ISSO-publicatie 30-5-2008

Page 1

publicatie

30.5

KENNISINSTITUUT VOOR DE INSTALL ATIESEC TOR

ISBN 978-90-5044-166-7

herziene versie

LegionellaCode voor woninginstallaties


ISSO-publicatie 30.5

LegionellaCode Richtlijnen voor legionellapreventie bij het ontwerp en het gebruik van leidingwaterinstallaties in woningen

ISBN: 978-90-5044-166-7


INHOUDSOPGAVE

LC 1 LC 2 LC 3 LC 4 LC 5 LC 6 LC 7 LC 8 LC 9 LC 10 LC 11 LC 12 LC 13 LC 14 LC 15 LC 16

Afkortingen

5

Begrippenlijst

7

Leeswijzer

9

Inleiding Toevoerleidingen naar woningen in gestapelde bouw Leveringspunt drinkwater (watermeter) Leidingen voor drinkwater en warm tapwater in opbouw Leidingen voor drinkwater en warm tapwater in de bouwkundige constructie Warmtapwaterbereiding met voorraadtoestellen Warmtapwaterbereiding met doorstroomtoestellen Weinig gebruikte tappunten Overige aandachtspunten bij tappunten Mengwatersystemen badruimte Warmwatercirculatiesystemen Douchewaterwarmteterugwintoestel Hot-fill-apparatuur plus toevoerleiding Hemelwaterinstallaties Apparatuur niet behorend tot de woninginstallatie Overige relevante aspecten met betrekking tot legionellapreventie in woningen Gebruiksinstructie bewoners

Bijlage A

In gebruik nemen van de dienstleiding/binneninstallatie

Bijlage B

Toepassing ISSO-publicaties legionellapreventie

Literatuurlijst

ISSO-publicatie 30.5

11 15 17 19 23 30 33 34 36 37 39 41 43 44 45 46 47 53 54 55

3

LegionellaCode


ISSO-publicatie 30.5

4

LegionellaCode


AFKORTINGEN CV

Centrale verwarming

DOUCHE-WTW

Douchewaterwarmteterugwintoestel

EA

Symbool voor een controleerbare terugslagklep (type beveiliging)

ISSO

Instituut voor Studie en Stimulering van onderzoek op het gebied van gebouwinstallaties (Kennisinstituut voor de installatiesector in Nederland)

KWR

Kiwa Water Research (voorheen Kiwa Onderzoek en Advies KOA) Kennisinstituut voor de drinkwaterbedrijven in Nederland.

kve

Kolonie vormende eenheid. Het aantal kolonievormende eenheden per volume-eenheid is het resultaat van een microbiologische bepaling waarbij wordt gekweekt op agarplaten. Elke kolonie staat voor ĂŠĂŠn bacterie in het oorspronkelijke monster.

kw

Koud water

LC

LegionellaCode

NEN

Nederlands Normalisatie-instituut

PE

Polyethyleen (polyetheen); kunststof leidingmateriaal

PVC

Polyvinylchloride; kunststof leidingmateriaal

TNO

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

VEWIN

Vereniging van Waterbedrijven in Nederland. (Brancheorganisatie van en voor de drinkwaterbedrijven in Nederland)

VROM

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

ww

Warm water

ISSO-publicatie 30.5

5

LegionellaCode


ISSO-publicatie 30.5

6

LegionellaCode


BEGRIPPENLIJST Biofilm Een biofilm is een populatie van micro-organismen in een matrix van slijm, die aan een oppervlak is gehecht. Circulatieleiding Leiding voor het in circulatie houden van warm tapwater, vanaf de aftakking van de laatste uittapleiding of vanaf het laatste tappunt tot aan de warmwaterbereider. Collectief leidingnet De leidingen, fittingen en toestellen, tijdelijk (doch anders dan ten behoeve van bevoorrading) of permanent aangesloten op het distributienet van een waterleidingbedrijf of van een collectieve watervoorziening. Met behulp waarvan leidingwater aan derden ter beschikking wordt gesteld. Collectieve watervoorziening Landgebonden voorziening, niet zijnde een waterleidingbedrijf, voor de winning of behandeling van water, waarmee met behulp van een leiding of distributienet leidingwater aan derden ter beschikking wordt gesteld. Dode leiding Afgedopt leidingdeel waar benedenstrooms geen tappunt aanwezig is. Etmaalgemiddelde binnentemperatuur De temperatuur die in een ruimte gemiddeld over de dag optreedt. Gevaarlijk toestel Een toestel dat naar zijn aard nadelige gevolgen voor de kwaliteit van leidingwater kan opleveren. Hot spot Plaats waar water in een deel van de gehele drinkwaterinstallatie of de uitttapleidingen van het warm tapwater tot boven 25 °C, of meer dan 5 °C boven de ruimtetemperatuur, kan opwarmen. Huishoudwater Leidingwater dat uitsluitend bestemd is voor toiletspoeling, gebruik in de wasmachine of het besproeien van de tuin (buitenkraan).Huishoudwater kan hemelwater zijn of grondwater in een kwelsituatie en kan (in uitzonderingsgevallen) worden geleverd door het Waterleidingbedrijf. Leidingwater Water, bestemd om te drinken, te koken, voedsel te bereiden of andere huishoudelijke doeleinden, dat door een waterleidingbedrijf of een collectieve watervoorziening aan derden ter beschikking wordt gesteld. Leidingwater kan zijn drinkwater, warm tapwater of huishoudwater. Leveringspunt Het punt waar een woninginstallatie verbonden is met het distributienet van het waterleidingbedrijf (en/of energiebedrijf) of verbonden is aan een ander collectief net. Mengwater Warm tapwater dat met een bepaalde hoeveelheid drinkwater is vermengd om de gewenste lagere temperatuur in stand te houden. Sediment Bezinksel of afzetting uit het water. Tappunt Plaats waar het leidingwater beschikbaar komt voor gebruik. Uittapleiding Een leiding waardoor leidingwater direct, zonder enige vorm van circulatie, aan één of meer tappunten ter beschikking wordt gesteld.

ISSO-publicatie 30.5

7

LegionellaCode


Warm tapwater Verwarmd drinkwater, al dan niet met koud drinkwater vermengd, bestemd voor douchen, baden, wassen, afwassen of ander huishoudelijk gebruik. Warmtapwatertoestel Toestel waarmee warm tapwater wordt bereid of kan worden bereid door het opwarmen van drinkwater. Woninginstallatie Leidingen, fittingen en toestellen, aangesloten op het distributienet van een waterleidingbedrijf of van een collectieve watervoorziening, en deel uitmakend van een woning of deel uitmakend van een ĂŠĂŠnmanszaak, waarbij leidingwater niet aan derden ter beschikking wordt gesteld.

ISSO-publicatie 30.5

8

LegionellaCode


LEESWIJZER In dit document zijn in zestien codes (LC 1 t/m LC 16) richtlijnen voor legionellapreventie opgesteld bestemd voor installateurs bij het ontwerp en de aanleg van woninginstallaties. Elke code behandelt een onderdeel van een woninginstallatie dat als relevant kan worden aangemerkt bij het minimaliseren van de kans op groei van Legionella in de installatie. Hierbij wordt de volgende informatie verstrekt: Situatieschets: beschrijving van het onderdeel in een woninginstallatie; Ontwerp: richtlijnen bij het ontwerp; Realisatie: richtlijnen bij de realisatie; Onderhoud: richtlijnen voor onderhoud en controle (alleen voor zover relevant); Verantwoording: verwijzingen naar referenties waaruit de informatie is verzameld. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de codes. LC 1

Toevoerleidingen naar woningen in gestapelde bouw

LC 2

Leveringspunt drinkwater (watermeter)

LC 3

Leidingen voor drinkwater en warm tapwater in opbouw

LC 4

Leidingen voor drinkwater en warm tapwater opgenomen in de bouwkundige constructie

LC 5

Warm tapwaterbereiding in voorraadtoestellen

LC 6

Warm tapwaterbereiding met doorstroomtoestellen

LC 7

Weinig gebruikte tappunten

LC 8

Overige aandachtspunten bij tappunten

LC 9

Mengwatersystemen badruimte

LC 10

Warmwatercirculatiesystemen

LC 11

Douchewaterwarmteterugwinunit (DOUCHE-WTW)

LC 12

Hot-fillapparatuur plus toevoerleiding

LC 13

Hemelwaterinstallaties

LC 14

Apparatuur niet behorend tot de woninginstallatie

LC 15

Overige relevante aspecten met betrekking tot legionellapreventie in woningen

LC 16

Gebruiksinstructie bewoners

ISSO-publicatie 30.5

9

LegionellaCode


ISSO-publicatie 30.5

10

LegionellaCode


INLEIDING Doelstelling Deze LegionellaCode woninginstallaties beoogt installateurs op een overzichtelijke manier een handreiking te bieden voor het ontwerpen en realiseren van legionellaveilige woninginstallaties. De Code richt zich op de bouw van nieuwe woningen en de renovatie van bestaande woningen en geeft voor een aantal concrete onderwerpen adviezen die de kans op groei van legionella in de binneninstallatie minimaliseren. Legionellapreventie begint op de tekentafel en eindigt bij het juiste gebruik, beheer en onderhoud van de installatie. In verband met dat laatste aspect is in deze LegionellaCode ook een model gebruiksinstructie voor bewoners opgenomen. De gebruiksinstructie wordt bij oplevering van de installatie door de installateur aan de bewoner overhandigd met als doel om eveneens vanuit de gebruikerskant de kans op groei van legionella te minimaliseren. De herziening van de LegionellaCode in 2009 is noodzakelijk geworden door het verschijnen van de volgende publicaties: TNO-rapport 2008-RA-R0664/B 'Aanbevelingen ter voorkoming van het opwarmen van drinkwaterleidingen in vloeren', waarin duidelijk wordt dat de afstanden van in de bouwconstructie weggewerkte waterleidingen tot andere warme leidingen in veel situaties groter moeten zijn dan tot nu toe aangenomen [18]; NEN 1006 [1] 'Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties' incl. Wijzigingsblad A2, met specifieke eisen aan watertemperaturen in relatie tot legionellapreventie [1]; NEN 2768-2005 [2] 'Meterkasten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen voor leidingaanleg in woningen', met nieuwe eisen aan de uitvoering van meterkasten met een afleverset voor stadsverwarming [2]; Diverse artikelen in het vakblad Intech K&S met betrekking tot het voorkomen van legionellagroei in de periode vanaf het afpersen van de installatie tot de in gebruikname door de bewoner, omdat het te vaak voorkomt dat in de periode tussen oplevering en ingebruikname legionellagroei optreedt; ISSO-zakboekje 'Kleintje Legionellapreventie' waarin voortschrijdende inzichten in de periode na de verschijningsdatum van de eerste versie van de LegionellaCode in 2003 zijn verwerkt [7]; Het RIVM-rapport 'Drinkwaterkwaliteit in nieuwbouwwoningen' van 2008 waaruit blijkt dat drinkwater in nieuw gebouwde woningen bij oplevering in veel gevallen niet voldoet aan alle eisen van het Waterleidingbesluit. Het bevat vaak verhoogde gehalten lood, nikkel en koper [21]. Algemene uitgangspunten Bij het ontwerp van een binneninstallatie in woningen zijn voor de installateur de NEN 1006 en de daarvan afgeleide Water werkbladen belangrijke randvoorwaarden. Alle in deze LegionellaCode opgenomen richtlijnen voldoen aan NEN 1006 [1] en de adviezen zoals opgenomen in de Water werkbladen [9]. Deze LegionellaCode richt zich uitsluitend op legionellapreventie in woninginstallaties. De leidingwaterinstallatie in een woning is gedefinieerd als het geheel van leidingen, fittingen en toestellen, aangesloten op het distributienet van een waterleidingbedrijf of van een collectieve watervoorziening, en deel uitmakend van een woning , waarbij leidingwater niet aan derden ter beschikking wordt gesteld. De bedoelde aansluiting bevindt zich op het leveringspunt. Dit is het punt waar leidingwater vanuit een collectief leidingnet aan een woninginstallatie wordt geleverd, meestal betreft dat de watermeter. Deze definities hebben de volgende consequenties: De volgende onderdelen maken geen onderdeel uit van de woninginstallatie: - Voorzieningen die aan een tappunt kunnen worden gekoppeld zoals hogedrukreinigers en tuinslangen; - Vrijstaande, mobiele voorzieningen die vanuit een tappunt worden gevuld zoals een whirlpool of luchtbevochtiger; - Collectieve leidingsystemen in schachten bij gestapelde bouw. Individuele leidingen naar woningen in gestapelde bouw (met de watermeter in de kelder van het gebouw) maken wel onderdeel uit van de woninginstallatie omdat ze zich na het leveringspunt bevinden. In dit document zijn huishoudwater en hemelwater niet apart vermeld (met uitzondering van LC 13 die geheel is gewijd aan hemelwatersystemen). Voor zover er sprake is van levering van huishoudwater of hemelwater in een woning wordt aangenomen dat in aanleg de daarvoor benodigde systemen op dezelfde manier worden behandeld als die voor drinkwater. Legionellapreventie en het ontwerpen en aanleggen van woninginstallaties zijn onderwerpen die ook in een aantal ISSO-documenten aan bod komen. Over het algemeen hebben deze documenten een bredere reikwijdte of een andere focus. Voor alle duidelijkheid worden ze hier wel genoemd: ISSO-publicatie 55.1 'Handleiding Legionellapreventie in Leidingwater' [5]. De richtlijnen voor legionellapreventie in dit document zijn bedoeld voor collectieve installaties en niet voor woninginstallaties (herziene versie 2009); ISSO-publicatie 30 'Leidingwaterinstallaties in Woningen' [3]. Deze publicatie beschrijft de totstandkoming van leidingwaterinstallaties van woningen vanaf het programma van eisen tot aan het beheer en alle aspecten die daarbij van belang zijn. Legionellapreventie speelt slechts een ondergeschikte rol in dit document;

ISSO-publicatie 30.5

11

LegionellaCode


ISSO/UNETO-VNI-publicatie 'Kleintje Water' [8]. Deze publicatie is een hulpmiddel voor installateurs bij het installeren van badkamers, keuken- en toiletinrichtingen in bestaande woningen. Het document bevat een beperkt aantal richtlijnen voor Legionellapreventie; ISSO-publicatie 'Kleintje Legionellapreventie'. Deze publicatie is een praktisch hulpmiddel voor monteurs en installateurs die werken aan leidingwaterinstallaties.

Uiteraard zijn de richtlijnen in deze LegionellaCode zoveel mogelijk afgestemd op de richtlijnen zoals genoemd in deze documenten. In bijlage B wordt een overzicht gegeven van de toepassingsgebieden van de verschillende ISSO-publicaties op het gebied van legionellapreventie. Uitgangspunten legionellaveilig ontwerp Bij het ontwerpen, realiseren en beheren van een woninginstallatie zijn er met betrekking tot legionellapreventie een drietal algemene aandachtspunten: 1. Vermijd zoveel mogelijk watertemperaturen tussen 25 en 50 °C. Opmerking: tussen 20 en 25 °C is er slechts sprake van geringe groei van legionella; bij voldoende doorstroming is in dit temperatuurtraject de kans op overschrijding van de norm voor legionella (100 kve/l) zeer gering (beoordeling '0' = neutraal); 2. Vermijd zoveel mogelijk langdurige stilstand van water en lange verblijftijden van water in leidingen; 3. Voorkom ophoping van sediment en vorming van biofilm in de installatie. Alle richtlijnen in dit document zijn gebaseerd op deze drie aandachtspunten die direct zijn afgeleid van de risicofactoren voor vermeerdering van legionella. Door tegelijkertijd aandacht te besteden aan twee of drie aandachtspunten wordt een meervoudige barrière tegen groei van legionella opgeworpen. Ad 1. In NEN 1006 [1] zijn de eisen ten aanzien van de temperatuur van leidingwater als volgt vastgelegd: De temperatuur van het leidingwater in leidingdelen van drinkwater- en huishoudwaterinstallaties mag ten hoogste 25 °C bedragen. Het warme water in leidingen die geen onderdeel van een circulatiesysteem zijn, moet, als geen water wordt getapt, afkoelen tot een temperatuur gelijk aan of lager dan 25 °C (art. 2.1.2; De warmtapwatertemperatuur aan het mengtoestel of aan het tappunt in een woninginstallatie zonder circulatie moet bij gebruik conform de ontwerpcondities tenminste 55 °C zijn. (art. 4.4 h); De temperatuur aan het mengtoestel of aan het tappunt in een woninginstallatie met circulatie moet, bij gebruik conform de ontwerpcondities, tenminste 60 °C zijn (art. 4.4 h); Bij warm tapwatervoorzieningen en -installaties met circulatie moet de temperatuur van het water in de retourleiding, bij gebruik conform ontwerpconditie, tenminste 60 °C zijn; De afstand van drink-, warmtap- en huishoudwaterleidingen tot leidingen voor verwarming, warmtapwatercirculatieleidingen en andere leidingen moet zo zijn, dat het leidingwater niet onbedoeld kan worden opgewarmd tot boven 25 °C (art. 3.1.8). Met het eerste uitgangspunt is het vooral de bedoeling te voorkomen dat er tijdens de constructie van een woninginstallatie zogenaamde 'hot spots' ontstaan, dat wil zeggen plaatsen waar leidingwater tot boven 25 °C kan opwarmen. Buiten dit aandachtspunt valt de situatie waarbij in een zomerse periode de etmaalgemiddelde binnentemperaturen in een woning zover oplopen dat niet aan de eerste eis uit NEN 1006 kan worden voldaan. Omdat dit vaak samenvalt met een langere periode van stilstand van de binneninstallatie in verband met vakantie moet een bewoner via een gebruiksinstructie worden geattendeerd op het belang van het toepassen van een beheersmaatregel (doorspoelen installatie bij terugkomst). Hiervoor wordt verwezen naar de Gebruiksinstructie Leidingwaterinstallatie die is toegevoegd als onderdeel van deze Code [LC 16]. Ad 2. NEN 1006 stelt dat dode leidingen, dat wil zeggen leidingdelen waar benedenstrooms geen tappunt aanwezig is, niet zijn toegelaten (art. 3.4.4) en verder dat een leidingwaterinstallatie zo moet zijn uitgevoerd, dat bij normaal gebruik een zodanige doorstroming van alle leidingen wordt bereikt, dat een voldoende verversing is gewaarborgd. De laatste norm is in de Water werkbladen vertaald in het advies om een veelgebruikt tappunt te plaatsen aan het eind van iedere (verdeel)leiding. Daarnaast biedt NEN 1006 de mogelijkheid om de persproef uit te voeren met olievrije lucht1 (art. 2.3.2). Hiermee wordt bereikt dat geen stilstaand water achterblijft in de periode na het afpersen. Ad 3. Met betrekking tot ophoping van sediment en vorming van biofilm zijn de volgende bepalingen uit NEN 1006 relevant: Leidingen in gebouwen moeten zo zijn gelegd, dat ledigen ervan mogelijk is (art. 3.3.4); Voorraadwarmtapwatertoestellen moeten volledig kunnen worden afgetapt (art. 4.4 f). 1.

Als alternatief mag een inert gas worden toegepast, zoals stikstof of CO2.

ISSO-publicatie 30.5

12

LegionellaCode


De ophoping van sediment en vorming van biofilm in woninginstallaties wordt onder andere beïnvloed door de verblijftijd van water in de installatie (ad. 2). Verder is het ontstaan van sediment en de vorming van biofilm afhankelijk van externe factoren die samenhangen met de drinkwaterkwaliteit en de gesteldheid van het toeleverende distributiesysteem. Deze factoren kunnen niet worden beïnvloed bij het ontwerp en de realisatie van de woninginstallatie. Uitgangspunten realisatie Tijdens de aanleg van woninginstallaties dient verontreiniging van de leidingwaterinstallatie zoveel mogelijk te worden voorkomen. Aandachtspunten zijn: Overdekte opslag van de onderdelen van de leidingwaterinstallatie tijdens transport en op de bouw; Afsluiten van de openingen van appendages en leidingen door afdoppen of afdekken met folie tijdens de opslag; Afsluiten van de openingen van nog niet afgemonteerde leidingdelen en appendages zodat er geen vuil in terecht kan komen; Vermijden van contact van leidingdelen en appendages met gronddeeltjes; Handen wassen na elk toiletgebruik. Uitgangspunten oplevering Volgens NEN 1006 [1] moet een leidingwaterinstallatie voor het in gebruik stellen worden doorgespoeld en zo nodig gedesinfecteerd. De aansluitleiding moet volgens de HygiëneCode Drinkwater [13] door het waterleidingbedrijf worden gespoeld. De installateur moet nagaan of dit daadwerkelijk gebeurd is voordat hij de leiding gaat doorspoelen, anders bestaat de kans dat hij externe verontreinigingen in de installatie brengt. In bijlage A is schematisch weergegeven op welke wijze de dienstleiding/binneninstallatie hygiënisch in gebruik kan worden genomen. Desinfecteren wordt in de praktijk alleen uitgevoerd als er leidingmiddellijnen van 100 mm en groter zijn toegepast. Aangezien dit bij woninginstallaties niet voorkomt, zal daar voornamelijk alleen worden gespoeld. De snelheid voor doorspoelen is minimaal 2 m/s en de duur van de spoeling moet zodanig worden gekozen dat de inhoud van de leiding 20 maal wordt ververst. Bij twijfel over de reinheid van de installatie is een desinfectie aan te bevelen. Uitgangspunten beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van een woninginstallatie valt onder de verantwoordelijkheid van de bewoner zelf. Goed onderhoud en beheer richt zich op de volgende aspecten: Kwaliteitsbehoud van het drinkwater in de binneninstallatie tot aan de tappunten; Levering van water uit de warmtapwaterbereiding op alle warmwatertappunten met een temperatuur van ten minste 55 °C (en een temperatuur van maximaal 70 °C zodat ernstige verbrandingen en overmatige kalkafzettingen worden voorkomen). Om de bewoner behulpzaam te zijn bij het onderhoud en beheer van de woninginstallatie met betrekking tot legionellapreventie is aan deze LegionellaCode een model gebruiksinstructie toegevoegd. Deze gebruiksinstructie wordt door de installateur of aannemer bij oplevering overhandigd aan de bewoner. Verantwoording NEN 1006 [1] NEN 2768 [2] ISSO-publicatie 30 [3] ISSO-publicatie 55.1 [5] ISSO 'Kleintje Legionellapreventie' [7] ISSO 'Kleintje Water' [8] Water werkbladen [9] Diverse Kiwa-onderzoeksrapporten [10 t/m 15] Diverse TNO-rapporten [16-19] RIVM-rapport 'Drinkwaterkwaliteit in nieuwbouwwoningen' [21]

ISSO-publicatie 30.5

13

LegionellaCode


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.