ISSO Info 61 - augustus 2017

Page 1

nummer

INFO

61

a u g u s t u s 2 017

Samenwerken voor de vakman

K L E I N TJ E V E N T I L AT I E

K E N N I S I N S T I T U U T V O O R D E I N S TA L L AT I E S E C TO R

KLEINTJE

HERZIENE VERSIE

Ventilatie

pag 3 pag 2

Nieuwe ventilatienorm

15-08-17 13:53

pag 6

Installatiescan scholen


. . . NIEUWS ISSO levert bijdrage aan nieuwe ventilatienorm 3 Gezamenlijk programma voor gezonde, comfortabele gebouwen

4

ISSO-KennisBank maakt Installatiescan Scholen beter bruikbaar 6 EPB Center helpt met nieuwe EPB-normenbladen 8

. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS Nieuwe radiatorkraan Dynamical

9

Isolectra nieuwe ISSO-Kennispartner

9

BINK lanceert nieuwe standaard voor Warmteverliesberekeningen 10 IMI Heimeier Eclipse F: met verkorte inbouwmaat 11 Aangepaste warmteverliesmethode direct beschikbaar in Vabi Elements

12

. . . VALIDATIE Softwareapplicatie van Life Cycle Vision voert ISSO-kwaliteitscertificaat

13

Samenwerken voor de vakman We praten in onze sector tegenwoordig veel over samenwerken. Ik bekijk de situatie graag vanuit de kennisgebruiker. Wat heeft die gebruiker aan eventuele samenwerkingen? Dat is veel belangrijker dan alle gesprekken over hoeveel instituten er zijn en of dat goed is of niet. Als we ons werk niet goed doen, verdwijnen we vanzelf. Is dat erg? Nee. Het is wel erg als de correcte kennis die nodig is niet meer beschikbaar is. Hoe we dat organiseren, is van secundair belang. Er zijn mensen die denken dat we kennis kunnen onderbrengen in een Google-achtige omgeving. Maar het is juist de correctheid van kennis die belangrijk is. En die validatie van kennis, daar zijn kennisinstituten voor nodig. De correcte kennis moeten we vervolgens op een zo goed mogelijke manier vastleggen en vindbaar maken. Dat is in deze digitale wereld veel gemakkelijker. Gelukkig weten de vakmensen onze kennis te vinden. Want die professionals, daar gaat het om!

Tapwaterconfigurator van Rensa voert ISSO-kwaliteitscertificaat 14

. . . NIEUWE UITGAVEN Nieuwe rekenmethode warmteverlies in publicaties

15

Energieneutrale installatieconcepten in ISSO-KennisBank 16 Nieuwe ISSO-publicatie voor klimaatinstallaties 17 Praktische kennis voor de warmtepomp

18

Ontwerpen met slimme energie-opslag

19

. . . PROJECTEN Zelf-instructie en zelf-inspectie om kwaliteit te garanderen 20 Online stille afvoersystemen ontwerpen

20

Tools voor ontwerp bodemenergiesystemen

22

Noodstroom in ziekenhuizen voor veiligheid

23

. . . EDUCATIE 2017 ISSO en KvINL bespreken vernieuwde erkenningsregeling tijdens webinar

24

Webinar over rol CPR bij stekerbaar installeren

25

ISSO webinar over indoor locatiebepaling

27

Bijspijkerinstructie rekenmethode warmteverlies 28 Agenda 2017

28

Opleiding voor Scios-certificering biomassainstallaties beschik baar

29

Studiepuntentraject geeft concrete invulling aan ‘Leven Lang Leren’ 30 TVVL-CURSUSSEN 31 Incompany trainingen 2

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

32

Op dit moment werken we, samen met kennisorganisaties in de sector, hard aan de ontwikkeling van een online omgeving voor de installatieprofessional. Een digitale omgeving waar de vakman correcte kennis en trainingen kan terugvinden. Een plek waar hij zijn vakmanschap kan beheren. We streven ernaar alle verbindingen te maken die nodig zijn voor het beheer van vakmanschap. Het initiatief voor deze omgeving is afkomstig uit de installatiesector, maar ook de professional in de bouwsector kan hiervan gebruikmaken. Sommigen stellen dat, als we maar alle kennisinstellingen in één groot huis zetten, we de laagst mogelijke overhead realiseren en de hoogst mogelijke output. Ik ben voorstander van samenwerking, maar die lost niet alles in één keer op. Het feit dat er nog steeds nieuwe clubjes worden opgericht, geeft aan dat er andere krachten in de markt spelen. Ik trek dus mijn eigen koers met ISSO, zodat we de vakman op de best mogelijke manier kunnen bedienen. Rob van Bergen


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS .

ISSO levert cruciale bijdrage aan nieuwe ventilatienorm NEN 1087 Inmiddels lijkt de sector er redelijk van doordrongen dat de gebouwde omgeving energiezuiniger moet worden. We gaan al op korte termijn richting energie-neutrale

energieneutraal (BENG) moet zijn. Het gebruik van hoogwaardige isolatie- en rap tempo toe. Naast goed geïsoleerd, worden woningen ook in toenemende mate steeds luchtdichter gemaakt. Vooral dit laatste brengt nieuwe uitdagingen met zich mee als het gaat om een goed binnenklimaat: de afhankelijkheid van de voorzieningen voor de luchtverversing zal hierdoor verder toenemen. Tegelijkertijd is de markt het afgelopen decennium overspoeld met resultaten uit verschillende onderzoeken naar prestaties van luchtinstallaties en de daarmee samenhangende luchtkwaliteit in de Nederlandse woningbouw. Uit alle onderzoeken blijkt keer op keer dat in het grootste deel (> 80%) van nieuw gerealiseerde Nederlandse woningen de integrale prestatie van de luchtinstallatie bij oplevering niet voldoet aan de minimale eisen van het Bouwbesluit. Dit heeft, naast de energetische prestatie van de woning, grote gevolgen voor Gevolgen die met het verO p l e de i d i n binnenluchtkwaliteit. gs- en ontwikkelingsfonds der verduurzamen van de woningvoorraad alleen maar v o o r h e t Te c h n i s c h I n s zullen t a l l a t i e bnemen edrijf toe als we hier niets aan doen. ISBN-978-90-5044-223-7 EISEN BIEDEN GEEN GARANTIE

Eén van de onderzoeken betreft het praktijkonderzoek Monicair dat eind 2015 is afgerond. Daarbij is een heel jaar gemonitord hoe gangbare woningventilatiesystemen, omslag Ventilatie 2012.indd 1 die wel volgens de regelgeving en beschikbare richtlijnen zijn uitgevoerd, in de praktijk presteren. Aanvullend is er door TNO in 2016 een modelonderzoek uitgevoerd. Zowel het praktijk- als modelonderzoek tonen aan dat de eisen in het Bouwbesluit ten aanzien van de te installeren ventilatiecapaciteit, in combinatie met de aangewezen bepalingsmethode NEN 1087 ‘Ventilatie van gebouwen’, geen garantie bieden op het bereiken van de gewenste luchtvolumestromen op vertrekniveau.

BEWONERSGEDRAG EN BOUWKUNDIGE SCHIL Kortom, zowel de eisen in de regelgeving als de bepalingsmethode voor luchtinstallaties zelf schieten (ernstig)

V E N T I L AT I E

installatietechnieken neemt daarom in een

K E N N I S I N S T I T U U T V O O R D E I N S TA L L AT I E S E C TO R

standaard dat elke nieuwe woning bijna

K L E I N TJ E

woningen, want per januari 2021 is het de

KLEINTJE

HERZIENE VERSIE

Ventilatie

15-08-17 13:53

te kort. En dan hebben we het nog niet eens over de (vaak) ontbrekende controles bij oplevering. Een belangrijk inzicht uit deze onderzoeken is dat de uitgangspunten in NEN 1087 als het gaat om de drijvende krachten, nodig voor verplaatsing van lucht, op een aantal punten te beperkt en verouderd zijn. De norm dateert uit 2001. Tegelijkertijd leert de praktijk ons dat het goed functioneren van ventilatiesystemen, en het daarmee verkrijgen van de juiste luchtstromen in de vertrekken, beïnvloed wordt door een groot aantal factoren waarmee onvoldoende rekening wordt gehouden. Denk aan bewonersISSOINFO AUGUSTUS 2017

3


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU

gedrag, maar bijvoorbeeld ook de luchtdichtheid van de bouwkundige schil.

Marco Hofman

NIEUWE NEN 1087 IN DE MAAK Vanuit de Nationale NEN-normcommissie ‘Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen’ wordt juist daarom gewerkt aan een verbeterde bepalingsgrondslag voor de norm NEN 1087. De focus ligt daarbij op het ontwikkelen van een norm, gebaseerd op drijvende krachten die optreden bij meer reële instellingen en door normaal gebruik optredende verstoringen. Dit zijn krachten en verstoringen zoals we die nu onder andere uit verschillende onderzoeken en praktijksituaties kennen.

Gezamenlijk programma voor gezonde, comforta De aandacht voor comfort en gezondheid groeit, de mogelijkheden om daar invulling aan te geven groeien mee. Deze focus op comfort strekt zich meer en meer ook richting de woning uit. Voldoende reden voor de samenwerkende kennisorganisaties in de installatiesector, ISSO, TVVL, Uneto-VNI, OTIB en KIEN, om gezamenlijk een programma voor gezonde gebouwen op te pakken. De toenemende focus op gezondheid en comfort ontstaat onder meer door demografische verschuivingen. De gemiddelde levensverwachting stijgt, de groep ouderen groeit hard en vormt naar verwachting rond 2035 de grootste demografische groep in Nederland. Ook het aantal arbeidsplaatsen en de beroepsbevolking zal in veel regio’s groeien, mede door het stijgen van de pensioengerechtigde leeftijd. Door veranderende manieren van werken is het de vraag of dit ook gaat leiden tot meer vraag naar kantoor- en winkelvastgoed. Daarvan is momenteel al een overaanbod en leegstand. Herstructurering en herbestemming zullen in de toekomst nog belangrijker worden.

verblijft langer in (dezelfde) gebouwen. Diverse technische ontwikkelingen spelen handig in op het mogelijk maken van deze flexibiliteit. Onder andere internet, individuele woon- en zorgvoorzieningen, gebouwdomotica en flexibele installaties bieden nieuwe oplossingen. Ook de installatiesector beschouwt het als haar verantwoordelijkheid om deze aspecten gemeengoed te laten worden bij het ontwerpen, realiseren, beheren en ontmantelen van gebouwen. Een holistische benadering die de aspecten flexibiliteit, comfort en energie, maar zeker ook gezondheid, met elkaar verbindt zal de toekomstige standaard moeten worden.

ONTWIKKELEN MET MARKTPARTIJEN In maart 2017 hebben de kennisorganisaties ingestemd het concept-programma verder uit te rollen. In het programma, met de naam ‘Samen toewerken naar gezonde, flexibele en comfortabele gebouwen voor alle mensen in Nederland’, ligt de focus sterk op woningbouw. ISSO verzorgt hiervoor het programmamanagement. ISSOprojectcoördinator Marco Hofman is aangesteld als programmamanager en zal het programma verder vormgeven met de markt. Het traject wordt met verschillende marktpartijen verder ontwikkeld tot een definitief programma.

FLEXIBEL VASTGOED Deze verschuivingen zullen de vraag naar flexibele gebouwen laten toenemen. Men woont, leert, werkt en 4

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

ROADMAP GEZOND BINNENKLIMAAT Tegelijkertijd ontwikkelt RVO.nl, vanuit de Rijksoverheid


UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .

Hierdoor kunnen we met een hogere betrouwbaarheid ventilatiesystemen ontwerpen die aan de gestelde prestatie-eisen kunnen voldoen. Het betreft dan de functionele- en prestatie-eisen, zoals we die kennen vanuit het vigerende (2012) en toekomstige (2019) Bouwbesluit, maar de markt heeft ook de wens om de norm toepasbaar te maken voor aanvullende, hogere eisen boven het minimum Bouwbesluitniveau. Aanvullend is het de mening van de normcommissie dat sommige, door de wetgever gestelde, eisen in het Bouwbesluit op onderdelen kunnen worden aangepast of uitgebreid. Adviezen en suggesties daartoe worden op uitgewerkt en besproken met de regelgever.

PROJECTMANAGEMENT DOOR ISSO ISSO-projectcoördinator Marco Hofman (m.hofman@isso.nl) is via verschillende gremia al ruim tien jaar betrokken bij het ontwikkelen en ontsluiten van kennis voor goed werkende ventilatie in gebouwen. Vanuit deze missie werkt hij ook mee aan normalisatie op dit vlak. Sinds 2012 is Marco voorzitter van de Nationale NEN-normcommissie “Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen”. Daarnaast heeft de NEN-commissie hem in 2016 aangesteld als projectleider voor het project “herziening NEN 1087”.

abele gebouwen en via het Intensiveringsprogramma 2020, een Roadmap op het gebied van gezond binnenklimaat in gebouwen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de luchttechnische industrie en de markt. De scope ligt hier volledig op de utilitaire gebouwen. De overheid heeft de roadmap, die ‘Gezond, comfortabel en energie-efficiënt binnenklimaat in alle kantoren, zorg- en onderwijsgebouwen in 2023’ gaat heten, en het programma van de samenwerkende kennisorganisaties inmiddels met elkaar verbonden. Hiermee kan invulling gegeven worden aan de centrale ambitie om samen te werken aan gezonde, flexibele en comfortabele gebouwen voor alle inwoners in Nederland.

