,& / / *4* /45*5665 700 3 %& * /45"-- "5* &4&$ 50 3
,XBMJUFJUTFJTFO WPPS XBSNUF UFDIOJTDIF FO $0 JOTUBMMBUJFT JO UVJOCPVXLBTTFO
, 8"-* 5 & * 5 4 & * 4 & / 70 0 3 8"3 .5 & 5 & $ ) / * 4 $ ) & & / $0 Ŭ * / 4 5"-- "5 * & 4 * / 5 6 * / # 0 6 8 , " 44 & /
*4#/
QVCMJDBUJF
ISSO-publicatie 86
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen Warmteverliesberekening, dimensionering van verwarmingssystemen en CO2-bemestingssystemen in tuinbouwkassen
ISBN: 978-90-5044-147-6
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
1
2
3
4
5
ISSO-publicatie 86
9
Summary
9
Inleiding
11
Leeswijzer
13
Symbolen
15
Grafische symbolen
17
Begrippen
21
Uitgangspunten
23
1.1
U-waarden 1.1.1 U-waarde van de gevel/dek zonder schermen 1.1.2 U-waarde van gevel/dek met schermen
23 23 24
1.2
Ontwerptemperaturen
26
1.3
Oppervlakte en inhoud
26
Warmteverliesberekening in een tuinbouwkas
29
2.1
Algemeen
29
2.2
Transmissiewarmteverlies 2.2.1 Algemeen 2.2.2 Specifiek warmteverlies Hg door de gevel naar aangrenzend gebouw 2.2.3 Specifiek warmteverlies Hd door het dek 2.2.4 Specifiek warmteverlies Hg door de gevel 2.2.5 Specifiek warmteverlies Hgr naar de grond
30 30 31 32 33 33
2.3
Warmteverlies door buitenluchttoetreding
34
2.4
Aan de kas toe te voeren thermisch vermogen
35
2.5
Berekening van de te realiseren binnentemperatuur 2.5.1 Minimum buitentemperatuur bij gewenste binnentemperatuur 2.5.2 Buitentemperatuur tot welke de ontwerpbinnentemperatuur te handhaven is
35 36 36
Verwarmingssystemen
37
3.1
Warmteafgifte van leidingen 3.1.1 Bovengrondse leiding - rechte leidingen 3.1.2 Bovengrondse leiding - buizen in spiraal 3.1.3 Ondergrondse leidingen
37 37 40 41
3.2
Grondverwarming/bodemverwarming
44
Leiding-/transportsysteem
47
4.1
Leidingnetberekening/drukverliesberekening 4.1.1 Vullen en ontluchten 4.1.2 Beproeven
48 48 48
4.2
Leidingexpansie
49
4.3
Expansiesystemen 4.3.1 Open expansiesystemen 4.3.2 Stikstofexpansiesystemen 4.3.3 Expansieautomaten 4.3.4 Staande warmtebuffer
50 51 52 53 53
4.4
Pompen 4.4.1 Plaatsen van een reservepomp
54 54
4.5
Beveiligingen
54
4.6
Inregelvoorzieningen
54
4.7
Overige voorzieningen 4.7.1 Waterkwaliteit 4.7.2 Verdeelstukken 4.7.3 Isoleren van leidingen en appendages
55 55 55 56
Warmtebuffers
57
5.1
Constructie van de buffertank(s)
57
5.2
Beveiliging
58
3
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
6
7
5.3
Aansluiting buffer
58
5.4
Laden en ontladen van de buffer
58
5.5
Opslagcapaciteit
59
5.6
Open Buffersysteem
59
5.7
Gebruik van een (horizontale)warmtebuffer
59
Warmteopwekkers
61
6.1
Warmteopwekkers; ketels 6.1.1 Verwarmingsketels 6.1.2 Branders 6.1.3 Condensors 6.1.4 Ketelhuis/opstelplaats warmteopwekkers
61 61 62 63 65
6.2
Warmteopwekking - WKK
67
6.3
Brandstofvoorziening 6.3.1 Aardgas 6.3.2 HBO-1 en HBO-2 6.3.3 Overige brandstoffen
67 67 68 68
6.4
Waterbehandeling
68
CO2-installatie
71
7.1
CO2-opwekking/productie 7.1.1 CO2 uit rookgassen 7.1.2 Gebruik van zuivere CO2 7.1.3 Gebruik van CO2 uit rookgassen gecombineerd met zuivere CO2
71 71 72 73
7.2
Verdeling van CO2
73
7.3
Condensaatafvoer
74
8
Eisen te stellen aan meetapparatuur
77
9
Oplevering
79
10
MKK Specificatiebladen
81
10.1
81
Opzet in MKK-structuur
Specificatiebladen I. I.0 I.0-1 I.0-2 I.1-1 I.2-1 I.3-2.1 I.3-4 I.3-6.1.4 I.8-1
PROGRAMMAFASE Algemeen Programma van eisen Randvoorwaarden Organisatie. Uitwisseling informatie Ontwerpbinnentemperatuur Warmteafgiftesysteem Opstellingseisen warmteopwekkers: Rapportage.
II. II.0-1 II.1-1 II.2 II.3 II.3-2 II.3-2.1 II.4-2.1 II.4-3.1 II.4-3.2 II.4-7 II.8-1 II.8-2
ONTWERPFASE Algemeen Uitgangspunt Uitwisseling van informatie. Eisen Warmteverliesberekening Ontwerpbinnentemperatuur Globale warmteverliesberekening van kassen. Globale warmteafgifte van buizen Globale warmteafgifte van vloerverwarming Globale afmetingen CO2-installatie Rapportage Offerte
93 93 94 95 97 98 98 99 100 101 102 103 104
III III.0-1 III.2-1
UITWERKINGSFASE Algemeen Informatie
110 110 111
ISSO-publicatie 86
85 85 85 86 87 88 89 90 91 92
4
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
III.3-1 III.3-1.1 III.3-1.1.1 III.3-1.1.2 III.3-1.2 III.3-1.3 III.3-2 III.3-2.1 III.3-2.2 III.3-2.2.1 III.3-2.4 III.3-2.5 III.3-3 III.3-3.1 III.3-3.1.1 III.3-3.1.2 III.3-3.1.3 III.3-3.2. III.3-4. III.3-4.1 III.3-4.2 III.3-4.3 III.3-4.4 III.3-4.4.1 III.3-4.5 III.3-4.6 III.3-4.7 III.3-5 III.3-6 III.3-6.1 III.3-6.1.1 III.3-6.1.2 III.3-6.1.3 III.3-6.1.4 III.3-6.2 III.3-6.3 III.3-6.3.1 III.3-6.3.2 III.3-6.3.3 III.3-6.4 III.3-7 III.3-7.1.1 III.3-7.1. 2 III.3-7.1.3 III.3-7.2 III.3-7.3 III.4 III.4-1 III.4-1.1 III.4-1.1.1 III.4-1.1.2 III.4-1.3 III.4-2 III.4-2.1 III.4-2.2 III.4-2.2.1 III.4-2.2.2 III.4-2.2.3 III.4-2.2.4 III.4-2.2.5 III.4-2.3 III.4-2.4 III.4-2.5
ISSO-publicatie 86
Uitgangspunten U-waarden U-waarde van de gevel/dek zonder schermen U-waarde van de gevel/dek met schermen Ontwerptemperaturen Oppervlakte en inhoud Warmteverliesberekening in een tuinbouwkas Algemeen Transmissiewarmteverlies Algemeen Aan de kas toe te voeren thermisch vermogen Berekening van de te realiseren binnentemperatuur Verwarmingssystemen Warmteafgifte van leidingen Bovengrondse leiding - rechte leidingen Bovengrondse leiding - buizen in spiraal Ondergrondse leidingen Grondverwarming/bodemverwarming Leiding-/transportsysteem Leidingnetberekening/drukverliesberekening en hydraulische schakeling Leidingexpansie Expansiesystemen Pompen Plaatsen van een reserve pomp Beveiligingen Inregelvoorzieningen Overige voorzieningen Warmtebuffers Warmteopwekkers Warmteopwekkers; ketels Verwarmingsketels Branders Condensors ketelhuis/opstelplaats warmteopwekkers Warmteopwekking – WKK Brandstofvoorziening Aardgas HBO-1 en HBO-2 Overige brandstoffen Waterkwaliteit CO2-installatie CO2 uit rookgassen Gebruik van zuivere CO2 Gebruik vanCO2 uit rookgassen gecombineerd met zuivere CO2 Verdeling van CO2 Condensaatafvoer Middelen Uitgangspunten U-waarden U-waarde van de gevel/dek zonder schermen U-waarde van de gevel/dek met schermen Warmteverliesberekening in een tuinbouwkas Warmteverliesberekening in een tuinbouwkas Algemeen Transmissiewarmteverlies Algemeen Specifiek warmteverlies Hg door de gevel naar aangrenzend gebouw Specifiek warmteverlies Hd door het dek specifiek warmteverlies Hg door de gevel Specifiek warmteverlies Hgr naar de grond Warmteverlies door buitenluchttoetreding Aan de kas toe te voeren vermogen. Berekening van de te realiseren binnentemperatuur
5
112 112 112 113 114 116 117 117 118 118 120 121 122 122 122 123 124 125 126 126 128 129 131 132 133 134 135 136 138 138 138 140 141 142 144 145 145 146 147 148 149 149 150 151 152 153 154 154 154 156 157 161 162 163 164 164 165 166 167 168 170 172 173
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
III.4-2.5.1 III.4-2.5.2 III.4-3 III.4-3.1 III.4-3.1.1 III.4-3.1.2 III.4-3.1.3 III.4-3.2 III.4-4 III.4-4.1 III.4-4.2 III.4-4.3 III.4-4.3.1 III.4-4.3.2 III.4.4-4.3.3 III.4-4.3.4 III.4-4.4 III.4-4.4.1 III.4-4.6 III.4-4.7 III.4-5 III.4-5.1 III.4-5.2 III.4-5.3 III.4-5.4 III.4-5.5 III.4-5.6 III.4-.6 III.4-.6.1 III.4-6.1.1 III.4-6.1.2 III.4-6.1.3 III.4-6.1.4 III.4-6.2 III.4-6.3 III.4-6.3.1 III.4-6.3.2 III.4-6.4 III.4-7 III.4-7.1 III.4-7.1.1 III.4-7.1.2 III.4-7.1.3 III.4-7.2 III.4-7.3 III.8-1 III.8-2 III.8-3 III.8-4
Minimum buitentemperatuur bij gewenste binnentemperatuur Buitentemperatuur tot welke de ontwerpbinnentemperatuur te handhaven is. Verwarmingssystemen Warmteafgifte van leidingen Bovengrondse leiding - rechte leidingen Bovengrondse leiding - buizen in spiraal Ondergrondse leidingen Grondverwarming/bodemverwarming leiding- en transportsystemen Leidingnetberekening/drukverliesberekening Leidingexpansie Expansievoorzieningen Open expansiesystemen Stikstofexpansiesystemen. Expansieautomaten Staande warmtebuffer Pompen Plaatsen van een reserve pomp. Inregelvoorzieningen Overige voorzieningen Warmtebuffers Constructie van de buffertank(s) Beveiliging Aansluiting buffer ladlen en ontladen van de buffer Opslagcapaciteit Open buffersysteem Warmteopwekkers Warmteopwekkers; ketels Verwarmingsketels Branders Condensors Ketelhuis/opstelplaats warmteopwekkers Warmteopwekking – WKK Brandstofvoorziening Aardgas HBO-1 en HBO-2 Waterbehandeling. CO2-installatie CO2-opwekking/productie CO2 uit rookgassen Zuivere CO2 Rookgassen aangevuld met zuivere CO2 CO2-verdeling in de kas Condensaatafvoer Algemeen Resultaten van de warmteverliesberekening. Resultaten van het verwarmingsontwerp. Resultaten van het watertechnische ontwerp
174 175 176 176 176 179 181 184 188 188 189 191 192 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 208 208 209 212 215 218 219 219 220 221 222 223 224 227 228 229 232 233 234 235 236
IV. IV.0-1 IV.2-1 IV.3-3 IV.3-3.1 IV.3-3.1.1 IV.3-3.1.2 IV.3-3.2 IV.3-4 IV.3-4.1 IV.3-4.2 IV.3-4.6 IV.3-4.7
UITVOERINGSFASE Algemeen Overleg en communicatie Leidingen Bovengrondse leiding Verbinden van leidingen Aanbrengen van leidingen Grond-/bodemverwarming Leiding- en transportsystemen Vullen en ontluchten Beproeven Inregelen Isoleren van verdeelstukken
237 237 238 239 239 239 240 241 243 244 245 246 247
ISSO-publicatie 86
6
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
IV.3-5 IV.3-5.1 IV.3-.6 IV.3-6.3.1 IV.3-6.4 IV.3-8 IV.3-9 IV.3-9.1 IV.4-3.1 IV.4-3.1.1 IV.4-3.1.2 IV.4-3.1.3 IV.4-4 IV.4-5 IV.4-6.3.1 IV.4-6.4 IV.4-7 IV.4-7.2 IV.8-1 IV.8-2 IV.8-3
Warmtebuffers Isoleren van buffertanks Warmteopwekkers Aardgas Waterbehandeling Meetapparatuur Oplevering Handleiding Leidingen Bovengrondse leidingen Aanbrengen van ondergrondse leidingen Ondergrondse leidingen Leiding- en transportsystemen buffertanks Gasleiding Waterbehandeling CO2-installatie CO2-verdeling in de kas Algemeen Beproevingsrapport Inregelrapport
248 249 250 250 251 252 253 255 256 256 258 259 260 261 263 264 265 266 267 268 269
V V.2-1 V.3-6 V.3-6.1 V.3-2 V.3-5.2 V.3-7 V.3-7.1 V.3-7.2 V.3-7.2.1 V.3-9
BEHEER EN ONDERHOUD Algemeen Warmteopwekkers Ketels Condensors Buffertanks CO2-voorziening CO2-opwekking/productie CO2-verdeling Dosering Algemeen onderhoudsschema
270 270 271 271 272 273 274 274 275 276 277
Bijlage A
Vraagspecificatieblad warmteverliesberekening tuinbouw
279
Bijlage B
Vraagspecificatie voor industriegebouwen/kantoorgebouwen
280
Bijlage C C.1 C.2 C.3 C.4
Drukverliesberekening Drukverliesberekening Drukverlies ten gevolge van plaatselijke weerstanden Ontwerpmethoden Optimaal leidingontwerp
282 282 284 285 288
Bijlage D D.1 D.2 D.3 D.4 D.5 D.6 D.7
Weerstandcoëfficiënten Weerstandscoëfficiënten van verzamelend T-stuk 45° (scherp) Weerstandscoëfficiënten van verzamelend T-stuk 90° (scherp) Weerstandscoëfficiënten van verzamelend T-stuk 90° (afgerond) Weerstandscoëfficiënten van splitsend T-stuk 45° (scherp) Weerstandscoëfficiënten van splitsend T-stuk 90° (scherp) Weerstandscoëfficiënten van splitsend T-stuk 90° (afgerond) Weerstandscoëfficiënten van omgekeerd T-stuk
289 289 290 291 292 293 293 294
Bijlage E
Warmteafgifte per meter van geïsoleerde buizen
295
Bijlage F F.1 F.2 F.3
Vraagspecificatie Algemene gegevens Kasgegevens Uitgangspunten
297 297 298 299
Bijlage G
Besluit drukapparatuur
303
Bijlage H
Aansluiting volgens Tichelmann
306
Bijlage I I.1 I.2 I.3
Machinerichtlijn Wie is de machinebouwer? Verplichtingen voor de machinebouwer Inkoopprotocol en levering van machines
310 310 310 310
Bijlage J
Oplevercontrole
312
ISSO-publicatie 86
7
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
J.1 J.2 J.3
Controle van componenten Functionele controles Leidingwerk
312 312 312
Bijlage K
Inregelrapport
313
Bijlage L
Gegevens van kasbuizen
314
Bijlage M M.1 M.2 M.3
Pompkarakteristiek en serie-/parallelschakeling van pompen Karakteristiek van de pomp Parallelschakeling Serieschakeling
315 315 318 319
Bijlage N
Uitgangspunten
320
Literatuur
ISSO-publicatie 86
323
8
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
SAMENVATTING
SUMMARY
Deze publicatie bevat een pakket van ontwerptechnische kwaliteitseisen voor goed functionerende verwarmingsinstallaties en CO2-bemestingsinstallateis voor tuinbouwkassen. Bij de ontwerptechnische eisen voor verwarmingsinstallaties gaat het zowel om de warmteverliesberekening, het berekenen van de warmteafgifte van verwarmingssystemen als de warmteopwekking. Het pakket is van toepassing voor alle soorten tuinbouwkassen.
This publication discusses a package of design technical quality requirements for well functioning heating installations and CO2 fertilization installations for horticultural greenhouses. The design technical quality requirements for heating installations include both the heat loss calculation, the calculation of the heat emission of heating systems and the heat generation. The package applies to all kinds of horticulatural greenhouses. The design technical quality requirements, and guidelines that are further worked out in various sub paragraphs, are presented in the structure of the Model Quality Control Climate Installations (in Dutch: MKK), so that in each phase of the production process of a heating or CO2 fertilization installation it becomes clear what specifications have to be met and what information has to be available to walk through the production process.
De in de vorm van aparte deelparagrafen uitgewerkte ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen zijn gepresenteerd in de structuur van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallatie (MKK), zodat in iedere fase van het voortbrengingsproces van een verwarmings- of CO2-bemestingsinstallatie duidelijk is aan welke specificaties moet worden voldaan en welke informatie beschikbaar moet zijn om het voortbrengingsproces te doorlopen. In aparte stappen zijn de programmafase, de voorontwerpfase, de definitieve ontwerpfase, de uitvoeringsfase en de beheersfase beschreven. Voorts zijn er een aantal bijlagen toegevoegd, zoals opnamestaten, een opleveringsprotocol en leidingnetberekeningen (drukverliesberekening en Tichelmannsystemen). Tevens wordt in de bijlage kort ingegaan op het Besluit drukapparatuur en de machinerichtlijn.
The program phase, pre-design phase, the definitive design phase, the execution phase and the control phase are described in separate steps. Furthermore, a number of appendices have been added, such as recording forms, a delivery protocol and mains calculations (pressure loss calculation and Tichelmann systems). Besides the appendix discusses in short the Decree Pressure Equipment and Machine Guideline.
Voor het voortbrengingsproces van de constructie van tuinbouwkassen en de in die kassen aanwezige watertechnische installaties zijn, eveneens in de MKK-structuur, de ISSO-publicaties 87 en 88 ontwikkeld. Deze 3 publicaties met betrekking tot tuinbouwkassen zijn op elkaar afgestemd.
For the production process of the construction of the horticultural greenhouses and the watertechnical installations present, the ISSO-publications 87 and 88 were developed in accordance with the MKK structure. These 3 publications about horticultural greenhouses are geared to one another.
ISSO Publicatie 86
9
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
ISSO Publicatie 86
10
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
INLEIDING
Ook de CO2-voorziening wordt in deze publicatie behandeld. Het gaat hierbij zowel om de CO2 opgewekt met een ketel of WKK-unit als om bemesting met zuivere CO2 en mengvormen van bemesting met zuivere CO2 en zelf opgewekte CO2. De klimaatcomputer behoort niet tot het werkgebied van deze publicatie. Door de gekozen structuur, de zgn. MKK-structuur, is de publicatie geschikt om als basisdocument voor een BRL te dienen.
Historie Voor de verwarmingssystemen in tuinbouwkassen is er op het gebied van regelgeving en normen weinig geregeld/vastgelegd. Het berekenen wordt in het algemeen aan de ervaring van de installateur overgelaten. Wel zijn er steeds meer regels/convenanten waarin wordt aangegeven dat er primaire energie bespaard moet gaan worden. Veelal wordt dit "opgelost" door te kiezen voor een energiezuinige warmteopwekker als bijvoorbeeld een WKK-unit. Ook het gebruik van ĂŠĂŠn of meerdere schermen heeft een sterke invloed op het energiegebruik. Voor een energiezuinige installatie is echter meer nodig dan alleen een energiezuinige opwekking. Ook de rest van het systeem moet goed ontworpen en uitgevoerd zijn. Ruime aandacht is besteed aan het goed in rekening brengen van de invloed van schermen. Bij het gebruik van schermen zijn er weinig methodieken bekend om de invloed in rekening te brengen. Het enige wat schermleveranciers in het algemeen geven is een percentage energiebesparing. Dit cijfer is in het algemeen bepaald voor een kas voorzien van enkel glas. Voor bijvoorbeeld stegdoppelbeglazing of het gebruik van meerdere schermen gelijktijdig worden geen gegevens verstrekt. Het verwarmingssysteem is veelal aangelegd volgens het zgn. Tichelmannsysteem. In deze publicatie worden richtlijnen gegeven om het hydraulische ontwerp uit te voeren. Deze publicatie gaat niet alleen in op het ontwerpen van de installaties maar ook op het uitvoeren/installeren van de installatie en geeft handvatten voor onderhoud en beheer.
Doelgroep Doordat de publicatie het gehele terrein van initiatieffase tot en met onderhoud en beheer bestrijkt is de publicatie geschikt voor een heel brede doelgroep. Een belangrijk deel van de publicatie is echter gericht op de ontwerpende installateur / adviseur. De doelgroep wordt gevormd door: - De ontwerpende en uitvoerende disciplines zoals adviseurs, installateurs en overige ontwerpers; - Toeleverende industrie zoals leveranciers, fabrikanten en importeurs; - De opdrachtgevers.
Toepassingsgebied De in deze publicatie beschreven berekeningsmethoden voor het berekenen van het warmteverlies hebben betrekking op alle typen tuinbouwkassen. Hiermee worden niet alleen de traditionele kassen met metalen profielen waartussen glazen of kunststof panelen opgenomen zijn (bijvoorbeeld de Venlo-kas, breedkapper etc.) bedoeld maar ook foliekassen/paraplukassen etc. In de publicatie is speciale aandacht besteed aan het effect van het gebruik van schermen. De beschreven methodieken voor de warmteafgifte van de verschillende warmteafgiftesystemen (kasbuizen, hijsnetten, grondverwarming) zijn onafhankelijk van het type kas. In deze publicatie worden alleen de watervoerende systemen behandeld. Luchtverwarming in kassen wordt niet behandeld. Ook de beschreven hydraulica is onafhankelijk van het kastype. Behalve aan het ontwerpen van het systeem wordt ook ruime aandacht besteed aan de uitvoering/aanleg van het systeem en het onderhoud en beheer. In de tuinbouwkassen worden verwarmingssystemen ook veelvuldig gebruikt als transportsystemen. In deze publicatie wordt vooral ingegaan op de warmtetechnische aspecten. Waar dat van toepassing is wordt wel gewezen op regelgeving / extra uitvoeringseisen voor transportsystemen, maar worden deze niet uitvoerig behandeld.
ISSO Publicatie 86
11
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
ISSO Publicatie 86
12
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
LEESWIJZER
worden de verschillende systemen apart behandeld. De realisatiefase wordt afgesloten met een voorbeeld voor een opleveringscontrole. Projectfase V gaat in op beheer en onderhoud.
Leeswijzer publicatie Deze publicatie geeft richtlijnen voor het ontwerpen van kwalitatief goede verwarmingsinstallaties in tuinbouwkassen. Het gehele traject vanaf het uitvoeren van een berekening van de maximale optredende warmtevraag (warmteverliesberekening) tot en met de keuze van de warmteopwekker wordt behandeld. De publicatie kent feitelijk drie delen - Deel 1: ontwerp en de realisatie (Hoofdstuk 1 t/m 9): - Deel 2 in MKK-structuur; alle fasen vanaf de initiatieffase t/m het beheer en onderhoud worden behandeld (in de MKK-structuur; de publicatie vanaf hoofdstuk 10). - Bijlagen. Door de gehele publicatie wordt de volgende paragraafnummering aangehouden: 1. Uitgangspunten; 2. Warmteverliesberekening; 3. Verwarmingssystemen; 4. Leiding- en transportsystemen; 5. Warmtebuffers; 6. Warmteopwekkers; 7. CO2-installaties; 8. Te gebruiken meetinstrumenten. Structuur van de MKK-publicatie. In de publicatie worden alle fasen vanaf de initiatiefase t/m het beheer en onderhoud behandeld. Hierbij wordt de MKK-structuur gevolgd. De specificatiebladen hebben een nummer dat begint met een Romeins cijfer. De hoofdstukken met het nummer I gaan over de initiatiefase. In projectfase II wordt het (voorlopige) ontwerp behandeld. Het resultaat van deze fase is een flowschema met daarin opgenomen het leidingplan, de warmteopwekking en eventueel plaats en type van buffering en de CO2-installatie. In projectfase III wordt de installatie in detail uitgewerkt. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in eisen, zowel de wettelijke als die voortvloeiend uit goed vakmanschap, om tot een goede installatie te komen (specificatieblad III.3-x) en middelen/rekenmethodieken en achtergronden om aan de gestelde eisen te voldoen (specificatieblad III.4-x). Per projectfase is de opbouw steeds dezelfde. Begonnen wordt met een aantal uitgangspunten en vervolgens worden deze gebruikt in de daarop volgende berekeningen. De volgorde is steeds X.Y-Z. Hierbij duidt de lettter X op de fase van het ontwerp, de letter Y op het beheersaspect (bijv. eisen) en de letter Z op het onderwerp als aangegeven in het lijstje m.b.t. de specificatiebladnummering. Zo handelt specificatieblad III.3-2 over de eisen in de uitwerkingsfase die aan de warmteverliesberekening gesteld moeten worden. Projectfase IV gaat in op de realisatiefase. Ook hier
ISSO Publicatie 86
13
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Leeswijze van de diverse paragrafen/ paragraafnummering Aan de kop van de pagina staat een heading die exact aangeeft in welke fase van de MKK-structuur de betreffende paragraaf zich bevindt. Onderstaand een voorbeeld van zo'n heading:
Projectfase
I. Programma
Beheeraspect
0. Algemeen
II.Ontwerp
III. Uitwerking
IV. Realisatie
V. Beheer
In dit voorbeeld betreft het een paragraaf uit de programmafase met een beschrijving van de doelstelling en uitgangspunten. De nummering van de specificatiebladen is aangepast aan de verschillende fasen uit de MKK-structuur. Het specificatiebladnummer is als volgt opgebouwd: Het Romeinse cijfer geeft aan om welke projectfase het gaat. Het cijfer na de punt achter de projectfase geeft aan op welk beheersaspect dit specificatieblad betrekking heeft. Na de liggende streep komt het specificatiebladnummer dat voor ieder onderwerp in de gehele publicatie gelijk gehouden wordt. In een voorbeeld wordt dit toegelicht: Specificatieblad III.3-4.4 betreft een specificatieblad uit het definitieve ontwerp (uitwerking) waarbij het eisen betreft voor pompen. Specificatieblad IV.3-4.4 gaat wederom over pompen, maar nu betreft het eisen m.b.t. de realisatiefase. Een verwijzing in een grijze balk geeft aan welke specificatiebladen meer informatie (bijvoorbeeld een berekeningsmethode om aan een eis te voldoen, of een opnamestaat etc.) over het onderwerp van dit specificatieblad bevatten. Bijvoorbeeld:
ISSO Publicatie 86
14
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
SYMBOLEN Symbolen A
vloeroppervlakte van de kas
[m2]
Ad
oppervlakte van het dek
[m2]
Ag
oppervlakte van de gevel
[m2]
Ak
oppervlakte van vlak k dat in contact is met de grond; bepaald volgens 2.3
[m2]
bd
breedte van het glas in de kap; deze volgt uit de kapbreedte bk en de cosinus van [m] de hellingshoek α van de kap volgens bd = bk / cos α
cp
soortelijke warmte van lucht bij constante druk
CNOx
gemeten concentratie NOx, omgerekend naar n = 1 in droge verbrandingsgassen [v.p.p.m.]
D
(uitwendige) diameter van de ronde buis
[mm]
dn
dikte van laag met nummer n
[m]
fg
correctiefactor voor temperaturen in aangrenzende ruimten die hoger zijn dan de ontwerpbuitentemperatuur.
[-]
fg2
correctiefactor voor afwijkend temperatuurverschil tussen de ontwerpbinnentemperatuur en de ontwerpbuitentemperatuur resp. de gemiddelde buitentemperatuur gedurende het jaar
[-]
Gw
grondwaterfactor
[-]
Ha
specifiek warmteverlies naar aangrenzende ruimte
[W/K]
Hd
specifiek warmteverlies door het dak
[W/K]
Hg
specifiek warmteverlies door de gevel
[W/K]
Hgr
specifiek warmteverlies naar de bodem/grond
[W/K]
Hgr
specifiek warmteverlies door vloeren in direct contact met de grond
[W/K]
Hi
specifiek warmteverlies ten gevolge van infiltratie
[W/K]
Hi
calorische onderwaarde van het gas
[MJ]
Hv
specifiek warmteverlies ten gevolge van ventilatie
[W/K]
ld
lengte van het dek
[m]
n
infiltratievoud
[h-1]
qc
warmteverlies per meter door convectie
[W/m]
qs
warmteverlies per meter door straling
[W/m]
qv
debiet infiltratielucht
[m3/s]
qsp
specifiek warmteverlies (transmissie en ventilatie) per vierkante meter vloer
[W/m2]
Rc
warmteweerstand van de constructie
[m2•K)/W]
Rd
warmteweerstand van dekmaterialen
[m2•K)/W]
Re
warmteovergangsweerstand aan het buitenoppervlak = 0,04
[m2•K/W]
Ri
warmteovergangsweerstand aan het binnenoppervlak = 0,13
[m2•K/W]
Rm
warmteweerstand per laag
[(m2•K)/W]
Rsp,n
warmteweerstand van de spouw met nummer n
[m2•K/W]
s
isolatiedikte
[m]
Ta
omgevingstemperatuur
[K]
Ti
oppervlaktetemperatuur isolatie
[K]
U
warmtedoorgangscoëfficiënt
[W/(m2•K)]
Ud
warmtedoorgangscoëfficiënt van dekmaterialen met invloed van de roeden
[W/(m2•K)]
ISSO Publicatie 86
15
[J/(kgK)]
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Ue,k
equivalente warmtedoorgangscoëfficiënt
[W/(m2•K)]
Ug
warmtedoorgangscoëfficiënt van de gevel
[W/(m2•K)]
V
inhoud van de kas
[m3]
Vdroog (n=1)
volume droge verbrandingsgassen bij verbranding per m3 aardgas bij n = 1
[m3]
V3%O2
volume droge verbrandingsgassen met 3% O2 per m3 gas
[m3]
α
correctiefactor voor inwendige convectie en/of uitvoeringsinvloeden
[-]
Δθ
temperatuurverschil van de buistemperatuur en de ontwerpbinnentemperatuur
[K]
εs
emissiefactor van isolatieoppervlak
[-]
PNO2
soortelijke massa van NO2
[kg/m3]
θi
ontwerpbinnentemperatuur
[°C]
θa
ontwerpbinnentemperatuur aangrenzende ruimte
[°C]
θbs
gemiddelde mediumtemperatuur
[°C]
θis
oppervlaktetemperatuur isolatie
[°C]
θi
ontwerpbinnentemperatuur
[°C]
θe
ontwerpbuitentemperatuur
[°C]
θme
jaarlijks gemiddelde buitentemperatuur (9 °C)
[°C]
λ
warmtegeleiding van het isolatiemateriaal
[W/(m•K)]
λn
warmtegeleidingscoëfficiënt van laag met nummer n
[W/(m•K)]
ρ
soortelijke massa van lucht bij θi
[kg/m3]
ρg
dichtheid gas
[kg/m3]
ρl
dichtheid lucht
[kg/m3]
Φt
transmissiewarmteverlies bepaald volgens 3.2
[W]
Φv
ventilatiewarmteverlies bepaald volgens 3.3
[W]
φ
warmteverlies per meter leidinglengte
[W/m]
ISSO Publicatie 86
16
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
GRAFISCHE SYMBOLEN Bron van deze symbolen: NEN 2322 en NEN 3048
ketel voor gasvormige brandstof (ventilatorbrander)
ketel voor gasvormige brandstof (ventilatorbrander)
luchtverwarmer
warmtekrachtaggregaat
kijkglas
luchtverwarmer voor gasvormige brandstoffen (atmosferische brander)
luchtverwarmer voor gasvormige brandstoffen (ventilatorbrander)
vochtafscheider
Tweetoerenpomp
pomp met variabele rotatiefrequentie
schroefcompressor
zuigercompressor
centrifugaalcompressor
schuifafsluiter
afsluiter
inregelafsluiter
inregelafsluiter met meetnippel
regelafsluiter met servomotor
mengklep
vierwegklep
verdeelklep
gewichtsveiligheid
veerveiligheid
terugslagklep
P
M
kogelkraan pneumatisch bediend
kogelkraan met servomotor bediend
pomp
kogelkraan algemeen
ISSO Publicatie 86
17
TSA
thermostatische afsluiter H
afsluiter met regelfunctie
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
M
reduceertoestel
thermostatische afsluiter met voeler op afstand
ventilatorsectie AV: afvoer TV: toevoer
dakventilator centrifugaal
vul- en aftapkraan
afsluiter bediend door een vlotter
driewegkraam bediend met een servomotor
blindflens aan eindafsluiter
koudwatertappunt
warmwatertappunt
centrifugaalventilator: AV = afvoerventilator TV = toevoerventilator
axiaal ventilator
brandklep
inregelklep
kleppenregister, gelijkroterend
kleppenregister, contraroterend
leiding met isolatie
flensverbinding
flexibele leiding
dakventilator axiaal
motorisch bediende klep. M: elektromotor E: elektromagnetische motor P: pneumatische motor
leiding met mantel
kruising met een verbinding
kruising zonder verbinding
Fq
gesloten vat
ISSO Publicatie 86
filter
expansievat
18
registrerende hoeveelheidsmeter
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Regeltechnische symbolen is het algemene symbool voor regeltechnische functies/onder-delen als voeler, regelaar, schakelaar, e.d. [6] Het symbool wordt voorzien van 2 letters:
1e letter
aard van het proces
2e letter
functie
F
stroming, debiet
A
alarm
L
niveau
C
regelaar
M
vochtigheid
E
opnemen (voelend)
P
druk
I
aanwijzend instrument
Pd
drukverschil
P
proefaansluitpunt
S
toerental, snelheid
R
registrerend
T
temperatuur
S
schakelaar
T
opnemer (zendend)
Voorbeelden: FS
stromingsschakelaar
LA
niveaualarm
PC
drukregelaar
TI
temperatuuraanwijzer (thermometer)
PT
drukopnemer
ISSO Publicatie 86
19
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
ISSO Publicatie 86
20
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
BEGRIPPEN
Groeibuis verwarming De groeibuis is een verwarmingsbuis die in het gewas wordt gehangen en eventueel in hoogte verstelbaar is. Veelal gemonteerd aan een staaldraad of ketting of hijsinstallatie.
Aanvoerleiding Leiding tussen menggroep en verdeelleiding voor het transporteren van warm water van de menggroep naar de kas.
Grondverwarming Verwarmingssysteem waarbij slangen in de grond zijn aangebracht voor het verwarmen van de teeltgrond.
Afmetingen van de kas De afmetingen van de kas zijn gedefinieerd in onderstaande afbeelding:
Hijsverwarming Verwarmingssysteem waarbij de buizen door middel van een hijsinstallatie in hoogte verstelbaar zijn. Infiltratie Alle lucht die "ongecontroleerd" een gebouw binnenkomt (door kieren, spleten, niet-afsluitbare openingen).
maaiveld
Kaphoogte Zie afmetingen van de kas Kas Zie tuinbouwkas.
Afb. 0.1 Definitie afmetingen kas Bedrijfstijd De tijd gedurende welke de installatie in bedrijf is. Bedrijfsbeperking Het buiten werktijd verlagen van de binnentemperatuur.
Monorailnet Verwarmingssysteem waarbij de buizen met behulp van monorailhaken aan de spanten van de kas zijn gemonteerd en hierdoor gebruikt kunnen worden voor een transportsysteem zoals monorailwagens, overgewaswagens, oogstbanden en spuitbomen.
Bovennet Verwarmingssysteem waarbij de buizen hoog in de kas zijn gemonteerd.
Onderverwarming Verwarmingsbuizen aangebracht onder bijvoorbeeld kweektafels.
Buisrail De buisrail is een verwarmingsbuis die tevens gebruikt wordt als rail voor een transportsysteem.
Ontwerpbinnentemperatuur De temperatuur die gerealiseerd moet kunnen worden in verband met een bepaalde teelt of de binnentemperatuur die gerealiseerd kan worden bij het aantal gekozen buizen c.q. het gekozen/gewenste verwarmingssysteem in de kas.
Circulatievoud Het volume lucht dat per uur verplaatst wordt, gedeeld door de netto inhoud van de ruimte (deze lucht hoeft niet of niet geheel van buiten te komen, kan ook recirculatielucht zijn); deze waarde wordt gedefinieerd bij de ontwerpbinnentemperatuur.
Ontwerpbuitencondities Ontwerpcondities voor buitenluchttemperatuur en windsnelheid worden bepaald volgende de NEN-EN ISO 15927-5.
Dagmaat Afmetingen van de opening (t.b.v. raam en/of deur).
Optimaliserende regelaar Regeling waarbij de ingestelde comforttemperatuur automatisch bereikt wordt op het moment dat de werktijd begint en de comforttemperatuur gedurende de werktijd gehandhaafd wordt (de regelaar bepaalt zelfstandig de tijdsduur en grootte van de bedrijfsbeperking).
Gevelverwarming Verwarming langs de gevel van de kas om het warmteverlies door de gevel op te vangen. Gewasverwarming Verwarmingssysteem waarbij de buizen of PE slangen laag tussen het gewas zijn aangebracht.
ISSO Publicatie 86
Retourleiding Leiding tussen verzamelleiding en menggroep voor het transporteren van het afgekoelde warm water van de kas naar de menggroep.
21
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Schermen in pakketstand Schermen in pakketstand, wil zeggen dat de schermen niet dicht zijn. Andere benamingen (afhankelijk van het soort scherm) zijn ook wel schermen open en schermen op rol.
Voethoogte De hoogte die de voet boven het maaiveld uitsteekt. Zie ook afmetingen van de kas Warmtebehoefte van een ruimte De warmte, die onder ontwerpcondities, vanuit een ruimte gezien aan die ruimte moet worden toegevoerd om de warmteverliezen van die ruimte te compenseren.
Spiraal Verwarmingsbuis in een U-vorm. Stookruimte Ruimte waarin stooktoestellen (ketels, WKK-unit etc.) met een vermogen van meer dan 130 kW staan opgesteld. Tafelverwarming Verwarmingssysteem waarbij de buizen onder teelttafels zijn gemonteerd. Temperatuurgelaagdheid Temperatuurverschil (ten gevolge van convectieve stromingen) over de hoogte in een ruimte. Thermisch vermogen De hoeveelheid warmte die per tijdseenheid door de warmteopwekker en de eventuele buffer geleverd moet kunnen worden. Transportleidingen Leidingen voor het met behulp van water overbrengen van warmte naar een aantal verwarmingsgroepen of verwarmingsafdelingen. Tuinbouwkas Constructie ten behoeve van het telen van gewassen. Deze constructie is voor het overgrote deel opgebouwd uit transparante materialen. U-waarde Warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructie uitgedrukt in W/(m2•K). Ventilatie Alle lucht die door regelbare voorzieningen de kas binnenkomt (roosters, ventilatoren, te openen ramen). Verdeelleiding Leiding voor het verdelen van het warm water over de aangesloten spiralen. Verzamelleiding Leiding voor het verzamelen van het afgekoelde water van de aangesloten spiralen. Vloeroppervlakte Oppervlakte van de vloer bepaald op basis van de binnenafmetingen Vloerverwarming Verwarmingssysteem waarbij (kunststof) slangen in een betonvloer zijn aangebracht.
ISSO Publicatie 86
22
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
1
UITGANGSPUNTEN
1.1
U-WAARDEN
Noot:
Vlakken met een hoek tot 60° met de horizontaal worden beschouwd als zijnde horizontaal. Bij Venlo-kassen is deze hoek ongeveer 22° en moet het dek dus voor de warmteovergangsweerstanden beschouwd worden als horizontaal.
Wettelijke eisen N.v.t. Kwaliteitseisen De U-waarden van gevels/dek zonder schermen moeten bepaald worden met behulp van de NEN 1068.
De warmteweerstand Rc volgt uit: Rc = ΣRm
[(m2•K)/W]
(3)
waarin: Normen NEN 1068 "Thermische isolatie van gebouwen - rekenmethoden", NEN, Delft, 2001.
Rc
Rm = warmteweerstand per laag
U-waarde - Algemeen Indien de warmteweerstand van een constructie (Rc) bekend is dient de U-waarde berekend te worden uit de Rc-waarde met behulp van formule (1) voor constructies grenzend aan de buitenlucht of formule (2) voor constructies die niet grenzen aan de buitenlucht [NEN1068].
U=
1 Ri + R c + R e
[W/(m2•K)]
= warmteweerstand van de kasconstructie
[(m2•K)/W] [(m2•K)/W]
De waarde ΣRm in (m2•K)/W volgt uit: ∑ Rm =
d1 d2 d + + ........ + n λ1 λ2 λn
[(m2•K)/W]
(4)
waarin: dn = dikte van laag met nummer n
[m]
[W/(m•K)] λn = warmtegeleidingscoëfficiënt van laag met nummer n
(1)
of
Voor een kasvoet is formule 4 te vereenvoudigen tot:
1 U= Ri + R c + Ri
[W/(m2•K)]
(2) ∑ Rm =
waarin:
d 1, 9
[(m2•K)/W]
(5)
U
= warmtedoorgangscoëfficiënt
[W/(m2•K)]
Ri
= warmteovergangsweerstand aan het binnenoppervlak (zie Tabel 1.01)
[(m2•K)/W]
Voor alle gevels wordt het transmissiewarmteverlies op dezelfde wijze berekend. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt in warmteverlies t.g.v. verschillende windsnelheden langs de gevels.
Rc
= warmteweerstand van de kasconstructie
[(m2•K)/W]
1.1.1 U-waarde van de gevel/dek zonder schermen
Re = warmteovergangsweerstand aan het buitenoppervlak (zie Tabel 1.01)
[(m2•K)/W]
Tabel 1.01
Bij het bepalen van de U-waarde van bedekkingssystemen kan niet worden volstaan met de U-waarde van de bedekking (bijv. glas of polyacrylaat). Met name bij zeer goed isolerende bedekking moet de invloed van (in het algemeen slechter geïsoleerde) roeden (koudebruggen) in de berekening worden betrokken. De roeden geleiden warmte beter dan het glas. Hierdoor is een correctie van de U-waarde noodzakelijk. Dit geldt vooral wanneer een iets beter isolerende beglazing/bedekking wordt toegepast. De noodzakelijke correctie is verwerkt in Tabel 1.02. Hierbij wordt uitgegaan van droge gevels/ droog dek.
Waarden voor de warmteovergangsweerstanden afhankelijk van de richting van de warmtestroom Richting van de warmtestroom
omhoog
horizontaal warmtestroom
warmtestroom
ISSO Publicatie 86
Ri
Re
Ri
Re
0,10
0,04
0,13
0,04
23
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Tabel 1.02 Warmtedoorgangscoëfficiënt van dekmaterialen met invloed van de roeden Materiaal
Rkas
Ud Gevel
Dek
[W/(m2•K)]
[W/(m2•K)]
[m2•K)/W]
enkel glas
5,7
6,9
0,0043
dubbel glas
3,4
3,8
0,124
dubbel beglaasd
4,2
4,8
0,068
stegdoppel
4,2
4,8
0,068
polycarbonaat**) ( 6 mm massief)
5,3
6,3
0,019
polycarbonaat**), meerwandig 6 mm
3,7
4,2
0,100
polycarbonaat**), meerwandig 16 mm
2,7
3,0
0,200
folie
6,0
7,3
- *)
*) verwaarloosbaar ten opzichte van de overgangsweerstanden (Ri en Re). **) een veel gebruikte naam voor polycarbonaat is Lexan. Opmerking: De in Tabel 1.02 gegeven U-waarden wijken schijnbaar af van de waarden die in het computerprogramma Casta/Kassenbouw gegeven worden. De reden hiervan is dat in deze publicatie de U-waarden betrokken worden op het werkelijke oppervlak terwijl de waarden in Casta/Kassenbouw betrokken worden op het vloeroppervlak. Dit levert een verschil van ca. 10% van de getalwaarden.
1.1.2 U-waarde van gevel/dek met schermen
- De binnentemperatuur bij ontwerpcondities bij vol vermogen zonder gebruik van de schermen.
Wettelijke eisen N.v.t.
Voor het dimensioneren van warmtebuffers zijn de schermen van groot belang.
Kwaliteitseisen - Wanneer de U-waarden van gevel/dek met schermen door de leverancier gegeven zijn moet deze waarde gebruikt worden. - Wanneer de U-waarden van gevel/dek met schermen niet bekend zijn, moet de berekeningsmethode uit paragraaf 1.2 - 1.4 gevolgd worden.
Bij het toepassen van schermen wordt onderscheid gemaakt in verticale en horizontale schermen. De fabrikanten geven een besparing op van de doeken. Deze besparing wordt gegeven ten opzichte van de situatie van een kas met enkel glas. Bij een gesloten scherminstallatie is er altijd sprake van een percentage lek door niet perfect sluitende doeken en thermische invloeden op de kas. Ook het mechanisme van transport (een slipmechanisme of niet) en het aantal steundraden hebben invloed op de spleetbreedte/ spleetgrootte. Dit niet optimaal sluiten/afdichten van de schermen wordt verrekend in de systeemfactor sf. Voor de systeemfactor gelden de volgende waarden: sf = 0,95 voor schermen met een slipsysteem; sf = 0,9 voor gevelschermen en schermen zonder slipsysteem.
Normen NEN 1068 "Thermische isolatie van gebouwen - rekenmethoden", NEN, Delft, 2001. U-waarde van gevel/dek met schermen Schermen worden toegepast met verschillende doeleinden zoals lichtwering, energiebesparing, zonwering, verduistering etc. Het toepassen van schermen heeft invloed op het energiegebruik. Het rendement van het scherm dient door de opdrachtgever te worden opgegeven. Ook wordt door de opdrachtgever aangegeven vanaf welke buitenluchttemperatuur het scherm wordt gebruikt. De energiebesparende schermen zorgen ervoor dat er minder warmteverlies optreedt. Aangegeven moet worden wat voor type(n) scherm(en) er gebruikt wordt (worden). Bij schermen moeten de volgende gegevens door de ontwerper te worden geleverd: - Het op te stellen vermogen c.q. de te realiseren binnentemperatuur bij ontwerpbuitencondities en gebruik van schermen. - De buitentemperatuur tot welke de gewenste binnencondities te halen zijn zonder schermen.
ISSO Publicatie 86
U-waarde van gevelschermen Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een gevel van enkel glas en een gevel met een ander bedekkingsmateriaal.
24
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Enkel glas met scherm De U-waarde van een gevel van enkel glas met scherm volgt uit: U = Ugevel • ( 1 - besp/100 • sf) waarin: = door leverancier opgege- [%] ven percentage besparing
sf
= systeemfactor
[-]
Ugevel
= U-waarden van de gevel zonder schermen = 5,7 W/ (m2•K)
[W/m2•K]
Dekrolschermen Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende gevallen: - Een dek van enkel glas met scherm; - Een dek met een ander bedekkingsmateriaal dan glas en een scherm. De berekeningsmethode is gelijk aan die van de gevelschermen. Horizontale schermen Door de leveranciers wordt alleen een besparing ten opzichte van enkel glas gegeven. Voor andere bedekkingsmaterialen dan enkel glas of bij toepassing van meerdere schermen wordt de berekening moeilijker en is deze niet meer direct te maken met de verstrekte gegevens.
Ander bedekkingsmateriaal dan enkel glas en scherm Wanneer er in de gevel geen enkel glas zit maar bijvoorbeeld dubbele beglazing dan moet eerst de fictieve R-waarde van het scherm met spouw Rscherm uitgerekend worden:
De volgende situaties worden onderscheiden: - Een dek van enkel glas en één scherm; - Een dek van een ander materiaal dan enkel glas en één scherm; - Een kas met meerdere schermen.
[(m2•K)/W] (7)
waarin: U
= U-waarde van glas met [W/(m2•K)] scherm als uitgerekend met formule (6)
Een dek van enkel glas en één scherm De U-waarde van een dek van enkel glas met één schermen volgt uit formule 6.
Nu kan de U-waarde van het gevelmateriaal + scherm bepaald worden: U=
1 Ri + R c + R e
Ander bedekkingsmateriaal dan enkel glas en één scherm Wanneer er in het dek geen enkel glas zit maar bijvoorbeeld een dubbele beglazing, dan moet eerst de fictieve R-waarde van het scherm met spouw Rscherm uitgerekend worden met formule 7. De U-waarde van gevel en scherm volgt uit formule 8 en 9.
[W/(m2•K)] (8)
waarin: Ri
= warmteovergangsweerstand aan het binnenoppervlak (zie Tabel 1.01)
Re
= warmteovergangsweer[(m2•K)/W] stand aan het buitenoppervlak (zie Tabel 1.01)
Rc
= warmteweerstand van scherm + gevelbekleding volgende uit:
Rc = Rscherm + Rkas
[(m2•K)/W]
De verschillende toepassingen worden apart besproken.
Oplossing: Ugevel = 5,9 (zie Tabel 1.02); sf = 0,9 gevelscherm; besp = 25%; Uit formule 6 volgt dat de U-waarde van gevel met scherm gelijk is aan: ' 5,9 •(1 - 0,25• 0,9) = 4,57 W/(m2•K).
1 1 − U Ugevel
= warmteweerstand van de gevel volgens Tabel 1.02
U-waarde van dekschermen Dekschermen zijn in drie soorten te verdelen: - Dekrolschermen; - Horizontale schermen; - Tentschermen.
Voorbeeld Een gevel van de kas is voorzien van enkel glas en een scherm met een opgegeven besparing van 25%. Wat wordt de U-waarde van de gevel met scherm?
R scherm =
[(m2•K)/W]
Rkas
[W/m2•K] (6)
besp
Rscherm = fictieve warmteweerstand van het scherm
[(m2•K)/W]
[(m2•K)/W]
[(m2•K)/W] (9)
waarin: Rc
ISSO Publicatie 86
= warmteweerstand van de gevelconstructie
[(m2•K)/W]
25
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
Meerdere schermen Voor ieder scherm moet de fictieve R-waarde worden uitgerekend met formule 7. De warmteweerstand van de totale constructie met meerdere schermen volgt uit U=
1 Ri + R c + R e
[W/(m2•K)]
(10)
waarin: Ri
=
warmteovergangsweerstand aan het binnenoppervlak (zie Tabel 1.01) [(m2•K)/W]
Re
=
warmteovergangsweerstand aan het buitenoppervlak (zie Tabel 1.01) [(m2•K)/W]
Rc
=
warmteweerstand van scherm + gevelbedekking. Deze volgt uit:
Rc = Rscherm1 + Rscherm2 ......... + RschermN + Rdek
[(m2•K)/W]
(11)
waarin: Rc
=
warmteweerstand van de gevelconstructie
[(m2•K)/W]
Rscherm1
=
fictieve warmteweerstand van het scherm 1
[(m2•K)/W]
Rscherm2
=
fictieve warmteweerstand van het scherm 2
[(m2•K)/W]
RschermN
=
fictieve warmteweerstand van het scherm N
[(m2•K)/W]
Rdek
=
warmteweerstand van het dek volgens Tabel 1.02
[(m2•K)/W]
1.2
ONTWERPTEMPERATUREN
Richtlijnen/publicaties N.v.t.
Wettelijke eisen N.v.t.
Hieruit volgt voor Nederland: - -10 °C voor de ontwerpbuitentemperatuur en - 5 m/s voor de windsnelheid.
Kwaliteitseisen De ontwerpbinnentemperatuur wordt gegeven door de opdrachtgever of de minimaal te realiseren binnentemperatuur volgt uit het aantal geïnstalleerde buizen en de buistemperatuur (aanvoer en retour).
Bij export moeten de ontwerpcondities voor buitenluchttemperatuur en windsnelheid bepaald worden volgens de NEN-EN-ISO 15927-5.
1.3
Normen N.v.t.
Wettelijke eisen N.v.t.
Richtlijnen/publicaties N.v.t.
Kwaliteitseisen De afmetingen en inhouden moeten bepaald worden volgens NEN 2580.
Ontwerpbuitencondities Wettelijke eisen N.v.t.
Normen NEN 2580 "Oppervlakten en inhouden van gebouwen - Termen, definities en bepalingsmethoden", 1997 en aanvulling 2001, NEN, Delft.
Kwaliteitseisen De methode voor het vastleggen van de ontwerpbuitencondities voor warmteverliesberekeningen is vastgelegd in de NEN-EN-ISO 15927-5.
Richtlijnen/publicaties N.v.t.
Normen NEN-EN-ISO 15927-5. ‘Hygro-thermische eigenschappen van gebouwen - Berekening en weergave van klimatologische gegevens - Deel 5: Ontwerp buitenluchttemperatuur voor de winterperiode en gerelateerde winddata’, NEN, Delft, 2004.
ISSO Publicatie 86
OPPERVLAKTE EN INHOUD
Voor de bepaling van de afmetingen moet worden uitgegaan van de buitenafmetingen. Voor deuren moet worden uitgegaan van de dagmaat (opening in de wand). De voethoogte is de hoogte van de voet die boven het maaiveld uitsteekt. Het geveloppervlak wordt gemeten vanaf de voet.
26
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen
maaiveld
Afb. 1.1 Definities van afmetingen Bij het bepalen van de inhoud van de kas wordt uitgegaan van het vloeroppervlak en de kaphoogte (zie afmetingen in Afb. 1.1).
ISSO Publicatie 86
27
Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen