JAARGANG 13 NUMMER 32 APRIL 2016
IN DIT MAGAZINE:
CARMELSCHOLEN EN DE VLUCHTELINGENPROBLEMATIEK KOERS 2020: GEMEENSCHAPPELIJKE CARMELVISIE OP ONDERWIJS VMBO (HER)ONTDEKT DE V VAN VOORBEREIDEND DE SCHOOL ALS GEMEENSCHAP
1
In dit nummer
4
CARMELSCHOLEN EN DE VLUCHTELINGENPROBLEMATIEK K
Volg ons o
KOERS 2020: G GEMEENSCHAPPELIJKE CARMELVISIE OP ONDERWIJS
8
p
stichtingLinkedIn en Faceb ca rmelco o llege ok:
VMBO (HER)ONTDEKT DE V VAN VOORBEREIDEND
16
ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT VAN EEN SCHOOLLEIDER BELPANEL
...........
3
...................................................
6
MIJN PASSIE
...............................................
COLUMN FRIDSE MOBACH
7
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
CARMEL IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
HOE GING HET VERDER MET
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
LAYAR Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij het artikel op pagina 5 zie je het Layar-logo.
2
DE SCHOOL ALS GEMEENSCHAP
STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmelcollege Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland
Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!
18
APRIL 2016
Rector Carmel College Salland
Johan Supèr
'Dat relativeert en verruimt je blik'
STANDPUNT Dat is wat we dagelijks bij onze leerlingen doen: hen uitdagen om het beste uit zichzelf te halen. We weten dat het hebben van hoge verwachtingen van leerlingen het leren enorm stimuleert. Dat geldt ook voor ons. In het loopbaanbeleid van Carmel verwachten we ook veel van elkaar. Docenten, onderwijsondersteuners en schoolleiders worden gestimuleerd zich verder te scholen en te ontwikkelen. Veel collega’s volgen dan ook een opleiding of hebben dat gedaan. Collega’s die een opleiding volgen, geven aan dat het wel erg druk is en dat het veel energie kost. Vaak is de blijdschap groot als de opleiding uiteindelijk is afgerond. Eindelijk weer wat meer tijd voor jezelf. Maar ze geven ook aan dat het volgen van een opleiding enorm stimulerend en inspirerend is. Je doet nieuwe contacten op en je komt in aanraking met nieuwe ontwikkelingen. Bovendien worden kennis en vaardigheden opgehaald die zijn weggezakt. Je denkt na en spreekt over onderwijs- en schoolontwikkeling. Je kijkt eens door een andere, kritische bril naar je eigen functioneren en krijgt feedback van studiegenoten. En je ervaart weer eens wat het is om toetsen terug te krijgen en te wachten op de uitslag. Je weet weer wat leerlingen ook dagelijks meemaken. Je wordt uitgedaagd het heft in eigen hand te nemen en gestimuleerd om in je dagelijkse praktijk zaken te verbeteren. Kortom, een enorme verrijking voor jezelf, maar ook voor je leerlingen, collega’s,
vakgroep, team en school. Je bent beter toegerust om eigentijds onderwijs samen met je collega’s vorm te geven of te faciliteren. Wat dat betreft het stimuleren waard… Binnen Carmel wordt het leren van elkaar in en tussen scholen ook gestimuleerd. Een mooi voorbeeld is collegiale visitaties tussen scholen: een school wordt door collega’s van twee andere scholen bezocht. Er worden lessen bekeken en gesprekken met collega’s en leerlingen gevoerd over de gang van zaken op die school. Aan het eind van de dag krijgt de bezochte school leerzame feedback. Niet alleen de bezochte school leert, maar ook de bezoekers. Zij zien andere onderwijspraktijken en zien soms dat die afwijken van de eigen dagelijks onderwijspraktijk. Dat relativeert en verruimt je blik. Het kan ook anders. Bovendien is het mooie daarvan dat je andere Carmelscholen beter leert kennen. Het houdt je scherp en stimuleert om je eigen onderwijspraktijk door te ontwikkelen. En draagt zo bij aan het verbeteren van ons onderwijs in de dagelijkse lespraktijk en het leren van onze leerlingen. Scholing en opleiding stimuleren is een goede zaak. Dat kan door tijd en geld beschikbaar te stellen. Het versterkt de kwaliteit van ons onderwijs en de kwaliteit van het werk in de scholen. Leren stimuleren dus… ◗
3
Carmelscholen en de vluchtelingenproblematiek
‘Heel de mens’ meets ‘gepersonaliseerd leren’ Door de aanhoudende vluchtelingenstroom groeit het aantal jonge asielzoekers in het onderwijs explosief. Wat zijn de ervaringen op Carmelscholen?
BELANG VAN ISK Het is lang geleden dat een vluchtelingencrisis van deze omvang Europa raakte. Vorig jaar kwamen 58.000 asielzoekers naar Nederland en – indammende maatregelen of niet – het ziet er niet naar uit dat die stroom op korte termijn zal zijn opgedroogd. Inmiddels heeft bijna iedere Nederlander er wel op een of andere manier mee te maken gehad. Voor leerlingen van het Twents Carmel College De Thij in Oldenzaal was de eerste kennismaking met ontheemde leeftijdgenoten en hun families een bijzondere ervaring. Honderden vluchtelingen werden voor noodopvang ondergebracht in de sporthal van de school. Voor de locatiedirectie stond meteen vast dat dit een kans was om iets voor anderen te betekenen. Het pakte boven verwachting uit. Leerlingen raakten
4
op het plein met jonge vluchtelingen in gesprek en speelden met de kleine kinderen. Docenten muziek en beeldende vakken gingen met hun klassen naar de sporthal en verzorgden daar workshops om het lange wachten te verlichten. Ook werd in lessen veel over het vluchtelingenvraagstuk gepraat. Toen de groep na enkele dagen weer naar een andere locatie vertrok, bleek het voor beide kanten verrijkend geweest.
SCHAKELKLAS Andere Carmelscholen hebben op permanente basis met jonge migranten te maken. Zij bieden onderwijs aan
APRIL 2016
asielzoekerskinderen binnen één of meer internationale schakelklassen (ISK). Vorig jaar had twaalf procent van alle binnenkomende vluchtelingen de leeftijd van leerlingen in het voortgezet onderwijs. De negentig ISK’s die Nederland momenteel telt, slaan een brug tussen de onderwijskundige bagage waarmee deze jongeren binnenkomen en het Nederlandse voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Een van deze scholen is Etty Hillesum Lyceum Het Stormink in Deventer, waar momenteel zo’n 125 leerlingen in kleine groepen ISK-
VROLIJK Een verschil met Nederlandse leerlingen is dat vluchtelingenjongeren over het algemeen heel wat hebben meegemaakt. Toch staat dat in het onderwijs niet centraal, zegt teamleider ISK Sander de Jong van Carmelcollege Gouda De Meander (momenteel 11 klassen). ‘Je moet niet onderschatten hoe heerlijk het voor zo’n jongere is om gewoon naar school te kunnen. Even weg uit de onzekerheid, de verveling. School is ontspanning. Zo gauw ze een beetje zijn gewend, zijn het in de klas meestal vrolijke kinderen die in gedrag niet afwijken van andere leerlingen. Wat er intussen allemaal in die koppies omgaat is natuurlijk wel een andere zaak. Daar maken mijn collega’s en ik ons zorgen over. Ook al zijn wij geen traumadeskundigen, wij willen daar beter mee leren omgaan en daarom zullen wij ons meer moeten oriënteren op een scholingsprogramma.’ Omdat ISK als schooltype al decennia lang draait, staat het onderwijs over het algemeen stevig op poten. Lesmethoden, didactiek: het is er allemaal en de meeste scholen hebben er ruime ervaring mee. Wel leidt de explosieve groei (vorig jaar 35%) volgens de VO-raad tot capaciteitsproblemen: te weinig lokalen, achterlopende bekostiging en vooral te weinig gekwalificeerde docenten. Bij de twee Carmelscholen valt het mee: Het Stormink merkt weinig van de problemen; De Meander heeft vooral last van het docententekort.
OP MAAT
‘Je moet niet onderschatten hoe heerlijk het voor zo’n jongere is om gewoon naar school te kunnen’
onderwijs volgen. Voor teamleider ISK en basis/kader Janneke Voortman van Het Stormink lijdt het geen twijfel dat dit type onderwijs tot de opdracht van Carmel behoort. ‘Dit is echt een voorbeeld van "heel de mens". Ieder kind heeft recht op onderwijs. Al deze kinderen zijn unieke mensen met eigen behoeften en wij zien het als taak ze voor te bereiden op deelname aan de samenleving.’ Om die reden kiest Het Stormink als het enigszins kan ook voor huisvesting binnen het gewone schoolgebouw. En waar de net gearriveerde leerlingen voornamelijk les krijgen van speciaal opgeleide docenten NT2 (Nederlands als tweede taal), krijgen leerlingen die er bijna aan toe zijn om uit te stromen naar de havo of het mbo, les van "gewone" vakdocenten.
Kenmerkend voor de ISK is dat het onderwijs op maat is. Dat kan ook niet anders: door het hele jaar heen komen er leerlingen binnen en gaan er leerlingen weg. Ook zijn de niveauverschillen enorm; van analfabeet tot vwo-niveau. Wettelijk gezien geldt voor de ISK het gewone curriculum van het voortgezet onderwijs, maar het hangt van de leerling af wat haalbaar is. Na binnenkomst wordt daarom eerst het niveau van een leerling in kaart gebracht. Daarna gaat de leerling aan de slag met een programma op maat, waarin in elk geval Nederlands als tweede taal en rekenen een belangrijke rol spelen. De Jong: ‘Analfabete leerlingen volgen bij ons daarnaast vaak praktijkvakken, andere leerlingen doen wiskunde en Engels, maar er zijn ook leerlingen die gastlessen volgen in het tweetalig vwo of die zich voorbereiden op de staatsexamens NT2 omdat zij willen doorstromen naar mbo als opmaat naar het hbo.’ Vanwege die extreme verschillen is kunnen differentiëren voor een ISK-docent een eerste vereiste, besluit De Jong. ‘Er wordt in het onderwijs momenteel veel gepraat over gepersonaliseerd leren en wat dat vraagt van docenten, maar onze docenten doen dat al lang.’ ◗
Meer info over de ISKinkop? Het Storm Bekijk de video!
SCAN MET KIJK OP PAGINA 2
5
Belpanel Je gaat naar vmbo, havo of vwo. Meer smaken zijn er niet. Meer talenten wel! Er zijn vmbo’ers en havisten die voor sommige vakken meekunnen op een hoger niveau. Carmelscholen willen dat mogelijk maken. Goede zaak? Lees het oordeel van het Carmelpanel, via de stelling: WEG
MET DE EENHEIDSWORST, ERKEN HET TALENT!
Johanneke ten Broeke, leerling 6 vwo, Bonhoeffer College Enschede
Astrid Westers, docent Nederlands onderbouw vmbo, Marianum Groenlo
18.36 ✓✓ EENS!
15.18 ✓✓ EENS!
‘Het idee is goed: een leerling krijgt de kans te laten zien dat hij of zij meer kan. Eigenlijk zou het omgekeerde ook moeten kunnen om echt maatwerk te bereiken: een vak waarin je niet goed bent volgen op een lager niveau. De begeleiding bij de profielkeuze wordt belangrijker en er moeten duidelijke afspraken komen. Als ik de helft van mijn vakken op havoniveau volg en de andere helft op vwo-niveau, welk diploma hoort daar dan bij? Vervolgopleidingen zullen de toelatingseisen moeten aanpassen. Het mag niet zo zijn dat havoleerlingen met één of meer vakken op vwo-niveau andere havisten uit het hbo verdringen. Talenten moeten we zeker erkennen, maar er is veel duidelijkheid nodig.’ ◗
Mohammed el Hamdaoui, ouder, Maartenscollege Haren
Marijn Schoonderwoerd, leerling 5 havo, Antoniuscollege Gouda:
17.03 ✓✓ NEUTRAAL!
20.48 ✓✓ EENS!
‘Met deze stelling kun je het niet oneens zijn. Maar ik aarzel. Deels vanwege de uitvoerbaarheid. Scholen kampen al met te weinig capaciteit. Daar komt dit dan bij. Nog steeds gaan we voorbij aan de dieperliggende vraag wat we van het onderwijs verwachten. Die discussie mis ik. We zouden het anders moeten doen, door leerlingen die zwak staan te ondersteunen. Het zou eerlijker zijn. Want al kun je voor sommige vakken meer, een vmbo-diploma blijft een vmbo-diploma, een havo-diploma een havodiploma. Wie wordt hier dan beter van? Ga terug naar de basis. Wat willen we met ons onderwijs? Formuleer nu eens een visie, dan komen we verder. Dit soort initiatieven leidt af.’ ◗
6
‘We plaatsen leerlingen op basis van de vakken waarin ze minder scoren. Zo halen we niet het beste uit de kinderen. Als ze vakken op verschillend niveau kunnen volgen, werkt dat stimulerend. Vanuit pedagogisch-didactische invalshoek ben ik daarom vóór. Het stimuleert enorm als je ergens goed in bent. Meer uitdaging in die vakken juich ik toe. Ik voorzie wel praktische bezwaren. Hoe organiseer je dit? Ik kijk bijvoorbeeld naar onze leerlingen uit de vmbo-bovenbouw in Lichtenvoorde. Als die voor sommige vakken op havo-niveau meekunnen, wordt het ingewikkeld: bovenbouw havo bieden we in Groenlo aan. Hoe pas je dat in de lesroosters? Maar praktische belemmeringen zouden geen beletsel mogen vormen, het gaat om de leerling.’ ◗
‘Ik ben het ermee eens. Op dit moment word je afgerekend op één niveau. Daardoor ben je gedwongen een vak te laten vallen als je daarin minder goed bent. En dat kan vervelende gevolgen hebben, merk ik zelf. Indertijd heb ik de talen laten vallen. Daar had ik moeite mee. Het gevolg is dat ik na mijn eindexamen niet meteen naar de Hogere Hotelschool kan. Voor mij wordt het daarom waarschijnlijk een tussenjaar, om Spaans te leren. Want ik heb een tweede moderne vreemde taal nodig. Als ik die op een lager niveau had kunnen doen, was ik waarschijnlijk toegelaten. Nu zit er een jaar tussen. Dat voelt toch als een soort zittenblijven.’ ◗
Koers 2020: gemeenschappelijke Carmelvisie op onderwijs
Hoofd, hart en handen voor bezielde professionaliteit 8
APRIL 2016
In Koers 2020 zet Stichting Carmelcollege haar richting uit voor de komende vier jaar. Voor het eerst formuleert ze een gemeenschappelijke visie op het onderwijs van haar scholen. Met veel aandacht voor haar 94-jarige historie en de expliciete keuze voor “heel de mens: hoofd, hart en handen.” Een verhaal over keuzes, achtergronden en uitwerking.
De belangrijkste zin staat in de inleiding. ‘Voor het eerst in de historie van onze stichting hebben we een gezamenlijke visie geformuleerd op wat wij verstaan onder goed onderwijs.’ Dat, erkent Romain Rijk, voorzitter van het College van Bestuur, maakt Koers 2020 anders dan voorgaande versies. Hij spreekt van een mijlpaal. ‘Voorheen lieten we die visie open; die was van de scholen’, constateert hij. De essentie laat zich in een paar woorden samenvatten: ‘heel de mens: hoofd, hart en handen.’ Carmelscholen willen meer bieden dan kern- en profielvakken. Ze streven naar ‘een brede persoonlijke ontwikkeling van elke leerling, (…) socialisatie en (…) kwalificatie.’ Dat moet leiden tot ‘volwassen en verantwoordelijke mensen, met een goed ontwikkeld moreel kompas, die zelfstandig hun weg vinden in de wereld en daar hun bijdragen aan leveren.’
COMPLEXER Het spreekt Annemiek Brink aan. Zij is docent maatschappijleer aan het Carmelcollege Emmen en lid van de kennisalliantie Bezield Onderwijs (zie verderop). ‘Onze samenleving wordt complexer. Vertrouwde structuren vallen weg. Een moreel kompas geeft houvast en helpt bij het maken van keuzes.’ Lieveke Brücker, teamleider op het Marianum in Groenlo en eveneens lid van de kennisalliantie Bezield Onderwijs, sluit daarbij aan: ‘Zie het als reactie op het rendementsdenken in het onderwijs.’ Jan Rijkers, voorzitter van de Centrale Directie van Het Hooghuis (Oss), beaamt het. Hij verwijst naar Koers 2014, dat de ambitie uitsprak bovengemiddeld te presteren. ‘Die doelstelling is er nog wel, maar staat bewust niet meer centraal’, verklaart hij. ‘Indertijd lag het accent op kwalificatie, zonder overigens socialisatie en persoonlijkheidsontwikkeling te veronachtzamen. Nu willen we de goede mix van die elementen. Zodat onze leerlingen een beroep kunnen doen op hun vaardigheden, waardoor ze zich kunnen aanpassen aan steeds veranderende omstandigheden.’
WIE ZIJN WE? De totstandkoming van Koers 2020 is een bijzonder proces geweest. Ben Kokhuis, voorzitter van de Centrale
Directie van Pius/Canisius (Almelo): ‘We zijn als eindverantwoordelijk schoolleiders nauw betrokken. We zijn begonnen met gesprekken. Over wie we zijn, wat onze kernwaarden zijn, waarvoor we staan. Met voortdurend de vraag: “En wat betekent dat voor onze leerlingen?”’ Het nieuwe document verwijst dan ook opvallend vaak naar de 94-jarige geschiedenis van Stichting Carmelcollege, haar tradities, waarden en normen. Rijkers: ‘Dit is echt een document van Stichting Carmelcollege. Onze inhoudelijke keuzes vind je misschien ook bij andere organisaties, maar wat Carmel typeert is de reflectie over wie we zijn en waarom we zijn.’
EXTERNE ONTWIKKELINGEN In het derde hoofdstuk noemt Koers 2020 ‘een drietal (externe) ontwikkelingen die we vanuit onze identiteit belangrijk vinden en waarop wij in ieder geval van betekenis willen zijn voor onze leerlingen.’ Dat betreft allereerst het stimuleren van de persoonlijke vaardigheden die steeds vaker worden gevraagd: creativiteit, kritisch denken, probleemoplossend vermogen, samenwerken, digitale geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering. Van hier is het een kleine stap naar meer gepersonaliseerd leren, om recht te doen aan verschillen en leerlingen uit te dagen het maximale uit zichzelf te halen. ‘Van de pedagogie van de selectie, naar de pedagogie van het succes. Het uitsluitend klassikaal en collectief leren volstaat (…) niet meer als het overheersende onderwijsmodel.’ Er is daarbij de bereidheid buiten de eigen kring te kijken. Zo wil Carmel in krimpregio’s niet concurreren, maar met andere scholen samenwerken aan oplossingen ‘vanuit een diep gevoeld verantwoordelijkheidsbesef voor het welzijn in de regio, passend in de lange traditie van Carmel, waarin scholen ontstonden bij kloosters in vaak dunbevolkte regio’s.’ Zo laat zich stilaan een onderliggend patroon ontdekken. De leerling moet zich kunnen ontplooien in een wereld die almaar verandert. Het Koersdocument noemt dit ‘een betekenisvolle verandering in ons onderwijs (…): van het centraal stellen van het doceren van de docent, naar het centraal stellen van het leren van de leerling.’
9
PRACTICE WHAT YOU PREACH Dat vraagt veel van de Carmelmedewerkers. Wat we onze leerlingen willen meegeven, dienen we zelf te laten zien. ‘De leerling bestaat niet zonder de leraar, de leraar niet zonder de leerling. Ze vormen een ondeelbare eenheid, we moeten beiden in hun kracht zetten’, zegt CvB-voorzitter Rijk. Dat is het “congruentiebeginsel”, ofwel “Practice what you preach.” De tijd lijkt er rijp voor. Nu Stichting Carmelcollege een gemeenschappelijke visie op onderwijs heeft geformuleerd, kan ze uitgroeien tot een lerende onderwijsgemeenschap. Onderlinge verschillen tussen scholen blijven gekoesterd als voorheen. Tegelijkertijd neemt de ruimte voor schooloverstijgende dwarsverbanden en netwerken toe. ‘Er zijn weinig vraagstukken waarover we niet zelf bruikbare kennis in huis hebben. Die verworvenheid kunnen we beter benutten’, stelt Rijkers. Dan kan de stap worden gezet naar “bezielde professionaliteit”, de koppeling van de identiteit van Carmel met de professionaliteit van docenten en andere medewerkers. Dat is waar de kennisalliantie Bezield Onderwijs aan werkt.
helpen een moreel kompas te ontwikkelen, dan zul je moeten nadenken wat het voor jezelf betekent. Als wij onszelf niet laten zien, komen onze leerlingen niet naar ons toe.’ Hierop doordenkend, voegt ze eraan toe: ‘We zouden het sollicitanten moeten voorhouden: “Als je bij Carmel wilt werken, verwachten we dit van je.” Noem het een Carmelstempel.’ Annemiek Brink herkent het. Carmelcollege Emmen ligt in een krimpregio maar heeft het leerlingental de afgelopen jaren fors zien stijgen. ‘Als één van de belangrijkste redenen voor onze groei wordt de sfeer op onze school genoemd. Maar wat is dat? Daarover moeten we in gesprek.’ Ook vanwege de instroom van nieuwe collega’s als gevolg van de groei. ‘Die moeten we wel meenemen. Het morele kompas van de leerlingen begint bij ons. Wij moeten het voorleven.’ De leerlingen hebben er behoefte aan, is haar overtuiging: ‘Kijk naar de ontwikkelingen in de samenleving. Niemand weet waar het naartoe gaat. Aan ons de opgave onze leerlingen toe te rusten. Dus moeten we ook nadenken over ons onderwijs. Over inhoud en leermiddelen.’
