Spangen

Page 1

Spangen - Rotterdam cultuurhistorische verkenning Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Spangen 2008 Openbaar groen (plantsoenen) sk Bu

Plein (met bomen en/of speelruimte)

H en tst ue

N

Bebouwing Spangen

at tra ers

t raa

ng

Bo

rd

oo

kN

art Sp

par

rta

at

tra ints

sa

s Tou

ark ap

Spa

PrivĂŠ groen

st Oo

art Sp raat ring st 1ste Sta

traa t atuli s Mult

at

in

ple ing

ee tra tss

Da C osta stra at

Bre

e

ad

dero des

k se

traa t

ge an Sp

lein

tp ste ne

sB

r Sta

nss

straat

la co

yge Hu

aat str

er t Brederode

Ni

raa t

Ge

aat lstr

rst

at

stra

rta

Spa

ge

he

h orn Co

Vis c

n ge an

er

Sp

em

ie Sp

in

est rk W

u elt ste

apa

Ka Ro

raat

at

tra

2de Staringst

Bilderdijks

eg isw

ll Wa

Vosmaerstraat

traat

at

tra

ns

lke

Ba

Ho ple

oft in

Mathenesserdijk

Wo lffs tra at tje

k rd ij sse en e Ma th

t raa

Be

sst

der

at

t raa

nst

at

stra

ser

nes

the Ma

tra

aat str

rss

urs

ma

B lem Wil t raa lzst

e euk

H Van

de

Me

aep

at at stra aren

n Taa

Van

Sch

stra

dijk

t traa

aat nstr

eke

eps

nge aat nstr

yke

Lu Jan

tzie

u Zo

je D

Aag n Len Van

r La

Piete

Spaansebocht

. P.C

Bellamystr aat

t traa

ters

ie Potg

Dir t raa

est

arn

kD

2

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Inhoud Inleiding De Rotterdamse volkshuisvesting uit ‘de put’: Innovatie en experiment in de woonwijk Spangen, 1913-2009

4

Architectonische waardering

88

Noten

90

Aanbevelingen

14

Beeld & Literatuur

92

Varianten voor Spangen

18

Colofon

94

De opzet van Spangen

20

Inrichting openbare ruimte

26

Karakteristieken

32

Ensembles 1. Huygensstraat -P. C. Hooftplein: de foyer van Spangen 2. Spartastadion en omgeving: het beeldmerk van Spangen 3. Van Lennepstraat -Spartastraat -Nicolaas Beetsstraat: tertiaire ringweg 4. Coornhertstraat -Brederodestraat -Spiegelstraat: stadsvernieuwing ‘nieuwe stijl’ 5. Bilderdijkstraat -Da Costastraat: wijkstructuur van de tweede orde 6. Betje Wolffstraat -Bellamystraat -Aagje Dekenstraat: 33 woningtypen in één complex 7. Multatulistraat -Eerste en Tweede Staringstraat -Vosmaerstraat: toneel van de stadsvernieuwing 8. Mathenesserdijk onderdijks -Rhijnvis Feithstraat: visitekaartje versus uithoek 9. Spaansebocht -Bilderdijkstraat -Van Lennepstraat: gemeentelijke woningbouw van J.J.P. Oud en pleingevels van Meischke en Schmidt 10. Toussaintstraat -Borgerstraat -Busken Huetstraat: een monumentaal bouwblok met scholen en tóch een stukje alkoofwoningen in Spangen 11. Justus van Effenstraat en Pieter Langendijkstraat: het hoekje voor het experiment 12. Spangensekade -Genestetplein -Nicolaas Beetsstraat: nieuwe blokken langs de Schie door Mecanoo 13. Wallisstraat -Balkenstraat: het terrein van houthandel van de Wetering, pas vanaf 1930 bebouwd 14. Mathenesserdijk bovendijks: een verzameling objecten 15. Mathenesserweg: moderne verkeerscorridor

38 40 45 47 49 51

Kaarten Huidige situatie Spangen Plan Verhagen vs situatie 1940 Situatie 1940 vs huidige situatie Infrastructuur Doorsnede AA’ Doorsnede BB’ Verkaveling Spangen Spangen 1940 Openbare ruimte Bouwfases Architecten Ensembles Architectonische waardering

2 8 9 21 22 24 26 28 30 36 37 38 88

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

53 55 59 61 67 69

75 77 79 83

I

n

h

o

u

d

3


‘Elk Spangens schoolkind kan u zeggen, dat Spangen de naam is van de merkwaardige polderwoonwijk, die met zijn omlijsting door de Mathenesserdijk en de kwart-cirkel van de Havenspoorweg geheel geisoleerd ligt in het stadslichaam en met zijn holle wegen en trappen aan de hoeken en overgangen, ook door het eigen cachet van zijn harmonische bebouwing en zijn stijlvol-ingedeelde plattegrond, onmiddellijk aan iedereen opvalt, zelfs aan den beschouwer van een stadsplan.’ L.J. Rogier, Overzicht der geschiedenis van het katholicisme in Spangen (1936), p. 5.

4

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Inleiding

De Rotterdamse volkshuisvesting uit ‘de put’: Innovatie en experiment in de woonwijk Spangen, 1913-2009

1. Spangen heette in de volksmond ‘de Put’ omdat de grond niet opgehoogd was. Op deze foto uit 1914 is te zien hoe de contouren van de bouwblokken zijn aangegeven. Op de achtergrond landelijke bebouwing langs de Delfshavense Schie en de spoorbrug over de Schie

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

I

n

l

e

i

d

i

n

g

5


Inleiding Spangen is een monumentale Rotterdamse stadswijk met forse bouwblokken, die toeristen weten te vinden vanwege de architectuuriconen Justus van Effen en de woningbouw van J.J.P. Oud. Spangen is hip, een kwalificatie die in Rotterdam betekent dat er in cultureel en sociaal opzicht een gevarieerde bevolking woont. Franse drugstoeristen, dichtgespijkerde panden en overlast: het lijkt voorbij. De wijk zit in de lift na een aantal succesvolle sociale en fysieke ingrepen de afgelopen jaren. Er komt een spectaculair dakpark op het voormalig rangeerterrein langs de Keileweg, creatieve hoogopgeleiden wonen in het Wallisblok, het Justus van Effencomplex wordt gerenoveerd en er is gestudeerd op de verbinding met de Van Nelle creative factory. Onder de naam ‘De nieuwe buren’ of ‘De Blauwe Vos’ worden appartementen samengevoegd of casco opgeleverd, terwijl langs de Schieoevers grote nieuwe appartementenblokken zijn en worden gebouwd. Naast alle voortgang moet er ook nog veel gebeuren, reden waarom de Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam, deelgemeente Delfshaven en Woonstad Rotterdam samen optrekken bij de ontwikkeling van een Masterplan. Eén van de onderzoeken die zij lieten uitvoeren is deze cultuurhistorische analyse. Wat is de ontwikkelingsgeschiedenis van Spangen en wat maakt Spangen karakteristiek? Hoe groot is de spankracht van de stedenbouwkundige structuur en hoe waardevol zijn de bouwblokken? De wijk werd ontwikkeld en gebouwd vanaf 1913, een periode in de Rotterdamse stedenbouw die onderbelicht is gebleven. Gelijktijdig met dit onderzoek naar Spangen werkte

6

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap aan een cultuurhistorische analyse van Bospolder/ Tussendijken, in opdracht van COM Wonen en ProperStok. Zo kan de ontwikkelingsgeschiedenis en waarde van deze wijken in het ‘nieuwe westen’ van 1930 afgezet worden tegen de transformatieplannen van vandaag.

Planmatige woningbouw De Woningwet van 1901 verplichtte gemeenten groter dan 10.000 inwoners een uitbreidingsplan op te stellen. Onder directeur van Plaatselijke Werken G.J. de Jongh werd in 1903 een plan gemaakt waarbij Spangen als een van de woningbouwlocaties was aangewezen (naast o.a. Tussendijken, Blijdorp en Crooswijk). Na een experimentele fase in Crooswijk werd in Spangen de eerste planmatige woningbouw op grote schaal gerealiseerd. Spangen was een bij uitstek ‘rode wijk’ waar voornamelijk beter gesitueerde en redelijk geschoolde arbeiders woonden. Mensen met banen bij de spoorwegen, politie, havendouane, andere gemeentediensten en stadhuis vormden de kern van de oudste bevolking van Spangen. In de loop van de jaren twintig, toen meer en meer woningen werden opgeleverd, kwamen er nieuwe bewoners uit de oude stadskern, die waarschijnlijk meer tot de armere, ongeschoolde arbeidersbevolking behoorden en onder meer afkomstig waren uit de toen afgebroken delen oudere bebouwing bij de Westzeedijk. Voor het eerst in Rotterdam was een uitbreidingsplan daadwerkelijk de waarborg voor de realisatie van sociale woningbouw op grote schaal. Dit betekende een radicale breuk met de exploitatiepraktijk tot dan toe. Niet langer konden bouwexploitanten met de gemeente onderhandelen over het type te realiseren bebouwing, met een verbrokkeld

2. Stadsplattegrond 1900. Een nog onbebouwde polder, begrensd door de Mathenesserdijk.

3. Topografische kaart van 1905: de havenspoorlijn en de elektrische tram over de (latere) Schiedamse weg vormen nieuwe structurerende lijnen in het gebied.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


4. Ontwerp van de woonwijk Spangen door Plaatselijke Werken (ir. P. Verhagen), 1915. Grondslag van uitvoering.

stadsbeeld als gevolg, maar lagen de contouren en voorwaarden van tevoren vast. De stedelijke woonblokken, waarin tientallen tot honderden woningen als een complex door één architect werden vormgegeven, vormde de module waarmee de wijk werden opgebouwd. Dat dit een andere organisatie vergde dan voorheen, begreep ook de Gezondheidscommissie (naast de Schoonheidscommissie één van de toetsende organen), toen ze in haar jaarverslag over 1916 schreef: ‘Zullen de denkbeelden die de ontwerper in zijn uitbreidingsplan heeft neergelegd, verwezenlijkt worden, dan behoort het Grondbedrijf te worden gevoerd onder dezelfde leiding waaronder deze ontwerper werkt.’ Deze gedachte werd werkelijkheid met de oprichting van de Gemeentelijke Woningdienst in 1917, die los van de particuliere woningmarkt volkshuisvestingsprojecten ging ontwikkelen. Dankzij de oprichting van de Woningdienst konden architecten als Oud, Brinkman, Buskens, Kruithof en Meischke en Schmidt grote woningbouwprojecten in Spangen realiseren.

Woninginspectrices

5. Topkaart 1920, Spangen in aanbouw.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Recent heeft staatssecretaris Bussemaker aangekondigd dat de wijkverpleegkundige terug komt in de wijken. In Spangen werkten vergelijkbare dames om de bewoning van de nieuwe gemeentelijke bouwblokken in goede banen te leiden: de woninginspectrices. Zij beslisten wie er in aanmerking kwam voor een woning en legden onaangekondigde huisbezoeken af bij ‘gezinnen met slechte woonzeden.’ In de woning werd gekeken naar de reinheid van het beddengoed, de inrichting van de keuken en de gezondheid en kleding van de kinderen. De Woningstichting bemiddelde bij de aankoop van nieuw beddengoed, wanneer het oude

ter verdelging van ongedierte moest worden verbrand. Voor de ernstigste gevallen had de G.G.D. enige woningen van de Woningstichting als quarantainewoningen gehuurd, waar bewoners tijdelijk verbleven totdat zijzelf en hun huis weer zuiver waren. De was mocht alleen op maandag en dinsdag buiten gehangen en het trappenhuis moest twee keer per week worden schoongemaakt. Als het gezin van de huurder te groot voor de woning dreigde te worden, wees de inspectrice daarop en bemiddelde bij het vinden van een beter passende woning. De woninginspectrices hielden nauw contact met de huisartsen en het buurthuiswerk, zodat de bewoners waren omringd door een betrokken team van hulpverleners. Dit was nieuw in Rotterdam, en had zijn oorsprong in discussies die de gemeenteraad voerde in 1913.

Raadsdebatten over de volkshuisvesting, 1913 In mei 1913 had de gemeenteraad net een half jaar van hevige debatten over de vraagstukken van stadsuitbreiding en volkshuisvesting achter de rug. De teneur was somber: iedere maand kwamen er, gelokt door het werk in de havens, zo’n duizend nieuwe inwoners bij. De stad puilde uit. Er waren veel te weinig woningen voor de nieuwkomers, waardoor gezinnen opeengepakt in kleine donkere kamers woonden. De gemeente had nauwelijks eigen grond in bezit om te gaan bouwen, terwijl particuliere bouwondernemers niet genegen waren huizen te bouwen voor de lagere inkomensgroepen. Verschillende raadsleden maakten zich zorgen over de toekomstige gedaante van de stad. ‘Ik durf te zeggen’, aldus het (eerste) sociaal-democratische raadslid Hendrik Spiekman, ‘dat er in heel de wereld geen leelijker, afschuwelij-

I

n

l

e

i

d

i

n

g

7


ker dingen zijn – het wordt echter tegenwoordig wat beter – dan wat men 30, 40 of 50 jaar terug heeft gebouwd als de zoogenaamde voorsteden. (…) Zooals men daar de straten heeft aangelegd en de huizen tegen elkander heeft aangeplakt, is dat zóó monotoon en zóó ellendig éénvormig, als men slechts denken kan. Alles wat leven kan brengen, wordt daar gemist.’ De demografische explosie moest door het Stadstimmerhuis in goede banen geleid worden. Door jarenlange vrijwel eenzijdige concentratie op het havenbelang was echter op het terrein van huisvestingsbeleid, zowel wat beschikbare kennis als beschikbare grond voor uitbreiding betrof, een forse achterstand ontstaan. Stadshistoricus en notaris L.J.C.J. van Ravesteijn haalt de arts Minderop aan, die mopperde dat men in Rotterdam niets betekende als men geen stoomschip was. Tot in de eerste jaren van de twintigste eeuw verrezen in Rotterdam her en der plukjes bebouwing, zonder algemeen plan of stramien, gerealiseerd door particuliere exploitanten. Het door de directeur van de Dienst Plaatselijke Werken De Jongh in 1903 gepresenteerde uitbreidingsplan werd in 1906 gedeeltelijk goedgekeurd. Veel realiteitsgehalte en uitvoeringskansen heeft het nooit gehad. Dat kwam met name doordat de gronden waarop de gemeente het uitbreidingsplan geprojecteerd had, niet haar eigendom waren. De grond moest dus aangekocht worden van particuliere grondeigenaren, die daar veel geld voor vroegen.

Ontwerp Verhagen 1915 vs situatie 1940 Bebouwing 1940 Bebouwing Verhagen 1915 Bospolder en Delfshaven Groenplan Verhagen 1915 Water 1915 Omgeving 1915

N

Besluit tot bebouwen van de Spangense polder De gronden in de Spangense polder waren wèl in gemeente-eigendom. Eind 1913, werd op voorstel van de in 1910 aangetreden nieu-

8

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Situatie 1940 vs situatie 2008 Bebouwing 2008 Bebouwing 1940 Groenplan 1940 (gazon en boomgroepen) N Water

we directeur A.C. Burgdorffer in de Raad besloten om over te gaan tot bebouwing van dit gebied, ‘een oord dat nog volkomen geïsoleerd en ongeveer een kilometer uit de naaste bebouwing ligt.’ Burgdorffer had in 1912 een dik rapport over de volkshuisvesting uitgebracht. Kern van het rapport was gemeentelijke interventie, en dus financiering, van volkswoningbouw, te beginnen in Crooswijk en Spangen. De raadsleden toonden zich gematigd enthousiast, maar waren, zoals te verwachten, huiverig voor de ‘hoge jaarlijks wederkerende uitgaven die het gevolg zouden zijn van het stichten van eenvoudige woningen op de schaal door de directeur aangegeven’. Het uitbreidingsplan van directeur G.J. de Jongh uit 1906 werd als ontwerp verlaten. Burgdorffer had in 1913 een specialist in stadsuitbreiding aangenomen: Ir. Pieter Verhagen. Hij was verantwoordelijk voor het ontwerp van meer dan tien Rotterdamse stadswijken waaronder Spangen en Tussendijken.

Geïsoleerde ligging De terreinen voor de toekomstige uitbreidingswijk Spangen lagen ingeklemd tussen een aantal infrastructurele barrières: aan de westkant lag de Delfshavense Schie, de hoge Mathenesserdijk vormde de zuidelijke grens, terwijl de op een dijk gelegen havenspoorweg het gebied in het oosten en noorden afsloot. De lage ligging van de polder binnen deze omgrenzingen maakte dat de terreinen in Spangen een enigszins geïsoleerde indruk maakten, wat nog versterkt werd door de landelijke omgeving en het ontbreken – tot 1923 – van een brug voor personenverkeer over de Delfshavense Schie. Om de realisatiekosten van de woningen zo

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

I

n

l

e

i

d

i

n

g

9


laag mogelijk te houden, werd besloten de grond in de polder Spangen niet op te hogen. Ophoging was funderingstechnisch niet nodig, het duurde na ophoging nog minstens vijf jaar voordat er, na opdroging en inklinking, gebouwd zou kunnen worden. Het gevolg was dat de woonwijk Spangen als een polder moest worden drooggemalen. Dit gebeurde met behulp van een elektrisch gemaal, terwijl het water tijdelijk kon worden opgevangen in een bergboezem. De burgerij had het idee dat Spangen een ‘minderwaardige’ wijk zou worden, omdat de grond niet werd opgehoogd. Wethouder De Jongh overtuigde de voorstanders van ophogen in de Raad met maarliefst negen argumenten tegen ophoging. Aldus wordt besloten, maar Spangen is in de volksmond altijd ‘de Put’ blijven heten. Voor de opspuiting van de straten werd achter de Keilehaven een zuiger gelegd die de natte specie via buizen naar Spangen pompte. Zo hoefde men niet met zandbakken naar de Delfshavense Schie te varen en kon het werk sneller en goedkoper uitgevoerd worden dan bij aanvoer van droog zand. Voor de aanvoer van het zand en de afvoer van het perswater (dat vrijkomt bij opspuiting) moesten nabij het kruispunt van havenspoorweg en de Mathenesserdijk twee buizen en enkele kabels door de dijk van het Hoogheemraadschap van Schieland worden gelegd. In totaal ging het om ruim 200.000 kubieke meter zand.

