ISSO-publicatie 55.2
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
ISBN: 978-90-5044-351-7
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
5
Begrippenlijst 1
2
3
4
5
6
7
Inleiding
13
1.1
Waarom deze handleiding?
13
1.2
Hoe kunt u deze handleiding gebruiken?
13
1.3
Uitgangspunten
14
Uitgangspunten en werkwijze
15
2.1
Risicofactoren
15
2.2
Werkwijze
15
2.3
Beheersconcepten
16
Inventarisatie tappunten
17
3.1
Inleiding
17
3.2
Werkwijze beperkte risicoanalyse
17
3.3
Aerosolvormende tappunten
17
3.4
Inventarisatie gegevens tappunten
18
3.5
Vastleggen resultaten risicoanalyse
18
3.6
Formulieren voor inventarisatie gegevens en beperkte risicoanalyse
19
Beperkt aantal tappunten met aerosolvorming
23
4.1
Inleiding
23
4.2
Segmenteren van de installatie
23
4.3
Fysisch beheersconcept: desinfectie aan tappunten
24
4.4
Fysisch en fotochemisch beheersconcept: plaatselijke desinfectie in toevoer naar alle aerosolvormende tappunten
25
Toetsing van installaties met aerosolvormende tappunten
27
5.1
Inleiding
27
5.2
Algemene gegevens
28
5.3
Leveringspunt drinkwater
29
5.4
Drinkwaterreservoirs
29
5.5
Drukverhogingsinstallaties
30
5.6
Uittapleidingen koud en warm water
32
5.7
Leidingen met onbepaalde stroomrichting
33
5.8
Richtlijnen voor het aansluiten van toestellen op het drinkwater
34
5.9
Brandslanghaspels
35
5.10
Nooddouches
36
5.11
Warmwatervoorziening
37
5.12
Warmwaterleidingnet: circulatiesysteem
39
Beheersinstructie
41
6.1
Inleiding
41
6.2
Registratielijst
41
6.3
Automatisering van beheersmaatregelen
42
6.4
Bedrijfsonderbreking
42
6.5
Monstername en correctieve maatregelen
42
Bijlage A
Wettelijk kader, normen en richtlijnen
45
Bijlage B
Legionellabacteriën: eigenschappen, aanwezigheid in waterinstallaties en risicofactoren
48
Bijlage C
Registratielijst beheersmaatregelen
50
Literatuurlijst
ISSO-publicatie 55.2
51
3
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
SAMENVATTING Deze Handleiding zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties richt zich op beheerders (eigenaren, adviseurs en installateurs) van collectieve leidingwaterinstallaties die buiten de reikwijdte van de Regeling voor legionellapreventie van het Drinkwaterbesluit [2] vallen. Het doel van deze handleiding is om hen op een eenvoudige, toegankelijke en overzichtelijke manier te adviseren over de invulling van de zorgplicht voor het beschikbaar stellen van deugdelijk drinkwater die zij hebben op basis van de Drinkwaterwet [1] en het Drinkwaterbesluit [2]. De handleiding richt zich daarbij uitsluitend op de zorgplicht met betrekking tot het aspect legionella. De eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie die niet valt onder hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit [2] bepaalt zelf hoe hij aantoont dat aan de zorgplicht is voldaan. De eigenaar is dan ook niet verplicht de werkwijze te hanteren zoals beschreven in dit document. In deze handleiding is de volgende werkwijze gepresenteerd: 1. Inventarisatie tappunten met behulp van een beperkte risicoanalyse. Het doel hiervan is vast te stellen of aan hoeveel tappunten aerosolen kunnen vrijkomen. Deze inventarisatie kan door de eigenaar van de installatie zelf worden uitgevoerd en richt zich uitsluitend op de tappunten; 2. Vervolgens zijn er drie mogelijkheden: A. Als er geen tappunten zijn waar aerosolen kunnen vrijkomen, is men klaar; B. Als aan een relatief beperkt aantal tappunten aerosolvorming optreedt, kan een aanpak worden gevolgd die zich uitsluitend richt op die tappunten; C. Als aan een relatief groot aantal tappunten aerosolvorming optreedt, is het uitvoeren van een risicoanalyse voor de gehele installatie gewenst. 