publicatie
92
k e nnisins t i t u u t v o o r d e ins t a l l a t i e s e c t o r
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen en woongebouwen
ISSO-publicatie 92
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen en woongebouwen
ISBN: 978-90-5044-188-9
INHOUDSOPGAVE
1
2
3
Samenvatting
7
Summary
7
Symbolenlijst
9
Begrippenlijst
11
Inleiding
15
1.1
Algemeen
15
1.2
Doelstelling en kader
15
1.3
Opbouw publicatie
17
1.4
Ontwerpproces
17
1.5
Leeswijzer kwaliteitsniveau
21
2.1
Wetgeving
21
2.2
Normen, richtlijnen en certificering
21
2.3
Gelijkwaardigheidsbepaling
22
2.4
Definitie bestaande bouw
22
Programmafase
23
3.1
Algemeen
23
3.1.1
Uitgangspunten
23
3.1.2
Ventilatiesystemen
23
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6 3.7
4
Binnenluchtkwaliteit
25
3.2.1
Wettelijke eisen
25
3.2.2
Kwaliteitseisen
26
3.2.3
Aanvullende kwaliteitseisen
26
Thermisch comfort
26
3.3.1
Wettelijke eisen
26
3.3.2
Kwaliteitseisen
26
3.3.3
Aanvullende kwaliteitseisen
26
Akoestisch comfort
27
3.4.1
Wettelijke eisen
27
3.4.2
Kwaliteitseisen
27
3.4.3
Aanvullende kwaliteitseisen
27
Energie
27
3.5.1
Wettelijke eisen
27
3.5.2
Kwaliteitseisen
28
3.5.3
Aanvullende kwaliteitseisen
28
Overige randvoorwaarden
28
3.6.1
Duurzaam bouwen
28
Wettelijke eisen bestaande bouw
28
3.7.1
Binnenluchtkwaliteit
28
3.7.2
Thermisch comfort
28
3.7.3
Akoestisch comfort
29
3.7.4
Energie
29
Ontwerpfase 4.1
4.2
ISSO- publicatie 92
20
Wetgeving, normen en richtlijnen
31
Algemeen
31
4.1.1
Uitgangspunten
31
4.1.2
Stappenplan
31
Stap 1: Bepaling ventilatiebalans
32
3
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
5
6
7
8
32
4.3.1
Typen toevoervoorziening
32
4.3.2
Keuze toevoervoorziening
32
4.3.3
Regelbaarheid en vraagsturing
33
Stap 3: Bepaling plaats luchttoe- en afvoerroosters in de gebouwschil en in de woning
33
4.4.1
Aandachtspunten m.b.t. luchtkwaliteit
33
4.4.2
Aandachtspunten m.b.t. thermisch comfort
33
4.4.3
Aandachtspunten m.b.t. akoestisch comfort
34
4.4.4
Overige aandachtspunten
35
Stap 4: Bepaling eigenschappen afvoerventiel, kanalenverloop in de woning en afzuigunit
36
4.5.1
Afvoerventiel
36
4.5.2
Kanalenverloop in de woning
36
4.5.3
Afzuigunit
37
Stap 5: Bepaling overige bouwkundige en installatietechnische voorzieningen
38
4.6.1
Overstroomvoorziening
38
4.6.2
Luchtdoorlatendheid van de woning
38
4.6.3
Collectieve kanalen
38
4.6.4
Dakventilatoren
38
4.6.5
Relatie ventilatie-warmtapwater
39
4.6.6
Relatie ventilatie-verwarming
39
Bestaande bouw
40
4.7.1
Wettelijke eisen
40
4.7.2
Bouwkundige kanalen in bestaande bouw
40
4.7.3
Elektra
40
Uitwerkingsfase
41
5.1
Uitgangspunten
41
5.2
Informatie-uitwisseling
41
5.3
Validatie systeemcomponenten
41
5.3.1
Selectie gevelroosters
41
5.3.2
Selectie gevelventilatie-unit
42
5.3.3
Selectie luchtafvoercomponenten
42
Realisatiefase
43
6.1
Algemeen
43
6.1.1
Uitgangspunten
43
6.1.2
Toetsmomenten en rapportage
44
6.2
Montage- en installatietechnische kwaliteitseisen
44
6.3
Controleprocedures
45
6.3.1
Functionele controle
45
6.3.2
Prestatiecontrole
45
6.3.3
Controlemeting geluidniveau
47
Beheerfase
49
7.1
Algemeen
49
7.2
Gebruikersvoorschriften
50
7.3
Bedienings- en onderhoudsvoorschriften
50
MKK-structuur
51
8.1
Opzet MKK
51
8.1.1
Fases
51
8.1.2
Kwaliteitbeheeraspecten
52
8.1.3
Matrix
53
8.2
ISSO- publicatie 92
Stap 2: Bepaling type toevoervoorziening en vraagsturing
Overzicht ingevulde cellen
54
4
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
8.3
Celinhoud en specificatiebladen
54
8.4
Opbouw specificatiebladen
59
Specificatiebladen
61
I.
Programmafase
61
I.0-1
Programma van eisen
61
I.0-2
Randvoorwaarden
62
I.2-1
Uitwisseling informatie
65
I.3-1
Binnenluchtkwaliteit
67
I.3-2
Thermisch comfort
72
I.3-3
Geluid van buiten
75
I.3-4
Geluid van installaties
77
I.3-5
Energie
80
I.3-7
Duurzaam bouwen
82
I.4-1
Luchtdoorlatendheid
84
I.4-2
Indeling ventilatiesystemen
86
I.4-4
Thermisch comfort
89
I.4-5
Geluidwering gevel
96
I.4-6
Energieprestatie
97
I.4-10
Vraagsturing
I.4-11
Gelijkwaardigheid, CE-markering en kwaliteit
100
99
I.8-1
Rapportage
102
I.8-2
Vraagspecificatieblad kwaliteitsaspecten
103
II.
Ontwerpfase
105
II.0-1
Algemeen
105
II.0-2
Uitgangspunten
107
II.2-1
Uitwisseling informatie
109
II.3-1
Kwaliteit toevoerlucht
111
II.3-2
Comfortaspecten en regelbaarheid
115
II.3-3
Brandveiligheid
119
II.3-4
Ventilatie overige ruimten
120
II.3-6
Luchtdoorlatendheid
122
II.3-7
Energiegebruik ventilatoren
124
II.3-9
Selectie afzuigunit
125
II.3-10
Selectie gevelroosters
127
II.3-11
Kanalenontwerp
129
II.3-12
Selectie gevelventilatie-unit
133
II.4-1
Luchtvolumestroom en regelbaarheid
135
II.4-2
Kanalenontwerp
138
II.4-3
Weerstandsberekening
140
II.4-4
Principe uitvoering ventilatiesystemen
142
II.4-5
Verdunningsfactor
149
II.4-6
Ventilatieroosters
150
II.4-7
Geluid van installaties
156
II.4-8
Beperking overspraak
159
II.4-9
Geluid van buiten
161
II.4-10
Brandveiligheid
163
II.4-12
Luchtdoorlatendheid
164
II.4-13
Energieprestatie
165
II.4-14
Opstelplaats gevelventilatie-unit
168
ISSO- publicatie 92
5
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
II.4-15
Opstelplaats afzuig- en regelunit
171
II.4-18
Relatie verwarming-ventilatie
173
II.4-19
Relatie warmtapwater-ventilatie
177
II.4-21
Selectie afzuigunit
179
II.4-23
Kanalen centrale luchtafvoer
181
II.4-25
Luchtfilters
185
II.4-27
Elektra
187
II.4-29
Selectie lucht- en brandkleppen
189
II.4-30
Geveldoorvoer en muurrooster
192
II.4-31
Regelstrategie
194
II.4-32
Gelijkwaardigheid en kwaliteitsverklaringen
197
II.4-33
Ventilatiebalans
199
II.4-34
Selectie gevelventilatie-unit
202
II.8-1
Rapportage
206
II.8-2
Vraagspecificatieblad kwaliteitsaspecten
207
III.
Uitwerkingsfase
209
III.0-1
Randvoorwaarden
209
III.2-1
Uitwisseling informatie
210
III.3-2
Selectie gevelroosters
211
III.3-3
Centrale mechanische luchtafvoer
212
III.3-9
Gevelventilatie-unit
215
III.4-1
Selectie gevelroosters
217
III.4-3
Selectie luchtafvoercomponenten
219
III.4-8
Selectie gevelventilatie-unit
223
III.8-1
Rapportage
224
III.8-2
Vraagspecificatieblad kwaliteitsaspecten
225
IV.
Realisatiefase
226
IV.0-1
Randvoorwaarden
226
IV.2-1
Uitwisseling informatie
227
IV.3-1
Montage- en installatietechnische kwaliteitseisen
229
IV.4-1
Richtlijnen montage en installatie
231
IV.4-2
Inregelprocedures
232
IV.4-3
Functionele Controle
233
IV.4-4
Prestatie controle
235
IV.4-7
Meting geluidniveau
239
IV.8-1
Rapportage
241
V.
Beheerfase
242
V.0-1
Randvoorwaarden
242
V.2-1
Uitwisseling informatie
243
V.3-1
Gebruik luchtafvoervoorzieningen
244
V.3-2
Gebruik luchttoevoervoorzieningen
245
V.3-3
Onderhoud luchtafvoervoorzieningen
247
V.3-4
Onderhoud luchttoevoervoorziening
248
V.4-1
Bedieningsvoorschriften
249
V.4-2
Onderhoudsvoorschriften
250
Bijlage A
Verdunningsfactor
251
Bijlage B
Ventilatiebalans referentiewoningen
255
Literatuurlijst
272
ISSO- publicatie 92
6
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
SAMENVATTING
SUMMARY
Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ontwerptechnische kwaliteitseisen voor goed functionerende ventilatiesystemen op basis van decentrale luchttoevoer met centrale mechanische luchtafvoer in woningen en woongebouwen. Al dan niet op basis van vraagsturing wordt in verblijfsruimten lokaal natuurlijk of mechanisch lucht toegevoerd en centraal mechanisch afgevoerd.
This manual provides a uniform package of design technical quality requirements for properly functioning local mechanical ventilation systems in dwellings and residential buildings. The ventilation system typically exists of local natural or mechanical air supply and central mechanical air exhaust. The package can also be applied to demand controlled ventilation systems. A rough design and scheme of relationships clearly indicates what choices will have to be made, what factors play an important role and how they influence one another. The following chapters refer to relevant information through specification sheets.
Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatieschema wordt duidelijk aangegeven waar keuzen moeten worden gemaakt, welke factoren daarbij een rol spelen en hoe deze elkaar beïnvloeden. In de daarop volgende hoofdstukken wordt via verwijzing naar specificatiebladen (SB) naar specifieke informatie verwezen.
The design technical quality requirements and guidelines which have been worked out in the form of specification sheets are presented in the structure of the Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties (Model Quality Control Climate Installations) (MKK), so that it will be clear during each stage of the production process of a ventilation system what requirements will have to be met and which information has to be available to complete the production process.
De in de vorm van specificatiebladen uitgewerkte ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen zijn gepresenteerd in de structuur van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallatie (MKK), zodat in iedere fase van het voortbrengingsproces van een ventilatiesysteem duidelijk is aan welke specificaties moet worden voldaan en welke informatie beschikbaar moet zijn om het voortbrengingsproces te doorlopen.
The program phase, design phase, execution phase and control phase have been worked out in separate steps. Furthermore, a number of appendices have been added, such as tables with the dilutionfactor and examples how to calculate and balance the airflows in the dwelling.
In aparte stappen zijn de programmafase, ontwerpfase, uitwerkingsfase, realisatiefase en beheerfase beschreven. Verder zijn twee bijlagen toegevoegd, te weten: Verdunningsfactoren; Ventilatiebalans referentiewoningen.
ISSO- publicatie 92
7
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
ISSO- publicatie 92
8
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
SYMBOLENLIJST Ag
gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie, het totaal van de tussen omsluitende wanden [m2] gelegen vloeroppervlakten van in die gebruiksfunctie gelegen ruimten
Avloer
vloeroppervlakte van verblijfsgebied of verblijfsruimte
[m2]
CO2
koolstofdioxide, indicator voor de binnenluchtkwaliteit en voor de regeling van ventilatiesystemen
[ppm]
EPC
energieprestatiecoëfficiënt, maat voor de energetische eigenschappen van een gebouw(gedeelte) inclusief de gebouwinstallaties bij een genormeerd gebruikersgedrag, conform NEN 5128
[-]
f
verdunningsfactor, maat voor de minimale afstand tussen de uitmondingen van een afvoer (van rookgassen en binnenlucht) en het toevoerpunt van verse ventilatielucht
[-]
h
hoogteverschil
[m]
Ga,k
vereiste karakteristieke geluidwering gevel, uitgedrukt in het gefilterd geluidniveau dat rekening houdt met de gevoeligheid van het menselijk oor voor de frequenties uit het hoorbaar spectrum
[dB(A)]
Li,a,k
karakteristiek installatiegeluidniveau t.g.v. installaties in een gebouw op een ander perceel, uitgedrukt in het gefilterd geluidniveau dat rekening houdt met de gevoeligheid van het menselijk oor voor de frequenties uit het hoorbaar spectrum
[dB(A)]
p
drukverschil
[Pa]
PMV
Predicted Mean Vote, rekengrootheid die de gemiddelde waarde voorspelt van de waardering van een grote groep personen die een uitspraak doen over de thermische gewaarwording van hun omgeving aan de hand van een 7-puntsschaal, lopend van -3 (koud) tot + 3 (heet)
[-]
PPD
Predicted Percentage of Dissatisfied, voorspeld percentage ontevreden personen onder een [%] grote groep personen, die zich ten aanzien van het algemene comfort onbehaaglijk voelen
qv
luchtvolumestroom
[dm3/s]
qv;10
luchtvolumestroom tussen binnen en buiten die ontstaat bij 10 Pa drukverschil
[dm3/s·m2]
qv;10;kar
luchtdoorlatendheid per m2 gebruiksoppervlakte van de woning
[dm3/s·m2]
Rc
eenheid van warmteweerstand van een scheidingsconstructie
[(m2·K)/W]
RV
relatieve luchtvochtigheid
[%]
Uglas
warmtedoorgangscoëfficiënt glas, maat voor de grootte van de warmtestroom door een uitwendige scheidingsconstructie per graad temperatuurverschil per vierkante meter
[W/(m2·K)]
v
luchtsnelheid
[m/s]
rendement (warmtewisselaar)
[%]
ISSO- publicatie 92
9
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
ISSO- publicatie 92
10
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
BEGRIPPENLIJST In deze publicatie wordt een aantal begrippen gegeven m.b.t. decentrale mechanische ventilatie. De volgende begrippen zijn voor deze publicatie van belang:
Filter Toestel/voorziening voor de zuivering van onder meer lucht en damp. Er zijn diverse soorten filters te onderscheiden, bijvoorbeeld koolstoffilters (met name voor het afvangen van chemische agentia), vezelfilters (bijvoorbeeld zakkenfilters) en elektrostatische filters.
Beheer Alle (bestuurlijke) activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van het ventilatiesysteem in stand te houden.
Gebalanceerde ventilatie Gecontroleerde mechanische toevoer en afvoer van ventilatielucht, waarbij evenveel lucht wordt toegevoerd als afgevoerd.
Binnencondities Ontwerp binnenluchttemperatuur, luchtsnelheid en vochtigheid.
Gebruiksfunctie De gedeelten van een of meer bouwwerken op een perceel of standplaats, die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen.
Binnenklimaat Het complex van fysische factoren zoals temperatuur, vochtigheid, verlichting,luchtbeweging en het geluid in een verblijfsgebied van een gebouw. Brandcompartiment Een besloten gedeelte van een gebouw, bestemd als maximaal uitbreidingsgebied voor brand.
Gevelventilatie-unit Decentraal toestel dat per ruimte zorgt voor mechanische luchttoevoer. Hiervoor is een geveldoorvoer noodzakelijk. De gevelventilatie-unit kan zijn voorzien van vraagsturing.
Buitencondities Ontwerp buitenluchttemperatuur, relatieve vochtigheid en windsnelheid.
HR-glas Meervoudig glas met coating en speciale gasvulling waardoor de warmteweerstand hoog is ten opzichte van 'normale' beglazing.
Capaciteit Term uit de bouwregelgeving, waarmee onder andere een luchtvolumestroom wordt aangeduid.
HygiĂŤnische luchtvolumestroom De minimum luchtvolumestroom die door vraaggestuurde ventilatiesystemen bij afwezigheid van personen wordt onderhouden. Doel hiervan is de beheersing van emissies uit niet mensgerelateerde vervuilingsbronnen, zoals bouwmaterialen en woninginrichting.
Decentrale luchttoevoer Ventilatie waarbij de luchttoevoer via een rooster of ventilatie-unit in de gevel verloopt. Deze lokale ventilatiesystemen kunnen zijn voorzien vraagsturing. Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen houdt in dat de milieu- en gezondheidsaspecten in alle fasen van de inrichting van de gebouwde omgeving (de bouw en het gebruik, inclusief sloop) zodanig worden betrokken dat de draagkracht van het milieu in ieder geval behouden blijft of wordt verbeterd. Onderscheiden milieuthema's binnen dit kader zijn: energie, water, materialen, binnenmilieu en omgevingskwaliteit.
Inductie Het door inblazen van lucht in beweging brengen van ruimtelucht waarbij vermenging (van ruimtelucht en nieuw ingeblazen lucht) optreedt. Infiltratie (ongecontroleerde ventilatie) Luchtwisselingen die optreden via naden, kieren en andere lekken in de bouwkundige constructies. Ventilatie is ongecontroleerd en niet regelbaar.
Ecodesign richtlijnen Ecodesign is een integrale ontwerpactiviteit die beoogt dat de productontwikkelaar bij het nemen van ontwerpbeslissingen ook de gevolgen voor het milieu overweegt, daarbij rekening houdend met alle schakels van de productketen.
Inwendige scheidingsconstructie Constructie die de scheiding vormt tussen twee voor mensen toegankelijke besloten ruimten van een gebouw, waaronder begrepen de op die constructie aansluitende delen van andere constructies, voor zover dat nodig is voor de bepaling van kenmerkende eigenschappen van een inwendige scheidingsconstructie.
Elektrostatisch filter Bij dit type filters komt filtering tot stand door elektrostatische lading van (stof)deeltjes.
ISSO- publicatie 92
11
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
Installatiegeluid Geluid afkomstig van technische installaties in het gebouw. Voorbeelden van bronnen van installatiegeluid zijn: circulatiepompen van cv-installaties, ventilatoren en liftmachines.
Luchtdichtheid Eigenschap van een uitwendige scheidingsconstructie van een gebouw of gedeelte daarvan om lucht door te laten indien over deze scheidingsconstructie een luchtdrukverschil aanwezig is. Luchtdichtheid en luchtdoorlatendheid zijn elkaars tegengestelden. In het spraakgebruik wordt veelal de term 'luchtdichtheid' gebruikt. Het Bouwbesluit en de normen hanteren het begrip 'luchtdoorlatendheid'.
Installatietechnisch Definitief Ontwerp (DO) Definitieve opzet en dimensionering van een werktuigkundige en/of een elektrotechnische gebouwinstallatie (uitwerkingsfase).
Luchtdoorlatendheid Eigenschap van een uitwendige scheidingsconstructie van een gebouw of gedeelte daarvan lucht door te laten indien over deze scheidingsconstructie een luchtdrukverschil aanwezig is.
Installatietechnisch Voorontwerp (VO) Hoofdopzet en voorlopige dimensionering van een werktuigkundige en/of een elektrotechnische gebouwinstallatie (ontwerpfase).
Luchtgeluidisolatie Isolatie voor geluidtrillingen die, opgewekt door geluidbron, in de lucht aanwezig zijn.
Isolatie/isoleren (geluid) Een scheidingsconstructie of geluidbron voorzien van geluidisolerend materiaal. Met als doel het tegengaan van geluidoverdracht.
Luchtkanalen Component van het ventilatiesysteem, bedoeld voor het transport van de lucht. Te onderscheiden zijn ronde en rechthoekige kanalen, gemaakt van staal of kunststof.
Isolatie/isoleren (warmte) Een scheidingsconstructie voorzien van een laag warmte-isolatiemateriaal. Met als doel het beperken van verwarmings- en koelverliezen.
Luchtkwaliteit De kwaliteit van de (binnen)lucht in de context van gezondheid en welzijn. Met "goede luchtkwaliteit" wordt over het algemeen lucht bedoeld die bij inademing geen hinder geeft en die daarbij geen stoffen bevat in dusdanig hoge concentraties dat op lange termijn schade aan de gezondheid te verwachten is.
Koudeval Neerwaarts gerichte convectieve (koude) luchtstroming langs (koude) ramen of wanden. Krijtstreepmethode De krijtstreepmethode is gebaseerd op het feit dat in het Bouwbesluit is vastgelegd dat minimaal 55% van het gebruiksoppervlakte aan verblijfsgebied aanwezig moet zijn en is mede ontstaan in relatie tot de vereiste vrije indeelbaarheid. Indien van een ruimte niet het volledige vloeroppervlakte als verblijfsruimte is aangemerkt dan neemt de ventilatie-eis dienovereenkomstig af en is er bij wijze van spreken sprake van een krijtstreep in de ruimte tussen het gedeelte dat voor het verblijven mensen bedoeld is en een niet voor mensen bedoeld vloerdeel.
Luchtnaverwarmer In luchtkanaal opgenomen warmtegebruiker. Luchtstromen (benaming) De benaming van de luchtstromen is als volgt:
Leefzone Dat deel van een verblijfsgebied waarin wordt voldaan aan de gestelde ontwerpcriteria ten aanzien van comfort, dat zich volgens NEN 1087 bevindt binnen:
Hoogte vanaf de vloer: 1,8 m; Afstand vanuit de uitwendige scheidingsconstructie: 1,0 m; Afstand vanuit de inwendige scheidingsconstructie: 0,2 m.
Aanzuig: luchtstroom van buiten naar de ventilatievoorziening; Afvoer: luchtstroom vanaf de ventilatievoorziening naar buiten; Afzuig: luchtstroom vanuit één of meerdere ruimten rechtstreeks naar buiten; Toevoer: luchtstroom vanaf de ventilatievoorziening naar één of meerdere ruimten; Retour: luchtstroom vanaf één of meerdere ruimten naar de ventilatievoorziening t.b.v. recirculatie.
Luchttemperatuur de temperatuur van de lucht rond gebouwgebruikers. Luchttransport het transport van lucht van de ene ruimte naar de andere ruimte over een opening of via een luchtkanaal ten gevolge van een luchtdrukverschil.
ISSO- publicatie 92
12
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
Luchtvolumestroom Hoeveelheid lucht die per tijdseenheid wordt toe- of afgevoerd, uitgedrukt in dm3/s of m3/h (1 dm3/s = 3,6 m3/h).
Spuiventilatie Ventilatie bedoeld om onder bepaalde omstandigheden sterk verontreinigde lucht of warmte snel te kunnen afvoeren door middel van beweegbare constructieonderdelen in een uitwendige scheidingsconstructie.
Mechanische ventilatie Ventilatie die met één of meer ventilator(en) tot stand wordt gebracht.
Spuivoorziening Een beweegbaar gevel- en/of dakdeel (raam, luik of deur) waarmee het mogelijk is een relatief grote ventilatie tot stand te brengen.
Natuurlijke ventilatie Ventilatie via aangepaste voorzieningen in een uitwendige scheidingsconstructie, die tot stand komt door invloed van winddruk en/of temperatuurverschillen tussen de lucht buiten en de lucht binnen.
Temperatuurgradiënt (verticaal) Verandering van de luchttemperatuur in een ruimte per eenheid van afstand (hoogte). Bijvoorbeeld: het verschil in luchttemperatuur tussen hoofd- en enkelniveau (bij zittende personen: 1,1 m en 0,1 m boven de vloer).
Nominale luchtvolumestroom Volumestroom aan toevoer van verse lucht en afvoer van binnenlucht, die in principe continu tot stand moet kunnen worden gebracht.
Thermisch comfort Toestand waarin de mens tevreden is over zijn thermische omgeving en geen voorkeur heeft voor een warmere of koudere omgeving.
Nominale ventilatie Ventilatie die op grond van gezondheidsoverwegingen minimaal tot stand moet kunnen worden gebracht conform de eisen van het Bouwbesluit.
Tocht Ongewenste lokale afkoeling van een lichaam veroorzaakt door luchtbeweging.
Onderhoud Het uitvoeren van de benodigde maatregelen om de kwaliteit van het ventilatiesysteem in stand te houden.
Turbulentie Variatie van de luchtsnelheid in richting en in de tijd ten opzichte van de gemiddelde snelheid en -richting.
Onderdruk Luchtdruk die lager is dan het aangenomen nuldrukniveau (atmosferische druk).
Uitwendige scheidingsconstructie Constructie die de scheiding vormt tussen een voor mensen toegankelijke besloten ruimte van een gebouw en de buitenlucht, de grond of het water, waaronder begrepen de op die constructie aansluitende delen van andere constructies, voor zover die delen van invloed zijn op het voldoen van die scheidingsconstructie aan een bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschrift.
Ontwerpcondities De gekozen binnen- en buitencondities die dienen als basis voor het ontwerp van een ventilatiesysteem. Overstroomvoorziening Voorziening voor de luchtverversing, die onder gedefinieerde omstandigheden kan dienen als afvoer van een ruimte en tegelijk als toevoer van een andere ruimte.
Ventiel Constructief en instelbaar einddeel van een luchtkanaal waardoor lucht gecontroleerd in een ruimte wordt toegevoerd of afgevoerd. Meestal rond uitgevoerd.
Programma van eisen Document waarin behoeften, eisen en wensen en verwachtingen van een opdrachtgever en de toekomstige gebruikers zijn verwoord. Het dient als communicatiemiddel tussen opdrachtgever en ontwerpende partijen, via een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het eenduidig en volledig verzamelen, bewerken, evalueren en overdragen van informatie op basis van uitgangspunten en voorwaarden.
Ventilatie De luchtvolumestroom die teweeg wordt gebracht door speciaal daartoe aangebrachte ventilatievoorzieningen. Ventilatie geschiedt bewust, is gecontroleerd en regelbaar. Ventilatiecapaciteit / ventilatiedebiet De ventilatiecapaciteit of ventilatiedebiet is de luchtvolumestroom die aan een verblijfsruimte of verblijfsgebied moet kunnen worden toe- en afgevoerd. De ventilatiecapaciteit wordt uitgedrukt in dm3 lucht per seconde (dm3/s) of m3 lucht per uur (m3/h). Daarbij is 1 dm3/s gelijk aan 3,6 m3/h.
Rooster Constructieve (en regelbare) voorziening voor het toevoeren van buitenlucht. Meestal rechthoekig uitgevoerd.
ISSO- publicatie 92
13
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
Verblijfsgebied Gedeelte van een gebruiksfunctie met tenminste een gebruiksruimte, bestaande uit ĂŠĂŠn of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten, anders dan een toiletruimte, een badruimte, een technische ruimte, of een verkeersruimte.
Zelfregelende voorziening, bestemd voor de toevoer van verse lucht Voorziening waarvan de capaciteit zonder ingrijpen van de gebruiker, al of niet elektrisch of sensorgeregeld, zich binnen zekere grenzen aanpast aan het luchtdrukverschil over de voorziening en/of de luchtkwaliteit in de ruimte.
Verblijfsruimte Ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte waarin de voor een gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden. In artikel 4.28 van het Bouwbesluit worden voorwaarden genoemd waaraan een verblijfsruimte moet voldoen. Een verblijfsruimte moet een vloeroppervlakte hebben van tenminste 5 m2, waarvan de breedte tenminste 1,8 m en de hoogte boven de oppervlakte tenminste 2,6 m is. Verkeersruimte Ruimte anders dan een ruimte in een verblijfsgebied, een toiletruimte, een badruimte of een technische ruimte, bestemd voor het bereiken van een andere ruimte. Verse lucht Lucht die direct van buiten of vanuit een ander verblijfsgebied of een verkeersruimte behorende tot de gebruiksfunctie, betrokken wordt. Voorziening voor luchtverversing (ventilatievoorziening) Geheel aan constructieonderdelen, bestemd voor de toevoer van verse lucht van buiten, het overstromen van verse lucht of binnenlucht naar een aangrenzende ruimte en de afvoer van binnenlucht naar buiten, waarmee een nominale ventilatie tot stand kan worden gebracht. Vraagsturing Gedragsvolgende regeling van de ventilatie op basis van een klokpatroon of sensorregeling. De luchtvolumestroom is geregeld op basis van de ventilatiebehoefte, met als doel een constante goede binnenluchtkwaliteit. Vrije koeling Het zonder mechanische koeling (zonder toevoer van 'koude') koelen van binnenruimten. Ventilatie gedurende de nachtelijke uren, in warme perioden, die tot doel heeft de afkoeling van de gebouwmassa, waardoor de temperatuur overdag minder hoog oploopt. Vrije koeling wordt ook wel 'passieve koeling', 'natuurlijke koeling' of 'zomernachtventilatie' genoemd. WBDBO Afkorting van: weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag. De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen twee ruimten is de kortste tijd die een brand nodig heeft voor uitbreiding van de ene naar de andere ruimte.
ISSO- publicatie 92
14
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
1
INLEIDING
1.1 ALGEMEEN Woningen kunnen pas een aantrekkelijke leefomgeving vormen als zij tegemoet komen aan eisen van gezondheid en bruikbaarheid. Om aan de prestatie-eisen en overige kwaliteitseisen te kunnen voldoen worden zij onder andere voorzien van water toe- en afvoer, verwarming en ventilatie. De installaties ten behoeve van deze functies dienen niet alleen de gezondheid van de bewoners en de bruikbaarheid van de woningen te waarborgen, maar ze moeten ook veilig en energiezuinig zijn.
De selectie van een luchttoevoervoorziening wordt idealiter bepaald door een aantal bouwkundige en installatietechnische kenmerken van de betreffende ruimte, te weten: Gevelopbouw (glaspercentage, isolatiegraad en luchtdoorlatendheid); Afgiftesysteem voor verwarmen en/of koelen; Omgevingsparameters zoals buitenluchtkwaliteit, omgevingslawaai en ligging; Ruimte-indeling; (koppeling met) luchtafvoer.
De kwaliteit van het binnenmilieu in relatie tot zo laag mogelijk energiegebruik staat daarbij centraal. In het Bouwbesluit zijn eisen geformuleerd met betrekking tot de aanwezigheid en inrichting van ventilatievoorzieningen. Voor een goed binnenmilieu en een zo laag mogelijk energiegebruik is echter meer nodig.
In aanvulling hierop bepalen de gebruikerstypering en de kosten (initieel en in gebruiksfase) vaak de keuze voor een ventilatie- en verwarmingssysteem. Het energiegebruik als gevolg van bewuste ventilatie is te beperken door: De regelbaarheid van de volumestroom te verbeteren. Wel moet tenminste de minimaal noodzakelijke toevoer van verse lucht uit het oogpunt van gezondheid, hygiëne en vocht gewaarborgd blijven, eventueel op basis van automatische vraagsturing; Warmte terug te winnen uit de af te voeren binnenlucht. Bij warmteterugwinning via bijvoorbeeld een warmtepompboiler wordt aan de afvoerlucht warmte onttrokken voor warmtapwaterbereiding.
Van belang voor de binnenluchtkwaliteit is de wijze waarop de bewoners de voorzieningen gebruiken. Veel bewoners sluiten de ventilatiekleppen of -roosters bij koud weer omdat het binnenstromen van lucht gepaard gaat met tochtverschijnselen. Om dat te voorkomen wordt aanbevolen om aan de ventilatievoorzieningen de eis te stellen dat ze de behaaglijkheid van het binnenklimaat niet nadelig mogen beïnvloeden. Een andere overweging om aandacht te besteden aan de ventilatievoorziening is de energiezuinigheid. In goed geïsoleerde woningen zijn de warmteverliezen klein. Het verhogen van de thermische isolatie draagt in die situatie weinig meer bij aan verdere vermindering van het warmteverlies. Andere factoren zoals ventilatie en infiltratie, gaan dan een grotere rol spelen.
Een schoon binnenmilieu verdient alle aandacht en vereist een doeltreffende ventilatievoorziening. Een thermisch behaaglijk binnenklimaat en energiezuinigheid zijn randvoorwaarden voor de ventilatievoorziening. 1.2 DOELSTELLING EN KADER Het doel van deze publicatie is het verstrekken van praktische informatie die noodzakelijk is voor installateurs, woningbeheerders, architecten, adviseurs of installatiedeskundigen en toeleveranciers, bij ontwerp, uitvoering en beheer van decentrale luchttoevoer met centrale mechanische luchtafvoer in nieuwe en bestaande woningen.
Luchtinfiltratie door ondichtheden in de gebouwconstructie wordt kleiner door de luchtdichtheid te verbeteren. Het Bouwbesluit stelt daaromtrent voor nieuwbouw eisen. Voorheen fungeerde infiltratie als 'noodvoorziening' voor een minimum ventilatieniveau. Echter, voor een luchtdichte eengezinswoning is de luchtinfiltratie aanmerkelijk minder dan de ventilatiehoeveelheid die nodig is om een aanvaardbaar binnenmilieu te realiseren. Dit vergroot de noodzaak om bij nieuwbouw scherper te letten op de prestaties van de ventilatievoorzieningen. In bestaande woningen is op woningniveau vaak ruim voldoende infiltratie aanwezig, maar treedt regelmatig op ruimteniveau een onderschrijding van de luchtvolumestroom op. Decentrale vraaggestuurde ventilatie kan de luchtkwaliteit op ruimteniveau bewaken, met behoud van comfort.
ISSO- publicatie 92
In de woningvoorraad is met renovatieprojecten en energiebesparingprogramma’s zoals bijvoorbeeld Meer Met Minder Energie een groot energiebesparingpotentieel aanwezig. Voorliggende publicatie biedt voor bestaande woningen specifieke ondersteuning bij zowel de verbetering van het binnenklimaat én energiebesparing door decentrale ventilatiesystemen. Onder decentrale mechanische ventilatie wordt verstaan: Ventilatie waarbij de luchttoevoer lokaal via voorzieningen in de gevel verloopt en op woningniveau op de centrale mechanische luchtafvoer is afgestemd. Deze ventilatiesystemen kunnen zijn voorzien van vraagsturing.
15
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
Onder decentrale toevoervoorzieningen wordt in deze publicatie verstaan: Gevelventilatie-units of ventilatieroosters voor luchttoevoer, gecombineerd met een centrale mechanische luchtafvoer uit de ‘natte ruimten’. De luchttoevoer kan daarbij via een natuurlijke of mechanische luchtstroom worden gerealiseerd.
Daarna is er, afhankelijk van het gekozen ventilatiesysteem, een publicatie die het ontwerp en de realisatie van dat systeem verder in detail uitwerkt: ISSO-publicatie 61 voor ventilatiesystemen met natuurlijke afvoer (systemen A of B); ISSO-publicatie 62 voor centrale gebalanceerde ventilatiesystemen met warmteterugwinning (systeem D); ISSO-publicatie 91 voor ventilatiesystemen met decentrale mechanische toe- en afvoer en warmteterugwinning (systeem D); ISSO-publicatie 92 voor ventilatiesystemen met decentrale mechanische toevoer (systeem D) of natuurlijke toevoer (systeem C) en centrale mechanische afvoer.
Daarnaast wordt in deze publicatie waar nodig onderscheid gemaakt in: Bestaande woningen en woongebouwen; Nieuwbouwwoningen en woongebouwen. De ISSO-publicatie sluit tevens aan bij de geldende (Europese) normen m.b.t. van decentrale ventilatiesystemen en geeft hieraan een praktische invulling.
Specifieke aspecten betreffende het beheer en onderhoud van natuurlijke en mechanische ventilatiesystemen (systemen A, C, en D) zijn weergegeven in ISSO-publicatie 63.
Deze publicatie is onderdeel van een reeks van ISSOpublicaties betreffende ventilatie van woningen en woongebouwen. De publicaties sluiten naadloos op elkaar aan. Dit is weergegeven in afbeelding 1.1.
Aspecten betreffende het beheer en onderhoud van decentrale mechanische ventilatiesystemen met of zonder warmteterugwinning (systeem D) zijn weergegeven in ISSO-publicatie 91 respectievelijk 92.
ISSO-publicatie 61 is het startpunt voor het opstellen van een algemeen programma van eisen voor een woningventilatiesysteem. ISSO-publicatie 61 geeft tevens nadere afwegingscriteria om tot een keuze voor een type ventilatiesysteem te komen.
ISSO-61 Alle ventilatiesystemen
Programma van eisen op hoofdlijnen Programmafase
systeem A of B Systeemkeuze
systeem C of D
Ontwerpfase Uitwerkingsfase Realisatiefase
Beheerfase
ISSO-61 Systeem A en B
ISSO-62 Systeem D centraal (met wtw)
ISSO-63 Systemen A, C en D centraal (met wtw)
ISSO-92 Systemen C en D decentraal (geen wtw)
ISSO-91 Systeem D decentraal (met wtw)
Afb. 1.1. ISSO-publicaties ventilatie in woningen en woongebouwen
ISSO- publicatie 92
16
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
1.3 OPBOUW PUBLICATIE De ISSO-publicatie wordt opgebouwd uit twee delen, te weten: 1. Basistekst richtlijn (toegankelijk geschreven voor doelgroep); 2. Specificatiebladen volgens de MKK-structuur (aan te wijzen vanuit BRL 6000) inzake kwaliteitseisen omtrent selectie, ontwerp, uitvoering en beheer voor onder anderen installatieadviseurs, installateurs en leveranciers.
1.4 ONTWERPPROCES In principe verloopt het ontwerpen van een ventilatiesysteem voor woningen volgens een itererend en optimaliserend proces, waarbij steeds een terugkoppeling naar uitgangspunten en eisen wordt gemaakt. In afbeelding 1.2 is in de vorm van een stroomschema het ontwerpproces weergegeven. Enkele van deze terugkoppelingen zijn hierin aangegeven.
Voor het structureren van de informatie is gebruik gemaakt van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties, de zogenaamde MKK-structuur. Het MKK (Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties) is een instrument voor het beheersen van het voortbrengingsproces van klimaatinstallaties binnen het bouwproces. Het toepassen hiervan betekent het geven van informatie met betrekking tot de ventilatie van de woning en het ventilatiesysteem, in de betreffende fase van het bouwproces aan de betrokken partijen. Het hanteren van de MKK-structuur sluit aan bij procescertificering volgens EN 45011. In de MKK-structuur wordt het realisatieproces verdeeld in 5 fasen. I. Programmafase In de programmafase (initiatieffase) worden de eisen, wensen en verwachtingen ten aanzien van het gebouw/systeem ge誰nventariseerd, en eventuele beperkende randvoorwaarden geformuleerd. De consequenties voor verschillende systemen worden op hoofdpunten zichtbaar gemaakt. Aan het eind van de programmafase is er voldoende informatie om een (voorlopig) ontwerp te kunnen maken. II. Ontwerpfase In de ontwerpfase worden vanuit de voorlopige systeemkeuze de voorzieningen voor het systeem/de installatie door de adviseur/constructeur uitgewerkt. Er vindt terugkoppeling met de uitgangspunten uit de programmafase plaats. Op grond van die terugkoppeling kunnen uitgangpunten wijzigen. Aan het eind van de ontwerpfase wordt een definitief systeem gekozen. III. Uitwerking (besteksfase) In de uitwerkingsfase wordt de installatie tot in detail uitgewerkt. IV. Realisatie In deze fase wordt de complete installatie aangelegd en opgeleverd. V. Beheerfase In de beheerfase (beheer en onderhoud) wordt de installatie in gebruik genomen. Onderhoudsvoorschriften, instructies en/of handleidingen voor gebruikers zijn aspecten die in de beheerfase van belang zijn. Meer informatie over de MKK-structuur kan worden gevonden in hoofdstuk 8.
ISSO- publicatie 92
17
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
Verzamel de algemene uitgangspunten: - algemeen programma van eisen (ISSO61) - nieuwbouw: ontwerptekeningen - bestaande bouw: opname situatie
Ontwerp op hoofdlijnen
Selecteer de toevoervoorzieningen (gevelrooster of gevelventilatie-unit)
Selecteer de luchtkanalen, afvoerventielen, en de afzuigunit voor de centrale mechanische luchtafvoer
Bepaal de prestatiecriteria t.a.v.: - energie - betrouwbaarheid - duurzaam bouwen - kosten
III. UITWERKINGSFASE
I. PROGRAMMAFASE
Bepaal de comfortcriteria t.a.v.: - binnenluchtkwaliteit - thermisch comfort - geluid
Bepaal primaire systeemkenmerken: - handmatige / automatische regeling - luchttoevoer via gevelroosters en/of gevelventilatie-units
haalbaar ?
Selecteer de overige installatie componenten
Verwerk de geselecteerde ventilatie componenten in het bouwkundig- en installatieontwerp
Neem voldoende overstroomvoorzieningen op in het bouwkundig ontwerp
nee
ja
Toets het ontwerp aan de vraagspecificatie
Afb. 1.2a Stroomschema programmafase
afwijking
akkoord Programma van eisen ventilatieconcept
Afb. 1.2c Stroomschema uitwerkingsfase
Bepaal de vereiste luchtvolumestroom per ruimte en stel een ventilatiebalans op
II. ONTWERPFASE
Bepaal de plaats van de: - gevelroosters - gevelventilatie-unit(-s) - luchtafvoervoorzieningen
Bepaal de optionele functies van de gevelventilatie-unit: - luchtfiltering - vraagsturing - verwarming - zomernachtkoeling
Bepaal de eigenschappen van de gevelroosters: - geluiddemping - vraagsturing
Bepaal de overige bouwkundige en installatietechnische voorzieningen: - elektra aansluitingen - bedieningsorganen - overstroomvoorzieningen - luchtdoorlatendheid gebouwschil
Controleer de interactie met de installaties voor ruimteverwarming / warm tapwater
Toets het ontwerp aan de vraagspecificatie
afwijking
akkoord
Afb. 1.2b Stroomschema ontwerpfase
ISSO- publicatie 92
18
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
Uitgewerkt ontwerp
Monteer/installeer het ventilatiesysteem volgens het ontwerp en voorschriften fabrikant
Voer de tussencontroles tijdig uit (kanalen, netwerkbekabeling en gevel/dakdoorvoeren)
Voer de eindcontrole uit en stel het systeem in bedrijf
IV. REALISATIEFASE
Regel het systeem in conform het ontwerp
Controleer de werking van de regelknop(-pen) en automatische regeling
niet correct
Stel de regelknop(-pen), regelstrategie en sensoren correct af
correct Controleer de luchtvolumestromen
niet correct
Regel de debieten in zodat wordt voldaan aan de ontwerpwaarden
correct niet correct
Controleer de luchtlekkage van het systeem
Verhoog de luchtdichtheid van het systeem (afdichten lekkages)
correct niet correct
Controleer het geluidniveau in de verblijfsruimte
Verminder het geluidniveau (toepassen extra geluiddempende voorzieningen)
correct Stel een opleveringsrapportage en een gebruikershandleiding samen
Lever het systeem op en stel de rapportage en handleiding beschikbaar aan gebruiker
Afb. 1.2d Stroomschema realisatiefase
Opgeleverd en functionerend systeem
Opstellen beheer en onderhoudsplan (ISSO-63)
V. BEHEERFASE
Periodiek onderhoud bewoner
ja
Periodiek onderhoud installateur
Systeem functioneert conform eisen? nee Bijstellen, vervangen of repareren onderdelen?
ja, is mogelijk -> aanpassingen uitvoeren
nee, niet mogelijk
Sloop en afvoer ventilatiesysteem
Afb. 1.2e Stroomschema beheerfase
ISSO- publicatie 92
19
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen
1.5 LEESWIJZER KWALITEITSNIVEAU In deze publicatie zijn de ontwerptechnische, materiaaltechnische en montagetechnische kwaliteitseisen en de eisen te stellen aan het beheren van een ventilatiesysteem onderscheiden in drie categorieĂŤn: 1. De wettelijke eisen; 2. De kwaliteitseisen die in aanvulling op de wettelijke eisen moeten worden opgevolgd in verband met het goed functioneren van een installatie en het bereiken van een redelijkerwijs aanvaardbaar kwaliteitsniveau; 3. De aanvullende kwaliteitseisen die een hoger kwaliteitsniveau bewerkstelligen dan het redelijkerwijs aanvaardbare kwaliteitsniveau. De aanvullende kwaliteitseisen bieden opdrachtgevers keuzemogelijkheden, waarbij in deze publicatie per keuze-item middelen zijn opgenomen om een passende keuze te kunnen maken. De in overleg tussen de installatiedeskundige en de opdrachtgever gemaakte keuzen worden vastgelegd in een vraagspecificatie (zie specificatiebladen I.8-2, II.8-2 en III.8-2). Wettelijke eisen De eisen volgend uit het Bouwbesluit en andere publiekrechtelijke wettelijke voorschriften zijn in deze publicatie benoemd als wettelijke eisen en dienen altijd te worden opgevolgd. Kwaliteitseisen Kwaliteitseisen zijn privaatrechtelijke eisen en zijn onder meer afgeleid van de eisen van bijvoorbeeld privaatrechtelijke garantie-instituten. Kwaliteitseisen dienen als aanvulling op de wettelijke eisen en garanderen de kwaliteit van het ventilatiesysteem. Aan de kwaliteitseisen zoals geformuleerd in deze publicatie dient altijd te worden voldaan. Aanvullende kwaliteitseisen Aanvullende kwaliteitseisen hebben veelal betrekking op het te realiseren (hogere) comfortniveau. Aanvullende kwaliteitseisen zijn onder meer afgeleid van de eisen van privaatrechtelijke garantie-instituten of zijn gebaseerd op eisen vanuit duurzaam bouwen. Aanvullende kwaliteitseisen zijn facultatief en worden in overleg tussen opdrachtgever/gebruiker en opdrachtnemer privaatrechtelijk vastgesteld. De vraagspecificatiebladen over kwaliteit (beheeraspect 8) kunnen daarbij als hulpmiddel dienen.
ISSO- publicatie 92
20
Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen