste motivering van de stedenbouwkundige verbeteringen gezien te worden.’1 In het plan werd gestreefd, met behoud van het stedelijk karakter van
<< 91.
Complex winkels en woningen aan de Schiedamseweg, 1963. De flats zijn ontworpen door bureau De Nijs, Lucas en Niemeijer en de winkel / woningstrook door R.D. van Andel i.s.m. L. de Jonge.
<
92. Woningblokken aan de zuidzijde van de Schiedamseweg door J.P.L. Hendriks, 1953.
>
93. Het nieuwe flat-type aan de Mathenesserweg ontworpen door J. de Jonge en L. de Jonge, 1952.
de Schiedamseweg, een groene ontspanningsruimte op zodanige wijze in de wijken te voegen dat geen rechthoekige enclave midden tussen de woonblokken ontstaat (zoals eerder in de blokken van Oud en in Spangen) maar er een verband is tussen de stedelijke elementen en de vrije ruimte. ‘Door de situering van de hoge woongebouwen en de nieuwe bebouwing voor bijzondere doeleinden ontstaat een nauwe relatie tussen de wijk en de vrije ruimte waarbij tevens gestreefd is naar een zo economisch mogelijk gebruik van de grond’. In de parkruimte werden een aantal kinderspeelterreinen en een schoolsportveld worden ondergebracht (voor de nabijgelegen school aan de Korfmakerstraat). Door het groen tussen de woongebouwen bij het parkgroen te betrekken ontstond een maximum aan recreatieruimte bij een minimale opoffering van bouwrijpe grond. Het groenconcept van het ‘spoelende groen’ verbond visueel en functioneel het collectief en openbaar groen en de vooroorlogse en de naoorlogse bebouwing. Dit groenconcept is nu onherkenbaar door de bouw van de ‘Groosmanblokken’, die de hoven afsluiten.
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
73
NAOORLOGS ENSEMBLE Deze kaart laat zien wat er van het oorspronkelijke Wederopbouwplan uit 1949 is uitgevoerd. Opvallend is dat op het huidige Grote Visserijplan aanvankelijk bebouwing geprojecteerd was (een wijkcentrum en kerk). Dit verklaart waarom het plein geen duidelijke wanden heeft: het was nooit gedacht als plein. Een aantal complexen zijn tijdens de periode van stadsvernieuwing en herstructurering gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw.
74
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Naoorlogs ensemble getekend naoorlogsplan gebouwd naoorlogsplan gesloopt openbaar groen collectief groen N privĂŠ groen plein
<
94. Maquette van het wederopbouwplan voor Tussendijken, 1949.
^
95. Markt op het Grote Visserijplein. Tot 1964 werd de weekmarkt gehouden op de Spanjaardstraat.
Noten 1
GAR, Toelichting bij het Wederopbouwplan
Tussendijken, 1949.
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
75
<
96. Groenontwerp van het Park 1943 en de hoven van de Gijsingflats door Gemeentewerken Rotterdam afdeling plantsoenen, 1959.
^
97. Groenontwerp van de hoven tussen de â&#x20AC;&#x2DC;experimentele galerijflats van Jos en Leo de Jonge, Gemeentewerken Rotterdam afdeling platsoenen 1953.
>
98. De hoven bij de Gijsingflats zijn voor een deel het terrein geworden van de auto.
>>
99. Markt op de Grote Visserijstraat.
>>> 100. Het grasveld van Park 1943 aan de Grote Visserijstraat. >>>>101. Het speelterrein in Park 1943. Deze wordt gebruikt als speelterrein van de scholen om het park en voor de omwonenden, 2008.
