Carmel Magazine december 2021

Page 1

Carmel Magazine » jaargang 18 » nummer 49 » december 2021

#koers

Gespreid leiderschap

Inclusiviteit bij Carmel

Iedereen doet mee In gesprek met Carmel

De mensen maken de school


Onderwijs is geen serieproduct, maar maatwerk (pag. 16)

2


» Inhoud

6

Iedereen doet mee Iedereen hoort erbij, iedereen doet mee: dat willen we bij Carmel. Maar er is nog werk te doen.

16

Accent op persoonlijke leerroutes Ontwikkeling van zelfvertrouwen, eigenaarschap en zelfverantwoordelijkheid.

Rubrieken 4 5 10 15 19 20 21 26 28

Standpunt #stelling Vertel! College van Bestuur: Karin van Oort Passie! Hoe ging het verder met... What's up? Opmerkelijk Het laatste woord

12

22

Niemand kan het alleen De Schoolleidingendag in oktober stond in het teken van gespreid leiderschap. Dus is er alle reden om dat begrip verder uit te diepen.

De mensen maken de school Op 1 augustus 2000 vond in Deventer een uitzonderlijke scholenfusie plaats, die de toon zette voor het huidige Carmel.

Wij zijn Carmel Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis Raalte » Carmel College Salland

3


» Standpunt

INCLUSIEF ONDERWIJS: LUST OF LAST? Een gebouw met vrolijke leerlingen, die zich bewegen door onze school in Emmen. Er wordt gelachen, ondeugd uitgehaald, maar ook geleerd. Van en met elkaar. Er is actie. Overal! Die actie is er ook op een nieuwe plek in onze school, waar sinds 1 augustus van dit jaar 24 leerlingen met ASS (Autisme Spectrum Stoornis) onderwijs krijgen. Leerlingen die tot aan de zomervakantie soms wel en soms ook niet wisten hoe het was om samen te leren en samen plezier te maken op school. Kinderen die nu beleven en ervaren hoe het is om (weer) leerling te zijn. Daar waar het hoort!

Dynamiek Wat is het een lust om te zien dat deze leerlingen in een fantastische curve zitten. Ze ontdekken het onderwijs en hun schoolgebouw elk op hun eigen tempo en ieder met hun eigen dynamiek. Ze durven te ontvangen en krijgen hulp van een zeer bedreven team van onderwijsdeskundigen en medeleerlingen. Ze hebben zelfs hun eigen hulphond mee naar school. De vraag is soms wie sneller leert: de leerling of de totale onderwijsorganisatie. Want wat hebben we

Louwien Eising » rector Carmelcollege Emmen Passies » Lezen, tuinieren, wandelen in de bergen, op stap met vrienden, familie en hond. Opleidingen » O.a. Rijksuniversiteit

4

Leiden, Pedagogische wetenschappen. Werkzaam bij Carmel sinds » 1 augustus 2020.

hard gewerkt om het inclusieve onderwijs mogelijk te maken met zijn allen. En dat blijven we doen. Hoe dan ook! Op basis van vertrouwen en het geloof dat kennis maar de helft is, en we het elke nieuwe dag weer een beetje beter kunnen doen dan de dag ervoor. We boksen op tegen vooroordelen, percepties en genieten tegelijkertijd van de avonturen en de (onderwijs)reis die deze groep leerlingen met elkaar kan en mag afleggen. Deze vorm van inclusiviteit is op gang gekomen.

Recht doen aan verschillen Wat een voorrecht dat wij vanuit de samenwerking met het Samenwerkingsverband van Zuidoost Drenthe met deze leerlingen mogen starten. Een gedegen inspectieoordeel en onderzoek gingen daaraan vooraf. Daaruit blijkt dat wij in staat zijn recht te doen aan de verschillen tussen de leerlingen. Door te laten zien en te ervaren dat elke leerling bijzonder is, authentiek mag zijn en recht heeft op onderwijs.

Loslaten Om hierin samen iets te bereiken, moet ieder voor zich bereid zijn de vooroordelen ‘los’ te laten en vanuit zijn (onderwijs)hart een stapje extra te zetten. Beseffen dat we van en met elkaar mogen leren. Als we met elkaar bereid zijn om er op die manier naar te kijken, we ons realiseren dat we dankzij dat andere perspectief een rijker mens worden, dán groeien we. Op zowel sociaal-emotioneel als op educatief niveau. Van ‘last’ naar lust.


#stelling Elk jaar zijn er leerlingen die blijven zitten. Steeds vaker klinkt twijfel of dat nu wel zinvol is. Zijn er geen andere, meer motiverende manieren om achterstanden in te lopen of leerlingen aan te sporen? En welke dan? Lees de mening van de leden van het Carmelpanel, aan de hand van de stelling:

‘Zittenblijven is in 2022 echt uit de tijd’

Haley Boegheim, leerling mavo 4, Antoniusmavo XL Gouda

‘Dat vind ik niet. Iedereen heeft recht op een tweede kans. Dat vind ik altijd al, maar nu zeker. Er zijn leerlingen die in de coronaperiode veel moeite hebben gehad met school. Zelf ken ik ze niet, mijn klas is afgelopen zomer gewoon overgegaan, maar ik hoor de verhalen die vrienden op andere scholen daarover vertellen. Er zijn leerlingen die de regelmaat van school en de klas hebben gemist, die moet je helpen. Ze konden er niets aan doen. Zittenblijven kan dan goed uitpakken. Ook als het niet leuk is, want je vrienden gaan misschien wel over. En een nieuwe klas is best spannend. Het zal tijd kosten om daar weer te wennen. Maar je hebt wel de mogelijkheid om de draad weer op te pakken.’

Lisette Kleijssen-Donia » ouder, lid medezeggen­ schapsraad en ouderraad Canisius, Almelo

‘Ik vind dat je leerlingen altijd een tweede kans moet geven. En ik vraag me af of zittenblijven zo erg is. Dat geeft een leerling ruimte, zeker als het zittenblijven een gevolg is van omstandigheden buiten hem of haar om. De docenten kunnen dan zorgen voor goede begeleiding waar dat nodig is. Als een leerling een jaar mag overdoen, heeft deze ook gelegenheid om meer eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat vraagt het vervolgonderwijs straks ook, en meer dan het voortgezet onderwijs. Maar je kunt de norm ook niet eindeloos aanpassen, dat begrijp ik. Toch, geef gewoon nog een kans als dat echt kan, je wilt ook niet dat een kind afstroomt naar een niveau beneden zijn capaciteiten.’

Huub Aman » leerling atheneum 4, Carmel College Salland, Raalte

‘Niet afschaffen. Je gaat naar school voor jezelf, als je niet leert heeft dat gevolgen. Maar ik wil niet generaliseren, ik heb klasgenoten die zijn blijven zitten omdat ze in de coronaperiode hun motivatie verloren. Die verdienen de mogelijkheid om het jaar over te doen. Ik zie overigens een verschil tussen onderbouw en bovenbouw. Als je in de bovenbouw blijft zitten, kun je alleen afzakken naar het vooreindexamenjaar, je kan niet naar de eindexamenklas. En je vrienden gaan eerder van school dan jij. Hier zou je kunnen denken aan andere oplossingen dan doubleren, al weet ik niet welke. Als je in de onderbouw blijft zitten, heb je nog alle tijd om nieuwe vrienden te vinden. Dat is toch anders.’

Inge Stokvis » docent Nederlands, Het Twickel College Hengelo

‘Deze stelling is te stellig. Het kan voor een leerling heel goed zijn om een jaar over te doen. Om een voorbeeld te geven: ik zie leerlingen die last hebben van de lockdowns. Het wegvallen van de gebruikelijke schoolstructuur heeft geen goed gedaan. Dan zijn er de kinderen voor wie een extra jaar zinvol is omdat ze nog heel jong zijn. Het woord zittenblijven klinkt me dan ook te negatief: het is een tweede kans. Wel moet je dat per leerling bekijken. Wat heeft er gespeeld, zijn er andere manieren waarop we je kunnen helpen? Als zij of hij de capaciteiten mist of echt niet wil werken, dan ontkom je niet aan afstromen. Maar als er iets anders aan de hand was, verdien je die tweede kans.’

5


NIEUWS & BLOGS

» Inclusiviteit bij Carmel

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

IEDEREEN DOET MEE Iedereen hoort erbij, iedereen doet mee: dat willen we bij Carmel. Maar er is nog werk te doen. Want bewust of onbewust gaan we nog vaak uit van dat wat het meest voorkomt: mensen die hetero zijn, mensen van wie de gender overeenkomt met het lichaam waarin ze geboren zijn, mensen die zelf een plek vinden op de arbeidsmarkt, mensen die hun leven lang al thuis zijn in onze cultuur. Hoe maken we de stap van ‘anders is oké’ (diversiteit) naar ‘anders is normaal’ (inclusie)? Drie praktijkverhalen.

Koers 2025 ‘We willen dat onze leerlingen zich bewust zijn van de wereld vanuit een waarderend perspectief, en dat ze worden gezien en gekend. Met een open blik de wereld tegemoet treden en openstaan voor andere perspectieven.’

6


Verschillen in inzetbaarheid Werk maken van inclusie Carmel heeft beloofd meer mensen in dienst te nemen die bij het werk een steuntje in de rug nodig hebben vanwege een sociale, verstandelijke of lichamelijke beperking. Scholen willen dat wel, maar weten niet goed hoe. Daar gaat verandering in komen. ‘Aandacht voor alle mensen, dat is iets wat Carmel bindt’, zegt Han Nijboer, rector van Carmel College Salland en lid van het Beraad Werkgeverschap. ‘Inclusiviteit past bij ons. Toch zijn in ons medewerkersbestand sommige groepen uit de samenleving ondervertegenwoordigd. Denk aan mensen die begeleiding, ondersteuning of voorzieningen nodig hebben bij het vervullen van een baan: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.’

Banenafspraak In een wettelijke regeling, de Banenafspraak, hebben Nederlandse werkgevers zich verplicht om de komende jaren 2,74% van alle uren waarover loon wordt betaald, door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten vervullen. Carmelscholen willen dat graag, maar weten vaak niet goed hoe ze dat voor elkaar kunnen krijgen. Veel onderwijsbanen zijn docentbanen en die zijn niet altijd geschikt te maken voor mensen die begeleiding of voorzieningen nodig hebben. ‘Ondersteunend werk biedt meer kansen, maar dat is er niet veel en bovendien besteden we het vaak uit aan leveranciers, zoals schoonmaak, catering en groenvoorziening’, zegt HR-adviseur Margreet ten Holder (bestuursbureau).

Servicepunten ‘We zullen dus echt ons best moeten gaan doen om werk te maken van inclusief werkgeverschap’, concludeert Han. Een werkgroep heeft inmiddels geïnventariseerd wat hierbij kan helpen. Zo heeft het College van Bestuur het advies gekregen inclusief werkgeverschap in de periodieke managementgesprekken aan de orde te stellen. Ook is er een bijeenkomst geweest waar alle leidinggevenden van het OOP zich hebben verdiept in mogelijkheden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een baan te bieden. Voor andere leidinggevenden komen vergelijkbare inspiratiesessies. Daarnaast is voor alle Carmelscholen contact gelegd met het Servicepunt Werkgeverschap in hun regio. Elke school krijgt een contactpersoon die kan helpen met het vinden van geschikt werk en geschikte kandidaten. ‘Maar waar ik het allermeeste van verwacht, is als we ons voortaan bij elke vacature eerst afvragen of die geheel of gedeeltelijk door iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt kan worden vervuld, vóórdat we de vacature openstellen’, zegt Han.

‘Het is makkelijker dan het lijkt’ Arna Roersma, adjunct-directeur havo/vwo bovenbouw bij Twents Carmel College: ‘Vorig jaar hebben wij voor het eerst iemand met afstand tot de arbeidsmarkt aangenomen, als toezichthouder in ons stiltelokaal. Mét succes, en inmiddels hebben we op deze manier ook een vacature vervuld voor onderwijsassistent bij de beeldende vakken.

‘Overwin je koudwatervrees en ga het dóen’ Momenteel zijn we alweer bezig met een derde project, mede in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs: het samenstellen van een pool van externe surveillanten voor de toetsweek, zodat docenten zich op de kern van hun werk kunnen concentreren. Mensen uit de doelgroep van de Banenafspaak aannemen is makkelijker dan het lijkt. In ons geval zorgt het Werkplein van de Gemeente Enschede voor geschikte kandidaten en begeleiding. Wij hoeven alleen te zorgen voor een begeleider vanuit school. Afhankelijk van de functie kost het inwerken meer of minder tijd, maar daarna kost de begeleiding ons hooguit een uurtje in de week. Het verschil met andere kandidaten is dat mensen uit de doelgroep van de Banenafspraak er vaak geen andersoortige taken naast kunnen doen. Maar dat wordt gecompenseerd met loonkostensubsidie. En je begint met een contract voor een halfjaar, dus je kunt rustig kijken of het werkt. Ik voel me inmiddels echt een ambassadeur voor de Banenafspraak. Je werkt hiermee aan gelijke kansen, voor de medewerkers én voor leerlingen, want die zien op deze manier in hun eigen school dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ertoe doen. Dus overwin je koudwatervrees, ga staan voor wat je vindt, en ga het dóen.’

Meer weten? Mail naar a.roersma@twentscarmelcollege.nl.

Lees verder op de volgende pagina's >>

7


Verschillen in gender en seksualiteit Inzetten voor het recht om jezelf te zijn Op initiatief van het leerlingbestuur en enkele docenten heeft het Twents Carmel College locatie Lyceumstraat sinds kort een Gender & Sexuality Alliance: een verbond tussen mensen met allerlei oriëntaties op het gebied van gender en seksualiteit. Bij de net opgerichte Gender & Sexuality Alliance (GSA) op Twents Carmel College locatie Lyceumstraat wisten ze kort voor de herfstvakantie niet wat hen overkwam. Een mailtje naar alle leerlingen, wat posters in de gangen, een bijeenkomst op Coming Out Day, en ineens had de groep er achttien leden bij. ‘Ook leerlingen die nog niet volledig uit de kast zijn’, zegt Noëlle Vaanholt (6 vwo). De accepterende sfeer binnen de GSA-bijeenkomsten betekent veel voor deze leerlingen: ‘Je ziet een last van hun schouders vallen: iedereen voelt zich vrij en comfortabel. Het heeft lang geduurd voordat ik eruit was hoe het bij mij zit (ik ben nonbinair en lesbisch) en ik had het heel fijn gevonden als er tijdens mijn struggles zo’n groep was geweest. Je hebt toch het gevoel dat iedereen normaal is en jij als enige afwijkt.’

Anders is mooi Dat laatste is precies wat Guus van der Kramer uit 4 vwo met zijn inzet voor de GSA hoopt te veranderen. Hetero en

cisgender (iemand van wie de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht) worden vaak nog als de standaard gezien (“normativiteit”). Terwijl het geen kwestie is van normaal of afwijkend; iederéén is anders, zegt Guus. ‘Ik ben mezelf, ik ben geen “typische jongen”. En ik wil me inzetten voor het recht van anderen om ook zichzelf te zijn. Net zolang totdat er inclusiviteit is, totdat we met zijn allen vinden dat “anders” mooi is om te zien.’ Volgens wiskundedocent Mark Timmer, die de GSA op Twents Carmel College begeleidt, zijn mensen zich vaak niet bewust van de normativiteit in de wereld om hen heen. ‘Als het bij een wiskundesom in het boek gaat over een “stelletje”, is dat bijvoorbeeld altijd een jongen en een meisje. Maar er zijn veel meer mogelijkheden. Daarover willen we met de GSA tot denken aanzetten.’

Vlaggen Een eerste stap is om op internationale bewustwordingsdagen voor gender en seksualiteit bij de school een passende vlag te hijsen: de bekende regenboogvlag op Paarse Vrijdag, een oranje-wit-roze vlag op de dag voor lesbische seksualiteit, een gele met een open paarse cirkel op de dag voor intersekse, enzovoort. ‘Leerlingen vragen wat zo’n vlag inhoudt en dan heb je meteen een gesprek’, zegt Mark.Ook gaan leerlingen uit de GSA binnenkort in gesprek met vaksecties binnen het Twents Carmel College. ‘Een geweldig idee’, vindt Mark. ‘Ik ben zelf homo en ik zal een leerling die ik een ander voor “homo” hoor uitschelden, altijd hierop aanspreken. Dat levert waardevolle gesprekken op. Vanuit mijn eigen ervaring is dit makkelijk, maar er zijn vast ook collega’s die niet zo goed weten hoe ze het gesprek kunnen aangaan en waarom dat hard nodig is.’

‘Je ziet een last van hun schouders vallen’ Schoolleiding

‘Diversiteit is dat je wordt uitgenodigd voor het feestje, inclusie is dat iemand je ten dans vraagt’ 8

Steun van de schoolleiding is belangrijk om gender- en seksuele inclusiviteit te bereiken, vinden Guus, Noëlle en Mark. ‘Hier op school is die steun er gelukkig’, zegt Mark. ‘Dat helpt bij wat we willen als GSA. Om te beginnen dat leerlingen een veilige plek hebben waar ze met hun vragen terechtkunnen en waar ze aan leerlingen die verder zijn in hun zoektocht, zien dát je verder kunt komen. Maar vooral ook dat alle leerlingen en docenten gaan inzien hoe mooi het is als iedereen zichzelf kan zijn.’ Meer weten of doen? Kijk op cocindeklas.nl of gsanetwerk.nl


Verschillen in taal en cultuur Eerst apart, later samen Met inclusie is iets wonderlijks aan de hand: soms moet je onderwerpen of mensen eerst "apart zetten" om te bereiken dat iedereen kan meedoen. De internationale schakelklas (isk) van Carmelcollege Gouda is daar een goed voorbeeld van, vertellen coördinator Adriaan Jansen en docent Helma van Puijenbroek. Adriaan: ‘Wij willen dat jongeren die in Nederland zijn komen wonen, zo snel mogelijk instromen in een reguliere opleiding. Maar als we ze zomaar in een Nederlandse klas neerzetten, doen we ze tekort. Bij ons verwerven leerlingen in twee jaar tijd een minimale basiskennis van de Nederlandse taal en cultuur. Dat bereik je niet als je leerlingen gewoon maar onderdompelt in het Nederlandse onderwijs, heel jonge basisschoolkinderen misschien daargelaten. Zou je mij morgen in een Arabische school neerzetten, dan zou het me echt niet lukken om aan te haken. Je hebt een zekere basiskennis nodig en die kun je verwerven als de school in het begin afdaalt tot het niveau waar jij bent. Het is veruit het handigst om dat in aparte klassen te doen, ook omdat dit de leerlingen, die vaak al veel hebben meegemaakt tegen de tijd dat ze bij ons komen, een veilige plek geeft om te landen.’ Helma: ‘De realiteit is dat onze leerlingen tegen de tijd dat ze kunnen doorstromen, meestal niet meer naar het vmbo kunnen. Ze hebben dan niet de specifieke vakken gehad die voor de vmbo-profielen in de bovenbouw nodig zijn. Veel isk-leerlingen beginnen hun reguliere onderwijsloopbaan daarom in het mbo. Wel maken wij waar mogelijk gebruik van de faciliteiten op een vmbo-locatie. Onze leerlingen krijgen daar sport en ckv van een vmbo-docent. Ook volgen bijna alle klassen daar praktijkvakken zoals zorg en welzijn of techniek. Die vakken krijgen ze van een vmbo-docent, met een docent van ons erbij voor taal- en andere ondersteuning.’