3. Tenslotte kunnen de uitgevoerde risicoanalyse en eventueel te nemen beheersmaatregelen worden vastgelegd in een beheersinstructie. In een installatie met een relatief beperkt aantal aerosolvormende tappunten zijn er drie verschillende benaderingen mogelijk: 1. Splitsing van de installatie kort na de watermeter (segmenteren); 2. Desinfectie aan tappunten (fysisch beheersconcept); 3. Plaatselijke desinfectie in toevoer naar alle aerosolvormende tappunten (fysisch of fotochemisch beheersconcept). Voor een complexe installatie met relatief veel tappunten met aerosolvorming kan een uitgebreidere risicoanalyse worden uitgevoerd. Hiertoe is de installatie vanaf het leveringspunt tot de tappunten verdeeld in een aantal componenten dat met behulp van een checklist kan worden getoetst. Waar nodig worden maatregelen voorgesteld in de vorm van installatieaanpassingen en/of beheersmaatregelen. Bij beide benaderingen kunnen de resultaten van de risicoanalyse worden vastgelegd in een beheersinstructie. De beheersmaatregelen worden ook opgenomen in de beheersinstructie en de uitvoering ervan wordt vastgelegd op een registratielijst. Bij het toepassen van een fysische of fotochemische techniek is een risicoanalyse en beheersplan (conform ISSO-publicatie 55.1 [8]) verplicht, compleet met een specifieke aanvulling met betrekking tot de betreffende techniek. De techniek moet bovendien gecertificeerd zijn volgens BRL-K14010-1 [14].
ISSO-publicatie 55.2
5
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
BEGRIPPENLIJST Aerosol Uiterst fijne nevel van waterdeeltjes in de lucht met een diameter van 1 tot 10 micrometer. Biofilm Populatie van micro-organismen in een matrix van slijm, die aan het inwendige oppervlak van een installatiegedeelte gehecht is. Brandblusinstallatie Voorziening voor brandbestrijding met leidingwater. Voorbeelden: Een op een leidingwaterinstallatie aangesloten brandslanghaspel; Een op een leidingwaterinstallatie aangesloten aparte groep brandslanghaspels; Een op een leidingwaterinstallatie aangesloten voorziening met voorraadtank of drukverhogingspomp. Chemicaliën Stoffen of daaruit samengestelde producten, niet zijnde biociden als bedoeld in artikel 1 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, die ten behoeve van de bereiding van drinkwater in contact worden gebracht met te behandelen water of drinkwater, dan wel daaraan worden toegevoegd met het doel een kwaliteitsverandering van dat water te bewerkstelligen. Chemisch beheer Wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het toevoegen van biociden aan drinkwater. Circulatieleiding De leiding in een circulatiesysteem vanaf de aftakking van de laatste (warm tapwater) uittapleiding of vanaf het laatste warm tapwater tappunt tot aan het warmtapwatertoestel. Circulatiesysteem warmtapwater Een leidingsysteem waarin warm water in een leidingwaterinstallatie in circulatie kan worden gehouden. warmtapwaterleiding, deel uitmakend van het circulatiesysteem
uittapleiding circulatieleiding circulatiepomp
enkelvoudige uittapleiding
warmtapwaterbereider koudwaterleiding
Afb. Circulatiesysteem warmtapwater Circulerend mengwatersysteem Systeem waarin mengwater in voortdurende beweging wordt gehouden zodat een ingestelde aanvoertemperatuur gehandhaafd wordt, exclusief de hierop aangesloten warmtapwaterbereiding en exclusief de hieraan verbonden uittapleidingen. Collectieve installatie De term 'collectieve installatie' wordt in de ISSO-publicaties gebruikt als overkoepelend begrip voor de wettelijke termen 'collectieve watervoorziening' en 'collectief leidingnet'. Collectief leidingnet Samenstel van leidingen, fittingen en toestellen dat tijdelijk dan wel permanent, is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, en door middel waarvan drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers.
ISSO-publicatie 55.2
7
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
Collectieve watervoorziening Landgebonden voorziening, niet zijnde een drinkwaterbedrijf, voor de productie of distributie van water dat met behulp van een leiding of distributienet aan consumenten of andere afnemers als leidingwater ter beschikking wordt gesteld. Ctgb Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. In Nederland mogen alleen gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden gebruikt, verhandeld of in voorraad worden gehouden die zijn toegelaten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) van oktober 2007. Hierbij worden de mogelijke risico's voor mens, dier en milieu beoordeeld. Het Ctgb is als zelfstandig bestuursorgaan verantwoordelijk voor de toelating. Desinfecteren Het op zodanige wijze behandelen van het water dat legionellabacteriën, en eventuele andere aanwezige microorganismen uit het water en aan de oppervlakte van alle watervoerende onderdelen (biofilm) gedood of verwijderd worden. Bij plaatselijke desinfectie wordt uitsluitend het voorbij stromend water gedesinfecteerd. Bij systeemdesinfectie wordt (een deel van) een installatie gedesinfecteerd. Correctieve desinfectie betreft desinfectie van (delen van) een leidingwaterinstallatie nadat biofilm en/of (hoge) concentraties van legionella zijn aangetroffen. Preventieve desinfectie betreft periodieke desinfectie van (delen van) een leidingwaterinstallatie teneinde aanhechting en groei van legionella te voorkomen en eventueel aanwezige legionella en biofilm af te doden. Distributieleiding Het hoofdleidingnet van het drinkwaterbedrijf. Dode leiding/Dode eind Leidinggedeelte waarin geen doorstroming met leidingwater plaatsvindt doordat bijvoorbeeld op het uiteinde van dit leidinggedeelte geen tappunten zijn aangesloten (die gebruikt worden). Drinkwater Water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warmtapwater en huishoudwater. Drinkwater is geschikt voor menselijke consumptie en voldoet aan de relevante voorschriften op basis van EG richtlijnen. Drinkwaterinstallatie Leidingwaterinstallatie voor de afname van drinkwater. Drinkwaterreservoir In de drinkwaterinstallatie opgenomen en daaruit gevoede voorraadbak voor drinkwater onder atmosferische druk, waarin de kwaliteit van het drinkwater ongewijzigd blijft. Eenvoudige drinkwaterinstallatie Samenstel van leidingen, fittingen en toestellen na de watermeter, aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of een collectieve watervoorziening dan wel op een collectief leidingnet, dat in omvang en complexiteit overeenkomt met dat van een eengezinswoning. Eigenaar Juridische eigenaar. Elektrochemisch beheer Wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van elektroden om daardoor biociden in het drinkwater te vormen dan wel biociden aan drinkwater toe te voegen. Enkelvoudige uittapleiding Een leiding waardoor leidingwater naar één tappunt kan stromen. Etmaalgemiddelde binnentemperatuur De temperatuur die in een ruimte gemiddeld over een dag optreedt. Exploitant Exploitant van een locatie/gebouw met inbegrip van de daarin aanwezige collectieve watervoorziening of collectief leidingnet.
ISSO-publicatie 55.2
8
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
Fotochemisch beheer Wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van ultraviolet licht in combinatie met titaniumoxide om daardoor biociden in het drinkwater te vormen dan wel biociden aan drinkwater toe te voegen. Fysisch beheer Wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van filters, pasteurisatie of door lagedruk-lampen opgewekt ultraviolet licht. GBS Gebouwbeheersysteem. Systeem voor de geautomatiseerde besturing en controle van installaties voor verwarming, koeling, luchtbehandeling, watervoorziening en mogelijk andere functies. Gevaarlijk toestel Toestel dat naar zijn aard nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het leidingwater kan opleveren. Hotspot Een plaats in de drinkwaterinstallatie waar het leidingwater kan opwarmen tot boven 25 °C of meer dan 5 °C boven de omgevingstemperatuur. Plaats in een uittapleiding voor warmtapwater waar het water niet kan afkoelen tot ten hoogste 25 °C of tot minder dan 5 °C boven de omgevingstemperatuur. Huishoudwater Leidingwater dat niet voldoet aan de kwaliteitseisen van drinkwater en dat in collectieve installaties uitsluitend bestemd is voor toiletspoeling en in woninginstallaties uitsluitend bestemd is voor toiletspeling, gebruik ten behoeve van de wasmachine of het besproeien van de tuin. Huishoudwatervoorziening Samenstel van leidingen, fittingen en toestellen voor de productie en distributie van huishoudwater. kve Letterlijk: 'kolonie vormende eenheid'. Het aantal kolonie vormende eenheden per volume (zowel per liter als per milliliter gegeven), zoals bepaald in een analyse door middel van een kweektechniek. Leidingwater Water, bestemd om te drinken, te koken, voedsel te bereiden of andere huishoudelijke doeleinden.
bv|ub0 ঞ;m;| 7ubmh -|;u0;7ubf=
Leveringspunt Plaats waar: a. Het distributienet van een drinkwaterbedrijf, respectievelijk collectieve watervoorziening, overgaat in een collectieve watervoorziening, respectievelijk collectief leidingnet, dan wel overgaat in een woninginstallatie of andere installatie die op dat distributienet is aangesloten; b. Een collectief leidingnet overgaat in een woninginstallatie of andere installatie die op dat leidingnet is aangesloten. Zie onderstaande afbeelding. Leveringspunt
Centraal Leveringspunt
1
Leveringspunt
2
3
Ɛĺ oѴѴ;1ঞ; ; -|;u oou b;mbm] Ƒĺ oѴѴ;1ঞ;= Ѵ;b7bm]m;| ƒĺ )ombm]bmv|-ѴѴ-ঞ; ƑƳƒ Ʒ ;b7bm] -|;ubmv|-ѴѴ-ঞ;
Afb. Leveringspunten
ISSO-publicatie 55.2
9
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
Een voorbeeld van een collectief leidingnet, zoals getekend, is een flat of een recreatieterrein. Andere voorbeelden van een collectief leidingnet zijn een ziekenhuis, industrieelcomplex of school. Ook is het mogelijk dat er geen collectief leidingnet aanwezig is, bijvoorbeeld bij rechtstreekse levering van drinkwater aan een woning. Via een distributienet van een drinkwaterbedrijf kan drinkwater alsmede huishoudwater geleverd worden. Meervoudig circulatiesysteem warmtapwater Circulatiesysteem warmtapwater dat zo is ingericht dat op één of meer plaatsen leidingen parallel doorstroomd kunnen worden. Mengwaterinstallatie Leidingwaterinstallatie voor de afname van warmtapwater dat met een bepaalde hoeveelheid drinkwater is vermengd om de gewenste lagere temperatuur in stand te houden (mengwater). Naverwarmingstijd De naverwarmingstijd is de tijdsduur waarin water continu op of boven de gegeven temperatuur moet worden gehouden. Omdat het hier in de regel een situatie met doorstroming betreft moet er voor worden gezorgd dat al het doorstromende water aan deze eis voldoet. Er mag geen situatie ontstaan waarin een deel van het water een kortere naverwarmingstijd en/of een lagere temperatuur heeft ondergaan. Perceel Elk roerend of onroerend goed, gedeelte of samenstel daarvan, dat een leveringspunt heeft of zal hebben ten behoeve waarvan levering van leidingwater geschiedt of zal geschieden. Proceswater Water - niet zijnde leidingwater - voor bedrijfsmatige toepassingen (waaronder technologische, brandblus-, reinigingsen koelprocessen). Reinigen Het verwijderen van bezinksel, sediment en (kalk)afzetting van de (oppervlakte van) watervoerende onderdelen van (delen van) een leidingwaterinstallatie. Sediment Bezinksel of afzetting uit het water. Spoelen Bij het spoelen wordt het water in een uittapleiding naar een tappunt ververst. Hierbij worden geen eisen gesteld aan de temperatuur van het water. Standtijd De standtijd is de tijdsduur waarin een leiding of andere installatiedelen in zijn geheel op of boven de gegeven temperatuur moet worden gehouden ten behoeve van preventieve thermische desinfectie. Tappunt Plaats waar het drinkwater, huishoudwater of warmtapwater beschikbaar komt voor gebruik. Taptemperatuur De temperatuur van het water aan het tappunt. Thermisch beheer Wijze van legionellapreventie gebaseerd op beheersing van de temperatuur van het drinkwater of het warm tapwater. Toezichthouder De toezichthouder, aangewezen op grond van artikel 48 van de Drinkwaterwet [1], sinds 20 april 2012 is Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Voor mijnbouwinstallaties is de toezichthouder het Staatstoezicht op de Mijnen. Uittapleiding Niet-circulerende leiding waaruit leidingwater direct, aan één of meer tappunten ter beschikking wordt gesteld. Warmtapwater Verwarmd drinkwater. Warmwaterleidingnet Warmtapwaterinstallatie zonder warmtapwatertoestel.
ISSO-publicatie 55.2
10
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
Warmtapwatertoestel Toestel of serie van toestellen, waarmee warmtapwater wordt bereid of kan worden bereid door het opwarmen van drinkwater. Warmtapwatertemperatuur De temperatuur van het warmtapwater aan het tappunt. Woninginstallatie Samenstel van leidingen, fittingen en toestellen, aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of van een collectieve watervoorziening of op een collectief leidingnet, en deel uitmakend van een woning.
ISSO-publicatie 55.2
11
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
1
INLEIDING
1.1 WAAROM DEZE HANDLEIDING? U bent beheerder (eigenaar, exploitant, adviseur en/of installateur) van een collectieve leidingwaterinstallatie en u vindt een goed beheer met betrekking tot legionella belangrijk? Dan bevat dit document voor u nuttige informatie. U moet zich wel eerst afvragen of uw gebouw of instelling en daarmee uw leidingwaterinstallatie valt onder hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit [2]. Deze installaties worden ook wel prioritaire installaties genoemd. Hierbij moet u denken aan: Ziekenhuisvoorzieningen; Zorginstellingen; Gebouwen met logiesfunctie: - Hotels; - Campings; - Jachthavens; - Bed & breakfast > 5 personen. Opvangcentra voor asielzoekers; Gebouwen met een celfunctie: - Gevangenissen; - Politiebureaus; - Asielzoekerscentra. Badinrichtingen: - Zwembaden; - Sauna's; - Bubbelbad. Truckstops, benzinestations en wegrestaurants met openbare douchefaciliteiten. Voor dit type instellingen gelden specifieke wettelijke regels met betrekking tot legionellabeheer. Met behulp van hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit [2] kunt u nagaan of uw instelling behoort tot deze risicocategorie. Is dat inderdaad het geval dan is de inhoud van dit document NIET op u van toepassing en verwijzen wij u naar ISSO-publicatie 55.1 [8]. Als u beheerder bent van een collectieve leidingwaterinstallatie die niet behoort tot de prioritaire categorie dan hoeft u niet aan de specifieke wettelijke regels op het gebied van legionellapreventie te voldoen. Dit geldt bijvoorbeeld als u beheerder bent van een kinderopvang, een sportcentrum, een onderwijsinstelling, een horecagelegenheid, een kantoorgebouw of een bedrijfsgebouw. In algemene zin heeft u als beheerder - op grond van de Drinkwaterwet [1] - echter wel een zorgplicht voor de levering van deugdelijk drinkwater. Dit betekent dat het water dat u levert geen micro-organismen mag bevatten in hoeveelheden die nadelige effecten kunnen hebben op de volksgezondheid van de gebruikers. Er bestaan geen regels waarin staat hoe u moet aantonen dat u voor legionella aan deze zorgplicht voldoet. Daar bent u als beheerder vrij in. Juist op dit punt kan deze handleiding u behulpzaam zijn door op een eenvoudige en effectieve manier een werkwijze te presenteren waarmee u kunt aantonen aan de zorgplicht met betrekking tot legionella te voldoen. Opmerking: Het voldoen aan de zorgplicht legionellapreventie alleen is niet voldoende voor het beheren van uw leidingwaterinstallatie. U moet volgens NEN 1006 de leidingwaterinstallatie zo onderhouden dat deze blijft functioneren volgens de ontwerpspecificaties. Zie hiervoor Waterwerkblad WB 1.4G [6] en ISSO-publicatie 55.5 [10]. 1.2 HOE KUNT U DEZE HANDLEIDING GEBRUIKEN? De in deze handleiding gepresenteerde werkwijze vindt u kernachtig samengevat in afbeelding 2.1 van hoofdstuk 2. Centraal in deze afbeelding staat de vraag of er sprake is van aerosolvorming aan tappunten van de leidingwaterinstallatie. De besmettingsroute voor legionella loopt via de inademing van zeer kleine waterdruppeltjes - zogenoemde aerosolen - die ontstaan bij het sproeien en/of vernevelen van water. Als uit een korte inventarisatie van de tappunten - conform de werkwijze in hoofdstuk 3 - wordt vastgesteld dat er nergens door de leidingwaterinstallatie water wordt verneveld, is er geen risico op blootstelling van gebruikers aan legionella. U hoeft dan verder geen actie te ondernemen.
ISSO-publicatie 55.2
13
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties
Aerosolvorming Is er wel sprake van tappunten met aerosolvorming, bijvoorbeeld douches, knijpdouches, een tappunt met hogedrukreiniger, een tappunt met tuinslang en sproeikop of een bedrijfsslanghaspel, dan is vervolgens het aantal van belang. Is er slechts een relatief beperkt aantal tappunten met aerosolvorming dan biedt hoofdstuk 4 u een aantal opties om op eenvoudige wijze tot een goed legionellabeheer te komen. Relatief weinig tappunten Wat is een relatief beperkt aantal tappunten? Dat is moeilijk eenduidig vast te leggen maar wel met een aantal voorbeelden te illustreren: Een kantoorgebouw met twee douches; Een restaurant met twee knijpdouches in de keuken; Een garage met een hogedrukreiniger die is aangesloten op een tappunt en een personeelsdouche. Relatief veel tappunten Zijn er relatief veel tappunten met aerosolvorming dan wordt in deze handleiding aanbevolen een uitgebreidere risicoanalyse uit te voeren volgens hoofdstuk 5 waarbij de onderdelen van de leidingwaterinstallatie afzonderlijk worden getoetst. U controleert dan op zaken als temperatuur van het water in combinatie met de gebruiksfrequentie van tappunten, eventuele stilstand van de installatie of installatieonderdelen in vakantieperiodes, aanwezigheid van terugstroombeveiligingen, etc. U toetst dan uw installatie aan de bouwvoorschriften (NEN 1006 [4] en de Waterwerkbladen [6]). Beheersinstructie Het is verstandig om de resultaten van uw werkzaamheden schriftelijk vast te leggen in een beheersinstructie. Wat daar precies allemaal in moet staan, vindt u terug in hoofdstuk 6. Achtergrondinformatie in bijlagen In de bijlagen vindt u meer achtergrondinformatie. In bijlage A staat in wat meer formele bewoordingen aanvullende informatie over het algemeen wettelijk kader en over normen en richtlijnen op het gebied van legionellapreventie in leidingwatersystemen. Daarnaast is in deze bijlage een tabel opgenomen met een overzicht van alle regelgeving op het gebied van legionellapreventie, ook voor andere objecten dan leidingwaterinstallaties. Bijlage B informeert u meer in detail over eigenschappen van legionellabacteriën. En in bijlage C treft u een overzicht aan van de verschillende concepten die bij het beheer van legionella in leidingwaterinstallaties kunnen worden toegepast. Hierbij is ook aandacht besteed aan alternatieve beheersconcepten waarbij gebruik wordt gemaakt van fysische of fotochemische technieken. 1.3 UITGANGSPUNTEN Als eigenaar of exploitant van een collectieve leidingwaterinstallatie die NIET valt onder hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit [2] bepaalt uzelf hoe u aantoont dat aan de zorgplicht is voldaan. U bent dan ook niet verplicht de werkwijze te hanteren zoals beschreven in dit document. De zorgplicht voor eigenaren van collectieve leidingwaterinstallatie is een veelomvattend begrip. Deze handleiding richt zich uitsluitend op de zorgplicht met betrekking tot het aspect legionella. Alle adviezen in deze handleiding zijn opgesteld conform de NEN 1006 [4] en de Waterwerkbladen [6] en zijn gebaseerd op de meer specifieke richtlijnen voor het ontwerp, de uitvoering en het beheer van een legionellaveilige leidingwaterinstallatie uit de ISSO-publicaties 55 [7] en 55.1 [8]. Let op: In deze handleiding wordt een vereenvoudigde werkwijze gepresenteerd. De adviezen kunnen afwijken van de richtlijnen beschreven in de ISSO-publicatie 55.1 [8].
ISSO-publicatie 55.2
14
Zorgplicht legionellapreventie collectieve leidingwaterinstallaties