'"""l
~
,
....,
11
U
I" '"
~
MAGAZINE
'"
.....
...
~
...
I
Se JAARGANG NR. 6/6e JAARGANG NR. 1
'SI..iiD4T)o OP EaN CQJ~ " AN .MIJ~ kA"" 0 ),( ~ ..:-..t+ oYtA: oe ).I1!'~ 'W€"" ~~"4I'~PeN ,"-SENl4fl '3.\I».o4M . ."..~ D.t Vi,) 'It .lAL
ClJb1!.k,Ii:N •• SOl.OAreN DIE- ,Io!,~ ,,~IlQA~ ~E8T, pE HAMt":rt YA~ Le:1~~ JlI..U!. 'vn.'P~ TlfRt "-l E"" \jE'a~UI.\j~iUN WONDE. N,
ZAl.
! IK "ZAL !oIE WREKEN !
IK NADER I-II:.'T DRUK!<-NOPJE EN IK TEL ..
EEN ... TWEE .. .
J. van der Velde Stripverhalen en de kernbewapening ...... . ... pag. 2
C.A. van der Klaauw Détente: geen illusiepolitiek ................. pag. 11 P J. Teunissen Ontspanning als inzet van wedijver tussen Oost en West ............................... . .. pag. 13 H. van den Bergh
De rangorde in het ontspanningsproces ........ pag. 20
S.I.P van Campen Het venneende leiderschap van de Verenigde Staten .......................... pag. 23
J.P.Huner Eindelijk: een verdrag over dubieuze wapens ... pag. 25
)ASON-magazine Secretariaat en Redactie:
Redactie JASON-magazine
Van Stolkweg 10, 2585 JP DEN HAAG Telefoon : 070-545988 (maandag en dinsdag) Postgiro : 3561025 Bank : 45.68 .55.548 (AMRO-Bank te Scheveningen)
HOOfdredacteur Redactieleden
Lay-out
: Maurits Dolmans : Hans Fortuin Peter Mulder Kees Nederlof Gert Timmerman Guldo Vigeveno : Anke Ballet-Peters
Abonnementsprijzen: 1 20,- per jaar (6nummers, behoudens verschijning van een dubbelnummer). Jongeren tot 20 jaar : 115,- . Adherenten van de Stichting JAS ON: Minimaal 1 10,- per jaar boven de abonnementsprijs op JASON-magazine. Jongeren tot 20 jaar: minimaaI15,- . Adherenten krijgen naast het blad tevens andere publikaties en mededelingen van de Stichting toegezonden.
Het volgende nummer Het eerstvolgende nummer van JASON-magazine zal zijn gewijd aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. In het kader daarvan zal met name aandacht worden besteed aan de rol en betekenis van de politieke partijen voor het (Nederlandse) buitenlandse beleid. Het daaropvolgende nummer is gewijd aan de betekenis van het Spanje na Franco: de interne en externe ontwikkelingen aldaar en de betekenis daarvan voor Europa en voor het Atlantisch bondgenootschap.
Advertenties: Advertentietarieven worden U gaarne verstrekt door de penningmeester van de Stichting . De in dit blad uitgesproken meningen blijven geheel en al voor rekening van de betrokken auteur.
Degenen die gel'ntereueerd zijn redactionele of eindredactionele bezigheden te ontplooien t,b.v. JASON-maguine, kunnen contact opnemen met Peter Mulder, telefonisch berelkba.r onder nummer 070 - 949393, tst, 3169 (overdag) of 071 - 140159 ('S avonds).
Dagelijks Bestuur Voorzitter Secretaris Penningmeester Hoofdred. JASON-magazlne Leden
Degenen die, door het schrijven van een artikel of het geven van suggesties, denken een bijdrage aan bovengenoemde toekomstige nummers te kunnen leveren, worden van harte aangespoord zich op korte termijn in verbinding te stellen met de redactie,
: Wlnfrled van den MulJsenbergh : Bert van BarIIngen : Marianne van der Meulen : Maurlts Dolmans : Nanelte Neuwahl Mlchaรถl Coppe_ Rob Knul_t
Overname van artikelen, โ ข. Algemeen Bestuur
Raad ven Advies
L. Aaien dr. W.F. van Eekelen (voorz.) drs. A.F. van Leeuwen H.J.M. Aben H. Gabrlรถl_ drs. P.J.C. Mulder mr, l. Narralna mevr. dr. A.M.e .Th. van HeelKasteel drs. K.A. Nederlof e.c. van den Heuvel R.D. Praanlng drs. M . Roemers dr. L.G .M . Jaquet drs. E.J. van Vloten drs. A. Scholten drs. M.I. Spangenberg-Carlier J. Tammenons Bakker M . Verwey drs. G.W.F. Vigeveno Leden van het Oagel lJks Bestuur zijn tevens leden van het Algemeen Bestuur
. . . uit JASON-magazine is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie te hebben verkregen en onder vermelding van de auteur, het nummer waaruit het artikel afkomstig is, het thema van dat nummer en het adres van de stichting JASON . De bronvermelding dient derhalve naar het volgende voorbeeld te zijn gemodelleerd : " Onderstaand artikel van de hand van (auteur) is overgenomen uit JASON-magazine van april/mei 1979, dat gewijd is aan het thema "In vredesnaam de NAVO" . JASON-magazine is het tweemaandelijkse tijdschrift van de stichting JASON, gevestigd Van Stolkweg 10, Den Haag."
Redactioneel
Dit dubbelnummer van jASON-magazine valt uiteen in twee grote delen. Allereerst een nieuw artikel van de hand van J. van der Velde over de rol die atoomwapens zijn toebedeeld in sommige stripverhalen. Dit artikel is een vervolg op een eerder gepubliceerde verhandeling van dezelfde auteur over de Oost-West verhouding in stripverhalen (lie JASON-magaIine IV, no', 5 en 6). Kon de auteur in dit vorige artikel nog aantonen dat de Oost-West verhouding - en met nante het Koude Oorlogsdenken daarin - in sommige getekende avontuurverhalen vaak een belangrijke
de praktische mogelijkheden om, zolang de Sovjet-troepen in Kaboel waren, het détente-streven ook inderdaad inhoud te geven."
Met deze woorden gaf De Ryck van der Gracht een goede voorzet voor de inleiders ter conferentie. Minister Van der
Klaauw van Buitenlandse Zaken, die de conferentie opende, verwoordde nog eens nadrukkelijk het standpunt terzake van de Nederlandse regering (en van haar partners in het internationaal overleg), Professor Teunisseo gaf vervolgens een uitgebreid historisch exposé over de ontwikkelingen in het ontspannings-
rol speelde, in dit artikel komt hij tot de conclusie dat ook
proces tussen Oost en West, op grond waarvan hij een
atoomwapens vaak nadrukkelijk en op een eigen wijze in stripverhalen figureren.
aantal conclusies trok m.b.t. de huidige situatie . PvdA -Kamerlid Van den Bergh en cher de cabinet van de Secretaris-Generaal van de NAVO Van Campen gaven
jASON-magazine doet in dit nummer voorts verslag van de laatstgehouden jASON-Najaarsconferentie, die geheel gewijd was aan de vraag: "Détente na Kaboel: deelbaar of
vraagstuk.
eveneens hun -
overigens contrasterende -
visie op het
ondeelbaar",
In het laatste artikel van dit nummer maakt J.P. Huner
In het conferentiepaper (Mini-JASON nr. 4) schreef E.]. de Ryck van der Gracht onder meer : "Na de intocht van het Rode Leger in Kaboel is de discussie over détente weer losgebarsten. Volgens sommigen was dit het einde van détente ; volgens anderen had détente eigenlijk nooit be-
tenslotte de balans op van de laatstgehouden vervolgzitting van de VN-conferentie over "dubieuze wapens". Dit anikeI
is het vervolg op een eerder gepubliceerd artikel van dezelfde auteur, handelend over de eerste zitting van voornoemde conferentie (ü eJASON-magaIine IV, nr. 4).
staan, aangezien het in feite niet bleek te verschillen van de
koude oorlog. De Nederlandse regering bleef, samen met de partners in Europees en NAVO-verband, volhouden dat het streven naar détente ook na Afghanistan moest worden voortgezet. Aangezien echter gelijktijdig ook werd
Tenslotte moge nog worden opgemerkt dat met ingang van dit nummer van jASON-magazine Maurits Dolmans zal gaan optreden als hoofdredacteur, waarmee ondergete-
kende hierbij van die functie afscheid neemt.
verklaard dat de Sovjet-invasie onaanvaardbaar was en dat
détente ondeelbaar was, werden twijfels opgeroepen over
V.l.n.r. drs. H. van den Bergh, dr. S.LP. van Campen, JASON-voorziner Winfried van den Muijsenbergh en prof. mr. P.J . Teunissen (foto: EMn Brouwers)
(PM I
Stripverhalen en kernbewapening
In een vorig artikel is aan de orde gekomen de vraag in boeverre de Oost-Westverbouding berkenbaar is in de stripcultuur (J)_ We bebben daarin ge<:onstateerd dat bet stripverbaal een integraal deel van de samenleving is geworden; een soan massamedium, met name voor de jeugd_ In dit artikel komt de vraag aan bod of, en zo ja op welke wijze, dit medium bet gegeven dat de wereld sinds augustus 1945 in bet bezit van bet kernwapen is, beeft gebruikt_
kunnen vernietigen ". Dan volgt een keizerlijke boodschap waarin de zonen van het machtige Aziê wordt opgedragen: ude decadente vo/leen te overwinnen en hen tot arbeidJJlaven te malcen". De aanval wordt nog diezelfde nacht ingezet. De strategie van het Cele Rijk komt er op neer dat de morele
Het "of' laat zich al snel beantworoden. Terwijl Europa in koortsachtige activiteit de vernielingen uit de Tweede Wereldoorlog berstelde, verscheen - vijf jaar na Hirosji-
wereldkaart weggevaagd en ... Parijs totaal verwoest. Dan
weerstand dient gebroken te worden, waartoe vooral de
hoofdsteden en de belangrijkste centra onder vuur worden genomen. Diverse afbeeldingen maken de strip lezer duidelijk dat Moskou, Calcutta en Hankeoe met atoombommen worden bestookt . .. Rome, de eeuwige stad, wordt van de
ma -
het eerste deel van de geschiedenis van "Het geheim
van de Zwaardvis", getekend en geschreven door Edgar P. Jacobs. Drie jaar later volgde het tweede deel. De strip lezer wordt meegenomen naar een fictieve wereld ,
die echter gekenmerkt wordt door veel elementen van de vijftiger jaren, zoals onder meer blijkt uit de tekeningen van de auto's en de vliegtuigen. Het stripverhaal begint met de volgende lugubere toekomsIVoorspeIling: "Over heel de wereld heerst de groot,te onru,t ... In het gele rijIe, het hart van het mysterieuu Atië~ worden voorbereidingen getroffen om de wreed,te en groot,te oorlog van alle tij"den te votTen. "
volgt Londen; honderden raketten storten zich op de on-
gelukkige stad. Eén lichtpuntje in deze brandende chaos is de ontsnapping van het straalvliegtuig de " Golden Rocket" aan de eskaders van de agressor. In dit toestel bevinden zich de striphelden Mortimer - een geniaal technicus en o ntwerper van een geheimzinnig wapen met de bijnaam "Zwaard-
vis" -
en zijn kameraad Blake - kapitein bij de Britse
inlichtingendienst. Het zijn deze [Wee die, na veel omzwervingen, diverse gevangennemingen en ontsnappingen, samen met een hand-
jevol Britten en de nog niet uitgeschakelde "weerstandsgroeperingen" de strijd aanbinden met de Gelen. Dit geschiedt vanuit een geheime basis o nder water in .. . de Straat van Hormoez! (Het toeval is niet toerekenbaar. )
Al op de eerste bladzijde wordt de lezer gewaar dat dit
In deze kolossale basis - met onder meer drie dokken
keizerrijk over een enorme voorraad atoomwapens bescbikt : "raketten en robot, die de wereld in enlcele uren tijd,
voor onderzeeërs - werkt Mortimer verder aan de ontwikkeling van de "Zwaardvis" .
80MBAY
1<; NO ..
löE'N VERLATeN PUIN"OOP•••
SLêCl-lTÇ
RoME , OE eEUWIGE
STAP, IÇ Al~EEN NOG MA~ 'N HERINNERI"IO.
DE
LICHTSTAD PARIJS
IS WEGGEVAA'll...
DE FIIO:RE ENGELSE HOOFllSTAD LONDEN -.; IIIJNA UITGEBRAND ...
"Het Geheim van de Zwaardvis": de bliksemaanval van de nucleaire luchteskaders van het Gde Rijk zaait dood en verderf.
2
~.AAR VLol!. OUIKT PE " ZWAA~OVl':J· UIT
De GOW&N OP .••
Blake's "Zwaardvis" schiet uit het water (zoals SLeM's dat tegenwoordig kunnen) en strooit atoomrHeuen over de Gde Vloot als ware het pepernoten.
De basis wordt echter door een spion van de Gelen ontdekt en spoedig worden vlooteenbeden en amfibische troepen
lie tegen het keizerrijk. De keizer is woedend en besluit in
samengetrokken om de renerende tegenstanders van het
een vlaag van razernij zich te wreken door uhonderden vrese-
Gele Rijk definitief uit te schakelen. De positie van de verdedigende Britten verslechtert zienderogen onder meer omdat zij geen afweermiddelen hebben tegen het nieuwe gifgas dat de Gelen gebruiken. Dan besluit de basiscommandant tot de inzet van de twee nog niet geheel gereed zijnde prototypen van het nieuwe
lijAe en machJige waperu" in te zetten (zie omslag). Zo ver komt het echter niet want een eskader inmiddels gereedge-
wapen: de "Zwaardvis" . Dit wapen waarvan, zo wordt de lezer verteld, het lot van miljoenen mensen afhangt, is een combinatie van vliegtuig en onderzeeer.
De "Zwaardvis" blijkt inderdaad effectief; in het dan volgende lucht-zee gevecht - waarin atoomraketten (!) worden afgeschoten als ware het pepernotensrrooisel op Sinterklaasavond - worden de Gele vlooteenbeden en bijbehorende vliegtuigen geheel vernietigd.
Door deze overwinning gesterkt, gaan velen over tot rebel-
komen "Zwaardvissen" bestookt de vallei waarin de ver-
geldingswapens staan opgesteld. Een bom ontploft: de helse tuigen, het keizerlijk paleis en de hoofdstad van het Gele Rijk veranderen in een vlammenzee. Het keizerrijk is niet mttr!
De laatste tekening van het verhaal laat Blake en Mortimer in een deels verwoest Londen zien, waar Blake opmerkt:
" .. .we hopen dat ditmaal de bmhaving het geweld voorgoed bedwongen heeft. . . ". We kunnen ons, nu dertig jaar later, de vraag stellen in
hoeverre Jacobs met het in tekening brengen ten behoeve 3
van de ontspanning van de veelal jeugdige strip lezer van zulk een apocalyptisch geweld moet beschouwd worden als een maniakale geest. Mijns inziens hebben we echter te doen met het werk van een gertiale striptekenaar die met een knappe tekentechniek een uitzonderlijk tijddocument heeft gecreêerd. We mogen niet vergeten dat het toenmalig stripminnend publiek net de Tweede Wereldoorlog had meegemaakt en dagelijks nieuws kreeg over het Korea conflict. Een periode waarin tekeningen van ontploffende atoombommen in fatsoenlijke jeugdbladen volkomen getolereerd werden, maar tekeningen van zelfs maar halfnaakte
Inmiddels '
Zo! Alles is klaar! over enkele uren hebben wij ons doel bereikt. Frankrijk zal voor ons buigen, dan Europa en de hele wereld I Morgen w ordt het een bijzondere dag I
mensen als een complete ramp voor de jeugdmoraal wer-
den beschouwd .
