QVCMJDBUJF
, & / / * 4 * / 4 5 * 5 6 6 5 7 0 0 3 % & * / 4 5" - - "5 * & 4 & $ 50 3
)BOECPFL JOUFHSBBM POUXFSQFO WBO XBSNUFQPNQJOTUBMMBUJFT WPPS VUJMJUFJUTHFCPVXFO
Publicatie 81
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
ISBN: 978-90-5044-135-3
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
7
Afkortingen
8
Symbolen
8
0
Inleiding
9
0.1
Doel van de publicatie
9
0.2
Toepassingsgebied
9
0.3
Integraal ontwerpen 0.3.1 Definitie 0.3.2 Traditionele werkwijze 0.3.3 Integrale werkwijze in een bouwteam
0.4
Waarom warmtepompen toepassen?
10
0.5
Voorwaarden voor succesvolle toepassing
11
0.6
Relevante normen en richtlijnen
11
0.7
Werkwijze van deze publicatie
12
1
2
ISSO-publicaties 81
9 9 9 10
Programmafase
13
1.1
Inleiding
13
1.2
Eisen en wensen opdrachtgever
13
1.3
Keuze installatie met warmtepompen 1.3.1 Selectie afgifte-installatie 1.3.2 Selectie opwekkingsinstallatie met warmtepomp 1.3.3 Selectie warmtebron en regeneratie 1.3.4 Installaties met warmtepompen
14 14 22 23 25
1.4
Warmte- en koudevraag 1.4.1 Inleiding 1.4.2 Berekeningsprogramma’s 1.4.3 Stappen om energiestromen vast te stellen 1.4.4 Bepalen van de warmte- en koudevraag 1.4.5 Bijdrage warmtepomp en energieopslag 1.4.6 Koude laden en koude ontladen 1.4.7 Gevoeligheid voor klimaatjaar 1.4.8 Voorbeeld voor bepaling energiebalans 1.4.9 Energiegebruik 1.4.10 Vergelijking met praktijkgegevens van warmte- en koudevraag
26 26 26 26 27 29 30 30 31 32 32
1.5
Economsche haalbaarheid
33
1.6
Programma van eisen installatie met warmtepomp
35
Ontwerpfase
39
2.1
Inleiding
39
2.2
Modulaire opbouw van de ontwerpfase
40
2.3
Bepalen van de vermogensbehoefte in de vertrekken 2.3.1 Vermogensbehoefte verwarming op vertrekniveau 2.3.2 Vermogensbehoefte koeling op vertrekniveau
41 41 44
2.4
Dimensioneren van afgiftesystemen in vertrekken 2.4.1 Vloerverwarming/koeling 2.4.2 Betonkernactivering 2.4.3 Naverwarmers ventilatielucht in luchtkanalen 2.4.4 Inductieapparaten, ventilatorconvectoren, passieve koelconvectoren 2.4.5 Klimaatplafonds 2.4.6 Radiatoren 2.4.7 Convectoren
45 45 47 50 51 52 52 54
2.5
Inpassen warmte- en koudeafgiftesystemen in distributiesysteem 2.5.1 Benodigde informatie 2.5.2 Typen distributiesystemen 2.5.3 Keuze distributiesysteem 2.5.4 Capaciteitsregeling afgiftesysteem en regelbaarheid 2.5.5 Dimensionering distributiesysteem
54 54 55 55 55 57
3
3
4
ISSO-publicaties 81
2.5.6 Omschrijving gewenste functionaliteit 2.5.7 Gegevens distributiesysteem
58 58
2.6
Luchtbehandeling 2.6.1 Overwegingen bij bepaling temperatuur ventilatielucht 2.6.2 Vermogensbehoefte verwarming ventilatielucht in luchtbehandelingskast 2.6.3 Vermogensbehoefte koeling ventilatielucht in luchtbehandelingskast 2.6.4 Samenvatting dimensionering verwarmings- en koelelement
59 59 61 64 65
2.7
Warm tapwater 2.7.1 Vermogensbehoefte warm tapwater 2.7.2 Distributiesysteem warm tapwater 2.7.3 Inzetbaarheid van warmtepompen voor warm tapwater 2.7.4 Resultaat van dimensionering
66 66 67 67 69
2.8
Proceskoeling 2.8.1 Uitgangspunten voor dimensionering 2.8.2 Afgiftesysteem en distributiesysteem 2.8.3 Resultaat van dimensionering
69 69 70 70
2.9
Inpassen distributiesystemen in gebruikermodulen 2.9.1 Benodigde informatie 2.9.2 Selectie gebruikermodulen voor verwarmen en koelen 2.9.3 Selectie gebruikermodulen voor distributiesystemen 2.9.4 Selectie gebruikermodulen voor luchtbehandeling 2.9.5 Selectie gebruikermodulen voor tapwaterbereiding 2.9.6 Selectie gebruikermodulen voor proceskoeling 2.9.7 Dimensionering 2.9.8 Omschrijving gewenste functionaliteit 2.9.9 Gegevens gebruikermodulen
71 71 71 73 75 76 77 77 79 79
2.10
Dimensionering opwekkingsinstallaties 2.10.1 Inleiding 2.10.2 Dimensionering warmtepomp 2.10.3 Dimensionering overige opwekkers
79 79 80 87
2.11
Inpassing opwekkingsinstallaties in opwekkermodulen 2.11.1 Condensorzijde warmtepomp 2.11.2 Verwarmingsketel(s) 2.11.3 Verdamperzijde warmtepomp 2.11.4 Energieopslag 2.11.5 Droge koeler 2.11.6 Functie van drieweg regelkleppen voor de condensor en de verdamper 2.11.7 Functie van een buffer 2.11.8 Koppelen van opwekkermodulen
88 88 88 88 89 90 90 92 93
2.12
Gebruikermodulen koppelen aan opwekkermodulen 2.12.1 Transport- & verdeelmodulen (distributiemodulen) 2.12.2 Basis hydraulische schema’s 2.12.3 Opties bij basisinstallatie warmte- en koudelevering
94 94 96 97
2.13
Dimensioneren warmtebron 2.13.1 Installatie met warmtepompen zonder koudelevering (niet bodemgekoppeld) 2.13.2 Installaties met warmtepompen met koudelevering (bodemgekoppeld)
98 98 99
2.14
Vastleggen van de gewenste functionaliteit
104
Uitwerkingsfase
105
3.1
105
Keuze van materialen en fabrikaten
3.2
Werkbescheiden
105
3.3
Vergunningen en nutsvoorzieningen
106
3.4
Uitwerken gewenste functionaliteit
106
Realisatiefase
109
4.1
Kwaliteitsbewaking tijdens de uitvoering
109
4.2
Veiligheid, gezondheid en milieu
111
4.3
Beproeving van de installatie
111
4.4
Inbedrijfstelling van de installatie
111
4.5
Nazorg in het kader van realisatie
112
4
5
6
4.6
Rapporten
112
4.7
Revisiebescheiden en bouwdossier
112
4.8
Oplevering
112
Beheerfase
113
5.1
Onderhoud en verplichtingen vanuit wetgeving 5.1.1 Warmtepompen (STEK) 5.1.2 Verwarmingsketels (Scios) 5.1.3 Bronnen 5.1.4 Overig onderhoud
113 113 114 114 114
5.2
Monitoring 5.2.1 Registratie en analyse van opgeslagen data 5.2.2 Data ten behoeve van rapportage Provincie 5.2.3 Technisch functioneren
114 115 115 115
Voorbeeld
117
6.1
Resultaat uit programmafase
117
6.2
Resultaat ontwerpfase 6.2.1 Functionele beschrijving op concept niveau 6.2.2 Principeschema’s 6.2.3 Dimensionering
120 120 121 123
6.3
Resultaat uitwerkingsfase 6.3.1 Beschrijving klimaatinstallatie 6.3.2 Processchema klimaatinstallatie 6.3.3 Functielijsten apparaten en instrumenten 6.3.4 Beschrijving functioneren klimaatinstallatie
125 125 125 127 127
Bijlage A:
Aandrijfenergie warmtepompen
133
Bijlage B:
Warmtebronnen
141
Bijlage C:
Klimaatinstallaties met warmtepompen
149
Bijlage D:
Jaarbelastingsduurkromme
155
Bijlage E:
Bepaling COP, PER, Koudefactor en rendementen
160
Bijlage F:
Dimensionering en regeling van een temperatuur gelaagd buffer
163
Bijlage G:
Warmtepompconfiguraties met opties
167
Bijlage H:
Energieopslag recirculatie en laden/ontladen
175
Bijlage I:
Koudemiddelen
179
Bijlage J:
Koppeling met andere warmtepompinstallaties
182
Bijlage K:
Afpersen van PE-leidingen
183
Bijlage L:
Gerealiseerde installaties
185
Bijlage M:
Betrokken partijen
186
Begrippen en definities
187
Literatuur
194
ISSO-publicaties 81
5
ISSO-publicaties 81
6
SAMENVATTING In deze publicatie wordt het ontwerp(proces) van warmtepompinstallaties beschreven voor de utiliteitsbouw. Deze publicatie kan gebruikt worden voor warmtepompinstallaties in nieuwbouwsituaties als ook voor warmtepompinstallaties in renovatieprojecten. Het verschil tussen nieuwbouw en renovatie is met name de kwaliteit van de gebouwschil en het temperatuurniveau (waterzijdig) van de CV- en de koelinstallatie. Deze publicatie is opgedeeld in de vijf projectfasen uit de MKK (Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties): 1. programmafase; 2. ontwerpfase; 3. uitwerkingsfase; 4. realisatiefase; 5. beheerfase. De nadruk ligt in deze publicatie op de programmafase en de ontwerpfase. In de programmafase moeten belangrijke keuzes gemaakt worden. In deze publicatie wordt beschreven hoe deze keuze gemaakt moet worden. Met name de energetische onderbouwing is bij de keuze van de warmtepompinstallatie (met bijbehorende warmtebron en met achterliggende afgifteinstallatie) belangrijk om tot een robuust ontwerp van de warmtepompinstallatie te komen. In de ontwerpfase wordt de warmtepompinstallatie zoals deze in de programmafase is gekozen, verder uitgewerkt. Met name de hydraulische inpassing en het functionele ontwerp zijn hierbij belangrijke aspecten die in deze publicatie veel aandacht krijgen. Bij de overige fasen is het met name van belang dat afwijkingen of wijzigingen bij de verdere uitwerking en realisatie teruggekoppeld worden naar het ontwerp/de ontwerper. Wijzigingen moeten integraal beoordeeld worden met betrekking tot consequenties voor techniek, investeringskosten, energie(kosten) en onderhoudskosten. Hierbij moeten bouwpartners niet alleen de consequenties voor hun eigen vakgebied beschouwen maar moeten de consequenties integraal in beeld gebracht worden.
ISSO-publicaties 81
7
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
AFKORTINGEN
SYMBOLEN
AWP
Absorptiewarmtepomp
A
COP
Coefficient Of Performance
H
specifiek warmteverlies
[W/K]
EO
Energieopslag
P
(elektrisch) vermogen
[Kw]
EPC
Energie Prestatie Coefficient
Q
energie/warmte
[kWh]
EWP
Elektrische warmtepomp
Rc
warmteweerstand
[m2K/W]
GWP
Gaswarmtepomp
SV
PER
Primary Energy Ratio
SVW
Stadsverwarming
WKK
Warmtekrachtkoppeling
regelverhouding van een [-] regelafsluiter gebaseerd op gemeten waarden kvs/ kvr
WP
Warmtepomp
SVO
theoretische regelverhou- [-] ding van een regelafsluiter kvs/kvo gebaseerd op de grondkarakteristiek
V
volume
[m3]
W
arbeid
[kWh]
c
soortelijke warmte
[kJ/(kg.K)]
h
hoogte
[m]
kv
volumestroom door een regelafsluiter onder genormeerde condities VDI/VDE 2173
[m3/h]
n
ventilatievoud
[-]
p
druk
[kPa]
qv
volumestroom
[m3/h]
t
tijd
[s]
v
snelheid
[m/s]
Δp
drukverlies
[kPa]
ε
temperatuurrendement warmtewisselaar
[-]
θ
temperatuur
[°C]
ρ
soortelijke massa
[kg/m3]
φ
vermogen
[kW]
ISSO-publicaties 81
8
autoriteit
[-]
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
0
INLEIDING
0.1
DOEL VAN DE PUBLICATIE
tie met warmtepompen in samenhang met de installatieonderdelen die betrekking hebben op andere disciplines (elektrotechniek, meet- en regeltechniek, akoestiek). - Het handboek biedt een proceshandleiding op basis waarvan in al de projectfasen de benodigde acties ondernomen kunnen worden en de keuzes gemaakt kunnen worden (projectfasen volgens MKK-structuur). - Het handboek wijst op aspecten die aan de warmtepompinstallatie zijn verwant; overigens zonder deze verder uit te werken.
Op basis van ervaringen uit gerealiseerde warmtepompprojecten en de voorhanden zijnde normen en ISSO-publicaties wordt in dit handboek uiteengezet op welke wijze een goed functionerende warmtepompinstallatie kan worden gerealiseerd, die voldoet aan de wensen van de opdrachtgever en de eisen voor het energiegebruik. Integraal ontwerpen speelt hierbij een belangrijke rol. Het doel van dit handboek is het inhoud gegeven aan integraal ontwerpen van een warmtepompinstallatie. In § 0.3 wordt nader gedefinieerd wat in dit handboek onder integraal ontwerpen wordt verstaan.
0.2
Integraal ontwerpen heeft dus niet alleen te maken met de samenwerking tussen de bouwpartners van een bouwteam, maar ook met de integrale systematische aanpak van het ontwerp. In deze publicatie wordt het systematisch ontwerp van een warmtepompinstallatie (systeemintegratie) behandeld.
TOEPASSINGSGEBIED
Dit handboek geeft aan op welke wijze integraal ontwerpen kan worden geïntroduceerd en toegepast. Hierbij wordt ingezoomd op warmtepompinstallaties met een elektrische warmtepomp (met name vanaf het hoofdstuk ‘Ontwerpfase’) voor verwarmen, koelen en warm tapwater in de utiliteitsgebouwen. In de navolgende fasen voor ontwerp, uitwerking, realisatie en beheer worden de eisen en middelen voor een succesvolle warmtepomptoepassing beschreven in het kader van integraal ontwerpen. Hierbij wordt in de ontwerpfase het begrip systeemintegratie geïntroduceerd als zijnde een onderdeel van integraal ontwerpen.
0.3.2 Traditionele werkwijze Aanbestedingsprocedure In veel gevallen wordt een bouwwerk traditioneel aanbesteed. Dit geldt zowel voor de hoofdaannemers als voor de onderaannemers. Hoewel de prijs/kwaliteitverhouding vaak wel als selectiecriterium wordt genoemd, is het huidige systeem van aanbesteden sterk gefocust op de laagste prijs waarmee nog juist aan de besteksvoorwaarden kan worden voldaan. Kwaliteit is meestal niet leidend, mede omdat het begrip ‘kwaliteit’ nog onvoldoende gekwantificeerd en toetsbaar gemaakt wordt. Deze manier van aanbesteden heeft daarom een aantal aandachtspunten:
Naast het voorliggende handboek voor warmtepompen voor utiliteitsgebouwen zijn er de volgende ISSOpublicaties met betrekking tot warmtepompen: 1. ISSO-publicatie 72: Ontwerpen van individuele en kleine elektrische warmtepompsystemen (< 100 kW; voor utiliteit < ca. 2.000 m2). 2. ISSO-publicatie 73: Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars . 3. ISSO-publicatie 80: Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen voor woningbouwprojecten.
0.3
1. In de bestekken dient eenduidig vastgelegd te worden wat de gevraagde kwaliteit is. Met name bij richtlijnenbestekken vraagt dit een goede doordenking van de formulering. Als de kwaliteit niet eenduidig is vastgelegd, zullen de inschrijvende partijen de neiging hebben om een minimale kwaliteit aan te bieden voor een lage prijs. Het risico is dat de focus bij de uitvoering meer komt te liggen bij de prijs dan bij de kwaliteit. 2. De onderlings samenhang van de verschillende aanbestedingsstukken (bouw, werktuigbouwkundige installaties, elektrotechnische installaties) dient goed afgestemd te zijn. Meerwerk van de ene partij als gevolg van wijzigingen door de andere partij kunnen hierdoor voorkomen te worden. 3. Daarnaast is het wenselijk om het aantal subcontractanten in een project beperkt te houden. Dit dient bij de aanbesteding als criterium meegenomen te worden. 4. Afstemming tussen de verschillende bouwpartners is ook tijdens de uitvoering nodig om te komen tot een optimaal resultaat. Het risico dat partijen zich alleen richten op hun eigen werk zonder het totaal van het bouwproject te beogen dient geminimaliseerd te worden door goede afspraken te maken (coördinatieovereenkomst).
INTEGRAAL ONTWERPEN
0.3.1 Definitie
De kwaliteit van een bouwproject wordt positief beïnvloed door integraal te ontwerpen. Over dit onderwerp zijn verschillende onderzoeksresultaten beschikbaar, aangevuld met praktijkvoorbeelden. Het is niet de bedoeling van deze publicatie om integraal ontwerpen in de brede zin te behandelen. Het doel van dit handboek is het inhoud geven aan integraal ontwerpen van een warmtepompinstallatie. Dit krijgt op de volgende manier vorm: - Het handboek omschrijft het ontwerpen van de installatie met warmtepompen in samenhang met de overige installatieonderdelen die betrekking hebben op afgifte, distributie en opwekking. - Het handboek omschrijft het ontwerpen van het werktuigbouwkundige deel van de installa-
ISSO-publicaties 81
9
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
Duidelijk is dat bij deze manier van aanbesteden er hoge eisen gesteld moeten worden aan de aanbestedingsstukken.
- adviseurs/ontwerpers installaties (inbreng m.b.t. onderbouwing van technische en financiële conceptkeuzes) - uitvoerende partijen (praktische inbreng; maakbaarheid)
Organisatie van het bouwproces In de utiliteitsbouw is de architect in het algemeen het eerste aanspreekpunt voor de opdrachtgever. Het programma van eisen voor een gebouw en het schetsontwerp of voorontwerp zijn vaak al gereed, voordat een installatieontwerper ‘aanschuift’. Belangrijke keuzes, die ook consequenties hebben voor het realiseren van een goed binnenklimaat, zijn dan al gemaakt. Als een installatieadviseur deel uitmaakt van het ontwerpteam, maakt die het ontwerp en de aanbestedingsstukken, waarna een aanbesteding plaatsvindt. De partij, die de installaties gaat realiseren heeft in dat geval weinig tot geen invloed gehad op het ontwerp en de gemaakte keuzes. Dit kan leiden tot vragen en discussies over technisch inhoudelijke aspecten en verantwoordelijkheden. Aanbestedingsdocumenten dienen primair om een contract vast te leggen en veel minder om de ontwerpachtergronden over te dragen en te visualiseren. Dit betekent dat een intensieve overlegstructuur nodig is tussen ontwerpende en uitvoerende partijen. In veel gevallen is de betrokkenheid van de opdrachtgever bij het gehele bouwproces betrekkelijk gering. Dit komt doordat de opdrachtgever niet of onvoldoende deskundig is. De opdrachtgever geeft dan de aansturing van het bouwproces uit handen bijvoorbeeld aan de architect of een bouwmanagementbureau. Tenslotte moet bedacht worden dat de opdrachtgever in veel gevallen niet de toekomstige gebruiker van het gebouw is. Dit leidt tot een scheiding van belangen, waarbij de opdrachtgever, bijvoorbeeld een projectontwikkelaar, het gebouw allereerst beoordeelt op verhuurbaarheid en minder aandacht heeft voor bijvoorbeeld een lager energiegebruik, waarvan de (extra) investering voor zijn rekening komt en de baten ten goede komen van de huurder.
De bouwpartners dienen invulling te geven aan de beste totaaloplossing. Dit lukt alleen als in het bouwteam wordt gewerkt op basis van gelijkwaardigheid en als de bouwpartners open staan voor de wensen en de randvoorwaarden van de overige bouwteamleden. Op basis van het overleg in het bouwteam worden door de bouwteamleden programma’s van eisen opgesteld voor de gebouwen en de installaties. Deze programma’s van eisen zijn uitgangspunt bij de verdere ontwikkeling van het project. Integraal ontwerpen houdt niet op bij de programmafase van het project. Het bouwteam zal gedurende de realisatie van het project meerdere malen moeten overleggen om op basis van de programma’s van eisen en de actuele situatie het ontwerp bij te sturen of eventueel aan te passen. Een proces van integraal programmeren, ontwerpen, realiseren en beheren vraagt om een instrument dat structuur geeft aan dit proces. Voor klimaatinstallaties is dit het Model Kwaliteitsbeheersing voor Klimaatinstallaties (MKK). Dit model is gebaseerd op het in de bouwsector gehanteerde Model Kwaliteits Systeem (MKS). Omdat het realisatieproces van alle mogelijke klimaatinstallaties niet in één publicatie kan worden uitgewerkt, spitst deze publicatie zich toe op klimaatinstallaties met een warmtepomp.
0.4
Met de warmtepomp is het mogelijk (onbruikbare) laagwaardige warmte op een bruikbaar temperatuurniveau te brengen. Hierdoor is het mogelijk om warmte te produceren met een hoog rendement. De warmte door de warmtepomp geproduceerd wordt beschouwd als duurzame warmte.
0.3.3 Integrale werkwijze in een bouwteam
Integraal ontwerpen houdt in dat in principe alle opties voor het gebouw, de infrastructuur en de installatie open staan. In het bouwteam moet worden gezocht naar de beste totaaloplossing. De beste totaaloplossing houdt in dat het gerealiseerde gebouw met infrastructuur en installaties de optimale combinatie vormen waarmee voldaan wordt aan de wensen van de opdrachtgever tegen minimale investeringskosten en exploitatiekosten. Hiervoor dient het bouwteam te zijn samengesteld uit onder andere:
Het toepassen van warmtepompen heeft de volgende positieve aspecten: 1. het is duurzaam; 2. de energiekosten zijn lager dan bij conventionele verwarming met verwarmingsketels; 3. het zorgt voor een verlaging van de EPC ten opzichte van conventionele verwarming; 4. de combinatie van warmtepompen met energieopslag in de bodem leent zich uitstekend om ook duurzaam te koelen (met de energieopslag eventueel aangevuld met de warmtepomp); 5. de meerkosten voor de installatie worden veelal binnen de levensduur van de installatie terugverdiend door de lagere energiekosten.
- opdrachtgever (inbreng vooral m.b.t. het beoogde gebruik van het gebouw) - architect (inbreng vooral m.b.t. vormgeving en procesbewaking) - adviseurs/ontwerpers bouw, infrastructuur (inbreng m.b.t. technische en financiële onderbouwing van conceptkeuzes)
ISSO-publicaties 81
WAAROM WARMTEPOMPEN TOEPASSEN?
10
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
Daarnaast zijn er een aantal aspecten die bij toepassing van warmtepompen een andere benadering vragen dan bij toepassing van een conventionele installatie met verwarmingsketels en koelmachines. Dit betreft onder andere:
1. ISSO-publicatie 43 Concepten voor klimaatinstallaties 2. ISSO-publicatie 44 en 47 Ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen. 3. ISSO-publicatie 49 Vloerverwarming/wandverwarming en vloer- en wandkoeling 4. ISSO-publicatie 53 Warmteverliesberekening voor utiliteitsgebouwen 5. ISSO-publicatie 55 Tapwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen 6. ISSO-publicatie 65 Inregelen van ontwerpvolumestromen bij verwarmingsinstallaties 7. ISSO-publicatie 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie 8. ISSO-publicatie 76 Montage- en materiaaltechnische kwaliteitseisen voor warmwater-verwarmingsinstallaties 9. NEN-EN 378 Koelsystemen en warmtepompen â&#x20AC;&#x201C; Veiligheids- en milieu-eisen a. Deel 1: Basiseisen, definities, classificatie en selectiecriteria b. Deel 2: Ontwerp, constructie, beproeven, merken en documentatie c. Deel 3: Installatieplaats en persoonlijke bescherming d. Deel 4: Bediening, onderhoud, reparatie en hergebruik 10. Vewin werkbladen 11. NEN1006:2002 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties
1. de combinatie met de afgifte-installatie; de warmtepomp presteert het beste bij lage temperatuur verwarming en hoge temperatuur koeling; 2. bij gebruik van grondwater als laag temperatuur warmtebron is een vergunning nodig waarbij rekening gehouden moet worden met een proceduretijd van ca. zeven maanden (vanaf aanvraag tot en met definitieve vergunning); 3. de ruimtelijke inpassing is anders dan bij conventionele installaties; met name bij het gebruik van de bodem als warmtebron is bij voorkeur een technische ruimte nodig op kelderniveau of op begane grond niveau; conventionele verwarmingsketels staan veelal in een dakopbouw; 4. de installaties met warmtepompen zijn over het algemeen complexer dan conventionele installaties; dit vraagt meer aandacht bij de ontwikkeling (ontwerp), bij de realisatie (met name de regeltechnische installatie) en bij het beheer.
0.5
VOORWAARDEN VOOR SUCCESVOLLE TOEPASSING
In § 0.4 zijn een aantal positieve aspecten genoemd bij het toepassen van warmtepompen. Deze aspecten hangen vrijwel allen samen met de te realiseren energiebesparing. Deze energiebesparing is echter alleen te verwezenlijken als de warmtepomp op de juiste wijze wordt ingepast in de totale installatie (integraal ontwerp!). Aan de volgende voorwaarden zal voldaan moeten worden: 1. koppeling met laag temperatuur afgifte-installatie (en bij combinatie met koeling een hoog temperatuur koelinstallatie; 2. passende hydraulische schakeling van de afgifte-installatie waarmee onder deellast een lage retourtemperatuur gerealiseerd wordt (en bij koeling een hoge retourtemperatuur); 3. juiste dimensionering van de warmtepomp, eventueel in combinatie met een korte termijn buffervat zodat de warmtepomp optimaal ingezet kan worden; 4. voldoende robuustheid bij combinaties met energieopslag in de bodem om ook bij afwijkend gebruik in de praktijk (bijvoorbeeld minder warmtevraag en meer koudevraag door toename interne warmtelast), thermisch evenwicht te kunnen realiseren. 5. Goed bouwfysisch ontwerp en uitvoering.
0.6
RELEVANTE NORMEN EN RICHTLIJNEN
In deze publicatie wordt verwezen naar verschillende normen en richtlijnen. De volgende zijn het meest relevant:
ISSO-publicaties 81
11
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
0.7
WERKWIJZE VAN DEZE PUBLICATIE
Deze publicatie is opgedeeld in de vijf projectfasen uit de MKK: 1. programmafase 2. ontwerpfase; 3. uitwerkingsfase; 4. realisatiefase; 5. beheerfase; Deze fasen zijn gebaseerd op het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties (MKK). Deze projectfasen zijn universeel en worden ook toegepast door andere bouwpartners. Bij iedere fase is input nodig om invulling te geven aan de betreffende fase. Het resultaat van de fase vormt de input van de volgende fase. In afbeelding 0.1 is dit weergegeven.
Afb. 0.1 Bij het ontwerpproces van installaties wordt vaak gewerkt met de volgende fasering/documentbenaming: - programma van eisen (als input voor het voorontwerp) - voorontwerp - definitief ontwerp - bestek (als contractstuk met eventueel uitwerking/materialisatie van het definitief ontwerp) Deze fasering/documentbenaming komt niet geheel overeen met de fasen van de MKK-structuur. In afbeelding 0.2 is de relatie weergegeven tussen de veelgebruikte fasering VO/DO/bestek en de MKK-structuur.
Afb. 0.2 MKK-structuur in relatie met vaakgebruikte fasering VO/DO/bestek (RVOI).
ISSO-publicaties 81
12
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen