NTR
5076
INSTALLATIEGELUID IN WONINGEN EN WOONGEBOUWEN RICHTLIJNEN VOOR INTEGRAAL ONTWERP EN REALISATIE
NEN Vlinderweg 6 2623 AX Delft Postbus 5059 2600 GB Delft Tel. 015-2690391 E-mail: klantenservice@nen.nl Website: www.nen.nl ISSO Kruisplein 25 3014 DB Rotterdam Postbus 577 3000 AN Rotterdam Tel. 010-2065969 Fax 010-2130384 E-mail: isso@isso.nl
Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut NEN stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van normen. Als onafhankelijke, neutrale partij inventariseert NEN aan welke normen behoefte is en brengen we belanghebbenden bij elkaar om deze normen te ontwikkelen en te inancieren. NEN beheert en publiceert alle normen die voor Nederland gelden."
Kennisinstituut voor de Installatiesector ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als normstellende richtlijnen.
De werkzaamheden werden begeleid door de Raad van Begeleiding, welke ten tijde van het tot stand komen van deze publicatie als volgt was samengesteld: De heer ir. R.D. van Bergen De heer ir. J. Schonewille De heer ing. H. Besselink De heer ing. R. Steine Mevrouw prof.dr.ir. P.M. Bluyssen De heer ir. P.A.L. Stoelinga De heer ing. W.F.G. Hooijkaas De heer ing. A.A.L. Traversari MBA De heer H.M.A. Janssen Groesbeek De heer ir. E.J. Wagenaar De heer T. Klinkenberg Mevrouw ir A.C. Westerlaken De heer ir. W. Plokker De heer ir. T.M.E. Zaal De heer ir. W.G. Ram De heer prof. ir. W. Zeiler De heer W.J.H. Scheffer De realisatie van de NTR 5076 werd verzorgd door de ISSO-kontaktgroep die als volgt was samengesteld: De heer ir. W.G.M. Beentjes (rapporteur) LBP SIGHT BV De heer ir. J.J.M. van Bree BAM Woningbouw Bunnik De heer E. van der Blom Uneto-VNI De heer B. van Dasler Walraven Holding B.V. De heer B. Kooistra DYKA B.V. De heer H. Meerman Dyka De heer M. Mergeay (secretaris) NEN Nederlands Normalisatie Instituut De heer O. Nuijten ISSO De heer ing. O.R. Offringa Wavin Nederland B.V. De heer drs. ing. A.P.W.M. Schrauwen (voorzitter) ISSO De heer F.A. Vos UNETO-VNI en de NEN normcommissie 351 003 ‘Geluidwering in gebouwen’: Naam Werkgever Dhr. dr.ir. M.L.S. Vercammen Peutz B.V. Dhr. ir. W.G.M. Beentjes LBP|SIGHT Dhr. A.G. Donker Wienerberger B.V. Dhr. ing. B. Klaver Acoustics & NoiseReduction BV Dhr. R. Korver Area Architekten Dhr. J. Kramer Nederlandse Stichting Geluidshinder Dhr. ir. A.J.M. Maas Saint-Gobain Gyproc Nederland Dhr. ing. R.C. Muchall Geluidconsult BV Mw. ing M.J.M. Willems Knauf Insulation Mw. ir. A.P. van der Horn NEN Dhr. dr. ir. M.C.J. Hornikx TU Eindhoven Dhr. ir. P.J. van Luijk Ministerie van BZK
Belanghebbende NLingenieurs Stichting Stapelbouw VOG BNA Nederlandse Stichting Geluidshinder NBVG Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland Mineral Wool Association NEN TU Eindhoven Ministerie van BZK
De ontwikkeling van NTR 5076 is mede tot stand gekomen door een financiële bijdrage van: J. van Walraven Holding B.V. BAM Woningbouw B.V. Mineral Wool Association Benelux Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Ministerie van BZK - DG WB Stichting Stapelbouw UNETO-VNI - Klimaattechniek Bureau Leiding Stichting Promotie Installatie Techniek
Dit is een gezamenlijke uitgave van Stichting ISSO en NEN Stichting ISSO, NEN en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publicatie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico. Stichting ISSO, NEN en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomenheden van deze publicatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO. Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO. Aanvullingen en eventuele errata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSO, Postbus 577, 3000 AN Rotterdam, e-mail: isso@isso.nl © Stichting ISSO – Rotterdam, april 2015
NTR 5076
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
ISBN: 978-90-5044-275-6
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
5
Summary
6
Symbolenlijst
7
Begrippenlijst 1
2
11
1.1
Algemeen
11
1.2
Toepassingsgebied en hoofdopbouw
11
1.3
Leeswijzer
12
1.4
Geluideisen installaties uit het Bouwbesluit 2012
12
Ventilatiegeluid
13
2.1
13
2.2
2.3
Geluidbronnen, overdrachtwegen en globale maatregelen (achtergrondinformatie)
14
2.2.1
Installatiedeel
14
2.2.2
Invloed van de bouwkundige constructie
18
Uitgangspunten voor het ontwerp
19
2.3.1
Toerental/stand van de ventilator
19
2.3.2
Ventilatie-eisen Bouwbesluit 2012
19
2.3.3
Ventilatie-eisen GIW/ISSO-publicatie 2008
20
2.3.4
Geluideis
20
2.3.5
Hogere ventilatie-eisen
20
2.3.6
CO2-regeling
20
2.3.7
Uitwerking ventilatie-eisen voor referentiewoningen
21
2.3.8
Berekeningsmodellen voor het installatiegeluidniveau
21
Type B units: directe toevoer van lucht in de ruimte (decentraal)
22
2.5
Type C units: natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
23
2.6
Type D units: mechanische toevoer en mechanische afvoer
32
2.7
Centrale mechanische afzuiging
40
2.7.1
Specifieke kenmerken voor centrale ventilatie (achtergrondinformatie)
40
2.7.2
Berekening van de maatregelen
41
Tips
42
Geluid van sanitaire installaties
45
3.1
45
3.2
3.3
3.4
3.5
NTR 5076
Type ventilatiesystemen
2.4
2.8 3
9
Inleiding
Eisen 3.1.1
Wettelijke eisen conform Bouwbesluit 2012
3.1.2
Privaatrechtelijke eisen
45 45
Closetgeluid
45
3.2.1
Vier situaties plaatsing standleiding
45
3.2.2
Hulpmiddel SoundSpotSim Plus
46
Invloedsfactoren (achtergrondinformatie)
47
3.3.1
Installatietechnische invloedsfactoren
48
3.3.2
Bouwkundige invloedsfactoren (de leidingschacht)
49
3.3.3
Constructiegeluid
50
Belangrijke punten bij ontwerp van standleidingen
50
3.4.1
Algemene punten
50
3.4.2
Voorbeeld berekeningen en ontwerpen
51
3.4.3
Tips bij ontwerp en uitvoering
54
Geluidproductie van inpandige HWA leidingen
3
56
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
3.6
4
5
Leidingwaterinstallaties
57
3.6.1
Inleiding
57
3.6.2
Aanwijzingen voor het ontwerp
57
3.6.3
Drukverhoginginstallaties
58
3.7
Pompinstallaties voor afvalwater
58
3.8
Bad, douchebak gootsteen
59
3.8.1
Plaatsing badkuip/douchebak/gootsteen
59
3.8.2
Waterstraal
59
Verwarming-, warmtapwater- en koelinstallaties
61
4.1
Ontwikkeling in de afgelopen periode (achtergrondinformatie)
61
4.2
Eisen
61
4.3
Invloedsfactoren
61
4.3.1
HR-CV-ketels en HR-combiketels (achtergrondinformatie)
61
4.3.2
Warmtepomp
62
4.4
Maatregelen HR-ketels
64
4.5
Maatregelen warmtepomp
64
4.5.1
Algemeen
64
4.5.2
Opstelling warmtepompen
65
4.5.3
Trillingsvrije opstelling
65
4.6
Maatregelen tegen de geluidoverdracht via de opstelplaats naar de ontvangruimte
4.7
Gezamenlijk ontwerp van diverse installaties
69
Automatische parkeergaragedeuren
71
5.1
Eisen
71
5.2
Typen automatische parkeergaragedeuren (achtergrondinformatie)
71
5.2.1
Verticaal bewegende deuren
71
5.2.2
Horizontaal bewegende hekken
72
5.3
Geluidbronnen (achtergrondinformatie)
73
5.4
Maatregelen per type parkeergaragedeur
74
Bijlage A
Tussentijdse controle en eindcontrole
75
Bijlage B
Classificatiesysteem voor geluid volgens NEN 1070
78
Bijlage C
Geluidisolatie van wanden en deurconstructies
79
Bijlage D
Plattegronden Referentiewoningen
82
Literatuurlijst
NTR 5076
66
86
4
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
SAMENVATTING In deze publicatie wordt de geluidproductie van woningbouwinstallaties behandeld en hoe de (karakteristieke) geluidniveaus in verblijfsruimten ten gevolge van deze installaties kunnen worden teruggebracht naar de wettelijk (en soms privaatrechtelijk) vereiste niveaus. Met betrekking tot geluidhinder worden in deze publicatie gemeenschappelijke installaties (installaties die gebruikt worden door meerdere woningen), installaties van buren en installaties van de eigen woning behandeld. Schematisch weergegeven in onderstaande tabel.
Van deze installaties worden de invloedsfactoren beschreven zowel op het gebied van de installatietechnische als de bouwkundige aspecten. Daarna wordt beschreven welke maatregelen nodig zijn om te kunnen voldoen aan het Bouwbesluit 2012 en soms aan privaatrechtelijke eisen. De maatregelen zijn berekend op basis van het geluidvermogen van de aanwezige geluidbronnen en de geluidisolatie van de toe te passen materialen.
Tabel Behandeling installaties in NTR 5076 Installatie
Algemeen
Meer specifiek
NTR 5076
Geluidbron installaties in eigen woning Ventilatiesystemen
X
Sanitaire installaties, toe- en afvoer van water
X
Verwarmingssystemen, warmtapwater
X
Geluidbron installaties bij buren
Geluidbron gemeenschappelijke installaties X
X
Automatische parkeergaragedeuren
X
Drukverhogingsinstallatie leidingwater
X
Pompinstallaties voor hemelwaterafvoer en huishoudelijk afvalwater
X
5
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
SUMMARY In this publication, the sound production of domestic installations is handled and how the (typical) noise can be reduced to legal levels in living spaces. With respect to noise reduction in this publication are the most common installations (installations used by multiple houses, installations of neighbours and installations of your own home) treated. Schematically, this looks like the table given below.
The influence factors of these installations are described both in terms of the technical installation and the architectural aspects. Then the measures are described which are necessary to comply with the Building Act 2012 and to private demand. The measures are calculated on the basis of the sound power of the available sound sources and the used sound insulation of the materials.
Table Treatments installations in NTR 5076 Installation
General
More specific
NTR 5076
Sound source installations home Ventilation systems
X
Sanitary installations, supply and drainage of water
X
Heating systems, hot water
X
Sound source installations neighbours
Sound source communal installations X
X
Automatic garage doors
X
Pressurisation system water
X
Pumping systems for rainwater and household wastewater
X
6
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
SYMBOLENLIJST A
absorptie (niet gebruikt in subscripts van grootheden, zoals in LA,eq) maar als zelfstandige grootheid
DnT,A,k
karakteristiek A-gewogen genormeerd luchtgeluidniveauverschil zoals gedefinieerd in [dB] NEN 5077:2006
fr
resonantiefrequentie van trillingsisolatoren
[Hz]
p
geluiddruk
[Pa] of [N/m2]
pref
[Pa]
-5
referentiegeluiddruk = 2,10 Pa
qv
ventilatiecapaciteit, ook, genoemd luchtvolumestroom
[dm3/s] of [m3/h]
W
geluidvermogen
[W]
LA,eq
equivalent A-gewogen geluidniveau dat over een op te geven tijdperiode wordt gemiddeld bijvoorbeeld 7-19 uur (dag), 19-23 uur (avond) en 23:00 tot 7:00 (nacht)
[dB2)]
LWA
het A-gewogen geluidvermogenniveau
[dB]
LnA
A-gewogen geluidniveau in een ruimte met 10 m2 absorptie
[dB]
LW
geluidvermogenniveau t.o.v. 10-12 W
[dB]
Lp
geluidniveau t.o.v. 2 x 10-5 Pa1)
[dB]
LI,A
A-gewogen installatiegeluidniveau1)
[dB]
LI,A,k
karakteristiek A-gewogen installatiegeluidniveau1)
[dB]
LnT,A
A-gewogen contactgeluidniveau
[dB]
Lpers
het geluidvermogenniveau aan de perszijde van de ventilator
[N/m2]
Lzuig
het geluidvermogenniveau aan de zuigzijde van de ventilator
[N/m2]
Lkast
het geluidvermogenniveau dat wordt afgestraald door de kast van de ventilator
[N/m2]
m
oppervlaktemassa
[kg/m2]
S
vloeroppervlakte van een ruimte
[m2]
T
nagalmtijd in de ontvangruimte
[s]
T0
referentienagalmtijd = 0,5 s voor woningen
[s]
V
volume van een ruimte
[m3]
Vnetto
netto volume zoals gedefinieerd in NEN 2580
[m3]
Vref
referentievolume = 25 m3 voor woningen
[m3]
Wref
referentiegeluidvermogen = 10-12 W
[W] Let er op dat de ene fabrikant voor ventilatieventielen de grootheid LWA gebruikt en de ander LnA. Waar dit van belang is, wordt dit in deze publicatie expliciet vermeld.
Opmerkingen: 1. In de praktijk wordt door velen niet het begrip geluiddrukniveau maar de afkorting hiervan, het geluidniveau, gehanteerd. Wanneer in deze publicatie sprake is van geluidniveau, wordt hiermee het geluiddrukniveau bedoeld. Bij andere grootheden wordt de volledige benaming gebruikt, zoals bij geluidvermogen (geluidvermogenniveau); 2. In het Bouwbesluit 2012 wordt in navolging van een internationaal besluit (ISO 43/SC2) op dit punt consequent de aanduiding [dB] gebruikt voor alle geluidniveaus. Als er sprake is van een A-gewogen grootheid dan is er gecorrigeerd voor de gevoeligheid voor het menselijk gehoor, en wordt dit conform deze internationale afspraken aangeduid met een 'A' in het symbool en niet meer met dB(A), maar met dB als eenheid.
NTR 5076
[m2]
In deze publicatie zal hoofdzakelijk gebruik worden gemaakt van het bruto volume V voor het karakteriseren van het volume van de ontvangruimte. Enerzijds is het volume V meestal makkelijker te berekenen dan Vnetto en anderzijds omdat Vnetto altijd (bij wet geregeld) kleiner dan of gelijk is aan V en daardoor de berekening van de LI,A,k altijd aan de veilige kant zit (zie afbeelding).
7
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
1,5 m
1,5 m
3,8 m
slaapkamer 5,0 m
Afb. Definitie van Vnetto Toelichting: Alleen het gedeelte van de ruimte met een hoogte groter dan 1,5 m wordt bij het netto volume gerekend. Het gedeelte met een hoogte kleiner dan 1,5 wordt niet meegerekend. In deze situatie Vnetto = 33,45 m3 bij een diepte van 3 m. Bij de definitie van V wordt echter het gehele volume meegenomen: 37,65 m3 . Voor deze situatie leidt de correctieformule (5 log (Vnetto/Vref)) voor de berekening van de LI,A,k uit de LI,A tot een verwaarloosbaar verschil van 0,3 dB.
NTR 5076
8
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
BEGRIPPENLIJST Achtergrond- of stoorgeluidniveau Dit is al het geluid dat niet afkomstig is van de geluidbron waarvan het geluidniveau moet worden bepaald.
Hemelwaterafvoerleiding Afvoerleiding, uitsluitend bestemd voor afvoer van regenwater en smeltwater van het buitenoppervlak van een gebouw.
Constructiegeluid Geluid afkomstig van een trillende bron die permanent contact maakt met de bouwkundige constructie en door die bouwkundige constructie wordt afgestraald (bijvoorbeeld een afzuigventilator in een ventilatorunit die aan de wand is bevestigd).
Inductie Het door inblazen van lucht in beweging brengen van ruimtelucht waarbij vermenging van ruimtelucht en ingeblazen lucht optreedt. Karakteristieke A-gewogen installatiegeluidniveau (LI,A,k) Grootheid die het op de referentienagalmtijd genormeerde geluidniveau in een ruimte ten gevolge van een in werking zijnde installatie weergeeft door middel van één getal, gecorrigeerd voor de frequentieafhankelijke gevoeligheid van het menselijk oor en herleid naar genormeerde afmetingen van de ruimte.
Directe geluidoverdracht Het geluid dat uitsluitend wordt overgedragen via de directe scheidingsconstructie tussen zend- en ontvangruimte (zie blauwe pijl in afbeelding bij omloopgeluid). Geluidabsorptie A De eigenschap van een materiaal om geluid op te nemen (en niet te weerkaatsen of tegen te houden).
Luchtgeluid Geluidgolven opgewekt door een geluidbron in de beschouwde ruimte die de omringende lucht in trilling brengt (bijvoorbeeld praten, radio, bespelen van een muziekinstrument).
Geluidniveau Lp Zie geluiddrukniveau. Geluiddrukniveau Lp Het geluiddrukniveau is 20x de logaritme met het grondtal 10 van geluiddruk gedeeld door een referentiedruk) = 20 x log (p/pref) met pref = 2 x 10-5 Pa (kg/m2). Het geluiddrukniveau kan gemiddeld worden over tijd en plaats (geluiddrukniveau wordt in de praktijk geluidniveau genoemd).
Luchtgeluidisolatie Een fysieke eigenschap van een constructie (wand, deur o.d.) om luchtgeluid tegen te houden, aangegeven in dB. Dit is meestal bepaald in een laboratorium conform NEN-EN-ISO 10140 en NEN-EN-ISO 717 deel 1.
Geluidvermogen W Het door een bron/installatie(deel) afgestraalde geluidvermogen, uitgedrukt in [W].
Karakteristiek A-gewogen genormeerd luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) Een maat in dB voor het uitdrukken van de luchtgeluidisolatie tussen twee ruimten conform NEN 5077:2006. Deze grootheid wordt gebruikt in Nederland voor de toetsing van de luchtgeluidisolatie. In deze publicatie wordt deze grootheid ook gebruikt voor praktijkwaarden van de geluidisolatie van wanden en deurconstructies. Er wordt dan aangegeven welke DnT,A,k van een constructie minimaal nodig is. In bijlage C zijn tabellen opgenomen, waarin deze waarden zijn opgenomen.
Geluidvermogenniveau LW De bronsterkte, het door een geluidbron afgestraalde vermogen. Het vermogen wordt hierbij omgerekend naar een geluidvermogenniveau met als referentie 10-12 W volgens de formule: Lw = 10 x log(W/Wref) [dB] Waarin: W = geluidvermogen van de geluidbron [W] [W] Wref = referentie geluidvermogen -12 W) (= 1 x 10
Nagalmtijd T Tijd die verstrijkt tussen het uitschakelen van een geluidbron in een ruimte en het moment waarop het geluidniveau veroorzaakt door die bron, is gedaald tot een waarde die 60 dB lager is dan op het moment van uitschakelen.
A-Gewogen geluidvermogenniveau LW,A Het voor het gehoor gecorrigeerde geluidvermogenniveau van een geluidbron.
Omloopgeluid Het geluid in de ontvangruimte dat via deur(en)/ overloop/gang is overgedragen door een geluidbron in de opstelruimte (zie rode pijlen in navolgende afbeelding). Dit kan ook plaatsvinden tussen verschillende verdiepingen bijvoorbeeld. een WTW-unit op zolder en een slaapkamer op de verdieping.
A-Gewogen installatie geluidniveau LI,A Grootheid die het op de referentienagalmtijd genormeerde geluidniveau in een ruimte ten gevolge van een in werking zijnde installatie weergeeft door middel van één getal, gecorrigeerd voor de frequentieafhankelijke gevoeligheid van het menselijk oor.
NTR 5076
9
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
CV
slaapkamer
slaapkamer
badkamer
slaapkamer
Afb. Voorbeelden van omloopgeluid tussen ruimten ( rode pijlen), tussen de opstelruimte van een installatie en een slaapkamer (groene pijl) en de directe geluidoverdracht (blauwe pijlen) Ontvangruimte De ruimte waarin het geluidniveau moet worden bepaald afkomstig van de bron in de zendruimte. In dit kader zijn verblijfsruimten in de woning de ontvangruimten.
Verblijfsruimte In een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen. Verblijfsgebied Het totaal van het aantal aanwezige verblijfsruimten, op dezelfde verdieping gelegen, voor zover deze aangrenzend zijn, en voor zover zij niet worden gescheiden door een dragende constructie.
Oppervlaktemassa kg/m2 De massa van een materiaal in kg per oppervlakteeenheid (kg/m2). Overige ruimten Ruimten die geen verblijfsruimte zijn, zoals toiletruimte, badruimte, verkeersruimten (gang, trappenhuis bergruimte, technische ruimte zolder, e.d.).
N.B. Het voor deze publicatie relevante deel van het Bouwbesluit 2012 (artikel 3.9 installaties op hetzelfde perceel) stelt eisen aan het geluid in een verblijfsruimte, niet aan het verblijfsgebied. Er zal dus geen verdere aandacht worden geschonken aan het berekenen van de LI,A,k van een verblijfsgebied.
Referentie nagalmtijd De referentie nagalmtijd is de nagalmtijd die gemiddeld wordt gemeten in bewoonde verblijfsruimten in woningen. (T0 = 0,5) Door de gemeten geluidniveaus om te rekenen naar het geluidniveau bij de referentienagalmtijd, zijn grootheden als LI,A en LI,A,k onafhankelijk geworden van de inrichting van de ruimte en kan dus al voor oplevering het verwachte geluidniveau in de bewoonde ruimte worden bepaald.
Waterslag/drukstoot Het geluid dat kan ontstaan bij een te hoge drukopbouw ten gevolge van een in zeer korte tijd optredende snelheidsverandering van de volumestroom in een waterleiding, bij voorbeeld bij het sluiten van een kraan. WTW-unit Een systeem waarbij afgevoerde lucht via een warmtewisselaar de toevoerlucht voorverwarmd.
Standleiding Afvoerleiding van de gebouwriolering die geen grotere helling heeft dan 45° ten opzichte van de verticaal.
Zendruimte Ruimte waarin een geluidbron is geplaatst.
Stromingsgeluid Het geluid dat ontstaat doordat een vloeistof of gas met een bepaalde snelheid door een kanaal of leiding stroomt. Dit wordt sterk bepaald door de stromingssnelheid van de vloeistof of het gas. Tussenschakeldemping De demping van geluid die ontstaat doordat geluid door een barrière heen gaat. Dit effect treedt bijvoorbeeld op bij geluiddempers en bij ventilatieventielen.
NTR 5076
10
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
1
INLEIDING
1.1 ALGEMEEN Installatiegeluid staat in de vakliteratuur en de dagbladen sterk in de belangstelling, omdat met name door het teveel aan installatiegeluid binnen de woning de installaties door de bewoners verkeerd c.q. zelfs helemaal niet gebruikt werden. In eerste instantie heeft het GIW in samenwerking met ISSO dit opgepakt en middels de GIW/ISSO-publicaties 2007 en 2008 [19] nadere regels gesteld aan installaties voor garantiewoningen. Bij het opstellen van het Bouwbesluit 2012 heeft de overheid de maatschappelijke roep voor een wettelijke regeling voor alle woningen in artikel 3.9 lid 2 gestalte gegeven. De reden hiervoor was mede ingegeven door het feit dat door vernieuwingen op energieregelgeving de rol van installaties zeker zou toenemen, waarvan ook het geluid moet worden beperkt.
In deze publicatie zal worden ingegaan op deze nieuwe ontwikkelingen met als doel om met bouwkundige en installatietechnische maatregelen te kunnen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 aangaande installatiegeluid. De nadruk ligt hierbij op de individuele installaties, immers dit is de meest voorkomende situatie en daar gelden nu ook wettelijke eisen wat betreft ventilatie en verwarming etc. Door het rekenprogramma SoundSpotSim Plus [17, 18] wordt het veel eenvoudiger en doeltreffender om een gebouwrioleringssysteem te ontwerpen dat aan de geluideisen voldoet. Ook zijn in ISSO-rapport 111 [15] belangrijke aanzetten gegeven voor het beperken van het geluid van installaties in de eigen woning. 1.2 TOEPASSINGSGEBIED EN HOOFDOPBOUW Deze publicatie behandelt expliciet het geluid in woonfuncties afkomstig van de volgende typen woninginstallaties om daarmee te kunnen voldoen aan de eisen op dit gebied van het Bouwbesluit 2012: Individuele ventilatiesystemen (hoofdstuk 2); Installaties voor sanitaire installaties toe- en afvoer van water, drukverhogingsinstallatie en pompinstallaties van hemelwaterafvoer (HWA) en huishoudelijk afvalwater (hoofdstuk 3); Installaties voor verwarming, warmtapwater zowel door HR-ketels en warmtepompen (hoofdstuk 4); Automatische parkeergaragedeuren zoals die worden toegepast in appartementencomplexen en afgesloten parkeerterreinen bij eengezinswoningen hoofdstuk 5).
In het verleden zijn op installatiegebied de praktijkrichtlijnen NPR 5072 t/m 5075 uitgegeven in 1991 en van een wijzigingsblad voorzien in 1997. Deze richtlijnen betreffen hoofdzakelijk geluid van bronnen buiten de woning. Deze richtlijnen zijn om de volgende redenen aan aanpassing toe: 1. Woningbouwmethoden zijn sindsdien sterk veranderd onder invloed van het Bouwbesluit 1992, 2003 en 2012 met name worden er veel zwaardere scheidingsconstructies toegepast; 2. Een aantal installaties, zoals verwarming en ventilatie, is in de negentiger jaren meestal collectief, terwijl nu veelal iedere woning zijn eigen installatie heeft, ook in appartementen; 3. Nieuw onderzoek op het gebied van rioleringsgeluid heeft plaatsgevonden, zoals TVVL-voorstudies ST-19-2A en -2B. Deze hebben onder meer geresulteerd in het computerrekenprogramma SoundSpotSim Plus [17, 18], waarmee geluid van riolering en standleiding beter is te voorspellen; 4. In het kader van de energiebesparing komen steeds meer geavanceerde verwarmingssystemen in de woningbouw, zoals warmtepompen, gecombineerde verwarming- en ventilatiesystemen. Grote verwarmingssystemen voor een appartementencomplex komen nauwelijks meer voor; 5. In het Bouwbesluit 2012 worden voor het eerst in de Nederlandse bouw wettelijke eisen gesteld aan het geluid van installaties in de eigen woning. Informatie en oplossingsmethoden moeten daarom ontwikkeld worden hoe aan deze eisen in de praktijk kan worden voldaan.
NTR 5076
In bijlage A zal nader worden ingegaan op het controleren tijdens het bouwproces met betrekking tot installaties en een eenvoudige meetmethode om het karakteristieke installatiegeluidniveau te bepalen en te constateren of globaal aan het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan. In bijlage B wordt kort ingegaan op de systematiek van de geluidklassen conform NEN 1070 [1], indien men belangstelling heeft voor hogere kwaliteitsniveaus dan het Bouwbesluit 2012. In bijlage C zijn de geluidisolatie-eigenschappen van veel toegepaste bouwmaterialen opgenomen. In bijlage D worden de plattegronden en gevelaanzichten gegeven van de referentiewoningen van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland [20]. Deze plattegronden worden gebruikt in deze publicatie om aan te geven waar verschillende onderdelen zich bevinden.
11
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
1.3 LEESWIJZER De hoofdstukken hebben over het algemeen dezelfde opbouw: Allereerst worden in de eerste paragraaf, na een korte inleiding, de eisen geformuleerd van zowel het Bouwbesluit 2012 als van andere regelgevende organisaties; Vervolgens wordt beschreven welke factoren, zowel op installatietechnisch als op bouwkundig gebied, van invloed zijn op het geluid van die installaties in de verblijfsruimten; Daarna worden de maatregelen beschreven om aan de eisen te voldoen. Centraal uitgangspunt daarbij zijn de geluidvermogenniveaus van de geluidbronnen, die veelal aan de documentatie moeten worden ontleend. Met deze geluidvermogenniveaus en de gekozen opstelplaats kan men dan de te treffen maatregelen bepalen. De constructies worden daarbij gedefinieerd aan de hand van hun geluidisolatieprestatie uitgedrukt in de DnT,A,k. Naast de gegevens uit documentatie van leveranciers kunnen deze worden ontleend aan bijlage C.
1.4
GELUIDEISEN INSTALLATIES UIT HET BOUWBESLUIT 2012 In artikel 3.9 komen de volgende geluideisen voor installaties voor met betrekking tot wonen ( woonfunctie) versie Bouwbesluit 2012 d.d. 1 april 2014: Artikel 3.9 Zelfde perceel 1. Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische voorziening voor luchtverversing, een warmtetoestel, een installatie voor verhoging van waterdruk of een lift veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijke verblijfsruimte van een aangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB. 2. Een mechanische voorziening voor luchtverversing, warmteopwekking of warmteterugwinning veroorzaakt in een nietgemeenschappelijke verblijfsruimte van de gebruiksfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste de in tabel 1.1 aangegeven waarde.
Tabel 1.1 Overzicht karakteristiek installatie-geluidsniveau (tabel 3.7 uit Bouwbesluit 2012) Gebruiksfunctie
Leden van toepassing
Artikel Lid 1 Woonfunctie
NTR 5076
Grenswaarden
Aangrenzend perceel
Zelfde perceel
Verbouw
Tijdelijke bouw
Zelfde perceel
3.8
3.9
3.10
3.11
3.9
*
1
2
*
*
2 [dB]
*
1
2
*
*
30
12
Installatiegeluid in woningen en woongebouwen
Installateur
Adviseur
Gebouweigenaar Facilitymanager
Op het gebied van:
algemene technieken
woningbouw
ISBN nummer 978-90-5044-275-6
NTR 5076 INSTALLATIEGELUID IN WONINGEN EN WOONGEBOUWEN
Doelgroep van deze publicatie is: