JONG ATlANTISCH SAMENWERKINGS ORGAAN NEDERLAND
aug./sept. 1976
nr.5
Inhoud pag. 2 pag. 4
B. Bjarnason J.A. Walkaten
pag. 6
G. Jungslager
pag. 9 pag. 13 pag. 16
R.D. Praanlng R.D. Praanlng J.Th. Hoekema
Visserijrechten en de Zeerechtconlerentle De derde VN-Zeerechtconlerentle en de vrije vaart ter zee Militair-strategische aspecten van het zeerecht EYSM: Gemengde berichten uit Warschau De EYSM en de " Soclal Prograss" Ontwapeningsnota: Moedeloos en Mat
JASON - magazine Tweemaandelijkse uitga ve van de Stichting Jong Atlantisch Sa menwerkingsorgaan Ne derla nd Secretariaat:
Van Stolkweg 10, Den Haag Telefoon 070 - 54.27.03 Bankrekening nr.: 45.68.55.548 , AMRO-ban k Utrecht Girorekening nr.: 3.56.10.25
AedKtieJA80N-megIII:IM Hoofdredacteur redactie- leden
lay-out
: : : : :
KA Nederlof dr• . M arianne I. CarIIer drs. J.Th. Hoekema F.LM. '.afort Yvonne E.C. van Sluys
Redactie-adres JASON-magazlne:
Hooglandse Kerkgracht 13, Leiden Telefoon 071 - 13.24.39 Voor abonnementen e.d. wende men zich tot het secretariaa t.
AbonnementspriJzen:
Per jaar f 15,- (tot 20 jaar f 10,-) Adherent van de Stichting JASON min. f 10,- (tot 20 jaar f 5,-) Adherenten krijgen bu iten het blad regelmatig publi caties van de Stichting toegestuurd . Men wordt verzocht het verschuldigde bedrag eigener beweg ing over te maken op de bank- of girorekening van de Stichting, tenzij men na ontvangst van een factuur wenst te voldoen. Advertenties:
Advertentietarieven worden U gaarne verstrekt door de penningmeester van de Stichting. De in dit blad uitgesproken meningen blijven geheel en al voor rekening van de betrokken auteur.
Dagelijks Bestuur: Voorzitter Algemeen Sec retaris l andelijk Secretaris Internationaal Secretaris Penningmeester Hoofd redacteur JASO N-mag.:
A.D. Praanlng Prawlra Ad lnlngrat drs. Marljke A. van Drunen Litte! Nlcolette Geveke drs. Marianne I. CerUer drs. F.R,M . Lekkerk erker K.A. Nederlof
Algemeen Bestuur: W.G. Alde rshof drs. R. J. Goedbloed mr. B. Kruys drs e.c. Sanders mr Bea CC van Schayck Machteld Sch mldt M Schutter H J Smallenbroek M F. Stutterheim dr JLK F de Vries
leden van het Dagelijks Bestuur zijn levens leden van hel Algemeen Bestuur
In het volgende nummer: Naarmate de ontwapeningsbesprekingen meer in de aandacht komen , neemt de belangstell ing voor de at.chrlkklngstheorleën toe. De gesch ieden is van deze theorieën, de hu idige concepties en toekomstige ontwikkel ingen komen in dit nummer aan de orde. In verband met de verk iezingen zullen onder voorbehoud ) de politieke partij en worden uitgenod igd ieder een korte visie te geven over het bultenland.en defensiebeleid van Nederland. Deze artikelen zult u kunnen aantreffen in het december/ januari nummer. Bij dragen voor dit nummer (en deze zij n niet gebonden aan het hierboven genoemde thema) worden, na overleg met de redaktie, graag Ingewacht voor 10 december 1976.
Redactioneel Zeerecht en JAS ON Wat heert zeerecht met een blad als J ASO N te maken ? Toegegeven , het is geen onderwerp waar Oost en West elkaar dagelijks over in de haren vliegen, het is ook geen verbindend or ontploffend element binnen de Atlantische samenleving. Maar het neemt bij die Oost-West relatie en binnen het Atlantisch gebied wel een steeds belangrijkere plaats in . Zeerecht regelt de heerschappij op zee. Het regelt derhalve de heerschappij over het grootste deel van deze aardbol, het deel dal ook in economisch en strategisch opzicht steeds belangrijker wordt. De Zeerechtconferentie (men leze daarvoor het arti kel van de heer Wa/katen ), poogt verouderde regels en ideeën door nieuwe afspraken te vervangen, maar Sluit daarbij op bijna niet te overbruggen tegenstellingen . Tegenstellingen die, het spreekt bijna vanzelf, botsingen va n economische en strategische belan gen zIJn .
Bjämason Economische tegenstellingen bestaan in Europa (en lussen landen die lid zijn van de NAVO ) over visserijrechten; de Ijslandse auteur BjömaJon geeft de visie van zijn land op dit conOi ct. Strategischee belangentegenstellingen - en dit voornamelijk tussen Oost en West - is het onderwerp dat door de heer jung,lager (directeur van de Marinestarschooll wordt behandeld . En daarmee zijn de raakvlakken van zeerecht enJASON aangegeven.
EYSM Elders in dit nummer is een artike l over de European Youth and Student Meeting (gehouden in Warschau ) te lezen. Als u
dit artikel over de voorbereid ingsconferentie ("Bij ons is iedereen gelukkig" , verslag van de Poolse Winterschool, jASON aprillmti '76) in aanmerking neemt, is het de tweede keer dat tal van pagina 's aan dit onderwerp wordt gewijd. Dat komt door het belang dat JASON aan dergelijke conferenties hecht. Hetgeen niet wil zeggen dat het een kritiekloos verslag, een juichende ovatie is. Twijfel over de opzet, voorbereiding en uitwerking van de conferentie vindt u in het artikel verwoord; de bedoeling om zeer veel, verschillend den kend e jongeren uit Europa bij elkaar te laten komen diem evenwel positiever te worden beoordeeld dan veelal gebeurt. .
Er wordt in dergelijke geva llen naar de directe uitkomst gekeken (slotverklaringen e.d), vergeten wordt dat het een volstrekt nieuw initiatief is dat kansen biedt andersdenk.enden buiten de officiële debauen urn te ontmoeten. Ged~~kle speeches (een veel voork.omend verschijnsel), offiCiële standpunten, formele debatten ... veel interessanter voor westerse deelnemers waren de gesprekken met oosteuropeanen in de wandelgangen. Een oerening in diplomatieke behendigheid? Voor later, als de deelnemers aan deze conferentie het "echte werk" gaan opknappen? Wie zal hct zeggen. In ieder geval is gedemonstreerd hoe moeilijk een inter~ati.o nale c~:>nferentie is. H oe snel een deelnemer gevangen Zil In offiCiële standpunten en hoe weinig bereidheid er bestaat om tijdens de debatten iets tot elkaar te komen. K.A. Nederlof
1
IJSLAND Visserijrechten en de Zeerechtconferentie Ijsland en andere kuststaten hebben inderdaad een lange tijd gepoogd de ontwikkeling van het zeerecht te beïnvloeden. Ze hebben zich op het standpunt gesteld dat de vis in de kustwateren een integraal deel uitmaakt van de natuurlijke bronnen van een kuststaat en dat een functioneel en een zich ontwikkelend internationaal recht gebaseerd moet zijn op een erkenning van die situatie.
AI op de Zeerechtconferenties van 1958 en 1960 ondersteunde de meerderheid het denkbeeld dat er, buiten de terriLOriale wateren, een gebied moest zijn waar de landen zeggenschap over de vis uitoefenen, zonder dat men evenwel overeenstemming bereikte over de omvang
van zo'n gebied. Op de derde VN-zeerechtconferentie zijn de ontwikkelingen verder gegaan en op de vergadering van de conferentie in Caracas (1974) ondersteunden meer dan 100 landen het recht van kuststaten op een Exclusieve Economische Zone tot 200 zeemijl uit de kust . Eén en ander werd verder uitgebouwd op de vergaderingen in Genève en New Vork , de laatste eindigend op 7 mei van dit jaar. In Genève resulteerde dit in een zgn.
Single Negolialing Texl (SNT), voorbereid door de voorzitters van de hoofd-commissies van de Conferentie, in het li cht van de discussies op de Conferentie. Op de zitting in
New Vork werd een gewijzigde SNT aangenomen die nu wo rdt bediscussieerd op de tweede zitting in New Vork,
begonnen op 2 augustus. Kuststaten bepalen vangst Voor ons Ijslanders is hel interessant om op te merken
Ijsland, dat geheel afhankelijk is van de kustvisserij voor haar economische overleving, is natuurlijk hoogst geïnteresseerd in de uitkomst van de VN -zeerechtconferentie. Deze interesse is niet alleen gebaseerd op de vooronderstelling dat deze conferentie uiteindelijk een wetenschap-
pelijke exploitatie van de Ijslandse visgronden onder Ijslandse controle lal vciligstcllcn; ook op het feit dat
Ijsland al in 1949 aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voorstelde het Zeerecht in zijn geheel aan de Internationale Juridische Commissie toe te vertrouwen. Exclusieve zone In 1956 stelde de commissie voor dat de kwes{Îes van de zones vastgesteld moest worden door ecn internationale conferentie. De huidige conferentie is de derde in een reeks die onder auspiciën van de VN gehouden wordt, de
eerste en de tweede dateren van 1958 en 1960. Alle hebben hun begin te danken aan het Ij slandse voorstel
van 1948.
2
dat de artikelen in de SNT die betrekking hadden op de visrechten, ongewijzigd door de eerste New Yorkse zitting kwamen; men kan daaro m zeggen dat deze principes zich
een blijvende plaats hebben veroverd. Het systeem zoals door de SNT aangenomen, is geba-
seerd op het onderscheid tussen de inslandhouding van de bronnen en het gebruik ervan. Alle landen proberen samen te· werken bij de noodzakelijke maatregelen voor het behoud om daarmee een maximale opbrengst van de visvoorraden te krijgen . Voor zover het betreft het gebruik van de visvoorraden, voorziet de SNT over de Economische Zones in artikel 45 in 200 zeemijlen Exclusieve Economische Zone, gerekend van het beginpunt van de territoriale zee. Artikel 50 stelt dat de kuststaten de toegestane visvangst in hun Exclusieve Economische Zone bepalen en dat zij,
met de beste wetenschappelijke methodes, door goede behoud- en beheermaatregelen de instandhouding van de levende ueschatlen in hun zones niet in gevaar mogen brengen door overbevissing. Hiertoe zullen de kuststaten , regionale- en globale organisaties samenwerken.
In artikel 5 I staat dat de kuststaten hun vangstcapaciteit in de exclusieve zone zullen bepalen. Als de kuststaten niet de gehele toegestane vangst kunnen uitvoeren, kunnen ze door overeenkomsten en andere maatregelen andere landen op bepaalde voorwaarden concessies geven voor het surplus .
Ij sland loopt al lange tijd voorop op de noordatlanti.che landen wat betreft de uitbreiding van de vis grenzen. De
voorbereiding op wettelijke maatregelen om op weten schappelijke manier de visgro,:,den ,van het IJ slands~ continent,,;!1 plat re. beschermen, begonnen èigen!ljk mèteen na de iJslandse onafhankelijkheid in 1944. Wetgeving over dit onderwerp kwam al in 1948 tot stand . Een overeenkomst over de territoriale grenzen, die Denemarken ten behoeve van Ijsland in 1901 met het Verenigd Koninkrijk had gesloten (die Britse schepen toestond wel tot op drie mijl van de Ijsland_se kust te vissen), werd in 1951 beëindigd . In 1950 werden alle baaien en fjorden van IJ slands noordkust gesloten en in 1952 hetzelfde voor alle andere baaien en fjorden en werden de vi'grertzen tot 4 zeemijl uitgebreid . In 1958 werden ze ui!~ebreid t()t 12 mijl, tot 50 mijl in 1972 en in 1975 tot 200 mijl.
na volgde een tijd waarin, hoewel men duidelijk doorging de visserij te intensiveren, de totale vangst in het
noordelijk deel van de Atlantische Oceaan begon te dalen. Tegen 1960 waren de inspanningen waarschijnlijk drie maal zo groot als eind 1940, terwijl de vangsten met ongeveer 2596 waren toegenomen.
" Sinds 1960 nam de bevissing in het noordatlantische gebied wederom aanzienlijk toe. De gevolgtrekking kan zijn dat er al eind vijftige~ jaren eç:n ove,rbevissil)g ,van
. kab~ljauw.· bestond ' e~ ' ·sindsdien . in 'versneld tempo is 'toegenoinen.". (einde éitaàt.) . Drastisch inperken ' De beperkte visgronden rond IJ sland 'zijn dus een aantal jaren bedreigd door overbevissing, Voor een land dat
voor het allergrootste deel afhankelijk is van de visserij en de visverwerkende industrie, is dit een oorzaak van
diepe bezorgdheid. Tegenwoordig vormen vis en visprodukten ca. 75% van de export. Het is daarom vrij logisch dat IJ ,land de eerste van de noordatlantische landen is geweest die maatregelen heeft genomen om zijn Yjsreserves te beschermen,
In artikel 51 van de SNT die nu op de zeerechtconferentie
Dalende vilvangsten
wordt besproken, staat : "De kuststaten zullen hun vangst<;apaciteit in de occlusieve economische zone bepa-
Al deze beslissingen zijn door cle IJslaridse regering eertzijdig gonomen. 'Allemaal hebben ze gcil.id tOt conflicten met het Verenigd Koninkrijk. In 1958, 1972 en 1975 mengde de Britse regering zich erin met de Royal Navy om Engelse schepen te beschermen die in gebied met IJsland-
·kuststaten " .. ,andere landen een deel van het surplus van de toegestane vangst (zullen) geven". Gedurende een groot aantal jaren is het deel van de buitenlandse vangst op de beperkte vissoorten in de IJ slandse wateren
se jurisdictie visten.
Hoewel de "kabeljauw oorlogen" tussen Ijsland en het VK steeds onoplosbaar schenen, hebben ze alle geresulteerd in overeenkomsten die de Britse visindustrie een overbruggingsperiode gee:ft in de omstreden zone.
Het is nu vrij duidelijk dat, onafhankelijk van het resultaat op de huidige zeerechtconferentie, Canada, Mexico, Noorwegen en de Verenigde Sla/en ""n 200 mijlszone zullen instellen begin 1977. De E;EG zal in oktober een beslissing nemen wanneer het zijn grenzen zal verleggen. Groot-Brittanië heeft veel druk uitgeoefend in de EEG om zo'n besluit te ,nemen en de Britten eisen een gebied van 50 mijl binnen hun 200 mijl waarin uitsluitend eigen kustvissers mogen komen. De reden achter deze samenwerking door de noordatlantische en nabijgelegen landen is het feit dat de lange termijn vangstcurve geleidelijk aan het dalen is sinds 1954/55, ondanks vergrote inspanningen in de visserij, Het lijkt hierbij op zijn plaats het 0 ECD-rapport "Intemalio1UJü Ontwihluling in ,it Vi,productie", uitgebracht in 1973, te citeren. .... ,het is interessam de ontwikkeling na te gaan van de gehele vangst in het noordatlantische gebied, te beginnen in 19S5, het laatste volledige vi'jaar voor de oorlog. Men kan aannemen dat de bevissing in 1950 weer op het peil van het eind van de jaren dertig was, evenals de vangsten en hun losplaatsen. "In vijf of zes jaar van tojJ-inlerisiltit waren de zeer hoge vangsten, volgend op het herstel van de voorraden in cl< nagenoeg afwezige exploitatie godurende de oorlog, teniet gedaan, "De vis-activiteit nam in bijna alle productielr'e gebieden enorm toe in de volgende vijl,es jaar, tot een verdubbeling in 1955 vergeleken met 1950. -De tO'tale rêoultaren waren een graduele V4lFlgsttoename in <!icr, periode', 'Daar-
len .. ." En het zelfde artikel vervolgt met te stellen dat de
ongeveer de helft van de totale vangst geweest. De belangrijkste doeleinden van de uitbreiding van de visserijgrertzen was in feite rweeledig: een groter deel voor de economieën der kuststaten veiligstellen en een
grotere controle op de bevissing bewerkstelligen. Dit ogenblik is naar recente berekeningen de IJ slandse vloot in staat niet alleen de totale toegestane vangst van de bedreigde soorten met een rationeel beheersysteem te gebruiken, maar moest zij haar inspanning aanzienlijk terugbrengen door de ernstige toestand waarin de belangrijkste visvoorraden zich bevinden, De restricties hebben de vorm aangenomen van het drastisch inperken van de bouw van nieuwe schepen, het aanzienlijk vergroten van de minimum-afmeting van de gevangen vis tesamen met het vergroten van de minimale mazen en een nagenoeg sluiten van de broedgebieden en
gebieden waar zich onvolgroeide vis bevindt. Verder zijn middelen gezocht om de grotere schepen gedeeltelijk van de kabeljauw-visserij naar andere, minder bedreigde vissoonen over te brengen.
Deze feiten in ogenschouw nemend, is het duidelijk dat de tegenwoordige overeenkomst met Noorwegen, de
Faroe Eilanden, België, West-Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. waarin wordt toegestaan dat hun schepen in de beperkte gebieden van de 200 mijlszone vissen, niet is gebaseerd op een "surplus in de toegestane vangst". op zijn minst niet wat betreft kabeljauwen schelvis,
Dreigende a~endemc:nten
Ehn Van de hoofdtederien voor de reg.ring van IJsland om deze overef:nkomsten te sluiten, is geweest dat het uitdnddijke resultaat van de zeerechtconferentie nog niet duidelqk is. Het is uiterst belangrijk voor Ijsland de voorzieningen in de Single ' rexl te IH:schennen, die .aapgeven dat de ·kuststaten onb~p<Tkte .echtsmamt over
3
d~
200 mijlszone
zull~n
krijgen, dat de
kU!Utat~n ~n
unilateraal recht genieten de omvang van de vangsten te
bepalen en of andere staten
t~g~staan
wordt in hun
wateren te vissen.
Voondurende conflicten in Ijslandse wateren laU sommige landen ~n aanleiding hebben gegeven amend~men ten in de Single Text voor te ,tdlen, onder andere etn Hof van Arbitrag~ i"'t~ll~n met de macht om definitieve ~n bindende be.li"ing~n te nemen in geval van ~en geschil tussen kust~ en andere staten. Toen Ijsland en de EEG in juli 1912 een handelsovereenkomst sloten, behield de EEG zich het recht voor tijdelijke invoerrechten op visserijproducten te heffen, tenzIj ~n acceptabele oplossing gevonden kon worden voor de EEG-landen en Ijsland over de problemen die veroorzaakt waren door de uitbreiding van de visserijgrenzen. Pas in juli 1916, toen de overeenkomst met Engeland was gemaakt. kwam er verandering in de handelsovereenkomst tussen de EEG en Ijsland voor wat betreft de bepalingen over visproducten. Vier jaar onderwierp Ijsland zich aan alle voorwaarden van het handelsaccoord, terwijl de EEG de import van visproducten uit IJ sland verbood door middel van hoge tarieven, zo de banden tussen Ijsland en de lidstaten verstorend . Ijsland h~ft altijd geprotest~rd tegen h<t koppelen van handelsconcessies aan visrechten.
Vooruitblik
De zee is door de eeuwen heen een factor van grote bet~kenis gew~st - en i. dat nog - bij de verdediging van de Euro~se land~n. In d, m~st~ landen i. d~ "marine" dan ook bet oudst~ krijg.machtond~rd~l. D~ Piet Heinen en N~lsons .~I~n in het g~.chi~d~ni.bo<ok van elk Europtts land, dat aan de z~ i. g~l~gen, ~ prominente rol. De vrijheid van de z~ werd in hog~ ~ gehouden en er werden slechts kleine be~rking~n op
toegestaan. Zo achtte men een territoriale zee van drie
zeemijlen (8 x 1.852 m) lang~ tijd vold~nd~ voor d~ kuststaat om de pot~nti.le vijand op v~i1ig~ afstand t~ houden, want d~ b=dt~ van ~en d~rg~lijk~ zon~, waarin d~ kuststaat .~vereiniteit kan doen geld~n, w~rd gorela t~rd aan de draagkracht van het kustge.chut in d~ 17~ eeuw. Ironisch
Nad~t
er een
zal
geformuleerd .
ZIJD
De derde VN -
gemeen~chappelijke 15
EEG-visserij politiek
te verwachten dat de Commissie
in Brussel de lidstaten zal vertegenwoordigen bij de onderhandelingen over de visrechten, onder andere voor wat berreft de Ijslandse 200 mijlszone. De kwestie van wederzijdse visrechten zal waarschijnlijk de basis van zulke besprekingen zijn als en wanneer ze zullen plaatsvinden.
Niemand kan op dit moment de uitkomst van de Zeerechtconferentie voorspellen. De Ijslandse positie
beschrijvend heb ik alleen het beperkte vraagstuk van de visserij besproken.
Op de derde VN -z~rechtconferentie wordt een poging ondernomen tot een nieuw zee-regime te komen door een allesomvattend, gedetailleerd en algemeen aanvaard verdrag. Twee voorgaande zeerechtconferenties zijn er
niet in geslaagd de zeevraagstukken op te lossen, doch de vC;>0rtgang naar een grotere jurisdictie van kuststaten is
met gestopt en zal doorgaan. Het is van het " hoogste belang dat de toekomstige ontwikkelingen in het kader van een al-omvattend ver-
drag worden geprojecteerd; zo kan door een algemene , overeenkomst de " "'brtel v:ln" vele "'TOh1til:tën "worden uitgesneden. Mr. Björn Bjarna.on Waarnemt=nd secrt=taris- gt=nt=raal in ht=t kabint=t van dt= ministt=r-presidt=nt van Ij sland
Hoewel vele landen, waaronder Nederland, nog steeds genoegen nemen van een territoriale zee van g mijlen, is
het duidelijk dat het verband tussen deze afstand en de kracht van modem wapentuig is loek. geraakt. Zou men ~et d~t criteriu.~ ~e1 reke?ing houden dan zou men op zIJn mmst een liJn m het midden van de Atlantische en de Grote oceaan moeten trekken om enigszins realistisch
aan te geven hoe de gevechtskracht is toegenomen. Niet alleen zou dat echter nog maar een berrekkelijk willekeurige lijn zijn, maar dat zou ook betekenen dat de
vrijheid ter zee aan banden gelegd zou worden. Immers, de rechtsregels in de territoriale zee staan doorvaart van vr~mde (oorlogs)schepen slechts toe als die als " onschuldig" kan worden aangemerkt. Uiteraard wel ~n
heel ironische manier van formuleren door de Eerste VN-Z~rechtconferentie
(Geneve, 1958), en bovendien
een weinig objectieve, want wie zal dat uitmaken!
De Derde' ) VN-Zeerechtconferentie, die sinds eind 1918 met tussenpozen bijeenkomt (deze zomer worden de 35
weken volgemaakt),
h~ft
deze problematiek in
b~hande
Img en probeert het eens te worden over nieuwe regels voor breedte en inhoud van de territoriale zee. Het staat vrij~e1 . vast dat, als er een nieuw verdrag komt, de terrltonale zee op maximaal 12 zeemijlen zal worden
gesteld. Vele staten hadden de laatste jaren hun neiging om m~r dan 8 mijl zeegebied te claimen niet kunnen bedwingen en vast het zekere voor het onzekere genomen door 12 of 8 in sommige gevallen - veel meer : tot 150 en 200 mijl te claimen. AI meen '(Toeg stadium van de Conferentie
bleken de Sowjet Unie en de Verenigde Staten met hun r~spectieve
bondgenoten vastbesloten te zijn een uitbrei-
dmg van meer dan 12 zeemijlen niet te tolereren. Beide blokken - hoe tegengesteld"van aard ook - hebben hier gelijklopende belangen en zulks wordt geaccept~rd door de Derde Wereld.
4
Zeerechtconferentie en de vrije vaart ter zee O nschuldige doorvaart Over de aard van de rechtsregels die in de territoriale zee zullen gelden hestond langer onenigheid, om twee redenen. In de eerste plaats viel het niet mee om het begrip "onschuldige doorvaart" te definiëren. Men heeft uitein-
delijk besloten om te bepalen wat het in elk geval niet is. Zo wordt de doorvaart door de territoriale zee van
aanliggende staat moet zijn. Stilliggen om andere dan strikt navigatorische redenen mag niet, terwijl dat buiten
de territoriale zee wel mag. Anderzijds mag de vraag naar het al dan niet onschuldige karakter van de doorvaart niet worden gesteld, hoewel de schepen zich in de territoriale lee van een andere staat bevinden.
vreemde schepen (dus zowel koopvaardij als marine) gegarandeerd, tenzij zulke schpen zich "schuldig" zouden
Q.uid pro quo Nog in een ander opzicht wijkt het rechtsregime in de
maken aan een aamal met name genoemde activiteiten. Zo zullen militaire manoeuvres niet mogen plaatsvinden (a lthans niet zonder toestemming!), vliegtuigen niet mo-
gen opstijgen van vliegdekmoederschepen, noch opzettelijke zeevervuiling of visserij getolereerd worden.
zeestraten af van dat der terricoriale lee : onderzeeboten hoeven niet boven water te komen en met hun vlag kleur te bekennen; vliegtuigen, zowel burgerlijke als militaire, mogen over de zeestraat vliegen zonder toestemming van de kuststaat, overigens met inachtneming van de gebrui-
Helaas is er een "kapstok" -artikel aan toegevoegd, waardoor de precieze opsomming aan waarde inboet,
optimale mobiliteit van de zee- en luchtstrijdkrachten
namelijk de bepaling dat " elke andere activiteit die niet direct betrekking heeft op de doorvaart" ook niet als onschuldig kan worden aangemerkt. Duidelijk een com-
van de verdragspartijen (lees: grote mogendheden) veilig gesteld wordt. De De~de Wereld zal deze pil slikken, maar niet geheel
kelijke luchtvaartregels. Ook hierbij is duidelijk dat
promis!
zonder een quid pro quo. Het hierboven beschreven
Een tweede reden waarom een nieuwe regeling moei-
geheel van regels (42 van een kleine 400 ontwerpartikelen) is onderdeel van een veelomvattencl "padage
zaam van de grond komt is het gegeven dat door universele toepassing van de maximale breedte een honderdtal zeestraten, die tot nog toe door de 3- of 6mijlsgrenzen "open" waren, binnen de territoriale zee van één, twee of meer staten zouden gaan va llen. Nu is de bereikbaarheid van alle zeeën en oceanen een eerste vereiste voor handhaving van het evenwicht van de grote mogendheden ter zee. Men denke aan de enorme expansie die de Sowjetvloot in het laatste decennium heeft gekenmerkt. Ook hier namen de Amerikanen en Russen van meet af aan een gelijk standpunt in: zeestraten waarvoor geen aanvaardbare alternatieve zeeroute
afgewogen ; er is zelfs formeel nog geen sprake van een
bestaat moeten open blijven, dat wil zeggen de aard van
ontwerp-verdrag, maar alleen van onderilllndeling,teluten.
de doorvaart mag niet ter beoordeling staan van de kuststaat(en ), die aan de zeestraat liggen. Er moest dus een ruimer rechtsregime worden ontworpen dan voor de territoriale zee in het algemeen. Voorlopig ziet het er naar uit dat de Conferentie ook
De maritieme staten zullen vergaande bevoegdheden van
daarin zal slagen . Zij heeft het woord "transit ·panage"
deal" waarover de Conferentie nog steeds geen overeen-
stemming heeft bereikt. Andere agendapunten zijn de exploratie en exploitatie van de diepzeebodem en de continentale platten, de visserij, de zeevervuiling, het
wetenschappelijk zee-onderzoek, de overdracht van technologie, en dat alles tegen de achtergrond van een nieuw te creëren volkenrechtelijk instituut: de (exclusieve) economische zone van maximaal 200 mijl , die kusts[3ten zullen mogen gaan instellen .
Alle mogelijke oplossingen worden nog tegen elkaar
kuststaten moeten dulden. Het lijdt echter geen twijfel dat voor wat betreft de militaire aspecten de landen van de respectieve verdedigingsorganisaties niet met minder dan wal hierboven geschetst is, genoegen zullen kunnen en mogen nemen.
ontworpen om een gulden middenweg te vinden tussen
enerzijds vrijt doorvaart en anderzijds onschuldige doorvaart. I n vergelijking met de vrije doorvaart, die buiten de territoriale zee zal blijven gelden, is de "transit" doorvaart (ik zou nog niet zo gauw weten hoe deze term in het Nederlands zou moeten worden vertaald anders dan met "transito" een gradatie minder vrij : "transit passage is the exercise ... of the freedom of navigation ... solely for the purpose of continuous and expeditious transit of the straÏt. .. ".
j .A. Walksten werktaam op hel min. van
Buitenland~
Zaken
-) un tw~e conferentie in 1960 slaagde er niet in de maximale breed Ie van de lerriloriale zee op 6 mijl te stellen.
Ik heb altijd geleerd dat je niet een term mag definieren met behulp van diezelfde term, maar de bedoeling is duidelijk : erin en eruit, tenzij je in de havens van een
5
Militair-strategische aspecten van het zeerecht Inleiding Het feit dat ruim tweederde van het aardoppervlak door zeeën en oceanen wordt gevonnd heeft voor de samenleving op aarde een diepgaande betekenis. Niet alleen omdat de meeste staten aan zee grenzen, maar ook omdat alle continenten door zee worden omspoeld. Mahan schreef in 1890 in zijn invloedrijke boek "The Influence
of Seapower upan History": 'The fiTSt and mo,t obviow light in which the ua present, itul[ fiom the political and ,odal point of view is that of a highway; or beUer, perhaP', of a wide common, IJVer which men may pas, in all directio"" but on which ,ome well-wom patlu ,how that controlling reasons have led them lo ,hoost certain lines of travel ralher than othm.' Hiennee tekende Mahan één van de belangrijkste functies van de zee voor de mensheid: de lee als verkeersweg.
6
Daarnaast heeft men de zee leren kennen in een andere, even belanJVijke functie: de lee als politiek-strategisch operarieterrein. Deze functie is o.m. voortgevloeid uit het sedert eeuwen gegroeide regime van de vrijheid van de zee, tezamen met een ontwikkeld systeem van essentiële handelsroutes. In hetzelfde jaar 1890 schreef Backer Dirks in zijn " De Nederlandsche Zeemacht in hare versch illende tijdperken geschetst": 'Hadden uitgebreide handelsbetrekkingen eenmaal de behoefle doen gevoelen aan het onderhouden eener zeemacht, geduchter dan alleen tot kwtverdediging noodig was, dan schonk het bezit daarvan weder een zekeren staatkundigen invloed. Backer Dirks zag hierin een reden waarom vele staten reeds in de 18e eeuw pogingen in het werk stelden hun grenzen tot de kust uit te breiden teneinde zich een zeemacht te kunnen vormen. In moderne maritiemJ
strategische literatuur duidt men dit gebruik van de zee aan als de mogelijltheid tot projectie van macht of invloed vanuit zee op (een ander) land. Deze funcue wordt dan onderscheiden in een afschriUend aspect (deterrent) en een belligerent aspect kombative). Naast de vele voorbeelden op grond waarvan Baclter Oirks tot zijn conclusie kwam, kan men uit het recente verleden aanhalen het opereren van de Amerikaanse 6e vloot voor Egypte in 1956, ten tijde dat de gecombineerde Engels-Franse zeemacht zich stortte in een operatie tegen het SuOl-kanaal; het dirigeren van eenhed~.n van de Amerikaanse 7e vloot naar de ArabISche zee tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Bangladesh; het stationer~n van een Sovjet eskader in zicht van de wal tijdens de strIjd van Mintof, inzake de onafhanltelijkheid van Malta; idem tijdens de strijd van de onderscheidene onafhanltelijkheidsgroepen in Angola. Meer voorbeelden. van een dergelijk gebruik van zeestrijdkrachten ter aanwendmg van invloed zijn te geven. Deze mamer van opereren berust erop dat (tot op heden) het een ieder vrij staat schepen, waaronder staatsschepen (oorlogsschepen), op zee te laten verblijven, al dan niet in zicht van de wal, dan wel een eskader gedurende langere tijd zich in een zeegebied te laten ophouden. Naast deze twee functies van de lee - in economische zin als verkeersweg en in politiek-strategische zin als operatieterrein - kent rnçn nog een derde functie, welke steeds belangrijker wordt: de zee als voedsel- en grondstoffenreservoir . Als voeclselreservoir heeft men reeds sedert de oudheid de zee benut: kustvisserij is een zeer oude activiteit. Moderne technieken hebben niet alleen de crre-visserij doen toenemen, maar bovendien de effectiviteit van het vissen opgevoerd tot ongekende hoogte. Men spreekt van sommige visgebieden in termen.. als 'leeg gevist' . Ook als reservoir van grondstoffen krIjgt de ~ee een steeds belangrijlter rol. Ook hIer IS het de techmek waardoor deze belangrijkheid toeneemt. Vooral deze laatste functie, de zee als voedsel- en grondstoffenreservoir. heeft de samenleving ertoe gebracht het rechtsregime van de zee opnieuw te beschouwen en waar nodig te herzien of vast te stellen. Hierdoor wordt invloed uitgeoefend op de tweede, hierboven genoemde functie van de zee. In het navolgende zal . hierop nader worden ingegaan.
Probleemg~bi~d~n
De probleemgebieden in politiek-strategische zin t.a.v. het gebruik van de zee laten zich in de volgende drie onderwerpen groeperen : allereerst is daar het streven van veel staten de territoriale zee, waarvan de breedte tot op heden niet internationaal is vastgesteld. te stellen op 12 mijlen. Dit b~teltent in zeer veel gevallen een uitbreiding van de thans bestaande, eenzIjdIg vastgestelde breedte, welke variêrend van 3, 4, 6, 10 mijlen bedraagt. (Er zijn enkele staten, die hun territoriale zee op 200 mijl hebben gesteld, doch dat is een gering aantal.) Het tweede onderwerp van probleemgebieden is te vinden in de wens om te komen tot de instelling van een 200-mijls brede maritieme zone. In deze zone zullen bepaalde rechten moeten worden erkend en eerbiedigd. Tenslotte is het derde onderwerp de wens om te komen tot de instelling van een Internationaal Tribunaal, dat naast het Internationale Gerechtshof en de bestaande Arbitrage procedure dient te functioneren.