Stedenbouwkundig ontwerp Het stedenbouwkundig ontwerp van Verhagen voorzag in een strenge regie van de uitgifte van de bouwblokken en de architectonische kwaliteit. In Spangen, waar duizenden etagewoningen gebouwd gingen worden, maakte Verhagen zo veel mogelijk gebruik van aanwezige landschappelijke elementen

10

Spangen-Rotterdam

die hij als plantsoen vormgaf. De bergboezem liet hij als singel uitvoeren en beplanten, terwijl de hoge Mathenesserdijk met het steile talud en boombeplanting als woonsingel met aangrenzend grastalud gehandhaafd bleef. Aan de voet van de dijk projecteerde Verhagen een groot plein dat uitmondde in een monumentale route naar het clubgebouw van Sparta. Vanaf het plein voerden diagonale straten naar de verschillende woonbuurten, elk voorzien van scholen en speelvelden. De bouwblokken van Spangen verankerde Verhagen in een wijk met een duidelijk ruimtelijk stelsel van dragers en een gedetailleerd ontworpen openbare ruimte. De regels voor het bouwen, zoals rooilijnen, nokhoogtes, de lengte van de bouwblokken en de situering van winkels legde hij vast in bebouwingsvoorschriften. Zo ontstond een handboek dat de architecten van de bouwblokken als programma van eisen moesten gebruiken bij het ontwerpen van hun gebouwen. De Woningdienst had de regie in handen; directeur Plate hield de integrale controle op de uitgifte van gronden en de keuze van architecten. Het bouwblok als onderdeel van de stedenbouwkundige blokkendoos is in Spangen voor het eerst in relatie gebracht met de esthetiek van de grootschalige volkswoningbouw.

Sleutelbegrippen

Sleutelbegrippen in Spangen zijn hiërarchie, oriëntatie en monumentaliteit. Het stelsel van openbare ruimtes is hiërarchisch georganiseerd: vanaf de foyer van het P.C. Hooftplein (met monumentale kopgebouwen), via de hoofdas van de Huygensstraat naar de secundaire routes Bilderdijk – en da Costastraat en de tertiaire ringweg Van Lennepstraat-Spartastraat-Nicolaas Beetsstraat. Via deze vier openbare ruimtes is de wijk te ‘lezen’ en zijn de buurtjes te bereiken (zie

^ 6. De Commissie voor de Plaatselijke Werken met de hoofdambtenaren van de Dienst Plaatselijke Werken, 1913. Burgdorffer derde van links, Verhagen vijfde van links (staand). > 7. Blokuitgiftekaart Spangen, 1914. Niet langer konden exploitanten een paar percelen bebouwen, maar werd de regie door de Dienst Stadsuitbreiding en de Woningdienst gevoerd. Geel/oranje: grond voor goedkope woningbouw door woningbouwverenigingen, rood: grond voor goedkope woningbouw voor particulieren, roze: gemeentelijk woningbouw.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


hoofdstuk Openbare ruimte en de kaarten op p.21 en p.28) De inrichting van de openbare ruimte is vanaf de randen naar het hart van de wijk ontworpen als een gradiënt van een natuurlijke aanleg (talud Mathenesserdijk en Spaanse bocht) naar een meer gecultiveerde aanleg van straten en buurtpleintjes. De monumentaliteit zit ‘m in een nieuwe aanpak waarin niet langer het individuele pand, maar het bouwblok en de straatwand de modules waren waaruit de stad werd gemaakt. Daarbij werd bijzondere aandacht besteed aan de geleding van gevels en het detailleren van toegangspartijen, hoeken, schoorstenen ed. Spangen is in de contemporaine vakartikelen geroemd als toonbeeld van de ‘Rotterdamse schoolarchitectuur.’ Interessant aan het beleid van de gemeente en Woningdienst was niet alleen de ambitie om het bouwblok als basismodule voor de stadsopbouw te gebruiken, maar ook om ensembles van meerdere bouwblokken bij elkaar in architectuurtaal te laten harmoniëren. Zo ontstonden in Spangen coherente ‘buurtjes’.

Stadsvernieuwing Spangen is één van de wijken in Rotterdam die drastisch is aangepakt tijdens de periode van stadsvernieuwing. In Rotterdam werden verschillende gradaties van stadsvernieuwing ontwikkeld. De ‘Kleine beurt plus’ was een verbeteringspakket waarbij de woning opnieuw geïsoleerd werd en voorzien van CV. Soms werd de oppervlakte van de woningen vergroot door van oorsprong gedeelde zolderverdiepingen bewoonbaar te maken. De ‘Hoog Niveau Renovatie’ was de meest verregaande en betekende interne kaalslag: binnen de casco’s werd een volledig nieuwe woningdifferentiatie gerealiseerd. De

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

I

n

l

e

i

d

i

n

g

11


stadsvernieuwing startte in Spangen in 1982. Als uitgangspunten werden geformuleerd het handhaven van de in 1913 ontworpen stedenbouwkundige structuur, het op grote schaal toepassen van Hoog Niveau Renovaties van het gemeentelijke woningbestand en de mogelijk om een extra bouwlaag aan te brengen, mits de stedenbouwkundige situatie dat toelaat (er werd echter niet aangegeven in welke straten dit dan het geval is). Administratieve (bezits) overwegingen waren bepalend voor de omvang van een renovatieproject. Vaak werd besloten per bouwblok te renoveren, zonder rekening te houden met het feit dat het overgrote deel van de Spangense bouwblokken bestaat uit coherente compositie van gevelwanden. De stadsvernieuwing had grote gevolgen voor het homogene straatbeeld van Spangen, dat valt of staat met de ritmische geleding en perspectivische werking van de gevelwanden. Zo kon een straat met een prettige, uniforme uitstraling ineens onlogisch aandoen doordat de ene gevelwand een extra verdieping of balkons kreeg, terwijl dat bij de andere ontbrak (bijvoorbeeld in de Vosmaer-, Bilderdijk- en Da Costastraat). Ten behoeve van de actuele initiatieven in Spangen komen al deze fasen in de ontwikkelingsgeschiedenis van de wijk in deze studie aan bod. De hoofdmoot van dit rapport bestaat uit de beschrijving en waardering van vijftien ensembles die samen Spangen maken: buurtjes of straatwanden die in een onderlinge samenhang zijn ontworpen. Per ensemble zijn aanbevelingen opgenomen alsmede een bouwdossier met de in het archief aangetroffen bouwtekeningen. In een architectenkaart, een openbare ruimtekaart, een bouwfasekaart en een waarderingskaart zijn onze bevindingen en conclusies vastgelegd.

12

Spangen-Rotterdam

^ 8. Blokuitgiftekaart, Spangen 1918. De te bouwen volkswoningen door verschillende architectenbureaus. Rood: GranprÊ Molière en Verhagen, geel: Buskens, groen: Meischke en Schmidt, paars: Brinkman, bruin: van Wijngaarden, rood gearceerd: de gemeentelijke woningbouw door gemeentelijk architect J.J.P. Oud en D.B. Logemann.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


9. Stadsuitbreidingen ontworpen door Verhagen in dienst van de gemeente Rotterdam, 1916. Spangen is ĂŠĂŠn van de tien stadswijken.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

I

n

l

e

i

d

i

n

g

13


In het onderzoek kwamen een aantal actuele kwesties en vragen naar voren waar specifieke aanbevelingen voor gemaakt zijn. Het gaat hier bijvoorbeeld over de inrichting van de openbare ruimte, de waarde van de Staringbuurt en het zogenaamde Alhenablok. Op dit blad zijn de aanbevelingen per hoofdstuk verzameld. De nummers verwijzen naar de betreffende hoofdstukken en zijn tevens aan het einde van elk hoofdstuk te zien.

Algemene aanbevelingen Spangen Het Spangense karakter wordt gevormd door de samenhang tussen vijf elementen: de verkaveling van de wijk, de openbare ruimte, de ensembles (composities van wanden in straten en buurten), de typologieën van de gebouwen en de architectonische karakteristieken hiervan. Deze samenhang is bepalend voor de spankracht van Spangen. Een begrip dat houvast geeft bij de inrichting van de openbare ruimte, is de gradiënt. De wijk wordt ingekaderd door twee meer ‘natuurlijk’ ingerichte openbare ruimtes (de Mathenesserdijk, en de tot singel omgevormde bergboezem). In de wijk is de openbare ruimte ‘cultuurlijk’ van aard (pleinen, plantsoenen). De ensembles zijn zorgvuldig ontworpen, waarbij de verbinding tussen openbare ruimte en gebouwen sterk is. Belangrijk is om op te merken dat anders dan in andere wijken, zoals Bospolder en Tussendijken, de gebouwen niet pandsgewijs maar per blok en zelfs als ensembles per straat of per buurt zijn ontworpen. De architectonische karakteristieken (vormgeving van hoeken, risalieten, daken, entreepartijen en materialen) versterken de Spangense stijl. De verkaveling dient behouden te blijven

14

Spangen-Rotterdam

bij de introductie van een nieuwe laag in de wijk. Daarnaast is het belangrijk om de ensembles te behouden en te versterken. Goede afspraken tussen eigenaren in de ensembles zijn noodzakelijk, om de zuiverheid van de ensembles te waarborgen. Het is mogelijk een nieuwe laag met nieuwe typologieën toe te voegen, met als voorwaarden het behoud van de verkaveling, de samenstelling van de ensembles en het meenemen van de architectonische karakteristieken.

0. Openbare ruimte De aanbeveling voor de inrichting van de openbare ruimte is overeenkomstig het Masterplan: breng de hiërarchie terug in de openbare ruimte. De historische situatie zou uitgangspunt kunnen zijn voor herinrichting. Dit betekent: ga uit van een gradiënt van natuurlijk (randen) naar cultuurlijk (buurtpleintjes) en breng ordening en oriëntatie aan door middel van beplanting. Dat betekent een dubbele bomenrij in de secundaire straten (Bilderdijkstraat en Da Costastraat) en het tertiaire ringwegsysteem (Van Lennepstraat en Nicolaas Beetsstraat). Op de buurtplantsoenen is een meer gecultiveerde inrichting mogelijk. Het terugbrengen van een aantal historische karakteristieken in de openbare ruimte (afgeronde hoeken van de trottoirs, klinkerbestrating van de rijweg en de trottoirs, parkeerstroken in een afwijkende kleur klinker) zal bijdragen aan een eigen Spangense identiteit. Ook de keuze voor speeltoestellen, straatmeubilair, parkeergarage-uitgang en lantaarns zou deel moeten uitmaken van dezelfde ‘familie’. Zie voor een nadere typering het karakteristiekenblad van de ‘Spangense stijl’.

1. Huygenstraat - P.C. Hooftplein Het P.C. Hooftplein had een bijzondere kwaliteit als verblijfsruimte en centrale ontmoetingsplek. Van symbolische as is de foyer van Spangen verworden tot verkeersas. Het is aan te bevelen de huidige functie van verkeersplein te veranderen in die van verblijfsruimte. Daartoe zouden zowel tram- als autoverkeer weer ter weerszijden van het plein (schuin over het talud van de Mathenesserdijk) Spangen in kunnen lopen. Het Spiekmanmonument is door architect Berlage ontworpen specifiek voor de plek aan de voet van de Mathenesserdijk, in de as van het kasteel. Het monument staat symbool voor de veranderingen in de Rotterdamse woningbouwpolitiek en de inspanningen van het sociaal-democratische raadslid Spiekman. Het bouwwerk verdient een betere plek dan de huidige. Dan wordt het ook mogelijk na te denken over herstel van het oorspronkelijke formaat (dmv restauratie of een moderne toevoeging). De crux van de foyer van Spangen is het grote gebaar, maar ook de detaillering. Dit komt tot uiting in de kopgebouwen van Meischke en Schmidt (behalve het pand dat is gesloopt en vervangen door nieuwbouw). Zet daarom in op restauratie van deze gevels als visitekaartje van Spangen, inclusief het terugbrengen van de tuinen aan het P.C. Hooftplein. Ze vormen de entree van de wijk en verdienen het om zorgvuldig gerestaureerd te worden, breng de houten kozijnen, roedeverdeling en dakhellingen terug. Uiteraard gaat het daarbij om het gevelbeeld, niet om de plattegronden.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Architectonische waardering

Aanbevelingen

Rijksmonument Toekomstig gemeentelijk monument Beeldbepalend Beeldondersteunend N Indifferent Detonerend

Voor een toelichting op de legenda zie p. 88. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

A a n b e v e l i n g e n

15


2. Spartastadion en omgeving Een recreatieve functie was vanaf het begin onderdeel van de opzet van Spangen. Het sportcomplex heeft waarde, niet alleen ruimtelijk (als einde van de hoofdas), maar ook sociaal (het complex bediende het gehele westelijk stadsdeel en is nog steeds het belangrijkste beeldmerk van Spangen). Het is aan te bevelen een (recreatieve) functie in de oorspronkelijk vorm op deze plek in Spangen te behouden.

3. Tertiaire ringweg Hou de tertaire ringweg herkenbaar als onderdeel van de hiërarchische opzet van de wijk door handhaving van het straatprofiel en (het terugbrengen van) een dubbele bomenrij. Zie ook de aanbeveling onder ‘0. Openbare ruimte’.

4. Coornhertstraat, Brederodestraat, Spiegelstraat Stadsvernieuwing vergt in Spangen een gebiedsgerichte aanpak. Het homogene straatbeeld van Spangen staat of valt met de plek van het bouwblok in de hiërarchie van hoofdas, secundaire of tertiaire structuur, de ritmische geleding en perspectivische werking van de gevelwanden aan beide zijden van een straat. Aanbeveling: renovatie van woningcomplexen moet in Spangen niet op basis van administratieve grenzen plaatshebben, maar aan de hand van stedenbouwkundige en architectonische overwegingen.

16

Spangen-Rotterdam

5. Bilderdijkstraat-Da Costastraat Deze straten zijn de belangrijkste vertakkingen van de hoofdas en zijn in de hiërarchie van de wijkstructuur van de tweede orde. Behoud het brede profiel en versterk de dubbele bomenrij.

6. Betje Wolffstraat, Bellamystraat, Aagje Dekenstraat Het open binnengebied voegt waardevolle openbare ruimte toe in een naar huidige maatstaven stenige woonwijk. Openhouden lijkt dan ook een zinvolle optie. De buurt heeft aan kwaliteit gewonnen door de sloop van het centrale bouwblok. De uitgesproken architectuur van de bouwblokken van Kruithof zorgt voor een homogeen wijkdeel. Een terughoudende vormgeving van de bovengrondse onderdelen van een eventuele parkeergarage onder het plein is aan te bevelen. Als referentie of inspiratie kunnen de bouwtekeningen van twee functionele en in ‘Spangense stijl’ uitgewerkte bouwwerkjes dienen (zie afbeeldingen).

7. Multatulistraat, Vosmaerstraat De waarde van de bouwblokken in de Staringbuurt zat in de soberheid, zorgvuldigheid en detaillering (rond vensters en entrees) van de vormgeving en de ritmiek en de perspectivische werking (dakkapellen, hoekoplossingen, roedeverdeling oude ramen, de vooruitstekende daklijst) van het gevelbeeld. De Hoog Niveau Renovatie van de Staring-

buurt betekende interne kaalslag en vervlakking van het gevelbeeld. Het enige dat nog te waarderen valt zijn de gevels, gevelopeningen en het casco. De oorspronkelijke karakteristieken kunnen door verregaande restauratie teruggebracht worden óf als uitgangspunt bij nieuwbouw worden genomen. In de huidige plannen is sloop/nieuwbouw een van de opties. In dat geval is de aanbeveling bij eventuele nieuwbouw dat het niet gaat het om het ontwerpen van autonome bouwblokken, maar om het maken van straatwanden en zo het waarborgen van continuïteit in het straatbeeld. Het terugbrengen van het oorspronkelijke groene karakter van deze buurt is aan te bevelen.

8. Mathenesserdijk onderdijks De ruimtelijke kwaliteiten van dit ensemble staan niet onder druk van actuele ontwikkelingen. Daarom is er geen aanleiding voor aanbevelingen.

9. Spaansebocht, Bilderdijkstraat, Van Lennepstraat Ook al was het niet direct vernieuwend: de scholen op de binnenterreinen zijn een wezenlijk onderdeel van het stedenbouwkundig plan van de wijk Spangen, en tevens architectonisch en typologisch van waarde. In deze verkenning zijn ze hoog gewaardeerd (zie architectonische waarderingskaart). De beschermde en afsluitbare locatie waarop de scholen zich bevinden is ook tegenwoordig een pluspunt. Het is aan te bevelen de scholen op de binnenterreinen zoveel mogelijk te handhaven. Aandachtsgebied is de overgang

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


tussen de privé-tuinen en het schoolterrein, nu vaak opgelost met hoge schuttingen.

10. Borgerblok Bij de aanbevelingen voor het Borgerblok is rekening gehouden met de reeds bestaande plannen in het kader van gebiedsafspraken van (gedeeltelijke) sloop/nieuwbouw. De kwaliteit van het Borgerblok zit in de architectuur van het blok zelf en de scholen daarbinnen én in het besloten karakter. De gaafheid van het blok is aangetast door de opgehoogde gevels, afgehakte topgevels en balkons. Het complex is als beeldondersteunend aangemerkt maar vooral van typologische en programmatische waarde als een gesloten bouwblok met voorzieningen op het binnenterrein. Rond het blok spelen twee opgaven: het terugbrengen van de boezemsloot; dus het maken van een nieuwe beëindiging door een groene wijkrand en het ontwikkelen van de locatie Schieoevers 1. De ontwerpopgave ligt in het behouden van de bestaande kwaliteiten en het omzetten van de opgaven naar kwaliteiten. Het is aan te bevelen een nieuwe beëindiging van de poldersloot langs de Spangensekade landschappelijk in plaats van stedenbouwkundig te laten beëindigen.

11. Justus van Effenstraat, Pieter Langendijkstraat Bouwblok J.J.P. Oud, Pieter Langendijkstraat: Door de ingrepen uit de stadsvernieuwing is vooral het middendeel van het complex moeilijk te waarderen. Waarde geven de gevelbanden, de raamopeningen en mis-

schien nog wel het belangrijkste: de naam van de architect. De koppen van de blokken (gevelontwerp van Oud) zijn wel hoog te waarderen, want zijn nog vrijwel intact. Plaatsing op de gemeentelijk monumentenlijst is af te raden. In geval van nieuwbouw zijn de randvoorwaarden: het behouden van de koppen, het doorzetten van de gevelbanden, bouw in vier bouwlagen en terughoudendheid in ontwerp.

Aanbevelingen 14. Bovendijks Spangen

Justus van Effenblok: De inrichting van het binnenterrein was onderdeel van het totaalconcept van het Justus van Effenblok. Naast het interieur en exterieur van de bebouwing is een zorgvuldig (her)ontwerp en beheer van de openbare ruimte van belang. Het groene karakter kan versterkt worden door het terugbrengen van de collectieve plantsoenen rondom het badhuis.

Van belang zijn de randen van het gebied: de Mathenesserdijk en de Mathenesserweg (van der Vlugt, zie ensemble 15). Ze zijn ontworpen als gevelwanden van twee belangrijke doorgaande routes. De randen geven het gebied identiteit. Het verdient aanbeveling er zorgvuldig mee om te gaan. Het middengebied is gefragmenteerder uitgevoerd, hier zit dan ook meer ruimte voor verandering, uiteraard rekening houdend met de maat en schaal van het stadsdeel en enkele te koesteren parels, zoals het Mathenesserhof en de bewaarschool.

12. Spangesekade

15. Mathenesserweg

De recente nieuwbouw geeft geen aanleiding tot aanbevelingen.

Behoud het Alhenablok (architect J.C. van der Vlugt). Het blok is een essentieel onderdeel van het totaalconcept van een ‘moderne verkeerscorridor’ ter weerszijden van de Mathenesserweg.

13. Wallisweg, Balkenstraat De punt bij de Mathenesserbrug is ontworpen door J.H. van den Broek, het Wallisblok door A. Krijgsman. Door de vele verbouwingen (oa Wallisblok) door particulieren en woningbouwverenigingen ontwikkelt dit gebied met haar hoogwaardige jaren ’30 architectuur zich tot een populair woonmilieu. De sfeer en uitstraling van de architectuur is overeenkomstig die in de rest van Spangen; sober, maar zorgvuldig vormgegeven. Beschouw de jaren ’30 toevoeging bij toekomstige ontwikkelingen als integraal onderdeel van de wijk Spangen.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

A a n b e v e l i n g e n

17


10. P. Verhagen, stedenbouwkundig ontwerp Spangen 1913. Vanaf het begin van het ontwerpproces was een symmetrische opzet uitgangspunt.

11. P. Verhagen, stedenbouwkundig ontwerp Spangen 1913. Scholen en kerken als blikvangers. Gedetailleerde groenstructuur met groenstrook langs de Schie, centrale groene as en meerdere kleine buurtplantsoenen.

18

Spangen-Rotterdam

12. P. Verhagen, stedenbouwkundig ontwerp Spangen 1913. Variant met een ijsbaan in de zuid-oost punt.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Varianten voor Spangen

13. P. Verhagen, uitbreidingsplan Spangen en Tussendijken, 1914. Verhagen ontwiep de wijken in een sterke compositorische samenhang.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

14. P. Verhagen, stedenbouwkundig ontwerp Spangen 1915. Grondslag van uitvoering.

S

p

a

n

g

e

n

19


15. Bouwplaats in Spangen bij de Multatulistraat, ca 1920.

20

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


De opzet van Spangen Infrastructuur Spangen

B

Wegen op stadsniveau Hoofdas: P. C. Hooftplein - Huygensstraat Secundaire straten: Bilderdijkstraat - Da Costastraat Tertiaire straten: Van Lennepstraat - Nicolaas Beetsstraat Natuurlijke aanleg: Mathenesserdijk - Spaanse bocht

A’

Spoorweg Metro Bebouwing Spangen N

Openbaar groen (plantsoen) Plein (met bomen en/of speelruimte)

A

B’

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

S

p

a

n

g

e

n

21


22

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Coornhertstraat

Brederodestraat

Van Lennepstraat

Bilderdijkstraat

Spaansebocht

Doorsnede AA’


Schie

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

S p a n g e n

23

Spangesekade

Nicolaas Beetsstraat

Brederodestraat

Spiegelstraat

Huygensstraat


Sparta stadion

24

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Brederodestraat

Spartastraat

Spaansebocht

Horvathweg

Doorsnede BB’


Dijk

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Bovendijks Spangen

S p a n g e n

25

Mathenesserweg

Mathenesserstraat

Mathenesserdijk

Mathenesserdijk

Multatulistraat

Da Costastraat


Sp

aa

ns

ep

old

er

Situatie 1900 vs situatie 2008 Polderverkaveling 1900 Historische route 1900 Mathenesserdijk 1900 Pontverbinding Bebouwing Spangen 2008 Plein ( met bomen en/of speelruimte) 2008 Openbaar groen (plantsoen) 2008 Hoofdwegen 2008

<n

aar

sta

tion

Sch

N

ied

am

Spangen-Rotterdam

n> ave

26

lfsh r De

naa

< naar S chiedam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Inrichting openbare ruimte Architectuurcriticus J.P. Mieras, afkomstig uit Amsterdam, bezocht in 1923 de woonwijk Spangen. De inrichting van het groen vond hij ‘wat burgerlijk’. Mieras schreef: ‘Het schijnt inderdaad tot de karakteristiek van deze wereldstad te behooren zich aan de uiterlijke verzorging van de straat en van de afwerking daarvan maar weinig gelegen te laten liggen. Nu zijn wij in Amsterdam in dat opzicht vreeselijk verwend. Een plantsoenhekje kan in kunstwaarde met middeleeuwse koorhekken wedijveren en de onschuldigste bordjes voor ‘Rechts Houden’, ‘Verkeer Gestremd’, en ‘Let op de tram’ zijn bestemd eenmaal als reliquieën in de musea te worden bewaard. In Rotterdam niets van dat alles. Een bordje is maar een bordje, een afsluiting van een gazon met kippengaas in ruim voldoende.’19 Deze sobere plantsoeninrichting was overigens in vrijwel alle vooroorlogse woonwijken in Nederland gebruikelijk. Als er al groen in de arbeiderswijken werd toegepast was het kijkgroen: omzoomd door een ijzeren of betonnen hekwerk en ingevuld met sierbeplanting. Dit veranderde pas in de naoorlogse periode toen actief gebruik van het groen voorop stond.

16. Luchtfoto Spangen, 1934.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Wat in Spangen bijzonder was, was inderdaad niet zozeer de inrichting van de openbare ruimte, maar twee andere aspecten. Ten

S

p

a

n

g

e

n

27


eerste het feit dat het groen integraal onderdeel was van het stedenbouwkundig ontwerp: absoluut niet vanzelfsprekend in het begin van de twintigste eeuw. Ten tweede de hoeveelheid wijkgroen, vooral vergeleken met het nabijgelegen Boschpolder (en later ook Tusschendijken) waar vrijwel nergens voortuinen of beplanting in het straatbeeld was ingepast. Gemeentelijk stedenbouwkundige Pieter Verhagen schreef in de toelichting bij het plan: ‘Bij de verdere verkaveling van de terreinen is ernaar gestreefd te voldoen aan de moderne eischen van stadsaanleg, waarbij door boombeplanting, pleinaanleg, het ontwerpen van voortuintjes, enz., aangename afwisseling wordt verkregen.20 De Inspecteur van Volksgezondheid, op het Provinciehuis verantwoordelijk voor de toetsing van gemeentelijke uitbreidingsplannen, ontving het ontwerp voor de wijk met groot enthousiasme. Hij prees de afwisseling in het stratenpatroon en de gevarieerde openbare ruimte, met pleintjes van diverse afmetingen.21

Situatie 1940 Bebouwing 1940 Groenplan 1940 Water Bomen Tramlijn

N

Het stedenbouwkundig plan van de wijk was hiërarchisch opgezet met een hoofdas, secundaire dwarsstraten en een tertiair ringwegsysteem. Het groen deed net zo goed mee in deze hiërarchie als de architectuur. Ter ondersteuning van de voorname uitstraling van de hoofdas, de Huygensstraat, projecteerde Verhagen voortuinen over de gehele lengte van de straat en bij twee kopgebouwen aan het P.C. Hooftplein. Om de secundaire straten (Bilderdijkstraat en Da Costastraat) en het tertiaire ringwegsysteem (Van Lennepstraat en Nicolaas Beetsstraat) herkenbaar te maken stonden er aan deze routes dubbele bomenrijen. Voor het Kasteel stond een enkele bomenrij. Het oostelijk en westelijk deel van de wijk had vervolgens elk een eigen buurtplantsoen: aan het Staringplein en de Bellamystraat. Historische foto’s van kort

28

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


19. Klinkerbestrating in de Van Lennepstraat, 1928.

17. Huygensstraat, 1927. Ter ondersteuning van de voorname uitstraling van de hoofdas projecteerde Verhagen voortuinen over de gehele lengte van de straat.

20. Afgeronde hoeken in de Nicolaas Beetsstraat, 1952.

18. Bilderdijkstraat 1931, secundaire straat, herkenbaar gemaakt door een dubbele bomenrij.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

21. Plantsoen in de Bellamystraat, 1920.

na de aanleg, gemaakt door de Dienst Gemeentewerken (zeer waarschijnlijk de ontwerper van het groen) laten een gazon met rozenhaagjes zien en langs de randen enkele verspreid staande coniferen. Deze aanleg is typisch voor die tijd. Om de pleinen stond een hoog ijzeren hekwerk. Groenaanleg was een dure aangelegenheid en daarom in arbeiderswijken vaak streng afgescheiden van de arbeiders(jeugd). In de jaren ’50 en ’60 werden de parken heringericht en aangepast aan de eisen van de tijd: de hekken verdwenen en de nadruk verschoof van kijkgroen naar gebruiksgroen (speelveld, zandbak). Opvallend zijn ook (zie foto 20) de afgeronde hoeken van de trottoirs, die in combinatie met de afgeplatte hoeken van de bouwblokken op verschillende plekken in de wijk ‘minipleintjes’ vormen. Het oorspronkelijke concept van de openbare ruimte kende, net als het stelsel van hoofd- en secundaire routes, een hiërarchie. Hoe dieper tussen de woonblokken, hoe gecultiveerder de aanleg. Dit verklaart het enigszins tuttige en gebiedsvreemde (coniferen) van de buurtplantsoenen en het contrast met de randen van de wijk. Daar maakte Verhagen zoveel mogelijk gebruik van aanwezige landschappelijke elementen die hij als plantsoen met inheemse beplanting vormgaf. De poldersloot langs de Spaansebocht liet hij als singel uitvoeren en beplanten, met hier en daar een treurwilg hangend over het water, terwijl de hoge Mathenesserdijk werd beplant met monumentale bomen en diverse heestersoorten in het grastalud. Ook het plein met platanen aan het eind van de Bilderdijkstraat past in deze reeks van landschappelijke sferen. Het zijn deze grootschaliger elementen die het landschap even ‘terughalen’ in het stenige en dichtbebouwde Spangen. Ze vormen de

S

p

a

n

g

e

n

29


Openbare ruimte 2008 Openbaar groen (plantsoen) PrivĂŠ groen Plein (met bomen en/of speelruimte) Verblijfsruimte openbaar Collectieve ruimte Voorkanten Bebouwing Spangen

30

Spangen-Rotterdam

N

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


natuurlijke tegenhanger van de monumentale straatwanden.

Aanbeveling De aanbeveling voor de inrichting van de openbare ruimte is overeenkomstig het Masterplan: breng de hiërarchie terug in de openbare ruimte. De historische situatie zou uitgangspunt kunnen zijn voor herinrichting. Dit betekent: ga uit van een gradiënt van natuurlijk (randen) naar cultuurlijk (buurtpleintjes) en breng ordening en oriëntatie aan door middel van beplanting. Dat betekent een dubbele bomenrij in de secundaire straten (Bilderdijkstraat en Da Costastraat) en het tertiaire ringwegsysteem (Van Lennepstraat en Nicolaas Beetsstraat). Op de buurtplantsoenen is een meer gecultiveerde inrichting mogelijk.

22. De Spaansebocht gezien vanaf de Mathenesserdijk, getekend door W.H. Strörmann in 1941. In dit jaar had de gemeente onder jonge Rotterdamse kunstenaars de opdracht uitgezet de stad vast te leggen ten behoeve van het archief. Deze aquarel maakt deel uit van die serie.

23. De Mathenesserdijk, 2008.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Het terugbrengen van een aantal historische karakteristieken in de openbare ruimte (afgeronde hoeken van de trottoirs, klinkerbestrating van de rijweg en de trottoirs, parkeerstroken in een afwijkende kleur klinker) zal bijdragen aan een eigen Spangense identiteit. Ook de keuze voor speeltoestellen, straatmeubilair, parkeergarage-uitgang en lantaarns zou deel moeten uitmaken van dezelfde ‘familie’. Zie voor een nadere typering van de ‘Spangense stijl’ het karakteristiekenblad hierna.

24. De Spaansebocht richting Marconiplein, 2008.

S

p

a

n

g

e

n

31


KARAKTERISTIEKEN SPANGENSE STIJL OPENBARE RUIMTE

ARCHITECTUUR

RANDEN

INRICHTING

RIJKSMONUMENTEN

HOEKEN

Mathenesserdijk

Voortuinen Huygensstraat

Rijksmonument: Spartastadion

Kopgebouwen Mathenesserweg en -dijk

Spaansebocht

Bestrating: afgeronde hoeken straten

Rijksmonument: Justus van Effenblok

Kopgebouwen P.C. Hooftplein - Huygensstraat

Spangesekade

Materialisatie: klinkers

Rijksmonument: blok J.H. van den Broek

Gebouwen J.J.P. Oud en Meischke & Schmidt

32

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


DETAIL COMPLEXEN

VERBIJZONDERING HOEKEN

ENTREES

METSELWERK DETAILLERING

Bebouwing onderdijks Mathenesserdijk

Verbijzondering hoeken en entrees J.J.P. Oud

Entree hoven scholen

Metselwerk details scholen

Ensemble rondom Bellamystraat

Hoekdetaillering

Betonnen gevelbanden

Metselwerk details gevelvlakken

Transformatorhuisjes en gemaaltjes

Verbijzondering hoeken metselwerk

Verbijzondering entrees metselwerk

Verbijzondering gevelvlakken en openingen

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

S

p

a

n

g

e

n

33


34

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


VERBETERPUNTEN OPENBARE RUIMTE

ARCHITECTUUR INGREPEN STADSVERNIEUWING

Brederodestraat voor en na de stadsvernieuwing: vlak gevelbeeld door het ontbreken van de karakteristieke schoorstenen, schuine kappen en dakkapellen

Het tegenwoordig ontmantelde en verplaatste Spiekmanmonument, ontworpen door Berlage, was een belangrijk element in de openbare ruimte van het P.C. Hooftplein.

Hoek Spaansebocht/Bilderdijkstraat: totaal ander gevelbeeld door kunststof kozijnen, toevoeging balkons en een extra verdieping

P.C. Hooftplein: van verblijfsruimte tot verkeersplein Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Niet geschikt als beĂŤndiging van de belangrijkste stedenbouwkundige as in het gebied

Vosmaerstraat: onherkenbaar door toevoeging galerijen aan gevels S

p

a

n

g

e

n

35


Bouw- en renovatiestadia Bouwblokken vrijwel intact (1918 -1930) Bouwblokken stadsvernieuwing gerenoveerd (1974 - 1985) Bouwblokken stadsvernieuwing sloop/nieuwbouw (1974 - 1985) N Nieuwbouw (1985 - 2008)

36

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Architecten Bureau GranprÊ Molière, Verhagen en Kok Bureau Meischke & Schmidt J.J.P. Oud M. Brinkman Muijs en Hanemaaijers Bouw en Exploitatie Maatschappij P.G. Buskens D.B. Logemann A.K. Kruithof J.H. de Roos en W.F. Overeynder W.H.J. Terpstra en P.A. Liesveld J.H. van den Broek L.C. van der Vlugt Bureau Brinkman en Van der Vlugt Afdeling stadsuitbreiding en gebouwen van de Dienst Gemeentewerken J. Soetekouw A. Krijgsman en W. Hamdorff W. Patijn Mecanoo Zwarts en Jansma architecten Villanova architecten Hulshof architecten Particuliere bouwer: architect onbekend Onbekend

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

S

p

a

n

g

N

e

n

37


Vijftien ensembles maken samen Spangen: het zijn buurtjes of straatwanden die in onderlinge samenhang zijn ontworpen. Per ensemble zijn aanbevelingen opgenomen als mede een bouwdossier met de in het archief aangetroffen bouwtekeningen.

38

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat

10

3

2

4 4 9

7

5

13 8

1 1 6 14 11 15

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat

12

5

1

8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

S

p

a

n

g

e

n

39


25. P.C. Hooftplein, Huygensstraat en het kasteel, 1923.

40

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


1. Huygensstraat P. C. Hooftplein:

de foyer van Spangen

26. P.C. Hooftplein, 1923.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

27. P.C. Hooftplein, 2008.

De architectonische vormgeving van de woningbouwblokken in Spangen kreeg bijzondere aandacht. Het aanzicht van straten en pleinen in deze ’wijk uit één stuk’ moest anders, zo was de overtuiging. Het liberale politieke klimaat in Rotterdam, dat de particuliere bouwnijverheid geen strobreed in de weg wilde leggen, had geleid tot een chaotisch stadsbeeld. Bouwondernemers wendden zich tot de gemeente met aanvragen voor twee of drie kavels waarop ze vervolgens woningen naar eigen ontwerp bouwden. Het gevolg was een verbrokkeld beeld in de straatwanden, waar bouwhoogten en gevelritmes elkaar bruusk opvolgden. In Spangen was het streven naar een monumentale stedelijke

E n s e m b l e s

41


ruimte het antwoord op drie decennia particuliere bouwnijverheid. Het ontwerp voor de wijk van gemeentelijk stedenbouwkundige ir. P. Verhagen was hiërarchisch opgezet met een hoofdas, secundaire dwarsstraten en een tertiair ringwegsysteem. Die hiërarchie uitte zich niet alleen stedenbouwkundig, maar ook in de architectuur en de openbare ruimte. Op de plek waar de Mathenesserdijk een knik maakte, ontsprong de hoofdas van de wijk. Aan deze as lag het centrale plein, was ‘betere bebouwing met voortuinen’ gedacht, en aan het eind van de as lag in de eerste ontwerpen een terrein voor een ijsbaan (in de winter) en tevens sportterrein (in de zomer). In 1913 werd duidelijk dat voetbalvereniging Sparta haar terreinen in Crooswijk moest verlaten – en zo werd het Kasteel de beëindiging van de monumentale hoofdas.

28 - 31. Kopgebouwen van de complexen aan het P.C. Hooftplein, door Meischke en Schmidt 1923.

Meischke en Schmidt De hoofdas werd als één architectonisch geheel opgevat. Alle kopgebouwen aan het plein, en de bouwblokken aan de Huygensstraat werden door één (Rotterdams) architectenbureau ontworpen: Meischke en Schmidt. Het bureau voerde vooral opdrachten in Rotterdam. De opdrachten in Spangen waren voor het bureau een van de eersten: later ontwierpen Meischke en Schmidt kerken (Mathenesserkerk aan de Van Citterstraat ca. 1925, Prinsekerk in Blijdorp, 1932), banken en schoolgebouwen (Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen aan de G.J. de Jonghweg, 1940). Architectuurcriticus J.P. Mieras noemde de architectuur van de Spangense woningbouw van het bureau bescheiden en overwogen.22 Waarderend schreef hij over de twee blokken aan weerszijden van de Huygensstraat. Het gevelontwerp met de terugliggende trap-

42

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


penhuizen, de ritmiek van de vensters en de ongekunsteldheid gaven het ‘een zekere allure’.23 De bouwblokken van Meischke en Schmidt aan het P.C. Hooftplein waren de uitdrukking van het streven naar een nieuw soort stedenbouw, waarin niet langer het individuele pand, maar het bouwblok en de straatwand de modules waren waaruit de stad werd gemaakt. Daarbij werd bijzondere aandacht besteed aan de geleding van gevels en het detailleren van toegangspartijen, hoeken, schoorstenen ed. De blokken hadden (bijna als enige in de wijk) voortuinen, afgeschermd van de openbare weg met lage, wit geschilderde, hekjes.

vooral op het belang van gemeentelijke woningbouw. Omdat Spangen de eerste wijk was waar de hoofdmoot bestond uit woningen gebouwd en verhuurd door de gemeente (1800 stuks) was het de uitgelezen plek voor een monument voor het raadslid. Het monument was vormgegeven als een bank en geplaatst centraal op het plein. Oorspronkelijk was het monument 2,5 keer zo groot als het huidige restant dat nu bovenaan de Mathenesserdijk staat. Dit is een stuk lager en mist de twee breed uitwaaierende armen.

Verblijfsruimte

32. P.C. Hooftplein gezien vanaf de Mathenesserdijk, 1965.

33. P.C. Hooftplein, 2008.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

De inrichting van de openbare ruimte stond in dienst van de architectuur en was eenvoudig, met een aantal zandpaden en rozenperken in gazons. Alle wegen en trambanen vanaf de Mathenesserdijk kwamen uit op het plein, via twee schuine afritten vanaf het dijktalud. Na de oorlog werd de Huygensstraat verlengd en omhoog gebracht tot het niveau van de Mathenesserdijk, een ingreep die het plein om zeep hielp. In tegenstelling tot de huidige situatie was het P.C. Hooftplein een verblijfsruimte, een plek om te flaneren of te zitten op de banken van het Spiekmanmonument. Er waren een aantal grotere winkels gevestigd zoals De Gruyter en De Unie, en de dokter en tandarts. Ook was het de plek waar de Spangenaren elke 1 mei viering samenkwamen. Het Spiekmanmonument was ontworpen door architect H.P. Berlage ter nagedachtenis aan de in 1917 overleden Hendrik Spiekman. Spiekman was in 1901 het eerste gemeenteraadslid voor de SDAP in Rotterdam en had zich vanaf het begin sterk gemaakt voor verbetering van de volkshuisvesting en hamerde

E n s e m b l e s

43


Aanbeveling Het P.C. Hooftplein had een bijzondere kwaliteit als verblijfsruimte en centrale ontmoetingsplek. Van symbolische as is de foyer van Spangen verworden tot verkeersas. Het is aan te bevelen de huidige functie van verkeersplein te veranderen in die van verblijfsruimte. Daartoe zouden zowel tram- als autoverkeer weer ter weerszijden van het plein (schuin over het talud van de Mathenesserdijk) Spangen in kunnen lopen.

34. Bebouwing aan de Huygenstraat, door Meischke en Schmidt 1923.

Het Spiekmanmonument is door architect Berlage ontworpen specifiek voor de plek aan de voet van de Mathenesserdijk, in de as van het kasteel. Het monument staat symbool voor de veranderingen in de Rotterdamse woningbouwpolitiek en de inspanningen van het sociaal-democratische raadslid Spiekman. Het bouwwerk verdient een betere plek dan de huidige. Dan wordt het ook mogelijk na te denken over herstel van het oorspronkelijke formaat (dmv restauratie of een moderne toevoeging). De crux van de foyer van Spangen is het grote gebaar, maar ook de detaillering. Dit komt tot uiting in de kopgebouwen van Meischke en Schmidt (behalve het pand dat is gesloopt en vervangen door nieuwbouw). Zet daarom in op restauratie van deze gevels als visitekaartje van Spangen, inclusief het terugbrengen van de tuinen aan het P.C. Hooftplein. Ze vormen de entree van de wijk en verdienen het om zorgvuldig gerestaureerd te worden, breng de houten kozijnen, roedeverdeling en dakhellingen terug. Uiteraard gaat het daarbij om het gevelbeeld, niet om de plattegronden.

35. Het Spiekmanmonument op het P.C. Hooftplein, 1948.

44

Spangen-Rotterdam

36. Bouwdossier ensemble Huygensstraat – P.C. Hooftplein Omschrijving: drie kopgebouwen aan het P.C. Hooftplein, twee kopgebouwen aan de Huygensstraat en de twee ‘Huygensblokken’. Ontwerp: Architectenbureau Meischke en Schmidt, Rotterdam Bouwjaar: 1920-1922 Karakteristiek: monumentale gevelwanden ondersteunen de hoofdas, bijzondere aandacht voor geleding van gevels en het detailleren van toegangspartijen, hoeken, gedraaide schoorstenen. Waardering: de woningbouwprojecten zijn van waarde als onderdeel van het oeuvre van architectenbureau Meischke en Schmidt. De bouwblokken aan het P.C. Hooftplein en de twee Huygensblokken hebben een architectonische en stedenbouwkundige waarde en zijn daarom beeldbepalend voor Spangen. De gevelwanden aan de Huygensstraat zijn beeldondersteunend (soberdere uitstraling, de kap is vervangen door een dakdoos, maar dit is niet van grote invloed geweest op het gevelbeeld). Het noordwestelijke bouwblok aan het P.C. Hooftplein is een sloop-nieuwbouwproject uit de jaren ’80 en mist de zorgvuldige architectonische vormgeving, waardoor het detoneert.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

2. Spartastadion en omgeving: het beeldmerk van Spangen

37. Het Kasteel aan de Spartastraat, 1927. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

45


De verschillende ontwerpvarianten voor Spangen (zie p. 18 en 19) laten zien dat vanaf het begin van het ontwerpproces een recreatieve functie een groot oppervlakte van de wijk zou innemen. Verhagen projecteerde in de eerste plannen aan het einde van de monumentale hoofdas een ijsbaan (in de winter) en tevens sportterrein (in de zomer). Het belang van een openbare ruimte in het westen van de stad was duidelijk: de omliggende woonwijken waren door woningexploitanten zo dicht bebouwd dat openbare recreatieve ruimte schaars was. De ijsbaan (later Spartaterrein) zou niet alleen de wijkbewoners bedienen, maar het gehele westelijk stadsdeel.

39. Bouwdossier ensemble Spartastadion

Het idee van een ijsbaan veranderde in 1913 toen duidelijk werd dat voetbalvereniging Sparta wegens capaciteitsproblemen haar terreinen in Crooswijk moest verlaten. Na overleg tussen bestuur en gemeente werd in het plan voor Spangen plek gezocht: en zo werd het Kasteel onderdeel van de Spangense identiteit. Op 15 oktober 1916 werd het complex van drie speelvelden, tribunes en een clubgebouw geopend. De bouw was gefinancierd door 27 rijke Rotterdammers. Opgericht als cricketclub in 1888 werd Sparta de eerste club uit het betaalde voetbal. Veel technische voetbalvernieuwingen zijn door Spartanen geintroduceerd. Legendarische voetballers als Wim Landman en Rien Terlouw – ‘het gouden blok’ – speelden er en schopten het tot in het Nederlands elftal. Hoewel veel Spangenaren zich betrokken voelden bij Sparta en ook wel naar wedstrijden gingen, was Sparta toch niet echt een Spangense club. Ze was opgericht door de hogere burgerij, die tijdens wedstrijden haar auto’s parkeerde in de wijk. Behoorlijk wat Spangenaren namen

46

Spangen-Rotterdam

liever het pontje in het verlengde van de Da Costastraat om aan de Essenburgsingel RFC te zien spelen, dat bekend stond als een arbeidersclub. Voor actieve socialisten sprak het competitie-element tegen het voetbalbezoek. Sporten was er om het lichaam te ontwikkelen en niet om je tegenstander te verslaan. Het speelveld was in de beginperiode noordzuid georiënteerd, met de nieuwe aanbouw eind jaren ‘90 draaide het veld een kwartslag. Ter weerszijden van het centrale voetbalveld lagen sportvelden. Rond 1985, toen vrijwel alle bouwblokken in Spangen aangepakt werden in het kader van de stadsvernieuwing, lagen er plannen voor de sloop van het stadion. Op de plek werd een langgerekt bouwblok

geprojecteerd, evenwijdig aan de Spaansebocht. Het overige terrein zou ingericht worden als wijkpark. Anno 2009 zijn berichten over het vertrek van Sparta uit Spangen, die echter nog verre van concreet zijn.

Aanbeveling

Een recreatieve functie was vanaf het begin onderdeel van de opzet van Spangen. Het sportcomplex heeft waarde, niet alleen ruimtelijk (als einde van de hoofdas), maar ook sociaal (het complex bediende het gehele westelijk stadsdeel en is nog steeds het belangrijkste beeldmerk van Spangen). Het is aan te bevelen een (recreatieve) functie in de oorspronkelijk vorm op deze plek in Spangen te behouden.

Omschrijving: Spartastadion Ontwerp: ingangspartij: J.H. de Roos en W.F. Overeijnder, stadion: Bureau Zwarts en Jansma Bouwjaar: 1916, 1997/1999 Karakteristiek: eerste permanente stadiongebouw te Rotterdam. De bakstenen ingangspartij is geïnspireerd op het historische kasteel van Spangen, inclusief kasteeltorens en schietgaten, en fungeert als visuele beëindiging van de monumentale hoofdas van Spangen. Het stadion werd eind jaren negentig ingrijpend gewijzigd: het veld is een kwartslag gedraaid en voorzien van nieuwe tribunes. Het interieur van het Kasteel (rijksmonument) is in de afgelopen jaren onherstelbaar aangetast. Waardering: de ingangspartij heeft de status van Rijksmonument.

38. Plannen voor stadsvernieuwing in Spangen, 1985. Lichtgrijs: nieuwbouwproject, grijs: geen renovatie of stadsvernieuwing, donkergrijs: renovatieprojecten.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

3. Van Lennepstraat Spartastraat Nicolaas Beetsstraat: tertiaire ringweg

40. Van Lennepstraat, 1936. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

47


In de hiërarchische opzet van Spangen functioneren de Van Lennepstraat, Spartastraat en Nicolaas Beetsstraat als tertiair ringwegsysteem. Dit uit zich niet zozeer in de architectuur (voornamelijk koppen van bouwblokken grenzen aan de ringweg), maar eerder in de openbare ruimte. Net als de secundaire straten was het ringwegsysteem herkenbaar gemaakt door een dubbele bomenrij. Bij de kruising van de ringweg met de Betje Wolffstraat, Bellamystraat, Vosmaerstraat en Multatulistraat zijn de bouwblokken iets afgeschuind waardoor verruimingen/pleintjes ontstaan die uitnodigen de achterliggende buurtjes te bezoeken. Aan de route hadden een groot aantal buurtwinkels zich gevestigd. In de Van Lennepstraat en Nicolaas Beetsstraat bijvoorbeeld een kruidenier, boekhandel, wijnhandel, vleeshouwer en spekslager, sigarenzaak, drogist en een cafébiljart. Op de hoek met de Betje Wolffstraat stond de kerk ‘Spangen’ van de Nederlands Hervormde Gemeente: een imponerende achthoekige kapel. Rond 1985 is de kapel gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. De Spartastraat heeft van oudsher een iets breder profiel, waarschijnlijk om de vele auto’s te kunnen stallen tijdens wedstrijden en om een representatief voorplein voor het stadion te creëren. De nieuwbouw van Mecanoo heeft de oude rooilijn van de Nicolaas Beetsstraat niet gevolgd en ligt iets naar achteren waardoor het straatprofiel breder is geworden. De herkenbaarheid van het tertiaire ringwegsysteem, evenals de oorspronkelijke evenwichtige opbouw van de gevelwanden langs de route, is hierdoor aangetast.

41. Bouwdossier ensemble Van Lennepstraat, Nicolaas Beetsstraat Het straatbeeld van het ringwegsysteem is gevarieerd en wordt voornamelijk bepaald door de koppen van verschillende bouwblokken die haaks op de route staan. De Van Lennepstraat heeft twee bouwblokken (51 en 88 woningen) evenwijdig met de straat, ontworpen in opdracht van de particuliere N.V. Rotterdamsche Bouw- en Handelsmaatschappij (onbekende architect). Ook de grond op de hoek Van Lennepstraat/Betje Wolffstraat werd aan een particuliere bouwer uitgegeven (D. Scheffer) die er naar ontwerp van architecten W.H.J. Terpstra en P.A. Liesveldt een wooncomplex met 38 woningen bouwde.

42. Van Lennepstraat, 1948.

43. Tekening van het bouwblok op de hoek Van Lennepstraat / Betje Wolffstraat, W.H.J. Terpstra en P.A. Liesveld, 1922.

48

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


4. Coornhertstraat Brederodestraat Spiegelstraat:

Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N

stadsvernieuwing ‘nieuwe stijl’

15. Mathenesserweg

44. Brederodestraat, 2008. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

45. Brederodestraat, 1927. E n s e m b l e s

49


De twee driehoekige blokken aan de Brederodestraat vormen samen met de twee Huygensblokken het sluitstuk van het stedenbouwkundig ontwerp van Spangen. Is de Staringbuurt representatief voor de eerste stadsvernieuwingsgolf, de bebouwing van het ensemble Coornherstraat-BrederodestraatSpiegelstraat typeert de stadsvernieuwing ‘nieuwe stijl’. De ingrepen van de stadsvernieuwing ‘nieuwe stijl’ (dakdozen bedekt met dakpannen of lood, nieuwe woningontsluiting en galerijen) hebben, hoewel ze meer van deze tijd zijn, voor het stadsbeeld geen positiever of negatiever effect dan de ingrepen uit de eerste generatie stadsvernieuwing.

Aanbeveling Stadsvernieuwing vergt in Spangen een gebiedsgerichte aanpak. Het homogene straatbeeld van Spangen staat of valt met de plek van het bouwblok in de hiërarchie van hoofdas, secundaire of tertiaire structuur, de ritmische geleding en perspectivische werking van de gevelwanden aan beide zijden van een straat. Renovatie van woningcomplexen zou niet op basis van administratieve grenzen moeten plaatshebben, maar aan de hand van stedenbouwkundige eenheden en architectonische overwegingen.

^^ 46. Brederodestraat vanuit de Huygensstraat, 2008 ^ 47. Zelfde standpunt. Brederodestraat vanuit de Huygensstraat, 1923. > 48. Hoek Spartastraat - Van Lennep straat. >> 49. Geveltekeningen van de voorgevels van het ensemble aan de Brederodestraat Spiegelstraat.

50

Spangen-Rotterdam

49. Bouwdossier ensemble Brederodestraat/ Spiegelstraat Omschrijving: twee woningcomplexen aan de zuidzijde van de Brederodestraat en Spiegelstraat / twee driehoekige bouwblokken van in totaal 224 gemeentelijke woningen. Ontwerp: Bureau Meischke en Schmidt / Het ontwerp is zeer waarschijnlijk van gemeentelijk architect D.B. Logemann, tevens architect van het Borgerblok en de complexen onder aan de Mathenesserdijk. Vooral met het Borgerblok zijn sterke overeenkomsten in architectuur te vinden. Bouwjaar: 1920-1922 / ca. 1918-1920 Karakteristiek: geveldetaillering langs de gehele eerste verdieping, ronde toegangspoorten naar het binnenterrein, naar voren springende toegangspartij met bakstenen details (vóór de stadsvernieuwing) verspringende dakpartij. Typisch voor het complex van Meischke en Schmidt zijn de schoorstenen die een kwartslag zijn gedraaid; dit werd ook in andere complexen toegepast. Waardering: door de ingrepen uit de stadsvernieuwing is de originele plasticiteit en een deel van de detaillering verdwenen. De complexen zijn daarom gewaardeerd als indifferent. De verkaveling en massa en bouwhoogte van de blokken is dat uiteraard niet – compositorisch zijn de bouwblokken een essentieel onderdeel van de stedenbouwkundige opzet van Spangen.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N

5. BilderdijkstraatDa Costastraat: wijkstructuur van de tweede orde

15. Mathenesserweg

50. Bilderdijkstraat, 1932. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

51. Bilderdijkstraat, 2008. E n s e m b l e s

51


De Bilderdijkstraat en Da Costastraat zijn de twee belangrijkste vertakkingen van de hoofdas. Het zijn de routes die de bewoners vanaf het P.C. Hooftplein de wijk invoeren. Ze zijn in de hiĂŤrarchie van de wijkstructuur van de tweede orde, en om die reden breder en met bomen beplant. De architectuur langs de route is, in tegenstelling tot die aan de hoofdas, eenvoudig en zonder opsmuk. Alle gevelwanden aan de Bilderdijkstraat werden ontworpen door architectenbureau Meischke en Schmidt (zie ook de hoofdstukken van ensembles 1 en 9). Aan de Da Costastraat was het overgrote deel van de grond uitgegeven aan particuliere bouwondernemers die er, met een onbekende architect, twee sobere woonblokken ter weerszijden van de straat bouwden.

55.

Bouwdossier ensemble Bilderdijkstraat-Da Costastraat

52. Da Costastraat gezien vanaf de hoek Toussaintkade - Busken Huetstraat, in 1931 (boven) en 2008 (beneden). De kopbebouwing op de bovenste foto is inmiddels gesloopt.

53. Da Costastraat, 1955.

54. Da Costastraat, 2008.

52

Spangen-Rotterdam

Omschrijving: twee bouwblokken ter weerszijden van de Bilderdijkstraat en twee ter weerszijden van de Da Costastraat. Ontwerp: Bureau Meischke en Schmidt ontwierp de gevelwanden over de gehele lengte van de Bilderdijkstraat en de koppen van de Da Costastraat. Het grootste deel van de bouwpercelen aan de Da Costastraat werd uitgegeven aan particuliere bouwondernemers (architect onbekend). Bouwjaar: 1919-1920 Karakteristiek: Het complex van Meischke en Schmidt is een versoberde uitvoering van hun gevelwand aan het begin van de straat, bij de Spaansebocht (zie ensemble 9). De interessante baksteendecoratie ontbreekt, net als de karakteristieke gevelbanden. De architectuur aan de Da Costastraat is sober, maar met een weloverwogen gevelindeling. Waardering: door de ingrepen uit de stadsvernieuwing is de originele plasticiteit en een deel van de detaillering van het complex van Meischke en Schmidt verdwenen. Ze zijn daarom gewaardeerd als indifferent, behalve een klein deel centraal in het bouwblok dat nog weinig veranderingen heeft ondergaan. De bouwblokken ter weerszijden van de Da Costastraat zijn gewaardeerd als beeldondersteunend; ze hebben een interessante detaillering en verkeren in een goede staat.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N

6. Betje Wolffstraat Bellamystraat Aagje Dekenstraat:

33 woningtypen in ĂŠĂŠn complex

15. Mathenesserweg

56. Gevelaanzichten van het ensemble ontworpen door A.K. Kruithof aan de Betje Wolffstraat, Bellamystraat en Aagje Dekenstraat, 1916.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Dit complex van 75 volkswoningen is als een van de eerste in Spangen gerealiseerd, rond 1918. A.K. Kruithof ontwierp het complex, een architect die lid was van het bestuur van de in 1918 opgerichte Stichting tot Exploitatie en Beheer van Woningen (voorloper van het huidige WBR). In de Bloemhof ontwierp Kruithof een woonhof met badhuis in 1915. Het Spangense complex van Kruithof bestaat uit maar liefst 33 verschillende woningtypen. Het meest noordelijke bouwblok heeft voortuinen. Alkoven ontbraken, er was voldoende lucht- en lichttoetreding. de slaapkamers waren gesitueerd aan de voorkant, de woonka-

E n s e m b l e s

53


mers aan het binnenterrein. Vanuit de woonkamer kwam je uit op een veranda of balkon. In de hoekpanden was plek voor een winkel. Kruithof besteedde uitgebreid aandacht aan de uiterlijke vormgeving: baksteendecoraties, erkers met balkons, ingewikkeld kapvormen en een groen met witte tegeltjesband net onder de dakgoot. De sloop van het centrale bouwblok (overigens niet van architect Kruithof, waarschijnlijk gebouwd door een particuliere bouwonderneming) heeft de kwaliteit van deze woonbuurt verhoogd. Het Kruithofcomplex is door het open middengebied nu ook visueel een eenheid geworden. De bouwblokken fungeren qua architectuur en bouwhoogte goed als pleinwand.

Aanbeveling Houdt het binnengebied open. De buurt heeft aan kwaliteit gewonnen door de sloop van het centrale bouwblok. De uitgesproken architectuur van de bouwblokken van Kruithof zorgen voor een homogeen wijkdeel. Een terughoudende vormgeving van de bovengrondse onderdelen van een eventuele parkeergarage onder het plein is aan te bevelen. Als referentie of inspiratie kunnen de bouwtekeningen van twee functionele en in ‘Spangense stijl’ uitgewerkte bouwwerkjes dienen (zie afbeeldingen). ^^ 57. Geveltekeningen van de panden aan de Aagje Dekenstraat, 1916. ^ 58. Plattegronden van de 1ste en de 2de verdieping, 1916. > 59. Perspectief van het schakelhuisje nabij de Mathenesserbrug. >> 60. Gevelaanzicht van het schakelhuisje nabij de kruising van de Spaansebocht en de Roemer Visscherstraat in Spangen.

54

Spangen-Rotterdam

61. Bouwdossier ensemble Betje Wolfstraat, Aagje Dekenstraat Omschrijving: complex woningen aan de Betje Wolfstraat, Aagje Dekenstraat en Bellamystraat Ontwerp: A.K. Kruithof, opdrachtgever: woningstichting ‘Gemeenschappelijk Belang’ Bouwjaar: 1918 Karakteristiek: veelheid aan woningtypen, af te lezen aan de gevelindeling. Waardering: de bouwblokken hebben een hoge architectonische waarde en zijn zorgvuldig gerestaureerd. Het complex is aangemerkt als beeldbepalend.

> 62. Perspectief van het plein op de hoek Vosmaerstraat - Multatulistraat, Granpré Molière 1918 . >> 63. Hoek Vosmaerstraat - Multatulistraat, Verhagen en Granpré Moliere, ca 1930 .

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

7. Multatulistraat Eerste en Tweede Staringstraat Vosmaerstraat:

toneel van de stadsvernieuwing

Spangen is ĂŠĂŠn van de vele wijken in Rotterdam die drastisch zijn aangepakt tijdens de periode van stadsvernieuwing. De aanleiding tot de grootschalige stadsvernieuwing was de slechte staat van voornamelijk negentiendeeeuwse en vroeg twintigste-eeuwse panden.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

In 1974 werd daartoe een wethouder van stadsvernieuwing aangesteld: J.G. van der Ploeg. In een grote aankoopactie kocht de gemeente rond de 25.000 woningen aan. De woningen waren vrijwel allemaal van een zelfde (laatnegentiende-eeuwse) woningty-

E n s e m b l e s

55


pologie: de alkoofwoning met voor-, tussenen achterwoning met een gedeelde opgang en een gedeelde zolder. In het Rotterdamse werden verschillende gradaties van stadsvernieuwing ontwikkeld. De ‘Kleine beurt plus’ was een verbeteringspakket waarbij de woning opnieuw geïsoleerd werd en voorzien van CV. Soms werd de oppervlakte van de woningen vergroot door van oorsprong gedeelde zolderverdiepingen bewoonbaar te maken. De ‘Hoog Niveau Renovatie’ was de meest verregaande en betekende interne kaalslag: binnen de casco’s werd een volledig nieuwe woningdifferentiatie gerealiseerd.

Gevolgen voor het straatbeeld De stadsvernieuwing startte in de wijk Spangen in 1982. Als uitgangspunten werden geformuleerd het handhaven van de in 1913 ontworpen stedenbouwkundige structuur, het op grote schaal toepassen van Hoog Niveau Renovaties van het gemeentelijke woningbestand en de mogelijk om een extra bouwlaag aan te brengen, mits de stedenbouwkundige situatie dat toelaat (er werd echter niet aangegeven in welke straten dit dan het geval is). Vanuit administratieve overwegingen werd bepaald welke omvang een renovatieproject zou hebben, niet door de oorspronkelijke architectonische eenheden als leidraad te nemen. Vaak werd besloten per bouwblok te renoveren, zonder rekening te houden met het feit dat het overgrote deel van de Spangense bouwblokken bestaat uit een verzameling gevelwanden. De stadsvernieuwing had grote gevolgen voor het homogene straatbeeld van Spangen, dat valt of staat met de ritmische geleding en perspectivische werking van de gevelwanden. Zo kon een straat met een prettige, uniforme uitstraling ineens on-

56

Spangen-Rotterdam

64. Alberdingk Thijmstraat, 2008.

65. Vosmaerstraat, 2008.

66. Kapopbouw

68. Gevelaanzichten van de westzijde van de Multatulistraat, Verhagen en Granpré Moliere, 1918.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


logisch aandoen doordat de ene gevelwand een extra verdieping of balkons kreeg, terwijl dat bij de andere ontbrak (bijvoorbeeld in de Vosmaerstraat, Bilderdijkstraat en Da Costastraat).

volgens basisbestek vernieuwbouw, 1982.

67. Principe van een drie-pands ontsluiting, 1982.

Na vijf jaar stadsvernieuwing in Spangen werd er in 1987 een architectuurdiscussie georganiseerd, waarin de Hoog Niveau Renovatie ter discussie werd gesteld. Een deelnemer vroeg zich af: ‘Is er nog wel voldoende ruimte om een zekere waardering ook na de renovatie voor de oorspronkelijke verschijningsvorm te laten blijken of is de invloed van gestelde eisen zo groot dat er niet of nauwelijks ruimte voor bestaat? Bovendien blijft het de vraag in hoeverre de renovatie maar ook de nieuwbouw rekening houdt met de oorspronkelijke kwaliteiten van de stedebouwkundige struktuur, dat wil zeggen het karakter van de binnenterreinen, de continuïteit in straatwanden, de bezonning van straten en binnenterreinen en de huidige opbouw van straatprofielen.’24 En: ‘Wanneer er prijs gesteld wordt op een waardering van Spangen als markant voorbeeld van massawoningbouw, is de vraag of bij aanpassen van de wijk aan de hedendaagse eisen van de bewoners en gebruikers de hoogniveau-renovatie wel het meest geschikte middel is.’25

een andere architect (zie architectenkaart op p. 37). Bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok nam het grootste deel voor haar rekening en ontwierp 248 gemeentelijke woningen aan de Multatulistraat en Vosmaerstraat. Ook architect P.G. Buskens ontwierp voor de Gemeentelijke Woningdienst: 123 woningen aan de Nicolaas Beetsstraat, Staringplein en de Alberdinck Thijmstraat. Een klein onderdeel van de buurt was in particulier bezit. Hier bouwde de N.V. Muijs en Hanemaaijers Bouw en Exploitatiemaatschappij uit Rotterdam een blok met 28 woningen. Ranke pergola’s verbonden het complex van Bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok met de naburige complexen. Naast woningen was er een winkelblok gesitueerd op de kruising van de Vosmaer- en Multatulistraat: hier was een paardenslagerij gevestigd, kruidenierswinkel en wijnhandel. De Staringbuurt oogt nu vrij stenig, maar was een van de meer groene stukjes van Spangen. Vooral in de Multatulistraat: voor de woningen lag een grasperkje en er stonden een aantal bomen.

Staringbuurt De Staringbuurt lijkt van alle complexen in Spangen het meest geleden te hebben onder de Hoog Niveau Renovatie. Ten tijde van de bouw werd het complex zeer hoog gewaardeerd: ‘Dit werk is zeker ook bescheiden en weloverwogen. Maar het is niet weinig zeggend en koel afstandelijk. Integendeel het is expressief en gevoelvol.’26 Het buurtje bestond uit drie complexen; elk ontworpen door

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

57


Aanbeveling De waarde van de bouwblokken in de Staringbuurt zat in de soberheid, zorgvuldigheid en detaillering (rond vensters en entrees) van de vormgeving en de ritmiek en de perspectivische werking (dakkapellen, hoekoplossingen, roedeverdeling oude ramen, de vooruitstekende daklijst) van het gevelbeeld. De Hoog Niveau Renovatie van de Staringbuurt betekende interne kaalslag en vervlakking van het gevelbeeld. Het enige dat nog te waarderen valt zijn de gevels, gevelopeningen en het casco. De oorspronkelijke karakteristieken kunnen door verregaande restauratie teruggebracht worden óf als uitgangspunt bij nieuwbouw worden genomen. Bij eventuele nieuwbouw in de Staringbuurt gaat het niet om het ontwerpen van autonome bouwblokken, maar om het maken van straatwanden en zo het waarborgen van continuïteit in het straatbeeld. Het terugbrengen van het oorspronkelijke groene karakter van deze buurt is aan te bevelen. Hierbij is een andere parkeeroplossing vereist.

^^ 70. Situatie percelen ontworpen door Verhagen en Granpré Moliere in Spangen, 1921. ^ 71. Aanzichten van de gevels aan de Alberdingk Thijmstraat, 1921.

58

Spangen-Rotterdam

69. Bouwdossier ensemble Multatulistraat, Vosmaerstraat Omschrijving: 248 gemeentewoningen Multatulistraat en Vosmaerstraat / 123 woningen aan de Nicolaas Beetsstraat, Staringplein en de Alberdinck Thijmstraat / 28 woningen (11 panden), 1e en 2e Staringstraat, Alberdinck Thijmstraat. Ontwerp: Bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok / P.G. Buskens / N.V. Muijs en Hanemaaijers Bouw en Exploitatiemaatschappij Bouwjaar: 1918-1921 / 1922 / 1923-1924 Karakteristiek: Sobere baksteenarchitectuur, detaillering rond deur- en vensteropeningen. De blokken van Bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok zijn interessant door de verspringende vensters, de wit gestuukte deur- en vensteromlijstingen, en de donkergrijze gevelbanden. Waardering: Meerendeel van de bouwblokken zowel intern als extern dermate aangetast dat er niet meer gesproken kan worden van een architectonische waarde. Het ensemble is Indifferent/detonerend gewaardeerd, bij transformatie gaat het om het maken van een buurtje met de oorspronkelijke verkaveling als uitgangspunt en monumentaliteit in de straatwanden. Tevens mogelijkheid om groene karakter terug te brengen: zie situatietekening 1921. Een andere parkeeroplossing is vereist.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat: Ensembles

1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat

7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat

72. Onderdijks Mathenesserdijk (Oost)

8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N

visitekaartje versus uithoek 15. Mathenesserweg

73. Mathenesserdijk

74. Onderdijks Mathenesserdijk (West)

75. Rhijnvis Feithstraat

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

76. Talud Mathenesserdijk vanaf het Marconiplein, ca.1950.

E n s e m b l e s

59


De bouwblokken aan de voet van de Mathenesserdijk, ter weerszijden van het P.C. Hooftplein, zijn samen met die aan het P.C. Hooftplein het visitekaartje van Spangen. De blokken zijn in 1920 ontworpen door architect D.B. Logemann in opdracht van de Gemeentelijke Woningdienst. Logemann was ook architect van het Borgerblok. De architect werkte vanaf 1895 bij de Dienst. Tijdens de 35 jaar dat hij bij de Gemeente werkte ontwierp hij het voormalige Archiefgebouw aan de Mathenesserlaan, de HBS aan de ’sGravendijkwal, het gesticht Maasoord, de Gemeentebibliotheek aan de Nieuwmarkt (nu het Onderwijsmuseum). Tevens was hij de ontwerper van een groot aantal kleinere gemeentelijke panden: politiebureaus, scholen, badhuizen, zwembaden, bruggen en drie woonblokken met in totaal 428 woningen in Spangen. Aan de Rhijnvis Feithstraat stond een bouwblok dat in alles contrasteerde met de rest van Spangen. De grond was ten prooi gevallen aan de particuliere woningmarkt en perceelsgewijs verkocht en bebouwd. Waarschijnlijk waren om financiële redenen de laatste stukken grond in Spangen verkocht aan speculatiebouwers. Er stond een broodbakkerij (met schoorsteen!) naast een groot aantal, in architectuur, bouwhoogte en formaat, verschillende woningcomplexen. De huren waren ook een stuk lager; wat bewoners van een ander allooi aantrok: er zouden ‘uitkeringstrekkers en publieke vrouwen’ wonen, ‘het stonk er naar pies’ en er zaten ‘vieze winkeltjes’. Net als de twee blokken met speculatiebouw aan de Busken Huetstraat (zie ensemble 10) is ook dit blok gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Het laat het kwaliteitsverschil zien tussen de vernieuwende ‘licht en lucht’-woningen en de speculatiebouw.

60

Spangen-Rotterdam

80.

77. Rhijnvis Feithstraat, 1933.

78. Gevel aanzichten aan de Mathenesserdijk, 1920.

Bouwdossier ensemble Mathenesserdijk Omschrijving: twee wooncomplexen aan de voet van de Mathenesserdijk Ontwerp: D.B. Logemann, in opdracht van de Gemeentelijke Woningdienst Bouwjaar: 1919-1920 Karakteristiek: monumentale gevelwand: verspringende dakpartij en nadruk op de toegangspartijen. Waardering: de bouwblokken hebben een hoge architectonische en stedenbouwkundige waarde en verkeren in een goede staat. Het complex is aangemerkt als beeldbepalend. Op de locatie aan de Rhijnvis Feithstraat zijn recentelijk twee nieuwe woningbouwcomplexen gebouwd (naar ontwerp van Hulshof architecten en Villanova architecten).

79. Plattegrond van de begane grond, 1920.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


9. Spaansebocht Bilderdijkstraat Van Lennepstraat:

gemeentelijke woningbouw van J.J.P. Oud en pleingevels van Meischke en Schmidt Ensembles

De blokken I en V waren twee grote gesloten bouwblokken, met plaats voor scholen in het binnenterrein, in de noord-westhoek van Spangen. Een deel was gereserveerd voor de bouw van 242 gemeentewoningen en een deel voor woningbouwcorporatie ‘Onze Woning’. Gemeentelijk architect J.J.P. Oud ontwierp drie zijden van elk bouwblok (Van Lennepstraat, Roemer Visscherstraat, Potgieterstraat en Spaanschebocht); de woningen aan de Bilderdijkstraat werden ontworpen door architectenbureau Meischke en Schmidt (dat overigens ook opdracht had gekregen voor de rest van de woningcomplexen aan de Bilderdijkstraat). De panden aan de Bilderdijkstraat werden vrijwel gelijktijdig gebouwd. De architecten Meischke en Schmidt waren bereid een aantal elementen zoals de verdiepinghoogte, de drie zwarte banden in de plint en het dak met de gootlijst over te nemen zodat de ‘bouwblokken gecompleteerd worden, zonder dat er onderbreking der gevelwanden plaats heeft’.27 Oud maakte in zijn ontwerp gebruik van een in Rotterdam en Amsterdam 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat

7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat

8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

81. Geveltekeningen van de complexen van J.J.P. Oud aan de Spaansebocht - Potgieterstraat - Roemer Visscherstraat, ca 1920. 82. Aanzicht vanuit het binnenterrein op de bouwplaats. ca 1920. 83. Overzichtsplattegrond van de door J.J.P. Oud gebouwde complexen, ca. 1920. In een Franse publicatie werd de bouw van de gemeentewoningen gepubliceerd.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

61


al vaker toegepaste standaard plattegrond, dat hij echter moest aanpassen, om bijvoorbeeld esthetische redenen, maar ook omdat de stedenbouwkundige plattegrond in deze hoek niet erg meewerkte: met scherpe en stompe hoeken en een onregelmatig gebogen rooilijn langs de Spaanschebocht.

Westervolkshuis Op het binnenterrein van de Roemer Visscherstraat stond het ‘Westervolkshuis’, officieus opgericht in 1928 en officieel in 1933. Het richtte zich met cursussen op alle leeftijdsgroepen. Doelstelling was het bevorderen van de ‘ontwikkeling, beschaving en levensgeluk van jeugdige en volwassen personen in het westelijk stadsdeel.’ Het Westervolkshuis had een belangrijke plaats in het leven van Spangen, vooral voor de bevolking die zich uit kerkelijke bindingen had losgemaakt. Het merendeel van de volwassen bezoekers stemde S.D.A.P. en ook een aantal vrijwillige medewerkers was de socialistische zijde welgezind, maar het volkshuis stelde zich echter strikt onpolitiek op. Er waren kostuumnaaiclubs, clubs van jeugdige werklozen, bejaardenclubs, toneelcursussen en taallessen. Alles onder leiding van vrijwilligers, zoals de arts Ten Bokkel Huinink die in Spangen een praktijk had en E.H.B.O. lessen gaf. Jaarlijks gingen de verschillende groepen met vakantie naar het buitenverblijf ‘Ons eigen nest’ in Oostvoorne.

Scholen op binnenterreinen In de twee grote bouwblokken (en in die van het Borgerblok) waren scholen geprojecteerd. Bij de scholenbouw werd in Spangen, in tegenstelling tot de vernieuwingen in de volkshuisvesting, vastgehouden aan de

62

Spangen-Rotterdam

gebruikelijke praktijk van het bouwen van scholen op binnenterreinen. Dit was aanvankelijk niet de bedoeling. Gemeentelijke stedenbouwkundige P. Verhagen had eerder (in 1913) ontwerpen gemaakt waarbij de openbare gebouwen, inclusief scholen, juist als blikvangers ingezet werden, op belangrijke plekken in de stedenbouwkundige structuur. In het definitieve plan voor de wijk werden een drietal bouwblokken opgerekt zodat de binnenterreinen plaats konden bieden aan maar liefst vijf scholen. In Rotterdam werd aan deze bouwwijze jarenlang (vanaf ca. 1890 tot 1915) de voorkeur gegeven om verschillende redenen. Gelegen op een binnenterrein, geheel door hoge gebouwen van de straat afgescheiden, kon aan een school de meest rustige ligging gegeven worden. De ligging had als tweede voordeel de geringe kosten, die aan de architectuur van het gebouw besteed hoefde te worden, het stond immers toch niet in het zicht. Tevens waren de gronden goedkoper. Het systeem was echter niet vrij van kritiek. Het Tijdschrift voor Sociale Hygiëne wijdde in 1909 al een artikel aan deze manier van bouwen. Als nadelen werden aangevoerd: niet voldoende lucht- en lichttoetreding, de overbouwde toegangen vormden vaak tochtgaten en van de grote hoogte van sommige schoolgebouwen ondervonden omwonenden last. Ook architect J.J.P. Oud was niet overtuigd: ‘De poortgebouwen [bevatten] de toegangen tot de scholen-complexen, welke ook hier, evenals bij de andere bouwblokken met ruime achterterreinen, op de binnenplaatsen gesitueerd zijn. Gelukkig wordt dit arrangement meer en meer verlaten; rustige ligging der scholen is bij weloverwogen stadsaanleg ook aan de straten te verkrijgen en architectonisch goed verzorgde gebouwen van deze beteekenis zijn te waardevol stedebouwkundig mate-

84 - 86. Plattegronden voor scholencomplexen op de binnenterreinen van drie woonblokken in Spangen, 1919. Boven: het blok tussen de Bilderdijkstraat, Van Lennepstraat, Potgieterstraat en de Spaansebocht woonblok. Linksonder: het blok tussen de Bilderdijkstraat, Van Lennepstraat, Roemer Visscherstraat en de Spaansebocht. Rechtsonder: het Borgerblok.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


< 87. Het principe van scholenbouw op bin- riaal, dan dat ze aan het uiterlijk aspect der nenterreinen, uitgelegd bij een artikel in stad onthouden zouden mogen worden.’28 het tijdschrift voor Sociale Hygiëne in 1909. Spangen was een van de laatste wijken met scholen op binnenterreinen. In Tussendijken V 88 - 90. Gevel en speelplaats van het koos men ervoor de scholen te bouwen op scholencomplex in het binnenterrein van prominente plekken, als belangrijke stedenhet woonblok tussen de Bilderdijkstraat, bouwkundige bouwstenen. Van Lennepstraat, Roemer Visscherstraat Dat er minder geld aan de architectuur werd en de Spaansebocht. besteed omdat de panden niet direct zichtbaar waren betekent niet dat er niet aan ontworpen is of dat de panden geen architectonische waarde hebben. Alle openbare scholen in de stad werden ontworpen door de subafdeling Stadsuitbreiding en gebouwen van de Dienst Gemeentewerken (de opdeling in afdelingen komt uit 1912). Bij de oprichting waren er de volgende architecten werkzaam: A.J.Th. Kok, D.B. Logemann, M.J. Granpré Molière en G. Diehl. De samenstelling van deze dienst veranderde regelmatig. Vooral Molière ontwierp veel scholen. Hij was het echter zeer oneens met de bouwwijze in bouwblokken, en vertrok om deze reden al in 1914 bij de Dienst. Architect Walter Dahlen was zijn opvolger; hij ontwierp in de daaropvolgende jaren een groot aantal scholen in Spangen en Tussendijken. De twee lagere scholen (een meisjes- en een jongensschool) in het Borgerblok zijn in ieder geval van zijn hand en werden geopend in 1924. Het is zeer waarschijnlijk dat Dahlen ook de andere scholen in Spangen ontwierp.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

63


Aanbeveling Ook al was het niet direct vernieuwend: de scholen op de binnenterreinen zijn een wezenlijk onderdeel van het stedenbouwkundig plan van de wijk Spangen, en tevens architectonisch en typologisch van waarde. In deze verkenning zijn ze hoog gewaardeerd (zie architectonische waarderingskaart). De beschermde en afsluitbare locatie waarop de scholen zich bevinden is ook tegenwoordig een pluspunt. Het is aan te bevelen de scholen op de binnenterreinen zoveel mogelijk te handhaven. Aandachtsgebied is de overgang tussen de privĂŠ-tuinen en het schoolterrein, nu vaak opgelost met hoge schuttingen.

91. Uitbreidingsplan Spangen 1913. In deze niet-uitgevoerde variant zijn de scholen en de kerken prominente blikvangers in de wijk. Om financiĂŤle redenen werd gekozen voor de bouw van scholen op binnenterreinen. In Tussendijken lukte het wel om de scholen tot ankerpunten te maken.

64

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


< 92. Hoek Spaansebocht - Bilderdijkstraat, ca 1920. De Gemeentelijk woningbouw van Oud wordt gekenmerkt door een doorlopende betonnen band in de plint en de gevel met een dubbele rooilijn. ^ 93. Hoek Spaansebocht - Bilderdijkstraat, 2009. Aan de gevelwanden is veel veranderd door de stadsvernieuwing. De schuine kap is vervangen door een extra verdieping met plat dak. De gevels zijn deels bekleed met kunststofplaten en de houten kozijnen zijn vervangen door kunststof kozijnen. Wel zijn de betonnen banden in de plint van Oud herkenbaar gebleven. v 94. Plattegrond ‘normaaltype’ toegepast in de gemeentelijke woningbouw door J.J.P. Oud, 1920.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

v 95. Kleurenschema van de straatgevels van de gemeentelijke woningbouw, door Th. van Doesburg 1918 (niet uitgevoerd).

E n s e m b l e s

65


98. Bouwdossier ensemble blokken I en V

^ 96. De Potgieterstraat in 1920. Gemeente- lijke woningbouw van architect J.J.P. Oud. < 97. Hoek Bilderdijkstraat - Van Lennep- straat, 2008.

66

Spangen-Rotterdam

Omschrijving: twee bouwblokken ter weerszijden van de Bilderdijkstraat Ontwerp: drie zijden van elk bouwblok werden ontworpen door architect J.J.P. Oud (Van Lennepstraat, Roemer Visscherstraat, Potgieterstraat en Spaanschebocht)/ de vierde zijde door Bureau Meischke & Schmidt (Bilderdijkstraat) Bouwjaar: 1918-1920 Karakteristiek: smalle raampartijen, drie zwarte/donkergrijze banden in de plint, uitsparing op de hoeken. Waardering: de bouwblokken van Meischke en Schmidt hebben een hoge architectonische en stedenbouwkundige waarde en verkeren in een goede staat. Het complex is aangemerkt als beeldbepalend. De blokken van J.J.P. Oud zijn aangetast: een extra verdieping is er opgezet en de ritmiek in de gevel is afgevlakt door op de meeste plekken een volledig nieuwe vensterindeling. Typologisch, stedenbouwkundig en als onderdeel van het oeuvre van architect J.J.P. Oud van waarde. Het complex is aangemerkt als: beeldondersteunend.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

99. Het Borgerblok gezien vanaf de hoek Toussaintstraat - Nicolaas Beetsstraat, 1919.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

10. Toussaintstraat Borgerstraat Busken Huetstraat:

een monumentaal bouwblok met scholen en tóch een stukje alkoofwoningen in Spangen De grond in de polder Spangen werd niet opgehoogd om de prijs van de geplande arbeiderswoningen niet te hoog te laten worden. De peilen waren bepaald op 0.40 meter onder Rotterdams Peil, ‘overeenkomende met dat van de overige polderstad van Rotterdam en alzoo ongeveer 0.60 meter boven het bestaande maaiveld’. Ophoging was funderingstechnisch niet nodig, en het zou na ophoging nog minstens vijf jaar duren voordat er, na opdroging en inklinking, gebouwd zou kunnen worden – en dat was gelet op de woningnood onverantwoord. De lage ligging had tevens als voordeel, dat er tunnels onder de spoorbaan konden worden aangelegd, in plaats van gevaarlijke en stagnerende gelijkvloerse spoorwegovergangen. Het gevolg was dat de woonwijk Spangen als een polder moest worden drooggemalen. Dit gebeurde met behulp van een elektrisch gemaal. De bestaande poldersloot langs de spoorlijn integreerde Verhagen in zijn groenontwerp als natuurlijk ogende singel. De poldersingel liep

E n s e m b l e s

67


van het Marconiplein tot ongeveer ter hoogte van het Borgerblok. Er was geen directe verbinding met de Schie: het water werd op peil gehouden door middel van een gemaal.

Borgerblok Het Borgerblok bestond uit 204 gemeentelijke woningen. De ontwerper is de gemeentelijke architect D. B Logemann, die ook de woningen aan de Mathenesserdijk heeft ontworpen. In het blok werden drie lagere scholen gebouwd door gemeentelijk architect Walter Dahlen. (zie ook Ensemble 9: Scholen in bouwblokken). De golving in de oostelijke gevelwand van het Borgerblok is te verklaren door de knik in de Spangense kade. Het vaarwater van de Delfshavense Schie had Verhagen aan de oostzijde verbreed tot een bassin voor laden en lossen. Aan de Spangense kant was aan de oever een ruime loskade en rijweg ontworpen. Langs deze oever, ten oosten van het Borgerblok aan de Busken Huetstraat stonden twee blokken alkoofwoningen, gebouwd door speculatiebouwers. Dit was niet ‘Des Spangens’, er was hard voor gevochten deze donkere, ouderwetse woningen uit de wijk te houden. Waarschijnlijk om financiële redenen werden op de laatste open plekken in de wijk speculatiebouw toegestaan (ook aan de Van Harenstraat stond een dergelijk blok). Deze tweede golf bewoners kwam, in tegenstelling tot de eerste inwoners (werkzaam bij de spoorwegen, politie, havendouane en stadhuis) uit de oude stadskern en behoorden tot de ongeschoolde arbeidersbevolking. Het is interessant te zien dat juist hier de beruchte drugspanden kwamen en dat deze bouwblokken als eerste gesloopt zijn: het laat het kwaliteitsverschil tussen de vernieuwende ‘licht en lucht’-woningen en de speculatiebouw zien.

68

Spangen-Rotterdam

Aanbeveling De kwaliteit van het Borgerblok zit in de architectuur van het blok zelf en de scholen daarbinnen én in het besloten karakter. Rond het blok spelen twee opgaven: het terugbrengen van de boezemsloot; dus het maken van een nieuwe beëindiging door een groene wijkrand en het ontwikkelen van de locatie Schieoevers 1. De ontwerpopgave ligt in het behouden van de bestaande kwaliteiten en het omzetten van de opgaven naar kwaliteiten.

100. Het Borgerblok vanaf de Spangesekade.

103. Bouwdossier ensemble Borgerblok

Het is aan te bevelen een nieuwe beëindiging van de poldersloot langs de Spangensekade landschappelijk in plaats van stedenbouwkundig op te lossen.

101. School in het binnenterrein van het Borgerblok.

Omschrijving: Rechthoekig bouwblok met 204 gemeentelijke woningen aan de Borgerstraat. In het binnenterrein zijn scholen gesitueerd. Ontwerp: architect D.B. Logemann Bouwjaar: ca. 1920 Karakteristiek: verspringende gevel en bouwhoogte zorgen voor een interessant gevelbeeld. Kromming in het oostelijk deel van het bouwblok. Waardering: Gaafheid aangetast door de opgehoogde gevels, afgehakte topgevels en balkons. Beeldondersteunend maar vooral van typologische en programmatische waarde: een gesloten bouwblok met voorzieningen op het binnenterrein.

< 102. Het Borgerblok in 1940. De bebouwing ten oosten van het Borgerblok was gebouwd door particulieren. De Spaansebocht liep tot aan de Spangesekade en werd beëindigd door een gemaal.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


11. Justus van Effenstraat en Pieter Langendijkstraat: het hoekje voor het experiment

E

104. Gevelwanden van de gemeentelijke woningbouw aan de Pieter Langendijkstraat door J.J.P. Oud, 1920.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

In de Pieter Langendijkstraat zien we Oud’s poging tot oplossing van de geleding van een lange straatwand, in het Justus van Effenblok Brinkman’s innovatie van het omkeren van de traditionele openbare ruimte. De twee blokken vormen als duo een stolling van het Rotterdamse woningbouwbeleid rond 1920. Zowel in hun interieur als exterieur vormen de blokken een afspiegeling van de zoektocht naar betere plattegronden en een staalkaart van de ontwikkeling van de woningtypologie en de maximalisatie van stedelijke dichtheid.

E n s e m b l e s

69


Pieter Langendijkstraat (blok VIII) Voor het langgerekte blok aan de Pieter Langendijkstraat had gemeentelijk architect J.J.P. Oud in 1918 een vernieuwende opzet ontworpen. Deze eerste verkavelingsplannen voor dit blok suggereren een compleet door de gemeente ontworpen en te bouwen bouwblok met een galerij ontsluiting vanaf het binnenterrein. In 1918 was Oud als ontwerper in dienst bij de Bouwpolitie en Woningdienst van de gemeente Rotterdam gekomen, die onder leiding stond van Auguste Plate. Plate presenteerde het voorstel van Oud, voorzien van een situatieschets, een doorsnede en woningplattegronden in september 1918 bij de Commissie voor Volkshuisvesting. De Woningdienst, geconfronteerd met de hoge bouwprijzen in en na de Eerste Wereldoorlog, probeerde met dit nieuwe woningtype economischer te bouwen.29 Plate schreef: ‘Bij het ontwerp heeft de gedachte voorgezeten dat door centraliseering van de trapruimten een voordeeliger bouwoppervlak met behoud van dezelfde woonruimte mogelijk moet zijn.’30 Van uitvoering van dit plan aan de Pieter Langendijkstraat kwam het niet. Toen duidelijk werd dat het grootste gedeelte van het terrein uiteindelijk door particuliere bouwers zou worden gevuld werden de mogelijkheden tot verder experimenteren aanzienlijk beperkt. Oud was uit oogpunt van stedenbouw niet erg gelukkig met dit architectonische ‘plakwerk’. In zijn toelichting schreef hij: ‘Een dergelijk procédé – uit architectonische overweging al moeilijk te verdedigen – bevredigt ook practisch niet. Wenscht men aandacht aan het stadsbeeld als geheel te schenken en toch de architectuur door wederzijdsch geven en nemen niet ongunstig te beïnvloeden, dan voldoet beter een later toegepaste werkwijze,

70

Spangen-Rotterdam

< 105. Gevelwand Pieter Langendijkstraat , 1919. Ook in dit blok heeft Oud gebruik gemaakt van een betonnen band op de plint. De entrees en de hoeken zijn verbijzonderd met betonnen luifels. << 106. Axonometrie van het Pieter Langendijkblok. ^ 107 - 108. Gevelwanden aan de Pieter Langendijkstraat, 2008. De gevels hebben door de stadsvernieuwing een andere uitstraling gekregen. De gevel is bekleed met isolerend stucwerk en de houten kozijnen zijn vervangen door kunststof. Tevens is de bovenste verdieping van de lange wand gesloopt waardoor de verhouding van het blok verloren is gegaan.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


waarbij de verschillende bouwcomplexen gegroepeerd worden en onderling aansluiten door middel van kleine eenigszins lagere en meer naar achteren gebouwde overgangsobjecten. Hierdoor wordt de zelfstandige uitbeelding van elk der complexen niet belemmerd, maar blijven ze zooveel mogelijk op zichzelf verschijnen, zonder nochtans de onttakelden aanblik op te leveren, die onzen tegenwoordigen straten eigen is. Bevredigend is overigens ook deze oplossing nog niet.31 In plaats van het complete bouwblok ontwierp Oud slechts de gevelwand aan de Pieter Langendijkstraat. De korte zijden van het bouwblok (met winkels op de hoeken) waren tevens in handen van particulieren, zij waren het ermee eens dat Oud de gevels ontwierp. Oud schreef hierover: ‘Uit stedenbouwkunstige overwegingen zijn tussen de lange gevel aan de Pieter Langendijkstraat en de langen gevel van het blok van de particuliere bouwondernemers, korte gevels ontworpen, die architectonisch een overgang tot stand brengen tussen het uiterlijk van de beide vrij heterogene woninggroepen.’32 Blok VIII is daarmee een merkwaardig compromis geworden van deels eigenbouw, deels ontwikkeling door de Woningdienst. ^ 109. Hoek aan de Pieter Langedijkstraat en de Potgieterstraat, 2008.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Het ontwerp was een verbeterde versie van de blokken aan weerzijden van de Bilderdijkstraat (blokken I en V), die volgens Oud nog vrij conventioneel van indeling waren.33 In de blokken aan de Pieter Langendijkstraat en aan de Van Harenstraat (blok IX, inmiddels gesloopt) is het prototype te vinden van de woningindeling zoals die later bij de gemeentelijke blokken in Tussendijken als standaardsysteem in grote oplage zijn toegepast. De belangrijkste woonruimten, zoals woonkamer en slaapkamer, zijn zoveel

mogelijk aan de binnenterreinen gelegen, de overige ruimten aan de straatkant. Elk pand herbergt vier gezinnen (in één pand waren twee flats met twee maisonnettes ondergebracht): een gemeenschappelijke ingang en trappenhuis vormen de toegang van waaruit de afzonderlijke woningen bereikbaar zijn. Oud: ‘Het normaaltype (standaard plattegrond) bevat 4 woningen; één woning op de begane grond één dito woning op de 1e verdieping, terwijl op de 2e verdieping een splitsing plaats heeft, waardoor de vertrekken van elk der beide bovenste woningen over de 2e en de 3e verdieping verdeeld liggen.’34 Voordeel van deze indeling was dat er geen woonkamers op de derde verdieping lagen of net onder de kap. De woningbouw van Oud in Spangen was een doorbraak, maar allerminst een eindstation. Typologisch zijn de blokken die Oud maakte minder interessant dan het Justus van Effencomplex. De ontsluiting van de woningen was betrekkelijk traditioneel, al probeerde Oud de toegangsdeuren zoveel mogelijk in groepen te concentreren. De oriëntatie van de woningen op de binnenterreinen, die rustig waren en lichter omdat ze veel breder dan de straten, was ook elders al toegepast. Tijdens de stadsvernieuwing zijn de bijzondere woningplattegronden achter de gevel verdwenen, is gevelisolatie toegepast en, het meest ingrijpende, is de bovenste verdieping van het complex afgehaald.

Aanbeveling Door de ingrepen uit de stadsvernieuwing is vooral het middendeel van het complex moeilijk te waarderen. Waarde geven de gevelbanden, de raamopeningen en misschien nog wel het belangrijkste: de naam van de

E n s e m b l e s

71


architect. De koppen van de blokken (gevelontwerp van Oud) zijn wel hoog te waarderen, want zijn nog vrijwel intact. Plaatsing op de gemeentelijk monumentenlijst is af te raden. In geval van nieuwbouw zijn de randvoorwaarden: het behouden van de koppen, het doorzetten van de gevelbanden, bouw in vier bouwlagen en terughoudendheid in ontwerp.

Justus van Effencomplex (blokken VI en VII) Blokken VI en VII, het zogenaamde ‘Justus van Effencomplex’ (1918-1922) is een voorbeeld van ‘moderne hofjesbebouwing’ waarin 264 woningen werden gerealiseerd. In volkshuisvestelijke kringen werd sinds 1910 over dit bebouwingstype gediscussieerd.35 Het werd gezien als recycling van een oude typologie die de bewoners tot grotere saamhorigheid zou aansporen en de anonimiteit van het grote stadsleven - met de bijbehorende risico’s van verval en vervreemding - kon verminderen. In plaats van de gehate scholen op binnenterreinen bevatte deze binnenplaats tuinen, banken en een gemeenschappelijk was- en badhuis. Een galerij van twee meter breed moest de bezwaren van de troosteloze kazernebouw in lange straten ondervangen. Revolutionair was dat de melkboer en de bakker aan de deur kwamen door hun karren – via goederenliften - de hooggelegen galerijstraten op te rijden. Een openbare straat loopt dwars door het complex. De woningen waren voorzien van centrale verwarming en stortkokers voor de vuilnis. De galerij in de lucht gaf de bewoners van de bovenwoningen het gevoel een ‘vrije woning’ te bezitten, ‘het ideaal van elk rechtgeaard Hollander’, zo schreef het Tijdschrift voor Stedebouw en Volkshuisvesting in 1924.

72

Spangen-Rotterdam

Aanbeveling De inrichting van het binnenterrein was onderdeel van het totaalconcept van het Justus van Effenblok. Naast het interieur en exterieur van de bebouwing is een zorgvuldig (her) ontwerp en beheer van de openbare ruimte, maar ook van de privé-tuinen van belang. Het groene karakter kan versterkt worden door het terugbrengen van de collectieve platsoenen rondom het badhuis.

^^ 110. Het binnenterrein van het Justus van Effencomplex, 1924. ^ 111. De tuinen van de grondgebonden woningen in het Justus van Effencomplex, ca 1950. > 112. Galerij en gevels van het binnenterrein, 1923.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


117. Bouwdossier ensemble Pieter Langendijkstraat/Justus van Effenstraat Pieter Langendijkstraat Omschrijving: langgerekt bouwblok aan de Pieter Langendijkstraat, kopgebouwen aan de Van Harenstraat en Potgieterstraat Ontwerp: J.J.P. Oud Bouwjaar: 1919-1920 Karakteristiek: drie gevelbanden in de plint, verbijzonderde hoeken Waardering: het langgerekte bouwblok aan de Pieter Langendijkstraat is aangetast: er is een verdieping afgehaald en gevelisolatie aangebracht. De kopgebouwen zijn nog wel in goede staat.

^ 113 - 115. Buitengevel en binnenterrein van het Justus van Effencomplex, 2008. De buitengevels en de binnengevels van dit Rijksmonument worden gerestaureerd. > 116. Plattegrond van het Justus van Effencomplex, 1920. In het binnenterrein zijn voor de grondgebonden woningen tuinen opgenomen. Daarnaast waren er ook plantsoentjes voor collectief gebruik. Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Justus van Effencomplex Omschrijving: 264 woningen in een gesloten ‘superblok’ Ontwerp: M. Brinkman Bouwjaar: 1920 Waardering: Het complex heeft de status van rijksmonument.

E n s e m b l e s

73


118 De Spangesekade vanaf de Mathenesserbrug, 2008 > 119 - 120. De nieuwe blokken door architectenbureau Mecanoo, 2008. Boven: ter hoogte van de Genestetplein vanuit de Nicolaas Beetstraat. Onder: ter hoogte van de Toussaintstraat. >>121. De Spangesekade, 1944. De bebouwing op deze afbeelding is gesloopt om plaats te maken voor de nieuwbouwblokken van Mecanoo.

74

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

12. Spangensekade Genestetplein Nicolaas Beetsstraat: nieuwe blokken langs de Schie door Mecanoo

E n s e m b l e s

75


De oostrand was niet dat deel van Spangen dat bij voorkeur op ansichtkaarten verscheen. Prijkten het P.C. Hooftplein, de Van Lennepstraat, Da Costastraat of de Mathenesserdijk met regelmaat op een briefkaart, op de bebouwing in de omgeving De Genestetstraat en –plein was men niet trots. Hier had de speculatiebouwer het gewonnen. Door de economisch mindere tijden waren deze gronden verkocht aan particuliere ondernemers, waarmee de gebruikelijke, maar in Spangen absoluut niet gewenste alkoofwoningen, verrezen. Toen in de jaren ’30 het terrein van houthandel Van de Wetering werd aangekocht was het de bedoeling langs de Spangesekade pakhuizen te bouwen. Uiteindelijk, wederom uit economische motieven, werd de bestemming gewijzigd naar wonen. Recent zijn maar liefst zeven woonblokken gesloopt voor de bouw van nieuwe woningen, ontworpen door architectenbureau Mecanoo.

124. Bouwdossier ensemble Schieoevers Langs de Schieoevers zijn zeven woonblokken gesloopt om plaats te maken voor het project Schieoevers II: twee woonblokken met 240 appartementen van architectenbureau Mecanoo.

De Spangesekade was een echte werkkade: stenig ingericht met grote kasseien. Het pontje naar het Aelbrechtsplein vertrok hier.

^ 122. De Spangesekade richting het noorden, 1931. Rechts het overzetpondje naar het Aelbrechtsplein. > 123. De Spangesekade richting het zuiden, 2008. De kade is ingericht als een groen wandelgebied, veel gebruikt door medewerkers van bedrijfjes in de Van Nellefabriek.

76

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat 8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

13. Wallisweg Balkenstraat:

het terrein van houthandel van de Wetering, pas vanaf 1930 bebouwd Gemeentelijk stedenbouwkundige Pieter Verhagen maakte een ontwerp voor het gehele niervormige gebied tussen de Schie, de Spaanschebocht en de Mathenesserdijk. Op de plankaart is echter een smalle streep te zien in de zuidoosthoek, dwars door een aantal geprojecteerde bouwblokken. Dit terrein was eigendom van de houthandel W.S. van de Wetering en co en heette het ‘Balkengat’, een naam die verwees naar het water waar het hout in dreef voordat het gezaagd werd. Verhagen had het Balkengat in zijn definitieve verkaveling voor Spangen (p. 7, afbeelding 4) dan ook buiten het ontwerp gehouden.

> 125. Plattegrond van de straataanleg op

het terrein van het ‘Balkengat’, 1930. ^ 126. Luchtfoto van het Balkengat, 1934. De aanleg van straten en bebouwing in dit gebied is in volle gang.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Het gebied kwam in 1930 in handen van de gemeente. Toen paste een dergelijk bedrijf niet meer in het omringende stedelijk gebied.36 Tot die tijd stopten de panden bij de eigendomsgrenzen. Verhagen was inmiddels een eigen bureau begonnen met Granpré Molière en Kok. De Woningdienst vraagt Molière en Verhagen alsnog hun plan af te ronden, zodat de sfeer van de ‘mooie binnenterreinen’ niet door particuliere bouwers teniet zou wor-

E n s e m b l e s

77


den gedaan. Alleen bij exploitatie van een geheel blok in één hand was ‘ernstig cultureel verlies’ te voorkomen.37 De grond die ter beschikking kwam werd aan een organisatie van bouwondernemers verkocht, mits de gemeente kon blijven beslissen over de verkaveling en de bestemming. Er bleek geen belangstelling te zijn voor het blok direct aan de Delfshavense Schie. Hier lag een verplichting pakhuizen te bouwen, een bestemming waar bouwers, net na de economische crisis, nog steeds huiverig voor waren. Waarschijnlijk is om het blok toch te verkopen de bestemming gewijzigd naar wonen, naar ontwerp van architect A. Krijgsman werd vervolgens het ‘Wallisblok’ gebouwd. Ook de reeds bestaande bouwblokken werden afgebouwd: op de hoek Vosmaerstraat-Nicolaas Beetsstraat bouwde ondernemer D.J. Punt naar ontwerp van de Rotterdamse architect J. Soetekouw een complex van 14 alkoofwoningen. Tien jaar later lijkt er van het streven naar vernieuwende woningplattegronden weinig meer over: in een krantenartikel in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 4 mie 1934 werd zelfs gemeld dat de woningen ‘grootendeels de gewone Rotterdamsche alcoofwoningen’ zijn. ^^ 127. Uitsnede van de plattegrond van

Rotterdam, 1900. In geel: het gebied van het Balkengat. Daaromheen bevindt zich de bebouwing van de houthandel W.S. van de Wetering en co. en een gemeentelijke begraafplaats ^ 128. Gevelaanzichten complex aan de Mathenesserdijk, J.H. van den Broek, 1937. > 129. Woningen aan de Mathenesserdijk door J.H. van den Broek, foto 2008. > 130. Het Wallisblok aan de Wallisweg, architect A. Krijgsman, 2008.

78

Spangen-Rotterdam

Aanbeveling De punt bij de Mathenesserbrug is ontworpen door J.H. van den Broek, het Wallisblok door A. Krijgsman. Door de vele verbouwingen (oa Wallisblok) door particulieren en woningbouwverenigingen ontwikkelt dit gebied met haar hoogwaardige jaren ’30 architectuur zich tot een populair woonmilieu. De sfeer en uitstraling van de architectuur is overeenkomstig die in de rest van Spangen; sober, maar zorgvuldig vormgegeven. Beschouw de jaren ’30 toevoeging bij toekomstige ontwikkelingen als integraal onderdeel van de wijk Spangen.

131. Bouwdossier ensemble Wallisstraat, Balkenstraat Omschrijving: woningcomplexen op het voormalige terrein van houthandel Van de Wetering. Ontwerp: J.H. van den Broek, A. Krijgsman, J. Soetekouw (zie ook architectenkaart) Bouwjaar: 1930-1935 Karakteristiek: De bouwblokken zijn ongeveer tien jaar later ontworpen dan de overige bebouwing in Spangen en dat komt tot uiting in de architectuur. Karakteristiek zijn de stalen ramen en balkons, de smalle baksteen. Waardering: Het complex van Van den Broek heeft de status van rijksmonument. De overige bouwblokken hebben een hoge architectonische en stedenbouwkundige waarde en verkeren in een goede staat: ze zijn aangemerkt als beeldbepalend of beeldondersteunend.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


14. Mathenesserdijk bovendijks:

een verzameling objecten

Ensembl

1. Huygen 2. Spartas 3. van Len Nicolaa 4. Coornh Spiegel 5. Bilderdi 6. Betje W Aagje D

7. Multatu Starings

8. Mathen Rhijnvis 9. Spaanse van Len 10. Toussai Busken 11. Justus v Pieter L 12. Spange Nicolaa 13. Wallisst 14. Mathen

15. Mathen

Het bovendijkse deel van Spangen was in de eerste plannen (ca. 1913) van Verhagen samen met de wijk Tussendijken als één ontwerp opgevat. In 1915 besloot de gemeente echter om vanaf de toekomstige brug over de Delfshavense Schie een rechte weg (de Mathenesserweg) naar het Marconiplein aan te leggen. Het voordeel was dat de oude Mathenesserdijk zo ontlast werd van het doorgaand verkeer, maar de weg had als nadeel dat hij als sterke scheiding werkte en beide stadsdelen niet lager als één ruimtelijke compositie konden worden ontwikkeld.

132. Mathenesserdijk, ca 1925. Links: ‘de put’ van Spangen, met enkele complexen in aanbouw.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Het resultaat was dat bovendijks Spangenmeer een verzameling objecten, dan als een samenhangend ensemble ontwikkeld werd. In bovendijks Spangen is veel stadsvernieu-

E n s e m b l e s

79


wing uitgevoerd alsmede nieuwbouw op de plaats van de vroegere Sint Nicolaaskerk, die precies in de as van de Huygensstraat aan deze zijde afsloot. Het Kasteel van Sparta en de kerk: twee bakens in Spangen. Toch kent het gebied nog een aantal interessante objecten uit de bouwtijd zoals de Mathenesserhof en de parochiale bewaarschool St. Theresia. De school maakte deel uit van de, in 1924 gestichte parochie Sint Nicolaas. Hier waren de 2400 katholieke gezinnen in Spangen bij aangesloten (peiling 1936). In 1927 volgden aan de Mathenesserdijk de lagere scholen ‘Sint Maria’ (meisjes) en ‘Sint Jozef’ (jongens). De inwoning van zusters in het parochiale zusterhuis en hun aanwezigheid bij binnen- en buitenkerkelijke samenkomsten zorgde in Spangen voor een ‘sfeer van katholiek leven, waarvan de eigenaardige weldaad minder goed onder woorden te brengen, dan aan te voelen is.’ Het complex Mathenesserhof van architecten J.H. de Roos en W.F. Overeynder uit 1926 is een toekomstig gemeentelijk monument. Het werd gebouwd in opdracht van Henrica van Rossem (overleden in 1922) die in haar testament als haar laatste wil had laten vastleggen dat Rotterdam verrijkt zou worden met een woongebouw ter huisvesting van armlastigen. De woningen zijn gegroepeerd rond een binnentuin. Het complex is in 1989 gerenoveerd door Hulshof Compagnons. De oorspronkelijk 56 kleine woningen werden vergroot tot 31 twee- of driekamerwoningen.

133. Bouwdossier ensemble Mathenesserdijk bovendijks De gesloten gevelwanden aan de Mathenesserweg en Mathenesserdijk zijn hoog gewaardeerd, de bebouwing in het binnengebied als indifferent: hier is ruimte voor verandering. Het complex Mathenesserhof van architecten J.H. de Roos en W.F. Overeynder uit 1926 is een toekomstig gemeentelijk monument.

133. Gevelwand Mathenesserdijk, 2008. >> 134. Appartementencomplex aan de Mathenesserstraat 1953, J.H. de Roos & W.F. Overeynder. > 135. P. Verhagen, uitbreidingsplan voor Spangen en Tussendijken 1914. ^

80

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


136. De parochiale bewaarschool St. Theresia, 2008.

137. Appartementencomplex ‘Mathenesserhof’ aan de Mathenesserstraat door J.H. de Roos & W.F. Overeynder, foto 2008.

138. Woningbouwcomplex van W. Patijn aan de Mathenesserdijk, foto 2008.

139. Het Spiekmanmonument zonder banken, Mathenesserdijk, foto 2008.

140. Mathenesserdijk richting de Mathenesserbrug, foto 2008.

Aanbeveling Van belang zijn de randen van het gebied: de Mathenesserdijk en de Mathenesserweg (van der Vlugt, zie ensemble 15). Ze zijn ontworpen als gevelwanden van twee belangrijke doorgaande routes. De randen geven het gebied identiteit. Het verdient aanbeveling er zorgvuldig mee om te gaan. Het middengebied is gefragmenteerder uitgevoerd, hier zit dan ook meer ruimte voor verandering, uiteraard rekening houdend met de maat en schaal van het stadsdeel en enkele te koesteren parels, zoals het Mathenesserhof en de bewaarschool.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

141. Mathenesserdijk richting het Marconiplein, foto 2008.

E n s e m b l e s

81


142. Wederopbouwplan Tussendijken, 1948. Na het vergissingsbombardement in 1943 werd een ontwerp gemaakt voor Tussendijken. Het Marconiplein was gedacht als een modern verkeersplein met verhoogde rijbanen. De Mathenesserweg werd verwijd om deze beter aan te laten sluiten op het Marconiplein, maar het verkeersknooppunt heeft nooit de verhoogde rijbanen gekregen. Geel: de naoorlogse bebouwing, grotendeels ritmisch gecomponeerde hoogbouw die de nieuwe uitstraling van het Marconiplein als verkeersmachine moest begeleiden.

82

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Ensembles 1. Huygensstraat - P.C. Hooftplein 2. Spartastadion en omgeving 3. van Lennepstraat - Spartastraat Nicolaas Beetsstraat 4. Coornhertstraat - Brederodestraat Spiegelstraat 5. Bilderdijkstraat - Da Costastraat 6. Betje Wolfstraat - Bellamystraat Aagje Dekenstraat 7. Multatulistraat - 1e & 2e Staringstraat - Vosmaerstraat

15. Mathenesserweg:

moderne verkeerscorridor

8. Mathenesserdijk onderdijks Rhijnvis Feithstraat 9. Spaansebocht - Bilderdijkstraat van Lennepstraat 10. Toussaintstraat - Borgerstraat Busken Huetstraat 11. Justus van Effen straat en Pieter Langendijksstraat 12. Spangesekade - Genestetplein Nicolaas Beetsstraat 13. Wallisstraat - Balkenstraat 14. Mathenesserdijk bovendijks N 15. Mathenesserweg

143. De verwijding van de Mathenesserweg met de vooroorlogse bebouwing van L.C. van der Vlugt (links) en de naaoorlogse bebouwing van Jos. en L.eo de Jonge (rechts). Het tweede blok in de linker straatwand is naoorlogs, architecten A. Krijgsman en W. Hamdorff . Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

83


Begin jaren ’20 was de bouw van de woonwijken Spangen en Tusschendijken in volle gang, waarop plannen werden gemaakt voor een van de belangrijkste wegen door het gebied: de Mathenesserweg. De Mathenesserbrug die in 1923 gereed kwam (ontworpen door gemeentearchitect M.P.J.H. Klijnen) maakte een snelle verbinding van Schiedam naar de Rotterdamse binnenstad mogelijk. Aan de route Mathenesserlaan, Mathenesserplein, Mathenesserbrug en Mathenesserweg werd het karakter van een moderne verkeerscorridor toegedicht. Vooral de architectuur langs de route moest aan hoge eisen voldoen; het streven van de gemeente was een uniform en voornaam straatbeeld.

Supervisie gevelontwerpen Architect Michiel Brinkman (1873-1925) had begin jaren twintig een opdracht gekregen om gevelontwerpen voor de Mathenesserlaan te beoordelen en eventueel te corrigeren. In 1921 kreeg hij van het gemeentebestuur een vervolgopdracht voor de 750 meter lange Mathenesserweg.38 Het was het voornemen de architect hier nog meer invloed te geven. Het doel was alle bouwplannen van particuliere ondernemers op elkaar af te stemmen door een samenhang in bouwhoogte, gevelritmiek en materialisatie. Brinkman diende voor alle elf bouwblokken langs de weg gedetailleerde gevelontwerpen te vervaardigen. De plattegronden en woningtypen achter de gevel waren de taak van particuliere bouwers die percelen aan de Mathenesserweg konden kopen. Het is typerend voor deze periode dat de gemeente vooral de nadruk legde op het architectonische beeld, in plaats van zich zorgen te maken over goede woningplattegronden achter de gevel. Voor de andere zijde van de bouwblokken - aan de Korfmakersstraat

84

Spangen-Rotterdam

^ 144. Marconiplein richting de Schiedamseweg, ca 1930. Links de bebouwing van L.C. van der Vlugt. Op de achtergrond de bebouwing aan de Rhijnvis Feithstraat. < 145. De Mathenesserbrug (voor) en de Mathenesserweg (achter), ca 1930. De kopgebouwen aan de Mathennesserweg, van bureau Brinkman en Van der Vlugt , horen bij het ensemble van het Mathenesserbrug en Mathenesserplein.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


en Mathenesserstraat, onzichtbaar voor het doorgaand verkeer – golden dergelijke voorschriften dan ook niet. De architectuur aan de zijstraten - haaks op de Mathenesserweg en wél zichtbaar - werd wel meegenomen. In 1925 stierf Brinkman en nam L.C. van der Vlugt (1894-1936), de nieuwe compagnon van zijn zoon J.A. Brinkman (1902-1949), de opdracht over. Van der Vlugt kreeg van de bouwondernemers de tekeningen van de plattegronden, waar hij het gevelontwerp voor maakte. Vervolgens werd door Van der Vlugt aan de ondernemer een gratis afdruk van zijn ontwerp verstrekt. Wanneer de plattegronden totaal niet strookten met de gevelwand die de architect voor ogen had, mocht hij de bouwer wijzigingen opleggen. Ook gaf hij goedkeuring aan materiaalsoort, geveldetails en verfkleur. De bebouwing langs de route werd in jaren 1925-1928 voltooid.

Architectuur

<< 146. De Mathenesserweg richting de Mathenesserbrug, 1927. De achterste gebouwen zijn ontworpen door bureau Brinkman en van der Vlugt. De gevels van de voorste gebouwen zijn door L.C. van der Vlugt gesuperviseerd. < 147. Mathenesserweg richting Marconiplein, 2008. ^^148. Kopgebouw op de hoek Mathenesserweg - Grote Visserijstraat, 2008. ^ 149. Kopgebouw op de hoek Mathenesserweg - Mathenesserdijk, 2008.

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

Samenhang creëerde Van der Vlugt door een krachtige horizontale geleding, verlevendigd met balkons of erkers. Eenheid werd verkregen door doorlopende bakstenen borstweringen, witgepleisterde vloerbalken en grijze balkonranden en wit gepleisterde overstekken. De gevels zijn opgebouwd uit baksteen, afgewisseld door grijze natuursteen voor plinten en basementen. Speciale aandacht werd besteed aan de hoeken; die geaccentueerd werden door baksteenvlakken, balkons, venster die over de hoeken doorlopen of opengewerkte hoeken op de bovenste verdieping.39 Vooral aan de uiteinden van de Mathenesserweg werd veel aandacht besteed. De koppen richting de Mathenesserbrug werden volledig ontworpen door het bureau Brinkman en van der Vlugt. De kopgebouwen

E n s e m b l e s

85


aan het Marconiplein waren populair: in de archieven zijn voor het huidige Alheneblok verschillende bouwaanvragen gevonden, de meeste werden afgekeurd. Uiteindelijk was er een bouwer die zich wilde schikken naar het gevelontwerp van Van der Vlugt. De architect ontwierp een gevel met een afgeronde hoek met inpandige balkons. De bovenste verdieping lag iets terug. Het vergissingsbombardement op Tussendijken van 1943 verwoeste een deel van de bebouwing aan de Mathenesserweg. De noordelijke gevelwand werd hersteld aan de hand van een ontwerp van architecten Krijgsman en Hamdorff; een passende en terughoudende inpassing in een naoorlogse vormentaal. De zuidwand echter kreeg een volledig ander uiterlijk. Er lagen plannen van het Marconiplein een modern verkeersplein met verhoogde rijbanen te maken. De Mathenesserweg werd aan de zuidkant verwijd om ruimte te maken voor een goede aansluiting met het plein. Het plan is nooit doorgevoerd, maar de Mathenesserweg heeft er een merkwaardige, weglopende beeindiging aan overgehouden.

152. Het Alhenablok, 1930. Bouwdossier ensemble Mathenesserweg

150. Noordzijde van de Mathenesserweg nabij het Marconiplein, 2008. Het vergissingsbombardement heeft een blok verwoest. De naoorlogse toevoeging is ontworpen door A. Krijgsman en W. Hamdorff.

Aanbeveling Behoud het Alhenablok (architect J.C. van der Vlugt). Het blok is een essentieel onderdeel van het totaalconcept van een ‘moderne verkeerscorridor’ ter weerszijden van de Mathenesserweg.

Omschrijving: gevelwanden ter weerszijden van de Mathenesserweg ontworpen als onderdeel van het concept van een moderne verkeerscorridor. Ontwerp: gevels vooroorlogse blokken J.C. van der Vlugt, naoorlogse inpassing door bureau Krijgsman en Hamdorff. Bouwjaar: 1925, ca 1955 Karakteristiek: Bakstenen borstweringen, witgepleisterde vloerbalken en grijze balkonranden en wit gepleisterde overstekken geven eenheid. De gevels zijn opgebouwd uit baksteen, afgewisseld door grijze natuursteen voor plinten en basementen. Speciale aandacht werd besteed aan de hoeken. Waardering: de gevels (inclusief naoorlogse toevoeging) zijn van architectonische en cultuurhistorische waarde en zijn aangemerkt als beeldbepalend.

151. Uitgifte van de percelen van de koppen van de Mathenesserweg bij het Marconiplein, 1923. De beëindiging van de Mathenesserweg is anders uitgevoerd dan hier afgebeeld.

86

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


153. De Mathenesserbrug en het Mathenesserplein, ca 1930. Naar ontwerp van gemeentelijk architect Jos Klijnen (1923).

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

E n s e m b l e s

87


Nu alle ensembles in tekst en beeld zijn gedocumenteerd, is het mogelijk om een waardering te geven aan de verschillende bouwblokken. Ook hier geldt weer dat een bouwblok lastig als autonoom object gewaardeerd kan worden – het staat immers in verband met het naastgelegen blok en met het blok aan de overzijde van de straat, terwijl een compositie van bouwblokken samen een ‘buurt’ vormt. De waardering is daarom totstandgekomen vanuit verschillende criteria: de architectuurhistorische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde van een object, evt. de plaats van een object in het oeuvre van de architect en de gaafheid of herkenbaarheid van het object.

Toelichting architectonische waardering Spangen heeft vier rijksmonumenten: Het Justus van Effenblok, de ingangspartij van de Spartastadion het Kasteel, het bouwblok aan de Mathenessedijk / Spangesekade van J.H. van den Broek en de Mathenesserhof in bovendijks Spangen. Beeldbepalend zijn de bouwblokken die de Spangense stijl in stand houden. Ze zijn gaaf en herkenbaar gebleven vanuit stendebouwkundig en architectonisch oogpunt. De bouwblokken met een beeldondersteunende aanduiding zijn intern en/of extern veranderd, maar zijn nog herkenbaar in hun compositie. Wanneer gebouwen als indifferent zijn aangeduid betekent dit dat vervanging eerder voor de hand ligt dan bij beeldbepalend of beeldondersteunend, maar dat dat altijd afhangt van de schaal en de maat van het bouwinitiatief en de architectonische uitwerking. Detonerend wil zeggen: qua architectuur of stedenbouwkundige situering niet passend in het weefsel.

88

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Architectonische waardering

Architectonische waardering Rijksmonument Toekomstig gemeentelijk monument Beeldbepalend Beeldondersteunend N Indifferent Detonerend

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

W a a r d e r i n g

89


1. Krantenbericht ‘Het woningvraagstuk in de raad’, zomer 1914. GAR, Van Vollenhove. Voor een schets van de herkomst en motieven van de nieuwkomers zie Van de Laar (2000), p. 183-189. 2. Van Ravesteijn (1913), p. 26. 3. Handelingen van de Rotterdamsche Gemeenteraad, 29 oktober 1912, p. 564. 4. Publicaties die de Rotterdamse stedenbouw vanuit het oogpunt van de geschiedenis van de volkshuisvesting beschreven: Taverne, Wagenaar en De Vletter (2001), p. 218-246; De Klerk (1999), p. 49-63; Van der Hoeven (1994), p. 33-42; Engel (1981), p. 34-39; Fooy (1978), p. 4-10; Bakema (1960–1961), p. 161-171; een nuancering van dit beeld geeft Vanstiphout (2005), p. 96-97. 5. Dettingmeijer (1988), p. 75-77; Brouwer (1986), p. 7-18. 6. ‘Rapport Burgdorffer aan de Commissie voor de Plaatselijke Werken, behorend bij de Verzamelkaart van goedgekeurde straten- en uitbreidingsplannen’, 26 oktober 1916. GAR, Archief PW, stuk 3998. 7. Van Ravesteijn klaagde bijvoorbeeld over het gebrek aan monumentaliteit in het stadsbeeld zoals dat aan het eind van de negentiende eeuw was ontstaan. Een ruimer aangelegde woonwijk of een stadsgedeelte met enige monumentaliteit is niet te vinden, ‘door gebrek aan harmonie tussen aanleg en opbouw’. Van Ravesteijn (1924), p. 267. 8. Zoals geciteerd in: De Klerk (1998), p. 111. 9. De Klerk (1999), p. 17. 10. Buitengewone vergadering der Commissie voor de Plaatselijke Werken, 27 januari 1913. GAR, Archief PW, inv.nr. 563. 11. Rapport aan het adres van de wethouder mr A. de Jong betr. de beschikbare bouwgrond in de Gemeente. Mededeling van het stadium waarin de plannen van uitbreiding verkeren, 13 februari 1913. GAR, Archief PW, stuk 777. 12. Ibid. 13. De Klerk (1998), p. 113. 14. Van Ravesteijn (1914a). 15. Burgdorffer aan de Commissie voor de Plaatselijke Werken, ‘Voorwaarden voor het opspuiten van straatbanen e.a. in den polder Spangen’, 19 januari 1914. GAR, Archief PW, stuk 246.

90

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Noten 16. Burgdorffer aan de Commissie voor de Plaatselijke Werken over het plan van aanleg voor het stadskwartier tussen de Oude Mathenesserdijk en de Schiedamseweg, beoosten de havenspoor­weg. ‘Reeds bij oppervlakkige beschouwing valt de duidelijk­heid in het schema op: van het knooppunt, de overbrugging van de Delfshavense Schie, loopt een hoofdweg, de voornaamste verkeers­straat van het plan, recht op het andere knooppunt, de overweg van de havenspoorweg, aan [nu Marconiplein]. Enerzijds is dit de kortste verbin­ding en dus goedkoop, anderzijds wordt de Oude Mathenesserdijk van het doorgaand verkeer in hoofdzaak ontlast, en komt daardoor beter als woonsingel met het aangrenzend grastalud tot zijn recht’, 13 november 1915. GAR, Archief PW, stuk 3917. 17. Handgeschreven briefje behorend bij brief GS aan B. en W. van Rotterdam, 24 december 1913. Provinciehuis ZH, Semi-statisch archief GS, dossier Rotterdam. 18. Rapport Gemeentelijke Woning­dienst, mei 1918, 16 bijlagen door directeur A. Plate. GAR, Archief PW, stuk 2439. 19. J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 33, p. 370. 20. GAR, Archief Plaatselijke Werken, Toelichting op het stedenbouwkundig ontwerp voor Spangen, 5 juli 1913, ingekomen stuk 3919. 21. Steenhuis (2007), p. 104. 22. J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 33, p. 372. 23. J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 33, p. 372. 24. GAR, Stadsvernieuwing Rotterdam Projectgroep Spangen, Architectuur in Spangen, notities van de sprekers, 1987. 25. GAR, Stadsvernieuwing Rotterdam Projectgroep Spangen, Architectuur in Spangen, notities van de sprekers, 1987. 26. J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 33, p. 372. 27. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke Volkswoningbouw polder ‘Spangen’, Rotterdam’, in: Bouwkundig Weekblad 41 (1920) 37. 28. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke woningbouw in ‘Spangen en ‘Tusschendijken’’, in: Rotter-

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

damsch Jaarboekje, Rotterdam 1924. 29. GAR, Archief Secretarie-afdeling volkshuisvesting, dossier 300 (1918), Plate aan de Wethouder van Plaatselijke Werken over de galerijbouw 28 september 1918. 30. GAR, Archief Secretarie-afdeling volkshuisvesting, dossier 300 (1918), Plate aan de Wethouder van Plaatselijke Werken over de galerijbouw, 28 september 1918. 31. Zoals geciteerd in: E. Taverne, C. Wagenaar en M. de Vletter, J.J.P. Oud. Compleet werk 1890-1963 (2001), p. 229. 32. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke woningbouw in ‘Spangen en ‘Tusschendijken’’, in: Rotterdamsch Jaarboekje, Rotterdam 1924. 33. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke woningbouw in ‘Spangen en ‘Tusschendijken’’, in: Rotterdamsch Jaarboekje, Rotterdam 1924. 34. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke woningbouw in ‘Spangen en ‘Tusschendijken’’, in: Rotterdamsch Jaarboekje, Rotterdam 1924. 35. GAR, Knipselverzameling Van Vollenhove, De Spangensche polder als bouwterrein, inv.nr. 46 (november 1913-31 december 1913). 36. L.J.C.J. van Ravesteijn, Rotterdam in de twintigste eeuw. De ontwikkeling van de stad voor 1940, Rotterdam 1948, p. 188. 37. GAR, Archief Secretarie-afdeling volkshuisvesting, dossier 399 (1930), Bouwpolitie en Woningdienst aan de Wethouder voor Sociale Belangen, 14 mei 1930. 38. S.N., ‘Zorg voor uiterlijk van een stadswijk te Rotterdam’, Tijdschrift voor Volkshuisvesting 2 (1921) 7/8, p. 215-216. 39. Smit, E., Gevels Mathenesserweg 1925-1927 Rotterdam. Het beeld van een geordende stad, Rotterdam 2001, iov dS+V, p. 6-7.

N

o

t

e

n

91


Beeld De nummers achter de betreffende bron verwijzen naar de afbeeldingnummers in het rapport. Bonas: 111. Collectie Gemeentearchief Rotterdam: 5, 10-12, 16, 19, 21, 22, 25, 26, 38, 43, 49, 55-60, 62, 68, 70, 71, 76, 78, 79, 84-86, 125, 126, 128, 131, 142, 143, 151, 153. Dettingmeijer 1992: 106, 116, 117. Eigen Collectie: 23, 24, 27, 32, 33, 36, 39, 41, 44, 46, 48, 51, 53, 54, 61, 64-65, 69, 72-75, 80, 88-90, 93, 97, 98, 100, 101, 103, 107-109, 113-115, 118-120, 123, 124, 129, 130, 133, 144, 145, 147-150. Grote Historische Atlas 1905 Zuid-Holland: 3. Halbertsma 2001: 1, 15, 99, 110, 132. Hogerhuis 1985: 66, 67. Mieras 1923: 28-31, 34, 47, 63, 112. Ravesteyn 1948: 2, 102, 127. Steenhuis 2007: 4, 6-9, 13, 14, 91, 96, 135. Taverne 2001: 81-83, 92, 94, 95, 104, 105. Tijdschrift voor Sociale HygiĂŤne 1909: 87. Voet 1992: 17, 18, 20, 35, 37, 40, 42, 45, 50, 52, 77, 121, 122, 134, 146, 152.

92

Spangen-Rotterdam

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric


Bronnen Gemeentearchief Rotterdam: Collectie bouwtekeningen, Toegang 1190 Gemeentesecretarie afdeling Volkshuisvesting, Toegang 396.04 Dienst bouw- en woningtoezicht, bouwdossiers, Toegang 673 Gemeentelijke Woningstichting DS+V (Kluis): archief Groen J.B. Bakema, ‘Een huis in Spangen voor 270 families’, in: Forum (1960-1961) 5, 113116. R. Dettingmeijer, Volkshuisvesting in Rotterdam tussen de wereldoorlogen. Van tuindorp tot strokenbouw, Rotterdam 1992. M. Halbertsma (red), Interbellum Rotterdam. Kunst en cultuur 1918 – 1940, Rotterdam 2001. H. van Hogerhuis (red), Stadsvernieuwing Rotterdam 1974-1984. Woningverbetering, Rotterdam 1984. L. de Klerk, Mooi Werk. Geschiedenis van de Maatschappij voor Volkswoningen Rotterdam 1904-1999, Rotterdam 1999.

voor het tiende Internationale Woningcongres te ’s-Gravenhage, 1913. L.J.C.J. van Ravesteyn, Rotterdam in de twintigste eeuw. De ontwikkeling van de stad voor 1940, Rotterdam 1948. S.N., ‘Zorg voor uiterlijk van een stadswijk te Rotterdam’, Tijdschrift voor Volkshuisvesting 2 (1921) 7/8, p. 215-216. Smit, E., Gevels Mathenesserweg 1925-1927 Rotterdam. Het beeld van een geordende stad, Rotterdam 2001, iov dS+V. M. Steenhuis, Stedenbouw in het landschap. Pieter Verhagen 1882-1950, Rotterdam 2007. E. Taverne (red), J.J.P. Oud. 1890-1963 Compleet Werk, Rotterdam 2001. H.A. Voet en H.J.S. Klaassen, Groeten uit Rotterdam-West, Capelle aan den IJssel 1992. Cor Wagenaar en Marinke Steenhuis, ‘Laboratorium Spangen’, in: M. Halbertsma en P. van Ulzen (red.), Interbellum Rotterdam. Kunst en cultuur 1918-1940 (2001), p. 179-202.

J.P. Mieras, ‘Een uithoekje van een wereldstad (slot)’, in: Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 36. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke Volkswoningbouw polder ‘Spangen’, Rotterdam’, in: Bouwkundig Weekblad 41 (1920) 37. J.J.P. Oud, ‘Gemeentelijke woningbouw in ‘Spangen en ‘Tusschendijken’’, in: Rotterdamsch Jaarboekje, Rotterdam 1924. L.J.C.J. van Ravesteyn, Over de volkshuisvesting te Rotterdam, brochure samengesteld

Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric

B

r

o

n

n

e

n

93


Projectteam: Marinke Steenhuis, Lara Voerman, Johanna van Doorn en Desiree Kerklaan. Lange Haven 9 3111 AC Schiedam www.steenhuis-onderzoek.nl www. urbanfabric.nl Dit onderzoek is uitgevoerd door Steenhuis stedenbouw/landschap en Urban Fabric BV te Schiedam in opdracht van dS+V Rotterdam, deelgemeente Delfshaven en Woonstad Rotterdam. Projectteam Masterplan Spangen: Henk Kamphuis - projectleider dS+V Astrid Karbaat - architectuurhistoricus dS+V Caroline Giezeman - stedenbouwkundige dS+V Rik de Nooijer, buitenruimteontwerper dS+V Leo van der Burg - wijkteammanager Woonstad Anja Verdiessen - vastgoedontwikkeling Woonstad Š Steenhuis stedenbouw/landschap | Urban Fabric, april 2009


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.