ISSO-publicatie 93 brandveilige doorvoeringen

Page 1

publicatie

Brandveilige bekabeling

k e nnisinstit u u t v oo r d e inst a l l a ti e s e cto r

93


ISSO

Kennisinstituut voor de Installatiesector

Kruisplein 25 3014 DB Rotterdam Postbus 577 3000 AN Rotterdam Tel. 010 20 65 969 Fax 010 21 30 384 E-mail: isso@isso.nl

ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als normstellende richtlijnen.

De in ISSO deelnemende organisaties zijn: NLingenieurs: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus PIT: Stichting Promotie Installatietechniek TVVL: Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen UNETO-VNI: Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel De werkzaamheden worden begeleid door de Raad van Begeleiding, welke ten tijde van het tot stand komen van deze publicatie als volgt was samengesteld: De heer W.J.H. Scheffer De heer ir. R.D. van Bergen De heer ir. J. Schonewille De heer ing. H. Besselink De heer ing. R. Steine Mevrouw prof.dr.ir. P.M. Bluyssen De heer ir. P.A.L. Stoelinga De heer ing. W.F.G. Hooijkaas De heer ing. A.A.L. Traversari MBA De heer H.M.A. Janssen Groesbeek De heer ir. E.J. Wagenaar De heer T. Klinkenberg De heer ir. T.M.E. Zaal De heer ir. P.H.H. Leijendeckers prof.em. De heer prof. ir. W. Zeiler De heer ir. W. Plokker De heer ir. W.G. Ram De realisatie van de ISSO-publicatie 93 werd begeleid door de ISSO-kontaktgroep 94, die als volgt was samengesteld: De heer J. Brekelmans Hulpverleningsregio Haaglanden De heer ir. M. van den Broeke Arcadis Nederland B.V. De heer ing. T.J.G. Bruijnse (rapporteur) Bruijnse advies (v/h Kabelbedrijven Draka Nederland B.V.) De heer R. Gijsbertsen Gijsbertsen Installatie Advies De heer G. Hagen (rapporteur) Brandveiligheid & Opleidingen B.V. De heer R. van der Hulst Obex Opleidingen B.V. De heer A.W.J. van Kruijsbergen Kruijgen B.V. (namens UNETO-VNI) De heer F. Redeker Brandweer Den Haag De heer ir M. van der Starre (coördinator) ISSO De heer P.P.A.C.M. Timmermans Timmermans Elektrotechniek De heer M. Visser Verkerk Groep De heer J. Vrancken Cable Masters De ontwikkeling van ISSO-publicatie 93 is mede tot stand gekomen door financiële bijdragen van:

Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publicatie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico. Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomenheden van deze publicatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO. Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO. Op alle publicaties van Stichting ISSO zijn de Algemene Leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.isso.nl of opvragen bij Stichting ISSO. Aanvullingen en eventuele errata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSO, Postbus 577, 3000 AN Rotterdam, e-mail: isso@isso.nl © Stichting ISSO – Rotterdam, september 2012


ISSO-publicatie 93

Brandveilige bekabeling

ISBN: 978-90-5044-241-1


INHOUDSOPGAVE

1

2 3

4

Voorwoord

5

Inleiding

7

1.1

Leeswijzer/kleurgebruik

7

1.2

Regelgeving

7

1.3

Doelstelling

8

1.4

Opbouw publicatie

Brandveiligheid

15

Wat is brandveiligheid?

