Publicatie 116-2021 ISSUU

Page 1


ISSO-publicatie 116

Legionellaveilige gebouwen Bouwkundig ontwerp en realisatie

ISBN: 978-90-5044-344-9


INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1

5

Begrippenlijst

7

Onderwerp en toepassingsgebied

9

2

Eisen en richtlijnen

11

3

Ontwerpmethodiek

13

4

5

6

7

Gebouwontwerp

15

4.1

Stappenplan

15

4.2

Uitgangspunten

15

4.3

Koele zones

15

Installatie-ontwerp

17

5.1

Stappenplan

17

5.2

Uitgangspunten

17

5.3

Temperaturen

17

5.4

Vaststellen waterzone

18

5.4.1

Koele stroken

18

5.4.2

Koele vlakken

19

Uitwerking

21

6.1

Stappenplan

21

6.2

Leidingplan waterinstallatie

21

6.3

Meterruimte

22

6.4

Coördinatietekeningen

22

Realisatie

23

7.1

Beschikbare documenten

23

7.2

Ontwerpuitgangspunten

24

7.3

Leidingen en tappunten

24

7.4

Opstelplaats voor de warmte-opwekker

25

7.5

Opstelplaats voor drukverhogingsinstallatie

25

7.6

Meterruimten

25

7.7

Gestapelde bouw

25

7.8

Gebruiksinstructie bewoners

26

Bijlage A

Modeloplossingen

27

Bijlage B

Bestekteksten

44

Literatuurlijst

ISSO-publicatie 116

45

3

Legionellaveilige gebouwen


SAMENVATTING Het voldoende uit elkaar houden van verwarmingsleidingen en drinkwaterleidingen blijkt een dusdanig lastige opgave dat ook met alle nu beschikbare kennis de watertechnische installatiebedrijven het probleem niet meer alleen kunnen oplossen. Het realiseren van de concepten is daarmee niet alleen een zaak van de watertechnische installatiebedrijven, maar van alle bij het bouwproces betrokken partijen: ontwerpers, bouwers en installateurs van het gebouw. Deze kennis gaat daarom vooral in op de bouwkundige randvoorwaarden om legionellaveilige leidingwaterinstallaties in gebouwen mogelijk te maken. In maart 2021 is deze kennis (voorheen gebundeld in de CUR-Aanbeveling) geactualiseerd en gebundeld in ISSO-publicatie 116. Het voorkómen van ongewenste opwarming van leidingwater is een voortdurend punt van aandacht. Artikel 6.13 uit het Bouwbesluit 2012 geeft in het eerste lid aan dat een drinkwaterinstallatie moet voldoen aan NEN 1006. Nadere voorschriften omtrent de toepassing van materialen en evt. chemicaliën in drinkwaterinstallaties kunnen volgens het tweede lid worden gegeven via de ministeriële Regeling Materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening. Bouwkundige randvoorwaarden hebben hierin duidelijk niet de focus. Vooral in de installatiesector is inmiddels veel kennis ontwikkeld en vastgelegd om te komen tot legionellaveilige leidingwaterinstallaties in gebouwen. Via de aansluitvoorwaarden van het drinkwaterbedrijf worden eisen gesteld aan de leidingwaterinstallatie door middel van NEN 1006 en de bijbehorende Waterwerkbladen. Daarnaast zijn er verschillende ISSO-publicaties waarin kennis over legionellapreventie in gebouwinstallaties is vastgelegd. In 2011 is de laatste ISSO/SBR-publicatie 811 uitgebracht waarin ook de link naar de bouwkundige randvoorwaarden wordt gemaakt. Toch blijkt in de bouwpraktijk nog te vaak dat in het bouwkundig ontwerp onvoldoende is nagedacht over de benodigde randvoorwaarden om te komen tot een legionellaveilige leidingwaterinstallatie. Daarom is destijds in 2017, met financiële ondersteuning van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu en in nauwe samenwerking met een speciaal breed samengestelde commissie van inhoudelijke deskundigen en marktpartijen, besloten om een CUR-Aanbeveling te maken die specifiek gericht is op de bouwkundige sector. Daarin zijn ontwerpconcepten opgenomen die voorzien in bruikbare en toepasbare technische oplossingen. Deze ISSO-publicatie is erop gericht om aan te sluiten op de gangbare ontwerpmethodiek voor een gebouw. Voor het ruimtelijk ontwerp wordt aangegeven welke ontwerpuitgangspunten vastgelegd moeten worden. Met behulp van checklists voor het technisch ontwerp, het geschreven bestek en voor het bouwkundig tekenwerk worden de essentiële, duidelijk vast te leggen punten beschreven die nodig zijn om een legionellaveilige leidingwaterinstallatie mogelijk te maken. Veel voorbeelden hebben betrekking op veel voorkomende woningtypologieën voor grondgebonden geschakelde en vrijstaande woningen, maar ook voor verschillende typen appartementen. Desalniettemin is deze ISSO-publicatie niet uitsluitend gericht op woningbouw en wel degelijk goed toepasbaar op het ontwerp voor veel voorkomende utiliteitsgebouwen, zoals kantoorgebouwen, logiesgebouwen en bijeenkomstgebouwen. De kennis uit deze ISSO-publicatie is volledig afgestemd op ISSO-publicatie 30 'Leidingwaterinstallaties in woningen', de ISSO Checklist 'hotspots' in waterleidingen en NEN 1006 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties. De samenstellers van deze publicatie hechten eraan het volgende te benadrukken: Het is van belang dat in een drinkwaterinstallatie geen situatie ontstaat waarin bacteriologische nagroei (o.a. Legionellabacteriën) kan plaatsvinden. Met de in deze publicatie beschreven concepten wordt de kans tot een minimum beperkt dat deze zich tot ongezonde concentraties kunnen ontwikkelen als gevolg van opwarming door verwarmingsleidingen, onderdelen van collectieve warmtedistributie of onvoldoende doorstroming en bij gangbare ontwerpcondities, normaal gebruik en beheer. Installaties die hierop zijn ontworpen en volgens de hiervoor beschikbare normen en richtlijnen, binnen de context van deze ISSO-publicatie worden gerealiseerd, kunnen als legionellaveilig worden gekwalificeerd. Alle andere denkbare oorzaken van groei van Legionella door ongewenste opwarming, zoals zoninstraling en hoge temperatuurregimes, slecht beheer en afwijkend gebruik vallen buiten het kader van deze publicatie.

ISSO-publicatie 116

5

Legionellaveilige gebouwen


Deze oorspronkelijke kennis uit 2017 is tot stand gekomen in de hiervoor in het leven geroepen CUR-commissie 'ontwerpen en realiseren van legionellaveilige gebouwen'. Deze commissie bestond uit de volgende leden:  Thiemo Bakker, Oasen N.V. namens Vewin;  Ir. Michiel van Bruggen, De Energiemanager (rapporteur);  Erwin Hartmann, Grohe;  Tinus de Lange, Wavin;  Ir. Alexander Pastoors, Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus;  Ing. Irene van Veelen, ISSO;  Ing. Robèrt Verheij, Aquaserva;  Gerben Verweij, Viega;  Dr. Ir. Bas Hasselaar, SBRCURnet (secretaris). De CUR-Aanbeveling is door de commissie afgestemd op ISSO-publicatie 30 en NEN 1006 die dieper ingaan op het installatietechnisch ontwerp en de installatietechnische uitvoering van legionellaveilige waterinstallaties.

ISSO-publicatie 116

6

Legionellaveilige gebouwen


BEGRIPPENLIJST Biofilm Een slijmlaagje van micro-organismen aan de binnenkant van een leiding. Dode leiding/dood eind Leidinggedeelte waarin geen doorstroming met leidingwater plaatsvindt doordat bijvoorbeeld op het uiteinde van dit leidinggedeelte geen tappunten zijn aangesloten (die gebruikt worden). Doorstroomde leiding Een drinkwaterleiding waarop tappunt(en) en/of taptoestel(len) aangesloten zijn waarbij minimaal een wekelijkse verversing van de leidinginhoud is gegarandeerd. Drinkwater Water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden, dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warmtapwater en huishoudwater. Drinkwater is geschikt voor menselijke consumptie. Drinkwaterleiding Leiding ten behoeve van het transport van drinkwater. Hotspot Plaats in de drinkwaterleiding waar het leidingwater kan opwarmen tot boven 25 °C. Plaats in een uittapleiding voor warmtapwater waar het water niet kan afkoelen tot ten hoogste 25 °C. Koele strook Strook in de vloer of het plafond waarin waterleidingen worden aangelegd. De breedte van de strook wordt bepaald door de vereiste minimale afstanden tussen waterleidingen en warme leidingen. In de koele strook bevinden zich geen warme leidingen. Koel vlak Vlak in dekvloer, constructieve vloer of plafond waarin waterleidingen worden aangelegd. In het koele vlak bevinden zich geen warme leidingen. Warmtapwater Verwarmd drinkwater. Warme leiding Verzamelnaam voor leidingen die continu warm zijn zoals verwarmingsleidingen, vloerverwarmingsleidingen of warmtapwatercirculatieleidingen. Warmtapwaterleiding Leiding ten behoeve van het transport van warmtapwater. Waterzone Zone waarin waterleidingen worden ingetekend in de ontwerpfase. Om te voorkomen dat het leidingwater in deze leidingen kan opwarmen dient de waterzone vrij te zijn van warme leidingen. Warmtezone Zone waarin de warme leidingen worden ingetekend in de ontwerpfase. Deze zone dient vrij te zijn van water leidingen om te voorkomen dat waterleidingen kunnen opwarmen. Waterleiding Verzamelnaam voor drinkwaterleidingen en warmtapwateruittapleidingen.

ISSO-publicatie 116

7

Legionellaveilige gebouwen


1

ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED

Legionella Pneumophila is een bacterie die de veteranenziekte of legionellagriep veroorzaakt. Een besmetting kan ontstaan door het inademen van druppels waternevel die besmet zijn met legionellabacteriën. De Legionella Pneumophila-bacterie komt incidenteel in onschadelijke aantallen voor in het Nederlandse drinkwater. In een leidingwaterinstallatie kunnen omstandigheden optreden die zorgen voor gevaarlijke uitgroei van de bacterie. Optimale groeiomstandigheden zijn stilstaand water met een temperatuur tussen 25 en 50 °C (optimaal is 30 - 40 °C) en de aanwezigheid van biofilm of ander organisch materiaal. Onder een legionellaveilig gebouw wordt verstaan een gebouw met de gebouwinstallaties waarbij tijdens gebruik van het gebouw geen omstandigheden voorkomen waarbij de Legionellabacterie kan uitgroeien. Het ontwerp van een gebouw moet zodanig zijn dat optimale groeiomstandigheden in de leidingwaterinstallatie voorkomen worden. Daarbij gelden de volgende basiseisen:  Zorg dat de temperatuur van het drinkwater of afgekoelde warmtapwater in de waterleidingen niet hoger wordt dan 25 °C;  Zorg dat alle waterleidingen regelmatig, minimaal wekelijks, ververst worden. Deze eisen liggen vast in de norm NEN 1006 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties. Het zorgen voor een goed doorstromende leidingwaterinstallatie is goed op te lossen bij het maken van een leidingplan. Het leidingplan wordt dan zo ontworpen dat er een regelmatig gebruikt tappunt op het eind van de leiding aanwezig is. Als er een risico is op ongewenste opwarming van tapwater in de leidingwaterinstallatie is er sprake van een hotspot. Hotspots kunnen bijvoorbeeld ontstaan doordat tapwaterleidingen en verwarmingsleidingen elkaar kruisen of dicht bij elkaar lopen. In het ontwerp van een gebouw liggen, door de plaats van meterkast, tappunten, warmteopwekker(s) en warmteafgiftesystemen mogelijk risico's op hotspots besloten. Het is daarom van belang om in de ontwerpfase hiermee rekening te houden. In deze ISSO-publicatie wordt een ontwerpmethodiek voor gebouwen met verblijfsgebieden (zoals woningen, ziekenhuizen verzorgingshuizen e.d.) beschreven. Daarnaast worden voor verschillende typen woningen modeloplossingen gegeven ten behoeve van het voorkomen van hotspots in de leidingwaterinstallatie. Deze ISSO-publicatie is gericht op de ontwerpfase (architectonisch ontwerp, bouwkundig ontwerp installatieconcept), de uitwerkingsfase (installatietechnisch ontwerp) en de realisatiefase van niet-industriële gebouwen.

ISSO-publicatie 116

9

Legionellaveilige gebouwen


2

EISEN EN RICHTLIJNEN

Wettelijke eisen aan bouwwerken zijn vastgelegd in het Bouwbesluit, afd. 6.3 Watervoorziening, nieuwbouw en bestaande bouw. De relevante door de wetgever in het Bouwbesluit aangestuurde privaatrechtelijke richtlijnen zijn:  NEN 1006:2018 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties;  NEN 2768:2018, Meterruimten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen in woningen. Via de aansluitvoorwaarden van het drinkwaterbedrijf worden eisen gesteld aan de leidingwaterinstallatie door middel van NEN 1006 en de bijbehorende Waterwerkbladen. Daarnaast zijn er diverse publicaties van ISSO. Deze publicaties hebben een normatief karakter, dat wil zeggen dat ze niet de status hebben van norm, maar wel door het vakgebied worden gedragen en als zodanig gelden als vakkennis:  ISSO-publicatie 30 Leidingwaterinstallaties in woningen;  ISSO-publicatie 30.5 LegionellaCode;  ISSO-publicatie 55 Leidingwaterinstallatie voor woon- en utiliteitsgebouwen;  ISSO-publicatie 55.1 Legionellapreventie in leidingwater (verplicht voor prioritaire locaties aangewezen in het Drinkwaterbesluit);  ISSO-publicatie 55.2 Handleiding Zorgplicht Legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties (voor nietprioritaire locaties). Wettelijke eisen ten aanzien van het beheer van leidingwaterinstallaties zijn vastgelegd in het Drinkwaterbesluit, hoofdstuk 4. Deze ISSO-publicatie richt zich verder niet op het beheer maar op het ontwerp en de realisatie van een gebouw. Toetsingscriteria ontwerp De temperatuur van het water in leidingdelen van drinkwater- en huishoudwaterinstallatie mag ten hoogste 25 °C bedragen (NEN 1006, art. 2.1.2). Warmwater in leidingen die geen onderdeel zijn van een circulatiesysteem moet als geen water wordt getapt, binnen 45 minuten afkoelen tot een temperatuur gelijk aan of lager dan 25 °C. (NEN 1006, art. 2.1.2). Een leidingwaterinstallatie moet zo zijn uitgevoerd dat bij gebruik overeenkomstig de ontwerpcondities:  Een zodanige doorstroming van alle leidingen wordt bereikt, dat een voldoende verversing is gewaarborgd (minimaal wekelijks de volledige leiding inhoud);  Langdurige (meer dan een week) stilstand wordt voorkomen;  De leidingen éénmaal per week ververst c.q. gebruikt worden in verband met de organoleptische aspecten (geur, kleur en smaak);  Aan het begin van een leidingdeel minimaal een terugstroombeveiliging EA is aangebracht indien de inhoud van dat leidingdeel niet wekelijks wordt ververst, en op dit leidingdeel geen tappunten zijn aangesloten voor hygiënische en consumptieve doeleinden;  Een dode leiding/dood eind niet voorkomt (NEN 1006, art. 3.1.4). De afstand van drink- warmtap- en huishoudwaterleidingen tot leidingen voor verwarming, warmtapwater en andere warmtebronnen moet zo zijn dat het leidingwater niet onbedoeld kan worden opgewarmd tot boven de 25 °C (NEN 1006, art. 3.1.8). Leidingen mogen niet worden geïnstalleerd in rookkanalen, ventilatieschachten en liftschachten (NEN 1006, art. 3.4.2.2). Om ongewenste opwarming te voorkomen worden eisen gesteld aan:  De ventilatie van de meterruimte;  De positie van installatieleidingen;  Warmtebronnen in en nabij de meterruimte;  Inwendige afmetingen en indeling van de meterruimte;  De meterruimte, stijgruimte, schacht en koker bij aanwezigheid van een warmte-aansluiting (NEN 1006, art. 3.4.3).

ISSO-publicatie 116

11

Legionellaveilige gebouwen


De opstellingsruimte voor de drukverhogingsinstallatie moet:  Zo zijn gesitueerd dat de drukverhogingsinstallatie voor bevoegde personen te allen tijde gemakkelijk bereikbaar is;  Van zodanige afmetingen zijn dat de nodige toestellen en leidingen gemakkelijk kunnen worden opgesteld, onderhouden en vervangen respectievelijk bediend;  Schoon, droog, vorstvrij, koel en geventileerd zijn en kunnen worden verlicht. Onder koel wordt hier verstaan een temperatuur tussen 4 °C en 25 °C, en bij voorkeur lager dan 20 °C;  Zo zijn ingericht dat het ten gevolge van werkzaamheden vrijkomend leidingwater, zonder overlast te veroorzaken, kan worden afgevoerd (NEN 1006 art 4.3.5).

ISSO-publicatie 116

12

Legionellaveilige gebouwen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.