Adriaan: ‘Wat we daarnaast wél doen, zijn samenwerkingsprojecten met het regulier onderwijs, al heeft corona daar de laatste tijd een lelijke streep door gezet. Denk aan uitwisselingen met andere vestigingen van Carmelcollege Gouda of andere vo-scholen. Of leerlingen die uit hun vaderland zijn gevlucht en die op basisscholen hun vluchtverhaal vertellen. Of Franstalige leerlingen van ons die bij het vak Frans door andere leerlingen van Carmelcollege Gouda kunnen worden geïnterviewd. Het allerleukste vind ik dat we - althans, zo was het vóór corona - met de leerlingen die bij ons gaan uitstromen, meedoen aan een scholendialoog waarin jongeren met elkaar in gesprek gaan over thema’s die voor hen allemaal herkenbaar zijn ongeacht herkomst, taal of cultuur.’

‘Onze leerlingen zijn tot op het bot gemotiveerd’ Helma: ‘Onze leerlingen willen helemaal niet anders zijn, ze willen er vooral bijhoren. Maar door hun geringe kennis van onze taal en cultuur zijn ze beperkt in hun keuzemogelijkheden en moeten ze vaak onderaan de Nederlandse onderwijsladder beginnen. Wat wij van hen kunnen leren, is doorzettingsvermogen. Onze leerlingen zijn echt tot op het bot gemotiveerd. Als je bedenkt wat velen van hen hebben meegemaakt en als je dan ziet hoe sterk ze nu zijn - hun veerkracht is ongelooflijk. Daar kunnen wij echt iets van leren.’

9


» Vertel! Samengestelde verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Olaf Koot »

‘Heerlijk op de fiets naar m’n werk’ Werken in je woonplaats: “Hee meneer, hoe is het?” Toen ik mijn eerste baan als leraar mocht aanvaarden, kreeg ik twee aanbiedingen in hetzelfde weekend. Ik was welkom bij een mavo/havo-school in Doetinchem en bij een vmboschool in Deventer, waar ik vandaan kom en altijd heb gewoond. Ik koos voor de dichtstbijzijnde optie, met het argument dat het op fietsafstand was. Sindsdien heb ik alleen maar in Deventer gewerkt. Van de vmbo-afdeling ging ik naar onderbouw havo/vwo en uiteindelijk ben ik in de bovenbouw van havo/vwo terechtgekomen. Heerlijk op de fiets naar m’n werk. Op die manier heb ik dus altijd gewerkt in de stad die mij bekend is, waar ik mijn boodschappen doe, waar ik sport en bijbaantjes heb gedaan. Ik hield mijn leukste weekendbijbaantje, taxichauffeur, nog een tijdje aan, terwijl ik doordeweeks als docent aan het werk was. Zo sprak ik wel eens familieleden van leerlingen, die ik lesgaf, vaak opa’s of oma’s, die ik vervolgens de groetjes liet doen aan hun kleinkind. Ik heb er altijd veel plezier in gehad om leerlingen tegen te komen in de stad. Ik nam me wel voor om maar liever geen ondergoed te kopen bij de V&D, waar sommige van mijn leerlingen achter de kassa werkten. Dat zou wellicht toch wat awkward zijn Supermarkten waren geen probleem, ze mogen best weten dat ik broccoli ging eten die avond of dat ik me liet overhalen om de Coca-Cola in de bonus aan te schaffen en mee naar huis te sjouwen. Ik weet dat collega’s uit andere woonplaatsen opgelucht zijn dat ze geen leerlingen

10

tegenkomen, simpelweg omdat ze ergens anders wonen. Ik begrijp dat het potentieel onhandig kan zijn, maar wat mis je dan een rijkdom! Mijn kinderen zijn inmiddels zowat van dezelfde leeftijd als mijn bovenbouwleerlingen, dus nu heb ik voormalig klasgenoten, voetbalclubteamgenoten, zoons en dochters van vrienden of buren in de klas. Ik kom ze tegen bij de sportclub, de broodjeszaak, aan de start van een hardlooprun en bij de bushalte. Er is een wereld voor me opengegaan; ze trainen de junioren vol passie, tonen hun talent bij een open dag van de muziekschool of bakken voor mijn hele gezin de patatjes bruin. En wát een toewijding tonen ze daarbij! Het is zo gaaf om te zien hoe mijn leerlingen in een totaal andere context, zo volledig autonoom en professioneel aan het werk zijn, dat ik vanaf zo’n moment op een ander manier naar ze kijk. Goed, oké, hij ligt nu maar een beetje te hangen tijdens mijn les en dat vind ik razend irritant, maar gisteravond zag ik hem nog bij de club, in de regen, training geven aan een kluwen spelertjes van 10, die hem hoofdpijn bezorgden van het geschreeuw. Hij werd vast tureluurs van het overactieve heen en weer rennen van de boefjes in het juniorenteam, dat ik hem nu maar even laat bijkomen. Wat een gemis als je niet weet wat sommige leerlingen in hun vrije tijd doen! Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum


CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

Peter van Lange »

‘ Heel de mens

met al zijn talenten.

Stichting Carmelcollege: 100 jaar, heel (dicht bij) de mens Zoals velen van ons al hebben vernomen, viert Stichting Carmelcollege in mei 2022 haar 100-jarig jubileum. Onlangs vroeg een jonge collega aan mij wat nou de rol is geweest van de karmelieten voor onze scholen. In het boek over de geschiedenis van de Orde der Karmelieten staat hierover: “Zij leverden het merendeel van het personeel: de rector, maar ook een stoet aan paters die deskundig waren of moesten zijn op verschillende terreinen. Door hun gestage arbeid en door hun contacten in het Twentse land zorgden ze ervoor dat middelbaar onderwijs een gewoon iets werd in een omgeving waarin studeren tot dan toe was voorbehouden aan enkelingen.”* Over socialisatie en emancipatie gesproken: woorden die toen nog niet uitgevonden waren, maar al wel in de praktijk werden gebracht.

In onze missie staat nu: “Wij rusten onze leerlingen toe voor een goede start van de rest van hun leven. Het gaat daarbij om ‘heel de mens’ met al zijn talenten. Wij willen onze leerlingen helpen zich te ontwikkelen tot volwassen en verantwoordelijke mensen, met een goed ontwikkeld moreel kompas, die zelfstandig hun weg vinden in de wereld en daar hun bijdragen aan leveren.”

Veranderingen Ik moet denken aan het beeld van een zwoegende mens, die zich eerst verzet tegen veranderingen, ze daarna omarmt en zich vervolgens afvraagt hoe hij ooit zonder die veranderingen heeft kunnen leven. Geldt dit ook niet voor ons als we terugkijken...? Want ons onderwijs is niet in graniet gegraveerd. Het staat juist middenin onze samenleving. Net als onze bijna 100-jarige Stichting Carmelcollege.

Waardengericht en interreligieus onderwijs In hetzelfde boek worden de “Uitgangspunten beleidsvisie 1980 van het bestuur van Stichting Carmelcollege” beschreven. Zo valt hier te lezen bij Waarden en normen: “Het bestuur is van oordeel dat in het onderwijs niet ‘waardenvrij’ kan worden gewerkt. Bij onderwijsactiviteit worden waarden en normen overgedragen en dat moet ook.” Ja, toen maakte de stichting al werk van waarde(n)gericht onderwijs. En iets verderop: “Het bestuur is voorstander van scholen met een christelijke signatuur; het erkent daarbij wel dat er voor ons ook nog andere inspiratiebronnen zijn en dat de waarden, zoals die uit het evangelie tot ons komen, niet het exclusieve bezit zijn van het christendom.” Hieruit blijkt ook dat onze stichting ruim 40 jaar geleden al ontwikkelingen stimuleerde voor interreligieus onderwijs.

Heel de mens En nu - in 2021- blijkt de missie van ons schoolbestuur een logisch voortvloeisel te zijn van deze uitgangspunten uit 1980. * Ribbert, G.J., Hodes, M., Thüss, B.J. 1995, De Karmel in Twente: 1855-1995, Stichting “De karmelieten in Twente”

Peter van Lange Schoolopleider, begeleider nieuwe docenten en docent levensbeschouwing

Wist je dat? Oud-bestuurder Wim van der Geest bezig is met een promotieonderzoek over de betekenis van Carmel tot het jaar 2000? Je leest er meer over in ons jubileumnummer van april 2022!

11


» Gespreid leiderschap

NIEMAND KAN HET ALLEEN De Schoolleidingendag in oktober stond in het teken van gespreid leiderschap. Dus is er alle reden om dat begrip verder uit te diepen. Om dan te constateren dat het nauw samenhangt met de in Koers 2025 beschreven visie op eigenaarschap en regie van leerlingen, docenten en ondersteuners.

12


Eva Overkemping, teamleider mavo op het Bonhoeffer College in Enschede (locatie Van der Waalslaan) vertelt over een klankbordgesprek met leerlingen van 4 mavo. Ze kregen onder meer de vraag wat een goede docent is. ‘Ze noemden verschillende kwaliteiten: een goede leraar waakt over de opbouw van de les, geeft heldere uitleg, kan orde houden en mag streng zijn. Maar: diezelfde docent geeft ook vertrouwen en stimuleert leerlingen tot eigen initiatief en inbreng.’

broodjes. Dat zagen de leerlingen. Ze groeiden: hun initiatief had tot verandering geleid.’ Op zich verheldert dit niets over gespreid leiderschap. Maar een paar patronen duiken op: ruimte geven, vertrouwen schenken, initiatief waarderen, gebruikmaken van elkaars kennis. Hiermee naderen we de kern van dit artikel.

Wederkerig Nu een ander verhaal, vanuit het Marianum in Groenlo. Maureen Wildenborg, teamleider Huisvesting, Facilitair & ICT: ‘Nadat we het over gezondheid en duurzaamheid hebben gehad, was er een leerling die opmerkte dat de broodjes in de kantine nog steeds in plastic verpakt waren. Of dat niet anders kon? Een week later zaten er papieren zakjes om de

De voorbeelden laten zien dat leerlingen gezien en gehoord, erkend en herkend willen zijn. Hun inbreng doet ertoe, hun mening en initiatieven worden gewaardeerd. Koers 2025 spreekt in dit verband over het stimuleren van de leerling om regie of eigenaarschap te nemen over het eigen leerproces. Om meer zelfstandig en verantwoordelijk eigen keuzes te maken. Zo komt een volgende kant in beeld. Om de leerling ruimte en vertrouwen te geven, moeten docent en ondersteuner eveneens ruimte en vertrouwen ervaren. Het is een wederkerig proces: je kunt niet geven wat je niet hebt. De docent die voortdurend de hete adem van de teamleider in de nek voelt, zal niet snel leerlingen vrijheid geven. Koers 2020, de voorganger van Koers 2025 wees op de congruentie. ‘Practice what you preach.’ Wat we leerlingen willen geven, moeten we eerst zelf ontvangen. Als docent, teamleider, schoolleider en als College van Bestuur. Binnen de hiërarchische kaders bestaat veel bewegingsvrijheid. Die vormt de basis voor gespreid leiderschap.

Gezamenlijk iets Aan Frank Hulsbos, directeur van de Academie voor Gespreid Leiderschap in Amsterdam, inleider tijdens de Schoolleidingendag, de vraag hoe “gespreid leiderschap” te omschrijven. ‘Als ik spreek over gespreid leiderschap, betekent dit dat het leiderschap van de groep is, in plaats van voorbehouden aan een enkeling. >>

‘Gespreid leiderschap is mensenwerk, het groeit in interactie’ Minerwa El Alam en Eva Overkemping

13


» naam artikel ‘Als je het te veel formaliseert, ben je het kwijt’

Iedereen kan op specifieke terreinen de leiding nemen, op basis van eigen expertise, ervaring en affiniteit.’ Hij vervolgt: ‘Gespreid leiderschap is in mijn optiek een absolute voorwaarde voor het leren en ontwikkelen van een organisatie. Je stelt mensen in staat hun kennis en expertise in te zetten en door te ontwikkelen. Iedereen heeft behoefte aan een mate van invloed en regie. Dat is voor mij het uitgangspunt.’ Geen strakke hiërarchie, dus, maar gebruikmaken van elkaars talenten, mogelijkheden en interessegebieden. ‘Het is een perpectief. En het is mensenwerk, het komt in interactie tot stand. Je moet het wel willen’, constateert Frank.

Gedeeld perspectief ‘Dit past bij Carmel’, vindt Fennanda van Goor (teamleider Advies & Support op het bestuursbureau). ‘We zoeken de goede manieren om er bij iedereen uit te halen wat erin zit. Dat geldt voor onze leerlingen én onze medewerkers. We willen de professionele ontwikkeling versterken, vanuit een gedeeld perspectief: wat is het beste voor de leerling? En dat houdt in dat je vertrouwen geeft, mensen betrekt, kennis deelt, initiatief waardeert, verbindt, samenwerkt. Eigenlijk gaat het om alles wat we de leerlingen ook willen geven. Dat is de cultuur die we graag willen. Daarom hebben we Frank uitgenodigd.’ Denkend aan het thema was de Schoolleidingendag breder opgezet: schoolleiders werd gevraagd om anderen mee te brengen met wie ze het gespreide leiderschap in de praktijk brengen. Zo nam Eva Overkemping teacher leader Minerwa El Alam mee, terwijl Margreet Rave, directeur bedrijfsvoering van het Marianum in Groenlo, zich liet vergezellen door

14

Maureen Wildenborg. In een tweegesprek verrichtten Frank en Genio Ruesen, voorzitter van de centrale directie van het Bonhoeffer College, de aftrap. ‘Over de vraag wat er binnen Carmel speelt en hoe gespreid leiderschap daaraan kan bijdragen’, legt Frank uit.

‘Wat je niet hebt, kun je niet geven’ De aanwezigen spraken vervolgens met elkaar over de wijze waarop ze invulling geven aan leiderschap. ‘Een ontvankelijk publiek’, volgens Frank, ‘ik heb weleens meer tegenspraak gehad. Hier zag ik vooral enthousiasme, nieuwsgierigheid en mooie voorbeelden.’

DNA Dat kunnen Eva, Minerwa, Margreet en Maureen enkel beamen. ‘Gespreid leiderschap maakt deel uit van ons DNA. Als Carmel, maar zeker als Marianum,’ zegt Margreet. ‘We leggen verantwoordelijkheid en leiderschap zo laag mogelijk in de organisatie.’ Maureen valt haar bij: ‘Je kunt van alles naar je toetrekken, maar dat werkt ook niet. Gespreid leiderschap begint met het delen van informatie, dan zijn er vanzelf mensen die het voortouw nemen.’ Margreet licht het toe aan de hand van een recent voorbeeld, uit een bijeenkomst van het ondersteunend personeel. ‘De roostermaker vertelde hoe hij problemen had in een van onze gebouwen. Het paste er allemaal niet meer in. Later kwam een van de conciërges met een oplossing. Dit is maar één voorbeeld, zo zijn er veel meer.’ Gespreid leiderschap blijft niet beperkt tot de


MEER BLOGS

» CvB

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

collega’s: ‘We praten met de leerlingen ook over het pauzeprobleem. Hebben we voldoende plekken voor iedereen, hoe lossen we knelpunten op? Daar komen waardevolle opmerkingen uit. En de leerlingen zijn meer betrokken, ze voelen zich uitgenodigd om regie te nemen.’ Hier houdt ze een vel omhoog met de kernwaarden van het Marianum. De school verwacht van haar leerlingen dat ze regie en verantwoordelijkheid nemen, samenwerken, bereid zijn net een stapje meer te doen en mogelijkheden te onderzoeken. ‘Het zijn kernwaarden voor de hele school, ook voor docenten en ondersteuners. Iedereen heeft talenten. Met gespreid leiderschap zet je de deur open.’

Van de basis In Enschede vallen soortgelijke geluiden op te tekenen. ‘Je kunt niet je leerlingen aansporen om regie te nemen en je formeel opstellen naar je collega’s,’ merkt Eva op. Minerwa vult haar aan: ‘Ik heb vaak de neiging om zaken op te pakken, het is prettig om te ervaren dat het wordt gezien en gewaardeerd. Zo komen zaken verder: initiatieven maken meer kans als ze van de basis komen. Dat zit hier in de hele school, bij alle collega’s.’ Eva knikt: ‘Dat geeft mij ook lucht. Als ik me volledig aan onderwijskundige ontwikkelingen moet wijden, kan ik er niet volledig zijn voor de collega’s in het team.’ Ze noemt dan de klankbordgesprekken met groepen leerlingen: ‘Al valt de term gespreid leiderschap daar niet, het onderwerp komt impliciet wel aan de orde. Ze ervaren dat wij meedenken en betrokkenheid belangrijk vinden. Dat stimuleert, ze dragen oplossingen en ideeën aan. Dat vind ik fijn, dat vinden de leerlingen fijn, daar ligt kracht.’ Minerwa herkent het: ‘Het is je rol nemen en daardoor anderen enthousiasmeren en tot samenwerking komen. Dat gaat beter in een klimaat dat eigenaarschap stimuleert en waardeert. Niemand kan het alleen, we zijn samen school.’

