PUBLICATIE 107
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
ISSO-publicatie 107
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
ISBN: 978-90-5044-305-0
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
7
Voorwoord
1
2 3
11
Leeswijzer
17
Algemeen
19
1.1
Inleiding
19
1.2
Doel van ISSO-publicatie 107
19
1.3
Investeren in kwaliteitsborging
19
1.4
Fasering volgens ISSO-publicatie 107
20
1.5
Toetsingsklassen
21
1.6
Toepassen van ISSO-publicatie 107
22
1.7
Commissioning
22
1.7.1
Het commissioningsproces
22
1.7.2
Commissioning beslisboom
22
Oplevering en overdracht van klimaatinstallaties
25
Achtergronden bij ontwerp en uitvoering
33
3.1
Omschrijving kwaliteitsborging
33
3.1.1
Opnemen kwaliteitsborging in contractstructuur
33
3.1.2
Budget kwaliteitsborging
34
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
ISSO-publicatie 107
9
Begrippenlijst
Vaststellen van functioneel en technisch programma van eisen
34
3.2.1
Programmafase
34
3.2.2
Prestatiecriteria en uitgangspunten
36
3.2.3
Gebruik van normen en richtlijnen
36
Contract en aspecten van de opleveringsprocedure
36
3.3.1
Contractaspecten van de oplevering
36
3.3.2
Wettelijk kader
37
3.3.3
Contractvormen
37
3.3.4
Algemene voorwaarden en technische kwaliteitseisen en bepalingen
38
3.3.5
Garantie
38
Projectteam samenstelling
39
3.4.1
Rollen en betrokkenen
39
3.4.2
Overlegstructuren
40
3.4.3
Adviesdiensten
40
Doelstellingen
41
3.5.1
Doelstellingen
41
3.5.2
Gecertificeerde bouwplantoetsing
42
V-model voor testen en in bedrijf stellen
42
3.6.1
V-model
42
3.6.2
Systeemgerichte contractbeheersing en het V-model
42
3.6.3
V-model voor de regeltechniek
43
3
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
4
Uitvoering
45
4.1
Opleverprotocol (Uitvoeringsfase) en planning
45
4.1.1
Opleverprotocol
45
4.1.2
Planning
45
4.1.3
Toetsbaarheid ontwerp
4.2
4.3
4.4
5
4.2.1
Werkbesprekingen (Uitvoeringsfase)
46
4.2.2
Bouwvergaderingen (Uitvoeringsfase)
46
4.2.3
Verslaglegging en registratie voor vastleggen afwijkingen (uitvoeringsfase)
Tekeningen, selectiegegevens en berekeningen
47 47
4.3.1
Goedkeuringsproces tekeningen en berekeningen
47
4.3.2
Tekeningen - Plattegronden (Ontwerpuitwerking)
48
4.3.3
Tekeningen - Schema's (Ontwerpuitwerking)
48
4.3.4
Tekeningen - Regeltechniek (Ontwerpuitwerking)
48
4.3.5
Building Information Model (BIM)
48
4.3.6
Berekeningen
49
4.3.7
Selectiegegevens
50
Tussentijdse controles, toezicht en bewaken voortgang van het werk
50
4.4.1
Toezicht (specifiek installaties) (Uitvoeringsfase)
50
4.4.2
Bewaken voortgang installatie werkzaamheden (Uitvoeringsfase)
51
Verificatie en inbedrijfstelling
53
Beproeven
53
5.1.1
Methodiek
53
5.1.2
Beproevingen (omvang)
54
5.1.3
Beproevingen van het binnenmilieu
54
Waterzijdig inregelen
55
5.3
Luchtzijdig inregelen
56
5.4
Spoelen en ontluchten van leidingsystemen
56
Controle van regeltechniek
57
5.5.1
Controle opnemers en meetapparatuur
57
5.5.2
Test en inregelrapportages regelingen en naregelingen
57
5.5.3
Functionele controles regeltechniek
58
5.5.4
Functionele test bij overdracht gebouw
59
5.5.5
Seizoentests
59
5.5.6
Functionele overdracht (regel)installaties
5.5
ISSO-publicatie 107
46
5.1
5.2
6
46
Werkbesprekingen en bouwvergaderingen
Opname en overdracht
60 61
6.1
Controle PvE uitgangspunten bij overdracht gebouw
61
6.2
Te inspecteren onderdelen
61
6.3
Functionele oplevering
62
6.3.1
Proces
62
6.3.2
Omvang
62
6.4
Vastleggen en afhandeling van restpunten
62
6.5
Certificering en wettelijke verplichtingen
63
4
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
7
Gegevensbeheer en revisiegegevens
65
7.1
Overzicht te ontvangen revisiegegevens
65
7.1.1
Algemeen
65
7.1.2
Revisiepakket bij oplevering en overdracht
65
7.1.3
Actualiseren aan einde garantietermijn
7.2
8
66
Kerndocument
66
7.2.1
Kerndocument
66
7.2.2
Kerndocument opstellen en bijstellen
66
7.2.3
Kerndocument in beheer
66
7.3
Vaststellen functionele regeltechnische omschrijving
67
7.4
Gebruiksaanwijzingen
67
7.5
Handleidingen, en spelregels voor indeling en gebruik
68
7.6
Een BIM van ontwerp naar beheer
69
De overdracht naar beheer
71
8.1
De overdracht naar beheer
71
8.2
Instructie en opleidingen
71
8.3
Onderhoudsinstructie
72
8.4
Energie en performance monitoring
72
8.4.1
Performance monitoring
72
8.4.2
Energie monitoring & benchmarking
74
8.5
Nazorg en klachtenafhandeling
75
8.6
0-status of DB&O-status vaststellen
76
8.7
Onderhoudscontractering
77
8.8
Prestatie-indicatoren voor en monitoring van Duurzaam Beheer en Onderhoud
78
8.9
Soft Landings
78
Contractvormen en realisatieproces
81
Bijlage A Bijlage B
De ISSO-publicatiereeks duurzaam beheer en onderhoud
87
Bijlage C
Revisiegegevens
89
Bijlage D
Visuele controle en restpuntenoverzicht
Bijlage E
Functionele testen
104
92
Bijlage F
Commissioning
114
Bijlage G
Duurzaam beheer en onderhoud
117
Bijlage H
Overzicht prestatie-indicatoren Duurzaam Beheer en Onderhoud
122
Bijlage I
Prestatiemetingen in de praktijk
123
Bijlage J
Voorbeeld klachtenprocedure
126
Bijlage K
Instrumenten voor kwaliteitsborging en duurzaamheid
127
Literatuurlijst
ISSO-publicatie 107
5
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
SAMENVATTING Deze ISSO-publicatie betreft het technisch opleveren van een klimaatinstallatie en het geven van aanbevelingen voor de beheer en facilitaire organisatie. Dit heeft als doel optimaal functionerende klimaatinstallaties blijvend te garanderen. De titel 'opleverprocedure' roept daarbij eigenlijk een verkeerd beeld op. Letterlijk genomen is de oplevering het moment van acceptatie, maar vaak wordt daar het voor opleveren tot en met de eindcontroles (en herstel van de restpunten) mee bedoeld. Weliswaar ligt het zwaartepunt van deze ISSO-publicatie in die fase, maar het hogere doel van deze ISSO-publicatie is om tot beter functionerende installaties te komen. De ervaring leert namelijk dat alleen het (goed) opleveren van een installatie daarvoor geen garantie is. Dat installaties niet altijd goed werken, hangt mede samen met de complexiteit van de toegepaste installaties: Hoe complexer de installaties, hoe belangrijker het voorafgaande en aansluitende proces. Daarom is er in deze ISSO-publicatie voor gekozen, om ook de voorafgaande fasen (vanaf de contractvorming en het ontwerp) en de aansluitende fasen (eerste ingebruikname en verdere gebruiksperiode) te behandelen. Een rode draad daarbij is dat juist ook in de fasen voorafgaand aan de oplevering, uitgangspunten en achtergronden van de installaties (en de daarbij gemaakte keuzes) goed moeten worden vastgelegd, inclusief alle (geaccepteerde) mutaties. Voor veel zaken geldt dat dit bij voorkeur gedurende het gehele proces moet worden bijgehouden, en niet pas achteraf. Dit laatste geldt bijvoorbeeld expliciet voor installaties die bij de oplevering niet meer goed toegankelijk zijn, bijvoorbeeld de installaties boven de verlaagde plafonds. Voor de fase aansluitend op de oplevering geldt dat de installaties veelal nog goed moeten worden afgestemd op het gebruik in de praktijk (wat niet altijd het ontwerpgebruik is), niet in de laatste plaats omdat de verschillende bedrijfssituaties (winter of zomer, vollast of deellast) of specifieke gegevens (jaarrendement, bodembalans) bij de oplevering (nog) niet goed te testen zijn. Al in de contractfase moet de verwijzing naar deze ISSO publicatie worden opgenomen, waarbij er moet worden vastgelegd welke kwaliteit voor de toetsing er aangehouden moet worden (zie ook paragraaf 1.7.2). Tevens is het daarbij van belang dat de kosten voor deze kwaliteitsborging in beeld worden gebracht en worden gebudgetteerd. En tot slot is het van belang dat dat de gebruiker goed wordt geĂŻnstrueerd hoe de installaties moeten worden bediend, zodat de installaties na oplevering niet alleen kunnen worden gefinetuned, maar ook adequaat aangepast kunnen worden op mutaties in gebruik of gebouw. Hoe deze ISSO-publicatie te gebruiken staat omschreven in hoofdstuk 1 en dit staat samengevat in de leeswijzer.
ISSO-publicatie 107
7
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
VOORWOORD Duurzaam Beheer en Onderhoud Deze ISSO-publicatie maakt deel uit van de ISSO-publicatiereeks Duurzaam Beheer en Onderhoud (zie bijlage B) Duurzaam Beheer en Onderhoud richt zich op een beter binnenmilieu in gebouwen en een optimale energieefficiëntie van gebouwen. Belangrijk hierbij is, dat de facilitaire organisatie grip op de situatie krijgt en een centrale rol inneemt binnen het beheer en onderhoud. Duurzaam Beheer en Onderhoud van gebouwen richt zich daarbij voornamelijk op het beheer en onderhoud rondom de klimaatinstallaties van utiliteitsgebouwen De reden waarom Duurzaam Beheer en Onderhoud zich rondom de klimaatinstallatie concentreert, is dat uit onderzoek [15] is gebleken dat de klimaatinstallaties in meer dan 70% van de gebouwen in Nederland niet functioneert zoals beoogd. Van de klachten over het binnenmilieu, zijn de oorzaken van klachten over het binnenklimaat het lastigst aanwijsbaar. Het onderzoek geeft tevens aan, dat 90% van de klachten van gebruikers over het binnenklimaat gerelateerd zijn de klimaatinstallatie. Daarnaast blijkt het energiegebruik van klimaatinstallaties hoger dan nodig. Gemiddeld genomen is een energiebesparing van 30% mogelijk. De publicatiereeks Duurzaam Beheer en Onderhoud van ISSO beschrijft de methode waarmee het beheer en onderhoud verbetert voor gebouwen, zodat de hiervoor genoemde problemen sterk worden verminderd. Doel van deze ISSO-publicatie is al met de realisatie en oplevering van het gebouw en de daarin opgenomen klimaatinstallaties te borgen dat de installaties optimaal kunnen functioneren. In volgorde van prioriteit wordt met Duurzaam Beheer en Onderhoud gestreefd naar: 1. Tevreden gebruikers; 2. Een comfortabele en gezonde werkomgeving (goed binnenmilieu); 3. Een energiezuinig gebouw met een goede energie-efficiëntie; 4. Een goed functionerende (klimaat)installatie; 5. Een goed onderhouden (klimaat)installatie. Bij Duurzaam Beheer en Onderhoud wordt als begrip de DB&O-status of 0-status aangehouden, waarbij het functioneren van de (klimaat)installaties in grip en overzicht op de gegevens is, met een optimale energie-efficiëntie. Doel van deze ISSO-publicatie is het opleveren van een gebouw in die 0-status en deze gedegen overdragen naar beheer. Duurzaam Beheer en Onderhoud staat nader omschreven in bijlage G.
ISSO-publicatie 107
9
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
BEGRIPPENLIJST Bedrijfstijd De tijdspanne dat de gebouwgebonden installatie in bedrijf is (dagbedrijf). Beheer De verantwoordelijke zorg dragen voor het gebouw en de gebouwgebonden installaties. Beheer (pijler) Pijler binnen het DB&O-proces. Het beheer rondom de klimaatinstallatie heeft onder andere invloed op het binnenklimaat in de leefomgeving rond de gebruiker en het energiegebruik van het gebouw. Beheerder De verantwoordelijke persoon die zorg draagt voor het beheer van het gebouw en de gebouwgebonden installaties. Beheersen Meester zijn van een toestand, het in de hand hebben of onder controle houden van iets. Binnenklimaat Het deel van het binnenmilieu dat alleen door het thermisch binnenklimaat en de luchtkwaliteit bepaald wordt. Binnenmilieu Alle invloeden in de leefomgeving in een binnenruimte die tot een bepaalde zintuiglijke waarneming kunnen leiden of die het fysiologisch functioneren van de mens kunnen beĂŻnvloeden in een binnenruimte. Het binnenmilieu wordt bepaald door het thermisch binnenklimaat (o.a. temperatuur), het visueel binnenklimaat (o.a. verlichtingssterkte), het akoestisch binnenklimaat (o.a. geluid) en de luchtkwaliteit. Comfort (~ van het binnenklimaat). De ervaren geriefelijkheid van het binnenklimaat. Commissioning Het voortschrijdend geavanceerde verificatieproces vanaf het voorontwerp van een installatie tot op het moment dat de installatie goed functioneert na afloop van de garantieperiode. Commissioning Autoriteit (CA) Een onafhankelijke deskundige (partij) die tot taak heeft een Commissioningsplan op te stellen en een team van Commissioningsspecialisten samen te stellen. Controleert het Commissioningsproces en waarborgt samen met de opdrachtgever het gevraagde proces. Bewaakt voor de opdrachtgever de (gewenste) prestaties die zijn vastgesteld in het Commissioningsplan. Commissioning Provider Specialist die onafhankelijk van de uitvoerende installateur en directievoering werkt en gekwalificeerd is om alle systemen te inspecteren, testen en in te regelen onder bedrijfscondities. Dit mag een teamlid zijn van het ontwerpteam, mits de persoon voldoende is gekwalificeerd en niet in hetzelfde bedrijf werkt als het installatiebedrijf. De persoon behoeft de tests niet zelf uit te voeren, maar moet wel supervisie houden en opdracht geven aan partijen om de tests uit te voeren. Commissioning Plan Het plan dat de gewenste prestaties en uitgangspunten omvat voor de gebruikswijze van gebouw en installaties. Dit plan wordt bij aanvang van de Commissioning door de CA opgesteld. ContinuĂŻteit in DB&O Het vasthouden van minimaal de DB&O-status (0-status). Na het bereiken van de DB&O-status zijn vaak nog (lange termijn) verbeteringen mogelijk. De DB&O-deskundige is voor technisch advies op afroep of periodieke inspecties beschikbaar. DB&O-status (0-status) Status waarbij de doelen van Duurzaam Beheer en Onderhoud zijn bereikt: de installaties functioneren volgens de specificaties, bij het beheer wordt informatie over de klimaatinstallatie beheerd en beheerst en de gebruikers weten welk binnenklimaat verwacht kan worden en kennen hun eigen verantwoordelijkheden. Het bereiken van de DB&O-status betekent niet dat de situatie al optimaal is. Met name aanpassingen op lange termijn zullen vaak nog uitgevoerd worden. De invulling van de DB&O-status wordt door het facilitair management aangegeven.
ISSO-publicatie 107
11
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
(DB&O-)deskundige Persoon met een gedegen kennis van gebouwgebonden installaties die binnen het DB&O-proces een cruciale rol vervult. Deze persoon voert de Quick Scan uit, stelt samen met het projectteam het Plan van Aanpak op en begeleidt de Verbeterslag. Duurzaam Beheer en Onderhoud (DB&O) Een manier van beheer en onderhoud waarbij de prestaties van het gebouw en installaties op het niveau als beoogd (terug)gebracht en in stand gehouden worden, waarbij tevens deze prestaties geborgd worden op de lange termijn. Het facilitair management speelt hierin een centrale rol. Facilitair management De integratie van processen binnen een organisatie, om overeengekomen diensten te ontwikkelen en in stand te houden, gericht op de ondersteuning en bevordering van de effectiviteit van het primaire proces. In de publicatie(reeks) is facilitair management als algemene term gehanteerd. Gezien de vele soorten organisatiestructuren, kan deze term en de plaats in de organisatie van het facilitair management van gebouw tot gebouw verschillen. Facilitair manager Persoon die deel uitmaakt van het facilitair managementteam. Functioneel onderhoud (Een vorm van toestandafhankelijk) onderhoud waarbij niet alleen zo wordt onderhouden dat een component of installatie werkt, maar ook dat deze functioneert als beoogd. Deze functionaliteit kan afwijken van het oorspronkelijk ontwerp wanneer zich wijzigingen in bijvoorbeeld het gebruik van het gebouw hebben voorgedaan. Functionele inspecties Inspecties waarbij niet alleen wordt gecontroleerd of een component of installatie werkt, maar ook of deze functioneert als beoogd. Deze functionaliteit kan afwijken van het oorspronkelijk ontwerp wanneer zich wijzigingen in bijvoorbeeld het gebruik van het gebouw hebben voorgedaan. Functioneren Werken zoals beoogd (waarbij rekening gehouden wordt met mogelijke wijzigingen in gebruik). Gebouwbeheersysteem (GBS) Systeem waarmee (alle) binnen het gebouw aanwezige installaties, met name de elektrische en werktuigbouwkundige installaties, centraal aangestuurd en bediend kunnen worden en met elkaar kunnen samenwerken. Gebruik De manier waarop gebruikers of de organisatie het gebouw 'toepassen'. Gebruiker Iedereen die het gebouw gebruikt, de 'bewoners' van het gebouw. Gebruikstijd De tijdspanne waarin de desbetreffende ruimte of het gebouw voor de reguliere functie gebruikt wordt. Gehuisveste organisatie De (fysieke) organisatie, bijvoorbeeld een (deel van een) bedrijf, dat in het gebouw gevestigd is. Indicator Parameter die een signalerende functie heeft en een aanwijzing geeft over de mate van kwaliteit. Inspanningscontract Onderhoudscontract, bestemd voor gebouwen en gebouwgebonden installaties, waarin vastgelegd is dat bepaalde inspanningen op het gebied van het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden (bestek) worden uitgevoerd. Deze worden in het contract in meer of mindere mate gedetailleerd beschreven. Kerndocument Een document volgens ISSO-publicatie 105 dat kan worden gezien als een 'gebouwhandleiding', waarin alle belangrijke informatie over de uitgangspunten, werking en mogelijkheden van de klimaatinstallatie ook voor niettechnici duidelijk is vastgelegd. Het kerndocument is een belangrijk document voor een Duurzaam Beheerd en Onderhouden gebouw.
ISSO-publicatie 107
12
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
Kledingweerstand Thermische isolatiewaarde van kleding. Een lage kledingweerstand betekent een lage isolatiewaarde, zoals bij zomerse kleding het geval is. Klimaatinstallatie Een installatie gericht op het scheppen van het juiste binnenklimaat (voor het verblijven of werken in het gebouw). De klimaatinstallatie bestaat in veel gevallen uit centrale (ketels, luchtbehandelingskasten) en lokale (radiator, fan coil unit) installaties. Klimaatklachten Door gebruikers gemelde klachten over het binnenklimaat. Veel klachten zijn een indicator voor een slecht binnenklimaat. De klachten dienen serieus, maar niet altijd letterlijk genomen te worden. KPI (Key Performance Indicator) Zie prestatie-indicator. KPI wordt (vaak ten onrechte) gebruikt als begrip wanneer de prestatie-indicator een contractvoorwaarde betreft. Monitoring Het waarnemen en verzamelen van informatie over iets (hier bijvoorbeeld prestaties en energiegebruik van de klimaatinstallatie), gedurende langere tijd of afstand met een bepaalde bedoeling. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Ondernemen volgens de richtlijn ISO 26000. Onafhankelijke derde/deskundige Persoon of bedrijf onafhankelijk van uitvoerende partijen of opdrachtgever. Onderhoud De tijdens de levensduur van een gebouw ononderbroken uit te voeren reeks van inspecties, onderhoudsbeurten, wijzigingen en herstelwerkzaamheden die nodig zijn om te waarborgen dat gebouw en (het functioneren van) gebouwinstallaties in overeenstemming met de beoogde uitgangspunten blijft. Onderhoudscontract Een overeenkomst tussen een opdrachtgever (facilitair management) en onderaannemer/opdrachtnemer (onderhoudspartij) waarin het onderhoud van de installaties qua tijd en kosten is geregeld. Onderhoudspartij Partij die het onderhoud verricht aan (klimaat)installatie(s), vaak een installateur. Organisatie De (bestuursmatige) organisatie waarin kennis, vaardigheden en kracht doelgericht zijn samengebundeld om te voorzien in de behoefte aan producten en/of diensten in haar omgeving. Overdracht De stap na de Verbeterslag binnen het stappenplan van DB&O. In deze stap wordt de DB&O-status bereikt en zal overzicht en grip op het binnenklimaat zijn ontstaan voor het facilitair management. Perceptie (pijler) Pijler binnen het DB&O-proces. Deze pijler omvat het ervaren comfort: de wijze waarop gebruikers de omgeving ervaren en/of deze voldoet aan de verwachtingen. Pijler Binnen DB&O wordt gesproken over de drie pijlers, de dragers van het DB&O-proces. Deze drie pijlers betreffen Installatie, Beheer en Perceptie. Binnen elk van deze pijlers zal een verandering plaatsvinden om van een 'traditioneel' onderhouden gebouw naar een Duurzaam Beheerd en Onderhouden gebouw te komen. Plan van Aanpak Stap binnen het stappenplan van DB&O. Tijdens de Plan van Aanpakfase worden de bevindingen uit de Quick Scan en het verbeterpotentieel gestructureerd. De bevindingen worden uitgewerkt tot een Plan van Aanpak voor de Verbeterslag. Prestatie Resultaat van een actie, dat kan worden beoordeeld aan de hand van het bereiken van de prestatiecriteria.
ISSO-publicatie 107
13
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
Prestatieborging Vastleggen, controleren en vasthouden van de gewenste of bereikte prestaties. Prestatiecontract Onderhoudscontract, bestemd voor gebouwen en gebouwgebonden installaties, waarin vastgelegd is dat bepaalde prestaties van het gebouw en de installaties bereikt en vastgehouden dienen te worden. De werkzaamheden van de onderhoudspartij zijn gericht op het bereiken en vasthouden van deze prestaties. Prestatiecriteria Eisen of criteria die aan diverse prestatie-indicatoren gesteld worden. Prestatie-indicator Variabele om de prestaties van een bedrijfsproces te analyseren en te beoordelen. Binnen DB&O kan het bijvoorbeeld gaan om het onderhoudsproces of het functioneren van de klimaatinstallatie. Productiviteit Relatie tussen efficiĂŤntie en effectiviteit waarmee een persoon of organisatie productiemiddelen om weet te zetten in resultaat. Indien betrekking op de arbeidsproductiviteit kan dit worden gezien als een eenheid voor de arbeidstijd. Programma van Eisen Document waarin de wensen en prestatie-eisen van gebouw en de installaties namens de opdrachtgever zijn omschreven. Quick Scan Stap binnen het stappenplan van DB&O. Bij de Quick Scan wordt in beperkte tijd nagegaan hoe efficiĂŤnt beheer en onderhoud is georganiseerd en gerealiseerd in een specifiek gebouw. Zowel de organisatieaspecten als de functionele werking van het gebouw en de installaties worden onderzocht. Re-commissioning Voortzetting van het verificatieproces van Commissioning in bestaande gebouwen, waarbij periodieke functionele inspectie van de klimaatinstallatie en de daaruit voortvloeiende handelingen plaatsvinden. Regelstrategie Plan voor de regelingen van een klimaatinstallatie om een bepaald doel te bereiken, bijvoorbeeld energiezuinigheid. Reparatie Herstel van componenten van de klimaatinstallatie. Retro-commissioning Verificatieproces van Commissioning voor bestaande gebouwen waar nog niet eerder Commissioning voor heeft plaatsgevonden. Screenende meting Metingen waarbij enkele eenvoudig te meten parameters zoals ruimte-temperatuur, luchtvochtigheid en CO2 op een beperkt aantal plaatsen in het gebouw wordt gemeten. Deze metingen zijn indicatief voor de betreffende situatie op een bepaald moment, maar kunnen niet worden toegepast om het binnenklimaat te beoordelen. SMART Principe voor het eenvoudig en eenduidig opstellen en controleren van doelstellingen: Specifiek - Is de doelstelling eenduidig? Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt? Acceptabel - Is deze acceptabel voor de doelgroep en/of het management? Realistisch - Is het doel haalbaar? Tijdsgebonden. Split incentive De situatie waarin de eigenaar investeert in verbetermaatregelen terwijl de huurder daar de vruchten van plukt. Stappenplan Plan waarin staat welke stappen moeten worden doorlopen om een Duurzaam Beheerd en Onderhouden gebouw te bereiken. Steekproefsgewijs Een selectie uit de totale hoeveelheid te controleren installatieonderdelen.
ISSO-publicatie 107
14
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
Stooklijn Regeltechnisch verband tussen een temperatuur van een medium (water, lucht) en een omgevingsvariabele (veelal de buitentemperatuur). Storingen Onderbreking van het functioneren van de gebouwgebonden installaties, veelal als gevolg van het niet goed functioneren van ĂŠĂŠn of meerdere componenten. Systems engineering Systems Engineering betreft een Interdisciplinaire benadering die bijdraagt aan het realiseren van succesvolle systemen. Met Systems Engineering wordt ernaar gestreefd om niet alleen de technische, maar ook de bedrijfsdoelen van de opdrachtgevers (belanghebbenden) na te streven, met als doel een kwaliteitsproduct te bieden dat aan de gebruikersbehoefte en verwachtingen voldoet Techniek (pijler) Pijler binnen het DB&O-proces. Deze pijler omvat de techniek en het technisch functioneren van de techniek. Technische conditie Technische toestand of staat waarin de klimaatinstallatie of componenten hiervan zich bevinden. Verbeterslag Stap binnen het Stappenplan van DB&O waarin het Plan van Aanpak tot uitvoer wordt gebracht. Hierdoor zal de DB&O-status bereikt worden. Visuele inspectie Bepalingsmethode met visuele middelen, al dan niet met gebruik van eenvoudige hulpmiddelen als tape, spiegeltje, rollermaat, zakmes, priem, verrekijker en dergelijke, van zichtbare gebreken of symptomen van gebreken. Zelfdiagnose Het zelf indicatief vaststellen van de wijze van het technische functioneren van de klimaatinstallatie, de aanwezige kennis over de klimaatinstallatie en mate van eigen verantwoordelijkheid en perceptie van de gebruikers.
ISSO-publicatie 107
15
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
LEESWIJZER Deze ISSO-publicatie is opgebouwd met een keuzestructuur in verschillende toetsingsniveaus (van C=laag tot A=hoog), zodat de te volgen procedure daaruit kan worden samengesteld. Immers, gebouwen en de daarin aanwezige klimaatinstallaties kunnen onderling sterk verschillen, en diverse opdrachtgevers kunnen ook andere kwaliteitseisen stellen. In hoofdstuk 1 wordt een inleiding gegeven en het doel van deze ISSO-publicatie omschreven samen met enkele algemene achtergronden. Tevens wordt onderbouwd waarom het belangrijk is te investeren in goede kwaliteitsborging bij de overdracht en ingebruikname van (klimaat)installaties. Daarnaast wordt de opbouw van de publicatie, fasering en toetsingsklassen en hoe deze te gebruiken toegelicht. De genoemde keuzestructuur is als tabel opgenomen als hoofdstuk 2. In deze keuzetabel zijn de kwaliteitscriteria per onderwerp en toetsingsklasse steeds beknopt omschreven. In de hoofdstukken 3 tot en met 7 wordt een nadere toelichting gegeven op de onderwerpen en onderdelen die in de keuzetabel van hoofdstuk 2 is opgenomen. De fasestructuur is daarbij aangehouden maar voor de overzichtelijkheid zijn wel de onderwerpen samengevoegd indien deze in meerdere fases worden genoemd. In hoofdstuk 8 wordt nader ingegaan op de overdracht naar de beheerfase. In de huidige praktijk is daar nog voldoende aandacht voor en dit is een van de oorzaken van het niet goed functioneren van (klimaat)installaties. Investeren in een goede overdracht blijkt zichzelf terug te verdienen omdat dit resulteert in een lager energiegebruik en een beter comfort. Bij het gebruik van deze ISSO-publicatie wordt gevraagd de onderwerpen uit hoofdstuk 8 extra aandacht geven en daar een weloverwogen keuze te maken. In de bijlagen zijn verdere checklists opgenomen. Daarnaast zijn er achtergronden opgenomen met betrekking tot contractvormen en andere instrumenten voor kwaliteitsborging. Daarbij nadere informatie over de ISSO-publicatiereeks Duurzaam Beheer en Onderhoud.
ISSO-publicatie 107
17
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
1
ALGEMEEN
1.1 INLEIDING Wij brengen een groot deel van ons leven in gebouwen door. Comfortabel afgeschermd van extreme klimaatinvloeden, er is verlichting voor als het donker is. We gebruiken dagelijks technische voorzieningen in gebouwen en ervaren de kwaliteit van deze omgeving die daarmee wordt bereikt. Technische voorzieningen als bijvoorbeeld de klimaatinstallatie maken dus een belangrijk deel uit van de wijze waarop wij onze omgeving ervaren. Een verminderde kwaliteit heeft dus een significante invloed op ons welbevinden. Het is goed om daarbij stil te staan om vast te stellen dat we het functioneren van een klimaatinstallatie dagelijks ervaren en dat dit ons welbevinden beïnvloedt. Daarbij gebruiken de technische voorzieningen in gebouwen veel energie. Gebouwen gebruiken een belangrijk deel van de nationale energiebalans, zoals in afbeelding 1.1 is weergegeven. Installaties zijn verantwoordelijk voor verreweg het grootste deel van het energiegebruik van gebouwen. Installaties met een optimale energie-efficiëntie zouden vanzelfsprekend moeten zijn, maar helaas blijkt dit in de praktijk nog niet het geval. Energieverspilling door niet goed functionerende installaties veroorzaakt momenteel circa 2 à 3% meer CO2-uitstoot dan nodig, gemeten op de totale landelijke uitstoot.
9% 6% 33%
Gebouwde omgeving Industrie Verkeer
23%
Landbouw Overig eindverbruik 28%
Gearceerde delen betreffen het elektriciteitsverbruik binnen de sectoren
Afb. 1.1 Energiegebruik per sector (bron: nationale energieverkenning 2016) Ervoor zorgen dat installaties in gebouwen niet meer energie gebruiken dan nodig, is een belangrijke verantwoording in deze context. Bij het opleveren van een nieuwe klimaatinstallatie dient voorkomen te worden dat deze onnodig energie verspilt en dient geborgd te worden dat de beoogde functionaliteit wordt geboden en een comfortabele omgeving wordt bereikt. 1.2 DOEL VAN ISSO-PUBLICATIE 107 Het doel van deze ISSO-publicatie is: 'het leveren van een praktisch handvat voor het structureren van het opleverproces en de overdracht naar de onderhouds- en beheerfase' waarmee het realisatieproces wordt afgesloten. Enerzijds dient volledig aan de van toepassing zijnde contractstukken te worden voldaan. Anderzijds dient geborgd te worden dat de klimaatinstallaties juist functioneren en het vereiste comfort bieden met een optimale energieefficiëntie. Bij voorkeur volledig afgestemd op de actuele indelingen van het gebouw en gebruikswijze. Met andere woorden: een overdrachtsproces met aandacht voor de indelingen en gebruikswijze opdat het gebouw en met name de installaties goed aansluiten bij de eisen/wensen van de gebruiker/eigenaar als vastgelegd in PvE/ ontwerpdocumenten en voldoen aan de wet- en regelgeving. Deze ISSO-publicatie behandelt het technisch opleveren van een klimaatinstallatie. Juridische aspecten worden niet benoemd, maar de publicatie sluit daar wel op aan. Deze ISSO-publicatie is bedoeld voor professionals die werken aan de ontwikkeling, het ontwerp, de realisatie en het beheer en onderhoud van klimaatinstallaties in utiliteitsgebouwen. 1.3 INVESTEREN IN KWALITEITSBORGING Verzorgen van kwaliteitsborging kost tijd. Het bestaat onder andere uit het uitvoeren van goede beproevingen, het opstellen van heldere en complete gebouwdocumentatie en het uitvoeren van een zorgvuldige inbedrijfstelling. Niet zelden besparen installateurs hierop vanwege de onderlinge concurrentie om de laagste prijs. Het is immers niet direct zichtbaar dat de toetsingen en inbedrijfstelling zorgvuldig en gedegen plaatsvinden. Onvoldoende kwaliteit is niet zelden het gevolg, waardoor er kosten moeten worden gemaakt om een gebouw alsnog te laten voldoen aan de specificaties.
ISSO-publicatie 107
19
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
Uit internationale literatuur en onderzoeken blijkt dat gericht investeren in kwaliteitsborging van klimaatinstallaties zichzelf ruimschoots terugverdient. Toch blijft het lastig om dit voorafgaand aan een realisatieproces inzichtelijk te maken, omdat dit 'terugverdienen' gaat over het vermijden van faalkosten. Het gaat tegen het gevoel in om er aan het begin van een project al vanuit te gaan dat er faalkosten zullen optreden. Faalkosten overkomen in de beleving van velen vooral een ander. Toch blijkt het essentieel om deze kwaliteitsborging een solide positie te geven binnen de processen en erop toe te zien dat de daarvoor benodigde activiteiten worden gedaan. Zorgvuldig in de contractdocumenten omschrijven wat aan kwaliteitsborging moet worden gedaan en wat daarvoor geleverd moeten worden is daarvoor het fundament. Deze ISSO-publicatie is daarvoor een leidraad. Als duidelijk is wat er aan kwaliteitsborgingsactiviteiten zal worden uitgevoerd kan daar een budget voor worden bepaald. Uitgangspunt van deze ISSO-publicatie is dat het budget voor het opleverproces en kwaliteitsborging wordt bepaald en gereserveerd. 1.4 FASERING VOLGENS ISSO-PUBLICATIE 107 Deze ISSO-publicatie volgt een fasering die voorkomt uit commissioning, zoals deze bijvoorbeeld is ontwikkeld door BSRIA (the Building Services Research and Information Association uit Engeland). Deze fasering is gericht op de activiteiten die tijdens een ontwerp- en realisatieproces plaatsvinden en loopt door tot de gebruiksfase van het gebouw. Voordeel is dat deze fasering onafhankelijk is van een eventuele fasering voortkomend uit een contractvorm, zodat deze structuur op de meeste contractvormen is toe te passen. Deze ISSO-publicatie houdt de volgende fasen aan: Fase
Omschrijving
1
Initiatief
2
Ontwerp
3
Uitwerking (Bestek)/werkvoorbereiding
4
Uitvoering
5
Verificatie en in bedrijfstelling
6
Opname en overdracht
7
Ingebruikname/ inrichting
8
Overdracht naar beheer en nazorg
Afb. 1.2 Fasering voor deze ISSO-publicatie Als dit wordt vergeleken met de oplevering en in gebruik name van een industriĂŤle procesinstallatie (afbeelding 1.3), blijkt 'het bewijs' voor een goede geleverde kwaliteit en de acceptatie daarvan in de industrie in een veel later stadium plaats te vinden dan in de gebouwde omgeving gebruikelijk is. Onderdelen van die benadering zijn meegenomen bij het uitwerken van deze ISSO-publicatie.
ISSO-publicatie 107
20
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer
Bouwfase
1)
Technisch gereed
Omzet van kwaliteitsdocumenten van aannemer naar opdrachtgever
Project mijlpaal
2)
Installatie conform specificaties
Gereed voor in bedrijfstelling
Pre commissioning In bedrijfsstelling
Prestatie test
Eerste in gebruikname van de installatie
In gebruikname van de installatie Garantie periode
Pre commissioning
3) Omzet van kwaliteitsdocumenten van aannemer naar opdrachtgever
Overdracht van in bedrijfstellingsdocumenten naar opdrachtgever
Voorlopige oplevering
4)
Definitieve oplevering
Afb. 1.3 Startup & Commissioning van een industriële procesinstallatie (bron: QAQC Construction) 1.5 TOETSINGSKLASSEN Deze ISSO-publicatie is opgebouwd met een keuzestructuur in verschillende toetsingsniveaus (van C=laag tot A=hoog), zodat de te volgen procedure daaruit kan worden samengesteld. Per fase en per onderdeel/onderwerp worden verschillende toetsingsklassen onderscheiden. De reden dat er verschillende kwaliteitsniveaus en omvangen van toetsingen zijn omschreven is tweeledig. Ten eerste verschillen projecten in omvang en complexiteit waardoor er verschillen in de eisen aan een goede opleverprocedure aanwezig zijn. Ten tweede zullen de voorkeuren per opdrachtgever verschillen als het gaat om voor de eisen van het te hanteren kwaliteitsniveau. Deze voorkeuren zijn bijvoorbeeld afhankelijk van de wijze waarop de gebouwen gebruikt worden en/of de eigendomssituatie. Er wordt onderscheid gemaakt in 3 toetsingsklassen, te weten: Toetsingsklasse C voldoende; Toetsingsklasse B goed; Toetsingsklasse A zeer goed. Voldoen aan een van deze toetsingsklassen houdt in dat er een gedegen opleverprocedure is samengesteld die voldoende kwaliteitsborging biedt en waarbij de van toepassing zijnde aspecten volledig zijn ingevuld. Oplevering
Complexiteit
Hoog
A
B
C Laag
... tot Onderhoud en Beheer
Van Programma van Eisen...
Afb. 1.4 Toetsingsklassen over de projectfasen Toetsingsklasse C betreft een degelijk niveau dat de lat ten opzichte van de huidige praktijk al iets hoger legt. Als vertrekpunt ligt de focus daarbij op de periode rondom de oplevering, waarbij de huidige gebruikelijke werkwijze voor oplevering is aangehouden.
ISSO-publicatie 107
21
Opleverprocedure klimaatinstallaties en de overdracht naar beheer