Territoriale zee Een vaststelling van de breedte van de territoriale zee tot 12 mijlen betekent dat zeer veel zeestraten, maar ook de drukbevaren, komen te vallen in de territoriale wateren van één of meer oeverstaten. De consequentie hiervan is dat deze zeestraten dan komen te vallen onder het rechtsregime van de territoriale zee. Om enkele van de belangrijkste van deze straten te noemen: straat vap. Gibraltar en straat Bab-e1-Mandeb (de toegangen tot de Middellandse en Rode Zee en het Suezkanaal), Behringst(aat (de toegang tot de route onder de noordpool ijskap), alle zeestraten in de Indonesische archipel (de verbinding tussen de Indische en de Stille Oceaan), vrijwel alle straten die toegang verschaffen van de Atlantische Oceaan naar de Caraibische Zee, enz. E.e.a. krijgt betekenis indien met het vaststellen van de breedte op 12 mijl ook de rechten van de oeverstaten La.v. de territoriale zee worden gewijzigd. Tot op heden heeft een ieder het recht van "",chuldige doorvaart ; kuststaten moeten dit recht erkennen. Doorvaart door de territoriale zee van een staat is onschuldig: "as long as it is not prejudicial to the peace, good order or security of the coastel State" (art. 14.4 van het TZverdrag). Niet alleen is de doorvaart op deze wijze geclausuleerd, ook de kuststaat is de plicht opgelegd: "not (to ) hamper innocent passage through the territorial sea" (art. 51 . 1). Het begrip "onschuldig" heeft thans een andere inhoud gekregen: rampen als die van de Torty Canyon en andere (super)tankers, zomede de angst voor radioactieve besmetting bij ongevallen met door kernenergie aangedreven schepen (meest oorlogsschepen) hebbe.n bij veel staten een interpretatieve verandering van het begrip "onschuldig" opgeleverd . Indien aan kuststaten bevoegdheden worden toegekend m.b.t. de doorvaart door hun territoriale wateren, terwijl veel zeestraten door de toegenomen breedte geheel in dat zeegebied vallen, dan is het duidelijk dat het opereren met zeestrijdkrachten in politiek-strategische zin mogelijlt aan beperkingen wordt onderworpen. Deze beperkingen zouden b.v. kunnen ontstaan indien een kuststaat t.a.v. . zijn territoriale zee een notificatie van doorvaart vooraf verlangd. De maritieme mogendheid die op deze wijze zijn handelswijze beperkt ziet kan deze beperking ontlopen door om te varen en van andere toegangen gebruik te maken, dan wel zal hij moeten erkennen dat bepaalde zeegebieden voor hem in deze rol vrijwel gesloten zijn. (Een dergelijk regime kent men thans reeds t.a.v. de doorvaart door de Bosporus-Dardanellen.) Het is verwonderlijk dat zowel de Verenigde Staten als de Sovjet Unie reeds lang geleden hebben gesteld dat alle schepen (en vliegtuigen ) in doorvaart, "in transit", het recht van vrije doorvaart genieten. Dit concept van de "unimpeded passage" is nieuw een anders dan het bestaande recht van de onschuldige doorvaart. Dit laatste is immers geclausuleerd, terwijl het nieuwe concept deze beperkingen, in transit, ontloopt. Maritieme lone Het instellen van een 200-mijls brede maritieme lone is iets nieuws. Enkele staten hebben éénzijdig zo'n zone reeds ingesteld en daarbij aangegeven welk rechtsregime er heerst. Indien dergelijke zones algemeen worden aanvaard - en daar ziet het wel naar uit - dan zal een algemeen erkend rechtsregime moeten worden vastgesteld . Hierover nu verschillen de meningen nogal. Het
7
meest ingrijpende verschil van inzicht is wel dat er staten zijn, die in een dergelijke zone het rechtsregime als dat van de territoriale zee wensen. Alle westelijke landen stellen zich hiertegenover op; zij wensen in deze zones het dOOJvaartregime als dat van de volle zee, t.W. volledige vrijheid van doorvaart. Mililaribw rijst de vraag of - aannemende dat het regime als van de territoriale zee daarin niet van toepassing ismen in zulke maritieme zones wel oefeningen mag . houden. Thans is de situatie zo dat men buiten de territoriale wateren van een andere staat vrij is te oefenen, mits uiteraard de andere scheepvaart niet wordt gehinderd. De keuze waar men maritieme oefeningen wil houden wordt beheerst door factoren zoals afstand van de thuisbasis, waterdiepte, samenstelling zeebodem, temperatuur van het zeewater, afstand van een (nabijgelegen) vliegveld, klimaat enz. Zouden dergelijke zones gelijk gesteld worden met een territoriale status, dan lijkt het erop dat maritieme bevelhebbers hun oefengebieden, niet voor eigen kust, moeten herzien. Maar ook al zou men tot overeenstemming kunnen komen in dergelijke zones de "volle-zeestatus" te erkennen, dan nog rijst de vraag ofhet zijn van een (al dan niet exclusieve) maritieme zone aan oefen gebieden geen beperkingen oplegt. Dit zal afhangen van hetgeen in zo'n zone wordt toegestaan. Naast het dilemma van de oefengebieden bestaat er een ernstiger probleem, dat rijst indien men ten aanzien van de rechten in maritieme zones niet tot overeenstemming kan komen. Dit zal regelrecht leiden tot toezicht op de naleving van de door de oeverstaat gestelde rechtsregels in zijn maritieme zone. Het begrip vrijheid van de zee wordt dan wel heel erg op de tocht gezet.
Tribunaal Tenslotte kan niet voorbij worden gegaan aan het effect dat een Imernationaal Tribunaal kan hebben op het benutten van de zee als politiek-strategisch operatieterrein in het licht van voorgaande mogelijke beperkingen. Het lijkt weinig aannemelijk dat (grote) maritieme mogendheden, indien zij zich . beperkt zullen zien door nieuwe rechtsregels t.a.v. de territoriale zee en maritieme zones, zich zonder meer bij een dergelijk tribunaal neer zullen leggen. Op de thans nog lopende conferentie hebben met name de westelijke mogendheden zich niet erg geporteerd hierover getoond. Het lijkt of het nieuwe concept van de "unimpeded passage" voor veel van de geschillen, die voor zo'n tribunaal gebracht zouden kunnen worden, een bevredigend antwoord geeft. Andere mogelijkheden zouden te zoeken zijn in een scherpe competentie afbakening van zo'n tribunaal. In dit verband is het interessant te vermelden dat tijdens de zeerechtconferentie van 1930 men een concept-artikel voorstelde, waarin het kuststaten verboden werd de passage van vreemde oorlogsschepen te beperken of daarvoor voorafgaande toestemming of notificatie te eisen. E.e.a. omdat zulks een weergave van een bestaand gebruik was. Deze regel is evenwel nimmer opgenomen.
Slotopmerking In bovenstaande zijn enige van de consequenties genoemd, welke zouden kunnen voortvloeien uit het nieuwe zeerecht. Men houde voor ogen dat het hier steeds betreft het op zee brengen van maritieme strijdkrachten
8
als instrumenten van de realisering van het buitenlandse beleid van een staat. Het is al heel wat jaren geleden dat de (westelijke) maritieme wereld reageerde op een Egyptisch plan om de straat van Tiran (toegang van de Rode Zee naar o.a. de Israëlische haven Eilath) voor Israëlisch zeeverkeer af te sluiten. Het verloop van de 6-daagse juni oorlog (J967 ) verhinderde de realisering van dit plan. Dit mag als voorbeeld dienen dat het recht van de vrijheid van de zee voor iedereen nog een levend begrip is, althans dat het dat toen nog was. Naar het schijnt worden thans ook andere opvattingen verkondigd. Dat er een oplossing moet komen voor de rechtsorde op de door Mahan genoemde highway is duidelijk. Dat er snel een oplossing moet komen blijkt uit de recente uitla,tingen van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Kissinger, die niet alleen zei dat deze conferentie één van de belangrijkste van het moment is, maar ook dat de VS ,nog één zitting wensen alvorens in 1977 reeds tot ondertekening van een nieuw zeerecht te kunnen overgaan. Ook voor Ned,erland, nog steeds een natie met maritieme belangen, blijft dit een interessante en belangrijke materie.
G. Jungslager, kap. ter zee Directeur Marinestafschool, Den Haag
De ATA-cçmfereritie: Defensie + Ontspanning = Veiligheid De jaarlijkse conferentie van de Atlantic Treaty Association is dit jaar op uitnodiging van de Deense Atlantische Commissie van 3 tot en met 6 september in Kopenhagen gehouden. Als thema had men gekozen "The ThrealS to Freedom: The Adantic Response". Als basis voor de discussie diende enerzijds een politiek-economisch rapport van Lord Chalfont en anderzijds een militair rapport van de heer Nonnan Polmar. Lord Chalfont stelde in zijn rapport "freedom in Danger: the Extemal and Imemal Threats" de vraag of deze bedreigingen van de vrijheid wel bestonden en zo ja in welke vorm. Hij is van mening dat het reeds in de 18e eeuw als algemeen erkend en ideaal systeem van regeren nl. de liberale democratie, momenteel onder serieuze bedreiging staat. Vrijheid wordt bedreigd door de groeiende mogelijkheid van aanval van buiten (extern) en misschien zelfs wel meer door een voortdurende aanval van binnenuit (intern). Voor de externe dreiging van de kant van Moskou heeft men jarenlang gewaarschuwd. Laatstelijk werd dit nog .eens duidelijk gedaan in een door Helrnut Sonneveldt gegeven lezing in Londen voor Amerikaanse diplomaten. De toename van Sowjet-defensieuitgaven, de groeiende sterkte van het Warschau Pact enz. zijn elementen van deze dreiging.
vervolg op pag. 17
zeven dagen tussen 1000 jongeren
EYSM
" n Il gemengde berichten uit Warschau
Wat eraan voorafging Het initiatief voor het organiseren van de EYSM ging uit van de WFDY. De WFDY werd opgericht in 1945 als open. ongebonden jongerenorganisatie. Het woord democratisch kreeg in Oost en West een duidelijk verschillende betekenis en daarmee isoleerde de WFDY zich tot een zuiver communistische organisatie. In 1950 verlieten zelfs de Joegoslaven het in de spreektaal WOEFTY genoemde moederschip. Tegenwoordig staat de WFDY bekend als communistische frontorganisatie . In 1970 en 1972 waren reeds twee Youth Security Conferences (in Helsinki) gehouden. waaruit de volgende drie belangrijke punten gedestiileerd werden: (I ) Samenwerking tussen jongerenorganisaties en activiteiten op gebieden waar men een gezamenlijk belang heeft; (2) Relaties tussen staten, met inbegrip van snelle en positieve afsluiting van de Conferentie over Europese Veiligheid en Samenwerk.ing ; (3) Mensenrechten. Over deze drie gebieden konden aanbevelingen gedaan worden aan de "ouderen" ,
De follow-up van de Helsinki conferenties voor jongeren en studenten leverde een pakket problemen op. Het doorgaan en succesvol zijn van de "grote" Helsinkiconferentie leek een voorwaarde voor een follow-up zoals ook de stand van de dĂŠtente dat zou zijn. In 1975 tenslotte kwam het WFDY initiatief en werd het voorziehtig overgenomen door westerse organisaties (zoals de CENYC). Intussen was het aantal bij de "All European" gesprekken betrokken organisaties snel gegroeid. DEMYC en EOS (Democratie Youth Council en European Democrat Students - waarin Christendemocratische jongerenorganisaties waren vertegenwoordigd) bijvoorbeeld waren tot het gemeenschappelijk overleg toegetreden. Zij zorgden daar echter voor een dermate hoeveelheid moeilijkheden. dat zij besloten zich terug te trekken. De EOS wilde bijvoorbeeld tenminste vijftig deelnemers naar Warschau sturen in plaats van de toegestane twintig en na niet-inwilliging besloten zij zich niet te committeren.
In de onderhandelingen over de op de EYSM te bespreken issues hebben de westerse organisaties zeker niet overheerst. De Conferentie, die in vijf commissies zou plaatsvinden, verspreidde een sterke socialistische terminologieĂŤn geur. Voorts zou de getalsterkte van communistische gedelegeerden (zij waren immers de "gastheren") de westerse verre overtreffen. Er waren sterke aanwijzingen dat de oosteuropese opzet, van de EYSM een communistische fanfare te maken. gewaarborgd leken.
Westerse houding: kaleidoscoop van meningen Het is eigenlijk onjuist te spreken van een westerse houding op de conferentie. Een meervoud is meer op zijn plaats. daar men in het westerse kamp de gebruikelijke politieke richtingen kon onderkennen. De socialisten kwamen met de meest positieve gedachten naar Warschau. De verklaring voor deze houding is eenvoudig te vinden in het beleid van de meeste westeuropese socialistische partijen ten opzichte van Oost-Europa. "DĂŠtente moet" is daar het motto (de Westduitsers nemen, zoals bekend, een uitzonderingsstandpunt in). Bij de groep sociaal- en christendemocraten kon men de grootste schakeringen aantreffen; van totaal afwijzend tot geneigd tot kontakt met Oost-Europa. Een ander helder beeld werd tentoongespreid door de liberalen (hoewel men ook daar links- en rechts liberalen pleegt te onderscheiden). Hun houding is het beste getypeerd met de woorden: "Laat maar eens zien wat jullie te bieden hebben", met overigens een forse dosis scepsis. De ongebondenen waren grofweg te verdelen in neutralen en radicalen . De neutralen - nationaal aangewezen vertegenwoordigers van niet-politieke organisaties - waren door de bank genomen positief te spreken over het oosteuropese initiatief van de EYSM. De radicalen mai,lkten de indruk liever een onderonsje met de communisten te hebben gehad dan een voorzichtig woordverspillende confrontatie tussen communistische en niet-communistische Europese jongeren.
9
"'t
EYSM -woordenlijst
In "iehog van de ConftTtnlie OVtr Europm Vtilightid m Samtnwtr"ing (afgtslotm in Helsinlci) vond eind jun< in WaTJchau de "European Youth and Studtnl Muting" Platll,. Ruim 1000 )ongtrm uit nagmoeg alle Europm landm (Albanii dud niet mte) discw,ietrdm daar OVtr ondtTWtrpm die etn "duuname vrede, veiligheid, samenwerking m' sociale vooruitgang" tot doel hadden. De conftrtnlie vond Plaat, in immtrue Cultural Paiace, em in ,ociaal-realistisc'" ,tijl opgetroHm bouun.uer" dat )'rmlang pièct de rbistanee van de ' Warschause architecluur WaJ. jartnLang, want zorgvuldig is dit door Rw,isc'" ,oldaten na 194' gebouwde congrescmtrum nu ombouwd mtt indru"we""ende hotels. De delegatit, warm trap'gewiju opgebouwd. Zo warm de NedtT/ancise dulntmtTJ lid van vtT$c"'idtnt politi"'e jongermorganisatit, aOVD, PvdAjongtrtn, PPRjOngtrtn, Liberale StudtnitnVtT. Nedtrland,]KU - jongtrtn"ontaht voor internationait ,olidarittit m uitwisuling - , SIB - Studtn- . tenvtTmiging voor InttTnalionait BetrtHingm - ARjongertn en JASON) en rnaahtm zij detl uit van NK(j (Nedtrlands Komiti voor InttTnalionaaljongtTmwtr"). Op zijn beurt waJ het N K(j, ttsamm mtt andtTe wtsteuropm "internationaal jongtTm corniti'," dulntmtr in de CENYC (Council of European National Youth Committw)-delegatits. De communistische jongeren warm must lid van de WFDYdelegatie (World Federation of Democratic Youth). Mwt, want onder mur in de Nederlandst! delegatie had een communistisch georiinteerde jongerenorganisatie, het bovmgenoemdejKU,ondtrdahgevondm. : Andere grolt internationale organiJaties met ttn eigen statw warm lUSY (International Union of Socialist Youth), de EFLRY (European FedtTatwn of LibtTal and Radical Youth), de Nordit CtnltT Youth en terulotte de ISMUN (InttTnalional Studtnl Movemmtfor t'" United Natioru). En dit is nog alltrmirut em volledige op,omming. Er warm miiT organisaties in Warschau vertegtnwoOTdigd maar tij vmJuldm niet zo'n be/angrij"e rol in gehetl. In "'t hiernavolgende venlag tal aandacht worden btstud aan de voorbtreidingm m doelstellingm van de EYSEM, aan de houding van de vtT$chilltnde de/egatits, aan de conftrtnlie ulJ m terulotte aan de uit"omstm m multatm. Gebrui"t u bovenstaande als un "woordentol"" voor de vele (m onvtrmijdelij"e) aftortingm van duinemende organisatits.
"'t
"'t
"'t
"'t
"'t
Over de communistische paruclpane uit westeuropese landen kan men Kort zijn. Over het algemeen waren zij "communistischer dan de communisten", uilZonderingen waren uiteraard de Italiaanse en Franse communisten. De Franse waren, hoewel zij tevoren hadden gemeld niet aanwezig te zullen zijn, toch komen opdagen en wel als toehoordm. De Fransen hadden zich lang verzet tegen Westduitse participatie (met name tegen het Duitse Nationale jongeren Comité), waarin rechtse krachten de dienst uitmaakten welke niet alleen de Meeting zouden willen verstieren, maar ook de WFDY wilden ontmaskeren als een communistische frontorganisatie. De Italianen hadden de Fransen een heel eind ondersteund, maar trokken zich niet samen met de Fransen terug. Samenvattend mag gesteld worden, dat de westerse delegatie in al haar verscheidenheid een gematigd positieve houding mee naar Warschau zou nemen. Er waren niet
.10
voldoende voorbereidende besprekingen tussen de Wtlonderling geweest om grote interne geschillen aan het daglicht te brengen. Coördinatie tussen bijvoorbeeld de CENYC, de IUSY, de EFLRY en de Nordic Center Vourn was dan ook niet aanwezig.
ttrJtn
Oosteuropese houding: confonnisme? Men zou denken dat de oosteuropese delegaties in gesloten gelederen naar de conferentie zouden trekken. Alle inspanningen waren daar ook op gericht. In Polen zelf bijvoorbeeld moest men, teneinde voor deelname in aanmerking te komen, een examen afleggen waarbij o.a. talenkennis getoetst werd. Er bestaat enige aanleiding te veronderstellen dat dat examen méér toetste dan uitsluitend de spreekvaardigheid in Frans, Duits of Engels. Alle oosteuropese delegaties waren opgebouwd uit de nationale- en studentenverenigingen die - zo men weet - uitsluitend bestaan bij de gratie van de regeringspartij zelf. We hebben hier uiteraard te maken met een wezenlijk verschil in motivatie tussen westerse en oosteuropese verenigingen en organisaties. In de socialistische landen worden zij geleid door de partij en het is die zelfde partij die de kundigste leden selecteert om het socialisme en de regeringspolitiek uit te dragen. Zo er dus verschillen te onderkennen vielen tussen de visies van oosteuropese gedelegeerden, dan waren zij een resultante van verschillende regeringspolitiek. De Joegoslaven bijvoorbeeld, maar ook de Roemenen, laten beduidend afwijkende geluiden horen. De houding van de oosteuropese deelnemers t.o.v. de EYSM was zonder meer positief te noemen. En dat volgde waarschijnlijk niet alleen uit het belang dat hun landen aan deze conferentie hechtten, maar ook uit nieuwsgierigheid, uit oprechte wens tOt samenwerk.ing met het Westen. Uit gesprekken met zulke deelnemers was te merken dat die nieuwsgierigheid naar produkten van de westerse samenleving (zowel menselijk als materieel), de behoefte om zich te ontworstelen aan het eigen monotone leven door even te praten met een vertegenwoordiger van het door hen turbulent geachte westerse leven, reële redenen waren contact te zoeken met het Westen. Analyserend zou men kunnen stellen, dat van regeringszijde het flat voor de EYSM gegeven werd op grond van onder meer de volgende redenaties: (a) De EYSM geeft uitdrukking aan de oosteur0p"se wil de Conferentie van Helsinki toe te passen {de ~treffende Slol3cte "Samenwerking op Humanitair en ander Gebied", sub 10; (b) Hoewel niet I!<'heel zonder risico is de kans groot dat de EYSM, in meerderbeid bttocht door communisten, een communistisch :mcces wordt waar bovendien ook nog westersen aan meewerken; (c) Rekening houdend met de socialiserende trend in West-Europa, is de kans groot dat men zich tal vinden in een "aangepast" slotdocument, waarin bijvoorbeeld bet imperialisme, kolonialisme en neo-kolonialisme en wellicht zelfs het kapitalisme veroordeeld wordt.
Thuis voorbereid De commissies en specîal seminars (zij behandelden specifieke onderwerpen als het milieu, de VN e.d.) startten alle met officiële speeches. Helaas veranderde dit beeld gaande . de week niet: een discussie bleef geheel uit. De microfoon werd gehanteerd door mensen die hun toespraak thuis
hadden voorbereid, met als gevolg dat men nauwelijks op elkaar reageerde. Alleen de seminars bleken, door het geringe aantal participanten en het weinig controversiële karakter, meer werkelijke discussies op te leveren . De meeste westerse sprekers maakten overvloedig melding van westerse tekortkomingen (met name het Westduitse
Berufsverbot). Over het Oostblok sprak men nauwelijks en de oosteuropese sprekers lieten dit beeld ongewijzigd. De conferentie zou donderdag 24 juni aflopen. De bedoe-
De Conferentie Vele van de beste hotels, concentrisch rond het, Cultural Palace gelegen, waren gereserveerd voor de congresgan-
gers. Menig toerist moet afgunstig gekeken hebben naar de zorg waannee deze EYSM-delegatieleden werden o~nngd:
koffers die niet gecontroleerd werden op het vhegveld, efficiënt vervoer naar het centrum van de stad, ~dsen die de congresganger-vreemdeling wegwijs maakten en bereid waren theater- en concertkaartjes voor hem te bestellen. Gratis busvervoer gedurende de conferentie ( openba~r vervoer is , inclusief taxis, overigens spotgoedkoop In Polen), gratis toneelvoorstellingen ... het ontbrak aan niets: De organisatoren, de Poolse Jeugd en Studentenorgam-
satie (FZSMP) hadden weinig aan het toeval overgelaten. Heel Warschau hing onder de vlaggen, vaandels, en reclameborden die speciaal voor de EYSM vervaardigd waren . Televisie, radio en pers ontbraken op dit spektakel uiteraard niet. De duizend deelnemers (men had overigens op vijftienhonderd gerekend ) zullen daar goede herinneringen aan overhouden. De conferentie zelf echter begon met een storend incident. Binnen het presidium van de conferentie (bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende internationale organisaties) was een duidelijke afspraak ~mtrent de openingsceremonie gemaakt. Alleen de voorzitter ~an de Poolse FZSMP, een Poolse regeringsvertegenwoordiger en
een Finse vertegenwoordiger (als huldeblijk aan de CVSEgastheren) zouden tijdens de plechtige opening het woord voeren. Deze afspraak werd met voeten getreden toen m~n de Secretaris-Generaal van de Komsomol (de SowJet jeugdorganisatie) - een goe.d e veertiger! - de gelegenheid gaf de groeten van BreznJev over te brengen. De westerse delegaties dreigden onmiddellijk hierna met
ling was, dat uit de commissies en speciale seminars een slotdocument geboren werd, waar de hele conferentie zich mee zou kunnen verenigen. Aanvankelijk leek de bevalling ook zonder complicaties te verlopen hoewel de vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties wel steeds meer voorwaarden aan dit document gingen verbinden.
Na verloop van enige dagen bleek, dat er zich een diepgaande scheiding tussen de CENYC en , de EFLRY enerzijds en de WFDY anderzijds aftekende . .Over leder woord werd langdurig vergaderd en maar weinIgen had-
den hoop op een spoedig resultaat. Hoewel sommige commissies zich nog immer voortsleepten in een stroom van geprefabriceerde speeches, werden andere commissies het toneel van - door velen gehoop te - harde debatten . Dat dit vooral de derde commissie (waar humanitaire vraagstukken werden behandeld) betrof, mag nauwelijks verwondering wekken. Juist in deze commissie namen vele westerse deelnemers aanstoot aan het éénrichtingsverkeer van de beschuldigingen,
Door drie sprekers werden "krachtige" speeches gehouden, waarin gesteld werd dat het Westen weliswaar aan meerdere fouten mank ging, maar anderzijds ook de moed kon opbrengen dit te erkennen, Vervolgens werd ingegaan op de mankementen in de socialistische samenleving.
Terecht werd gezegd dat de EYSM uitsluitend succesvol kon zijn indien niemand oogkleppen ophield. Ook niet in de Sowjet Unie. De eerder genoemde Secretaris- Generaal van de Komso-
mol beantwoordde de aantijgingen . Hij stelde dat het beslist geen paradijs was in de Sowjet Unie: daarvoor was het er te koud. Hij herinnerde de confererenden a~n de
grote offers die de Sowjet Unie had gebracht voor de bevrijding van het Oostblok van de fascistische bezetting.
terugtreding. Andere belangrijke staatshoofden hadden immers niet de gelegenheid gekregen hun goede wensen aan de EYSM over te brengen; waarmee de indruk werd gewekt als zouden zij niet geïnteresseerd zijn. Het incident liep met een sisser af nadat de westerse presidium-leden was verzekerd dat zoiets niet herhaald zou worden. Een en ander had een oponthoud van anderhalf
uur veroorzaakt. Het publiek in de zaal werd volledig onkundig gehouden van de oorzaak van de vertraging. Het aantal actieve deelnemers liep overigens snel terug. Op de middagziuing na de officiële opening waren naar schatting nog slechts 500 man in de zaal. Nadien werden de discussies voortgezet in commissieverband, waar het verloop zo niet nog groter was.
11
Paniek Hij slaagde in zijn opzet de sentimenten wakker te maken. " Het Westen neemt niet eens de moeite om Russisch te leren". zei hij in het Engels, zoals de rest van zijn toespraak. Een vertegenwoordiger van de Britisch Young Liberals, die daarna aan het woord Kwam, sprak de commissie in het Russisch toe. Gelach kl onk op, maar verstomde toen de spreker bij voorbaat aan de Poolse gastheren zijn excuses aanbood voor hetgeen hij zou gaan zeggen. Na een inleiding over mensenrechten in Oost en West wilde hij een brief voorlezen welke hem was toegezonden door het Poolse j ongeren Comité voor de toePQJsing van de HeuinJt.islotacte", in samenwerking met Amnesly International. Maar aangezien zijn spreektijd verstreken was, werd de spreker - in schril contrast met soortgelijke precedenten in de commissie - door de Poolse voorzitter het woord ontnomen . Er ontstond rumoer in de zaal: men wilde de brief horen. Onverstoorbaar echter wees de voorzitter de Engelsman, die niet van de microfoon weg wilde, terug. Verreweg de meeste westerse delegatieleden verlieten toen (en dit was geen afgesproken werk) de zaal. Paniek alom. Eén van de Poolse organisatoren kwam trillend van woede melden dat hij de "weglopers" ervan verdacht de conferentie te willen opblazen. Wie zou denken dat daarmee de kous af was, kwam bedrogen uit. Een Westduitser stond zijn tijd af aan de Engelsman, die vervolgens de brief voorlas over Poolse politieke (studenten) gevangenen. Zulks ging gepaard met
Waar gingen de commissies over? Eerste commissie (" Algemene commissie") Evaluatie van de ontwiJckeling van de politieke situatie in Europa, van de bijdragen van de jeugd en studenten teneinde de positieve verrichtingen in dit werelddeel te versterken. Tweede commissie ("Politieke commissie") De rol van de jeugd- en studentenorganisaties bij de toep(wing van de principe. van de CVSE en de ,trijd voor
vrede, veiligheid, ontwapening en samenwerking op alle terreinen. Derde commissie (··Sociaal-economische commissie") Politieke, sociale en economische aspeclen van de situatie van jongeren en studenten in Europa, de strijd van de Europese jongeren en studenten voor sociale vooruitgang. Vierde commissie Europese jeugd- en studenten organisaties met betreJcking tol internationale solidariteit en samenwerlring. Vijfde commissie Samenwerking en gemeenschappelijlre acties van Europese jongeren en studenten en hun organisaties.
~
onvoorstelbare vertalingsmoeilijkheden. Vooral de simultaanvertaling in het Russisch liet het voortdurend afweten. Het was duidelijk dat na dit incident de derde commissie geen eindrapport meer zou kunnen voortbrengen waar ieder het mee eens kon zijn. Dat was de voornaamste oorzaak van het niet bijtijds tot stand komen van het slotdocument op de plenaire zitting vrijdag. De overige commissies en seminars hadden wel een aantal papers geproduceerd, die echter vaak zó weinig zeiden, dat ze geen vermelding behoeven. Alleen op het punt van de ontwapening was men een eind in elkaars richting gekomen. Met name de IUSY had enkele zeer concrete voorstellen op tafel gelegd. Slotbeschouwing Was de EYSM nu wel of niet een succes? Deze vraag is uitsluitend te beantwoorden op een subjectieve wijze. Gaat men naar zo'n conferentie met het idee dat men ter plekke iets kan veranderen, dan komt men teleurgesteld terug. De waarde van een conferentie als de EYSM is uitsluitend op lange termijn. De oosteuropese socialisten zijn een week lang geconfron-
12
teerd geweest met een diversiteit van gedachten, die alleen maar een gezonde uitwerking kan hebben . Alles wat er op de ESYM gehoord en beleefd is, kan nog vele maanden stof tot spreken opleveren. Een voorwaarde voor Oost-West toenadering, zowel bij jong als oud, is gelegen in de kennis die men van elkaars handel en wandel heeft . De EYSM past in een systeem waarin toenadering kans van slagen heeft. Men mag echter niet uir het oog verliezen dat een conferentie als hierboven beschreven, slechts een klein, haperend stapje is op een nog lange weg. Haperend , qua opzet en uitvoering. Een massa-meeting kan een belevenis zijn, zij is evenwel gedoemd een tomeloze praatmolen te worden. Opdelen in commissies, op zich een lofwaardig streven, verliesl zijn zin als deze commissies uit verscheidene honderden deelnemers bestaan. Verliest ook zijn zin als het een langs ellraar il1 plaats van tegen tllraar praten wordt. Het is niettemin zinvol ook in het Westen dergelijke initiatieven te nemen. Financiële en technische hulp van de regeringen is daarbij onmisbaar. Men dient te beseffen dat de Oosteuropese jeugd leeft met begrippen als vrede, vooruitgang, samenwerking, solidariteit en maatschappelijke vooruitgang_ Met een in het Westen ongekend enthousiasme trachten zij hun idealen te verwezenlijken. Zij verwachten daarbij veel van de ,Iotacte van Helsinki. Het IOU onjuist zijn, hen in hun verwachtingen teleur te stellen. R_D_ Praaning
~~Socia'
De EYSM en de
Progress"
••
Een nadere beschouwing
Rttds ttrder in dit magazin (J) werd gesproken over de onduidelijke achtergrond van één van de belangrijkste tbema's welke onderwerp van discussie waren tijdens de European Youtb en Students Mc:eting (EYSM) te Warschau: de "Sodal Progres! n.
De term is afkomstig uit de Oosteuropese landen en dient dan ook vanuit die invalshoek verklaard te worden. De interpretatie die klaarblijkelijk vigeerde binnen de "wester.... afvaardiging op de EYSM - sociale vooruitgang van een volk, bd:ere sociale wetgeving en in ultimum maat-
schappelijke gelijkstelling van iedere burger - doet eigenlijk afbreuk aan de intenties van de oorspronkelijke opstellers. De EYSM zelf besteedde niet veel aandacht aan deze misinterpretatie en ging er kennelijk vanuit dat het merendeel der vergaderden op de hoogte was van deze uit de marxistische dialectiek stammende term. De organisatoren van de EYSM presenteerden de meeting, overigens terecht, als een implementatie van de Helsinki-
conferentie. Dat blijkt ook wel duidelijk uit het resultaat van de besprekingen. De "otacte, ondertekend door de vertegenwoordigers van de grootste oost- en westeuropese overkoepelende jongerenorganisaties, refereert vele malen
aan de "moreel bindende" afspraken van de CVSE (Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa). De afipral<m van Warschau zijn op zijn hoogst moreel bindend. De waarde van de EYSM ligt dan ook niet zo zeer in haar afspraken. maar in het simpele feit, dat Oost en West te kennen gaven frank en vrij met elkaar van
gedachten te wisselen. Eén van die afspraken van Warschau betreft het bevorderen van de Sodal Progress. Nu is het natuurlijk niet zo dat daarom alleen een nadere beschouwing ervan gerecht-
vaardigd is. Rechtvaardiging wordt gevonden in de cumulatie van oosteuropese studies en artikelen, die alle de
Het woord Coëxistentie -
Vrudzame kwam iets later in de
mode - werd het eerste gebruikt door Lenin. Reeds in 191 5 merkte hij op dat door de onevenwichtige economische en politieke ontwikkeling van het kapitalisme de overwinning van de revolutie aanvankelijk slechts in een aantal, of zelfs maar in één land zou slagen. Dat land zou en moest dan onverbiddelijk coëxisteren naast de andere
nog niet revolutionaire landen (2). Dat hoefde in principe geen problemen op te leveren omdat het toch een wachten was op de overgang van kapitalisme naar communisme op
een wereldwijde schaal (3). In afwachting van deze gebeurtenis namen de socialistische landen (4) een naar hun zeggen vreedzame, maar actieve houding aan. Actief. want er was nog een srrijd te voeren. Niet tegen staten of groepen van staten, maar tegen een idee, het idee van het kapitalisme . Volgens de officiële doctrine betekent kapitalisme niet veel meer dan oorlog, inflatie, malaise en onrust, en men kan niet ontkennen dat daar wel enige waarheid in steekt; maar een simplificatie wordt toch wel aangerroffen in de omschrijving wie kapitalisten zijn ... zo ongeveer allen die niet communistisch stemmen. Het kapitalisme is dus ongewenst en moet zo snel mogelijk vervangen worden door het enige alternatief: het commu-
nisme, dat vrede, orde en rust waarborgt. Het belangrijkste transportmiddel voor deze gedachte, want men wilde hem niet voor zich houden, werd gevonden in de Ideologische
Strijd . De theorie van de Vreedzame Coëxistentie werd aanvankelijk in het westen als niet relevant ter zijde geschoven. Een
blik in de nucleaire afgrond (Cuba-crisis) werkte echter in het voordeel van een ontspanning; het besef dat er meer en beter "samengewerkt" moest worden begon te dagen. Dit proces van ontspanning, détente, bracht de partijen tenslotte zó dicht bij elkaar, dat een en ander resulteerde in
Social Progress tot onderwerp gekozen hebben.
het houden van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE).
Strijd met andere middelen
De slotzitting op topniveau vond plaats in Helsinki in de laatste week van juli en de eerste week van augustus 1975 .
De vraag die zich in eerste instantie opwerpt, berreft het
Staatshoofden van alle Europese staten (uitgezonderd het China-gerichte Albanië) en de Verenigde Staten van Ame-
kader waarbinnen de Social Progress het meest genoemd wordt. Vooral de laatste maanden blijkt dan dat de theorie van de Vreedz.arru: Coe"xiJtmtie en de Ideologisch. Strijd, Ditmte en SociaJ Progrw onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. De betekenis van de Social Progress zou dus uit die context te halen moeten zijn.
rika en Canada ondertekenden daar de slotacte, die een nieuwe periode in de Europese geschiedenis zou moeten inluiden. Hoewel deze Slotacte, zoals hierboven gesteld, geen bin-
dend karakter had, zouden de landen op grond van morele
13
verplichtingen het in de tekst gestelde ten uitvoer brengen. Momenteel is er een harde discussie aan de gang over de
vraag wat nu het belangrijkste deel van de Slotacte is. Het Westen betoogt dat alle delen gelijk van waarde en kracht zijn, het Oosten gaat daar tot op zekere hoogte mee
accoord. Het belangrijkste deel echter is volgens hen te vinden in de "veiligheid,regelen", ook wel mand I ge-
waarborgt' daarmee rust, vrede en veiligheid. Reactionaire en fascistische krachten (de overtreffende trappen van
kapitalistische krachten) verstieren het maatschappelijke en daarmee het politieke wereldklimaat; door in de gehele wereld een klasseloze maatschappij te vestigen worden alle daarmee samenhangende problemen opgelost. Hoewel er vreedzaam met het westen gecoëxisteerd moet
noemd .
worden betekent dat niet het opheffen maar juist het
Dat is begrijpelijk, want de Sowjet Unie is herhaaldelijk
voortzetten van de klassenstrijd, met "andere" middelen dan materi~le wapens. "Het is een proces dat ontwikkeld wordt om vrij baan te maken VOOT de Social Progress. "
vanuit het westen aangevallen en bovendien voelt men zich
in het Oostblok nog altijd bijzonder bedreigd; het Westen daarentegen besteedt de laatste tijd in toenemende mate
aandacht aan de "Derde Mand", de mand van de "Vrije uitwisseling van mensen en ideeën" (5). Ook dat is begrijpelijk, gezien de geslotenheid van de Russische samenleving en de toenemende hoeveelheid berichten betreffende de schending van mensenrechten in Oost-
Jean Kanapa, lid van ~et Centrale Comité van de Franse communistische partij legde in december 1974 een verklaring van soortgelijke strekking af, welke onder meer door Radio Moskou werd uitgezonden. Uit andere verklaringen echter blijkt de zaak ook vice versa te werken: Social Progress effent de weg voor vrede en veiligheid.
Europa . G. Arbatav, directeur van het Amerika-Canada Instituut in
Maar ondanks deze perikelen zijn toch de oosteuropese regeringsleiders het erover eens, dat de theorie van de Vreedzame Coëxi.stentie nu een aanvaarde is in het Westen
(6). De Vreedzame Coêxistentie leidde tot de CYSE en de CVSE beveSligde op haar beurt de Vreedzame Coëxisten-
Moskou (7) en A.I. Sobolev, hiervoor reeds aangehaald,
Iwerpen eigenlijk nog het beste licht op de Social Progress, de eerste in een artikel over de Russische buitenlandse en de tweede over de rol van de communistische partijen in westerse landen.
I politiek,
I
het hismTisch inÎciatÎef ddinitief verloren aan het wereld'Systeem van het socialisme", zoals A.I. Sabolev schreef in f(/aJl i SovT<1nt!nnyi Mir, nr. 11197;, in zijn artikel "Strategy
Arbatov noemt de Sodal Progress een voortschrijdend proces, dat zelfs nie.t tijdens de Koude Oorlog tot stilstand kwam (hij moet hier duidelijk de westerse situatie op het oog hebben). Mede in ~erband hiermee betoogt hij verder, dat in de Lenini..ische buitenlandse politiek twee premissen prevaleren; in de eerste plaats de Sociale Ontwihlcelingen en in de tweede plaats de IntmtatelijÀe Re/aties. Uit het hierboven gestelde was al gebleken dat in de relaties met
and tactics in the Cia .., Stwggle at the present stage of the
het westen de theorie van de Vreedzame Coëxistentie, met
.·General Cris.is of Capitalism" .
in zijn verlengde de Ideologische Strijd, bepalend is .
~ie .
Tel'Wijl de meene oOSteuropese schrijven met de CVSE - een oosleur0pees initiatief-bewijzen hoeVeel terrein het socialisme heeft gewonnen ten koste van het ka,pira-
!isme, gaan sommigen zelfs nog verder: "kapitalisme heeft
. Voor· h~f .wanehau 'Paa
echter is het allemaal nog geen
[edé"~:,;;r'l"'Q(i> ·de lauweren te rusten. Integendeel. Op de
. · tWintigst~
v~ijaa,rol'l! van het Pact, jongstleden mei, werd '. 'riog ·~.eJ\d ~1l~' ,(jo s\.i~d voor een nieuw Europa volgehOt:+d~fl m()e$~ ~o.rdoIl 'mat een zelfs nog grotere vastberadenh~jd "~ en dat di! Communistische partijen daarin een
leidende rlJl dienden te vertolken teneinde te komen tor de ' cr:earie van een "'Europa van Vrede, Veiligheid, Samenwerking en .. .'Saciai ProgreJJ" .
. Inderdaad, hier komen we terug bij de EYSM, want deze welklinkende woorden vonnden ook het motto van de Ontmoeting. Maar nog eerder zijn de woorden, in die combinatie. aan te treffen. Tijdens de voorbereidende besprekingen in oktober 1975 voor de Communistische
Partijenwp in Berlijn aanschouwde het motto voor het eent het daglicht, en vooral dil 'laatste gegeven indic~ert
Dat zou dus kunnen betekenen, dat het het doel van de Russische buitenlandse politiek is, de sociale ontWikkelingen in het westen te stimuleren in de richting van het soc.:ialisme. In tegenstelling daarmee echter staat de oost-
europese opmerkil)g, dat "er geen .prake kan zijn van een ~port van socialisme" . Men voegt er echter aan toe: "Socialisme kan alleen groeien door locale inspiratie". Het Îi in dit verband dat
de opmerkingen van Sobo/ev van bijzondere importantie worden. In zijn eerder geciteerde artikel "Strategie en tactiek in de klassenstrijd in het huidige stadium van de algemene crisis van het kapitalisme" vestigt hij nadrukke-
lijk de aandacht op de situatie in de westerse landen. Communisten mogen daar volgens hem met andere bewegingen en groepen een soort front vonnen ten einde
de Sodal Progre5s zo veel mogelijk te stimuleren. De
het belang ....m het sleutelwoord: "Social Progress" .
communisten, zo gaat hij verder, mogen daarbij geen
Sodal Progress
dominerende rol spelen; zij moeten "fhter wel precies
De Oosleuropeanen hebben niet alleen op de E:YSM 'g!)en
weten, in hoeverre zij concessies mogen doen voor het aangaan van compromissen ter bereiking van een samen-
moeite geda·an te omschrijven, wat men nu precies onder Social Progress zou mogtn VC!I'staan. Hoewc:1 de term met
de regelmaat van de klok in één of and .. geschrift of gesproken aangetroffen kan worden is het begrip kennelijk nog,niet rijp voor opname in een lexikon.
.
Het hierondÎ!rstlilmde.iS"da.i ook nièt nleer dan een analY.e uit een ruime hoeveelheid artikelen en speeches, op basis van het bovenstaande.
De SociaI Progress vindt in het Oostblok reeds lang haar toepassing. De klasseloze maatschappij is I!erealiseerd' en
14
werking. Met welke bewegingen of groepen er mag worden samengewerkt, en hoe, wordt niet duidelijk aange-
geven. Alleen de vakverbonden worden in dit artikel met name genoemd.
Nachtmerrie Het is duidelijk dat het"de CPSU, de communistische partij van de Sowjet Unie, is die zal moeten bepalen hoever de Iwesterse communisten mogen gaan in hun ijver met niet-
- - - - - - - -- - - -- - - - - - - -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - .
Wat stond er in de Poolse pers Sztandar Mlodych Dagblad van de overkoepelende PoolM: J eugd Federatie. Dit blad besteedde enkele weken lang vele lange artikelen aan de EYSM . De toptijd lag, naar te verwachten viel, tijdens de conferentie zelf. Volgens de SM lx=zochten ongeveer 1500 deelnemers van meer dan 200 nationale jeugdorganisaties uit 31 Europese landen (op de conferentie zelf werd gespmken van 950 deelnemers), Er werd regelmatig melding gemaakt van de grOle diversiteit onder de deelnemers. Veel nadruk werd gelegd op de aanwezigheid van obstrvtn;: de Pan -Afrikaanse Jeugdbeweging, de Chileense Unie van Socialilische J eugd, de Vietnamese Ho-Chi-Minh werkende jeugd en verscheidene Pa lestijnse jeugd-bevrijdingsbewegingen. Sztandar Mlodych diende a ls trmdJttter voor de Poolse jeugd. publiceerde in het verleden veel over de verschillende bevrijdingsbewegingen. Vooral de Palestijnse en Chileense zaak werden overvloedig voor het voetlicht gehaald, dit in combinatie met grote sticker- en speldjesacties. Rond de Pan-Afrikaanse. Chi leeme, Vietnamese en Palestijnse toehoorders werden solidariteiumanifestaties gehouden buiten Warschau. Voor EYSM-bezoekers was dit geen verplichte Stof. Wél voor ongeveer 1300 Poolse jongeren die hiervoor in spt:ciale werkkampen ideologisch waren getraind (deze 1300 mochten overigens de EYSM zelf niet bijwonen). De berichtgeving over de gang van zaken tijdens het congres vah erg tegen. Men vervalt in herhalingen van hetgeen men tevoren al had voorspeld (construct ieve geest, solidariteit etc.). Van de problemen rond de openi ng werd geen melding gemaakt. Ook de FransCommunistische boycot werd verzwegen. Alleen op 23 juni werd in SM gesproken van "enkele pogingen ", door westerse delegatieleden, teneinde het belang van de Helsinki -slotacte te minimaliseren. Ongetwijfeld doelde men op de actie van de Britse Young überals over de schending van de mensenrechten in de USS R en Polen. (Zie hiervoor het verslag elders in dit nummer. ) SM vervolgde echter met te stellen dat dit slechts "a lleenstaande gezichtspunten" waren , die snel tegengesproken werden door de meerderheid van de delegatie. De slOlresolutie tenslotte - door de organisaIOren ongetwijfeld beschouwd als van minimale kwaliteit - werd slechts in een kort resumé besproken. Op 25 juni werd de artikelenreeks in SM afgesloten met de opmerking dat de delegaties naar huis gingen "met de stellige overtuiging dat hun congres geëindigd was met een succes dal alle verwachtingen te boven ging".
communisten samen te werken. (De verkapte waarschuwing is ongetwijfeld gericht aan het adres van de enigszins dissidente Italianen.) Maar dat betekent uiteraard dat er wel degelijk sprake moet zijn van een soort indirecte vorm van "export van socialisme"; bovendien heeft het Oostblok er altijd naar gestreefd de Vreedzame Coêxistentie erkend te krijgen in het westen (export van Vreedzame Coëxistentie) en zegt men nu dat zulks ook inderdaad geschied is. Het nu ontstane vacuum zou daarom wellicht opgevuld kunnen worden met de theorie van de Social Progress,hèt middel ter bevordering van vrede en veiligheid . Er is no g een tweede motief waarom deze redenaue voor de hand ligt . De economische situatie in het westen is er de laatste jaren niet werkelijk op vooruitgegaan en wat nog meer aanspreekt, de werkeloosheid vonnt zo langzamerhand een nauwelijks controleerbare nachtmerrie. De eersten die zich van zo' n ontwikkeling in het westen bewust worden, zijn de socialistische landen en het zou van een zekere slimheid getuigen, indien zij op deze ontwikkeling een gepast antwoord vonden in de opneming van de Sodal Progress in hun officiële buitenlandse politiek. Het duun misschien nog jaren, voordat het bovenstaande bewaarheid wordt. Misschien gebeurt het ook wel nooit. Of misschien valt de door Arbawv genoemde Sodal Development wel gelijk te stellen met de Sodal Progre ... Het blijft allemaal koffiedik kijken, maar één ding blijkt toch duidelijk. Sodal Progress is veel meer dan het in ultimum gelijkstellen van alle burgers. Het is een samenballing van twee woorden, die past in de reeks van Vreedzame Coëxistentie en Ideologische Strijd, begrippen, waar het westen niet te veel van begrepen heeft. Laten we echter hopen dat het in het westen uitgevonden begrip détente (8), ontspanning, in het oosten beter begrepen wordt. R.D. Praaning
Trybuna Ludu De Trybuna Ludu is het partijblad van de Poolse communistische partij . Het pub liceerde voora l tijdens de meeting op haar frontpagina nieuws over de conferentie. Een comp lete tekst van de toespraak vanJablonslfi (voorzitter van de Staauraad) werd op 21 jun i gepubliceerd. Daarin stelde Jab lonski dat politieke détente gecompleteerd diende te worden met militaire détente. Bovendien wees hij de confererenden op hun verantwoordelijkheid het toekomstige gezicht van Europa te vormen. Europa, dat een continent van vrede en samenwerking tussen vrije mensen, vriendschappelijk tegenover alle naties van de wereld moet worden. Op 22 juni besteedde TL aandacht aan de vijf commissies en bijkomende seminars welke tijdens de conferentie gehouden werden. Er werd geen melding gemaakt van enige o nrust gedurende de vergaderingen en het slotdocument werd slechts kon besproken.
Sztandar Mlodvch Op 24 j uni verscheen een speciaal aan de ['VSM gewijd nummer van SM . Het hoofdart ikel op pagina I maakt melding van de Helsinki spirit - de EYSM wordt hier volledig gezien in het li cht van de Helsinki -slotaccoorden. De Polen benadrukke~ de vooraanstaande rol die zij door deze co nferentie spelen in de ontwikkeling van de samenwerking op het Europese continent. In dit nummer wordt zeer veel aandacht besteed aan opmerkingen van de verschillende communistische jongeren leiders (WFDY , lUS, Komsomol , Oostduitse en Bulgaarse jeugdorganisaties). Helaas komt geen enkele westerse "voonnan" aan het woord. BoylCho SCMryanov, eerste secretaris van het Bulgaarse jeugdcomité. gaat het verst in zijn opmerkingen : "Dit is, buiten k.ijf. de allerbelangrijkste jongerenconferentie in Europa sinds de wereldoorlog. Het is een woot succes voor a lle krachten die voor ~ede en vooruitgang zijn."
Noten: I. Zie "Verslag van de EYSM" elders in dit nummer. 2. On the slogan for a United States of Europe. uit: Soviet Foreign Policy. Early Years. 3. Military Programme ofthe Proletarian revolution, ibid. 4. Landen, waarin het communisme is ingevoerd , in een nog niet geheel communistische wereld. 5. De CVSE valt in drie hoofdthema's te verdelen: Veiligheid, samenwerking op het gebied van de economie en samenwerking op humanitaire en andere gebi eden. 6. Uitzo nderingen waren : Roemeens president Ceaucescu: Hij sprak. van Vreedzame Samenwerking i.p.v. Coêxistentie, en: Tito, President van Voegoslaviê . Hij sprak van "Actieve" Coêxistentie. 7. Artikel uit Izvestia. 3/9-1975. 8. De GaulIe was de uitvinder.
15
Ontwapeningsnota : Moedeloos en Mat M.oedeloos, mat en /tribbig. Dat tijn to ongeveer de trefWoorden waarmee de sfeer kan worden aangeduid die heerjle tUdens de Kamerbehandeling van de "Ontwapeningsnota" (Nota over het Vraagstu/t van ontwapening en veiligheid) op 24 en 26 augustus j.1. Het!eit allun al dat de Nota, uitge/tomen injuni 1975-en toen al in ruime mate vertraagd - een jaar lang op behandrling heeft moeten wachten, was naluurlij/t al geen gelultltige aanloop voor het debat . De eerste "jus" is er wat af. en wat er vorig jaar aan commentaren is verschenen, is voornamelijk ingebracht in de in november georganiseerde hoorzitting. Behalve twee vertegenwoordigers van het Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken waren op de publieke tribune geen specialisten aanwezig. Het inherente gebrek aan actualiteit werd gecompenseerd door een 31 pagina's tellende aanvullende nota, waarin aan de feitelijke ontwikkelingen op het gebied van b.v. MBFR, SALT en CVSE aandacht wordt geschonken . De basisfilosofie van de Ontwapeningsnota (Beteugeling van de macht, Veiligheid een ondeelbaar goed , Beleid niet alleen gericht op voorkomen van oorlog, maar ook op het wegnemen van de oorzaken van spannin . gen ) was ongeschonden het eerste jaar doorgekomen, en stond nu - naast de meer praktische aspecten van het beleid van de Ned. regering op de diverse terreinen van wapenbeheersing, wapenbeperking en ontwapening - ter discussie. Een paar kanttekeningen in de marge om de overige summiere rapportage in de kranten aan te vullen. Ik signaleerde al de geringe publieke belangsteUing (ook van het deskundige publiek) en naar mijn idee hebben we hier te maken met een symptoom van de verflauwing van in Nederland toch al niet reusachtige belangsteUing voor kwesties als ontwapening en veiligheid. De defensie-begroting en aUe prol>lemen die daar gewoonlijk mee gepaard gaan hebben in de regel meer publiciteit en interesse dan deze taaie kost, die nu voor de eerste keer in lange tijd systematisch (bij de begrotingsbehandelingen is het onderwerp bij stukjes en beetjes aan de orde) onderwerp van beraadslaging in 's lands vergaderzaal was. De cemen en de dubbeltjes teUen blijkbaar altijd nog meer dan deze meer ideële kwesties . Waar is de tijd gebleven van het grote PvdA-congres over vrede en veiligheid van vorig jaar april?
Matheid ook bij de Kamerleden en de bewindslieden zelf, uitzonderingen als Waltmans (PPR) niet te na gesproken. Het veiligheidsbeleid zoals de PPR dat wil, is echter bij lange na niet het beleid dat de Ned. regering wil, en zo omstond dan weer de figuur dat de Regering bij de weinige moties die er werden ingediend in elk geval op de middenen rechtervleugel (CDA en VVD) moest steunen om het hoofd boven water te houden. De PvdA ste\:trrcte het kabinet in overwegende mate, maar wilde op enkele punten (no-first-use, MBFR, studie over eenzijdig afzien van geweld) harder lopen - ook geen
16
onbekend verschijnsel. Het gevolg: een kribbige en vinnige discussie tussen Waltmans en v.d.StoeI/Kooijmans (de man die de o ndankbare taak heeft de ethische dimensie van het regeringsbeleid te ver/topen, en 25 keer het ethische dilemma van kernwapens uitleggen lijkt me bepaald geen aamrekkelijke taak), en Danken en Ter Beek in afwisselende haat- liefde verhoudingen met de regeringstafel. Van der Stoel en Kooijmans op hun beun in de weinig benijdenswaardige situatie dat Nederland, toch hier en daar wat gewantrouwd over teveel initiatieven, moeilijk in zijn eentje een dynamisch en origineel vredesbeleid kan gaan voeren. "De kaders liggen vast", verzuchtte Waltmans en constateerden de minister en de staatssecretaris. NAVO hoeksteen van het buitenlands-, defensie- en veiligheidsbeeid, veiligheidspolitiek die bewapeningspolitiek is. En zo zit voor de zoveelste maa l de Regering in de tang tussen progressieve en zeker voor wat de PvdA betreft niet onredelijke kritiek in de Kamer en de internationale verplichtingen, waar we nu eenmaal mee te maken hebben. Een politiek van smalle marges, en als je dan een JucceSje weet te boeken, zoals de inbreng van tactisch-nucleaire wapens in de MBFR, dan blijkt de activistische rol van Nederland ook maar betrekkelijk in het licht van grote broer Amerika. Alles bij het oude, concludeert Wa:tmans in zijn nabeschouwing in de Nieuwe Linie van I september, maar wat had hij dan verwacht? Men doet zijn best waar hel kan, heeft in ieder geval de Nota met een progressief verbaal sausje overgoten (positieve vrede, gevaren van de bewapeningsspiraal enz.), maar het is ongelofelijk moeilijk en laai om daar iets van in praktijk te brengen. De substantiële resu ltaten daarvan. de minieme accentverschillen in benadering. kunnen natuurlijk teleurstelling teweeg brengen bij al diegenen die niet zoals de NRC van 19 juni 1975 (verschijningsdatum Nota ) akkoord kunnen gaan met een " plezierig terughoudende beschrijving van Nederlandse ambities terzake van het veiligheids- en vredesbeleid " .
De Nota neemt (ik citeer nogmaals NRC- Handelsblad) "onmiskenbaar, zj het in vriendelijke bewoordingen. afstand van de meer geëngageerde dan diepgaande standpumen die de laatste jaren door enkele progressie~e regeringspartijen zijn ingenomen" . Ja , en mel d:'lt lil gedachten en mèt het besef bij bijna iedereen (al heeft Waltmans de indruk dat veel Kamerleden Zich de ernstige situatie op bewapeningsgebied helemaal. niet bew~~~ zijn ) dat je op deze, in feite leven-en.:.dood kW~~lleJ zo moeilijk e~n greep krijgt, was het niet verwonderlIjk dat de matheId troef was. Het "traditionele veiligheidsbeleid" won, de moties werden alle verworpen. Wie had anders verwacht ? drs. J.Th. Hoekerna
vervolg van pag. 8 De bedreiging van de vrijheid is echter volgens Lord Chalfont niet een klassieke militaire dreiging gebaseerd op de groeiende sterkte van de Sowjet Unie en haar bondgenoten. "Internationale terrorisme heeft nieuwe niveau's
van onmeedogendheid en geweld bereikt, gericht tegen liberale democr3tieèn. Hoewel deze internationaal wer· kende terroristische groepen beslist niet centraal geïnspi-
reerd en georganiseerd worden, zijn er toch wel duidelijke aanwijzingen dat zij van
communisti~che
zijde gesteund
worden", aldus Chalfont. Een grote interne dreiging is, volgens Lord Chalfont, "het verval en de demoralisatie van de westerse liberale democratie. De invloed van het communisme in zowel de
politieke partijen als wel in de vakbonden wordt steeds zichtbaarder" . Lord Chalfont komt uiteindelijk tot de conclusie, dat de vooruitgang van de détente
tot
dusverre geen grond tot
overmatig vertrouwen geeft. Noch de SALT-besprekingen noch de MBFR-onderhandelingen hebben belangrijke ontwikkelingen in de détente kunnen bewerkstelligen. Hij blijft echter van mening dat "een dialoog tussen Oost en
West noodzakelijk is doch tegelijkertijd de Westerse regeringen zich bewust moeten zijn van de dreiging en hun standpunt ten aanzien hiervan moeten bepalen". Het rapport van Norman Polmar onder de titel "NATO's most urgent task: (O keep control of the seas" benadrukte de noodzaak van een efficiënt en goed uitgeruste zeemacht.
Het is overduidelijk dat de Sowjet Unie zich de laatste jaren geconcentreerd heeft op de uitbreiding en versterking van haar viool. Tevens heeft zij haar oefenterreinen verlegd naar de Indische Oc(!aan en de Stille Zuidzee. Ten gevolge van het vermogen van de Sowjet Unie om de
Atlantische verdragslanden het vrije gebruik der zeeën te ontnemen, doet Pol mar enige voorstellen, waarbij de
nadruk wordt gelegd op het zekerstellen van de aanvoerwegen van grondstoffen. Secretaris-Generaal Luns, uitgaande van de twee boven kon samengevatte rapporten, concludeert dat het beleid van de Alliantie gericht moet zijn op een combinatie van "deterrence and negotiation" . Onderhandelingen kunnen niet gelukken vanuit een positie van militaire zwakte. Een beleid van détente houdt dus niet in een beleid van defensieve zwakte. Imegendeel, hel eist een voortdurende
militaire inspanning om een geloofWaardige afschrikking in stand te houden. Een beleid van détente is uiteindelijk niet ontworpen voor betrekkingen tussen elkaar bevriende landen.
Ja,on, ISAY en Kopenhagen Naast het bijwonen van de conferentie hadJASON zich ten doel gesteld de kontakten met andere Atlantische Jongeren organisaties te leggen dan wel te versterken. Het voorstel om een InltrnallOnal St",lanal of At/anllc Youlh OSAY) op te richten werd zeer posidef ontvangen en in principe werd
besloten dat zij op 1 januari 1911 haar werkzaamheden zal aanvangen. Het doel van de ISAY is dat zij' zal dienen als imernalÏonaal documentatie centrum voor alle eraan deelnemende Atlantische Jongeren organisaties. Zij zal van deze organisaties informatie over hun beleid, publicaties, activiteiten, jaatverslagen ete. vergaren en wederom ver-
spreiden. De ISAY zal de internationale samenwerking tussen de deelnemende organisaties stimuleren.
Or,. M.A. van Drunnen Littel
Stichting ]ASON Vall Stolkweg 10,
DEN HAAG