Dynamiek Net als Frank en Fennanda, kijken ook Eva, Minerwa, Maureen en Margreet tevreden terug op de Schoolleidingendag. ‘Die was op zichzelf alweer een voorbeeld’, vindt Minerwa. ‘Je leert met en van elkaar. Er is zoveel expertise binnen Carmel. Die aanboren en benutten is ook gespreid leiderschap.’ ‘Je ziet hoe andere scholen hieraan werken. Dat neem je mee naar je eigen school’, vult Maureen aan. In haar woorden klinkt de dynamiek door. Alle geïnterviewden zijn het erover eens: voor gespreid leiderschap bestaat geen blauwdruk. ‘Het is mensenwerk, het groeit in interactie’, stelt Frank. En Fennanda: ‘Het is ook cultuur. En de samenleving vraagt erom.’ Om die reden benoemt niemand een einddoel. ‘Met opzet niet: het gaat om de beweging. Anders leg je alles weer vast’, stelt Eva. In Groenlo valt Margreet haar bij: ‘Als je het te veel formaliseert, ben je het kwijt. Dan sla je plat wat we nu juist graag willen: natuurlijk en gespreid leiderschap.’

Toeschouwer of actor? Bij het lezen van het boek “Eindelijk thuis” van Henri Nouwen trof ik de volgende beeldspraak: “Nadenkend over mijn eigen leven, besef ik steeds duidelijker hoe lang ik de rol van toeschouwer heb gespeeld… Altijd wilde ik meester blijven van mijn geestelijke reis. Nooit durfde ik het aan om de veilige positie van toeschouwer in te ruilen voor de kwetsbare positie van actor.” Henri Nouwen was priester en professor aan onder andere de Harvard University. Hij koos ervoor om dit leven in te ruilen voor het zorgen voor en samenwonen met geestelijke gehandicapten in Toronto. De waarden waarin Henri geloofde werden voor hem pas écht merkbaar in het fysiek en geestelijk zorgen voor de ander. Als deelnemer van de Carmelgemeenschap kijk ik in de spiegel. Geef ik de Carmelwaarden vorm door een intellectueel spel? Ik draag ze uit, ik stimuleer het nadenken erover, maar waar maak ik daadwerkelijk impact? Niet een gemakkelijke vraag om te beantwoorden, maar zeker één om over te mijmeren, bijvoorbeeld bij de bestudering van ons kennismakingskatern voor nieuwe medewerkers. Hopelijk vind ik een manier om hierop te acteren en impact te creëren. Voor mij kan werken in het onderwijs geen intellectueel spel zijn als je slechts toeschouwer bent. Leerlingen merken dit binnen een paar seconden op. Pas als ze jouw oprechte interesse in hen merken, laten ze je toe en maak je een begin met het hebben van impact. Dus ik ben benieuwd naar jouw conclusie over jezelf: ben jij toeschouwer of ben je écht betrokken, en op welke manier heb jij impact?

Lees het katern via: kennismaken.carmel.nl of scan de QR-code.

15


» Maatwerkroute

‘Ik sta sterker in mijn schoenen en krop niet meer alles op’

Michelle Drenth

ACCENT OP PERSOONLIJKE LEERROUTES Ontwikkeling van zelfvertrouwen, eigenaarschap en zelfverantwoordelijkheid. Het zijn speerpunten uit het visiedocument Koers 2025. Nog meer dan voorheen, komt het accent op persoonlijke leerroutes te liggen. Een rechte lijn is dat nooit. Onderwijs is geen serieproduct, maar maatwerk. Twee voorbeelden uit de praktijk.

16


NIEUWS & VLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Michelle Drenth poseert gewillig als fotograaf Marty van Dijken haar op verschillende manieren vastlegt. Na zeven jaar praktijkonderwijs (inclusief een jaar verlenging) in de locatie Vlierstraat van het Bonhoeffer College in Enschede is ze dit schooljaar begonnen aan de opleiding Helpende Zorg, niveau 2, bij het ROC van Twente. ‘Het bevalt goed’, vertelt ze. ‘Ik doe nu eerst een extra halfjaar Nederlands.’ Ze is er positief over: ‘Dat geeft me rust, ik hoef niet meteen aan het eerste jaar te beginnen.’ Haar weg door het praktijkonderwijs was er een van ups en downs. ‘Ik was erg onzeker, ik dacht negatief over mezelf’, legt ze uit. Tijdens een stage in de vijfde kwam dat heftig aan het licht. ‘Mijn begeleider gaf me het gevoel dat ik alles verkeerd deed. Ik liep vast, durfde er niet meer naartoe.’ Ze kreeg ambulante begeleiding vanuit het Onderwijs Jeugd Arrangement. ‘Dat was heel veel praten, ik kreeg ook opdrachten mee om tijdens volgende stages vragen te stellen.’ Het traject heeft haar geholpen, stelt ze vast: ‘Ik voel me nu veel beter. We hebben het veel over die stages gehad. Welke gevoelens riepen die op en wanneer?

Daarmee kan ik nu omgaan. Ik ben opener geworden.’ Ze merkte het in latere stages en nu op het ROC. ‘Daar durf ik meer te vragen, ook als ik de docent niet zo goed ken. Ik sta sterker in mijn schoenen en krop niet meer alles op.’

Opgebloeid Zo is Michelle opgebloeid. ‘Ze kwam zelf bij me om te zeggen dat ze graag naar het ROC wilde. Dat tekent de ontwikkeling die ze heeft doorgemaakt’, constateert stagedocent Ingeborg Meulenbeld. ‘Ze was heel onzeker, had snel het gevoel dat ze iets niet kon. Met het ROC van Twente hebben we, met andere scholen voor praktijkonderwijs, een convenant gesloten om de doorstroom van Entreeopleiding naar niveau 2 goed te laten verlopen. Leerlingen die wij, zoals Michelle, in staat achten een mbo-diploma te halen, volgen een dag per week les op het ROC. Ze krijgen de andere dagen huiswerk- en stagebegeleiding bij ons.’ En ook dat heeft gewerkt, stelt Michelle vast. Ze kijkt vooral tevreden terug op haar stages in een kinderopvang en een verzorgingshuis. In die sectoren hoopt ze, eenmaal afgestudeerd, werk te vinden. >>

17


Route 10-14 Een heel andere vorm van maatwerk biedt de locatie Delden van Het Twickel College, onderdeel van Scholengroep Carmel Hengelo. Vanaf het begin van dit schooljaar werkt het samen met het naastgelegen IKC Magenta aan een naadloze overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs. Onder de noemer Route 10-14 Delden werken de leerlingen uit de bovenbouw van de basisschool en de onderbouw van het voortgezet onderwijs door elkaar heen. Het is een onderwijsinitiatief, zoals elders in Nederland meer soortgelijke trajecten zijn ingericht.

Daarbij gaat het om meer dan die naadloze overgang, legt teamleider LiduÏn Leferink toe: ‘Door in te zetten op de groei van de leerling en het moment van schoolkeuze uit te stellen, willen we hem of haar in staat stellen de meest passende route te volgen. Ons onderwijs is doelgestuurd en vakoverstijgend. Het volgt de leerling in plaats van andersom. Dat past bij wat Koers 2025 schrijft over gepersonaliseerd leren in eigen tempo en meer eigenaarschap.’ Projectleider Sascha Koster geeft nadere toelichting: ‘De leerdoelen liggen vast, maar als leerling bepaal jij je eigen tempo, niveau en interesse, op basis van de uitgangspunten “Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?” Daarbij werken we formatief: “Waar wil je naartoe, waar ben je nu, wat heb je nog nodig?” Elke leerling bepaalt zijn eigen leerlijn, ontdekkend en onderzoekend. Dat kan betekenen dat je vakken op verschillende niveaus volgt. Je hoeft niet overal even goed in te zijn.’ ‘Zo vergroot je ook de kansengelijkheid’, vult LiduÏn aan. ‘Hier lopen alle niveaus, kwaliteiten en competenties door elkaar. Dat sluit aan bij alle ontwikkelingen in de huidige maatschappij.’

‘Giga transitie’ Natuurlijk heeft zo’n, wat LiduÏn noemt: ‘giga transitie’, veel voeten in de aarde. De leerkrachten van de basisschool en de docenten van de locatie moeten samenwerken en groeien in een nieuwe rol als coach. Vakinhouden moeten worden afgestemd, lesprogramma’s worden herschreven. De leerlingen beginnen de dag gezamenlijk in hun stamgroep, waarna ze zelf aan de slag gaan. ‘Door elkaar, zodat ze met en van elkaar leren’, benadrukt LiduÏn. ‘We verkennen op welke wijze we het onderwijs kunnen verrijken’, constateert ze even later. ‘We hebben veel informatie gehaald bij de leerlingen en de ouders. Uiteraard ook bij de collega’s binnen onze eigen school, want onze leerlingen gaan op het einde van de route naar de derde klas. Ook die overgang moet goed verlopen. We leren daarnaast veel van soortgelijke projecten op andere scholen. Het vergt veel energie, maar daar staat veel enthousiasme tegenover: van de leerlingen, de ouders en van onszelf.’

Rode draad

'Ik durf meer te vragen, ook als ik de docent niet zo goed ken’

18

Al zijn Praktijkonderwijs en Route 10-14 nauwelijks te vergelijken, de rode draad tekent zich af: de focus op het leerproces en de ontwikkeling van de leerling. En zoals het Bonhoeffer College in samenwerking met het ROC van Twente heeft gewerkt aan een ‘zachte landing’ van Michelle in het mbo, wil Route 10-14 haar leerlingen ‘zacht’ laten instromen in het voortgezet onderwijs. Eén kardinaal verschil blijft echter bestaan, merkt Ingeborg Meulenbeld op: ‘Je kiest niet voor praktijkonderwijs, je moet erheen. Dat leidt tot acceptatieproblemen, bij leerlingen en ouders. Daarom leggen wij altijd al het accent op persoonlijke ontwikkeling.’


» Passie! naam artikel

Javier Castilla Martin »

‘ Verandering houdt het spannend’ ‘Ik houd van verandering. Het is machtig interessant om te zien hoe vorming werkt. Bij anderen en bij mezelf: eerst student, toen biologiedocent, teamleider onderbouw, conrector en nu waarnemend locatiedirecteur. Het is gewoon gaaf hoe mensen zich kunnen ontwikkelen. Vorming is altijd spannend. Je zoekt je eigen plek in de wereld van een ander en dat kan alle kanten opgaan. School is een plek om dat te oefenen en ik vind het mooi om dat te ondersteunen: eerst bij leerlingen in de klas en nu bij medewerkers op het niveau van de locatie. Met zijn allen kunnen we een omgeving creëren waarin we getriggerd worden om uit onze comfortzone te stappen. Een mooi voorbeeld vind ik collega’s die leerlingen laten meepraten over hun lespraktijk. Spannend: leerlingen worden dan partners in het leerproces van de docent. Een ander voorbeeld is de leerlingenarena, waarbij leerlingen

aan enkele docenten vertellen hoe zij het onderwijs ervaren, terwijl de andere collega’s toehoren. Zelf vind ik mijn inspiratie overal waar mensen samenkomen. In mijn gezin, bij de voetbal, hier op school. Ontmoetingen zitten vol emotie. Je doet nieuwe kennis en ervaringen op, je leert van de diversiteit. Dat gaat gepaard met wrijving, maar daar ben ik juist naar op zoek. Door wrijving ontwikkel je begrip voor de ander; je ontdekt kansen en alternatieven die je eerder niet zag. Daarom vind ik het ook belangrijk om bij een vraagstuk mensen met heel verschillende kennis en ervaring te betrekken. Samen kom je tot veel betere oplossingen.’ Javier Castilla Martin » Waarnemend locatiedirecteur Marianum Groenlo Leeftijd » 37 jaar Privé » Woont samen met zijn partner en zoontje van anderhalf Werkzaam bij Carmel sinds » 2009

Opleiding » Lerarenopleiding biologie, master Onderwijswetenschappen Hobby » voetbalt bij SV Bon Boys Haakbergen, is groot fan van FC Twente en Real Madrid

19


» artikel » naam Hoe ging het verder met...

HET DIPLOMA PRAKTIJKONDERWIJS Het praktijkonderwijs van Het Hooghuis, locatie De Singel, heeft de afgelopen twee jaar meegedaan aan een pilot waarin ook leerlingen van het praktijkonderwijs (pro) examen doen en een diploma voortgezet onderwijs krijgen. Dat was een succes. Vanaf dit jaar krijgen pro-leerlingen in heel Nederland een diploma.

Hard toewerken naar het examen en dan vol spanning wachten op het verlossende telefoontje dat je bent geslaagd: het is een ritueel dat hoort bij het afsluiten van de middelbareschooltijd. Alleen leerlingen in het praktijkonderwijs moesten deze ervaring tot nu toe missen. Zij kregen in plaats van een diploma een bewijs van deelname, zonder voorafgaand examen. De reden was dat het praktijkonderwijs in het Nederlandse stelsel geen kwalificerend effect heeft: het geeft geen toegang tot bijvoorbeeld mbo niveau 2 (zoals vmbo-basis) of niveau 3 (zoals vmbo-kader). Leerlingen praktijkonderwijs moeten eerst een entreeopleiding doen als ze naar het mbo willen. Dat doen ze overigens vaak al terwijl ze nog op het praktijkonderwijs zitten, dankzij samenwerking met een roc.

Eigenwaarde Toch was het ontbreken van de “examenervaring” in het praktjikonderwijs een gemis, vindt Amira Soussi. Zij is mentor, stagedocent en tegenwoordig ook examensecretaris bij het praktijkonderwijs van Het Hooghuis. Leerlingen maken op school een enorme ontwikkeling door en een examen doet daar recht aan, zegt Amira: ‘Het is goed om op die manier je diploma te verdienen. Daar kun je trots op zijn, dat is goed voor je eigenwaarde.’ Oud-leerling Amber van der Heijden is het daarmee eens: ‘Ook wij verdienen het een diploma te kunnen halen. Wij leren anders, maar kunnen veel dingen wél. Wij moeten er alleen wat meer moeite voor doen.’

Vier pijlers Samen met nog vier scholen voor praktijkonderwijs in Noord-Brabant onderzocht het praktijkonderwijs van Het Hooghuis in een pilot hoe het examen eruit zou kunnen zien. ‘We hebben exameneisen gekoppeld aan de vier pijlers van het praktijkonderwijs: zelfstandig wonen, zelfstandig werken, burgerschap en vrije tijd’, zegt Amira. ‘We vragen de leerlingen om voor al die pijlers aan te tonen hoe ze zich hebben ontwikkeld, aan de hand van de vragen: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik?’ Dat krijgt op elke school een eigen inkleuring. ’Ik moest genoeg stage-uren en schooluren maken’, vertelt Amber, die in juni op Het Hooghuis examen De leerling op de foto komt niet aan het woord in dit artikel.

20

‘Hiermee maken we echt onderwijs voor iedereen’ deed. ‘Daarna heb ik in een collage verteld wie ik ben en wat ik heb gedaan op school. Ik heb laten zien waar ik trots op ben: dat ik mijn vervolgopleiding kan gaan doen en dat ik kan werken met mensen met een beperking in de zorg.’

Inclusief Het was leuk om bij de diploma-uitreiking in het zonnetje gezet te worden, vindt Amber. ‘Ik heb hard gewerkt en dat is beloond met een diploma.’ Ook Amira is tevreden. Het examen praktijkonderwijs kan de komende jaren nog groeien, maar past in essentie precies bij de waarden van Het Hooghuis (en Carmel). ‘Hiermee maken we echt onderwijs voor iedereen: divers én inclusief.’


» What’s up?

Volg ons op Social Media @stgcarmel @CarmelVacatures stgcarmel

Benoeming rector Carmelcollege Gouda

stgcarmel stichting carmelcollege

Het College van Bestuur heeft Hanneke Lugtenburg per 1 januari 2022 benoemd tot rector van Carmelcollege Gouda. Ze heeft een grote werkervaring binnen het onderwijs, in verschillende docentfuncties en als leidinggevende. “Ik vind het belangrijk dat leerlingen breed gevormd worden, creatief en kritisch leren denken, zich leren verplaatsen in de ander en verantwoordelijkheid nemen, zowel voor het eigen leerproces als voor hun rol in de maatschappij. Hanneke heeft enorm veel zin om samen met haar nieuwe collega’s verder te werken aan de duidelijke ambities die er liggen voor Carmelcollege Gouda. We wensen Hanneke veel succes met haar nieuwe baan!

100 jaar Carmel!

'30 mei 2022 bestaat Carmel 100 jaar!’

Je leest het goed, al 100 jaar voortgezet onderwijs onder de vlag van Carmel. Inmiddels verspreid door heel Nederland, van het oosten des lands tot aan Gouda, Groningen en Eindhoven. Een eeuw geleden ontstaan in Oss, kort daarna sloot Oldenzaal aan. Nauw verbonden met de geschiedenis en opdracht van de karmelieten. Dat jubileum laten we natuurlijk niet zomaar voorbijgaan. Er staan jubileumactiviteiten op het programma, maar we brengen ook een jubileumspecial uit van Carmel Magazine, waarin we je meer vertellen over de afgelopen eeuw en de betekenis van Carmel. Er kan veel veranderen in 100 jaar, maar onze kern blijft hetzelfde. Met aandacht voor elke mens, heel de mens en alle mensen.

Nieuwsgierig geworden? Heb jij een mooi verhaal, een herinnering of iets anders te vertellen dat past bij 100 jaar Carmel? Laat het ons weten en stuur een mailtje naar carmelmagazine@carmel.nl. Lees ook alvast de blog van Peter van Lange voor een kort geschiedenislesje over Carmel en Karmel, in de rubriek Vertel! op pagina 11 van dit magazine.

21


» Kennismaken met Carmel

‘De overtuiging dat we er voor álle leerlingen willen zijn, is in Deventer gevormd’

Hoe “Deventer” de toon zette voor het huidige Carmel

DE MENSEN MAKEN DE SCHOOL Op 1 augustus 2000 vond een uitzonderlijke scholenfusie plaats. Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Deventer gingen op in één nieuwe school onder de vlag van Carmel: het Etty Hillesum Lyceum. Dat ging niet zonder slag of stoot. Wat heeft gemaakt dat mensen zich in die grote, nieuwe organisatie toch verbonden gingen voelen met elkaar? We blikken terug met betrokkenen van het eerste uur.

22


NIEUWS & BLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

In gesprek bij het Etty Hillesum Lyceum* Van links naar rechts op de foto: Arno Jansen • Ten tijde van de fusie conrector van het Geert Groote College met portefeuille onderwijs • Na de fusie directeur van Etty Hillesum Lyceum locatie Het Vlier (bovenbouw havo/vwo)

Ruimte in verbinding In het najaar van 2020 verscheen bij Carmel het kennismakingskatern ‘Ruimte in verbinding’. Dit digitale magazine gaat over wie wij zijn, onze waarden en normen, onze geschiedenis en onze verhalen. In elke editie van Carmel Magazine gaan we op een Carmelschool in gesprek over een van de thema’s uit het kennismakingskatern. Ditmaal ‘Ons verhaal’ op het Etty Hillesum Lyceum in Deventer.

Lees het katern via: kennismaken.carmel.nl of scan de QR-code.

Ron Oom • Vóór de fusie docent ckv en handvaardigheid bij alle drie de fusiescholen • Na de fusie docent ckv en handvaardigheid bij Etty Hillesum Lyceum locatie Het Vlier Tom Morskieft • Ten tijde van de fusie hoofd algemene zaken en onderwijs bij Stichting Carmelcollege • Nu voorzitter van het managementteam op het bestuursbureau van Stichting Carmelcollege Anne-Marie Bos • Karmeliet (zie kader op pagina 24).

*V oortgekomen uit het katholieke Geert Groote College, het openbare Alexander Hegius Lyceum en de protestants-christelijke Scholengemeenschap Revius.

23


Wat beluistert karmeliet Anne-Marie Bos in dit verhaal? ‘In het gesprek hoor ik hoe elke betrokkene een eigen stukje van het gemeenschappelijke verhaal vertelt. Deze scholenfusie van Deventer laat zien hoe grote verschillen met veel inzet toch overbrugd kunnen worden door te kijken naar wat verbindend is. Hier was de verbindende

factor de zoektocht naar het beste onderwijs voor elke leerling. Ik denk dat dat werkelijk verbindend is: dat we geen van allen weten, maar zoeken. Het vraagt moed om die weg te gaan, maar het levert ook veel op.’

‘Drie scholen voor voortgezet onderwijs in Deventer, dat was er één te veel’, zegt Arno Jansen terugkijkend. ‘Maar dat was niet het enige. De problemen lagen dieper: slechte gebouwen en veel te veel vierkante meters, grote tekorten op de personele begroting, de dreiging van witte en zwarte scholen, de strijd om de zorgleerling en dat alles met de invoering van het vmbo en de tweede fase voor de boeg. Een optimaal onderwijsaanbod in Deventer en omgeving was alleen haalbaar met voldoende leerlingen voor alle schoolsoorten, profielen, sectoren en leerwegen. Alleen een aanpak die zou leiden tot één instelling, één bevoegd gezag en één directie zou alle problemen in één keer oplossen.’

nieuwe construct even goed zou zijn, dat de school de volle aandacht voor alle leerlingen zou hebben.’ Ron: ‘En er was angst dat ouders niets meer te kiezen zouden hebben.'

Hevig verzet Er zou echter nog heel wat water door de IJssel stromen voor het zover was. Vooral het opgaan van het openbaar onderwijs in een school onder een katholiek bestuur (Stichting Carmelcollege) lag gevoelig. De Tweede Kamer moest toestemming geven voor de uiteindelijke oplossing: de vorming van een algemeen bijzondere school met de materiële kenmerken van openbaar onderwijs. Dat wil zeggen dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk is, dat iedereen er mag werken en dat er ruimte is voor ieders levensbeschouwing. Een lokale adviesraad bewaakt de band tussen de school en de lokale gemeenschap. Met de bestuurlijke oplossing waren de zorgen in Deventer echter niet weggenomen: er was hevig verzet vanuit de lokale gemeenschap en de scholen. In de personeelskamers woedden heftige discussies, zegt Ron, die op alle drie de fusiescholen werkte. ‘Wat de ander deed, werd bij voorbaat met argwaan bekeken. De openbaren waren bang overheerst te gaan worden door de normen en waarden van de “papen”: straks moeten wij ook nog dagopeningen gaan verzorgen! Andersom hadden de katholieken het idee dat iedereen in het openbaar onderwijs amoreel te werk ging. Zelf heb ik in die tijd vaak in de personeelskamer gezeten met de gedachte: waar máken jullie je druk om? Wat is er nou mooier dan dat je de kans krijgt om een scholengemeenschap neer te zetten waarin goed onderwijs voor de leerlingen voorop staat? Maar er was een heleboel ongegronde angst. We kwamen natuurlijk ook vanuit een enorme concurrentiestrijd.’ Arno: ‘De scholen vraten elkaar gewoon op. Toch waren heel veel ouders tegen de fusie. Zij wilden niet prijsgeven wat ze hadden zonder garantie dat het onderwijs in het

24

Met zoveel weerstand had het plan ook kunnen mislopen. Wat heeft gemaakt dat het toch is gelukt? Tom: ‘De moed van de bestuurders en schoolleiders die voorop gingen en zeiden: dit gaan we doen, want dit is de manier om voor alle leerlingen in Deventer het allerbeste onderwijs te maken. En die in bijeenkomsten tegelijkertijd empathie toonden voor de beleving van de medewerkers en de ouders. Plus het feit dat de plannen gewoon heel goed waren doordacht en uitgewerkt.’

En toen de fusie eenmaal een feit was? Arno: ‘Toen had het havo/vwo drie jaar de tijd om het samengaan van bestaande afdelingen op de aangewezen locaties voor te bereiden. Maar in het vmbo was de nood zo hoog, daar moest iedereen vanaf dag één - bóem - samen aan de bak. Leerlingengroepen werden samengevoegd, docenten en praktijklokalen moesten verhuizen, aan ouders en leerlingen waren veel toezeggingen gedaan, er speelden grote onderwijskundige veranderingen. Het vmbo had een moeizame start en is lang blijven worstelen. De knip tussen onder- en bovenbouwscholen die in het havo/vwo een succes was, bleek daar niet te werken. Sinds een paar jaar zijn er doorlopende vmbo-trajecten voor leerlingen en binnenkort krijgt het vmbo een fraai, nieuw gebouw.'

Wanneer begonnen de beelden, die groepen medewerkers van elkaar hadden, te veranderen? Ron: ‘In het havo/vwo gebeurde dat toen docenten de tijd kregen om in de vaksecties aan elkaar te wennen en samen de nieuwe plannen uit te werken. Ineens bleken die nieuwe collega’s helemaal niet onaardig te zijn. We hadden allemaal hetzelfde doel - het best mogelijke onderwijs - en plotseling was het niet moeilijk meer om elkaar als collega’s te gaan zien. Na drie jaar was het eigenlijk een verademing toen het moment van samengaan daar was.'


Waar kwam dat door? Arno: ‘Als ik kijk naar Het Vlier, een van de scholen na de fusie, dan kwam het doordat we de docenten in goed georganiseerde vakgroepen, binnen het concept van de school, echt de baas over het onderwijs hebben gemaakt. Docenten kregen veel vrijheid om binnen het concept de regie over de ontwikkeling van hun eigen vak op te pakken.’ Tom: ‘De gedachte was: mensen maken de school en de organisatie is er om hen te ondersteunen. Die gedachte is later heel belangrijk geworden binnen Carmel. Deventer heeft ons in dat opzicht als stichting echt gevormd. Voor ons was deze fusie het sluitstuk van een lange periode van fusies tussen Carmelscholen. Daarbij was ons uitgangspunt steeds dat Carmel medeverantwoordelijk is voor de best mogelijke voorzieningen in een streek of stad. Deventer was het ultieme voorbeeld. Elementen uit het “fusieboek” van Deventer zie je nog steeds binnen heel Carmel terug: hoe je bestuurt, hoe je de bedrijfsvoering inricht. En hoe je omgaat met identiteit. Ik kan me over dat laatste nog een indringend en inspirerend gesprek herinneren met een werkgroep met mensen van de drie scholen. Dat heeft effect gehad op hoe wij binnen Carmel nu aankijken tegen waardengericht onderwijs. De overtuiging dat we er voor álle leerlingen willen zijn, is daar gevormd. Hoe vaak zeggen we binnen Carmel nu niet tegen elkaar: ‘elke mens, heel de mens, alle mensen’? Het was in Deventer dat die uitspraak echt beeld en geluid heeft gekregen.’

Is in de nieuwe scholen, bijvoorbeeld op Het Vlier, nog iets van de eigenheid van de voorloperscholen te herkennen? Arno: ‘Het Vlier is - maar dat zeg ik als voormalig directeur - een mooie combinatie geworden van intellectueel sterk zijn en heel goed kijken naar kinderen. Op het Geert Groote College was kennis ontzettend belangrijk, op het Alexander Hegius was een grote leerlinggerichtheid en op Het Vlier vloeien die zaken als vanzelf in elkaar over. Diplomakwaliteit is belangrijk, evenals empathie en kijken naar wat leerlingen nodig hebben.’

‘In Deventer heeft de uitspraak “elke mens, heel de mens, alle mensen” echt beeld en geluid gekregen’ Ron: ‘Bij de oudere garde komen de verschillen nog wel eens ter sprake als het over collega’s gaat: ‘ja, maar dat is een echte Reviaan’ of ‘dat is een echte Alexanderdocent’. Maar nieuwe collega’s weten niet beter. En zoals ik zei, we vinden elkaar allemaal op het doel: het best mogelijke onderwijs voor leerlingen.’

Met bijna vijfduizend leerlingen, vijfhonderd collega’s en vijf scholen is het Etty Hillesum Lyceum een heel grote instelling. Hoe voelen mensen daar verbinding mee? Arno: ‘De vijf scholen zijn familie van elkaar, maar kun je een band hebben met vijfhonderd familieleden? Dat zijn wel heel veel collega’s. Mensen voelen de verbinding met de school waar ze werken en onderhouden goede contacten met andere collega’s in de onderwijsketen. Ze weten van elkaar wat ze doen en daardoor is de aansluiting tussen onder- en bovenbouw gewaarborgd.’ Tom: ‘Je bent er in eerste instantie voor jouw leerlingen. Dat idee past bij Carmel. Er is bij ons een hoge mate van subsidiariteit: het zoeken naar de kleinste en minst ingrijpende manier om iets te bereiken. Als school los je de dingen waar mogelijk zelf op, ondersteund door de stichting. Werk je samen, dan is dat omdat je het wilt.’ Arno: ‘Het Etty Hillesum Lyceum is natuurlijk wel een bijzondere combinatie van lokaal en centraal. Eén instelling voor de hele stad, met relatieve autonomie voor de scholen, zonder rivaliteit.’ Tom: ‘Uitgaan van je eigen kracht zonder je af te zetten tegen een ander. Ook dat past bij Carmel.’

25


» Opmerkelijk naam artikel

Aan het woord: Sander Esselink

VIRTUAL REALITY VERRIJKT HET ONDERWIJS Een levensecht kijkje in het menselijk lichaam, het virtueel binnenstappen van De Nederlandsche Bank of rondlopen in de Grand Canyon. Het zorgt voor een “wow-effect”, waardoor leerlingen actief en gemotiveerd bij de les blijven. Virtual Reality-onderwijs (VR) kan een verrijking zijn van sommige lessen, vinden Sander Esselink (docent beeldende vorming, decaan vmbo en LOB-coördinator) en Hasan Kumas (teamleider bovenbouw vmbo en docent economie), beiden van het Marianum. Ze vertellen enthousiast over hun visie en plannen.

Betekenisvoller onderwijs Een jaar of vier geleden werden de eerste VR-brillen al aangeschaft op het Marianum in Lichtenvoorde. Doel was het betekenisvol maken van (vmbo-)onderwijs. ‘Dit is bij ons opgedeeld in drie pijlers’, vertelt Hasan. ‘We willen de lesstof vertalen naar de belevingswereld van de leerling, het onderwijs meer verbinden met de maatschappij en de wereld om ons heen, en we willen het onderwijs minder abstract maken. Tijdens een inspiratiedag kwamen we door

‘Je maakt de lesstof visueel, waardoor het voor de leerling boeiender en een stuk concreter is’ 26

het bedrijf VRinSCHOOL in contact met VR-onderwijs en dat bleek een goede match. Het inzetten van VR-onderwijs is complementair aan onze doelen. Het is natuurlijk innovatief en leuk, maar het is óók zinvol.’ Sander vult aan: ‘Het is niet zo dat straks de hele school een VR-bril op heeft, de bril is echt een didactisch middel voor in de les.’

Visueel en concreet Sander: ‘Het is ontzettend gaaf wat er al mogelijk is. Zo kun je met geschiedenis teruggaan naar een willekeurige tijd of rondkijken in het Anne Frank Huis, met aardrijkskunde vlieg je boven New York of je laat leerlingen tijdens techniek een simulatie ervaren van het installeren van een wasbak. Je maakt de lesstof visueel, waardoor het voor de leerling boeiender en een stuk concreter is.’ Hasan vult aan: ‘Bij een vak als logistiek kun je het concreet maken door bijvoorbeeld samen naar een Ikeavestiging te gaan, en dat soort dingen


» naam artikel

die we gaan gebruiken in de lessen. Natuurlijk hopen we op een “olievlekeffect”, waarbij andere collega’s net zo enthousiast raken.’

‘Het “wow-effect” zorgt voor actieve en gemotiveerde leerlingen’ Hasan: ‘We delen succesverhalen in onze onderwijsteams en hopen elkaar hiermee te inspireren. Vlak voor de zomervakantie deelden we onze ervaringen in het Carmelbrede platform Onderwijs en Innovatie. Op dat moment was onderwijs op afstand natuurlijk een hot item. VR biedt hierin absoluut mogelijkheden, maar het is niet waarvoor we de brillen hebben aangeschaft.’

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting

Wi l je meer weten over de VR-bril? Scan dan de QR-code en bekijk de video!

De virtuele school

Carmelcollege

‘Tijdens corona hebben we de “virtuele school” uitgeprobeerd’, vertelt Sander. ‘Leerling Bibi zat op school, ik zat thuis, en we ontmoetten elkaar als avatar in het virtuele klaslokaal (zie video via QR-code). We keken elkaar aan en het voelde alsof we elkaar écht zagen, een kippenvelmomentje. Die “wow-factor” geldt niet alleen voor leerlingen. Het is bizar hoe “echt” het lijkt, ruimtelijker dan ruimtelijk. Een wezenlijk andere ervaring van de werkelijkheid.’

en verschijnt drie keer per jaar. Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl.

Redactie

Pionieren blijven we ook zeker in de praktijk doen, maar bij biologie is dat anders. Je kunt niet ergens naartoe gaan om het zenuwstelsel te laten zien of een kijkje te nemen in het hart. Met VR kun je werelden ingaan en dingen ervaren, die je anders niet op dit niveau van echtheid kunt ervaren. En met simulaties kun je ook nog eens op een veilige manier fouten maken. Dit zie je ook al veel terug in de zorg, waarbij wordt geoefend op een zogeheten “avatar”.’

Samen ontwikkelen In 2020, vlak voor het coronatijdperk, startte in Lichtenvoorde een Professionele Leergemeenschap (PLG) VR-onderwijs, waarvan Sander kartrekker is. ‘Met een groep van zes enthousiaste collega’s gaan we onder andere aan de slag met het creëren van op maat gemaakte, eigen content. Het ontwikkelen van materiaal vraagt wel iets van een docent. Daarbij krijgen we hulp van VRinSCHOOL. Nu ben je nog afhankelijk van de content die beschikbaar is op YouTube en wat uitgeverijen vrijgeven. Waar we naartoe willen is dat onze docenten zelf op pad gaan om beelden te schieten voor interactieve content,

Hasan: ‘In de toekomst kunnen de brillen ingezet worden voor thuisonderwijs, bijvoorbeeld bij lerarentekort of ziekte van een leerling. Op dit moment worden de brillen voornamelijk ingezet in het Future Lab, waar leerlingen uit groep 7 en 8 kennismaken met nieuwe technologieën. Denk hierbij aan de VR-bril, maar ook aan 3D-printers en robotarmen. Onze eigen leerlingen kunnen bij interesse ook een kijkje nemen en docenten betrekken het bij hun lessen als ze willen. VR in het onderwijs staat echt nog in de kinderschoenen, we zijn aan het pionieren. Bovendien hebben we in het onderwijs by far niet de middelen om zelf grote stappen te maken. Daarvoor moet je in contact blijven met het bedrijfsleven. Als we onze leerlingen willen opleiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst, dan krijgt deze virtuele wereld zeker een plek. We moeten daarin mee, en we zien het als aanvulling, niet als volledige vervanging of doel op zich.’

Wil je meer weten of VR-onderwijs op het Marianum? Neem dan gerust contact op met: Sander, s.esselink@marianum.nl of Hasan, h.kumas@marianum.nl

• Stichting Carmelcollege » Fijke Hoogendijk » Daphne Razi • Hans Morssinkhof Publicity » Hans Morssinkhof • Perspect Communicatiebureau » Suzanne Visser

Ontwerp en opmaak Digidee - creating brand love

Fotografie Van Dijken fotografie en film

Visagie Janny Rison

Drukwerk Gildeprint

Oplage 4.600

27


» Het laatste woord

Onze nieuwe eeuw Met haar veelkleurigheid brengt het meisje tal van actuele discussies in beeld. Over gender, huidskleur, seksuele oriëntatie. Over de vraag: wie ben ik en wie wil ik zijn? Dát hadden de paters karmelieten niet durven voorzien bij de oprichting van Stichting Carmelcollege in 1922. Lang geleden. Maar zijn we daar echt zo ver vanaf? Die hele eeuw door hebben we gewerkt om jongeren op weg te helpen naar hun toekomst. Steeds hebben we gezocht naar hun unieke kanten, om op voort te bouwen. ‘Hoe help ik jou verder?’ De wereld van de paters is al lang niet meer de onze. Hun geloofsbeleving evenmin. Maar hun ideaal is springlevend, altijd eigentijds en blijft ons inspireren. Zo beginnen we in 2022 aan onze nieuwe eeuw. Die veelkleuriger wordt dan de eerste. Waarin we nog meer ruimte maken voor diversiteit en inclusiviteit. Deze begrippen drukken uit waar we al honderd jaar voor staan: elke mens, heel de mens en alle mensen. We wensen u prettige feestdagen, en een gelukkig én gezond nieuwjaar.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

@stgcarmel

@CarmelVacatures

stgcarmel

stgcarmel

stichting carmelcollege


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.