Criminaliteit en de atoombom Al gauw na de 'jZwaardvissen-geschieclenis" verschijnen er op de markt stripverhalen waarin het gevaar beschreven (en getekend) wordt dat ontstaat indien misdadigers gebruik maken van kernwapens als afpersrrtiddel. In 1954 verschijnt "Het sein staat op rood" van Jacques Martin met in de stripheldenrol de Franse journalist Lefranc en als zijn tegenstander de aartsschurk Axel Borg. Deze Borg - grootindustrieel- bezit in de buurt van Straatsburg niet alleen een prachtig Elzassisch huis, maar ook nog in ruimten van de voonnalige Maginotlinie een gigantische basis waar diverse illegale activiteiten worden
voorbereid zoals het drukken van vals geld. Nog voo rdat de srriplezer kennis heeft kunnen nemen van
deze misdadige praktijken wordt hem verteld dat de Franse regering een aangetekend ultimatum heeft onrvangen, waarin een geheimzinnige organisatie voor een waarde van
drie rrti1jard aan goud eist. Bij niet nakoming van het ultimatum zal een gro te Franse stad door zware represaille-
maatregelen getroffen worden .. . De vreemde gebeurtenissen waarin Lefranc betrolr.lr.en raakt blijken verband te houden met dit ultimatum. Dan komen er steeds meer aanwijzingen dat Borg achter het ultimatum zit. Zekerheid ontstaat hierover als er uit de buurt van de villa van deze schurk met luchtafweergeschut een toestel van de Franse luchtmacht wordt neergehaald. Legereenheden omsingelen vervolgens het gebied rond de villa. Het anrwoord van de misdadiger is een radioboodschap waarin hij aankondigt dat Parijs de volgende dag zal worden vernietigd als het leger zich niet terugtrekt en het goud niet wordt geleverd.
De schurk. Axel Borg inspecteert zijn rake t die ger~d staat om op Parijs te wo rden afgevuurd.
Parijs gered en de atoombo\fl ontploft in volle zee! De Parijzenaars en de Elzassers kunnen opgelucht gaan feestvieren.
Voor de Parijzenaars duurt het feest evenwel rtiet lang want "La ville lumière" blijft voor de criminelen een aantrekke-
aardse basis gebracht. Na een dag weet hij echter te ontsnappen en dat terwijl het Franse leger verwoede pogingen doet de door zwaar bewapende bunkers verdedigde basis binnen te dringen. Verscheidene bunkers worden veroverd en Borg besluit zijn vernietigingsmiddel, een telegeleide raket met atoombom, op Parijs af te vuren. Parijs is echter
lijke stad om er atoomchantage op uit te oefenen. In 1974 verschijnt de Nederlandse uitgave van "De vleugel. van de Vampier" gevolgd door "Het hol van de Vampier". Dit keer gaat het rtiet om één maar om rwee helden ; de kapiteins Tangy en Laverdure, pilo ten van de Franse luchtmacht. De Vampier is de schurk. Hij is er in geslaagd zich meester te maken van achttien jachtvliegtuigen van het type .. Har-
reeds geheel geêvacueerd, een evacuatie die Martin in een
rier", die bestemd waren voor het Amerikaanse mariniers-
aantal indrukwelr.lr.ende tekeningen heeft uitgewerkt.
korps. Deze vliegtuigen zijn in staat verticaal te landen en op te stijgen en daarvoor hebben ze maar een hele kleine
Intussen is Lefranc gevangen genomen en naar de onder-
Lefranc weet met een eenheid militaire vrijwilligers via een
luchtkoker de basis binnen te dringen, waarna het pleit snel wordt beslecht. Te laat echter, want de raket is reeds gelanceerd. Lefranc zou evenwel nooit een stripheld zijn geworden als hij er niet in zou zijn geslaagd de raket, die zich inmiddels al vlak boven Parijs bevindt, vanuit de Elzas te besturen.
4
ruimte nodig.
Het is juist deze opmerkelijke eigenschap die de Harriers zo geschikt maakt voor Vampier's criminele plannen: ze
kunnen overal gernalr.lr.elijk landen en stijgen en zijn, aldus het verhaal, door radarafdelingen van de Franse luchtmacht niet te traceren. Met deze toestellen bestookt de
Vampier-organisatie vijf luchthavens met napalmbommen. Er zijn geen mensenlevens te betreuren maar de materiele schade is groot. Juist als de Franse president - in wie men de voorganger van Giscard, president Pompidou, zal herkennen - in een televisieboodschap aan het Franse volk de ernst van de situatie uiteenzet, wordt zijn boodschap onderbroken door een storing waarbovenuit de stem van de Vampier klinkt. Deze laatste stelt zijn ultimatum: hij eist van de Franse regering een losgeld van twee miljard Francs in dollarbiljetten, anders zal hij Frankrijk met atoombommen van de aardbodem wegvagen. Uit een schijnaanval van vier Harriers over een druk be·
volkte Champs Elysées, uitgevoerd met waarschuwingspamfletten en enkele oefenbommen om de bedreiging van de Vampier kracht bij te zetten, mag ook hier weer de belangstelling blijken die stripschurken hebben voor de Franse hoofdstad.
Gelukkig overleeft Parijs - ook nu weer bijna geheel geevacueerd op de aan Satain trouw gebleven OAS-troepen en benden plunderaars na - de snode plannen. Satain wordt door zijn zoon neergeschoten en de bomexperts kunnen aan de demontage beginnen. Tenslotte nog een opmerking voor de stripliefhebber met belangstelling voor politieke finesses. De drie hierboven beschreven verhalen wijzen niet alleen op de onvoorstelbare gevaren die ontstaan wanneer misdadigers zich mees· ter maken van een kernbom, waarmee ze dan de samenle-
ving kunnen chanteren, maar (onbewust) ook op het verschil tussen de "vierde" en "vijfde" republiek. De vierde republiek is de term waarmee een tijdperk (1944-1958) in de politieke geschiedenis van Frankrijk wordt aangeduid. Een tijdperk gekenmerkt door het feit dat de belangrijkste politieke verantwoordelijkheid bij de premier lag en dat in tegenspel met het parlement U'Assemblée). De vijfde republiek (vanaf 1958) wordt gekenmerkt door een staatsbestel opgebouwd rond de president als meest gezaghebbende.
Tijdsbttld van de 4e Republiek uit het ., ~in staat op rood" : de atoomdreiging die boven Parijs hangt doet de regering wank.elen.
In "Het sein staat op rood" herkent men het ,tegenspel russen regering en parlement onder meer in de tekeningen
gewijd aan een tumultueuze vergadering van de Assemblée "De vleugels van de Vampier" : Parijs doelwit van atoomchantage.
waarin de regering onder zware druk wordt gezet en het bevel tot actie door de minister van Binnenlandse Zaken
gegeven. In de beide andere verhalen is de politieke hoofdrol geheel De verdere gang van zaken zullen we U besparen. Tangy wordt in ieder geval vanwege zijn dapper aandeel bevorderd tot majoor.
voor de president. In de "Vampier" -albums is het Pompi-
dou en in het "Ultimatum" Giscard, die bijgestaan door hun ministers en generale staf. de tegenacties bepalen.
Parijs is evenwel nog niet uit de ellende want in 1979 verschijnt in de serie 'IDe partners" een stripalbum getiteld
ultimatum". U raadt uit de titel al waar het over gaat. Correct, Parijs wordt bedreigd met een atoombom die dit keer niet met behulp van een raket of met behulp van een verticaallandend vliegruig op de stad zal worden gedeponeerd, maar reeds bevestigd is in de Eilfeltoren. De doel. telling van de schurk is wel anders : het gaat dit UHet
keer niet zozeer om geld maar om de machtswellust en
wraakzucht van generaal Satain, ex-leider van de OAS, het gevreesde geheime leger uit de beginjaren zestig bestaande uit gedeseneerde eenheden van de Franse strijdkrachten in
Noord-Afrika, die het niet eens waren met de Algerijepolitiek van generaal De GaulIe.
"De vleugels van de Vampier" : de President (Pompidou ?) overlegt met zijn generaals.
5
oe
ItOeP MlNI4~~AAD l5~eEN ~ ONM.IOO6u..WK~ WE MOE-
TEN De STAAT VAN ~,*;5 AF""""Ol&ieN~
Tijdsbeeld van de Se Republiek: een op Giscard d'Estaing lijkende President reageert krachtig op het " ultimatum" van de schurk, generaal Satain.
Daaruit moge blijken dat stripscenario's, veelal uitermate fantasierijk, toch met de nodige zorg voor feitelijke details worden opgesteld.
Non-proliferatie Naast het uittekenen van het gevaar van de criminele aanwending van de atoombom hebben diverse stripverhalen het mijns inziens veel reëlere gevaar van uitbreiding van het kernwapen bezit naar kleinere sraten en afscheidingsbewegingen tot onderwerp. In het verhaal" Atoomalann" - de titel spreekt bijna voor zichzelf-moet de Amerikaanse marinepiloot Buck Danny samen met zijn twee onafscheidelijke kameraden een atoombom terug proberen te krijgen uit de handen van een groepje Latijns-Amerikaanse rebellen, die het duivelse tuig als laatste troef willen uitspelen tegen de wettelijke regering. Wat is gebeurd? Een toestel van het vliegkampschip de "Enterprise", het schip waarop Danny dient, dwaalt door een orkaan gedwongen steeds verder van zijn varende basis af en komt in het luchtruim van de staat Mantegua terecht. Een botsing met flamingo's doet het vliegtuig neerstorten met aan boord, omdat in de oefeningen de oorlogstoestanden precies moeten worden weergegeven, als oorlogslading: een korte afstandsraket met atoomkop. De atoombom wordt door de rebellen gevon· den en generaal Diaz, hun leider, ziet met deze vondst een unieke mogelijkheid om zich, in een "klap" te ontdoen van de regering waar hij tegen rebelleert. Een uitkomst gezien het feit dat zijn mHiraire positie niet al te rooskleurig meer is. Nu beschikt Diaz niet over voldoende getrainde piloten om de raket per vliegtuig af te werpen en een koortsachtig ronselen van vliegeniers neemt een aanvang. Eén van deze piloten is een zekere Buek Muller, voortnalig luitenant bij het US Strategie Air Command in het geheel niet eervol uit de dienst ontslagen wegens speelschulden en diefstal. Hij en zijn twee kameraden hebben wel interesse voor het "karweitje". Het zal duidelijk zijn dat Buek Muller onze,
6
~.t:nt:N
WE IN D~ B1J:::)~I:O-'""" i'Ha=:K ONS ~ICHr GAJ:lN OP6~N ! W5:DDE:N oqr IK H=.r ~!l H\:Ër RECHTE:. EINDHEB1
Scarlet Dream : een "Mala Hari " op zoek naar de kernwapens van TsjangKai -Tsjek..
"Atoomalarm" : 8uck. Danny op ~k. naar de bom van de nccrgotorte straalja~ k.omt erachter dat de rebellen van generaal Din het wapen al in handen hebben.
door de CIA van een valse identiteit en papieren voorziene, stripheld Buck Danny is, die moet proberen de kernkop weer veilig in Amerikaanse handen te brengen. Na vele avonturen, geschreven en getek.end in het veIVolgalbum "Het dodenescadrille" slagen Danny en zijn vrienden er in de opdracht succesvol uit te voeren. Een ander verhaal in de Danny-reeks vormt een variant op dit gegeven en behandelt de problematiek van de totale kernoorlog ge誰nitieerd door een kleine staat. In "Alarm te Cape Kcnneciy" is het de dictator van de in het Cara誰bisch gebied gelegen staat Inagua die met de bedoeling de bevrijding en de eenmaking van heel Zuid-Amerika te bewerkstelligen, een kernoorlog tussen de Verenigde Staten
en de Sovjetunie wil veroorzaken. Dit laatste door zelf een tiental raketten, die hij heeft gekregen van een internationale misdadigers-organisatie, op de Verenigde Staten af te schieten. Volgens de machtswellusteling zullen de Verenigde Staten hierop reageren met een ware stortvloed van raketten op Rusland. Opmerkelijk is de belangrijke rol die door de striptekenaars is toebedeeld aan de Verenigde Naties. Slot van het verhaal is namelijk dat de Inaguaanse lanceerbasis onder toezicht van de Veiligheidsraad zal worden onttnanteld. Tenslotte kan in verband met non-proliferatie nog genoemd worden de licht erotische strip "Opdracht in Hongkong" waar de roodharige - nogal schaars geklede - geheimagente Scarlet Dream er achter moet zien te komen op welk klein eilandje in de Oostchinese Zee de 7
"Alarm te Cape Kennedy": een machuwellustige dictator in Zuid-Amerika dreigt een totale kernoorlog te ontketenen.
kernkoppen liggen opgeslagen die Tsjang-Kai-Tsjek aan het einde van zijn leven wilde gebruiken om het vasteland van China te veroveren (overigens ĂŠĂŠn van de weinige keren in de stripcultuur dat een met name genoemde hoogwaardigheidsbekleder uit de twintigste eeuw van fantasie-wandaden wordt beticht).
Nieuwste ontwikkelingen Sinds een aantal jaren heeft zich een nieuw stripgenre ontwikkeld waarbij geen sprake is van verhalen over dreiging met kernwapens maar van verhalen gebaseerd op het gegeven dat de atoombom reeds op grote of minder grote schaal gebruikt is. 8
Het wereldbeeld dat de stripauteurs dan voortekenen is een weinig florissante en heeft nogal wat elementen met de donkere dagen van de Middeleeuwen gemeen. Twee exponenten hiervan zijn de verhalenreeks van "Siman van de Rivier" getekend door Auclair en die van "Jeremiah", even geniaal getekend door Hermann. In de verhalen van "Simon van de Rivier", het eerste verscheen in 1976, wordt een wereldbeeld geschetst waarin grote groepen mensen zich teruggetrokken hebben op het platteland om daar op vrij primitieve wijze landbouw te bedrijven, terwijl anderen nomadische herders zijn geworden. Oorzaken van deze volksverhuizing zijn het economisch conflict zonder pardon tussen twee grote mogendheden van weleer, het gebrek aan energie en de vele lokale I
oorlogen om de resterende aardolie. Of bij het laatste op kleine schaal atoomwapens zijn gebruikt wordt in het midden gelaten. In "Jeremiah" is het gebruik van het kernwapen als
OOf-
zaak van het totale verval van de beschaving wel duidelijk: op de eerste bladzijde van het album "De nacht van de roofvogels" ziet de lezer beelden van de Verenigde Staten, waarin het percentage zwarten van de totale bevollc..ing is opgelopen tot 42. Het gevolg is een gigantische rassenoorlog welke uiteindelijk beslecht wordt met de atoombom. Resultaat is een instabiele samenleving met een hoge criminaliteit. In deze samenleving blijkt het dier (paard, ezel) weer zijn rol van weleer, belangrijkste transportmiddel, te hebben herwonnen.
Slotopmerkingen Geconcludeerd kan worden dat de stripcultuur zich naast vele onderwerpen inderdaad ook heeft ingelaten met vraagstukken betreffende de kernbewapening - alhoewel we er aan moeten toevoegen, niet op ruime schaal. Met name ondeIWerpen zoals chantage met kernwapens en non-proliferatie hebben verschillende striptekenaars ge-
boeid. Het nucleaire afschriklc..ingsdenken - centraal in bijvoorbeeld de NAVO-strategie en die van Frankrijkblijkt evenwel geen bruikbaar onderwerp voor een stripverhaal te zijn geweest. Mogelijk geeft het feitelijk bestaan van kernwapens bij diverse strijdkrachten te weinig elementen van spanning om er een strip over te publiceren. Wat ik, geanalyseerd na de m.i. meest populaire stripverhalen, (vooralsnog) ook niet heb kunnen ontdekken is een echte veroordeling van het kernwapen als militair middel, een veroordeling die vooral door grote groepen in Nederland wordt onderschreven. In het oudste verhaal blijkt de overwinning van de "goeden" juist dankzij de inzet van atoomrakeuen en in de andere hier besproken verhalen wordt de duivelse bedoeling van misdadiger, rebellenleider of dictator veroordeeld. Het kernwapen op zich blijft echter buiten de discussie. Misschien niet helemaal verwonderlijk als we beseffen dat de Westeuropese stripcultuur die hier ter sprake is gekomen een van Frans-Belgische origine is. Met name de rea -
listische strips zoals LefTanc, Tangy en Laverdure, Blueberry, enz. zijn door Franse striptekenaars geschapen. En een van de weinige zaken die bij het grote publiek in Frankrijk - het publiek dat naast de grootste afnemer van stokbroden ook de beste klant van de stripuitgever is-
Jeremiah : een ras~oorlog beslecht met k.emwa~ru
9
stripfiguur ten tijde van het machtige Rome - een Grieks wijsgeer die hem waarschuwt voor het feit dat "atomen vreselijke rampen kunnen veroorzaken, zelfs de wereld zouden kunnen vernietigen". Een tekening van een ontploffende kernbom dient als visueel bewijs van de dreigende woorden van deze wetenschapper. Alhoewel men zich kan afvragen of de Romeinse geschiedenis enige band heeft met de kernbewapening is de striptekenaar er toch in geslaagd een zichtbare relatie te leggen. Een teken aan de wand voor meer stripverhalen over dit onderwerp? Jan van der Velde politicoloog
Noten (1) jASON Magazine, no . 5/6 4e jaargang, pagina 21 e.v. (2) Armées d'aujourd'hui , octobre 1980, pagina 7
Simon van de Rivier : terug in de Middeleeuwen .
Het is een enorme stap vooruit,
geen onderwerp van discussie vormt is de Franse strategie van een onafhankelijke nucleaire strijdmacht. Bourges, tot voor kort de Franse minister van Defensie, stelde hierover :
dn, echter tot vlYtselfjke dingen leidt. Het staat nu al vast da r die atomen vreselijke rampen kunnen veroorzaken, zelfs de wereld zouden kunnen vernietigen .
Afschuw/ijk. 1 Zek.er, het zou nog generaties duren, mUf 't risico is enorm ...
"Aucune des grandes f ormationJ politiques de notre pay, ne mel aujourd'hui en cause la polilique de dinua.sion. s'a eJt un dr>maine ou I'on peut parier de cOnJ""US, c'est bien celui là (2). Dit verklaart tevens waarom de hier besproken strips zo vaak over Parijs gaan. Opmerkelijk, in verband met de algemene visie van de Fransen op hun kernbewapening, is een passage in één van de verhalen van Simon van de rivier waarin wordt gesteld dat het juist de ruime verspreiding van kernwapens is die er, vanwege de ondenkbare gewelddadige krachten, oorzaak van is dat een totale oorlog wordt voorkomen. Het zijn, aldus de strip, kleinere conflicten m.n. rond de aardoliebronnen die tot het algemeen verval van de mensheid hebben geleid. Bedacht moet worden dat het in deze strip benadrukte feit een van de hoofdargumenten is van de voorstanders van kernbewapening. Zij menen dat vanwege het bestaan van deze desastreuze wapensystemen de mogelijkheid om conflicten op grote schaal te voeren, als uitvloeisel van de gedachte dat oorlog een vorm van politiek bedrijven is met andere middelen, niet langer meer bestaat. In hoeverre striptekenaars zich in de toekomst zullen bezig houden met het al dan niet immorele van het kernwapenbezit van de grote mogendheden blijft de vraag. Dat dit onderwerp, waarover zich, zeker in Nederland maar ook elders, een toenemende maatschappelijk discussie manifesteert, eveneens leeft bij de striptekenaar moge misschien blijken uit het meest recente album in de Alexreeks "Een kind van Athene". In dit verhaal ontmoet Alex - de realistische tegenhanger van Asterix, dat wil zeggen
10
~-;:::...-
- . ...-.,-=:.::---... ..
~
A1ex : atoomomploffing in het
Romein~
tijdperk.
Détente: geen illusiepolitiek Het is met groot genoegen dat ik gevolg geef aan de uitnodiging van jASON om de door haar ter gelegenheid van haar vijfjarig be.taan georgani.eerde conferentie over het thema "Détente na Kaboel, deelbaar of ondeelbaar" te willenopenen.
Ik doe dit gaame en wel om meer dan een reden: Ten eente omdat verenigingen al. JAS ON een belangrijke bijdrage leveren tot de mening.vorming in Nederland over vrede en veiligheidsvraag.tukken en ten tweede omdat het voor dele conferentie gekozen thema mede ook met het uitzicht op de komende CVSE-vervolgbijeeokomst te Madrid heel actueel genoemd kan worden. Vrede en veiligheidsvraagstukken staan van oudsher in het centrum van de politieke belangstelling. Niet ten onrechte. Ook deze regering kent hier hoge prioriteit aan toe. Het voorkomen van oorlog en het bevorderen van o ntspanning tussen staten en volkeren is voor de huidige regering,
evenals voor haar voorgangers, een hoofddoel van haar beleid. De discussie over vrede en veiligheidsvraagstukken heeft zeker in Nederland de laatste tijd aan intensiteit gewonnen. Ik hoef hierbij slechts te herinneren aan de gepassioneerde disOJssies rondom het vraagstuk van de nucleaire bewape-
ning.
Het door jASON voor haar eerste lustrum gekozen thema "DittrIlt na Kaboel, deelbaar of ondeelbaar" is - zoals ik reeds opmerkte - zeer actueel te noemen. Een afgerond antwoord op de vraag: "Wat betekent de Sowjet-inval in Afghanistan voor het détenteproces?" valt uiteraard nog niet te geven.
Het Westelijke (en Nederlandse) beleid Het oordeel van de bondgenoten werd duidelijk geformuleerd in het NAVO-communiqué van de laatste Ministeri~le Raadzitting die op 25 en 26 juni te Ankara werd gehouden: "De Ministers con5tatCffden dat de Sowjet-invasie in Afghanistan ernstige schade heeft toegebracht aan de ontspanning waarmee tij
opnieuw hun verbondenheid bevestigen. Onupanning kan niet worden nagestreefd in één deel van de wereld los van ontwikke-
lingen În een ander deel van de wereld . Zij warm het er over eens dat het herstel van een op samenwerk.ing gebaseerde relatie moet ~rusten op een basis van vernauwen en
die is opniww ~stig ver5toord dOOf de Tet:ente Sowjet actie.
ti
Uit deze passage uit het communique kan in ieder geval niet worden afgeleid dat de leden van het Atlantisch Bondgenootschap na het gebeuren in Afghanistan geen waarde meer zouden hechten aan de ontspanningspolitiek. Wel heeft Afghanistan definitief een eind gemaakt aan de euforie die in het begin van de jaren zeventig bij velen in
Laat ik voorop stellen dat ik een open discussie over het Nederlandse beleid en de uitgangspunten ervan een goede zaak vind. In een steeds meer technisch gespecialiseerde en steeds complexer wordende samenleving is het gevaar zeer groot van een groeiende kloof tussen overheid en burger, tussen kiezer en gekozene.
het Westen heeft bestaan als zou met .4détente" een werke· lijke doorbraak zijn bereikt. De hoop bestond teén dat er na de lange confrontatieperiode nu inderdaad een tijdperk van onderhandelingen was aangebroken die vrij spoedig zou leiden tot een stabiele vredesstructuur. Het is nu wel duidelijk dat wij meer geduld zullen moeten hebben .
Onze democratie vereist een voortdurende publieke discussie over de doelstellingen van het regeringsbeleid en de gekozen middelen om deze doelstellingen te bereiken. Voor een brede, goed geInformeerde publieke opinie is een constante informatiestroom nodig waarbij de feiten en de alternatieve beleidsmogelijkheden in voor de staatsburger begrijpelijke en overzichtelijke vorm worden gepresenteerd. Het is juist op dit gebied van informatieverstrekking dat jASON de afgelopen vijf jaar zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt. jASON stdt zich tot dod brede lagen van Nederlandse jongeren een zo goed mogelijke voorlichting te verstrekken over de Oost-West verhouding in het algemeen en de Atlantische samenwerking in het bijzonder. Zij doet dit geheel op basis van de eigen inzet van de leden. De groei die jASON de laatste vijf jaar heeft doorgemaakt is een bewijs dat de door haar gekozen formule wd degelijk aansluit bij de onder de jongeren levende behoefte zich te orienteren over 005t- West vraagstukken.
De détente is nooit een strak omlijnd begrip geweest. Over de jaren heeft zich wel in het Westen een algemeen beeld gevormd omtrent de belangrijkste elementen van het d'tentebeleid. Voorop staal daarbij het streven om conflicten tussen Oost
en West te voorkomen en wel door een geleidelijke verandering in de Oost-West betrekkingen tot stand te brengen gebaseerd op groter onderling vertrouwen. Als middelen hiertoe worden vooral gezien enerzijds het bevorderen van ontwapening en wapenbeheersing en
an~
derzijds de opbouw van een netwerk van interrelaties op allerlei gebied (ik meen dat Kissinger dit begrip het eerste heeft gebruikt) waarvan een matigende werking zou uitgaan. In de hoogtijdagen van de détentepolitiek is hard gewerkt aan de totstandkoming van dit netwerk. Zo werden er in de periode tussen 1971 en 1974 niet minder dan een 25-tal samenwerkingsverdragen tussen de Verenigde Staten en de Sowjet Unie gesloten. 11
Ook de Westeuropese landen hebben in het kader van de détentepolitiek hun betrekkingen met de Sowjet Unie en Oost-Europa aanzienlijk uitgebreid. Naast het voorkomen van conflicten en vormen van samenwerking bevatte het Westerse ontspanningsconcept een
belangrijk derde element, dat namelijk op die gebieden waar geen samenwerking tussen Oost en West mogelijk was althans een zekere mate van zelfbeheersing in het we-
derzijds gedrag aan de dag zou worden gelegd waardoor het risico van conflicten tot een minimum
lOU
worden be-
perkt, de zogenaamde gedragscode. Ik geloof dat deze drie elementen nog steeds hun geldigheid hebben behouden . Wel moeten we vaststellen dat degenen die de hoop koesterden dat het ontspanningsproces tot spoedige resultaten zou leiden, in hun verwachtin-
gen zijn teleurgesteld. Een belangrijk obstakel voor de snelle voortgang was dat de Sowjet Unie ongetwijfeld een heel andere conceptie heeft over de inhoud van de ontspanning. Zo betekent ontspanningspolitiek geenszins het einde van de ideologische strijd. Ik zou hierover thans niet verder willen uitweiden. Minister van Buitenlandse Zaken dr. C.A. van der K.Iaauw
Hinderpalen Voor het concrete beleid van vandaag is het in ieder geval van belang dat wij thans geconfronteerd worden met een aantal ernstige hinderpalen op de weg naar voortgaande ontspanning: Als eerste wil ik noemen dat de militaire opbouw van de Sowjet Unie voor de veiligheid van het Westen steeds verontrustender vormen is gaan aannemen. Het probleem van
de SS 20 vormt hiervan een duidelijk voorbeeld. Voor iedere détentepolitiek is handhaving van het machtsevenwicht een essentiele voorwaarde omdat de ontspanning slechts mogelijk is op basis van veiligheid en stabiliteit. Een tweede hinderpaal wordt gevormd door de mensenrechtensiruatie in de Sowjet Unie en in sommige Oosteuropese landen. Een derde obstakel vormt het expansionistisch optreden van de Sowjet Unie in de Derde Wereld culminerend in de invasie in Afghanistan. Daarmee ben ik terug op het algemene thema van Uw conferentie. Het is duidelijk dat over de draagwijdte van de détente vele vragen bestaan. Indien de détente een veelheid van toepassingsgebieden heeft, hoe verhouden die zich onderling? Moet men eisen dat op alle gebieden voortgang wordt gemaakt of dient men pas op de plaats te maken omdat op andere gebieden geen voldoende vooruitgang te constateren valt? Is de détente alleen tot Europa beperkt of is zij wereldwijd? Is de détente alleen beperkt tot wapenbeheersing en economische, wetenschappelijke en culturele samenwerking of omvat zij ook de mensenrechten? Eenvoudig gezegd: zijn Afghanistan en Sacharow essentieel voor het détente-proces of zijn het bijzaken? Het standpunt van de Nederlandse regering op deze laatste vraag moge U bekend zijn . Een zeer belangrijke toetssteen hierbij is in wat wel als de gedragscode van de détente wordt omschreven: de Slotakte van HeIsinIti .
12
De gevolgen van "Kaboel" De invasie in Afghanistan betekent voor ons een schending van de in het eerste hoofdstuk van de Slotakte neergelegde beginselen, beginselen waaraan de deelnemende staten zich volgens de tekst van de Slotakte ook in hun betrekltingen met andere staten zullen houden. En wat de aanpak van dissidenten in sommige deelnemende staten berreft: deze is onverenigbaar met het zevende beginsel betreffende eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De Nederlandse delegatie bij de CVSE-Vervolgconferentie zal dan ook niet nalaten dit alles naar voren te brengen, met vermijding van nodeloze polemiek. In de discussie over het détente vraagstuk zijn twee uitersten te vermijden: Tm eerste de à la carte benadering waarbij de détente wordt voorgesteld als een soort menukaart, waaruit te kiezen valt: de gangen die je niet aanstaan sla je gemakshalve maar over. En tm tweede, de alles of niets benadering: alle gangen van het détentemenu moeten tot op de laatste kruimel geconsumeerd worden. Of een van de tafelgenoten nu indigestieverschijnselen gaat vertonen of niet: hij moet dooreten op straffe anders van de tafel te worden verwijderd. Bij alle kritiek die er de laatste tijd op de détente is gerezen (er zijn nu zelfs al "de détente is dood" - theoretici) is het goed eraan te herinneren wat de détentepolitiek van de afgelopen jaren heeft opgeleverd. Ik noem de wapen beheersingsonderhandelingen, in het bijzonder SALT en MBFR, de Viermogendheden-overeenkomst inzake Berlijn, de Oost-politiek, de Slotakte van Helsinki. Misschien even belangrijk zijn de niet-materiêle aspecten van het détenteproces dat namelijk Oost en West door de vele onderlinge contacten een groeiend wederzijds inzicht hebben verkregen in elkaars posities. Dit niet-tastbare effect van détente zal ook in de toekomst, naar ik hoop, doorwerken.
Wanne.,. men de détentepolitiek niet ziet al, illusiepolitiek, maar indien men voUedig rekening houdt met reële mogelijkheden en problemen dan behoudt het 'treven naar détente ook in de toekomst zijn voUedige actualiteit_ Tenslotte weu Uw concrete vraag: is détente geografi'ch ofinhoudelijk deelbaar? Mijnheu de Voonitter, tijdens een recente bijeenkomst vergeleek een boo,aardige deelnemer de vraag of détente al dan niet deelbaar is met de Middeleeuwse theologendiscu .. ie hoeveel engelen er op de punt van een naald kunnen zitten.
Deze boosaardige deelnemer geloofde blijkbaar noch in engelen noch in détente_ Zelf geloof ik bepaald wel in détente maar dan liefst zonder verdeelsleutel. Ik wens U veel succes toe bij deze door jASON georganiseerde conferentie_
Dr_ C.A_ van der Klaauw Minister van Buitenlandse Zaken
Ontspanning als inzet van wedijver tussen Oost en West * De akkoorden van 1972 en 1973 De gedachte van de ontspanning wordt meestal alleen in verband gebracht met de Slotacte van Helsinki, van 1975. Er zijn echter ook documenten van vroeger datum : - De beginselverklaring over de Amerikaans-Russische betrekkingen van mei 1972, tot stand gekomen in het kader van SALT I. Hierin hebben president Nixon en partijleider Brezhnew gesteld dat er geen alternatief is voor I'een'! vreedzame coexistentie. Zij kwamen overeen dat een kernoorlog moest worden voorkomen en dat beide landen daarom terughoudendheid in acht zouden nelI\en in de internationale politiek - in het bijzonder zouden zij zich onthouden van het streven naar eenzijdig voordeel. En naar de positieve kant : beide landen zouden hun onderlinge betrekkingen op de terreinen van politiek, handel en wetenschap uitbouwen, in het belang van de vrede. - Een tweede document is de Amerikaans-Russische overeenkom't van 22 juni 1975 ter voorkoming van een kernoorlog. Hierin zijn de regeringen van beide landen overeengekomen om direct met elkaar in overleg te treden indien op de een of andere manier (ook van de kant van kleinere kernwapenlanden !) voor de VS en/of de Sowjet-Unie het gevaar van een kernoorlog zou dreigen, teneinde dat gevaar weg te nemen. Bovengenoemde overeenkomsten zijn vooral het werk geweest van Or Kissinger. Deze wilde de internationale veiligheid een meer stabiele basis geven. Als de ontspanning beperkt zou blijven tot een "klimaatsverhetering" tussen de beide supermachten, zou zij te gemillelijk van voorbijgaande aard kunnen blijken, en zou ook de wapenbeheersing weer op de tocht komen te staan. Achteraf beschouwd zijn de jaren 1972 en 1975, waarin deze beide alloorden tot stand zijn gekomen, het hoogtepunt van de ontspanning geweest. Ten tijde van de afslui-
ting van SALT 1 werden de alloorden over Duitsland en Berlijn geratificeerd. En in 1913 gingen de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa en het MBFRoverleg van start. Toen in 1975 de Slotakte van Helsinki tot stand kwam, was in de betrekkingen tussen de VS en de Sowjet- Unie al weer een duidelijke terugslag ingetreden. Tijdens de oktober-oorlog van 1975 in het Midden-Oosten was gebleken dat de illoorden van 1972 en 1975 nog niet veel te betekenen hadden. Bij het vredesoverleg nadien stak de rivaliteit tussen beide supermachten opnieuw de kop op ; het initiatief kwam steeds meer bij de VS te liggen en de Sowjet-Unie voelde zich naar het tweede plan gedrongen. Het SALT-alloord van Wladiwostok, van november 1974, bracht geen beperking van de intercontinentaal-strategische kernwapens. De twijfel aan de ontspanning werd nu openlijk uitgesproken. Bij de jaarwisseling 1974/75 kwam er een breuk in de betrellingen tussen beide supermachten. De Amerikaanse Senaat wilde alleen instemmen met de sinds 1972 voorgenomen uitbreiding van de handelsbetrekkingen met de Sowjet~ Unie, op basis van een verlening van de zgo meestbegunstigingsclausule en ruimere kredietverstrekking, als de Russische regering schriftelijk wilde garanderen dat jaarlijk, tenminste 60.000 Joden uit de Sowjet-Unie zouden mogen emigreren. De Russische regering weigerde dit en daarmee was de uitbreiding van de handelsbetrekkingen van de baan. In wereldpolitiek opzicht was het tij echter geenszins ongunstig voor de Sowjet-Unie. In 1975 bracht Noord-Vietnam het regime van Saigon ten val en begon het zijn invloed over andere staten van Indo-China uit te breiden. De Sowjet-Unie breidde haar invloed uit in Afrika (Angola, Mozambique, de Hoorn van Afrika) en Zuid-Jemen ; ook. versterkte zij geleidelijk haar invloed in Afghanistan, waar 13
in 1973 het regime van koning Zahir Sjah ten val was gebracht.
rivaliteit tussen beide supermachten, deze zou niettemin
met het oog op SALT moeten worden beperkt Oinkage) (I).
• Doo r Prof. Mr. Teunissen bewerkte tekst van zijn inleiding op de jASON-Conferentie
De interne verhouding in de Sowjet-Unie en het vraagstuk van de mensenrechten achtte de Amerikaanse regering des-
tijds van minder belang. Zij wilde het begrip ontspanning op een vrij strikte manier beperken tot het terrein van de
internationale veiligheid en de diplomatieke betrekkingen
Verdere ontwikkeling Vanaf 1975 kwam er een tegenstrijdigheid in de betrekkingen tussen Oost en West.
In Europa kreeg de gedachte van de ontspanning een nieuwe impuls doordat -
zij het na veel touwtrekken -
in
augustus van dat jaar de Slotakte van Helsinki werd aan-
tussen de staten. De Amerikaanse regering had echter weinig oog voor de veranderingen die in de Derde Wereld op komst waren en die leidden tot een roep om een herziening van de machtsverhoudingen tussen Noord en Zuid (een "nieuwe internationale economische orde") en een voortgezette strijd voor
vaard. Dit was weliswaar geen verdrag. maar dan toch wel
bevrijding (Zuidelijk Afrika, Palestijnen). De Amerikaanse
een politieke belofte van alle ondertekenende staten aan
regering hoopte dat zij na de terugtocht uit Vietnam haar invloed in de Derde Wereld zou kunnen verminderen zonder dat dit al te zeer zou leiden tot een toename van de
elkaar, om naar betere onderlinge betrekkingen te streven.
In de aanhef van de Slotakte gaven de regeringsleiders van de ondertekenende staten - en dus ook president Ford en partijleider Brezhnew - uiting aan hun overtuiging "van de noodzaak om détente een in toenemende mate levensvatbaar en alomvattend proces te maken, dat zich zou doen gevoelen op alle terreinen" . Er moesten "betere en nauwere relaties" tussen alle betrokken staten komen, om de confrontatie uit het verleden te overwinnen en tot beter
wederzijds begrip te komen. Maar het moeizame verloop van SALT en de wereldpolitieke rivaliteiten tussen Oost en West (direct na de onder-
tekening van de Slotakte kwamen de Cubanen met Russische vliegtuigen naar Angola) leidden er toe dat president
invloed van de Sowjet-Unie. Dit is een misrekening gebleken. De Sowjet-Unie bleef niet afzijdig en tot op zekere hoogte kàn zij ook moeilijk afzijdig blijven, omdat vanuit de Derde Wereld nu eenmaal herhaaldelijk een beroep op haar wordt gedaan om steun.
De Amerikaanse regering werd bovendien in haar beleid beperkt door de Senaat. Deze beschouwde het beleid van de Sowjet-Unie inzake de mensenrechten juist wèl als een toetssteen om te bepalen of er bij de Russische regering sprake was van een meer betrouwbare politieke gezindheid en wil tot samenwerking met het Westen. Vanaf 1977 is ook president Carter deze richting ingeslagen.
Ford het woord détente uit het vocabulaire van de Ameri-
kaanse regering schrapte. Hij wilde het in zijn verkiezingsstrijd tegen Carter niet gebruiken en sprak in plaats daarvan van een "politiek van kracht". Deze gebeurtenissen zijn een voorbode geweest van de
Evenals de Amerikaanse regering onder president Nixon heeft ook de Russische regering gedacht in termen van een structurele verandering van de internationale betrekkingen, maar dan in het kader van de opvattingen zoals vast-
latere ontwikkelingen en de terugslag in de betrekkingen
gelegd door het 24e en het 25e partijcongres van de Com-
tussen Oost en West sedert eind 1979 . Bij een terugblik op
munistische Partij van de Sowjet-Unie. Vreedzame coëxistentie en ontspanning betekenden voor de Russische regering : meer stabiliteit in de betrekkingen tussen de staten
de jaren '70 blijkt dat er slechts in beperkte mate sprake is geweest van een reële overeenstemming van belangen tussen Oost en West die inhoud kon geven aan het begrip ontspanning. In overwegende mate is de gedachte van de ontspanning door de regeringen van de betrokken staten en de diverse
stromingen bij de publieke opinie vanuit zeer verschillende optieken nagestreefd en met zeer verschillende, ja zelfs
onderling strijdige doelstellingen. Alle betrokken partijen hebben er op gespeculeerd dat de ontwikkelingen in de internationale politiek tenslotte ten voordele van hun opvatting van ontspanning zouden uitvallen. Het behoeft daarom geen verbazing te wekken, dat thans, een aantal
en het beperken van de kans op een kernoorlog; het afsluiten van wapenbeheersingsakkoorden waarbij op zijn minst
een verhouding van strategische gelijkheid van de SowjetUnie ten opzichte van de VS zou worden vastgelegd en de (kern )bewapening van andere staten zou worden beperkt ten opzichte van die van de supermachten; uitbouw van de economische samenwerking met het Westen en het verkrij-
gen van toegang tot de modernste Westelijke technologie.
jaren later, alle partijen zich min of meer teleurgesteld, of zelfs bedrogen voelen. Maar het is de vraag, of om die reden de gedachte van de détente weer geheel overboord
Tegelijk lieten de Russische leiders er echter geen misverstand over bestaan dat in ideologisch opzicht geen vreedzame coëxistentie mogelijk was, en dat zij zich bleven inzetten voor een versterking van het socialisme en de "progressieve krachten" in de wereld , met inbegrip van de bevrijdingsbewegingen. Naar communistische opvatting is dat
moet worden gezet.
geen zoeken van eenzijdig voordeel, omdat volgens de doc-
Gedurende het bewind van president Nixon en minister
goede komt.
trine het socialisme in ieder land aan de bevolking zelf ten
Kissinger heeft de Amerikaanse regering er naar gestreefd een nieuwe "vredesstructuur" tot stand te brengen. Het ging haar er om de stabiliteit in de internationale verhoudingen te bevorderen door een geregelde relatie tussen
beide supermachten tot stand te brengen. De af te sluiten SALT -akkoorden zouden onderbouwd moeten worden door een verwevenheid van politieke, strategische en eco-
nomische belangen tussen beide mogendheden. Al zouden SALT en de détente geen eind kunnen maken aan alle 14
Het ligt voor de hand dat de Amerikaanse regering het niet eens was met de Russische opvatting van détente als "instrument voor de voortzetting van de klassenstrijd en
de strijd tegen het imperialisme in het nucleaire tijdperk" . Het gevolg is geweest dat de akkoorden van 1972 en 1973 een zeer onzeker bestaan zijn gaan leiden, indien zij al niet
praktisch vergeten zijn.
Wel drong zij er op aan dat van de Sowjet-Unie een prijs gevraagd zou worden. De ontspanning mocht niet beperkt blijven tot Europa j zij moest bijdragen tot de internationale vrede en veiligheid in het algemeen. Deze opvatting werd gedeeld door de Westeuropese regeringen en de blokvrije staten. Dit heeft er toe kunnen leiden dat aan het eind van het eerste hoofdstuk van de Slotakte een bepaling is opgenomen waarin de ondertekenende staten hun voornemen hebben uitgedrukt om hun betrekkingen met alle andere staten in overeenstemming met de geest van de beginselen van de Slotakte te onderhouden. Dat betekende met name een toezegging tot wereldwijde toepassing van het beginsel van niet-interventie.
Westduiue cartoon over "Afghanistan"
De Slotakte van Helsinki Dat de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa tot de aanvaarding van een slotakte kwam, terwijl de relatie tussen de beide supermachten al aan het bekoelen was, lag aan een aantal factoren. Europa was de inzet geworden van een ingewikkeld diplomatiek spel. Voor de Sowjet-Unie waren de ontspanningspolitiek en de CVSE een instrument om de politieke deling van Europa van na 1945 in multilateraal verband erkend te krijgen. Voorts werd West-Europa voor de Sowjet-Unie in economisch opzicht belangrijker nadat het overleg over de uitbreiding van de Amerikaans-Russische handelsbetrekkingen was mislukt. En tenslotte zou de Sowjet- Unie de eenheid van het Westen ten aanzien van de wereldpolitieke vraagstukken kunnen verzwakken door West-Europa nauwer aan zich te binden. In West-Europa zijn de op de Derde Wereld gerichte politieke krachten veel sterker dan in de VS . En juist deze zagen de teruggang van de Westelijke invloed in de Derde Wereld als een aanvaardbare, of zelfs toe te juichen ontwikkeling. De dekolonisatie van Angola en Mozambique achtten zij belangrijker dan de vraag, of hier tegelijk ook sprake was van een verschuiving van de machtsverhoudingen ten gunste van de Sowjet-Unie. De Russische regering verwachtte dat bij ontspanning in Europa de publieke opinie in West-Europa meer geneigd zou zijn de ontwikkelingen in de wereld optimistisch in te schatten. Hiermee is overigens niet gezegd, dat de Sowjet-Unie bij het streven naar ontspanning in Europa geen concessies heeft moeten doen en geen tegenslagen heeft moeten incasseren. Zij heeft wel degelijk een prijs moeten betalen, met name op het gebied van de mensenrechten. Zij is echter bereid geweest deze prijs te betalen gezien de belangen die er voor haar op het spel stonden. Bovendien was het principe van de détente vastgelegd in de besluiten van het 24e en 25e partijcongres en was het prestige van de hoogste politieke leiding van de Sowjet- Unie er aan verbonden. De Amerikaanse regering was weliswaar in toenemende mate sceptisch over de vooruitzichten van de détente, maar zij wilde niet in de weg staan aan het verlangen van de Westeuropese bondgenoten - in het bijzonder de Bondsrepubliek en de kleinere landen - naar verdere stappen om de Koude Oorlog te begraven en de betrekkingen in Europa te normaliseren.
Aan Westeuropese zijde was er een aanmerkelijke verscheidenheid van opvattingen en benaderingen: - De publieJce opinie Wa.! verduld. Globaal gesproken stonden de politieke krachten ter rechter zijde sceptisch tegenover de gedachte van de ontspanning, terwijl de politieke k.rachten ter linker zijde voorgoed wilden afrekenen met de Koude Oorlog; zij verwachtten, of hoopten, dat de CVSE en het MB FR-overleg een einde zouden maken aan de bewapeningswedloop in Europa en dat de ontspanning de weg zou vrijmaken voor een meer humaan socialisme aan Oostelijke zijde. Dat deze hoop op een "socialisme met een menselijk gezicht" al spoedig weer afnam doet niet af aan het feit dat zij aanvankelijk wel een belangrijke rol heeft gespeeld. Eerst door de sterk toegenomen contacten met de Oostelijke landen is bij links West-Europa de twijfel actueel geworden of de Sowjet- Unie nog wel rood was. - De WeJteuropeJe regeringen waren er van overtuigd, dat met een voorloPige erkenning van de politide en territoriale status quo in Europa niet al te veel werd weggegeven. Deze lag immers ook al besloten in de zgn "Ostverträge". Het ging er om de mogelijkheid van vreedzame verandering open te houden. En dat lukte. In hoofdstuk I, artikel I, van de Slotakte is uitdrukkelijk de mogelijkheid opengehouden, dat de grenzen in Europa gewijzigd worden "in overeenstemming met het volkenrecht, met vreedzame middelen en door overeenstemming" . Deze bepaling is gebaseerd op een speculatie van beide zijden. De Westelijke regeringen zijn er van uitgegaan dat de ontspanning op den duur mogelijkheden zou openen en moeten kunnen openen op een fundamentele regeling van de vraagstukken van nationale zelfbeschikking in Europa. De Oostelijke landen, met nade de Sowjet-Unie hebben gemeend te kunnen vertrouwen op de kracht van het socialisme, waardoor vreedzame verandering ten gunste van het Westen uitgesloten zou blijven. Hoewel de Westeuropese regeringen hun standpunten zoveel mogelijk op elkaar hebben afgestemd, in het kader van de Europese Politieke Samenwerking. zijn er toch wel accentverschillen geweest. De Nederlandse regering heeft zich vooral ingezet voor een algemene en principiêle erkenning van de rechten van de mens. De ruime aanhang voor deze gedachte heeft er toe geleid dat de mensenrechten uitdruk.kelijk worden vermeld in hoofdstuk I, artikel VII van de Slotakte en dat de eerbiediging ervan van essentiêle betekenis wordt genoemd voor de vrede en de internationale samenwerking.
15
De Westduitse regering heeft haar inspanningen vooral geconcentreerd op die aspecten van de mensenrechten die
een beroep op de kwetsbare positie van West-Berlijn, of op de wens te voorkomen dat datgene wordt afgebroken wat
van belang zijn voor het dagelijks leven van de bevolking
in jaren van moeizame onderhandelingen werd opge-
aan weerskanten van de scheidslijn in Europa: het verruimen van de mogelijkheden om te reizen en radio en 1V uit
bouwd. Dan komt immers in de NAVO onherroepelijk de vraag aan de orde of de veiligheidsgaranties die de bondgenoten elkaar hebben gegeven nog wel sterk genoeg zijn; of de bondgenoten niet eerder uit zijn op het beschermen van hun nationale belangen dan op het beschermen van de belangen van de Westelijke wereld als geheel en van de
het buitenland te kunnen ontvangen; mogelijkheden voor gezinshereniging; verbeteringen van de werkomstandigheden voor de journalisten, enz.
Een "vredesstructuur" voor Europa alleen? Het beleid van de Bondsregering is sterk beinvloed geweest door intern-politieke tendensen om de Ostverträge en het CVSE-proces te gebruiken voor een verdergaand beleid ten opzichte van de Oostelijke landen dan de andere NAVO-landen voerden. De Bondsrepubliek zou hierdoor
internationale rechtsorde.
In de eerste helft van 1980 zijn de relaties tussen de VS en de Westeuropese landen, waaronder Frankrijk en met name de Bondsrepubliek in aanzienlijke mate belast geweest door dit probleem. Het vraagstuk van de relatie tussen de verhoudingen in
tenslotte in een spanningsverhouding ten opzichte van
Europa en die in breder internationaal verband wordt nog moeilijker, indien het Westen in het laatste opzicht in het
haar gebondenheid aan de NAVO komen. In de Westduitse regeringspartijen (SPD en FDP) heeft zich
defensief is, terwijl de ontwikkelingen in Europa eerder voorspoedig voor het Westen zijn . Moeten ook dan de
de wens doen gevoelen om in Europa een vredesstrucruur
contacten tussen Oost en West aan strengere voorwaarden
op te bouwen die zo onafhankelijk mogelijk zou moeten zijn ten opzichte van de ontwikkelingen in andere delen
worden onderworpen? Alvorens nader op deze vraag wordt in te gaan zij eerst het historische overzicht afgerond.
van de wereld , Dat zou moeten worden bereik.t door een
samenwerk.ing op lange termijn, in eerste instantie op eco-
Ook aan Oosteuropese zijde is er sprake geweest van verschillende gezichtspunten en belangen. - Dat de volken van Oost-Europa van de ontspanning
nomisch en technisch gebied. Er zou in Europa een duur-
meer vrijheid en contact met het Westen verhoopten, is
beleid van pragmatische samenwerking en het aangaan van voor de Oostelijke landen zo geliefde contracten voor zaam netwerk van verdragen tussen Oost en West moeten o ntstaan, waardoor zich op een stabiele wijze een toenade-
-
genoegzaam bekend. Ook de Oosteuropese regeringen wilden de
betre~n
ring tussen beide zijden en een vermindering van de politieke tegenstellingen zou kunnen voltrekken. Meer direct geformuleerd kwam dit neer op het behoud van het con-
gen met het Westen uitbouwen, maar met behoud van
hun machtspositie. Dat laatste heeft vooral bij de regering van de DDR een belangrijke rol gespeeld. Deze
tact tussen beide delen van het Duitse volk en het in con-
voerde een beleid van zowel détente als "afgrenzing"
creto werken aan het behoud en de ontwikkeling van de
van de bevolking van de DDR ten opzichte van het Wes-
voorwaarden voor een toekomstige hereniging van Duits-
ten.
land. Ook dit Westduitse beleid was gebaseerd op een speculatie, nl. op de verwachting dat West-Europa en het Westen als geheel voldoende sterk zouden kunnen blijven staan tegenover de Sowjet-Unie, en dat West-Europa op de lange termijn door zijn democratie en welvaart een steeds sterke-
re aantrekkingskracht op de Oostelijke landen zou kunnen uitoefenen. Indien echter een verschuiving van de krachtsverhoudingen ten nadele van het Westen intreedt, dan slaat bij een stelsel van lange-termijnsamenwerking tussen Oost en West de balans ten nadele van West-Europa door en treedt een "finlandisering" in. West-Europa is dan immers ver-
plicht met de Oostelijke landen te blijven samenwerken en deze van goederen en diensten te voorzien, terwijl in een
wijder kader, of buiten de Europese regio de belangen van West-Europa, of zijn voornaamste bondgenoot, de VS, worden geschaad. Nu is deze Westduitse speculatie in zoverre te verklaren, dat
wij gedurende enkele decennia gewend zijn geraakt aan een sterke, naar veler mening zelfs te sterke, machtspositie
In het algemeen waren de Oosteuropese regeringen het meest geïnteresseerd in een krachtige uitbreiding van
de economische betrekkingen met het Westen. Polen en Roemertië zochten bovendien naar meer speelruimte voor de buitenlandse politiek. Het streven van de Oosteuropese landen om een voldoende ruime legitimatie te krijgen voor samenwerking met het Westen, heeft in de hand gewerkt, dat in de Slotakte een groot aantal gedetailleerde bepalingen en voorstellen dienaangaande is opgenomen, tot het bevorderen van talencursussen
toe. De Sowjet-Unie heeft hiermee ingestemd in de verwachting dat een verhoging van de welvaart in de Oostelijke landen ten goede zou komen aan het socialisme, en dat de politieke en culturele invloeden vanuit het Westen binnen de perken gehouden zouden kunnen worden.
De neutrale en niet-gebonden Europese landen hebben tijdens de CVSE een intensieve bemiddelingsarbeid verricht, met name inzake de "derde mand" (de "samenwerking op humanitair en andere terreinen") en de zgn ver-
van de VS en het Westen in de wereld. Maar als West-
trouwenwekkende maatregelen. Vooral de Joegoslavische delegatie heeft ter CVSE een zeer actieve rol gespeeld. De lijke macht op onrechtvaardige wijze wordt aaangetast, of Joegoslaven zagen de ontspanning en de vreedzame coexisindien andere staten - zoals bijv. Afghanistan - bij een tentie niet als een wapenstilstand tussen de kernmachten Europa niet meer in staat is te reageren indien die Weste-
verschuiving van de machtsverhoudingen tussen Oost en West onder de voet worden gelopen, dan is op zijn minst
het begin van een Finlandisering aanwijsbaar. Dit is te meer het geval, indien een weigering om tegen ontwikkelingen buiten Europa op te treden gemotiveerd wordt met 16
van Oost en West, maar als een weg naar een hoger en meer ontwikkeld niveau van betrekkingen tussen de wereld van het socialisme en die van het kapitalisme. Dat was voor
hen zowel een zaak van ideologie als van nationaal belang (lees: onafhankelijkheid).
Fritz 8 ehrendt in Hel Parool. Behrendt's angst voor ~n hernieuwde Ko ude Oo rlog
Statische of dynamische dĂŠtente? Uiteindelijk is de Slotakte van Helsinki een vergaarbak geworden van opvauingen en wensen van de betrokken staten, waarbij het wederzijdse touwtrekken tot ingewikkelde compromissen heeft geleid. Bovendien - zo heeft de Finse diplomaat Dr Keijo Korhonen onlangs benadrukt - heeft een aantal deelnemende staten het recht gedaimed de Slotakte zo te interpreteren dat deze niet in strijd komt met vitale nationale belangen. Met name zouden de bepalingen over de rechten over de rechten van de mens niet mogen leiden tot inmenging in de interne aangelegenheden van de ondertekenende staten. Aan dit door Korhonen gesignaleerde voorbehoud zijn echter wel grenzen gesteld. Het heeft namelijk geen zin als staten met elkaar overeenkomen dat zij niets overeenkomen. Wel zal bij de uitvoering van de Slotakte rekening gehouden moeten worden met de belangen en mogelijkheden van de betrokken landen. Men kan niet verwachten dat de Sowjet-Unie morgen een rechtsstaat is, evenmin als in Turkije snel het militaire bewind zal zijn afgeschaft. Aan beide zijden moet een gevoel voor verhoudingen aanwezig zijn ĂŠn de bereidheid om ernst te maken met de in Helsinki gedane beloften. Deze achtergronden zijn van belang voor het beoordelen van de betekenis van de Slotakte en de interpretatie van de tekst. Welke conceptie van ontspanning ligt er nu tenslotte aan ten grondslag? Aan het begin van deze bijdrage is reeds gewezen op de opvatting volgens welke ontspanning beperkt blijft tot een betere regeling van de negatieve vrede; het wegnemen van rivaliteit en wederzijdse vrees door de aanvaarding van
betere regels voor het verkeer tussen de staten en het openen van mogelijkheden tot samenwerking. Het belangrijkste doel van de ontspanning is volgens deze opvatting het voorkomen van oorlog. De interne verhoudingen in de staten blijven daarbij praktisch buiten beschouwing. Men vindt deze opvatting o.m. in de aanhef van de Slotakte, waarin de deelnemende staten hun doelstelling bevestigen "betere onderlinge betrekkingen te bevorderen en omstandigheden te verzekeren waaronder hun bevolking in waarachtige en duurzame vrede kan leven, vrij van enige bedreiging of ondermijning van hun veiligheid". Maar de Slotakte gaat verder; zij bevat een plus. Zij geeft namelijk aan dat de dĂŠtente een dynamisch proces is, dat steeds meer omvauend moet worden. Zij plaatst de ontspanning in het kader van de solidariteit tussen de volken en van de gemeenschappelijke geschiedenis van de staten die de akte ondertekend hebben. En dit wordt concreet uitgewerkt in een groot aantal voorstellen voor samenwerking, op politiek, economisch en cultureel terrein, op het gebied van de veiligheid en de bescherming van het milieu, enz. Dit zijn stellig de meest Europese elementen van de Slotakte; de VS en de Sowjet-Unie hebben in deze bepalingen het minst de hand gehad. Het werkelijke probleem van Europa is, dat het nog steeds gedeeld is, maar eigenlijk niet gedeeld wil zijn. Die opvatting van de ontspanning wordt - tegen de krachten van de grote-mogendhedenpolitiek in - levend gehouden door de volken van Europa, door de gewone man, door radio en lV. Men treft haar veelal niet aan in de leerboeken over de internationale betrekkingen, maar zij is wel
17
uiterst reêel. In Europa zijn de geschiedenis en de natuur sterker dan de leer, dwz dan de officiêle doctrines. Dat wil niet zeggen dat de deling op korte termijn ovelWonnen kan worden om plaats te malten voor een stabiele vrede, maar wel, dat die deling constant onderhevig is en !trachtens de Slowte onderhevig mag zijn aan krachten die in de richting van een doorbreking van die deling werlten. Wel zal men hier een onderscheid moeten maken tussen de regeringen en de vollten. In de relaties tussen de regeringen zal de ontspanning vaak een bereidheid vereisen om de belangen van de andere zijde te ontzien. Maar de volken, de publieke opinie, ltunnen een !tracht uitoefenen waar de regeringen rekening mee moeten houden. De Westelijlte regeringen moeten in concrete gevallen oppassen niet te
ver te gaan in hun eisen als het gaat om de mensenrechten. Maar niemand kan er omheen, dat die mensenrechten via artikel VII van hoofdsruk I en de " derde mand" een essentieel bestanddeel van de Slotakte uitmaken. Nu kan men opwerpen dat strikt juridisch beschouwd de staten van Oost en West geheel eigen en verschillende opvattingen over de rechten van de mens hebben (2), maar dat is een half argument. Het is de politieke realiteit van de mensenrech ten dat zij een kritische toetssteen vannen tegenover
de nationale staat en de samenleving; zij berusten op een internationalistische conceptie van het recht. Bovendien voorziet de Slotaltte in telkens terugkerende veIVolg- of toetsingsconferenties, waaraan de ondertekenende staten zich zeer moeilijk meer kunnen onttrekken.
Tijdens deze conferenties moet zowel besproken worden op welke wijze de betroklten staten in de achterliggende periode uirvoering aan de Slowte - met inbegrip van de mensenrechten! - hebben gegeven, als op welke wijze de samenwet:k.ing tussen Oost en West kan worden verdiept. Deze argumenten tezamen leiden tot de conclusie, dat de
Slotakte niet is blijven staan bij een beperkte opvatting van de détente; zij heeft onmiskenbaar een dynamische en enigszins progressieve inslag. En dit verklaart waarom de
akte in de Oostelij ke landen geleidelijk uit de aandacht van de openbare media is teruggetroklten, na aanvankelijk
OOSt "beloert" West
interventie van eind 1979 heeft de Sowjet- Unie Afghanistan voor onbepaalde tijd in haar greep. De ratificatie van SALT II is in de lucht komen te hangen, zo n,iet van de baan. Om een tegenwicht te bieden tegen de groeiende Russische militaire macht in Europa en onderhandelingen mogelijk te maken heeft de NAVO eind 1979 besloten haar theater kernwapens voor de lange afstand te moderniseren,
zulks tot groot ongenoegen van de Sowjet-Unie. De spanningen zijn nog verhevigd door de gijzelingsaffaire in Iran en de dood van Tito. Oost en West kwamen eind 1979 scherp tegenover elkaar te staan, telWijl zich in een groot gebied, reikend van Joegoslavie, via het MiddenOosten tot in Zuid-Azie spanningen en onzekerheden voordeden, die tot een gewapend conflict tussen beide zijden zou kunnen leiden. Medio 1980 braken in Polen stakingen uit, uitgelokt door de leer slechte economische omstandigheden van het land en het falen van de regeringGierek. Dit heeft geleid tot de val van Gierek en de oprichting van een niet-communistische vakbeweging. Maar de
afloop van deze ontwikkeling op langere termijn is nog
op veel groter schaal te zijn verspreid dan in het Westen.
steeds onzeker, omdat het alleen al op economische gronden zeer moeilijk is voor de Poolse regering om aan alle eisen van de vakbeweging direct tegemoet te komen. On-
We stuiten hier meteen al op het probleem, dat aan de
der leiding van de Sowjet-Unie wordt gestreefd naar een herstel van het communistisch gezag, terwijl de dreiging
dynamische opvatting van de ontspanning risico's verbonden zijn, dat de ontspanning nieuwe spanningen kan op-
roepen, doordat zij de werkelijke oorzaken van conflict en onrecht en de obswels voor vrede bloot legt. Heldring heeft daar al in 1968 de aandacht op gevestigd, na de interventie in Praag, en dit gegeven is nog steeds actueel. Het bevorderen van de ontspanning vereist daarom een
beheerste en doordachte politiek, die de "spanningen rond de ontspanning" binnen de perken houdt.
van een Russische militaire interventie tegen "ami-socÎalistische elementen" voortduurt. De Amerikaanse reactie op deze ontwikkelingen is geweest
een !tritiek op de politiek van het afgelopen decennium en een herleving van de wens naar een sterk profiel van de VS
in de wereldpolitiek. In West-Europa zijn de meningen scherp verdeeld geweest, maar daarbij overheerste toch de tendens om de resultaten van de jaren '70 niet verloren te
doen gaan en in ieder geval een gewapend conflict in Europa te voorkomen. Dit heeft tot spanningen binnen de
Heroriëntatie Thans, vijf jaar na de ondertekening van de Slotakte is er een ernstige terugslag in de internationale politiek ingetreden, waarbij het voortbestaan van de ontspanning in gevaar is. Dit is een gevolg geweest van een cumulatie van
incidentele gebeurtenissen en ontwikkelingen op langere
NAVO geleid die sommigen deden spreken van een "erosie van het bondgenootschap" (Van Mierlo). Na een jaar van intensief overleg is de kloof tussen de VS en West-Europa voor een deel overbrugd, maar de meningsverschillen zijn nog niet geheel opgelost. Het lijkt mij dat de Westelijke landen zich moeten laten leiden door de volgende uitgangspunten:
termijn.
De voorspelling van de NAVO -studie van mei 1978, dat de Sowjet-Unie prioriteit zou blijven geven aan de bewapening en haar invloed in de wereld verder zou willen versterken, is juist gebleken. Door de revolutie van 1978 en de 18
Vasthouden aan de beginselen van de Slotakte. Dat betekent: duidelijk aan de Sowjet-Unie laten overkomen dat de imerventie in Afghanistan o naanvaardbaar is en niet als een voldongen feit wordt aanvaard. Dat is ook van esseo-
tieel belang voor de handhaving van het principe van noninterventie in Europa, dwz tegenover Polen.
Tegelijk moeten de VS wel zo realistisch zijn te onderkennen dat een dergelijk standpunt ook beperkingen stelt ten aanzien van hun mogelijkheden om op te treden tegen Iran.
Kracht en bereidheid tot overleg. Met een beleid van uitsluitend kracht worden waarschijnlijk alleen averechtse effecten bereikt: een verder aanwakkeren van de bewape-
ningswedloop, of politieke tegenoffensieven van de SowjetUnie in gebieden waar deze spanningen in haar voordeel
kan benutten (Zuidelijk Afrika, het Midden-Oosten, India). Voorkomen moet worden dat de meningsverschillen tussen Oost en West over Afghanistan voor de volken van Zuid-Azië niets meer zijn dan een machrssrrijd die over
hun hoofd wordt uitgevochten . Een beleid van indamming van de Sowjet-Unie in Zuid-Aziê en - op langere termijn - van herstel van de onafhankelijkheid van Afghani scan moet primair steunen op de wil van de betrokken volken om zelfstandig te blijven, alsmede op het bevorderen van ontwikkeling en economische vooruitgang.
Met een beleid van uitsluitend kracht zou het Westen ook afbreuk doen aan de ontwikkelingen in Polen. Al staat de afloop van de stakingsbeweging in dat land nog niet vast, het is wel duidelijk dat het verloop van de gebeurtenissen en het uichlijven - tot op heden - van een Russische militaire interventie nauw samenhangen met de resultaten van de ontspanning in Europa:
-
Het versterkte zelfbewustzijn van het Poolse volk door
niet bereid is voor de handhaving daarvan ook middelen van de macht te gebruiken en ook samen met de VS te streven naar een handhaving van het machtsevenwicht tussen Oost en West in de wereld. Wanneer zelfs economische
tegenmaatregelen uitgesloten zijn in antwoord op beperkende maatregelen van Oostelijke zijde, of op een Russische militaire interventie in Polen, dan is West-Europa bezig te Finlandiseren. De risico's die voor West-Europa en in het bijzonder de
Bondsrepubliek aan sancties verbonden zijn, moeten worden beperkt doordat deze maatregelen gezamenlijk met de VS genomen worden, en op beheerste wijze. Bij de vervolgconferenti~ van de CVSE te Madrid mogen geen delen van de Slotakte naar de achtergrond worden geschoven. Dit is met name van belang in verband met de voorstellen van de Warschau -Pactlanden voor een Europese Ontwapeningsconferentie, waartoe te Madrid zou
moeten worden besloten. Er dient tegen gewaakt te worden dat door deze voorstellen het eigenlijke CVSE-proces en het MBFR-overteg niet naar de achtergrond worden gedrongen. Bovendien moet het Westen niet met een dergelijke conferentie instemmen, indien het overleg over de
tenuitvoerlegging van de Slotakte als geheel onbevredigend blijft. Er is een samenhang tussen de verschillende hoofdstukken van de Slotakte, die van belang is voor de machtspolitieke verhoudingen tussen Oost en West. Ook moet het Westen er voor waken dat een Europese
Ontwapeningsconferentie niet gaat leiden tot een propaganda-actie van Oostelijke zijde tegen de plannen van de
de keuze van een Poolse paus en diens bezoek aan zijn
NAVO voor een modernisering van de theater kernwapens
vaderland. - De aanzienlijke vrijheid van berichtgeving en mogelijkheden tot contact met de Poolse bevolking, ook tijdens de stakingen. - De interventie afschrikkende werking van de vervolgconferentie van de CVSE te Madrid. Aan de andere kant is het duidelijk dat ook andere factoren van belang zijn geweest: de herhaalde Amerikaanse waar-
voor de lange afstand; dit te meer niet, omdat de SowjetUnie eind 1981 , als de conferentie zou moeten plaats vin-
schuwingen tegen een militaire interventie door de Sowjet-
Unie en de wetenschap aan Russische zijde dat het Poolse volk, en waarschijnlijk ook het Poolse leger, zich gewapenderhand zouden verzetten. Er zou een korte, maar zeer
bloedige strijd ontstaan. E~nheid en flexibiliteit. De VS zijn als supermacht geneigd in hun relaties met de Sowjet-Unie de ontwikkelingen in alle delen van de wereld met elkaar in verband te brengen en deze als een geheel te behandelen. Daartegenover is van Westeuropese zijde het belang van behoud van de resultaten van de ontspanning in Europa benadrukt. Beide standpunten hebben hun grenzen. Als de VS de betrekkingen tussen Oost en West in Europa geheel afhankelijk willen maken van spanningen waar ook
ter wereld, is het snel gedaan met voor de inntrnationale
veiligheid zeer belangrijke zaken als de akkoorden over Duitsland en Berlijn en daaruit voortvloeiende regelingen. Bovendien zien zij dan over het hoofd dat een verbreking van de contacten tussen Oost en West in Europa tot een
herbevestiging van de Russische heerschappij over OostEuropa leidt. Een gedifferentieerde aanpak blijft dus noodzakelijk. Aan de andere kant zal het met de principes van de ontspanning in Europa snel gedaan zijn, indien West-Europa
den, haar eigen moderniseringsplannen voor de regionaal-
strategische kernwapens reeds voor het grootste deel heeft gerealiseerd. Het Westen heeft dringend beboefte aan een aantal maatregelen die op het eerste gezicht niets met de ontspanning te maken lijken te hebben. In de kern gaat het om een herstel van unheid en kracht. De vrees voor een Finlandisering van West-Europa is in aanzienlijke mate versterkt
door de in de afgelopen jaren ontstane economische afhankelijkheid van West-Europa ten opzichte van de Oostelijke landen. Ondanks de interventie in Afghanistan en de toenemende spanningen tussen de VS en de Sowjet- Unie zijn de Westeuropese landen in onderlinge concurrentie
afzetmarkten blijven zoeken in de COMECON-landen, terwille van het behoud van hun werkgelegenheid. Een bettT gecoördineerde aanp"" van het energievraagstuh is noodzakelijk. Thans is de situatie aldus, dat de VS in het Midden-Oosten mede optreden ter bescherming van de Westeuropese oliebelangen, maar dat tegelijkertijd de landen van West-Europa zich voor hun energievoorziening in
toenemende mate afhankelijk maken van de Sowjet-Unie. In economisch opzicht zijn de VS en West-Europa namelijk concurrenten geworden op het gebied van de energievoorziening. De Bondsrepubliek betrekt nu reeds 14% van haar aardgas en bijna 40% van haar verrijkt uranium uit de Sowjet-Unie; en voor de levering van aardgas aan WestEuropa is een nieuw miljardencontract met de Sowjet-Unie in de maak. Dergelijke contracten kunnen echter tot een te
vergaande afhankelijkheid leiden, met politieke gevolgen. Er is een herstel nodig van gemunJchappelijhe besluithracht over 19
van de theater nucleaire wapens voor de lange afstand heeft zich in niet mindere mate gekenmerkt door opperste verwarring. Indien er nu aan Westeuropese zijde bezorgdheid is dat in de VS de slinger gaat doorslaan naar een beleid van conservatisme en kracht, dan moeten de landen van West-Europa een hogere mate aan politieke eenheid ontwikkelen om voldoende invloed op de Amerikaanse politiek te kunnen houden . Maar hetzelfde geldt ook naar Oostelijke zijde. Alleen door in voldoende mate een machtsfactor tegenover de Sowjet-Unie te blijven kan West-Europa een reëel gewicht in de schaal leggen voor het beboud van ontspanning. In een periode van onzekere internationale verhoudingen wordt opnieuw duidelijk dat er een eind moet komen aan de "Kleinstaaterei" van WestEuropa. Prof. Mr P.j . Teunissen Hoogleraar aan de Rijk5universiteit van Groningen
Oostduiue cartoon over " Afghanistan" : " Ze zijn ons vóór"
Noten un goede uiuxnzeujng van de Amerikaanse en Russische opvattingen over d~tente uit deze periode vindt men in : F.A.M . Alling vort Gtwau (td): Uncena.in D~ (eme, SijthofTen NoordhofT, 1979 ; N .l . Ltbtrkv : A New Stage in International Relations, Pergamon Press, 1976. (2) Een imeressante beschouwing hierover geven : A. . Blotd en GJ.H. van 'I Hoofin Civis Mundi van maart 1980 : Enige aspecten van de Oosteuropese visie op de Mensenrech ten in relatie tOt het non-interventiebeginsel. De auteurs concluderen overigens nadrukkelijk dat het de verdienste van de Slotakte is dat zij de mensenrechten bespreekbaar heeft gemaakt tussen OOSt en West ; dat houdt een verplichting in. (I)
de vraagstukken van de strategie van de NAVO en over de positie van het Westen in de wereld. In de afgelopen jaren hebben de Westeuropese bondgenoten herhaaldelijk gewezen op het aarzelende en wisselvallige beleid van president Carter. Maar de besluitvorming aan Westeuropese zijde over kwesties als het neutronenwapen en de modernisering
De rangorde in het ontspanningsproces Mijn antwoord op de vraag die mij bij gelegenheid van deze conferentie is gesteld: Ontspanning na Kaboel: Deelbaar of rmdeefbaar1luidt : Natuurlijk is ontspanning deelbaar, en dat is altijd al zo geweest, zowel vóór als ná Kaboel. Maar ik wil mij natuurlijk niet tot die constatering beperken. Ik wil allereerst nader ingaan op de vraag wat ontspanning eigenlijk is: in een globaal idee is iedereen het er over eens dat ontspanning betekent: het "mooier" maken van de verbouding tussen Oost en West op het gebied van de politieke en militaire verboudingen en op het gebied van de menselijke contacten. Een nauwgezette definitie is moeilijk te geven. Definities zijn hier ook onbruikbaar: zij zijn er vaak voor om bepaalde aspecten te vergeten.
Twee visies De vraag naar de inhoudelijke aspecten van ontspanning spits ik liever toe op de vraag : wat is détente in onze ogen en wat is het in de opvatting van de "andere" partij ? In onze ogen bevat het begrip détente erg veel aspecten (Professor Teunissen noemde ze al op): bijna alles wordt ertoe gerekend. Ik geloof dat het wezenlijke verschil tussen
20
die opvatting en die van de Warschau Pact-landen met name ligt op het punt van de menselijke contacten, de mensenrechten, etc. In de Westelijke visie worden deze aspecten in belangrijke mate tot het ontspanningsgebied gerekend, in de opvatting van Oosteuropese landen wordt dat nu juist niet gedaan. Daarbij kan men zich de wezenlijke vraag stellen in hoeverre Oosteuropese regimes mensenrechten in de zin als door ons bedoeld wel kunnen toestaan. Ik geloof dat dat namelijk in het geheel niet kan: in Oostbloklanden hanteert men geheel van onze ideeên verschillende gedachten omtrent de organisatie van de maatschappij. De formuleringen uit de zogenoemde 'Derde Mand' van de Helsinki-akkoorden (vrije uitwisseling en contacten mensen en opvattingen) geven slechts onu opvattingen weer. In feite zijn het concessies, door de Oostbloklanden gedaan, om daarmee andere, in Oostelijke opvattingen belangrijker resultaten te kunnen behalen, zoals ook de Heer de Ryck van der Gracht terecht in zijn bijdrage aan deze dag constateert (Mini-jason, nr. 4). Daarmee is de tegenstelling die ik zoêven al aangaf natuurlijk niet opgelost. Integendeel zij duurt nog steeds voort. Zelfs Henry Kissinger meende al dat discussies over de
mensenrechtenproblematiek een wezenlijke aantasting vormen van de fundamentele, in het Oostblok bestaande
van dynamische en van statiJcht détente: van een alomvattende opvatting van détente en van een waarin men zich
structuren.
beperkt tot een aantal aspecten waarop vooruitgang mogelijk is. Naar mijn mening is er geen tegenstelling tussen beide opvattingen. Wij kunnen namelijk constateren dat bijv. op het terrein
Het Westelijke "hameren" op dat aspect leidt m.i. tot grote risico's voor Oost-Europa èn
VOOT
West-Europa zelf. Kis-
singer zei: Heb nu geen illusies over mogelijke veranderingen in het systeem (hij zal daar na Polen waarschijnlijk wel anders over zijn gaan denken), want als aan de men-
senrechtenproblematiek te veel nadruk wordt gegeven, dan worden er weer andere zaken op het spel gezet. Merkwaardigerwijze sluit deze opvatting (naar haar "uirvinder" ook wel Srmnmfeld-doctrine genoemd) nauw aan bij de ideeên die op dit punt ook in Oost-Europa leven. Daar meent men dat het naast elkaar kunnen bestaan van verschillende systemen mogelijk moet zijn en ook door het Westen moet worden geaccepteerd.
van de economische samenwerking een zekere vooruitgang
is geboekt. Het Westen legt - terecht - ook nadruk op de mensenrechtenpolitiek (ik zou hier willen spreken van een "dynamische benadering") en constateert niettemin voort-
durend dat er een grens ligt aan de mogelijkheden van deze dynamische benadering. Met andere woorden: in de politieke praktijk eindigen wij - zonder dat je daarvan de grenzen precies kunt aangeven - bij een statische verhouding: de mogelijkheid om op het punt van de humanitaire verhoudingen, van de organisatie van de maatschappij in
Kortom, naar mijn mening is er in het ontspanningsproces ttn rangorde van doeleinden aan te geven, zonder dat ik
het Oostblok ook maar iets te kunnen doen, die mogelijkheid is gering en uiteindelijk komt een en ander dan altijd
daarvan nu al de zwaartel:.an of wil duiden. Allereerst geldt dan het terrein van de ontspanning op militair ter-
ook weer neer op een consensus-verhouding.
rein, vervolgens de economische en technologische samen-
werlUng en tenslotte - zo mogelijk - de mensenrechten.
streven de organisatie in de landen van het Warschau Pact te veranderen. Wat wij in feite pogen te doen is - en ik
We spreken vandaag vooral over de vraag of de ondeelbaarheid van de ontspanning beperkt moet zijn tot Europa
ben daar een hartstochtelijk voorstander van - is feitelijke verhoudingen tot stand te willen brengen in samenlevingsvormen die naar mijn smaak volkomen verwerpelijk zijn:
en vervolgens pas hoe ontspanning er uitziet in de verhou-
dingen buiten Europa. De eerste vraag gaat natuurlijk vooraf aan de tweede, want
in feite is de ondeelbaarheid van ontspanning t.O.V. de rest van de wereld een overplaatsing van die problemen die op het Europese toneel tussen Oost en West leven.
Blijft niettemin de moeilijkheid of men ernaar zou moeten
dictatoriale samenlevingen waarin mensen diep ongelukkig zijn en wel naar meer humanitaire verhoudingen zouden toe willen groeien. Onze wensen richten zich op een wezen-
lijke verandering in die samenlevingen, waarbij wij ons als politici realiseren dat daaraan grenzen zijn. En het is onze taak om die grenzen voortdurend af te tasten op een ver-
standige wijze, zódanig dat de ontspanning op andere ter-
Détente in Europa
reinen niet in gevaar wordt gebracht. Dat is een heel complexe taak en er is ook geen formule voor te geven. Het is
Allereerst dan de vraag naar de ondeelbaarheid in de Oost-Wesrverhouding binnen Europa. We kunnen spreken
aan de wijsheid van politici - van minister en l:.amerleden in ons geval- voorbehouden om die grenzen voortdu-
rend af te tasten en uiteindelijk ook te bepalen.
Resultaten Wat is nu het resultaat van de ontspanning in Europa? Allereerst: er is inmiddels een vrij hechte structuur voor
samenwerlUng tot stand gekomen. Ik verwijs naar het Helsinki-akkoord (wat men er ook van moge vinden), naar de
Ostpolitik en zo zijn er nog andere voorbeelden. Er is enige vooruitgang op het punt van de mensenrechten, hetgeen ik hier toch wel wil onderstrepen: hoewel wij in dit geval niet op structurele resultaten kunnen bogen is het toch mogelijk om te wijzen op bijvoorbeeld de grote Joodse emigratie uit de Sovjet Unie en ook grote aantallen dissidenten hebben dit land inmiddels verlaten. Die ontwikkelingen hangen ten nauwste samen met onze activiteiten op dit punt.
Het Sjaranski-tribunaal bijvoorbeeld was niet gericht op Sjaranski alleen, maar had als tribunaal ook een grote symbolische betekenis voor de dissidenten-beweging in haar geheel. Als wij met deze activiteiten doorgaan, dan weten wij ook dat de grenzen die wij aftasten steeds verder verlegd worden. Ook op het terrein van de economische betrekkingen is
progressie te melden, zoals dit het geval is in het politieke Harry van den Bergh (PvdA) tijdens het uiuprek.en van zijn inleiding (foto : Erwin Brouwers)
overleg tussen Oost en West. En tenslotte constateer ik zeer belangrijke ontwikkelingen in landen als Polen en Tsjechoslowakije waarvan ik geloof
21
dat die mede het gevolg zijn van het ontspanningsproces van de laatste jaren in Europa. Maar ik moet tegelijkertijd toch ook vaststellen dat we op het terrein van de militaire betrekkingen nauwelijks enig resultaat hebben geboekt. Deze achterstand in resultaten kan helaas een bedreiging vormen voor al het andere dat inmiddels tot stand is gebracht. We zullen dan ook met de allergrootste hartstocht en deskundigheid vooral op dat terrein moeten werken aan het behalen van meer positieve resultaten.
Détente buiten Europa Ik kom dan tenslotte op het vraagstuk van de ondeelbaarheid van détente buiten" Europa. Hier ligt een enorme tegenstelling tussen 'West-Europa en de Verenigde Staten, een tegenstelling die ook in tal van opzichten aanwezig is in het Atlantisch Bondgenootschap. Wij hebben dat kunnen constateren bij gelegenh#<!. van de boycot van de Olympische Spelen in Moslotl (~en afgang voor de Westelijke landen), bij gelegenheid van de Cubaanse, Russische en Oostduitse interventies in Angola, in Ethiopië/Somalië, in Zuid-Oost-Azië en recentelij k natuurlijk ook in Afghanistan. De Verenigde Staten denken - en dat is vanuit hun optiek natuurlijk alleszins te begrijpen - in termen van mondiale politiek. Europese landen hebben daarentegen een veel beperkter visie op wat zij kunnen doen in de wereld en op de wijze waarop zij dan hun invloed kunnen uitoefenen. Vanuit hun optiek verwachten de Verenigde Staten van West-Europa dat het medeverantwoordelijkheid wil dra-
schiedenis en anderzijds op de zeer beperkte ervaring van de Amerikanen die toch al niet beschikken over al te veel maatschappelijk bewustzijn. Tal van ontwikkelingen in Iran, in Afghanistan, Angola en Ethiopië hebben te maken met historische, maatschappelijke en emancipatorische bewegingen die wij - in de geschiedenis van ons continent - al eerder hebben zien optreden en waarvan wij de betekenis (ten dele) hebben onderkend. Die emancipatie en bevrijding spelen zich af en zullen zich afspelen in veel ontwikkelingslanden. Onze belangen kunnen er door worden geschaad en het zal ons veel moeite kosten om hierop adequate antwoorden te
vinden. Ik pleit in elk geval voor de allergrootste mate van terughoudendheid v.w.b . militaire middelen. Het is werkelijk desastreus voor de Westelijke positie in de Derde Wereld als er wordt uitgegaan van het "primaat der militaire
middelen" . Ik stel daar een andere politiek tegenover.
gen voor (voorziene) acties van de Verenigde Staten buiten
het verdragsgebied van de NAVO : voorbeelden Iran en de "rapid deployment force" , waarmee buiten het NAVOverdragsgebied kan worden geïntervenieerd. De Amerikanen gaan daarbij uit van de overweging dat ontspanning wals die in Europa tot stand gekomen is ondeelbaar is: als
er elders in de wereld (Iran, Afghanistan) "ongelukken" gebeuren, dan moet Europa daar, zoals in Europa zelf,
medeverantwoordelijkheid voor willen dragen. Dat is een zeer wezenlijke, maar tegelijk ook zeer moeilijke ontwikkeling. (a) omdat Europa nu eenmaal niet over de militaire
middelen beschikt en (b) omdat er naar mijn mening ook niet direct met militaire middelen moet worden geantwoord, maar (c) vooral omdat het objectief niet mogelijk is de relevantie van dit soort dingen voor Europa te ontken-
nen. Ik verwijs in dit verband naar de eventuele bedreigingen voor onze olie-aanvoer. In dat geval zou de NAVO niets kunnen doen, maar dan zouden de Verenigde Staten nadere acties kunnen ondernemen. Dat geschiedt dan overigens wèl ten behoeve van West-Europa en West-
Europa kan in de politieke en economische actualiteit van vandaag daarvoor een zekere medeverantwoordelijkheid niet van zich afschuiven.
Brezjnew en Caner in een onderonsje na de o ndenekening van het SALT JI-aHoord
Mijn antwoord is dat we allereerst politieke en economische antwoorden moeten geven op de vitale emancipa-
tie- en bevrijdingsprocessen die in de Derde Wereld gaande zijn. Dat impliceert dat het Westen, dat al jaren faalt op het terrein van de ontwik.kelingssamenwerking. moet inzien
Overigens vind ik dat de Verenigde Staten - en daarvoor
dat de structuren in de ontwikkelingslanden zodanig worden veranderd, dat men aldaar ook op een andere wijze naar ons gaat kijken. De onverdraagzaamheid t.O.V. het Westen, zoals die zich nu
moet worden gewaarschuwd - , als het gaat om ontwikke-
manifesteert in bijvoorbeeld Iran is de natuurlijke reactie
lingen in de Derde Wereld welke de belangen van het Wes-
op de Westelijke en vooral de Amerikaanse houding t.O.V.
De betekenis van de Derde Wereld
ten bedreigen, teveel denken in tennen van militaire mid-
steun aan ontwik.kelingen, zoals die zich daar na de Twee-
delen. Hier stuiten we op een probleem. We kunnen hier enerzijds wijzen op het historisch besef van veel Europese landen met een veel langere politieke en economische ge-
de Wereldoorlog hebben voltrokken. Het probleem waarvoor het Westen zich gesteld ziet is dat
22
ontwikkelingslanden, wanneer het daar tot een uitbarsting
komt en tot een afrekening met de oude structuren, in de eerste plaats kijken naar en de hulp zoeken van de Sovjet Unie. Dat is naar mijn mening de politieke en maatschappelijke basis op grond waarvan de Sovjet Unie in tal van landen kon interveniêren. Ik meen dat - om dergelijke onrwikkelingen te voorkomen - de enige optie voor het Westen gelegen is in de noodzaak zich een adequaat polidek en sociaal-economisch beleid aan te meten t.o.v. het
ontwikkelingsprobleem.
maar op dit punt wil ik toch een zekere terugboudendheid betrachten. Europa moet in zijn bijdrage aan de verschillende landen in de Derde Wereld prioriteit geven aan die instrumenten die de politieke en sociaal-economische structuur van die laoden verbeteren. Dat is op langere termijn het enige antwoord. Het is voor West-Europa ook mógelijk zo'n beleid te voeren omdat wij - ondaoks alle geweeklaag - nog steeds de beschikking hebben over een geweldig potentieel. En tenslotte dient in het ontspaoningsproces een nog hogen: prioriteit te worden gegeven aan het terrein van wa-
Conclusies
penbeheersing en ontwapening: op de langere termijn zal bet weinige dat bereikt is in een spiraal vao bewapening, vooral in de nucleaire sfeer, kunnen worden bedreigd.
Ik kom tot mijn conclusies en die luiden als volgt: Ontspanning is in feite deelbaar, maar ik voeg daaraan toe, het is ook gradueel deelbaar en het is de verantwoordelijkheid van politici om dat van siruatie tot situatie te beoordelen. Er is wel degelijk een verbaod tussen ontspao-
Dr!. H. van den Bergb
ning in Europa en ontspanning in de rest van de wereld,
Lid van de Tweede Kamer voor de Panij van de Arbeid
Het vermeende leiderschap van de Verenigde Staten Ik wil in mijn betoog gaarne ingaan op een punt dat tot mijn verbazing nog door niemand van de aanwezigen is
genoemd, namelijk dat ontspaoningspolitiek natuurlijk een politiek is als iedere andere. Het is niet een van God gegeven iets dat we klakkeloos kunnen aaovaarden. Bij elke politieke beleidslijn dient men twee vragen te stellen : (a) is zij wenselijk en is zij doeltreffend ? en (b) kunnen we deze politiek uitvoeren ? En als het antwoord op deze twee vragen - gemêleerd of ronduit - negatief zou zijn dan moet men daaruit zekere consequenties trekken. In dit
verband wil ik u eraan herinneren dat voor wat betreft de Noordatlantische Raad altijd overeenstemming heeft bescaan over de voorwaarden die aan ontspanningspolitiek
moesten worden gesteld. En ik wil deze voorwaarden hier graag noemen, omdat zij de sleutel vormen voor het ant-
woord op de vraag die ons heden is gesteld.
Vijf voorwaarden De eerste voorwaarde is dat détente in geen geval kan wor-
den gezien als een surrogaat voor de verdedigingsinspanning : verdediging en ontspanning zijn in de NAVO-conceptie twee opvattingen van hetzelfde. Een dualistische opvatting dus, die voortlr.omt uit het volgende idee: men kan zich enerzijds détente voorstellen zonder verdedigingsinspanning, in welk geval de exercitie zeer wel zou kunnen uitmonden in wat men in de dertiger jaren wel uappeasement-policy" noemde. Anderzijds kan men zich een verde-
digingsinspanning voorstellen zonder détente, in welk geval een grote kans bestaat dat welke inspanning dan ook zou uitmonden in een milicaire explosie. Vandaar eerder
genoemd dualistisch objectief van de alliantie: ontspanning èn een geloofWaardige verdediging. De tweede voorwaarde is dat omspanning inderdaad on-
deelbaar dient te zijn. Waarom? Hier is vooral sprake van diplomatiek-tactische overwegingen. Indien van een deelbaarheidsfactor zou worden uitgegaan in het ontspanningsproces, dan zou zulks al snel leiden tot fragmentatie onder en behartiging van deelbelangen door de verschillende Westelijke landen, onder verwaarlozing van het grotere en belangrijkere geheel. En dat dit geen theoretische ontwikkeling is moge blijken uit kranteberichten van de laatste tijd. De derde voorwaarde voor Westelijke détentepolitiek is een sterke onderlinge solidariteit, noodzakelijk om deelbaarheid in het ontspanningsstreven te vermijden. Deze solidariteit geldt zowel voor de intra-Europese verhoudingen als voor de verhouding russen West-Europa en de Verenigde Staten. Met name in laatstgenoemde relatie dient de fundamentele politieke solidariteit uit te stijgen boven mogelijke tegenstellingen op economisch of enig ander deelterrein.
Vierde voorwaarde: het betrekken van de mensenrechten-
problematiek in het ontspanningsbeleid . Ik spreek zowel 23
lc.rachtens mijn functie als krachtens mijn vorming m.b.t. interstatelijke verhoudingen, maar de mensenrechten vormen een probleemveld dat daar bovenuit stijgt. Ik kan mij geen ontspanningspolitiek voorstellen die enige werkelijke inhoud lOU hebben, wanneer men consistent en cynischerwijze de mensenrechten daaraan zou opofferen. En tmslotte was men het er ook over eens dat het détenteproces zeer moeizaam lOU gaan verlopen, als één van beide panijen op flagrante wijze zou proberen het machtsevenwicht unilateraal te doorbreken.
De problemen "Detmle na Kaboel: deelbaar of ondeelbaar.' " Ik wil deze centrale vraagstelling wat ruimer interpreteren en met u enkele politieke en militaire problemen op dit terrein bezien. Allereerst - en dat heb ik al eerder gezegd - kan détente nimmer een substituut vonnen voor verdediging. In dit verband wil ik ook graag wijzen op het grote gevaar dat het détenteproces bedreigt, namelijk wanneer sommige lidstaten gaan menen dat zij, daartoe gedwongen door de militaire of economische situatie, ni~t meer in staat zijn de in de NAVO aangegane verplichtingen na te komen. Wanneer deze ontwikkelingen zouden leiden tot een militair verzwakkingproces zal daardoor ook de geloofWaardigheid van de détente in Russische ogen worden aangetast.
Het tweede punt is dit: ik sprak al over het gevaar van fragmentatie, over de noodzaak van transatlantische en intereuropese solidariteit. Wij hebben nu kunnen constateren dat "Afghanistan" op de een of andere wijze reeds bestaande separatistische neigingen in Europa heeft geactiveerd. Ik verwijs naar de boycot van de Olympische Spelen te Moskou, die een farce werd - de heer Van den Bergh gaf dat ook al aan. Wat echter nog erger is - en dat is precies datgene wat de auctores intellectuales van de détentepolitiek reeds jaren vreesden - is de "run" op Moskou, die pas met Afghanistan echt op gang gekomen is. President Giscard heeft gemeend er goed aan te moeten doen zich naar Warschau te begeven, andere Westelijke leiders zijn naar Moskou gegaan of gaan binnenkort. Als ik als Rus deze ontwikkelingen zou moeten beschouwen vanuit de Sovjet Unie dan zou ik (a) erkennen dat ik in Afghanistan fouten heb gemaakt, maar (b) een bron van gemodereerde satisfaaie vinden in het feit dat een zeker wig gedreven is in de relatie russen Europa en de Verenigde Staten. En voor wat betreft de transatlantische solidariteit wil ik u ook niet verhullen dat er moeilijkheden zijn en dat die moeilijkheden in het geval van Frankrijk mij persoonlijk als onverklaarbaar voorkomen. De problemen die in Duitsland zijn ontstaan begrijp ik al wat beter. Maar hoe dan ook : de ontstemming die hierover in de Verenigde Sraten is ontsraan is zeer aanzienlijk. Overigens wil ik in dit verband wel protesteren tegen hetgeen Professor Theunissen omschreef als "het dicteren of voorschrijven door Washington". Men kan - en ik spreek uit een ervaring van 22 jaar - net zo goed de stelling verdedigen dat de Verenigde Staten te weinig hebben gedicteerd, te uldm hebben voorgeschreven. Het leiderschap van de Verenigde Staten is - voorzover het het Atlantisch Bondgenootschap betreft - altijd meer fictie dan werkelijkheid geweest. 24
Or. S.I.P . van Campen. geflankttrd door JASON -vooniuer Van den Muijsenbergh en PvdA -kamerlid Harry van den Bergh (fo to: Erwin Brouwers)
Conclusie Deze punten volgend kunnen we ons wellicht afvragen of de oorspronkelijke voorwaarden voor ontspanningspolitiek nog wel bestaan. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik tegen een voortzetting van détentepolitiek ben: zolang het gevaar van een "explosie" besraat blijft ontspanning wen selijk en wezenlijk. Maar dit alles gezegd zijnde geloof ik wel dat het punt is gekomen waarop men hier en elders moet gaan denken over de toestand in de eigen gelederen. En in het verlengde daarvan lijkt het me ook goed te wijzen op de eventuele gevaren die ons bedreigen van buiten het verdragsgebied en vooral vanuit de Perzische Golf. Wanneer de Verenigde Staten daar in vijandelijkheden zullen worden verwikkeld, dan zal dat niet primair zijn uit hoofde van Amerikaanse belangen (Amerika is niet helemaal afhankelijk van de olie-aanvoer vanuit de Golf) . Met andere woorden: mocht het dan toch tot een militaire crisis komen dan zou Amerika recht van spreken hebben, wanneer het enige hulp verwacht van de Europese landen, niet als NAVO-leden, maar handelend als maritieme naties die in zo'n geval (symbolische) hulp geven aan een bondgenoot. Bij zulke gevaren, die reëel zijn is de vraag natuurlijk vaak gesteld: is détentepolitiek nu deelbaar of ondeelbaar? Ik geloof dat die ondeelbaar is: men kan niet - al is het maar vanuit allerhande tactisch-diplomatieke risico'sdoorgaan met te beweren dat bijv. in Centraal Europa een détentepolitiek kan worden gevoerd, terwijl zowel ten noorden als ten zuid-westen van Europa gevaren blijven bestaan. Welnu: ik pretend..r niet dat over deze problemen in de Alliantie eensgezindheid bestaat. Maar het zijn in elk geval belangrijke problemen, hangijzers die sterk leven.
Dr. S.I.P. van Campen Chef de Cabinet van de Secretaris-Generaal van de NAVO
Eindelijk: een verdrag over dubieuze wapens * In het 4e nummer van jASON-MagaziTll!, jaargang 1919, is door ondergetekende geschreven over een conferentie van de Verenigde Naties met een bijkans onuitspreekbare titel "The United Nations Conference on Prohibitions or Restrietions of Use of Certain Conventional Weapons which may be
deemed to be Excessively Injurious or to have Indiscriministe Effects" . In Nederland is hiervoor steeds de minder exacte maar wèl meer compacte term "dubieuze wapens" gehanteerd. Deze wapens, waarbij primair gedacht moet worden aan landmijnen, booby-traps en brandwapens, zijn al vele jaren onderwerp van internationaal overleg in het kader van het humanitaire oorlogsrecht. De kwestie is uiteindelijk in 1911 doorgeschoven naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Dit orgaan, o nbetwist wereldkampioen in de produktie van resoluties, verzocht door middel van zo 'n resolutie de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een speciale conferentie over dubieuze
wapens bijeen te roepen. Doel van de conferentie was te komen tot het stellen van verboden op, dan wel beperkingen aan het gebruik van dit soort wapens. De op te stellen regels dienden gericht te zijn op de bescherming van de burgerbevolking, en zo mogelijk ook van de deelnemers aan de strijd (combattanten).
Achtergronden De eerste zitting van de conferentie, gehouden in Genève in september 1979, slaagde er niet in de haar opgedragen taak uit te voeren. Terwijl op het gebied van de mijnen en de booby-traps een overeenkomst vrijwel voor het grijpen lag, laaiden de emoties in het brandwapenoverleg weer hoog op. Zoals in het artikel van vorig jaar stond te lezen, was de rolverdeling in dit debat die van Zweden en Mexico als "progressieven", de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie als "behoudenden", terwijl Nederland en Australie voortdurend "redelijke alternatieven" trachtten te verkopen. Helaas werden die alternatieven tegen het eind van de eerste zitting fijngedrukt tussen de botsende benaderingen van de hoofdrolspelers.
In "PItmb.,. m oltlober 1980 mocht men het vier weken lang nog eens proberen. In vergelijking met het voorgaande jaar waren de voortekenen niet bepaald gunstig: een verslechterde internationale politieke situatie, naderende verkiezingen en een groeiend pro-defensie bewustzijn in de Verenigde Staten, en ook nog een vlak na het begin van de confe-
rentie uitgebroken oorlog tussen Iran en Irak.
Vreemd genoeg hebben dergelijke externe omstandigheden, in tegenstelling tot de lopende wapenbeheersingsbesprekingen, deze conferentie over oorlogsrecht niet noemenswaard beinvloed. Dit is anderzijds ook weer niet zo verwonderlijk, omdat in dit geval de tegenstellingen meer langs de Noord-Zuid as liepen dan langs de Oost-West. Immers, het gaat in de door de conferentie opgestelde verdragen in feite om beperkingen op het gebruik van bepaalde wapensoorten, beperkingen die primair tot doel hebben de burgerbevolking te beschermen. Deze wapens zullen in oorlogstijd ook door de NAVO en het Warschau- Pact gebruikt moeten worden, zodat het beleid van beide allianties in deze conferenties gericht was op aanvaarding van realistische gebruiksbeperkingen, d.w.z. zodanige die voor de strijdkrachten uitvoerbaar zijn. Dit beleid zette hen noodgedwongen in de behoudende hoek, tegenover de vaak vèrgaande voorstellen van neutrale en niet gebonden landen,
die de wapens in kwestie zelf vaak niet eens bezitten.
De Amerikaanse positie Na bovenstaande achtergrond-schets behoeft het dan ook geen verbazing te wekken dat deze wapenconferentie succes heeft gehad door aanzienlijke concessies van zowel de Verenigde Staten als van de Sovjet-Unie. Vanaf het begin van de tweede zitting was het duidelijk dat een Amerikaanse concessie op het gebied van de brandwapens de sleutel tot het succes zou zijn. Waren de Amerikanen eenmaal over de dam, dan zouden de Russen wel volgen. Het is precies volgens dit scenario, dat her Geneefse gebeuren zich uiteindelijk voltrok. Kern van de oorspronkelijke Amerikaanse (erugho udendheid was, dat dit land een verbod op alle luchtaanvallen met brandwapens op militaire doelen, gelegen midden tussen de burgerbevolking, te ver ging. De VS wilde, evenals trouwens de SovjetUnie, zo'n verbod beperken tot napalm, en hanteerde daarom een onderscheid tussen vlamwapens (napalm) en brandwapens. De eerste conferentie werd het niet eens over een definitie van vlamwapens, als subcategorie van brandwapens, zodat de discussie over verbodsbepalingen ook niet verder kwam. Nederland heeft, gesteund door de andere Europese bondgenoten, spoedig na afloop van de eerste zitting bij de VS erop aangedrongen het ongelukkige begrip vlamwapen te laten varen, en te aanvaarden dat het verbod op luchtaanvallen op militaire doelen, gelegen binnen concentraties van burgers, zou gelden voor àlle brandwapens. Dit Nederlandse verzoek werd door de Amerikaanse regering serieus opgenomen, zó serieus, dat binnen het Pentagon met een diepgaande studie werd begonnen met als doel na te gaan hoeveel behoefte in de toekomst nu werkelijk zou blijven bestaan aan het gebruik van brandwapens. 25
Na ongeveer een half jaar werd geconcludeerd dat brandwapens ook in de toekomst hun nut zouden blijven behouden, zij het niet op die schaal als voorheen. Voor een deel zouden deze wapens namelijk vervangen zijn door z.g. combined-effect wapens, waarbij de explosieve uitwerking belangrijker is dan het brandverwekkende effect. Dit soort wapens zou vooral ingezet worden tegen gepantserd materieel, en tegen doelen als spoorwegknooppunten en havens. Ondanks deze trend zag het Pentagon liever geen vèrgaande restricties
op het gebruik van brandwapens, en pas na wekenlange interne touwtrek·
kerij tussen het State Departrnent en het Departrnent of Defense kon besloten worden dat de door Nederland voorgestelde verbodsregels aanvaardbaar waren. De Amerikanen gaven hiermee bewust het gebruik op van pure brandwapens, zoals napalm, thermietlthermaat- en magnesiumbommen. Deze concessie werd pas bekend toen de tweede week van de conferentie al op zijn eind liep!
De Sovjet-Unie en de andere landen De aankondiging op gO september van de nieuwe Amerikaanse positie bracht enige paniek teweeg bij de Sovjet-delegatie, die direct voorafgaand aan de Amerikaanse interventie met veel retoriek het nut van beperking van de gebruiksverboden tot vlamwapens (lees: napalm) had onderstreept. Na de Amerikaanse gedelegeerde sprak de Vietnamese gedelegeerde: deze schilderde nog eens de verschrikkingen van het jarenlange gebruik van napalm in zijn land door de Amerikaanse imperialisten en gaf vervolgens zijn steun aan het Sovjet-
standpunt. Dit alles vlak nadat de Amerikaanse "imperialist" had aan-
gekondigd aanzienlijk vèrdergaande restricties op dit gebied te kunnen accepteren dan de juist daarvoor door de Sovjet-Unie gepresenteerde. Deze diplomatieke afgang moet tot intensief telexverkeer met Moskou geleid hebben, want direct aan het begin van de laatste conferentieweek kondigde Sovjetambassadeur Issraelyan haast terloops aan dat hij het Amerikaanse standpunt nu deelde. Ook met deze concessie waren de rijen nog niet gesloten, want een aan-
26
tal niet-gebonden landen, waaronder Indonesit, toonde zich niet tevreden
met de voorgestelde gebruiksverboden. Zij wilden ieder gebruik van brandwapens in bewoonde gebieden verboden zien, en ook nog een verbod deze wapens tegen militair personeel te gebruiken. Het heeft veel overredingskracht van de kant van een aantal Westerse landen, waaronder Nederland, gekost om deze landen te overtuigen van het feit dat dit soort verbodsbepalingen niet haalbaar waren, en in de praktijk ook niet nageleefd zouden kunnen wor· den. Met dezelfde argumentatie steunt nu ook. Zweden dit Westerse diplomatieke offensief: een treffend voorbeeld van de inmiddels opgetreden rolverwisseling. Omdat de conferentie zonder besluitvonningsregels werkte moest iedere oppositie afwezig zijn, wilde een regel aangenomen kunnen worden. Geen gemakkelijke opgave met zo'n 60 landen. Er is dan ook heel wat koehandel gepleegd in de wandelgangen.
Het eindresultaat Wal hebhm /wee voorbertidm dt conferenlies en Iwtt diploma/itht conft rmie, nu uiltindtl~' opgeleverd .'
Kort gezegd: een verdrag, bestaande uit een hoofdgedeelte met algemene regels, en drie afzonderlijke protocollen, met als ondetwerp respectieve. lijk munitiefragmemen die niet met röntgen opspoorbaar is, landmijnen en booby-traps en brandwapens . Het eerste prowcol bestaat uit één zin, namelijk. dat wapens, die gebruik maken van niet met röntgen op· spoorbare munitiefragmenten, niet gebruikt mogen worden. Te denken valt hierbij aan fragmenten van plastic. Het tweede protocol stelt regels aan het gebruik van landmijnen en booby-traps. Na beëindiging van de vijandelijkheden moet de locatie van mijnenvelden door betrokken partijen openbaar worden gemaakt, zulks ter voorkoming van onnodige ongelukken, met name onder de
burgerbevolking. Deze bepaling geldt echter niet zolang nog sprake is van bezetting van grondgebied door één of meerdere partijen. Deze aanzienlijke afzwakking is het resultaat van Joegoslavische, Cypriotische en Vietnamese opvattingen, die er op neerkomen dat een land geen enkele verplichting jegens de tegenpanij kan aanvaarden, zolang nog sprake is van bezetting van zijn grondgebied door die tegenpartij. Verder bevat dit protocol een lijst van objecten, waaraan of waarbij onder geen beding boobytraps mogen worden bevestigd. Het derde protocol stelt een aantal beperkingen aan het gebruik van brandwapens. Terwijl ieder gebruik van brandwapens in bewoonde gebieden slechts is toegestaan indien het te treffen militaire doel duidelijk gescheiden is van de omringende concentratie van burgers, zijn luchtaanvallen met brandwapens op militaire doelen, gelegen in zo'n zelfde concentratie, strikt verboden.
Wat iJ de waarde van dit nieuwe ver-
drag' In ieder geval de erkenning dat sommige moderne conventionele wapens van dien aard zijn, dat er alleen gebruik van mag worden gemaakt, indien een aantal meer of minder strikte regels in acht wordt genomen. De drie protocollen bevatten regels die beslist reeel zijn, en die militairen en burgers gelijkelijk aanspreken. Immers, eenieder zal begrijpen dat met brandwapens gemakkelijk onschuldige slachtoffers gemaakt kunnen worden, en dat het bevestigen van een booby-trap aan een gesneuvelde militair een verraderlijke en misdadige handelwijze is. Overigens is de discuuie over dit onderwerp hlenner niet afgesloten. Het verdrag voornet in de mogelijkbeid van toetsingsconferenties, indien althans een meerderbeId van de landen, partij bij bet verdrag, dit wil. Die meerderheid moet dan wel minstens uit 18 landen bestaan. Het ligt
JASON-Magazine 4/1980 is gewijd aan de vraag :
'WIE BElNVLOEDT HET KERNWAPENBELEID IN NEDERLAND?'
in de verwachting dat de eerste toetsingsconferentie, die wellicht tegen 1900 kan worden gebouden, zich zal buigen over de mogelijk excessief verwondende eigenschappen van sommige munidesystemen. Dat IOU een vervolg zijn op het dan bijna een eeuw oude verbod op het gebruik van de beruchte dum-dum kogel.
J.P. Huner J.P. Huner is verbonden aan het Ministerie van Defensie. Hij schrijft dit artikel à ti tre personnel
• Zie ook: G. W .F. Vigevmo: " Neutronenbom niet inhu maner" in jASO N-magazi ne 111. or. 2 (mei 1918) en :} .P. H unrr: " De Verenigde Naties en de dubieuze wapens " in J ASON -magazine IV, nr. 4 (november 1979 ).
~~
Van Stolkweg 10 2565 JP OEN HAAG
Met een overzicht van de gebeurtenissen in en rond de kemwapendiskussie in Nederland en aandacht voor onder meer de doeleinden en het functioneren van het Interkerkelijk Vredesberaad en het Samenwerkingsverband Stop de Neutronenbom/Stop de Kernwapenwedloop én aandacht voor de parlementaire bemoeienis met de modemiseringskwestie. Bijdragen van : J. Veen, J. A. E. Vermaal, B, Kreemers en p, J , Maessen.
JASON-Magazine 5/1980 is gewijd aan het thema:
'DE NEDERLANDSE INVLOED IN DE INTERNATIONALE POLITIEK' Mede naar aanleiding van versch illende gebeurtenissen en vanuit verschillende invalshoeken wordt dit thema nader belicht door H. N. 800n, J. Heldring, M. van der Stoel. J, J, C, Voorhoeve, H. Waltmans en L. Wecke.
lo... nummer. ziJn te beltenen door overmlklng van I 4,50 per nummer op poltglrorekenlng 3561025 ,"n JASON te Den Hoog onder .ermeldlng .In 'JASON 4' enlo"JASON 5'. Opgave van la.rabonementen la mogelijk door overmlklng vin I 20,onder vermelding vin 'Nieuw Abonnement', JASON-MIgazlne nr. 4 ontvlngt u dan gratIl.
JASON-Magazine behandelt in zijn eerste lustrumjaar nog steeds actuele thema's uit de internationale politiek. Hierbij komen auteurs met veelal uiteenlopende opvattingen aan het woord, waardoor altijd een zo afgerond mogelijk beeld van de problematiek geboden wordt.
27
IndexJASON-magazine 1980 De Buitenlandse Politiek van Europa (no's 1 en 2) W.A. BaJ BaAAer B.R. Bot R. Butt j .P. van Imel H. Vredeling
Lomé II: consolidatie van de betrekkingen van de EEG met 58 ontwikkelingslanden 10 jaar Europese Politieke Samenwerking Een visie vanuit Londen Het EMS: een middel om het Europese desintegratieproces te keren Europa en zijn defensie
De Tragedie in Zuid-Oost Azië (no 3) B. ter Haar R. Feddema EJ.G. Ouwejan
De Cambodjaanse tragedie Indochina : Zuidooswiatisch Kruitvat De ASEAN: Regionale organisatie en factor in de wereldpolitiek j .M. Pluvier Viemam: Een historisch perspectief H.A. KiJsinger Brief over Cambodja G.K. Tim",.,.,.an Vluchtelingen in Indochina P)otr GrigMenÀO in Nederland (verslag)
Wie beïnvloedt het Kernwapenbeleid? (no 4) PJJ. Matssen B . KrumeTs
j.A.E. Vermaal j. Veen
HWie stopt de Neutronenbom?" De peilingen van het IKV Het IKV en de Kernwapendiscussie Wat zich afspeelde rond de Kernwapens &: De Parlementaire Bemoeienis met de Moderniseringskwestie
De Nederlandse Invloed in de Internationale Politiek (no 5) W.F. van Ee;'elen H . Waltmans
LJ. Wec;'e M. van der Stoel j J .C. Voorhoeve H.N. Boon j.L. Heldring W . van den Muijsenhergh M. van der Meulenl M. Verwey
Nederland en de wenselijkheid van Atlantische samenwerking PPR-visie op de buitenlandse politiek Nederland: gidsland of gidsvolk? De rol van Nederland in de internationale politiek Volgland. gidsland ofkatalysator? Nederland als voortrekkersland Een gids behoort tot een groep Vijf jaar jASON De crisis in Iran en Afghanistan
Stripnummer en Conferentieverslag (no 6 I 1981 no 1) j . van de Velde C.A . van der Klaauw PJ . Teumssen S.l.P. van Campen H. van den Bergh j .P. Huner
Stripverhalen en de kernbewapening Détente : geen illusiepolitiek Ontspanning als inzet van wedijver tussen Oost en West Het vermeende leiderschap van de Verenigde Staten De rangorde in het ontspanningsproces Eindelijk: een verdrag over dubieuze wapens
Mini-JASON JASON jaarverslag 1979 (no S) EJ. de Ry';' van der Gracht Détente na Kaboel: deelbaar of ondeelbaar (no 4)
28