ICT KENNISALLIANTIE Een kennisalliantie wil ‘de verbinding tussen de onderwijspraktijk en de resultaten van wetenschap en onderzoek’ tot stand brengen. Leren van en met elkaar, en van en met externe deskundigen. Een uitgesproken voorbeeld is de kennisalliantie Bezield Onderwijs. Ze bestaat uit afgevaardigden van alle scholen die reflecteren over de manieren waarop het onderwijs van Carmel (nog meer) bezield kan zijn. ‘Dat klinkt beter dan waardengericht leren. Je leert het niet, je lééft het’, zegt Lieveke Brücker.’ We delen ervaringen en best practices. ‘Het is niet vrijblijvend: we krijgen opdrachten die we de volgende bijeenkomst bespreken.’ Dat brengt haar op een volgend punt. ‘Bezield onderwijs doet een appèl op jezelf. Wil je je leerlingen
10
Hiermee houdt de werkgroep Onderwijs en ICT zich bezig. Ze is, net als de kennisalliantie Bezield Onderwijs, breed samengesteld. Onder meer de schoolleiders Ben Kokhuis en Jan Rijkers maken er deel van uit. ‘Als er nu één gebied is waar de vaardigheden van de toekomst betekenis hebben, dan is het wel hier’, vindt Kokhuis. En Rijkers: ‘We schuiven als schoolleiders aan om het belang van de werkgroep te onderstrepen, maar vooral om te faciliteren en te stimuleren.’ Dat wordt gewaardeerd. Matthijs van de Woestijne (coördinator bovenbouw Pius X, locatie Rijssen): ‘We zijn een bont gezelschap, van schoolleiders, teamleiders, docenten en ICT’ers. Eens per zes weken komen we bijeen, steeds in een andere Carmelschool. Een mooie ontwikkeling. Contacten tussen de scholen
APRIL 2016
Ze kent de praktijk door en door. Vertelt gedreven over mogelijkheden die er nu al zijn. ‘Je kunt er onderwijs op maat mee geven; de ene leerling verdieping aanreiken en de andere meer ondersteunen. Er kan zó veel, en zó veel méér. Je kunt ICT gebruiken om leerlingen geanonimiseerd elkaars werk te laten beoordelen. We staan echt nog maar aan het begin.’ Matthijs: ‘Ik merk zelf hoe ik dankzij de digitalisering meer en beter kan differentiëren. Anders zou me dat haast niet lukken, daarvoor zijn de klassen te groot.’ Zó is ICT ook een middel om het vak terug te geven aan de docent. Om bezieling en eigenaarschap op te roepen. De werkgroep laat het zien tijdens de Schoolleidingendag op 14 april. Diezelfde dag hebben docenten Nederlands een studiebijeenkomst, waar ze elkaar demonstreren wat ze met ICT bereiken. ‘Je kunt er meteen de volgende dag mee aan de slag. En je weet waar je terechtkunt als je vragen hebt’, licht Rijkers toe. Hiermee komt een volgende wens in beeld. Een databank, waar Carmelmedewerkers kunnen vinden welke collega kan helpen bij onderwijsvragen. ‘Dat zou prachtig zijn. Een databank en een website met lesideeën en namen van contactpersonen’, vindt Le Grand. ‘Dan wordt het echt delen en samenwerken. Dat laatste is weer één van de vaardigheden die we voor de toekomst belangrijk vinden.’
HANDEN EN VOETEN Duidelijk is dat Koers 2020 al handen en voeten krijgt. ‘Het CvB is klaar, nu zijn de scholen aan zet’, meent Kokhuis. Rijkers: ‘Het klinkt allemaal simpel. We hebben nu als stichting een gemeenschappelijke visie, waarmee we als scholen verder kunnen. En dat gaan we zeker doen!’
COLUMN
zijn vaak beperkt, terwijl we elkaar zoveel hebben te bieden.’ Linda Le Grand (ICT-ambassadeur, locatie Mondriaan College van Het Hooghuis) stemt daarmee in. Ze wijst erop dat het Mondriaan College al jaren stevig inzet op het gebruik van ICT als leermiddel. ‘We hebben veel ervaring opgedaan, die willen we delen.’
PROFIJT KOMT MET DE TIJD De jaarlijkse Schoolleidingendag in april met het thema “ICT in het onderwijs” inspireerde mij tot deze column. De aanloop naar deze Schoolleidingendag is gestart in de Carmelbrede werkgroep Onderwijs en ICT. Het begin van deze werkgroep startte op zijn beurt met twee vragen die collega's elkaar anderhalf jaar geleden stelden: 1. Waar ben ik trots op en wat wil ik met collega's delen? 2. Waar kan ik hulp bij gebruiken? Met behulp van de tool Answergarden zijn in de startbijeenkomst de antwoorden van de leden van de werkgroep in kaart gebracht. Answergarden ondersteunde de werkgroep door te spiegelen waar de hulpvragen en pareltjes zaten. Als bestuurder van een grote stichting als Carmel kom je soms in de verleiding om te verordonneren: en zo doen we het. Dat probeer ik thuis in ons gezin met drie opgroeiende tieners ook weleens. Het is wel zo prettig dat je direct resultaat ziet, maar het effect is meestal van korte duur. Dan weet ik weer dat je als vader beter op je handen kunt zitten, zodat alle gezinsleden hun eigen keuzes kunnen maken. Ook beter voor de sfeer trouwens. Voor een bestuurder is dat niet anders. Terug naar de Schoolleidingendag van april. Dan presenteren collega's pareltjes aan elkaar op het gebied van onderwijs en ICT. Het gaat niet meer over de keuze van het middel, dat ontaardt meestal in een geloofsstrijd. Het gaat vooral om wat je er in het onderwijsleerproces mee kunt. Zoals het geven van directe feedback, ICT voor je laten werken en het onderwijs dichter bij de belevingswereld van onze leerlingen brengen. Deze vader is blij dat hij niet één oplossing heeft verordonneerd. Met inspiratie en delen van jouw kennis en ervaring kunnen we met elkaar een succes maken van onderwijs en ICT. ◗ FRIDSE MOBACH Lid College van Bestuur, Stichting Carmelcollege
11
Carmel in beeld
Weet wat je eet! Wat gebeurt er als je friet niet op 180 maar op 150 graden bakt? Hoeveel suikerklontjes zitten er in een blikje cola? En wat is margarine eigenlijk? Bij biologie doen leerlingen van het vwo klas 2E op Twents Carmel College locatie Lyceumstraat in Oldenzaal met zeven originele proefjes onderzoek naar gezonde voeding.
1
2 Een heel nieuw practicum, dat is niet niks. Instructeur Rob ter Voert, leraar in opleiding Thijs Gierveld en docent biologie Gert Vredeveld steken nog even de koppen bij elkaar.
Vwo klas 2E kijkt met andere ogen naar margarine, cola, pinda’s en nog veel meer. Weten wat je eet is zo gek nog niet!
12
Best een gezonde pizza, vinden Tessa en Sara, en ze hebben gelijk. Maar is het ook een evenwichtige maaltijd?
APRIL 2016
4 Hoe warm wordt het water met één pinda als brandstof? Als Jelle en Bram dat weten, kunnen ze ook de calorieën in een handje pinda’s berekenen.
3 Ondertussen zijn vijf andere groepjes met een ander proefje bezig. Dit is een roulerend practicum: in zes uur tijd gaan alle groepjes langs alle zeven proefjes.