Dag van de Binnenlucht Op 2 november organiseren Lente-akkoord, VLA en ISSO gezamenlijk de Dag van de Binnenlucht. De dag begint met plenaire lezingen van o.a. keynote spreker Michael Rutgers, directeur Longfonds. Vervolgens kunt u kiezen uit deelsessies. Een greep uit de sessies:

• Een luchtdichte woning ventileert beter. Met o.a. André Meester (VLA) en Willem Koppen (Koppen Bouwadvies)

• Gezonde kooklucht. Met o.a. Claudia Bouwens (Lente-akkoord) en Piet Jacobs (TNO)

Voor meer informatie over de initiatieven, neem contact op met Marco Hofman (m.hofman@isso.nl) of Ingmar de Swart (i.deswart@isso.nl)

• De wondere wereld van Binnenlucht. Stroomt de lucht zoals de pijltjes in de tekening of gaat het in het echt toch iets anders? Met o.a. Marco Hofman (ISSO) en Rob van Holsteijn (VHK)

‘ Binnenlucht voor dummies’. Praktische informatie voor bewoners (en dat zijn we allemaal). Met o.a. Milieu Centraal en Onno van Rijsbergen (Woonbond).

De Dag van de Binnenlucht vindt plaats in het Congrescentrum 1931 in Den Bosch vanaf 10.00 uur tot 15.30 uur. Aanmelden kan via isso.nl. Deelnamekosten bedragen € 95,– per persoon.

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

5


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU

ISSO-KennisBank maakt Installatiescan Scholen beter bruikbaar In 2016 heeft DWA in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) de Installatiescan Scholen ontwikkeld. Hiermee kan de (huis)installateur van een school in twee tot vier uur tijd problemen met de installaties en het binnenklimaat in kaart brengen. Ook kan hij die problemen ter plekke oplossen en aangeven welke maatwerkoplossingen en quick wins mogelijk zijn om het binnenmilieu te verbeteren en/of energie te besparen. Om de installateurs met de benodigde vakkennis uit te rusten, stelde ISSO voor om die informatie digitaal beschikbaar te stellen. RVO.nl steunde vervolgens het idee van een nieuwe, digitale versie van de Installatiescan Scholen. Deze ISSO-uitgave legt een directe link met de beschikbare, praktische kennis uit de ISSO-KennisBank.

Bron: DWA Al vele jaren is het slechte binnenklimaat op scholen een heikel onderwerp. Er zijn op Nederlandse scholen voor primair en voortgezet onderwijs veel klachten over een ongezond binnenklimaat. Docenten en leerlingen vinden het te koud, te warm, te benauwd, ervaren tocht, geluidsoverlast. In zo’n 70 á 80 procent van de scholen is de CO2-concentratie te hoog. Die klachten veroorzaken onder andere lagere leerprestaties, hoger ziekteverzuim, en extra klachten rond allergie en COPD. Vaak zijn de klachten gerelateerd aan een slechte werking en gebruik van installaties.

OOK VEEL ENERGIEVERSPILLING Omdat in zo’n 70 tot 80 procent van alle installaties niet naar behoren functioneert – overigens niet alleen op scholen – leidt dat ook nog eens tot 30 of 40 procent energieverspilling. In het algemeen kan een school, door 6

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

het goed inregelen van verwarming, ventilatie en verlichting, veel energie en dus geld besparen. Ervaringen van omgevingsdiensten laten zien dat in veel scholen in de zomer bijvoorbeeld de cv-ketel nog volop draait. Daarnaast moeten veel scholen voor voortgezet onderwijs en een deel van het primair onderwijs ook voldoen aan de Wet milieubeheer en dus energiebesparende maatregelen treffen met een terugverdientijd tot vijf jaar. Hier liggen belangrijke kansen voor installateurs en onderhoudsbedrijven om de scholen goede oplossingen te bieden. De overheid wil installatiebedrijven in staat stellen om gericht en vanuit win-win te werken aan verbetering.

PARATE KENNIS VERRIJKEN ‘Uitgangspunt is dat de (huis)installateur, die voor regulier onderhoud op school komt, met die scan op zoek gaat


UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .

Win-Win De installatiescan is een instrument bedoeld om met de bestaande middelen snel tot een beter binnenklimaat te komen. Goed voor leerlingen en het personeel. Tegelijkertijd biedt de Installatiescan Scholen de installateur de kans zijn dienstverlening uit te breiden.

naar verbeterpunten’, vertelt Jan Cromwijk, projectcoördinator bij ISSO. ‘Uiteindelijk kan dit leiden tot bijvoorbeeld het verbeteren van de regeling en daarmee het functioneren van klimaatinstallaties. Uit de eerste proeven met deze scan bleek dat de onderhoudsmonteurs en installateurs die op de scholen komen, vaak onvoldoende parate kennis van de diverse onderwerpen hebben. Zo kun je van een cv-servicemonteur niet verwachten dat hij voldoende basiskennis heeft van verlichting en ventilatie. Willen installatiebedrijven de scan effectief kunnen uitvoeren, dan moeten ze hun kennis verbreden. Als ISSO kunnen wij ervoor zorgen dat de vakmensen snel toegang krijgen tot de relevante kennis. Daarom hebben wij aangeboden om de Installatiescan Scholen te koppelen aan de praktische kennis uit onze ISSO KennisBank.’

HAPKLARE BROKKEN Omdat de Installatiescan Scholen door DWA is ontwikkeld, heeft Rik Altena van DWA bekeken welke kennis in de KennisBank aansluit en nodig is voor het uitvoeren van de scan. ‘Onze werkwijze is dat we die kennis in zeer hapklare brokken klaarzetten. Het vergt de vakman steeds maar 5 of 10 minuten leeswerk, om zich te informeren en de ontbrekende informatie tot zich te nemen. Wij zetten onder meer 12 voor de Scholenscan ontwikkelde KennisKaarten in, maar ook informatie uit de reeks met ‘Kleintjes’. Zo is het Kleintje Optimaliseren Klimaatinstallaties zeer geschikt in de combinatie met de Installatiescan Scholen’, aldus Cromwijk.

DIRECTE LINK MET RELEVANTE KENNIS De oorspronkelijke Installatiescan Scholen is een ‘papieren’ instrument, van waaruit het lastig en omslachtig is om snel de kennis die ISSO beschikbaar heeft te raadplegen. ‘Daarom hebben wij RVO.nl voorgesteld, en ook opdracht gekregen, een digitale versie van de scan te ontwikkelen die een directe link heeft met de kennis in onze KennisBank. Dat wij die koppeling kunnen maken, hebben we al eerder bewezen met de Energievademecum. Het grote voordeel is dat je op die manier een tool krijgt waarin je altijd over actuele kennis beschikt. Er is namelijk maar één plek, de ISSO KennisBank, waar de content centraal wordt beheerd en geactualiseerd.’

VRAGEN MET ‘HULPLIJNEN’ Samen met DWA heeft ISSO de Installatiescan Scholen op die manier een stap verder gebracht. ‘De installatiescan bestaat uit 30 hoofdvragen, met soms een vervolgvraag. Een voorbeeld is: ‘staat de stooklijn goed afgesteld’. Als de monteur op zo’n moment niet weet wat bijvoorbeeld de stooklijn is, of waar hij moet kijken, dan klikt hij op een link naar de ‘hulplijn’ in de KennisBank. Daar krijgt hij dan uitleg vanuit de relevante ISSO-kennis.’ Volgens Jan Cromwijk kun je, op basis van deze inrichting, nog een volgende, zinvolle stap zetten. ‘Omdat we nu alles digitaal hebben, kunnen we als gebruikers daar toestemming voor geven de resultaten van uitgevoerde scans opslaan en de rapportages bundelen en analyseren. Dit levert enorm veel inzichten en verbetermogelijkheden op.’ De hiervoor benodigde functionaliteit is inmiddels in ontwikkeling.

KANSEN VOOR ANDERE TOOLS EN APPS ISSO heeft nu voor deze Installatiescan Scholen haar KennisBank beschikbaar gesteld, maar er liggen ook veel kansen voor andere digitale tools en inspecties. ‘Er is momenteel een hausse aan nieuwe cloud based inspectietools en apps, die eigenlijk allemaal bezig zijn om het wiel uit te vinden. Bovendien halen ze erg veel werk op hun hals omdat zij, of de gebruikers van hun oplossing, steeds de vakinhoudelijke kennis in hun tools up-to-date moeten houden. Als die partijen met ISSO in gesprek gaan, zullen zij zien dat wij dit in samenwerking veel beter, eenvoudiger en waarschijnlijk ook kosteneffectiever doen’, meent Cromwijk.

GREEN DEAL SCHOLEN De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft de Installatiescan Scholen laten ontwikkelen om de verduurzaming van PO en VO scholen een boost te geven. Dit is ook afgesproken in het Nationaal Energieakkoord en de Green Deal Scholen.

Gezocht: Testers voor de Installatiescan Scholen ISSO en RVO.nl zoeken drie á vier installatiebedrijven of onderhoudsbedrijven die op meerdere scholen actief zijn in primair en/of voortgezet onderwijs. Het gaat om bedrijven die zelf contact hebben met de schooldirectie en/of het schoolbestuur en hen actief kunnen betrekken bij het uitvoeren van de Installatiescan Scholen. ISSO wil hen graag de scan laten uitvoeren waarna zij hun ervaringen delen met de ontwikkelaars. Heeft u interesse om mee te doen, neem dan contact op met Anneli van Kleven, a.vankleven@isso.nl of 010-2065969

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

7


. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .

EPB Center helpt Europese lidstaten met nieuwe EPB-normenbladen

Begin dit jaar is in Europa, onder leiding van Jaap Hogeling van ISSO, een nieuwe set Europese normbladen aangenomen waarmee de energieprestatie van gebouwen kan worden berekend. De implementatie daarvan is een zware klus. Om de lidstaten en marktpartijen erbij te helpen, hebben ISSO en de Europese brancheorganisatie REHVA het EPB Center opgericht, te vinden via de website epb.center. EPB staat voor ‘Energy Performance of Buildings’. De set van nieuwe Europese (EN) normbladen, waarvan er 17 op globaal niveau (EN-ISO) beschikbaar zijn, vormen een samenhangend geheel waarmee de totale energieprestatie van een gebouw en de installaties kan worden bepaald. De set houdt rekening met de wisselwerking tussen onder meer de verschillende technieken, ventilatie, koeling en verlichting.

IETS AFWIJKEN VAN DE NORM ‘De gemiddelde buitentemperatuur in Nederland is anders dan in bijvoorbeeld Italië’, zegt Ingmar de Swart, projectcoördinator bij ISSO. ‘Maar dat geldt ook voor 8

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

regelgeving, bouwwijze en het gebruik van gebouwen.’ Om dergelijke verschillen tussen de landen te ondervangen bevat elk normblad een gelimiteerd aantal keuzemogelijkheden. Het EPB Center kan daar hulp bij bieden. Het is namelijk heel aannemelijk dat een beleidsmaker, aannemer of bijvoorbeeld een fabrikant die met deze normen gaat werken voor vragen komt te staan’, zegt De Swart. ‘Het is behoorlijk specialistische informatie.’

VAN EN NAAR EN-ISO Het EPB Center heeft verder ook de wens om, als onafhankelijke intermediair, diverse EN-normen naar het niveau van EN-ISO-normen te helpen brengen. De organisatie is daarvoor op zoek naar financiële steun vanuit de Europese bouw- en installatiesector. Het centrum verwacht vooral vragen uit de hoek van partijen die gebouwen beheren en bouwen, aannemers, sub-aannemers, fabrikanten, overheden en brancheverenigingen. Vanuit deze vragen over implementatie wil het EPB Center inventariseren wat de wensen zijn die kunnen leiden tot verbetering van de normbladen. Op de website komt onder meer een database met veelgestelde vragen en antwoorden. Kijk voor meer informatie op www.epb. center of mail naar info@epb.center


NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNER

Isolectra nieuwe ISSO-Kennispartner ‘Samen weet je meer,’ stelt Irene Monster van Isolectra: ‘Via deze samenwerking stellen we diepgaande kennis over stekerbare installaties ter beschikking.’ Handelsorganisatie Isolectra levert kant-en-klare en 100% stekerbare installaties, compleet met de juiste lengte snoeren, connectoren en verdeler. Klinkt eenvoudig, maar je moet weten wat je koopt en hoe je de installatie aanlegt.

WILDGROEI AAN REMAKES STEKERBARE INSTALLATIES Vanwege de wildgroei aan copycats op de markt, is het onderscheid tussen slechte en goede stekerbare installaties soms lastig te maken. De standaard voor het stekerbaar installeren is ontwikkeld door Isolectra. Hoe herken je volgens hen een goed systeem?

AFSTEMMING MET ALLE BETROKKEN PARTIJEN Irene Monster, projectleider marketing & communicatie: ‘De producten van een stekerbaar systeem moeten optimaal met elkaar functioneren. Om die reden heeft Isolectra samenwerking gezocht met installateurs, adviseurs, producenten en technisch groothandels. In samenspraak hebben we gedokterd op veilige en toch betaalbare producten, het logistieke proces, de advisering, de begeleiding en de geldende normen.’

VEILIGE STEKERBARE INSTALLATIES ‘Als markt- en innovatieleider organisatie voelt Isolectra zich verantwoordelijk voor stekerbare installaties die veilig zijn en voldoen aan de wet- en regelgeving,’ zegt Monster. ‘We merken ook dat de markt behoefte heeft aan meer kennis over stekerbaar installeren.’

Irene Monster WEBINAR OVER STEKERBAAR INSTALLEREN ‘Onze kennis delen we aan de markt via onze technisch geschoolde medewerkers, een online academy en voortaan dus ook via het podium van ISSO-Kennispartners. ISSO is een begrip in de installatiesector en daarom bij uitstek een goede partner om kennis te delen. Zo hebben we over dit onderwerp samen een gratis webinar georganiseerd,’ aldus Monster.

ISSO-KENNISPARTNER De doelstelling van ISSO is de kennis en de kwaliteit van de installatiesector structureel op een hoger niveau te brengen. Daar draagt het concept ISSO-Kennispartner aan bij. De deelnemende bedrijven staan voor het motto: samen bereik je meer. Met Isolectra heeft het platform inmiddels zestien deelnemende bedrijven.

Nieuwe radiatorkraan Dynamical speelt in op wisselende omstandigheden Onlangs lanceerde Caleffi haar nieuwe radiatorkraan Dynamical. Met de dynamische drukverschilregeling maakt deze radiatorkraan een eind aan te hoge stromingssnelheden en de daarmee gepaard gaande storende geluiden.

“De Dynamical ziet eruit als een standaard radiatorkraan, maar ze biedt veel meer mogelijkheden”, zegt Patrick Hagen, productmanager bij Caleffi. “De Dynamical kan niet alleen de temperatuur regelen, maar beperkt tegelijk het debiet en is voorzien van een dynamische drukverschilregelaar.” ISSOINFO AUGUSTUS 2017

9


. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . .

INSPELEN OP WISSELENDE OMSTANDIGHEDEN De Dynamical gaat nog een stap verder dan de voorinstelbare radiatorkraan die het door een radiator gestuurde debiet beperkt. Hagen: “Omdat installaties steeds dynamischer zijn geworden, doen zich constant wisselende omstandigheden voor in de installatie. Als je de pomp niet goed onder controle hebt, of je werkt nog met een oude pomp met driestandenregeling, geven de pompen soms te veel druk voor het kleine gaatje in de radiatorkraan waardoor het water stroomt. Dit resulteert in u

BINK lanceert nieuwe standaard voor Warmteverliesberekeningen Met ingang van 13 juli 2017 introduceert DGMR BINK Software haar nieuwste module voor warmteverliesberekeningen. In samenwerking met ISSO hebben wij de vernieuwde publicaties 51, 53 en 57 volledig geïntegreerd in onze software.

Met de nieuwste Warmteverliesmodule in BINK 9 maakt u transmissieberekeningen volgens de aangepaste Europees norm NENEN 12831. Deze norm is vastgelegd in de vernieuwde ISSO-publicaties 51, 53 en 57. Hiermee berekent u snel en eenvoudig het warmteverlies voor woningbouw (51), utiliteitsbouw lager dan 4 meter (53) en utiliteits- en industriebouw hoger dan 4 meter (57)

DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN IN DE NIEUWSTE WARMTEVERLIESMODULE ZIJN:

• Hoogte van gebouwen in de ISSO 53 is tot 4 meter en in de ISSO 57 groter dan 4 meter

• Opwarmtoeslagen voor bedrijfsbeperking is aangepast • ISSO 57 heeft nu specifieke formules voor utiliteit- en industriegebouwen • Ontwerpbuitentemperatuur wordt nu aan de hand van de tijdconstante bepaald • Warmteverlies door buitenluchttoetreding (infiltratie en ventilatie) is aangepast • Ondersteuning voor deuren die continu open staan in utiliteitsgebouwen is toegevoegd • Bepaling van Uequiv,k bij warmteverlies naar de grond is aangepast 10

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

• De exacte methode volgens NEN 1068 om HT,ie

(het specifiek warmteverlies naar de buitenlucht) te bepalen bestaat niet meer. BINK biedt deze optie nog steeds aan • De forfaitaire toeslag voor lineaire thermische bruggen (0,1 [W/(m²K)] in de vorige norm) om HT,ie te bepalen komt nu uit een tabel (er zijn dus meerdere waardes mogelijk) Met deze aanpassingen bent u in staat nog nauwkeuriger te rekenen en overdimensioneren te voorkomen.

KOPPELING MET BIM Net als de andere modules in BINK 9 kunt u ook voor uw warmteverliesberekeningen gebruik maken van BIM-modellen en CAD-tekeningen. Bouwfysische eigenschappen conform ISSO 60, NEN 1068, NPR 2068 en het Bouwbesluit kunnen automatisch vanuit BIM-modellen worden overgenomen of eenvoudig worden toegevoegd in BINK Builder. Hetzelfde geldt voor gebruikersoppervlakten zoals bepaald volgens NEN 2580. Vanzelfsprekend kunt u naast BIM-modellen ook CADtekeningen in DXF en SketchUp modellen importeren. Voor alle BINK-klanten met een abonnement of onderhoudsovereenkomst is de update naar de nieuwe Warmteverliesmodule automatisch beschikbaar. Wilt u BINK Warmteverlies live zien? Bezoek onze stand op de Installatie Vakbeurs Hardenberg op 12, 13 of 14 september Hal 1 stand 126.


. . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . .

u te hoge stromingssnelheden en storende, fluitende geluiden.” De drukverschilregelaar in de Dynamical zorgt ervoor dat er niet te veel druk komt op het radiatorventiel. “Er is een extra rem ingebouwd”, legt Hagen uit. “Wanneer de druk te hoog wordt, zal de drukverschilregelaar extra sluiten. Zo blijven de fluitende geluiden uit.”

COMPACT EN EENVOUDIG TE CONTROLEREN Deze radiatorkraan van Caleffi is compacter dan gelijk-

waardige radiatorkranen. “We hebben er ook voor gezorgd dat vuildeeltjes in een installatie de goede werking van de kraan niet in gevaar kunnen brengen”, zegt Patrick Hagen. “De goede werking van het lichaam van de Dynamical kan gecontroleerd worden en de cartouche is te vervangen zonder dat het lichaam gedemonteerd moet worden.” Caleffi bracht specifiek voor de Dynamical een meetapparaatje op de markt waarmee alle werkingscondities zijn te testen; simpelweg door het toestel aan de kraan te bevestigen.

IMI Heimeier Eclipse F: nu ook met verkorte inbouwmaat Zit u soms ook zo te worstelen om altijd het juiste debiet (l/h) door de radiator te krijgen? Herkent u het probleem van radiatoren die niet warm worden? De Eclipse F handhaaft automatisch het ingestelde debiet. De Eclipse F thermostatische radiatorafsluiter draagt de meest innovatieve AFC-technologie in zich. Hij is eenvoudig uit te wisselen met de afsluiters waarmee u al bekend bent. Dankzij de geïntegreerde constant-debietregelaar heeft de Eclipse F een betrouwbare en gelijkmatige temperatuurregeling.

ENKELE USP’S OP EEN RIJTJE:

• Biedt een nauwkeurig inregelsysteem voor efficiënter gebruik van radiator en ketel • Automatische debietregeling door geïntegreerde constant debietregelaar • Handhaaft vrijwel geruisloos het juiste debiet • Nauwkeurige regeling, ook in deellastbedrijf • Snelle montage en gebruikersvriendelijk • DIN EN 215 keuring en certificatie • Alle inserts in afsluiterhuizen gemerkt met II+ zijn zonder aftappen van het systeem direct uitwisselbaar • Compleet product programma voor twee pijp-radiatorsystemen en vloerverwarming systemen Meer informatie: www.imi-hydronic.com/nl/eclipsenl/

GEEN ZORGEN OVER FLUITENDE AFSLUITERS De juiste instelstand (10 – 150 l/h, dit is traploos instelbaar) haalt u uit de meegeleverde tabel. Via de getal­ aanduiding op de bijbehorende instelsleutel stelt u de radiatorafsluiter eenvoudig en nauwkeurig in. Dit kost u nog geen vijftien seconden. De Eclipse F handhaaft het ingestelde debiet altijd, ook als thermostatische afsluiters in andere radiatoren dichtlopen of handafsluiters dicht worden gedraaid. Zorgen over teveel water en fluitende afsluiters zijn dus verleden tijd.

VERKORTE MAATVOERING De Eclipse F is uiteraard geschikt voor nieuwe installaties, maar dankzij de verkorte maatvoering is hij ook bijzonder geschikt voor gebruik in renovatieprojecten. Door de technologie van IMI Heimeier kunt u waterzijdig inregelen zonder ingewikkelde leidingberekeningen te maken. ISSOINFO AUGUSTUS 2017

11


. NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS

Aangepaste warmteverliesmethode direct beschikbaar in Vabi Elements Zoals u in deze ISSO Info kunt lezen, zijn de ISSO-publicaties 51, 53 en 57 over warmteverliesberekeningen aangepast aan de nieuwe Europese norm EN 12831 Deel 1. Vabi heeft deelgenomen aan de ISSO kontaktgroep om de aanpassingen zo snel mogelijk in de software te kunnen verwerken. We hebben het rekengedeelte al tijdens de uitwerking van de ISSOpublicaties kunnen testen en hebben effecten van aanpassingen zichtbaar kunnen maken. De release van de Vabi Elements Warmteverlies 2017-versie valt samen met het beschikbaar komen van de nieuwe ISSO publicaties. De 2012-versie blijft beschikbaar voor oudere projecten en om vergelijkingen te kunnen maken.

VOORBEELDEN EN AANPASSINGEN Komende tijd zullen we aan de hand van een aantal voorbeeldprojecten laten zien wat het effect is van de aanpassingen. De resultaten zullen we via onze website delen en op de komende roadshow presenteren. Houd hiervoor

12

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

onze website in de gaten. Naast de wijziging van de ontwerpbuitentemperatuur en bepaling van het warmteverlies door de vloer, die in het artikel in deze ISSO Info worden genoemd, zijn dit de belangrijkste wijzigingen: • Opwarmtoeslagen op basis van vloeroppervlak • Realistische infiltratie voor ruimten hoger dan 4 meter met een utiliteitsfunctie • Rekening houden met vraag-gestuurde ventilatie voor energieneutrale woningen • Aanpassing ontwerpbinnentemperaturen • Forfaitaire toeslagen thermische bruggen in 4 categorieën De wijzigingen van de opwarmtoeslagen leveren de grootste verschillen op, wat voor een gedeelte gecompenseerd wordt door een kleinere nachtverlaging.

VABI ELEMENTS Vabi Elements Warmteverlies is onderdeel van het Gebouwprestatieplatform. Vabi Elements Warmteverlies bepaalt automatisch volgens welke bepalingsmethode (51, 53 of 57) moet worden gerekend. Allemaal binnen hetzelfde model. Doe meer met uw model en verzorg een completer advies met een van de andere modules. Bekijk het complete aanbod online of bestel Vabi Elements direct: www.vabi.nl/shop.


. . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . .

Softwareapplicatie van Life Cycle Vision voert ISSO-kwaliteitscertificaat De softwareapplicatie van Life Cycle Vision is op dinsdag 23 mei 2017 officieel voorzien van een ISSO-kwaliteitscertificaat. Het programma, dat de levensduurkosten van gebouwinstallaties berekent, is gevalideerd door kennisinstituut ISSO. De rekenkern geeft betrouwbare uitkomsten, is de bevinding van ISSO.

ISSO-KWALITEITSCERTIFICAAT

Sof t ware validat ie De software applicatie:

Life Cycle Vision

Van

Softwareleverancier: Life Cycle Vision

voldoet aan de gestelde eisen voor het ISSO-kwaliteitscertificaat, zoals beschreven in het auditrapport van 1 mei 2017

Toepassingsgebied:

Levensduur kosten (LCC) van alle installaties in een gebouw

Dit certificaat is geldig tot: 1 mei 2018 Het is verleend op: 1 mei 2017

ISSO

ir. Rob van Bergen Directeur

KENNISINSTITUUT VOOR INSTALLATIETECHNIEK Delftse Poort Etage 33 Weena 505 3013 AL Rotterdam www.isso.nl

‘ISSO is een onafhankelijke partij en dat maakt zo’n audit op onze software interessant,’ zegt Bernd Karstenberg, mede-eigenaar van Life Cycle Vision. ‘Voor onze klant is deze validatie een belangrijke graadmeter. Het is bewijskracht voor de kwaliteit van het programma. Zo kan de klant vertrouwen op de software en de berekeningen die het programma maakt.’ Life Cycle Vision maakt accurate en gedetailleerde kostenramingen voor de installaties in een gebouw. Ook berekent de software de bijbehorende onderhoudskosten en energiekosten. Met de tool kan iedereen uit de voeten; ook gebruikers zonder specialistische installatietechnische kennis.

WAARDE VAN EEN ISSO-KWALITEITSCERTIFICAAT ISSO heeft de software grondig doorgelicht en blijft Life Cycle Vision jaarlijks controleren. Een audit voert het

instituut ook uit voor andere organisaties die werken volgens de kennis van ISSO. Deze ‘ISSO-kennis’ moet zichtbaar zijn in een product, software of opleidingstraject. Een positief resultaat wordt bevestigd met een ISSO-kwaliteitscertificaat. ISSO ontwikkelt onder meer publicaties, handboeken en rekentools voor alle typen installatietechnieken. Al die kennis is gebaseerd op de Nederlandse wetgeving en normatieve richtlijnen binnen de installatiesector, waaronder Nen-normen. ISSOINFO AUGUSTUS 2017

13


. . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . . VALIDATIE . . .

Tapwaterconfigurator van Rensa voert ISSO-kwaliteitscertificaat Hoe stel je een goed systeem samen voor warmtapwater? Voor het antwoord is door technisch groothandel Rensa een praktische tool ontwikkeld. Deze tool is uitgebreid getoetst en heeft nu ook een ISSO-kwaliteitscertificaat. ‘Met de validatie van ISSO weten we zeker dat de nieuwste rekenmethodes goed worden toegepast,’ aldus Patrick Jansen van Rensa.

kers. Om die reden laten we onze tools uitgebreid testen door externe partijen met de meeste actuele kennis van een bepaald systeem. Op het gebied van tapwaterberekeningen is dat ISSO. De gevalideerde tool voor warmtapwater is de eerste van een reeks. Op termijn verschijnen ook tools voor alle andere systemen uit ons assortiment, waaronder vloerverwarming, ventilatie, warmtepompen en PV-panelen.’

Patrick Jansen

ISSO-KWALITEITSCERTIFICAAT

Sof t ware validat ie De software applicatie:

tapwaterconfigurator

Van

Rensa

voldoet aan de gestelde eisen voor het ISSO-kwaliteitscertificaat, zoals beschreven in het auditrapport van 1 mei 2017

Toepassingsgebied:

tapwaterbereider selecteren

JAARLIJKSE CONTROLE Dit certificaat is geldig tot: 1 mei 2018 Het is verleend op: 1 mei 2017

ISSO

ir. Rob van Bergen Directeur

KENNISINSTITUUT VOOR INSTALLATIETECHNIEK Delftse Poort Etage 33 Weena 505 3013 AL Rotterdam www.isso.nl

‘De tool bespaart de ontwerper en installateur veel tijd,’ vertelt Patrick Jansen, hoofd Innovatie & Kennismanagement bij Rensa. ‘Maar dan moet het wel naar behoren functioneren. Een tool neemt ten slotte de functie over van onze technisch geschoolde medewer14

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

De tool voor warmtapwater is ontwikkeld op basis van de kennis van technisch geschoolde Rensa-medewerkers en onder meer ISSO-publicatie 55 ‘Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen’. De publicaties van ISSO, samengesteld in samenwerking met diverse partijen uit de installatiesector, zijn standaarden in onder meer richtlijnen en berekeningen. Werkt een product, software, project of opleidingstraject volgens deze publicaties, dan kan ISSO een audit uitvoeren. Zo heeft ISSO de tool van Rensa getoetst op de correcte uitkomsten van de automatische berekeningen. De toetsing van de tool keert jaarlijks terug. Zo worden de actualiteit en de kwaliteit goed gewaarborgd.


UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN

Nieuwe rekenmethode basis voor aangepaste warmteverlies publicaties Deze publicatie is geschikt voor:

ook het Kleintje Warmteverlies, zijn deze zomer allemaal in een volledig vernieuwde uitgave beschikbaar. De herziening van deze kennisproducten was noodzakelijk doordat op Europees niveau een nieuwe rekenmethode via de NEN-EN12831, Deel 1 is vastgesteld. Deze methode gaat uit van de steeds strengere richtlijnen die we aan energiezuinige nieuwbouw stellen. Hedendaagse woningen en gebouwen zijn zo luchtdicht geworden, dat de oude normen over warmteverlies niet meer relevant waren. De drie genoemde ISSO-publicaties bevatten berekeningsmethodes voor het bepalen van het te installeren verwarmingsvermogen per vertrek en het aansluitvermogen. Daarbij doet ISSO 51 dit voor woningen en woongebouwen, ISSO 53 voor utiliteitsgebouwen met ruimtes tot maximaal 4 meter hoog en ISSO 57 voor industriële gebouwen en hoge ruimtes in de utiliteit, zoals entreepartijen, atria, conferentiezalen, enzovoorts.

INVLOED VAN DE NIEUWE EPBD De publicaties baseerden zich daarbij in de kern op de Europese norm NEN-EN 12831. Maar die norm is inmiddels aangepast, vooral door de zogeheten ‘recast’ van de Europese energieprestatierichtlijn, de EPBD. Deze EPBD verwijst nu naar de NEN-EN 12831 Deel 1, die andere uitgangspunten hanteert dan de oude norm. Het betekende dat de kennis in de ISSO-publicaties, waar het gaat om warmteverlies, ook moest worden aangepast. ‘Het is eigenlijk heel logisch, voor iedereen die naar de huidige bouwpraktijk kijkt. Onder invloed van de alsmaar aangescherpte energieprestatie-eisen gebruiken we inmiddels forse isolatiepakketten. Als je dat ziet, snapt iedereen dat woningen en gebouwen veel minder snel afkoelen’, zegt Harry van Weele, projectcoördinator bij ISSO.

VEEL MINDER AFKOELING ‘Waar je een kleine tien jaar geleden nog daadwerkelijk rekening moest houden met een afkoeling van een woning of een gebouw met 3 tot 4 graden per etmaal, is dat bij de huidige, zeer energiezuinige bouwmethode nog maar 1 graad per etmaal. Daarom hanteren we in het

ontwerp nu een buitentemperatuur die afhankelijk is van de tijdsconstante van het gebouw. En waar je vroeger als minimum temperatuur -10 graden Celsius hanteerde, kan dat nu oplopen tot -6 graden Celsius. De rekenmethode in de nieuwe publicaties houdt daar allemaal rekening mee’, aldus Van Weele. Installateur

adviseur

Op het gebied van:

energie & milieu

verwarming

utiliteit

Opleidings- en

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

WA R M T E V E R L I E S B E R E K E N I N G V O O R U T I L I T E I T S G E B O U W E N M E T V E R T R E K H O O G T E N T O T 4 M E T E R

De ISSO-publicaties 51, 53 en 57, maar

PUBLICATIE 53

WARMTEVERLIESBEREKENING VOOR UTILITEITSGEBOUWEN MET VERTREKHOOGTEN TOT 4 METER

HULP VOOR ONTWERPER EN INSTALLATEUR ISBN: 978-90-5044-302-9

De vernieuwde publicaties helpen de ontwerper en de installateur om het aansluitvermogen op basis van het schilverlies te bepalen. Naast een methode voor het bepalen van het op te stellen vermogen per vertrek, is er een methode voor de bepaling van het aansluitvermogen en de bijdrage aan een collectieve warmteopwekker. Dit gebeurt allemaal op basis van het transmissiewarmteverlies, het warmteverlies door buitenluchttoetreding en door rekening te houden met een toeslag voor opwarming na eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking. ‘Naast het warmteverlies door gevels en het dak, bevatten de publicaties ook een aangapaste verliesberekening voor de vloer. Maar daarbij zie je dat het verlies tegenwoordig vrijwel nihil is, zeker bij grote panden. Eigenlijk is er alleen aan de randen nog sprake van een klein beetje warmteverlies.’

VEREENVOUDIGDE KENNIS IN ‘KLEINTJE’ In navolging van de drie publicaties heeft ISSO ook meteen haar ‘Kleintje Warmteverlies voor woningen’ aangepast. Dit handboek bevat een vereenvoudigde bepalingsmethode voor het benodigd vermogen per vertrek en per woning voor een eengezinswoningen en woningen in woongebouwen. ‘Belangrijkste is dat we de vakman of monteur op de werkvloer een kennisdocument

Bijspijkerinstructie: nieuwe rekenmethode warmteverlies ISSO organiseert in oktober de instructie over het maken van een warmteverliesberekening. Aan de orde komen onder meer de oppervlakten, U-waarden, Rc-waarden en de infiltratiewaarden. U krijgt een uitgewerkt voorbeeld mee van een wamteverliesberekening. De instructie is gebaseerd op publicatie 53 en 57. Meer informatie vindt u op isso.nl en verderop in deze Info. ISSOINFO SEPTEMBER 2017

15


GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U bieden dat snel en toegankelijk te gebruiken is, zodat hij niet ‘nat gaat’ als hij op een wat globaler wijze het warmteverlies van een woning wil bepalen’, zegt Van Weele. ‘Dit Kleintje geeft je in elk geval houvast en zorgt dat je binnen 10 procent van de meest nauwkeurige berekening blijft. Veel beter dan de nog vaak gebruikte berekening

met Watts per m3. Als je die methode nu nog in de huidige nieuwbouw gebruikt, ga je zeker voor gaas.’ De uitgaven zijn mede mogelijk gemaakt door: Opleidings- en

ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

Energieneutrale installatieconcepten in ISSO-KennisBank De ISSO-KennisBank breidt zijn assortiment van

INSTALLATIECONCEPTEN

producten en diensten uit met een overzicht van

Op het moment dat de installateur de juiste gegevens heeft ingevoerd, krijgt hij direct een aantal bijbehorende installatieconcepten aangeboden. Hierin kan de installateur zien welke werkzaamheden nodig zijn om het gebouw energiezuinig te maken. Hij kan dan kiezen voor het concept dat het beste past bij de wensen en de financiële mogelijkheden van de opdrachtgever.

installatieconcepten. Met de installatieconcepten kunnen installateurs en aannemers snel zien welke maatregelen bij een specifieke woning of gebouw nodig zijn om het energiezuinig te maken. De installatieconcepten worden binnenkort aangeboden via de ISSO-KennisBank. Het bevat een handig stappenplan waarmee de vakman op basis van een aantal parameters snel het juiste concept bij het gebouwtype kan vinden.

RICHTLIJNEN

Ga na welke concepten passen bij de boven gekozen randvoorwaarden. Kies het installatieconcept op basis van eisen en wensen met betrekking tot ventilatie, verwarming en tapwatervoorziening.

SOORT PROJECT

• •

NIEUWBOUW RENOVATIE

VERSCHILLEN INZICHTELIJK AMBITIE EPC?

• • •

T YPE

• APPARTEMENT • G RONDGEBONDEN

16

ISSOINFO APRIL 2017

Volgens Martijn van Bommel, projectcoördinator bij ISSO, bieden de installatieconcepten op de KennisBank houvast voor installateurs die een gebouw duurzamer moeten maken. ‘De tool biedt richtlijnen voor de installateur; die weet dan uit welke mogelijkheden hij een keuze moet maken en welke maatregelen waarschijnlijk leiden tot een goede verduurzaming. Je ziet in een oogopslag of het mogelijk is om een tot een Nul-op-de-meter woning te komen maar je ziet ook heel duidelijk welke bouwkundige maatregelen daarvoor noodzakelijk zijn. Zorg dat eerst het gebouw in orde is en kies dan pas de installatie.’

0,2 0 NOM

• • •

‘Wij hebben de functie nog verder verbeterd door ook de passiefhuismethode te gebruiken voor de verschillende concepten. Als ontwerpmethode is deze veel geschikter dan de EPC-methode. Alhoewel de passiefhuismethode nog niet wordt erkend, laat hij wel duidelijk zien waar de aandachtspunten zitten bij de concepten. En dat zie je terug in de aanbevelingen en tips die we geven bij ieder concept’, aldus Van Bommel.

CONCEPT

Testers gezocht

VENTILATIE VERWARMING TAPWATER

De installatieconcepten worden gebruikt bij de training ‘Ontwerpen van BENG woningen met lage woonlasten’. Tijdens deze training worden de installatieconcepten getest. Bent u geïnteresseerd om de installatieconcepten testen tijdens de training? Neem dan contact op met Martijn van Bommel via instructies@isso.nl.


UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW

Nieuwe ISSO-publicatie bevat opleverprocedure voor klimaatinstallaties Overbrugging kloof tussen realisatie en beheer van gebouwen

De nieuwe ISSO-publicatie 107

VASTLEGGEN VAN ALLE KEUZES

‘Opleverprocedure klimaatinstallaties en

Zo benadrukt het document dat je juist ook in de fasen voorafgaand aan de oplevering, de uitgangspunten en achter¬gronden van de installaties (en de daarbij gemaakte keuzes) goed moet vastleggen, inclusief alle (geaccepteerde) mutaties. Voor veel zaken geldt dat de partijen dit bij voorkeur gedurende het gehele proces moeten bijhouden, en niet pas achteraf. Dit geldt expliciet voor installaties die bij de oplevering niet goed toegankelijk (meer) zijn, bijvoorbeeld de installaties boven de verlaagde plafonds.

de overdracht naar beheer’ behandelt het technisch opleveren van een klimaatinstallatie. Daarmee biedt het document gerichte aanbevelingen voor de beheer en facilitaire organisatie. Deze publicatie maakt bovendien onderdeel uit van de ISSO publicatiereeks Duurzaam Beheer en Onderhoud. Het uiteindelijke doel van ISSO-publicatie 107 is om optimaal

AFSTEMMEN OP PRAKTIJKSITUATIE

functionerende klimaatinstallaties blijvend

Voor de fase aansluitend op de oplevering geldt dat je de installaties veelal nog goed moet afstemmen op het gebruik in de praktijk. Dit is zeker niet altijd het ontwerpgebruik. Het is noodzakelijk, juist omdat je de verschillende bedrijfssituaties (winter of zomer, vollast of deellast) of specifieke gegevens (jaarrendement, bodembalans) bij de oplevering (nog) niet goed kunt testen. Uiteindelijk gaat ISSO publicatie 107 is op de totale, technisch oplevering van een klimaatinstallatie. Juridische aspecten worden niet benoemd, maar de publicatie sluit daar wel op aan.

te kunnen garanderen.

Eigenlijk roept de titel ‘opleverprocedure’ een verkeerd beeld op. Letterlijk genomen is de oplevering het moment van acceptatie, maar vaak bedoelen we daarmee in de sector het voor opleveren tot en met de eindcontroles (en herstel van de restpunten). Daarom luidt het doel van deze publicatie ook: ‘het leveren van een praktisch handvat voor het structureren van het opleverproces en de overdracht naar de onderhouds- en beheerfase’. Dit is het moment waarop de installateurs het realisatieproces kunnen afsluiten. Dat betekent dat zij enerzijds volledig aan de contractstukken voldoen. Anderzijds zullen zij moeten garanderen dat de klimaatinstallaties juist functioneren en het vereiste comfort bieden met een optimale energie-efficiëntie. Bij voorkeur volledig afgestemd op de actuele indelingen van het gebouw en de gebruikswijze.

MEER DAN ALLEEN OPLEVERFASE Hoewel het zwaartepunt van dit document bij die feitelijke opleverfase ligt, is het hogere doel van deze publicatie om tot beter functionerende installaties te komen. De ervaring leert namelijk dat alleen het (goed) opleveren van een installatie daarvoor geen garantie is. Dat hangt mede samen met de complexiteit van de toegepaste installaties. Hoe complexer de installaties, hoe belangrijker het voorafgaande en aansluitende proces. Daarom behandelt deze publicatie ook uitgebreid de voorafgaande fasen (vanaf de contract¬vor¬ming en het ontwerp) en de aansluitende fasen (eerste ingebruikname en verdere gebruiksperiode).

IN CONTRACTFASE AL MEENEMEN ISSO-publicatie 107 is bedoeld voor professionals die werken aan de ontwikkeling, het ontwerp, de realisatie en het beheer en onderhoud van klimaatinstallaties in utiliteitsgebouwen. De komende jaren wordt het steeds belangrijker dat marktpartijen al in de contractfase een verwijzing naar de ISSO publicatie 107 opnemen. Daarin kunnen zij dan vastleggen welke kwaliteit zij voor de toetsing zullen aanhouden. Ook hiervoor biedt deze publicatie alle benodigde handvatten. Daarnaast is het van belang dat de partijen de kosten voor deze kwaliteitsborging in beeld brengen en budgetteren.

ONDERDEEL VAN BEHEER EN ONDERHOUD De publicatie besluit met aandacht voor het goed instrueren van de gebruikers over hoe zij de installaties moeten bedienen, zodat ze na oplevering niet alleen kunnen worden gefinetuned, maar ook adequaat kunnen worden aangepast op mutaties in gebruik of gebouw. Doordat ISSO-publicatie 107 deel uitmaakt van de ISSO publicatiereeks Duurzaam Beheer en Onderhoud vormt hij een belangrijk onderdeel in het streven naar een beter binnenmilieu in gebouwen en een optimale energie-efficiëntie van gebouwen. Deze reeks zorgt ervoor dat de faciliISSOINFO APRIL 2017

17


GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U taire organisatie grip op de situatie krijgt en een centrale rol inneemt binnen het beheer en onderhoud. Duurzaam Beheer en Onderhoud van gebouwen richt zich daarbij voornamelijk op het beheer en onderhoud rondom de klimaatinstallaties van utiliteitsgebouwen.

De nieuwe ISSO-publicatie 107 is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door:

Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

Praktische kennis voor de populairste warmtepomp! Steeds meer gemeenten maar ook woningcorporaties werken aan toekomstbestendige woningen en zetten daarbij in op de toepassing van duurzame energiebronnen. Meer en meer worden warmtepompen ingezet met bodemenergie of buitenlucht als bron. Het betekent dat de warmtepompmarkt groeit en dat de installateur nieuwe kennis moet opdoen. Met het verschijnen van het ISSO-kleintje Luchtwaterwarmtepompen heeft de vakman nu alle onmisbare kennis op zak.

K LE I N TJ E

KLEINTJE

LU CH T-WAT ER WAR M T EP O M PEN I N WO N I N G EN

Lucht-waterwarmtepompen in woningen

Anders dan bij de toepassing van de cv-ketel, vraagt het ontwerp van een installatie met een warmtepomp andere, vaak kritischer randvoorwaarden. Het ontwerpen met de cv-ketel zit de Nederlandse installateur in het bloed, maar de warmtepomp zijn velen nog niet gewend. Daarom ontwikkelt en ontsluit ISSO die onmisbare kennis. Eerder al werd het uitgebreide naslagwerk ISSO-publicatie 98 Lucht-waterwarmtepompen gepubliceerd en deze maand is het ISSO-kleintje Luchtwaterwarmtepompen verschenen.

STIL STAAN BIJ SPECIFIEKE EISEN “In de praktijk merken we dat ontwerpers en installateurs nog te weinig stil staan bij de specifieke eisen die een lucht-waterwarmtepomp aan het installatieconcept stelt. Natuurlijk weten zij wel dat je een warmtepomp met lagetemperatuurverwarming moet combineren. Maar 18

ISSOINFO SEPTEMBER 2017

het maken van een hydraulisch ontwerp gaat verder dan vloerverwarming of convectoren selecteren” vertelt Jan Aerts, projectcoördinator bij ISSO. “Daarnaast, en dat maakt het product lucht-waterwarmtepomp zo interessant, is dit toestel erg veelzijdig. Je kunt een concept opbouwen met alleen de warmtepomp, maar hij is ook erg geschikt in bestaande situaties door hem te combineren met een cv-ketel.”

VEELZIJDIG MAAR COMPLEX Volgens Jan Aerts verklaart de veelzijdigheid van de lucht-waterwarmtepomp ook meteen een deel van de complexiteit. “Je moet als vakman goed weten wanneer je welke configuratie het beste kunt toepassen. Vervolgens moet je voor die situatie het juiste ontwerp samenstellen. Daar gaat het in de praktijk nogal eens mis. We weten uit ervaring dat juist de installateur met zijn drukke werkzaamheden, en ook monteurs of onderhoudsmensen, vaak geen tijd hebben om zich in uitgebreide ISSO-publicaties te verdiepen. Voor die doelgroep is ISSOkleintje Lucht-waterwarmtepompen bedoeld.”

COMPACT EN MET FOCUS Het ISSO-kleintje Lucht-waterwarmtepompen heeft de woningbouw als focus en als doel het informeren van de vakman over de keuze, het ontwerp, de uitvoering, de oplevering en het beheer van een (individuele) elektrische lucht-waterwarmtepomp. Bij de opbouw is alle relevante informatie gerangschikt in de verschillende fasen van het proces: programmafase (vaststellen wensen in PvE), ontwerpfase (dimensionering), uitwerkingsfase (productselectie, bestek), realisatiefase (montage en oplevering), beheerfase (onderhoud/monitoring). Naast dit nieuwe ISSO-kleintje, zijn er nog vele andere ‘kleintjes’ beschikbaar over onder meer warmteverlies, zonne-energie en vloerverwarming. Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:

Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf


UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW

Ontwerpen met slimme energie-opslag in gebouwen! Met het gebruik van PCM’s, phase changing materials, valt enorm veel energie te besparen. Toch durven ontwerpers en adviseurs er niet goed mee te werken, omdat er nog geen ‘normerende’ ontwerprichtlijn bestond. Dat verandert nu: in het najaar brengt ISSO een nieuwe publicatie uit met een PCMontwerprichtlijn. ‘PCM’s zijn materialen waarvan de faseverandering, de overgang van vast naar vloeibaar en andersom, wordt gebruikt om warmte en koude op te slaan en af te staan’, legt Arjan Schrauwen van ISSO uit. ‘Het is een fantastische methode voor tijdelijke warmte- en koudeopslag. HVAC-installaties zijn nu vaak overdreven groot, daardoor storingsgevoelig, en ze vergen veel onderhoud. In combinatie met PCM’s kun je veel kleinere, en dus eenvoudigere en goedkopere, installaties toepassen.’

ontwerprichtlijn. Een ISSO-Kontaktgroep bestaande uit architecten, bouwkundig aannemers, fabrikanten uit binnen- en buitenland en brancheverenigingen is daarmee aan de slag gegaan. Een internationale meeleesgroep, met organisaties uit China, India, Canada en de VS, die al ervaring hebben met PCM’s, deed daaraan mee.

PUBLICATIE EN ONLINE REKENTOOL De ISSO-publicatie, 300 pagina’s dik, komt dit najaar uit. Hij omschrijft wat de eigenschappen van PCM’s zijn, er is een uitleg van veelgebruikte begrippen, en de publicatie beschrijft de methode en richtlijnen voor een ontwerp met PCM’s. Er zijn rekenregels opgesteld die in software zijn toe te passen, en er is een uitleg voor het handmatig berekenen van een ontwerp. ‘Los van deze ISSOpublicatie komt er ook een online rekentool en een rapport met rekenvoorbeelden’, zegt Schrauwen. ‘Daarnaast brengen we een animatiefilmpje uit met uitleg over het ‘wat’ en ‘waarom’ van PCM’s. Voor het ‘hoe’ rondom PCM’s, kunnen mensen de nieuwe ISSO-publicatie lezen. Je hoeft geen voorkennis te hebben om het te begrijpen, maar bereid je wel voor op vrij stevige kost.’

NOG WEINIG TOEGEPAST Toch vinden PCM’s vooralsnog weinig toepassing in de praktijk. Tijdens een workshop in 2013 vroeg ISSO de aanwezigen waarom ze huiverig waren voor PCM’s. Daaruit bleek dat zij behoefte hadden aan een ‘normerende’

De uitgave is mede mogelijk gemaakt door: Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf

ISSOINFO SEPTEMBER 2017

19


. . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . .

Zelf-instructie en zelf-inspectie om kwaliteit te garanderen We staan aan het begin van een duurzame revolutie: overal wordt plaatsgemaakt voor hernieuwbare bronnen en nieuwe en betere technieken. Tel daarbij op dat de ‘Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen’ er naar alle waarschijnlijkheid aan komt, waarbij marktpartijen verantwoordelijk worden voor de kwaliteitsborging. Te verwachten valt dat aannemers op zoek gaan naar methoden om bouwfouten en kwaliteitstekortkomingen te voorkomen. INSITER komt dan uitstekend van pas. Het Bouwbesluit stelt dat per januari 2021 nieuwbouw Bijna Energieneutraal (BENG) moet zijn. De strengere weten regelgeving en de ambities voor de energieprestatie van nieuwbouw stelt hoge eisen aan alle ketenpartners. Daarmee ontstaat een behoefte aan een nieuw soort vakmanschap, waar informatieverstrekking en scholing

geïntegreerd raken in het bouwproces. Maar hoe is te borgen dat de afgesproken energiezuinigheid daadwerkelijk wordt gerealiseerd?

ROL VAN KWALITEITSCONTROLE Met de ‘Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen’ beoogt de minister kwaliteitsborging in de bouw te verbeteren. De marktpartijen krijgen daarbij zelf verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsborging. De aannemer wordt zodoende verplicht de kwaliteitscontrole zo te organiseren dat het uiteindelijk opgeleverde bouwwerk voldoet aan (minimale) wettelijke eisen. Goede kwaliteitscontrole en inregeling van installaties krijgen dus een hoge prioriteit. Een kwaliteitsborger gaat hierbij helpen. Doet de aannemer zijn werk goed dan is de kwaliteitsborger goedkoop. Daaruit valt eenvoudig op te maken dat aannemers op zoek zullen gaan naar methoden om bouwfouten en kwaliteitstekortkomingen te voorkomen.

Online stille afvoersystemen ontwerpen In 2005 bracht ISSO SoundSpotSim uit, een

PROBLEMEN ACHTERAF VOORKOMEN

rekentool waarmee de vakman het te verwachten

Om die reden is SoundSpotSim ontwikkeld, en sinds 2005 in gebruik. Adviesbureau Peutz ontwikkelde de tool en voerde de achterliggende testen uit. Met de tool is de geluidsbelasting van binnenriolering al tijdens het ontwerpen te berekenen. Een aannemer of installateur voert in SoundSpotSim eenvoudig de gegevens in, zoals het leidingmateriaal, de valhoogte, omkokering en beugels. Met die informatie kan SoundSpotSim een rekenwaarde geven die duidelijk maakt of de sanitaire installatie binnen de normen blijft. Soms blijkt extra isolatie nodig te zijn, of bijvoorbeeld een ander type afvoerleiding of een verlaagd plafond. Op deze manier kan een aannemer of installateur problemen achteraf voorkomen. Ook nu nog is Adviesbureau Peutz op de achtergrond betrokken bij validatie van de tool.

geluidsniveau van de binnenriolering kan berekenen om geluidsoverlast voor bewoners te voorkomen. De tool staat op kennisbank.isso.nl en is makkelijk te downloaden. Binnenkort lanceert ISSO een vernieuwde online versie van SoundSpotSim. Die kunnen gebruikers bekijken zonder downloaden: handiger op bijvoorbeeld een bouwplaats en altijd de nieuwste versie. ‘Tot 2005 viel nooit exact te voorspellen wat de geluidsbelasting van een leidingsysteem zou zijn’, vertelt Irene van Veelen van ISSO. ‘Terwijl die kennis wel van belang is, omdat sanitaire installaties behalve aan functionele eigenschappen aan allerlei randvoorwaarden moeten voldoen. Zo mag de geluidsbelasting van een sanitaire installatie in een pand maximaal 30 dB(A) zijn.’ Een binnenriolering waardoor water stroomt, veroorzaakt al gauw een geluidsniveau van 50 tot 70 dB(A). Dat maakt direct duidelijk dat er overlast ontstaat als er geen maatregelen worden getroffen. 20

ISSOINFO SEPTEMBER 2017

NIETS DOWNLOADEN OF INSTALLEREN ‘De tool bestaat al sinds 2005 als een programma dat gebruikers downloaden op hun computer’, zegt Richard van Dommelen, Coördinator Softwareontwikkeling bij ISSO. ‘Maar we bouwen nu ook een online versie. Zo’n webbased versie kunt je overal raadplegen, zonder hem eerst te downloaden, en hij past ook beter bij deze tijd.


. . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . .

INSITER EN KWALITEITSBORGING

DIRECTE CONTROLE OP EVENTUELE FOUTEN

meetapparatuur wordt omgebouwd om op de bouwplaats te gebruiken. Via een INSITER-tool zal de vakman de benodigde informatie gefilterd en gedoseerd op de juiste plaats en op het juiste moment ontvangen. INSITER combineert zelf-instructie en zelf-inspectie om een aantal redenen: • Door de bouwvakker direct in te schakelen, wordt gevolgschade en onnodig tijdverlies voorkomen, en blijft de kwaliteitscontrole betaalbaar. • Door zelf-instructie weet de bouwvakker wat van hem wordt verlangd en wat er fout kan gaan (informatie en scholing op de bouwplaats). • Door zelf-inspectie wordt direct gecontroleerd op eventuele fouten en worden de gevolgen inzichtelijk gemaakt (bewustwording bij de vakman).

BIM, hét instrument voor gegevensuitwisseling in de bouw, zal worden aangepast om gebruiksvriendelijk genoeg te zijn voor vakmensen op de bouw. Ook andere

Meer informatie over INSITER is te vinden op www.insiter-project.eu

Het INSITER­project komt dan als geroepen. INSITER heeft als doelstelling om de prestatiekloof tussen ontwerp en realisatie te overbruggen. Een consortium van Europese bedrijven en onderzoeksinstellingen, waaronder ISSO, voert INSITER uit. Het is medemogelijk gemaakt met financiële steun van EU-researchprogramma Horizon 2020. De INSITER-oplossingen zijn een combinatie van methodiek (procesorganisatie), software (informatietechnologie) en toegepaste state-of-the-art meetinstrumenten. Zelf-instructie en zelf-inspectie zijn leidend bij INSITER. Voor die nieuwe fenomenen moeten de protocollen en werkomschrijvingen nog worden ontwikkeld.

I S S O - K E N N I S PA R T N E R S P L AT F O R M V O O R S A M E N W E R K I N G

Bij de softwareversie, die mensen op een pc downloaden, moeten zij nieuwe updates zelf installeren. Een nadeel is dat sommigen dat nooit doen, waardoor zij met een verouderde versie werken. Een online applicatie heeft als bijkomend voordeel dat gebruikers altijd automatisch de nieuwste versie gebruiken.’

MODERNE LOOK In de nieuwe online versie van SoundSpotSim kunnen gebruikers een rapport downloaden van hun ingevoerde projectgegevens en de rekenwaarde. In de nabije toekomst wordt het ook mogelijk om projecten in de applicatie op te slaan. ‘Daarnaast krijgt de online versie ook een wat modernere, mooiere vormgeving die past bij de look & feel van ISSO. Zo blijven we bezig om het systeem zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken.’ De SoundSpotSim applicatie komt nog deze zomer beschikbaar. Houd onze nieuwskanalen in de gaten voor de laatste informatie. Bent u fabrikant en wilt u uw materiaal opgenomen zien in SoundSpotSim? Meld u zich dan aan bij ons via info@isso.nl. De tool is mede mogelijk gemaakt door: M E E R I N F O R M AT I E O P W W W. I S S O . N L ISSOINFO AUGUSTUS 2017

21


. . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . .

Tools voor integraal ontwerp bodemenergiesystemen Vernieuwde publicaties 39, 72 en 73.

De goede werking van duurzame-energiesystemen op basis van bodemenergie en warmtepompen staat of valt bij de samenwerking tussen alle onderdelen. Al vanaf de eerste planvorming tot en met het beheer en onderhoud is het essentieel dat de werking van alle systeemcomponenten, maar van ook de betrokken partijen, op elkaar is afgestemd. In de praktijk valt dit niet altijd mee. Om dit proces te bevorderen, zijn er verbeterde communicatietabellen ontwikkeld die aan de vernieuwde ISSO-publicaties 39, 72 en 73 zijn toegevoegd.

Het ontwerpen, engineeren, installeren, beheren en onderhouden van een bodemenergie­ systeem in combinatie met warmtepompen en lage temperatuur afgifte­systemen blijkt niet eenvoudig. Het is niet voor niets dat voor de werkzaamheden aan deze systemen een certificeringsplicht geldt. De afgelopen jaren heeft een groeiend aantal marktpartijen zich gecertificeerd volgens BRL 6000-21; de voorwaarde om aan WKO’s en warmtepompsystemen te mogen werken. Om zich te kunnen certificeren moeten zij de kennis in de ISSO-publicaties 39, 72 en/of 73 bestuderen. Deze publicaties bevatten de technische richtlijnen die beschrijven hoe de systemen worden ontworpen, geïnstalleerd, beheerd en onderhouden.

PROBLEMEN DOOR MISCOMMUNICATIE ‘In de afgelopen jaren bleek steeds duidelijker dat er problemen ontstonden doordat het in de communicatie tussen de verschillende fases en ook wel tussen de verschillende, betrokken partijen niet goed liep. Vanaf de eerste uitgaven hebben we in de ISSO-publicaties zeker ook aandacht besteed aan communicatie’, vertelt Jan Aerts, projectcoördinator bij ISSO. ‘Maar voortschrijdend inzicht, na twee jaar gebruik van de publicaties, maakt dat we nu allemaal van mening zijn dat die communicatie veel beter kan. Daarom hebben we een herziening van de 22

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

publicaties voorgesteld waarin de communicatietabellen de belangrijkste wijziging zijn.’

VAKER 1 OP 1 AFSTEMMING De communicatietabellen zijn toegevoegd aan ISSOpublicaties 39 (Energiecentrale met warmte en koude opslag (WKO)), ISSO-publicatie 72 (Ontwerp van individuele en kleine elektrische warmtepompsystemen) en ISSO-publicatie 73 (Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars). ‘Je zal zien dat er nu veel vaker een 1 op 1 afstemming gaat plaatsvinden tussen de ontwerpers van het bodemsysteem, de energiecentrale en het gebouwgebonden systeem. Ze krijgen allemaal met dezelfde communicatieprotocollen te maken. Het gaat maar om één ding: de bovengrondse en ondergrondse installaties moeten als één geheel functioneren. Dat kan alleen als we de verschillende partijen dwingen om bepaalde communicatiestrategieën met elkaar na te leven. En dat is precies wat die communicatietabellen voorschrijven’, zegt Aerts.

GELDT OOK VOOR BOORBEDRIJVEN Overigens geldt die aanpassing ook voor de documenten die de boorbedrijven, die de warme en koude bronnen aanleggen, moeten naleven bij hun certificering. Deze bedrijven certificeren zich via BRL SIKB 11.000 en baseren zich daarbij op Protocol 11.001. ‘De communicatietabellen zijn daarom ook in de bijlage van het protocol opgenomen. Op die manier stroomlijnen we ook de communicatie met deze marktpartijen.’

INFORMATIE VAN GEOHYDROLOOG ‘Veel andere wijzigingen hebben we niet in de ISSOpublicaties doorgevoerd. We hebben wel de gelegenheid gebruikt om de informatie die de geohydroloog moet verstrekken, aanzienlijk uit te breiden. We vinden dat partijen zich wat meer moeten verdiepen in de samenstelling van de bodem. Dit is belangrijk bij onder meer de vergunningaanvraag. Als je weet wat bijvoorbeeld brak water voor consequenties heeft, dan helpt je dat in de communicatie met de partijen die de energiecentrale ontwerpen.’ De vernieuwde ISSO-publicaties 39, 72 en 73 zullen voor het einde van dit jaar beschikbaar zijn via de ISSOKennisBank. Daarmee zijn ze ook op tijd klaar voordat, naar verwachting, op 1 januari 2018, de vernieuwde BRL 6000-21 van kracht wordt. Opleidings- en ontwikkelingsfonds

De uitgaven zijn mede mogelijk gemaakt door:

v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf


. . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . . . PROJECTEN . .

Noodstroom in ziekenhuizen cruciaal voor veiligheid Stroomuitval in een ziekenhuis of zorginstelling kan vergaande consequenties hebben. Om die gevolgen te beperken is er een noodstroomvoorziening aanwezig. Maar wat als die noodstroomvoorziening bij een calamiteit niet functioneert zoals beoogd? Mensenlevens kunnen dan op het spel staan. ISSO werkt, samen met vertegenwoordigers van enkele ziekenhuizen, hun adviesbureaus en TNO, aan een document dat handreikingen zal geven voor een probleemloos functioneren van de noodstroomvoorziening. In de afgelopen jaren is het al een aantal keer voorgekomen dat de gevolgen van stroomuitval groter waren dan noodzakelijk, omdat de noodstroomvoorziening niet of niet goed functioneerde. In veel gevallen komt dit doordat procedures rondom deze installaties onduidelijk zijn. Bijvoorbeeld doordat er te weinig mee wordt geoefend of omdat onvoldoende mensen op de hoogte zijn. Een andere oorzaak is een beperkte aandacht voor het beheer en onderhoud van deze installaties. Onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg toont ook aan dat het niet gaat om enkele ziekenhuizen maar dat deze problematiek breed in de sector meer aandacht moet krijgen.

BEPERKTE PRAKTIJKTESTEN In 2013 deed TNO een inventariserend onderzoek waaruit bleek dat de noodstroomvoorziening van ziekenhuizen vaak alleen onbelast wordt getest. Ook blijkt er vaak geen beheerprotocol aanwezig dat voorziet in een realistische calamiteitentest (door-het-donker). Op basis van die informatie en uitgangspunten gingen ISSO en TNO aan de slag om met een aantal marktpartijen in een eerste kick-off sessie de problematiek te inventariseren. Het uiteindelijk doel is een document dat ziekenhuizen handreikingen biedt om deze installaties effectiever en probleemloos in te kunnen zetten.

ving van de ontwerp- en uitvoeringaspecten. Dit is erg bruikbaar wanneer de vervanging van een noodstroomvoorziening aan de orde is. Maar ook erg belangrijk is een testprotocol voor de beheerfase. Er is echt behoefte aan een realistische test van de voorziening die inspeelt op een situatie met calamiteiten.’

AANDACHT VOOR ALLE ONTWIKKELINGEN De projectgroep die nu bij elkaar is gekomen, bestaat uit vertegenwoordigers van ziekenhuizen en hun adviseurs, met technische specialisten van ISSO en TNO. Zij kijken naar de rol van een noodstroomvoorziening voor de bedrijfscontinuïteit, maar ook voor het veilig ontruimen van een instelling. Tevens gaat de aandacht uit naar nieuwe ontwikkelingen, zoals de toenemende invloed van power over internet. ‘Kortom, we kijken heel breed naar alle zaken die kunnen uitvallen als er geen netstroom is. En dat is nogal wat. De handreikingen die wij willen opstellen moeten zowel gericht zijn op de directies, maar ook op de facilitair en technisch managers van zorginstellingen’, zegt Van Bergen. ‘Uiteindelijk willen we het bewustzijn op alle niveaus van een zorginstelling naar een hoger niveau brengen.’

EINDRESULTAAT NOG BEPALEN ‘We moeten nog nader bepalen wat dit project uiteindelijk als resultaat moet opleveren.’, vertelt Rob van Bergen, directeur van ISSO. ‘Je kunt denken aan een risico-gestuurde methode voor het vaststellen van de benodigde noodvoorziening in een zorginstelling, met een beschrij-

MEEWERKEN? Wilt u meewerken aan de ontwikkeling van handreikingen voor noodstroomvoorzieningen in zorginstellingen, neem dan contact op met Rob van Bergen van ISSO, r.vanbergen@isso.nl. ISSOINFO AUGUSTUS 2017

23


EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

ISSO en KvINL bespreken vernieuwde erkenningsregeling tijdens webinar

Erkenningsregeling Woningventilatiesystemen klaar voor nieuwe wetgeving Naar verwachting gaat in 2018 de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen in. ISSO en KvINL laten de erkenningsregelingen en certificering alvast aansluiten op de aanstaande wet. De eerste, aangepaste erkenningsregeling, die voor Woningventilatiesystemen, ligt nu klaar. Op donderdag 11 mei gaven Wil van Ophem van KvINL en Marco Hofman van ISSO een webinar over deze nieuwe KvINL-erkenningsregeling. ‘We willen graag dat opdrachtgevers gaan vragen om een bepaald kwaliteitsniveau’, zei Van Ophem, ‘het moet dus heel duidelijk zijn welk kwaliteitsniveau u de opdrachtgever levert als u voldoet aan onze erkenning.’ Als straks de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (WkB) van kracht is, zijn de bouwer met zijn installateur verantwoordelijk voor het binnenmilieu van woningen. Er zal dan altijd een kwaliteitsborger zijn die de nieuwbouw of grote renovatie van een pand of huis nauwgezet in de gaten houdt. Na afloop moet deze kwaliteitsborger een ‘as-built’ gebouwdossier afleveren, waarin precies staat wat er in het pand zit en wat de kwaliteit daarvan is. Deze borger zal voortdurend op zoek zijn naar data en informatie. De kwaliteitsborger heeft zelf niet alle kennis in huis van de technische aspecten van installaties. Het helpt hem daarom enorm als hij van de installateurs, betrokken bij het bouwproces, bijvoorbeeld een BRL6000 certificaat krijgt of een KvINL-erkennningsregeling. Dat maakt het voor de kwaliteitsborger direct duidelijk dat de kwaliteit van het werk in de werkmethode en processen van de installateur zijn vastgelegd.

KWALITEIT AANTONEN Van Ophem stipte allereerst even aan waarom de regering de WkB nodig acht. Dat komt kortweg neer op het nog beter willen beschermen van de consument. ‘Of de wet er nu wel of niet is op 1 januari 2018, hij komt vrijwel zeker en wij willen er alvast klaar voor zijn.’ Marco Hofman gaf op gezette tijden vragen van deelnemers door aan Wil van Ophem. Deelnemers konden gedurende het interactieve webinar vragen insturen. ‘Komt er ook toezicht op de kwaliteitsborger?’, luidde een vraag. ‘Ja zeker’, vertelde Van Ophem, ‘de bouwsector gaat onder de nieuwe wet zelf de kwaliteit controleren en aantonen, bijvoorbeeld via erkenningen en gebouwdossiers. De 24

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

kwaliteitsborger is onderdeel van dat hele toetsingsproces en hij heeft bovendien veel verantwoordelijkheid. Het is dus erg belangrijk dat ook hij wordt gecontroleerd.’ De deelnemers hadden meer vragen over de kwaliteitsborger, zoals: mag hij gebruik maken van niet-erkende installateurs? ‘Ja’, antwoordde Van Ophem, ‘dat mag. Maar als hij geen informatie heeft over de kwaliteit van werken van bijvoorbeeld een installateur, omdat die geen erkenningsregeling kan overhandigen, zal de kwaliteitsborger zelf op zoek moeten naar die data. Dat kost hem tijd, en die tijd wordt doorberekend aan de opdrachtgever. Zo is iedereen er bij gebaat als er met erkende installateurs wordt gewerkt.’

OPBOUW AANGEPASTE ERKENNINGSREGELING Van Ophem zoomde vervolgens in op de vernieuwde erkenningsregelingen, waarvan die voor Woningventilatiesystemen nu als eerste af is. ‘In de nieuwe KvINL-erkenningsregelingen zit een controle-aspect ingebouwd, vertelde hij. ‘Er zal eens in de twee jaar een externe kwaliteitsbewaking plaatsvinden.’ Van Ophem legde uit dat de regeling onder meer eisen stelt aan het installatiebedrijf, waaronder aan het personeel en het materieel. In de nieuwe erkenningsregeling staat van veel aspecten ook opgenomen hóe dat moet plaatsvinden, zoals het kalibreren van meetinstrumenten en een projectdossier correct samenstellen. De nieuwe regeling eist verder dat het bedrijf is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en er moet een contract zijn met een erkenningsorganisatie. Verder stelt de regeling uiteraard eisen aan de werkzaamheden en opgeleverde installaties. Wat betreft werkzaamheden wordt zowel gelet op het ontwerp, het installeren, het beheer en het onderhoud. Alle resultaten worden geregistreerd, wat uiteindelijk tot uitdrukking komt in een controleformulier. ‘We willen graag dat opdrachtgevers gaan vragen om een bepaald kwaliteitsniveau’, vertelde Van Ophem aan de webinar-kijkers, ‘dus het moet heel duidelijk zijn welk kwaliteitsniveau u de opdrachtgever levert als u voldoet aan onze erkenning.’

OOK RANDVOORWAARDEN CHECKEN Vervolgens nam Marco Hofman van ISSO het woord. Hij ging nog wat verder in op de nieuwe erkenningsregelingen. ‘In de nieuwe regeling ligt meer nadruk op de integrale prestaties van de voorzieningen’, zei Hofman. Het wordt belangrijker om ook de randvoorwaarden te


EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

controleren. Het ventilatiesysteem dat is geïnstalleerd kan goed zijn, maar is bijvoorbeeld de isolatie van het pand dat ook en zijn er voldoende ventilatieroosters? En maakt het ventilatiesysteem niet onnodig veel geluid, bijvoorbeeld door te nauwe ventilatiekanalen? Hofman vertelde de kijkers verder dat bedrijven onder de nieuwe erkenningsregeling ook verplicht zijn een meet­rapport op te leveren. Daarnaast moet er minstens één werkverantwoordelijke persoon (WP) zijn per vestiging. Die moet in het bezit zijn van een elektrotechnische opleiding op mbo-niveau (niveau 4), of hij moet aan die opleidingseis kunnen voldoen door zijn werkervaring.

EDUCATIE . . .

DRIE KLASSEN RISICOGEBIED

onderscheid maakt. Er zijn drie gevolgklassen benoemd, waarbij gevolgklasse 1 een laag-risicogebied is en gevolgklasse 3 het hoogste risicogebied. Klasse 1 gaat bijvoorbeeld om installaties in nieuwbouwwoningen en kleine utiliteitspanden. ‘De erkenningsregelingen passen goed bij de lage risico-classificatie’, vertelde Marco Hofman, ‘zoals woningen en kleine bedrijfspanden. Maar werkt u in grote gebouwen, zoals ziekenhuizen of de industrie, dan ontkom je er bijna niet aan om BRL-gecertificeerd te zijn.’

Hofman noemde ook het verschil tussen de BRL6000 en de erkenningsregeling. Vervolgens vertelde hij de deelnemers over de drie gevolgklassen waarin de nieuwe wet

Het complete webinar terugkijken? De opnames vindt u op dit het ISSO-youtubekanaal, te vinden via isso.nl

Succesvolle webinar over rol CPR bij stekerbaar installeren Op donderdag 8 juni organiseerden ISSO en Isolectra een gratis webinar over de betekenis van de Construction Products Regulation (CPR) voor stekerbaar installeren. Deze Europese verordening wordt op 1 juli 2017 van kracht en omschrijft waaraan elektriciteitskabels moeten voldoen. Doel is om de brandveiligheid van installaties te vergroten. Casper Bontenbal (Isolectra) en Arjan Schrauwen (ISSO) trapten het webinar af met een korte introductie van het thema. Tijdens het eerste onderdeel van het webinar

gaven zij een korte en heldere uitleg van wat stekerbaar installeren precies inhoudt. Na die uitleg volgde een definiëring van de CPR. Bontenbal legde de volgers van het webinar uit dat de CPR in het leven is geroepen om de brandveiligheid van installaties te verhogen en te zorgen voor eenduidige wetgeving in de EU. Hij vervolgde zijn uitleg met een overzicht van de soorten installaties waarop de CPR van toepassing is.

EUROKLASSEN Via de verschillende Euroklassen in de CPR-norm wordt het brandrisico van de verschillende elektrische leidingen aangeduid. Met behulp van een afbeelding liet Bontenbal zien welke Euroklassen de CPR-norm onderscheidt. Hoe hoger de euroklasse van de kabel en dus het brandrisico, hoe strenger de brandveiligheidseisen waaraan de ISSOINFO SEPTEMBER 2017

25


EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

ISOLECTRA CPR TOOL

installatie moet voldoen. Na zijn uitleg volgde al de eerste vraag vanuit het publiek. Een toeschouwer van het webinar wilde weten of stekerbare installaties volgens de EN61535 onder de CPR vallen. Bontenbal en Schrauwen wisten de vraag direct te beantwoorden: stekerbare installaties vallen niet onder de CPR, dus hoeven daar niet aan te voldoen.

NEN8012:2015 Bontenbal vervolgde het webinar met informatie over de NEN8012:2015. Deze Nederlandse norm eist het gebruik van de brandklassen uit de CPR en geeft ook aan in welke situatie welke brandclassificatie uit de CPR gebruikt moet worden. De bepaling van de brandklasse van de kabel gebeurt hierbij aan de hand van een risicograaf of stroomdiagrammen. Voor de duidelijkheid kregen de volgers van het webinar een voorbeeld te zien van zowel de risicograaf als een stroomdiagram. Het doel van de NEN8012:2015 is een gegarandeerd minimaal veiligheidsniveau bij installaties.

VERSCHILLENDE BOUWBESLUITEN In het webinar gingen de presentatoren ook in op een vergelijking van het Bouwbesluit 2012 met het Bouwbesluit versie 2017. Belangrijkste daarbij is dat de laatste versie van het Bouwbesluit de installateur verplicht tot het toepassen van de NEN1010:2015. Ook lichtte Bontenbal toe hoe de verschillende versies van het Bouwbesluit 2012, de NEN1010, de NEN8012 en het CPR zicht tot elkaar verhouden. Hij maakte daarbij gebruik van een overzichtelijk stroomdiagram waarin de onderlinge relaties van deze wetten en regelingen duidelijk zichtbaar waren. 26

ISSOINFO SEPTEMBER 2017

Voor de installateurs die door de bomen van regelingen het bos niet meer zien, had Bontenbal nog een handige tip. Op de website van de Isolectra Academy kunnen zij na gratis registratie inloggen en gebruik maken van de Isolectra CPR Tool. Hier kunnen installateurs snel en eenvoudig zien aan welke norm zij moeten voldoen bij bepaalde stekerbare installaties. Verder krijgen gebruikers van de tool ook direct een overzicht van de meest gebruikte aansluitingssnoeren voor dergelijke installaties.

VRAGEN Na deze uitleg namen Bontenbal en Schrauwen uitgebreid de tijd om de vele vragen die waren binnengestroomd te beantwoorden. Eén van de vragen was bijvoorbeeld of de genoemde normen en eisen voor stekerbare installaties alleen voor de kabels gelden en niet voor de stekkers. Bontenbal wist dat de genoemde eisen inderdaad niet voor de stekkers geldt, maar dat deze wel onbrandbaar moeten zijn en geen giftige gassen of rook mogen afgeven bij brand. Een andere volger vroeg zich af of de genoemde eisen ook voor vlakbandkabels gelden; ook dit is het geval.

TERUGKIJKEN Ook vragen die voorafgaand aan het webinar gesteld waren, werden beantwoord. Een installateur merkte op dat NEN8012 vraagt om het belang van gevolgschade en afbreukrisico. Hij vroeg zich af hoe hij dit belang moest bepalen. Bontenbal antwoordde dat dit altijd aan de opdrachtgever van het project is. ‘Als deze het niet aangeeft, kun je het beste op safe spelen en voor ‘groot’ belang van gevolgschade en afbreukrisico kiezen’, aldus de spreker van Isolectra. De sprekers beantwoordden ook alle andere vragen tijdens het webinar. Alle vragen en antwoorden zijn online terug te vinden op de website van ISSO. De webinar is terug te kijken via het YouTube-kanaal van ISSO.


EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

EDUCATIE . . .

ISSO organiseert webinar over indoor locatiebepaling Bij steeds meer toepassingen binnen domotica en smart buildings is indoor locatiebepaling van essentieel belang. Daarom organiseert ISSO op 12 september een webinar over indoor locatiebepaling. Via het webinar kunnen installateurs, integratoren en andere geïnteresseerden meer te weten komen over de relatief nieuwe sector binnen de installatiewereld. Anne van Rossum van Crownstone presenteert het webinar en geeft na afloop antwoord op vragen die tijdens en na het webinar gesteld worden.

Van Rossum leidt het webinar in met een introductie van wat indoor locatiebepaling precies inhoudt en voor welke toepassing het fenomeen van belang is. Aan de hand van voorbeelden neemt hij de volgers mee in de wereld van domotica en smart buildings, waar indoor locatiebepaling een belangrijke rol speelt om verschillende toepassingen goed te laten functioneren.

noemde verschillende soorten locatiebepaling mogelijk te maken.

WERKING LOCATIEBEPALING Na de behandeling van de type locatiebepalingen en de hiervoor benodigde technologieën, komt aan bod hoe locatiebepaling precies werkt. Van Rossum neemt de deelnemers aan het webinar mee in de technische details van de werking van apparaten die binnen gebouwen de locatie van personen bepalen. Aansluitend toont hij een aantal apparaten met indoor locatiebepaling die voor verschillende toepassingen gebruikt kunnen worden.

HANDVATTEN VOOR INSTALLATEUR Vanzelfsprekend bespreekt Van Rossum ook wat deze feiten omtrent indoor locatiebepaling in de praktijk betekenen voor de installateur. De spreker van Crownstone blikt ook vooruit op de toekomst en welke rol positiebepaling hierin zal gaan spelen. Hierna neemt Van Rossum de tijd om vragen te beantwoorden van de deelnemers aan het webinar. Op alle vragen die tijdens het webinar worden gesteld, komt een antwoord. ISSO zorgt dat vragen die tijdens het webinar niet aan bod komen, na afloop van het webinar worden beantwoord.

AANMELDEN TECHNOLOGIE Tijdens het webinar behandelt Van Rossum ook de verschillende manieren waarop locatiebepaling gerealiseerd kan worden. Daarnaast gaat de presentator in op de verschillende technologieën die nodig zijn om de eerderge-

Iedereen die geïnteresseerd is in het webinar kan zich hiervoor aanmelden via isso.nl. Het webinar vindt plaats op 12 september om 12.00 uur. Wie nu al vragen heeft over indoor locatiebepaling, kan deze alvast stellen in een e-mail aan instructies@isso.nl.

Ontleed het brein van een smarthome, Anne van Rossem (Crownstone) Bron: Youtube

ISSOINFO SEPTEMBER 2017

27


2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCA

Agenda 2017

Bijeenkomst

Data Locatie

Webinar Indoor Locatiebepaling

12 september 2017

Opleiding tot inspecteur vaste brandstoffen (Scios-Scope 5a) 13 september 2017

Online Ruinerwold

(en 20-09, 27-09, 04-10

en 11-10)

Building G100 event

5 oktober 2017

Nieuwegein

Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen

26 oktober 2017

Rotterdam

(en 02-11-2017,

09-11-2017, 16-11-2017

en 23-11-2017)

Instructie Warmteverliesberekening

26 oktober 2017

Eindhoven

9 november 2017

Drachten

30 november 2017

Bunnik

Dag van de Binnenlucht

2 november 2017

Den Bosch Meer informatie vindt u op isso.nl

Instructie nieuwe rekenmethode warmteverlies Hoe krijg ik de nieuwe methode het beste onder de knie?

In oktober en november organiseert ISSO een instructie over het maken van een warmteverliesberekening op basis van de nieuwe uitgangspunten. Daarbij komen alle relevante onderwerpen, zoals het bepalen van en werken met de oppervlakten, U-waarden, Rc-waarden en de infiltratiewaarden aan de orde. Deelnemers maken ook zelf een warmteverliesberekening op basis van een gebouwtekening. Verder krijgt iedereen een uitgewerkt voorbeeld mee van een warmteverliesberekening. Het gaat in deze instructie vooral om de ontwerpberekeningsmethoden voor verwarmingsinstallaties voor utiliteitsbouw en bedrijfsgebouwen. Vandaar dat de training gebaseerd is op de vernieuwde ISSO-publicaties 53 ‘Warmteverliesberekening in Utiliteitsgebouwen’ en 28

ISSOINFO SEPTEMBER 2017

57 ‘Warmteverliesberekening voor industriegebouwen’. Hierin staan ontwerpberekeningsmethoden voor verwarmingsinstallaties voor utiliteitsbouw en bedrijfsgebouwen.

UW INVESTERING Deelname aan deze bijeenkomst kost € 325,- excl. BTW.

DATA 26 oktober 2017 Eindhoven 9 november 2017 Drachten 30 november 2017 Bunnik De instructie start om 15.00 uur en eindigt om 19.30 uur

DOCENT Harry van Weele, Projectcoordinator bij ISSO Ga voor meer informatie of aanmelden naar www.isso.nl


ATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017

Opleiding voor Scios-certificering biomassa-installaties beschik baar Sinds 17 februari 2017 moet een biomassa-

EYE-OPENER

installatie worden gekeurd door een

André Derksen, projectcoördinator bij ISSO, schat dat het niveau van het examen voor het SCIOS-certificaat scope 5a op mbo-niveau 4 ligt. ‘Mensen die op een lager niveau werken of studeren en wel het werk- en denk­niveau mbo 4 hebben, kunnen ook meedoen.’ Volgens Derksen is het ook goed om de cursus te volgen, ook als je geen examen doet: ‘We kregen van de eerste lichting cursisten al de feedback dat de lesstof een echte eye-opener is. Installateurs deden bijvoorbeeld hun werkzaamheden altijd op een bepaalde manier die eigenlijk niet goed is. Door de cursus kwamen zij erachter hoe het wel hoort.’

inspecteur met SCIOS-certificaat scope 5a (voorheen Scope 5 ‘Bijzondere industriële installaties). Inspecteurs die dit certificaat willen halen, kunnen zich met de ISSOcursus ‘Vaste Brandstoffen’ voorbereiden op het examen voor dit certificaat. De cursus bestaat uit zeven theoriemodules van in totaal vijf dagen en een praktijkmodule die anderhalve dag duurt. Inspecteurs die al gecertificeerd zijn voor scope 1 en 2 kunnen worden vrijgesteld voor de inspectieonderdelen in de modules. Met een instaptoets wordt vastgesteld of de cursist het vereiste kennisniveau heeft en dus vrijstelling krijgt.

VASTSTELLING EXAMENEISEN ISSO stelde in samenspraak met de Nederlandse vereniging van Biomassa Ketel Leveranciers (NBKL) vast aan welke Kwaliteits- en Bekwaamheids Eisen (KBE’s) een inspecteur moet voldoen. SCIOS stelde de KBE’s vervolgens waar nodig bij en gaf hierna groen licht. De examens zelf kwamen tot stand via een intensief samenwerkingsproject tussen ISSO, SCIOS en KBKL.

EERSTE EXAMEN Het eerste examen voor het SCIOS-certificaat scope 5a staat gepland op: • Theorie examen dinsdag 19 september- locatie: n.t.b. • Praktijkexamen 26 of 27 september- locatie: n.t.b. Deelnemers die het examen met succes afleggen en zich vervolgens laten certificeren, worden op de website van SCIOS vermeld als SCIOS-scope 5a-gecertificeerd inspecteur. In de toekomst worden de gecertificeerde inspecteurs ook op de website van QBISnl kwaliteitsregister vermeld. Aanmelden voor de opleiding kan via isso.nl

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

29


2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCA

Studiepuntentraject geeft concrete invulling aan ‘Leven Lang Leren’ Na de zomer start de installatiesector met, wat in de volksmond het studiepuntentraject heet. De officiële naam van de nieuwe regeling is de COEC-Richtlijn, gericht op het bijhouden van het vakmanschap. Het doel is in elk geval helder: de vakman in de installatiebranche krijgt voor elke opleiding in een bepaalde discipline studiepunten. Die punten kan hij gedurende de jaren aanvullen als hij bijscholing volgt. Doet hij niets, dan verliest hij één punt per maand. Als hij zijn punten kwijt is, verliest hij ook zijn registratie

VAN 60 PUNTEN NAAR 0

als vakman in een bepaalde discipline.

Wel zijn er door KvINL en de Centrale Opleidings- en Examen Commissie bepaalde uitgangspunten als richtlijn vastgesteld. Zo krijgt een persoon na het afleggen van een geslaagd examen voor een bepaalde vakbekwaamheid maximaal 60 studiepunten. Elke maand na het behalen van het examen verliest hij automatisch 1 punt. Dat betekent dat hij of zij na 5 jaar 0 punten over heeft en daarmee automatisch zijn registratie als vakbekwaam persoon in een discipline kwijt is. Dit kan echter worden voorkomen door in die periode geregeld - op dat desbetreffende vakgebied - cursussen, opleidingen of andere bijscholingsactiviteiten te volgen.

De ontwikkelingen in het vakgebied gaan soms zo snel, dat het niet gewenst is dat iemand jaren achter elkaar niets aan bijscholing of kennisontwikkeling doet. Daarom zijn de verschillende organisaties in de installatiebranche unaniem in hun oordeel dat de invoering van het studiepuntentraject noodzakelijk is. Bovendien komt het ook voort uit een wens, eentje die breed in Europa leeft, om vakmensen breder en langer inzetbaar te houden. En dat kan alleen als mensen hun vakbekwaamheid, en de geldigheid daarvan, beter en langer aantoonbaar kunnen houden.

EXAMENCOMMISSIE BEPAALT ‘Het meest uitdagende onderdeel ligt inmiddels achter ons’, vindt Wil van Ophem, directeur van KvINL, ‘namelijk het zorgen dat we zoveel mogelijk partijen achter de door ons voorgestelde opzet en structuur zouden krijgen. Inmiddels hebben we een heldere beheersstructuur en de eerste examencommissie, in dit geval de EPA examen-

Studiepunten op QBISnl Op de website van QBISnl zijn alle vakbekwame vakmensen geregistreerd. Daar worden straks ook de studiepunten geregistreerd. Een opdrachtgever die de site bezoekt, zal niet kunnen zien hoeveel studiepunten iemand heeft. Maar de vakman of -vrouw kan dat wel, door in te loggen op zijn eigen profiel. Mocht hij of zij in het ergste geval al zijn studiepunten in een bepaalde discipline kwijt raken, dan verdwijnt zijn registratie van die website. KvINL zal op zijn beurt zorgen dat nieuw behaalde punten aan het totaal op de website worden toegevoegd.

30

commissie, is al aan de slag om haar opleidingsaanbod en examens binnen het puntensysteem te gieten. KvINL heeft puur als taak om de structuur en de systematiek te waarborgen en te onderhouden. Wij zorgen ook dat de vakmensen hun punten bijgeschreven krijgen als de examencommissies bij ons aangeven dat iemand punten heeft verdiend. Maar het zijn de examencommissies van de verschillende opleidingen en cursussen die bepalen hoeveel punten mensen krijgen voor bepaalde opleidingen, cursussen of kennisactiviteiten.’

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

BEWUSTER WERKEN AAN KENNIS ‘Als erkende of gecertificeerde installateur zal je straks mogelijk wat alerter moeten zijn op het bijhouden van je vakkennis dan voorheen’, denkt Van Ophem. ‘Natuurlijk doet elke zichzelf respecterende vakman aan kennisontwikkeling. Al is het maar het lezen van vakliteratuur of het bezoeken van seminars of netwerkbijeenkomsten. Maar in de toekomst kan het geen kwaad om er iets bewuster mee bezig te zijn. Je kunt in elk geval jezelf afvragen, bij het wel of niet bezoeken van bijeenkomsten, of deze bijdragen aan het vergaren van studiepunten. Het kan goed zijn dat een lezing, webinar of symposium, die je voorheen bezocht vanwege de netwerkfunctie, nu ook meteen studiepunten oplevert. Denk aan bijeenkomsten waarin nieuwe regelgeving of nieuwe normen worden toegelicht. Maar dat kan ook gelden voor producttrainingen van specifieke, nieuwe technieken. Een symposium van een dag kan zo 5 studiepunten opleveren en een 1-daagse cursus misschien wel 10 studiepunten.’


ATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017

TVVL-CURSUSSEN CURSUSPROGRAMMERING SEIZOEN 2017-2018 TVVL heeft een uitgebreid aanbod van vakinhoudelijke bijscholing voor medewerkers in de installatiesector. Met de realisatie van technische installaties t.b.v. kantoor‐ en utiliteitsgebouwen als uitgangspunt. De cursussen richten zich op de ervaren medewerkers maar zijn ook voor instromers in het vakgebied uitermate geschikt om noodzakelijke basiskennis op te doen. Door de toegevoegde waarde van de vakinhoudelijke cursussen profiteren zowel

Meer informatie over de cursussen is te vinden op onze website. De TVVL -cursusgids is aan te vragen via het cursussecretariaat. 088 - 4010620 | cursus@tvvl.nl.

cursusprijs leden niet-leden

examenkosten

werkgever als werknemer van de verworven kennis en vaardigheden. De deelnemers krijgen toegang tot de ISSO-KennisBank.

INTERESSE

Start najaar 2017 Luchtbehandelingstechniek (A, middag/avond)

05 -10-2017

€ 4.095

€ 4.710

€ 105

Luchtbehandelingstechniek (B, overdag)

06 -10-2017

€ 4.095

€ 4.710

€ 105

Luchtbehandelingstechniek (C, middag/avond)

12 -10-2017

€ 4.095

€ 4.710

€ 105

Luchtbehandelingstechniek (D, overdag)

13 -10-2017

€ 4.095

€ 4.710

€ 105

Sanitaire Installaties in Gebouwen, – Gehele cursus: 4 modulen

26-09-2017

€ 4.400

€ 5.040

€ 155

Sanitaire Installaties in Gebouwen – module 1: Leidingwater installaties

26-09-2017

€ 1.725

€ 1.970

€ 50

Sanitaire Installaties in Gebouwen – module 3: Gasinstallaties

05-12-2017

€ 720

€ 822

€ 50

Werktuigkunde voor Elektrotechnici

18-09-2017

€ 2.403

€ 2.763

€ 100

Installatie Project Management

25-09-2017

€ 4.868

€ 5.584

€ 155

Duurzaamheid in de Gebouwde Omgeving

03-10-2017

€ 2.936

€ 3.297

n.v.t.

Luchtbehandeling Speciale Ruimten

04-10-2017

€ 2.405

€ 2.763

€ 100

Systeemarchitect Gebouwautomatisering en -beheer

06 -10-2017

€ 5.450

€ 5.950

€ 100

Bouwkunde voor Installatietechnici

24 -10-2017

€ 1.173

€ 1.396

n.v.t.

Hogere Elektrotechniek (bedrijfsinstallaties)

25 -10-2017

€ 4.850

€ 5.580

€ 100

Geluid in technische installaties

20-11-2017

€ 1.830

€ 2.097

€ 100

Sanitaire Installaties in Gebouwen – module 2: Gebouwriolering

23-01-2018

€ 1.055

€ 1.208

€ 50

Sanitaire Installaties in Gebouwen – module 4: Brandblusvoorzieningen

06-03-2018

€ 1.055

€ 1.208

€ 50

Commissioning

24-01-2018

€ 2.331

€ 2.992

€ 100

Elektrotechniek voor Werktuigkundigen

30-01-2018

€ 2.179

€ 2.697

€ 100

Installatietechniek voor Bouwkundigen

06-03-2018

€ 2.000

€ 2.400

n.v.t.

Projectmatig ontwerpen van klimaatinstallaties

09-03-2018

€ 1.783

€ 2.037

n.v.t.

Ramen en Budgetteren voor Installatietechnici

09-03-2018

€ 2.000

€ 2.400

n.v.t.

Start voorjaar 2018

ISSOINFO AUGUSTUS 2017

31


UCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE

Incompany trainingen Breng uw medewerkers binnen een dag(deel) op de hoogte van de huidige wet- en regelgeving in hun vakgebied met Incompany trainingen.

Best handig: zo’n instructie in uw bedrijf. De docent brengt uw medewerkers snel op de hoogte van de (nieuwe) normen en regelgeving. Daarbij informeert de docent uw medewerkers over actuele technische ontwikkelingen. De instructie is praktijkgericht en compact: uw medewerkers kunnen de nieuw verworven kennis snel toepassen in de praktijk. Hebben uw medewerkers actuele kennis van zaken dan verhoogt u de kenniskwaliteit van uw bedrijf en versterkt u het vertrouwen van de opdrachtgever.

INCOMPANY INSTRUCTIES ISSO heeft instructies over alle onderwerpen waarover ook ISSO-uitgaven verschenen zijn, bijvoorbeeld: • Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen • Warmtepompen (op basis van ISSO-publicaties 72 en 98, wordt afgesloten met een examen) • Gasvoorschriften in de praktijk (op basis van Kleintje Gas) • Ventilatievoorschriften in de praktijk (op basis van Kleintje Ventilatie) • Veilige Leidingwaterinstallaties (op basis van Kleintje Legionellapreventie) • Warmteverliesberekening utiliteits- en bedrijfsgebouwen (op basis van ISSO-publicatie 53) • Legionellapreventie in Koeltorens (op basis van ISSOpublicatie 55.3) • Regels voor gebouwriolering (op basis van de NTR 3216) • Regeltechniek voor klimaatinstallaties (op basis van ISSO-publicatie 94)

MEER WETEN? Heeft u vragen over de Incompany trainingen dan beantwoorden wij die graag. Laat u vrijblijvend informeren, stuur een bericht naar instructies@isso.nl

Colofon

ISSO Info is een uitgave van

ISSO, het kennisinstituut voor installatie­techniek, houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze

ISSO

kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruik van

Weena 505

ISSO publicaties als normstellende richtlijnen.

3013 AL Rotterdam Postbus 577, 3000 AN Rotterdam

Vormgeving: Stijlmeesters

Tel. 010 - 206 59 69 Fax 010 - 213 03 84

32

Redactie: Anneli van Kleven-Pijpers, Therese van Warmerdam en Stijlmeesters

info@isso.nl, www.isso.nl

De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor persoonlijke of materiële schade,

kennisbank.isso.nl

veroorzaakt door onjuistheden in de redactionele kolommen.

ISSOINFO AUGUSTUS 2017


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.