Isso info 60

Page 1

nummer

INFO

60

a p r i l 2 017

ISSO Verander Event brengt nieuwe inzichten maar ook ‘vastigheid’

publicatie

keNNISINStItuut voor de INStallatIeSector

HaNdleIdINg legIoNellapreveNtIe IN leIdINgwater

pag 2

55.1

HaNdleIdINg

legIoNellapreveNtIe IN leIdINgwater richtlijnen voor prioritaire installaties herziene versie 2012

pag 8

Risicoanalyse legionella onnodig ingewikkeld

pag 18

Afscheid van een boegbeeld


. . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUW . . . NIEUWS

Risicoanalyse legionella ingewikkeld

6

Callefi bij ISSO Kennispartnerplatform

7

Ook Hemmink ISSO-Kennispartner

7

Veel draagvlak voor EPBD-standaarden

9

ISSO en partners boeken succes in Europa

10

Alles verandert, dus ook ISSO. Met die boodschap opende directeur Rob van Bergen op donderdag 23 maart het ISSO Verander Event. Een kleine honderd

. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS

DGMR BINK koppelt BIM aan bouw- en installatiesoftware 12

relaties van ISSO maakten gebruik van de uitnodiging

IMI Aero-Dynamiek bewaakt bouw- én werktuigbouwkundige prestaties

verdiepen. Want niet alleen ISSO verandert, ook de

Veel aandacht voor rekenfunctionaliteit in nieuwe Stabicad

12 13 14

. . . OVER PETER Nederland kan wereldwijd hét grote voorbeeld in duurzame technieken zijn

15

Winfried Ponsioen

17

Daan van Vliet

17

Egbert Wagenaar

18 19

. . . PROJECTEN

De markt heeft dringend behoefte aan kennis van Power Quality

20

Leidingwaterinstallateurs moeten eerder in het bouwproces worden betrokken

21

Minder rompslomp gecertificeerde installateurs bij Wet Kwaliteitsborging

22

Vraag naar vakbekwaamheid

23

. . . KWALITEITSBORGING

Nieuwe BRL 6000-10AB verschenen

24

Werkgroep start met update BRL 6010

25

. . . NIEUWE . . . UITGAVEN

ISSO-publicatie 50

26

ISSO-publicatie 109

26

Nieuwe technieken

27

ISSO-publicatie 90

28

ISSO-Kleintje Power Quality en EMC

29

ISSO-Kleintje Koellast

30

. . . BIJEENKOMSTEN

TVVL cursus luchtbehandelingstechniek

31

Agenda 2017

32

ISSOINFO APRIL 2017

bouw- en installatiesector maakt een ingrijpende kwamen aan bod, en die werden aan het einde van de middag door Ben Tiggelaar in vaste kaders geplaatst,

Nieuwe TA-Modulator regelafsluiter digitaal te beheren

Ingmar de Swart

om zich in een veranderende installatiesector te

transitie door. Enkele belangrijke ontwikkelingen

. . . VOORSTELLEN

2

ISSO Verander Event brengt

zodat nieuwe inzichten konden ontstaan.

Met het vooruitzicht om aan het einde van de dag door een bewezen expert meer inzicht te krijgen in veranderprocessen, kwamen veel relaties naar de Delftse Poort,


WS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . .

nieuwe inzichten maar ook ‘vastigheid’ het nieuwe onderkomen van ISSO. En Ben Tiggelaar stelde de mensen niet teleur. In een uitgebreide presentatie nam Tiggelaar de veranderingen bij ISSO als uitgangspunt. Zo vertelde deze gedragswetenschapper, schrijver en vooraanstaand spreker dat verandering voor de mens een van de moeilijkste processen is. Nadat hij eerst de problemen stuk voor stuk doorliep, ging hij na een korte pauze in op de oplossingen.

‘voordoen’ zorgt voor ‘nadoen’. Maar ook de motivatie van mensen versterken, is een belangrijke les uit het repertoire van Tiggelaar. Stimuleer de zaken die mensen zelf belangrijk vinden. En daarmee kwam hij bij de werkzaamheden van ISSO. Om een gezonde leefomgeving te creëren zullen we mensen - en of dat nu vakmensen zijn of gebruikers - moeten laten zien wat voor een gezonde leefomgeving belangrijk is en hen stimuleren om zich daarvoor in te spannen.

GEDRAG IS STERKER DAN ONSZELF In zijn analyse is gedrag de zwakke schakel. Er is zoveel gedrag dat automatisch verloopt, waardoor verandering zo enorm lastig is. Veel gedrag is sterker dan onszelf. Je moet dus met hele sterke impulsen en redenen komen, om te zorgen dat mensen veranderen. Een van de oplossingen is om doelgericht het gewenste gedrag te ondersteunen. Maak het ‘waarom’ voelbaar. Laat mensen merken, liefst via emotie, waarom verandering belangrijk is. Zorg in elk geval dat je helder bent in je prioriteiten en dat je het gewenste gedrag ook zelf uitvoert. Goed

VERANDEREN OM TE OVERLEVEN Dit sloot naadloos aan op de opening van de dag die directeur Rob van Bergen verzorgde. Hij gaf aan dat de rol van ISSO sterk verandert, en ook moet veranderen om zijn waarde voor de sector te behouden. In de achterliggende 40 jaar is ISSO intensief bezig geweest om uiteenlopende kennisproducten voor de installatie- en bouwsector te ontwikkelen. Allemaal kennis die noodzakelijk is zodat vakmensen voor duurzame, veilige en gezonde gebouwen kunnen zorgen. Inmiddels zijn meterslange boe-

ISSOINFO APRIL 2017

3


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU kenplanken en digitale databases vol met publicaties, handboeken en naslagwerken beschikbaar. “En toch”, zo constateerde Rob van Bergen, “is het lastig om die kennis naar de werkvloer te laten stromen, op een manier dat de vakman ook in staat is om de vereiste kwaliteit te leveren”. Keer op keer zijn er berichten in de media over problemen in woningen en gebouwen met een slecht binnenklimaat, te hoog energieverbruik, brandgevaar, enzovoorts.

DRIE SOORTEN PARTNERS “Daar ligt onze uitdaging voor de komende jaren. Om de gebouwen gezond, veilig en duurzaam te maken zijn voldoende en goed opgeleide vakmensen nodig. Wij moeten ons veel meer en intensiever inspannen om de kennis die we ontwikkelen, ook door de mensen op de werkvloer toegepast te krijgen en aantoonbaar te maken. Dat kan ISSO niet alleen. Daarvoor hebben we partners nodig die in drie categorieën zijn op te delen.” 1. D e probleemhouders in de gebouwen; de mensen die de vraag naar vakmensen in beweging kunnen zetten. 2. D e kennisgebruikers; de mensen die de kennis op de juiste manier gaan toepassen. 3. D e belanghebbenden; organisaties die er belang bij hebben dat er vakmensen zijn die zorgen voor gezonde, veilige en duurzame gebouwen.

4

ISSOINFO APRIL 2017

TOEKOMST VAN DE VAKMAN Jan Aerts, een van de projectcoördinatoren van ISSO en al vele jaren actief met kennisontwikkeling, hield een uitgebreide presentatie over de toekomst van de vakman. Hij ziet diverse trends die van grote invloed zijn. Zo zijn we de laatste jaren van producten naar systemen gegaan. Dat zorgt er onder meer voor dat de detailuitwerking van systemen steeds belangrijker wordt en is geworden. “Veel mensen kunnen op conceptniveau meepraten, maar als het op de details aankomt, zijn er veel minder mensen, mogelijk zelfs te weinig, beschikbaar.” Daarnaast voorziet Aerts dat we veel meer kennis moeten ontwikkelen opdat vakmensen integraal aan één eindproduct kunnen werken. Met name BIM zal dat in de hand werken. Kortom, de rol van vakmensen zal veranderen, maar de behoefte aan die mensen, en ook het niveau, zal zeker niet minder worden. Integendeel.

SAMEN MET BELANGHEBBENDEN Een andere ontwikkeling die zich binnen ISSO voltrekt, is het zoeken naar meer samenwerking met belanghebbenden; dat kunnen partijen zijn die niet direct binnen de installatie- en bouwsector actief zijn. Zo mocht Christine Strous van het Longfonds de aanwezigen toespreken over het belang van een goede luchtkwaliteit. De meeste aan-


UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . dacht van het Longfonds gaat nu nog naar de kwaliteit van de buitenlucht, die sterk te wensen overlaat. Maar samen met ISSO wil het Longfonds ook de luchtkwaliteit in woningen en gebouwen aankaarten, zo vertelde ISSOprojectcoördinator Marco Hofman. Als de luchtkwaliteit buiten onze woningen en gebouwen vaak al onder de normen zit, dan is dat binnen de vier muren van onze leefomgeving zeker niet veel beter. En daar moeten we met z’n allen snel werk van maken.

REVOLUTIONAIRE IDEEËN Weer een andere verandering die ons mogelijk te wachten staat, mocht projectcoördinator Irene van Veelen introduceren. Volgens haar zijn er revolutionaire ideeën voor ons rioolstelsel. Daarbij gaf zij de voorzet die dr.ir. Jan Vreeburg van KWR/Wageningen Universiteit met enthousiasme inkopte. Volgens hem spoelen wij veel te veel kostbaar water door het riool. De wc-spoeling zou volgens hem tot maximaal 1,5 liter per spoelbeurt beperkt moeten worden, ook voor de grote boodschap. “Er zit water zat in ons riool, dus we kunnen met veel minder spoelwater toe. Als we willen kunnen we ons gele, grijze en zwarte afvalwater, liefst gebundeld in één afvoer, via een tien keer zo geconcentreerde stroom en in een twee keer zo klein gedimensioneerde afvoerbuis afvoeren.” Dat

dit mogelijk is, liet hij in zijn presentatie zien. Wel zijn daar de nodige innovaties voor nodig, dus riep Vreeburg de sector op om zich daar nadrukkelijker op te richten.

AFSCHEID PETER ‘T LAM Het slotwoord op deze mooie dag was voor Peter ‘t Lam, die op 1 mei van dit jaar, na een carrière van 24 jaar bij ISSO, met pensioen gaat. Op een wijze die typerend is voor de persoon Peter ‘t Lam verzorgde hij een presentatie waarmee hij de lachers op zijn hand kreeg. Een speech die af en toe ondeugend was, maar ook met een serieuze en soms zelfs emotionele ondertoon. Peter draagt de sector een zeer warm hart toe, maar roept de vakbroeders ook op om nog wat harder hun best te doen en op te komen voor het klimaat. Zodat zijn kleinkinderen van net zo’n mooie en gezonde wereld kunnen genieten als hij zelf in grote mate heeft gedaan. En dat Peter gewaardeerd en geliefd is bij niet alleen zijn collega’s, maar ook bij mensen uit de hele installatiesector, bleek toen hij de microfoon teruggaf. Meteen kreeg hij van verschillende kanten mooie woorden en onderscheidingen toegeworpen, wat hem zichtbaar goed deed. En op de netwerkborrel, na zijn afsluitende speech, bleven veel mensen net even wat langer hangen om samen met Peter het glas te kunnen heffen.

ISSOINFO APRIL 2017

5


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU

‘Risicoanalyse legionella onnodig ingewikkeld’ Risicoanalyses en beheersplannen voor kleine prioritaire leidingwaterinstallaties kunnen veel eenvoudiger zijn, is de boodschap van Minister Schultz van Haegen aan legionella-adviseurs. Handvat daarbij is ISSO-publicatie 55.1 ‘Handleiding legionellapreventie in leidingwater.’

ISSO-PUBLICATIE 55.1.

publicatie

keNNISINStItuut voor de INStallatIeSector

HaNdleIdINg legIoNellapreveNtIe IN leIdINgwater

55.1

Mede daarom wordt BRL 6010 ‘Legionellapreventie’ herzien: voor de kwaliteit in advies is meer aandacht nodig. Het is al mogelijk om binnen de bestaande regelgeving beknopte en werkbare risicoanalyses en beheersplannen te leveren, zegt het RIVM. Het handvat daarbij is ISSOpublicatie 55.1. Met die handleiding kunnen adviseurs naar aanleiding van een eerste gesprek bepalen of een eenvoudige risicoanalyse en beheersplan volstaan.

BEHAPBARE

HaNdleIdINg

legIoNellapreveNtIe IN leIdINgwater richtlijnen voor prioritaire installaties

Demissionair Minister Schultz van Haegen legt de verantwoordelijkheid voor beknopte en eenvoudige rapportages bij de adviseur. Dit komt ook in de nieuwe BRL 6010 te staan. KvINL, de ministeries van IenM en EZ en de coalitie Gastvrijheidseconomie (brancheorganisaties uit horeca, recreatie, watersport en evenementen) werken momenteel aan een herziening van de BRL. Gecertificeerde adviseurs ontvangen informatie over de ontwikkelingen rondom BRL 6010 via KvINL.

herziene versie 2012

INFORMATIEBROCHURE

ISSO-publicatie 55.1 biedt voldoende mogelijkheden voor het opstellen van behapbare rapportages over kleine en overzichtelijke leidingwaterinstallaties. Dat is de conclusie van een onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), afgerond in januari 2017. Op verzoek van Schultz van Haegen onderzoekt het RIVM de mogelijkheden om de regelgeving voor kleine overzichtelijke prioritaire installaties te vereenvoudigen.

VUISTDIKKE RAPPORTEN “Een risicoanalyse en beheersplan voor kleine installaties van vijf praktijkgerichte kantjes, kan al voldoende zijn,” vertelt Irene van Veelen, ISSO-projectcoördinator sanitaire 6

technieken. “Maar in de praktijk worden gebouweigenaren door adviseurs vaak opgezadeld met vuistdikke rapportages van soms wel 100 pagina’s. Dat is onwerkbaar in de praktijk. De rapportages zijn veel te uitgebreid en te ingewikkeld en daarom voor beheerders en opdrachtgevers lastig uitvoerbaar. In het advies ontbreken ook vaak mogelijke alternatieven over beheer, zoals eenvoudige aanpassingen in de installatie. Hierdoor houden we het beeld in stand dat legionellapreventie duur is.”

ISSOINFO APRIL 2017

Het RIVM adviseert de minister in haar onderzoek ook een informatiebrochure te maken die onder meer de keuze uit offertes van legionella-adviseurs moet vereenvoudigen. ISSO is door het RIVM genoemd voor de opstelling van die brochure.


UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .

Callefi aangehaakt bij ISSO-Kennispartnerplatform Delen van kennis: die waarde slaat fabrikant Caleffi hoog aan. Sinds haar ontstaansgeschiedenis is dat ook de waarde van ISSO. Om die reden is Caleffi uit eigen beweging aangehaakt bij het ISSOKennispartnerplatform. Mauro Manfredi

Nederlandse vestiging in Weert. Manfredi: “Ook investeren we in onderzoek, ontwikkeling en kennis. Zo kunnen we HVAC-professionals ondersteunen met technische oplossingen, systemen en hydraulische concepten voor verwarming, drinkwaterbeveiliging, warmtesystemen. Omdat we het volledige productieproces in eigen handen hebben, beheersen we het complete productieproces. Met al die kennis staan we sterk.”

van Caleffi: “Voor de sector is ISSO een belangrijk kennisinstituut. Samenwerking als Kennispartner is dan ook logisch.” “Via het ISSO-Kennispartnerplatform kunnen we oplossingen bieden voor een volledig installatiesysteem,” zegt Mauro Manfredi, marketing & sales manager van Caleffi Hydronic Solutions. “Dan heb ik het niet alleen over de producten of componenten die we fabriceren. Ook over dynamische softwaresimulaties en BIM hebben we verregaande kennis in huis. Het doel van Caleffi is om duurzame installaties te ontwerpen, samen met de HVAC-branche, en daarbij ondersteuning te bieden tot de oplevering. Voor een optimale prestatie van duurzame installaties is een aanpak nodig waarbij samenwerking cruciaal is.”

PRODUCTIEPROCES IN EIGEN HAND Het bedrijf fabriceert meer dan 8.000 componenten voor verwarmings- en drinkwatersystemen. Dat doet de fabrikant in zestien vestigingen wereldwijd met een

Mauro Manfredi

Ook Hemmink sinds januari ISSO-Kennispartner “We vinden het belangrijk om alle partijen en schakels in de installatiesector een hoogwaardige oplossing te bieden,” zegt Erwin van Dalfsen, Marketing Manager bij Hemmink. Om die reden is de leverancier sinds januari ISSO-Kennispartner. Hemmink denkt in oplossingen, als we Van Dalfsen goed beluisteren: “Onder de vlag van dochterbedrijf KWX verkopen we producten van bekende merken aan elektro-in-

stallateurs en gebouweigenaren, waaronder vermogenselektronica, explosie-veilige materialen en meetinstrumenten. We hebben oplossingen voor bijvoorbeeld brand- en koolmonoxideveiligheid, snel en slim installeren en kabeldoorvoeringen. Onze oplossingen omvatten altijd een belangrijke kenniscomponent waarmee we de markt verder helpen en ondersteunen.”

GOED VOOR DE HELE SECTOR Van Dalfsen: “Als ISSO-Kennispartner willen we actief meedenken en werken aan initiatieven die de kennis in de markt vergroten. We willen de sector in staat stellen om extra toegevoegde waarde te leveren. Door kennis te ISSOINFO APRIL 2017

7


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU

Veel draagvlak en grote EPBD-standaarden Onder leiding van Jaap Hogeling, manager internationale standaarden bij ISSO, is begin dit jaar in de Europa een nieuwe set EPBD-normen aangenomen. Zij ondersteunen de nationale invoering van de Europese Energieprestatie Richtlijn. Het bereiken van deze mijlpaal is een enorme prestatie, gezien de grote Erwin van Dalfsen

verdeeldheid in Europa als het aankomt op het vaststellen van de energieprestaties van onze gebouwen. “Daarom hebben wij ook ingezet op een set van een kleine 50 normen die volledig transparant zijn

bundelen met andere partijen, behalen we een beter resultaat. Dat is goed voor de hele sector. We hebben genoeg thema”s die overlap hebben met die van ISSO. Noem brandveiligheid of maatregelen tegen koolmonoxide, stekerbaar installeren, Power Quality en inspectie bij oplevering. Daarbij biedt ISSO ons de mogelijkheid onze kennis onafhankelijk te toetsen en zo naar een nog hoger niveau te tillen.”

ISSO-KENNISPARTNER De doelstelling van ISSO is de kennis en kwaliteit van de installatieprofessional structureel naar een hoger niveau te brengen. Daar draagt het ISSO-Kennispartnerplatfom aan bij. Het ISSO-Kennispartnerplatform bestaat inmiddels uit vijftien bedrijven. De deelnemende bedrijven staan voor het motto: samen bereik je meer.

opgebouwd. Zij laten aan de landen een zekere ruimte om op onderdelen en details hun eigen invulling te geven”, vertelt Hogeling. Volgens Hogeling is het veelzeggend dat het grote aantal normen en richtlijnen vrijwel allemaal met ruime meerderheden zijn aangenomen (met gemiddeld 85% tot ook wel 95% van de stemmen). “De oude, in veel landen bestaande systematiek was gewoon onhoudbaar. Waar het om installaties ging, bevatten die bestaande nationale normen veel ingebakken installatieconcepten. Om die te omzeilen, moest de sector met allerlei gelijkwaardigheidsverklaringen werken. Hier wilde iedereen vanaf. De set nieuwe normen (17 EN-ISO Energy Performance Buildings

I S S O - K E N N I S PA R T N E R S P L AT F O R M V O O R S A M E N W E R K I N G

M E E R I N F O R M AT I E O P W W W. I S S O . N L

8

ISSOINFO APRIL 2017


UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .

waardering voor nieuwe EPB standaarden en 31 EPB ENstandaarden) vormen een samenhangend, modulair opgebouwde set waarbij de holistische benadering centraal staat. We gaan uit van een gebouw met een schil en een energiebehoefte, waarin vele factoren een rol spelen. Uiteindelijk hebben wij die helemaal afgepeld totdat je op de behoeftes komt waarmee we een exacte energievraag kunnen berekenen. Op die wijze bouwen we de totale energievraag op, gelabeld aan verschillende energiebronnen, en ontstaat een uitkomst die per vierkante meter gebouwoppervlak de hoeveelheid primaire energie weergeeft.”

KIEZEN UIT ANNEX A OF ANNEX B Nieuw in de normen is bijvoorbeeld een rekenwijze die niet meer met de maandelijkse methode maar met de ‘uurlijkse’ methode werkt. Daardoor is er meer evenwicht gekomen in de berekening van het opwekkingsrendement van de opwekkingsystemen en de uurlijkse behoefte . “Voor alle normen hebben we een Annex A en een Annex B. Neem je als land Annex B over, dan volg je letterlijk de aannames die wij in de nieuwe normen voorstellen. Wil je als land voor bepaalde normen je eigen ‘sausje’ erover uitgieten, omdat je vindt dat door bepaalde omstandigheden in jouw land voor een specifieke norm anders moet worden gewogen, dan biedt Annex A die ruimte. Zo kun je bijvoorbeeld via Annex A een vereenvoudigde methode voor bestaande woningen hanteren. Wel zal je als land moeten aantonen dat die uitwerking volgens Annex A een realistische aanname is; die onderbouwing speelt een rol bij de beoordeling of er sprake is van een goede toepassing van de EPBD. Hier zal de Europese Commissie op toezien. De specialisten in Europa kijken dan om te zien of jouw uitwerking het behalen van de energiedoelen van Europa ondersteunt. Als er twijfel is, kunnen ze om een nadere uitleg of aanpassing vragen. Feitelijk komt het erop neer dat je als land verantwoording voor je keuzes moet afleggen.”

LASTIG OM MENSEN TE OVERTUIGEN Volgens Hogeling was het een enorme klus om de landen in Europa te overtuigen dat deze nieuwe set van normen in het belang is van de hele sector. Vooral de toeleverende industrie kon niet uit de voeten met die oude, specifieke eisen en normen in de verschillende landen. “Toch was het lastig om de specialisten in de grote landen, zoals Duitsland en Frankrijk, mee te krijgen, omdat zij vinden dat zij het in hun land het beste hebben geregeld. Gelukkig zijn er de nationale spiegelcommissies in die landen, die wel in onze benadering en normenset de juiste

keuze zien. Hun steun was onontbeerlijk bij de stemming. Nog lagen met name de Duitsers bij sommige normen dwars, maar uiteindelijk hadden we de steun van gemiddeld 80 tot 85% van de landen, en bij de ISO-normen lag de steun zelfs op 95%. Daar waren we als werkgroep, en ik persoonlijk als voorzitter, heel blij mee. Ik kreeg na de stemming dan ook via de e-mail veel felicitaties van werkgroepleden uit alle Europese landen.”

IMPLEMENTATIE IS ZWARE KLUS De totstandkoming van de normen is één, maar de implementatie is mogelijk net zo’n zware klus. Vandaar dat Hogeling vanuit ISSO en de Europese brancheorganisatie REHVA het EPB Center heeft opgericht. Dit is een onafhankelijke organisatie die de lidstaten helpt bij het implementeren van de nieuwe normen. “We bouwen onder meer een database met veelgestelde vragen en antwoorden, we helpen landen die vragen hebben bij het invullen van hun nationale Annex A en we zullen ondersteuning geven bij onderhoudsvragen rondom de nieuwe normen. Daarnaast bestaat de wens om diverse EN-normen naar het niveau van EN-ISO-normen te brengen. Het EPB Center vervult daarin de rol van onafhankelijke intermediair, die wel op zoek is naar financiële steun vanuit de Europese bouw- en installatiesector. Met name de toeleverende industrie heeft belang bij een adequate en deskundige invoering van de normen in de vele landen. We hopen dan ook dat zij het EPB Center in woord en daad zullen steunen.” “Daarnaast wil het EPB Center de mogelijkheid onderzoeken om een EPB-software te ontwikkelen die verder gaat dan de huidige set Excel-files. Softwarehuizen in Europa zouden dan op basis van hun eigen expertise en databases een gebruikersinterface kunnen bouwen die voor de desbetreffende landen geschikt is. Kortom, met het aannemen van de normen is de eerste berg beklommen, maar er zijn nog heel wat heuvels en bergen te overwinnen.” ISSOINFO APRIL 2017

9


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU

ISSO en partners boeken succes in Europese projecten De wereld van energie en techniek krijgt een steeds internationaler karakter, bijvoorbeeld omdat wet- en regelgeving vaker vanuit Europa komt. Dat betekent dat ISSO actief werkt aan een Europees netwerk. Enerzijds om invloed uit te oefenen op de regelgeving die daar ontstaat, anderzijds om deel te nemen aan Europese innovatieprojecten. Jan Cromwijk neemt namens ISSO en andere Nederlandse partijen sinds 2011 deel aan een groeiend aantal Europese projecten.

“Om de installatiebranche voor te bereiden op alle nieuwe vakkennis die noodzakelijk is, zijn we samen met OTIB in 2011 begonnen met het Europese project BuildUpSkills. In de eerste twee fasen van het project - die inmiddels zijn afgerond - draaide het vooral om het onderzoeken, inventariseren en beschrijven van de noodzakelijke vakkennis voor de verduurzaming van onze gebouwde omgeving” vertelt Jan Cromwijk. “Vorig jaar zijn we met de derde fase van het project begonnen, die loopt tot maart 2018. Daarin werken we aan bijscholing die we beschikbaar stellen in de BuildUpSkills Advisor app; een digitale tool waarmee werkgevers en werknemers hun beschikbare kennis kunnen testen en meteen kunnen zien welk scholingsaanbod er is om die vakkennis up-to-date te brengen.”

SPECIFIEK VOOR NEDERLAND Hoewel het een Europees project is, vindt de ontwikkeling BuildUpSkillsNL in ons land plaats. “We werken met een Nederlands team met daarin specialisten van OTIB, ISSO, SBRCURnet, Kenteq en vier ROC’s die namens de MBO-raad deelnemen” zegt Cromwijk. “De inhoud van de app zal primair de ‘weg’ naar bij- en nascholing faciliteren, maar is ook belangrijk voor MBO’s, die zich realiseren dat actualiteit belangrijk is voor hun aanbod en docenten. Daarom werken we bij de bouw en de invulling van de app zowel van ‘bovenaf’ als van ‘onderaf’. Dat wil zeggen dat we vanuit de kennisorganisaties en de onderwijsinstellingen de invulling bekijken, maar ook dat we bedrijven in de sector erbij betrekken. Input vanuit directies, HR-managers en vooral ook van de werknemers zelf is essentieel. Dat is de reden dat de app al live staat. Mensen kunnen de eerste versie gebruiken, met als doel de app en de inhoud stap voor stap door te ontwikkelen; juist doordat de sector hem gebruikt en ervaart wat zij eventueel nog missen of wat nog niet goed functioneert, kunnen we de app en de inhoud verbeteren.” 10

ISSOINFO APRIL 2017

Jan Cromwijk

BOUWSTENEN VOOR HBO-OPLEIDINGEN De volgende stap is om potentiële gebruikers van de BuildUpSkills Advisor app te helpen deze ook te gebruiken. Juist medewerkers op MBO-niveau hebben volgens Cromwijk nog flinke stappen te zetten, als het gaat om het vertalen van duurzaamheid in hun vakmanschap. Dat geldt overigens ook voor vakmensen op HBO-niveau. Ook daarvoor is een Europees project opgezet, PROF/TRAC, waarin vanuit Nederland ISSO, TVVL en Huygen Adviseurs samenwerken, met nog zes andere Europese landen. Binnen PROF/TRAC ontwikkelen zij een trainingsplatform voor zeer energiezuinig bouwen en renoveren van gebouwen. Het uiteindelijke doel van het project is het blijvend bijscholen van hoog opgeleide professionals in de bouwsector. “Wat wij vooral willen binnen PROF/TRAC is het opleiden van trainers, zodat zij op nationaal niveau opleidingen en cursussen kunnen opzetten die gericht zijn op de realisatie van Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Daarvoor creëren we binnen PROF/TRAC een online platform waarop lesmateriaal beschikbaar is dat in ons land, maar ook elders in eerdere Europese projecten, is ontwikkeld. Zie het als een toolbox waarmee trainers en docenten snel en relatief eenvoudig hun eigen opleidingen kunnen samenstellen. Het gaat in PROF/TRAC dus vooral om ontsluiten, en niet om ontwikkelen van materiaal, evenals het aanjagen van het gebruik ervan”, aldus Cromwijk. TVVL is inmiddels met materiaal uit de database van PROF/TRAC een eerste cursus begonnen, en de verwachting is dat anderen snel zullen volgen.

ZELF-INSPECTIE TECHNIEKEN ONTWIKKELEN Insiter (Intuïtive Self-inspection Techniques) is het derde, Europese project waarin ISSO samen SBRCURNet, DWA


UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .

en Demo Consultants vanuit Nederland participeert. Het doel van dit project is de ontwikkeling van een tool op basis van augmented reality om gebouwen aan zelfinspectie te onderwerpen, tijdens en na het bouwproces. “Het gaat hierbij om het creëren van een applicatie op een tablet die gebruik maakt van het BIM-model, om vervolgens een aantal vooraf vastgelegde onderdelen te inspecteren. Daarna geeft de tool inzicht in de gerealiseerde kwaliteit ten opzichte van de vooraf ontworpen kwaliteit. Om dit mogelijk te maken, voorzien we de applicatie van input. Enerzijds is dat het BIM-model, maar we willen ook extra zaken toevoegen, zoals thermografische fotografie & ultrasound. ISSO voegt daar haar kennis en kunde van protocollen voor zelfinspectie aan toe, zoals we die voor energiezuinige nieuwbouw en verduurzaamde bestaande bouw hebben ontwikkeld. ISSO vervult een rol bij het inrichten van de Insiter applicatie, het naar de markt brengen en het trainen van de gebruikers.” Het project Insiter loopt nog tot november 2019.

zelf al die investeringen voor het werken met BIM te doen en te dragen, bekijken wij onder meer hoe we gezamenlijke BIM-infrastructuren kunnen opzetten. Denk dan aan regionale BIM Expertise Centra waarvan de bedrijven in de buurt gebruik kunnen maken. ISSO wil daarin een rol vervullen, door onze kennis aan te bieden en de organisatoren van deze BIM Expertise Centra vakinhoudelijk te ondersteunen. Uiteindelijk moet zo’n centrum via een sociaal bekostigingsmodel kunnen bestaan. Wij denken dat het kunnen werken met BIM in de komende jaren ook voor kleine ondernemingen onvermijdelijk wordt. En dat betekent dat zij een enorme uitdaging hebben om de benodigde kennis en infrastructuur zelfstandig in huis te halen. Via BIMplement kunnen we dit op een collectieve manier realiseren.”

DRIE NIEUWE EUROPESE PROJECTEN Naast de drie lopende projecten heeft ISSO, samen met partners, in 2016 drie nieuwe aanvragen ingediend voor Europese projecten die tot onze verrassing alle drie zijn gehonoreerd. Het zijn projecten die net voor of direct na de zomer van start gaan. Twee van die projecten gaan over BIM, en hoe we de toepassing ervan kunnen vereenvoudigen en versnellen, en de derde over het waarderen van informeel leren bij verduurzaming van de gebouwde omgeving. De twee projecten die met BIM te maken hebben zijn NET-UBIEB en BIMplement. “Bij NET-UBIEB, dat door een Italiaanse organisatie wordt geleid, gaan we de kwalificaties voor mensen die met BIM werken in Europa naast elkaar leggen. Die gaan we ook normaliseren, waarbij we specifieke taken benoemen zodat de profilering van bepaalde professionals die met BIM werken duidelijker wordt. Uiteindelijk ontstaan daaruit profielen voor alle betrokken beroepsbeoefenaars die dan in meerdere Europese landen ongeveer hetzelfde zijn. Daarmee vergroten wij de mobiliteit van BIM-professionals binnen de EU.”

BIM EXPERTISE CENTRA INRICHTEN Het project BIMplement richt zich op een bouwbrede versterking en implementatie van BIM-kennis en het gebruik van BIM als platform om kennis en kunde te laten stromen. In regionale pilots worden tools en kwalificaties voor de implementatie van BIM getest en geïmplementeerd. “Omdat veel bedrijven niet groot genoeg zijn om

LEREN IS IETS VAN ELKE DAG Het laatste project, NewCom, staat onder leiding van een Oostenrijks consortium, en richt zich op het waarderen van informeel leren rond de verduurzaming van gebouwen. “Er zijn vele manieren waarop verduurzaming van de gebouwde omgeving tot stand komt. Voor sommige onderdelen zijn regels en normen onmisbaar, zoals het energiegebruik, en daar horen dan ook verplichte kwalificaties en certificering van vakmensen bij. Maar veel andere, ook noodzakelijke of relevante kennis en kunde is niet direct gekoppeld aan certificering. Ook die zal je als vakman up-to-date moeten houden. Zonne-energie is zo’n onderwerp dat zich stormachtig ontwikkeld. Vakmensen die vier jaar geleden een cursus volgden, bezitten kennis die nu al weer gedeeltelijk achterhaald is. Binnen NewCom ontwikkelen we een systematiek die informeel leren waardeert en transparant maakt. Het gaat erom dat opleiders en opleidingen via bijvoorbeeld alumni services of on the job coaching een band opbouwen met hun cursisten en hen op de hoogte houden van actuele ontwikkelingen. Zo kunnen we zorgen dat leren iets van elke dag wordt. Daar moeten we cursisten en cursusaanbieders bewust van maken, maar we gaan ook tools en ICT beschikbaar stellen om dat eenvoudig en snel te doen.” ISSOINFO APRIL 2017

11


. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . .

DGMR BINK koppelt BIM aan bouwen installatiesoftware Het gebruik van BIM-modellen is niet meer weg te denken uit het dagelijkse ontwerp- en engineerings­proces in de bouw- en installatiewereld. BINK Software loopt voorop als het gaat om geavanceerde rekensoftware die aansluit bij deze BIM-technieken. De ware kracht van het BIM-model komt pas echt tot uiting wanneer bouw- en installatiepartners dezelfde data kunnen delen en hergebruiken. Om de software te laten aansluiten op de werkprocessen en informatiebehoeftes van klanten werkt DGMR BINK bij de ontwikkeling van hun producten nauw met partijen samen.

BI-DIRECTIONELE KOPPELING Een voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen DGMR BINK, totaalinstallateur Linthorst en ICT-dienstverlener Itannex. Hier ontwikkelt DGMR BINK een koppeling tussen het Revit® MEP modelleersysteem en hun eigen software voor luchtkanalenberekening. Ondersteund door het open IFC-formaat ontstaat zo een vlotte uitwisseling tussen het tekenen en rekenen op basis van dezelfde

IMI Aero-Dynamiek bewaakt bouwén werktuigbouwkundige prestaties van gebouwen Het in 1973 opgerichte IMI Aero-Dynamiek, sinds 2000 onderdeel van het Britse IMI, is onlosmakelijk verbonden met het inregelen van lucht- en waterzijdige installaties. Daar waar het bedrijf zich aanvankelijk bijna uitsluitend bezighield met het lucht- en waterzijdig instellen van HVAC installaties richt het zich nu ook op het meten, valideren en optimaliseren van gebouwen en gebouwgebonden installaties. SAMENSPEL VAN VAKGEBIEDEN Door de ontwikkeling die het bedrijf heeft doorgemaakt is een andere kijk op gebouwen ontstaan. Het samenspel tussen bouwkunde, werktuigbouwkunde en elektrotechniek moet leiden tot een veilig, gezond en duurzaam gebouw dat geschikt is voor het beoogde gebruik. Het maakt vanuit die filosofie niet zo veel uit of dit gebouw een kantoorpand, een ziekenhuis of een farmaceutische cleanroom is. 12

ISSOINFO APRIL 2017

GEBOUW EN INSTALLATIES ÉÉN GEHEEL Door de andere manier van kijken naar gebouwen wordt bij elk project weer duidelijk dat het gebouw en de installaties niet los staan van elkaar. Een goede installatie in combinatie met een slechte bouwkundige afwerking leidt tot een verminderde prestatie en omgekeerd. Hoewel er door de jaren heen in verschillende vakgebieden meer aandacht is gekomen voor kwaliteit van bouwen, lijkt er nog te weinig aandacht te zijn voor de onderlinge samenhang. Gevolg: er worden nog steeds nieuwe gebouwen opgeleverd die vanaf de ingebruikname niet doen wat ze moeten doen.


. . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . .

Veel aandacht voor rekenfunctionaliteit in nieuwe Stabicad data. Hiervoor heeft DGMR BINK een bi-directionele koppeling gerealiseerd, waarmee niet alleen de data vanuit Revit is in te lezen in de BINK software, maar ook andersom. Uit dezelfde samenwerking kwam eerder een module voor rioleringsberekeningen voort. Deze BIMkoppeling op basis van IFC is al enige tijd beschikbaar voor gebruikers.

OVERNAME DOOR DGMR Vanaf 1 januari 2017 is BINK Software onderdeel van DGMR Software. De software die BINK ontwikkelt, past uitstekend binnen de terreinen waarop DGMR Software en DGMR Raadgevende Ingenieurs actief zijn. De producten van BINK en DGMR vullen elkaar goed aan, waardoor een brede groep klanten blijvend is te voorzien van praktijkgerichte software op het gebied van milieu, bouw, installatie, BIM en duurzaamheid. Bovendien kunnen DGMR en BINK van elkaars kennis gebruik maken en voordeel halen uit de synergie die door de samenvoeging ontstaat.

Eind april brengt Stabiplan Stabicad 11 uit, een nieuwe release van hun innovatieve ontwerpsoftware voor de installatiebranche en technisch huisvestingsbeheer. Deze software-release zit vol nieuwe en verbeterde productiviteitstools en (reken) functionaliteit voor de installatietechniek. Stabicad biedt rekenfunctionaliteit voor lucht, sprinkler, verwarming, tapwater, gas en riolering.

SPECIALISTISCHE AFDELINGEN Om deze uitdagingen het hoofd te bieden zijn er binnen IMI Aero-Dynamiek specialistische afdelingen ontstaan zoals Energietechniek, Binnenmilieu en Cleanroomtechniek. Recent is hieraan HSI, HygiĂŤne Sanitaire Installaties, toegevoegd. De specialisten binnen deze afdelingen houden zich op dagelijkse basis bezig met het vaststellen en optimaliseren van de bouwkundige en werktuigbouwkundige prestaties van gebouwen. De uiteindelijke prestatie die het gebouw levert, telt. Hierbij wordt Commissioning ingezet als middel om deze prestaties duurzaam te borgen.

Engineers die leidingsystemen geĂŻntegreerd berekenen, profiteren van een korte productieve workflow zonder fouten. Gegevens uitwisselen met een extern rekenprogramma is namelijk niet meer nodig. Daarom is bij de ontwikkeling van Stabicad 11 veel aandacht besteed aan rekenfunctionaliteit en uitbreiding van normen. Zo is de berekening voor leklucht (volgens ISSO 17, 2010) toegevoegd aan de luchtkanaalberekening en kunnen gebruikers bij rioleringsberekeningen (volgens EN 12056 2000, DTU 60.11 2013, DIN EN12056 2000 / DIN 1986-11 2016) meerdere toestellen in een keer koppelen aan een generiek punt. Zo kunnen zij bijvoorbeeld ook het algoritme dat normaliter het leidingtype bepaalt, handmatig overrulen.

DIMENSIONEREND EN CONTROLEREND BEREKENEN Met een dimensionerende berekening bepaalt de gebruiker in de conceptfase van het model de benodigde diameters. Dit gebeurt aan de hand van rekenparameters, zoals het debiet of de maximale toegestane snelheid in een kanaal. Het is mogelijk om afmetingen van bepaalde ISSOINFO APRIL 2017

13


. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS delen vast te zetten als bij projecten de bestaande situatie niet mag of kan wijzigen. Verder is het mogelijk eenvoudig drukverliezen te berekenen met een controlerende berekening. De totale systeemdruk, de drukverliezen per kanaal en de inregeldrukken worden overzichtelijk gepresenteerd in zowel een berekeningsoverzicht als een rapport.

het overzicht zich waar bevinden in het model. Ook zijn in dit overzicht dimensies te wijzigen zonder dat het model direct geüpdatet wordt. Zo zijn resultaten eenvoudig te checken en rekenen gebruikers snel alternatieve systemen door om met de voorkeurssituatie verder te modelleren. Alle leidingsystemen in een bouwwerk zijn geïntegreerd in het BIM-model te berekenen en controleren. Altijd op basis van lokale standaarden en normen.

INTERACTIE REKENDATA EN REVIT-MODEL Het berekeningsoverzicht kan direct communiceren met het BIM-model. Gebruikers kunnen zien welke secties in

Nieuwe TA-Modulator regelafsluiter digitaal te beheren IMI Hydronic Engineering ontwikkelde de TA-Modulator, een zeer nauwkeurige drukonafhankelijke regel- en inregelafsluiter (PIBCV) met een nieuwe, digitaal configureerbare motor TA-Slider. De TA-Modulator heeft een uniek gevormde regelkegel met een gepatenteerde EQM-karakteristiek, die een 6 keer groter werkgebied heeft dan een lineaire afsluiter met een gelijk debiet.

Aangezien slechts minimale aanpassingen van het debiet nodig zijn om de gewenste temperatuur stabiel te houden, is een grote nauwkeurigheid van de regelafsluiter inclusief de motor een vereiste. Bijzonder is ook dat gebruikers met de TA-Modulator het debiet nauwkeurig kunnen regelen tot bijna het nulpunt.

BESCHERMING TEGEN OVERDEBIET De ingebouwde drukverschilregelaar beschermt de afsluiter tegen drukschommelingen in de installatie. Daardoor blijft de temperatuur stabiel en wordt het aantal motorbewegingen geminimaliseerd, wat de levensduur verlengt. De TA-Modulator beschermt de installatie ook tegen overdebieten, het biedt automatische waterzijdige inregeling, vereenvoudigt de inbedrijfstelling en bespaart op de energiekosten van de pomp tot wel 40%. Afhankelijk van de toepassing, kan de TA-Modulator via bijvoorbeeld smartphone worden geregeld via de nieuwe digitaal gestuurde motor TA-Slider. De TA-Slider motor is te gebruiken met of zonder BUS-communicatie. De motor heeft meer dan 200 instellingen en programmeringsopties.

INLEZEN OP AFSTAND Met de TA-Dongle is de TA-Slider op afstand te bedienen, al dan niet aangesloten op voeding, zonder BUScommunicatie. Met de TA-Dongle kunnen gebruikers wel de helft van de tijd besparen op de installatie en inregeling, simpelweg door identieke instellingen te kopiëren naar diverse motoren. Dat is inclusief toegang tot alle statistieken en gegevens. De TA-Slider is de enige range motor waarmee instellingen op afstand zijn te zien en beheren dankzij de TA-Dongle.

14

ISSOINFO APRIL 2017


. OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER

Interview met Peter ‘t Lam Bijna 50 jaar werkzaam voor de installatiesector

“Nederland kan wereldwijd hét grote voorbeeld in duurzame technieken zijn” “Na 50 jaar werken is het tijd om met pensioen te gaan. In alle bescheidenheid ben ik gewoon één van de vele medewerkers geweest in een aantal organisaties. Zo was ik twee jaar in dienst bij de gemeente Den Haag, 24 jaar bij Uneto-VNI (en haar rechtsvoorgangers) en eveneens 24 jaar bij ISSO. Ik maak u op deze plek graag deelgenoot van mijn grote wensdroom voor de installatiesector. Die droom gaat over het verdwijnen van het conservatisme in de installatiesector en over idealisme. Over een toekomst waarin we met durf en initiatief sámen bouwen aan een duurzame planeet voor onze kinderen en kleinkinderen.”

“Nog maar kort geleden is mijn wensdroom weer nieuw leven ingeblazen door het Dutch Green Building Council (DGBC), dat met het Deltaplan Duurzame Ontwikkeling de energietransitie in Nederland wil versnellen. Daan van Vliet, onze oud-voorzitter, is actief in het DGBC. Hij zegt: “Er zijn in Nederland 450.000 bedrijfsgebouwen en daar moeten we iets mee. En dan niet een energiebesparing van 10%, maar van 70% of 80%. Willen we de klimaatdoelstellingen halen, dan zullen we per jaar gemiddeld 15.000 gebouwen op deze manier moeten verbeteren.” Wat Van Vliet hier zegt, lijkt ook een droom, maar dan een die we samen waar kunnen maken. Daarvoor hebben we de middelen, de kennis én de expertise in huis. Nederland zit er vol mee! Kijk alleen al naar de technische universiteiten in Delft en Eindhoven. Keer op keer winnen ze prijzen met internationale ontwerpcompetities. Zo won een studententeam van TU-Delft onlangs een internationale competitie waaraan zo’n dertig universiteitsteams meededen. Zij haalden de eerste prijs met een razendsnel transportsysteem dat reizigers in dertien minuten van Amsterdam naar Eindhoven kan vervoeren.”

gebouwde omgeving te bereiken, ruim vóór de deadline van 2050. Hoe mooi zou het zijn als Nederland in 2030, twintig jaar voor de verplichting van de maatregelen in het Energieakkoord, kan zeggen: “Wij zijn klaar!” Want waarom niet? Laten wij het goede voorbeeld geven en daarmee de neuro veiligstellen. De tijd is daar rijp voor. Meer dan ooit zijn mensen doordrongen van de noodzaak om in te grijpen. Het is nu, of te laat. De facts & figures liegen er niet om. Om maar wat te noemen: het bevolkingsaantal is de laatste zestig jaar verdriedubbeld. Momenteel kent de aarde circa zeven miljard bewoners en dat zal in 2050 zijn opgelopen tot ruim negen miljard. Dat betekent nogal wat. De afvalproblematiek en de vervuilende productie van voedsel is nu al buitenproportioneel. We ondervinden aan den lijve een klimaatverandering en grote gebieden in de Grote Oceaan zijn plasticsoep geworden. We maken van onze aarde een grote, onleefbare vuilnisbelt.”

NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE GOEDE VOORBEELD GEVEN “Wij hebben de competenties in huis; op Nederlandse bodem en in de installatiesector. Met z’n allen zijn we in staat om de Europese klimaatdoelstellingen voor de

“Steeds meer mensen staan op met een klassiek soort idealisme onze planeet te redden. Een aantal daarvan is ook best bereid daarvoor te betalen. Een mooi voorbeeld in ons vakgebied vind ik de warmtepomp; een geslaagd ISSOINFO APRIL 2017

15


. . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER

‘We lossen onze problemen niet op door hetzelfde te denken als toen we die problemen creëerden.’ Albert Einstein initiatief om energiezuinig te wonen. De gebruiker van warmtepompen - de idealist - moet het op dit moment ‘slechts’ hebben van een goed gevoel. Want anders dan bij zonnepanelen, verdient deze duurzame manier van energiewinning zich (vooralsnog) niet terug. De idealist streeft echter naar een circulaire economie: een economisch en industrieel systeem waarin we producten en materialen hergebruiken en waarin grondstoffen hun waarde behouden. Om de aarde een toekomst te bieden, denkt de idealist, moeten we investeren in onder andere goed onderwijs en in klimaattechniek. Daar krijgen we een gezondere samenleving en indirect onze investeringen voor terug. En zo kom ik moeiteloos bij de achilleshiel van de sector: geld.”

ANDERE MINDSET “Geld is het gezicht van het conservatisme in onze samenleving, en die van de installatiesector in het bijzonder. Onze sector is conservatief. We grossieren niet massaal in

koplopers die zich, mede met beschikbare nieuwe technieken, volledig richten op de toekomst. Onze sector leeft met de dag en met de prijs. Misschien is het zelfs eerder andersom: we leven met de prijs en dan met de dag. Dat geeft kwaliteitsvermindering op de eerste plaats, en op de tweede plaats kost deze mentaliteit de toekomst van deze planeet. Voor een gezonde en duurzame toekomst zijn nieuwe technieken en dus investeringen nodig. Dat betekent voor de installatiesector, meer nog dan bij andere sectoren, een andere mindset in denken en handelen. Dat kan morgen al beginnen bij een gesprek met de klant: “Natuurlijk mevrouw of meneer, kunnen wij een nieuwe ketel voor u installeren. En als deskundige in verwarmingsinstallaties attendeer ik u graag ook op energieneutrale mogelijkheden. Gewoon, omdat ik als deskundige de kennis heb om u daarin goed te adviseren.” Want zo is dat: wie zou het anders moeten doen! Maar ook: als we deze kans laten liggen, stappen andere sectoren in deze snel rijdende trein. Zo wordt het beheer en onderhoud van installaties steeds vaker uitbesteed aan externe facilitaire organisaties of het schoonmaakbedrijf. Als we nog langer wachten, dan worden dát de nieuwe opdrachtgevers in de installatiesector.”

DE KRACHTEN BUNDELEN “De installatiesector moet het voortouw nemen nu het nog kan. Natuurlijk lopen er al diverse duurzame projecten, maar bij lange na niet met de motivatie en het tempo zoals bij het Deltaplan het geval was. ‘Dit nooit meer!’, was toen het credo, en daarvoor werd alles en iedereen gemobiliseerd. En wat was het resultaat? Nederland is tot op de dag van vandaag op waterkundig gebied wereldwijd hét grote voorbeeld. Dat kunnen we samen als sector óók bereiken met nieuwe, duurzame technieken. Daarvoor moeten vooral sterke en bepalende partijen over hun eigen schaduw heenstappen. Daarvoor moet de bouwkolom de krachten bundelen en dat kunnen wij! Laten we vooroplopen met een eigen, duurzame energievoorziening. Zoals gezegd: daar hebben we de kennis al voor in huis; het verzamelpunt daarvan is ISSO.”

WENSDROOM WORDT WERKELIJKHEID Ik heb 43 jaar voor ISSO mogen werken. Ik heb in al die jaren veel collega’s en prettige werkrelaties gehad. Ik heb het ISSO-werk al die jaren, geen dag uitgezonderd, met enorm veel plezier gedaan. Het is net als bij een hobby, je krijgt er nooit genoeg van. Aan die beleving hebben veel relaties bijgedragen, ik ben u daarvoor zeer erkentelijk en wil u voor die plezierige samenwerking oprecht hartelijk danken. Ik wens u allen de komende jaren zowel zakelijk als privé alle goeds en veel succes.

16

ISSOINFO APRIL 2017

“Het is begin 2017; de huizen in Groningen verzakken en de gasbronnen raken op. Over niet al te lange tijd moeten we gas kopen in andere landen en zal de lage energieprijs van nu ras stijgen. Investeerders in nieuwe technieken, zoals de warmtepomp, kunnen dan meer dan tevreden zijn. Want kijk nou: sneller dan verwacht verdient de pomp zich terug. Dat is zo’n moment dat het idealisme zegeviert en een stukje van mijn wensdroom werkelijkheid wordt.” Veel succes! Peter ‘t Lam


. . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER

Winfried Ponsioen Adviseur Ponsioen Installatie Techniek, voormalig Directeur-grootaandeelhouder van dit bedrijf en voormalig penningmeester van de Raad van Toezicht van ISSO.

“De fundamenten van ISSO staan als een huis” het bestuur betekende dit alle hens aan dek. Maar mede dankzij de enorme wilskracht en energie van Peter hebben we het tij kunnen keren. Drastische subsidieverlagingen van aanpalende organisaties speelden toen ook. Peter heeft die subsidies nog een aantal jaar weten te rekken en wist door zijn talent voor organiseren de pijn voor ISSO zo goed mogelijk te verzachten.”

inmiddels vermaard, mede door Peter commercieel van de grond. En zo kon de invloed van ons als bestuur langzamerhand verminderen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een Raad van Toezicht met een kleine bezetting.”

TOMELOZE ENERGIE

“Behalve om de ISSO-publicaties, is Peter ook beroemd om zijn manier van werken. “Voor de installatiesector is ‘Project ISSO’ Het moge chaotisch zijn, maar hij heeft ONTPLOOIING ISSO-PUBLICATIES uitermate belangrijk. De stichting is wat het in de hand. Ik heb hem in al die jaren mij betreft het technisch geweten van de “Peter verstaat de kunst om met totaal nooit op een fout kunnen betrappen. Ik verschillende situaties goed om te gaan installatiesector. En in dit project heeft waardeer Peter om zijn tomeloze energie en weet te voorzien in de behoefte die op en zijn gave om sociaal en respectvol met Peter 24 jaar lang een belangrijke rol dat moment nodig is. Werden de teugels, mensen om te gaan. Medewerkers moeten gespeeld. Peter is niet zozeer technisch, maar hij weet precies wat goed is voor het door het bestuur, strak aangetrokken, dan het naar hun zin hebben om te kunnen gaf hij ons veel informatie. Die informavakgebied.” presteren en dat begrijpt hij. Ook zonder tiestroom nam af zodra de teugels van het Peter moet en zal ‘Project ISSO’ voorop TALENT VOOR ORGANISEREN bestuur wat losser konden. Zo werd ISSO blijven lopen. Dat is haar bestaansrecht. “Toen ik in 2002 bestuurslid werd, stond door de jaren heen financieel gezond. Dankzij Peter staan de fundamenten van ISSO er financieel nog slecht voor. Voor Daarbij kwamen de ISSO-publicaties, ISSO nu als een huis.”

Daan van Vliet Voormalig bestuursvoorzitter ISSO en Groep Groot van Uneto-VNI

“Sterke motivator die bergen verzette” had niet veel financiële middelen en bestond van de betrekkelijk bescheiden bijdrages van Uneto-VNI, TVVL, CBVI en VABI. Daarbij waren projecten alleen mogelijk met co-financiering van overheidsinstanties.”

met en voor ISSO te werken, in het bijzonder met toenmalig ISSO-directeur Jaap Hogeling en Peter.

UITGEGROEID TOT AUTORITEIT

“Als bureaumanager, direct onder Jaap, was Peter een sterke motivator voor de ORGANISATIEVERMOGEN hele organisatie en wist hij bergen te ver“Ondanks die schaarste wist de kleine zetten. Hij was bijvoorbeeld geniaal in het ISSO-organisatie fantastisch veel en goed bij elkaar schrapen van budgetten voor werk te leveren. Steeds weer verschenen projecten, óók bij buurman SBR. “Eind jaren negentig was ISSO onderhuur- er nieuwe publicaties en organiseerde ISSO is inmiddels is uitgegroeid tot een der van Stichting Bouwresearch (SBR). ISSO daarbij technische bijeenkomsten. autoriteit; de robuuste en professionele Deze buurman van ISSO was destijds Dat was in sterke mate te danken aan de organisatie is niet meer weg te denken nogal gefortuneerd. Zij konden zich jaarimmense inzet van de medewerkers en uit de installatiesector. En dat is niet in lijks laven aan miljoenen uit de opleidings- het enorme organisatievermogen van de laatste plaats te danken aan Peter. De fondsen van de bouw. ISSO daarentegen Peter ‘t Lam. Het was een groot plezier om branche is hem veel dank verschuldigd!” ISSOINFO APRIL 2017

17


. . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER . . . OVER PETER

Egbert Wagenaar Voormalig voorzitter Raad van Begeleiding (RvB) van ISSO en voormalig hoofd van de Technische Afdeling van de Algemene Vereniging voor Centrale verwarming en luchtbehandeling Industrie (ACI) en van de Vereniging van Nederlandse Installatiebedrijven (VNI).

“Een goed humeur en met regelmaat een kwinkslag” Eind zeventiger jaren was de Technische Afdeling van de ACI op stoom: de eerste projecten konden aan ISSO worden toevertrouwd.”

LOVEND OVER TECHNISCHE INBRENG

“Mijn eerste ontmoeting met Peter, toen werkzaam bij VNI, was op 1 september 1972, mijn eerste werkdag bij de ACI. Het werd mijn werk de Technische Afdeling verder uit te bouwen tot een orgaan dat de voorlichtende taak op het gebied van installatietechniek kon verrichten. Niet alleen voor de ACI-leden, maar voor allen die zich met de technische merites op het gebied van installatietechniek bezighielden.”

van verwarming en luchtbehandeling geboren: ISSO.”

INDIVIDUELE EN COLLECTIEVE BELANGENBEHARTIGING

“Bij de start bestond ISSO uit een negenhoofdig voorlopig bestuur, een Raad van Begeleiding en de heer ir. B.K. van der Chijs als parttime medewerker. Tussen 1973 en eind 1977 heeft ISSO zes publicaties afgescheiden, te beginnen met de ‘Warmteafgifte van radiatoren bij niet-geGEBOORTE VAN ISSO normeerde opstelling’. Peter speelde een “Een jaar later wilde professor Wiebe hoofdrol in het rijp maken van publicaties: Draijer, de hoogleraar waarbij ik ben als ACI-medewerker heeft hij vele uren afgestudeerd, een onderzoeksinstelling gestoken in een technisch verantwoord in het leven roepen met een, naar mijn eindproduct om met een gerust geweten oordeel, vergelijkbare taak als die van de publicaties bij de drukkerij op tafel te mijn afdeling bij de ACI. Hoewel ik mij leggen. daar in eerste instantie tegen heb verzet, Belangrijke taken van de Technische werd mij snel duidelijk dat de zienswijze Afdelingen van de ACI en de VNI waren van professor Draijer opvolging verdien- de individuele en collectieve belangenbede. Uitkomsten van studies moeten zo hartiging van de leden. Op plekken waar breed mogelijk worden gedragen, een ontwikkelingen rondom installatietechvoorwaarde waaraan alleen kan worden niek in de gebouwde omgeving op tafel voldaan als ook andere belanghebbende kwamen, zaten de medewerkers vooraan. organisaties erbij worden betrokken. Zo is Die informatie vormde de basis voor de in 1973, in samenspraak tussen ACI, TVVL andere kant van de collectieve belangenen het CBVI, het Instituut voor Studie en behartiging: bedrijven voorzien van actuStimulering van Onderzoek op het gebied ele kennis, direct in de praktijk toepasbaar. 18

ISSOINFO APRIL 2017

“Bij de voorbereiding van projecten vervulde Peter een essentiële rol. Na mijn summiere toelichting en inventarisatie van de te leveren inspanningen, produceerde hij een concept projectbegroting. Ik ging daarmee in gesprek met belanghebbende partijen. In vrijwel alle gevallen was de laatste stap voor de opdracht aan ISSO het overtuigen en de instemming van besturen met het bedrag van de contrafinanciering. Zo zijn tot het jaar 2000 tientallen ISSO-projecten tot stand gekomen. Soms vroeg ik Peter mij te assisteren bij de presentatie van een projectvoorstel. Als ik bij een tweede gesprek meende het zonder Peter te kunnen, werd lovend gesproken over diens technische inbreng tijdens het eerste gesprek. Aan de directe collegiale samenwerking tussen Peter en mij kwam in 1993 onverwacht een einde. Peter verkaste naar ISSO.”

GENIETEN VAN DE DERDE HELFT “In de veertig jaar dat ik als externe bij ISSO betrokken was, kreeg ik van ISSOmedewerkers alleen bevestigd dat Peter een perfecte collega is. Altijd positief ingesteld, een goed humeur en met regelmaat een kwinkslag. Ik heb hem nog nooit op een negatieve opmerking over wie dan ook kunnen betrappen. Peter en ik zijn beiden lid en bestuurder van een zo’n 35 jaar geleden, in ACI-tijd, opgerichte zaalvoetbalvereniging. Voetballen doen we niet meer, maar nog altijd bezoeken we de wedstrijden van ons oude team en genieten we vooral met volle teugen van de derde helft. Peter, ik wens jou nog vele plezierige jaren toe in goede gezondheid.”


. . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . .

Ingmar de Swart projectcoördinator (junior) besparing. Voor veel publicaties zijn onderdelen hetzelfde, zoals bepaalde wet- of regelgeving, formulieren of protocollen. Die onderdelen worden gestructureerd en verreikt met metadata, zodat straks met één mutatie alle publicaties up-to-date zijn. Op termijn kunnen we onze KennisBank ook eenvoudig koppelen aan systemen buiten ISSO, waaronder die van bedrijven. Alle specifieke kennis en functionele applicaties over installatietechniek kunnen we zo ontsluiten via één bron.”

EPB CENTER

“Ik ben Ingmar en net afgestudeerd in (bedrijfs)economie aan de Erasmus Universiteit. Tijdens deze opleiding was ik studentassistent bij ISSO. Wat doet een econoom bij ISSO, denkt u misschien. Mijn rol heeft dan ook niets te maken met installatietechniek, maar met de economische kansen daarvan. Zo ondersteun ik ISSO met het uitwerken van (nieuwe) businessmodellen. Waarom doen we wat we doen, is de vraag die ik stel. Als je dat goed weet, lukt het beter om relevante kennis verzamelen. Met het antwoord daarop leg ik bijvoorbeeld verbanden tussen andere kennis of deskundigen, afdelingen of medewerkers.”

EEN BRON VOOR KENNIS “Momenteel structureer ik alle technische kennis en hulpmiddelen van ISSO. Daarin zit veel tijdwinst en kosten-

“Uiteindelijk willen we voor elke technische kwestie direct een antwoord hebben. Ik verdiep mij dan ook in big data, business intelligence en machine learning. Zo onderzoek ik het digitale gedrag van bezoekers aan de ISSOKennisBank. Ik wil weten waar gebruikers op vastlopen en hoe we ze beter kunnen helpen. De KennisBank moet zo goed mogelijk inspelen op de vraag van de klant. Veel van mijn werk is bestemd voor de interne ISSOorganisatie, maar soms heb ik een project ‘buiten de deur’. Zo coördineer ik samen met Jaap Hogeling de oprichting van het EPB Center, een center dat kan helpen met de CEN disseminatie en implementatie van de set energieprestatienormen (EPBD).”

EPB TER

DE WERELD GOED VERZORGEN “Mijn werk bij ISSO sluit aan bij mijn ideaal om de wereld goed te verzorgen en netjes achter te laten. Daarin kan de installatiesector veel betekenen. Veel bestaande en nieuwe gebouwen gebruiken nog veel te veel energie. Niet alleen door tekortkomingen in de bouwkundige schil, maar ook door de installaties in die gebouwen. Ik denk dat ISSO voor Nederland en voor Europa goede stappen kan zetten richting een circulaire, comfortabele, duur­ zame gebouwde omgeving, zodat de wereld uiteindelijk een betere plek is.”

ISSOINFO APRIL 2017

19


. . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . .

“De markt heeft dringend behoefte aan kennis van Power Quality” Elektrische energie is vaak de levensader van handel, dienstverlening en industrie. Dat maakt ons afhankelijk van de kwaliteit van de geleverde elektriciteit. Tegelijk zien we dat veel moderne elektrische apparaten de elektriciteitsvoorziening vervuilen. Het verstoort

Dat kan de levensduur van apparaten verkorten en het beïnvloedt hun efficiëntie en functionaliteit. Moderne elektronica zijn bovendien gevoeliger voor vervuilde en verstoorde elektriciteit, waardoor deze elektronica sneller in storing valt en minder lang mee gaat.

de spannings-output en het is nadelig voor andere

150 MILJARD EURO SCHADE

apparaten. ISSO onderkent dit probleem en komt

Arjan Schrauwen: “We herkennen het allemaal: flikkerende verlichting, een slecht werkende airco, computers die veelvuldig crashen, onjuiste meetwaarden van meetapparatuur in installaties, of bedrijfsprocessen die zelfs helemaal stilvallen. Deze problemen zijn vaak te herleiden naar gebrekkige Power Quality, kortweg PQ. Dat werkt niet alleen zeer vervelend, maar dergelijke storingen zijn ook een aanslag op de energierekening en het leidt tot hoge kosten bij bedrijven. Bijvoorbeeld door aantoonbaar productiviteitsverlies.”

met kennisproducten. “Als maatschappij hebben we groot belang bij een goede Power Quality en Elektromagnetische Comptabiliteit”, zegt Arjan Schrauwen, projectcoördinator bij ISSO.

Steeds vaker integreren we moderne elektronische apparatuur in elektrotechnische installaties. Denk aan led-verlichting, zonnepanelen, laadpalen, frequentieregelaars en omvormers. Naast alle voordelen die deze technieken ons bieden, kleven er ook nadelen aan. De genoemde apparaten vervuilen in veel gevallen de elektriciteitsvoorziening.

GEEN LAPWERK ACHTERAF “PQ is een moeilijk grijpbaar begrip. De snel in aantal groeiende en vaak complexe toepassingen als leds, zonnepanelen en frequentieregelaars maken een goede PQ niet meer vanzelfsprekend. We kunnen niet meer van alles aansluiten en verwachten dat het vanzelf goed gaat. De markt heeft dringend behoefte aan meer kennis om de spannings- en stroomkwaliteit te waarborgen. Niet door lapwerk achteraf, maar door al vanaf het ontwerp rekening te houden met PQ. Ook bedrijven moeten op de hoogte zijn van PQ.”

ANTWOORD ON-THE-JOB ISSO heeft diverse kennisbronnen beschikbaar over Power Quality en EMC. Sinds kort is er bijvoorbeeld het ISSO-Kleintje Power Quality en EMC, dat installateurs en ontwerpers ‘on-the-job’ een antwoord biedt op praktisch elk voorkomend PQ-vraagstuk. Het boekje behandelt ook EMC, Elektromagnetische Compatibiliteit , noemt welke storingen daarbij voorkomen en hoe die zijn te beperken en op te lossen. Een ander, zeer praktisch hulpmiddel zijn de KennisKaarten. Daarvan zijn in de digitale KennisBank van ISSO drie varianten verkrijgbaar: Power Quality en netvervuiling, gevolgen van bliksemontlading, EMCzoneconcept. Dit project is mede mogelijk gemaakt door:

Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

20

ISSOINFO APRIL 2017


. . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . .

Leidingwaterinstallateurs moeten eerder in het bouwproces worden betrokken ISSO-publicatie 30 Leidingwaterinstallaties in woningen stamt uit 2002 en was nodig aan een update toe. De eisen rondom de energieprestatie zijn in de tussentijd sterk veranderd, wat gevolgen heeft voor het gebruik van warm water. Daarnaast zijn er diverse nieuwe technieken bij gekomen, zoals warmtepompboilers en douche-WTW’s.

BENG, Nul op de meter, Energieprestatie NEN7120, NEN1006 (2015) en het Bouwbesluit (2012). Er zijn sinds 2002, het jaar waarin ISSO-publicatie 30 uitkwam, veel wijzigingen geweest in onder meer de energieprestatie van woningen en gebouwen. ISSO-publicatie 30 bood onvoldoende handvatten om de warmtapwaterbereiding en het leidingnet te kunnen ontwerpen en realiseren, met in achtneming van de moderne eisen en technologische innovaties als warmtepompboilers en douche-WTW’s.

twee kleine kinderen kan een installateur precies bepalen hoeveel tappunten er bijvoorbeeld nodig zijn. Op die manier zijn veel sneller beslissingen mogelijk, dan met de methode waar de oude publicatie vanuit ging. De ‘oude’ editie gaat daarnaast ook in op bijzondere situaties die in de praktijk nauwelijks voorkomen. Die halen we er in de herziening daarom uit, of we verplaatsen ze naar een bijlage.”

EÉN BASISDOCUMENT INZICHTELIJK STAPPENPLAN Maar het up-to-date maken is niet eens de belangrijkste reden achter de herziening van Publicatie 30. “We willen vooral de installateur van leidingwaterinstallaties eerder in het bouwproces betrekken”, legt Irene van Veelen van ISSO uit. Zij coördineert de herziening van de publicatie. “Bij de woningbouw is het nog altijd zo dat de architect en de aannemer het voortraject van de bouw voor hun rekening nemen. De installateur komt nu meestal pas laat bij het proces kijken. In de nieuwe versie van ISSOpublicatie 30 nemen we onder meer een stappenplan op voor een andere werkwijze. Dat maakt heel inzichtelijk welke consequenties beslissingen hebben, onder meer voor de leidingwaterinstallaties. Een voorbeeld: de waterleidinginstallatie mag niet kruisen met de cv-installatie om Legionella te voorkomen. Dus als de architect een waterleiding op een bepaalde wijze intekent, ziet hij direct wat daarvan de gevolgen zijn voor bijvoorbeeld de cv-installatie.”

SNELLER BESLISSEN Zie het als een draaiboek waarin iedereen ook achteraf kan zien welke keuzes gemaakt zijn en wie waarvoor verantwoordelijk was. Dit moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat installateurs wat sterker in hun schoenen komen te staan, zegt Van Veelen. “In de nieuwe publicatie vertrouwen we wat meer op de kennis en ervaring van een installateur. Voor een huishouden van twee volwassen en

Van Veelen: “ISSO heeft behoorlijk veel publicaties die op theoretisch niveau ingaan op water-installaties. Bijvoorbeeld over Legionella-veilige woningen, douche-WTW’s en warmtepompboilers. In de nieuwe publicatie 30 voegen we dat samen tot één praktisch basisdocument. Zo kunnen partijen in contractstukken gemakkelijker vastleggen waaraan een installatie moet voldoen. Ook is de informatie veel beter te vinden als het in één bestand staat.” Om de publicatie toch praktisch en overzichtelijk te houden, zal verdiepende informatie die installateurs niet regelmatig nodig hebben, in bijlagen belanden. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Opleidings- en

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

In juni zal Irene van Veelen bij de Caleffi Academy aan installateurs vertellen hoe zij met de nieuwe ISSO-publicatie 30 aan de slag kunnen. Caleffi is Kennispartner van ISSO. De Caleffi Academy is gratis toegankelijk voor HVAC-professionals. De opleidingsdagen zijn op 13 juni in Eindhoven, 14 juni in Alphen aan de Rijn en 15 juni in Zwolle. Meer informatie vindt u op Caleffi.nl

ISSOINFO APRIL 2017

21


. . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING .

Minder rompslomp gecertificeerde installateurs bij Wet Vanaf 2018 gaat het eerste deel van de Wet Kwaliteitsborging van kracht. Deze wet is in het leven geroepen om de verantwoordelijkheid van bouwers en aannemers te vergroten en de opdrachtgevers meer zekerheden te bieden. Ook de installatiesector zal merken dat verantwoordelijkheden toenemen en de zorgplicht wordt uitgebreid. Het betekent meer controles op het werk. Certificering of erkenning van werkzaamheden van installateurs kan de administratieve rompslomp verkleinen. Een installatiebedrijf is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het geleverde werk; dat is nu het geval en dat blijft het ook. Alleen zorgt de nieuwe Wet Kwaliteitsborging ervoor dat aannemers en installateurs hun geleverde kwaliteit beter aantoonbaar moeten maken en voor langere tijd moeten waarborgen. De opdrachtgever krijgt daarmee meer zekerheden. Gevolgen van een minder gelever-

22

ISSOINFO APRIL 2017

de kwaliteit die pas later - soms zelfs jaren na oplevering - aan het licht komen, blijven langer de verantwoordelijkheid van de aannemer of installateur.

DRIE GEVOLGKLASSEN De nieuwe wet geldt straks voor het bouwen van alle nieuwe woningen en gebouwen, maar ook voor vergunningplichtige verbouwingswerkzaamheden. Daarnaast zijn er verschillende klassen, de zogeheten gevolgklassen. Daaronder vallen alle werkzaamheden aan woningen en kleine utiliteitsgebouwen waarbij er minder grote gevolgen zijn als de werken niet aan de eisen voldoen. Naar verwachting is dat 80% van alle bouwwerkzaamheden. In gevolgklasse 2 en 3 vallen de grotere, meer risicovolle en complexe werkzaamheden. De gevolgen van het niet voldoen aan de eisen zijn bij deze gebouwen steeds groter. De ingangsdatum van de wet voor die twee klassen is nog niet precies bekend. Wel is bekend dat hoe groter het risico, dus hoe hoger de gevolgklasse, hoe strenger de controles en eisen die aan aannemers en installateurs worden gesteld (zie overzicht in schema).


. . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . .

Kwaliteitsborging

Column Marco Hofman, secretaris KvINL

VRAAG NAAR VAKBEKWAAMHEID PRIVATE KWALITEITSBORGING

“Stel, je bent een opdrachtgever en je hebt een installateur gevonden die jouw klus voor een goed bedrag wil uitvoeren. Vertrouw

GECERTIFICEERDE INSTALLATEURS

KENNIS UP-TO-DATE

De private kwaliteitsborger komt eigenlijk in plaats van de afdeling Bouw en Woningtoezicht. Na oplevering moet de kwaliteitsborger zijn dossier aan de opdrachtgever overhandigen en ook Bouw- en Woningtoezicht informeren, zodat zij steekproefsgewijs de dossiers kan controleren. “Een installatiebedrijf zal moeten aantonen dat hij volgens normen en kwaliteitseisen werkt. De kwaliteitsborger wil daarover zekerheid en voert controles uit. Er is een uitzondering op de regel, want die controles zijn niet nodig als een installatiebedrijf onder een certificaat werkt. Een gecertificeerde installateur wordt namelijk al gecontroleerd. In zo’n geval volstaat het als hij de kwaliteitsborger zijn certificering overhandigt.”

“Ook de opdrachtgever zal bij voorkeur met iemand in zee gaan waarvan hij of zij zeker weet dat zijn kennis up-to-date is en hij over de juiste certificaten beschikt. Het energieneutraal bouwen (BENG, ZEN, NOM, etc.) zal zorgen voor een toenemende vraag naar bewijzen van vakbekwaamheid. Voor opdrachtgevers essentieel om te bepalen of zij met een deskundige in zee gaan. Voor installatiebedrijven cruciaal om te bewijzen dat zij inderdaad bekwaam zijn.”

Volgens Van Ophem is dat de reden dat de KvINL haar erkenningsregeling wil aanpassen. Nu vereist een KvINLerkenning nog dat een bedrijf de juiste diploma’s en gereedschappen heeft voor bepaalde werkzaamheden. “In 2016 heeft het bestuur van KvINL besloten dat we voor een KvINL-erkenning ook controles moeten gaan instellen. Dit betekent dat de KvINL-regeling wordt aangepast en kunnen KvINL-erkende bedrijven ervoor kiezen of zij aangesloten willen blijven. Als ze dat willen, vallen zij onder een controle-regime. Natuurlijk vergt dit extra inspanningen van een bedrijf, maar tegelijk zal het hen voordelen opleveren als zij inw 2018 aan de controles van de private kwaliteitsborger moeten voldoen. Het toezicht van die kwaliteitsborger zal naar verwachting veel minder zwaar zijn.”

of zijn blauwe ogen dat hij een goed werkende klimaatinstallatie kan garanderen? Is hij voldoende bekwaam, en minstens zo belangrijk: is hij dat bewust

ED

R

KVINL-ERKENNING + CONTROLE

je dan enkel op zijn mooie website

GEACC

“Enerzijds verandert er weinig tot niets vanaf 2018 en anderzijds ook best veel”, zegt Wil van Ophem, directeur van KvINL. “Een bouwwerk moet aan alle eisen van het Bouwbesluit voldoen. Dat is nu zo, en dat is straks ook zo. Als je het werk altijd goed doet, dan doe je het in 2018 ook goed. De grote verandering is dat er straks private kwaliteitsborging wordt ingevoerd. Bij elk bouwwerk moet een kwaliteitsborger worden aangesteld die via een bepaalde systematiek in een gebouwdossier bijhoudt (steekproefsgewijs) of aan alle kwaliteitseisen wordt voldaan. In veel gevallen is het de hoofdaannemer die de kwaliteitsborger aanstelt. Als onderaannemer zal je dan bij die kwaliteitsborger moeten aantonen dat je volgens wettelijke richtlijnen werkt en dat je werk kwalitatief in orde is.”

ITEERD

of onbewust?” “Het duurt niet zo lang meer en dan is energieneutraal bouwen de standaard in Nederland; voor woningen geldt dat in ieder geval vanaf eind 2020. Om deugdelijk en energieneutraal te kunnen bouwen en installeren zal het, ook voor de uitvoerende partijen, steeds belangrijker worden dat zij kunnen aantonen dat ze aan de vereiste prestatiegaranties voldoen.”

KVINL ACCREDITEERT OOK “KvINL is naast beheerder van beoordelingsrichtlijnen en erkenningsregelingen ook een instelling die onderwijsinstituten in de installatiebranche kan accrediteren. Het gaat dan met name om opleidingen in de hoek van de duurzame technologie, bijvoorbeeld voor installateurs van warmwater verwarmingsinstallaties die energie halen uit hernieuwbare bronnen. Hoewel accrediteren bij KvINL een betrekkelijk nieuwe tak van sport is, gebeurt het steeds vaker dat opleidingen zich willen onderscheiden door het voeren van het KvINL geaccrediteerd keurmerk.”

ENERGIENEUTRAAL BOUWEN “Een goede ontwikkeling, want om straks hoogwaardig energieneutraal te kunnen bouwen is er nog veel meer kennis en vakmanschap nodig in de installatiebranche. Kennis die, om eerder genoemde redenen, aantoonbaar moet zijn via bijvoorbeeld vakbekwaamheidscertificaten. Zo hoef je als opdrachtgever niet op iemands blauwe ogen af te gaan, maar heb je zwart op wit het bewijs dat iemand bewust bekwaam is. Dat bouwt een stuk zekerder.”

ISSOINFO APRIL 2017

23


. . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING .

Nieuwe BRL 6000-10AB ‘Ontwerpen en installeren ventilatievoorzieningen’ verschenen Begin 2017 ging de nieuwe BRL 6000 deel 10AB ‘Ontwerpen en installeren van ventilatievoorzieningen van woningen, basisscholen en kinderopvang’ van kracht. Het is een samenvoeging van het algemene deel BRL 6000-AB en de BRL 6000-10, die het Centraal College van Deskundigen (CCvD) op 23 september 2016 heeft vastgesteld. KvINL heeft de nieuwe versie van BRL 6000 deel 10AB per 1 januari 2017 bindend verklaard. De nieuwe BRL 6000-10AB gaat om natuurlijke en mechanische voorzieningen voor onder andere luchtverversing van verblijfsgebieden, verblijfsruimten, toilet- en badruimten en overige ruimten. Een verschil met de vorige vastgestelde BRL 6000-10, is dat de nieuwe BRL 6000-10AB ook ventilatievoorzieningen van basisscholen en kinderopvang beslaat. De BRL is uiteraard voorzien van het ’KvINL gecertificeerd’ keurmerk, dat het huidige KOMO Instalkeurmerk vervangt. Ook sluit de BRL na deze update weer goed aan op de laatste versie van het Bouwbesluit 2012, die sinds 1 januari 2016 van toepassing is.

bijvoorbeeld via een opleveringskeuring zoals we die kennen in BRL8010 Ventilatieprestatiekeuring. Maar als pas bij oplevering gebreken of zelfs fouten aan het licht komen, is het uiteindelijk duurder om dit achteraf te herstellen. Partijen doen er verstandig aan om al tijdens de ontwerpfase rekening te houden met beheer- en onderhoudsaspecten, zoals bijvoorbeeld voldoende installatieruimte of mogelijkheden tot filtervervanging. Zo zorgen zij al vooraf voor goed beheer na oplevering. Dat voorkomt heel veel kosten en werk achteraf.”

NIEUWE CERTIFICATEN Met de komst van de nieuwe wet Kwaliteitsborging op het bouwen, die naar verwachting in 2018 ingaat voor woningen, kan de nieuwe BRL6000-10AB een prima instrument worden voor partijen om kwaliteit op de ventilatievoorzieningen aan te tonen. Certificaathouders van de BRL6000-10 moeten binnen een periode van één jaar, te rekenen van 1 januari 2017, aantoonbaar werken volgens de nieuwe versie. Bestaande certificaathouders krijgen een nieuw certificaat na een positieve vervolgcontrole volgens deze nieuwe BRL 600010AB.

BEHEER TIJDENS ONTWERP “Op dit moment hebben we nauwelijks gecertificeerde ontwerpers en installatiebedrijven met een BRL 6000-10”, zegt Marco Hofman, secretaris van KvINL. “Dat betekent dat partijen zelden al aan de voorkant, dus tijdens het ontwerpen, volgens de richtlijn certificeren. Achteraf controleren is een meer gangbare methode in de praktijk,

24

ISSOINFO APRIL 2017

Volg op 11 mei het gratis webinar over kwaliteitsborging woningventiltatiesystemen van KvINL en ISSO. U krijgt toelichting op de nieuwe regeling voor woningventilatie. Aanmelden via isso.nl


. . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . . K WALITEITSBORGING . . .

Werkgroep start met update BRL 6010 voor legionellabeheersing De beoordelingsrichtlijn BRL 6010 voor Legionellepreventie-advisering is toe aan een update. Dit is een noodzakelijke activiteit, zo eens in de vier á vijf jaar. Maar dat niet alleen, zo vertelt Wil van Ophem van KvINL. Ook de overheid en een aantal belanghebbende partijen vinden het belangrijk dat we een aantal onderdelen nog eens kritisch bekijken. En een derde belangrijke reden is het feit dat de straks herziene BRL onder het regime van de Raad van Accreditatie zal worden gebracht. De BRL 6010 bestaat al een geruime tijd, maar is in 2013 voor het laatst als geactualiseerde versie verschenen. Omdat de technieken van legionellabeheersing zich blijven ontwikkelen, en omdat meerdere partijen interesse tonen om BRL-gecertificeerde adviseurs in te schakelen, is besloten de inhoud van deze BRL onder de loep te nemen. “We zien bijvoorbeeld dat ondernemers in de recreatie en horeca ook nadrukkelijk kijken naar de mogelijkheden die de BRL hen biedt. De zekerheid van een plan, opgesteld door een gecertificeerde adviseur, spreekt hen aan. Maar dan willen deze marktpartijen wel dat er oog is voor de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied en dat er ruimte is om innovaties toe te passen”, vertelt Wil van Ophem, directeur van KvINL.

BASIS VOOR WETGEVING Daarnaast is het sowieso praktijk dat de beoordelingsrichtlijnen geregeld, zo één keer in de vijf jaar, worden geactualiseerd. Bovendien is de BRL 6010 de basis voor wetgeving op het gebied van legionella. De overheid heeft een verplichting voor zogeheten prioritaire inrichtingen. Sinds 1 juli 2011 zijn collectieve watervoorzieningen en leidingnetten verplicht om hun risicoanalyses te laten uitvoeren en hun beheersplannen te laten opstellen door BRL 6010-gecertificeerde bedrijven. Maar dat betekent ook dat die BRL aan de hedendaagse eisen moet blijven voldoen, en dat de BRL oog moet hebben voor de nieuwe ontwikkelingen.

DESKUNDIGEN BIJ ELKAAR GEBRACHT “En dat is precies waar de werkgroep naar kijkt”, vertelt Van Ophem. “In februari was er een eerste bijeenkomst waarvoor een groep deskundigen was uitgenodigd die

allemaal vanuit hun expertise op dit gebied een inbreng hebben. Naar verwachting kunnen we, na een paar van die bijeenkomsten, de actualiseringen in de BRL doorvoeren.” Van Ophem vindt het lastig om vooruit te lopen op eventuele aanpassingen of wijzigingen in de BRL. Maar hij voorziet wel mogelijkheden om nieuwe, innovatieve technieken binnen die werkgroep te bespreken. En als ze geschikt zijn, ook in de publicatie op te nemen. “Zoals gezegd zijn sectoren als recreatie en horeca daar gericht naar op zoek. Stel je voor, je bent beheerder van een bungalowpark en je moet investeren in installaties. Dan wil je zeker weten dat je de meest geavanceerde en best renderende techniek voor je geld aanschaft. De adviseurs moeten hen die kunnen adviseren.”

KENNIS UP-TO-DATE BRENGEN De straks vernieuwde BRL6010 zal dus actueler zijn, en dat zal ook van de gecertificeerde adviseurs vragen dat zij op de hoogte zijn van de vernieuwingen. Van Ophem: “Hun opdrachtgevers verwachten ook dat zij hun kennis up-to-date houden en dat zij feeling hebben met die innovaties. Ik verwacht ook dat de publicatie straks een checklist bevat met punten die de adviseur moet afvinken, om er zeker van te zijn dat hij alle mogelijkheden heeft bekeken. Ook kunnen we een verwijzing opnemen naar een website waar updates te vinden zijn.” Volgens Wil van Ophem is het feit dat de BRL6010 nu onder de Raad van Accreditatie wordt gebracht voor de markt en certificaathouders geen grote verandering. “Het houdt alleen in dat de certificerende instellingen - en voor deze BRL zijn dat Kiwa en Dekra - onder het toezicht van de Raad van Accreditatie komen te staan, en dus gecontroleerd worden. Maar deze organisaties zijn dat gewend. Voor andere BRL’en staan ze ook al onder toezicht van de Raad van Accreditatie, dus ik verwacht daarvan geen merkbare veranderingen.” ISSOINFO APRIL 2017

25


GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U

ISSO-publicatie 50 uitgebreid met nieuwe eisen en utiliteitssystemen ISSO-publicatie 50 voor warmwaterverwarmings­ installaties is na een grondige herziening weer helemaal actueel. Het document is aangevuld met nieuwe eisen uit het Bouwbesluit, de Warmtewet en de ErP-verordening. Voor het eerst zijn er ook installaties

alle soorten warmwaterverwarmingsinstallaties die op hoge of (zeer) lage ontwerptemperatuur functioneren. Vanwege de uitbreiding met kleine utiliteitsgebouwen komt nu ook een aantal klimaatsystemen aan bod die in de woningbouw niet of minder relevant zijn.

voor kleine utiliteitsgebouwen in opgenomen,

KOOLMONOXIDE-PROBLEMATIEK

waardoor er aanzienlijk meer klimaat­systemen aan bod

In deze versie zijn alle nieuwe eisen opgenomen die voortkomen uit het Bouwbesluit van 2012 en de aanpassingen daarin. Ook de Warmtewet, de ErP-verordening en het Ecodesign komen erin voor. Verder haakt het document aan bij de actuele discussie over de koolmonoxide-problematiek, met name door verbeterde rookgasafvoeren te beschrijven. De publicatie is zodoende weer volledig up-to-date.

komen. De nieuwe opzet van de publicatie heeft de lees- en bruikbaarheid sterk verbeterd. WA R M WAT E R V E R WA R M I N G S I N S TA L L AT I E S

PUBLICATIE 50

ISSO-publicatie 50 is een onmisbaar document voor iedereen die zich bezighoudt met het formuleren van Programma’s van Eisen, het Warmwaterde uitvoering, het verwarmingsinstallaties ontwerp, gebruik en/of het onderhoud Uitgangspunten en kwaliteitseisen voor van warmwaterverwarmingshet ontwerp installaties. De publicatie gaat in op de ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen voor dergelijke installaties in bestaande en nieuwe woningen en in kleine utiliteitsgebouwen. De publicatie leidt de installateur via gedetailleerde beschrijvingen langs

HELDER OMSCHREVEN De nieuwe versie opent met een deel dat de technische eisen per installatietype helder omschrijft. Er zijn specifieke kwaliteitseisen opgenomen aan installaties die gering onderhoud vergen, minder energie gebruiken of gemakkelijker in het gebruik zijn. De middelenbladen zijn in deze publicatie komen te vervallen. De specificatiebladen bevatten de uitgewerkte ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen evenals uitgebreide aanwijzingen voor het opstellen van een goed Programma van Eisen (PvE). De publicatie is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl. Opleidings- en

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

Nieuwe ISSO-publicatie 109 helpt markt bij werken met een BIM De nieuwe ISSO-publicatie 109 ‘Starten met een BIM’ behandelt zowel de procesmatige als menselijke elementen van deze werkwijze. Een bouwproces bevat namelijk veel vaktechnische disciplines, die we op een goede manier aan elkaar moeten koppelen. Maar een BIM-model vereist ook menselijke eigenschappen die moeten samenvloeien. Deze ISSO-publicatie reikt medewerkers binnen de bedrijven alle informatie en tools aan om zich deze manier van werken eigen te maken. 26

ISSOINFO APRIL 2017

Uiteindelijk zullen alle disciplines in het bouwproces, van opdrachtgever en architect tot installateur en onderhoudsbedrijf, binnen nu en tien jaar zich de BIM-methodiek eigen moeten maken. BIM is namelijk een effectieve en efficiënte methode om faalkosten te voorkomen. Een onvolledige en slechte voorbereiding en een gebrekkige gegevensuitwisseling tussen de bouwpartners zijn bijna altijd de oorzaak van oplopende kostenoverschrijdingen. Het belangrijkste is dat partijen in het bouwproces over de grenzen van hun eigen vak­ gebied en organisatie kunnen en durven te stappen.


UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW GEBRUIK EN IMPLEMENTATIE

SAMENSPEL TUSSEN MENSEN De ISSO-publicatie gebruikt de MKK-structuur om inzicht te geven in het proces van een BIM, vanaf initiatief tot en met gebruik van een pand. En omdat werken aan een BIM een samenspel tussen meerdere personen is, besteedt de publicatie aandacht aan diverse samenwerkingsvormen. Verder gaat de publicatie in op de juiste soft- en hardware en data (metadata, constructiedata, exploitatiedata, etc.)

die nodig zijn, en de verschillende vormen van informatie-uitwisseling.

OOK VOOR BEHEER EN ONDERHOUD Doelgroep van deze publicatie is:

S TA R T E N M E T E E N B I M - M E T H O D E N , P R O C E S E N O R G A N I S AT I E

In 2013 publiceerde ISSO al een eerste versie van publicatie 109. De afgelopen maanden is deze versie geüpdatet. Omdat een project met een BIM uit verschillende aspecten bestaat en omdat niet elk projectlid dezelfde informatie zoekt, is de informatie in publicatie 109 opgedeeld in logische paragrafen. Zo kan iedereen, op basis van een aantal basale vragen, via het schema de juiste informatie vinden. Vervolgens is de inhoud van de publicatie zodanig opgebouwd dat de inrichting het proces van een bouwproject volgt. Dat betekent dat daarin drie pijlers aan bod komen: organisatie, middelen en proces.

De publicatie richt zich nadrukPUBLICATIE 109 VERSIE 2017 kelijk op de doelgroepen installatieadviseurs, installateurs en organisaties die werkzaam zijn in beheer en onderhoud van installaties (facility management). Juist ook in de gebruiksfase van een gebouw kunnen STARTEN MET EEN diverse partijen voordeel hebben van een BIM. Daarom Methoden, proces en bevat de vernieuwde uitgave organisatie het onderdeel ‘Hoe beheer en onderhoud ik met een BIM?’. De publicatie is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl. Installateur

Adviseur

Docent

BIM

Opleidings- en

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

ISBN 978-90-5044-297-8

Publi. cover 109.indd 1-2

17-01-17 09:33

Opleidings- en

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

Nieuwe technieken hebben de toekomst ISSO heeft nieuwe technieken scherp in het vizier. We helpen u graag uw kennis over deze technieken up-todate te houden. Daarom hebben we een uitgebreide collectie kennisproducten ontwikkeld, waaronder videopresentaties, KennisKaarten en een webpagina, waar we (kosteloos) praktische informatie geven over de diverse technieken. Over de enorme opgave van energieneutraal bouwen bijvoorbeeld. Hoe doen we dat eigenlijk?

‘Over nieuwe technieken wordt veel gesproken’, zegt Arjan Schrauwen, projectcoördinator bij ISSO. ‘Welke zijn dat precies en hoe werken ze? Daarover wil ISSO ondernemers graag informeren. Uiteraard zit ISSO vooraan als het gaat over ontwikkelingen van nieuwe technieken: die technieken moeten goed, veilig en duurzaam zijn. En dat zijn dan weer de speerpunten van ISSO.’

ENERGIENEUTRAAL BOUWEN Neem allereerst het thema energieneutraal bouwen, wat Europa en Nederland vanaf 2020 als uitgangspunt han-

teert. Als het even kan mogen die gebouwen ook energieproducerend zijn. Dat is nogal een opgave, stelt de heer Schmitz van Orange Climate Group in de video op isso.nl. Er vindt vervanging plaats van verwarmen naar meer koelen, maar netto gesproken is er nauwelijks sprake van energiebesparing’. In deze videopresentatie stelt Schmitz drie essentiële vragen bij het bouwen in de toekomst.

BRANDSTOF UIT ZONLICHT Maar denk ook aan brandstofcellen, een uitstekend alternatief voor kolen- en energiecentrales, en brandstof uit zonlicht en water. Universiteiten onderzoeken momenteel de mogelijkheid om zonlichtenergie te converteren naar brandstofhoudende energiedragers. Speerpunten daarbij zijn kosten, efficiëntie, schaalbaarheid en duurzaamheid. Opleidings- en

Deze project is mede mogelijk gemaakt door:

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

MEER INFORMATIE ISSO vult de webpagina over nieuwe technieken regelmatig aan met nieuwe kennis en producten. Ga voor alle kennis over nieuwe technieken naar www.isso.nl/projecten/nieuwetechnieken, en houd deze pagina regelmatig in de gaten!

ISSOINFO APRIL 2017

27


UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIE

Herziene versie ISSO-publicatie 90 ‘energie-efficiënte verlichting’ ISSO-publicatie 90 over energie-efficiënte

EPN-BEOORDELING

verlichting is in januari 2017 in een volledig herziene

In sommige situaties kan het goed toepassen van verschillende lichtschakel- en lichtregelsystemen ook voordeel betekenen als het gaat om de EPN-beoordeling. ISSOpublicatie 90 gaat dan ook ruimschoots in op de mogelijkheden die lichtschakel- en lichtregelsystemen hiervoor bieden. Verder vormen ook ruimtebeleving, productiviteit, alertheid, welbevinden en invloed op de gezondheid van de gebruikers van utiliteitsgebouwen een integraal onderdeel van verlichting, en daarom ook van deze publicatie.

uitgave verschenen. De publicatie geeft inzicht en duidelijkheid in de mogelijkheden voor het realiseren en onderhouden van energiezuinige en duurzame verlichting in utiliteitsgebouwen.

ENERGIE-EFFICIËNTE VERLICHTING

MEER DUURZAME ENERGIE

PUBLICATIE 90

Beperking van het energiegebruik van verlichting kan een belangrijke bijdrage leveren aan het aandeel duurzame energie dat we gebruiken. Het is een doel van de Nederlandse regering om dat aandeel te verhogen van ongeveer 2% nu naar 20% in 2020. De publicatie is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl. Abonnees op de digitale uitgave via de ISSO-KennisBank hebben automatisch toegang tot de nieuwe versie. Opleidings- en

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

ENERGIEEFFICIËNTE VERLICHTING

23-01-17 09:42

ISSO-publicatie 90 besteedt veel aandacht aan de beschikbare middelen voor energie-efficiënt verlichten. Omdat energie-efficiënt verlichten begint met een goed ontwerp, gaat ook veel aandacht uit naar dat onderwerp. Praktisch van aard is het stappenplan voor nieuwbouw en renovatie. Hiermee kunnen de vakmensen met hun partners in een project op een gestructureerde wijze een ontwerptraject volgen. Om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor energie-efficiënte verlichting in bestaande gebouwen, is een aantal interessante voorbeelden opgenomen. De publicatie is ook voorzien van een uitgebreide bijlage met ontwerp-aspecten, een lange begrippenlijst en diverse aanvullende toelichtingen. 28

ISSOINFO APRIL 2017


EUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . .. NIEUWE UITGAVEN

Nieuw ISSO-Kleintje over Power Quality en EMC Gebouwen en bedrijfsprocessen zijn Deze uitgToch steeds meer ‘all electric’. ave is gesis chikde t voor:

term Power Quality, ofwel stroom- en spanningskwaliteit, niet bij iedere K LE I N TJ E

installateur of gebouwbeheerder bekend. installateurPower Het nieuwe ISSO-Kleintje Quality en adviseu r gebouw eigenaar

POWER QUALITY EN EMC

Op het gebied van: EMC legt uit wat Power Quality is en hoe we

KLEINTJE

het kunnen verbeteren. Led-verlichting, zonnepanelen laadpalen: voorbeelden elek troen & ict utiliteit van technieken die bedrijven steeds vaker aanschaffen. Naast alle voordelen van deze installaties, kleven daar ook nadelen aan. De moderne elektronica kan de elektriciteitsvoorziening ‘vervuilen’. Kortom, de kwaliteit van de netspanning verslechtert terwijl de apparatuur juist gevoeliger wordt voor die kwaliteit. Dat zorgt voor het verkorten van de levensduur van apparaten en het beïnvloedt hun efficiëntie en functionaliteit. Gevolg: flikkerende verlichting, slecht werkende airco’s en computers die vaker crashen. Soms vallen bedrijfsprocessen zelfs helemaal stil. Deze problematiek, samengevat in het woord Power Quality (PQ), leidt tot hoge kosten bij bedrijven, kantoren en industrieën. In Europa wordt de schade jaarlijks op 150 miljard euro geschat.

Power quality en EMC

Opleidings- e n ontwikkelings fonds v o o r h e t Te c h nisch Installatiebed rijf

ISBN 978-90-5044-3005

MARKT VRAAGT OM KENNIS PQ Arjan Schrauwen, projectcoördinator bij ISSO: “Als maatschappij hebben we groot belang bij een goede PQ en Elektromagnetische Compatibiliteit. Het vermindert slijtage van apparaten, geeft meer rendement en zorgt voor lagere bedrijfskosten. Maar goede PQ is niet vanzelfsprekend. We kunnen niet meer elk type apparaat zo maar aansluiten en verwachten dat het goed gaat. De markt heeft dringend meer kennis nodig om de spannings- en stroomkwaliteit te waarborgen. Niet door lapwerk achteraf, maar door er al vanaf het ontwerp rekening mee te houden.”

ANTWOORD ON-THE-JOB Het nieuwe ISSO-Kleintje Power Quality en EMC biedt installateurs, ontwerpers en gebouwbeheerders on-the-job een antwoord op praktisch elk voorkomend PQ-vraagstuk. Het legt uit wat PQ is, wat het belang is van een goede Power Quality, waardoor deze wordt beinvloedt en hoe de PQ is te verbeteren. Hierbij wordt dieper ingegaan op zowel het gebied van technische interpretatie, als ook de begrippen en normeringen rond

dit onderwerp. Het handboekje behandelt ook EMC, Elektromagnetische Compatibiliteit, en het noemt welke storingen daarbij ontstaan en hoe we die kunnen beperken oplossen.

REKENING HOUDEN BIJ ONTWERP Arjan Schrauwen: “Het is noodzakelijk dat je als installateur kennis van zaken hebt als het gaat om PQ en EMC. Zo moet je in het ontwerp al rekening houden met bijvoorbeeld de inschakelstroom en met de EMC. Uiteraard is ook de eigenaar of gebruiker verantwoordelijk. Die moet weten welke toestellen in welke hoeveelheden zich in de elektrische installatie bevinden.” Het ISSO-Kleintje is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl. Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:

Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

ISSOINFO APRIL 2017

29


UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . .

Gemoderniseerde uitgave ISSO-Kleintje Koellast verschenen Het ISSO-Kleintje Koellast is recentelijk geactualiseerd en uitgebreid. Het is onder meer aangepast aan de moderne gemiddelde situatie in een woning of gebouw. Ook nieuw is dat deze editie kan rekenen met een situatie waarin een iets hogere binnentemperatuur tijdelijk acceptabel is.

EENVOUDIGE BEREKENINGSMETHODE

K LE I N TJ E

Er zijn weinig goede tools om op eenvoudig wijze te bepalen wat de binnentemperatuur wordt, of als er koeling wordt toegepast, hoe groot het koelvermogen moet zijn. Er bestaan uitgebreide computerprogramma’s voor, maar die hebben veel invoer nodig. Ook zijn er sterk vereenvoudigde stationaire modellen, maar die houden geen rekening met onder meer accumulatie en beschaduwing. De berekeningsmethode in dit ISSO-kleintje zit tussen deze twee in: hij is op een aantal punten vereenvoudigd, maar houdt wel rekening met warmteaccumulatie in de gebouwconstructie en beschaduwing.

KLEINTJE

KOELLAST

BESPARING ENERGIEGEBRUIK In deze herziening van ISSO-Kleintje Koellast is de warmte­ontwikkeling in het gebouw bijgewerkt naar de hedendaagse situaties. Er is rekening gehouden met het toegenomen gebruik van onder meer adapters, lcd-schermen en led-lampen. Ook kan er gerekend worden met een situatie waarin een tijdelijke verhoging van de binnentemperatuur met 1 of 2° C wordt toegestaan, bijvoorbeeld tijdens een hittegolf. Deze tijdelijke temperatuurverhoging geeft een besparing op de benodigde koelcapaciteit en het energiegebruik. De methode is ook geschikt om de binnentemperatuur te bepalen bij beperkte of gebrek aan koeling.

Koellast

MET BIJBEHORENDE REKENTOOL!

2017 HERZIENE UITGAVE

09-02-17 11:13

30

Het kleintje koellast begint met een beschrijving van de koellastberekening en geeft aan welke componenten hierbij een rol spelen. Daarna beschrijft het handzame naslagwerk een methode waarmee je kunt vaststellen wat de binnentemperatuur wordt bij een bepaald koelvermogen.

ISSOINFO APRIL 2017

Dit ISSO-kleintje is gebaseerd op ISSO-publicatie 8 ‘Berekening van het thermische gedrag van gebouwen bij zomerontwerpcondities’. In de ISSO-KennisBank is, onder het tabblad bibliotheek bij de tools, een tool opgenomen die werkt volgens de rekenmethoden zoals gegeven in dit Kleintje Koellast. Dit ISSO-kleintje is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl. Abonnees op deze uitgave via de ISSOKennisBank hebben automatisch toegang tot de nieuwste versie.


. . . 2016 . . . EDUCATIE . . . 2016 . . . EDUCATIE . . . 2016 . . . EDUCATIE . . . 2016 . . . EDUCATIE . . . . . EDUCATIE . .

TVVL cursus luchtbehandelingstechniek Het belang van klimaattechniek in

CURSUSOPBOUW

gebouwen neemt toe. De eisen ten aanzien

De cursus is opgebouwd uit 15 lessen: 1 Grondbeginselen 2 Psychrometrie en het Mollier h/x-diagram 3 Warmte- en koudebehoefte 4 Luchtbehandelingsystemen en toepassingen 5 Luchtkanalen ISSO 17 6 Luchtverdeling 7 Luchtbehandelingkastcomponenten 8 Koudeproductie 9 Warmteproductie 10 Regeltechniek 11 Hydraulische schakelingen 12 Meet- en inregeltechniek 13 Inleiding geluid in installaties 14 Systeemkeuzes 15 Duurzaamheid en energie-efficiëntie

van het comfort, de gezondheid en het energiegebruik liggen steeds hoger. Daarnaast is de techniek voor het beheersen van het binnenklimaat van gebouwen sterk in ontwikkeling. De TVVL post-hbo cursus Luchtbehandelingstechniek behandelt de meest actuele en relevante onderwerpen op het gebied van luchtbehandeling, comfort en klimaattechniek. ONDERBOUWDE KEUZES Deze gecertificeerde post-hbo cursus behandelt de grondbeginselen van de luchtbehandelingstechniek voor kantoor‐ en utiliteitsgebouwen. Deelnemers zijn na het succesvol afronden van de cursus in staat om klimaattechnische berekeningen te maken en onderbouwde keuzes te maken in het (voor)ontwerp van klimaatinstallaties.

LEERDOELEN Cursisten leren: Ontwerpberekeningen maken van luchtbehandelingsinstallatie. Het voorontwerp van een klimaatinstallatie opstellen en beargumenteren. Het luchtdistributiesysteem en luchtverdeelplan ontwerpen. Werken met het Mollier h/x-diagram. Componenten van de LB-installatie specificeren. De duurzaamheid en exploitatiekosten beoordelen.

• • • • • •

DOELGROEP Deze klimaattechnische post-hbo cursus is bedoeld voor zowel ervaren als startende technici, werkzaam bij adviesbureaus, installatiebedrijven, leveranciers, opdrachtgevers of overheid. Een succesvol afgeronde hbo-opleiding is vereist als vooropleiding. Ook geïnteresseerden met een afgeronde relevante mbo-opleiding en enkele jaren relevante werkervaring in het vakgebied komen voor deelname in aanmerking.

ISSO-KENNISBANK Cursisten van TVVL krijgen tijdens de cursus toegang tot de digitale kennisbank van ISSO en daarmee toegang tot de diverse publicaties, applicaties en KennisKaarten. Nodig voor de cursus zijn het ISSO/TVVL Handboek Installatietechniek, Kleintje Binnenklimaat en ISSO 17, Luchtkanaalsystemen. De lessen worden verzorgd door docenten die zijn geselecteerd op hun praktijkervaring en hun didactische vaardigheden. Zij zijn in staat naast behandeling van de lesstof in de bijbehorende literatuur, de stof aan de hand van aansprekende praktijkvoorbeelden toe te lichten.

STARTDATA Groep A: 5 oktober 2017 (middag/avond) Groep B: 6 oktober 2017 (overdag) Groep C: 12 oktober 2017 (middag/avond) Groep D: 13 oktober 2017 (overdag) Meer informatie vindt u op tvvl.nl

ISSOINFO APRIL 2017

31


. . BIJEENKOMSTEN . . . BIJEENKOMSTEN . . . BIJEENKOMSTEN . . . BIJEENKOMSTEN . . . BIJEENKOMSTEN . .

Agenda 2017

Bijeenkomst

Data Locatie

Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen

4, 11 en 18 mei en

(5 dagen)

8 en 15 juni

Nieuwegein

Webinar kwaliteitsborging woningventilatiesystemen (gratis) 11 mei

online

Webinar stekerbaar installeren (gratis)

8 juni

online

Caleffi academy drinkwaterbeveiliging (3 dagen)

juni

locaties en andere

informatie via caleffi.nl Meer informatie vindt u op isso.nl

Colofon

ISSO Info is een uitgave van

ISSO, het kennisinstituut voor installatie­techniek, houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze

ISSO

kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruik van

Weena 505

ISSO publicaties als normstellende richtlijnen.

3013 AL Rotterdam Postbus 577, 3000 AN Rotterdam

Vormgeving: Stijlmeesters

Tel. 010 - 206 59 69 Fax 010 - 213 03 84

32

Redactie: Anneli van Kleven-Pijpers, Therese van Warmerdam en Stijlmeesters

info@isso.nl, www.isso.nl

De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor persoonlijke of materiële schade,

kennisbank.isso.nl

veroorzaakt door onjuistheden in de redactionele kolommen.

ISSOINFO APRIL 2017


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.