Handboek Houtskeletbouw-2020 ISSUU

Page 1


ISSO-handboek HBhsb

Houtskeletbouw Ontwerp, techniek en uitvoering

ISBN: 978-90-5044-335-7


INHOUDSOPGAVE Samenvatting

7

Symbolenlijst 1

9

Inleiding

11

1.1

Doelstelling en kader

12

1.2

Wijzigingen ten opzichte van de vorige druk

12

1.3

Opbouw ISSO-handboek Houtskeletbouw

12

1.4

Leeswijzer kwaliteitsniveau

13

2

Voorschriften, normen en richtlijnen

15

2.1

Wettelijk kader

15

2.1.1

Huidige wettelijke kader (Woningwet)

15

2.1.2

Toekomstige wettelijke kader (Omgevingswet)

16

2.1.3

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

17

2.1.4

Europese regels en certificatie

17

2.1.5

Energieprestatie gebouwen

18

2.1.6

Milieuprestatie gebouwen (MPG)

20

2.2

2.3 3

Voorschriften en bepalingsmethoden

20

2.2.1

Warmte, vocht en luchtdichtheid

20

2.2.2

Geluidisolatie

22

2.2.3

Constructieve veiligheid - algemene sterkte en stijfheid

24

2.2.4

Brandveiligheid

24

2.2.5

Installaties

28

Certificering houtskeletbouw

29

2.3.1

29

SKH

Programma

31

3.1

31

3.2

3.3

3.4

ISSO-handboek HBhsb

Duurzaamheid 3.1.1

Circulair bouwen

32

3.1.2

Biobased bouwen

37

3.1.3

Alternatieve duurzame bouwmethoden

39

3.1.4

Overheidsvisie

40

3.1.5

Tools milieuprestatie gebouwen

40

3.1.6

Kenmerken hout en houtskeletbouw

43

Materiaalkeuze en duurzaamheid

47

3.2.1

Hout en houtachtige plaatmaterialen

47

3.2.2

Duurzame gipsplaten, isolatiematerialen, folies en dichtingsmaterialen

Aardbevingsbestendig bouwen

49 49

3.3.1

Aardbevingen in Groningen

49

3.3.2

Houtskeletbouw voor aardbevingsbestendig bouwen

50

3.3.3

Slim bouwen met houtskeletbouw

50

3.3.4

Seismisch ontwerp van houtskeletbouw

52

3.3.5

Berekeningsmethoden

55

Installatietechniek

56

3.4.1

Verwarming

58

3.4.2

Ventilatie

59

3.4.3

Systeemkeuze

60

3.4.4

Wasemkap/afzuigkap

65

3

Houtskeletbouw


4

Ontwerp

67

4.1

Warmte en vocht

68

4.1.1

Ingebouwde energiebesparing

68

4.1.2

Thermische isolatie

68

4.2

4.3

4.4

4.5

4.6

ISSO-handboek HBhsb

4.1.3

Warmteaccumulatie

69

4.1.4

Vochtaspecten

69

Geluidisolatie

72

4.2.1

72

Geluidwering van de gevel

4.2.2

Woningscheidende constructies

75

4.2.3

Kamerscheidende constructies

80

4.2.4

Schachten en leidingkokers

81

4.2.5

Aansluitingen en details

82

Constructieve ontwerpprincipes

88

4.3.1

Vloeroverspanningen en plattegrond

88

4.3.2

Variatie door verschuivingen en uitkragingen

90

4.3.3

Keuze houtskeletbouwsysteem

91

4.3.4

Platformmethode

91

4.3.5

Balloonmethode

93

4.3.6

Cross Laminated Timber (CLT)

93

4.3.7

Fundering

93

4.3.8

Combinaties met andere bouwmethoden

94

4.3.9

Schijfvormige elementen

94

Brandveiligheid

95

4.4.1

Bouwbesluit en brandveiligheid

95

4.4.2

Brandwerendheid op bezwijken (BOB) en op scheidende functie (BOS)

4.4.3

Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo)

4.4.4

Brandgedrag gevels

96 103 104

Bouwkundige ontwerpprincipes

109

4.5.1

Elementenopbouw wanden

109

4.5.2

Elementenopbouw vloeren

111

4.5.3

Elementenopbouw daken

115

4.5.4

Binnenafwerking

117

4.5.5

Buitenafwerking

119

4.5.6

Galerijen, balkons en trappenhuizen

120

Installatietechnische ontwerpprincipes

123

4.6.1

Gewenste kenmerken van installaties

124

4.6.2

Verwarming

124

4.6.3

Koeling

129

4.6.4

Warmteopwekking

132

4.6.5

Warmwatertoestellen

134

4.6.6

Ventilatie

136

4.6.7

Sanitaire installaties

137

4.6.8

Zonnepanelen

142

4

Houtskeletbouw


5

Uitwerking

145

5.1

145

5.2

5.3

5.4

5.5

ISSO-handboek HBhsb

Materialen en -specificaties voor de hsb-constructie 5.1.1

Toegepaste materialen

145

5.1.2

Gezaagd hout, gelamineerd hout en gelamineerd fineerhout

145

5.1.3

Houtachtige plaatmaterialen

151

5.1.4

Mineraalgebonden plaatmaterialen

154

5.1.5

Hout aan de buitenzijde

157

5.1.6

Verbindingsmiddelen

158

Warmte en vocht

159

5.2.1

Thermische isolatie, warmteweerstand

159

5.2.2

Lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt (Ψ)

172

5.2.3

Luchtdoorlatendheid

174

5.2.4

Waterdamp en condensatie

177

5.2.5

Binnenoppervlaktetemperatuurfactor (f-factor)

178

5.2.6

Dynamisch gedrag zoninstraling

180

Geluidisolatie

181

5.3.1

Theoretische aspecten

181

5.3.2

Geluidwering bij houtskeletbouw

186

Constructieve veiligheid

188

5.4.1

Principe constructie houtskeletbouw

188

5.4.2

Eisen, voorschriften en bepalingsmethoden voor sterkte en stijfheid

188

5.4.3

Krimp

188

5.4.4

Stabiliteit bij windbelasting

189

5.4.5

Berekening vloeren

217

5.4.6

Berekening wanden

226

5.4.7

Berekening daken

230

5.4.8

Berekening sterkte enkelsnedige, stiftvormige verbindingsmiddelen

236

Brandveiligheid

239

5.5.1

Branddoorslag en brandoverslag (wbdbo)

239

5.5.2

Brand- en rookklasse

240

5.5.3

Brandvertragend behandeld hout

240

5.5.4

Onbrandbaarheid: schoorstenen en stookplaatsen

241

5.5.5

Doorvoeringen rookgasafvoer

245

5.5.6

Daken

245

5

Houtskeletbouw


6

Realisatie

247

6.1

Werkvoorbereiding

247

6.1.1

Communicatie

247

6.1.2

Uitvoering in samenwerking

247

6.2

6.3

6.4

7

Prefabricage en montage

248

6.2.1

Het specifieke van houtskeletbouw

248

6.2.2

Prefabricage elementen

249

6.2.3

Montage op de bouwplaats

257

6.2.4

Certificering houtskeletbouw

261

Gebruikershandleiding

262

6.3.1

Utiliteitsbouw

262

6.3.2

Woningbouw

262

Oplevering

262

6.4.1

Vooroplevering

262

6.4.2

Aansprakelijkheid

262

6.4.3

Toetsing en monitoring

262

6.4.4

Controleprocedures

263

Beheer 7.1

Bijlage A

265

Nazorg

265

7.1.1

Servicetraject

7.1.2

Garantieclaims

265 265

Tabellen constructieve veiligheid

267

Literatuurlijst

ISSO-handboek HBhsb

293

6

Houtskeletbouw


SAMENVATTING Het Europees beleid is gericht op duurzame productie en consumptie. Er wordt steeds meer aandacht besteed aan duurzaam bouwen, waarbij te denken valt aan enerziezuinige gebouwen en de milieuprestatie van producten en bouwdelen. Er is een groeiende vraag naar andere bouwmethoden die aansluiten bij het Europees beleid en de energiezuinige bouwpraktijk. Onder andere hierdoor neemt het aantal houtskeletbouw-gebouwen toe. Het Handboek Houtskeletbouw geeft handvatten voor ontwerpen, detailleren, prefabriceren en bouwen in houtskeletbouw en daarmee ook lichte bouwmethoden. Dit handboek vormt de basis voor het verantwoord toepassen van deze bouwmethode in alle voorkomende situaties. De kennis en voorbeelden zijn geschikt voor uiteenlopende opgaven, variërend van zeer eenvoudig tot zeer complex (zoals meerlaagse houtskeletbouw). Ten opzichte van het oude Handboek Houtskeletbouw, versie 2012, gaat deze editie dieper in op de nieuwste ontwikkelingen, installatietechniek en de laatste inzichten in de bouwregelgeving en bouwpraktijk. Nieuwe onderwerpen in het handboek zijn:  Aandacht voor integraal bouwen;  Circulair bouwen;  Biobased bouwen;  Aardbevingsbestendig bouwen. Naast al deze nieuwe onderwerpen en actualisering van bestaande onderwerpen, is het Handboek Houtskeletbouw ook opnieuw ingedeeld en makkelijker te doorzoeken. Het handboek sluit nu perfect aan op het gehele ontwerp- en bouwproces en biedt voor elke stap handvatten om ontwerp, uitwerking en uitvoering eenvoudiger te maken. Dit betekent dat er ook een aantal aanvullingen zijn die niet alleen over de nieuwste ontwikkelingen en regelgeving gaan. Er wordt onder anderen extra gesproken over de gebruikershandleiding van het gebouw, oplevering en nazorg. Ook zijn bestaande onderwerpen uitgebreid op probleemgebieden; denk hierbij aan geluid of installaties. Met steeds beter geïsoleerde gebouwen is de installatiekeuze van steeds groter belang, zowel voor binnenmilieu, comfort als geluid. Omdat gebouwen steeds beter zijn geïsoleerd wordt, behalve de installaties, ook geluid dat in een gebouw wordt geproduceerd een steeds groter aandachtspunt. Het nieuwe Handboek Houtskeletbouw is een leerboek voor houtskeletbouw dat ingaat op de belangrijkste punten uit de wetgeving, het bouwbesluit 2012/Besluit bouwwerken leefomgeving. Het geeft daarnaast richtlijnen voor het verantwoord ontwerpen en uitvoeren van houtskeletbouw-gebouwen. Het nieuwe Handboek Houtskeletbouw is ook geschikt als lesmateriaal bij diverse opleidingen.

ISSO-handboek HBhsb

7

Houtskeletbouw


SYMBOLENLIJST a

balkafstand

[m]

A

oppervlak

[m2]

Als

oppervlak van de gebouwschil

[m2]

Ag

verwarmd vloeroppervlak

[m2]

Aref

eferentieoppervlakte van elk afzonderlijk gevel- en dakvlak waarop de winddruk en -zuiging werken

[m2]

BENG 1

maximale energiebehoefte voor verwarming en koeling

[kWh/(m2·jr)]

BENG 2

maximale primaire fossiele energiegebruik voor verwarming, koeling, verlichting, ventilatie, tapwater, bevochtiging en PV

[kWh/(m2·jr)]

BENG 3

minimum aandeel gebruikte hernieuwbare energie

[%]

b

breedte beschouwd onderdeel (vloerschijf)

[m]

bi

breedte van het wandpaneel

[mm]

C

correctiefactor voor het omrekenen van Rw naar de RA

[dB]

cpe,10

drukcoëfficiënt voor de uitwendige druk

[kN/m2]

cscd

bouwwerkfactor waarmee men gebouwafmetingen en trillingseffecten in rekening brengt [-]

Ctr

correctiefactor op Rw voor het verkrijgen van de geluidisolatie voor wegverkeerslawaai

[dB]

d

dikte

[m]

DnT,A

A-gewogen lucht-geluidniveauverschil

[dB]

DnT,A,k

A-gewogen karakteristieke lucht-geluidniveauverschil

[dB]

E

vlamdichtheid betrokken op de afdichting

[-]

(EI)

buigstijfheid

[Nm2/m]

Emean

elasticiteitsmodulus

[N/mm2]

f0

massaveerresonantiefrequentie

[Hz]

f1

eigenfrequentie

[Hz]

fc

druk

[Nmm]

fu

treksterkte

[N/mm2]

Fh,k

karakteristieke stuiksterkte

[N/mm2]

Ff,Rd

rekenwaarde van de sterkte van een individueel verbindingsmiddel, deze waarde dient conform NEN-EN 1995-1-1 te worden verhoogd met een factor 1,2

[kN]

f-factor

koudebrugfactor of binnenoppervlaktetemperatuurfactor

[-]

Fi,v,Rd

rekenwaarde van de schrankweerstand van één enkelzijdig beplaat wandpaneel

[kN]

ft

trek

[N/mm2]

Fv,Ed

oplegreactie

[kN/m]

Fv,k

paneelschuifsterkte

[N/mm2]

Fv,Rd

schrankweerstand

[kN]

Fv,Rk

karakteristieke sterke verbindingsmiddel

[kN]

Fw,e

uitwendige horizontale windkrachten

[kN/m2]

f-waarde verdunningsfactor bij ventilatie

[-]

g-factor

zontoetredingsfactor (internationaal)

[-]

GA,k

A-gewogen karakteristieke geluidswering

[dB]

Gmean

afschuivingsmodulus

[N/mm2]

h

hoogte

[m]

I

thermische isolatie betrokken op temperatuur

[-]

ISSO-handboek HBhsb

9

Houtskeletbouw


K

stijfheid

[N/mm]

Kc,90

beddingstijfheid loodrecht op de vezelrichting

[N/mm]

kdef

kruipfactor

[-]

Ke

A-gewogen geluid van vliegtuigen

[dB]

Khd

stijfheid verankering

[N/mm]

kmod,i

modificatiefactor

[-]

kR

schoorstijfheid

[kN/mm]

Kser

verbindingsmiddelenstijfheid

[N/mm]

l

lengte beschouwd onderdeel (vloerschijf)

[m]

Lden

A-gewogen geluidbelasting zoals vastgesteld op basis van de wet geluidhinder voor rail-, wegverkeer- of industrielawaai

[dB]

LnT,A

A-gewogen contactgeluidniveau

[dB]

LTA

daglichttoetredingsfactor

[-]

m

massa per oppervlakte-eenheid

[kg/m2]

n

aantal

[-]

qk

geconcentreerde belasting

[kN/m2]

qp

extreme stuwdruk op de hoogte ze

[kN/m2]

qrep

lijnbelasting

[kN/m]

qv10

luchtvolumestroom bij een drukverschil van 10 Pa

[m3/s]

qw,d

gelijkmatig verdeelde windbelasting

[kN/m]

R

bezwijken

[-]

RA

A-gewogen luchtgeluidisolatie van een scheidingsconstructie voor rail-, vlieg- en wegver- [dB] keer

Rc

warmteweerstand van een scheidingsconstructie

[(m2·K)/W]

Rse

warmte-overgangsweerstand aan het uitwendig oppervlak

[(m2·K)/W]

Rsi

warmte-overgangsweerstand aan het inwendig oppervlak

[(m2·K)/W]

RRd

schrankstijfheid

[kN/mm]

Rw

A-gewogen geluidisolatie-index

[dB]

s

afstand (tussen de verbindingsmiddelen [mm])

[m]

t

dikte

[mm]

T

galmtijd

[s]

TL-factor lichttoetredingsfactor

[-]

TOjuli

indicator temperatuuroverschrijding

[-]

U

warmtedoorgangscoëfficiënt van een scheidingsconstructie

[W/(m2·K)]

ufin

grenswaarde zakking eindtoestand

[mm]

ug,q,G,Q

zakkingsfactoren

[mm]

Wbdbo

weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag

[minuten]

We

uitwendige winddruk en -zuiging op elk afzonderlijk gevel- en dakvlak

[kN/m2]

ZTA

zontoetredingsfactor (Nederlandse waarde)

[-]

γ

partiële factor

[-]

λ

warmtegeleidingscoëfficiënt van materiaal in droge toestand

[W/(m·K)]

μ

waterdampduffusieweerstand

[-]

ξ

factor

[-]

ρ

volumieke massa

[kg/m3]

ρk

karakteristieke volumieke massa

[kg/m3]

Ψ0,1,2,...

factoren

[-]

ISSO-handboek HBhsb

10

Houtskeletbouw


1

INLEIDING

Afb. 1.1 Houtskeletbouw woning in aanbouw (bron: Houtbouw 't Zand) Het Europees beleid is gericht op duurzame productie en consumptie. Er wordt steeds meer aandacht besteed aan duurzaam bouwen waarbij te denken valt aan enerziezuinige gebouwen en de milieuprestatie van producten en bouwdelen. De keuze voor hout en houtskeletbouw is hierbij een logische stap. Energiezuinige bouw speelt een steeds belangrijkere rol in de hedendaagse bouwwereld en daar is de regelgeving ook op aangescherpt. Er wordt hard gewerkt om energieverbruik te voorkomen en de energie die nog nodig is wordt zoveel mogelijk uit hernieuwbare bronnen gehaald. Houtskeletbouw is een bouwmethode met een groeiend marktaandeel die uitstekend aansluit bij het europees beleid en de energiezuinige bouwpraktijk. Gebouwen moeten tegenwoordig aan steeds meer eisen en wensen voldoen; ze moeten energiezuinig, CO2-neutraal, gezond en comfortabel zijn. Bovendien moeten ze stikstofarm, snel te bouwen en op basis van milieuvriendelijke materialen gemaakt zijn. Houtskeletbouw voldoet aan al deze eisen en presteert gelijk of beter als traditionelere steenachtige bouw. Houtskeletbouw is licht, makkelijk te transporteren, makkelijker aanpasbaar en past perfect in de circulaire bouweconomie. Zelfs hoogwaardige renovatie tot het niveau van passiefhuis is relatief eenvoudig te realiseren. De productieprocessen om geprefabriceerde houtskeletbouwelementen te maken kenmerken zich door de hoge mate van automatisering en relatief lage investeringskosten. Zodra de marktvraag toeneemt, is het opschalen van deze markt dan ook relatief eenvoudig. De benodigde arbeid is beperkt en houtskeletbouw wordt geproduceerd onder een bewezen goed functionerend kwaliteitssysteem met KOMO keurmerk, onder toezicht van SKH-. Niet alleen belangrijk voor de eindklant, maar ook belangrijk voor een goede beheersing van faalkosten tijdens het bouwproces. Het vernieuwde Handboek Houtskeletbouw speelt in op een groot aantal nieuwe ontwikkelingen, denk aan:  Aandacht voor de integraal bouwen;  Circulair bouwen;  Biobased bouwen;  Aarbevingsbestendig bouwen;  BENG en de nieuwste regelgeving;  De nieuwste bouwpraktijk. Naast al deze nieuwe onderwerpen en actualisering van bestaande onderwerpen, is het handboek houtskeletbouw ook opnieuw ingedeeld en makkelijker te doorzoeken. Het handboek sluit nu perfect aan op het gehele ontwerp- en bouwproces en biedt voor elke stap handvatten om ontwerp, uitwerking en uitvoering eenvoudiger te maken. Vanaf de eerste publicatie van het handboek (verschenen in 2000) is deze uitgave dé standaard voor houtskeletbouw in Nederland. Het voorziet in de behoefte van een brede groep belangstellenden aan praktische informatie over het ontwerpen, detailleren, prefabriceren en bouwen in houtskeletbouw. Dit handboek vormt de basis voor het verantwoord toepassen van deze bouwmethode in alle voorkomende situaties, en de kennis en voorbeelden zijn geschikt voor uiteenlopende opgaven, variërend van zeer eenvoudig tot zeer complex (als meerlaagse houtskeletbouw).

ISSO-handboek HBhsb

11

Houtskeletbouw


1.1 DOELSTELLING EN KADER Dit ISSO-handboek bevat alle technische kennis en informatie om woningen en gebouwen verantwoord in houtskeletbouw (hsb) uit te voeren. In het boek vindt men theoretische achtergronden, heldere toelichtingen, praktische aanwijzingen, ontwerptabellen en rekenvoorbeelden die het ontwerpen en realiseren van houtskeletbouw vereenvoudigen. De informatie is bedoeld voor alle technici die betrokken zijn bij het ontwerp- en bouwproces. Het Handboek Houtskeletbouw is een nuttig hulpmiddel zowel voor wie tot nu toe geen enkele ervaring heeft met het bouwen in houtskeletbouw als voor de specialisten op dat gebied. Ook zijn er nieuwe Referentiedetails houtskeletbouw verschenen. Hierin zijn uitgewerkte voorbeelddetails van woningen en woongebouwen met de bouwfysische prestatielayers en praktische ontwerp- en uitvoeringsaanbevelingen te vinden. 1.2 WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE VORIGE DRUK De herziening van het handboek houtskeletbouw speelt in op de nieuwste ontwikkelingen en de laatste inzichten in de bouwregelgeving en bouwpraktijk. Nieuwe onderwerpen in het handboek zijn:  Aandacht voor de integraal bouwen;  Circulair bouwen;  Biobased bouwen;  Aarbevingsbestendig bouwen. Verder is de indeling van het handboek aangepast naar het ontwerp- en bouwproces, de nieuwe indeling levert voor iedere fase van het proces de vereiste informatie aan partijen. De nieuwe indeling is als volgt: 1. Voorschriften, normen en richtlijnen; 2. Programmafase; 3. Ontwerpfase; 4. Uitwerkingsfase; 5. Realisatiefase; 6. Beheerfase. Ook zijn er een aantal aanvullingen op het handboek die niet alleen over de nieuwste ontwikkelingen en regelgeving gaan. Er wordt onder anderen extra gesproken over de gebruikershandleiding van het gebouw, oplevering en nazorg. Meer hierover is in paragraaf 1.4 te vinden. 1.3 OPBOUW ISSO-HANDBOEK HOUTSKELETBOUW Voor het structureren van de informatie is gebruik gemaakt van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties, de MKK-structuur. Het MKK is een instrument voor het beheersen van het voortbrengingsproces van bouwwerken en klimaatinstallaties en levert voor iedere fase van het proces de vereiste informatie aan partijen om een goed filtersysteem te kunnen realiseren. In de MKK-structuur wordt het realisatieproces verdeeld in vijf fasen. I Programmafase In de programmafase worden de eisen, wensen en verwachtingen met betrekking tot houtskeletbouw geïnventariseerd en beperkende randvoorwaarden geformuleerd. Van de keuze voor verschillende warmteterugwinapparaten worden de consequenties op hoofdlijnen zichtbaar gemaakt. Aan het eind van de programmafase heeft de opdrachtgever/architect/installatiedeskundige voldoende informatie om een voorlopige systeemkeuze te kunnen maken. II Ontwerpfase In de ontwerpfase worden op basis van de benodigde gegevens eisen gesteld en wordt het warmteterugwinapparaat door de installatiedeskundige uitgewerkt. Er vindt terugkoppeling met de uitgangspunten uit de programmafase plaats. Aan het eind van de ontwerpfase wordt een definitieve systeemkeuze gemaakt. III Uitwerkingsfase In de uitwerkingsfase wordt het systeemontwerp tot in detail uitgewerkt. IV Realisatiefase In de realisatiefase wordt de installatie aangelegd en opgeleverd. V Beheerfase In de beheerfase wordt de woning/het gebouw en/of de installatie in gebruik genomen. Onderhoudsvoorschriften en instructie van bewoners zijn aspecten die in de beheerfase van belang zijn.

ISSO-handboek HBhsb

12

Houtskeletbouw


1.4 LEESWIJZER KWALITEITSNIVEAU In dit ISSO-handboek zijn de ontwerptechnische kwaliteitseisen houtskeletbouw onderscheiden in drie categorieën:  De wettelijke eisen;  De kwaliteitseisen die als aanvulling op de wettelijke eisen moeten worden opgevolgd in verband met het goed functioneren van een gebouw en het bereiken van een redelijkerwijs aanvaardbaar kwaliteitsniveau;  De aanvullende kwaliteitseisen die een hoger kwaliteitsniveau bewerkstelligen dan het redelijkerwijs aanvaardbare kwaliteitsniveau. De aanvullende kwaliteitseisen bieden opdrachtgevers keuzemogelijkheden, waarbij in dit ISSO-handboek per keuzemogelijkheid middelen zijn opgenomen om een passende keuze te kunnen maken. De in overleg tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever gemaakte keuzen worden vastgelegd in een vraagspecificatie. Wettelijke eisen De eisen volgend uit het Bouwbesluit, de Arbowetgeving, de zorgplicht van werkgevers en andere publiekrechtelijke wettelijke voorschriften zijn in dit ISSO-handboek benoemd als wettelijke eisen en moeten altijd worden opgevolgd. Kwaliteitseisen Kwaliteitseisen zijn privaatrechtelijke eisen. Kwaliteitseisen dienen als aanvulling op de wettelijke eisen en garanderen de kwaliteit van het gebouw. Aan de kwaliteitseisen zoals geformuleerd in dit ISSO-handboek moet altijd worden voldaan. Aanvullende kwaliteitseisen Aanvullende kwaliteitseisen hebben veelal betrekking op het te realiseren (hogere) comfortniveau. Aanvullende kwaliteitseisen zijn facultatief en worden in overleg tussen opdrachtgever/gebruiker en opdrachtnemer privaatrechtelijk vastgesteld.

ISSO-handboek HBhsb

13

Houtskeletbouw


2

VOORSCHRIFTEN, NORMEN EN RICHTLIJNEN

In dit hoofdstuk worden de meest relevante wetgeving, normen en richtlijnen in relatie tot houtskeletbouw en bijbehorende installatietechniek beschreven. 2.1 WETTELIJK KADER Voor Nederland geeft het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) of het Bouwbesluit [2] bouwtechnische voorschriften en eisen aan voorzieningen voor alle bouwwerken, uitgedrukt in functionele eisen. Waar mogelijk zijn deze eisen uitgewerkt in concrete prestatie-eisen. Voor nieuw te bouwen gebouwen geeft het Bbl prestatie-eisen ten aanzien van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Voor bestaande bouw zijn de voorschriften beperkt tot de onderwerpen veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid. Het Bbl gaat uit van het principe van vrije indeelbaarheid, dit houdt in dat de voorschriften zodanig zijn opgesteld dat de ontwerper een grote mate van vrijheid heeft om oplossingen te bedenken die aansluiten bij de wensen van de opdrachtgever en de marktsituatie. 2.1.1 Huidige wettelijke kader (Woningwet)

2.1.1.1 Woningwet [90] Het huidige wettelijke kader, tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet, wordt gevormd door de Woningwet. De eerste Woningwet is ruim een eeuw geleden in werking getreden (d.d. 1 augustus 1902). De Woningwet 1901 was de eerste Nederlandse wetgeving over volkshuisvesting en had tot doel 'de bouw en bewoning van slechte en ongezonde woningen onmogelijk te maken en de bouw van goede woningen te bevorderen'. De huidige versie van de Woningwet is van 29 augustus 1991 en sindsdien ook meerdere malen gewijzigd. De Woningwet is daarnaast al lang niet meer enkel van toepassing op de volkshuisvesting maar heeft inmiddels betrekking op alle bouwwerken. Een van de basisvoorschriften van de Woningwet 1901 was dat gemeenten een bouwverordening moesten opstellen. Iedere gemeente mocht hierin zelf voorschriften stellen, dit resulteerde in grote verschillen tussen gemeenten. De eerste modelbouwverordening uit 1965 heeft een eerste stap gezet naar een uniformering van de voorschriften. De Woningenwet 1991 had onder andere de verdere uniformering van de bouwtechnische voorschriften als doel. De bouwpraktijk werd zo niet meer geconfronteerd met lokale verschillen in technische voorschriften. De geboorte van het Bouwbesluit 1992 was een feit.

2.1.1.2 Bouwbesluit Het Bouwbesluit 2012 [2], zoals dit vandaag de dag van toepassing is, wordt in de Woningwet aangestuurd via de artikelen 2, 3, 5, 6 en 120. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Woningwet worden bij of krachtens Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) technische voorschriften gegeven omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken. Daarnaast zijn onder het oude Gebruiksbesluit en delen van de Modelbouwverordening opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit maakt onderscheid in verschillende voorschriften op verschillende gebieden, welke eveneens de hoofdstukken vormen van het Bouwbesluit. Daarnaast bestaat het Bouwbesluit uit een aantal hoofdstukken die een relatie hebben met het gebruik en bouw- en sloopwerkzaamheden: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen (o.a. begripsbepaling en procedurele voorschriften) Hoofdstuk 2. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid (voorschriften o.a. op het gebied van constructieve- en brandveiligheid) Hoofdstuk 3. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid (voorschriften o.a. op het gebied van geluid, ventilatie, vocht en daglicht) Hoofdstuk 4. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid (voorschriften o.a. op het gebied van ruimte afmetingen i.r.t. bruikbaarheid) Hoofdstuk 5. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu (voorschriften op het gebied van EPC, MPG en thermische prestaties) Hoofdstuk 6. Voorschriften inzake installaties (voorschriften o.a. op het gebied van elektra, riolering en brandveiligheidsinstallaties) Hoofdstuk 7. Voorschriften inzake het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen Hoofdstuk 8. Bouw- en sloopwerkzaamheden Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen Op de voorschriften uit het Bouwbesluit die een relatie hebben met houtskeletbouw, en hoe hieraan te voldoen, is in dit handboek verder ingegaan.

ISSO-handboek HBhsb

15

Houtskeletbouw


2.1.2 Toekomstige wettelijke kader (Omgevingswet)

2.1.2.1 Omgevingswet Tijdens het schrijven van dit ISSO-handboek is nog geen officiële invoeringsdatum van de Omgevingswet bekend. Vooralsnog is de verwachting dat de Omgevingswet in 2022 zal worden ingevoerd. De Woningwet [90] en het Bouwbesluit [2] zullen daarmee komen te vervallen. Met de komst van de Omgevingswet zal veel verschillende wetgeving in het omgevingsrecht gebundeld worden. Het huidige omgevingsrecht is te versplinterd en hierdoor niet overzichtelijk genoeg voor burgers en overheden. Daarnaast is de huidige regelgeving onvoldoende geschikt voor duurzame ontwikkelingen en houden ze onvoldoende rekening met regionale verschillen. Daar waar met de komst van het Bouwbesluit regelgeving juist landelijk uniform geregeld werd, gaat een (klein) gedeelte van deze regelgeving weer terug naar gemeenten. Het gaat hierbij onder andere om regelgeving die een directe relatie heeft met de omgeving; denk bijvoorbeeld aan bluswatervoorzieningen, dit is nu nog is het Bouwbesluit geregeld maar zal in de toekomst in het Omgevingsplan worden geregeld. Het doel van de Omgevingswet is eigenlijk niet anders dan die van de allereerste Woningwet 1901, alleen breder en gericht op de gehele fysieke leefomgeving: "...met het oog op duurzame ontwikkeling, het in onderlinge samenhang bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit...". De Omgevingswet werkt door in vier verschillende besluiten (AMvB's), te weten:  Het Omgevingsbesluit (algemene en procedurele regels over vergunningen);  Het Besluit activiteiten leefomgeving (regels over activiteiten in de fysieke leefomgeving, het gaat daarbij vooral om milieubelastende activiteiten en wateractiviteiten);  Het Besluit kwaliteit leefomgeving (inhoudelijke normen voor de bestuurlijke taakuitoefening en besluitvorming);  En het Besluit bouwwerken leefomgeving (regels over activiteiten met betrekking tot bouwwerken, zoals bouwen en slopen).

2.1.2.2 De knip Onder de Omgevingswet worden bouwtechniek en ruimtelijke aspecten gescheiden. Dit levert twee activiteiten op: de technische bouwactiviteit en de omgevingsplanactiviteit. Deze scheiding wordt 'de knip' genoemd. Hierdoor is er voor meer technische bouwactiviteiten geen vergunning nodig omdat de ruimtelijke aspecten hierbij niet langer een rol spelen. Daarnaast is het hierdoor mogelijk dat een plan niet bouwtechnisch getoetst en uitgewerkt hoeft te worden als het niet aan de ruimtelijke eisen voldoet. Dit bespaart zowel het bevoegd gezag als de aanvrager kosten. De gemeente regelt in het Omgevingsplan of er voor verschillende omgevingsplanactiviteiten een vergunning- of meldingsplicht is, of dat activiteiten vergunningsvrij zijn. Zo kan een omgevingsplanactiviteit in de ene gemeente vergunningplichtig zijn en in een andere meldingplichtig.

2.1.2.3 Besluit bouwwerken leefomgeving Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt voorschriften over de 'bouwkwaliteit', daar waar dit voorheen in het Bouwbesluit [2] werd gedaan. De regels uit het Bbl gelden voor alle bouwwerken, dus zowel de vergunning plichtige als de vergunningsvrije bouwactiviteiten. Dit is dus niet anders dan nu ook al het geval is. De voorschriften van het Bbl zijn nagenoeg vergelijkbaar met de voorschriften van het Bouwbesluit. De onderwerpen van de voorschriften zijn nog wel steeds ingedeeld in de categorieën: veiligheid, gezondheid, duurzaamheid, bruikbaarheid, toegankelijkheid en bouwwerkinstallaties. Bij toepassing van de Bbl-voorschriften kan dus worden voortgebouwd op opgedane kennis en ervaring ten aanzien van het Bouwbesluit. Het grote verschil zit met name in de verdeling van de voorschriften. Daar waar in het Bouwbesluit de voorschriften aan bijvoorbeeld verblijfsgebieden en -ruimten voor nieuwbouw, verbouw en bestaande bouw bij elkaar stonden, zijn nu alle voorschriften voor bestaande bouw, nieuwbouw en verbouw in een afzonderlijk hoofdstuk gebundeld. Het Bbl kent de volgende hoofdstukindeling: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen (regels over onderwerpen die in alle hoofdstukken een rol (kunnen) spelen) Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen voor bouwwerken (algemene onderwerpen die in dit besluit alleen een rol spelen bij bouwwerken) Hoofdstuk 3. Bestaande bouw (technische voorschriften over bestaande bouw) Hoofdstuk 4. Nieuwbouw (technische voorschriften over nieuwbouw) Hoofdstuk 5. Verbouw en verplaatsing van een bouwwerk en wijziging van een gebruiksfunctie (technische voorschriften over verbouw, verplaatsen en functiewijzigingen)

ISSO-handboek HBhsb

16

Houtskeletbouw


Hoofdstuk 6. Gebruiken van bouwwerken (voorschriften over het gebruik van bouwwerken, denk aan brandveilig gebruik) Hoofdstuk 7. Bouw- en sloopwerkzaamheden (specifieke zorgplichten voor het verrichten van bouw- en sloopwerkzaamheden) Hoofdstuk 7A. Overgangsrecht Hoofdstuk 8. Slotbepalingen 2.1.3 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen Op 14 mei 2019 heeft de Eerste Kamer, na vele jaren van (politieke) discussie en lobby, ingestemd met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). De inwerkingtreding van de Wkb is vooralsnog gekoppeld aan die van de Omgevingswet. De definitieve datum van inwerkingtreding is op het moment van schrijven nog niet definitief. Door de Wkb zal er meer aandacht zijn voor het toetsen aan wet- en regelgeving. Dit zal echter niet meer ten tijde van de aanvraag omgevingsvergunning door de gemeente gebeuren, maar door een onafhankelijke kwaliteitsborger gedurende het gehele ontwerp-/bouwproces. Bij gereed melding moet een bouwwerk dan aantoonbaar voldoen aan de gestelde eisen. Het accent zal dus verschuiven van de papieren werkelijkheid bij vergunningaanvraag naar het feitelijke gerealiseerde ten tijde van de gereed melding. De Wkb zal in eerste instantie in werking treden voor gevolgklasse 1. Dit zijn onder andere de grondgebonden ééngezinswoningen en de bedrijfspanden van maximaal 2 bouwlagen. Onder de Omgevingswet worden de projecten onder gevolgklasse 1 vergunning vrij voor de bouwactiviteit. In plaats daarvan worden ze melding plichtig. Voor de meeste bouwprojecten onder gevolgklasse 1 zal een omgevingsplanvergunning moeten worden aangevraagd en zal een melding van de bouwactiviteit gedaan moeten worden. De kwaliteit wordt tijdens een project geborgd op basis van een borgingsplan. Het borgingsplan komt voort uit een (verplichte) risicobeoordeling van het project. Bij deze risico's moet de wijze waarop deze geborgd gaan worden zijn aangegeven: de beheersmaatregelen. In dit handboek zijn hiervoor diverse aandachtspunten opgenomen. Dit zijn in feite risico's bij het uitvoeren van houtskeletbouwprojecten. Hoe met deze aandachtspunten, of risico's, omgegaan moet worden staat in dit boek. Dit zijn de beheersmaatregelen bij deze risico's. Dit handboek staat dus vol met risico's en beheersmaatregelen ten aanzien van houtskeletbouw en is daardoor een vorm van kwaliteitsborging 2.1.4 Europese regels en certificatie Kiezen voor een gecertificeerd (geprefabriceerd) houtskeletbouw systeem of houtachtige gevel- of dakelementen, is kiezen voor een hoge kwaliteit van bouwen. De kwaliteit van bouwen ligt voor een deel verankerd in onze regelgeving. Echter lang niet alles, zeker als we kijken naar bouwmethode specifieke kwaliteitseisen. Dit is ongeacht of er gebouwd wordt met beton, kalkzandsteen, staal of hout. Indien een bouwmateriaal onder de scope valt van een geharmoniseerde Europese norm moet de leverancier van dit product een CE verklaring afgeven middels een DoP (Declaration of Performance). De gedeclareerde prestaties van dit product worden conform de Europese regelgeving 'essentiële kenmerken' genoemd. Dit is een fabrikant eigen verklaring waarin enkele prestaties (producteigenschappen) worden vermeld die betrekking hebben op de toepassing. Echter of het product daarmee ook geschikt is voor toepassing volgens de wet- en regelgeving is hierin niet beoordeeld. Het kan dus zijn dat de genoemde prestaties niet voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Het is aan de 'toepasser' van dit product om dit te beoordelen. Daarnaast zijn veel kwaliteitsaspecten van het product, die in de Nederlandse bouw van groot belang worden geacht, niet opgenomen in de DoP verklaring. Is dit voldoende voor een betrouwbare kwaliteit van het bouwwerk voor de opdrachtgever of eindgebruiker? Het antwoord daarop is nee. Bij certificatie (bijvoorbeeld KOMO) beoordeelt de certificaathouder (bijvoorbeeld SKH) of de prestatie voldoet aan het Bouwbesluit en wat de toepassingsmogelijkheden zijn. Daarnaast worden vaak extra (kwaliteits)eisen gesteld om het eindresultaat van het product in zijn toepassing optimaal te borgen.

ISSO-handboek HBhsb

17

Houtskeletbouw


;;m bm=oul-া; 0;h;m7

oo] ubvb1o

-0ubh-m|ĹŠ;b];mĹŠÂˆ;uhŃ´-ubm] Ĺ?0ˆ o Ĺ‘ ;uvoomvu;]bv|;u Ĺ?0ˆ u;]bv|;u 1omv|u†1|;†uĹ‘ ‚;v| Ĺ?;;ml-Ń´b]; |o;|v or o†‰0;vѴ†b|Ĺ‘ ‚;v|ĹŠl;|ĹŠ uo7†1|1;uাC1--| Ĺ?v|;;hruo;=v];‰bfÂŒ; h;†ubm]Ĺ‘ uo1;v1;uাC1--| Ĺ?1om|uoŃ´; or 7; †b|ˆo;ubm]Ĺ‘

--] ubvb1o

u-hাfhl;াm]ņ0;ruo;ˆbm];m or 7; 0o†‰rŃ´--|v

Afb. 2.1 Kwaliteitsrisico in relatie tot certificering In de timmerindustrie wordt al tientallen jaren gewerkt met KOMO-certificaten, veelal Attest-met-Productcertificaten. De praktijk heeft uitgewezen dat deze methode van controle op materialen en de productie van elementen goed functioneert. De invoering van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen zal echter de behoefte aan Procescertificaten versnellen, hetgeen de Kwaliteitsborger zal ontlasten tijdens de bouwfase. 2.1.5 Energieprestatie gebouwen Per 1 januari 2021 wijzigt het gehele stelsel van de energieprestatie. Zowel de prestatie-eisen als de bepalingsmethode zullen wijzigen. Voor gebouwen waar nu een EPC-eis voor geldt, zal een BENG-eis (Bijna EnergieNeutrale Gebouwen) gaan gelden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de NTA 8800 [86] 'Energieprestatie van gebouwen' als nieuwe bepalingsmethode. In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)/Bouwbesluit [2] staan de eisen voor energiezuinigheid. Nieuwbouwwoningen moeten vanaf 2020 voldoen aan de BENG-eisen. BENG staat voor Bijna EnergieNeutrale Gebouwen. Er zijn per gebruiksfunctie eisen opgenomen voor drie energieprestatie-indicatoren. Deze energieprestatie-indicatoren moeten berekend worden met de NTA 8800. Deze drie indicatoren zijn: 1. Maximale energiebehoefte voor verwarming en koeling, in kWh/m2 per jaar; 2. Maximale primaire fossiele energiegebruik voor verwarming, koeling, verlichting, ventilatie, tapwater, bevochtiging, PV, in kWh/m2 per jaar; 3. Minimum aandeel gebruikte hernieuwbare energie, uitgedrukt in een %. De eis aan BENG-1 is afhankelijk van de verhouding tussen het oppervlak van de gebouwschil (Als) en het verwarmd vloeroppervlak (Ag). Naast deze eisen zijn er ook nog aanvullende eisen om oververhitting van woningen te voorkomen, de zogenaamde TOjuli. Dit is een vereenvoudiging van de GTO berekening. Tabel 2.1 BENG-eisen voor woningen en woongebouwen Gebruikfunctie Als/Ag verhouding

Woongebouw

Andere woonfunctie

Als/Ag ≤ 1,83

BENG 1 [kWh/m2¡jr]

BENG 1 [kWh/m2¡jr] lichte bouwconstructies

BENG 2 [kWh/m2¡jr]

BENG 3 [%]

TOjuli [-]

≤ 65

≤ 70

≤ 50

≼ 40

≤ 1,2 of GTO < 450 uur

≤ 30

≼ 50

≤ 1,2 of GTO < 450 uur

1,83 < Als/Ag ≤ 3,0 ≤ 55 + 30 ¡ (Als/Ag - 1,5)

≤ 60 + 30 ¡ (Als/Ag - 1,5)

Als/Ag > 3,0

≤ 100 + 50 ¡ (Als/Ag - 3,0)

≤ 105 + 50 ¡ (Als/Ag - 3,0)

Als/Ag ≤ 1,5

≤ 55

≤ 60

1,5 < Als/Ag ≤ 3,0

≤ 55 + 30 ¡ (Als/Ag - 1,5)

≤ 60 + 30 ¡ (Als/Ag - 1,5)

Als/Ag > 3,0

≤ 100 + 50 ¡ (Als/Ag - 3,0)

≤ 105 + 50 ¡ (Als/Ag - 3,0)

Opmerkingen: ď Ž Voor de daadwerkelijke eisen is het raadzaam de meest recente versie van de voorschriften te raadplegen; ď Ž Als is het verliesoppervlak (gevels, beganegrondvloer en daken) van de woning en Ag is het gebruiksoppervlak van de woning.

ISSO-handboek HBhsb

18

Houtskeletbouw


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.