nummer
INFO
62
j a n u a r i 2 018
Alle kennis die de vakman begeert op ĂŠĂŠn plein
pag 3
Word vakman in een uur
pag 3
pag 28
Masterclass Hydraulica en Procesengineering
ISSO is per 1 januari beheerder en uitgever van de SBR-producten.
. . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUW
INHOUD . . . NIEUWS ISSO verder als integraal kennisinstituut door toevoeging kennisproducten SBR
5
Alle kennis die de vakman begeert op één plein
VOORSTELLEN . . . Ingrid van Toorn
7
Daniëlle Biemond
7
Joshua Tourrich
8
. . . NIEUWS Erkenningsregeling Woningventilatie
9
Legionella blijft probleem
10
Onderzoek naar intelligentie en zelfsturing van energie-installaties wint prijs
11
Minister Ollongren voert BENG-eisen één jaar eerder in
12
Wie dit jaar de VSK bezoekt, kan daar ook terecht om zijn of haar kennis te vergroten. ISSO, het kennisinstituut voor Bouw- en Installatietechniek,
. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS KWx Meetinstrumenten is nieuwe ISSOKennispartner 13
heeft voor dit doel een volledig kennisplein ingericht.
Vabi Elements breidt rekenmodellen uit
14
hebben de partijen een dagvullend programma
Bouwtrend brengt ontwikkelingen energiezuinige woningen in beeld
15
bijna alle actuele onderwerpen in de installatiewereld
Samenwerken gaat via BIM extra efficiënt
16
behandelen; van koolmonoxide tot warmteverlies en
IMI Aero-Dynamiek gespecialiseerd in energie-audits bij zorginstellingen
17
. . . NIEUWS VAN KVINL Vernieuwde BRL 6000-21
18
Update BRL 6010 legionellapreventie
19
. . . NIEUWE UITGAVEN BUILD UP Skills advisor-app
20
Samen met de ISSO Kennispartners en Bureau CRG samengesteld van uiteenlopende workshops die
Vernieuwde ISSO-publicaties 39, 72 en 73
21
BIM whitepaper helpt u in 3 stappen op weg
22
Kleintje Warmteverlies
22
Kleintje Grondgebonden Warmtepompen
23
Plafondtemperatuur in badkamers blijft bij vloerverwarming en LTV binnen de perken
24
Nieuwe publicatie Bouwfysica
24
Nieuwe leidraad voor energiezuinig ontwerpen civiele kunstwerken
25
SBR-Referentiedetails 26 Vernieuwde ISSO-publicatie focust op warmteterugwinning in installatiesystemen 27
van BENG tot Legionella. De ISSO-stand in Hal 10 staat dit jaar volledig in het teken van kennisoverdracht. Hoe kan het ook anders, bij een kennisinstituut. De moderne vakman of vakvrouw zal de komende jaren steeds meer moeite moeten doen om zijn of haar kennis op niveau te houden. Dit is een gevolg van de nieuwe regelgeving die op komst is, en die steeds meer eisen stelt aan het vakmanschap. Mede om die reden heeft ISSO haar kennispartners gevraagd om sessies samen te stellen die veel van de kennis bevatten die nodig is om een goed geïnformeerd vakman te worden en/of te blijven. Naast de dagelijkse workshops biedt de stand ook volop informatie over de ISSO-publicaties, de online KennisBank en vele andere informatiebronnen, zowel van ISSO als van de Kennispartners en Bureau CRG.
WORD VAKMAN IN EEN UUR De workshops die ISSO en haar partners organiseren hebben het motto ‘Word vakman in één uur’ meegekregen. Dit betekent dat de bezoeker elk uur kan aanschuiven om een gratis workshop te volgen waarin hij of zij wordt bijgepraat over de huidige kennis die noodzakelijk is om als vakman op verschillende gebieden bij de tijd te blijven.
. . . EDUCATIE 2017
2
Masterclass Hydraulica en Procesengineering vullen elkaar aan
28
Instructie warmteverliesberekening
29
VSK workshops
32
ISSOINFO JANUARI 2018
VOORAF AANMELDEN Wilt u een of meerdere workshops op onze stand in hal 10 (F020/F014) bijwonen, meldt u zich dan aan via www.isso.nl. Wees er op tijd bij want vol = vol
WS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . .
Workshops: Word vakman in een uur Het volledige programma vindt u op pagina 32 of www.isso.nl
Hemmink Brand- en Koolmonoxideveiligheid Bij brand hebben de bewoners maar 3 minuten de tijd om het pand te verlaten. Goed werkende rook- en koolmonoxidemelders en een snelle alarmering zijn daarom van levensbelang. Dit vraagt om vakmanschap. Zowel bij de projectie, de installatie én de uitleg aan de bewoners. Draadloze koppeling tussen melders garanderen een optimale brandveiligheid. Hoe ontwerp je de projectie optimaal? hoe en welke melders kan je koppelen en waar moet je de melders installeren? En in welke situaties kan je dit toepassen? In 45 minuten praten we u bij over de mogelijkheden. We besluiten met een test om de kennis te verankeren.
Over het goed uitvoeren van kanaalmetingen is veel gepubliceerd en men schrijft verschillende manieren voor. Helaas zit er geregeld discrepantie tussen de meetmethoden, waarna discussie ontstaat over de juistheid van de metingen. Samen met marktpartijen deden wij veel onderzoek op dit gebied en dat delen we in onze workshop met de branche. We tonen waar discrepanties vandaan kunnen komen. Ook laten we zien wat de effecten zijn van eventuele verkeerde keuzes op onder andere energiegebruik en comfort. Op een interactieve wijze komen we met de deelnemers tot bruikbare conclusies.
DGMR/BINK Software Workshop EPC en BENG
Aero-dynamiek Goed meten is goed weten Iedereen kent de slogan ‘meten is weten en gissen is missen’. Toch is gissen soms niet erg, zolang men bewust is van de foutkans en de gevolgen daarvan kan overzien. Het is erger als we denken dat we goed meten, terwijl we er toch naast zitten. Bij luchtinstallaties maken we vooral gebruik van roosteren kanaalmetingen. Voor roostermetingen wordt steeds vaker de nuldrukcompensatiemeter voorgeschreven, terwijl men in de meeste gevallen nog kanaalmetingen met de welbekende pitotbuis uitvoert.
Energiebesparing is één van de belangrijkste thema’s in de bouw- en installatiewereld. Vanaf 2020 wordt de huidige EPC-methodiek vervangen door BENG. Maar wat heeft dit voor consequenties op de systemen en technieken die u nu toepast? Is er straks nog plaats voor de cv-ketel en ventilatiesystemen met natuurlijke toevoer, of moeten we juist warmtepompen en balansventilatiesystemen toepassen? Tijdens de interactieve workshop van DGMR BINK Software wisselen wij graag uw en onze visie uit. Ook laten wij zien welke ontwikkelingen de komende jaren gaan plaatsvinden op het gebied van wet- en regelge-
ISSOINFO JANUARI 2018
3
. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU ving, productinnovaties en softwareontwikkeling. Daarnaast tonen wij welke systemen en technieken vandaag de dag worden toegepast in de EPC-berekeningen en welke consequenties dit heeft voor BENG. Hiervoor maken wij gebruik van Bouwtrend, een product voor statistische analyse van nieuwbouwwoningen. De informatie van Bouwtrend is afkomstig uit alle energieprestatieberekeningen die in Nederland zijn opgesteld met de EPCsoftware van Uniec 2 en ENORM.
VABI ISSO Warmteverlies: Maak kennis met de nieuwe methodiek en effecten De ISSO-methodiek voor warmteverlies (ISSO-publicaties 51, 53 & 57) is gewijzigd. Vanwege de grote belangstelling bij onze regiobijeenkomsten geeft Vabi ook tijdens de VSK een workshop over deze nieuwe methodiek. U hoort wat er is veranderd op het vlak van opwarmtoeslag, infiltratie, thermische bruggen en gewijzigde ontwerptemperaturen binnen & buiten. Tevens hebben wij voor u
uitgezocht wat de effecten zijn van deze wijzigingen in de methodiek aan de hand van voorbeeldberekeningen in Vabi Elements. Aan het einde van de workshop testen wij uw kennis over warmteverlies en krijgt u een hand-out over de wijzigingen.
Hydroscope Oplevering en beheer drinkwater– installaties ISSO publiceerde recent onderzoekresultaten over drinkwaterveiligheid en legionella, met als titel ‘Waar gaat het mis?’ Uit het onderzoek blijkt dat het vooral mis gaat bij ketensamenwerking tijdens ontwerp, realisatie en beheer van drinkwaterinstallaties. De workshop spits zich toe op de oplevering en het beheer van drinkwaterinstallaties. Samen willen we op zoek gaan naar de beste manier om drinkwaterinstallaties veilig op te leveren en efficiënt te beheren.
Bureau CRG garandeert dat een energieprestatieclaim ook klopt Bouwwerken in ons land moeten aan steeds hogere energieprestaties voldoen. Om die te realiseren, zijn veel verschillende producten en systemen beschikbaar. De leveranciers claimen in veel gevallen dat de energetische prestatie van hun product hoger is dan de forfaitaire waarde van de bepalingsmethode in de regelgeving. Maar wie garandeert u dat die claim klopt en dat de berekening ervan op universele normen zijn gebaseerd? Die taak heeft Bureau CRG op zich genomen. De koper van een product of systeem vraagt zich - terecht - af hoe realistisch en betrouwbaar de claims van fabrikanten zijn. Om die reden zorgt Bureau CRG dat er gecontroleerde kwaliteitsverklaring in omloop komen.
VOORDELEN VOOR DRIE GROEPEN Zo kunnen leveranciers met zekerheid aantonen dat hun product of systeem een specifiek omschreven energieprestatie realiseert maar ook dat het product beter presteert dan de forfaitaire waardes. Controlerende instanties, zoals bouw- en woningtoezicht, maar ook professionele opdrachtgevers, weten door die kwaliteitsverklaring dat de claims juist zijn. En ontwerpers hebben met de gecontroleerde kwaliteitsverklaring de meest exacte input om de betreffende producten in energieprestatieberekeningen te kunnen toepassen.
ONAFHANKELIJKE TOETSING Een college van onafhankelijke experts van het Bureau CRG toetst of het product of systeem daadwerkelijk aan de vereiste energieprestaties voldoet. Als dit zo is, neemt Bureau CRG de claim op in de Databank Gecontroleerde Kwaliteits- en Gelijkwaardigheidsverklaringen. Deze database bevat alle producten en systemen waarvan de geclaimde Energetische prestatie voldoende is aangetoond en onderbouwd en dus terecht is. Tijdens de VSK Beurs zijn vertegenwoordigers van Bureau CRG in de stand van ISSO aanwezig om uitleg te geven over gecontroleerde kwaliteitsverklaringen.
4
ISSOINFO JANUARI 2018
UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .
Caleffi
KWx
Hybride oplossingen en drinkwater beveiliging Hybride staat voor het laten samenwerken van twee verschillende technieken. Een warmtepomp kan samenwerken met een (bestaande) cv-ketel of zonthermische energie en zelfs een micro-WKK. Maar hoe koppel je deze verschillende opwekkers aan elkaar om een optimaal resultaat te krijgen? Kun je warmtepompen inzetten op bestaande hoog temperatuur trajecten in combinatie met een cv-ketel? Hoe regel je dat soort installaties in? Tijdens deze workshop krijgt u antwoord op deze en vele andere vragen. We tonen onder meer aan dat de energie-efficiency afhankelijk is van bijvoorbeeld de hydraulica.
Zin en onzin van thermografie Thermografie is een ideale manier om op afstand de temperatuur van gebouwen of installaties te kunnen meten. Wilt u de mogelijkheden van thermografie of warmtebeeldcamera’s leren kennen, dan moet u eerst weten waar de valkuilen zitten. Wat meet een warmtebeeldcamera en welke materialen kunnen we meten? In een informatieve presentatie neemt KWx, dealer van FLIR, u mee in de verschillende dimensies van infrarood meettechniek. Via onze website kunt u zich gratis wilt aanmelden voor de VSK-beurs. De beurs is elke dag open van 10.00 – 18.00 uur en op donderdag tot 20.30 uur. We zien u graag op de ISSO-stand in hal 10!
ISSO verder als integraal kennisinstituut door toevoeging kennisproducten SBR Het afgelopen najaar verraste ISSO de bouw- en installatiesector met de overname van de kennisproducten van SBR. Toch is deze deal zo logisch als ze maar kan zijn. De kennis die de moderne professional in de installatie- én bouwbranche nodig heeft, vertoont steeds meer overlap. De integratie van kennis uit beide branches is noodzakelijk, mede door alle verduurzamingsconcepten. Wie een energieneutraal huis of een legionellaveilig gebouw wil realiseren, heeft gewoon kennis van beide vakgebieden nodig. Sinds 1 januari 2018 heeft SBRCURnet, de voormalige uitgever van de SBR-kennisproducten, zijn activiteiten moeten staken. Om te zorgen dat de opgebouwde kennis en de kennisproducten van SBR niet verloren gaan, besloot ISSO om de B&U-kennisportefeuille van SBRCURnet per 1 januari 2018 over te nemen. Daarmee is ISSO de nieuwe beheerder en uitgever van de SBR-producten en zorgt zij ervoor dat de kennis, die de bouwsector de afgelopen decennia heeft opgebouwd, niet verloren gaat. “Sterker
nog, het is onze ambitie om met de SBR-kennisproducten een integrale kennisportefeuille voor vakmensen in de bouw- en installatiesector aan te bieden. De SBRReferentiedetails zijn daarin een belangrijk onderdeel voor de kwaliteitsborging van het bouwen”, zegt Rob van Bergen, directeur van ISSO. Met de overname komen drie medewerkers van SBRCURnet het ISSO-team versterken. Verderop in deze Info stellen zij zich aan u voor.
ISSO PAST NAAM AAN “Nu we echt werk gaan maken van een integraal kennisinstituut, voor zowel installatietechniek als bouw, heeft ISSO ook haar bedrijfsmotto gewijzigd. Vanaf 1 januari voeren wij officieel de titel ‘ISSO, Kennisinstituut bouwen installatietechniek’. De naam SBR blijft gehandhaafd, maar dan als productnaam; het betekent dat wij alle SBRReferentiedetails in het komend jaar onder die naam aan onze ISSO-KennisBank toevoegen. Overigens geldt dat ook voor andere kennisproducten, zoals SBR Handboeken of SBR Infobladen. De eerste stap, het digitaal beschikbaar maken van alle SBR-producten in de ISSO-KennisBank, is gereed. Vervolgens zal ISSO er ook voor zorgen dat de producten kunnen worden gebruikt, zoals onze klanten dat nu gewend zijn van de ISSO-publicaties. Daarnaast zullen wij zoveel mogelijk bestaande SBR-producten actualiseren en integreren met de installatiekennis. Eerlijk ISSOINFO JANUARI 2018
5
. . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . gezegd is daar de afgelopen jaren wel enige achterstand in opgelopen.” Voorlopig kunnen de SBR-klanten de kennis nog raadplegen op de vertrouwde manier via sbrcurnet.nl.
STEEDS MEER RAAKVLAKKEN Volgens Rob van Bergen is er brede steun vanuit de bouwsector voor het feit dat ISSO de SBR-producten onder haar hoede neemt. “De SBR-processen om tot kennisproducten te komen, zijn in belangrijke mate hetzelfde als bij ISSO. Maar nog belangrijker is dat vrijwel iedereen in de bouw- en installatiesector het erover eens is dat we steeds meer raakvlakken hebben. Dat is gebleken uit de vele gesprekken die ik voerde met de diverse stakeholders. Onze missie is niet voor niets ‘Zorgen voor veilige, gezonde en duurzame gebouwen’. En dat kan alleen als alle disciplines samenwerken voor integraal vakmanschap. Legionellaveiligheid is echt een typisch voorbeeld. Doordat architect en aannemer onvoldoende bekend zijn met de risico’s en de maatregelen die nodig zijn om legionellagevaren op te heffen, lukt het de installatiebranche niet om legionella goed te bestrijden. Doordat we nu voor bouwbreed kennisproducten kunnen ontwikkelen én integreren, kunnen we eindelijk grip krijgen op die onderlinge kennisuitwisseling.”
Speerpunten voor 2018 Het komende jaar staat in het teken van het ontwikkelen en integreren van kennis. Daarbij zijn een aantal aspecten heel belangrijk: • De toepasbaarheid van de kennis • Actueel houden van de kennis U kunt ons daarbij helpen
WAAR EN WANNEER WILT U ONZE KENNIS TEGENKOMEN? Nu steeds meer van onze vakgerichte hulpmiddelen digitaal worden, willen we ook dat kennis digitaal beschikbaar is. Met de ISSO-KennisBank werken wij hier hard aan. Maar in het dagelijks werk gebruiken installateurs, adviseurs, aannemers en andere professionals in de bouw nog vele andere digitale hulpmiddelen. Het zou daarom handig zijn wanneer zij ook op die momenten, in die desbetreffende tools, de gedigitaliseerde kennis van ISSO kunnen raadplegen. En dat kan. ISSO stelt haar digitale kennisproducten namelijk ook beschikbaar aan derden, zodat
6
ISSOINFO JANUARI 2018
zij deze in hun hulpmiddelen kunnen toepassen. Werkt u met een website, een app, een database of een andere tool waarin een koppeling met de digitale vakkennis van ISSO erg behulpzaam zou zijn, laat het ons weten. Het kan een tool van een andere toeleverancier zijn, die u vaak gebruikt. Maar het kan ook een systeem of instrument zijn dat u zelf hebt ontwikkeld en dat u aan de bouw of installatiewereld aanbiedt of wilt aanbieden. ISSO gaat graag in gesprek met alle partijen die kunnen helpen om de vakman zoveel mogelijk gedigitaliseerde kennis ter beschikking te stellen. Neem voor tips of meer informatie contact op met Anneli van Kleven, a.vankleven@isso.nl.
Help ons om vakkennis up-to-date te houden Het aantal kennisproducten in de ISSOKennisBank groeit bijna dagelijks. Naast nieuwe kennisproducten, houdt ISSO zich intensief bezig met het updaten en herzien van bestaande kennisproducten; misschien nog wel meer dan met nieuwe producten. De experts zien erop toe dat herzieningen voldoen aan de eisen, normen en werkwijze van vandaag. Maar wie kan ons daarin nog veel beter adviseren: U, de gebruiker van de kennisproducten. Daarom hebben wij in de ISSO-KennisBank aan elk kennisproduct een nieuwe functionaliteit toegevoegd. Zodra een kennisgebruiker een kennisproduct heeft opgeroepen, vindt hij/zij onderaan de pagina een venster voor ‘Reacties’. Deze is speciaal bedoeld voor de kennisgebruiker, die hier zijn opmerkingen kwijt kan: • Hoe heeft deze kennis jou geholpen? • Is de informatie in de praktijk bruikbaar of is er een mismatch? • Welke informatie mis je? • Waar gaat de theorie mank in relatie tot de praktijk? • Wat is achterhaald en zouden we moeten herzien? • Enzovoorts… Wilt u ook helpen om de kennisproducten te blijven verbeteren, en heeft u een opmerking, laat deze dan achter via ‘Reacties’.
. . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . .
Met de overname van de SBR-producten komen drie medewerkers van SBRCURnet het ISSO-team versterken. Zij stellen zich graag aan u voor.
Ingrid van Toorn Productmanager
IK HOU VAN INTEGRALE AANPAK ‘Het is een lastige tijd om afscheid te nemen van SBRCURnet waar ik meer dan tien jaar met hart en ziel hebt gewerkt. Maar de fusie met ISSO biedt ook enorme kansen. We kunnen nu kennis ontwikkelen die zowel op de bouwkolom als op de installatiesector is afgestemd. Ik houd van een integrale aanpak. De bouwkolom is versnipperd in vele organisaties en belangenpartijen. Dat maakt de bouwkolom complex. Zo waren we bij SBRCURnet gestart met een zoektocht naar kennisinstellingen om samen op te trekken in onder meer de digitalisering van onze kennis. ISSO is al stevig op weg met digitalisering. De installatiesector is goed georganiseerd, is mijn eerste indruk. Kennisorganisaties zoals TVVL, UNETO-VNI, OTIB en ISSO geven gezamenlijk invulling aan de thema’s van de toekomst.’
GEEN VREEMDEN VOOR ELKAAR
‘Bij ISSO ga ik me verder verdiepen in de doorontwikkeling en marketing van producten en diensten. Mijn ambitie is te komen tot meer geïntegreerde bouw- en installatiekennis. Aan welke soort kennis heeft u dan behoefte? Hoe wilt u als professional bepaalde kennis krijgen? Met welke digitale of papieren middelen kunt u in uw werkproces goed uit de voeten? De ontwikkelde geïntegreerde kennis en middelen moeten aansluiten op úw wensen en behoeften. Dat zijn zo mijn uitdagingen; om daar invulling aan te geven.’ ‘Voor de bouwsector werk ik inmiddels zo’n zeventien jaar. Zo was ik marketeer bij de vakbladen Cobouw en De Architect en uitgeefmanager bij SBRCURnet. Ik vind het prachtig wat we in Nederland kunnen bouwen. Mijn affiniteit met bouwen en architectuur kreeg ik vast en zeker ook mee van mijn opa die aannemer was. Daarnaast is de bouwkolom een interessante sector met uitdagingen op het gebied van kennisontwikkeling en -ontsluiting.
‘ISSO en SBRCURnet hebben een aantal publicaties samen uitgegeven en zijn dus geen vreemden voor elkaar. We gaan nu gezamenlijk kijken hoe we komen tot nieuwe, integrale producten en bestaande producten kunnen doorontwikkelen. De SBR-Referentiedetails bijvoorbeeld, een van onze bestverkochte kennisproducten. Met die digitale tool kun je bouwkundige aansluitingen ontwerpen en uitvoeren volgens het Bouwbesluit. Dat doe je aan de hand van duidelijke tekeningen, aanbevelingen en bouwfysische parameters. Aan die tool zouden we meer installatietechniek toe willen voegen.’
ONTSLUITEN NAAR DE MARKT ‘Het is razend interessant om te kijken hoe we alle producten van SBRCURnet en ISSO verder kunnen ontsluiten naar de markt. Zeker met de huidige snelle digitale ontwikkelingen. Voorlopig zijn we nog wel even bezig met de overdracht van al onze producten naar de KennisBank van ISSO. Tot die tijd blijven al onze producten nog beschikbaar via de site sbrcurnet.nl.’
ISSOINFO JANUARI 2018
7
. . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . . EVE N VOORSTE LLE N . . .
Daniëlle Biemond
Marketingadviseur
‘Mijn naam is Daniëlle Biemond. Ik ga bij ISSO aan de slag in zo’n beetje dezelfde functie als bij SBRCURnet. Ook komen alle producten voor de B&U (red: voor de burgerlijke- en utiliteitsbouw) die SBR in de afgelopen 65 jaar heeft ontwikkeld mee naar ISSO. Dat is mooi! Zo gaat waardevolle kennis niet verloren.’ ‘We zijn de komende tijd vooral bezig met het laten landen van onze producten en klantdata in de processen en systemen van ISSO. Bij ISSO gaan we samen onderzoeken hoe de producten voor de bouw en de installatiesector elkaar kunnen versterken. Voor mij als marketeer is dat
Joshua Tourrich
‘Ik vind dat de bouw en de installatiesector fantastische technieken ontwikkelen. We lopen voorop in ontwikkelingen, innovaties, research & development. Binnen en buiten Nederland zijn we State-of-the-art. Maar aan de presentatie en positionering daarvan, het vermarkten, valt veel te verbeteren. Dat is mijn vakgebied.’
MARKETINGKENNIS ONTBREEKT VAAK ‘Het getuigt van goed ondernemerschap om je product of dienst stevig in de markt te zetten. Daarin loopt de bouwkolom sterk achter, is mijn bevinding. Wat bij veel organisaties ontbreekt, is de interactie van hun product of dienst naar de markt. Veel organisaties missen de marketingkennis om draagvlak voor hun product of project te creëren; zowel intern als extern. Daar zijn al uitstekende middelen voor bedacht. Zo zijn veel marketing- en co-creatietools uit de ISSOINFO JANUARI 2018
INTERESSANT DOOR VEEL CULTUURVERSCHILLEN ‘De bouw is een interessante sector met veel verschillende partijen en cultuurverschillen. Ze staat meer dan ooit midden in de maatschappij. Binnen de bouwketen is de installatiesector relatief nieuw voor mij. Wat ik weet is dat de sector volop in beweging is met innovatieve oplossingen. De rol van de installateur is breder geworden dan voorheen. De waarde van de installatiesector in de keten neemt alsmaar toe. Maatschappelijke vraagstukken rondom milieu en energie vragen nauwe samenwerking tussen de bouw en de installatiesector. Door het samenbrengen van bouw- en installatiekennis kan ISSO de hele keten op weg helpen.’
Marketing & Publishing adviseur
‘Ik ben Joshua Tourrich en al zo’n 9 jaar marketeer. De overstap van BIM Media naar SBRCURnet in 2015, was voor mij heel logisch. In de bouwkolom, waaronder de installatiesector, kun je als marketeer veel betekenen. Het is juist met marketing waarmee veel organisaties en ondernemers in de bouw kunnen doorstoten naar een goedlopende business.’
8
heel interessant. Wat is voor u als gebruiker precies de toegevoegde waarde om bepaalde producten uit de bouw en installatiesector met elkaar te verbinden? Dat wil ik weten.’
‘IT-hoek’ ook goed te gebruiken in de bouwkolom.’
SLIMMER SAMENWERKEN ‘Een hele snelle stap maak je bijvoorbeeld met slimmer samenwerken. Veel organisaties zitten met hun expertise op een eiland. Ze zijn als niche sterk in wat ze doen, maar daar is alleen hun achterban mee bekend. Je wint juist met samenwerken, met het clusteren van krachten en middelen. Zo zouden organisaties meer de synergie moeten zoeken bij de realisatie van activiteiten en projecten. De uitgeverij van ISSO zou deze voorbeeldfunctie goed kunnen vervullen. Daarmee creëer je als organisatie ‘gemakkelijke’ secundaire omzetstromen die nauwelijks een druk leggen op je kernactiviteiten. Vanuit dat idee vind ik ook de fusie met ISSO en SBRCURnet een slimme zet.’
KENNIS SLUIT OP ELKAAR AAN ‘Bij SBRCURnet waren de gebruikers onder meer bouwers, adviseurs, opdrachtgevers en overheden. Daarin zit een grote overlap met de kennisgebruikers van ISSO. Ook de kennis van SBRCURnet sluit prima aan op die van ISSO. Neem de nZEB-tool. Hiermee kun je energieprestaties van een gebouw integraal doorrekenen. Zo maak je energieprestaties nauwkeurig voorspelbaar waardoor je als bouwer garanties kunt geven op het werkelijke energieverbruik. Dat soort kennis is ook heel goed te gebruiken voor de installatiesector. We gaan ons nu bij ISSO beraden hoe we deze en andere producten optimaal kunnen integreren en vermarkten. Ideeën en suggesties zijn natuurlijk van harte welkom.’
. . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . .
Erkenningsregeling Woningventilatie sluit aan op ‘leven lang leren’ Alles om ons heen verandert, zo ook techniek en de kennis die je daarvoor nodig hebt. De Erkenningsregeling Woningventilatie, de eerste regeling nieuwe stijl van KvINL, die onlangs ter kritiek lag, speelt daar op in. Een installateur of monteur die straks aan woningventilatie wil werken, kan zich via deze bedrijfserkenning klasse 1 onderscheiden. Daarvoor zal diegene moeten aantonen dat hij of zij een bepaald kennisniveau heeft. Ook zal één keer in de twee jaar zijn bedrijf en een van zijn/haar gerealiseerde ventilatieprojecten moeten worden gecontroleerd. Zodra de eventuele commentaren en noodzakelijke aanpassingen op de Erkenningsregeling Woningventilatie zijn verwerkt, treedt deze ergens begin 2018 in werking. Omdat het een erkenningsregeling voor uitsluitend woningventilatiesystemen betreft, zijn de eisen minder zwaar dan bij een certificeringsregeling voor ventilatieen luchtbehandelingssystemen. Woningventilatie wordt door KvINL aangeduid als een ‘laag-risico’ werk klasse 1, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ventilatie in een school of zorgcentrum, waarvoor een certificatieregeling beschikbaar is.
WERKEN IN RISICO-KLASSE 1 De nieuwe erkenningsregeling geldt voor de op één na laagste risicoklasse, klasse 1; het ontwerp en de aanleg van ventilatiesystemen in nieuwbouw of grootschalige renovatie van woningen. Dit zijn de zogeheten ‘vergunningplichtige werken’. Een bedrijf dat een erkenning wenst voor dit werk zal een keer per twee jaar aan een controle worden onderworpen. Dit houdt in dat de organisatie, het bedrijf dus, wordt gecontroleerd, maar ook een willekeurig geselecteerd project. Deze controle wordt uitgevoerd door een extern inspectiebureau. Welke bureaus dit precies gaan doen, is op dit moment nog niet bekend. Een groot verschil met gecertificeerde installatiebedrijven is dat er geen tussencontroles plaatsvinden, en dat het onderzoek veel minder op de procedures maar meer op het werk gericht is. Naast werken in risicoklasse 1 zijn er ook werken in de risico-klasse 0, de laagste klasse. Voor die werkzaamheden bestaat geen regeling. In risico-klasse 0 gaat het vooral om onderhoud en renovatie
van bestaande installaties, die nauwelijks een risico op onveilige situaties leveren.
DRIE SOORTEN VAKMENSEN Naast de controles van het bedrijf en het werk stelt de erkenningsregeling ook eisen aan de personen binnen het bedrijf die aan woningventilaties willen werken. De Erkenningsregeling Woningventilatie onderscheidt verschillende werkzaamheden die door diverse type vakmensen kunnen worden uitgevoerd. De geëiste mate van deskundigheid is in drie functies onder te verdelen: 1 Een Voldoende Opgeleid Persoon (VOP) – meestal een monteur die onder regie installeert. 2 Een Vakbekwaam Persoon (VP) – een monteur die zelfstandig kan installeren. 3 Een Werkverantwoordelijke (WV) – heeft MBO+ niveau en kan ook het ontwerp maken.
LEVEN LANG LEREN Voor alle drie de vakmensen bevat de regeling eisen waaraan hun vakmanschap moet voldoen, en ook wat zij moeten doen – nu maar ook later als technieken veranderen – om hun kennis actueel te houden. Dan gaat het om de certificaten en/of de opleidingen en het opleidingsniveau van de mensen. En als in de toekomst nieuwe technieken hun intrede doen, ontstaan er mogelijk andere eisen. Die kunnen dan worden toegevoegd of aangepast in de geëiste deskundigheid voor deze functies. Een erkend bedrijf zal tenminste een WV’er in huis moeten hebben om de Erkenningsregeling Woningventilatie binnen zijn bedrijf te kunnen behalen.
DOEL VAN DE REGELING Het doel van de regeling is om professionele opdrachtgevers, meestal de aannemers, meer zekerheid te geven bij het invullen van hun verantwoordelijkheden. Hiermee bieden zij de bewoner een garantie dat er een deskundig persoon zijn ventilatiesysteem heeft ontworpen en geïnstalleerd. Dat er juist voor woningbouw voor een erkenningsregeling is gekozen, komt enerzijds doordat de installaties in woningen minder complex zijn. Anderzijds zijn de bedrijven, die normaal gesproken deze werkzaamheden uitvoeren, vaak ook niet ingericht om aan de meeromvattende certificeringsregels te kunnen voldoen. Daarom kent de Erkenningsregeling Woningventilatie eisen die passen bij het type installaties en het type bedrijven die daarmee actief zijn.
ISSOINFO JANUARI 2018
9
. . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEU
ISSO-onderzoek toont aan: Legionella blijft probleem door niet naleven veiligheidsregels Ondanks alle maatregelen die de laatste jaren zijn getroffen, stijgt het aantal mensen dat jaarlijks besmet raakt met de legionellabacterie. Het aantal doden ligt zelfs hoger dan het aantal mensen dat overlijdt door CO-vergiftiging. Vorig jaar raakten 324 mensen besmet met de legionellabacterie, tegenover 273 slachtoffers in 2015. Dat blijkt uit cijfers van het RIVM. Een onderzoek van ISSO toont aan dat legionellaveiligheid nog veel te wensen overlaat.
Volgens ISSO zijn meer besmettingen te voorkomen wanneer ontwerpers, bouwbedrijven, installateurs en beheerders van risicovolle installaties de bestaande weten regelgeving voor legionellapreventie naleven. Uit het onderzoek, uitgevoerd door Integron, blijkt dat maar liefst driekwart van alle gebouwen, die in Nederland als risicovol worden bestempeld, op een bepaald moment een legionellabesmetting in de installaties heeft gehad. ISSO is van mening dat de bouw- en vastgoedsector nog altijd onvoldoende aandacht heeft voor het voldoen aan de praktijkrichtlijnen voor veilige aanleg en beheer van leidingwaterinstallaties.
GEEN REKENING HOUDEN MET VOORSCHRIFTEN Uit het onderzoek, in opdracht van ISSO, blijkt dat de meeste betrokkenen vinden dat de sector veel meer kan doen om legionellabesmettingen te voorkomen. Ontwerpers, aannemers, installateurs, adviseurs en eindgebruikers houden zich nog onvoldoende aan de bestaande regels voor legionellapreventie. Besmetting vindt volgens het onderzoek vaak plaats doordat ontwerpers bij het ontwerp van een gebouw én uitvoerders bij het vermijden van ‘hotspots’ geen rekening houden met de voorschriften. Installateurs lopen hierbij nogal eens tegen muren van onbegrip aan, zo hoort ISSO vaak in haar contacten via de helpdesk.
MEER AANDACHT VOOR BRONONDERZOEK Jaarlijks overlijden circa 20 tot 30 personen aan de gevolgen van een legionellabesmetting. De bron van deze besmettingen wordt meestal niet gevonden. Naast de leidingwaterinstallaties kunnen ook andere bronnen, zoals koeltorens, een belangrijke rol spelen. Op dit moment is zelfs een afvalwaterzuivering verdacht van het besmetten van personen, terwijl daar nauwelijks aerosolvorming 10
ISSOINFO JANUARI 2018
plaatsvindt. Zolang we de leidingwaterinstallaties niet kunnen uitsluiten als bron, heeft het voorkomen van Legionella een hoge prioriteit. ISSO ondersteunt hierin de Stichting Veteranenziekte in haar pleidooi voor veel meer aandacht voor gerichte bronopsporing.
REACTIE VAN DE MINISTER Het onderzoek dat ISSO uitvoerde heeft flink wat aandacht gekregen in de media en onder meer CDA-kamerlid Ronnes heeft vragen gesteld aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken. De minister meldt in een reactie dat zij veel verwacht van de recent uitgebrachte CUR-Aanbeveling 120. Voor ISSO is dit onvoldoende. De voorschriften in de nieuwe CUR-Aanbeveling zijn al jaren beschikbaar in de integrale ISSO/SBR Publicatie 811. “Het is veel belangrijker om bewustwordingscampagnes voor de vakwereld te starten. Het probleem is dat architect en aannemer bij drinkwaterinstallaties al snel denken: ‘oh, dat is de taak van de installateur.’ Maar dat is niet zo”, zegt Irene van Veelen, Legionellaspecialist bij ISSO.
LEGIONELLAVRIJ ONTWERPEN “We hebben al sinds 2011 de integrale ISSO/SBR Publicatie 811, waar in de toelichting op het Bouwbesluit, artikel 6.12, ook naar wordt verwezen. Die publicatie besteedt al uitgebreid aandacht aan legionellavrij ontwerpen. De nieuwe CUR-aanbeveling 120, waaraan ik overigens heb meegewerkt, is een nieuwe vertaling hiervan. Denk aan het voorkomen van ‘hot spots’ en het realiseren van koude en warme zones. Ik verwacht daarom niet dat de nieuwe CUR-Aanbeveling ineens zaken gaat veranderen, zoals de minister aangeeft. Uit het feit dat er nauwelijks aannemers en architecten onze enquête wilden invullen, blijkt wel dat het onderwerp bij deze groep niet leeft”
KOUDWATERINSTALLATIES VAKER BESMET Het onderzoek laat zien dat waterinstallaties met koud water opvallend vaker met legionella besmet raken dan warmwaterinstallaties (respectievelijk 88% en 29% van het aantal besmettingen, waarvan sommige dus in koud én warm optreden). Dat is opvallend, aangezien de juiste groeitemperatuur van de legionellabacterie tussen de 25 en 50°C ligt. De aandacht ging daarom lange tijd naar de warmwaterinstallaties. Dat legionella toch welig tiert in koudwaterleidingen komt door ongewenste opwarming van koud water, doordat deze leidingen door warme leidingschachten lopen of te dicht naast verwarmingsleidingen liggen. Dit probleem ontstaat vaak al in het ontwerp. De legionellabacterie groeit snel in stilstaand water dat
UWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . .
niet regelmatig wordt ververst en de juiste temperatuur bereikt.
een verplicht onderdeel te laten zijn van de plannen die men moet indienen bij een bouwaanvraag via de Regeling Omgevingsrecht.”
GELD VOOR BEWUSTWORDINGSCAMPAGNES “Het Rijk kan beter middelen vrijmaken om bewustwordingscampagnes op touw te zetten waarin de vakwereld wordt gewezen op de relevante passages in het Bouwbesluit en de geldende richtlijnen”, zegt Van Veelen. “Het probleem is dat de architect en aannemer bij drinkwater al snel denken: ‘oh dat is de taak van de installateur. Terwijl een goede drinkwaterinstallatie juist in grote mate afhankelijk is van hun ontwerp en uitvoering. Het gaat per slot van rekening om een integraal ontwerp. Daar zou het Rijk bij de betrokken vakdisciplines meer op moeten wijzen. Daarnaast ligt er een rol voor de gemeenten, die bij het controleren van ontwerpen meer aandacht moeten besteden aan koude zones voor de drinkwaterinstallatie. Ik stel voor om het aangeven van koude en warme zones
MAATREGELEN Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten pleit ISSO voor betere en praktische informatievoorziening via een online informatieplatform. Daar kunnen adviseurs, ontwerpers, aannemers, gebouweigenaren en installateurs terecht voor informatie over legionellapreventie. ISSO wil daarnaast, liefst in samenwerking met Bouwend Nederland en de gebouweigenaren, ervoor zorgen dat gebouwen al in de ontwerpfase ‘legionellaproof’ zijn. Andere maatregelen die volgens het kennisinstituut voor installatietechniek kunnen bijdragen aan preventie van de bacterie zijn voorlichting aan gebouweigenaren en een database met foutmeldingen en best practices op het gebied van legionella.
Onderzoek naar intelligentie en zelfsturing van energie-installaties wint prijs De Haagse Hogeschool heeft de RAAK-award gewonnen voor haar onderzoeksproject ‘Installaties 2020’. De Haagse Hogeschool onderzocht hierbij hoe je energie-installaties in gebouwen van intelligentie en zelfsturing kunt voorzien. ISSO ondersteunde de Haagse Hogeschool binnen dit onderzoek met kennis over de regeltechniek en een onderzoek naar de bottlenecks in de kennisstromen in de installatiesector. De RAAK-award heeft als doel om de bekendheid en kwaliteit van onderzoek aan hogescholen te verhogen. Lector Laure Itard, projectleider van het onderzoek, nam de prijs in ontvangst.
DIAGNOSTISCHE METHODEN De jury was lovend over het onderzoek: “Itard kijkt met andere ogen naar een gebouw. Door de energie-installaties te beschouwen als het hart, de longen en de
bloedvaten van een gebouw komt Itard uit bij de diagnostische methoden uit de gezondheidswetenschappen.” Projectleider Itard is verheugd over de winst: “We zijn al sinds de opening van onze vestiging in Delft in 2009 ISSOINFO JANUARI 2018
11
. . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . bezig met onderzoek naar dit thema. De RAAK-award is voor ons de kers op de taart.”
ONDERSTEUNENDE ROL ISSO speelde met het delen van haar kennis over de regeltechniek een ondersteunende rol binnen ‘Installaties 2020’. Daarnaast onderzocht Dirk de Wit, onderzoeker bij ISSO, de kennisstromen binnen de sector. “In mijn onderzoek heb ik vooral geprobeerd inzicht te krijgen waarom medewerkers in de sector kennis over innovaties niet verkrijgen, terwijl deze wel in de markt beschikbaar is”, aldus De Wit. “Daarnaast lijkt het erop dat kennis voor een deel ‘blijft hangen’ bij fabrikanten. Ook hier probeerde ik inzicht in te krijgen.”
KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN Aan de hand van een stroomdiagram bekeek De Wit waar de knelpunten liggen op het gebied van kennisdeling over innovaties binnen de installatiesector. De Wit onderzocht ook welke oplossingen er zijn voor de bestaande kennisgaten en op welke manier we toekomstige kennisgaten kunnen voorkomen.
KENNISDELING De Wit: “Het is een complex van factoren, maar één oplossing zou zijn om fabrikanten en leveranciers actief kennis te laten delen. Dat geldt andersom ook voor de vraagkant; door de leercultuur bij de installateurs te bevorderen, zorgen we dat installateurs actief om kennis gaan vragen. Daarnaast zijn de opleidingen van de sector nog niet altijd goed afgestemd op wat medewerkers in de praktijk nodig hebben, bijvoorbeeld voor (complexe) klimaat- en regeltechniek. Daar moeten kennisinstellingen wel mee aan de slag.”
PRIJZEN Naast de trofee wint het project ook 10.000 euro aan prijzengeld. Itard heeft al een bestemming in gedachten voor dit bedrag: “Met het prijzengeld kunnen we het project weer een stap verder brengen. Het systeem is verouderd en aan vervanging toe. Er moeten nieuwe sensoren komen zodat we vervolgonderzoek kunnen doen.” ‘Installaties 2020’ krijgt behalve de award en de geldprijs nog een beloning: er wordt een korte film gemaakt van het project.
Minister Ollongren voert BENG-eisen één jaar eerder in Minister Ollongren (BZK) heeft besloten dat vanaf 1 januari 2020 de BENG-eisen op vergunningsaanvragen voor nieuwe gebouwen van toepassing zijn. Dit schrijft zij in een brief die donderdag 7 december naar de Tweede Kamer is gestuurd. Hiermee zet het kabinet de eerste concrete stappen in het sneller verduurzamen van Nederland. In de brief aan de Tweede Kamer geeft de minister ook aan wat er tot aan 1 januari 2020 nog moet gebeuren. De haalbaarheid van de BENG-eisen wordt komend voorjaar getoetst via een kostenoptimaliteitsstudie. Daarna stelt de overheid de definitieve BENG-eisen in de loop van 2018 vast.
90%-VERSIE De nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie (NTA 8800) komt vermoedelijk eind 2018 beschikbaar. Nadat de nieuwe bepalingsmethode beschikbaar is geworden, kan de markt aan de slag om definitief uit te rekenen hoe de energiemaatregelen in BENG uitpakken. In januari 2018 presenteert NEN de 90%-versie van de nieuwe bepalingsmethode. Met deze versie kan aan 12
ISSOINFO JANUARI 2018
rekensoftware worden gebouwd, waarna er voldoende tijd is om de nieuwe methode te testen.
OUDE NORMEN Tot eind 2019 blijven de ‘oude’ normen NEN 7120 en NEN 7125 geldig voor het bepalen van de energieprestatie. De komende tijd werken verschillende partijen, onder wie ook ISSO, samen aan de onderzoeken die leiden tot de definitieve BENG-eisen.
OVERHEIDSGEBOUWEN Overheidsgebouwen dienen per 1 januari 2019 al bij vergunningverlening aan de BENG-eisen te voldoen. Omdat de NTA 8800 voor BENG dan nog maar net gereed is, wordt voor overheidsgebouwen nog de NEN 7120 als bepalingsmethode aangehouden. Daarom komt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland begin 2018 met een richtlijn hoe de bestaande NEN 7120 moet worden geïnterpreteerd bij het berekenen.
. . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . .
KWx Meetinstrumenten is nieuwe ISSO-Kennispartner KWx Meetinstrumenten, een bedrijf dat zich specialiseert in meetinstrumenten voor de installatiesector, wordt kennispartner van ISSO. Manager van KWx Meetinstrumenten Kees Compaan is blij met de samenwerking: “We moeten met z’n allen kennis vastleggen en faciliteren. Met deze samenwerking komt dat doel weer een stuk dichterbij.”
NEN1010. Op die manier maak je een belangrijk verschil met beunhazen die je links en rechts voorbijrennen.”
INZICHT Een belangrijk voordeel van de metingen van KWx is volgens Compaan dat de resultaten inzicht geven of installaties op een degelijke manier zijn geïnstalleerd. “Iedereen kan tegenwoordig wel zonnepanelen installeren, maar met welk resultaat? Als deze niet volgens NEN1010 is geïnstalleerd, dan levert de installatie mogelijk niet de hoeveelheid beloofde energie. Bij calamiteiten keert de verzekering dan ook niet uit. Met onze meetinstrumenten kun je onder andere het AC- en DC-gedeelte van de PV-installatie controleren.”
WARMTEBEELDCAMERA
Kees Compaan
Een meetinstrument dat exact in de duurzame-energiemarkt past volgens Compaan, is de warmtebeeldcamera. Kees Compaan: “We zijn distributeur van de FLIR-warmtebeeldcamera’s, een mooi voorbeeld van Niet Destructief Onderzoek. Hiermee kun je in de wintermaanden controleren of en waar een gebouw warmte naar buiten lekt en waar tochtgaten zitten. Met een relatief eenvoudige warmtebeeldcamera is vast te stellen waar de buizen van de vloerverwarming lopen. Zo weet je waar je zonder schade in de vloer kunt boren.”
AANVULLINGEN
KWx Meetinstrumenten bestaat uit een team van twaalf enthousiaste techneuten in Oud-Beijerland die in het hele land actief zijn. Het bedrijf geeft trainingen en heeft een kalibratielaboratorium voor controle en onderhoud van de meetinstrumenten. Met haar expertise bedient KWx zowel de zware industrie als de installatiesector.
WERKEN VOLGENS NEN1010 Volgens Compaan is kennis over de prestatie van installaties onmisbaar om speler in de markt te blijven. Deze kennis verkrijgen bedrijven vaak door het uitvoeren van metingen. “Met meetinstrumenten lever je ook een bewijs van goed vakmanschap. Bijvoorbeeld of je werkt volgens
Het Handboek Zonne-energie en Kleintje Meetmethoden Electrotechniek zijn welkome aanvullingen op de meetinstrumenten van KWx. Compaan geeft aan dat zijn bedrijf de uitgaven van ISSO als richtlijn en informatie gebruikt naar de klant en tijdens trainingen. De manager van KWx ziet dat deze trainingen steeds belangrijker worden: “In mijn tijd ging je naar de MTS en leerde je het complete vak. Nu gaat een technicus naar een project en leert de problematiek ter plekke.”
HAPKLARE BROKKEN Volgens Compaan heeft de markt voor installatietechniek behoefte aan leermiddelen op het werk. “We moeten hapklare brokken zien te maken van kennis. Daarin moeten wij in kunnen voorzien, maar dat kun je als leverancier niet alleen. Je hebt daar een breed draagvlak voor nodig. Met ISSO, waar veel kennis samenkomt, slaan we nu de handen ineen.”
ISSOINFO JANUARI 2018
13
. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . .
Vabi Elements breidt rekenmodellen uit Vabi Elements breidt haar bestaande module om het energiegebruik en daarbij behorende kosten van installaties te berekenen uit. Afgelopen november lanceerde het bedrijf een uitbreiding waardoor de rekenmodellen ook te gebruiken zijn voor de berekening van deellast modellen voor warmtepompen, koelmachines en ketels.
WERKING De deellastmodellen berekenen per uur de warmte- of koudebehoefte, aanvoer- en retourtemperaturen van een gebouw. Het systeem vertaalt deze behoeften en temperaturen vervolgens elk uur naar een rendement van de opwekker. Voor de uitbreiding naar de berekening van deze gegevens heeft Vabi Elements Gebouwsimulatie slechts heel weinig extra invoer nodig. Een compleet werkpunt (rendement, vermogen en temperaturen) is voldoende.
DATACOLLECTIE De uitbreiding van de rekenmodellen is relevant omdat de prestaties van warmtepompen, koelmachines en ketels sterk afhankelijk zijn van de buitentemperatuur. In de praktijk draait een verwarmingsinstallatie bijvoorbeeld het grootste deel van het jaar niet op vollast, waardoor de capaciteit van de installatie niet volledig wordt benut.
De software van Vabi Elements Gebouwsimulatie berekent elk uur wat de gasketel, warmtepomp of koelmachine nodig heeft aan energie. Zo kunnen gebruikers de energievraag van de installaties eenvoudig per periode (dag, week, maand of jaar) berekenen, zodat zij de uitkomsten kunnen vergelijken met bijvoorbeeld de energierekening of -monitoring.
NIEUWE NORMEN In het kader van de European Building Directive zijn er een aantal normen ontwikkeld die het deellastgedrag van opwekkers beschrijven: EN 15316-4-1, 15316-4-2 en EN 16798-13. Hierin wordt beschreven hoe de belangrijkste opwekkers reageren in deellast. Met de uitbreiding van de rekenmodellen ondersteunt Vabi Elements Gebouwsimulatie nu ook het deellastgedrag van gasketels, warmtepompen en koelmachine.
14
ISSOINFO JANUARI 2018
TOEPASSING De deellast-opwekkermodellen zijn essentieel voor het voorspellen van het daadwerkelijk energiegebruik en de controle van energieprestaties aan de hand van simulatieberekeningen. Daarnaast levert het model input voor de optimalisatie van de installatie met betrekking tot dimensionering, stooklijnen en het wel of niet toepassen van nachtverlaging.
. . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . .
Bouwtrend brengt ontwikkelingen energiezuinige woningen in beeld Energiebesparing is één van de belangrijkste thema’s in de bouw- en installatiewereld. In dit kader wordt vanaf 2020 de huidige EPC-methodiek vervangen door BENG. Maar wat heeft dit voor consequenties op de systemen en technieken die nu worden toegepast? Is er straks nog plaats voor de cv-ketel en ventilatiesystemen met natuurlijke luchttoevoer, of moeten er juist warmtepompen en balansventilatiesystemen worden toegepast? Om antwoord te geven op deze belangrijke vragen ontwikkelde ISSO-kennispartner DGMR BINK Software samen met Earth Energie Advies het nieuwe data-analyseproduct Bouwtrend. Bouwtrend is dé online tool waarmee de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse woningbouw kunnen worden geanalyseerd.
ANALYSE NIEUWBOUWWONINGEN DGMR Software en Earth Energie Advies hebben met hun softwaresystemen ENORM en Uniec 2 een gezamenlijk
aandeel van meer dan 95 procent in de markt van energieprestatieberekeningen. Bouwtrend analyseert al deze EPC-berekeningen en brengt zo de markt voor nieuwbouwwoningen gedetailleerd in beeld. De resultaten zijn bij uitstek geschikt voor onderzoek naar trends en ontwikkelingen, zoals gasloos bouwen, BENG, toepassing van energiezuinige installaties, schilisolatie en van duurzame energie.
INTERACTIEVE WORKSHOP Op de VSK 2018 is Bouwtrend te bewonderen op het ISSO-kennisplein. Als mede-exposant en kennispartner verzorgt DGMR BINK Software een interactieve workshop. Met behulp van Bouwtrend toont het bedrijf tijdens de workshop welke systemen en technieken er vandaag de dag worden toegepast in de EPC-berekeningen en welke consequenties dit heeft voor BENG.
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN Tijdens de workshop op de VSK 2018 deelt DGMR BINK Software ook de belangrijkste ontwikkelingen die komende jaren gaan plaatsvinden op het gebied van wet- en regelgeving, productinnovaties en softwareontwikkeling. De workshop is daardoor bij uitstek geschikt voor producenten en toeleveranciers van installatiesystemen, installatie-adviesbureaus en installateurs.
ISSOINFO JANUARI 2018
15
. . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . .
Intensief samenwerken gaat via BIM extra efficiënt Van der Sluis Technische Bedrijven richt zich als totaalinstallateur op het hele proces; van advies tot uitvoering, beheer, onderhoud en renovatie. Het installatiebedrijf streeft ernaar om bij elk project vanaf het begin intensief en efficiënt samen te werken met andere betrokken partijen. Een samenwerking in een driedimensionaal Bouw Informatie Model (BIM) past volgens Van der Sluis naadloos bij de wens om intensief samen te werken, De BIM-gedachte en het besef van de voordelen van een integrale benadering leefden al vroeg bij de Van der Sluis Technische Bedrijven. Onder het mom ‘Samen ben je succesvoller’ werkt Van
I S S O - K E N N I S PA R T N E R S P L AT F O R M V O O R S A M E N W E R K I N G
der Sluis Constructie samen met de installatietak door onder meer informatie te delen en uit te wisselen.
GESTRUCTUREERDE INFORMATIE Voor Van der Sluis biedt de BIM-methode niet alleen een voordeel bij de cyclus van initiatie, ontwerp en uitvoering; ook bij renovatieprojecten komt BIM goed van pas. Bij deze werkzaamheden gebruiken de medewerkers de gestructureerde ontwerpgegevens van de BIM namelijk nogmaals. Voor de servicecontracten die Van der Sluis afsluit voor de installaties die het bedrijf oplevert, is de as-built-informatie van BIM ook onontbeerlijk.
EFFICIËNTE WERKWIJZE Inmiddels is een groot aantal projecten afgerond waarbij volgens de BIM-methode is geïnstalleerd. De transparantie, openheid en samenwerking die deze methode kenmerken, zorgen volgens Van der Sluis voor een efficiënte werkwijze en een succesvol verloop van de projecten. Het installatiebedrijf gaat er dan ook vanuit dat het aantal projecten waarin de BIM-methode wordt toegepast alleen maar zal toenemen.
Bezoekadres: Kamperzeedijk 107 8281 PD Genemuiden Postadres: Kamperzeedijk 57 8281 PB Genemuiden
M E E R I N F O R M AT I E O P W W W. I S S O . N L
16
ISSOINFO JANUARI 2018
T: E: W:
038 - 344 65 55 info@vd-sluis.nl www.vd-sluis.nl
VAN DER SLUIS
INSTALLATIE Sanitair en riolering Gas, lucht en verwarming Elektrotechniek Lood- en zinkwerken Woningbouw | Renovatie | Beheer & Onderhoud | Utiliteit | Versan
. . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . . NIEUWS VAN KENNISPARTNERS . . .
IMI Aero-Dynamiek gespecialiseerd in energie-audits bij zorginstellingen Het Activiteitenbesluit en de wet EED uit 2015 vragen om een uitgebreid energieonderzoek en het nemen van energiebesparende maatregelen. Dit vereist voor zorginstellingen het uitvoeren van energieaudits op basis van het format Energie Audit Zorg EED en format VGN. Deze zijn verplicht als instellingen hun energieverbruik willen verlagen en daarmee verduurzamen. Door een combinatie van diensten kan IMI AeroDynamiek als geen ander invulling geven aan actuele wet- en regelgeving via onder
UITVOERING VAN DE AUDIT De energie-audit wordt volgens de volgende stappen uitgevoerd: • Inventarisatie van de locatie: Er vindt een uitgebreid onderzoek plaats waarbij zowel bouwkundig als werktuigbouwkundig als elektrotechnisch het gehele pand door specialisten wordt doorgelicht. Daarnaast worden de energie-data, plattegronden en het overzicht van de installatie bestudeerd. • Uitwerking: Tijdens de uitwerking worden de verkregen gegevens verwerkt tot een energiebalans. Hieruit volgen berekeningen en reële investeringen voor de korte en langere termijn. • Rapportage: De opdrachtgever ontvangt een duidelijke en overzichtelijke rapportage waarmee men de doelstellingen volgens het Activiteitenbesluit en de wet EED uit 2015 kan realiseren.
meer het uitvoeren van deze audits. SPECIFIEKE KENNIS WEER EEN VERPLICHTING, EN NU? Elk pand, oud of nieuw, gebruikt energie. Helaas ook veel onnodige energie. Denk hierbij aan oude elektrische apparatuur, niet geïsoleerd glas, geen isolatie in de muren en dak, tochtgaten in de bouwschil. Via een energie-audit kan IMI Aero-Dynamiek een gebouw op zowel bouwkundig, werktuigbouwkundig als elektrotechnisch vlak doorlichten, waardoor de eigenaar een helder inzicht krijgt waar de kansen op energie- en kostenbesparing liggen.
IMI Aero-Dynamiek bezit, naast bekwame auditors, tevens de kennis om de resultaten van het onderzoek te implementeren in de gangbare onderhoudssystemen die de zorginstellingen gebruiken. Ook biedt IMI Aero-Dynamiek ondersteuning bij de uitvoering ervan. Inmiddels zijn diverse zorginstellingen onderworpen aan een audit. Daarbij keek IMI Aero-Dynamiek integraal naar bouwkundige, werktuigbouwkundige en elektrotechnische aspecten. Geïnteresseerd? Bel op 033-24 59 064, of stuur een e-mail naar validatie@aero-dynamiek.nl
ISSOINFO JANUARI 2018
17
. . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS
Sterke communicatie tussen onderdelen bodemenergiesysteem met vernieuwde BRL 6000-21 De BRL 6000-21 ‘Ontwerpen en installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen en het beheren van bodemenergiesystemen’ is gereed. Inhoudelijk blijft de richtlijn grotendeels hetzelfde. Maar de scope is uitgebreid, en de communicatieprotocollen die er nu in opgenomen zijn, zullen het werken met en het functioneren van bodemenergiesystemen (BES) sterk verbeteren. Naar verwachting wordt de aangepaste BRL 6000-21 op 1 april 2018 van kracht. “Inhoudelijk is er niet veel gesleuteld aan de richtlijn”, zegt Wil van Ophem, directeur van KvINL. “De eisen waaraan je moest voldoen om het certificaat te halen blijven nagenoeg hetzelfde. Wat wel is veranderd, is dat we bij deze nieuwe versie van de BRL de scope hebben uitgebreid met beheer van kleine warm-
an deze publicatie is:
O N T W E R P E N VA N I N D I V I D U E L E E N K L E I N E E L E K T R I S C H E WA R M T E P O M P S Y S T E M E N V O O R W O N I N G E N
Adviseur
ed van:
woningen
energieuitwisseling met omgeving
E N E R G I E C E N T R A L E M E T WA R M T E - E N KO U D E O P S L AG ( W KO )
bovengronds deel: Energiecentrale
0-5044-304-3
PUBLICATIE 39 bovengronds deel: Energiecentrale
ONTWERPEN VAN INDIVIDUELE EN KLEINE ELEKTRISCHE WARMTEPOMPSYSTEMEN VOOR WONINGEN
Versie 2017, aangepast met regelgeving SPF en communicatietabellen
communicatiemodel energieuitwisseling met omgeving
communicatiemodel
gebouwinstallatie
warmtevoorziening
koudevoorziening
Omdat de vernieuwde BRL nu al beschikbaar is, kunnen marktpartijen de certificatie-instelling vragen of zij de nieuwe BRL nu al meeneemt in de audit. Alleen kan er op dit moment nog geen nieuw certificaat volgens de vernieuwde BRL worden afgegeven. Dit is pas mogelijk na aanpassing van de regeling Bodemkwaliteit door de overheid, naar verwachting 1 april 2018. Over het meenemen van de nieuwe BRL6000-21 in de audit kunnen certificaathouder en certificatie-instelling onderling afspraken maken.
model
warmtevoorziening
GEKOPPELDE ISSO-PUBLICATIES OOK VERNIEUWD
watervoerende zandlaag (aquifer)
warme bron
ENERGIECENTRALE MET WARMTEEN KOUDEOPSLAG (WKO) ONTWERP, REALISATIE EN BEHEER
18
Over die protocollen is uitvoerig gesproken door diverse technici. KvINL stemde de communicatieprotocollen voor het BES ook af met organisatie SIKB, die verantwoordelijk is voor de protocollen en certificering van het ondergrondse deel van een bodemenergiesysteem. “Bedrijven die nu al gecertificeerd zijn voor de BRL 6000-21 blijven dat onder de vernieuwde richtlijn ook gewoon”, zegt Van Ophem. “Wellicht de grootste verandering die zij zullen opmerken, is dat zij dankzij de aanscherpingen in de BRL6000-21 minder problemen zullen ondervinden met de interpretatie van de BRL. Overigens stelt de nieuwe BRL ook eisen aan het uitbesteden van werk en het inhuren van externe specialisten. Dat komt er in het kort op neer dat de BRL-gecertificeerde partij die iemand inhuurt, verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de ingehuurde specialist. Bij het uitbesteden van werk, geldt dat de aannemende partij ook gecertificeerd moet zijn.”
koudegebruikers
TSA
ondergronds deel: WKO installatie
koude bron
VERSIE 2017
AFSTEMMING MET SIKB
NU AL BIJ AUDITS GEBRUIKEN
warmtegebruikers
bodemenergiesysteem
verwarming
PUBLICATIE 72
tepompinstallaties met gesloten bronnen. Een grote aanpassing is daarnaast het feit dat we er communicatieprotocollen in hebben opgenomen. Een BES bestaat uit een installatie in de bodem, een warmtepomp en het bovengrondse afgiftesysteem. Hij kan alleen optimaal werken als die verschillende onderdelen goed samenwerken en communiceren. Daarom definieert de nieuwe BRL in grote mate hoe die communicatie moet verlopen.”
ISSOINFO JANUARI 2018
De BRL 6000-21 is onder andere gekoppeld aan ISSOpublicaties 72, 73 en 39, waarin de technische uitwerking van de richtlijn staat uitgewerkt. Van ISSO-publicaties 72, 73 en 39 zijn recent vernieuwde versies op de markt gekomen, helemaal in overeenstemming met de nieuwe BRL. Elders in deze ISSO Info kunt u meer lezen over de vernieuwde publicaties.
...
NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . . NIEUWS . . .
Drie belangrijke wijzigingen in update BRL 6010 voor legionellapreventie De overheid en een aantal belanghebbende partijen wilden een aantal onderdelen van beoordelingsrichtlijn BRL 6010 voor Legionellapreventie weer eens kritisch onder de loep nemen. Vanaf het voorjaar is deze groep deskundigen bezig geweest met een voorstudie, waarbij zij elk vanuit hun expertise naar dit onderwerp keken. Nu zijn de partijen zo ver om de beoogde verbeterpunten inhoudelijk in te vullen. “Als deze herziening van de BRL 6010 rond is, zullen daar drie belangrijke verbeteringen in zijn doorgevoerd”, zegt Irene van Veelen, projectcoördinator Water bij ISSO. De eerste wijziging is dat bedrijven die de BRL 6010 certificering willen behalen in de toekomst een begintoets zullen moeten doen. “Op dit moment is er geen goed, waterdicht systeem om te controleren of bedrijven de juiste kennis in huis hebben. Vandaar dat we een toelatingstoets willen invoeren. Alleen al deze wijziging zal voor de kwaliteitsverbetering een flinke stap voorwaarts zijn,” zegt Irene van Veelen.
VERPLICHTE BIJSCHOLING Het tweede verbeterpunt is dat bijscholing verplicht wordt voor eenmaal certificeerde bedrijven. Eigenaars van, bijvoorbeeld, vakantieparken die willen investeren in innovatieve installaties, moeten erop kunnen vertrouwen dat gecertificeerde adviseurs die zij in de arm nemen genoeg kennis hebben van die installaties om hen adequaat te adviseren. Het is dan ook van groot belang dat gecertificeerde adviseurs op de hoogte zijn van de vernieuwingen. Van Veelen: “Als gecertificeerde adviseurs verplicht worden gesteld om bijvoorbeeld een bepaald symposium bij te wonen of om op een andere manier een scholingstraject volgen, is met veel meer zekerheid dan nu te zeggen dat hun kennis up-to-date is.”
FORMAT VOOR RAPPORTAGE De derde wijziging in de vernieuwde BRL 6010 is de invoering van een standaardmodel voor risicoanalyse en beheersplan. “Op dit moment hebben alle bedrijven hun eigen manier om zo’n rapportage op te stellen, met elk steeds een andere inhoudsopgave. Met een eenduidig
format voor rapportages kunnen alle partijen die het raadplegen de gewenste informatie veel sneller vinden. Stel, je weet dat de opsomming van genomen maatregelen altijd te vinden is in paragraaf 3 van hoofdstuk 3, dan is dat voor iedereen helder,” legt Irene van Veelen uit. De herziene versie van BRL 6010 verschijnt in de loop van 2018.
MEEKIJKEN TIJDENS ONTWERP Uit een onderzoek van ISSO naar legionellapreventie, waarvan de resultaten afgelopen zomer werden gepubliceerd, bleek dat veel nieuwe woningen en gebouwen niet legionellabestendig zijn doordat regels niet worden nageleefd. Zo kruisen koude en warme leidingen elkaar regelmatig, terwijl dat wettelijk gezien verboden is. “Via de BRL 6010 zijn dat soort ontwerpfouten helaas niet te ondervangen”, zegt Irene van Veelen. “Pas na oplevering van een gebouw moet de eigenaar een risicoanalyse en beheersplan opstellen. Als er fouten in het ontwerp zitten, is het dus al te laat. Daarom zijn we er voorstander van dat een BRL 6010 adviseur al tijdens het ontwerp meekijkt, maar dat is jammer genoeg niet eenvoudig wettelijk te regelen.” Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten pleit ISSO ook voor betere informatievoorziening via een online informatieplatform. Daar kunnen adviseurs, ontwerpers, aannemers, gebouweigenaren en installateurs terecht voor informatie over legionellapreventie. ISSOINFO JANUARI 2018
19
GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U
Vakman vindt de juiste bijscholing via BUILD UP Skills advisor-app Welke opleiding heb ik nodig als ik zonnepanelen wil monteren? Naar welke training stuur ik mijn monteurs om lucht/water-warmtepompen te installeren? Welke bijscholing heb ik nodig zodat ik energiebesparingsplannen kan opstellen? Op deze en nog veel meer vragen biedt de BUILD UP Skills advisorapp gerichte antwoorden. Deze gratis handige tool helpt iedereen die op een snelle manier de voor hem of haar relevante bijscholingsmogelijkheden wil vinden voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving.
duidelijke welke investering noodzakelijk is om het vakmanschap en de dienstverlening up-to-date te brengen.
PASSEND BIJSCHOLINGSADVIES De BUILD UP Skills advisor-app is speciaal bedoeld voor monteurs, technici, HRD-medewerkers en alle andere vakmensen in de installatie- en bouwwereld. Zij kunnen via deze app de opleidingsmogelijkheden koppelen aan de voor hen specifieke technieken en beroepen, waarna de app een passend bijscholingsadvies geeft voor de situatie van die specifieke professional. Door in de app de notificaties aan te zetten voor de specifieke technieken die de gebruiker wil volgen, ontvangt hij of zij automatisch updates over het meest actuele cursusaanbod en de bijpassende actualiteiten. Naast een actueel bijscholingsadvies biedt de app ook toegang tot gratis e-learning, voor bijvoorbeeld de basiskennis over verduurzamingstechnieken en soft skills.
VOOR IOS EN ANDROID De nieuwe app is beschikbaar voor elk smartphone met iOS of Android. Op zoek naar de app? Gebruik de zoekterm ‘BUILD UP Skills advisor’ in de Google of de Applestore en download de app en ga meteen aan de slag!
Alle vakmensen in de technische installatiebranche en bouwsector zien hun werkzaamheden de komende jaren ingrijpend veranderen. De verduurzaming van onze woningen en gebouwen vraagt nieuwe kennis. Niet alleen vaktechnische kennis, maar ook softe skills. Veel meer dan voorheen zullen klanten een adviserende rol verwachten van hun installateur of aannemer. Wil je als professional op al die vragen een antwoord kunnen geven, dan zal je moeten bijscholen. BuildUpSkills helpt vakmensen hierbij.
OVERZICHT VAN OPLEIDINGEN Eind 2018 is de BUILD UP Skills advisor-app gelanceerd. Deze app is ontwikkeld binnen een project waaraan een breed consortium van marktpartijen in de installatiebranche meedoet, onder wie ook ISSO. De digitale hulp biedt een overzicht van precies de vaktechnische bijscholing die vakmensen in de bouw- en installatiesector nodig hebben om de klant van vandaag en morgen zo goed mogelijk van dienst te zijn. Door eenvoudig deze gratis app te downloaden, is het binnen een paar stappen 20
ISSOINFO JANUARI 2018
UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW
De nieuwe uitgaven vindt u terug in de ISSO-KennisBank, kennisbank.isso.nl
Verbeterde communicatie is speerpunt in vernieuwde ISSO-publicaties 39, 72 en 73 De doelgroepen van deze publicatie zijn
Versie 2017, aangepast met regelgeving SPF en communicatietabellen
Door het groeiend aantal WKO-systemen bodemenergiesysteem bodeme Adviseur
werkzaamheden te maken. Installateurs en adviseurs moeten niet alleen kennis verwarming
koeltechniek
energieuitwisseling met omgeving
hebben van het ontwerpen en realiseren
utiliteit
TSA
watervoerende zandlaag (aquifer)
energie & milieu
bovengronds deel: Energiecentrale
Op het gebied van:
communicatiemodel
ondergronds deel: WKO installatie
koude bron
installatiebedrijven met de bijbehorende
van de bovengrondse installatie, maar partijen. Vandaar dat de nieuwe ISSOpublicaties 39, 72 en 73 niet alleen het Opleidings- en
ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h
partijen.
ISBN: 978-90-5044-307-4
“In de eerste uitgaven van de ISSO-publicaties behandelden we de communicatie ook”, vertelt Jan Aerts, projectcoördinator bij ISSO. “Maar voortschrijdend inzicht maakt dat we daar bij de herziening van ISSO-publicatie 39 (‘Energiecentrale met warmte- en koudeopslag WKO’), ISSO-publicatie 73 (‘Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars’) en ISSO-publicatie 72 (‘Ontwerp van individuele en kleine elektrische warmtepompsystemen’) nog meer aandacht en tijd aan hebben besteed. De introductie van communicatietabellen in deze nieuwe publicaties is dan ook de belangrijkste wijziging.” Daarnaast beschrijven de publicaties de huidige stand van zaken voor de ontwerpprocedures en de benodigde activiteiten voor realisatie, onderhoud en beheer.
PERFECTE AFSTEMMING IS NOODZAKELIJK Voor een goed werkend WKO-systeem of warmtepompinstallatie is perfecte afstemming nodig tussen het ondergrondse systeem, de energiecentrale of warmtepomp die de warmte en koude opwekt, én de installatie in het gebouw die de afgifte verzorgt. “In de praktijk zijn voor al deze onderdelen vaak verschillende partijen - zowel adviseurs, ontwerpers, als installateurs – verantwoordelijk. Als er na oplevering problemen ontstaan, blijkt vaak het gebrek aan afstemming en onderlinge samenwerking de oorzaak”, zegt Jan Aerts. De communicatietabellen geven richtlijnen om die afstemming tussen de partijen effectief te laten verlopen.
warmtegebruikers
juist ook de communicatie tussen betrokken
koudegebruikers
Installatiebedrijf
communicatiemodel energieuitwisseling met omgeving
gebouwinstallatie
warmtevoorziening warmtegebruikers
communicatiemodel
koudevoorziening koudegebruikers
TSA
ondergronds deel: WKO installatie
watervoerende zandlaag (aquifer)
koude bron
ontwerp van energiecentrales met WKO en warmtepompsystemen behandelt, maar
bovengronds deel: Energiecentrale
model
warmtevoorziening
koudevoorziening
warme bron
ook van communiceren met andere
PUBLICATIE 39
bodemenergiesysteem
Installateur
E N E R G I E C E N T R A L E M E T WA R M T E - E N KO U D E O P S L AG ( W KO )
in ons land, krijgen steeds meer
warme bron
ENERGIECENTRALE MET WARMTEEN KOUDEOPSLAG (WKO) ONTWERP, REALISATIE EN BEHEER
VAKER ONDERLINGE AFSTEMMING “Wij verwachten dat die communicatietabellen echte verbeteringen zullen laten zien door een frequentere 1 op 1 afstemming tussen de ontwerpers van het bodemsysteem, de energiecentrale en opwekkers en het gebouwgebonden systeem. Het gaat maar om één ding: de boven- en ondergrondse installaties moeten als één geheel functioneren. Dat kan alleen als we de partijen dwingen bepaalde communicatiestrategieën na te leven. En dat is precies wat die communicatietabellen voorschrijven”, zegt Aerts.
CONSEQUENT IN ALLE PUBLICATIES “We vinden dat partijen zich ook wat meer moeten verdiepen in de samenstelling van de bodem”, zegt Jan Aerts, projectcoördinator bij ISSO. “Dit is belangrijk bij onder meer de vergunningaanvraag. Als je weet wat bijvoorbeeld brak water voor consequenties heeft, dan helpt je dat in de communicatie met de partijen die de energiecentrale ontwerpen. ”Behalve aan de ISSO-publicaties 39, 72 en 73 zijn de communicatietabellen ook toegevoegd aan de documenten die boorbedrijven moeten naleven bij hun certificering. Deze bedrijven certificeren zich via BRL SIKB 11000 en baseren zich daarbij op Protocol 11001. De vernieuwde ISSO-publicaties 39, 72 en 73 zijn beschikbaar zijn via onder meer de ISSO KennisBank. ISSOINFO JANUARI 2018
21
GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U
BIM whitepaper helpt u in 3 stappen op weg Wil je ook in de komende jaren meedoen in vooraanstaande bouwprojecten, dan krijg je ongetwijfeld de vraag of je kunt ‘bimmen’. Steeds meer opdrachtgevers vragen van hun aannemers om via BIM, Building Information Modelling, te werken. Op dit moment zijn het vooral de grote opdrachten, maar de omvang en waarde van de opdrachten waarin BIM wordt geëist worden steeds kleiner. Via de whitepaper ‘BIM in 3 stappen’ van ISSO kunt u zich voorbereiden en verder verdiepen in het werken volgens BIM. De implementatie van BIM doe je er niet zomaar even bij. Wil je volwaardig meedraaien en optimale resultaten behalen, dan zal een bedrijf zijn hele organisatie en werkwijze daarop moeten aanpassen. De randvoorwaarden om aan de slag te gaan met BIM zijn divers. Het is echter duidelijk dat ‘bimmen’ zeker geen koud kunstje is. Een spoedcursus Revit om een eenmalige klus in BIM uit te voeren, zet geen zoden aan de dijk. BIM moet een inte-
graal onderdeel van de organisatie worden. De werkwijze vereist visie en voorbereiding, investeringen in kennis, hard- en software en soft skills.
STAP VOOR STAP AAN DE SLAG In de BIM whitepaper zetten we de randvoorwaarden en de werkwijze uiteen. Naast een algemene introductie bevat het document 3 belangrijke stappen die u als beginnende BIM-specialist, of bedrijf dat zich in BIM wil verdiepen, kan doorlopen. Stap 1 gaat over de visie en plan van aanpak. In Stap 2 behandelen we een werkwijze om intern draagvlak te creëren. En Stap 3 biedt informatie over de implementatie. Naast deze stapsgewijze aanpak vindt u in de whitepaper ook informatie over wat je als BIM-specialist moet kunnen en willen, maar ook wat je als bedrijf nodig hebt, bijvoorbeeld wat investeringen betreft. Tot slot zijn er checklists om te zien of uw bedrijf klaar is voor BIM. Ga naar kennisbank.isso.nl, waar u de whitepaper ‘BIM in 3 stappen’ gratis kunt inzien.
Kleintje Warmteverlies maakt het berekenen van benodigd vermogen eenvoudiger Nu we steeds luchtdichter gaan bouwen, willen we nog nauwkeuriger het benodigd vermogen van een woning kunnen berekenen. Het recent verschenen ISSO Kleintje Warmteverlies biedt een betrouwbare methode om op basis van een beperkt aantal kenmerken van de woning het benodigd vermogen te bepalen. De rekenmethode richt zich op te verwarmen ruimtes in eengezinswoningen en woningen in woongebouwen met een individuele installatie.
De gebruiker kan de methode gebruiken voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. De vereenvoudigde methode maakt geen onderscheid tussen de verschillende verwarmingssystemen en gaat uit van een ontwerpbuitentemperatuur van -10°C. Voor passiefhuizen, NOM-woningen en vrijstaande nieuwbouwhuizen past deze methode een correctie toe voor de ontwerpbuitentemperatuur. Als een WTW van toepassing is, houdt de 22
ISSOINFO JANUARI 2018
berekening van het warmteverlies door buitenluchttoetreding ook daar rekening mee. Verwarmde garages worden niet behandeld; deze moeten met de methode uit ISSO-publicatie 51 worden berekend.
VOOR VERSCHILLENDE DOELEINDEN In de praktijk kan de vakman de methode in het Kleintje Warmteverlies voor een aantal doeleinden gebruiken: • In het offertestadium op een eenvoudige en betrouwbare wijze het benodigd vermogen bepalen; • Wanneer de benodigde vermogens van een of enkele vertrekken onbekend zijn, kan de installateur snel, eenvoudig en betrouwbaar het ontbrekende, benodigde vermogen bepalen; • Als hulp bij het (opnieuw) inregelen na aanpassing van de installatie; • Als instrument ten behoeve van artikel 8 uit de EPBD ‘Keuring van cv-ketels’. Wanneer het nodig is om complexe installaties of regelingen uit te rekenen, blijft ISSO-publicatie 51 de enige juiste methodiek voor warmteverliesberekeningen.
UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW
Kleintje Grondgebonden Warmtepompen brengt installateurs up-to-date Met het verschijnen van het ISSO Kleintje Grondgebonden Warmtepompen hebben de installateur en monteur op de werkvloer een compact hulpmiddel voor ontwerp, installatie en onderhoud van grondgebonden warmtepompen. Het Kleintje Warmtepompen bevat een verzameling van eisen en middelen die nodig zijn om een verwarmingsinstallatie met warmtepomp te realiseren en beheren. Het zwaartepunt van de informatie ligt bij de opwekkingsinstallatie en de bron. De kennis in dit nieuwe ISSO Kleintje is bedoeld voor goed geïsoleerde woningen met een individuele verwarmingsinstallatie waarin een elektrisch aangedreven warmtepomp de opwekker is. Daarbij zorgt de warmtepomp voor de volgende functies:
• Verwarmen van de vertrekken in de woning; • Warmtapwater; • Passief koelen van de vertrekken in de woning. De warmtepomp is aangesloten op een individuele verticale bodemwarmtewisselaar(s). Dit kan in zowel nieuwbouwwoningen maar ook in grondig gerenoveerde, bestaande woningen.
DENKEN IN CONCEPTEN De gebundelde kennis richt zich op alle installatiebedrijven waar mensen zich bezighouden met advisering, ontwerp, montage en beheer en onderhoud van warmtepompinstallaties. Bij het uitwerken van het Kleintje Grondgebonden Warmtepompen zijn de systeemconcepten en installatieconcepten met een warmtepomp het uitgangspunt. Deze concepten worden uitgewerkt in de programmafase van een project. Daarbij draait het om de wensen van de opdrachtgever, de technische en economische eigenschappen en de haalbaarheid van de systeemconcepten en installatieconcepten.
INSTALLATIECONCEPTEN UITWERKEN
Deze uitgave is geschikt voor:
KENNISINSTITUUT BOUW EN INSTALLATIETECHNIEK
adviseur
WARMTEVERLIESBEREKENING VOOR WONINGEN
installateur
KLEINTJE
GEBASEERD OP ISSO-PUBLICATIE 51
Op het gebied van:
Naast de warmteverliesberekening bevat dit ISSO-kleintje ook informatie over de U- en Rc-waarden van de verschillende constructies. Het Kleintje Warmteverlies is gebaseerd op ISSO-publicatie 51 ‘Warmteverlies berekening voor woningen en woongebouwen’, maar ook op het ISSO-kleintje U- en Rc-waarden van bouwkundige constructies. In het laatste hoofdstuk van het Kleintje Warmteverlies vindt de gebruiker een aantal voorbeelden, waardoor het toepassen van de methode ongetwijfeld een stuk duidelijker wordt.
In de beheerfase behandelt het naslagwerk de aspecten die betrekking hebben op de levensduur en de handhaving van het lage energiegebruik van de warmtepompinstallatie. Het doel van het ISSO Kleintje is om vakman toegankelijke kennis te bieden die hij direct kan toepassen bij het ontwerp of op de bouwlocatie. Daarom bevat het handboekje veel afbeeldingen, schema’s, tabellen en grafieken. Omdat de juiste bouwfysische eigenschappen van een woning voor een warmtepompinstallatie erg belangrijk zijn, gaat het Kleintje Warmtepompen ook in op de minimaal aan te houden eisen voor isolatie en luchtdoorlatendheid. Daarnaast behandelt hij de relatie tussen type ventilatiesysteem en verwarmingsinstallatie met warmtepomp.
Het ISSO Kleintje Warmteverliesberekening is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl.
Het Kleintje Grondgebonden Warmtepompen is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl.
Energie & milieu
s- en ingsfonds
Te c h n i s c h
ebedrijf
Uit de verschillende installatieconcepten die in het naslagwerk worden benoemd, bevat het Kleintje in de ontwerpfase één uitgewerkt installatieconcept. Met behulp van een installatieschema (processchema) kan men de verschillende apparaten en componenten selecteren en dimensioneren. Uitgangspunt bij het ontwerp is dat de eigenschappen van het installatieconcept, die in de Programmafase zijn uitgewerkt, in de ontwerpfase moeten worden gerealiseerd.
verwarming
woningen
Warmteverliesberekening voor woningen
ISBN: 978-90-5044-309-8
BEHEREN EN RANDVOORWAARDEN
ISSOINFO JANUARI 2018
23
GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U
Plafondtemperatuur in badkamers blijft bij vloerverwarming en LTV binnen de perken Is er een risico voor ongewenste opwarming in de ruimte boven plafonds bij toepassing van vloerverwarming en lage temperatuur verwarming (LTV) in de badkamer? Die vraag lag ten grondslag aan een onderzoek dat ISSO met enkele partners heeft uitgevoerd. De conclusie is dat bij een maximale ontwerptemperatuur van 22oC en bij geen of een beperkte overdimensionering de risico’s nihil zijn. Tot op heden was niet duidelijk welke temperatuurgradiënten in de badkamer optreden bij vloerverwarming en LTV. En of eventuele opwarming boven het plafond een gevaar zou zijn voor legionellabesmetting in de koudwaterleidingen. Van hoge temperatuur verwarming was wel bekend dat er een redelijke temperatuurgradiënt kan optreden, waardoor de temperatuur onder het plafond tot boven de 25oC kan oplopen. Maar of dit bij vloerverwarming of LTV ook gebeurt, daarover was niets bekend.
METINGEN IN BADKAMERS In steeds meer badkamers gebruiken we tegenwoordig vloerverwarming of lage temperatuur verwarming. Samen met specialisten en vertegenwoordigers van de industrie is daarom een onderzoek opgesteld waarbij in echte badkamers maar ook in een laboratoriumopstelling over langere tijd de temperatuurgradiënten zin gemeten. De conclusies van het onderzoek maken duidelijk dat bij een ontwerptemperatuur van 20oC en zelfs bij 22oC er
direct onder het plafond geen risico ontstaat voor een temperatuur hoger dan 25oC.
GEEN LEGIONELLAGEVAAR Dat betekent ook dat de temperatuur boven het plafond, waar eventueel de koudwaterleidingen lopen, binnen de perken blijft, zodat er geen ongewenste opwarming van koud water optreedt. Het Gevaar dat legionella kan groeien in de koudwaterleidingen is daarmee niet aanwezig. Opvallend genoeg is dat risico er wel als installaties te veel worden overgedimensioneerd. Advies aan ontwerpers en uitvoerders is dan ook om het ontwerp zo exact mogelijk te maken en geen ontwerptemperatuur boven de 22oC te kiezen.
WEL RISICO BIJ HTV Bij hoog temperatuur verwarming (HTV) is wel sprake van een grote temperatuurgradiënt (3 graden) en komt de temperatuur van het plafond bij ruimtetemperaturen boven de 22oC al snel boven de 25oC. Bij HTVtoepassingen is het plafond dus beperkt geschikt om er waterleidingen in aan te brengen. Dit is overeenkomstig met de Checklist hotspots. Maar voor LTV en vloerverwarming hoeft die checklist dus niet te worden aangepast, mits de installaties voldoen aan de eerdergenoemde ontwerprandvoorwaarden. Ook was het onderzoek voor ISSO een bevestiging dat de gemeten temperatuurgradiënten geen invloed hebben op de uitgangspunten die gebruikt zijn in ISSO-publicatie 51, over warmteverliesberekeningen.
Nieuwe publicatie Bouwfysica en Bouwtechniek is vooral praktisch hulpmiddel In het eerste kwartaal van 2018 verschijnt het volledig vernieuwde Praktijkboek Bouwfysica en Bouw techniek. Dit omvangrijke naslagwerk is in de eerste plaats opgezet als een zeer praktisch hulpmiddel voor ontwerpers en uitvoerende partijen in de bouw. Zij beschikken met het handboek over gerichte kennis om bouwkundige scheidingsconstructies te realiseren die daadwerkelijk voldoen aan de vereiste bouwfysische prestaties die het Bouwbesluit hieraan stelt. Iets wat tegenwoordig steeds nadrukkelijker van belang is. 24
ISSOINFO JANUARI 2018
“Het Praktijkboek Bouwfysica en Bouwtechniek is de opvolger van het SBRCURnet Praktijkboek Bouwfysica, dat al bijna 10 jaar oud is”, vertelt Aldo de Jong, namens SBRCURnet een van de initiatiefnemers van het nieuwe handboek. “In die periode is natuurlijk veel veranderd. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is dat we steeds vaker de prestaties, die we in het ontwerp bedenken of berekenen, ook in de uitvoering moeten kunnen garanderen. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, die daarvoor was opgesteld, is voorlopig even uitgesteld, maar steeds meer opdrachtgevers en toezichthouders zijn hiermee aan de slag en voeren steeds vaker controles uit.”
UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW PRAKTISCH OPGEBOUWD Het Praktijkhandboek kent vooral een praktische insteek. De informatie is zeer gestructureerd opgezet. Het betekent dat de kennis steeds uitgaat van een specifiek bouwdeel. Zo kan de lezer zoeken op gevel, dak, vloer of casco, om vervolgens te zien welke eisen en richtlijnen er zijn gesteld ten aanzien van grootheden als warmte, vocht, lucht, geluid en brand. “De lezer kan direct zien wat de bouwfysische eisen zijn en kan daarna meteen lezen hoe je dat bouwtechnisch vertaalt en welke aandachtspunten hiervoor gelden, zodat je die kennis in de uitvoering foutloos kunt toepassen”, vertelt De Jong.
TIPS VOOR KWALITEITSBORGING “Het is een feit dat de sector steeds vaker aantoonbare bouwprestaties zal moeten leveren. Daarom hebben we in de publicatie enerzijds de eisen uit het Bouwbesluit als uitgangspunt genomen, maar anderzijds gebruiken we ook tips voor kwaliteitsborging, die de marktpartijen helpen om kwaliteit te garanderen. Omdat we daarbij niet in abstracte teksten of grootheden willen vervallen, hebben
we in deze publicatie veel aandacht voor technische voorbeelden en kennis; daarom is ook de term Bouwtechniek aan de titel van de publicatie toegevoegd.”
MAATREGELEN EN AANDACHTSPUNTEN “De prestaties die we bespreken worden steeds heel concreet vertaald naar maatregelen en aandachtspunten. De ontwerper kan aangeven welke uitgangspunten hij hanteert, waarna het voor de uitvoerende partij meteen zichtbaar wordt wat de praktische gevolgen zijn als hij die onderdelen moet realiseren. Daarnaast is er natuurlijk veel ruimte voor foto’s, afbeeldingen en tekeningen, omdat een techneut van huis uit visueel is ingesteld.” Volgens Aldo de Jong is het boek misschien niet primair voor installatie-adviseurs of installateurs geschreven, maar zou het goed zijn als ook die vakmensen zich in deze kennis verdiepen. “Uiteindelijk wint de hele sector als vakmensen uit bouw en installatietechniek meer inzicht en begrip krijgen in elkaars vraagstukken en technieken. Dit boek kan daar zeker aan bijdragen.”
Nieuwe leidraad voor energiezuinig ontwerpen civiele kunstwerken
Binnenkort verschijnt een volledig nieuwe ISSO/SBR-publicatie 813 over energiezuinige installaties voor civiele kunstwerken. Daarbij gaat het om de installaties voor onder andere bruggen, tunnels, sluizen, viaducten en verkeerskundige draagconstructies. De publicatie met de titel ‘Energiezuinige installaties van civiele kunstwerken’ wordt de nieuwe standaard voor de bouw- en infrasector.
Deze nieuwe publicatie is een update van de CURLeidraad 98-8 uit 1999, die momenteel als ontwerprichtlijn voor civiele kunstwerken van kracht is. Omdat deze leidraad bijna twee decennia oud is, was het nodig deze te actualiseren. In de periode tussen de oude leidraad en nu zijn nieuwe werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties voor civiele kunstwerken ontwikkeld en zijn bestaande civiele kunstwerken verbeterd.
STREVEN NAAR ENERGIEBESPARING Naast de technische ontwikkelingen op het vlak van Wen E-installaties is in de afgelopen jaren ook het bewustISSOINFO JANUARI 2018
25
GAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE U zijn ontstaan dat ontwerpers meer rekening moeten houden met de milieubelasting. Het doel van de nieuwe leidraad is dan ook om met behulp van procesmatige en technische invloedsfactoren het energieverbruik bij civiele kunstwerken te verlagen.
DRIE LEVENSFASES De geactualiseerde leidraad richt zich op drie onderdelen binnen de levenscyclus van civiele kunstwerken. De drie situaties in de leidraad zijn nieuwbouw en uitbreiding van civiele kunstwerken, gepland onderhoud en vroegtijdige vervanging gericht op energie- en/of kostenbesparing.
AANLEIDING UPDATE Tegenwoordig maken installaties steeds vaker gebruik van duurzame energiebronnen. Dat is een logisch gevolg van de groeiende aandacht voor duurzaam bouwen, integraal ontwerpen en denken in levenscycli (total costs van investeringen en gebruikskosten). De geactualiseerde publicatie benadrukt dan ook de inzet van energiezuinige installaties bij civiele kunstwerken en geeft aan hoe deze kunnen bijdragen aan een verdere reductie van het energieverbruik binnen de Nederlandse infrastructuur.
PARTNERS IN HET PROJECT Naast hoofdopdrachtgever Rijkswaterstaat draagt ook ISSO bij aan de financiering van de update. Daarnaast zijn er andere gerenommeerde partijen als partners in dit project betrokken, zoals de Provincie Zuid-Holland, platform Waterschapswerken, BAM Civiel, Deerns raadgevende ingenieurs, Arcadis, Cofely GDF Suez en adviesbureau Alliantis.
SBR-Referentiedetails zijn waardevolle aanvulling in ISSO-KennisBank Als je in de bouw werkt en je wilt weten hoe je een technische detaillering op het snijvlak van wand, dak en/of vloer ontwerpt, realiseert of beheert dan zijn de SBR-Referentiedetails onmisbaar. Al vele jaren brengt SBR deze kennisproducten op de markt. En met de overname van de SBR-producten door ISSO, blijft deze traditie in stand. Vanaf heden kunnen vakmensen in de bouw alle SBR-Referentiedetails in de ISSO Kennisbank terugvinden.
eisen voldoet. “Naast de prestaties van een bepaalde detaillering en een tekening van de situatie, kom je in de meeste SBR-Referentiedetails ook aanbevelingen tegen”, vertelt Ingmar de Swart, projectcoördinator bij ISSO. “Die aanbevelingen zijn ingedeeld in ontwerp, realisatie en beheer. Dus zodra je zelf oordeelt dat een bepaalde situatie overeenkomt met of refereert aan een voorbeeld uit de SBR-Referentiedetails, dan kun je daaruit niet alleen de prestatie-eisen afleiden, maar krijg je ook tips en aanbevelingen over details die op jouw projectsituatie van toepassing zijn.’
DIGITALE BESCHIKBAARHEID De SBR-Referentiedetails zijn een begrip, maar vooral een onmisbaar hulpmiddel voor zowel ontwerpers, bouwers als beheerders van gebouwen. Wie aan de slag gaat met een bouwwerk, zal moeten voldoen aan specifieke prestaties. En die prestaties zullen veel ontwerpers en bouwers baseren op de SBR-Referentiedetails. In de ruim 1400 Referentiedetails die inmiddels beschikbaar zijn, kun je voor enorm veel situaties rekenprestaties en detailleringen opzoeken. Daardoor is er bijna altijd wel een voorbeeld beschikbaar dat overeenkomt met de projectsituatie die je zoekt.
OP BASIS VAN HET BOUWBESLUIT De SBR-Referentiedetails voldoen altijd aan het wettelijk minimum uit het Bouwbesluit. Als de gewenste projectsituatie op een SBR-Referentiedetail lijkt, dan mag je de prestatiewaarden overnemen om mee te rekenen. Het betekent dat je op dat moment ook aan de wettelijke 26
ISSOINFO JANUARI 2018
De vele honderden SBR-Referentiedetails zijn de afgelopen weken met voorrang beschikbaar gemaakt in de ISSO KennisBank. “De komende periode wordt er aan de achterzijde van het digitale systeem nog hard gewerkt om de digitale weergave van de SBR-Referentiedetails te optimaliseren. Zo wordt het bijvoorbeeld makkelijker, sneller en eenvoudig om de gewenste documenten te vinden”, zegt De Swart. “In de KennisBank kun je ze los ‘inzien’, maar ze worden altijd als ‘pakket’ verkocht; basis, premium en professional. Elk pakket kent dan weer een verdeling in modulen. Denk daarbij aan de Module Passiefhuizen, de Module Houtskeletbouw, de Module Brandveiligheid, enzovoorts. Daarnaast zijn er ook nog productdetails en projectdetails. De SBR-Referentiedetails zijn leveranciersonafhankelijk. Productdetails zijn dat niet. Zo zijn er details die uitgaan van de isolatieproducten van specifieke leveranciers, met de bijpassende, productspecifieke prestaties en afmetingen. Projectdetails zijn
UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUWE UITGAVEN . . . NIEUW uitgevoerde details in werkelijke projecten en gebouwen in Nederland.”
VASTE, GESTRUCTUREERDE OPBOUW Alle SBR-Referentiedetails hebben een gestructureerde opbouw. Na een korte specificatie, volgt een 1:5 uitwerking van het detail. De specificatie geeft informatie over nummer, titel, draagstructuur, locatie in draadmodel, vloertype, enzovoorts. Onder de uitwerking staan twee tabellen met de prestatiewaarden waarmee men mag
rekenen. Dit wordt weer gevolgd door een tekst – meer of minder uitgebreid – met aanbevelingen en tips. ‘Elk SBRReferentiedetail wordt productonafhankelijk opgesteld. Hierover waakt een onafhankelijke commissie van deskundigen die de brede bouwsector vertegenwoordigen. Zij bepalen of een document aan alle eisen voldoet om als SBR-Referentiedetail te mogen worden uitgegeven. Ook kunnen zij besluiten of – op basis van tips of wensen vanuit de markt – nieuwe SBR-Referentiedetails worden opgesteld en aan de ISSO KennisBank worden toegevoegd.’
Vernieuwde ISSO-publicatie focust op warmteterugwinning in installatiesystemen Met het verschijnen van de herziene ISSOpublicatie 11 hebben de ontwerper en over warmteterugwinning (wtw). De kennis is echt een hulpmiddel bij het ontwerpen, installeren en onderhouden van systemen voor de utiliteitsbouw en de woningbouw waarin wtw-apparatuur wordt gebruikt.
WA R M T E T E R U G W I N N I N G I N K L I M A AT S Y S T E M E N
installateur een nieuwe informatiebron
PUBLICATIE 11
De publicatie biedt een zo compleet mogelijk overzicht van de invloeden die een rol spelen bij het selecteren van wtwapparatuur. De vernieuwde ISSO-publicatie 11 vervangt de oude ISSOpublicatie 11 ‘Warmteterugwinning bij mechanische ventilatie- en luchtbehandelingssystemen’ uit 1982. In de afgelopen jaren is er veel veranderd. Warmteterugwinning heeft een enorme evolutie doorgemaakt, en daarom werd het hoog tijd voor een actualisatie van deze publicatie.
INZICHT IN DIVERSE RANDVOORWAARDEN Voor het juist toepassen van wtw-apparatuur is het noodzakelijk dat de vakman inzicht heeft in de buitenluchtcondities, in de luchtcondities op de plek van het wtw-toestel en in de leefruimte zelf. De keuze van een warmteterugwinapparaat is namelijk direct gerelateerd aan de gewenste luchtcondities. Het vereiste thermisch comfort, de ventilatiecapaciteit en het energiegebruik zijn randvoorwaarden die bepalend zijn voor het type wtw dat het beste in een klimaatsysteem past.
INSTALLATIE ÉN ONDERHOUD Belangrijke aandachtspunten bij de definitieve selectie zijn onder meer het type warmteterugwinning en de
WARMTETERUGWINNING IN KLIMAATSYSTEMEN
gewenste manier van regelen. Ook de direct gerelateerde onderhoudsaspecten, zoals locatie, bereikbaarheid en onderhoud, komen allemaal aan bod. Wanneer de apparatuur is geïnstalleerd, is het tijd voor instandhouding, want een wtw-apparaat moet in de klimaatinstallatie blijven doen waarvoor hij is ontworpen. Periodiek onderhoud is daarvoor noodzakelijk. Deze ISSO-publicatie biedt daarom richtlijnen voor het opstellen van een onderhoudsplan. Tot slot geeft deze publicatie ook aan hoe je moet handelen bij calamiteiten in de buurt van het gebouw met de wtw-unit, waardoor de klimaatinstallatie (ernstig) vervuild kan raken. De uitgave is verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl ISSOINFO JANUARI 2018
27
2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCA
Masterclass Hydraulica en Procesengineering vullen elkaar aan Met ingang van 2018 introduceert ISSO het eerste deel van de nieuwe masterclass Procesengineering. Deze masterclass is een vervolg en aanvulling op de reeds bestaande masterclass Hydraulica. Beide opleidingen worden in 2018 door ISSO verzorgd. Bedrijven die bij OTIB zijn aangesloten profiteren van een financiële tegemoetkoming. De masterclass Hydraulica is een vijfdaagse opleiding die duidelijk voorziet in een actuele kennisbehoefte in de installatiesector. De cursus krijgt hoge waarderingen, en oud-cursisten bevelen hem ook enthousiast aan bij collega’s of bekenden in het vakgebied. Dit komt mede doordat kennis van hydraulica de laatste jaren steeds belangrijker is geworden door de opkomst van duurzame technieken met warmtepompen en energieopslag in de bodem. De opleiding behandelt dan ook een methode met hydraulische modulen die door het vakgebied is ontwikkeld en is vastgelegd in de ISSO-publicaties 44 en 47.
deze vaak niet presteert zoals die ontworpen is. Wie procesengineering volledig onder de knie wil krijgen, kan daarvoor het beste de volledige masterclass volgen die uit drie onderdelen bestaat. 1 Procesengineering: Energieanalyses - Bepalen van het systeemconcept met behulp van energieanalyses; 2 Procesengineering: Systeemconcepten - Op basis van het systeemconcept het ontwerpen en dimensioneren van een hydraulische schakeling (processchema). Dit onderdeel is een vervolg en toepassing van de lesstof in de cursus hydraulische schakelingen; 3 Procesengineering: Automatisering - Bepalen van de automatische werking van een klimaatinstallatie. In dit onderdeel zet je het processchema om naar een procesen instrumentatieschema en maak je een beschrijving van de automatische werking. Het resultaat is een zogenoemd functioneel ontwerp dat de basis is voor de realisatie van de automatiseringsinstallatie. Onderdeel 1 van de masterclass wordt in 2018 verzorgd. Onderdelen 2 en 3, die ook elk 3 cursusdagen zullen beslaan, worden momenteel uitgewerkt en kunnen vanaf 2019 worden gevolgd.
INHOUD VAN MASTERCLASS HYDRAULICA Tijdens de vijfdaagse masterclass Hydraulica leer je via een gestructureerde aanpak een ontwerp maken voor de opwekking- en afgiftesystemen. Daarmee leg je de basis voor probleemloos functionerende, duurzame technieken met warmtepompen, bodemenergie en biomassaketels. De training sluit aan op de wettelijk verplichte kwaliteitsborging voor hydraulische schakelingen van bodemenergiesystemen.
VOLGENDE STAP: PROCESENGINEERING Steeds meer ontwerpers willen bij de uitwerking van een moderne installatie verder gaan dan het creëren van hydraulische schakelingen. Juist voor deze doelgroep is vanaf dit jaar de masterclass Procesengineering ontwikkeld. Het begrip procesengineering is geïntro duceerd bij de realisatie van ISSO-publicatie 95. De term procesengineering past beter bij de realisatie van moderne duurzame, ingewikkeldere installaties dan het reeds bestaande begrip installatieontwerp. Het verschil zit hem vooral in het deellastbedrijf, dat bij duurzame installaties belangrijk is.
KENNISLEEMTE OPVULLEN Net als bij hydraulica is er ook op het vakgebied van procesengineering sprake van een kennisleemte. Dit blijkt uit het feit dat tijdens het beheer van een klimaatinstallatie 28
ISSOINFO JANUARI 2018
PRAKTISCHE INFORMATIE Onderdeel 1 Procesengineering: Energieanalyses gaat in mei van dit jaar van start en bestaat uit 3 opleidingsdagen. De masterclass Hydraulica bestaat uit 5 cursusdagen.
WAAR, WANNEER EN DEELNAMEPRIJS In april start de masterclass Hydraulica, die uit 5 cursusdagen bestaat; eerste cursusdag is op 5 april (volgende dagen 12-4, 19-4, 26-4 en 3-5). De cursus vindt plaats in Nieuwegein. De kosten voor de masterclass Hydraulica bedragen voor niet-OTIB-deelnemers € 1835,- en voor OTIB-leden € 835,-. Het eerste deel van de masterclass Procesengineering: Energieanalyses bestaat uit 3 dagen en start op 17 mei (volgende dagen 24-5 en 31-5). De kosten voor het eerste onderdeel van de masterclass Procesengineering: Energieanalyses bedragen voor niet-OTIB-deelnemers € 1050,- en voor OTIB-leden € 475,-
DOCENT Alle trainingen worden verzorgd door Jan Aerts, docent en projectcoördinator bij ISSO. Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.isso.nl.
ATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017
Instructie warmteverliesberekening Hoe zijn ontwerpberekeningsmethoden voor verwarmingsinstallaties voor utiliteitsbouw en bedrijfsgebouwen opgebouwd? Het antwoord op deze vraag krijgt u tijdens de instructie warmteverliesberekening. Tijdens de training maakt u zelf een warmteverliesberekening op basis van een gebouwtekening. Tijdens de instructie warmteverliesberekening komen onder meer de oppervlakten, U-waarden, Rc-waarden en de infiltratiewaarden aan de orde. U krijgt een uitgewerkt voorbeeld mee van een wamteverliesberekening, die u ook na de training kunt raadplegen.
ONTWERPBEREKENINGSMETHODEN De training is gebaseerd op de vernieuwde ISSOpublicaties 53 ‘Warmteverliesberekening in Utiliteitsgebouwen’ en 57 ‘Warmteverliesberekening voor industriegebouwen’. Hierin staan ontwerpberekeningsmethoden staan voor verwarmingsinstallaties voor utiliteitsbouw en bedrijfsgebouwen. De publicaties slui-
ten aan op het Bouwbesluit en de nationale en Europese normering.
ONDERWERPEN
• Installatiegegevens. • Ontwerptemperaturen en temperatuurgradiënt. • Oppervlakten en Rc- en U-waarde conform NEN 1068 en het Bouwbesluit. • Transmissieverlies. • Warmteverlies bij ventilatie conform NEN 1087 en het Bouwbesluit. • Eventuele toeslag voor bedrijfsbeperking. • Praktijkvoorbeeld.
UW INVESTERING € 325,- excl. BTW en ISSO-publicatie 53.
WANNEER? De instructie vindt plaats op dinsdag 20 februari in Nieuwegein. De instructie start om 15.00 uur en eindigt om 19.30 uur (incl. maaltijd).
DOCENT De heer ir. A.M. (Harry) van Weele. ISSOINFO JANUARI 2018
29
2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017 EDUCATIE . . . 2017
Incompany trainingen van ISSO ISSO Brengt uw medewerkers binnen een dag(deel) op de hoogte van de huidige wet- en regelgeving in hun vakgebied met Incompany trainingen. Een specialist van ISSO informeert uw medewerkers tijdens een training over actuele technische ontwikkelingen. De instructies van de specialisten van ISSO zijn praktijkgericht en compact, waardoor uw medewerkers de nieuwverworven kennis snel kunnen toepassen in de praktijk. Wanneer uw personeel actuele kennis van zaken heeft, dan verhoogt dit de kenniskwaliteit van uw bedrijf en versterkt u het vertrouwen van opdrachtgevers.
INCOMPANY TRAININGEN ISSO heeft instructies over alle onderwerpen waarover ook ISSO-uitgaven verschenen zijn. Hieronder volgt een aantal voorbeelden van onderwerpen waar Incompany trainingen voor beschikbaar zijn: • Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen • Warmtepompen (op basis van ISSO-publicaties 72 en 98, wordt afgesloten met een examen) • Gasvoorschriften in de praktijk (op basis van Kleintje Gas) • Ventilatievoorschriften in de praktijk (op basis van Kleintje Ventilatie) • Veilige Leidingwaterinstallaties (op basis van Kleintje Legionellapreventie) • Warmteverliesberekening utiliteits- en bedrijfsgebouwen (op basis van ISSO-publicatie 53) • Legionellapreventie in Koeltorens (op basis van ISSOpublicatie 55.3)
• Regels voor gebouwriolering (op basis van de NTR 3216) • Regeltechniek voor klimaatinstallaties (op basis van ISSO-publicatie 94)
MEER WETEN? Als u vragen heeft over de Incompany trainingen dan beantwoorden wij die graag. Laat u vrijblijvend informeren door een bericht te sturen naar instructies@isso.nl.
Colofon ISSO is per 1 januari beheerder en uitgever van de SBR-producten. ISSO Info is een uitgave van
ISSO, kennisinstituut bouw- en installatietechniek, houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de bouw- installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van
ISSO
deze kennis. Kijk voor meer informatie op www.isso.nl
Weena 505 3013 AL Rotterdam
Vormgeving: Stijlmeesters
Postbus 577, 3000 AN Rotterdam Tel. 010 - 206 59 69
De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor persoonlijke of materiële schade,
info@isso.nl, www.isso.nl
veroorzaakt door onjuistheden in de redactionele kolommen.
kennisbank.isso.nl
30
Redactie: Anneli van Kleven-Pijpers, Therese van Warmerdam en Stijlmeesters
Fax 010 - 213 03 84
ISSOINFO JANUARI 2018
VSK.NL
ONS VAK WORDT STEEDS SLIMMER BLIJF SCHERP MET VSK
VSK, DÉ VAKBEURS VOOR VERWARMING, SANITAIR, KLIMAATBEHEERSING EN KOUDETECHNIEK
GA VOOR GRATIS TOEGANG NAAR VSK.NL/REGISTREREN
VSK 2018
ISSO-THEATER
Programma workshops: word vakman in een uur Dinsdag
Woensdag
10.30 – 11.30
Brand- en Koolmonoxideveiligheid door Hemmink
11.30 – 12.30
Goed meten is goed weten door Aero-dynamiek
13.00 – 14.00
Workshop EPC en BENG door DGMR/BINK Software
14.00 – 15.00
ISSO Warmteverlies: nieuwe methodiek en effecten door VABI
15.00 – 16.00
Oplevering en beheer drinkwaterinstallaties door Hydroscope
16.00 – 17.00
Zin en onzin van thermografie door KWx
17.00 – 18.00
Hybride oplossingen en drinkwaterbeveiliging door Caleffi
10.30 – 11.30
ISSO Warmteverlies: nieuwe methodiek en effecten door VABI
11.30 – 12.30
Hybride oplossingen en drinkwaterbeveiliging door Caleffi
13.00 – 14.00
Goed meten is goed weten door Aero-dynamiek
14.00 – 15.00
Workshop EPC en BENG door DGMR/BINK Software
15.00 – 16.00
Zin en onzin van thermografie door KWx
16.00 – 17.00
Oplevering en beheer drinkwaterinstallaties door Hydroscope
17.00 – 18.00
Brand- en Koolmonoxideveiligheid door Hemmink
Donderdag 10.30 – 11.30
Oplevering en beheer drinkwaterinstallaties door Hydroscope
11.30 – 12.30
ISSO Warmteverlies: nieuwe methodiek en effecten door VABI
13.00 – 14.00
Brand- en Koolmonoxideveiligheid door Hemmink
14.00 – 15.00
Zin en onzin van thermografie door KWx
15.00 – 16.00
Goed meten is goed weten door Aero-dynamiek
16.00 – 17.00
Hybride oplossingen en drinkwaterbeveiliging door Caleffi
17.00 – 18.00
Workshop EPC en BENG door DGMR/BINK Software
10.30 – 11.30
Zin en onzin van thermografie door KWx
11.30 – 12.30
Workshop EPC en BENG door DGMR/BINK Software
13.00 – 14.00
ISSO Warmteverlies: nieuwe methodiek en effecten door VABI
14.00 – 15.00
Hybride oplossingen en drinkwaterbeveiliging door Caleffi
15.00 – 16.00
Oplevering en beheer drinkwaterinstallaties door Hydroscope
16.00 – 17.00
Brand- en Koolmonoxideveiligheid door Hemmink
17.00 – 18.00
Goed meten is goed weten door Aero-dynamiek
vrijdag
VOORAF AANMELDEN Wilt u een of meerdere workshops op onze stand in hal 10 (F020/F014) bijwonen, meldt u zich dan aan via www.isso.nl. Wees er op tijd bij want vol = vol
32
ISSOINFO JANUARI 2018
Hal 10, stand F014/F020