5 Renske en Tess doen de colaproef en staan versteld. Vijftien suikerklontjes in één blikje cola?
6 Deze dieren hebben geen honger meer, maar Kees en Koen zien wel dat een plantaardig dieet om ander “gereedschap” vraagt dan wanneer je vlees eet.
13
Kort TITUS BRANDSMA EREBURGER OSS
FINALISTEN JUBILEUM CARMEL AWARD 2016
Pater Titus Brandsma is uitgeroepen tot ereburger van de stad. Precies 125 jaar geleden kwam zijn orde, de Karmelieten, naar Oss. Brandsma heeft zich hard gemaakt voor de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en het onderwijs. Titus Brandsma was verantwoordelijk voor het oprichten van de gymnasiumafdeling van Carmelschool het Titus Brandsmalyceum.
De winnaars van de vijfde editie van de Carmel Award zijn bekend. Bij het verschijnen van dit magazine vindt u de uitslag op onze website carmel.nl onder “Nieuws en publicaties”.
De burgemeester van Oss, mevrouw BuijsGlaudemans, was aanwezig bij de "officiële" plaatsing van het monument bij de hoofdingang van Het Hooghuis, locatie Titus Brandsmalyceum. ◗
BENOEMINGEN De heer J. (Jeroen) Donders is benoemd tot lid Centrale Directie van Het Hooghuis in Oss. De benoeming ging in per 1 februari 2016. Donders volgt de heer P. (Paul) Slegers op. De heer B. (Ben) Kokhuis, voorzitter Centrale Directie Pius/Canisius, is benoemd tot voorzitter van het Convent van Schoolleiders. Hij volgt de heer H. (Harry) Claessen op, die per 1 januari 2016 gebruikmaakt van de levensloopregeling. ◗
VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA? @stgcarmel en @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege ◗
14
De leden van de nominatiecommissies havo en vwo hebben de ingezonden Carmelprofielwerkstukken weer met veel interesse gelezen. Na twee waardevolle dagen zijn zij tot onderstaande selectie gekomen. Felicitaties gaan uit naar alle genomineerde leerlingen! Havo • Chinees op het Carmelcollege Emmen, door Lynouk Wegman, Carmelcollege Emmen • Algen als biobrandstof in de huidige maatschappij, door Lars Veening, Maartenscollege • Vluchtelingenopvang in Oss, door Anne Geurts, Evelien Görts en Jelske van Schadewijk, Het Hooghuis locatie Titus Brandsmalyceum Vwo • Achillespezen, hamstrings & de vorm van de rug, door Daniek Bakker, Sanne in 't Hof en Lorrette van Seeters, Etty Hillesum Lyceum locatie Het Vlier • Tekeningen betekenen meer!, door Vera Ogink, Carmel College Salland locatie Hofstedelaan! • Onbewust racisme onder kinderen, door Imme Ditzel, Sara Quist en Frederique Houtzager, Etty Hillesum Lyceum locatie Het Vlier • Investigating the synthesis and activity of the molecule MJR29, a potential inhibitor of the GFT-180 glucansucrase enzyme that is involved in the formation of dental plaque, door Daphne Meins, Maartenscollege locatie International School Groningen ◗
APRIL 2016
Hoe ging het verder met...
Revisely Carmel ondersteunde al vaker initiatieven om met technologische hulpmiddelen het werk van docenten te vergemakkelijken. De online nakijktool Revisely is daarvan het nieuwste voorbeeld.
NAKIJKTOOL Het nakijken van opstellen, essays, boekverslagen en soortgelijke “schrijfwerkstukken” op taal en schrijfvaardigheid kost docenten veel tijd. De digitale nakijkapplicatie Revisely is bedoeld om hen een deel van het werk uit handen te nemen, zegt bedenker Jeroen Fransen. De voordelen: ‘Leerlingen krijgen betere feedback, docenten hebben minder werk en er raken geen producten van leerlingen meer kwijt, omdat alles met feedback en al wordt opgeslagen in de cloud.’
BARBARISME Hoe Revisely werkt, is het best te ontdekken in de video die te vinden is op YouTube (zoek op “handleiding Revisely”). Het komt erop neer dat een docent via een button in SOMtoday inlogt op de tool en daar een opdracht aanmaakt, die leerlingen maken en in Revisely inleveren. De docent laat het resultaat desgewenst eerst checken op plagiaat en veelvoorkomende spel- of grammaticafouten en gaat vervolgens zelf nakijken. Hij kan ofwel met de hand commentaar geven ofwel putten uit gestandaardiseerde feedbackelementen, die verwijzen naar meer uitleg. Het is dus bijvoorbeeld niet langer nodig om elke keer zelf uit te leggen wat een barbarisme is.
GRATIS OP PROEF Carmel ziet de mogelijke voordelen en gaf een startsubsidie voor een pilot met Revisely. Inmiddels is de tool voor de vakken Nederlands, Engels, Spaans,
Duits en Frans klaar en voor alle Carmelscholen drie maanden gratis op proef beschikbaar. Op termijn volgt uitbreiding waardoor ook docenten van de mens- en maatschappijvakken de tool kunnen gebruiken voor de taalkundige beoordeling van opdrachten.
DUIDELIJK Docent en ICT-coördinator Gerry Hake van Carmelcollege Emmen probeerde Revisely uit en vindt het een goed middel om aan schrijfdossieropbouw te doen. ‘Ik denk dat het met name in de onderbouw goed tot zijn recht komt, waar taal- en stijlfouten nog niet zo complex zijn. De tool werkt fijn, al zijn er in deze pilotfase nog wat praktische verbeterpunten. Zo zou het nakijken met voorkeursfouten met minder klikken kunnen werken. Maar leerlingen beoordelen de ontvangen commentaren als duidelijk.’
WORKSHOP Naast de genoemde video is voor geïnteresseerde scholen een demo beschikbaar waarmee docenten kunnen “droogzwemmen” (klik binnen SOMtoday op de Revisely-button). Verder kunnen scholen Revisely vragen een gratis workshop te komen verzorgen. Scholen die blijvend gaan werken met Revisely, betalen vanaf € 2,50 per vak per leerling per jaar (minder bij meer vakken). Gerry Hake: ‘Als het betaalbaar is en blijft, dan lijkt mij dit een welkome aanvulling op het taalonderwijs.’ ◗ www.revise.ly
15
Vmbo (her)ontdekt de v van voorbereidend Het vmbo krijgt na de zomervakantie een ander gezicht. Met tien beroepsprofielen, profieldelen en door de scholen zelf te ontwikkelen keuzedelen. Het Carmel College Salland (CCS) en het Twents Carmel College (TCC) hebben, als één van de pilotscholen, alvast ervaring opgedaan. Samen vertellen ze het verhaal van een inspirerende zoektocht.
In de kern komt de vernieuwing neer op een herpositionering van het vmbo. ‘We zijn geen eindopleiding, we bereiden onze leerlingen voor op hun keuze van een beroepsopleiding in het mbo’, verduidelijkt Jaqueline Reffeltrath (CCS), inhoudelijk verantwoordelijk voor de onderwijsinnovaties in het profiel Dienstverlening & Producten (D&P). Het nieuwe vmbo kan zich beter profileren ten opzichte van de havo en wil beter aansluiten op het mbo. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) krijgt een centrale rol zodat leerlingen bewust(er) kiezen voor hun vervolgopleiding. In beleidstermen ontstaat een "toekomstbestendig" vmbo, dat ook in krimpregio’s kan worden aangeboden. Om dat te waarborgen, kent het vmbo straks tien profielen. Elk profiel bestaat uit vier profieldelen en vier door de school samen te stellen keuzedelen. In de afgelopen jaren hebben onder meer twee Carmelscholen als pilotschool gefungeerd: het Carmel College Salland (voor het profiel Dienstverlening & Producten) en het Twents Carmel College (voor de profielen Produceren, Installeren en energie, Bouwen, Wonen en interieur, Horeca, Bakkerij en recreatie, Economie en ondernemen, Groen en Zorg & Welzijn).
VAARDIGHEDEN Voor een deel zijn de ervaringen van beide scholen hetzelfde. Inga Lokate, lid van de sectorleiding vmbo van het Carmel College Salland: ‘Zowel uit het mbo als het bedrijfsleven horen we dat ze vooral de meer sociale vaardigheden van belang vinden. Communiceren, overleggen, plannen, durven vragen. “De rest leren ze wel bij ons”, wordt gezegd.’ Hans Meinders (adjunct-directeur vmbo, TCC) herkent het: ‘Bedrijven, ROC en AOC kennen groot gewicht toe aan die algemene vaardigheden én een goed beroepsbeeld, zodat de leerling een gemotiveerde keuze maakt voor de vervolgopleiding.’ Nu is meteen duidelijk waarom LOB zo’n belangrijke rol heeft. Het Carmel College Salland speelt er op verschillende manieren op in. De scheiding tussen onderbouw en bovenbouw heeft plaats gemaakt voor “verticalisering” van de teams, die daardoor vier jaar lang zicht hebben op de vorderingen van de leerlingen.
16
In de eerste twee leerjaren zijn de leerlingen er wekelijks vier uur mee bezig. Het programma “Expeditie D&P” brengt ze in aanraking met veertien arbeidsgebieden. Daarbij is de mentor aanwezig, plus een beroepsdocent uit de bovenbouw. ‘Tijdens het LOB-gesprek grijpt de mentor daarop terug. Die observeert of zo’n arbeidsgebied bij de leerling aanslaat, of juist niet’, verduidelijkt Reffeltrath. Ook het project “Fit for life”, draagt daaraan bij. Lokate, die het project coördineert, vertelt: ‘De leerlingen mogen vijf tot tien weken “shoppen”. Misschien willen ze een skelter pimpen of iets met dans doen. Ze ontdekken hun affiniteiten en talenten. De lesprogramma’s, verzorgd door interne en externe docenten en trainers, richten zich op de verwerving van sociale vaardigheden.’
APRIL 2016
STAGE Op het Twents Carmel College beslaat LOB gemiddeld een dag per week. De leerlingen lopen stage bij een bedrijf of instelling. Tonnie Franke (eveneens adjunct-directeur vmbo): ‘Ze ruiken aan een beroep, ervaren de context van de praktijk. De consequentie is dat ze een deel van hun schooltijd buiten school doorbrengen.’ Een uitzondering op de regel zijn de basisleerlingen Zorg & Welzijn. John van Kempen, ook adjunct-directeur vmbo, legt uit: ‘Die leerlingen zijn voorbestemd voor een mbo-opleiding op niveau 2. Maar daarvoor heeft de zorgsector nauwelijks nog emplooi. Daarom halen wij de buitenwereld naar binnen, door groepjes bewoners van instellingen naar school te halen. Onze leerlingen organiseren hier activiteiten en evenementen voor hun gasten. Zo kunnen ook zij stage lopen.’
KEUZEDELEN En dan zijn er nog de keuzedelen, die door de docenten zelf worden ontwikkeld. ‘Zo kun je iets maken dat aansluit bij de leerling en het mbo. Bovendien ben je zelf de eigenaar. Veel werk, maar het daagt je uit’, vindt Reffeltrath. Dat vinden ook de collega’s in Oldenzaal.
‘Als je maar begint met een visie. Wat wil je met je onderwijs; wat heeft jouw omgeving nodig? Dat is de basis om op te bouwen’, zegt Franke. Meinders: ‘We willen zoveel mogelijk maatwerk leveren, zodat de leerling echt kan kiezen. Met die goede basis kan hij na het eindexamen zelfs verantwoord switchen.’ De werkelijkheid was overigens weerbarstig. Op het moment dat de pilotscholen van start konden gaan, was er weinig bekend over de eisen waaraan het nieuwe vmbo moest voldoen. ‘We hebben wel iets voor de kiezen gekregen. Die onzekerheid heeft de collega’s echter geïnspireerd om ruimte te nemen. Daaruit zijn mooie en vindingrijke dingen voortgekomen. Die leerling uit de bouwopleiding wordt straks misschien wel zzp’er. In een keuzedeel kan hij alvast leren over administratie en ondernemen. Er was aanvankelijk scepsis over de veranderingen, nu worden ze omarmd.’ Zo beleven Lokate en Reffeltrath het ook. De keuzedelen leiden bovendien tot versterking van de band met de leerlingen: ‘Je bent samen op zoek.’ Franke gebruikt het woord “zoektocht”: ‘Die is waardevol, je bent heel bewust met je vak bezig.’ Reffeltrath: ‘We zijn als docenten belangrijker geworden. Als wij enthousiast, liever nog: gepassioneerd zijn, nemen de leerlingen dat over. Daar ligt de echte uitdaging.’ ◗
VERNIEUWING 17
De school als gemeenschap
‘Iedere leerling echt zien’ Waar raken de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen elkaar? Samen met hedendaagse Karmelieten gaan we op zoek naar de waarden die Karmel en Carmel verbinden. In dit nummer: karmeliet Corrie van Baal op zoek naar de betekenis van “allen voor een” op het Augustinianum in Eindhoven.
Het is de oudste middelbare school in Eindhoven; een school met een goede reputatie, gedegen onderwijs en een menselijke maat van rond de duizend leerlingen. Toch was er iets dat rector Maarten de Veth in toenemende mate verontrustte. Tijdens klassenbezoeken en gesprekken in de personeelskamer hoorde hij steeds vaker van docenten dat leerlingen niet meer gemotiveerd waren.
Hij besloot aan het hele team te vragen met ideeën te komen: wat kunnen wij doen om deze jongeren weer aan het leren te krijgen? Dit mondde onder andere uit in een studiedag voor het hele team onder leiding van pedagoog Marcel van Herpen, waarbij leerlingen werden uitgenodigd om met docenten in gesprek te gaan. Nu, ruim een jaar later, blikt Maarten de Veth samen met karmeliet Corrie van Baal, docenten Anneline Valstar en
Maarten de Veth in gesprek met Corrie van Baal
ALLEN VOOR EEN 18
APRIL 2016
Wendy Bessembinders en leerlingen Julie-Anne Dinjens (gymnasium 2) en Kashan Alidjan (vwo 5) terug op die dag en wat eruit voortgekomen is.
STUDIEDAG Eén van de oplossingen waaraan de docenten van het Augustinianum dachten, was het verbeteren van hun eigen pedagogisch handelen. Doen wij wel de goede dingen, op het juiste moment, en vinden leerlingen dat ook? In onderwijstaal heet dat “pedagogisch tactvol” zijn, naar het concept “pedagogische tact” dat uitgaat van aandacht voor iedere, individuele leerling. Een goede relatie tussen docent en leerling is een voorwaarde. Als in die relatie aandacht is voor wat de leerling nodig heeft, kunnen leerling en docent als het ware “samen optrekken” in het leren en zorgen dat de leerling eruit haalt wat erin zit. Zou een betere, meer open, persoonlijke relatie tussen docenten en leerlingen een antwoord kunnen zijn op de
7 WAARDEN DIE KARMEL EN CARMEL VERBINDEN Op verzoek van Carmel ging Ben Wolbers, voormalig prior-provinciaal van de Karmelieten in Nederland, op zoek naar raakvlakken tussen de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen. In een notitie benoemt hij zeven waarden: 1. open ruimte 2. stilte en gerechtigheid 3. ruimte geven en dienen 4. allen voor een 5. een voor allen 6. een kans en nóg een kans 7. de waarde van werk Aan elke waarde wijden we in samenwerking met kennisalliantie bezield onderwijs in Carmel Magazine een reportage. In dit nummer: allen voor een. ◗
motivatieproblemen? Het team van het Augustinianum besloot het tijdens de studiedag gewoon maar aan leerlingen voor te leggen. Terwijl de leerlingen met een docent om tafel zaten, kregen ze vragen voorgelegd als: wanneer vind jij mij een goede docent? Wat heb jij als leerling nodig van ons, docenten? Het was de “allen voor een”- vraag uit de Karmelregel, maar dan toegepast op het onderwijs.
SOEPELER
‘Als de verbinding tussen leraren en leerlingen goed is, wordt school een soort familie’
De leerlingen die eraan hebben deelgenomen, zijn enthousiast over het initiatief. Zo vindt Julie-Anne Dinjens het ‘heel goed dat docenten met ons over dit soort dingen praten. Anders praat je alleen maar met je vriendinnen over de dingen die je anders zou willen op school, maar dan verandert er niets.’ Bovendien was er in de weken na de studiedag ook echt verschil te merken in de omgang tussen docenten en leerlingen, zegt Kashan Alidjan. ‘De lessen liepen soepeler, we hadden elkaar toch wat meer gevonden.’ Ook de docenten hadden er profijt van. Wendy Bessembinders: ‘Wij kregen een kijkje in het hoofd van leerlingen en dat is heel leerzaam, ook op andere momenten trouwens. Je kunt je als docent soms ergeren aan het gedrag van een klas en dan helpt het als je gewoon vraagt wat er is. Soms zijn ze druk omdat ze van de gymles komen, of er is in de klas iets bijzonders gebeurd.’ Julie-Anne: ‘Ik vind het heel fijn als docenten zoiets vragen. Als je het dan uitlegt, zeggen ze vaak: o, komt het daardoor, dat wist ik niet.’
19
Kashan: ‘Door dat te vragen, wordt het contact van de docent met de klas persoonlijker. Als leerlingen voel je je meer begrepen.’ Wendy Bessembinders: ‘Je bent je als docent niet altijd bewust van wat het collectieve handelen van docenten voor een klas betekent. Bijvoorbeeld dat ze acht proefwerken in een week hebben of dat ze op donderdag vijf uur achter elkaar frontaal les krijgen.’ Anneline Valstar vult aan: ‘Als leerlingen mij zoiets vertellen, dan kan ik bedenken hoe ik het anders kan doen. In de les op donderdag bijvoorbeeld niet uitleggen, maar praktijkopdrachten geven.’ Corrie van Baal: ‘Wat jullie volgens mij zeggen, is dat het erom gaat dat je als docent wat verder denkt dan alleen je eigen lessen.’
ECHT ZIEN Maarten de Veth wil nog iets weten van de leerlingen die vandaag aan tafel zitten. Eén van de kernwaarden van het Augustinianum is: “wij kennen iedere leerling bij naam”. Ervaren Jullie-Anne en Kashan dat ook zo? Julie-Anne zegt van wel: ‘Zelfs als het toevallig niet klikt met je eigen mentor of docent, is er altijd wel een andere docent waar je naartoe kunt. Docenten helpen ook kinderen van andere klassen en ik ken genoeg docenten van wie ik geen les heb.’
ALLEN VOOR EEN De Orde van Karmelieten ziet aandacht voor de individuele persoon als een verantwoordelijkheid van de gemeenschap. In de leefregel van Karmel staat dat de gemeenschap ervoor moet zorgen dat ieder krijgt wat hij of zij nodig heeft - en dan niet door het afspreken van een regeling, maar op een persoonlijke manier. Dat persoonlijke geeft aan de zorg en aandacht een dimensie van “gunnen”: ieder individu mag er zijn. ◗
Corrie van Baal
20
Kashan: ‘Na vijf jaar op school zijn bij mij alle docenten wel voorbijgekomen. Mijn ervaring is: als leraren jou als individu kennen, kunnen ze zich goed in je inleven. Altijd als ik een vraag of een probleem had, werd dat opgelost. Niet zomaar even snel, maar écht opgelost.’ Corrie van Baal wil van de docenten in het gezelschap graag horen hoe zij dat doen: iedere leerling persoonlijk zien. ‘Ik ga aan het begin van de les letterlijk bij de deur staan’, antwoordt Anneline Valstar. ‘Iedereen kennen is wel lastig, ik heb veertien klassen. Maar als ik een leerling niet kan helpen, hoor ik vaak van andere docenten dat zij die leerling in het vizier hebben. In die zin weet ik me gedragen door het team. Ik check dat ook wel eens bij een collega, of bij de leerling zelf: heb jij iemand waar je goed mee kunt praten? Mijn grote vrees is dat er toch een keer een leerling tussendoor glipt.’ Wendy Bessembinders knikt: ‘Het ergste wat ik kan bedenken, is dat er iemand van school gaat die nooit echt door ons is opgemerkt. Ik probeer altijd van elke leerling iets te weten. Ook ik sta dus bij die deur: daar zie je dat t-shirt van die band waar een leerling fan van is, daar zie je die vermoeide blik waar je toch even naar wilt vragen.’ In de praktijk speelt het werk van docenten zich voor een belangrijk deel af in een lokaal met een groep leerlingen, en toch is lesgeven teamwerk bij uitstek. ‘Hebben jullie als docenten in moeilijke gevallen steun aan elkaar?’, vraagt Corrie van Baal.
‘Mijn grootste vrees is dat er toch een keer een leerling tussendoor glipt’
COLUMN
APRIL 2016
MY FIRST PROFIELWERKSTUK
Anneline Valstar zegt van wel. ‘Zelfs als het een van mijn mentorleerlingen betreft, kan ik altijd terecht bij een collegamentor of een teamleider.’ Wendy Bessembinders vult aan: ‘En als het met een klas voor geen meter loopt, kun je altijd aan een collega vragen: hoe pak jij dit aan? Ik vraag bijvoorbeeld wel eens een collega of deze wil meekijken in de les. Pas nog, bij een vwo 5-klas. Ik zag zelf niet of het daar wel goed ging, maar zowel de klas als mijn collega vond dat het goed liep. Dat is geruststellend, zij kunnen dat beter zien.’
LEERKRACHT Het rondetafelgesprek loopt ten einde. Wat neemt Corrie van Baal ervan mee? ‘Ik heb hier gehoord dat het voor docenten een groot effect heeft als leerlingen vertellen wat zij nodig hebben om de lessen beter te kunnen volgen. Docenten en leerlingen komen dan echt dichter bij elkaar. Dat is belangrijk omdat docent zijn veel meer is dan kennis overdragen.’ En hoe gaat het nu verder op het Augustinianum? De studiedag van vorig jaar heeft een vervolg gekregen in de vorm van deelname aan het project LeerKracht, waarbinnen groepen van acht tot tien medewerkers elkaar scholen op zelfgekozen thema’s. Dat levert veel inspiratie op, zeggen Anneline Valstar, Wendy Bessembinders en Maarten de Veth. Moet er daarnaast nog iets gebeuren om het gesprek tussen docenten en leerlingen op gang te houden? Volgens Kashan is het best een goed idee om nog eens zo’n gespreksmiddag te organiseren als tijdens de studiedag. ‘Als de verbinding tussen leraren en leerlingen goed is, wordt school een soort familie, waar iedereen bij iedereen terechtkan. Dan heb je volgens mij je doel bereikt.’
De start in juni was heel voortvarend. Het onderwerp, ‘Invloed van een healing environment op borstkankerpatiënten’, kwam helemaal van het groepje zelf. Lazen we een stukje van in de krant, meneer, best wel interessant. Als leerlingen uit de vijfde zoiets zeggen weet je dat ze heel enthousiast zijn. Ook het advies (dank je wel, Martin) om niet alles op internet te zoeken en geschreven informatie rond te pompen, maar onderzoek te doen in de grotemensenwereld, werd enthousiast ontvangen. In no time hadden ze contact gelegd met het Alexander Munro borstkankerziekenhuis in Bilthoven en een interview geregeld met een architect van het Erasmus MC in Rotterdam. Je staat er versteld van met wat een speels gemak argeloze meisjes deuren weten te openen. Alleen Harry Abels, directeur van IAA-architecten en eindverantwoordelijke voor de nieuwbouw van het MST-ziekenhuis in Enschede, liet niets van zich horen. Dat vonden ze raar. Meneer, die kerel van dat architectenbureau reageert helemaal niet. Al met al een geweldig begin van een profielwerkstuk, een liefdesbaby. In de herfstvakantie gingen ze een dag naar Bilthoven. Best wel heftig, zou je zeggen, een borstkankerziekenhuis bezoeken. Maar ze kwamen enthousiast terug: gastvrije ontvangst, uitgebreide rondleiding en alle gelegenheid om vragen stellen. Suzan was er helemaal vol van, ze raakte niet uitgepraat, vertelde ze. Totdat haar moeder zei: hou nou maar even op. En toen kwam de klad erin. Schoolexamenweek, vakantie, Sinterklaas. Een afspraak om elke week op een vast tijdstip te werken kwam niet van de grond. Nee, vrijdagmiddag moet ik werken, woensdag heb ik de eerste drie uren vrij. Carnaval in Albergen, carnaval in Lattrop, carnaval in Oldenzaal. Wat? Nog maar vijf dagen? Serieus? Vier dagen voor de deadline kwam er alsnog een interview met een architect van het MST. Nog een onwaarschijnlijke eindspurt en toen, op 16 februari, lag er een prachtig profielwerkstuk in mijn postvakje. Het gekke was, die eindeloze periode van groeistilstand, je zag het er niet aan af, een kerngezonde baby. Het was wel even doorwerken, meneer. ◗ JOS BAACK Docent Frans, Twents Carmel College, locatie De Thij
21
22
OPMERKELIJK
APRIL 2016
TOEKOMSTGERICHT ONDERWIJS MET DE GEO FUTURE SCHOOL Sinds vorig jaar is Het Twickel College in Hengelo, onderdeel van Scholengroep Carmel Hengelo, gestart met de Geo Future School (GFS). Een GFS biedt naast de normale lessen extra activiteiten die voor verbreding en verdieping zorgen op het gebied van aardrijkskunde. Het Twickel College in Hengelo was een van de eerste scholen in Nederland die aanhaakte bij dit initiatief van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG). Docenten Frans Westerveen, Alice Peters en Dick Elhorst vormen met enthousiasme de drijvende kracht achter de GFS Twickelcollege. 'Juist de extra’s maken leerlingen enthousiast. Dat wat je buiten allemaal tegenkomt kun je in twee lesuren per week niet overbrengen in de schoolbanken. Leerlingen die na een excursie met veel veldonderzoek in de Eifel jouw enthousiasme over vulkanische verschijnselen overnemen, dáár gaat de GFS om.', geeft docent Alice Peters aan. 'Op de foto zie je bijvoorbeeld een presentatie van Tim Schuring (Universiteit Utrecht) die op alternatieve wijze de opbouw van Nederland laat zien. Reken maar dat leerlingen ons daarna kunnen uitleggen hoe Nederland er geologisch gezien uitziet.' Bij de extra activiteiten van het vak aardrijkskunde worden de 21e eeuwse vaardigheden op de proef gesteld. Zo gaan ze gedurende de GFS-modules aan de slag met "grand challenges" (zoals klimaatverandering of energie), waarbij creativiteit (out-of-the-box), kritisch denken en het leggen van multidisciplinaire verbanden om de hoek komen kijken. Een GFS-module bestaat uit nuttige opdrachten, excursies in samenwerking met het bedrijfsleven, veldwerk en zelfonderzoek. Leerlingen werken toe naar een eindopdracht. In deze reis naar de eindopdracht worden de nodige ICT-toepassingen gebruikt, zoals Google Earth en GIS (Geografische Informatie Systemen). Vaardigheden zoals analyseren, presenteren, creëren en evalueren zijn voor de GFS-leerlingen geen onbekend terrein. 'Vanaf volgend jaar kunnen we een erkend GFS-certificaat aanbieden aan leerlingen die de verschillende onderdelen met succes hebben gevolgd', vertelt docent Frans Westerveen. Het certificaat biedt de leerlingen een brede basis voor in hun vervolgstudie én in de toekomst.
'Juist de extra’s maken leerlingen enthousiast'
De Geo Future School Twickelcollege timmert hard aan de weg om een compleet en uitdagend aanbod te kunnen bieden. Naast onder andere een reeks excursies voor klas 1 tot en met 6 wordt de passie voor het vak zelfs al overgebracht op toekomstige leerlingen. De aftrap van de jaarlijks terugkerende GEObattle (25 november jl.) voor basisscholen in de regio was een groot succes.
Wil je meer lezen over de Geo Future School Twickelcollege en al haar plannen? Check dan de Facebook-pagina GFStwickelcollege of volg ze op Twitter via @GFStwickelcollege. Wil je meer weten over de werkwijze van de KNAG Geo Future School? Check dan geofutureschool.nl. ◗
COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.770
23
HOOFD, HART EN HANDEN
Daar zit je dan. In een ver land waarvan je het bestaan niet vermoedde. Met een taal die je niets zegt. Terwijl op je netvlies beelden hangen die je niet kunt delen en je trommelvliezen nog natrillen van geluiden die je iedereen zou willen besparen.
En nu toch weer gewoon in de klas. In een ontspannen omgeving die zich op jou richt. Waar je welkom bent en niemand je de maat neemt. Waar jij als uniek mens wordt gewaardeerd, je vragen antwoord krijgen en je talenten erkenning vinden. Hier gaat het om jou. Zoals je bent. En hier gaat het om wat jij nodig hebt om in veiligheid te groeien naar volwassenheid. Zodat je straks in alle vrijheid weloverwogen je eigen keuzes kunt maken.
Dat vraagt onderwijs dat bij jou past. En daarnaast concrete daden, betrokkenheid en bezieling. Voor heel de mens, elke mens en alle mensen. Voor hoofd, hart en handen.
Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl
24
@stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege