ISSO-publicatie 90-2011

Page 1

ISBN 978-90-5044-2060

Energiezuinige Verlichting voor:

Detailhandel

Energiezuinige Verlichting voor:

Industriegebouwen

Energiezuinige Verlichting voor:

onderwijsinstellingen

Energiezuinige Verlichting voor:

Zorgsectorinstellingen

KENNISINSTITUUT VOOR DE INSTALL ATIESEC TOR

Energiezuinige Verlichting voor:

kantoorgebouwen

ENERGIE-EFFICIテ起TE VERLICHTING IN EN RONDOM GEBOUWEN

Brochures Energiezuinige Verlichting:

publicatie

90

Energie-efficiテォnte verlichting in en rondom gebouwen


ISSO

Kennisinstituut voor de Installatiesector

Kruisplein 25 3014 DB Rotterdam Postbus 577 3000 AN Rotterdam Tel. 010-2065969 Fax 010-2130384 E-mail: isso@isso.nl

ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als normstellende richtlijnen.

De in ISSO deelnemende organisaties zijn: NLingenieurs: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus PIT: Stichting Promotie Installatietechniek TVVL: Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen UNETO-VNI: Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel VABI: Vereniging voor Automatisering in de Bouw- en installatietechniek De werkzaamheden worden begeleid door de Raad van Begeleiding, welke ten tijde van het tot stand komen van deze publicatie als volgt was samengesteld: De heer W.J.H. Scheffer De heer ir. R.D. van Bergen De heer ir. J. Schonewille De heer ing. H. Besselink De heer ing. R. Steine Mevrouw dr.ir. P.M. Bluyssen De heer ir. P.A.L. Stoelinga De heer ing. W.F.G. Hooijkaas De heer ing. A.A.L. Traversari MBA De heer H.M.A. Janssen Groesbeek De heer ir. E.J. Wagenaar De heer ir. P.H.H. Leijendeckers prof.em. De heer ir. T.M.E. Zaal De heer ir. W. Plokker De heer prof. ir. W. Zeiler De heer ir. W.G. Ram De realisatie van de ISSO-publicatie 90 werd verzorgd door de ISSO-kontaktgroep 09-100 die als volgt was samengesteld: De heer A. Bakker TRILUX C.V. De heer ir R.L.P. van den Berg Deerns Eindhoven De heer W.J.A. Borsboom Uneto-VNI De heer J.W. den Braber Schneider Electric BV De heer ing. A.H.P. Derksen ISSO (projectcoördinator/secretaris) De heer J.J. van Eggelen Philips Nederland BV De heer ir. B.P.F. Huenges Wajer Agentschap NL (voorzitter) De heer N.J. Koreman Koreman Lichtonderhoud De heer Ing. Th. Mackaay AgentschapNL (tot 1 januari 2010) De heer ing. R. Pieterman ERCO Lighting Nederland B.V. De heer P.J.M. Settels Eur.Erg. ING Nederland De heer ing. R. Visser PLDA Rienk Visser Lichtontwerp- en advies (rapporteur) De ontwikkeling van ISSO-publicatie 90 is mede tot stand gekomen door financiële bijdragen van:

Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publicatie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico. Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomenheden van deze publicatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO. Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO. Op alle publicaties van Stichting ISSO zijn de Algemene Leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.isso.nl of opvragen bij Stichting ISSO. Aanvullingen en eventuele errata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSO, Postbus 577, 3000 AN Rotterdam, e-mail: isso@isso.nl © Stichting ISSO – Rotterdam, september 2010

ISSO-uitgaven ISSO-PUBLICATIES 7 Grondleidingen voor warmtetransport (1979) 8 Berekening van het thermische gedrag van gebouwen bij zomer­ ontwerpcondities (1985) 11 Warmteterugwinning (1982) 12 Verkort referentiejaar voor buitencondities (1986H) 13 Aanbevelingen ter voorkoming van ketelsteenvorming in watervoerende installaties (1983) 14 Zonneboilers; ontwerp, uitvoering en advisering (1992H) 16 De jaarlijkse warmtebehoefte van woningen, energiegebruikberekening per vertrek en totaal (1987) 17 Luchtkanaalberekening (1993H) 18 Leidingnetberekening (1987) 19 Thermisch binnenklimaat, aanbevelingen (1991) 20 Energiegebruik in kantoorgebouwen (1987) 21 Berekening van het energiegebruik voor klimatisering en verlichting van kantoorgebouwen (1994) 22 Energiegebruik in schoolgebouwen (1987) 23 Correctieprocedure referentiejaar naar actueel jaar (1988) 24 Installatiegeluid, ontwerpaanbevelingen en grondslagen voor geluidstechnische berekeningen aan installaties (1990) 25 Leidingisolatie – berekening van de economisch optimale dikte en dikte ter voorkoming van condensatie (1991) 26 Uitwendige corrosie: aanbevelingen ter voorkoming van uitwendige corrosie in verwarmings- en luchttechnische installatie (1990) 27 Luchtfilters in comfortinstallaties (1991) 29 Stralingsverwarming in hoge ruimten, indirect systeem (1992) 30 Leidingwaterinstallaties in woningen (2004) 30.4 ISSO-publicatie Warmteterugwinning uit douchewater (2008) 30.5 ISSO-publicatie LegionellaCode Woninginstallaties (2008) 31 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (1995) 32 Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen (1994) 34 Stralingsverwarming in hoge ruimten, direct systeem (1994) 36 Standaard vraagspecificatie voor installaties in gebouwen (2010) 37 Energiewijzer kantoren (1995) 38 Handboek warmtepompen voor de gebouwde omgeving (1996) 39 Langetermijnkoudeopslag in de bodem (1997) 40 Werkplekklimatisering door verdringingsventilatie (1994) 43 Concepten voor klimaatinstallaties (1998) 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen (1998) 45 Methoden voor energiebesparingberekeningen – Onderbouwing­ methode Energiebesparingfonds (EBF) (1997) 46 Ontwerp van individuele hydraulische schakelingen voor verwarmen van eengezinswoningen (2000) 47 Ontwerp hydraulische schakelingen voor koelen (2005) 48 Klimaatplafonds/Koelconvectoren: richtlijnen voor ontwerp en uitvoering (2008) 49 Vloer-/wandverwarming; vloer-/wandkoeling (2005) 50 Ontwerptechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmings­ installaties (2008) 51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen (2009) 52 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties (2009) 53 Dimensionering verwarmingsinstallaties U-bouw (2002) 54 Energie Diagnose Referentie (EDR) (losbladig) (2003) 55 Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen (2001) 55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (2005) 55.2 Handleiding zorglicht legionellapreventie (2005) 55.3 Legionellapreventie in klimaatinstallaties (2008) 55.4 Handleiding alternatieve technieken in collectieve leidingwater­ installaties (2008) 55.5 Handleiding beheer en onderhoud collectieve leidingwater­instal. (2008) 56 Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmings­ installaties in woningen (2002) 57 Warmteverliesberekening voor industriegebouwen (2002) 58 Luchtverwarming woningbouw (2004) 59 Grote zonneboilers (2001) 60 U- en R- Waarden (2005) 61 Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen (2001) 62 Gebalanceerde ventilatie en wtw in woningen (2003) 64 Kwaliteitseisen isoleren (2002) 63 Beheer en Onderhoud ventilatiesystemen in woningen en woon­ gebouwen (2008) 65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterverwarmings­ installaties (2004) 66 Vermogen van radiatoren en convectoren in praktijksituaties (2001) (Herziening ISSO 1) 67 PvE Elektrotechnische veiligheid & bedrijfszekerheid (2007) 68 Energetisch optimale stook- en koellijnen (2002)

69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie (2002) 70.1 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens (2008) 70.2 Individuele behandeling van afvalwater (IBA) (2000) 70.3 Grijswater binnen de perceelgrens (2002) 71 Optimale warmte opwekkingsinstallaties (2003) 72 Ontwerpen van individuele en klein elektrische warmtepompsystemen (2005) 73 Ontwerp en Uitvoering van Verticale Bodemwarmtewisselaars (2005) 74 Thermisch behaaglijkheid - eisen voor de binnen temperatuur in gebouwen (2004) 75 Handleiding Energieprestatie-Advies Utiliteitsgebouwen 75.1 (2009) – 75.2 (2007) – 75.3 (2009) 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmings­ installaties (2005) 77 Installaties voor Levensloopbestendig Wonen: functie, ontwerp en uitvoering (2004) 78 Handleiding Zonnestroom voor ontwerper en installateur (2006) 79 Inspectie en Onderhoud van Noodverlichtingsinstallaties (2010) 80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in de woningbouw (2007) 81 Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen (2007) 82 Handleiding Energieprestatie-Advies Woningen 82.1 (2009) – 82.2 (2007) – 82.3 (2009) – 82.4 (2010) 83 Een helder licht op werkplekverlichting (2006) 86 Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen (2007) 87 Kwaliteitseisen voor watertechnische installaties in tuinbouwkassen (2007) 88 Kwaliteitseisen voor de constructie van tuinbouwkassen (2007) 89 Binnenklimaat scholen (2008) 90 Energie-efficiënte verlichting in en rondom gebouwen (2011) 91 Ventilatiesystemen met decentrale toe- en afvoer en warmteterug­ winning in woningen en woongebouwen (2009) 92 Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen en woongebouwen (2009) 94 Regeltechniek voor klimaatinstallaties en warmtapwaterbereiding (2010) 100 Duurzaam beheer en onderhoud gebouwen. Feiten en voordelen op een rij (2010) 104 Stappenplan duurzaam beheer en onderhoud (2010) 106 Functionele inspectiemethode duurzaam beheer en onderhoud (2010) DIVERSEN (voor overige producten zie www.isso.nl) NTR 3216 Binnenriolering richtlijn voor ontwerp en uitvoering (2008) (te bestellen bij NEN, 015-269 03 90) 900 Verdringingsventilatie (2004) 901 Binnenmilieu en productiviteit in kantoren (2007) GIW Ontwerp- en montageadviezen, Nieuwbouw, eengezins­ woningen en appartementen (2008) HBK Handboek Installatietechniek (2002) ISSO-KLEINTJES Handleiding Kleintje Water (2003) Handleiding Kleintje Inregelen (2004) Handleiding Kleintje Warmteverlies voor woningen (2005) Handleiding Kleintje Vloerverwarming (2005) Handleiding Kleintje Cv (2006) Handleiding Kleintje Binnenklimaat (2006) Handleiding Kleintje U- en Rc-waarden (2007) Handleiding Kleintje Riolering (2008) Handleiding Kleintje GAS (2008) Handleiding Kleintje Legionellapreventie (2008) Handleiding Kleintje Stooklijnoptimalisatie (2008) Handleiding Kleintje Ventilatie (2009) Handleiding Kleintje Meetmethoden Elektrotechniek (2009) Handleiding Kleintje Koellast (2010) INSTRUCTIEMATERAAL IBnv Instructieboek Noodverlichting (2010) IBmkls Instructieboek Montage- en verwerkingsrichtlijn kunststof leiding­ systemen sanitair (2008) IBM Instructiebladen voor monteurs gebaseerd op Kleintje Riolering (2008) IBhs Instructieboek Ontwerpen van sanitaire installaties (2008) IBemo Instructieboek EMO, module 1, 2 en 3 IBpq Instructieboek Power Quality (2009) IBwp Instructieboek Warmtepompen (6 delen) (2009)

VOOR MEER INFORMATIE KIJK OP WWW.ISSO.NL


ISSO-publicatie 90

Energie-efficiĂŤnte verlichting

ISBN: 978-90-5044-206-0


INHOUDSOPGAVE Samenvatting

7

Begrippenlijst

9

Leeswijzer

12

1

Inleiding

13

2

Ontwerpuitgangspunten

15

2.1

Factoren die de keuze bepalen

15

2.1.1

Projectuitgangspunten

15

2.1.2

Keuze verlichtingsmiddelen

2.2

3

4

Overzicht normen, richtlijnen en aanbevelingen

18

2.2.2

Ontwerpuitgangspunten verlichting

18

2.2.3

Beperking van het energiegebruik

19

2.2.4

Voorkomen van lichthinder

19

2.2.5

Duurzaam inkopen

19

2.4

Kostenaspecten

19 20

Stappenplan voor het ontwerp van energiezuinige verlichting

23

3.1

Stappenplan voor bestaande bouw

23

3.2

Stappenplan voor nieuwbouw

24

Globaal overzicht beschikbare verlichtingsmiddelen en bedieningsmogelijkheden

25

4.1

Daglicht

25

4.2

Kunstlichtbronnen

28

4.3

Verlichtingsarmaturen en -systemen

29

4.3.1

Keuze armaturen in relatie tot energiegebruik

29

4.3.2

Keuze armaturen met betrekking tot visueel comfort

30

4.3.3

Keuze armaturen in relatie tot duurzaamheid

Lichtschakel- en lichtregelsystemen 4.4.1

Individuele systemen

31

4.4.2

Systemen voor afzonderlijke ruimten of lokale bediening en regeling

31

4.4.3

Systemen voor gebouwdelen, gebouw en gebouwcomplexen

33

5.1.1

Inhoudelijke toelichting

34

5.1.2

Power Quality en EMC

34

Energiezuinig ontwerp nieuwbouw

5.3

Stimuleringsmaatregelen

35 35

Programma van Eisen

6.3

32 33

Energiezuinig ontwerp bestaande bouw

5.2

6.2

31 31

Overzicht mogelijkheden energiezuinig c.q. energiezuiniger ontwerp

6.1

ISSO-publicatie 90

2.2.1

De werkplek als uitgangspunt

5.1

6

18

2.3

4.4

5

16

Normen, richtlijnen en aanbevelingen

37

Uitgangspunten Programma van Eisen bestaande bouw

37

6.1.1

Eisen op basis van huidige normen

37

6.1.2

Inventarisatie bestaande situatie

37

6.1.3

Gewenste nieuwe situatie op basis van afwegingen met betrekking tot energie-efficiëntie en andere milieuaspecten

40

Uitgangspunten programma van eisen nieuwbouw

41

6.2.1

Eisen op basis van huidige normen

41

6.2.2

Gewenste situatie op basis van afwegingen met betrekking tot energie-efficiëntie en andere milieu-aspecten

41

Standaardteksten programma van eisen

42

3

Energie-efficiënte verlichting


7

Verlichtingsmiddelen

43

7.1

Daglicht, kunstlichtbronnen en hulpmiddelen

43

7.1.1

Daglicht

43

7.1.2

Kunstlichtbronnen en hulpapparatuur

45

7.2

7.3

8 9

11 12

ISSO-publicatie 90

52

7.2.1

Functie armaturen

52

7.2.2

Uitvoeringsvormen van verlichtingsarmaturen

55

Lichtschakel- en -regelsystemen

56

7.3.1

Individuele systemen

57

7.3.2

Systemen voor afzonderlijke ruimten of lokale bediening

58

7.3.3

Systemen voor gebouwdelen, gebouw en gebouwcomplexen

59

7.3.4

Zwakstroomschakelsystemen

59

7.3.5

Lichtmanagementsystemen

59

7.3.6

Gebouwbeheersystemen

60

7.3.7

Toekomstperspectieven voor lichtregelsystemen

62

Normen, richtlijnen en aanbevelingen

63

Ontwerp

65

9.1

Standaardoplossingen

66

9.2

Energiezuinige en duurzame lichtoplossingen

67

9.2.1

67

9.3 10

Verlichtingsarmaturen

Afstemmen verlichting op situering werkplekken

9.2.2

Schakel- en regelsystemen

70

9.2.3

Keuze systeem, componenten en omvang

70

9.2.4

Bestaande bouw en nieuwbouw

75

9.2.5

Beperking energiegebruik

75

9.2.6

Opgenomen vermogen stand-by

75

9.2.7

Netvervuiling (Power Quality)

76

9.2.8

Inschakelverschijnselen

76

9.2.9

Regeling lichtkleur in relatie tot verlichtingsniveau

76

9.2.10 Regeling lichtkleur in relatie tot voorwerpkleuren in het interieur

77

9.2.11 Risico's

77

9.2.12 Vastleggen uitgangspunten en berekeningsresultaten

77

Kostenaspecten

78

Uitvoering

79

10.1

Alternatieven

79

10.2

Lichtregelsystemen

79

10.3

Oplevering en garantie op goede werking

79

10.4

Revisietekeningen

79

Installatieaspecten

81

Beheer en onderhoud

83

12.1

Voordelen voor de opdrachtgever

83

12.2

Vervangen van lampen

84

12.3

Reinigen en vervangen armaturen

84

12.4

Reinigen interieur

85

12.5

Stappenplan voor het aanbieden van een onderhoudsplan

85

4

Energie-efficiĂŤnte verlichting


13

14

Voorbeelden uit de praktijk

87

13.1

Kantoren

87

13.2

Detailhandel

88

13.3

Industrie

89

13.4

Onderwijs

90

13.5

Zorgsector

91

13.6

Musea en expositieruimten

92

MKK-structuur

95

14.1

Opzet MKK

95

14.1.1 Fases

95

14.1.2 Kwaliteitbeheeraspecten

96

14.1.3 Matrix

97

14.2

Overzicht ingevulde cellen

98

14.3

Celinhoud en specificatiebladen

98

14.4

Opbouw specificatiebladen

101

Specificatiebladen

103

I.

Programmafase

103

I.0-1

Programma van eisen

103

I.0-2

Randvoorwaarden

104

I.3-1

Overzicht eisen programmafase

105

I.4-1

Overzicht middelen programmafase

106

I.8-1

Programma van eisen

107

II.

Ontwerpfase

108

II.0-1

Algemeen

108

II.2-1

Afstemming met ventilatie

109

II.2-2

Afstemming met zon- en lichtweringssystemen

110

II.2-3

Beslissingsschema's

111

II.3-1

Verlichtingssterkte

114

II.3-2

Energie

116

II.3-3

Lichthinder

121

II.3-4

Schakel- en regelsystemen

122

II.4-1

Daglichtfactor

123

II.4-2

Behoudfactor

124

II.4-3

Reductiefactor voor schakel- en regelsystemen

125

II.4-4

Stappenplan bestaande bouw

126

II.4-5

Stappenplan nieuwbouw

127

II.4-6

Overzicht verlichtingssystemen

128

II.8-1

Vastleggen uitgangspunten en berekeningsresultaten

129

III.

Uitwerkingsfase

130

III.0-1

Uitwerkingsfase

130

IV.

Realisatiefase

131

IV.0-1

Doelstelling

131

IV.1-1

Begeleiding

132

IV.2-1

Begeleiding

133

IV.3-1

Montage en installatietechnische eisen

134

IV.4-1

Middelen

135

IV.8-1

Documentatie

136

ISSO-publicatie 90

5

Energie-efficiĂŤnte verlichting


V.

Beheerfase

137

V.0-1

Uitwisseling informatie

137

V.2-1

Informatie

138

V.3-1

Onderhoud

139

V.4-1

Levensduur lampen

140

V.4-2

Reflectiefactoren

141

V.4-3

Stappenplan onderhoudscontract

142

Bijlage A

Toelichting ontwerpuitgangspunten

143

Bijlage B

Standaardteksten voor een programma van eisen

154

Bijlage C

Uitfasering gloeilampen en andere inefficiĂŤnte lichtbronnen en hulpapparatuur

157

Bijlage D

Standaard productinformatie voor lampen en labels

167

Bijlage E

Toelichting op ecodesign verordeningen

171

Literatuurlijst

ISSO-publicatie 90

183

6

Energie-efficiĂŤnte verlichting


SAMENVATTING ISSO-publicatie 90 is bedoeld om duidelijkheid en inzicht te geven in de mogelijkheden voor energieefficiënte verlichting aan organisaties en personen die verantwoordelijk zijn voor de keuze, het advies, het ontwerpen, het realiseren en het onderhouden van de kunstverlichting in utiliteitsgebouwen. Veel aandacht wordt besteed aan de beschikbare middelen voor energie-efficiënte kunstverlichting en aspecten die een rol spelen bij het ontwerp. In sommige situaties kan door het goed toepassen van schakel- en regelsystemen ook in de EPN-beoordeling voordeel worden behaald. Daarnaast worden ook aspecten besproken die van invloed kunnen zijn op productiviteit, alertheid, welbevinden en mogelijk ook op de gezondheid van de gebruikers van utiliteitsgebouwen. Toepassing van energie-efficiënte verlichting is niet alleen goed voor het milieu, maar brengt in veel gevallen ook lagere energie- en onderhoudskosten met zich mee. Praktisch van aard is het stappenplan voor nieuwbouw en renovatie. Met behulp hiervan kunnen de bij een project betrokken partners gestructureerd een ontwerptraject doorlopen. Daarom is een gedegen en goed doordacht stappenplan een wezenlijk onderdeel van het ontwerpproces. Een goed ontwerp is bovendien afgestemd op een bijpassend onderhoudsconcept. Om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor energie-efficiënte verlichting in bestaande gebouwen is hiervan een aantal interessante voorbeelden opgenomen. De publicatie is verder voorzien van een uitgebreide appendix met ontwerpaspecten, een uitgebreide lijst van begrippen en diverse aanvullende toelichtingen.

ISSO-publicatie 90

7

Energie-efficiënte verlichting


ISSO-publicatie 90

8

Energie-efficiĂŤnte verlichting


BEGRIPPENLIJST Arbeidsfactor (λ) De arbeidsfactor of vermogensfactor is de verhouding tussen werkelijk vermogen en schijnbaar vermogen van een apparaat of lamp in een niet-sinusvormige wisselspanningsinstallatie.

Compacte fluorescentielamp Fluorescentielamp met een beperkt volume, bijvoorbeeld door een gevouwen gasontladingsbuis. Cos ϕ De cos ϕ is de verhouding tussen werkelijk vermogen en schijnbaar vermogen van een apparaat of lamp in een sinusvormige wisselspanningsinstallatie.

Armatuur Behuizing voor een lichtbron die het licht ruimtelijk verdeelt en/of afschermt. Hierin bevinden zich tevens de voorzieningen voor de elektrische aansluiting, eventuele voorschakelapparatuur en voorzieningen voor de montage.

Daglichtfactor Verhouding tussen de hoeveelheid daglicht op een bepaald punt in een ruimte in een gebouw en een punt buiten in het vrije veld, uitgedrukt in procenten of als factor kleiner dan 1.

Armatuurrendement Verhouding tussen de lichtstroom die door de armatuur wordt afgegeven en de lichtstroom van de lamp of lampen van de armatuur.

Daglichtgeleidingssysteem Systeem dat daglicht invangt en transporteert naar dieper in een gebouw gelegen ruimte.

Ballast Ander woord voor voorschakelapparaat, een apparaat dat bij een gasontladingslamp nodig is om de stroomsterkte te stabiliseren en zorgt voor de nodige ontsteekspanning en bedrijfsspanning.

Daglichtsystemen Specifieke aanpassing c.q. voorziening ter plaatse van daglichtopeningen, die de lichtverdeling van het binnenvallende dag- en zonlicht in de ruimte beïnvloedt.

Behoudfactor Verhouding tussen de verlichtingssterkte aan het eind van een vooraf vastgestelde onderhoudsperiode en die bij oplevering van de lichtinstallatie. Deze werd vroeger ook wel aangeduid als depreciatiefactor of als nieuwwaarde-index.

Driver Apparaat dat bij leds nodig is om de stroomsterkte te stabiliseren en zorgt voor de juiste bedrijfsspanning. Energie Prestatie Norm (EPN) Genormeerde calculatiemethode om de energetische kwaliteit van gebouwen inclusief de technische installaties te berekenen en te vergelijken.

Bewegingssensor Sensor die binnen een gedefinieerde zone beweging detecteert.

Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) Maat voor de energie-efficiëntie van een gebouw, berekend volgens de Energie Prestatie Norm (EPN).

Biologische klok Tijdsbepalend mechanisme bij de mens, dat onder meer zijn slaap-waakritme regelt. In 'vrijloop' volgt die interne klok vaak een 25-uurscyclus. Deze wordt gelijkgezet onder invloed van (dag)licht.

Energiegebruik verlichting De elektrische energie in kilowatt-uur (kWh) die een verlichtingsinstallatie gedurende een zekere periode opneemt.

Bussysteem voor installaties Netwerk voor informatieoverdracht tussen de hierop aangesloten componenten. Voorbeelden hiervan zijn:  DALI (Digital Addressable Lighting Interface);  DSI (Digital Serial Interface);  DMX(512) (Digital Multiple Xed);  LONworks (LON staat voor Local Operating Network);  BACnet (Building Automation and Control Networks);  KNX of Konnex (voorheen EHS (European Home System Protocol, BatiBUS en EIB (Europese InstallatieBus)).

ISSO-publicatie 90

EVSA Afkorting voor elektronisch voorschakelapparaat. Fluorescentie Proces in een gasontladingslamp, waarbij voor het oog onzichtbare, ultraviolette straling wordt omgezet in zichtbaar licht. De lichtopwekking in onder andere de welbekende TL-buis berust op dit principe. Gelijkmatigheid De verhouding tussen de minimale verlichtingssterkte en de gemiddelde verlichtingssterkte op een oppervlak.

9

Energie-efficiënte verlichting


Helderheid Kenmerk van de visuele waarneming op grond waarvan een lichtbron of oppervlak meer of minder licht lijkt uit te stralen.

Lichtmanagementsysteem Geïntegreerd systeem waarmee een uitgebreide verlichtingsinstallatie kan worden bediend, beheerd en (her)geconfigureerd.

Infrarood (IR) Elektromagnetische straling met een iets lagere frequentie dan zichtbaar licht, ook bekend als warmtestraling. IR-straling wordt ook gebruikt als medium bij aan/afwezigheidsdetectie of voor aansturing van componenten op afstand.

Lichtmeetcel/-sensor Sensor die licht meet. In een lichtregelsysteem, bijvoorbeeld bij daglichtregeling, kan een meetcel op diverse plaatsen zijn gemonteerd, bijvoorbeeld in een armatuur. De respons hangt mede af van de zichthoek en het frequentiebereik van de sensor.

Klein chemisch afval (KCA-lampen) Lampen die een bepaalde hoeveelheid kwik of kwikverbinding bevatten.

Lichtstroom De hoeveelheid straling die een lichtbron uitzendt, gewaardeerd naar de gevoeligheid van het oog. De eenheid van lichtstroom is lumen (lm).

Kleurweergave-index Ra Maat voor de kwaliteit van de kleurweergave van een lichtbron, uitgedrukt in een getal tot maximaal 100  Ra = 91 t/m 100 Zeer goed;  Ra = 81 t/m 90 Goed;  Ra = 51 t/m 80 Matig;  Ra ≤ 50 Slecht.

Lichtniveau Benaming voor de gemiddelde grootte van de lichtstroom in een ruimte, veelal vergelijkbaar met het begrip 'Verlichtingssterkte'. Lichtregelsysteem Systeem dat de erop aangesloten verlichting schakelt en/of regelt, automatisch en/of handmatig.

Kleurtemperatuur Maat voor de kleurindruk van een lamp uitgedrukt in Kelvin (K), bijvoorbeeld:  2700 K extra warmwit;  3000 K warmwit;  4000 K neutraalwit, friswit;  5000 K koelwit.

Lichtscène Voorkeurinstelling van de verlichting in een ruimte. Lichttherapie Therapievorm waarbij een persoon incidenteel een verhoogde dosis licht met een bepaalde kleurtemperatuur krijgt toegediend.

Lamprendement Maat voor het rendement van een lamp, zijnde de verhouding van de lichtstroom van de lamp en het opgenomen elektrisch vermogen door de lamp, uitgedrukt in lumen per watt (lm/W).

Lichtsterkte Maat voor de intensiteit van een lichtbundel in een zekere richting. De eenheid van lichtsterkte is candela (cd).

(Lamp)systeemrendement Maat voor het rendement van een (halogeen)gloeilamp voor laagspanning, gasontladingslamp of led in combinatie met vereiste transformator, voorschakelapparaat c.q. driver.

LTA-waarde Maat voor de hoeveelheid licht die door beglazing wordt doorgelaten, uitgedrukt in procenten of als factor kleiner dan 1 (doorlatingsfactor).

Levensduur Het aantal uren waarna de lamp sinds het in gebruik nemen in nieuwe toestand, niet meer na behoren functioneert c.q. de lichtstroomafname door uitval en afname van de lichtstroom door veroudering niet meer acceptabel is. Voor gloeilampen en halogeenlampen wordt het begrip gemiddelde levensduur aangehouden, dat is het aantal uren waarna de helft van de lampen defect zal zijn.

Luminantie Maat voor de helderheid van een vlak of een lichtbron. De eenheid van luminantie is candela per vierkante meter (cd/m2). Nominaal vermogen Vermogen dat door een component wordt opgenomen onder standaardomstandigheden in watt (W).

Lichtbron Een component die toegevoerde energie omzet in licht.

Ontladingslamp Lichtbron waarbij licht wordt opgewekt door toevoer van elektrische energie aan een mengsel van gassen in een gesloten buis.

Lichtkleur Populaire benaming voor beleving van de kleurtemperatuur.

ISSO-publicatie 90

10

Energie-efficiënte verlichting


Praktijkverlichtingssterkte Em (volgens NEN-EN 12464) De laagst toelaatbare waarde van de gemiddelde verlichtingssterkte op een gespecificeerd oppervlak, in het algemeen na een bepaalde geplande onderhoudsperiode, in lux (lx). De m geeft aan dat het de minimaal toegestane waarde betreft.

Verblindingshinder - UGR Mate van onbehaaglijke verblinding, uitgedrukt in een getal dat is vastgesteld met behulp van de CIE Unified Glare Rating (UGR)-methode. Verlichtingsrendement Maat voor het rendement van een lichtinstallatie in een specifieke situatie met betrekking tot het deel van het door de lampen uitgestraalde licht dat daadwerkelijk het werkvlak c.q. te verlichten oppervlak bereikt, uitgedrukt in procenten.

Power factor De power factor van een wisselstroomsysteem is de verhouding tussen het werkelijk opgenomen vermogen (W) en het zogenaamde schijnbare vermogen (VA). Hierbij wordt naast de grondgolf voor het wisselstroomsysteem ook rekening gehouden met de eventuele invloed van hogere harmonischen.

Verlichtingssterkte Maat voor de hoeveelheid licht (lichtstroom) per eenheid van oppervlak (lm/m2), de eenheid is lux (lx).

Preset Voorkeuze-instelling.

Visuele taak Visuele elementen van het werk dat moet worden uitgevoerd. De belangrijkste visuele elementen zijn de afmetingen en luminantie van het object, het contrast tussen het object en de achtergrond en de tijd waarin de taak moet worden uitgevoerd.

Radiofrequent (RF) Elektromagnetische straling met een veel lagere frequentie dan licht. Straling van deze golflengte wordt gebruikt voor radiocommunicatie en bovendien als medium voor aansturing van componenten op afstand.

Voorschakelapparaat (vsa) Apparaat dat bij een gasontladingslamp nodig is om de stroomsterkte te stabiliseren en zorgt voor de nodige ontsteekspanning en bedrijfsspanning.

Regelunit Onderdeel van een lichtregelsysteem dat de erop aangesloten verlichting kan schakelen en/of regelen.

Werkklimaat Samenstel van omgevingsfactoren die het werken van gebruikers beïnvloeden.

Seasonal Affective Disorder (SAD) Winterdepressie, een ziektebeeld dat mede kan ontstaan door een langdurig gebrek aan (hoge) lichtniveaus.

Werkvlak Vlak waarop een bepaalde visuele taak moet kunnen worden uitgevoerd.

Sequencer Programmeerbare unit voor het achtereenvolgens aansturen van vooraf ingestelde lichtscènes.

Winterblues Lichte vorm van winterdepressie.

Spaarlamp Gasontladingslamp of led met een ingebouwd voorschakelapparaat c.q. driver voorzien van een Edison- of bajonetlampvoet, die voldoet aan klasse A volgens de labeling voor de energie-efficiënte van lampen. Starter Hulpmiddel dat in combinatie met een conventioneel voorschakelapparaat bij het ontsteken van gasontladingslampen nodig is. TL-lamp Algemeen ingeburgerde benaming voor een buisvormige fluorescentielamp. Ze worden in verschillende diameters op de markt gebracht en zijn op basis hiervan gecodeerd met de aanduiding T gevolgd door een getal gebaseerd op de Engelse duim, bijvoorbeeld T8 heeft een diameter van 8/8 duim en dus 26 mm, T5 heeft een diameter van 5/8 duim en dus 16 mm (door enkele fabrikanten ook wel aangeduid als T16).

ISSO-publicatie 90

11

Energie-efficiënte verlichting


LEESWIJZER Het rapport is opgebouwd uit vijf delen: I Programmafase (hoofdstuk 2 t/m 6); II Ontwerpfase (hoofdstuk 7 t/m 9); III Uitwerkings- en realisatiefase (hoofdstuk 10 en 11); IV Beheerfase (hoofdstuk 12); V Voorbeelden uit de praktijk (hoofdstuk 13).

V. Voorbeelden uit de praktijk Geeft diverse voorbeelden uit de praktijk. De publicatie is verder voorzien van een uitgebreide appendix met ontwerpaspecten, een uitgebreide lijst van begrippen en diverse aanvullende toelichtingen. Gezien de opbouw van het rapport is in sommige gedeelten gekozen voor een functionele herhaling van wat ook geheel of gedeeltelijk in voorgaande delen is opgenomen.

I. Programmafase Is vooral bedoeld voor eigenaren, architecten, projectontwikkelaars, facilitair managers en adviseurs. Het geeft informatie over de mogelijkheden voor de toepassing van energiezuinige verlichting voor diverse gebouwtypen en de keuzes die hiervoor moeten worden gemaakt. Ook wordt aandacht besteed aan de manier waarop deze kunnen worden vastgelegd in een Programma van Eisen en een stappenplan voor de realisatie.

Brochurereeks 'Zuinig licht, heldere keuze' Voor specifieke informatie voor verschillende gebouwtypen wordt verwezen naar de reeks brochures 'Energiezuinige verlichting voor utiliteitsgebouwen'. Schoon Licht Scan Utiliteitsgebouw De scans voor utiliteitsgebouwen maken het mogelijk om een schatting te maken hoeveel er bespaard kan worden op de verlichting.

II. Ontwerpfasefase Is vooral bedoeld voor lichtontwerpers en -adviseurs en behandelt beschikbare verlichtingsmiddelen en ontwerpaspecten met betrekking tot de normen, richtlijnen en aanbevelingen die van toepassing zijn. Daarnaast worden standaardoplossingen behandeld om een energiezuinige verlichting te realiseren en ook wordt een aantal andere mogelijkheden gegeven. Ook wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden voor toepassing van regelsystemen voor verlichting. Vaak worden deze op voorhand uitgesloten als wordt uitgegaan van veel gebruikte kengetallen voor de elektrische installatie. Kennis van regelsystemen en de gebruiksmogelijkheden kunnen een goede basis vormen om opdrachtgevers te overtuigen van het comfort en de mogelijkheden van energiebesparing en beperking van het onderhoud die dergelijke systemen bieden. III. Uitwerkings- en realisatiefase Geeft informatie over de uitvoering en de planning die hiervoor nodig is en is bedoeld voor projectleiders en installateurs. IV. Beheerfase Is met name bedoeld voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en voor installateurs die het onderhoud uitvoeren. Dit deel behandelt aspecten betreffende het beheer en onderhoud van de lichtinstallatie

ISSO-publicatie 90

12

Energie-efficiĂŤnte verlichting


1

INLEIDING

Bij het ontwerp van verlichting moet in de eerste plaats rekening worden gehouden met de eisen en wensen van de opdrachtgever en in veel gevallen ook met die van de architect. Daarnaast moet worden voldaan aan de actuele wet- en regelgeving met betrekking tot arbeidsomstandigheden en comfort voor de gebruikers. Voor het uitvoeren van visuele taken in gebouwen is een bepaalde hoeveelheid licht nodig. Deze wordt onder andere bepaald door de aard van de werkzaamheden die worden verricht en de periode waarin deze worden uitgevoerd. Ook zijn van tal van andere factoren van belang, zoals visueel comfort, welbevinden, veiligheid, leeftijd van de gebruikers, vereiste nauwkeurigheid van de uit te voeren werkzaamheden, mate van productiviteit, kleine details (bijvoorbeeld kleine lettertjes of onderdeeltjes van apparaten), lage contrasten en waarnemen van bepaalde kleuren.

In het algemeen wordt men steeds meer bewust van de gevolgen voor het milieu die het gebruik van middelen die voor het gemak van de mens dienen met zich meebrengen. Voldoende reden om ook voor de verlichting te zoeken naar mogelijkheden die het milieu zo weinig mogelijk belasten. Dit zowel wat betreft fabricage, energiegebruik, levensduur, mogelijkheden voor hergebruik en de verwerking van afval. De Nederlandse regering heeft zich met betrekking tot het energiegebruik in het algemeen het volgende tot doel gesteld:  Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, met name CO2, in 2020 met 30% vergeleken met 1990;  Het verdubbelen van het tempo van energiebesparing in de komende jaren van 1% nu naar 2% per jaar;  Het verhogen van het aandeel duurzame energie van ongeveer 2% nu naar 20% van het totale energiegebruik in 2020;  Beperking van het energiegebruik van verlichting kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren.

Kunstverlichting vraagt elektrische energie. Door de belasting van het milieu bij de opwekking daarvan is het belangrijk om het energiegebruik zo beperkt mogelijk te houden. Dit kan in de eerste plaats door zo energie-efficiënt mogelijke lampen en armaturen toe te passen. Hierdoor blijft de CO2-emissie zo gering mogelijk en daarmee de belasting voor het milieu. Alle genoemde aspecten dienen belangrijke uitgangspunten te zijn bij het ontwerp van de verlichting.

Energie-efficiënte verlichting begint met een goed ontwerp Veel aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden die lichtschakel- en lichtregelsystemen hiervoor bieden. In sommige situaties kan door het goed toepassen van verschillende lichtschakel- en lichtregelsystemen ook in de EPN-beoordeling voordeel worden behaald. Daarnaast worden aspecten besproken die van invloed kunnen zijn op productiviteit, alertheid, welbevinden en mogelijk ook op de gezondheid.

Er zijn tal van mogelijkheden om het energiegebruik te beperken. Onder andere door gebruik te maken van binnenvallend daglicht en de verlichting alleen in te schakelen als een ruimte in gebruik is. Wanneer in een ruimte meerdere personen werken, kan met een lager niveau worden volstaan op plaatsen waar niemand aanwezig is door lichtregeling te combineren met aanwezigheidsdetectie. Dit voorkomt donkere en als onprettig ervaren gedeelten van ruimten.

Praktisch van aard is het stappenplan voor nieuwbouw en renovatie. Met behulp hiervan kunnen de bij een project betrokken partners gestructureerd een ontwerptraject doorlopen. De nodige aandacht hiervoor vormt een wezenlijk onderdeel van het ontwerpproces. Een goed ontwerp is ook afgestemd op een bijpassend onderhoudsconcept.

Het is belangrijk om kunstverlichting zo energieefficiënt mogelijk toe te passen. Dit geldt niet alleen voor nieuwe gebouwen, maar ook voor bestaande. Zo wordt nog steeds in circa 50% van de bestaande gebouwen fluorescentielampverlichting toegepast in combinatie met conventionele voorschakelapparaten. Daarnaast is ook de duurzaamheid van de toe te passen verlichtingsmiddelen een belangrijk uitgangspunt.

Aangezien de ontwikkelingen op het gebied van energie-efficiënte en duurzame verlichting zeer snel gaan, dient ook kennis genomen te worden van de laatste updates op de website van ISSO.

ISSO-publicatie 90 is bedoeld om duidelijkheid en inzicht te geven in de mogelijkheden voor het realiseren en onderhouden van energiezuinige en duurzame verlichting in utiliteitsgebouwen. Doelgroepen voor de publicatie zijn met name organisaties en personen die verantwoordelijk zijn voor de keuze, het advies, ontwerpen, realiseren en onderhouden van energiezuinige en duurzame verlichting in utiliteitsgebouwen.

ISSO-publicatie 90

Dit handboek is tot stand gekomen in het kader van de Taskforce Verlichting, met financiële steun van het Ministerie van VROM en Uneto-VNI en in samenwerking met de NSVV, Uneto-VNI en AgentschapNL.

13

Energie-efficiënte verlichting


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.