76
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
77
ARCHITECTEN Het naoorlogse stedenbouwkundig plan voor Tussendijken is ingevuld door een aantal bekende en minder bekende architecten(bureaus):
1. Bureau De Nijs, Lucas en Niemeijer
3. J.L Hendriks
6. J. van Bokkum
78
2. R.D. van Andel en L. de Jonge
4. J. de Jonge en L. de Jonge
7. N. Sitters.
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
3. J.L. Hendriks
5. L. Voskuyl
8. A. Krijgsman en W. Hamdorff
Bureau Denijs, Lucas en Niemeijer Het hoogbouwproject in Tussendijken was voor het bureau een van de eerste grote opdrachten. Als Bureau Lucas & Niemeijer werd het vooral bekend met winkelcentra (Babylon Den Haag, Zoetermeer, Castricum, Delft), ministeries, een effectencentrum en het IBM-gebouw in Amsterdam Slotervaart. R.D. van Andel Architect, werkzaam in de omgeving Rotterdam. Ontwierp voor de oorlog enkele industriegebouwen o.a. in de Spaanschepolder en de Rotterdamse havens en in 1948 19 eengezinswoningen aan het Westplantsoen te Delft. Werkte voor het ontwerp van de winkelpanden aan de Schiedamseweg samen met architect Leo de Jonge (zie onder). J.P.L Hendriks Architect, werkzaam in Rotterdam. Deed praktijkervaring op bij typische vooroorlogse Rotterdamse architecten als P.G. Buskens en bij het bureau Meischke en Schmidt. Zijn in 1939 opgerichte architectenbureau Hendriks, Van der Sluys & Van den Bosch heeft veel bijgedragen aan de wederopbouw van Rotterdam. Hendriks ontwierp direct na het bombardement enkele noodwinkels, en later een groot aantal winkels, woningen en R.K. kerken. Zijn bekendste wederopbouwwerk is het ontwerp voor het Thalia Theater (1955, hoek Kruiskade/ Lijnbaan).
Jos. en Leo de Jonge Rotterdamse architectenfamilie (vader en zoon), vooral werkzaam in de Rotterdamse wederopbouwtijd. Een groot deel van de ontwerpen waren voor sociale woningbouw en scholen in Rotterdam en Den Haag. In Rotterdam is van het bureau de kweekschool St. Lucia (1955) het bekendst. Het complek galerijwoningen aan de Mathenesserweg is een van de grotere projecten binnen het oeuvre van het bureau.
Wederopbouw architecten 1. Bureau de Nijs, Lucas en Niemeijer 2. 3. 4. 5.
7
8
9
6. J. van Bokkum 7. N. Sitters 8. A. Krijgsman en W. Hamdorff N 9 -21. Onbekend
4 3
19
10 L. Voskuijl Hoofdarchitect van Gemeentewerken Rotterdam. In deze functie was Voskuijl betrokken bij de restauratie van de Laurenstoren. Vrij onbekend oeuvre. Het ontwerp voor het politiekantoor aan de Schiedamseweg is waarschijnlijk een van de grotere projecten voor deze architect. J. van Bokkum Architect bij Gemeentewerken Rotterdam. Naast de aanhechting van het Oud-blok en het ontwerp voor een vakantiepark aan de Schelpweg te Hoek van Holland is er geen werk bekend van deze ontwerper. N. Sitters Onbekend oeuvre. A. Krijgsman en W. Hamdorff Bureau met een zeer kort samenwerkingsverband. W. Hamdorff was een architect die zeer veel landhuizen ontwierp in de omgeving van Laren, Blaricum en Hilversum. Krijgsman was veel werkzaam in Rotterdam (oa woningbouw in Spangen, verbouwing theater Lumière te Rotterdam). Beide architecten werkten tevens aan het woningbouwproject Gartensiedlung Neuss am Rhein te Duitsland in de periode 19491950.
R.D. Andel en L. de Jonge J.P.L. Hendriks J. de Jonge en L. de Jonge L. Voskijl
5 1
11 12 21
13 14 16
6
2
3 13
15 14
19 15
19
20
17 18
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
79
FUNCTIES Deze kaart laat zien welke functies er in het Wederopbouwplan voor Tussendijken werden opgenomen. De nadruk lag op het creĂŤren van een aangename woonwijk voor arbeiders: al was de dichtheid een stuk lager dan in het vooroorlogse plan. De woningen werden geclusterd in hoogbouwblokken om de beoogde openheid te kunnen creĂŤren. In tegenstelling tot de vooroorlogse praktijk van het bouwen in kleinere complexen werd gekozen om de bebouwing in grotere eenheden uit te voeren. Langs de Schiedamseweg was een verplichte winkelbestemming, net als in de Grote Visserijstraat. Het was nadrukkelijk niet de bedoeling de Schiedamseweg het karakter van bijvoorbeeld de Nieuwe Binnenweg te geven: het was uitsluitend bedoeld voor buurtwinkels. Bedrijven (werkplaatsen, stallingen, pakhuizen) konden zich vestigen langs de Blokmakersstraat en de Roosenveldtstraat, waar een expeditiestraat voor de aan- en afvoer van goederen was geprojecteerd. Scholen, bestaand en nieuw, kregen een plaats aan het park. Het Marconiplein was aanvankelijk een stuk groter ontworpen: het klooster en politiekantoor dienden als poortgebouwen.
80
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Functies wonen winkel (plint) bedrijf school kantoor klooster (nu tehuis) voorzieningen opbergruimte expeditiestraat
N
OPENBARE RUIMTE In het naoorlogs plan werd gestreefd, met behoud van het stedelijk karakter van de Schiedamseweg, een groene ontspanningsruimte op zodanige wijze in de wijken te voegen dat geen rechthoekige enclave midden tussen de woonblokken ontstaat (zoals eerder in de blokken van Oud en in Spangen) maar er een verband is tussen de stedelijke elementen en de vrije ruimte. De openbare ruimte in het naoorlogs plan bestaat uit privé, collectief en openbaar groen. Privé zijn de tuinen van een aantal grondgebonden woningen en de groene gebieden van sommige scholen. Collectieve ruimte is het Park 1943. Daar wordt van oudsher een deel van het park gebruikt als speelplaats door de bewoners en de daaromheen liggende scholen. Door het groen tussen de woongebouwen bij het parkgroen te betrekken ontstond een maximum aan recreatieruimte bij een minimale opoffering van bouwrijpe grond. Het groenconcept van het ‘spoelende groen’ verbond visueel en functioneel het collectief en openbaar groen en de vooroorlogse en de naoorlogse bebouwing. Dit groenconcept is nu onherkenbaar door de bebouwing van Groosman en Partners uit de jaren ‘90, die de hoven afsluiten. Het groen in de hoven heeft voor een deel plaats moeten maken voor parkeerplaatsen. Het Grote Visserijplein is een relatief groot plein waarvan de wanden niet echt bedoeld zijn als pleinwanden. Het plein mist het grote gebaar dat de ontwerpers van het naoorlogse plan
Openbare ruimte openbaar plein collectief plein openbaar groen collectief groen privé groen snelverkeer langzaam verkeer parkeren voorkanten achterkanten gesloten plinten
N
voor ogen hadden, maar uiteindelijk niet is uitgevoerd. Een aantal vooroorlogse infrastructurele verbindingen tussen de wijken Bospolder en Tussendijken (ter hoogte van de Korfmakersstraat en Zeilmakersstraat) zijn in het naoorlogse plan verdwenen. De enige direct route tussen beide wijken is de Schippersstraat.
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
81
AANDACHTSGEBIEDEN In het naoorlogs plangebied zijn er een aantal aandachtsgebieden. In gebied 1, bij en om de Gijsingflats, is de oorspronkelijk heldere relatie tussen hoven, flats en park verdwenen, deze zou hergedefinieerd moeten worden. Gebied 2, rond het klooster, de flats van architecten J. en L. de Jonge en de Nicolaasschool, sluit niet voldoende aan op de Mathenesserweg. De gesloten plint van de bergingen draagt niet bij aan de architectonische eenheid van de bebouwing langs de rest van de Mathenesserweg. In gebied 3 strookt de gesloten plint onder deze woningblokken niet met het winkelstraatkarakter dat aan de Schiedamseweg werd nagestreefd. De bebouwing in gebied 4, op het Grote Visserijplein, is nooit gerealiseerd. De bebouwing die nu als pleinwand fungeert is voor deze functie niet ontworpen. Het plein en het Park 1943 vormen geen eenheid. Er zijn vrijwel geen infrastructurele verbindingen tussen Bospolder en Tussendijken.
82
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
Aandachtsgebieden aandachtsgebieden voorkanten achterkanten gesloten plinten
?
gefragmenteerde park ? gemiste wanden gemiste verbindingen zwakke verbindingen
p
2
potentie obstakels
c o
?
? 3
?
1
?
?
?
4
N
^
102. Wederopbouwflats en winkel - woningstrook aan de Schiedamseweg, 2008.
^^
103. Entree van de Gijsingflats aan de parkzijde, 2008.
>
104. Klooster van J.P.L. Hendriks aan de Schiedamseweg, 2008.
4 . N a o o r l o g s
e n s e m b l e
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
83
84
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
< 105. Plannen voor stadsvernieuwing in Bospolder Tussendijken, 1988-1990. Blauw = renovatie, geel = nieuwbouw, groen = woonomgevingsplannen.
^
^^
106. Schets van het principe van de kapopbouw volgens het basisbestek vernieuwbouw, 1982. 107. Schema’s met de principes van een drie-pandsontsluiting voor stadsvernieuwing.
5. 1970 - 2000 STADSVERNIEUWING: van kleine beurt plus tot hoog niveau renovatie
Bospolder Tussendijken is één van de vele wijken in Rotterdam die drastisch zijn aangepakt tijdens de periode van stadsvernieuwing. De aanleiding tot de grootschalige stadsvernieuwing was de slechte staat van voornamelijk negentiende-eeuwse en vroeg twintigste-eeuwse panden. In 1974 werd daartoe een wethouder van stadsvernieuwing aangesteld: J.G. van der Ploeg. In een grote aankoopactie kocht de gemeente rond de 25.000 woningen aan. De woningen waren vrijwel allemaal van een zelfde (laatnegentiende-eeuwse) woningtypologie: de alkoofwoning met voor-, tussen- en achterwoning met een gedeelde opgang en een gedeel-
de zolder. In het Rotterdamse werden verschillende gradaties van stadsvernieuwing ontwikkeld. De ‘Kleine beurt plus’ was een verbeteringspakket waarbij de woning opnieuw geïsoleerd werd en voorzien van CV. Soms werd de oppervlakte van de woningen vergroot door van oorsprong gedeelde zolderverdiepingen bewoonbaar te maken. De ‘Hoog Niveau Renovatie’ was de meest verregaande en betekende interne kaalslag: binnen de casco’s werd een volledig nieuwe woningdifferentiatie gerealiseerd. De wijk Bospolder-Tussendijken behoort tot het zogenaamde ‘tweederings stadsvernieuwingsgebied’ – de eerste ‘ring’ was de oude binnenstad zelf, waarin de eerste gaten beginnen te vallen. Architectenbureau Mecanoo ontwierp midden jaren ’80 in Bospolder Tussendijken op zes locaties stadsvernieu-
5 . S t a d s v e r n i e u w i n g Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
85
^
^^
108. Zes locaties voor stadsvernieuwing in Bospolder Tussendijken door Mecanoo, omstreeks 1985. 109. Stadsvernieuwing door Mecanoo op de kruising Zoutziedersstraat en de Bruijnstraat in Tussendijken, 2008.
86
wing (sloop/nieuwbouw). Bij de projecten werd naar één principe gezocht om stedenbouwkundige op een zestal locaties te kunnen maken. Mecanoo: De stadvernieuwing van het begin van de jaren ‘80 had in onze ogen niets te maken met de waarde van de oude wijken. Die was toen nog niet geëvalueerd. De straat is daarin bijvoorbeeld heel belangrijk. Vandaar de plint die we gemaakt hebben om zo de onderbouw een sterke relatie met de straat te geven. De principeoplossing bestaat uit een gestandaardiseerd middenblok dat kan variëren in lengte. De uiteinden waren steeds verschillend uitgewerkt en konden worden aangepast aan de omgeving. Als woningtypologie werd gekozen voor de gestapelde maisonnette. Hierdoor kan er gewerkt worden met een travee van 4.80 meter (smalle traveemaat, zo beschikken er bijna tweemaal zoveel woningen over een
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
tuin). Aan de achterkant loopt ter plaatse van de tweede verdieping een galerij. De onderste laag heeft haar ingang aan de straat, de bovenste aan de galerij. Afgezien van de poging van Mecanoo, betekende de stadsvernieuwing (Hoog Niveau Renovatie) voor een groot aantal panden in Bospolder en Tussendijken interne kaalslag en vervlakking van het gevelbeeld. Het enige dat nu nog te waarderen valt zijn de gevels, gevelopeningen en het casco. De oorspronkelijke karakteristieken kunnen enkel door verregaande restauratie teruggebracht worden óf als uitgangspunt bij nieuwbouw worden genomen.
BEELD
LITERATUUR
Bonas Archiwijzer: 20, 44.
‘De 52 panden aan de Delfshavensche Schie’, in: Rotterdamsch Nieuwsblad, 23 mei 1934, p 21.
H.A. Voet en H.J.S. Klaassen, Groeten uit Rotterdam-West, Capelle aan den IJssel 1992.
Bouwkundig Weekblad 1950: 72, 94. Bouwkundig Weekblad 1952: 93. Collectie GAR: 1, 5, 14, 15, 16, 19, 22, 23, 24, 26, 28, 29, 30, 33, 36, 37, 38, 39, 45, 47, 60, 62, 66, 68, 73, 74, 75, 78, 87, 88, 89, 90, 96, 97, 105. De Architect December 1987: 108. Eigen Collectie: 6, 11, 13, 21, 49, 50, 54, 55, 56, 58, 64, 79, 80, 82, 84, 85, 91, 92, 98 t/m 104. Grote Historische Topografische Atlas Zuid Holland 1905: 2.
F. Wehrmeijer, Bospolder-Tussendijken uit puin herrezen, Klaaswaal 1993.
M. Halbertsma (red), Interbellum Rotterdam. Kunst en cultuur 1918 – 1940, Rotterdam 2001. ‘Het jubileum van den Schiedamscheweg’, in: Rotterdamsch Nieuwsblad, 21 november 1935, p 13. L. de Klerk, ‘Mooi Werk. Geschiedenis van de Maatschappij voor Volkswoningen Rotterdam 1904-1999, Rotterdam 1999. J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad (slot)’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 36, 384.
KLM Aerocarto: 46. Kluis, archief Groen: 40 t/m 43.
J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke woningbouw in ‘Spangen en ‘Tusschendijken’’, in: Rotterdamsch Jaarboekje, Rotterdam 1924.
Ravesteyn 1948: 7, 12. Rotterdams Jaarboekje 1924: 34, 67, 70, 71.
L.J.C.J. van Ravesteyn, Rotterdam in de twintigste eeuw. De ontwikkeling van de stad voor 1940, Rotterdam 1948.
Stadsvernieuwing Rotterdam 1985: 106, 107. Karl Scheffler, Holland, 1930. Steenhuis 2007: 3, 25, 27, 59, 61, 69. Taverne e.a. 2001: 65.
M. Steenhuis, Stedenbouw in het landschap. Pieter Verhagen 1882-1950, Rotterdam 2007.
Tijdschrift voor Sociale Hygiëne 1909: 83. Van Tijen ea 1941: 17. Voet 1992: 10, 18, 31, 32, 35, 48, 57, 63, 75, 77. Website Dakparkproject Rotterdam: 51, 52. Wehrmeijer 1993: 4, 81, 86, 95.
E. Taverne (red), J.J.P. Oud. 1890-1963 Compleet Werk, Rotterdam 2001. ‘Tusschendijkens voltooiing. Waar het particuliere bouwbedrijf weer zegevierde’, in: Rotterdams Nieuwsblad, 17 juni 1930, p 5. Van Tijen ea, Woonmogelijkheden in het nieuwe Rotterdam, Rotterdam 1941.
L
i
t
a
r
a
t
u
u
r
Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric
87
COLOFON Dit onderzoek werd uitgevoerd door Steenhuis stedenbouw/landschap en Urban Fabric te Schiedam in opdracht van Proper - Stok (Martijn van Veelen), COM Wonen (Guus van de Water). Stedenbouwkundige Bospolder Tussendijken: Geurst en Schulze, Den Haag (Jeroen Geurst en Christiane Wirth). Projectteam: Marinke Steenhuis, Lara Voerman en Johanna van Doorn. Lange Haven 9, 3111 CA Schiedam www.steenhuis-onderzoek.nl www.urbanfabric.nl Š Steenhuis stedenbouw/landschap en Urban Fabric, januari 2009.
88
Bospolder Tussendijken - Rotterdam Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric