ISSO
Kennisinstituut voor de Installatiesector
Kruisplein 25 3014 DB Rotterdam Postbus 577 3000 AN Rotterdam Tel. 010-2065969 Fax 010-2130384 E-mail: isso@isso.nl
ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als normstellende richtlijnen.
ISSO voorziet de installatiesector van de benodigde kennis voor de dagelijkse installatiepraktijk. Op basis van de geïdentificeerde kennisvraag worden goed toegankelijke ISSO-publicaties ontwikkeld. Ondersteunende instructiebijeenkomsten, digitale producten en overige diensten helpen de sector om deze kennis in de praktijk toe te passen. Samengevat staat ISSO voor: vaststelling van de kennisvraag, kennisontwikkeling en kennisoverdracht. De werkvelden van ISSO zijn:
De in ISSO deelnemende organisaties zijn: NLingenieurs: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus PIT: Stichting Promotie Installatietechniek TVVL: Platform voor mens en techniek UNETO-VNI: Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel
Luchtbehandeling/koeltechniek
Het realisatie van het ISSO-kleintje werd verzorgd door de projectgroep die als volgt is samengesteld: De heer ing. M. Boot Promat B.V. De heer M. van Dam InstallatieWerk Nederland (IWNL) De heer ing. M. van Dam Testo B.V. De heer D. van Dijk Remeha B.V. De heer D. Eggels InstallatieWerk Nederland (IWNL) De heer ing. R.J. Holtrop (rapporteur) Kiwa Technology BV De heer P.J.B. Jansen P. Jansen Installatietechniek B.V. De heer ing. M. Kok ESNW (Energie Service Noord West) De heer ing. S.L.M. Lueb (rapporteur) Kiwa Technology BV De heer R. Mazurel Vaillant Group Netherlands De heer ing. O.W.W. Nuijten (rapporteur) ISSO (projectcoördinator)
Water & Gas/Sanitair
De ontwikkeling van ISSO-kleintje Gas is mede tot stand gekomen door een financiële bijdrage van:
Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publicatie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico. Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomenheden van deze publicatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO.
Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO.
Verwarming Algemene techniek
Elektro & ICT Energie & Milieu
Overzicht van de ISSO-kleintjes: Kleintje Gas (2015) Kleintje Binnenklimaat (2015) Kleintje U- en Rc Waarden (2014) Kleintje Riolering (2014) Kleintje Zonne-energie (2013) Kleintje Vloerverwarming (2013) Kleintje Water (2012) Kleintje Legionellapreventie (2012) Kleintje Meetmethoden Verlichting (2012) Kleintje Ventilatie (2012) Kleintje Koellast (2010) Kleintje Meetmethoden Elektrotechniek (2009) Kleintje Stooklijnoptimalisatie (2009) Kleintje Warmteverlies voor Woningen (2005) Kleintje Inregelen (2004)
Op alle publicaties van Stichting ISSO zijn de Algemene Leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.isso.nl of opvragen bij Stichting ISSO. Aanvullingen en eventuele errata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSO, Postbus 577, 3000 AN Rotterdam, e-mail: isso@isso.nl © Stichting ISSO – Rotterdam, mei 2015
Voor meer informatie over ISSO-publicaties en andere diensten kunt u de webiste www.isso.nl raadplegen.
kleintje.book Page 1 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
ISSO-kleintje
Gas Richtlijnen voor veilige en zuinige gasinstallaties tot 130 kW
ISBN: 978-90-5044-276-3
kleintje.book Page 2 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
kleintje.book Page 3 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
INHOUDSOPGAVE
1
2
Voorwoord Symbolenlijst Begrippenlijst
11 13 15
Inleiding 1.1 Wetgeving, certificering en verantwoordelijkheden installateur 1.1.1 Wetgeving 1.1.2 Certificering en erkenning vakbekwaamheid van bedrijven 1.1.3 Certificering van producten 1.1.4 Begrenzingen van belasting en vermogen 1.1.5 Verantwoordelijkheden 1.2 De gasinstallatie 1.2.1 Inleiding 1.2.2 De druk in de gasinstallatie 1.3 De aansluitleiding en de meterruimte 1.3.1 Inleiding 1.3.2 Verantwoordelijkheid voor beheer en veiligheid 1.3.3 Eisen aansluitleiding 1.3.4 Aansluiting op de hoofdleiding en eisen tracĂŠ 1.3.5 Afsluitbaarheid 1.3.6 Geveldoorvoering 1.3.7 Meterruimten