15

3.2

Brandveiligheid; een maatschappelijk thema

15

3.3

Gevolgen van brand

16

3.4

Invloed bekabeling

16

3.5

Mogelijke maatregelen

17

Wet- en regelgeving

19

4.1

Inleiding

19

4.2

De wettelijke structuur

19

4.3

Huidige situatie bouwregelgeving

19

Woningwet

20

4.4.1

Bouwbesluit 2012 t.a.v. het bouwen

20

4.4.2

Bouwbesluit 2012 t.a.v. de installaties

21

4.4.3

Regeling Bouwbesluit 2012

21

4.5

Wabo

21

4.6

Arbowet

22

4.6.1

Arbobesluit

22

4.6.2

Arbobeleidsregels

23

De Wet op de veiligheidsregio's

23

4.7.1

23

4.7 4.8

4.9

ISSO-publicatie 93

9

3.1

4.4

5

8

Termen en definities

De (Model-) Brandbeveiligingsverordening 1992

Normen/richtlijnen

23

4.8.1

NEN 1010

23

4.8.2

NEN 2535

24

4.8.3

NEN 2575

24

4.8.4

NEN-EN 81-72

24

4.8.5

NPR 6095-1 (en 2)

24

4.8.6

NTA 8012

24

4.8.7

NPR 2576

25

4.8.8

Brandbeveiligingsinstallaties

25

Nawoord

26

Kabelkeuze en brandveiligheid

29

5.1

Inleiding

29

5.2

Zelfdovend of moeilijk brandbaar?

29

5.3

Wel of niet halogeenvrij?

29

5.4

Zorgplicht en informatieplicht

29

5.5

Gebruik Checklist brandveilige bekabeling

30

5.5.1

Beoordelingstabellen checklist

30

5.5.2

Brandrisico en kabelkeuze

32

3

Brandveilige bekabeling


6

Voorbeelden/modellen

35

6.1

Inleiding

35

6.2

Functiebehoud

35

6.3

FB-kabelsysteemoplossing

35

6.4

Bouwkundige oplossing

41

6.5

Technische oplossing

42

6.6

6.5.1

Ringleiding/redundante technieken

42

6.5.2

Fail-safe circuit

44

6.5.3

Houdfunctie

44

6.5.4

Functiebehoud door een sprinklerinstallatie

45

6.5.5

BIM

45

Doorvoeringen

46

Bijlage A

Checklist brandveilige bekabeling Uneto-VNI en Nedek

47

Bijlage B

Kabelberekening FB-voedingskabels

53

Bijlage C

Werkbladen brandveilige bekabeling

55

ISSO-publicatie 93

4

Brandveilige bekabeling


VOORWOORD 'Brand, je moet er niet aan denken.' Het lijkt allemaal heel gewoon dat je woonhuis of je bedrijf er 's morgens nog staat. De werkelijkheid ziet er iets anders uit. In de samenvatting van de uitgave van de 'Brandweerstatistiek' 2009 staat het volgende: 'Het aantal geregistreerde branden is gestegen van 45 duizend in 2008 tot 47 duizend in 2009. Dat komt door een toename bij buiten- en kleine binnenbranden. De totale brandschade bedroeg 887 miljoen euro, maar liefst 120 miljoen euro minder dan in 2008, toen de grote brand aan de TU Delft plaatsvond. In 2009 vielen 57 doden door brand, 40 minder dan het voorgaand jaar. In dat jaar waren echter relatief veel doden te betreuren in vergelijking met andere jaren.'1 Deze cijfers maken duidelijk dat brandveiligheid niet vanzelfsprekend is. Er vallen doden en gewonden en er is veel materiĂŤle schade. Brandveiligheid verdient dan ook meer aandacht om zo de gevolgen van brand te beperken. Brandveiligheid is dan ook duidelijk een maatschappelijk thema. Binnen het geheel van die brandveiligheid is er een speciale rol voor de elektrotechnische installatie van het gebouw. De brandveiligheid van een elektrotechnische installatie wordt vooral bepaald door de gebruikte kabels. Dat heeft twee redenen: ď Ž Ten minste 90% van de kunststof die in grote elektrotechnische installaties wordt gebruikt, is verwerkt in de kabels; ď Ž Kabels vormen binnen de installaties de component die onderdelen van de installaties en daarmee de verschillende ruimten in een bouwwerk - via doorvoeringen - met elkaar verbindt. Bovendien moet de functie van aan brandveiligheid gerelateerde installatietechnische voorzieningen gedurende langere tijd na het ontstaan van een brand zeker worden gesteld. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de uitvoering van de gehele installatie, maar trekt in het bijzonder een wissel op de bekabeling, zowel voor signaaloverdracht als voor voeding. Onder andere in de NEN 2535 over brandmeldinstallaties wordt daarom gevraagd te voldoen aan eisen van functiebehoud bij brand. De terugtredende overheid legt de verantwoordelijkheid voor de (brand)veiligheid steeds meer bij de eigenaar of gebruiker van een gebouw. Niet alleen onder de Arbowet maar ook in de bouwregelgeving wordt daarom gesproken over zorgplicht. De eigenaar/gebruiker van het gebouw wordt geacht zorg te dragen voor een veilig gebouw. Datgene wat de overheid daarbij voorschrijft, is tamelijk beperkt. De rol van de installateur hierin is, mogelijk al in het offertestadium, het aanreiken van keuzemogelijkheden aan de klant (eigenaar/gebruiker) om die zorgplicht op een goede manier gestalte te geven. Daarmee wordt bij een offertegesprek zo mogelijk stilgestaan bij de risico's die er zijn. Hiermee voldoet de installateur dan weer aan zijn informatieplicht vanuit zijn vakkennis en wordt aansprakelijkheid beperkt. Alleen op die manier wordt de brandveiligheid van bouwwerken - voor wat betreft de bekabeling - een zaak van alle partijen.

1.

ISSO-publicatie 93

Centraal Bureau voor de Statistiek, Brandweerstatistiek, Den Haag/Heerlen, 2010.

5

Brandveilige bekabeling


ISSO-publicatie 93

6

Brandveilige bekabeling


1

INLEIDING

1.1 LEESWIJZER/KLEURGEBRUIK Deze publicatie is een handleiding voor het kiezen van de juiste kabel en installatiemethode uit het oogpunt van brandveiligheid. Om aan de gebruiker onmiddellijk duidelijk te maken welke (wettelijke) eis van toepassing is, zijn in de kantlijn verwijzingen opgenomen naar het desbetreffende wets-/normartikel. Het niveau is daarbij af te leiden uit de kleur van de verwijzing.

Afb. 1.1 Verkeerslichtmodel Het verkeerslichtmodel is opgebouwd aan de hand van de kleuren van een stoplicht. Deze kleuren worden weergegeven door middel van pictogrammen. Deze pictogrammen hebben de volgende betekenis:

Rood staat voor zaken die wettelijk verplicht zijn.

Oranje staat voor een adequate oplossing/uitvoering van een wettelijke eis.

Groen staat voor een aanbevolen/informatieve verwijzing.

De standaardtekst is zwart. Een begrip dat de eerste keer dat het voorkomt in vet is weergegeven, wordt toegelicht in hoofdstuk 2 'Termen en definities'. De toepassing van de informatie uit deze publicatie is mede gericht op de informatieplicht van de installateur. De rol van de installateur is om, zo mogelijk al in het offertestadium, keuzemogelijkheden aan de klant aan te reiken. Dit hoeft niet onmiddellijk vertaald te worden in geld, maar daarmee wordt tijdens een offertegesprek wel stilgestaan bij de risico's die er kleven aan het gebruik van conventionele (pvc-)kabel. Deze informatieplicht is nader uitgewerkt in paragraaf 5.4. 1.2 REGELGEVING De eisen die worden gesteld voor het ontwerpen en installeren van elektrotechnische installaties zijn vastgelegd in diverse normen. De installatievoorschriften in de NEN 1010 waarborgen de gebruiksveiligheid. De NEN 1010 geeft daarom aan dat bij de keuze van installatiematerialen 'rekening moet worden gehouden met de gevolgen bij brand'. Over hoe de invloed van de elektrotechnische installatie en de gebruikte materialen op brandontwikkeling, brandvoortplanting en rookontwikkeling moet worden beperkt, staat in de NEN 1010 zelf echter weinig. Deze ISSO-publicatie geeft informatie aan de installatieontwerper om invulling te geven aan de wettelijke voorschriften en de zorgplicht van de eigenaar/gebruiker omdat de wet- en regelgeving slechts de minimale eisen geeft. Binnen de installatiebranche bestaat nog veel onduidelijkheid over de installatiemethoden en -materialen die er zijn met betrekking tot brandveilige bekabeling. Deze onduidelijkheid kan leiden tot verkeerde keuzes, wat weer consequenties heeft voor de manier waarop installaties worden ontworpen, ge誰nstalleerd en opgeleverd. De onderhavige ISSO-publicatie brengt alle informatie rondom het onderwerp brandveilige bekabeling op een overzichtelijk wijze bijeen, waar nodig voorzien van een heldere toelichting en vormt daardoor een leidraad voor de elektrobranche.

ISSO-publicatie 93

7

Brandveilige bekabeling


Afb. 1.2 NEN 1010: Installaties moeten stelselmatig en overzichtelijk zijn aangelegd (bron: Onderzoeksraad Voor Veiligheid) In het bijzonder voor de werkvoorbereider en de monteur op de bouwplaats zijn daartoe werkbladen gemaakt (zie bijlage C). Met behulp van deze werkbladen kan op een goede manier invulling worden gegeven aan een groot aantal situaties. 1.3

DOELSTELLING

Bij de aanleg van brandbeveiligingsinstallaties - al of niet in gebouwen - zal nagenoeg altijd sprake zijn van een elektrotechnische installatie, al was het maar in de zin van bekabeling. Naast de mogelijke schade door een verkeerde kabelkeuze speelt juist deze component een belangrijke rol in het zekerstellen van de goede werking van die installaties bij brand. Onder andere in de NEN 2535 over brandmeldinstallaties wordt daarom gevraagd om te voldoen aan eisen van functiebehoud bij brand.

Dit onderwerp staat beschreven in de Nederlandse Praktijk Richtlijn ofwel NPR 2576. Het op een afgewogen manier invulling geven aan de NPR 2576 is echter niet eenvoudig.

Een heel ander aspect van brandveilige bekabeling is het gebruik van moeilijk brandbare kabel en/of halogeenvrije kabel. Voor wat betreft de toepassing van deze kabelsoorten verwijst de NEN 1010 naar de Nederlandse Technische Afspraak ofwel NTA 8012. Het probleem dat zich hierbij voordoet is het verschil tussen wat technisch kan en wat veiligheidskundig goed en wettelijk verplicht is. Deze verschillen maken het lastig voor de installatiebranche om projecten op een onderling vergelijkbare manier te offreren en te realiseren. De belangrijkste doelstelling van de publicatie 'Brandveilige bekabeling' is daarom het aanreiken van praktijkoplossingen voor: ď Ž Het gebruik van moeilijk brandbare en/of halogeenvrije kabel; ď Ž De wijze waarop voor installaties invulling kan worden gegeven aan de eisen van functiebehoud bij brand. Daar waar nuttig wordt verwezen naar (delen van) andere documenten. 1.4 OPBOUW PUBLICATIE Deze publicatie bestaat uit twee delen, te weten een informatief deel en een praktijkgericht deel. In het informatieve deel (hoofdstuk 2 t/m 4) wordt aandacht besteed aan de betekenis van de gebruikte termen en definities. Tevens zijn het verschijnsel brand, de gevolgen van brand en de opbouw van de wetgeving nader toegelicht. In het praktijkgerichte deel (hoofdstuk 5 en 6) worden mogelijke oplossingen en voorbeelden aangedragen voor de toepassing van moeilijk brandbare kabel respectievelijk moeilijk brandbare en halogeenvrije kabel. Tevens worden de mogelijkheden van functiebehoud bij brand nader toegelicht.

ISSO-publicatie 93

8

Brandveilige bekabeling


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.