Jason magazine 1-2016: Barriers

Page 1

MA GAZINE

Barriers International peace- and security questions * volume 41 * issue 2 * 2016


JASON MAGAZINE

COLOPHON

JASON Magazine is the periodical of the JASON Institute Chief Editors Rik van Dijk Daniël Stuke

Senior Editors Dana Cohen Rik van Dijk Floris Grijzenhout Ilias Halbgewachs Daniël Stuke

Editors Christiaan Duijnmaijer Quint Hoekstra Emanuel Skoog Jaap Steenkamer Contributors Matthijs Even Constant Hijzen Giles Longley

Design Ervee design & Drukwerk (Ruud van der Vegt) Co-ordination geschreven en gedrukt (Hans van der Lee)

Printing Drukkerij Noordhoek, Aalsmeer

Executive Board Chairman – Jan Willem Bode Secretary – Lisa Warmenhoven Treasurer – Floris Duvekot External relations – Marco Wiers PR & acquisition – Hester Torn Editorial office – Rik van Dijk/Daniël Stuke Events coordinator – Daphne van Es General Board Dr. Laurens van Apeldoorn Bart Beltman LLM Dr. Francoise de Companjen Col. Marco Hekkens, RNLMC (ret.) Bart Hogeveen MA, LLM Simon Minks MA Pim van der Putten MA Ms Marjolein de Ridder MA Ms Elsa Schrier MA Capt. Niels Woudstra, RNLN

JASON MAGAZINE

Contents 04 08 12 17 20 25

Grensbarrières

Het jaar van de grensbarrière Dick Wittenberg Migration Crisis

Breaking up Europe with a Backpack Jaap Steenkamer

Technology and psychology of war

Military Technology and the Mental Barrier of the Last War Quint Hoekstra Bolivian sea access

The allure of the sea Emanuel Skoog

Barriers between Gaza Strip and West Bank

Greater Gaza Dana Cohen

Tunesische grensbewaking

Grenzen dicht!

Christiaan Duinmaijer

29 34 37 40 43

EDITORIAL Opposing Kurdish government models

Divided by the Mountain River Giles Longley

Interview & boekrecensie

In Gesprek Over Grenzen Floris Grijzenhout

Not too long ago in the 1990s, the world was swept by a euphoric wave of openness, as walls came tumbling down and borders controls were removed all across the globe. For a time, it seemed as though barriers could be consigned to the dustbin of history. Nowadays however, walls have returned in the world of international affairs. From Mexico to Hungary, new barriers are being raised and old ones restored. It is a striking development to be sure, but what does it mean for the security of the world and its citizens?

Winner JASON essay competition

Then Icarus fell from the sky Matthijs Even

This edition of JASON Magazine aims to provide you with some new insights in this matter. Journalist Dick Wittenberg contributed his expertise on this changing world.

Geheime dienst

De grenzen van het geheime werk Constant Hijzen

Past events of the JASON Institute

37

Advisory Board Chairman – Dr. W.F. van Eekelen Prof. dr. E. Bakker Lt. Gen. Jan Broeks, RNLA Col. M.J.M.S. Hekkens, RNLMC (ret.) Cmdre M. Hijmans, RNLN Prof. dr. J. Lindley-French R.D. Praaning Ms L.F.M. Sprangers MA

In an exclusive interview, Ivo van de Wijdeven, writer of the book De Rafelranden van Europa (The Fringes of Europe), shares his insights into some of these questions and more.

As always, some conspicuous and relevant current topics are addressed, for instance in the article on barriers between the West Bank and the Gaza Strip, and another one on the barriers between Tunisia and Libya. Also included are articles on barriers that you may not have realized even exist, such as the Chilean obstruction of Bolivian access to the ocean, or mental barriers regarding warfare and intelligence. The winner of the JASON Essay Competition is included in this edition: Matthijs Even’s insightful piece on how the EU should fundamentally reconsider its foreign and security policy.

Contact us Kaiserstraat 25 NL-2311 GN Leiden T +31 (0)71 527 79 72 E info@stichtingjason.nl I www.stichtingjason.nl

8

Neither the JASON Institute nor the JASON Magazine editorial office is responsible for the views expressed in the contributions to this magazine. ISSN 0165-8336

20

Dear reader,

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

12

We hope that you will thoroughly enjoy this latest edition of JASON Magazine on Barriers, the first one under our care as newly minted chief editors. Rik van Dijk and Daniël Stuke, Chief Editors JASON Magazine

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

03


Het jaar van de grensbarriè re

JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Grensbarrières

Ooit staat het zo in een geschiedenisboek: 2015 was ‘het jaar van de grensbarrières’. Lees langzaam en hardop de namen van de volgende landen: Hongarije, Oostenrijk, Macedonië, Slovenië, Oekraïne, Estland, Letland, Mexico, Algerije, Namibië, Kenia, Turkije, Iran, Oman, Maleisië en India. Nooit eerder bouwden of planden zoveel landen in hetzelfde jaar een grenshek of grensmuur. Gouden tijden voor fabrikanten van prikkeldraad. DICK WITTENBERG

I

n een tijdperk van toenemende globalisering bloeien grensbarrières als nooit tevoren. Van Oezbekistan tot Botswana. Van ailand tot Brazilië. Alle landen die zich bedreigd voelen of een vijand zoeken om zich tegen af te zetten, bouwen een grensmuur of een hek. Bangladesh, met een grens van 4288 kilometer, is al helemaal met prikkeldraad omheind. SaoediArabië sluit zich hermetisch af. Net als Israël, dat ook nog eens een binnenlands hek heeft om Israëliërs en Palestijnen te scheiden.

Europa werd in 2015 in één klap Fort Europa. In het oosten verrezen grenshekken om de Russen te keren. In het zuiden ontstonden grensbarrières om de vluchtelingen te weren. Europa heeft alweer bijna net zoveel kilometers zwaarbewaakte grensversperring als in het tijdperk van het IJzeren Gordijn. De Verenigde Staten zijn nog relatief open. Pas een derde van de grens met Mexico is afgesloten met muren en hekken. Maar daar komt snel verandering in, als Donald Trump president wordt. ‘Ik zou een grote muur bouwen’, kondigde hij aan, ‘en niemand bouwt betere muren dan ik. (...) Ik bouw een grote, grote muur aan onze zuidgrens. 40

En ik laat Mexico voor die muur betalen. Let op mijn woorden.’ EEn groEiEnd fEnomEEn Geografen tellen inmiddels tussen de 50 en 65 grensbarrières, verspreid over de hele wereld. Het aantal hangt af van de criteria die zijn gebruikt. Tellen zwaarbewaakte zeestraten mee als grensbarrière? Is het Britse hek bij de Franse ingang van de Kanaaltunnel een grensmuur?

Landen met de bekendste grensmuren zijn de Verenigde Staten, India en Israël. Niet toevallig zijn dat landen die zich graag opwerpen als respectievelijk de oudste democratie ter wereld, de grootste democratie ter wereld en de meest stabiele democratie in het Midden-Oosten. Samen bouwden ze sinds 2000 ruim 5700 km aan grens-muren. Dat zijn in alle drie de landen de grootste en duurste infrastructurele werken van

Nooit eerder bouwden of planden zoveel landen in hetzelfde jaar een grenshek of grensmuur. Gouden tijden voor fabrikanten van prikkeldraad.

Over een aantal cijfers zijn de onderzoekers het in grote lijnen eens. Samen zijn de grensbarrières tussen de 30.000 en 40.000 kilometer lang. Ze zouden driekwart van de aardbol kunnen omspannen. De kosten lopen in de honderden miljarden dollars. Zeker 80 procent is pas deze eeuw gebouwd, alleen afgelopen jaar al vijftien.

drijvEndE krachtEn Een kwart eeuw geleden fantaseerde de mensheid nog over een wereld zonder grenzen. De val van de Berlijnse muur in 1989 leek de doodsklok voor grensmuren te luiden. De laatste grensbarrières die overbleven, zoals tussen Noord- en Zuid-Korea, golden als restanten van een voorbije tijd. De Europese Unie opende in 1993 de grenzen tussen lidstaten voor personen. Burgers konden zich binnen het grondgebied van de Unie voortaan vrij bewegen, zonder gecontroleerd te worden. Mexico, Canada en de Verenigde Staten versimpelden het onderlinge verkeer van goederen en personen. In 1994 werd de NoordAmerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (Nafta) van kracht. In de jaren negentig tekende zich ook het eerste begin van een tegenbeweging af. Was het wel verstandig die grenzen zo wagenwijd open te zetten? Het aantal landverhuizers in de wereld steeg in 1990 tot een record van 41,4 miljoen mensen. Dreigde een invasie van migranten rijke landen te overspoelen en welvaart en cultuur te ondermijnen? Moesten grenzen niet juist dicht?

het nieuwe millennium. Topprioriteit van de staat.

De terreuraanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten maakten aan alle twijfel in één klap een einde. Na 9/11 is de comeback van de grensmuur begonnen. Van Brunei tot Koeweit. Van Jemen tot Botswana. Van China tot Turkmenistan. Het einde is nog niet in zicht.

Weinig mensen weten van die wildgroei aan grensmuren, hoe manifest en kostbaar ze ook zijn. Kranten leggen zelden een verband tussen al die barrières. Wat hebben ze gemeen? Waarom zijn ze zo gewild?

De aanslagen troffen de Verenigde Staten als een mokerslag. Niet alleen vanwege het grote aantal slachtoffers: 2976 doden. De enig overgebleven supermacht, God’s own country, werd in het hart geraakt, in het financiële

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

s De aanslag op het World Trade Centre luidde de comeback van de grensmuur in.

centrum van New York. Een land dat zich onaantastbaar waande, bleek pijnlijk kwetsbaar te zijn. Dat kon niet. Dat mocht niet weer gebeuren. Een beetje grootmacht behoedde zijn burgers voor een dergelijk trauma. Zo’n superstaat wekte op zijn minst de indruk dat ze herhaling kon voorkomen. Dat is wat de Verenigde Staten deed. Met alle denkbare middelen. Tot elke prijs. Het verhief de nationale grenzen tot ‘eerste verdedigingslinie’ in de strijd tegen terreur. Dat gebeurde niet onmiddellijk. Dat lag ook niet voor de hand. Geen van de aanslagplegers was de Verenigde Staten vanuit Mexico binnengekomen. Eentje via Canada. In zijn toespraken kort na de aanslagen legde president George W. Bush ideologisch wel al het fundament voor de bouw van een grensmuur, al werd de grens niet één keer genoemd. Hij

schetste twee werelden die elkaars tegenpolen waren. Aan de ene kant de moderne, beschaafde, vredelievende landen waar recht en orde heersen. Aan de andere kant de primitieve, slecht bestuurde landen, die zich niet aan internationale afspraken hielden, die toevlucht boden aan terroristen, waar chaos en misdaad triomfeerden en die geen controle hadden over hun burgers en hun grondgebied. Landen die ‘onze manier van leven’ ondermijnden, zoals hij bij herhaling zei. Vóór 9/11 had de Amerikaanse regering een eerste voorzichtig begin gemaakt met verscherpte grensbeveiliging om de toevloed van drugs en illegale immigranten uit Mexico te beperken. Het aantal grensbewakers van de Border Patrol verdubbelde in de jaren negentig. Een eerste grenshek verrees in 1993 bij San Diego: 23 kilometer lang. Maar initiatieven om de hele grens te vergrendelen strandden op gebrek aan geld en politieke wil.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

05


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Grensbarrières

s Donald Trump wil een muur op de grens met Mexico om illegalen buiten te houden.

Na 9/11 wekte de regering opeens de indruk dat de 3169 kilometer lange grens tussen Mexico en de Verenigde Staten veel te open was geworden. Alsof die ooit dicht was geweest. De oorlog tegen het terrorisme maakte opeens onmisbaar wat daarvoor steeds als onnodig, onwerkbaar en onbetaalbaar werd beschouwd. Het pas opgerichte ministerie van Binnenlandse Veiligheid bombardeerde grensbewakers van de ene dag op de andere dag tot terroristenjagers. “We kunnen ons niet beschermen tegen terrorisme, als we niet ook de illegale immigratie aanpakken”, zei Steven Camorota, onderzoeksdirecteur van het Center for Immigration Studies. Vertrouwde fenomenen als smokkel en illegale migratie werden op één hoop gegooid met de dreiging van terreur. Het besluit om een 1125 kilometer lange grensbarrière te bouwen tussen Mexico en de Verenigde Staten, viel in 2006 met de aanname van de Secure Fence-wet. Kosten deden er niet meer toe. Onder de voorstanders waren ook de Democratische senatoren Barack Obama en Hillary Clinton. Summary

Het doel van het hek, zei Bush bij de ondertekening van de wet, was om ‘een natie van wetten’ te beschermen. Tegelijkertijd gaf hij het ministerie van Binnenlandse Veiligheid de bevoegdheid om alle wetten te negeren die een snelle bouw van het hekwerk in de weg stonden.

Zelfverdediging rechtvaardigde ook de bouw van de 700 kilometer lange

Na 9/11 is de comeback van de grensmuur begonnen. Van Brunei tot Koeweit. Van Jemen tot Botswana. Van China tot Turkmenistan. Het einde is nog niet in zicht.

Daarbij ging het niet alleen om wetten die het milieu of zeldzame diersoorten of indianenrechten beschermden. In 2011 had het ministerie al 37 federale wetten aan haar laars gelapt. Met weer een andere wet, de Immigration and Nationality Act, rekte Bush het grensgebied op waar de staat bijzondere bevoegdheden geniet. Agenten van de Border Patrol hebben het recht om zonder volmacht elk schip,

The nations of the world have been building walls and fences on a massive scale to protect themselves against all sorts of evils. More than 40.000 km of border walls have been built in the name of national safety. However no wall can stop terrorists nor refugees for long. While they provide the illusion of protection. They are a danger for both the innocent refugees trying to scale them and for the inhabitants inside, as walls create a closed off and frightened world.

60

elk voertuig en elk vliegtuig staande te houden en te doorzoeken binnen een straal van 100 mijl (160 kilometer), van landsgrens of kust. Twee derde van de Amerikaanse bevolking woont in dat ‘grensgebied’. Agenten van de Border Patrol bemannen vaste checkpoints op alle grote doorgaande wegen, meestal circa 50 kilometer van de grens. De American Civil Liberties Union sprak van ‘een grondwetvrije zone’. In naam van democratie en vrijheid werden democratie en vrijheid ondermijnd. Andere landen die grensbarrières bouwden, volgden het Amerikaanse voorbeeld. Ze gebruikten vergelijkbare argumenten. Ze hanteerden eenzelfde aanpak. Ze verruimden bevoegdheden van grenswachten en veiligheidsdiensten. Ze beknotten bescherming van burgers, met name in de grensgebieden. In naam van de nationale veiligheid. Al in 1986 besloot de Indiase regering dat er een hek moest komen langs de 4096 lange grens met Bangladesh. Maar pas na 11 september 2001 maakte ze er serieus werk van. Dat was absoluut noodzakelijk om de nationale veiligheid te garanderen, zei de Indiase regering. Puur lijfsbehoud.

grensmuur die Israëliërs en Palestijnen chirurgisch scheidt. Plannen voor die muur bestonden al langer. De laatste weerstand smolt na de aanslagen op de VS en door de tweede intifada, de Palestijnse opstand aan het begin van deze eeuw. Sindsdien verrees wat aan de ene kant het ‘antiterreurhek’ wordt genoemd en aan de andere kant ‘Apartheidsmuur’. De Europese Unie bouwde haar eigen grensmuren, al viel dat aanvankelijk niet zo op. Ze beperkte zich aan het eind van de twintigste eeuw tot de Spaanse enclaves in Marokko, Melilla en Ceuta. Pas ruim tien jaar later volgden grenshekken in Griekenland en Bulgarije. Verreweg de grootste barrière die Europa opwierp tegen ongewenste Afrikaanse en Aziatische immigranten, was op het eerste oog onzichtbaar. Ze liep dwars

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

door de Middellandse Zee. Ze bediende zich van marineschepen, vliegtuigen, helikopters, satellietbeelden, radarsystemen en zogeheten Rapid Border Intervention Teams. ‘Een Berlijnse muur op water’, noemde de vermaarde sociologe Saskia Sassen die.

wereld. Voor de kust van Australië verdronken de afgelopen vijf jaar naar schatting duizend bootvluchtelingen. In of op de Middellandse Zee stierven sinds 1993 zeker 21.000 migranten. De Indiase grensmacht doodde sinds 2006 meer dan duizend arme boeren uit

niEuwE grEnzEn voor Europa? En toen was er vorig jaar opeens die wildgroei aan Europese grenshekken in het oosten en op de Balkan. Geconfronteerd met een Russische dreiging en een vluchtelingenstroom uit het MiddenOosten die niet was te stelpen, vervielen landen tot de primitieve reflex van het hekken en muren bouwen. Zo ouderwets.

Bangladesh. Ter vergelijking: bij de Berlijnse muur vielen 136 doden in 28 jaar.

Hebben ze van de geschiedenis dan niks geleerd? Muren houden vluchtelingen en gelukszoekers niet tegen. Ze dwingen alleen maar tot andere routes die altijd duurder en gevaarlijker zijn. Mensensmokkelraars spinnen er garen bij.

Wendy Brown hoogleraar politieke wetenschappen aan de universiteit van Californië, vergelijkt burgers in welvarende landen met angstige kinderen die hunkeren naar de bescherming van Vadertje Staat. Globalisering is in hun perceptie een benauwend verschijnsel, met haar ongecontroleerde kapitaalstromen, verschuivende machtsverhoudingen, eroderende status van de middenklasse, verwatering van de nationale identiteit, Euro-Atlantische welvaart die steunt op een goedkope buitenwereld. Naties hebben maar heel beperkt greep op deze bedreigingen. Dat

Biography Dick Wittenberg (1953) was jarenlang redacteur van NRC Handelsblad en schrijft tegenwoordig als correspondent Wereldverbeteraars voor De Correspondent.

‘Er is geen enkel bewijs dat grensmuren een meer dan marginaal effect hebben op het terrorisme’.

Muren houden ook terrorisme niet tegen. “Er is geen enkel bewijs”, zegt de Amerikaanse geograaf Reece Jones, “dat grensmuren een meer dan marginaal effect hebben op het terrorisme.” Binnenkort verschijnt zijn boek e Violence of Borders. Over wat grensbarrières wel doen: ze doden. Overal ter t Soldaat bij de Hongaarse grens.

Waarom zijn grensbarrières populairder dan ooit, als ze niet tot de beloofde resultaten leiden? Waarom neemt hun aantal onverminderd toe, als ze niet bijdragen aan vrede en veiligheid? De kosten van aanleg en onderhoud zijn astronomisch hoog.

kunnen ze nooit toegeven. Dat zouden burgers niet verdragen. Vader moet onkwetsbaar en almachtig zijn. Vader moet ten minste de illusie wekken. Door grensmuren te bouwen waarop alle bedreigingen kunnen worden geprojecteerd. In een tijd van chaos zorgen muren voor wat de filosoof Heidegger typeerde als ‘een geruststellend wereldbeeld’. Hier is het veilig. Aan de andere kant huist het duistere gevaar: de angstaanjagende vreemdeling. Grensmuren houden vluchtelingen en terroristen niet tegen, maar als ‘pr-maatregel van een regering’ zijn ze wel degelijk effectief, zegt Elisabeth Vallet, hoogleraar aan de universiteit van Quebec en auteur van Borders, Fences and Walls: State of Insecurity? Ze hebben een symbolische functie. Het volk voelt zich bedreigd. De regering bouwt een grenshek. Het volk is weer gerustgesteld. Zo lang het duurt. Want een muur lost niks op. Een barrière neemt bedreigingen niet weg. Barrières zijn tekens van angst. Een bange wereld verschanst zich achter prikkeldraad. Dit is een geactualiseerde, verkorte versie van een hoofdstuk uit het non-fictieboek Prikkeldraad van Dick Wittenberg dat in september 2015 verscheen bij uitgeverij Atlas en dat eerder in andere vorm online werd gepubliceerd door het journalistieke platform De Correspondent.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

07


JASON MAGAZINE Migration Crisis

Breakingf up Europe with a B ackpack

JASON MAGAZINE

The recent images of long lines of hungry, cold and desperate refugees once again trudging through Europe, all the while being confronted with callous border guards and barbed wire, have rightfully sparked a discussion about the ability of Europe to deal with this crisis. The failure of European states to deal with the large inflow of Syrian refugees, combined with other immigrants from around the globe, has led some countries to reinstate border patrols and physical barriers on some of their borders. The matter at hand is divisive and has dented the image of the well-organized and humanitarian nature of the EU and its member states. JAAP STEENKAMER

T

he problems, which have led to the apparent failure of EU member states to effectively police its borders, are many and overlapping. While the barriers themselves form a problem, they mask another: the failure of the European asylum and migration system and the inability of EU-members to find common solutions. One of the reasons the EU cannot deal with the migration across the Mediterranean are the asylum rights, since these are based on a set of norms which states have agreed to on a national level. If the spirit of the international laws on refugee rights were to be executed to the letter, states should provide opportunities to people entering their country to quickly acquire refugee status and then offer them support accordingly. In practice, most countries on the main migrant route either have inaccessible asylum procedures, or are deterring refugees from making use of them (EU Observer). In turn, many refugees refuse to enter the asylum 80

procedures till they get to Germany or Sweden. capacity e main, but not often voiced practical concern that states have with the inflow of refugees is that they do not expect the refugees to return to their home country within the coming years. Among the people crossing into the EU member

ey will then most probably join the ranks of the community of ‘illegal immigrants’ who live in judicial limbo. Still, many would rather live illegally in Europe than otherwise in their own country. For these reasons states are trying to make their countries as uninviting as possible for these immigrants. Political groups claiming to protect the cultural identity of a nation

states are also many like the 50,000 from Kosovo in the first three months of 2015, who will certainly not get refugee status (Eurostat).

or to give fiscal priority to its own citizens often base these policies on sentiments. e actions that these politics inspire have great consequences

for the image of cooperation in Europe. If every state intensifies border controls or even shuts the border this makes Europe look divided and the European Union look a fool. EuropEan SolutionS e system in place that was supposed to better handle incoming asylumseekers is the Dublin 2-agreement (EU-lex). e agreement states that

foreigners wanting to apply for refugee status should do so in the EU member state of first arrival, in this case most often Greece. After this, asylum-seekers are supposed to be dispersed over member states, also to take the burden off the southern states that are taking in the most refugees on their shores. However, the system for dividing the refugees has met with refusal from a number of states, amongst others a

bloc of Central and Eastern European countries. e refusal is essentially based on power and nationalistic arguments. A large number of member states do not feel that they are responsible for the problems that Germany and other ‘Northern’ states are experiencing. Furthermore, the so-called ‘invitation’ by Chancellor Angela Merkel that signaled refugees are welcome in Germany has led states to argue that she is responsible

t Migrants in Budapest railway station, with most heading to Germany, 4 September 2015.

When European states like Hungary and Slovenia start closing off borders without consent of the other surrounding states, this is a major indication that cooperation has failed.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

09


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Migration Crisis

The mediation of the migrant crisis can only be approached as a common European responsibility. been presented as solely a matter of increasing liberty and trade and not as a matter of shared political responsibilities. e mediation of the migrant crisis can only be approached as a common European responsibility. A failure to realize this means that Euroskeptics have a sound argument to beat the EU with. ough a solution of the migrant crisis is not probable in the near Summary

s Kids in Syria.

for the inflow of many new immigrants. erefore, the issue becomes a political battle between nations instead of matter of European cooperation. failurE e result of the whole refugee crisis has been that relations between EU member states and the common institutions have soured. Hungary, already facing criticism by the European Union and other states, has demonstratively used the crisis to push an anti-EU agenda and openly flirt with undemocratic regimes. International relations between Croatia, Austria, Hungary, Serbia, Macedonia and Greece have been put under stress by their individual decisions to institute border patrols and border fences. e failure of the EU and its member states to create a solution is obvious. ey have failed to create an effective asylum procedure in the countries of first arrival, and the subsequent inadequate response to the travelling refugees have blemished the reputation of Europe and created large divisions between member states and the EU. e reaction of countries to shore up their borders with fences and patrols for individual short-term gain has proven the failure of the system as a whole. long tErm It is very difficult to predict the consequences of the current refugee crisis as a whole. Perhaps the most significant long-term effects may be the 100

manner of cooperation between European states and the damage to the image of Europe as a functioning union of states that comes together to solve problems. When European states such as Hungary and Slovenia start closing off borders without consent of the surrounding states, this is a major indication that cooperation has failed. As for Hungary, this might actually be precisely the image that the government wants to send. e fact that Greece, which has a lot of experience in cooperation with other European states on immediate crises, is also unable to contain the problem or organize assistance to stem the tide effectively

Austria and Germany shows the world that Europe has trouble dealing with this crisis on a very basic level. It reflects poorly on the image that the EU and the European states individually try to send out, which is that of a well-organized and civilized group of states. During my most recent stay in Russia, the migration crisis was one of the most common topics of debate. Both Russians and foreign students considered the solutions of the European states as inadequate and evaluated the situation as volatile. In their view, the long term effects where a threat to European culture, economics and the ability of Europe to function as a Union. ere was amazement about the events in Cologne and the seeming

The failure to effectively organize a common European answer to the migrant crisis has led to a deteriorated image of the EU globally. The way in which national governments have reacted to the crisis has shown the world the weakness of the solidarity and cooperation skills within the EU. Only a well-organized and broadly supported policy can restore the image of a competent Europe.

future, the response of individual member states has shown that the EU functions less effectively than it has pretended to be able to. is is in itself a blow to the soft-power of the EU and can only be dealt with by creating a well-explained and soundly based European response. concluSion It is crucial that separate states try to embrace the common solutions and voice support when they are taken. However, this places the Union in the difficult situation in which it must simultaneously convince its members of possibly unpopular policy, whilst assuring their vocal support. e question whether the EU is up to this has so far been answered negatively, but there is still hope. If for example the deal with the Turkish government effectively slows down the numbers of migrants in Greece and the first wave of Syrian refugees are simultaneously properly managed during their arrival, It may give the EU the chance to restore some of its damaged image.

Biography: Jaap Steenkamer, political scientist, studied International Relations in Nijmegen and Saint Petersburg. Specialised in Eastern Europe, Central Asia, the history of the Soviet Union and Russia. Specifically interested in international political economy and social history.

t Ceuta border fence.

The result of the whole refugee crisis has been that relations between EU member states and the common institutions have soured.

speaks volumes. Even France and Germany cannot manage to solve their national reception of asylum-seekers, nor their passing through. is shows the world how unexpectedly inept the EU member states are at dealing with a relatively common problem and cooperating whilst doing this. e introduction of controls on borders between longstanding partners like

inability of states like Germany to deal with discontent of its citizens. impact e migrant crisis has a strong negative impact on the image of Europe and the EU. is is in part due to the failure to acknowledge the political nature of the Union and its components. With the creation of the monetary union and the Schengen-zone the EU has for too long

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

011


Military Techno logy and the o Mental Barrie r of the Last Wa r

JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Technology and psychology of war

For over a generation, Western militaries have spent much of their attention on improving military technology while neglecting the damaging effects of their memories of the last war. This mental barrier has prevented them from fully understanding the implications of the changing character of war and undermined their ability to win the conflicts in Afghanistan and Iraq. QUINT HOEKSTRA

T

he great Prussian strategist Carl von Clausewitz wrote that “the advance of civilisation has done nothing practical to alter or deflect the impulse to destroy the enemy, which is central to the very idea of war”.1 War, in other words, is here to stay. But the way in which wars are fought has substantially changed. Sun Tzu, writing over two millennia ago, boasted about his innovative use of drums and flags to signal fellow units.2 Today’s commanders, by contrast, do so using satellite-guided systems. As the protagonist who is quickest to make use of new technology is more likely to prevail in a test of arms (all other factors being equal), Western militaries 120

rightfully spend much of their time, money and energy on adapting to new gizmos.

experiences of the last conflict. When this war has been won, militaries have a tendency to copy-paste this war’s strategy and tactics directly onto new and different conflicts irrespective of the adversary. Mental barriers are even more ingrained when the last war was lost, as commanders set to straighten the record by perfecting the last war, rather than responding to the different context of the next war. is article shows that the mental barrier of the last war has left Western militaries, despite their clear technological advantage, woefully unprepared for the demands placed on them in emerging armed conflicts. It is only during such wars that they learn most, both about themselves and the enemy, and adapt accordingly, only to repeat the same mistake again during their

The mental barrier of the First Gulf War has been a major obstacle to win the wars in Afghanistan and Iraq.

Yet in this process, Western militaries have neglected the mental barrier of the last war. is barrier, which has similarly plagued other powers in the past, entails that much military forecasting, planning and execution is based on the practical

preparations for the next war.3 is argument is illustrated through a brief overview of Western armed conflicts over the past 25 years, followed by a discussion on how this problem may be mitigated.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

tEchnology During the Cold War, which lasted for over forty years, the West experienced a tremendous advance in consumer technology, such as the introduction colour television and handheld calculators. NATO member states gladly spurred such inventions for military purposes in the belief that qualitative superiority may be able to offset the Soviet Union’s numerical and geographical advantage. is military embrace of technology is illustrated well in the superpower space race of the 1960s, followed by President Reagan’s ‘Star Wars’ of the 1980s, which left the United States (US) in particular with a high-tech military. As a full-on conflict with the communists (thankfully) never materialised, it was not until the First Gulf War that the US, and the world at large, would see how the ‘revolution in military affairs’, as scholars had come to label the technological advance, would play out. War erupted in 1991 when the US came to the aid of Kuwait, which had been invaded by Iraqi armed forces on Saddam Hussein’s order. In the event, the US military proved to be such an effective and surgically precise war machinery that it could allegedly fly a missile through an open window.4 is feat is made all the more impressive considering that this predated the invention of modern computing

s US President Ronald Reagan, who vehemently pursued increases in military technology. The need to keep up played a large part in the Soviet Union’ s subsequent collapse. Source: Executive Office of the President of the United States.

power. Realizing he had made a terrible mistake, Saddam quickly acceded to US demands. e Gulf War’s military success came much to the pleasure of politicians and top military brass alike, who had long lamented the seemingly endless struggles during the Vietnam war. US President George H.W. Bush later reflected on the defeat of Iraqi forces by saying “we’ve kicked the Vietnam syndrome once and for all”.5 Yet this relatively small war’s success instilled a memory that would

obstruct military effectiveness for a generation. pEacE e First Gulf War reinforced existing ideas in the US military, as well as other NATO member states, about the efficacy of the application of hard power, and the prominent role of advanced military technology.6 is assessment initially appeared to be correct; technology had elevated the US to such a unipolar high that, for a brief period of time, the world enjoyed a Pax Americana, an US-led era of peace.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

013


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Technology and psychology of war

Summary

Yet these efforts soon turned out to be half-hearted, time-bound affairs. Rather than try to win these wars, the US simply wanted out. President Obama had been elected on this very promise.

For over a generation, Western militaries have spent much of their attention on improving military technology while neglecting the damaging effects of their memories of the last war. This mental barrier has prevented them from fully understanding the implications of the changing character of war and undermined their ability to win the wars in Afghanistan and Iraq. Western militaries can overcome the mental barrier of the last war by reducing their belief in the efficacy of superior military technology, developing new approaches to war and better understanding themselves and their likely future adversaries.

poSt-war With NATO ground forces now having largely been withdrawn from both Afghanistan and Iraq, Western military commanders have returned to their barracks with ample time to study what went right and wrong. is will most definitely yield interesting insights, and may very well be helpful to fight the next war which, as Clausewitz said, will surely come. Aspects that are particularly likely to improve are greater civilmilitary cooperation and cultural sensitivity, as well as the development of coherent conflict narratives.

s Increases in kinetic power can yield battlefield advantage. However, when disparities in power asymmetries become too large, the adversary will negate this by changing to irregular tactics. Source: Dutch Ministry of Defence.

Politicians around the world quickly interpreted the peace dividend as an opportunity to slash defence budgets. Unfortunately, Clausewitz soon proved to be right after all. e New World Order, as President Reagan called it, was no stranger to war; the 1990s were marked by a proliferation of genocides in places such as Rwanda and the former Yugoslavia, followed by the first major attack on US soil since Pearl Harbor. e US responded to 9/11 in the only way it knew how: by the abundant use of force, made possible through everimproved technology. Initially, this proved to be no match for the Afghan Taliban, and later – for slightly different reasons – the Iraqi government. e world was once again in ‘shock and awe’ of US-led firepower. QuagmirES Both wars, however, soon bogged down into a lethal quagmire. Blinded by the Gulf War’s success, the US made the fundamental mistake to 140

assume the enemy would once again agree to fight on their terms. But both in Afghanistan and Iraq, insurgents quickly noticed the power asymmetry was sufficiently large that a direct confrontation would effectively constitute insurgent suicide. ey

e consequences of this were painfully unclear to the US military until late 2006, when the US Army produced its first update of counterinsurgency doctrine in a generation in the form of Field Manual 3-24.8 By relearning old and hard-won lessons by the United

therefore opted for an indirect approach, which relies on classic guerrilla tactics such as hit-and-run attacks and placing roadside bombs. e insurgents sought to prolong the conflict, frustrate the adversary and render their technological advantage near useless. is way, technologically weaker protagonists are able to prevent a much stronger adversary from winning.7

Kingdom in so-called ‘irregular’ or ‘small’ wars in exotic locations such as Kenya and Malaya, the US adopted a new strategy which is commonly referred to as COIN (a shorthand for counterinsurgency) or colloquially ‘winning hearts and minds’.9 Shedding the memories of the First Gulf War had a tremendously positive effect on the US’ prospects, particularly the ‘surge’ of troops in Iraq led by General Petraeus.

Yet it would be a fallacy to think that perfecting the last war is the best way to prepare for future conflict. e mental barrier of the First Gulf War has been a major obstacle to win the wars in Afghanistan and Iraq. It is tempting to think that the successful strategy and tactics of a war won should serve as the ideal guidance for the next conflict. But enemies evolve and adapt to power asymmetries. Blind faith in existing practice, coupled with a near religious belief in the efficacy of superior military technology, is therefore misplaced.

e generals’ tendency to ‘fight the last war’, however, should not be taken as an accusation as much as an observation; it is understandably incredibly difficult to let go of the last war – particularly when it was lost – and focus on how future adversaries are likely to adapt. Military analysts and planners are forgiven in being overwhelmed and daunted by the sheer complexity of anticipating the future. As US Secretary of Defense Rumsfeld once famously said, there are those things the military knows are

t The Dutch military is known for its expeditionary qualities, but is it prepared for future conflict? Source: Dutch Ministry of Defence.

The West’s fundamental mistake has been to assume that the enemy would fight on our terms.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

015


JASON MAGAZINE

Technology and psychology of war

unknown, and there are the ‘unknown unknowns’; the latter are the aspects of war that simply cannot be prepared for.10 futurE war at is not to say, however, there is nothing to be said about the direction of war and warfare. As students of strategy have long known, while the character of war changes, its nature does not.11 e world appears to become increasingly connected, allowing non-state actors to

Western militaries must maintain a varied toolbox of war.

play a more prominent role in global politics, which may significantly alter the use and utility of military power.12 On a related issue, the mediatisation of war is making non-physical aspects of war, such as images and videos, more important.13 Today, it remains unclear how this will manifest itself exactly in war. While NATO member states are preparing themselves for the perfect counterinsurgency campaign, the next conflict may very well be a conventional interstate conflict with Russia or China. Militaries are therefore best advised to maintain a varied toolbox of war, as their maintenance costs are small change compared to another war lost. Talk of task specialisation, in which each of the

smaller NATO member states focus on acquiring unique military capabilities, are premature. While the mental barrier of the last war can never be fully resolved, it can be reduced. Rather than attempting to perfect the last war, Western militaries should seek to supersede it. A fitting if perhaps unexpected example of this is the German Wehrmacht, which managed to overcome the terrible stalemate of trench warfare during the First World War not with larger rifles or better manoeuvres but with the completely novel invention of the Blitzkrieg. is made excellent use of emerging technologies and, most importantly, was used not to outfight but to outsmart the adversary. Western military strategists may very well make use of modern information technologies, such as strategic media narratives and cyber warfare, to develop such a new, 21st century approach to modern warfare. But in order to overcome the mental barrier of the wars in Afghanistan and Iraq, they must first start with a full understanding of Western society and its armed forces, as well as its likely future adversaries. As Sun Tzu said: “[k]now the enemy and know yourself [and] in a hundred battles you will never be in peril”.14

Biography Quint Hoekstra graduated with distinction in Political Science (BSc) at Leiden University and in Conflict, Security and Development (MA) at the Department of War Studies, King’s College London. His research largely focuses mainly on insurgencies, their evolution and their relationship with supporting states.

Bolivian sea access

Bolivia’s Quest to Break Out of its Long-term Solitude

The 19th-century War of the Pacific ended with the signing of a treaty in 1884 between Bolivia and Chile, resulting in Bolivia having to surrender its pacific coastline to the victorious Chilean side, losing its only passage to the sea. Ever since, it has remained an issue of contention between the countries. However, the International Court of Justice (ICJ) agreed in September 2015 to hear the more than 130-year old disagreement between the two countries, as Bolivia is adamant to regain access to the Pacific Ocean. EMANUEL SKOOG

T

The Dutch Experience

The Dutch armed forces are no exception to the mental barriers of understanding the complexities of the changing character of war.

After the First World War, in which the Netherlands successfully remained neutral, the Dutch government continued this policy only to be invaded by Nazi Germany on May 10, 1940. Being poorly unprepared for war, the Dutch were only able to resist their eastern neighbours’ Blitzkrieg for five days.

During the Cold War, the Dutch army was largely stationed on North Germany’s plains in anticipation of a possible Soviet advance that never came. During the 1990s, Dutch troops were deployed in a string of complex peacekeeping missions for which they were poorly trained. This was perhaps best exemplified by the Dutch military’s controversial role in the Srebrenica massacre, in which over 8,000 Muslim men were killed by Serbian troops. After the invasion of Afghanistan and Iraq, Dutch ground forces played a respectively significant and small part in the largely failed efforts to rebuild these states. No longer expecting to fight large scale conventional conflicts, the Dutch government made large budget cuts in 2010 and 2012, including the abolishment of its last tank division, only to realize shortly after this had been rather short-sighted. Such policy flip-flopping contributed to one scholar’s judgement of the Dutch as being ‘strategically illiterate’.15

The Netherlands currently maintains a relatively small yet high-quality expeditionary military, which is able to launch and sustain operations globally.

160

The allure of the sea

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

JASON MAGAZINE

he genesis of what would be called e War of the Pacific can be traced back to competing claims of Bolivia, Chile and Peru. ey fought over an arid, but mineral-rich, portion of the Atacama Desert since gaining independence from Spain in the mid1820s, as a result of uncertain Spanish colonial boundaries in the area.1 Fierce competition over the area’s deposits of nitrates used for fertiliser and to make saltpetre for the manufacture of gunpowder led to an increase in tensions in the late 1870s. However, it was an intended increase in Bolivian taxes on British companies with regional offices in Chile’s capital of Santiago that ultimately led to the war. Chile felt that losing the businesses of these companies exploiting mineral reserves in the Atacama region would lead to major economic losses for Chile.2

Chile enlarged its territory to include what are now its northernmost regions. is area funded the majority of the Chilean governments’ revenues for a number of decades.3 ese territorial changes were made permanent with the signing of a treaty in 1904, in exchange

for Chile providing Bolivia trade access to the Pacific Ocean through the now Chilean territory, since Bolivia had now lost its coastal region. Since the war started, the relationship between Chile and Peru is one which has been remained bitter; however, not as toxic as

t Eduardo Abaroa’s statue pointing to the sea. The mural reads: “What once was ours, will be ours once again.”

Chile gained an advantage in the early stages of the war due to more professional, well equipped and a less politicized military. In 1881 it occupied Lima, Peru’s capital city, and by 1883 Peru signed a peace agreement. A year later Bolivia also signed a peace treaty with Chile. As a result of its war gains, JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

017


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Bolivian sea access

the one between Chile and Bolivia. It can probably be attributed to the fact that, unlike Bolivia, Peru still enjoys access to a long pacific coastline. In the Bolivian psyche the loss of sovereign access to the sea condemned the country to isolation behind the Andean mountain chain and to underdevelopment, while Chile used the

A deep-rooted sense of injustice permeates the Bolivian psyche.

mineral riches in the desert to propel itself to become the wealthiest nation per capita in South America.4 According to a research paper by Fabrizio Carmignani, the movement of people and ideas that brought novel innovations to maritime countries to a large degree circumvented landlocked ones. In the case of Bolivia, he calculates GDP would have been a fifth higher had it been able to hold on to its access to the sea.5 As a result of the ongoing contention, the relationship between the two countries has been marred with difficulties. No full diplomatic relations have been established in decades. Bolivia takES it to thE icj Bolivia has low-cost access to ports in Northern Chile, its own customs officials and storage in Arica and Antofagasta, and duty-free access to Chile’s market for most of its goods. In addition, two-thirds of the country’s t Naval Ensign of Bolivia.

long-distance trade passes through Chilean ports before it reaches international markets.6 However, Bolivia has argued that Chile has not honoured agreements allowing it access to other ports, and that Chile creates hurdles for Bolivian exporters and subjects its cargo to unwarranted inspections.7 Whilst Bolivia has deposits of natural gas, the large reserves of copper found in what is now Chilean territory has led to even more increased attention from La Paz, the seat of the Bolivian government.8 After a number of unproductive negotiations with Santiago in relation to its demand for access to the Pacific, La Paz lodged a complaint to the ICJ in April 2013. e rulings of the ICJ, which rules on disputes between countries, are binding and cannot be appealed. e Bolivian line of argumentation was based around that they wanted the ICJ to mandate Chile to negotiate ‘in good faith’ on reestablishing Bolivian access to the Pacific.9 However, it did not explicitly ask the ICJ to rule directly on its claim

Summary

Even if The War of the Pacific ended more than 130 years ago with a victorious Chile, it has continued to cast a dark shadow on the relationships between Bolivia and Chile and hindered it from developing further. The case brought to the ICJ by the Bolivian government accentuated its continuing quest to break out of its externally imposed longterm solitude and regain access to the Pacific Ocean once and for all.

and that the treaties signed in 1904 and 1948 established their territorial sovereignty. According to Chile, this precludes an international court from interfering in the matter because it was still governed by these treaties.11 However, the Court argued that the treaties did not mention “Chile’s alleged obligation to negotiate Bolivia’s access”

Landlocked Bolivia seeks access to the Pacific Ocean through the International Court of Justice.

to the 400 km-stretch of coastline. It only wanted Chile to agree to negotiations, with the final outcome to be decided by the two countries “by peaceful means”.10 e Chilean side argued that the case did not fall under the ICJ’s jurisdiction

to the ocean and, as a result, “Chile’s preliminary objection to the jurisdiction of the Court must be dismissed”.12 e Bolivian government under the leadership of President Evo Morales has invested a lot of political capital and has made regaining access to the Pacific Ocean an integral priority of his administration, hailing the Court’s 14-to-2 vote in in September 2015 an “initial victory”.13 is is a wellentrenched position in Bolivian history and psyche. e country still celebrates the Day of the Sea every March 23rd by parading through the streets with model ships and pictures of the ocean, while the landlocked country’s navy dresses up in full uniform. However, the legal dispute is far from settled. e verdict does not address the merit of the Bolivian case, but solely means the case will be continued to be heard.14 a protractEd procESS e Chilean government did not wait to respond, and President Michelle Bachelet argued that: “We are sure that we will show the ambiguity of the Bolivian claim. My government will adopt all of the corresponding measures to safeguard the integrity of our

180

instance, acknowledges there is room for improvement in the free-transit regime. ere have even been suggestions that Chile could offer Bolivia a lease on an enclave over which it would maintain sovereignty.19 However, no solution short of sovereignty would satisfy Bolivia, and no Chilean government would agree to surrendering territory to Bolivia, unless it involved some form of compensation, for example land exchange.20 It is therefore highly likely that the ongoing dispute will not be resolved in the immediate future, leading to a protracted process until solutions advantageous for both countries are found.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

s Borders between Peru, Bolivia and Chie after and before the 1879 War of the Pacific. The shaded region now belongs to Chile and Argentina.

territory” and that “Bolivia hasn’t won anything”.15 Furthermore, Chile has argued that the Court’s ruling would set a dangerous precedent since it would overturn the treaties which are already in place and which ended the fighting between the countries, presenting a risk to the system of treaties which functions as the main foundation of international law.16 It is worth remembering that Chile has one of the most advanced and bestequipped military forces in the region. During the last century its armed forces enjoyed the highest military budget on the continent due to the so-called Ley Reservada del Cobre (Restricted Law

concluSion In its ongoing dispute with Chile pertaining to sovereign access to the Pacific Ocean, the Bolivian government has substituted the weapons of the 19th century for the legal corridors of the ICJ in e Hague. Furthermore, Bolivia underscored its continued determination to gain access to the sea and break out of its long-term isolation as a land-locked country and see “justice being restored”. Due to entrenched political positions in both countries wrapped up in their own national history and psyche, it is unlikely politicians in either country would be able to convince their electorate to compromise their country’s positions. One thing no politician will be able to alter is that the two countries will continue to share a common border for the foreseeable future, regardless of the final ICJ verdict. However, a continuing ruling by the ICJ in favour of the Bolivian claim risks opening up a legal Pandora’s Box and setting a dangerous legal precedent. After all, it would reverse treaties which are already in place, running the risk of further

The International Court of Justice rules in favour of Bolivia.

on Copper), whereby a set fraction of copper mining taxation was directly allocated as extra-budgetary military spending.17 Even if Chile enjoys a comparative military advantage it is unlikely that the protracted dispute will lead to a direct military confrontation. However, an increase in military activity in conjunction with the upsurge in the political rhetoric cannot be ruled out.18 If the two countries are unable to find a solution to the dispute, there are ways of trying to work around it. Chile, for

eroding the system of treaties which functions as the main pillar of international law. is could carry long-term and far-reaching consequences around the world.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

Biography Emanuel Skoog works at the Swedish Trade and Invest Council in Brussels and The Hague, assisting Swedish companies in their business internationalization process. Furthermore, he has worked and studied in Australia, Spain, Sweden, the Benelux and the United Kingdom.

Bolivia’s protracted battle to reclaim its long lost coastline is fought at the ICJ; however, there also exists an unusual back-up plan materializing 2,000 km from the ocean. In Puerto Busch, situated between Brazil and Paraguay, the Bolivian government is in the process of building a port which will give the country access to the Atlantic Ocean, located 2,000 km away via the Paraguay River. The idea behind the project is to export metals from El Mutún, one of the world’s largest iron deposits, along the Paraguay River to the Atlantic Ocean. President Morales has secured a multibillion US dollar loan from China Development Bank, which will fund the construction of a railroad between El Mutún and Puerto Busch. This will connect Puerto Busch with the rest of the country and Bolivia with the world21.

019


Greater Gaza

JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Barriers between the Gaza Strip and the West Bank

Gaza City and Ramallah, the de facto capital cities of the Gaza Strip and the West Bank respectively, are less than 50 kilometers apart. In reality, Israel’s blockade of the Gaza Strip, roadblocks surrounding and inside the West Bank, and strictly enforced laws prohibiting Gazans from entering the West Bank all contribute to an ever larger gap between the two territories. The physical and territorial barriers are only part of the problem, however. At times, Gazan and West Bank Palestinians seem worlds apart due to cultural, economic, political and ideological differences. Under these circumstances, is striving for one Palestinian state still feasible or even desirable?

inferiorly. ey tend to think Palestinians from the West Bank are unprincipled, and gladly “fill the work spots left vacant from when [Israel] prevents Gaza workers from coming to their jobs in Israel.”5 palEStinian rEcognition Although the above makes Palestinian reconciliation seem nearly impossible, and the Israeli-Palestinian conflict lingers on, Palestinians have made significant steps towards their goal of

independence in recent years. In a historic benchmark, on November 29, 2012, the UN’s General Assembly voted to grant Palestine “non-member observer State status” with an overwhelming majority of 138-9. Palestine proudly lists its representative office as “e Permanent Observer Mission of the State of Palestine to the UN,” and all official UN documentation now refers to the “State of Palestine.” Since September 2013 Palestinian President Mahmoud Abbas is officially

recognized as head of state for the State of Palestine, granting him the right to sit with the other heads of states. Today, 67 countries worldwide have officially recognized Palestine as a state, including large parts of Africa, Asia and South America, as well as European countries such as Poland, Sweden and Iceland. Paradoxically, this broad international recognition of a Palestinian state headed by Abbas is part of the problem, since Palestinians are deeply split politically.

West Bank and Gaza Strip: Governorates

DANA COHEN

B

etween 1948 and 1967, when Israel first started occupying the Palestinian territories, the West Bank was ruled by Jordan and the Gaza Strip by Egypt. e two areas had little contact with each other and while the West Bank enjoyed a fairly good economy, freedom of movement and good educational opportunities, Gazans’ prospects were much bleaker. Jordan offered citizenship to many Palestinians and invested in the West Bank even until 1988, when it had already been under Israeli rule for over

After Israel occupied the West Bank and the Gaza Strip during the Six-Day War, it tightened existing restrictions. Unlike the West Bank, which could still interact with Jordan, Gaza, bordering only the Sinai desert, was almost completely shut off from the outside world. is further increased the economic and social gap between the territories. During the second Intifada, in 2000, Israel started banning Palestinians traveling from Gaza to the West Bank altogether, and in 2007 it deported many Gazans living in the

Jordan offered citizenship to many Palestinians and invested in the West Bank even until 1988.

twenty years, arguably with hopes of recovering the area as Jordanian land. Meanwhile, Egypt’s policies were hostile and instilled a sense of Palestinian nationalism and unity in the people, while denying them freedom of movement. As a result, the area stayed impoverished and became more prone to radicalization.1 200

West Bank back to Gaza. is severely disrupted family structures and social and economic life. Gazans are not allowed to move to the West Bank even for family unification.2 Additionally, the Gaza Strip is home to a considerably larger amount of refugees from present-day Israel than the West

Bank, unemployment is much higher, and wages are significantly lower.3 e Israel-Gaza wars of 2008-2009, 2012 and 2014 saw the strip’s utilities and infrastructure destroyed. Israel also further decreased Gaza’s maritime boundary, minimizing fishing territory.4 All of this has led to a huge difference in economic and social standing between Palestinians from the West Bank and those from Gaza. When conducting research into Gazan’s attitudes towards West Bankers and vice versa, Khalik Shiqaqi found that the two sides have developed a certain resentment towards one another. West Bankers tend to view the Gaza Strip as “nothing but a big refugee camp,” filled with “increased crime … roughness, extremism, grimness, fanaticism and instability.” Between 1967 and 1971, 20,000 Gazans moved to Tulqarem and Qalqiliya in the West Bank, where they were perceived as “messy, dishonest, less cultured, less educated and predisposed to poverty.” Gazans, for their part, view West Bankers as discriminating and patronizing racists who treat them

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

s West Bank and Gaza Strip Governorates with indication of fishing zone restrictions. Source: United Nations OCHA oPt, June 2009. JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

021


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Barriers between the Gaza Strip and the West Bank

67 countries worldwide have officially recognized Palestine as a state.

s Al Aqsa Mosque (third holiest site in Islam), Dome of the Rock, Wailing Wall, Jerusalem. Source: Haram al-Sharif, Flickr, December 14, 2012.

Many Gazans support Hamas and reject Fatah’s rule and thus the UN’s endorsement of Abbas – although both Hamas and Islamic Jihad did declare support for the PLO days before the UN’s decision. Hamas rejects the Oslo Accords and does not recognize the PA as having any sovereignty over the Palestinian people. When Hamas seized power in Gaza in June 2007, in what Fatah refers to as a military coup, Abbas dismissed the unity government that had

of Gazans. Not approved by the Legislative Council, this government was technically illegal, and Fatah and Hamas stayed hostile to one another throughout its short existence. Nevertheless, Hamas, Fatah and many international governments recognized it as the official Palestinian government, creating the illusion – and perhaps hope – of political unity. To Hamas’ dismay, however, Fatah unilaterally disbanded the government just a year

been in place for a mere three months. Hope was found in June 2014, when the two parties set up a consensus government. Although often referred to as a unity government, there were actually no Fatah or Hamas ministers, but rather independents approved by both political groups. Hamas agreed to its absence to avoid an automatic boycott by the international community, as happened before. In return, it asked for improvements in the living standards

later. It claimed Hamas made it impossible for Fatah officials to operate in the Gaza Strip.

Gazans view West Bankers as discriminating and patronizing racists who treat them inferiorly.

columnist at Al-Arabiya, the two parties care more about their own victory and the other party’s defeat than Palestinian unity. He blames politicians for the growing internal split: “e Palestinians are achieving what Israel has been unable to do since its foundation.”6 In 2015 unconfirmed rumors that Hamas was close to striking a long-term truce with Israel aroused worries among Fatah officials. e supposed deal would ensure Hamas lays down weapons in

claSh of idEologiES One of the most important differences between Hamas and Fatah is how they strive to obtain national independence. While Fatah vows to abide by international agreements, negotiations with Israel and non-violent protest, Hamas holds that only violent resistance

Adania Shibli, a visiting professor at Birzeit University:

“I live in Ramallah, only 60 miles away, but it feels as if Gaza were as far as Berlin, New York, Paris, Istanbul or London. … [T]his geographic division … has destroyed the idea of a Palestinian culture, of a society with coherent connections. … Since 2000, the Israeli occupation has felt like an individual, rather than a collective problem … The enmity felt while crossing a checkpoint can thus often be directed more toward Palestinians than the Israeli soldiers. … The quest for national liberation, which many have lost hope in, is now eclipsed by the quest for personal, mostly economic gains. … these smaller dreams – buying a car and an apartment – have replaced the bigger ones: justice, equality, freedom and social solidarity.”13

220

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

return for a sea passage between the Gaza Strip and Cyprus. Fatah spokesman Ahmed Assaf warns of any such deal, saying it would effectively kill “the idea of establishing an independent Palestinian state on the 1967 borders with Jerusalem as its capital.” Hamas denies all allegations. “We negotiate with the occupation only through the rifle,” says Ismail Radwan, a senior Hamas official. Hamas leader Ismail Haniyeh: “Hamas’ only goal is the “liberation of all of Palestine from occupation.”7 e recently enflamed violence in Jerusalem is also a source of friction. Where Abbas thinks a third intifada would be dangerous and detrimental to the Palestinian cause, Haniyeh welcomes it. Since 2011, the Gaza Strip and the West Bank have even been in different time zones one month each year. Both territories turn their clocks backwards an hour before the start of Ramadan to speed up the break of fast at sunset. After the end of Ramadan, however, the West Bank sets the clocks an hour ahead again, while Hamas does not. Fatahaffiliated, international and private organizations located in Gaza observe West Bank time. Gaza City’s Islamic University and Al-Azhar University, separated merely by a wall, are thus in different time zones. Many Palestinians fear this issue further harms national unity. Palestinian writer Samir Abu

Statements from Palestinian residents on the recent clashes suggest a strong bond across the regional divide. IN GAZA. Maha Husseini, MA student political science: “[E]ven if the protest didn’t result in anything, it shows that our spirit has not been broken and that Palestinians here support Palestinians there.”

IN THE WEST BANK. Awni Shahrour, dentist: “[T]his time we have smart phones connected to the Internet. People now can get accurate news from everywhere immediately, and not just from the state-friendly media.” IN REFUGEE CAMPS IN LEBANON: Nizar El Laz, program manager: “The movement in the Palestinian camps is increasing and is mainly led by youth. The reaction in the camps is directly related to the escalation and the communication in all of the media.”14

Shetat: “It is this bitter division that turned our lives into hell… e division splits our backs like it split out nation and our people.”8

the Palestinians can set up an independent demilitarized state. Abbas would gain autonomous rule over some cities in the West Bank but abandon

grEatEr gaza? Considering all these barriers, some Israeli and international politicians have entertained the idea of a Palestinian state in the Sinai Desert instead of in the West Bank. Egypt would concede some of its territory to ‘Greater Gaza,’ where

calls for a state there. Egypt would receive a passage through the Israeli Negev Desert into Jordan. For years, rumors have been popping up that Egyptian President Abdel Fatah Al-Sisi and former President Mohamed Mursiin made similar proposals. Both Mursiin and Al-Sisi, alongside Abbas and several Israeli officials, deny this. Although beneficial to Israel, which would keep its settlements in the West Bank and achieve a long-term truce with Hamas, it could be detrimental to the Palestinian cause and further increase the gap between the two territories. No Hamas official concedes to give up a Palestinian state with Jerusalem as its capital, no Fatah official accepts the formation of a state outside of the West Bank and outside of its sovereignty, and no Egyptian leader shows willingness to sacrifice part of its territory. Furthermore, Israel is unlikely to strike such a deal as long as Islamic Jihad and other fringe groups exercise more control over Gaza than Hamas itself.9 It is paramount for all parties that Hamas has the upper hand, lest terrorist groups opposing the deal could carry out attacks against Israel or rival Palestinian factions. Although nice

The two parties care more about their own victory and the other party’s defeat than Palestinian unity.

s

can succeed. Hamas frequently accuses Fatah of treason on account of its ongoing cooperation with Israel, while Fatah is still – in vain – demanding an apology for Hamas’ takeover of the Gaza Strip. Violent clashes between the two parties are not uncommon, and both frequently crack down on their opponents’ supporters at home. According to Abdullah Iskandar,

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

Riyad Al-Maliki, the foreign minister, sworn in in front of Palestinian President Mahmoud Abbas, at Al-Muqata’a H.Q. in Ramallah. Source: Mustafa Bader, 2 June 2014, WikiCommons.

023


JASON MAGAZINE

Barriers between the Gaza Strip and the West Bank

on paper, this idea is thus far from feasible. what’S nExt? Instead of focusing on this problematic idea, Israel should own up to its role in

discourage Israel from building, as Israeli anti-settlement group Peace Now claims 8,372 housing units have been commissioned by the housing ministry.11 Regardless of the political, ideological and personal differences between

Gaza City’s Islamic University and Al-Azhar University, separated merely by a wall, are in different time zones

the schism and right the wrongs of the past. e restriction on Palestinians’ movement between the Gaza Strip and the West Bank does not only violate the Oslo Accords but also the International Declaration of Human Rights and the International Covenant on Civil and Political Rights. Freedom of movement is upheld not only as a right in and of itself, but also as a necessary tool to exercise, for example, the right to regular family life, education and health.10 However, contemporary Israel policies have further complicated Palestinian movements. Critics often mention the major settlement block Ma’ale Adumim, which is located just between the northern and southern parts. Although none have done so far, many Israeli leaders have expressed desire to build in the contested E1 area. Located between Jerusalem and Ma’aleh Adumim, building here would effectively kill the route between the Palestinian towns of Ramallah and Betlehem. Nicknames as “the doomsday settlement” and international threats does not seem to Summary

Due to the Gaza blockade, West Bank roadblocks and laws prohibiting Gazans from entering the West Bank, the two Palestinian territories feel like oceans away. The physical and territorial barriers in combination with historical differences have caused a deep rift, while the rivalry between Hamas and Fatah further exacerbates this. Some claim one unified independent Palestinian state is therefore simply impossible. However, recent protests have shown that Palestinians are fed up with politicians’ bickering, and more ready than ever to reconcile their differences and work together for Palestinian unity and independence.

240

Palestinians across the territories and the political spectrum, most are fed up with the separation. In 2011, when talk of a unity government started, national protests spread from Ramallah and

Biography Dana Cohen is a graduate of the University of Utrecht, where she studied Gender Studies during her BA and Conflict Studies and Human Rights during her MA. She is currently looking for a job in a relevant field.

Grenzen dicht!

Tunesische grensbewaking

De Tunesische barrière langs de Libische grens Gebieden waar moslimterroristen de scepter zwaaien, massa’s vluchtelingen die het land proberen binnen te komen en overheidsinstanties die aarzelen om in te grijpen. De oplossing: grenzen dicht! Dit is geen voorstel van PVV-leider Geert Wilders, maar van de Tunesische regering die hoopt deze problemen aan te pakken met een barrière langs de Libisch-Tunesische grens. Om te begrijpen waarom deze barrière wordt aangelegd, moeten we terug naar het begin van de Arabische Lente in 2010 en 2011. CHRISTIAAN DUINMAIJER

s The West Bank barrier near Betlehem. Source: Dana Cohen, June 2011.

Bethlehem to Gaza City. Tens of thousands of people participated, sporting Palestinian flags – rather than party-affiliated flags – or writing ‘Fatah’ on one cheek and ‘Hamas’ on the other.12 Regarding the recent clashes, Palestinians in different areas seem understanding, even when not supportive. [See text box 2] National and thus political unity is still seen as the only way in which Palestinians can end the Israeli occupation, a common end goal. Israel and its policies are thus essentially functioning as a unifier for the Palestinian people, and if Israel will indeed start building in the E1-area, Palestinian unity might come faster than expected.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

JASON MAGAZINE

Israel and its policies are essentially functioning as a unifier for the Palestinian people.

E

ind 2010 kwam de Tunesische bevolking in opstand tegen president Zine el-Abidine Ben Ali vanwege onder andere de hoge werkeloosheid en kwakkelende economie. Ook na het vertrek van Ben Ali bleven deze problemen bestaan, waardoor een groot deel van de Tunesische bevolking afhankelijk bleef van de informele sector als inkomstenbron.1 Tegelijkertijd verslechterde na de revolutie de veiligheidssituatie in het land door de opkomst van radicale Islamitische groeperingen.2 De politie en douane worstelden ondertussen met groeiende corruptie, waardoor verdachten eerder afgeperst dan aangehouden werden. Ook het Tunesische leger, onder Ben Ali expres zwak gehouden uit angst voor een coup, kon niet optreden tegen deze groeperingen, omdat de nieuwe regering de dialoog boven repressie verkoos. Zo werd de leider van de Tunesische terreurgroepering Ansar al-Sharia in

2012 op het presidentiële paleis uitgenodigd voor een gesprek, nádat deze groepering een aanslag op de Amerikaanse ambassade had gepleegd. Hierdoor konden Ansar al-Sharia en andere radicale Islamitische groeperingen ongestoord hun gang gaan en kansarme jongeren met geld en radicale ideeën werven voor de jihad in Syrië, Irak en elders. Pas in 2013 begon de Tunesische regering op te treden tegen deze groeperingen, nadat de Tunesische oppositieleiders Chokri Belaïd en Mohamed Brahmi door jihadisten werden vermoord en het Tunesische leger en de politie steeds vaker het doelwit werden van aanslagen.3

t Verkoper van gesmokkelde benzine voor onafgebouwd hotel in Tozeur. In heel Zuid-Tunesië kan men dit soort verkopers vinden. Bron: Christiaan Duinmaijer.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

025


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Tunesische grensbewaking

s Zuid-Tunesië met militaire zone (geel), bufferzone (rood). De belangrijkste grensovergangen met Libië zijn Rad Jedir en Dehiba. Bron: Malek Khadhraoui.

s Libisch vluchtelingenkamp vlakbij Tunesische grens in 2011. De Libische burgeroorlogen zijn de oorzaak van de vluchtelingenstroom. Bron: Guerric.

Ansar al-Sharia en andere radicale groepen werden verboden verklaard, illegale moskeeën en Koranscholen werden gesloten en het leger en de politie kregen meer geld voor terreurbestrijding.4 Ondanks deze stappen bleven het geweld en de aanslagen doorgaan. Zo werden in 2015 tientallen

Libische leger en de Zintan-milities een grootschalige campagne tegen de Islamistische milities en de door hun gesteunde Tripoli-regering. Deze campagne heeft tot nu toe slechts geleid tot meer geweld, meer wetteloosheid en meer Libische vluchtelingen. In de chaos van deze burgeroorlogen

toeristen door terroristen doodgeschoten in het Bardo Museum in Tunis en de badplaats Port el-Kantaoui vlakbij Sousse.5 Bij elk van deze aanslagen dook telkens weer dezelfde land op: Libië.

radicale Islamitische groeperingen, zoals de Libische tak van Ansar al-Sharia en de zogenaamde Islamitische Staat, verschillende steden en gebieden.7 In deze gebieden werden trainingskampen opgericht, waar ook Tunesische jihadisten heen werden gestuurd voor wapentraining. Zo hadden verschillende daders van de moorden in 2013 en aanslagen in 2015 in Libië wapentraining gehad.8 Daarnaast is de Tunesiër Noureddine Chouchane aangewezen als brein achter de aanslagen in 2015 en 2016 en de smokkel van strijders tussen Tunesië en Libië. Hij werd begin 2016 tijdens een Amerikaanse luchtaanval in Sabratha in Libië gedood. Tenslotte heeft de aanhoudende chaos in Libië ervoor gezorgd dat zeker 2,5 miljoen Libiërs op de vlucht zijn

van de grens nog steeds nauwe banden met elkaar hebben.11 Bovendien zit door gebrek aan economische perspectieven in de regio een aanzienlijk deel van de bevolking in de semilegale handel, waarbij consumptiegoederen (zoals benzine, sigaretten en voedsel) zonder import- of exportbelasting Tunesië worden in- en uitgevoerd. Deze handel gaat vooral via de officiële grensovergangen, waarbij de belasting wordt ontdoken door goederen niet aan te geven of door douaneambtenaren om te kopen. Deze semilegale handel werd door de Tunesische president Ben Ali getolereerd onder de voorwaarde dat de handelaren wapenen drugssmokkel tegenhielden.

Stammen aan beide zijden van de grens hebben nog steeds nauwe banden met elkaar.

thE liByan connEction In Libië ontaardde de Arabische Lente in 2011 in een burgeroorlog die eindigde met de dood van de Libische leider Mu’ammar Khaddafi. Politieke rivaliteiten en de vele milities hinderden na de oorlog de heropbouw van het land en leidde uiteindelijk in 2014 tot een tweede burgeroorlog tussen de respectievelijk in Tripoli en in Tobruk gevestigde Libische regeringen.6 In dat jaar startte de aan de Tobruk-regering gelieerde generaal Khalifa Haftar namelijk samen met de resten van 260

geraakt, waarvan één miljoen momenteel in Tunesië verblijft.9 Vanwege deze massale toestroom van vluchtelingen heeft Tunesië sinds 2011 een aantal keer zijn grens moeten dichtgooien. Een bijkomende zorg is dat veel Libische vluchtelingen wapens bij zich hebben, die Tunesische radicale Islamitische groepen vervolgens proberen op te kopen.10 Ook is door de plundering van de Libische wapendepots de wapensmokkel, naar Tunesië iets toegenomen Al-Qaïda in de Islamitische Maghreb, Ansar al-Sharia en andere terreurgroepen lijken de drijvende kracht achter deze toename te zijn. hEt vErgEtEn jEffara Voor de veiligheid en stabiliteit van Tunesië is het dus essentieel dat er geen wapens of terroristen meer de grens over komen. Maar de bewaking van de Libisch-Tunesische grens is niet eenvoudig door de sociale verwevenheid van de Tunesische en Libische stammen aan beide kanten van de grens, de corruptie en smokkel in het gebied en de geografie van het grensgebied. Het Libisch-Tunesische grensgebied vormde sociaal en cultureel gezien één gebied genaamd Jeffara totdat het gebied in 1910 door de instelling van de Libisch-Tunesische grens werd opgedeeld. Het is daarom niet verwonderlijk dat tot op de dag van vandaag de verschillende stammen aan beide zijden

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

geleverde wapens ontvingen onder toeziend oog van Tunesische militairen. Dit neemt niet weg dat sommige lokale stammen de kant van Khaddafi kozen, omdat hun Libische broederstam dit ook deed, en Khaddafi-troepen van hulp en voorraden voorzagen. Na de eerste Libische burgeroorlog konden de handelaren niet langer ongehinderd hun semilegale handel voortzetten als gevolg van regelmatige grenssluitingen door de Tunesische overheid en de invoer van een vertrekbelasting van 30 dinar in 2014.13 Dit leidde tot veel sociale onrust en protesten in de regio, maar de vrijheid onder Ben Ali behoorde definitief tot de verleden tijd.

Het Tunesische grensgebied werd als een uitvalsbasis voor anti-Khaddafi-rebellen gebruikt.

Deze afspraak is sinds de val van president Ben Ali onder druk komen te staan, doordat enerzijds de afname van officiële grensbewaking en anderzijds de toenemende aanwezigheid van gewapende milities tijdens de eerste Libische burgeroorlog.12 Het Tunesische grensgebied werd namelijk als uitvalsbasis gebruikt door anti-Khaddafirebellen, die daar hun door Qatar

In 2013 stelde het Tunesische leger een bufferzone van 30 kilometer in langs het noordelijke deel van de TunesischLibische grens om zo de grensbeveiliging te verbeteren. Dit dunbevolkte en woestijnachtige deel van de grens is namelijk met enige kennis van het terrein en een 4x4 eenvoudig over te steken.14 Dit probleem speelde minder voor het zuidelijke deel van de grens,

omdat dit gebied enerzijds bergachtiger en dus moeilijker begaanbaar is en anderzijds al verboden militair gebied was. De aanslagen in 2015 maakten duidelijk dat deze bufferzone onvoldoende was om terroristen en wapens uit Libië tegen te houden. Daarom ging men over tot de aanleg van een ruim 200 kilometer lange barrière van zandheuvels en geulen tussen de grensovergangen van Ras Jedir en Dehiba.15 Tunesië krijgt hierbij hulp van verschillende Westerse landen en probeert met haar buurlanden afspraken te maken over de beveiliging van hun grenzen. Helaas steunt in Libië alleen generaal Haftar de aanleg van de barrière, terwijl de Tripoli-regering, wiens milities de facto de Libische kant van de grens bewaken, de barrière juist als een aanval op hun soevereiniteit ziet. dE Slag om BEn guErdanE Zal deze barrière de grensstreek met Libië en de rest van Tunesië veiliger maken? Het korte antwoord is dat de barrière op zich de grens niet veiliger zal maken, zolang de externe en interne factoren die onveiligheid in Tunesië voeden, niet worden weggenomen. Zolang Libië een instabiel land blijft, waar terreurgroepen en wapens vrij circuleren, zal Tunesië blijven kampen met de influx van wapens, vluchtelingen en terroristen. Alleen de stabilisatie van Libië kan deze problemen wegnemen.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

027


JASON MAGAZINE

Tunesische grensbewaking

Biografie Christiaan Duinmaijer is oprichter en directeur van Assarwa, een adviesbureau dat bedrijven adviseert over zaken doen en veiligheid in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hij studeerde Arabische Taal en Cultuur in Leiden, Caïro en Parijs en studeerde af op de islamistische politieke partijen in Noord-Afrika. Christiaan is oudredacteur van JASON Magazine en betrokken bij diverse buitenlandcommissies binnen de VVD en het Nederlands Gezelschap voor Internationale Zaken.

Summary

The author describes how high employment and economic problems caused the Arab Spring in Tunisia, problems which are still unsolved along with the more recent terrorist threat. These problems have been augmented by the two civil wars in Libya, first between rebels and Muammar Gaddafi and now between the Tobruk and Tripoli governments, leading to increased weapon smuggling, more Libyan refugees and proliferation of terrorist groups. The author describes the situation along the Libyan-Tunisian border, the smuggling and terrorist networks and the relations between them. Finally, the author discusses the security measures taken by the Tunisian government, including the building of a border barrier. The recent attack of the Islamic State on a Tunisian border town makes clear that a barrier on its own isn’t the solution, but a combination of economic and security measures might be.

En zolang de Tunesische economische situatie slecht blijft en de werkeloosheid hoog, zullen Tunesiërs hun toevlucht blijven zoeken in de informele sector, corruptie en radicale groepen. Een groeiende economie gecombineerd met een verbeterde veiligheidssituatie kunnen deze problemen echt aanpakken.

Uit de reeks investeringen en economische projecten die de Tunesische regering de regio beloofde in nasleep van de aanval, blijkt dat de Tunesische regering beseft dat veiligheidsmaatregelen op zich niet voldoende zijn om de problemen in de regio aan te pakken.20 De combinatie van economische stimulansen en veiligheids-

De grens is met enige kennis van het terrein en een 4x4 eenvoudig over te steken.

Daarnaast kent de barrière zelf een aantal tekortkomingen. Zij is beperkt tot het noordelijke deel van de grens, terwijl aangenomen wordt dat een deel van de wapensmokkel zuidelijker plaatsvindt.16 Ook sluit de barrière niet aan op de Algerijnse grensbarrière: een elektrisch hek dat in tegenstelling tot de Tunesische barrière zowel gemotoriseerd verkeer als voetgangers tegenhoudt.17 Dit verklaart hoe begin maart 2016 een grote groep (Tunesische) strijders van de zogenaamde Islamitische Staat Tunesië heeft kunnen infiltreren voor een aanval op het stadje Ben Guerdane.18 De terroristen werden door het Tunesische leger verslagen, maar in de nasleep van de aanval bleken de terroristen een aantal wapendepots in het stadje te hebben opgebouwd. Dit zou kunnen worden uitgelegd als bewijs voor de stelling van de Tunesische overheid dat de lokale semilegale handelaren samenwerken met terroristen. Uit andere bronnen blijkt daarentegen dat deze handelaren de toenemende wapen- en drugssmokkel juist als een probleem zien. Hoe dan ook liet de bevolking van Ben Guerdane na de aanval van de zogenaamde Islamitische Staat op hun stad duidelijk merken dat zij niet op een kalifaat in Tunesië zaten te wachten.19 280

maatregelen leidt hopelijk tot een oplossing van de problemen, waarmee Tunesië niet alleen in de grensstreek met Libië worstelt maar ook in de rest van het land. Grenzen dichtgooien en een barrière zijn dus geen oplossing op zich, maar hoogstens noodmaatregel om broodnodige extra tijd te winnen.

t Portretten van de in 2013 vermoordde oppositieleiders Choukri Belaïd en Mohammed Brahmi vlakbij het Tunesische parlement. Bron: Thylacin.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

Divided by the Mountain River

JASON MAGAZINE

Opposing Kurdish government models

As the Kurds come closer to gaining statehood, their Syrian faction embraces a radical alternative. Could it be an example fot the whole Middle East? Having established two relatively secure zones out of the crumbling states of Syria and Iraq, within which to plan and defend their interests, the question has naturally arisen as to which is the best way to achieve these aims. Two opposing visions have arisen, roughly separating the two Kurdish communities of Syria and Iraq. Both aim largely to fulfill to achieve these aims but apply radically different political theories. Which then is the best path for Kurdish self-determination? GILES LONGLEY-COOK

T

he Kurdish question has historically been as diverse as it has been static, a simple issue tied up with endless complexities, its people as indomitable as they are unfortunate. e current conflicts in Syria and Iraq, bringing to the fore countless interconnected sectarian struggles, have certainly exacerbated this situation, but have also offered the Kurds a chance to shape their own destiny like no time before, a chance that their political leadership in both Northern Syria and Iraq have leapt at. Nevertheless, whatever plans they make for the future could come to naught if they find themselves once again betrayed and abandoned by the outside world once the overall crisis has dissipated. is danger is already looming, with Turkey’s assaults on Kurdish targets in Northern Syria garnering half-hearted acquiescence from their so-called

Western allies, foreshadowing future betrayals. None of this has been lost on those forging the Kurdish future. ose in Iraqi Kurdistan, under the Kurdish Regional Government (KRG) have affected the model of conventional statehood, with a representative government body, an army, an oil-based economy and ambitions of statehood. e KRG has been better placed to do this based on long-standing US

recognition. But this alliance has limited the breadth of their politics. eir so-far symbolic state aspirations are dependent on geopolitical validation. For now they remain in the vacuum of wartime politics. eir Syrian comrades in the Democratic Union Party (PYD) have found themselves in a similar situation, a sort of ‘limbo’ as one foreign volunteer describes it, forced upon them by the

Abdullah Ocalan

Founder of the PKK, which has fought a long guerilla war with the Turkish state to establish rights and self-determination for the longpersecuted Turkish Kurds. Imprisoned since 1999, he has continued to write political works. Over time his ideology has evolved into the Anarchist position of Democratic Confederalism. The relationship between the Turkey-based Kurdish PKK and the Syrian PYD is so close that it has been said that they are one force in two uniforms. This close relationship has blessed the PYD with its Democratic Confederalist politics but has acted as a barrier between them and the Iraqi Kurds, and made them vulnerable to Turkish aggression.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

029


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Opposing Kurdish government models

flux of conflict and international relations. Within this confusing border the Syrian Kurds have taken a route that appears far more ambitious than that of their neighbors: Rejecting nationstatehood and championing a localist anarcho-syndicalism, a model they hope to project towards the entire Middle

The current conflicts have offered the Kurds a chance to shape their own destiny like no time before.

East. e theory applied in Rojava is that of Democratic Confederalism, as outlined by the Kurdistan Worker’s Party (PKK) leader Abdullah Ocalan.1 Both models accept the idea that the current regional status quo is finished,

that the borders of the Middle East cannot return to the way they were before. e question then is how to replace them. Should one settle for the creation of individual autonomous states for groups that are at risk and desire autonomy? Or is the Rojavan vision a feasible option that should be considered? As boundaries shift like desert sands and the oil supplies fuelling the traditional national model dries up, it could pay to be radical in this case. two idEaliSmS? Amidst the confused international perceptions of the Middle East, the Kurds have managed in varying degrees to come forward as a sort of moral majority amongst the vying factions. In terms of political recognition the Iraqi KRG has been presenting itself as the realistic, safe option, fitting in with the 20th century stabilizing and strong nation-state ideal familiar to the West. But is it realistic? Recent economic disaster in Iraqi Kurdistan can be attributed not only to the general regional crisis or oil price collapse but also to the KRG’s hubristic decision to emulate the oil-rich Gulf States, with their impressive government buildings and narrow state-centric support systems.2 If we follow Ocalan’s

‘The Kurds Have No Friends’

The Iraqi Kurds have a long history of nationalist struggle, often working alongside foreign allies who then abandoned them. Saddam’s genocidal Al-Anfal campaign took place against a Kurdish uprising supported by Iran. Later, during the first and second Gulf wars the Kurds allied with the Western coalitions. What has emerged is today’s tense politics of dependence on outside aid whilst upholding national independence as an ideal.

300

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

e crux of the issue at stake is how best to protect oneself as a minority. Both sides have drawn upon examples, such as the state of Israel, with which to defend their strategy. Sympathy with the Jewish

The crux of the issue at stake is how best to protect oneself as a minority.

national struggle exists in both Kurdish communities, but in practice things get complicated. Iraqi Kurds rightfully point out that Israel’s continued existence and relative strength indicate the success of nationalist statehood. Ocalan in turn argues that this model is proving unsustainable, and events in Israel are increasingly proving him right.

s KRG leader Massoud Barzani with US Defence Secretary Robert M. Gates.

Even as external threats to Israel’s security rescind, the current situation reveals an increasing inability to

maintain Israel’s internal soundness. Even leaving aside the moral implications of its policies towards Palestinians and other non-Jewish citizens, one can observe a contradictory decline in the Country’s status as a representative of its peoples’ interests as it simultaneously undergoes a rise in nationalistic, exclusivist ideology, coupled with decreasing autonomy as it gets sucked into the role of fulfilling the needs of Western foreign policy. For an equally embattled community such as the Kurds this is not an encouraging example.5 It certainly appears ludicrous to start putting faith in national borders as a source of legitimacy at a time when borders are not simply being redrawn but questioned as a concept in the region. Rojava then, with its rejection of state apparatus, offers a visionary alternative. Whilst it is acknowledged that some of its citizens look enviously at the veneer of success in Iraq, the decentralizing, diversifying campaign of the Syrian Kurds still holds great potential. e regions one-product economy under the Baathists (focused around wheat and oil) has led to scarcities. A response is thus being carried out, one that places work and production more in the hands of local communities, with the macro aim of ensuring overall self-sufficiency. In a land increasingly struggling with changing environments and subject to fluctuating international markets, the long-term effects of Rojavan daring are s

s Female YPG Fighters. Source: Wikipedia Commons, by Free Kurdistan.

criticism, as outlined in ‘Democratic Confederalism’ such folly was a foreseeable development, as the nationstate is always destined to serve elite interests. Indeed his prediction that even the most nationalist regime would surrender to greater economic powers has been confirmed, and many Kurds are losing patience with their governing body using nationalist fervor to cover its own failures and impotence.3 In a region rich with oil huge economic divides are surfacing in Iraqi Kurdistan, and its political and economic position is too volatile to let these inequalities go undisturbed. It would seem then, that the conservative KRG has in fact put itself at a greater risk of irrelevance. is was displayed most forcefully in the destruction, by Kurdish locals, of the Halabja memorial museum in 2006. With Saddam’s nationalist tyranny replaced by equally vicious chaos, it would seem the Kurdish people are tired of seeing their resources spent on grand nationalist projects.4

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

Map of Syrian Civil war and Kurdish regions in Iraq and Syria.

031


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Opposing Kurdish government models

Biography Giles Longley-Cook is a Masters student currently studying Political Theory at Radboud University, Nijmegen. He previously achieved a BA in Political Science & Philosophy at University of Birmingham.

renewed obedience. e Kurdish enclaves have proved capable of providing both of these advantages without the implicit compromises, all while offering a political program that, if it does not inspire, at least offers autonomy for local groups. e federalism outlined in the philosophy of the Rojavan plan is, for now, directly opposed to the idea of dividing with the aim of inspiring competition or power politics in the way the sectarian alternatives do.8 a light unto thE nationlESS? Whatever the outcome of the conflicts, the question that goes beyond their damaged borders is that of how political legitimacy can now be measured. Favouring traditional forms of governmentality over non-statist popular groups has led to the prioritization of undemocratic governments over influential and representative forces. e Rojavan PYD is hardly the first group to face this treatment, but they are one of the first to do so whilst upholding democratic, enlightenment ideals in both name and deed. Western diplomats are on shaky ground in ignoring any

Jihadis of IS or corrupt Kurdish leadership, outside forces meddling in the form of rich foreign backers, and constant mistrust of their neighbors. eir failures symbolize a political model in decay. e Successes of Rojava

The Rojavan revolution is taking the opportunity of the current chaos to forge an entirely new system.

s Fighters from the Sinjar Resistance Units (YBS) and Kurdish Workers Party (PKK) hold up a painting of Abdullah Öcalan.

Summary

Amidst the Iraqi and Syrian Civil war the Kurds have found the greatest imperative and greatest opportunity for achieving their independence at last. Whilst the Iraqi Kurds are attempting to emulate traditional statehood, incurring all of its failings, their Syrian comrades are carrying out a radical new program of anarchistic governance. The latter could be a golden opportunity for the Kurdish future, and an example for the Middle East as a whole.

320

likely to be positive even if their entire revolutionary project does not succeed.6 futurE ExpanSion? An important distinction between the projects unfolding in the two Kurdish regions is that the KRG’s nation-state attempt mimics questionable examples from the past, whilst the Rojavan revolution is taking the opportunity of the current chaos to forge an entirely new system which, far from limiting itself to satisfying Kurdish needs, aims to expand as a viable option for the entire Middle East.7 e Rojavan Kurds, having refused to play along with the traditional allegiances of the region, working closely with the outlawed PKK and even compromising with the maligned Syrian government, face continual rejection and obscurity on the level of

interstate politics and negotiation and have reacted with increasingly ambitious ideas for Syria’s future. All of this indicates that perhaps being left out of such conventional processes may actually be an advantage when it comes to practical thinking outside the box. In an age of political and diplomatic paralysis, in which no parties are offering any long-term plan for how to solve Syria’s woes, outside of returning to the status quo, partitions or caliphates, the disenfranchised Kurds are daring to advance an alternative. All daring aside, is this vision desirable? Certainly not to the centralized dictatorship in Damascus, or the totalitarian dogmatists in Raqqa it isn’t. To a people who have been caught in between these warring factions for years now it might be. Neither the govern-

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

ment nor its fanatical enemies have much going for them in terms of popular appeal other than being opposed to each other. e Jihadis offer freedom from Assad at the price of religious oppression. Assad offers freedom from Jihadis at the price of In the Eye Of the Sandstorm

groups’ popular base, to do so to a party that has support from the majority of the West seems ludicrous. e PYD’s success contrasts with the moral and practical failures of those with pretensions of conventional statehood, whether they are the KRG or the selfproclaimed ‘Islamic State’. Whilst vastly different, both examples display all the failures of nation-states in almost parodist form, with small elites benefiting, whether they be the foreign

Since the uprising began the Kurdish Cantons have been the most stable areas in Syria. Though previous grievances and confrontations with the regime had allowed them some autonomy, since the uprising the regime has retained control of the regional capital Al-Hasakah and continues to work closely with the PYD in managing local governance and in fighting the Islamist rebels. Meanwhile US air support has helped the Kurds expand their territory and push back Islamic State (IS), only for the US’s Turkish allies to bomb the PYD along with the PKK, possibly to halt their advances against the Islamists. Teetering within a web of alliances, Rojava must consolidate before it unravels entirely.9

spring instead from the virility of an exciting new ideal. Established states have faired no better in the region. Far from bringing strength and stability, governments like Iraq and Turkey have sowed chaos and sectarianism, gaining only political paralysis and the contempt of outside observers. Turkey in particular has good reason to be unnerved by the example of Syria’s Kurds. In light of such chauvinistic irresponsibility, the PYD clearly rises as a more legitimate, stabilizing force than any of these.10 Western foreign policy has so far displayed the very inflexibility and corruption that Ocalan has warned is the natural result of state-orientated politics. It has been favoring those who aspire to the same style of governance and the results have been overwhelmingly disastrous. A serious paradigm shift in terms of diplomacy is necessary, one that takes seriously the successes of Rojava on the ground, whilst there is still time.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

033


In Gesprek Over Grenzen

JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Interview & Boekrecensie

Een interview met Ivo van de Wijdeven, auteur van De Rafelranden van Europa Het was toevallig dat hij een boek uitbracht. Ivo van de Wijdeven werd nota bene gescout door uitgeverij Spectrum. Hij was opgevallen door zijn bijdragen in Geschiedenis Magazine en de uitgever zocht een historicus die de ontwikkelingen in Europa kon duiden. Drie maanden onbetaald verlof later is De Rafelranden van Europa een feit. JASON Magazine kreeg de kans om hem te interviewen over de grenzen in en rond Europa. FLORIS GRIJZENHOUT

O

p een mooie lentedag begin april hebben we afgesproken op een café aan het Weesperplein in Amsterdam. Lunchtijd. “Zo kan ik precies de tijd tussen twee lezingen overbruggen”, aldus Van de Wijdeven. Met een half oog op zijn lunch (een dubbele uitsmijter), probeert hij tussen de happen door de functie van grenzen te duiden.

de grenzen toch langzaam te vervagen. Sinds 1951 heeft in Europa een evolutie naar openheid plaatsgevonden: het ‘behang’ van Europese integratie is uitgerold over het continent. Daarmee zijn de onderliggende grenzen echter niet weggenomen. De economische verschillen tussen Noord en Zuid, het IJzeren Gordijn, de religieuze grens tussen Orthodox en Protestant. Al deze scheidingen zijn blijven bestaan. Nu de druk van buitenaf toeneemt komen deze scheuren in de muur vanonder het behang weer tevoorschijn.”

Voor veel mensen zijn grenzen tegenwoordig niet veel meer dan een abstract idee. Verwacht u dat dit voor de komende generaties anders zal zijn? Zullen grenzen in de toekomst weer een sterker voelbaar effect op onze levens hebben? “Ik ben historicus, geen futuroloog. Het voorspellen van de toekomst is lastig. Natuurlijk is de huidige ontwikkeling dat landen ervoor kiezen om hun grenzen af te sluiten als antwoord op dreigingen van buitenaf. Maar als historicus wijs ik op het belang te onthouden dat grenzen eigenlijk nog helemaal niet zo lang op de kaart staan en vroeger veel poreuzer waren. Pas in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog zorgde een combinatie van vluchtelingenstromen en nationalistische wetgeving ervoor dat landen hun 340

s Ivo van de Wijdeven, auteur van De Rafelranden van Europa.

grenzen sloten. Een mooi voorbeeld hiervan is het Duitse hek op de zuidgrens van Nederland om te voorkomen dat Belgen naar Nederland zouden vluchten. In het interbellum bestond vervolgens de hoop om de grenzen weer af te schaffen: het idee van een federaal Europa bestond toen al. Deze droom werd ruw verstoord door de Tweede Wereldoorlog, maar na 1945 begonnen

U bent de mening toegedaan dat oorlogen, conflicten, terrorisme en vluchtelingenstromen een constante zijn in de Europese geschiedenis. “Grensconflicten zitten in het DNA van de wereldkaart”, hee u wel eens gezegd. Dit is een weinig hoopvolle boodschap voor mensen die zoeken naar duurzame vrede in Europa. “Als we bewust voor samenwerking kiezen zijn er duidelijk minder conflicten: samenwerkingsverbanden als de VN, de EU en de NAVO zijn hier het bewijs van. Mits het ‘behang’ van Europese integratie goed wordt onderhouden, dan is een grotere mate van vrede mogelijk. Diepere integratie is

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

nodig om problemen aan te pakken: in tijden van externe druk kan meer integratie de EU behouden. Zo leidde de economische crisis tot een verdere integratie op economisch gebied met de bankenunie als mooiste voorbeeld.” Daar hebben we precies het pijnpunt van heel wat Hollanders te pakken. Aangevoerd door ierry Baudet en de zijnen wijzen die op een neoimperialisme van normen en waarden: de uitbreiding van de Europese Gemeenschap hee uiteindelijk alleen maar voor meer conflicten gezorgd. Denkt u niet dat de door u bepleite verdere integratie deze weerstand juist kan versterken? “Ja. Met de kennis van nu was het beter geweest als de Founding Fathers van de Europese Unie eerst gestart waren met een politieke unie, alvorens een economische unie tot stand te brengen. Dat had een zekere mate van populistische weerstand kunnen tegengaan. Nu zijn deze weeffouten in de EU moeilijker op te lossen. Tegelijkertijd moeten we ook de feiten onder ogen zien. 70% van de

s Een hek aan de Russische grens met Georgië.

heid voor veel van deze regio’s: wij hebben ten slotte veel van deze grenzen daar getrokken.” Past de EU juist niet daarom bescheidenheid? Iedere keer als Europa zich

Grenzen staan eigenlijk nog helemaal niet zo lang op de kaart en waren vroeger veel poreuzer.

Oekraïense bevolking stemde voor het associatieakkoord met de EU. Blijkbaar is het neo-imperialisme van normen en waarden een gewild imperialisme. Verdere integratie kan de EU behouden.” In de vluchtelingencrisis zien we daar toch weinig van terug. Vooralsnog hee alleen het sluiten van de grenzen door de Balkanlanden gewerkt. “Dit is slechts kortetermijndenken. Het sluiten van de grenzen kan de uiteindelijke oplossing niet zijn. Het creëert slechts een waterbedeffect, waarbij de vluchtelingen wel weer een andere route naar Europa vinden. Het oplossen van de conflicten in het Midden-Oosten is de basis voor een oplossing. De Europese geschiedenis toont aan dat historisch gegroeide conflicten wel degelijk te overwinnen zijn. Daar is een mogelijke rol voor de EU weggelegd. Het model van Europa kan een goed uitgangspunt zijn voor andere regio’s in de wereld. Europa heeft ook een historische verantwoordelijk-

de zevende eeuw ervoor heeft gezorgd dat het centrum van de Europese beschaving noordwaarts is verplaatst, waardoor de Arabische wereld de Europese identiteit dus mede heeft gevormd. Hetzelfde geldt voor de interactie tussen Europa en Rusland. Juist door zich te ‘bemoeien’ met het oosten kon Europa een eigen identiteit ontwikkelen. De deuren sluiten is ontkenning van het verleden, maar ook van de toekomst. Manuel Valls zei onlangs terecht dat de EU haar verleden niet meer kent. Dat zie je aan dit soort geopperde oplossingen.”

bemoeit met andere regio’s zorgt het voor een hoop ellende. De conferentie van Berlijn trok grenzen over het Afrikaanse continent en het SykesPicotverdrag deed hetzelfde voor de Arabische wereld. Vandaag de dag plukken wij daar nog de zure vruchten van. Kan Europa zich niet beter koest houden?

In uw boek stelt u inderdaad dat Europa geen afgebakende grenzen hee. Wat betekent dit voor de uitbreiding van de EU? Tot op welke hoogte is uitbreiding wenselijk en waar zou u de grens willen trekken? Hoe denkt u bijvoorbeeld over Europese grensgebieden zoals Oekraïne en Turkije?

“Dat is mooi gezegd, maar het idee van een Fort Europa hoort niet bij het Europese ideaal. We moeten juist

“Voor Turkije is het moeilijk om aan de voorwaarden voor toetreding te voldoen. In de toetredingsonderhandelingen

betrokken blijven. Het is naïef te denken dat Europa ooit een afgesloten gebied kan worden. Dat is het nooit geweest. Sterker nog, Europa als idee bestaat bij de gratie van de interactie met omliggende gebieden. Je zou kunnen zeggen dat de opkomst van de islam in

zitten door het aantal te nemen besluiten in zekere zin nog honderdvierenveertig sloten op de deur tot het EUlidmaatschap, dus de kans is klein dat Turkije voor ieder daarvan een sleutel krijgt aangereikt door de Raad. De huidige koers die Erdo?an vaart maakt

Het is naïef te denken dat Europa ooit een afgesloten gebied kan worden. Dat is het nooit geweest.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

035


JASON MAGAZINE

Interview & Boekrecensie

die kans er ook niet groter op. Voor Oekraïne is het de vraag of het verstandig zou zijn lid te worden van de EU. Historisch gezien is dat altijd een ‘grensland’ geweest tussen Europa en Rusland. Dat zou ook de kracht van het land kunnen zijn: samenwerking met beide. Oekraïne zou veel voordeel kunnen halen uit de positie van brug tussen Europa en Rusland. Helaas is dat vooralsnog toekomstmuziek.” Gee u hiermee aan dat de uitbreiding van de NAVO richting Rusland fout was? “Enerzijds wel: de NAVO heeft de Russische beer hiermee wel op haar tenen getrapt. Aan de andere kant waren dat gewoon democratische besluiten van onafhankelijke landen. De volksvertegenwoordiging stemde met ruime meerderheid in met het lidmaatschap van de NAVO.

De geschiedenis toont aan dat historische conflicten wel degelijk te overwinnen zijn.

Tegelijkertijd moet ook niet vergeten worden dat Rusland zélf ook toegang zocht tot de NAVO. Er zijn zelfs gezamenlijke oefeningen geweest. Maar op een gegeven moment kwam de NAVO toch wel heel dichtbij en heeft Poetin de deur dicht gegooid. ‘It takes two to Tango’ dus voorlopig kan die samenwerking in de ijskast.” In uw boek verklaart u die angst van Rusland vanuit een historisch fatalisme dat de Russische mentaliteit hee gevormd: doordat het altijd werd Summary

An interview with Ivo van de Wijdeven about his recently published book The Fringes of Europe, and about the history and future of borders on the European continent. Van de Wijdeven reveals himself to be a proponent of European cooperation, and is cautiously optimistic about the possibility to transcend historically grown conflicts.

360

Then Icarus fell from the Sky

JASON MAGAZINE

Winner JASON essay competition binnengevallen door grenslanden hecht het zoveel belang aan veilige grenzen en een ring van (satelliet)staten om haar heen. Is dit niet wat makkelijk? Poetin is toch gewoon een machtspoliticus? “Het is van tweeën een. Het Russische fatalisme bestaat echt. Drankproblemen in Rusland zijn wijdverbreid: nu drinken, want wat morgen brengt weet je niet. Dit is echt historisch te verklaren vanuit de invallen van Mongoolse horden in het verleden en de Franse en

Duitse invallen in de 19e en 20e eeuw. Tegelijkertijd speelt Poetin hier natuurlijk handig op in. Hij creëert ‘frozen conflicts’: ruzies en onenigheden in de ring van staten om Rusland heen. Hierdoor zijn die landen verdeeld en kan Poetin zijn spel spelen en de invloed van Rusland uitbaten.”

Boekrecensie Kaplan De bekende Amerikaanse historicus en journalist Robert Kaplan keert in zijn nieuwste boek Duister-Europa. Twee Koude Oorlogen en een reis door Groot-Roemenië terug naar het land waar hij bij zijn eerste bezoek in 1981 verliefd op werd: Roemenië. Het viel hem op dat er in de Europese kranten zou weinig aandacht was voor dit land terwijl er toch zoveel gebeurde. De Koude Oorlog had toch ook daar zijn sporen getrokken met de communistische leider Ceau?escu aan de macht. Hij besloot daarop Roemenië in de gaten te houden en als journalist reportages te schrijven. Nu, ruim dertig jaar later, keert hij terug om een boek te schrijven. Om de lezer mee te nemen in een kijkje in zijn eigen ziel, want daar zit zijn liefde voor Roemenië. In die beschrijving van Roemenië vervalt Kaplan in denkpatronen die we kennen uit eerdere

publicaties: de geografie verklaart de politiek van een land. Hiermee weet hij toch knap de verbinding te leggen naar de huidige tijd. De val van het communisme was voor veel Oost-Europese landen een klap. Het systeem kon heel eenvoudig uitleggen hoe de wereld in elkaar stak. Met de implosie van het communisme is een vacuüm ontstaan die gevuld wordt met primitief nationalisme. De link met de sluitende grenzen op de Balkan en de retoriek van Viktor Orbán kan de lezer zelf leggen. Kaplan weet een mooie historie van Roemenië op te zetten, maar verliest zichzelf soms in omschrijving van zaken die eigenlijk niet zo relevant zijn. Een omschrijving van de daken van het Mogosoaia-paleis vermoeit de lezer meer dan dat het energie oplevert om verder te lezen. Hij kan zich in het vervolg beter beperken tot waar hij goed in is: het duiden van de geopolitiek.

Boekrecensie Van de Wijdeven Hoe zijn grenzen ontstaan? Waarom is het zo onrustig aan de randen van Europa? Kan dit historisch verklaard worden? Ivo van de Wijdeven, historicus, neemt de pen op en legt uit hoe vanuit de geschiedenis de actuele politiek in Europa te verklaren is. In ‘De Rafelranden van Europa’ weet hij eenvoudig te verklaren waarom het in het Midden-Oosten zo’n chaos is: het Sykes-Pikotverdrag deelde de regio in stukken die niet altijd even logisch waren. Ook de problemen met Rusland en het rumoer in Noordelijk-Afrika komen aan bod. Juist in tijden waarin de Europese grenzen onder druk staan en de specialisten over elkaar heen buitelen

om met oneliners de media te bespelen, bewaart Van de Wijdeven de rust en geeft hij met verve de historische duiding bij de actualiteit. Dat hij hierin zijn neutraliteit verliest, omdat hij duidelijk stelling neemt voor verdere Europese integratie, zij hem vergeven. Dit is op de dwarsverbanden die hij tussen de diverse landen en tijden weet te leggen niet van invloed. In een kleine driehonderd bladzijden wordt de lezer bijgepraat over het hoe en waarom van de huidige Europese problemen. ‘De rafelranden van Europa’ verdient dan ook een prominent plaatsje in de boekenkast van iedereen die wil weten hoe het nu écht zit met Europa.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

How the European Union should fundamentally reconsider its foreign and security policy

This spring, JASON Institute organized an essay competition on the EU as security provider. We received many excellent contributions – a jury from the Ministry of Foreign Affairs praised the quality of the essays. and picked their winner: Matthijs Even. He wrote the essay “Then Icarus fell from the sky: How the European Union should fundamentally reconsider its foreign and security policy”. The jury stated that Matthijs Even displayed a very in-depth insight in political reality. You can read his essay here. Congratulations Matthijs! MATTHIJS EVEN

A

t this moment, the European Union (EU) is recalibrating its foreign and security policy. e iUnion faces some great challenges, such as the civil wars in Syria and Iraq, the subsequent influx of refugees to European soil as well as a more assertive Russian Federation regarding international politics. Although these global issues seem new, the apparent difficulty for Europe to deal with them shows clear similarities with previous poorly managed challenges. By asking What road should the EU follow?, this essay aims to show that renewed failures lie ahead if the EU does not fundamentally reconsider its actual global capacities. rough briefly discussing the breakup of Yugoslavia and the subsequent wars, the independence of Kosovo and Russia’s response to constant EU and NATO enlargement, it is argued that for too long the EU has

pursued an overly ambitious foreign and security policy considering its actual institutional capacities. Since the European integration did not develop further since these previous global issues, it seems likely that a similar assertive

Europe’s institutional capacity. Since it is unlikely that more European integration would be accepted by EU member states or even by Dutch public opinion, a less ambitious policy seems the most viable option.

policy like those employed during the mid-1990s and early 2000s is not going to live up to expectations and will result in a more problematic relationship with great powers such as the Russian Federation. erefore, the Dutch government should pursue either a more communitarian arrangement of the EU in order to actually meet the Union’s ambitious foreign and security policy, or a more realistic policy according to

Sadly, it needs to be acknowledged that the Common Foreign and Security Policy established by the Treaty of Maastricht failed to fulfil the expectations it created. e member states attempted to create a coherent European approach to global challenges, but Europe’s intergovernmental structure of decision-making resulted in a divided Union which was – and still is – unable to speak with one voice.

The EU seems simply unable to actually fulfil its wishes, however unfortunate that might be.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

037


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Winner JASON essay competition Summary

In the winning article of JASON’s essay competition, Matthijs Even writes about how the European Union should fundamentally reconsider its foreign and security policy. Recognizing the EU’s inherent limitations in creating a coherent approach to global security challenges, the expectation is put forward that this will result in a less ambitious foreign and security policy than previously pursued, one hopefully formulated and put forward by the Dutch government.

s Matthijs Even was the winner of JASON Institute’s essay competition.

Academic literature regarding the way the EC and later the EU dealt with the dissolution of Yugoslavia and the subsequent wars in the early 1990s, clearly shows that Europe’s constant disunity resulted in a lack of making quick and crucial decisions.1 Months of internal discussion regarding Yugoslavia’s future during its disintegration in 1992,

The EU needs to acknowledge that pursuing a policy of greater engagement would be wise.

could solve a crisis Europe thought it could easily handle. e same situation is visible regarding Kosovo’s question of independence in 2008. Many EU member states accepted Kosovo’s secession, hereby bypassing the UN Security Council and acting contrary to Russia’s interests. Other EU members, however, did not and still do not recognize Kosovo because they themselves have to deal with small secession movements on their territory.2 Again, a consensus within Europe is

absent, making the Union’s intent to maintain a ‘common’ foreign and security policy and to speak with one voice implausible. Here again, similar to ‘Yugoslavia’, the fact that these sensitive matters are decided on an intergovernmental level makes ambitious foreign policies inappropriate. e EU seems simply unable to actually fulfil its wishes, however unfortunate that might be. In addition, Europe needs to consider that handling global issues ‘the Kosovo

t EU flags wave outside of the Commission building.

What Europe should do is operate appropriately, according to its institutional capacity.

Germany’s threat to unilateral recognize Croatia if other EU member states would not concede and constant opposition to various peace proposals by individual countries are just a few examples which illustrate Europe’s lack of a coherent approach to the crises in the Balkans. Moreover, these situations did not make the majority of European leaders realise that the absence of a federal European approach resulted in a failure of their ambitious intention to solve the Yugoslavia crisis. Although the leaders called the situation a ‘European problem’, urging the US to stay out of the diplomatic negotiations, eventually only Russian and American involvement 380

way’, but without the international capacity to back up these acts, have resulted in a more confrontational position towards the Russian Federation. Academics widely agree that Russia shows renewed interest in its ‘Near Abroad’ now that the EU and NATO are constantly trying to spread their influence eastwards.3 For example, Russia’s recognition of Georgia’s breakaway regions Abkhazia and SouthOssetia shortly after Kosovo was recognised by Western countries indicated years ago that the Russian Federation would no longer simply accept more European enlargement to the East. Recently, during the Ukrainian crisis, the EU again employed a too straightforward foreign policy towards an Eastern neighbour without taking Russia’s opinion into account. In the end, not the EU but individual countries brokered a cease-fire in Minsk. Again, although some members of the European Parliament acted tough at the Maidan Square in Kiev in 2014, a

common and effective approach to the conflict was and still is absent. Yet, Europe still expresses the intent to collectively handle issues like those in Ukraine. e EU should ask itself whether or not it is wise to be so overly JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

Biography Mathijs Even is a postgraduate student in Peace and Conflict Studies at the Centre for Peace and Conflict Studies, University of St. Andrews, in the United Kingdom.

confrontational towards the Russian Federation. A further deteriorative relationship with the Russians could be an undesirable side effect of a continuation of this policy, as what happened after dealing with Kosovo. e EU should be more reflexive on these delicate matter and needs to acknowledge that pursuing a policy of greater engagement, even with those who threaten and ignore international law, would be wise. Of course, it goes without saying that the EU should stand for its values, its way of life and should therefore be assertive in its foreign and security policy. However, being partially

s The Council of Europe is in session.

responsible for a protracted war in former Yugoslavia, uncomfortable international positions because of its half-hearted Eastern policies and a growing problematic relationship with the Russian Federation is quite another thing. Europe should therefore learn from its troubled history and should firstly take a step back to fundamentally reconsider its global capacities before acting upon new challenges. Syria, Iraq and millions of immigrants who are coming to the EU do not benefit from a constantly divided Union on issues it wishes to address collectively. Especially the immigration crisis shows that Europe is internally more divided than ever and is therefore unable to act unified. If the EU does not want to add this crisis to the list of failures, it should be reflexive and conclude from its previous actions that a serious revision of its policies is needed. Of course, this is not to say that the EU should not take

any action at all when it internally disagrees. What Europe should do is operate appropriately, according to its institutional capacity. is fundamental re-evaluation will therefore probably result in a less ambitious foreign and security policy than previously pursued, one hopefully formulated and put forward by the Dutch government.

Acknowledgments

I am grateful for comments and suggestions from Prof. dr. K.M. Fierke and E. J. Howe MChem from the University of St. Andrews.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

039


De grenzen van het geheime werk

JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Geheime dienst

Na iedere terroristische aanslag klinkt internationaal de oproep aan inlichtingen- en veiligheidsdiensten om nauwer samen te werken. Dat is nog niet zo eenvoudig. Geheime diensten zijn aan allerlei grenzen gebonden. CONSTANT HIJZEN

V

eel mensen veronderstellen een zekere grenzeloosheid als het op geheime diensten aankomt. Ze zouden een ontembare verzameldrift hebben, een neiging om de regels van het politieke spel te overschrijden of naar hun hand te zetten – of een onstilbare honger naar de allerintiemste weetjes uit het leven van burgers. Natuurlijk is niet iedere dienst een Gestapo of Stasi in de dop, maar sinds de onthullingen van Edward Snowden over de Amerikaanse signals intelligence-organisatie, de National Security Agency, staat ons duidelijk op het netvlies hoe ver de tentakels van dit soort diensten reiken. Die toon kenmerkt ook het Nederlandse debat. ‘Kabinet blijft massaal aftappen’, kopte De Volkskrant op 29 juni 2016 in een artikel over een uitgelekt wetsvoorstel betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Wie beter kijkt ziet echter dat grenzen juist op allerlei manieren een belangrijke rol spelen in het werk van inlichtingenen veiligheidsdiensten. De inlichtingenpraktijk heeft te maken met allerlei grenzen, zoals geografische grenzen, grenzen aan de capaciteit en slagkracht van de eigen organisatie, grenzen aan binnenlandse en 400

internationale samenwerking, grenzen aan het delen van informatie, grenzen aan de toegankelijkheid van informatie, grenzen aan de begroting en grenzen aan de belangstelling voor groepen en individuen. Daarmee is niet gezegd dat inlichtingenen veiligheidsdiensten niet grensoverschrijdend optreden. In de onoverzienbare berg data die deze diensten vandaag de dag verzamelen, zit ongetwijfeld ‘bijvangst’ die nice to have is, maar daar

Zolang er diensten bestaan die de wettelijke bevoegdheid hebben om, zonder iemand daarvan op de hoogte te stellen, telefoon- en e-mailverkeer mogen intercepteren, in woningen mogen inbreken, computers mogen hacken en agentenoperaties mogen uitvoeren, bestaat ook het risico dat die bevoegdheden onjuist of onheus worden aangewend. Om die reden hebben veel landen in de loop der tijd allerlei vormen van intern en extern toezicht en controle ingericht.

Wie beter kijkt ziet echter dat grenzen juist op allerlei manieren een belangrijke rol spelen in het werk van inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

niet noodzakelijk thuishoort. Ook zal er in de operationele praktijk van human intelligence – het werken met menselijke bronnen – een grijs gebied zijn waarin een medewerker van de geheime dienst zelf de grens tussen het nationale veiligheidsbelang en de democratie zal moeten trekken.

De bedoeling van dit artikel is dan ook niet om het beeld te schetsen dat inlichtingen- en veiligheidsdiensten per definitie binnen de lijntjes kleuren, maar om te laten zien hoezeer talloze grenzen het werk van deze diensten vorm en richting geven. Niet grenzeloosheid, maar juist de realiteit van grenzen

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

definieert de inlichtingenpraktijk. Om deze bewering gestand te doen worden nu twee soorten, soms overlappende grenzen besproken: die van de bureaucratie en de geografie. BurEaucratiSchE grEnzEn Dat bureaucratische grenzen het inlichtingen- en veiligheidswerk beïnvloeden, bleek al vanaf het moment dat staten deze diensten gingen institutionaliseren. Bureaucratische organisaties werken niet altijd goed samen, hebben deelbelangen, strijden om invloed en geld. Ze kampen doorgaans met schaarste. Voor Charles Welter, Kamerlid voor de Katholieke Nationale Partij, kwam daar het gevaar bij ‘dat elke dienst, eenmaal in het leven geroepen, de neiging heeft zich uit te breiden, eigenlijk tot in het onbeperkte.’ Hij sprak op 30 november 1950 over de Binnenlandse Veiligheidsdienst die het jaar daarvoor was opgericht, als ‘een inlichtingen verzamelende dienst die binnen de landsgrenzen politieke tegenstanders en andere bedreigingen op het spoor moest komen. Welter schilderde de veiligheidsdienst, mede omdat die dienst inlichtingen over hem had verzameld, af als een ambtelijke organisatie die haar eigen werk schiep en daarna ging ‘betogen, dat hij steeds meer mensen nodig’ had ‘om dat zelf geschapen werk te kunnen doen’. Welter: ‘En nadat hij die uitbreiding heeft gekregen, betoogt hij met nog meer klem en kracht van redenen, dat thans het ogenblik is gekomen om die dienst weer uit te breiden, en zo kan het doorgaan, da capo ad infinitum, tenzij er paal en perk aan wordt gesteld. Dat is de gewone practijk voor dergelijke diensten. Een ieder, die ervaring heeft met ambtelijke organisaties en de groei daarvan, weet dit.’ Welter riep daarom de voor de veiligheidsdienst verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken, op dit moment Frans Teulings van de Katholieke Volkspartij, op om aan deze paddenstoelgroei paal en perk te stellen. De beloofde begrotingsverruiming van de veiligheidsdienst moest daarom worden teruggedraaid.1 Het KNP-Kamerlid was niet de enige die op dit moment aanwees waar de grenzen van het binnenlandse veiligheidswerk moesten liggen. De Binnenlandse Veiligheidsdienst, die per confidentieel Koninklijk Besluit op 8 augustus 1949 was opgericht, lag bij de begrotingsbehandelingen van 1950, 1951 en 1952 zwaar onder vuur. Terwijl

Welter vond dat de minister de ambtelijke neiging tot organisatiegroei moest begrenzen, attendeerden andere Kamerleden de minister op de grenzen van de democratische rechtsstaat: werden die niet overschreden nu een geheime dienst, ja zelfs een Gestapo, werd opgericht? En als zo’n dienst in Nederland al noodzakelijk was om de

van bedrijven, en overtreden per definitie de wet van het targetland; in bijna ieder land is spionage immers een misdrijf. Inlichtingendiensten zijn offensief ingesteld en niet alleen gericht op het beschermen van de nationale veiligheid, maar ook op het grijpen van kansen die de nationale (politieke) belangen bevorderen. Als een

rechtsorde en staatsveiligheid te beschermen, wie kon er dan op toezien dat hij de grenzen van de democratie in het oog zou houden? En waar bleven de grenzen van de individuele rechtsbescherming van de burger, als zo’n dienst in het geheim mocht werken?

interessante bron benaderd kan worden, dan zal de inlichtingendienst het niet nalaten die kans te grijpen. Niet ten onrechte worden medewerkers van inlichtingendiensten weleens als cowboys afgeschilderd, als waaghalzen die juist de grenzen van het mogelijke opzoeken.

Deze vragen, die tot op de dag van vandaag steeds opnieuw gesteld worden, hebben met enige regelmaat geleid tot debatten over de controleerbaarheid, rechtsstatelijkheid en effectiviteit van deze diensten. Politiek en samenleving hebben altijd ten doel gehad om de grenzen van de democratische rechtsstaat te demarqueren en het speelgebied van hun geheime diensten nader te omschrijven. Voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten zelf leidde dit tot onder meer administratieve verantwoordingslast of minder financiële middelen. Dan moesten ze hun prioriteiten opnieuw tegen het licht houden.

Medewerkers van veiligheidsdiensten hebben daarentegen een andere mindset. Veiligheidsdiensten zijn defensief ingesteld en gericht op het beschermen van de democratische rechtsorde en de staatsveiligheid. Juist omdat deze diensten binnen de eigen landsgrenzen optreden, zijn ook de grenzen van de wet veel bepalender. Tijdens de zogenoemde basiscursus, die onder andere de nieuwe medewerkers van de in 1949 opgerichte Binnenlandse Veiligheidsdienst doorliepen, werd niet voor niets uitvoerig aandacht besteed aan het recht. Om te kunnen bepalen welke politieke en sociaaleconomische organisaties extremistisch en dus ondemocratisch waren, moesten de

En waar bleven de grenzen van de individuele rechtsbescherming van de burger, als zo’n dienst in het geheim mocht werken?

gEografiSchE grEnzEn Geografische grenzen, ten tweede, zijn al even karakteristiek voor het geheime werk. Om te beginnen spelen ze een rol in de nomenclatuur van geheime diensten. Inlichtingendiensten worden in het algemeen geacht buiten de landsgrenzen op te treden en veiligheidsdiensten daarbinnen. Nederland heeft die twee diensten in 2002, zowel op civiel als militair vlak, in elkaar geschoven. Vandaar dat wij een Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kennen, evenals de militaire evenknie, de MIVD. Inlichtingendiensten zijn wezenlijk andere organisaties dan veiligheidsdiensten. Ze werken in het buitenland, vanuit ambassades of onder dekmantel

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

Summary

The threat of international terrorism has painfully uncovered the limits of the Western intelligence community. The problems are inherent to the structure of the secret services. Since they are created to serve national interests, information sharing and other forms of cooperation are blocked by political and bureaucratic boundaries. This inflexibility is a severe hindrance in the community's ability to combat the terrorist threat.

041


JASON MAGAZINE Geheime dienst

In het verleden werden bedreigingen van die nationale veiligheid vaak gezien in mensen die van buiten de landsgrenzen kwamen. Voor de natiestaat waren vreemdelingen potentiële onruststokers of spionnen van andere natiestaten. De Belgische veiligheidsdienst, de Staatsveiligheid, werd in 1830 opgericht om te monitoren of Nederland geen

Nu de communistische dreiging plaats heeft gemaakt voor die van het internationale, jihadistische terrorisme, wijzen inlichtingen- en veiligheidsdiensten er in toenemende mate op hoezeer grenzen aan het vervagen zijn. Terroristen houden zich niet aan landsgrenzen meer. Ze kunnen in het Schengengebied vrij reizen en hun netwerken zijn via het internet transnationaal georganiseerd. BlijvEndE grEnzEn Door de karakterverandering van die dreiging, wordt ook van inlichtingen- en veiligheidsdiensten verwacht dat zij in toenemende mate boven de nationale grenzen uitstijgen. De recente aanslagen in Parijs en Brussel hebben nog eens onderstreept hoe grensoverschrijdend

De recente aanslagen in Parijs en Brussel hebben eens onderstreept hoe grensoverschrijdend terroristische groeperingen werken en dus hoe belangrijk internationale inlichtingenuitwisseling is.

spionnen of saboteurs stuurde om de nog wankele onafhankelijkheid te ondermijnen. De in 1919 in Nederland opgerichte Centrale Inlichtingendienst was beducht voor de ‘import’ van revolutie, in de vorm van buitenlandse revolutionairen die de Nederlandse grens overschreden om de revolutie hier te lande te komen ontketenen. Deze dienst hield dan ook lijsten bij van Nederlandse én buitenlandse (vermoede) revolutionairen. Ten tijde van de Koude Oorlog was de grensbewaking een belangrijk instrument om revolutionairen, communisten en andersoortige gevaarlijke figuren buiten de deur te houden. De Binnen420

Biografie Dr. Constant Hijzen is werkzaam bij het Institute of Security and Global Affairs en is een expert op het gebied van inlichtingendiensten en veiligheid.

landse Veiligheidsdienst ontving op massale schaal gegevens van de Marechaussee over vreemdelingen die Nederland in reisden, om zo zicht te houden op mogelijke communistische inmenging in Nederland. Ook de namen van Nederlanders die naar landen achter het IJzeren Gordijn reisden, werden keurig opgeschreven en aan de veiligheidsdienst doorgegeven om zo zicht te houden op de omvang van de communistische dreiging.

terroristische groeperingen werken en dus hoe belangrijk internationale inlichtingenuitwisseling is. In de praktijk van intelligence liaison zijn de voor het inlichtingenwerk karakteristieke grenzen echter niet zomaar uit te vlakken. Geheime gegevens over de eigen onderdanen mogen niet zomaar in handen van een ander land komen. Het compromitteren van een bron kan levensgevaarlijk zijn, het in verkeerde handen komen van een bepaalde rapportage kan tot ongewenste acties leiden en het bekend worden van de modus operandi van diensten kan ervoor zorgen dat een dienst alle operaties moet stilleggen.

Bovendien is intelligence tradecraft. De gouden regel in inlichtingenland is you pay as you go oftewel het quid pro quoprincipe. Dat is een uiterst geraffineerd spel waarbij niet alleen inlichtingen voor inlichtingen worden uitgewisseld, maar ook intelligence in ruil voor toegang tot bepaalde faciliteiten, een toekomstige wederdienst, maar soms ook vrij aardse zaken als geld of petroleum. En daarbij: politieke bondgenoten kunnen economische concurrenten zijn. Het eigenbelang staat voorop.

Past Activities of the JASON Institute

11th of March: China in Africa: Manager of Conflict? JASON met with Wim van Eekelen, Former Minister of Defence for the Netherlands and China-expert and one of our founding fathers, and Dr. Frans-Paul van der Putten, Senior Research Fellow and China-expert for Clingendael Institute, to discuss the growing role of China as an actor on the international stage and in Africa. e result was a great lecture and lively debate on this awoken giant.

2nd of March: Study Trip to Brussels: Cyber Security, Defense and Security e JASON Institute left early in the morning, with a group of around 25 participants, on a visit to some leading European Institutions, to hear how Europe can meet this challenge, while balancing privacy with security. We visited both the European External Action Service and NATO, gaining insight into their work regarding cybersecurity. e last institution we visited was the European Parliament. Here Marietje Schaake, a PM for D66, hosted us for an interactive discussion on the regulation of cyberspace. It was a long but incredibly interesting and fun day.

s The JASON Institute Brussels study trip.

24th of February: Saudi-Iranian Relations: The New Age Cold War e urgency of this topic even in the Netherlands was emphasized when both the Ambassador of Saudi Arabia and the Deputy Ambassador joined us to shine their light on this tense situation. Together with experts Paul Aarts, Carolien Roelants and Bijan Moshaver and a very engaged audience we delved deeper in to the problems of the conflict which ended with a critical debate with both Excellencies and our experts.

Daarnaast zijn er politieke en culturele grenzen die de uitwisseling van gegevens bemoeilijken. Zo kan het ontbreken aan een gemeenschappelijke dreigingsperceptie of een verschil in de inschatting van de ernst van een bepaalde dreiging een samenwerking in de weg staan. En wat te denken van samenwerking met landen waarin mensenrechten niet gewaarborgd zijn?

s

medewerkers ook weten welke organisaties als democratisch gezien moesten worden. Ook voor andere politieke stromingen, zoals het extreemlinkse politieke activisme in de jaren zestig en zeventig en de kraakbeweging in de jaren tachtig, gold dat de veiligheidsdienst continu moest afwegen wat voor soort activiteiten binnen de rechtsstaat vielen en welke de grenzen overschreden en daarom de bemoeienis van de veiligheidsdienst rechtvaardigden. Geografische grenzen spelen niet alleen een rol in de naamgeving, maar bepalen op een heel wezenlijk niveau doel en functie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ze zijn namelijk bij uitstek organisaties die verbonden zijn met de natiestaat: geheime diensten dienen het nationale belang en proberen de staat met tijdige, adequate en correcte gegevens te helpen om de nationale veiligheid te waarborgen.

JASON MAGAZINE

Sommige bureaucratische en geografische grenzen kunnen met praktische overeenkomsten, het gelijkschakelen van ICT-systemen en het instellen van overlegorganen wel worden geslecht. Maar voor een groot deel zijn dit soort grenzen juist kenmerkend voor het werk van deze diensten. Pas als het geheime werk fundamenteel van karakter verandert en internationale veiligheid belangrijker wordt dan nationale veiligheid, zullen die grenzen aan belang inboeten, misschien. Tot die tijd blijven grenzen van grote invloed op het geheime werk.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

The JASON Institute Iran-Saudi evening.

Upcoming Events: 23rd May: Het Grote NAVO College Together with het Haagsch College, JASON will organize a lively lecture with military historian Christ Klep on the future of NATO and its role in Eastern Europe June: Barriers: A Comeback into International Relations July: Resource Wars: e Growing reat of Shortage in International Politics Interested? Check our website: http://www.stichtingjason.nl and like our Facebook for more updates JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

043


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

What is JASON Institute? In 1975 JASON Institute (Jong Atlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland) was founded by a group of young professionals interested in international relations and peace-and security issues, looking to inform and interest a younger audience in these sorts of questions. In the beginning JASON focused mainly on peace-and security issues within transatlantic relations, especially on the role of NATO. With age, JASON expanded its horizon, organizing lectures and publishing articles about a growing number of topics in the spectrum of international relations and security issues. JASON is a neutral observer and not bound to any political conviction, religion or worldview. This is to ensure objectivity and provide our audience with a broad scale of views.

We seek to inform our audience through two instruments. First we publish our magazine, the one you are reading right now, 3 to 4 times a year. In each number we strive to cover a broad number of topical subjects tied to the broad spectrum of international relations. Secondly the JASON team organizes a number of activities each year, ranging from debates and lectures to conferences and field trips. You don’t have to be a member of JASON to sign up as they are open to everyone.

Also the magazine and most of the activities are free of cost. All those interested can sign up easily either through our Facebook or our website www.stichtingjason.nl

440

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

RECEIVE JASON MAGAZINE FREE DIGITALLY! JASON magazine is free for students, young professionals and all those interested in international relations and international security. To subscribe the magazine, go to our site stichtingjason.nl. If you want the magazine in printed form please contact our editorial board at redactie@stichtingjason.nl and we will contact you as soon as possible about the possibilities.

STAY UP TO DATE ABOUT OUR ACTIVITIES? JASON Institute announces its activities through a bi-monthly newsletter (go to stichingjason.nl/contact/). Also we post our upcoming activities on our website and on Facebook. To stay up to date about our interesting lectures and inspiring field trips, please visit our site or like our Facebook

WORKING FOR JASON? JASON Magazine is always looking for new writers to join the board of editors. Are you a student or young professional who likes to write articles on international relations or security issues? Please contact us at redactie@stichtingjason.nl (editors work on voluntary basis). Want to help organize lectures wit interesting speakers or set up field trips to NATO or the European Parliament? Please contact us at coordinator@stichtingjason.nl

DONATE JASON Institute is made possible by hardworking volunteers who see it as their mission to inform their audience on international peace- and security issues, defense issues and engage in debate on the subject of international relations. In order to keep our activities and magazine free and openly available, we would like to ask you to please donate to our organization. Our account number is 667315802. For more information please contact us at (www.stichtingjason.nl/contact/). (JASON has an ANBI-status which makes it easier to deduct donations from taxes) JASON INSTITUTE ONLINE Facebook: JASON Institute Twitter: @stichtingjason Website: www.stichtingjason.nl

JASON MAGAZINE ONLINE The new and previous issues of JASON Magazine can be accessed free online at www.stichtingjason.nl/magazine. Like us on Facebook to receive a new articles every two weeks!

ONTVANG GRATIS JASON MAGAZINE! JASON Magazine is gratis verkrijgbaar voor studenten, young professionals en andere geïnteresseerden. Om u kosteloos te abonneren, geef uw naam, (post)adres en e-mailadres door aan redactie@stichtingjason.nl of via het contactformulier op onze website (www.stichtingjason.nl/contact/).

OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN ONZE ACTIVITEITEN? Stichting JASON kondigt zijn activiteiten aan via de activiteitenkalender in JASON Magazine, via zijn Facebook-pagina (JASON Institute), website (www.stichtingjason.nl/activiteiten/) en een tweeweekse nieuwsbrief. U kunt zich voor onze nieuwsbrief aanmelden via het contactformulier op onze website (www.stichtingjason.nl/contact/).

VACATURES JASON Magazine is op zoek naar vrijwillige redacteurs (studenten of afgestudeerd) die graag artikelen voor het magazine willen schrijven en geïnteresseerd in internationale betrekkingen zijn. Interesse of meer informatie? Mail ons op redactie@stichtingjason.nl.

ADVERTEREN? Voor bedrijven, universiteiten, instituten en andere organisaties is het mogelijk om te adverteren in JASON Magazine, op de website of activiteiten van stichting JASON. De doelgroep van stichting JASON en JASON Magazine zijn politicologie-, bestuurskunde- en rechtenstudenten, maar ook studenten die los van hun studie geïnteresseerd zijn in internationale betrekkingen en meer specifiek in internationale defensievraagstukken. Neem voor meer informatie contact met ons op via het contactformulier op onze website (www.stichtingjason.nl/contact/).

DONEREN JASON wordt mogelijk gemaakt door hardwerkende vrijwilligers die het hun missie zien om de maatschappij te informeren over internationale vredes- en veiligheidsvraagstukken. De activiteiten van JASON kosten geld en daarom willen wij u vragen om bij te dragen aan onze missie. JASON heeft de ANBI-status, waardoor u uw giften aan de stichting mogelijk mag aftrekken van uw belastingen. Het rekeningnummer van de stichting is 667315802. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via het contactformulier op onze website (www.stichtingjason.nl/contact/). JASON MAGAZINE ONLINE Het huidige en voorgaande nummers van JASON Magazine zijn online terug te vinden op www.stichtingjason.nl/magazine. Het huidige nummer is online in kleur verkrijgbaar.

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

045


JASON MAGAZINE

JASON MAGAZINE

Sources

Breaking up Europe with a Backpack

- pag. 8

* EU-Observer, www.euobserver.com, last visited on 15-04-2016, https://euobserver.com/migration/132677 * Eurostat, www.ec.europa.eu, last visited on 15-04-2016, http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/6887997/3-18062015-CP-EN.pdf/4457b050-26f9-4cf1-bf27-9ffb73ff8c7b * EUR-lex, www.eur-lex.europa.eu, last visited on 15-04-2016, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/?uri=CELEX:32013R0604 * Politico.com, www.politico.eu, 7/3/2015, last visited on 15-04-2016, http://www.politico.eu/article/europes-refugee-crisis-unfolds-on-greek-shores/

Military Technology and the Mental Barrier of the Last War 1 2 3 4 5 6 7

8 9 10 11 12 13 14 15

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

2 3 4 5 6 7 8 9

10 11 12 13 14

2

460

6 7

- pag. 12

- pag. 17

- pag. 20

Schanzer, J. (2001) ‘A Gaza-West Bank Split? Why the Palestinian Territories Might Become Two Separate States,’ in Middle East Intelligence Bulletin. Kestler-D’Amours, J. (2013) ‘West Bank and Gaza divided 20 years later,’ in Al-Jazeera. See note 1. Rahnema, S. (2014) ‘Gaza and the West Bank: Israel’s two approaches and Palestinians’ two bleak choices,’ in OpenCanada. See note 1. Iskandar, A. (2006) ‘Two “Little Palestinian States?’ in YaleGlobal Online Magazine. Abu Toameh, K. (2015) ‘PLO officials: Hamas negotiating with Israel on Palestinian state in Gaza,’ in The Jerusalem Post. Al-Jamal, M. (2011) ‘Gaza-West Bank time difference irks Palestinians, deepens divisions,’ in Al Arabiya. Warner, J. (2012) ‘The Gazan State – and the West Bank Bantustans,’ in Mondoweiss. See note 2. Editor’s office (2016) ‘The doomsday settlement,’ in The Economist 418(8972), p.53. Sherwood, H. and H. Balousha (2011) ‘Gaza and West Bank protests demand end to Palestinian division,’ in The Guardian. Shibli, A. (2014) ‘Separated by Israel, Palestinians are forgetting how to stand together,’ in The Washington Post. Bailey, P. (2015) ‘Palestinian viewpoints on the intifada from the West Bank, Gaza and Lebanon,’ in Mondoweiss.

Grenzen dicht! 1

5

Woody, Christopher (2015) “Chile and Bolivia are still arguing over the outcome of a war they fought 131 years ago” Business Insider UK, Retrieved from: http://uk.businessinsider.com/chile-bolivia-sea-access-land-dispute-2015-10?r=US&IR=T De Angelis, Martin (2015) “Chile-Bolivia land dispute has long-term implications for mining and gas” Global Risk Insights, Retrieved from: http://globalriskinsights.com/2015/05/chile-bolivia-land-dispute-has-long-term-implications-for-mining-and-gas/ See: note 1 Blair, Laurence (2016) “Dreams of the sea” Financial Times, Retrieved from: http://www.ft.com/intl/cms/s/2/9acb1e1e-c4e8-11e5-808f8231cd71622e.html The Economist (2015) “Interiors” Retrieved from: http://www.economist.com/news/americas/21650574-why-its-better-have-coastline-interiors The Economist (2015) “Beaches of the future?” Retrieved from: http://www.economist.com/news/americas/21650578-south-americanborder-dispute-has-implications-international-law-beaches-future See: note 6 See: note 1 The Guardian (2015) “UN’s highest court to take up century-old dispute between Chile and Bolivia” Retrieved from: http://www.theguardian.com/world/2015/sep/24/un-highest-court-dispute-chile-and-bolivia The BBC (2015) “UN court rules it can hear Bolivia sea dispute case” Retrieved from: http://www.bbc.com/news/world-latin-america34347332 See: note 7 The International Court of Justice (2015) “Obligation to negotiate access to the Pacific Ocean (Bolivia v. Chile) Preliminary Objection” Retrieved from: http://www.icj-cij.org/docket/files/153/18746.pdf Rude, Dude (2015) “U.N. Court to Hear Bolivia Border Dispute against Chile” The Wall Street Journal, Retrieved from: http://www.wsj.com/articles/u-n-court-to-hear-bolivia-border-dispute-against-chile-1443119728 Bacheli, Yoruk (2015) “Chile laments World Court decision to hear Bolivia sea dispute” Reuters, Retrieved from: http://www.reuters.com/article/us-chile-bolivia-court-idUSKCN0RO1KR20150924 See: note 11 See: note 6 See: note 2 See: note 2 See: note 6 See: note 6 See: note 4

Greater Gaza 1

4

Clausewitz, Carl von. [1832] 1984. On War, ed. transl. Michael Howard and Peter Paret. Princeton: Princeton University Press., 76. Griffith, Samuel B. 1963. Sun Tzu: The Art of War. Oxford: Oxford University Press, 107. For an excellent discussion on in-war learning see Nagl, John. 2002. Counterinsurgency Lessons from Malaya and Vietnam: Learning to Eat Soup with a Knife. Westport: Praeger Publishers. Marc Cersaini. 2003. The Future of War: The Face of Twenty-First Century Warfare. Indianapolis: Alpha Books, 32. Bush, George H.W. 1991. “Remarks to the American Legislative Exchange Council”. March 1. www.presidency.ucsb.edu/ws/?pid=19351. Betz, David. 2015. Carnage and Connectivity: Landmarks in the Decline of Conventional Military Power. London: Hurst & Company. For a discussion on this see Arreguín-Toft, Ivan. 2001. “How the Weak Win Wars: A Theory of Asymmetric Conflict.” International Security 26(1): 93-128. For a rival take on why military strong states lose wars see Mack, Andrew. 1975. “Why Big Nations Lose Small Wars: The Politics of Asymmetrical Conflict.” World Politics 27(2): 175-200. U.S. Department of the Army. 2014. FM 3-24 MCWP 3-33.5: Insurgencies and Countering Insurgencies. Washington. The term “winning hearts and minds” was first coined by the British General Gerald Templer during the Malayan Emergency. See Thompson, Robert. 1966. Defeating Communist Insurgency: Experiences from Malaya and Vietnam. London: Chatto & Windus. Rumsfeld, Donald. 2011. Known and Unknown: A Memoir. New York: Penguin Group. Gray, Colin S.2009. “Schools for Strategy: Teaching Strategy for 21st Century Conflict”. Strategic Studies Institute. Betz, 2015. See also Smith, Rupert. 2005. The Utility of Force: The Art of War in the Modern World. London: Penguin Books Ltd. Bolt, Neville. 2012. The Violent Image: Insurgent Propaganda and the New Revolutionaries. London: C. Hurst & Co. (Publishers) Ltd. Griffith 1963, 84. Duyvesteyn, Isabelle. 2013. “Strategic Illiteracy: The Art of Strategic Thinking in Modern Military Operations.” Inaugural lecture on acceptance of Special Chair in Strategic Studies, Leiden University.

The allure of the sea 1

3

- pag. 25

8

9

10 11

12 13 14 15

16 17 18

19 20

Armed Conflict Location & Event Data Project, Political Conflict in Tunisia/Libya, 2000-2015; Global Terrorism Database, Tunisia/Libya, 20002014; Heidelberg Institute for International Conflict Research, Conflict Barometer 2015, 2016, blz. 90-1, 176-8 Al-Chourouk, [Onderzoek van de week: Koranscholen in Tunesië: verdachte organisaties...massa’s geld... en “jihadistisch” gedachtegoed], 29 december 2015; Le Temps, Affaires religieuses: Incorrigibles imams radicaux, 25 oktober 2015 Al-Jazeera, Tunisia opposition figures ‘shot by same gun’, 27 juli 2013; Tunis Afrique Presse, Caid Essebsi: “toute attaque sur la barrière frontalière avec la Libye aurait une riposte militaire”, 16 juli 2015 Christiaan Duinmaijer, JASON Magazine, Libië: de afwezige staat, 2014, nummer 3; zie ook noot 2 Heidelberg Institute for International Conflict Research, Conflict Barometer 2015, 2016, blz. 186-7; International Crisis Group, La Tunisie des frontières: jihad et contrebande, 28 november 2013, blz. 30-1; Le Temps, La “menace libyenne” plane réellement sur la Tunisie, 28 november 2014 BBC, Islamic State camp in Libya attacked by US planes, 19 februari 2016; Al-Chourouk, [Brekend: Bou Bakr – Extremistische takfiri salafist – was betrokken bij de moorden op Belaïd en Brahmi], 26 juli 2013; Al-Chourouk, [De defensieve geul tussen Tunesië en Libië: de geheimen... de rechtvaardigingen... de overwegingen van de tegenstanders], 14 juli 2014 Al-Chourouk, [Simultaan met opening van de grens met Libië: Oplossing van Libische crisis “klaargestoomd” in Tunesië], 11 december 2015; International Crisis Group, La Tunisie des frontières: jihad et contrebande, 28 november 2013, blz. 18-19; Omer Karasapan (Brookings), The impact of Libyan middle-class refugees in Tunisia, 17 maart 2015; UNHCR, Libya Factsheet, september 2015; United Nations High Commissioner For Refugees, Leaving Libya, april 2013 International Crisis Group, La Tunisie des frontières: jihad et contrebande, 28 november 2013, blz. 17-21; Moncef Kartas (Small Arms Survey), Sur le fil ?, 2013, blz. 21-25, 36-39 Lotfi Ayadi e.a. (Wereldbank), Estimating Informal Trade Across Tunisia’s Land Borders, december 2013, blz. 10-2; International Crisis Group, La Tunisie des frontières: jihad et contrebande, 28 november 2013, blz. 9-14; Moncef Kartas (Small Arms Survey), Sur le fil ?, 2013, blz. 13-19; Khansa Ben Tarjem (Inkyfada), Tunisie-Libye: Une frontière qui dérange, 1 april 2015 International Crisis Group, La Tunisie des frontières: jihad et contrebande, 28 november 2013, blz. 16; Moncef Kartas (Small Arms Survey), Sur le fil ?, 2013, blz. 21-27; Khansa Ben Tarjem (Inkyfada), Tunisie-Libye: Une frontière qui dérange, 1 april 2015 Moncef Kartas (Small Arms Survey), Sur le fil ?, 2013, blz. 20; Khansa Ben Tarjem (Inkyfada), Tunisie-Libye: Une frontière qui dérange, 1 april 2015 International Crisis Group, La Tunisie des frontières: jihad et contrebande, 28 november 2013, blz. 8-9; Zie ook noot 13. Al-Chourouk, [De defensieve geul tussen Tunesië en Libië: de geheimen... de rechtvaardigingen... de overwegingen van de tegenstanders], 14 juli 2014; Al-Chourouk, [Tunesië, Algerije en Egypte versterken de beveiliging langs de Libische grens], 8 juni 2015; Al-Chourouk, [Al-Weslati onthult de aard van de barrière langs de Tunesisch-Libische grens], 10 juli 2015; Khansa Ben Tarjem, (Inkyfada), Frontière tuniso-libyenne: Qui controle le côté libyen?, 1 april 2015; Le Temps, Renforcement de la présence militaire et sécuritaire sur la frontière avec la Libye, 10 februari 2016; Tunis Afrique Presse, Système complémentaire de défense à la frontière avec la Libye pour faire face à toutes éventualités, 9 februari 2016 Moncef Kartas (Small Arms Survey), Sur le fil ?, 2013, blz. 42 Al-Chourouk, [Elektrisch hek wordt bij Libische grens gebouwd: Algerije zet gevechtsvliegtuigen en geschut bij onze grens in], 14 februari 2016; Johannes Leithäuser (Frankfurt Allgemeine), “Der Terror fordert uns heraus”, 29 juli 2015 Bouazza Ben Bouazza (ABC News), Tunisia bloodied; 53 dead in clashes near Libyan border, 7-8 maart 2015; Al-Chourouk, [Inbeslagname afweergeschut en gevangenneming van 3 terroristen], 13 maart 2016; Gulf Times, Tunisia raid on militants ‘foiled attack from Libya’, 3 maart 2016; Le Temps, Le commando, lourdement armé, se composait de 50 membres en majorité des Tunisiens, 9 maart 2016 Al-Chourouk, [Video... Ben Guerdane: Moment van gevangenname van 4 terroristen gistermiddag], 12 maart 2016 Tunis Afrique Press, Essid annonce à Ben Guerdane de nouveaux projets aux profit de la région, 13 maart 2016

Divided by the Mountain River 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Ocalan. A (2011) Democratic Confederalism, https://docs.google.com/file/d/0B4HO5r4WOpdzWVJrME0wVy1fYUU/edit Cockburn. P (2016) Oil Prices and ISIS ruin the Kurds’ dreams of riches, http://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/oil-priceand-isis-ruin-the-kurds-dream-of-riches-a6858486.html See note 1, p. 28 See note 2 See note 1. P 42 Lions of Rojava (2015) A personal Account of Rojava, http://thelionsofrojava.com/index.php/a-personal-account-of-rojava/ Van Wilgenburg (2016) ANALYSIS: ‘This is a new Syria, not a new Kurdistan’ http://www.middleeasteye.net/news/analysis-kurds-syria-rojava-1925945786 See note 7 Cockburn. P (2016) Syrian civil war: Could Turkey be gambling on an invasion? http://www.independent.co.uk/news/world/middleeast/syrian-civil-war-could-turkey-be-gambling-on-an-invasion-a6844171.html See note 9

Then Icarus fell from the sky 1

2

3

- pag. 29

- pag. 37

See for example: R. Bohr, ‘Kampioen van de interventie. Nederland in het Joegoslavische moeras’, Oost-Europa Verkenning 146 (1996), 1730; Dutch Institute for War, Holocaust and Genocide Studies/Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), Srebrenica. Een ‘veilig’ gebied. Reconstructie, achtergronden, gevolgen en analyses van de val van een Safe Area (Amsterdam, 2002); S. Lucarelli, Europe and the Breakup of Yugoslavia: A Political Failure in Search of a Scholarly Explanation (2000); N. Both, From Indifference to Entrapment. The Netherlands and the Yugoslav Crisis 1990-1995 (Amsterdam, 2000) A. Ten Cate, Arthur, Sterven voor Bosnië? Een historische analyse van het interventiedebat in Nederland 1992-1995 (Amsterdam, 2007). See for example: B. Coppieters, ‘Secessionist Conflicts in Europe’, 237-258 in Don Doyle (ed), Secession as an international phenomenon. From America’s Civil War to Contemporary Separatist Movements (Athens, 2010); S. Oeter, ‘(Non-)Recognition Policies in Secession Conflicts and the Shadow of the Right of Self-Determination’, 125-140 in Daase et. al., International Relations; S. Wolff and A. Rodt, ‘Self-Determination After Kosovo’, Europe-Asia Studies, 65 (2013) 5: 799-822. For more regarding Western reasons to accept Kosovo’s independence, see: J. Hughes, ‘Russia and the Secession of Kosovo: Power, Norms and the Failure of Multilateralism’, Europe-Asia Studies, 65 (2013) 5: 992-1016; Wolff and Rodt, ‘Self-Determination After Kosovo’; E. Jenne., ‘The causes and consequences of ethnic cleansing’, 112-121 in Karl Cordell and Stefan Wolff (ed), Routledge Handbook of Ethnic Conflict (Chippenham, 2011); J. Ker-Lindsay, ‘Preventing the Emergence of Self-Determination as a Norm of Secession: An Assessment of the Kosovo ‘Unique Case’ Argument’, Europe-Asia Studies, 65 (2013) 5: 837-856; G. Bolton, ‘International responses to the secession attempts of Kosovo, Abkhazia and South Ossetia 1989-2009’, 109-138 in Duncan French, Statehood and Self-Determination. Reconciling Tradition and Modernity in International Law (Cambridge, 2013); G. Kolliarakis, ‘Recognition as a Second-Order Problem in the Resolution of Self-Determination Conflicts’, 178-196 in Daase et. al., International Relations; M. Fabry, ‘The contemporary practice of state recognition: Kosovo, South Ossetia, Abkhazia, and their aftermath’, Nationalities Papers, 40 (2012) 5: 661–676. See for example: M. Freire and Roger Kanet ‘Introduction and Conclusion: Russia and its Near in Neighbours’, 1-14, 287-289 in Maria Freire and Roger Kanet (ed), Russia and its Near Neighbours (Basingstoke, 2014); L. March, ‘Nationalist Grievance and Russian Foreign Policy: The Case of Georgia’, 63-88 in Freire and Kanet, Russia and its Near Neighbours; N. Caspersen, Unrecognised States (Cambridge, 2012).

De grenzen van het geheime werk 1

- pag. 40

Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zittingsjaar 1950-1951, 27 november 1950.

Institut Statistiques Tunisie, ??? [werk en werkeloosheid], 1e trimester 2015; Institut Statistiques Tunisie en Wereldbank, Stagnation structurelle, 2012-13 International Crisis Group, Reform and Security Strategy in Tunisia, 23 juli 2015; Sharan Grewal (Carnegie Institute for International Peace), A Quit Revolution: The Tunisian Arma After Ben Ali, 24 februari 2016

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

JASON Magazine * Volume 41 * Issue 2 * 2016

047


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.