19
Gastoestellen 2.1 Algemeen 2.1.1 Inleiding 2.1.2 Veiligheid 2.1.3 Rendement 2.2 Kwaliteit van de verbranding 2.2.1 Inleiding 2.2.2 Enkele belangrijke gastechnische begrippen 2.2.3 Belangrijke kenmerken Gronings aardgas 2.2.4 Verbranding van aardgas 2.2.5 Kwaliteit van verbranding 2.2.6 Verbrandingsluchtbehoefte in de praktijk 2.2.7 Rookgaszijdig rendement onder nietcondenserende omstandigheden 2.2.8 Rookgaszijdig rendement onder condenserende omstandigheden 2.2.9 Toestelrendement 2.2.10 Rookgasanalyse
39 39 39 45 46 46 46 47 49 50 51 52
ISSO-kleintje
3
19 19 20 21 22 22 24 24 26 27 27 28 29 30 31 32 35
52 53 57 57
Gas
kleintje.book Page 4 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
2.3
Keuringen en typeplaten 2.3.1 Inleiding 2.3.2 Toestelklasse 2.3.3 Toestelcategorie (gassoort) 2.3.4 IP-classificatie 2.3.5 Gaskeur 2.3.6 Ecodesign Soorten gastoestellen 2.4.1 Inleiding 2.4.2 Open, afvoerloos toestel (geiser) 2.4.3 Open, afvoergebonden toestel met VATO 2.4.4 Open, afvoergebonden sfeertoestel met VATO 2.4.5 Gesloten toestel met horizontale geveldoorvoer (gevelkachel) 2.4.6 Gesloten toestel met verticale dakdoorvoer 2.4.7 Gesloten toestel, luchttoevoer en uitmonding in ander drukgebied 2.4.8 Gesloten toestel, voor half-CLV-systeem 2.4.9 HR-ketel 2.4.10 HRe-ketel 2.4.11 Gaswarmtepomp
59 59 60 63 64 64 66 67 67 69 69 70
Opstellingsruimten 3.1 Algemeen 3.1.1 Inleiding 3.1.2 Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas 3.1.3 Invloed van ventilatiesysteem 3.1.4 Eisen aan opstellingsruimten 3.1.5 Ruimtebeslag van het toestel 3.2 Luchttoevoer opstellingsruimten met type A-toestellen 3.2.1 Inleiding 3.2.2 Plaats van de luchttoevoeropening en uitvoering van de ventilatieafvoer 3.2.3 Ventilatiecapaciteit en doorlaat van de openingen 3.3 Luchttoevoer opstellingsruimten met type B-toestellen 3.3.1 Inleiding 3.3.2 Plaats en uitvoering van de luchttoevoeropening 3.3.3 Grootte van de openingen 3.4 Luchttoevoer opstellingsruimten met type C-toestellen 3.4.1 Inleiding 3.4.2 Plaats en uitvoering van de ventilatieopeningen 3.4.3 Grootte van de openingen
79 79 79
2.4
3
ISSO-kleintje
4
71 72 73 73 74 75 77
79 80 81 83 84 85 85 87 90 90 90 91 95 95 95 96
Gas
kleintje.book Page 5 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
4
Leidingen voor rookgasafvoer- en verbrandingsluchttoevoer 4.1 Algemeen 4.1.1 Inleiding 4.1.2 Uitvoering rookgasafvoerleiding van een gastoestel 4.1.3 Uitvoering verbrandingsluchttoevoerleiding 4.2 Leidingmaterialen voor rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer 4.2.1 Algemeen 4.2.2 Verplichte CE-markering 4.2.3 Vrijwillige keurmerken 4.2.4 Omkokering van kunststof afvoermateriaal 4.2.5 Materialen luchttoevoerleiding gesloten toestellen 4.2.6 Bepaling geschiktheid rookgasafvoermateriaal 4.3 Condensaatafvoer 4.3.1 Inleiding 4.3.2 Uitvoering rookgasafvoer leiding i.v.m. afvoer condensaat 4.3.3 Uitvoering afvoerleiding voor condensaat naar riolering 4.4 Thermische terugslagbeveiliging 4.4.1 Inleiding 4.4.2 Thermische terugslagbeveiliging 4.5 Ontwerp en aanleg van verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoerleidingen 4.5.1 Inleiding 4.5.2 Ontwerp 4.5.3 Dimensionering 4.5.4 Aanleg 4.5.5 Instructiemateriaal aanleg rookgasafvoer 4.6 Beugelen 4.6.1 Inleiding 4.6.2 Plaats van de beugels 4.6.3 Instructiemateriaal beugelen 4.7 CLV- en half-CLV-systemen 4.7.1 Inleiding 4.7.2 Werking CLV-systeem 4.7.3 Half-CLV-systeem 4.7.4 Keuringseisen en voorschriften 4.7.5 Overdruk collectieve systemen 4.7.6 Aandachtspunten voor het aansluiten van toestellen op collectieve afvoersystemen
ISSO-kleintje
5
99 99 99 100 101 101 101 102 103 105 105 107 109 109 110 112 114 114 114 117 117 118 119 120 122 122 123 123 127 127 127 129 130 131 132 135
Gas
kleintje.book Page 6 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
4.8
Brandwerendheid 4.8.1 Inleiding 4.8.2 Ontstaan brand bij doorvoeringen voorkomen 4.8.3 Ontstaan van brand bij rookgasafvoer van blokkenvuurtoestellen voorkomen 4.8.4 Brand- en rookdoorslag bij doorvoeringen voorkomen
136 136 137 138 140
5
Uitmondingen 145 5.1 Algemeen 145 5.1.1 Inleiding 145 5.2 Uitmondingsplaats bij B-toestellen i.v.m. goede werking 148 5.2.1 Inleiding 148 5.2.2 Uitmondingsgebieden 148 5.2.3 Wanneer is een belendend gebouw een belemmerend gebouw? 152 5.2.4 Uitmondingsgebieden voor type B11-toestel 153 5.2.5 Uitmonding bij B22- en B23-toestellen 153 5.3 Uitmondingsplaats bij C-toestellen i.v.m. goede werking 153 5.3.1 Inleiding 154 5.3.2 Uitmonding in het dakvlak 154 5.3.3 Uitmonding in de gevel 154 5.3.4 Afstand tot scherpe kanten gebouw 154 5.4 Uitmondingsplaats i.v.m. verdunning 155 5.4.1 Inleiding 155 5.4.2 Berekening minimumverdunningsafstand (Lmin)156 5.4.3 Reductie van de belasting 163 5.4.4 Optellen van belastingen bij meer uitmondingen in elkaars nabijheid 164 5.4.5 Belemmeringen 164 5.5 Uitmondingsplaats i.v.m. hinder 165 5.5.1 Inleiding 165 5.5.2 Hinderafstand bij balkons en loggia's 166 5.5.3 Hinderafstand bij buitenruimten 167 5.6 Voorbeelden bepaling uitmondingsplaats 168
6
Gasleidingen 6.1 Gasleidingen, algemeen 6.1.1 Inleiding 6.1.2 Ligging 6.2 Leidingmaterialen, codering en bescherming 6.2.1 Inleiding 6.2.2 Buismaterialen en hun toepassing 6.2.3 Bescherming 6.2.4 Kleurcodering
ISSO-kleintje
6
177 177 177 178 180 180 183 184 185
Gas
kleintje.book Page 7 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
6.3
6.4
6.5
Leidingloop en -aanleg 185 6.3.1 Inleiding 186 6.3.2 Leidingloop 186 6.3.3 Leidingaanleg 186 6.3.4 Eisen aan leidingwerk in het zicht 187 6.3.5 Eisen aan leidingwerk niet in het zicht 191 6.3.6 Eisen aan leidingwerk in de grond 193 Leidingdoorvoeringen 196 6.4.1 Inleiding 196 6.4.2 Doorvoeringen zonder eis aan brandwerendheid 196 6.4.3 Doorvoeringen met eis aan brandwerendheid 198 Toestelaansluitingen 200 6.5.1 Inleiding 200 6.5.2 Aansluitpunt 200 6.5.3 Aansluitkraan 200 6.5.4 Aansluitleiding 202
7
Bepalen diameter gasleiding 205 7.1 Berekenen van de belasting en het drukverlies 205 7.1.1 Inleiding 205 7.1.2 Bepalen van de belasting 206 7.2 Bepalen van de leidingdiameters (methode equivalente leidinglengte) 208 7.2.1 Inleiding 208 7.2.2 Werkwijze 208 7.2.3 Voorbeeld 210 7.2.4 Tabellen 211 7.3 Bepalen van de leidingdiameters (vuistregelmethode) 215 7.3.1 Inleiding 216 7.3.2 Werkwijze 216 7.3.3 Vuistregels en het rekenvoorbeeld 218
8
Drukregeling en veiligheidsvoorzieningen in gasleidingen 8.1 Algemeen 8.1.1 Inleiding (soorten drukregel- en veiligheidsvoorzieningen) 8.2 Drukregelaar en beveiligingen (werking, toepassing, eisen en controle) 8.2.1 Inleiding 8.2.2 Regeling van de gasdruk 8.2.3 Beveiliging tegen uitstromen van onverbrand gas 8.2.4 Beveiliging tegen het ongecontroleerd uitstromen van onverbrand gas uit de gasleiding
ISSO-kleintje
7
219 219 219 220 221 221 222 224
Gas
kleintje.book Page 8 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
8.2.5
9
Beveiliging tegen het in werking komen van de installatie als niet aan bepaalde voorwaarden is voldaan 225
Beproeven, controleren, opleveren en onderhouden van de gasinstallatie 229 9.1 Algemeen 229 9.1.1 Inleiding 229 9.1.2 Controle aanleg en uitvoering gasleiding 230 9.1.3 Beproeving op sterkte en dichtheid gasleidingen 230 9.1.4 Controle aanleg en uitvoering luchttoevoer, luchtafvoer, rookgasafvoer en uitmonding 230 9.1.5 Controle werking toestellen 230 9.1.6 In bedrijf stellen en opleveren 231 9.2 Beproeving nieuwe gasleidinginstallatie 231 9.2.1 Inleiding 232 9.2.2 Beproeven voorziening voor gas (zonder gasmeter, aansluitleidingen en aansluitkranen) 232 9.2.3 Beproeven afgemonteerde gasleidinginstallatie 233 9.2.4 Beproeven gasleidinginstallatie met huisdrukregelaar 234 9.2.5 Beproeven uitbreiding gasleidinginstallatie 235 9.2.6 Rapportage 236 9.2.7 Instructiemateriaal 236 9.3 Beproeving en controle van bestaande gasinstallatie 236 9.3.1 Inleiding 237 9.3.2 Bepalen lekverlies binnenleiding 237 9.3.3 Bepalen lekverlies aansluitleiding gastoestel 240 9.3.4 Handelingen bij gaslekkage 241 9.4 Gaslekkage in kruipruimte 242 9.4.1 Algemeen 242 9.4.2 Aantasting 242 9.4.3 Veilig werken in kruipruimten 243 9.4.4 Handelwijze bij het opsporen en repareren van gaslekkages in kruipruimten 243 9.5 Eisen aan meetinstrumenten 245 9.5.1 Algemeen 245 9.5.2 Overzicht benodigde gastechnische instrumenten 246 9.5.3 Eisen aan instrumenten 248 9.5.4 Kalibratiecertificaat 249
ISSO-kleintje
8
Gas
kleintje.book Page 9 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
9.6
Onderhoud 249 9.6.1 Algemeen 250 9.6.2 Onderhoudsschema 251 9.6.3 Controleren van de belasting van het gastoestel 255 9.6.4 Certificering onderhoud volgens KOMO-INSTAL 256 9.6.5 Het OK CV-label 258
10
Toestelvervanging 261 10.1 Toestelvervanging, algemeen 261 10.1.1 Inleiding 261 10.2 Toestelkeuze bij vervanging 263 10.2.1 Inleiding 263 10.2.2 Vervanging van een afvoerloze geiser 263 10.2.3 Vervanging van een afvoergebonden toestel 264 10.2.4 Vervanging van een VR-toestel 264 10.3 Controle opstellingsruimte bij toestelvervanging 264 10.3.1 Inleiding 264 10.3.2 Luchttoevoer van de opstellingsruimte bij toestelvervanging 265 10.3.3 Test luchttoevoer opstellingsruimte met type A-toestel (afvoerloze geiser) 266 10.3.4 Test luchttoevoer opstellingsruimte met type B11-toestel in woning met natuurlijke ventilatie 267 10.3.5 Test luchttoevoer van opstellingsruimte met type B11-toestel in woning met mechanische ventilatie 268 10.4 Rookgasafvoer bij toestelvervanging 270 10.4.1 Inleiding 270 10.4.2 Algemene aandachtspunten 271 10.4.3 Toestellen op gemeenschappelijke afvoersystemen 272 10.4.4 Specifieke aandachtspunten 276 Literatuurlijst 279 Index
ISSO-kleintje
283
9
Gas
kleintje.book Page 10 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
ISSO-kleintje
10
Gas
kleintje.book Page 11 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
VOORWOORD De eerste uitgave op het gebied van gasinstallaties, naast de gastechnische normen en NPR-bladen, was 'ISSO-kleintje GAVO' dat werd uitgebracht in 1994. Herdrukken volgden in 1995,1997, 2004 en 2007. In de uitgave van 2007 werd de naam gewijzigd in 'ISSO-kleintje Gas'. Door de samenwerkende partners ISSO en Kiwa-Technology is de uitgave van 2015 op vele punten gewijzigd ten opzichte van de vorige uitgave. De wijzigingen betreffen o.a.: Actualisatie aan de hand van Bouwbesluit 2012, de laatste versies van de NPR 3378-bladen, Gastec QA-keuringseisen, nieuwe certificeringsregelingen, artikelen in Gaswijs, het vakblad Intech en de Europese energiewetgeving (Ecodesign); Meer aandacht voor luchttoevoer, rookgasafvoer en uitmondingen ook na toestelvervanging; Meer praktische aanwijzingen voor de uitvoering en montage van leidingen en rookgasafvoeren; Het geven van meer duidelijkheid over de verantwoordelijkheden van de installateur, gebouweigenaar, bouwkundig aannemer en gasnetbeheerder bij het tot stand komen van een gasinstallatie; Een meer logische structuur met hoofdstukken (thema's) en paragrafen waarbij de meeste paragrafen beschouwd kunnen worden als een praktijkrichtlijn; Het bij elke paragraaf (praktijkrichtlijn) vermelden van de wetgeving, normen en overige uitgaven waarop deze is gebaseerd. Door deze nieuwe opzet wordt het mogelijk om per praktijkrichtlijn (paragraaf) wijzigingen en aanvullingen aan te brengen op momenten dat er ontwikkelingen zijn die dat noodzakelijk maken. Op ISSO-digitaal zijn de laatste versies beschikbaar en de uitgave als 'ISSO-kleintje' wordt steeds opnieuw aangepast zodra er relevante wijzigingen en aanvullingen zijn aan een of meer van de praktijkrichtlijnen (paragrafen).
ISSO-kleintje
11
Gas
kleintje.book Page 12 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
Bij installateurs bestaat behoefte aan ĂŠĂŠn overzichtelijke actuele publicatie met een duidelijke structuur gericht op de complete gasinstallatie. Deze uitgave voorziet in die behoefte. De uitgave is mede door de nadere uitleg met voorbeelden, instructieve illustraties en verwijzingen naar websites ook prima inzetbaar voor het gebruik in het technische beroepsonderwijs. De uitgave richt zich zowel op nieuwe installaties als vervanging, wijzigingen of uitbreidingen van bestaande installaties. De reikwijdte beperkt zich tot gasinstallaties gestookt met aardgas met een belasting op bovenwaarde tot 130 kW (bij onderhoud tot een vermogen van 100 kW). De nominale gasdruk in de installatie is daarbij niet hoger dan 25 mbar. Europese toestelproductnormen gaan uit van de calorische onderwaarde van aardgas, evenals enkele werkbladen NPR 3378. Deze uitgave is echter gebaseerd op de bovenwaarde, omdat andere werkbladen, Europese energieprestatienormen en het Bouwbesluit en de daarin aangewezen Nederlandse normen uitgaan van de bovenwaarde. Daar waar relevant worden eenvoudige omrekeningen gepresenteerd. ISSO en Kiwa-Technology
ISSO-kleintje
12
Gas
kleintje.book Page 13 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
SYMBOLENLIJST
A
oppervlakte
[m2]
B
belasting
[kW]
Bi
belasting betrokken op calorische onderwaarde
[kW]
Bs
belasting betrokken op calorische bovenwaarde
[kW]
D
uitwendige diameter
[mm]
DN
nominale diameter
["/mm]
d
inwendige diameter
[mm]
d
relatieve dichtheid gas t.o.v. lucht
[-]
f
verdunningsfactor
[-]
fg
gelijktijdigheidsfactor
[-]
h
hoogte
[m]
Hi
calorische onderwaarde
[MJ/m3]
Hs
calorische bovenwaarde
[MJ/m3]
l
lengte
[m]
L
verdunningsafstand
[m]
p
druk
[Pa] of [mbar]
Δp
drukverschil
[Pa]
P
vermogen
[kW]
qv
volumestroom
[m3/s]
R
wrijvingsweerstand per lengte-eenheid [Pa/m] rechte buis
v
snelheid
[m/s]
V
volume
[m3]
α
dakhoek met horizontaal
[°]
Δ
verschil
[-]
ς
weerstandscoëfficiënt
[-]
ISSO-kleintje
13
Gas
kleintje.book Page 14 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
η
rendement
[%]
ηi
rendement betrokken op calorische onderwaarde
[%]
ηs
rendement betrokken op calorische bovenwaarde
[%]
λ
wrijvingsfactor
[-]
ρ
dichtheid
[kg/m3]
ISSO-kleintje
14
Gas
kleintje.book Page 15 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
BEGRIPPENLIJST Aansluitkraan Afsluitorgaan dat is aangebracht op een aansluitpunt. Deze maakt het mogelijk een toestel op de voorziening voor gas aan te sluiten of daarvan los te nemen en de gastoevoer naar het toestel af te sluiten zonder dat de hoofdkraan behoeft te worden gesloten. Aansluitleiding a. Gasleiding, inclusief hoofdkraan, die de hoofdleiding van de netbeheerder verbindt met de voorziening voor gas; b. Gasleiding, inclusief aansluitkraan, die de voorziening voor gas verbindt met een gastoestel. Belasting Energietoevoer per eenheid van tijd, in de vorm van brandstof. Voor een gasvormige brandstof komt dit overeen met het normaalvolume gas dat per tijdseenheid wordt toegevoerd, vermenigvuldigd met de calorische waarde van het gas. Calorische bovenwaarde De hoeveelheid warmte die per volume-eenheid bij volledige verbranding wordt gevormd, inclusief de condensatiewarmte. Calorische onderwaarde De hoeveelheid warmte die per volume-eenheid bij volledige verbranding wordt gevormd, exclusief de condensatiewarmte. CLV-systeem Combinatie-luchttoevoer-verbrandingsgas-afvoersysteem; systeem dat werkt op natuurlijke trek en dat bestaat uit een combinatie van een leiding of kanaal voor de gemeenschappelijke toevoer van verbrandingslucht en een leiding of kanaal voor de gemeenschappelijke afvoer van rookgas, uitsluitend bestemd voor met gas gestookte gesloten toestellen voorzien van een ventilator.
ISSO-kleintje
15
Gas
kleintje.book Page 16 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
Condensatiewarmte De vrijkomende warmte bij het condenseren van de in het rookgas aanwezige waterdamp. Gasbelemmerend Het zodanig afdichten van doorvoeren dat bij een gaslekkage geen gas in of onder de woning of het gebouw kan binnendringen. Gasinstallatieleiding Zie 'Voorziening voor gas'. Gasmeter Door de gasleverancier geplaatste meter waarmee het gasverbruik wordt afgelezen. Gastoestel Toestellen bestemd of geschikt voor koken, verwarmen, warmwaterproductie, koeling, verlichting of wassen die, indien van toepassing, een normale watertemperatuur van ten hoogste 105 °C hebben alsmede ventilatorbranders en voor dergelijke branders bedoelde warmtegeneratoren, en bij gebruik waarvan gas als brandstof wordt gebruikt. Gesloten toestel Toestel waarbij de verbrandingslucht rechtstreeks of via een toevoerconstructie of eigen toevoerconstructie van het toestel van buiten in een gesloten verbrandingsruimte stroomt en het rookgas door een gesloten afvoer rechtstreeks of via een afvoerconstructie of eigen afvoerconstructie van het toestel naar buiten wordt afgevoerd. Giftigheidsindex De verhouding tussen het percentage koolmonoxide (CO) en kooldioxide (CO2) in het verbrandingsgas, vermenigvuldigd met een factor 100. Hoofdkraan Afsluitorgaan dat in stromingsrichting van het gas gezien onmiddellijk vóór de gasmeter of vóór een eventuele drukregelaar is aangebracht en behoort bij de aansluiting voor de gaslevering. ISSO-kleintje
16
Gas
kleintje.book Page 17 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
MAC Maximaal aanvaarde concentratie uitgedrukt in ppm (parts per million). Meterruimte Afgescheiden ruimte ten behoeve van centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor de voorziening van elektriciteit, gas, drinkwater, telecommunicatiesignalen en, voor zover van toepassing, van verwarming die is aangesloten op het openbare net voor verwarming. Normaalvolume Volume van een gas bij 0 °C en 1013 mbar (absolute druk). Open toestel Toestel waarbij de verbrandingslucht rechtstreeks vanuit de opstellingsruimte waarin het toestel zich bevindt in de verbrandingskamer stroomt. Opstelplaats Plaats waar een verbrandingstoestel (maar ook een permanent opgesteld elektrisch toestel) is of kan worden geplaatst. Opstellingsruimte Ruimte waar één (of meer) verbrandingstoestel(len) zijn geplaatst met een gezamenlijke belasting op bovenwaarde Bs ≤ 130 kW. Standaardvolume Volume van een gas bij 15 °C en 1.013 mbar (absolute druk). Stookruimte Ruimte waarin zich een of meer opstelplaatsen voor verbrandingstoestellen bevinden met een totale nominale belasting op bovenwaarde Bs > 130 kW. Stoichiometrische verbranding Verbranding waarbij juist die hoeveelheid zuurstof wordt toegevoerd die nodig is voor een volledige verbranding, zonder luchtovermaat.
ISSO-kleintje
17
Gas
kleintje.book Page 18 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
Toestelkraan Handafsluiter of automatische afsluiter die behoort tot het gastoestel waarmee de gastoevoer wordt afgesloten of wordt geopend. Uitmonding Uitstroomopening van een afvoervoorziening voor binnenlucht en/of rookgas. VATO Valwindafleider-trekonderbreker. Verbruiksdruk Druk van het stookgas bij de ingang van een appendage of gastoestel bij gasafname (overdruk t.o.v. atmosfeer). Verdunningsfactor Een dimensieloze factor voor de aanduiding van de verhouding tussen de hoeveelheid verontreinigde lucht en de hoeveelheid verse lucht. Voorziening voor gas Voorziening die zich bevindt tussen het aansluitpunt in de meterruimte en het aansluitpunt ten behoeve van ĂŠĂŠn of meer gastoestellen. Opmerking: In de praktijk en in deze praktijkrichtlijn wordt hiervoor ook de term gasinstallatieleiding gebruikt. Het is toegestaan deze benaming te gebruiken zolang duidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Werkdruk Druk van het stookgas aan het begin van de voorziening voor gas (gasinstallatieleiding) bij maximale belasting (overdruk t.o.v. atmosfeer).
ISSO-kleintje
18
Gas
kleintje.book Page 19 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
1
INLEIDING
1.1
WETGEVING, CERTIFICERING EN VERANTWOORDELIJKHEDEN INSTALLATEUR
Deze paragraaf heeft betrekking op de wettelijke regels, normen, certificering van bedrijven en verantwoordelijkheden van de betrokkenen bij het installeren en onderhouden van gasinstallaties met een maximale belasting van 130 kW. 1.1.1 Wetgeving De wettelijke eisen aan gasinstallaties zijn vastgelegd in het Bouwbesluit (2012). Per 1 april 2014 zijn er aanvullingen en wijzigingen op het Bouwbesluit 2012 doorgevoerd. In het Bouwbesluit staan de eisen voor opstelplaatsen voor toestellen, voor ventilatie- en verbrandingsluchttoevoer en voor rookgasafvoer. Verder wordt in het Bouwbesluit ook een aantal normen aangewezen, dat daarmee ook een wettelijke status heeft verkregen. In de (Ministeriële) Regeling Bouwbesluit, die jaarlijks wordt geactualiseerd, wordt vastgelegd welke versie van elke aangewezen norm van kracht is. De volgende normen met betrekking tot gasinstallaties worden aangewezen door het Bouwbesluit: NEN 1078 [16]; NEN 1087 [17]; NEN 2757-1 en 2 [18, 19]; NEN 2768 [20]; NEN 3028 [21]; NEN 8078 [27]; NEN 8087 [28]; NEN 8757 [29]. In het Bouwbesluit (2012) staan eveneens de wettelijke eisen voor bestaande bouw. Die moeten zorgen voor een acceptabel kwaliteitsniveau van de gasinstallatie. Een bestaande gasinstallatie (vanaf gasmeter t/m uitmonding van rookgassen) die ongewijzigd blijft, moet constructief voldoen aan de regelgeving die ten tijde van de aanleg van kracht was (zie opmerking). Bij een uitbreiding of vervanging van delen van de gasinstallatie moeten, ten behoeve van die aanpassing, de voorschriften voor nieuwbouw gehanteerd worden. ISSO-kleintje
19
Gas
kleintje.book Page 20 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
Opmerking: Voor een bestaande gasleidinginstallatie wordt voor enkele aspecten een afname in kwaliteit geaccepteerd na verloop van tijd. Denk hierbij aan het minder dicht worden van een gasleiding en een afname van de wanddikte van een gasleiding. Het minimum niveau voor de gasleiding staat beschreven in NEN 8078. De lekdichtheid van een rookgasafvoerleiding werkend op overdruk moet in geval van bestaande bouw volgens het Bouwbesluit wel dezelfde lekdichtheid hebben als bij nieuwbouw. Als praktisch te hanteren leidraad voor de aanleg van gasinstallaties worden de Nederlandse Praktijk Richtlijnen uit de serie NPR-3378 [30] gehanteerd. Deze worden uitgegeven door NEN. In deze serie verschijnen regelmatig nieuwe of herziene delen. Indien de aanleg plaatsvindt volgens deze praktijkrichtlijn mag de installateur er van uit gaan dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen. Er zijn echter ook andere werkwijzen denkbaar om aan de wettelijke eisen te voldoen. 1.1.2 Certificering en erkenning vakbekwaamheid van bedrijven Een installatie- en/of onderhoudsbedrijf kan kiezen uit erkenning of certificering. Met een erkenning laat men zien over de juiste kennis en outillage te beschikken om het werk goed uit te voeren. Bij certificering is dat ook het geval maar laat men daarnaast zien dat het werk volgens vaste voorschriften en procedures wordt uitgevoerd. Certificering wordt vooral toegepast door grote bedrijven en erkenning door kleinere bedrijven. Installatiebedrijven Installatiebedrijven kunnen hun gastechnische vakbekwaamheid aantonen op de volgende manieren: ď Ž Als KOMO-instal-gecertificeerd installateur. Hierbij wordt het installatieproces door een certificatie-instelling getoetst aan een Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL 6000). Dit KOMO-instal-procescertificaat van KvINL wordt vooral door grotere installatiebedrijven gebruikt. KvINL is ontstaan uit de fusie van KBI (Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector) en SEI (Stichting Erkenning ISSO-kleintje
20
Gas
kleintje.book Page 21 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
ď Ž
ď Ž
Installatiebedrijven) en opgericht ten behoeve van de kwaliteitsborging binnen de Installatiesector; Als SEI-erkend installateur, via registratie bij KvINL. Deze moet voldoen aan de SEI-erkenningsregeling voor installateurs (EVI-2004); Als STERKIN-erkend installateur, via registratie bij de stichting STERKIN. Deze moet voldoen aan de Regeling voor de erkenning van gastechnisch installateurs (REG2008 [46]). Het bedrijf onderwerpt zich aan steeksproefsgewijze controles van uitgevoerde projecten door onafhankelijke inspectiebedrijven. (KOMO-instalgecertificeerde installateurs (BRL 6000) zijn bij deze regeling vrijgesteld van systematische controles).
Onderhoudsbedrijven Onderhoudsbedrijven en installatiebedrijven die onderhoud plegen aan gasinstallaties met een vermogen < 100 kW kunnen zich laten certificeren volgens KOMO-instal BRL 6000-16 (zie hiervoor H10). Vanaf begin 2015 kunnen bedrijven zich onderscheiden met een kwaliteitslabel OK CV. OK CV is het label voor veilig en zuinig stoken met een gasgestookte CV-ketel of combiketel. Alleen bedrijven die voldoen aan strenge eisen en werken met gediplomeerde Energie Service Specialisten mogen dit kwaliteitslabel voeren. 1.1.3 Certificering van producten Gastoestellen CE-keur Gastoestellen voor huishoudelijk gebruik moeten voldoen aan de Gastoestellenrichtlijn. Op basis van deze richtlijn is het aanbrengen van CE-keurmerk verplicht (zie paragraaf 2.3). Ecodesign Vanuit Europese regelgeving worden er vanaf 26 september 2015 minimale rendementen voor verwarmingstoestellen vereist (Ecodesign Directive), deze moeten op de toestellen kenbaar worden gemaakt (zie paragraaf 2.3).
ISSO-kleintje
21
Gas
kleintje.book Page 22 Wednesday, May 6, 2015 1:27 PM
Rookgasafvoerleidingen Rookgasafvoermateriaal moet zijn voorzien van een CE-keurmerk als voor het betreffende product een geharmoniseerde (Europese) norm beschikbaar is. Aanvullend op het CE-keurmerk kunnen rookgasafvoermaterialen zijn voorzien van het vrijwillige QA en/of het KOMO-keurmerk. Zie paragraaf 4.2. Gasleidingen Gasleidingen moeten zijn voorzien van een CE-keurmerk indien voor het betreffende product een geharmoniseerde (Europese) norm beschikbaar is. Dit is nog niet voor alle soorten gasleidingmateriaal het geval. Het is mogelijk dat gasleidingmaterialen zijn voorzien van het vrijwillige QA-keurmerk (zie paragraaf 6.2). 1.1.4 Begrenzingen van belasting en vermogen Als een of meerdere gastoestellen in een ruimte een totale belasting op bovenwaarde (Bs) hebben die groter is dan 130 kW moet deze ruimte worden uitgevoerd als stookruimte. Als de totale belasting kleiner is dan 130 kW wordt deze ruimte opgevat als opstellingsruimte. Als het totale vermogen van de opgestelde gastoestellen in één ruimte groter is dan 100 kW is er door de overheid in een inspectieplicht voor deze toestellen (minimaal 1 keer per 4 jaar) opgelegd. Deze inspecties moeten worden uitgevoerd door een bedrijf met een SCIOS-certificaat. Als het vermogen van de toestellen in één ruimte kleiner is dan 100 kW is er geen wettelijke plicht tot het uitvoeren van inspecties. Gastoestellen voor warmwaterbereiding en centrale verwarming met een vermogen kleiner dan 70 kW per toestel moeten vanaf 26 september 2015 zijn voorzien van een label dat de energieprestaties weergeeft (zie paragraaf 2.3). 1.1.5 Verantwoordelijkheden Bij het aanleggen van een gasinstallatie zijn diverse werkzaamheden te verrichten en verschillende partijen betrokken. Hierna is aangegeven wie eerstelijns verantwoordelijk is voor de verschillende activiteiten en wie daarbij eventueel betrokken moet worden.
ISSO-kleintje
22
Gas