JONG ATLANTISCH SAMENWERKINGS ORGAAN NEDERLAND
3e JAARGANG nr 1 januarilfebruari 1978 Inhoudsopgave B.R. Bot De Negen en de NAVO Staat de Europese Politieke Samenwerking de politieke consultatie binnen de NAVO In de weg? pag . 2
G.O. Embree Betrekkingen tussen de VS en de USSR -1917-1941 Een artikelenserie over "60 jaar Amerikaanse OostpolitIek" opent met de periode tussen de belde wereldoorlogen pag. 7
M.D. Schulman Tegenstellingen en Samenwerking Ontwapeningsbesprekingen, wedijver en mensenrechten zijn de aspecten van de meest recente periode uit de Amerikaans-Russis路che betrekkingen (In de serie: "60 jaar Amerikaanse Oostpolitiek") pag. 13
J.L.K.F. de Vries Energie en Internationale Machtsverhoudingen Wat is de "macht" van het hebben van olie en andere energiereserves? pag. 17
R.D. Praaning Bewapening en Ontwapening, Feiten en Ficties Verslag van de op 20 januari gehouden onderwljsconferenlie van de Atlantische Commissie pag. 20
JASON - magazine Tweemaandelijkse uitgave van de Stichting Jong Atlantisch Samenwerkingsorgaan Nederland
Secretarleet:
Redactie JASON-megazlne
Van Slolkweg 10, Den Haag Telefoon: 070-54.27.03 Bankrek.nr.: 45.68.55.548, AMRO-bank Scheveningen Girorekening nr.: 3.56.10.25
Hoofdredacteur Eindredacteur Leden
Redectle-edr.. JASON-megazlne:
Lay-out Tai<enlngen
: drs, KA . Nederlof : drs, G.W.F. Vigeveno : drs. Marianne I. Carller drs. J. Th. Hoekema G.J.P. de Vrle. : drs. Yvonne E.C. van Sluys : F. Jork
Van Slolkweg 10, Den Haag Telefoon: 070-54.27.04 of 071-13.24.39 Voor abonnementen e.d. wende men zich tot het secretari8at.
Abonnementsprijzen: Per jaar f 15,- (lot 20 jaar f 10,-) Adherent van de Stichting JASON min. f 10.- (tot 20 jaar f 5,-) Adherenten krijgen buiten het blad regelmatig publicaties van de Stichting toegestuurd . Men wordt verzocht het verschuldigde bedrag eigener beweging over te maken op de bank- of girorekening van de Stichting , tenzij men na ontvangst van een factuur wenst te voldoen . Advertentie.: Advertentietarieven worden U gaarne verstrekt door de penningmeester van de Stichting. De in dit blad uitgesproken meningen blijven geheel en al voor rekening van de betrokken auteur.
In het volgende nummer:
Degelijk. a ..tuur
Het maart/april nummer zal verscheidene bijdragen over het onderwerp Ontwepenlng bevatten, naar aanleiding van de Speciale Zitting van de VN die de komende maanden wordt gehouden.
Voorzitter Vice-voorzitter Algemeen secretaris Adjunct secretaris Penningmeester Hoofdred. JASON-magazine
: A.D. Prssnlng Prawlra Adinlngrat : M. Schutter : W.H,A.M. van den MulJsenbergh : Mieke E.l. Fikkers-van der Spek
Sluitingsdatum kopij : 5 april 1978
: Joan A. van den Honert
Lid
: drs. K.A. Nederlof : F.Z.R. Wllcher.
Algemeen ae.tuur
Reed ven Advie.
dr. W.F. van Eekelen (voorz.) mr. Th. Bot H.J.M. Aben drs. Marianne I. Carlier H. Gabrl!!l. Metania Groenewald mevr. dr. A.M.e .Th . van Heeldrs. J.Th. Hoekema Kasteel drs. A.F. van leeuwen e.c. van den Heuvel L Narralna dr. L.G.H. Jaquet drs. C.C. Sanders drs. E.J. van Vloten H.J, Smallenbroek drs. G ,W.F . Vlgeveno Marlce Voskens dr. J.L.K.F. de Vries Leden van net DagelijkS Bestuur zijn tevens leden van net Algemeen Bestuur
Rectificatie Bij het artikel van Dey Toen Ping, De Buitenlandse Politiek van China (JASON-magazine, november/december 1977 ) is in een voetnoot één van de principes van de Chinese Vre~dzame Cohistentie weggevallen. De vijf principes behoren te luiden : I) Vreedzame coêx.istentie; 2) wederzijds respect yoor de souvereiniteit en territoriale integriteit van alle staten; ~ ) geen agressie tegenover elkaar ; I) geen inmenging in de binnenlandse aangelegenheden; j ) gelijkheid en wederzijds profijt.
Redactioneel De zestigste verjaardag van de Rus· sische (Oktober) Revolutie heeft vorig jaar vele pennen in beweging gezet. Daarbij plaatste men de Sovjet Unie in het middelpunt, beschreef háár geschiedenis, háár gedragingen, háár denkbeelden. Het is echter ook mogelijk om het tijdsbeeld van de revolutie te vertolken door tegen· spelers aan het woord te laten. In de anikelenserie waarvan U de eerste [Wee onderdelen in dit nummer aan· treft. wordt die Revolutie een Amtri· kaamt spiegel voorgehouden. De Verenigde Staten waren van 1917 af een belangrijke, zo niet dé belangrijkste opponent van de Sovjet Unie. De wisselwerking tussen deze twee landen was enorm. De Koudt Oorlog is het meest in het oog lopende voorbeeld, maar ook in de vooroorlogse periode beïnvloedden de landen elkaar in niet geringe mate. Het anikei van dr. G.D. Embree behandelt deze periode; één van de conclusies van de auteur is dat het Interbellum en de oorlogsperiode de wortels van de naoorlogse Koude Oorlog vormen. Een interessante visie die al even interessant verwoord is. We maken hierna een sprong in de geschiedenis, om bij de huidige Amerikaanse OOJtpolitiek terecht te komen. M.D. Schulman, speciaal adviseur van Secretary of Stait Vance, geeft een overzicht van de vele onderhandelingen die zich tussen de [Wee wereldgiganten afspelen. Kern van zijn betoog is de erkenning van de Ameri· kaans-Russische wedijver, die op eer aantal gebieden in een betere sa menwerking omgebogen kan wor den. Zijn analyse van de sovjet-maat schappij vormt een boeiend slot. De serie wordt voortgezet in het juni! juli nummer vanjASON.
"De Negen en de NAVO" : harmonie en dissonantie tussen [Wee concurrenten die geen concurrenten behoeven te zijn. Dr. B.R. Bot heeft dit actuele thema (overeenstemmende politieke standpunten worden door zowel de EEG als de NAVO voor wenselijk gehouden) in een lezenswaardig artikel gegoten.
Verderop in dit nummer wordt aandacht besteed aan de politieke gevolgen van de energiereserves in bepaalde landen. Dr. j.L.K.F. de Vries schreef het artikel, onder de titel: "Energie en de Internationale Machtsverhoudingen" . Een paar conferentie- en lezingverslagen ronden deze 'litgave af. Zij zijn geen stiefkindje in JASON, integendeel. De redaktie stelt zich op het standpunt dat een relatief klein aantal geïnteresseerden kennis neemt (en kan nemen) van wat zich op die conferenties en lezingen afspeelt. De opvattingen die er bij die gelegettheden worden geuit zijn niet altijd spectaculair genoeg om voldoende aandacht te krijg,en in kranten en weekbladen, maar interessant genoeg om er injASON -magazine aandacht aan te besteden. Daarom ook stanten we een conferentie- en lezingenagenda die (vanwege het koude weer?) nog niet op volle toeren draait. Mogen we organisatoren van deze evenementen nogmaals op het bestaan van deze agenda attent maken? Elders in dit nummer worden er nadere gegevens over verstrekt.
K.A.N.
Vierdaagse cursus defensie studiecentrum Evenals twee jaar geleden wordt ook dit jaar een vierdaagse cursus door jASON in het Defensie Studiecentrum gehouden. Van dirisdag II ~pril tot en met vrijdag 14 april zullen acht sprekers uiteenlopende onderwerpen inleiden. Zoals twee jaar geleden ook bleek, zijn deze inleidingen van hoge kwaliteit. Welke sprekers beschikbaar zijn. is op het moment van ter perse gaan van jASON nog niet bekend. De onderwerpen die ter sprake komen zijn: -
-
-
-
Van Helsinki naar Belgrado (Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) Eurocommunisme Mutual Balanced Force Reduction-besprekingen (MBFR) Strategie Arms Limitations Talks (SALT) Midden Oosten 0 ntwikkelingen in China Bewapening/Ontwapening Nieuwe Internationale Orde
Aan deelname zijn geen kosten verbonden (wanneer U abonnee op jASON bent) terwijl de lunches voor rekening van het Defensie Studiecentrum komen. Voor nadere inlichtio~n en aanmelding (Vóór 3 april 1978) kunt U het secretariaat van jASON bellen of schrijven (Van Stolkweg 10, Den Haag, tel.: 070-542708)
1
00 SOVJET-UNIE
~-NATO
De gearemde landen tijn lid van de NAVO, de landen die in reliĂŤf tip getehend behoren tot de Europese Gemeemehap. 1) Ijsland; 2) Noorwegen; J ) Denemarhen; 4) Bondsrepublieh Duitsland; 5) Luxemburg; 6) Belgie~' 7) Nederland; 8) Verenigd Koninltrijk; 9) en JO) (niet afgebeeld) De Verenigde Stalen en Canada; 11) Franhrijk (dal wel;,waar lid;' van het Atlant;,ehe bondgenootJChap, maar tieh heeft teruggttroAAen uit de militaire integralie); 12) Portugal; JJ) ItaliĂŤ; 14) Griehenland; 15) Turkije; 16) Jme Republieh.
DE NEGEN EN DE
NAVO
2
Politieke samenwerking in Europees en Atlantisch verband De belangstelling voor hel doen en laten van de Negen lidstaten van de EG op politiek gebied neemt de laatste tijd sterk toe. Op zichzelf is dit een verheugend verschijnsel aangezien de Europese samenwerking het nu eenmaal niet kan stellen zonder een politiek perspectief. Maar men dient wel te bedenken' dat opzeI en werkwijze van de huidige Europese Polmde Samenwerking, in de wandeling EPS genaamd, van bescheiden, en in sommige opzichten zelfs nog van rudimentaire aard zijn. Een gemeenschappelijk Europees buitenlands beleid staat voorlopig dus niet voor de deur. Het IQU echter jammer zijn indien de verdere ontwikkeling van de EPS fricties en moeilijkheden met bestaande organisaties zoals de NAVO zouden veroorzaken;
en zeker indien deze het gevolg zouden zijn van het ontbreken van een juist inzicht in de doelstellingen van de EPS. De politieke consultatie in NAVO-verband i. immer. van veel ouder datum dan de EPS en .peelt zich af binnen duidelijk om.chreven grenzen. In feit< is de NAVO het aangewezen forum voor pennanent politiek overleg over veiligbeid.vraagstukken in de ruime zin des woord. tussen de landen van Noord-Amerika en een aantal Westeuropese staten, waaronder acht van de negen deelnemers aan de EPS. Al. zodanig hecht Nederland grote waarde aan het voortbestaan en goed functioneren van deze vonn van politieke gedachtenwi.seling, naast de EPS.
'Rondreizend circus' De laatste tijd wordt er soms kritiek geleverd zowel op de wijze van opereren als op het scala van onderwerpen dat in de EPS ter sprake komt. Ludieke aanduidingen als rondreiund circu.s of provinciaal tonulgeuiJchap zijn daarbij niet ongebruikelijk. Nu, de buitenwacht heeft kennelijk meer vertrouwen in de hechtheid en de solidariteit tussen de Negen dan de lidstaten zelf. Dit blijkt telkens weer in internationale organisaties, zoals de VN of tijdens internationale conferenties zoals de CVSE (Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Eerlijkheidshalve wil ik echter wel toegeven dat er aan de cohesie tussen de Negen op het gebied van de politieke samenwerking inderdaad nog het een en ander schort. Als zodanig is kritiek welkom, mits zij maar constructief is en tot een dialoog kan leiden. In ieder geval blijkt er uit, dat de EPS au serieux wordt genomen en kennelijk meer voorstelt dan men uit de hierboven vennelde ludieke omschrijvingen zou mogen afleiden. Wat houdt kritiek op de EPS nu precies in? Allereerst wordt de EPS verweten de politieke consultatie in NAVOkader te doorkruisen, hetgeen zowel tot irritatie bij andere NAVO-bondgenoten als tot verschraling van de Atlantische consultatie zou leiden. Maar erger nog, door eigengereid standpunten te bepalen zonder voorafgaande toetsing ervan in wijder NAVO-verband, zouden de Negen hun eigen veiligheidsbelangen op de lange duur in de waagschaal stellen. Niet mis te verstane bezwaren dus. Misschien is het nuttig eerst te ondermeken hoe de EPS functioneert om vervolgens na te gaan welke specifieke moeilijkheden zich (kunnen) voordoen nu het overleg tussen de Negen in intensiteit toeneemt en onvermijdelijk terreinen is gaan bestrijken die tevens in de politieke NAVOconsultatie aan de orde zijn. Eerst echter enige overwegingen van algemene aard. Niemand zal willen betwisten dat meer en verbeterde samenwerking in Westeuropees verband wenselijk en noodzakelijk is. Op dat punt bestaat er zowel tussen de Negen onderling als tussen de Europese NAVO-bondgenoten en de Noordamerikaanse partners overeenstemming, al lopen de zienswijzen over de meest geschikte vormen van samenwerking niet steeds parallel. Daarbij komt nog dat slechts zeven van de negen lidstaten volledig betrokken zijn bij de NAVO-activiteiten : Frankrijk neemt sinds 1966 geen deel meer aan de geïntegreerde militaire samenwerking in de NAVO en Ierland is zelfs helemaal geen lid. Daartegenover staat dat het NAVO-lid Noorwegen geweigerd heeft toe te treden tO t de EG, terwijl het toekomstig EG-lid Grieken-
land het Franse voorbeeld heeft gevolgd en in augusrus 1974, n.a.v. het Cyprus-conflict, heeft aangekondigd zich eveneens uit de geïntegreerde militaire samenwerking te zullen terugtrekken . Wel komt er uit dit alles een lichtpuntje naar voren, nl. dat de westerse samenwerking in welke vQnn dan ook, nog steeds is gebaseerd op vrijwilligheid en autOnome beslissingen van de individuele landen. In tegenstelling tot het oostblok bestaat er in het westen dus geen dwang om zich bij bepaalde samenwerkingsvormen aan te sluiten. De keerzijde van de medaille is echter dat een harmonische samenwerking tussen de Westeuropese parmers in de verschillende fora niet steeds mogelijk is gebleken. Als voorbeeld moge dienen dat zelfs binnen de niet-geïnstitutionaliseerde Eurogroep. waaraan Frankrijk ontbreekt. of de Europese programma-groep, bestaande uit de EGlanden minus Ierland, het al moeilijk is om respectievelijk de Europese defensie- inspanning te stimuleren of de wapen-standaardisatie tussen de EG-lidstaten te bevorderen . En juist op dit laatste gebied zou een betere samenwerking tussen de kostbare en elkaar vaak direct beconcurrerende wapen-industrieen in West-Europa tot enorme besparingen kunnen leiden. Het zal dan ook omslachtig zijn om tussen EPS en NAVO tot een nauwkeurig op elkaar afgestemd beleid te komen, zeker waar het zulke gevoelige belangen betreft. Maar nu eerst iets over het hoe en waarom van de EPS .
Europa politiek handels bekwaam Na het gebleken échec van de stelling dat politieke samenwerking onvermijdelijk zou volgen uit integratie op economisch gebied, hebben de Zes, later de Negen, naar andere middelen gezocht om hun doel, "een handelingsbekwaam Europa op het gebied van de buitenlandse politiek", te bereiken. Misschien doet de formulering van dit doel wat geforceerd aan, maar het is toch wel interessant om nog eens de opdracht van de Topconferentie van Den Haag van 1969 aan de Ministers van Buitenlandse Zaken te citeren. Deze dienden nl. te bestuderen wat de bes1<l wijze zou zijn om "voortgang te maken op het gebied van de politieke eenmaking, zulks in het perspectief van de uitbreiding van de Gemeenschappen" . En enige jaren later, in 1973, tijdens de Topconferentie van Parijs, spraken de staatshoofden en regeringsleiders van de Negen de hoop uit dat het mogelijk zou zijn nog vóór 1980, het jaar waarop de eindfase van de EG, de Europese Unie, zou moeten intreden, de politieke richtlijnen voor de Europese eenwording vast te stellen. Nu is de EPS om een aantal redenen waarop ik hier niet nader zal ingaan, niet zo hard van stapel gelopen als men in 1969 en 1973 had gehoopt. Wel is het politiek overleg ondertussen tot een belangrijk onderdeel v~n de totale Europese samenwerkingsstructuur uitgegroeid. Na een wat schuchter begin hebben de Negen hun activiteiten aanzienlijk uitgebreid, hetgeen onder meer tot uiting komt in frequentere bijeenkomsten en consultaties over een zeer breed scala van onderwerpen. Niet alleen de Ministers van Buitenlandse Zaken plegen vaker politiek overleg (viermaal per jaar) dan voorheen (twee maal), maar ook de Directeuren-Generaal voor Politieke Zaken van de Ministeries van Buitenlandse Zaken die zitting hebben in het Comité Politique. Zij zien elkaar tegenwoordig zo'n twaalf maal per jaar. 3
Inmiddels 15 het Comité Politique de nucleus van het politiek. overleg geworden. Ter voorbereiding van deze bijeenkomsten werkt een groot aantal ambtelijke deskundigengroepen rapporten en adviezen uit over concrete politieke situaties die bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de CVSE, Oost-Europa of de Middellandse Zee. Veel hangt nl. af van de politieke situatie van het ogenblik. Een s<cretariaat dat een coördinerende rol zou kunnen spelen en eventueel initiatieven nemen, ontbreekt in de EPS-so-uc-
gemeenschappelijk optreden in de VN of tijdens de CVSE. De politieke consultatie in NAVO-verband beperkt zich doorgaans tot onderlinge consultatie. Van een penpectief, hoe schimmig misschien ook, zoals dat de EPS voor ogen staat, nl. een gemeenschappelijk buitenlands beleid, is in NAVO-verband geen sprake. Uit de aard van het EPS-overleg volgt dat vaak de politieke aspecten van bepaalde veiligheidskwesties niet ter zijde kunnen worden geschoven met het argument dat ze in de
tuur om begrijpelijke redenen overigens. Men is namelijk
NA VO-ronsultatie ter sprake zullen komen. Wel zou het
huiverig om dit overleg te institutionaliseren, zeker zolang
misschien de moeite waard kunnen zijn voor de Negen om eens na te gaan of een gecoördineerde inbreng van hun
het op intergouvernementele leest is geschoeid. Een dergelijk intergouvernementeel secretariaat lOU immers niet in overeenstemming zijn met de Europese integratie concep-
tie die gebaseerd is op de supra-nationaliteitsgedachte.
standpunten in het NAVO-overleg tot een meer vruchtbare gedachten wisseling aldaar zou bijdragen. Dit zou de verschraling en de bloedarmoede, die het NAVO-overleg ontegenzeggelijk kenmerken, misschien kunnen tegengaan.
Om het ontbreken van een administratief centrum enigs-
zins te compenseren, hebben de Negen voorlopig hun toevlucht gezocht tot een speciale telexverbinding, het Cortu-
In zoverre er sprake is van verschraling van het politieke
net, tussen de negen Ministeries van Buitenlandse Zaken .
NAVO-overleg ligt de schuld daarvan overigens niet bij de
Op deze wijze kunnen zij dagelijks snel en efficient informatie uitwisselen over politieke onderwerpen die van gemeenschappelijk belang zijn en desgewenst hun activiteiten coördineren . Bovendien is het van belang om afspraken schriftelijk vast te leggen .
EPS als zodanig die, zoals we zullen zien, zich niet in eerste
instantie bezig houdt met veiligheidsproblemen . De schuld ligt al evenmin bij de VS die in het algemeen genereus bijdragen tot de informatie-stroom. Waar ligt zij dan wel ? In vele gevallen zijn het de Europese landen zelf, met hun
Daarnaast is er een groep van Europese corrtspondrntm, ambtenaren van de negen Ministeries van Buitenlandse
zich door middel van gecoördineerde standpunten te doen gelden en zich doorgaans beperken tot aanvullende vragen
Zaken, opgericht. Deze groep heeft tot taak om de uitvoe-
en verklaringen.
vaak sterk uiteenlopende opvattingen, die niet in staat zijn
ring van de politieke samenwerking te bevorderen en de organisatorische en algemene problemen te bestuderen.
Op deze wijze worden bepaalde secretariaatsfuncties dus toch vervuld zonder dat een escalatie van intergouvernementele srructuren dreigt.
EPSenNAVO Laten we voorop stellen dat de EPS, zeker in de huidige
Deze gang van zaken werkt uiteraard niet stimulerend op
de dialoog met de VS, die het moet hebben van de wederzijdse inbreng van goed uitgewerkte en vooral gecoördineerde uitgangspunten. Er zijn natuurlijk wel verklaringen voor deze ontwikkeling binnen de NAVO aan te voeren, zoals de afzijdige houding van Frankrijk, of de dominante rol van de VS die overigens door het verbrokkelde optreden van de Europese bondgenoten alleen maar wordt versterkt, maar ze lossen het probleem niet op .
vorm, niet de pretentie heeft de politieke consultatie in
NAVO-kader te doorkruisen of overbodig te maken. Bovendien zou dat allerminst wenselijk zijn.
Niemand zou gebaat zijn bij het verzwakken van de transatlantische veiligheidsband. Wel doet zich de vraag voor of het niet mogelijk zou zijn een scheidslijn te trekken tussen
de politieke gedachtenwisselingen binnen de EPS en die in NAVO-verband. Met name of de competenties zo nauwkeurig kunnen worden afgebakend dat iedere organisatie zich voortaan, met inachtneming van eigen spelregels,
strikt tot eigen onderwerpen zou kunnen beperken. lk meen die vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Allereerst kan het de Negen alleen maar tot voordeel s~kken wanneer de NAVO, naast veiligheidsproblemen, ook vraagstuldr.en die in de EPS aan de orde zijn, in de politieke consultatie betrekt. Per slot van rekening is de bijdrage van de VS meestal zeer waardevol. Vervolgens beeft het EPS-overleg een ander karakter dan de NAVO-consultatie. Het intergouvernementele EPSoverleg str~ft door middel van consultaties en een intensieve uitwisseling van informatie naar een coördinatie van
het buitenlands beleid - dat mede zekere veiligheidskwesties omvat. Daarbij is het uiteindelijk doel een gemeenschappelijk optreden van de Negen naar buiten; we hoeven in dit verband maar te denken aan de gemeenschappelijke verklaringen en demarches inzake het MiddenOosten, Cyprus, Zuidelijk Afrika (gedragscode> en het 4
Vier concrete gevallen Het verdient misschien aanbeveling eerst eens in concreto na te gaan welke vraagstukken die onderwerp van gesprek tussen de Negen uitmaken, direct of indirect tot de categorie veiligheidskwesties kunnen worden gerekend . Uiteraard dient men in dit onderzoek ook de praktische resultaten van het overleg te betrekken, aangezien deze maat-
gevend behoren te zijn voor de vraag of de EPS-consultaties al dan niet nadelige gevolgen hebben gehad voor de NAVO en de Atlantische samenwerking. Wanneer men dan een aantal onderwerpen de revue laat passeren, blijkt dat er maar weinig aanleiding tot irritatie behoeft te bestaan.
Mulual 8alanctd Forct ReductionJ. Een eerste onderwerp, de MBFR, wordt nogal eens opgerakeld om aan te tonen dat de EPS haar competentie heeft overschreden. Inderdaad heeft de EPS zich in het verleden wel eens met dit onderwerp beziggehouden. Maar het overleg hierover heeft geen enkel nadelig effect gehad op het NAVO-overleg of op het verloop der onderhandelingen te Wenen. Vergeleken met de consultatie die regelmatig in de NAVO over de MBFR plaatsvindt, is het vroegere EPS-beraad zelfs onschuldig te noemen. Er zijn immers geen beleidsconclusies of openbare verk.laringen uit voortgevloeid,
Confmnlie VOOT Vrilightid tn SamtnWeT/Ung in Europa. Een ander onderwerp vormt de CVSE. Tussen de Negen vond en vindt nog steeds intensief overleg plaats over in te nemen standpunten zowel bij de voorbereiding als de begeleiding van de verschillende fasen van de CVSE. Vooral in de aanvangsperiode was er sprake van een heilzame wisselwerking tussen EPS en NAVO. Bij de inventarisatie van problemen heeft het zwaartepunt zelfs duidelijk bij de NAVO gelegen.
In een later stadium heeft de EPS het initiatief overgenomen, wellicht mede onder invloed van de geringe belangstelling die de VS aanvankelijk voor de conferentie van Genève toonden. Een andere factor van belang was de mogelijkheid voor de Negen om in EPS-kader hun standpunten vrijblijvend te coördineren en toch als individuele leden in de CVSE op te treden - al was daar uiteindelijk wel degelijk sprake van groepsvorming in EG- en EPSverband . Overzien we echter het geheel, dan blijkt in dit geval de samenwerking en het aanvullend overleg tussen EPS en NAVO tot een alleszins aanvaardbaar, ja zelfs posi-. tief resultaat te hebben geleid. 00'1 W"I v"houdingen. Vraagstukken die betrekking hebben op de Oost-West-verhouding, met uitzondering van de CVSE, zouden ook niet in de EPS thuis horen. Met name tegen dit onderwerp hoort men de laatste tijd waarschuwende geluiden, omdat veiligheidsaspecten bij de evaluatie van de Oost-West-problernatiek onvermijdelijk om de hoek zouden komen kijken.
den lopen omdat ze niet in staat zijn eigen standpunten te
ontwikkelen of omdat ze eerst het groene licht van de grote broer zouden moeten afwachten. Dit zou trouwens van Amerikaanse zijde alleen maar tot
verminderde belangstelling voor de NAVO-consultatie leiden. Daarbij komt nog dat de Amerikanen hun standpunten doorgaans eerst ventileren nadat talloze ins~nties
in de VS daarover hun licht hebben laten schijnen. Veranderingen zijn in zo'n laat stadium nog maar moeilijk aan te brengen. Waarom zouden de Negen dan niet evenzeer
en tijdig een eigen geluid laten horen? De discussie over de hierboven geschetste onderwerpen
binnen de EPS te willen afkappen, getuigt niet van realiteitszin. Eerder dient men de oplossing te zoeken in de richting van een beter samenspel tussen EPS en NAVO.
Uitbreiding Deze uiteenzetting zou niet compleet zijn zonder een kone
beschouwing over de gevolgen van de uitbreiding. Een voordeel van de uitbreiding is zeker dat het lidmaatschap van de EPS (een natuurlijk gevolg van het EG-lidmaat, schap) vrijwel zou samenvallen met dat van de NAVO, zeker als Turkije te zijner tijd gehoor zou geven aan zijn vocation euroPétnne . In de NAVO zou dit samenvallen niet gelden voor Ierland en Spanje; in de EPS niet voor N oorwegen, Ijsland en eventueel Turkije. Nu zou men natuurlijk kunnen overwegen om een uitzon-
Toch is het moeilijk voor te stellen dat de EPS Oost-Westvraagstukken die Europa van dag tot dag raken, niet in haar regelmatige overleg zou betrekken. De Oost-Europawerkgroep die in EPS-verband is opgericht, houdt zich reeds geruime tijd bezig met analyses van verklaringen van het Warschaupact en bepaalde politieke ontwikkelingen in Oosteuropese landen. Deze terreinen zullen zeker ook door de NAVO worden bestreken, maar aangezien ze de politieke belangen van de Negen direct raken, moeten ze binnen de EPS discutabel blijven. Zeker, er zijn veiligheids-
dering te maken voor deze drie landen, bijvoorbeeld door een ad.hoc samenwerking met de EPS in het leven te roepen, maar ik geloof niet dat dit een gelukkige oplossing zou zijn. In het geval van de EPS dreigt een dergelijke oplossing nl. het einddoel, een gemeenschappelijk buitenlands beleid, te doorkruisen. Men behoort bij de club of men staat er buiten; halfslachtigheid zou het toch al moei-
aspecten aan deze thema's verbonden, maar is zulks niet
wel zal er terughoudendheid bestaan om met name het Grieks-Turkse geschillencomplex te behandelen zolang slechts één van de daarbij betrokken partijen ~d is van de EPS. Op de overige veiligheidskwesties zal de uitbreiding
het geval met vele politiek controversiële onderwerpen? Beleidscondusies met directe gevolgm voor de veilighelds-
zame proces van politieke consultatie en besluitvonning, naar ik meen, niet bevorderen
problematiek zijn overigens in EPS-verband nimmer getrokken. Hoogstens is er op deze gebieden soms sprake van dubbel werk, hetgeen inderdaad tot vertraging en con-
evenmin van invloed zijn.
troversen kan leiden. Maar deze kleine friaies kunnen en
nen leiden, juist door het grotendeels samenvallen van het lidmaatschap van EPS en NAVO . Maar er zal wel veel wederzijdse goodwill voor nodig zijn.
mogen op zichzelf niet doorslaggevend zijn voor het stopzetten van parallel-overleg in EPS-verband. Hoogstens zou men ervoor kunnen pleiten om elkaar regelmatig op de' hoogte
te
Uitbreiding zal veeleer tot een betere samenwerking kun-
houden van de vorderingen ten aanzien van der-
gelijke onderwerpen.
Slotopmerkingen
Midden Oo,ltn tn GriehtnlandiTurhije. Dan zijn er nog de
gemaakt dat de vrees ongegrond is dat "d~ concurrent", in
regelmatig in EPS-verband terugkerende vraagstukken die
dit geval de EPS, op korte termijn zo'n dominante rol zal gaan spelen dat het overleg binnen de NAVO zal worden bemoeilijkt of zelfs overbodig gemaakt. Noch de structuur van de EPS noch de terreinen waarop zij zich doorgaans beweegt, kunnen aanleiding geven tot «hle bezorgdheid . Bovendien zal een nauwe samenwerking tussen Europa en de VS onvermijdelijk zijn, wil men tot een oplossing van de belangrijke Europese problemen komen. Wel zullen irrita!ies blijven bestaan. De Negen zullen zich
Bovenstaande uiteenzetting heeft, naar ik hoop, duidelijk
samenhangen met de situatie in het Midden-Oosten en de
Grieks-Turkse tegenstellingen. Deze kwesties raken uiteraard ook het bondgenootschap. Hier geldt eveneens dat de inbreng van een gecoördineerd standpunt à. Neuf alleen maar kan bijdragen tot een vruchtbaar debat binnen de NAVO , ja dat een afzijdige houding van de Negen contraproduktief zou werken. Niemand is er namelijk bij gebaat als de Negen voortdurend aan de leiband van de VS zou-
5
nu eenmaal met zaken blijven bemoeien die, bij een wat
ruime interpretatie, onder de categorie veiligheidsproblemen kunnen worden gerangschikt. Ook zullen zij daarover bij tijd en wijle uitspraken doen voordat de NAVO haar overleg terzake heeft kunnen afronden. Een van de problemen daarbij is, dat een scherpe definitie van wat politieke veiligheidsproblemen nu precies zijn, zo moeilijk is te geven. Alleen om die reden al zal men het wel nooit eens k.unnen worden over een afbakening van werkterreinen.
De gedachte om de resultaten van het EPS-overleg in de NAVO-consultatie in te brengen alvorens Ă Neuf definitieve uitspraken te doen, is op zichzelf aantrekkelijk, maar in de praktijk moeilijk te verwezenlijken. Vaak vragen de internationale ontwikkelingen om snelle reacties, vooral
wanneer daarbij veiligheidskwesties in het geding zijn. En de Ministers van BZ van de Negen hebben de neiging, zo leert de ervaring, om op zulke ogenblikken met verklaringen te komen die duidelijk het standpunt der Negen weergeven.
Sommigen noemen dat impulsief handelen, anderen wijzen op de verwachtingen die derde landen juist op zulke momenten van de Negen hebben . En die kan de EPS niet
altijd negeren. Het is in ieder geval geen kwestie van goedkoop punten willen scoren ten koste van de NAVO, zoals wel eens wordt beweerd. Bovendien zou een afspraak om zich te onthouden van uitsprak.en over dit soort aange-
legenheden voordat overeenstemming binnen de NAVO is bereikt, in slechte aarde vallen bij die parmers die of helemaal niet, of slechts ten dele, een rol binnen de NAVO spelen. Mocht het toch lukken, dan kan het alleen maar als een winstpunt worden beschouwd. Wel zou men eventueel aan een gentleman'! agreement kunnen denken waarbij de Negen zich in hoofdzaak hlijven (want ze doen het al!) beperken tot onderwerpen zonder al te uitgesproken veiligheidsaspecten. Een soort zelfbeperking du.. Ik zeg in hoofdZIlIJk omdat de term v<ilightid,probltmm nu eenmaal voor zeer ruime interpretatie vatbaar is. Men hoeft maar te denken aan crisiuituaties in Oost-
Europa en de daaruit resulterende spanningen tussen Oo.t en We.t. Zowel EPS als NAVO zullen dergelijke problemen in hun overleg willen betrekken. Daarnaast zou een nadere bezinning over de structurering
en de doelstellingen van het huidige consultatieproces wellicht tot vernieuwing en groter effectiviteit kunnen leiden.
Gezien de opstelling van sommige bondgenoten is namelijk in vele gevallen eerder van eenzijdige informatie dan van een echte consultatie sprake. Ten slotte zou een regelmatige gedachtenwisseling tussen
de Negen en de Atlantische bondgenoten over thema's die beiden interesseren, alsmede over de wedenijdse uitgangs-
punten, ongetwijfeld tot een bijdragen.
verbet~ng
van de atmosfeer
Dr. B.R. Bot Ass istent direkteur-generaal politieke zaken ministerie van buitenland~ zaken.
Noot van de redaktie: Van de hand van bovenstaande auteur verscheen in het decembernummer van de Internationale Spectator een artikel getiteld: 'Waarheen met de Europese Politieke Samenwerking?'. 6
oog voor goed drukwerk dat
hebben wij!
60 jaar Amerikaanse rOostpolitiek ' 'f
"
.
,
.'. ~,
, ~
W.I. Lenin met een groep commandanten tijdens de inspectie van militaire eenheden op het Rode Plein. Moskou, 25 mei 1919.
Betrekkingen tussen Amerika en de Sovjet-Unie Er zijn maar weinig episoden uit de Amerikaanse geschiedenis zo emotioneel beladen als de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De problemen bij het interpreteren van de periode na de Tweede Wereldoorlog, met zijn opeenvolgende fase. van de Koude Oorlog, de Confrontatie en de détente, zijn maar al te goed bekend. Het hoeft geen verbazing te wekken dat de kwart eeuw tu.sen 1917 en 1942, waarin de grondslagen voor deze periode ontstonden, geplaagd wordt door tegengestelde interpretatie., gebaseerd op volstrekt venehillende hypotbese •. Omdat het onmogelijk is ze alle volledig te behandelen, worden ze in dit artikel opgenoemd vanwege de invloed die elk had op de wijze waarop de naoorlogse periode moet worden uitgelegd.
Drie hypotheses De officiele Sovjet venie, die werd geformuleerd in de stellingen ter gelegenheid van de viering van de veertigste verjaardag van de Bolsjewistische revolutie in 1957 (1), neemt als uitgangspunt de veronderstelling dat de Verenigde Staten (met Engeland en Frankrijk) in 1917 tot 1920 militair in Dr. Embree betuigt zijn erktnlelijl!heid aan de OrganiJatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzo<k (ZWO) voor haar Jteun bij een meeromvattender onderzoek naar de OOJt- West OntJpanning, waarvan materiaal voor dit artikel iJ gebruikt.
1917-1941
Rusland intervenieerden om het socialisme in het algemeen en de pas gestichrç Sovjet-staat in het bijzonder te vernietigen.
Deze uitleg gaat volkomen voorbij aan het feit dat, wat bekend is geworden als de "Geallieerde Interventie", in de context van de eerste wereldoorlog plaatsvond; de Geallieerden waren bondgenoten van Rusland (in het begin vertegenwoordigd door de Tsaar, na de revolutie van februari 1917 door Kerensky's Voorlopige Regering, en tenslotte na de Oktober Revolutie door de Bolsjewieken) tegen het Duitse en Oostenrijks-Hongaane Keizerrijk. De Sovjet-versie stelt ook met nadruk. dat de interventie ver-
oorzaakt werd door klasse-tegenstellingen. Een vergelijkbare, maar veel minder polemische en ideologisch georienteerde uitleg is die van prof. William A.. Williams (2), die betoogt dat de Amerikaanse diplomatie ten opzichte van Rusland na 1917 in beginsel Ivijandig stond tegenover het Bolsjewistische ..gime en (tussen 1918 en 1920) erop gericht was het omver te werpen en een ..gering à la Kerensky in het zadel te helpen. Het fundament van zijn goed gedocumenteerde these is dat de hoeksteen van de Amerikaanse politiek'was: I) dat, zolang de Bolsjewieken aan de macht bleven, de Verenigde Stal.en zouden weigeren om normale betreAAingen aan te gaan en onder gun beding Lenim regering zuuden erkennen,. 2) dat Wa.shington all" in het werk zuu ,tellen om iedere urieuze en coruervJlieve Inder of groep te ,teunen, dit erop uit Wa.! om de Sovjet-regering omver tt werpen (3). 7
De gevolgtrekking die prof. Williams uit deze stellingen trekt, blijkt duidelijk uit de titels van zijn twee hoofdstukken die de periode 1917-1920 behandelen : " De geboorte
autocratisch pro-Duits bewind door een werkelijk democratische massa-beweging die het Russische enthousiasme voor voortzetting van de oorlog vertolkte. Men moet be-
van de indamming" en "Draketanden zaaien in OostEuropa" ,
denken dat de democratie van president Wilson op zijn hoogtepum was in de Verenigde Staten en Amerika hysterisch dicht bij het verklaren van de oorlog stond. Negen maanden later keurde Washington de Bolsjewistische Revolutie op dezelfde foute gronden af. Eén van die
Een derde hypothese wordt gebezigd door George Kennan, de wetenschapsman-diplomaat die nauw betrokken was bij de omwikkeling van Washingtons politiek tegenover de Sovjet- Unie na de Tweede Wereldoorlog. De essentie van
zijn redenering is als volgt: in 1917 was het Amerikaanse onbegrip voor de achtergronden van de twee revoluties vrijwel compleet. Washingtons reactie op deze twee revo luties moet worden gezien in het licht van Amerika's in -
onjuiste veronderstellingen was dat haar leiders (in het bijzonder Lenin) Duitse agenten waren. Een andere reden was dat de Bolsjewistis~he regering het niet lang zou kun nen uithouden en zo ontijdig een afzonderlijke vrede in
Bmt-LitoVl A (na 1917 ) zou kunnen sluiten. Dit dreigde
trede in de Eerste Wereldoorlog (luttele weken na de Februari Revolutie) met propaganda slogans als " Making the World Free for Democracy" en " Fighting the War to
dat zou precies de druppel hebben kunnen zijn die de bloedige patstelling aan het westelijke from, na vier jaar
end all Wars". die weinig van doen hadden met wat er in
van verbitterde gevechten, in een Duitse overwinning zou
Duitse divisies van het oostelijk front vrij te maken -
en
Rusland plaatsvond.
kunnen veranderen (6).
Er is nooit een welovclWogen poging door de Verenigde
In welke mate de autoriteiten in Washington (met inbegrip van president WiLson ) de implicaties van het ontstaan van een Russische Communistische staat doorhadden, is nie t
Staten ondernomen, zo betoogt Kennan, om het Bolsjewisme te vernietigen ; omdat de Amerikaanse deelname
aan de geallieerde interventie hoogst ongelukkig was, vond hel uitsluitend plaats in hel licht van het winnen van
de oorlog tegen Duitsland. Sprekend over de opkomst van het Bolsjewisme in Rusland merkt Kennan op : "Het zou oneerlijA zijn om in de gedragingen van AmeriAaan.se ,taatJiieden in de periode 191 7- 1920 elementen van een " ritu, en overwogen antwoord op dit problum te zoe/un. De toestand was tè chaotiJch, hun inzicht in de gebeurteniJJm ti onvolTTUUJAt om dit van hen te verwachten. " (4) In plaats van te proberen een gedetailleerde analyse te maken van de waarde van elk van de drie hypotbeses in zulke beperkte plaats, is het voor mij voldoende om er slechts op te wijzen dat Kennans stelling me voorkomt als het beste passend in de historische context. Mijn hieronder volgende opmerkingen over de vroegste Sovjet-Amerikaanse betrekkingen moeten dan ook met dit in het ach-
duidelijk. Het is twijfelachtig of de Amerikaanse taxatie uitging boven de onmiddellijke gevolgen die ze had op het uiterst breekbare evenwicht in het verloop van de oorlog. Voor wat betreft Washington was dit de reden , dat Wilson uiteindelijk instemde met de voortdurende Britse en Franse druk om deel te nemen aan de militaire interventie. Hij zond tenslotte drie Amerikaanse bataljons naar Archan-
gelsk om de grote voorraden te beschermen die daarvoor aan de Russische regering waren gezonden ; deze zouden, als gevolg van het hernieuwde Duitse offensief, in vijande-
lijke handen kunnen vallen. Onder Brits commando raakten Amerikaanse eenheden verzeild in schermutselingen met het Rode Leger. Dit was de eerste en enige Amerikaanse confrontatie met Bolsjèwistische troepen. Toen de
oorlog geëindigd was, werden de Amerikaanse eenheden (in 1919 - zo spoedig als het weer toeliet) teruggetrokken .
terhoofd gelezen worden.
Een ander Amerikaans contingent werd naar Siberië gezonden, waar het gedeelten van de Transsiberische spoor-
De mythe van de Interventie
weg ten noorden van Mantsjoerije en de Suchan kolenmijnen in Sichota Alin (de provincie aan zee) beschermde
Gedurende de laatste jaren van het Tsaristische bewind wisten de Amerikanen erg weinig over Rusland . Eén aspect van deze samenleving was echter bekend : de golven viru-
lent antisemitisme en de progroms die het land regelmatig overspoelden. Dit kwam grotendeels doordat de Verenigde Staten, met hun vrijwel ongelimiteerde immigratiebeleid, in de 1ge eeuw een omvangrijke Russisch-Joodse minderheid hadden gekregen. De Amerikaanse interesse in het lot van de Joodse gemeenschap in Rusland stamt dus van lang voor de Bolsjewistische Revolutie . Ook. is de Amerikaanse interesse voor "dissidenten" geen
(7).
De mythen die de Sovjet propaganda rond deze incidenten heeft opgetrokken, is een belangrijke factor geweest in de binnenlandse rechtvaardiging van de giftige haatcampagne van het regime na de Tweede Wereldoorlog. Een beleid dat een parallel heeft gedurende de Koude Oorlog is de geallieerde economische boycot van Rusland na Brest-Litovsk, die pas werd opgeheven op 16 januari 1920. Daarmee gepaard ging een politiek van diplomatieke nieterkenning, die door de meeste Europese landen tot 1923/ 24 werd volgehouden, maar door de Verenigde Staten tot 1933, toen de regering Roosevelt optrad.
nieuw fenomeen. In 1903 en 1904 bracht Paul Mi/yuAov ,
De Wilsoniaanse benadering van het erkenningsvraagstuk
prominent liberaal Russisch historicus en politicus, twee
is opmerkelijk. In 1920 vertolkte de minister van buitenlandse zaken Bainbridge Colby het Amerikaanse standpunt als volgt: Het ü de regering van de Verenigde Staten onmogelijA de huidige machthebbm van RUlland te erAennen aü een regering met wie vriendlChappeli,;).e betreAAingen Aunnen worden onderhouden. Deze overtuiging heeft niet, te maAen met weiAe politieke of ,ociale ,truc/uur dan ooA die het RUl,uche volA meent te moelen aanhangen. Het is gebQJurd op een geheel andere Jene feiten . ... bij talloze gelegenheden hebben verantwoordeiijAe zegllieden van deze Macht (. . .) verAlaard dat het hun opvatting U, dat het feit dat het Bolijewi,me in RUlland beltaat en haar gezag
afzonderlijke bezoeken aan de Verenigde Staten waar hij een serie wetenschappelijke lezingen hield. Deze lezingen, in het jaar van de mislukte revolutie van 1905 uitgegeven onder de titel "Rusland en haar Crisis", bevatten aanvallen
op de bestaande Russische regering en een beschrijving van het "Toekomstige Rusland" . Ook Leon Trotjlty was, zoals bekend, een politiek vluchteling in New Vork toen de Februari Revolutie uitbrak (5). Toen de Tsaar werd afgezet, hadden de Amerikanen weinig besef van de diepgaande, politieke. economische en sociale
stromingen die dit hadden veroorzaakt. Het werd volkomen verkeerd uitgelegd als het ten val brengen van een 8
blijft b"taan, afhangt tn mott blijvm afhangtn van htt optredtn van revoluti" in al/t grott btsehaafdt nati", mtt inbtgrip van de Vermigdt Staten, dit hun rtgtringm omver tullen weTPtn tn vtmittigen tn daarvoor in dt Plaat, Bo15jtrruti5ch gttag zulltn v"tigtn (. . .) Wij hunntn gun regtring trhrnnm, noch officiilt bttrdhingtn ondtrhoudro mtl, of glJJtvri)htid vtrltntn aan agtnttn van deu regering, wannuT dit trop uit iJ tn z.ich verbindt om ,amm tt ,pannm ttgm onu mhl,ordt. (8)
Gedurende de twaalf jaren dat de Republikeinen aan de macht waren (tussen januari 1921 en 1933) handhaafde men ni~t alleen deze redenering, maar breidde haar ook uit met à priori-eisen waarvan men wist dat ze onaan-
vaardbaar voor Moskou waren.
J.
2. ). 4. 5.
6.
btindigen van de vijandtiiJMtdm tu.um dt vmchilltndt b"taande Rw,i5cht regeringtn m vtChltndt partijm; ophifJing van dt Gtallittrdt bloAAodt; opmm van diplomatidt hanaltn; btëindiging van dt Gtalliurdt inttrvtnlit; btëindiging van Gtallimdt hulP aan aIIt anti-Bo15jewi5tilcht hachtm; amnestie voor alle te~enstanderJ van de Bolsjewitlr.en.
Bullitt keerde naar Panjs terug in de overtuiging dat hij de basis had gelegd voor de oplossing van een van de nijpendste problemen die uit de Eerste Wereldoorlog waren voortgekomen; het enige wat echter gebeurde was dat de ene na de andere geallieerde leider, inclusiefWilsons rechterhand en politiek-militair adviseur Kolantl Howt, het stuk
Maar allereerst dienen een paar andere aspecten van de Wilsoniaanse benadering besproken te worden.
ofwel negeerde ofwel zonder meer verwierp. Toen de fatale datum 10 april voorbijging zonder dat het document zelfs maar was erkend, verliet Bullitt walgend de Vredesconfe-
Voedselhulp van de Geallieerden
Terwijl deze voorstellen werden bestudeerd in Parijs, stelde
In president Wilson's beroemde "Veertien Punten Toespraak" op 8 januari 1918 nam hij, onomwonden en zon-
Herbert Hoover, een Amerikaanse miljonair die grote naam
der precedent, stelling t.a.v. de territoriale rechten van Rusland, inzoverre ze aangetast zouden kunnen worden
hulp, voor om massale geallieerde graandistributies aan
door het Brest-Litovsk Verdrag met Duitsland en door de algehele uitkomst van de oorlog:
rentie.
had gemaakt in de oorlog bij de Belgische Vluchtelingende miljoenen verhongerde Russen te gebruiken om de Bolsjewistische leiders te strikken voor de Vredesconferentie op geallieerde voorwaarden. Hij riep op een speciale organisatie te stichten die het beheer van de voedselhulp in
-
De ontruiming van allt Rwsucht gtbitdrn en zo'n regeling van allt hUlt,ti" die op Rwland bttreAAing htbbm, dat u dt b"tt en vriJjtt sammwerlling met andere natits in de wereld waarborgm tn haar em ongthindtrdt ro onbtlemmerdt han, gtvm voor tro onafhanhtliJ4e bepaling van haar tigm politidt onlwiAAtling en btltid; - voort, een zadanigt regtling dat haar tm opmhl wtllwm wordt vtTZthtrd in dt vrijt ,tatmgemuTlJchap, mtt dt ,taatJlUndigt instellingen van haar eigen Ir.euu, m, mur dan een welIr.om, het vmchaffen van al/t mogtlijht hulP waaraan u bthoeJtt huJt. - De wiju waarop Rwland in dt horntndt maandm door haar buurlandtn tal wordm bthandtld, zal dt prot! op dt ,om tijn voor hun goedt wil, voor hun btgrip voor dt Rw,i5cht nodm - niet voor hun eigenbelang - en voor hun verstandige en onbaatwchtigt politith. (9)
Oost-Europa en Sovjet-Rusland op zich zou nemen; hij verbond er echter voorwaarden aan die deze organisatie
enorme macht zouden geven (en inderdaad gaven) om zowel de lokale als de nationale politiek te richten, als prijs voor het wanhopig benodigde voedsel. De voorstellen van Hoover (ook onderschreven door de Noorse ontdekkingsreiziger Fridjof Nansen, die zeer gerespecteerd werd vanwege zijn vluchtelingenwerk) werden op 17 april per radio aan Moskou overgebracht, in antwoord op Lenins boodschap die door Bullitt was overgebracht. De voorwaarden hielden het volgende in: een volledig staken van de vijandelijkheden (zonder dat de terugtrekking van de geallieerde troepen werd genoemd); supervisie van distributie en transport van het voedsel door de HulpOrganisatie, de eigenlijke distributie zou "onder uitsluitende controle van het Russische voHc zelf staan".
In weerwil van deze stellingname waren noch Duitsland noch Rusland vertegenwoordigd op de Vredesconferentie
Dit betekende dat alle spoorttransporten uit handen van de Bolsjewieken zouden worden genomen (in/een tijd dat
van Parijs, toen deze aan het eind van het jaar plaatsvond.
de chaos zo ongeveer compleet was, waren transportfacili-
Dit feit verzekerde praktisch de mislukking van iedere regeling die daar tot stand kwam. Er werden vijf substantiële pogingen door de Geallieerden ondernomen om de Bolsjewistische regering op een of andere manier bij de Vredesconferentie te betrekken, on-
teiten het enige middel om het land bijeen te houden) en dat plaatselijke groepen de macht zouden krijgen· zelf te bepalen hoe het voedsel verdeeld moest worden (zonder verwijzing naar de Bolsjewistische regering). Van geen enkele revolutionaire regering die zich geplaatst zag voor de haat en chaos zoals deze zich toen in Rusland
danks het economische embargo en de niet-erkenningsdoctrine. Wilson of andere Amerikaanse functionarissen
waren rechtstreeks betrokken bij twee van deze pogingen. De derde poging behelsde het in het geheim zenden van Amerikaanse functionarissen naar Moskou (in maart 1919) om contact te leggen met de Sovjet leiders en om uit te vissen welke vooiwaarden aanvaardbaar voor hen waren. Dit waren William C. Bullilt, attaché bij de Amerikaanse
delegatie bij de Vredesconferentie, en de befaamde journalist Lineoln Stift"" (JOl. In gesprekken met Lenin slaagde Bullitt erin een lijst met voorstellen op te stellen die de Bolsjewieken tot 10 april bereid waren te accepteren van de Geallieerden. Bullitt werd in het bijzonder te verstaan gegeven dat de Sovjets iedere verandering als reden voor verwerping zouden be-
schouwen. Dit vrijwel ultimatum bevatte de volgende punten:
voordeden, kon worden verwacht dat ze zulk.e voorwaar-
den zou acceptèren. Dat dergelijke voorwaarden regeringen ten val konden brengen, gaf Hongarije te zien, waar Hoovers controle over de voedselhulp het startschot was voor de ondergang van Btla Kun's Sovjet R,epubliek (11). Zoals we weldra zien, zou Hoover, die voI\ëdig als particulier optrad met de uitdrukkelijke toestemming van de Sovjet regering, in 1921/22 de distributie van de massale hoeveelheden AmerIkaans graan aan de hongtrende Russen uitvoeren; dit programma was van een weergaloos altruïsme zonder enige politieke voorwaarde. Niettemin is
het zeer goed denkbaar dat zijn eerdere pogingen in 1919 om de voedsel- en vluchtelingenhulp te gebruiken om de Bolsjewieken op geallieerde voorwaarden naar de Vredesconferentie te dwingen, de onderliggende reden is geweest voor de Sovjet-Unie om categorisch te weigeren deel te 9
nemen aan het Marshall Plan en andere herstelprogramma's na WO Il, tenzij ze de ijzeren garantie had dat geen supranationale instantie of buitenlandse mogendheid zich in haar interne aangelegenheden zou mengen.
rikaanse politieke toneel dat hun belangrijkste programmapunten overgenomen waren door hetzij de Republikeinse, hetzij de; Democratische Partij; het waren dus nationale kwesties geworden. Maar in vergelijking met de Europese verhoudingen stonden deze beide partijen in het centrum of rechis-van-hetcentrum in het politieke spectrum. De teno "Soàalisme" had tevens zo'n denigrerende betekenis gekregen in de Verenigde Staten, dat zelfs zestig jaar later geen van de twee belangrijkste Amerikaanse partijen durft toe te geven erdoor te zijn beïnvloed. President wilsons democratie markeerde het hoogtepunt van de Amerikaanse hervormingsbeweging, die in de jaren negentig begonnen was en die (zoals dat meestal het geval is) werd gevolgd door een periode van politiek conservatisme, van 1921 tot aan Roosevelts beëdiging in januari 1933. De na-oorlogse periode in Amerika werd getypeerd door de succesvolle Republikeinse verkiezingsleus in 1920, die retum to normalcy" bepleitte. Pas in het kielzog van de Beurs Crisis in 1929, toen duidelijk werd dat de economische theorieën van de Republikeinen de Grole Depressie niet aankonden, werd het Amerikaanse electoraat weer ontvankelijk voor centrum-linkse politieke en economische filosofie. Het is ironisch dat, terwijl beide landen ideologisch gebonden waren elkaar te vernietigen, de politieke en economische realiteiten hen weldra in een haat-liefde verhouding dwong - hetgeen nog altijd bepalend is voor hun fundamentele houding ten opzichte van elkaar. Zoals reeds eerder in dit artikel is opgemerkt, werd de politiek van niet-erkenning niet alleen voortgezet door de Republikeinen onder President Harding, Coolidge en Hoover, maar ook omgeven met nieuwe voorwaarden. Om de diplomatieke betrekkingen te herstellen werd de Sovjets te verstaan gegeven dat ze de subversie in de Verenigde Staten moesten beëindigen evenals hun financiële steun aan binnenlandse groepen die hetzelfde doel hadden; ze moesten alle uitstaande schulden van het Tsaristische bewind, van Kerenskys korte Voorlopige Regering en ook hun eigen schulden aan de Amerikaanse regering en Amerikaanse ondernemingen betalen en compensatie geven aan Ameri kanen van wie eigendom in beslag was genomen door de regering sinds de Oktober Revolutie. Deze voorwaarden blokkeerden doeltreffend enige vooruitgang in het herstel van normale diplomatieke betrekkingen; niettemin floreerden tijdens de twaalf jaren Republikeins bewind de informele betrekkingen tussen Rusland en Amerika veel meer dan na het moment van officiële erkenning in 1933. Er waren twee belangrijke redenen voor deze gang van zaken: na 1921 begon de Sovjet- Unie een systematische campagne om economische en technologische bijstand van het Westen te verkrijgen; en de Amerikaanse ondernemingen waren, met zegen van de Republikeinse regeringen, maar al te graag bereid hierop in te gaan. De SovjetAmerikaanse haat-liefde verhouding gaf een paar vreemde tegenstrijdigheden te zien. Herbert Hoover, personificatie van het Amerikaanse kapitalisme, stond aan het hoofd van het enorme, particulier georganiseerde Amerikaanse hulpprogramma in 1921 /22, dat miljoenen Russen van de hongerdood redde. Anders dan in 1919 waren er geen politieke verbanden. Zoals Kennan opmerkt: " .. . het geweldige werk van de Amerikaanse Hulporganisatie (. . .) kan zeer wel het Sovjet regime zelf hebben gered van een volslagen falen en ineenstoning" ( 12 ). Hoovers pogingen hielpen een "verrassende sympathie voor Amerika " ontstaan, die duidelijk zichtbaar was in U
WI. Lenin in zijn studeerkamer in het Kremlin . Moskou,
october 1918.
Niet -erkenning Naast deze politieke en diplomatieke antwoorden aan Sovjet-Rusland werd het de Amerikanen spoedig duidelijk dat ze te doen hadden met iets volkomen nieuws - een ideologisch georiënteerde staat die beweerde niet alleen namens zijn eigen bevolking te spreken, maar ook namens de wereld arbeidersklasse, en die in de meest bruuske bewoordingen pleitte voor de totale vernietiging van het economische systeem waarop de Amerikaanse samenleving is gebouwd. Dit heeft bij voortduring bewezen voor de Amerikanen een zeer moeilijk verteerbare zaak te zijn. De felle reacties van 1919 lOt 1920 tegen het " Rode Gevaar" (die zich zouden herhalen van 1953-1956 als het "Me Carthyisme"); de overmatige invloed van nationalistisch-Chinese en Oosteuropese emigrantengroepen op de beleidsvorming van de VS na de Tweede Wereldoorlog, eenvoudig omdat ze antiComm unistisch waren; en de overdreven nadruk die werd gelegd op het "bestrijden" van Rusland in puur militaire zin vanaf de Koude Oorlog; ze zijn alle evenzovele bewijzen van dit vraagstuk. Er bestonden ( i' zijn minst twee redenen voor deze moeilijkheden. De eerste was het unieke karakter van de Communistische bedreiging van het nationale bestaan, dat zich uitte in iets anders dan de traditionele oorlogsverklaring door een duidelijk zichtbare vijand binnen een aanvaarde structuur waarvoor pasklare antwoorden bestonden. Hoe moest men de strijd tegen een ideologische klasse-oorlog voeren? Een tweede reden lag verankerd in de betrekkelijk conservatieve aard van de Amerikaanse samenleving. Toen de Oktober Revolutie uitbrak, waren de Europese ervaringen met democratisch socialisme betrekkelijk onbekend in de Verenigde Staten. Natuurlijk, in de jaren negentig van de vorige eeuw hadden zich verscheidene hervonningsbewegingen ontwikkeld, die zulke invloed hadden op het Ame10
Rusland tijdens het Interbellum (3). Maar hij was niet de enige. Het Amerikaanse Rode Kruis, de Q.uakers, de YMCA, de Ntar EllJt Rtliif, hetJtwilhJoint DiJtribution Commille en andere Amerikaanse organisaties voerden in die tijd allemaal hun eigen hulpprogramma in Rusland uit (I 4).
Toen de Sovjet Unie in 1921 eenmaal begonnen was met haar campagne voor economische contacten met het Westen, plaatste de Amerikaanse zakenwereld zich snel op de voorgrond. De Amerikaanse exporten naar Rusland beliepen bijvoorbeeld op hun hoogtepunt in 1930 het bedrag van S 115.000.000. Een aantal andere statistieken kan ook helpen om de omvang van de zakencontacten tijdens de "periode van niet-erkenning" te illustreren : I . Tu",n 192) m 1929 tt~mdt Rusland in htt totaal 58 ttchniJche-bijJlandJverdragm met weslerJl firma's. Vijftim hitTvan warm AmeriAaarut bedrijvtn. 2. Tegm 1930 warm tT mUT dan 1000 AmtriAaaml technici wlr/rtaam in Rwland (maar tim jaar laltr WaJ hun aantal ttruggtlopm tot "mig' timtal/m"). ). Rusland ~ocht in 19)0 twttdtrd, van al/, uitgrootrd, landbauwmachintJ en in het volgende jaar AochL u 65% van de Ameriltaanse machine-onderdelen export. 4.0ngtvur 1500 AmtriAanm namtn dul in Sovjtl projtCttn die ondtrdul uitm~tm van htt Etrlt, VijfjaTtn Plan (1928-)2) (15).
• Franl!lin D. RooJtv,lt
Roosevelts aanpak Diplomatieke betrekkingen werden uiteindelijk hersteld in 1933 toen Roosevelt het presidentschap op zich nam. Terwijl Hoover voortdurend geweigerd had in te gaan op de Sovjet verlokkingen van beloofde handelsuitbreiding en hel aanbod om met de VS samen te werken de groeiende Japanse aspiraties tegenover China te beteugelen, zag Roosevelt geen reden om hiervan af te zien. (Zoals later bleek, werden geen van beide doelen verwezenlijkt. De
handel liep terug door het onvermogen van de Sovjets om voor de importen te betalen en de politieke samenwerking in Azië was minimaal. Maar het is te betwijfelen of Roosevelt hier ovennatig bezorgd over was, omdat het hem te doen was om de abnormale toestand van bijna vijftien jaar niet-erkenning te beëindigen.) Om de erkenning verteerbaarder te maken voor de kiezers, slaagde hij er na harde onderhandelingen met Maxim Litvanov in om Moskou met verscheidene overeenkomsten te laten instemmen. Deze overeenkomsten behelsden de opschorting van ondermijnende activiteiten en propaganda tegen de VS; terugbetaling van de uitstaande vorderingen; garanties voor wettelijke bescherming voor Amerikanen in Rusland en de verzekering van hun godsdienstvrijheid daar. HoeweI deze verklaringen nimmer werkelijk werden nageleefd door Moskou, werd hier nooit een belangrijke binnenlandse zaak in de VS van gemaakt. Ze waren echter wel dienstig aan hun werkelijk doel: de erk.enning aanvaardbaar maken voor de in meerderheid conservatieve Amerikaanse gemeenschap (16). Een enkel woord over de indruk die de Sovjet-Unie maakte op een relatief klein maar zeer invloedrijk gedeelte van het Amerikaanse publiek, zoals intellectuelen. Lincoln Stephens opmerking in 1918 geeft de stemming aan die onder velen leefde : "Ik ben naar de toekomst geweesten hel werkt". Onder Lenin (en in veel mindere mate ook onder Stalin wa, Sovjet Rusland de "Toekomst". Voor duizenden intellectuelen en sociaal bewuste individuen was, zoals Louis FiJhtr duidelijk maakte" . . ,een reis naar Rusland een verplichte zomer -cursus met krediet geworden". Velen van hen, merkte hij op. waren idealisten met "een kloppend hart en een toewijding aan de mensheid" (11 .) Maar intellectuelen waren niet de enigen die "geloofden". Duizenden Russische emigranten, die zich hadden gevestigd in de Verenigde Staten, keerden naar hun geboorteland terug om de "Nieuwe Wereld" te helpen opbouwen. Slechts een klein aantal wist te ontkomen aan de gevaren van de zuiveringen en de werkkampen in de jaren dertig. Gewone Amerikaanse fabrieksarbeiders zonder etnische banden gingen er ook heen: "om het met eigen ogen te bekijken". Onder hen was Waltkr Rtuthtr, de latere gigant van de Amerikaanse vakbeweging en hardnekkig verdediger van het militante anti-Communisme. Hij bracht een jaar door met werken in de eerste autofabriek van de Sovjet- Unie in Gorki. Anderen die terugkwamen, vertelden over hun ervaringen in klassieke boeken als john Scouts (" Behind the Urals" en Andrew Smith' s "[ was a Soviet worker" (18). Het Sovjet systeem maakte ook een grote indruk op invloedrijke Amerikaanse groepen als schrijvers, artiesten, filmregisseurs, toneelspelers enz. Zij kenden het alleen uit de tweede hand maar ze zochten, na de Beurs Crisis in 1929 , een alternatief voor het sociale en economische systeem van het kapitalisme, dat naar hun mening volkomen had gefaald. Openlijke leden van de Amerikaanse Communistische Partij , de "fell ow traveIlers", sympathisanten, liberalen, aanhangers van Roosevelts "New deal" - voor velen tijdens de ergste jaren van de Grote Depressie waren de scheilijnen tussen deze categorieën vervaagd en van weinig betekenis zolang de sociale hervormingen maar naar het uiteindelijke doel bleven leiden. Tijdens de eerste helft van de jaren dertig kwamen Stalins zuiveringen als een grote schok voor al degenen die naar Sovjet Rusland hadden gekeken als het antwoord op zowel het k.apitalisme als de groei van het Europese fascisme . Vele AmeriKanen wendden zich ontredderd af, maar er bleef steeds een groep in de Amerikaanse publieke opinie 11
over die " het geloof behielden" tot in de zwartste dagen van Stal ins bewind. En men kan zeggen dat deze "ware gelovers" een onevenredige invloed uitoefenden op het beeld dat Roosevelt in de jaren denig van de Sovjet-Unie had, wanneer ze: een bereidheid (aa nmoedigde) om de gruwel- en onrechtsprookjes van de zuiveringen van de hand te wijzen als weer een nieuw voorbeeld van anti-Sovjet propaganda die sinds de Revolutie uit reactionaire kringen afkomstig was, en een bereidheid om te blijven geloven !~ de weze~\ijke vooruitstrevendheid van het Sovjet expenment . .. (19.
Epiloog en conclusies
cessies te krijgen als die HitJer hem beloofd had als prijs voor neutraliteit in 1939; en genegeerd werden de bloedige Sovjet-zuiveringen in oostelijk Polen, de Baltische Republieken en Besarabië toen deze landen in 'g91'40 waren bezet. Wat er gebeurde. was dat Washington een systematische campagne lanceerde om een positief beeld te scheppen van de Sovjet- Uuie en haar bevolking, beide van een heroïsch type, beter passend bij een westene democratie dan bij een totalitaire staat, die in een handomdraai weer neutraal of pro- Duits zou zijn geworden al. dit in haar kraam te pa. kwam. Het is mogelijk om zo'n beleid in termen van de oorlogsomstandighed~n te rechtvaardigen. Rusland kreeg tot eind 1942 het leeuwendeel van de .trijd te dragen. Maar zelfs in dit geval: het vrijwel zonder enige kritiek afschilderen van de SOljet-leiders, het systeem van regeren, de verhouding van bet regime met de bevolking en hun werkelijke gevoelens hierover, de veronderstelde bereidheid van de Sovjets om de westerse waarden OVft' te nemen en hun veronderstelde vereenzelviging met de Amerikaanse na-oorlogse plannen voor een wereld-veilighddsorganisatie etc. schiep een klimaat van illusies in de Amerikaanse publieke opinie tijdens de oorlog. Dit publiek was volkomen onvoorbereid op de realiteiten van de na-oorlogse jaren. Zo was het pad geëffend VQor ttn ovo-matige rraaie van anti-Sovjet sentimenten, die d. Verenigde Staten oventroomde op het moment dat de vrijwel onontkoombare na-oorlogse Russisch-Amerikaanse confrontatie zich begon af te tekenen (22). Dr. G.D. Embree
Een nog hardere schok gaf het in augustus 1939 gesloten Non-Agressiepact tussen Nazi-Duitsland en de SovjetUnie. Als gevolg hiervan kreeg Hitler niet alleen de vrije hand in het ontketenen van de Tweede Wereldoorlog, maar was Stalin in staat om Polen te delen met uitgerekend de Fascisten die de Sovjet-Unie sinds 1934 aan de kaak stelde. Geheime clausules bij het Pact gaven Stalin ook de onbeperkte mogelijkheid om Finland in december van dat jaar .aan te vallen - Roosevelt veroordeelde deze daad als een "verschrikkelijke verkrachting" (20) - en om de Baltische Republieken en de Roemeense provincie van Besarabiê het daaropvolgend jaar bij de USSR in te lijven. Op dat punt bereikten de Russisch-Amerikaanse betrekkingen hun diepste punt seden 1933. Op 2 december 1939, drie dagen na de Russische aanval op Finland, riep Roosevelt op tot een moreel embargo tegen verschepingen van materialen en goederen aan de Sovjet-Unie (2 1). Maar de lang verwachte Duitse invasie in de USSR op 22 juni 1941 Noten was de keer in de Sovjet-Amerikaanse betrekkingen, die J) Gepubli«ttd in de Pravda, 15 september 1957 ; ~n uittreksel hiervan deze ontwikkeling op dramatische wijze wijzigde en de twee in Cwrgt F. Kmnan, Russia and the Wnt (New Vork, Mentor 8ooks, de daaropvolgende vier jaar als bondgenoten bijeenbracht. 1960), blz. 61-62. Dil boek wordt hierna. afgekort : Kcnnan. Ruuia . (Formeel namen de Verenigde Staten pas deel aan de oor2) w.A.. WüliamJ, American Rustian Relaûonl: 1781-1947 (New Vork., lóg toen Duitsland haar in december aan de VS verklaarde. Rinehart Sc Co. Ioc., 1952 ); hittna afgekon : Williams. 3) Williams, blz. 105. Niettemin, de Verenigde Staten waren al betrokken bij Wdt 4)j.F. Ktrtnan, The Unit~ Statrs and t~ Sovia Uruon. 1917- 1976, in : medio 1941 zou uitmonden in een feitelijk conflict.) Foreign Affairs, juli 1976, blz. 674 ; hierna afgekort : Kennan. U.S. De geschiedenis van de oorlogsbetrekkingen tussen de VS 5) Fminid C. Barghoorn, "flle Soviet Cultural Offensiw: (Prinoeton, New en de SU is een verhaal op zichzelf; een paar slotopmerJeney, Princeton Univenity Pren, 1960), blz. 29-30; hierm afgekort : kingen hierover zijn noodzakelijk, omdat ze de schakel Barghoom. 6 ) Zie : Kennan , Russia, voor een ~detai1leerder behandeling van deze vormen tussen de jaren dertig en de Koude Oorlog. De zuen. , oorlogsbetrekkingen tussen de twee landen zijn nooit een71 Zie : Kennan, Russia, de hoofdstukken 5 tot en met 8 voor een gedevoudig geweest en ze zijn meestal ingegeven door stratetailleerder beschrijving van beide operaties. gische en politieke noodzaak aan beide kanten. Maar wat 8) Gecit~rd door: Kennan, U.S., blz. 674-675. 9) Williams, blz. 123. Williams duidt in hetzelfde hoofdstuk aan dat deze zo verrassend is, is de snelheid waarmee de Amerikaanse welwillende filosofie noch de mening van Wilson noch die van Ameregering welovewogen koos voor het vergeten van de rika', minister van buitenlandse zaken Lansing vertegenwoordigde achterliggende tien jaar en voor het plaatsen van de Sovjetgedurende het grootste deel van de periode 191 7- 1920. Unie in een context die geen historische rechtvaardiging 10) Het was na deze reis dat StdTens veriJaarde : "Ik ben naar de toekomst geweest en het werkt" . Bron : Barghoorn, blz. 36-37 . had: - de miveringen in de jaren dertig met hun zeer sterk l il Kennan, Russia, hoofdstukken 9 en 10. anti-,oesterse inslag (innerlijk deel uitmakend van de 12) Kennan, U.S. blz. 675. 13) Citaat in Williams, blz. 203 . williams staat k.ritischer ten opzichte van anti-kapitalistische propaganda) werden vergeten; Hoovers motieven, die hij in verband brengt met toekomstige com-er werd geen acht geslagen op het feit dat de Sovjetmerci~le belangen; zie ook. hoofdstuk. 7. leiden die deze zuiveringen leidden, dezelfde waren 14) Barghoom t blz. ~5. 15) Barghoom, blz. 53-55. als die Rusland in oorlngstijd aanvoerden; 16) Keonan, Russia, blz. 281. -genegeerd werden Moskous pogingen om in 1939 de 17 ) FUMr, Men and Politia, blz. 196. o Duitse stnrmloop van de SOljet-Unie naar het WesIS ) Barghoorn, blz. 34. SCOlt is in feite ~n acedemlcus die uitsluitend leerde ijzergieten om in staat te zijn in de Sovjet-Unie te werk.en. ten te verplaatsen in de hoop dat HitJer daar zo uit-· geput zou zijn (zoals ook de Kai,er in '14-'18 was) dat 19) Kennan, U.S .• blz. 67S . 20) Geciteerd doorWiIliams, blz. 254. hij zijn oostelijke ambities zou vergeten; 2 IJ Williams. blz. 255. -;-zelden genoemd werd de cynische Sovjet-verovering 22) Voor ~n gedetailleerdere discussie over de consequenties van de van grondgebied in 1939-1940 en Staltns pogingen houding in de oorlog voor de na -oo rlog~ periode. zie : Kennan, U.S., blz. 678-684 . bet volgende jaar om van het Westen dezelfde oon12
60 jaar Amerikaanse lOostpolitiek .
Ziaing tlan dl Mulual 8 alanctd Foret Rtduct;on ( M BFR)-btJprtlungm in WtnnI
Amerikaans- Russische betrekkingen: TEGENSTELqNGEN EN SAMENWERKING Naar mijn overtuiging worden de Sovjet-Amerikaanse betrekkingen in deze periode van de geschiedenis bepaald door wedijver. Dit constateren acht ik meer ter :take doende dan uitweiden over de betekenis van het woord dittnlt. o.ze wedijver is gebaseerd op een geheel verschillende kijk op de wereld en con Dicterende lange-tennijnvi,ies. Toch is het ook waar dat Amerika en Rusland, als bewoners van dezelfde planeet, vde gemeenschappelijke belangen heb ben. Het gezonde verstand vereist dat we de tegenstellingen in onze betrekkingen moeten tramten te reguleren om de gevarm van een oorlog te verminderOl, ofschoon we onze belangen en doelstellingen met verve moeten blijven verdedigen. Tegelijkertijd moeten we de terreinen waarin we kunnen samenwerken en onze belangen niet botsen, in de komende jaren uitbreiden, zodat volgende generaties Sovjet-leiders een constructieve verstandhouding als hun eigenbelang gaan beschouwen. Hoewel de Sovjet-Amerikaanse betrekkingen slechts een facet van de Amerikaanse buitenlandse politiek uitmaken,
Noot van de redactie: Dit artilul is een door de redactie gemaaテ》e ,Satnmvalting van de redt dit dt hur Shu/man op 26 oh/ob" 1977 voor etn subcommissit van het Amerihaanst Huis van Afgevaardigden hitld.
beSlaat er vrijwel geen aspect van het internationale leven dat niet wordt beテッnvloed door deze betrekkingen en dat niet moeilijker en gevaarlijker wordt door spanningen en ongebreidelde wedijver tussen de Verenigde Staten en de Sovjet- Unie. Deze overwegingen suggereren dat we het vooruitzicht op verbeterde Amerikaans- Russische betrekkingen zouden moeten toejuichen. Ze geven ook aan dat wezenlijke vooruitgang op de lange duur beter gediend wordt door specifieke maatregelen bij concrete problemen gebaseerd op wederzijds voordeel, dan door symbolische gebaren en afstandelijke verklaringen over de dテゥtente. Verder maken ze duidelijk dat, hoewel hel evenwicht tussen strijdige en overeenstemmende belangen hopelijk in belangrijke mate in het voordeel van de laatste zal doorslaan, beide elementen deel uitmaken van die betrekkingen. Het is beslist niet inconsistent om tegelijkertijd met strijdige en overeenstemmende aspecten van deze betrekkingen te maken te hebben. Tegen de achtergrond van deze algemene opmerkingen wil ik bepaalde aspecten van de huidige Amerikaans-Russische relaties behandelen: SALT en andere wapenbeheersingszaken, de kwestie van de p olitieke strijd e n de kwestie van de mensenrechten , Tenslotte zal ik aandacht besteden aan de binnenlandse silUatie in de Sovjet- Unie, 13
SALT Door de moderne militaire technologie hebben de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie beide de mogelijkheid elkaar te vernietigen als een functionerende samenleving. Hoe we op deze verschrikkelijke feiten moeten reageren, is onderwerp van voortdurende discussie in dit land.
Ons fundamenteel uitgangspunt is dat we adequaat in de veiligheid van ons land en onze bondgenoten moeten voorzien en in hel voortbestaan van onze maatschappelijke
waarden. Sommige betogen dat we het beste de veiligheid van ons land kunnen waarborgen als we streven naar een zo groot mogelijk militair overwicht over de Sovjet-Unie en andere mogelijke tegensrnnders. Het resultaat hietvan is
evenwel dat we de andere partij aanmoedigen hetzelfde te doen - met als uitkomst een voortdurende drang naar
strijd zouden zijn met het accoord gedurende de lopende onderhandelingen. De onderdelen waarover in de onderhandelingen al overeenstemming is bereikt. zullen in het nieuwe - tot 1985 geldige - verdrag worden opgenomen. Onderdelen die van belang zijn voor één van beide maar waarover nog geen overeenstemming is bereikt, worden in
plaats daarvan vastgelegd in een protocol, bedoeld om d.e VS en de SU drie jaar de tijd te geven een bevredigende oplossing te vinden. Tegelijkertijd is voorzien dat het accoord de volgende "ronde" regelt, die bedoeld is om werkelijke beperkingen te bereiken; tot die tijd blijft het strategisch evenwicht tussen de twee landen intact.
Overig wapenoverleg Het is nuttig om in het kort de plaats van een aantal andere
beide zijden, een gestage vermindering van onze veiligheid
wapen besprekingen die aan de gang zijn, weer te geven. Deze zijn uitgebreider dan menigeen denkt.
en een toenemende druk op onze samenleving. Tussen deze aanpak en andere extremen met onvoldoende zorg voor het belang van een militair evenwicht is een
rikaans- Russische gesprekken, eind september vorig jaar
grotere, betere en minder stabiele wapensystemen aan
derde weg, die de uitdrukkelijke politiek van de huidige regering in de afgelopen tijd is geweest. Doel hiervan is de strategische militaire wedijver op een redelijk plateau te stabiliseren door onderhandelingen met de SU in de "Strategie Arms Limitation Talks" (SALT). We zijn ervan overtuigd dat Amerika sterk moet zijn, zodat geen tegenstander ooit in de veronderstelling kan verkeren dat hij ons of onze bondgenoten zou kunnen aanvallen
zonder rampzalige gevolgen voor hemzelf. Hoewel de Verenigde Staten zonodig gelijke tred kunnen houden met iedere versnelling van de militaire wedloop, is het duidelijk in het belang van onze veiligheid dat de wapenwedloop
De Indische Oceaan. De tweede ronde van de bilaterale Ame-
in Washington gehouden, was bemoedigend. De Amerikaanse regering beoogt de Sovjets er in de eerste plaats toe te ewegen de militaire situatie in die regio in evenwicht te brengen en vervolgens te voorkomen dat er een wapenrace tussen de twee landen ontstaat. In de nabije toekomst ontmoet men elkaar weer voor een derde gespreksronde.
Volledige hemproef-,top. Deze onderhandelingen, waaraan het Verenigd Koninkrijk ook meedoet, vertonen enige
vooruitgang van de tegenwoordige gedeeltelijke kernproefstOp naar een verbod dat ook geldt voor ondergrondse
ballistische raketten beperkten en de interim-overeen-
proeven. Hoewel men het er over eens is dat een kernproef-stop wenselijk is, of de andere nucleaire mogendheden hier nu aan meedoen of niet, blijven er onder andere over vreedzame kernexplosies verschillen van mening bestaan. De Amerikaanse regering is van mening dat een
komst in 1972 hebben duidelijk nut gehad; niettemin zijn beide partijen doorgegaan met het opbouwen van hun
volledig verbod noodzakelijk is en zij gaat door hierover in Genève te onderhandelen.
zo stabiel en laag is als maar mogelijk. door onderhandelingen. Dit is wat we aan het doen zijn in de SALT sinds
deze in november 1969 begonnen. Het verdrag dat de anti-
srrategische wapenarsenaal, zowel kwalitatief als kwantita-
tief, op een manier die niet werd beperkt door het verdrag
WedazijdJe EvmwichLige Troepen Reductie in Centraal Europa.
of door de interim-overeenkomst. Een reden waarom SALT niet .effectiever is geweest, is dat de verschillen in wapensystemen en geografische omstan-
In Wenen zijn de moeizame onderhandelingen tussen de
digheden in de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie het moeilijk hebben gemaakt met enige nauwkeurigheid te bepalen wat strategisch evenwicht betekent. Beide partijen zijn sterker in een bepaald aspect van de militaire wedloop, en beide partijen zijn bezorgd dat de voorsprong van de andere partij effectiever is (of kan worden) dan zijn eigen voorsprong. We hebben ook een periode van buitengewone vordering in de wapentechnologie doorgemaakt,
hetgeen de berekeningen in de SALT-onderhandelingen onvoorstelbaar ingewikkeld maken. En toch, ondanks die geweldig ingewikkelde technische aspecten van de SALT, zijn de belangrijkste beleidsbeslissingen een kwestie van gezond verstand en beoordeling; op basis hiervan kunnen president Carter, het congres en de betrokken burger een besluit nemen.
Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en hun respectievelijke bondgenoten bedoeld om een billijke oplossing van deze bron van gevaren te vinden. Tussen de westerse eis dat
troepenbeperkingen tot gelijke niveaus moeten leiden, en het Sovjet standpunt dat de huidige verhoudingen door evenredige beperkingen gehandhaafd moeten blijven, is nog geen vergelijk opgetreden. De Verenigde Staten zetten de onderhandelingen voort, in de overtuiging dat een oplossing voor dit probleem in belangrijke mate kan bijdragen aan de Europese veiligheid en aan een klimaat van gerechtvaardigd vertrouwen.
Chemische waperu. Deze onderhandelingen ontwikkelen zich redelijk goed. De Sovjet- en Amerikaanse delegatie werken aan technische details en definiëringsproblemen, in de hoop dat dit voorjaar gemeenschappelijke richtlijnen aan
Bij de huidige onderhandelingen met de Sovjet-Unie wordt
het comité van de Geneefse Ontwapenings Conferentie kunnen worden voorgesteld.
getracht de militaire wedijver te stabiliseren en deze om te buigen naar een redelijker peil en de introductie van
Controle op anti-satellielwapem. Aangezien zowel de Verenig-
nieuwe (onstabiele) wapentechnologieën te vertragen. Als deze onderhandelingen slagen, zullen beide landen en de rest van de wereld veiliger zijn.
Hoewel het interim-accoord formeel verlopen is, hebben beide landen verklaard geen daden te verrichten die in 14
de Staten als de Sovjet- Unie zwaar op satelliet-waarneming leunen voor hun "early warning" en om naleving van de SALT en andere overeenkomsten te controleren, is het
vanzelfsprekend een zaak van wederzijds belang dat er een accoord wordt bereikt om te voorkomen dat één van beide
partijen het vermogen omwikkelt satellieten te vernietigen. Er bestaan rapporten dat de Sovjet-Unie hiennee experimemeert: als deze experimeruen worden doorgezet, zullen de Verenigde Staten zeker hun technologisch vennogen aanwenden om op zijn minst op gelijke voet met de SovjetUnie te komen. Amerika zet zijn onderzoeken op dit gebied voort, mocht het noodzakelijk zijn om snel anti-satellietwapens te ontwikkelen; tegelijkertijd werkt de Amerikaanse regering aan voorstellen die deze potentieel destabiliserende ontwikkeling afWenden.
V66r-aanAondiging van lanuringen . Dit onderwerp is onderdeel van de strategische wapenbeperkingsbesprekingen (SALT) in Genève. De Sovjet-opvatting is, dat er al voldoende waarborgen in de twee voorgaande accoorden zijn geschapen - één voor maritieme incidemen en een ander voor maatregelen om het risico van het uitbreken van een nucleaire oorlog te verminderen - die beide partijen verplichten de ander te waarschuwen als een proefneming of een per vergissing geanceerde raket tot foutieve gevolgtrekkingen aanleiding zou kunnen geven. De VS geloven dat een veel verder reikende verplichting noodzakelijk is, wil men een werkelijke bijdrage aan het wederzijds vertrouwen leveren. Non-proliforalit van umwaptnJ. Dit is een onderwerp waar de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie sterke, gemeenschappelijke belangen zouden moeten hebben (en ook inderdaad hebben), en waarover een redelijke mate van samenwerking is bereikt. In juni 1977 stemden de beide partijen ennee in om hun gemeenschappelijke pogingen om het aantal kernmogendheden in te dammen, onder de hoede van de London Suppliers Group te plaatsen, aangezien de samenwerking met andere leveranciers van nucleair materiaal absoluut essentieel is. De sleutel om ooit de verspreiding een halt toe te roepen is om ons inzicht in het verband tussen de brandstof-cyclus bij vreedzame toepassing en de produktie van nucleair materiaal waarvan wapens gemaakt kunnen worden, te vergroten. Niet alleen de VereiUgde Staten moeten hier goed van op de hoogte zijn, ook andere landen moeten zich bewust zijn van de risico's en voordelen van kernenergie. Het Internationale Atoom Agentschap, waarin de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie goed samenwerken, speelt een belangrijke rol. De constructieve deelname van de Sovjet- Unie aan het in Washington gehouden congres over de fabricage van kernbrandstof is een nieuwe indicatie van het hoge niveau van samenwerking tussen de twee supennachten op het gebied van de non-proliferatie. Rtgionalt nucltairt wapens. De Sovjet-wapens die op Europa gericht zijn, vallen op dit moment vrijwel onder geen enkele internationale overeenkomst, en de ontwikkeling door de Russen van steeds modernere systemen, zoals de SS-20 - een mobiele, met MIRV's uitgeruste middellangeafstandsraket - en de Badtjirt bommenwerper, veromrust de Europese landen in toenemende mate. Het is in dit stadium onzeker of onderhandelingen over dit "grijze gebied" tussen SALT en de MBFR mogelijk zijn. Wanneer men deze verschillende wapenbeperkingspogingen beschouwt, lijkt het alsof een groot aantal problemen wordt aangepakt, sommige met een redelijk., andere met minder vooruitzicht op succes. Naar het oordeel van de Amerikaanse regering zijn deze pogingen nuttiger in zoverre ze specifieke en concrete maatregelen beogen, in plaats van algemene verklaringen. Naar mijn opvatting
dragen propagandistische intentieverklaringen niet wezenlijk bij tot de oplossing van concrete problemen bij het verminderen van het gevaar voor conventionele of nucleaire oorlogen.
Politieke tegenstellingen en mensenrechten Sinds het viennogendheden verdrag over Berlijn in 197 I is het belangrijkste en gevaarlijkste gebied voor een mogelijke confrontatie russen de VS en de SU, Centraal Europa, betrekkelijk stabiel. In vergelijking met vroeger is het een hele stap verder dat Europa nu een geografisch gebied is waar het risico van botsingen belangrijk venninderd is. Hoewel zowel Oost- als West-Europa vanwege zijn industriêle reserves een vitaal gebied van politieke wedijver blijft, kan de wijze waarop die wedijver zich manifesteert minder gevaarlijk voor de wereldvrede worden gemaakt, als bij de Weense MBFR-besprekingen werkelijke vooruitgang geboekt wordt. Het Midden-Oosten is daarentegen nog steeds een brandhaard waarbij de SU en de VS betrokken kunnen raken. Dertig jaar lang, waarbinnen zich vier Arabisch-Israelische conflicten afspeelden, zijn de Amerikaanse en Russische belangen hier gescheiden. Hoewel de Sovjet-invloed in dit gebied wisselend is geweest, is het zeker dat het gebied van aanzienlijk belang voor haar is en dat een constructieve in plaats van een obstructieve rol een belangrijk element vormt in elke poging om het gevaar van een nieuwe middenoosten-oorlog te venninderen. In de huidige siruatie zijn de Verenigde Staten in staat geweest om zowel met Israêl als de Arabische landen samen te werken bij het bereiken van een regeling, maar een duurzame en volledige oplossing vereist directe onderhandelingen tussen de partijen. Dit kan het beste worden bereikt onder auspiciën van de Geneefse Conferentie, in samenwerking en met hulp van zijn twee coördinators, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. In Afrika moet geconstateerd worden dat de gedragingen van de Sovjet-Unie de laatste twee jaar een gebrek aan terughoudendheid hebben getoond. In Angola en ook in de oorlog russen Ethiopiê en Somaliê draagt het Russische beleid (met name wapenleveranties) ertoe bij dat lokale conflicten Afrika ernstig destabiliseren. In andere Afrikaanse gebieden waar zich conflicten kunnen omwikkelen (Rhodesiê en Namibiê), zijn initiatieven ontwikkeld die kunnen leiden tot een regeling die een grote mate van Afrikaanse steun heeft. De Verenigde Staten willen de Sovjet-Unie aanmoedigen een constructieve houding ten aanzien van deze initiatieven aan te nemen en verdere OostWest polarisatie in Afrika te vermijden. Er is hoop en vooruitzicht dat de Sovjet-Unie de belangrijke rol van de Verenigde Naties in deze zaken ondersteunt. Samenvattend lOU men kunnen zeggen dat, hoewel realisme gebiedt de politieke wedijver in verscheidene delen van de wereld tussen de twee grootmachten te erkennen, er een zekere vooruitgang is geboekt bij het opstellen van een gedragscode betreffende de terughoudendheid die in de verschillende gebieden in acht genomen kan worden. Dit is niet ingegeven door altruïsme, maar door eigenbelang. Het is pijnlijk duidelijk dat een ongereguleerde competitie de vele lokale confliahaarden die er zijn geweest en nog zullen komen, kan escaleren; de mogelijkheid van een lokaal conflict dat uit de hand loopt, is steeds aanwezig. Een andere bron van tegenstellingen vonnt de naleving van de mensenrechten. Hoewel deze zaak een twistpunt in de Sovjet-Amerikaanse betrekkingen is geworden, heb ik 15
het gevoel dat het op de lange duur een constructief resultaat heeft gehad . Op filosofisch niveau ben ik van mening dat er een nuttige dialoog kan bestaan tussen samenlevingen die uitgaan van de maatschappelijke behoeften en die de leniging van materiele noden benadrukken, en samenlevingen die uitgaan van de waarde en waardigheid van het individu en de vervulling van politieke rechten benadrukken. Het spreekt echter vanzelf dat de zaak van de mensenrechten ook politieke en bureaucratische problemen oplevert, dat het fundamentele principes van politieke controle raakt en daarom vaak verkrampte antwoorden oproept. De Amerikaanse regering heeft bij bilaterale besprekingen en op de Conferentie in Belgrado duidelijk gemaakt dat de nadruk die zij legt op vooruitgang betreffende de mensenrechten, een wezenlijk element van haar buitenlandse politiek is - en niet speciaal is gericht tegen de Sovjet-Unie. Deze houding is niet veranderd en zal niet veranderen. Daarbij is gezocht naar de effectiefste middelen om het doel, reele resultaten bij de verbetering van het lot van betrokken individuen te bereiken en op de lange duur een groter respect voor de waarde en waardigheid van de mens te bereiken. Ik ben ervan overtuigd dat dit doel niet in strijd is met het verlangen om naar een vermindering van de internationale spanning te streven en de Sovjet-Amerikaanse be(rekkingen te verbeteren. Integendeel, op de lange duur kan een verminderde internationale spanning de interne druk verlichten; het is deze druk die de volledige creatieve ontplooiing van de man of vrouw, waar ook ter wereld, in de weg staat.
Interne ontwikkelingen in de Sovjet-Unie
tigde orde, is het een feit dat zelfs binnen deze groepen belangrijke verschillen en vele andere meningen vertegenwoordigd zijn, die in aanmerking genomen moeten worden in het politieke en maatschappelijke leven van dat land. Hoewel de bevolking in zijn totaliteit uiterst gekant is tegen verandering en grotendeel$ a-politiek is, kunnen aan beide zijden van het politieke spectrum - onder zowel dissidenten als de partij-elite;- de moderne quivalenten van de twee stromingen in de Russische geschiedenis, de SlavQJulen en WeJter.sen onderscheiden worden. Nationalisme vindt men in de Sovjet-Unie niet alleen onder de diverse nationale minderheden, maar ook onder de "Groot-Russen"; de drang naar het moderniseren van het land volgens westerse maatstaven loopt ook dwars door andere verdelingen in het politieke spectrum. Deze verdelingen hebben gevolgen voor twee van de interessantste vraagstukken die heden en toekomst van de Sovjet-Unie raken. De eerste komt voort uit het feit dat de SU op de drempel staat van een algemene en volledige ommezwaai in de hoogste regionen van haar machtsstrucluur. Het is duidelijk - niet noodzakelijkerwijs bij de komende opvolging maar binnen afzienbare tijd - dat een nieuwe generatie de touwqes in handen gaat krijgen. EĂŠn van de intrigerendste vragen is, wat het karakter van die generatie is, van de mannen die nu in de veenig en begin vijftig zijn. We weten dat zij veelal beter zijn opgeleid dan de huidige machthebbers en meer vertrouwd met de buitenwereld, maar bovenal dat ze geen homogene groep lijken te zijn. Of ze zullen neigen naar nationalisme en orthodoxie of naar een modernisering volgens westerse snit, kunnen we niet voorspellen. Alles wat we wellicht kunnen zeggen, is dat ze deze door ons gebezigde dualiteit nie\ behoeven over te nemen bij een verantwoordelijke belangenbehartiging van hun land in de wereldeconomie en de wereldgemeenschap.
Tegen de achtergrond van de Sovjet-Amerikaanse betrekkingen zal ik nu enige opmerkingen over de aard van de binnenlandse ontwikkelingen in de Sovjet-Unie maken. De denkbeelden omtrent de betrekkingen van de twee landen berusten in sterke mate op de perceptie die men heeft van Wat er zich binnen elk van deze beide landen afspeelt; veelal zijn dergelijke percepties controversieel of onuitgewerkt wanneer men over dit onderwerp spreekt. Sommige "sovjetologen" neigen ertoe de historische verbanden in de Russische ervaringen te benadrukken, anderen de veranderingen in de ingewikkelde wijze waarop de Sovjet-samenleving op de oprukkende industrialisatie reageerde. Er is zeer zeker veel te zeggen voor beide opvattingen en beide moeten in ons denken worden betrokken. Het Sovjet-systeem weerspiegelt de eeuwen centralisatie, autocratie, bureaucratie en isolatie van de westerse tradities die alle de Russische ervaring hebben gemarkeerd en die overgedragen zijn op de Sovjet-periode. Tegelijkertijd is het ook waar dat de Sovjet-Unie in vele opzichten voortdurend in een proces van verandering is gewikkeld, een symptoom van heen en weer slingerende pressiegroepen en belangen, dat zo kenmerkend is voor ontwikkelingslanden. Ondanks de extreme centralisatie die het Sovjet-systeem kenmerkt, beweegt het centrale thema van het politieke leven in de Sovjet-Unie zich tussen enerzijds een drang naar orthodoxie, anderzijds naar modernisering. Ieder aspect van de binnen- en buitenlandse politiek is ervan doordrongen, misschien is het zelfs in de geest van de afzonderlijke Sovjet-leider aanwezig.
Dit is verbonden met de tweede vraag: hoe het Sovjetleiderschap enkele van de structurele problemen in de Sovjet-economie zal aanpakken. Achter de problemen van lage produktiviteit en hiaten in de geavanceerde technologie gaan organisatieproblemen schuil. die onvennijdelijk voortkomen uit de fouten in het verregaand gecentraliseerde politieke controlesysteem. We moeten natuurlijk niet het vennogen van het Sovjetsysteem onderschatten om de problemen van dag tot dag aan te kunnen zonder een structurele oplossing; maar het is toch een niet te onderschatten probleem, hetgeen moge blijken uit het feit dat het voedsel-, energie- en milieubeleid in het Westen ook een voortdurend samenspel is tussen korte-tennijn voordelen en lange-tennijn noodzakelijkheden. We kunnen alleen bogen op het hebben betreden van de drempel van deze problemen, maar de gebeurtenissen voltrekken zich met zulk een snelheid dat we misschien niet eens de kans krijgen onze venrouwde gedachtenspinsels rustig aan te passen. Aan de gedragscode die we in de Amerikaans-Russische concurrentie in lokale conflictsituaties pogen aan te brengen, beogen we ook een positievere dimensie toe te voegen. Een dimensie van actieve samenwerking tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten om steun te verlenen aan de internationale instellingen die zich opwerpen om deze wereldwijde problemen aan te pakken.
OtSchoon we door de westerse persberichten wel eens de naieve indruk hebben dat de belangrijkste scheilijn in de Sovjet- Unie wordt gevormd door dissidenten en de geves-
speciaal adviseur van minister Vance betreffende Sovjet aangelegenheden
16
Marshall D. Shulman
Energie en In ternationale Machtsverhoudingen Vrijwd elke tomamr van de economische activiteit leidt dir«t of indirM tot een grotere vraag naar energie. Het energieverbruik van een land is in hoge mate afhankelijk van het Brulo Naliqnaal ProduJrt, waarin zowel materiële conswnpûe als dienstverlening en voonieningen zijn opgenomen. Ter illustratie: in 1975 was per hoofd van de bevolking zowel het energieverbruik als het Bruto Nationaal Produkt in Noord-Amerika zeventien maal zo hoog als in de Derde Wereld. Ook in de afgelopen jaren is de samenhang niet doorbroken; economische groei en de grod van het energieverbruik bleven beide achter bij de trend. Op privé-niveau geldt eveneens dat een grotere welvaart in de meeste gevaUen leidt tot een groter direct (benzine, elektriciteit) of indirect (energie voor de fabricage van gebruiksgoederen) energieverbruik. Dit alles implicttn dat een voldoende beschikbaarheid van energiegrondstoffen essentieel is voor het realiseren van de gangbare sociaal-economische doelstellingen en voor het handhaven van de huidige levensstijl. Vooral voor de geïndustrialiseerde landen kan een abrupte onderbreking van de energietoevoer reeds na korte tijd rampzalige gevolgen hebben. Een samenleving die voor een belangrijk deel van haar energiebehoeften op importen is aangewezen, is derhalve per definitie kwetsbaar. Het gevoel van afhankelijkheid ontstond in de westerse landen met name tijdens de oliecrisis van 1973, toen de toevoer om politieke redenen werd beperkt. Tevens kregen de energie-importen door de sterke }>rijsverhogingen een veel grotere betekenis voor de nationale economie en handelsbalans.
Vraag en aanbod van olie Mili"" ben.', per d-ag Noord·Amer,k , C. flbiach gebied. ZO,d-AnM#fl kli M,dden-()()5tlm
,,'roka We5I- Eu ' OPd
Jlpan VIIIl Il Oo~hm. A uSIfUllz lII Sov)etU 'lM.! Oost-EoI09a C h,nl TDlNl
_ •,_ __,... .,.._,HtI
• r• ..,.. _ _
"so Verbruik
Produktie
Vfitlrulk
•.,
6.6
12.3
,Q,g
" " "0.'
0.6 0.' 0.3 ' .3 0.' 0.'
3.6
0.' 10,1
Produkti.
1171
22.1
'.'.'. ', ,.,
5.' 09
' • .8
'.'
12.5
11 .3
10,7
51.1
5• ••
~_ "" "' '''f'#OIIu* ''' ''' _''''''''' ''''' ''' ',
,.,
.... 'lOOIdr • •
3. '
..., . _~ ....
Energie- importen De internationale aspecten van de energievoorziening zijn met name van betekenis, omdat de thans beschikbare reserves ongelijk over de wereld verdeeld zijn. Als gevolg daarvan is een leer grote handel in energiegrondstofTen
ontstaan, waarvan de olie veruit het belangrijkste is. Kolen, gas en elektriciteit worden meestal niet over grote afstan· den getransporteerd, omdat de vereiste kosten en investeringen veel groter zijn dan de kosten van transport van olie (b .v. tankers voor vloeibaar aardgas, hoogspanningsgelei dingen, e.d.). De totale handel in kolen bedraagt momenteel. een tiende van de OECD -produktie, en de gas-importen van de westerse landen in hun geheel komen overeen met enkele procenten van de produktie. Daarentegen wordt bijna tweederde van de olieproduktie in de niet-communistische landen in OPEC-landen gerealiseerd, die hiervan meer dan 90% exporteren naar de geïndustrialiseerde westerse landen . Hoewel olie momenteel in minder dan de helft van de mondiale energiebehoeften voorziet, zijn de internationale aspecten van energie derhalve toch sterk gekoppeld aan de olie-situatie. Uiteraard zal in de komende decennia de betekenis van de handel in uranium, gas en kolen kunnen toenemen. Het is onvermijdelijk hier enige cijfers te vermelden; de gangbare eenheid voor het meten van een oliestroom is mb/d, ofWel miljoen valm per dag. De Verenigde Staten importeerden in 19756.2 mb/d; dat is een derde van het totale energieverbruik. West-Europa importeerde 12.5 mb/d , overeenkomend met bijna het totale olieverbruik en ruim de helft van het energieverbruik (overigens bestaan er zeer grote verschillen tussen de Europese landen onderling). Japan is voor zijn energievoorziening vrijwel geheel op importen aangewezen; driekwart daarvan zijn olieimporten, 5 mb/do De genoemde olie-importen zijn a.h.w. de "balans" tussen de totale vraag naar energie en de beschikbare energie uit andere bronnen. Het overgrote deel van de genoemde importen is uit OPEC-landen afkomstig; vorig jaar produceerde OPEC 31.6 mb/d, waarvan ongeveer 2 mb/d voor eigen gebruik. Vooral voor West-Europa en Japan geldt dus dat tegenover een grote vraag naar olie een zeer geringe eigen produktie staat, terwijl de situatie in de OPEC landen precies omgekeerd is. De Verenigde Staten zijn eerst sinds enkele jaren op OPEC-importen aangewezen, omdat de vraag naar energie bleef toenemen terwijl de groei van de eigen produktie stagneerde.
Verkleining van risico's Het spreekt vanzelf dat de onmisbare OPEC-oliestroom (per jaar het equivalent van 5000 volgeladen supertankers van 250.000 ton) strategisch gezien risico's met zich meebrengt. Een onderbreking van deze toevoer is gelijk te Stellen met een rechtstreekse aanslag op de olie· importerende landen. Evenals acties tegen produktieplatforms of reservevoorraden is een dergelijke vorm van agressie wellicht alleen denkbaar in een allesomvattend conflict. Het is echter ook mogelijk dat de bevoorrading stagneert als gevolg van problemen in belangrijke producerende landen, bijvoorbeeld door terreuracties of politieke interne 17
crises. Om minder kwetsbaar te zijn hebben de meeste wes· terse landen dan ook aanzienlijke olievoorraden aangelegd (voor vele landen in de orde van drie maanden van het huidige verbruik); momenteel sluiten met name de Verenigde Staten grote contracten af voor het vergroten van hun reserves. Het International Energy Agency is al vanaf de oprichting actief op het gebied van noodmaatregelen, en onlangs werd besloten dat de Europese Commissie bij een toevoervermindering van 1096 besparingsprogramma's en een verdelingsprocedure in werking kan stellen. Deze maatregelen zijn niet zozeer gericht op het veiligstellen van de olietoevoer voor militaire operaties, maar veeleer op het overleven van een crisissituatie zonder economische chaos, en op het behoud van een onderhandelingspositie.
"nieuwe" energie bijna steeds tientallen malen hoger zijn dan prQduktiekosten van olie in het Midden-Oosten). De invloed van OPEC berust dan ook niet alleen op het bezit van 7 1% van de bewezen oliereserves, maar ook op het feit dat de produktie-omvang binnen bepaalde marges vergroot en verkleind kan worden . Het bovengenoemde evenwicht impliceert een toenemende interdependentie tussen olie-exporterende en -importe : rende landen. De OPEC-bezittingen in westerse landen bedragen thans ongeveer S 160 mrd en nemen nog snel toe; dit betekent dat door de olieprijsverhogingen zeggenschap vanuit westerse landen naar OPEC-landen is overgeheveld, maar ook dat de gemeenschappelijke belangen toenemen.
Winplaal5tn van Olie
Interdependentie Ook afgezien van crises en crisisdreigementen heeft olie een grote invloed op internationale machtsverhoudingen. Door de schok van de oliecrisis ontstond bij velen het beeld van een westerse wereld die gedwongen was aan alle eisen van het OPEC-monopolie tegemoet te komen. De enige oplossing werd gezien in het zo snel mogelijk bereiken van autarkie, hetgeen weerspiegeld is in een aantal volstrekt onhaalbare en onrealistische plannen. Inmiddels is duidelijk geworden dat een grotere autarkie slechts langzaam en tegen hoge kosten bereikt kan worden. Zelfs de Verenigde Staten, met een groot potentieel voor nieuwe vonnen van energieproduktie en besparingen, zul· len eerder méér dan minder OPEC-olie gaan verbruiken . Dat wil niet zeggen dat de ontwikkeling van andere energiebronnen geen succes zou hebben, maar wel dat veranderingen op de vereiste enorme schaal slechts langzaam tot stand gebracht kunnen worden en dat bij een gunstige economische ontwikkeling ook de vraag naar energie verder zal toenemen. De afgelopen jaren hebben aangetoond dat er een gecompliceerd evenwicht bestaat tussen het tempo van de economische groei; de vraag naar energie, het aanbod van energie, de prijs van energie en verhoging van de efficiency van het gebruik. De beschikbaarheid van andere of " eigen" vormen van energie hangt ten dele af van de reserves, maar voor een groot deel van economische, politieke en sociale factoren (vgl. vei1i~heid . milieu, positie mijnwerkers, kernenergie en proliferatie, en het feit dat de kosten van 18
Saoedi-Arabië en Iran, die bijna de helft van de OPECproduktie voor hun rekening nemen, voelen zich niet de westerse wereld verbonden en zijn daar in meer dan één opzicht op aangewezen; met name het Amerikaanse beleid heeft hier ook bewust aan bijgedragen. Een ander facet is dat OPEC-macht tot OPEC-verantwoordelijkheid leidt, bijvoorbeeld voor de wereldeconomie en de positie van de ontwikkelingslanden. Het recente besluit de olieprijs niet te verhogen is ten dele een gevolg van die nieuwe verantwoordelijkheid . Verder dient men te bedenken dat een onredelijk of onberekenbaar 0 PEC-beleid de westerse landen zou dwingen om tegen elke prijs alle beschikbare potentieel in te zetten voor het vergroten van energie-aanbod en -besparing. Elk succes op dit terrein leidt tot een geringere behoefte aan OPEC-olie, zodat het effect op de OPEC-machtspositie onverwacht groot kan zijn. Het genoemde besluit om de olieprijzen zelfs niet aan de inflatie aan te passen was pri. mair het gevolg van het huidige olie-overschot, hoewel dat slechts 5% van de produktie bedraagt. Evenzo is de invloed van de Noordzee-produktie (1 mb/ dl voor de exporteurs van lichte laagzwavelige olie alleszins merkbaar. De meeste waarnemers verwachten wel dat de vraag naar 0 PEC·olie in de tachtiger jaren sterk zal toenemen, zodat OPEC's positie versterkt kan worden. In de afgelopen jaren hebben de importerende landen zich gerealiseerd dat het tijdperk van de goedkope energie van vóór 1973 met recht en reden verdwenen is. Een grote
verlaging van energieprijzen (waarvoor de olieprijs als standaard fungeert ) zou tot een ontoelaatbare afhankelijkheid van OPEC-olie leiden . _Bovendien komen de OPEC-
bijna 40~ van zijn harde valuta uit de olie-export. Het is ook denkbaar dat de Sovjet- Unie export naar het Westen combineert met aankopen van OPEC-olie, wanneer zij
inkomsten voor het grootste deel weer in de imponerende
voor dit laatste met industrieprodukten rou kunnen be-
landen terug, daarmee toch bijdragend tot groei en werk. Over enkele jaren zullen de meeste OPEC-landen zelfs meer besteden dan hun olie-export opbrengt. De olieinkomsten bedragen momenteel S 135 mrd per jaar, maar de behoeften van met name de bevolkingsrijke OPEClanden nemen snel toe. Voorspeld is dat over een aantal jaren alleen de landen van het Arabisch schiereiland nog een groot surplus zullen hebben; omdat in deze landen slechts 596 van de OPEC-bevolking woont, heeft dit geleid tot twijfel aan de rol van OPEC als een gesloten machtsblok. Meer nog dan thans zal Saoedi-Arabie een doorslaggevende rol spelen : een recent CIA-rapport stelde dat in 1985 de
talen. In het verleden is men bevreesd geweest voor een Russisch dumping-beleid, voor Russische exporten met het
Saoedi-Arabi~
doel een directe machtspositie te verwerven, en de Sovjet-
Unie is ook wel beschouwd als een mogelijk alternatief voor OPEC. Thans lijken de economische motieven echter bepalend te zijn voor het Russische beleid. De positie van de Sovjet-Unie in de toekomst zal mede bepaald worden door het succes van haar diversificatiebeleid . Het land heeft zeer grote kolen- en gasreserves, en een toenemend gebruik van kolen, gas en kernenergie kan leiden tot een vergroot exportpotentie. Over een aantal
jaren zal de Sovjet-Unie als gasexporteur vergelijkbaar zijn met Nederland, en verder lijkt ze vastbesloten een export-
zijn
positie in verrijkt uranium en kerncentrales te verwerven.
produktie tot het drievoudige zou moeten opvoeren (met inkomsten in de orde van S 120 mrd per jaar). Dit verklaart de grote bezorgdheid naar aanleiding van recente berichten dat Saoedi-Arabie om technische redenen bij lange na niet in slaat zou zijn een dergelijke produktie te realiseren.
Maar op dit moment is het land, vanwege de bescheiden export naar de westerse landen, niet van cruciaal belang
vraag naar olie
ZQ
groot
lOU
zijn dat
Uil het bovenstaande blijkt dat de interdependentie eerder
zal toe- dan afnemen, en dat een optimale aanpak van de energieproblemen zeker niet de belangen van àf importe-
rende óf exporterende landen kan negeren. Ook blijkt dat de invloed van energie op machtsverhoudingen in de afgelopen jaren minder in strategische en meer in economische termen is vertaald .
voor de westerse energievoorziening.
Ook de Russische invloed op het OPEC-beleid lijkt beperkt, deels vanwege politiek-ideologische verschillen, deels omdat de OPEC-belangen meer aansluiten bij de belangen van haar afnemers. De beslissing om de olieprijzen niet te verhogen werd door de hve5tia gezien als een uiterste poging van het imperialisme om misbruik te maken van de nog resterende afhankelijkheid der olieproducerende landen van het Westen. Uiteraard is de SovjetUnie gebaat bij hoge OPEC-prijzen. Hel Chinese energieverbruik. waarin kolen veruit het be-
De communistische landen
langrijkst zijn, is qua omvang vergelijkbaar met dat van Japan. De olieproduktie van China, 1.8 mb/d, neemt vrij
In veel beschouwingen komen de communistische landen
snel toe en China kan een van de grotere olieproducenten
slechts zijdelings ter sprake, omdat hun export naar het
worden . China exporteert een deel van haar olieproduktie, wellicht zowel om politieke redenen als om importen te
westen van marginale betekenis is . De Sovjet-Unie. hoewel de grootste producent ter wereld, exporteert per jaar ongeveer I mb/d olie en olieprodukten naar de westerse landen en de export van China bedraagt ongeveer 0.2 mb/do Over de toekomst van de Russische olieproduktie bestaan zeer uiteenlopende meningen. In een controversieel rapport stelde de CIA onlangs dat de Russische produktie binnen enkele jaren zou gaan teruglopen. De produktie in Europees Rusland loopt al geruime tijd terug, het percentage winbare olie in de beschikbare velden wordt steeds lager geraamd , en vooral is van belang dal het tempo van
de noodzakelijke nieuwe ontdekkingen te laag is. Van Russische zijde wordt ontkend dat de gestelde doelen niet bereik.t zouden worden, maar het is een feit dat de Sovjet-
Unie in het westen grote aankopen doet t.h.v. de olie- en ga'produktie. Aankopen van superieure westerse apparatuur kunnen de produktie ten goede komen , maar men kan niet stellen dat de Sovjet-Unie noodgedwongen hierop aangewezen zou zijn.
financieren . Verwacht wordt dat deze exponen zullen toe-
nemen, maar de ramingen lopen ver uiteen (b.v. I mb/dl. De Chinese belangstelling voor westerse winningstechnieken en apparatuur blijkt uit recente bezoeken van een grote
Chinese delegatie aan de Verenigde Staten enJapan.
Besluit De grote afhankelijkheid van de westerse landen van olieimporten is politiek en economisch ongunstig, en houdt een risico in voor tijden van internationale spanning. Zelfs
wanneer een effectief energiebeleid gevoerd wordt, zal deze afhankelijkheid slechts zeer langzaam kunnen verminderen. Inmiddels is een redelijk inzicht ontstaan in de sa-
menhang tussen energievoorziening, OPEC-beleid en de wereldeconomie; hierdoor en door de toenemende belangenverweving van olie-imponerende en -eXporterende landen ontstaat een meer evenwichtige machtsverhouding.
Zelfs als de Sovjet-Unie de olieproduktie kan blijven op-
De communistische landen in hun geheel zijn niet op olie-
voeren is het niet zeker dat zij de exporten op peil kan
impotten aangewezen en verkeren daardoor in een gun-
houden, omdat de binnenlandse vraag zal blijven groeien
stige positie; dit betekent echter ook dat hun invloed op de mondiale energie-ontwikkelingen relatief gering is. De
(toenemend autobezit, industriële expansie) en omdat de Sovjet- Unie min of meer verplicht is in een groot deel van de Oosteuropese oliebehoeften te voorzien.
Het lijkt er overigens op dat Oost-Europa al niet meer
motieven van de Sovjet-Unie voor haar olie- en gas-
exporten naar het Westen lijken thans voornamelijk van
automatisch op Russische leveranties kan rekenen. Het is
economische aard. In de tachtiger jaren zal die invloed van energie op internationale machtsverhoudingen minder uit-
mogelijk dat de Sovjet- Unie aan haar export naar het Westen prioriteit zal geven, omdat de grote handelsschuld en
ficatie in de westerse landen en een grotere betekenis van
de behoefte aan westerse industrieprodukten dit vereist. Mede omdat Russische exportartikelen bij de westerse consument niet erg in de smaak vallen, krijgt Rusland
sluitend door olie bepaald worden, als gevolg van diverside handel in andere energiegrondstoffen. dr ].L.K.F. de Vries 19
Bewapening en Ontwapening, Feiten en Ficties H~t
is gewoonlijk al g~n simcun: een pakkend thema voor ern con frreruÎ e te maar de Adantische Onderwijscommissie w(t1zich door haar doel el1 instdling wel voor em h«1 ingt'wikkeld vraagstuk gendd. tn prin(i~ immers wij deze - btt~kkdijk autonome - subcommissie van de Adamische Commis sie hel Nederlands onderwijzend pt:non«1 mei een Atlantische boodschap be rdken. terwijl die boodschap oo~ nog evenwichtig "voorgdmokt" • dus niet Jan en Allmlan tegen-de -harcn -insuijkend moet zijn. Wonderwd is zij hi~in eigenlijk altijd geslaagd en ook haar laatste conferemie ov~ U&waiXning en Omwapming. Ftittn en Ficties", die op 20 januari in de Tw«de Kam«" plaatnond, lijkt op het predikaat "succesvol" Ie mogtn rekenen. Althans. als mOl naar het aantal Mzoekers - rond de tweehonderd - kijkt. Naast d~ aardigheid op de plaats van Den Uyl of Marcus Bakker te ritten moet toch u:ku ook hrt thema vele leraren naar Den Haag hebbf:n gevoerd. En inderdaad, van de confermûl'-tÎtel mocht ved vl'rwacht wordl'n . Maar zou dm de Atlantische Onderwijscommissie (voomamdijk ~uaande uit Il'raren. gttn maauchappij-Ierarenl l'n de door haar aangt1:rokk.en sprekers, Siccama en Von Mryenfddt, wd bij machte zijn het leer complexe (ontlwapcningsvraagstuk ook. maar eniguins aan te duiden, laat staan voor lera~n ~sprttkbaar te maken? ~denkrn.
Fictie. SÎccama van hl't N~erlands Instituut voor VrcdesvraagsruHen bracht het een heel eind voor wat betreft de ficLies. Na het "polemologen wereldjl' '' de arm te hebben omgedraaid zei hij juist vanwege het conferentie-thema zijn spreekbeurt het liefst "àven populaire halve onwaarheden over bewapening" te willen noemen . Hal· ~ onwaarheden, die ook in dat "polemologenwereldje" opgeld schijnen te doen. Zij volgen hieronder : 1. Er ujn aIlijd k Vld wa;nu; als jt tnt gtdultt wtUooil up ddIJT rtOoU HULIQ 2.
mtltgnt. Ent ontwaptndt , ...IUI.
UJtTtld iJ /ttt vrttd-
J. HOt trgtT tU polntliik uitWtTiing van ttN fJNJpnt iJ. /tot sltcltttT U tijN.
4. D, I><wtipm;",,,,,,dIt»p 00"" 0 .., m Wat _dl op g.", g,~ ..dm " ~ kl4"{mgrotJ>m lIis "" milil4ir· bulllsmul crmapkx tN dt txtm&t drtipg. die tU wtdloop mincltint op gag "'tfl gtbrlXlIt, is nid I4"{tr tMmwaig. , . Dt VS gll4ll tm OIU'tClttt altijd uit van tU oapnsti&t ramÎllgnt CMlrntt tU militaire Aracltt vaN dt Soudtt Ureit ("worst cast"-projtctit). 6. Oost nt West btvÛldnt z.iclt in tnt op_ """"pm;",upirtuJ!. 7. 8'",,«'1ing ... Ik """"pm;.gJWtdJoop is tnt striA.tt tJOOnlKJtJrtU voor vrttUsJuJrldhatÄNg. Let wel, het gaat hier om halve onwaarheden, die door Siccama omstandig werd~n weerlegd. Enkele saillante punten uit zijn weerleggingen betroffen de punten 2, 5, ,) en 6. Zo was zijn weerlegging van punt 2 even origineel als begrijpelijk : wilde men nit1: tot "universde herscnoperaties" overgaan dan zou tot in lengte van dagen de kennis om wapens te maken altijd blijven bestaan. Een van zijn zijde voor vele bezoekers onverwacht pleidooi voor de handhaving van kernwapens - maar niet de neutronenbom - volgde bij punt 5, toen hij zei voor een werkzame afschriHing aan kernwapens de voor20
keur te ge\'en boven conventionele wapens . Het neutI:onenwapen verwierp hij met de stelling dat deze bom eerder bedoeld was om een aanval af te ûaan dan om af te schrik -
"".
De vijfde halve onwaarheid ging Siccama te lijf met een citaat van AIbert Wohlstetter in de hand . Dit citaat bewees dat de Amerikanen sinds het begin der zestiger jaren de Rus sische strategische bewapening eerder hadden ondtrschat dan overschat . Voor velen was het ook o~ienbarend van Siccama te vernemen dat de strategische budgets van de VS èn hun exp losief vermogen (gemeten in aantallen megaton) gtdaald waren in tegenstelling tot wat meestal wordt aangenomen , Onvennijdelijk leidde SÎCcama '5 bf: toog tot de conclusie dat ontwape· ning "zomaar" niet kón. Daarvoor speelde het door zijn lezing geweven "evenwichtsdenken" ook een te grote rol.
Cadetten niet vennoeien met ontwapening De cweede spreker. Von MtJtnjtldt, gouverneur van de Koninklijke Mili taire Academie te Breda, bracht een betreUdijk kleurloos verhaal. Niet dat militairen kleurloos denlc.en, maar zoals Von Meyenfeldt zelf al zei: " initiatieven voor oncwapening moeten uit de politiek en niet van militairen komen" . Wel deed de gouverneur zijn gehoor versteld staan m~t zijn opmerking dat cadetten, meest in de leefLijdsgroep van 18 lot 20 jaar, nog niet 'rijp" zouden zijn voor een beroepshalve betrokkenheid bij de bewapenings - ontwapeningsdiscussie. Later rou hij deze fel aa.ngevallen mening verdedigen met de stelling dat hij militairen moest opleiden, geschikt voor hun landsverdedigende taak. En daarin achtte hij de conferentie problematiek hooguit bf:langrijk als gesprek55tof, maar niet als lesstof.
Leerlingen niet te bereiken Ot' laatste spreker kwam \'oon uÎt de o nderwijsregionen zelf. Kamptr. een don"nt maatschappij leer. voerde zijn gehoor door zijn eigen lesstof en gaf aan. hoe lijn ven·:oede pogingen de leerlingt'n bij de discussie ro nd de be .....apening te betrekken. alle stranden in een grote mate van onverschil ligheid. De bedoeling van de organisatOren, Kamper een brug Ie laten slaan tu ssen het oc htend (inleidin gen -) gedeelte en de discussies des middag~ , mag mndt'r mt>er gMlaagd genoemd worden . Aanvankelijk ",·erd gediscussieerd in kleine groepen, later plenair. met een forum bestaande uit de inleiders van de morgenzitting. In deze kleine dis· cussiegroepen bleek eerst goed hoe o ntoereikend de ochtendvoorlicht ing was geweest. Het nagenoeg ontbre ken va n een goede basis voor de discussie - ook de stellingen voldeden in dit opzicht absoluut niet, indien men de discussianten mag geloven werkte bijvoorbeeld een discussie in de hand over de vraag of Nederland nu .....eI of niet een democratische rechtsstaat was en dat kon toch nooit de bedoeling rijn geweest. Wel kwam ook in deze commissiediscussie ten volle naar voren hoe weinig leerlingen geïnteresseerd wa ren in de bewapeningsproblematiek maar oo k hoe weinig tijd de meeste leraren hadden om zaken als deze in hun spaarzame lesuren te behan delen .
Bedee.de chaos De plenaire vergadering aan het eind van de middag verliep zonder structuur, waardoor een bedeesde chaos . bevorderd door het vroegtijdig vertrek van Von Meyenfddt, zich begon af te tekenen. Een lichtpuntje was ook nu de heer Kamper, die met zijn suggesties en bij het publiek aanslaande taal nog enig opbouwend werk ~rrichlle; zijn betoog zou wel licht de leraren bij hun werk kunnen helpen . De grote opkomn ten spijt, moet ge -
steld worden dat de AtlantÎKhe On derwijscommissie zich met het thema Bewapening en OntwaJXning, Feiten en Fiaie., heeft venild. Of een betere voorbereiding. of een ecnvoudi~r onderwerp. 10U ~n dus kunnen aanraden. Maar dat de taak. die de Onderwij.commissie neh gtlteld heeft, een belangrijke i. en duidelijk voorziet in een behoefte, mag mt1: diezelfde grote opkomst bf:wer:en worden geacht. R.D. praaniog De standpunten van de spreken op de Atlantische OnderwijsconfefCntie zullen nadere aandacht krijgen in het ja.nuari/februari nummer van Allan Lische Tijdingen. Inli chtingen : StichLing Atlantische Commissie, Raamweg 44, Den Haag.
Carters geestdrift werkt door in V.N. De Amerikaanse VN-ambassadeur Arthur Lowemlein hield op 2 februari in het Anne·Frankhuis in Amsterdam een lezing over mensenrechten. Na Andrew Young's komst in de gelederen van de Amerikaanse VNdelegatie is daar een frisse (Carter-) wind gaan waaien. Het was typerend voor de spreker, die op uitnodiging van het Anne-Frankhuis en Amnesty International naar Nederland is gekomen, dat hij mentaliteit zo'n gewicht toekende. "Er is niet zozeer een verschil tussen 'linkse' en 'rechtse' mensen, maar tussen degenen die menen dat de patstellingen doorbroken moeten worden, en hen die dezelfde platgetreden paden blijven bewandelen" . aldus Lowenstein. Zijn carrière bij de Verenigde Naties was deze diplomaat met de nodige scepsis begonnen: "Toen ik voor het eerst de vergaderruimte van de Mensenrechten CommiSSie betrad, vroeg ik mezelf in alle ernst af wat ik. daar kwam doen. Links van de zetel voor de Amerikaanse delegatie - mijn plaats dus - zat de vertegenwoordiger van de Sovjet-Unie en rechts werd de stoel ingenomen door de geachte afgevaardigde van Oeganda." Daarnaast was zijn twijfel ook gericht op de Verenigde Staten zelf, wier houding op het gebied van het steunen van dictatoriale landen niet altijd brandschoon was geweest. Carter heeft hier ingrijpende veranderingen in aangebracht, aldus de spreker, maar besefte desondanks dat de Verenigde Staten deze houding niet tot in zijn uiterste consequentie konden doorzeucn. Hij had in de loop der tijd de houding van landen en hun afgevaardigden bij de VN ingrijpend zien veranderen. Mensenrechten waren bespréékbaar geworden, hoewel niet altijd tot genoegen van bepaalde landen. Buiten het onderwerp "Apartheid" kwam het niet voor dat men de vinger ophief tegen schendingen - de boter op hun eigen hoofd kon wel eens gaan smelten.
Er bleet wel reden om de verwachtingen niet al te hoog te stellen. "Wanneer het niet-inmengingsbeginsel strikt wordt toegepast, heeft de VN-mensenrechtencommissie geen zin! Maar aan de andere kant, het is ook niet goed denkbaar· dat regeringen actief gaan ingrijpen in het systeem van andere landen, tenzij ze een gunboat-politiek gaan hanteren." Een regeling om in de VN de "overtreders" te gaan straffen, kon ook geen
genade vinden in de ogen van de Amerikaan. "Je zou dan zeer moeten oppassen dat dit middel niet verkeerd gebruikt gaat worden. Ik geloof bijvoorbeeld dat Golda Meir dan als eerste de kans lOU lopen te worden bestempeld als oorlogsmisdadigster. Zo liggen de krachtsverhoudingen nu eenmaal in de Verenigde Naties." K.A.N.
Berezhkov: (Beperkingen blijven' Het beleid van de StichtingjASON, verscheidene meningen mondeling en schriftelijk aan het woord te lalen, kwam opnieuw tot uitdrukking bij een door haar georganiseerde Iezing op 25 januari voor de VU Amsterdam door Vladimir BtrtthAow. Deze Rus _ hoofdredaCleur van het maandblad USSR-VS _ zou men kunnen omschrijven als representant van de in omvang toenemende groep Sowjetwetenschappers die een evenzeer toenemendeinvloed schijnt te hebben op de totstandkoming van het Russische buitenlandse beleid. Dit, en het gegeven dat Berezhkow tot de medewerkers behoort van Arbatov'j "AmerikaCanada Instituut" stelde zijn lezing over. "Sowjet-Ameri kaanse relaties en de rol van de Mensenrechten daarin" wel in een zeer in(e~ ' ressam daglicht.
Droog De helft van de twee uur durende sessie ge-
bruikte Berezhkow voor een droge uiteenzetting over de historische Sowjet-Amerikaanse betrekkingen, waarin kruisrelaties als Cuba en China volledig achtetWege werden gelaten. Vooral de "Amerikaanse acceptatie van de theorie van de vreedzame coêxistentie (die, althans volgens Berezhkow. na het SALT-I akl..oord een feit was) kreeg grote nadruk, waarnaar hij, blilkend op Carter's huidige administratie, meerdere malen weemoedig teruggreep . Toch iOleressam was het evenwel van Berem kow te \ernemen, hoezeer de Sowjet Unie in zijn maag zat met de regelmatig terugkerende verkiezingen in het Westen (met name in de VS ) wier onzekere uitslag hij welhaast als destabiliserend voor de Oost-West betrekkingen aanduidde. Met de opmerking "N ixon kenden wij, Clner was voor ons een onzekere factor" rondde hij zijn inleiding treffend af.
Discussie Het uitblijven van de van Berezhkow verwachte plaatsaanduiding van Mensenrechten in internationale betrekkingen stimuleerde de goed voorbereide Amsterdamse politicologie-Sludenten tot het stellen van prilkelende vragen. H~ em land zijn interne situatie regelt behoorde volgens hen allang niet meer uiului(end tot haar souvereine jurisdictie. Met ttn overvl~d aan citaten en feitenmateriaal bestonnden lij de Rus die zich al spoedig gedwongen zag enkele rechten-beperkende sowjetregels toe te geven. Maar, zo besloot hij zich te verdedigen, die beperkingen hadden altijd al beslaan en men droeg ze ook graag, in een opoffering voor het socialistische vaderland. Wat er dus aan beperkingen bestond bestond bij de gratie van impliciete goedkeuring van het volk en welk. ànder volk zou daar nu aan mogen tomen? vroeg Berezhkow zich af.
Geen veranderingen " Wij hebben nog steeds goede hoop in ~n vruchtbare samenwerking met het Wenen" , Met deze woorden bagatelliseerde Berezhkow de WeSler~ pogingen in Belgrado het vraagstuk. van de mensenrechten bespreekbaar te maken. Vragen van de studenten over het Westerse pessimisme in Belgrado wuifde de Sowjet journalist weg en meldde dat hij de zaken allemaal niet aux serieux nam . "Het Westen moet toch inzien dat er bij ons door druk van buitenaf helemaal niets verandert. Wij zijn niet van plan ons door wie dan ook de les te laten lezen ".
R.D.P.
Congres- en Bijeenkomsten Agenda
In de volgende jaargang van jASON-magazine zal de redactie ten behoeve van haar lezers tweemaandelijks een overzicht geven van wat er zoal aan congressen en bijeenkomsten op het gebied van de buitenlandse en defensie-onderwerpen wordt georganiseerd. In beginsel zullen we in deze agenda alle toepasselijke informatie opnemen. Deze moet evenwel betrekking hebben op bijeenkomsten en congressen die -
.
Om enige uniformiteit te bewerkstelligen nodigen wij U uit om mededelingen op de volgende wijze te rangschikken:
in Nederland worden gehouden Ă f door speciale
1. datum waarop de Activiteit plaatsvindt;
2. aard van de activiteit (bijvoorbeeld: bijeenkomst! conferentie/themadag/lezingllunchbijeenkomst);
.
geen besloten karakter dragen (wat niet wil zeggen dat er geen algemene voorwaarden voor deelname
mo,en zijn); -
even op.
arrangementen voor . Nederlanders gemakkeliik
toegankelijk zijn in het buitenland ; -
Hoe eerder, hoe beter, JASON -magaZine is een tweemaandelijks blad en het heeft daarom weinig zin om activiteiten die op zeer korte termijn gehouden worden, in te zenden. Belt U de redactie in twijfelgevallen
gaaJl over eeh onderwerp dat binnen het thema-
bereik van jASON valt (internationale verhoudingen, defensie-vraagstukken, Oosteuropese landen, ideologieĂŤn en dergelijke onderwerpen meer). De redactie stelt het zeer op prijs wanneer instellingen en organisaties zelf hun activiteiten (die zich voor deze agenda lenen) melden of wanneer anderen ons hierop attent maken.
3. thema (naam of motto, bijvoorbeeld : "Hoe zien we Oost-Europa ?") ; 4. organiserende instelling ;
5. plaats waar het wordt gehouden en preĂ eze tijdstip van aanvang en afloop; 6. kosten van deelname (met eventuele voorwaarden voor deelname); 7. kone inhoud (van de conferentielbijeenkomst, met eventueel een korte toelichting op het thema); 8. contact-adres (en telefoonnummer, waar men na-
dere informatie kan verkrijgen). Redactie 1ASO N -magazine