JAARGANG 10 SEPTEMBER '85 NUMMER 4
Magazine voor Internationale
..
'(11/
REDACTIONEEL Pagina
3
VAN ZES NAAR VIJF, VIER OF NOG MINDER?
JASON Magazine is cen tweemaandelijkse uitgave van de Stichting JASON, gericht op jongeren die zich interesseren voor internationale politiek. In elk nummer wordt aan de hand van een aantal artikelen getracht een evenwichtig cn gevarieerd beeld te geven van een internationaal politiek vraagstuk. De redactie onthoudt zich hierbij van iedere politieke stellingname, met uitzondering van op persoonlijke titel geschreven anikelen. Wie wil reageren op in JASON verschenen artikelen, of denkt zelf een bijdrage te kunnen leveren, wordt verzocht te schrijven naar: Redactie/secretariaat JASON Alexanderstraat 2 2514 JL Den Haag Telefoon: 070-605658. Postgiro 3561025. Bank: 456855548.
Vanaf de oprichting van de NAVO bestaat in haar strat~e de mogelijkheid tot het gebruik van kernwapens bij de verdediging van West-Europa. Uit de begintijd van de NAVO stammen ook de beslissingen, die hebben geleid tot de Nederlandse kernwapen taken. Een historisch overzicht en toekomstverwachtingen van de Nederlandse nucleaire taken door Frank Caris en Dick Zandee. Pagina
DE ROL VAN KERNWAPENS IN DE NA VO-STRA TEGIE. H. Konhuijs: "Het streven van de NA VO is er op gericht de vrede, veiligheid en vrijheid van het Westen te handhaven. De aanwezigheid van kernwapens, noodzakelijk in de "flexible response"strategie, draagt hienoe bij. De inzet van kernwapens moet in de NAVO-strategie zolang mogelijk vermeden worden". Pagina
A. Sternerdink: "Kan van de VVD nog gezegd worden dat deze panij in ieder geval een standpunt heeft, een bepaald beleid voorstaat, van de CDA kan zelfs dat niet ~ezegd worden' Het PvdA-beleid is gericht op wapenbeheersing, wapenvermindering en ontwapenmg. NA Vastrijdkrachten dienen slechts een defensieve taak te vervullen". Volgens de PvdA moet Nederland voorlopig slechts één nucleaire taak, de Lance-raket, handhaven.
REDACTIE JASON-MAGAZINE
DAGELIJKS BESTUUR: Voorzitter: Frank Caris. Vice-voorzitter. Jaap de Vries. Secretaris: Yvonne Klerk. Penningmeester: Frank Marcus. Public Alfairs: Veronique Frinking Public Relations: Karen van Bergen. Algemene Zaken: Erica Veenendaal.
ALGEMEEN BESTUUR:
A.Alting von Geusau Herman van Campenhout. Drs.R.Geunsen. Mr.P.H.Goedhan. Mr.M.Cde Groene. Drs.M.T.van der Meulen. Drs.M.Roemers. Drs.L.Schaaphok. Drs.Th.M.A. Verhagen. M.Verweij. !.P'westhoff. Drs.F.Z.R. Wijchers. DrsD.H.Zandee.
14
NEDERLAND MOET VOORLOPIG EEN KERNWAPENTAAK BEHOUDEN.
(À'emaml'van in JASON rerschenen artikelen kan slechts in Ol'er/eg met de redactie geschieden,
Hoofdredacteur. Alexander A1ting von Geusau. Redactieleden: Pieter de Baan, Even Jan Raven, Guido Vigeveno, Goven-Jan Bijl de Vroe, Eugèn van de Pas, Marieke van den Braak, Hans-Manien ten Napel.
4
Pagina
19
ELK KRIJGSMACHTONDERDEEL ZIJN EIGEN KERNWAPENTAAK. T. Frinking: "Tegenover elk nucleair wapen van de tegenstander behoeft aan NAVO-zijde niet een ~e1ijksoonig wapen te staan. Alleen wapens die het grondgebied van de Sovjet-Unie kunnen bereiken spelen een rol in de oorlogsvoorkoming. De nucleaire taken daarentegen zijn een uiting van politieke solidariteit en de wil de nucleaire risico's mee te dragen. Maar daarvoor zijn geen zes taken nodig". Een vermindering van Nederlandse kerntaken kan volgens het CDA bijdragen tot een verlaging van de atoomdrempel". Pagina
23
GEEN KERNWAPENTAKEN OP BONDGENOTEN AFSCHUIVEN.
een
J. Voorhoeve: "Afhankelijkheid van tactische kernwapens in verdediging tegen een conventionele aanval van het Warschau Pact moet zoveel mogelijk vermeden worden. Vermindering van tactische nucleaire taken wenst de VVD alleen te zien in bondgenootschappelijk kader. Eenzijdige stappen tasten het vermogen van de NAVO aan een oorlog te voorkomen door een effectieve defensie",
Pagina
25
NEDERLAND MOET KERNWAPENTAKEN ONVOORWAARDELIJK OPHEFFEN. M. Stelling: "Nederlandse kernwapen taken moeten onvoorwaardelijk worden opgeheven. Het voorhanden hebben van kernwapens en een eventuele inzet vormt een misdaad zowel naar Nederlands als naar internationaal strafTecht. De kernbewapening vormt een inbreuk op de rechtsorde en is om die reden onbestaanbaar met de basisgedachten van de democratische rechtsstaat". Pagina
Leden van het Dagelijks Bestuur zijn tevens leden van her A/gemeen Bestuur.
RAAD VAN ADVIES:
Dr.W.F.van Eekelen (voorz.). HJ.M.Aben. H.Gabriëls. Dr.A.M.CTh.van Heel-Kasteel. C.C van den Heuvel. Dr.L.G.MJaquet. R.CSpinosa Cattela. Drs.EJ.van Vloten. MrJ.Vos. Drs.M.A.van Drunen Littel.
2
29
JASON ROOD?
Weg met het vertrouwde groen! Bij een nieuwe hoofdredm:teur hoort een nieuwe kleur! Van een "coup d'ĂŠtat" binnen de redm:tie van JASON Magazine is geen sprake, maar de wisseling van de wacht ĂŠn de overgang naar een andere drukker zijn reden om JASON Magazine een nieuwe impuls te geven. We moeten de lezers en onszelf immers wakker houden en toekomstige lezers wakker schudden. Ook in de toekomst zal de redactie zich in het Redactioneel blijven onthouden van een politieke stellingname. Het streven blijft de lezers een zo evenwichtig mogelijk beeld te geven van een bepaalde problematiek. Zoals gebruikelijk zal elk nummers een thema behandelen, dat vanuit zoveel mogelijk invalshoeken wordt belicht. De verandering blijft echter niet beperkt tot de andere kleur en schrijfWijze van de naam JASON. De redactie heeft gezocht voor een aantrekkelijkere opmaak. Het rood van JASON is daarbij dus geen politieke kleur, maar bedoeld als een prikkelende kleur en aanzet tot vernieuwing.
HOEVEEL KERNWAPENTAKEN? Na het Japan-nummer dit keer aandacht voor de geschiedenis en toekomst van de Nederlandse kernwapentaken. Een eerste overweging bij die keus was de herdenking, de afgelopen maand, van de ontploffing van de eerste atoombommen "Littel Boy" en "Fat Man" boven Japan. Een tweede reden voor de keus van het thema was het feit, dat de regering op I november een besluit zal moeten nemen over de plaatsing van kruisraketten in ons land. Een beslissing, die de politieke spanningen in ons land waarschijnlijk hoog zal doen oplopen. Wat is bijvoorbeeld de rechtskracht van het volkspetionnement van het Komitee Kruisraketten Nee? En is de aanwezigheid van kernwapens op het Nederlandse grondgebied volkenrechtelijk eigenlijk wel toegestaan? Iedereen is het er natuurlijk over eens, dat we de kernwapens beter kwijt kunnen zijn dan rijk. Maar omdat ze er nu eenmaal zijn, is het essentieel dat de kans dat ze ooit gebruikt worden, zo klein mogelijk wordt gemaakt. Over de manier waarop dat moet gebeuren, lopen de meningen nogal uiteen. Een van de mogelijke beslissingen van de regering is, dat een positief plaatsingsbesluit wordt gekoppeld aan een vermindering van de Nederlandse kerntaken. Dat zijn er op dit moment nog zes. In dit nummer van Jason Magazine ook de standpunten van de grote politieke partijen over het afstoten van kernwapentaken, want zij zullen daarover in de nabije toekomst een beslissing moeten nemen. A. A1ting von Geusau
3
NEDERLAND EN DE KERNWAPENTAKEN
Van zes naar vijf, vier of nog minder? Op 1 november a.s. za) de Nederlandse regering tegelijk met een besluit over de stationering van kruisvluchtwapens haar plannen bekendmaken met betrekking tot de toekomst van de Nederlandse kernwapentaken. De geschiedenis van de Nederlandse kernwapentaken gaat terug tot de jaren vijftig. Ruim 25 jaar geleden nam ons land de eerste van de zes kernwapentaken op zich. lbans is aan de orde welke kernwapentaken Nederland na 1985 nog za) uitvoeren. Sinds de oprichting van de NAVO in 1949 is de verdediging van West-Europa mede gebaseerd op de mogelijke inzet van de nucleaire wapens van de Verenigde Staten (VS). In de beginperiode van het Atlantisch bondgenootschap laat de militair-strategische verhouding tussen Oost en West zich kenschetsen als een "evenwicht van onevenwichtigheden". De So\jetUnie (SU) had op conventioneel gebied de overmacht, terwijl de VS superieur waren wat betreft de nucleaire bewapening. Geconfronteerd met het conventionele overwicht van de SU restte West-Europa geen andere keus dan bescherming te zoeken bij de Amerikaanse kernmacht.(l)
officiĂŤle NA VO-strategie vastgelegd in het document MC 14/ I, verloor dan ook spoedig haar grondslagen. Het inzicht dat een uitgebreide conventionele strijdmacht te duur was, deed ook in de VS opgeld. In 1953 kondigde president Eisenhower een programma af voor de samenstelling van de Amerikaanse strijdkrachten, de New Look genaamd, dat voorzag in aanzienlijke beperking van de conventionele strijdkrachten en een gelijktijdige opbouw van het kernwapenarsenaal.(2)
De schrij\'ers I'an dit artikel zijn Fra nk Caris (rechts)ell Dick Zalldee (links). Frallk Caris studeert rechten Ie Leiden en is I'oorzitter I'an JASON. Dick Zalldee is werk:aam bij de afdelillg Plallnell \'all de Lalldmachtsta! Hij is lid \'all het Algemeen Beslllur I'all JASON.
pleit voor tactische aanwending van kernwapens. In 1949 kwam legergeneraaJ James Gavin in een memorandum tot de overtuiging, dat tactisch gebruik van kernwapens tegen de achtergrond van de conventionele overmacht van de SU in Europa uit militair oogpunt nuttig zou kunnen zijn. Hiervoor zou een nieuwe categorie kernkoppen ontwikkeld moeten worden met een verminderde explosieve kracht. In de zomer van 1951 Hiermee kwam nadrukkelijk de vraag startte het Amerikaanse ministerie van defensie het Project Vista. In dit naar de samenstelling van het n ucleproject werden voor het eerst systeaire arsenaal naar voren. In kringen matisch de inzetmogelijkheden van van Amerikaanse kernfysici was na de eerste kernwapentest van de SU in tactische atoomwapens geanalyseerd en de integratie daarvan in de ~elden augustus 1949 een debat op gang gede strategie bestudeerd. In de emdkomen over de richting. waarin het conclusies van het Vista-rapport van nucleaire arsenaal van de VS zich februari 1952 werd voorgesteld om diende te ontwikkelen. De ene strotactische kernwapens een centrale rol ming, geleid door Edward Teller, toe te delen in West-Europa, waarpleitte voor snelle ontwikkeling van mee de conventionele achterstand de waterstof of H-bom. De andere van de NAVO teniet kon worden gestroming, waarvan onder anderen Robert Oppenheimer deel uitmaakte, daan.(4) wees de zware H-bom af en pleitte in De meer nadrukkelijke rol van de kernwapens kwam tot uitdrukking in plaats daarvan voor de ontwikkeling de nieuwe NA VO-strategie van Masvan kleinere kernwapens voor tacsive Reta/iation, die in maart 1957 tisch gebruik op het slagveld. Uiteinmet het document MC 14/2 van delijk werden, mede onder invloed van de Koreaanse oorlog, beide typen kracht werd. De conventionele eenheden kregen in feite alleen nog de taak kernwapens ontwikkeld.(3) om de omvang van de aanval vast te Niet alleen in wetenschappelijke stellen. Wanneer geconstateerd werd maar ook in militaire kringen in de dat een grootscheepse aanval plaatsVS werd al in een vroeg stadium ge-
De Koreaanse oorlog, die in juni 1950 uitbrak, toonde aan dat een nucleair overwicht geen garantie vormde voor het voorkomen van een conventionele oorlog. In de NAVO kwam als gevolg hiervan een discussie op gang over de geloofWaardigheid van de strategie. In februari 1952 besloten de NA VO-lidstaten te Lissabon om de conventionele verdediging te versterken. De plannen voorzagen in de opbouw van ruim 90 divisies tegen het eind van 1955. Deze doelstelling bleek financieel onhaalbaar. De goede bedoelingen van Lissabon ten spijt bleef het conventionele schild te zwak, waardoor het accent nadrukkelijk op het nucleaire zwaard kwam te liggen. De Zwaard en Schild-strategie, in december 1952 als
4
vond, zou in een vroeg stadium met massale inzet van zowel strategische als tactische kernwapens geantwoord worden.(5) Uitvloeisel van de rueuwe strategie was een aanzienlijke uitbreiding van het kernwapenarsenaal in Europa, naast de reeds aanwezige kernladingen voor 280mm geschut en jachtbommenwerpers. In december 1957 namen de regeringsleiders van de NA VO-lidstaten in Parijs een aantal besluiten over de tactische kernbewapenIng: - plaatsing van middellange afstandwapens in Europa; - opslag van kernladingen voor inzetmiddelen met een korter bereik; - overdracht van nucleaire inzetmiddelen aan de bondgenoten. Met het laatstgenoemde besluit was de weg geopend voor kernwapentaken van bondgenoten van de VS. "Geen belangrijke kwestie" Nederland heeft vooropgelopen bij de introductie van tactische kernwapens in Europa. Op de NAVO-vergadering van december 1956, één jaar voor het officiele NA VO-besluit over de plaatsing van kernwapens in Europa, maakte minister van defensie Staf aan de Amerikanen kenbaar, dat hij welwillend stond tegenover aanvaarding van tactische kernwapens in Nederland. Eruge maanden daarna, in april 1957, bracht minister Staf een bezoek aan Washington om nader over deze zaak te onderhandelen. Staf kreeg daarbij de toezegging, dat de Nederlandse artiUerie binnen een jaar zou beschikken over raketten voor de korte afstand van het type Honest John. Bovendien zouden de Thunderstreak-jachtbommenwerpers van de Nederlandse luchtmacht op de basis Volkel alvast uitgerust worden voor het afWerpen van atoombommen.(6) In het laatste kabinet-Drees (1956'58) is over de introductie van kernwapens in Nederland geen principiele discussie gevoerd. Ter voorbereiding op de NA VO-top van december 1957 sprak het kabinet over de Nederlandse positie en concludeerde daarbij, dat tactische atoomwapens in Nederland konden komen.(7) Het gemak waarmee dit besluit werd genomen, mag vandaag de dag verwondering wekken. Maar in een periode waarin een brede concensus bestond in de Nederlandse politiek om de betrokkenheid van de VS bij de verdediging van Europa als leidraad
plaatsing van kernwapens voor de middellange afstand eerder aan de orde geweest. Zoals vermeld luidde een van de besluiten van de NAVO-top van december 1957, over te gaan tot de plaatsing van raketten voor de middellange afstand in Europa. Achterliggende reden hiervoor was de toenemende verontrusting over de groei van het rakettenarsenaal van de SU. De stationering van raketten van de types Thor en Jupiter in een aantal Europese NAVO-landen moest een tegenwicht vormen voor de Sovjet-raketten van de types SS-3, SS-4 en SS5. De Thor- en Jupiter-raketten waren in staat om het grondgebied van de SU te bereiken en dienden een gat op te vullen in de strategie van de massive retaliation. Beide raketten hadden een hoge Kt-waarde (Thor: te nemen voor het eigen veiligheids500 Kt en de Jupiter: 5 Mt), zodat beleid, lag dit besluit voor de hand. sprake was van kernwapens met een Het kabinet zag vanuit deze optiek strategische functie. geen heil in een eigen Westeuropese In een ministerraadsvergadering van kernmacht, waarvoor in andere lanjanuari 1958 is de kwestie van de den wél werd gepleit.(8) Naast dit ar- eventuele plaatsing van middellange gument hebben financieel-economiafstandraketten in Nederland aan de sche overwegingen een belangrijke rol orde geweest, naar aanleiding van het gespeeld. Oud-premier Drees vatte verslag van minister-president Drees het in 1982 als volgt samen: "De De- over de NA VO-top in Londen. Uit fensie-begroting vond ik te hoog. Na- de notulen van de mirusterraad is getuurlijk zouden tactische atoomwableken dat de regering in principe bepens als tweede verdedigingsgordel reid was akkoord te gaan met plaatkunnen leiden tot minder grote uitga- sing, zij het onder de voorwaarden ven voor conventionele bewaperung. dat dit geen financiële gevolgen met De kernwapens moesten dienen als zich mee zou brengen en andere afschrikking wanneer de Russen met Westeuropese landen, waaronder Belhun conventionele overmacht de eer- gië en de Bondsrepubliek, ook tot ste verdedigingslinie van de NATO in plaatsing zouden overgaan. UiteindeWest-Duitsland zouden overrompelijk bleek West-Duitsland van statiolen. We zagen verder ruets in Franse nering af te zien en daarmee haakte of Engelse plannen voor de opbouw ook Nederland af. (1 0) van een eigen atoomrnacht, waar wij bij betrokken konden worden. De Kernwapens in Nederland Het centrale discussiepunt binnen het Vererugde Staten moesten onze veiligheid blijven garanderen en dus ook kabinet-Drees bij de aanvaarding van met hun atoomwapens. Dat was voor kernwapentaken betrof de financiele ons een logische zaak en eenvoudig consequenties van de opslag van een onderdeel van de Nederlandse kernkoppen in Nederland. Hiervoor defensiepraktijk, waar ruemand zich zouden infrastructurele maatregelen genomen moeten worden, zoals de politiek druk over maakte. Het was in elk geval geen belangrijke kwesaanleg van de sites en de daarbij betie".(9) horende beveiligingsvoorzierungen. Het financiële argument telde voor Middellange afstandsraketten het kabinet zo zwaar dat instemming Als regering en parlement in novem- met de opslag van kernkoppen in Neber a.s. besluiten tot plaatsing van derland afhankelijk werd gesteld van kruisvluchtwapens, dan zal het voor internationale financiering uit het de eerste maal zijn dat dergelijke syNA VO-Infrastructuurfonds.(l I) stemen op Nederlands grondgebied De achterliggende reden voor deze worden gestationeerd. Toch is de opstelling was het streven van minis-
5
afdelingen" bestemd voor de inzet van nucleaire middelen. - Over de invoering van de Atomic Demolition Munitions (ADM's), nucleaire springmiddelen, is weinig bekend. Waarschijnlijk heeft Nederland deze kernwapentaak in de eerste helft van de jaren zestig op zich genomen. - De Nike/Hercules-Iuchtdoelraket werd ingevoerd in 1960. Aanvankelijk beschikte de luchtmacht over acht squadrons, elk bestaand uit negen lanceerinrichtingen met elk drie raketten. In 1975 werd het aantal squadrons gehalveerd, waarbij de vrijkomende raketten aan de resterende vier squadrons werden toegeIn december 1960 gaf de toenmalige deeld.(16) minister van defensie Visser naar aanleiding van krantenberichten voor - In 1964 werd de F-104G Starfighter-jachtbommenwerper bij de luchthet eerst officieel toe dat in Nedermacht ingevoerd. Twee squadrons land kernkoppen opgeslagen lagen. Opnieuw interpelleerde Marcus Bak- met in totaal 36 vliegtuigen kregen ker, maar nu moest hij het zelfs zon- een nucleaire ro1.(1 7) - De marine beschikte sinds 1961 der steun van de PSP stellen. over lange afstandpatrouille-vliegtuigen van het type Neptune. Hun nuHet beslnit over de opslag van kerncleaire inzetbaarheid bleef lange tijd koppen en de introductie van Nedergeheim. Pas in 1978 deelde minister landse kernwapentaken aan het eind van de jaren vijftig is zonder formele van defensie Scholten op vragen van parlementaire goedkeuring genomen. het PSP-kamerlid Van der Spek De fractieleiders van de regeringspar- mede dat de Neptune sinds 1969 tijen zijn evenwel op de hoogte ge"nucleair capable" was. weest van de genomen beslissinOmmekeer gen.(U) Zij vonden het klaarblijkelijk niet nodig dat het parlement hier- De in 1967 aanvaarde NA VO-strateKamer wilde van niets weten De invoering van Nederlandse kernover formeel een nitspraak deed. Ver- gie van Flexibele Response (MC 14/3) kwam in april 1970 voor het wapentaken en de opslag van kernbazing hoeft dit niet te wekken. De koppen in Nederland is tot stand ge- introductie van kernwapens in Neder- eerst aan de orde in de Tweede Kamer. Naar aanleiding van een aantal komen zonder formele parlementaire land was destijds geen politiek omkrantenberichten over twee docugoedkeuring. In februari 1958 had streden zaak en heeft zich bijna als menten van de Nuc/ear Planning minister Staf aan de Tweede Kamer een automatisme voltrokken. Group (NPG) van de NAVO over bemeegedeeld, dat het moment aangesluitvormingsprocedures met betrekbroken was waarop "de schildstrijdDe zes taken Door het achterwege blijven van par- king tot de Inzet van kernwapens, krachten werkelijk met tactische had het D'66-kamerlid Imkamp aan atoomwapens kunnen worden toege- lementaire bemoeienis is niet voor minister van defensie Den Toom vraalle Nederlandse kernwapentaken te rust en dat tot de voorwaartse verdediging, welke daarvan afhankelijk is, achterhalen, wanneer deze precies ge- gen gesteld. De beantwoording door de minister stelde Imkamp niet tevrekan worden overgegaan". Niemand mtroduceerd zijn. Uiteindelijk ontin de Tweede Kamer, met uitzondestonden in de loop van de jaren zestig den, waarop hij op 14 april 1970 een interpellatie hield. Daarin toonde hij ring van het CPN-Kamerlid Gerben zes Nederlandse kernwapentaken: zijn bezorgdheid over de nieuwe Wagenaar, stribbelde tegen.(13) De - Vanaf 1959-1960 beschikte de overeenkomst van 6 mei 1959 met de Landmacht over twee afdelin~en met NAVO-strategie, die volgens hem een verlaging van de atoomdrempel inVS waarmee de komst van kernwain totaal twaalf lanceerinrichtingen hield. Imkamp diende twee moties in pens naar Nederland formeel ~eregeld met raketten van het type Honest waarvan er een opriep "stappen te was werd niet aan parlementaire John. De Honest John was uitsluiondernemen om gaandeweg tot een goedkeuring onderworpen. Op 26 tend nucleair inzetbaar en had een mei stelde de regering de Kamer wel- bereik van ongeveer 40 km. Eind ja- verwijdering van de op Nederlands grondgebied opgeslagen atomaire waren zestig werd het aantal lanceeriniswaar op de hoogte van de overeenrichtingen teruggebracht tot acht.(15) pens te komen". De Kamer verwierp komst, maar goedkeuring was niet - MogelijkerwijS is het 8-inch geschut de motie-Imkamp met ruime meernodig, zo werd vermeld, omdat de gelijktijdig "nucleair capable" gesteld. derheid. De interpellatie-Imkamp was overeenkomst tot uitvoering strekte echter van groot belang omdat sindsDe defensienota 1964 maakte melvan het reeds in 1950 tussen de VS en Nederland gesloten verdrag over ding van "gemengde Honest John/8" dien de nucleaire problematiek in het ter-president Drees om de defensieuitgaven te beperken. Vanaf het midden van de jaren vijftig waren onder parlementaire druk de defensiebestedingen, die daarvoor onder invloed van de Korea-oorlog waren gestegen, weer teruggeschroefd. Hoewel hij ondertussen geen premier meer was moet Drees tevreden zijn geweest met de Overeenkomst tot samenwerking op het gebied van het gebruik van atoomenergie voor de wederzijdse verdediging, welke op 6 mei 1959 tussen de VS en Nederland werd gesloten. In de overeenkomst is onder meer de geheimhouding van informatie over de kernwapens f;leregeld. Verder waren twee "techrusche aanhangsels" aan de overeenkomst toegevoegd. Het eerste omvatte een formeel samenwerkingsprogramma voor een of meer specifieke wapensystemen voor het lanceren van kernkoppen. Het tweede was een militair opslagakkoord, waarin onder meer vastgelegd was dat de benodigde opslagruimtes en beveiligingsvoorzieningen uit het NA VO-Infrastructuurfonds gefinancierd zouden worden.(12) Met deze overeenkomst was de w~ geopend voor de opbouwen orgarusatie van Nederlandse kernwapentaken.
de wederzijdse hulpverlening inzake verdediging. Het CPN-Kamerlid Marcus Bakker nam hiermee geen !\enoegen. In een interpellatie vroeg hij of de overeenkomst de feitelijke opslag van kernwapens in Nederland inhield. De regering voelde zich niet geroepen een concreet antwoord te verstrekken. De overeenkomst was een uitvoeringsbesluit, waarmee de Kamer geen bemoeienis had. De overgrote meerderheid in de Kamer was het daarmee eens. Een door Bakker ingediende motie kreeg slechts steun van de CPN en de PSP.
6
Nederlandse veiligheidsbeleid steeds meer een centrale rol is gaan spelen.(1B) Het kabinet-Den Uyl Het kabinet-Den Uyl (1973-'77) heeft
de terugdringing van de rol van de kernwapens als beleidsdoelstelling gemtroduceerd.(l 9) In de Nota Ontwapening en Veiligheid van 1975 stelden de minister van buitenlandse zaken Van der Stoel en zijn staatssecretaris Kooymans dat het van het grootste belang was om eventuele reducties van tactische kernwapens te bespreken in het kader van het MBFRoverleg. Wanneer Oost en West bij deze besprekingen over reducties van de conventionele bewapening in Centraal-Europa ook de tactische kernwapens zouden betrekken, zou de betekenis van deze kernwapens in het gehele veiligheidsstelsel kunnen worden teruggeschroefd, aldus de Ontwapeningsnota. Op Nederlands aandringen werd in december 1975 bij het MBFR-overleg een voorstel op tafel gelegd, waarin vermindering van tactische kernwapens was voorzien. Maar het Oosten ging er niet op in. Pogingen om op deze wijze de rol van de (tactische) kernwapens terug te dringen, hadden geen succes. Het kabinet-Den Uyl heeft ook op andere wijze getracht invulling te geven aan haar doelstelling, de rol van de kernwapens terug te dringen. Het handelde daarbij om de kernwapentaken van de F-I04G Starfighter en de
Honest John. In beide gevallen hoopte minister van defensie Vredeling door internationale taakverdeling de Nederlandse rol bij de kernbewapening te beperken. In 1973 was een stuurgroep van het Defence Planning Committee van de NAVO onder Nederlands voorzitterschap een studie begonnen over de vervanging van de Starfighter. Nederland stelde daarbij specialisatie van taken aan de orde. De stuurgroep kwam met de aanbeveling dat de Nederlandse luchtmacht zich meer zou gaan concentreren op conventionele taken. Bij de behandeling van de defensienota 1974 kon minister Vredeling derhalve melden, dat het afstoten van de nucleaire lange afstandtaak geen eenzijdig besluit van Nederland zou zijn, maar in de aanbevelingen van de NA VO-studie was opgeno-
troductie van de Lanee te voorkomen door de Westduitse regering te verzoeken deze taak van Nederland over te nemen. In de defensienota van 1974 meldde minister Vredeling dat in januari 1976 de twee afdelingen Honest John opgeheven zouden worden en dat in overleg met zijn Westduitse collega bekeken zou worden of de vervanging door ĂŠĂŠn afdeling Lance in het kader van de taakverdeling gerealiseerd kon worden. De Westduitse minister van defensie Leber liet in een persoonlijk gesprek met Vredeling blijken hiervoor niets te voelen.(2/) Daarmee kwam deze optie te vervallen. Bovendien wees een NAVO-studie uit dat de Lanee niet voor taakverdeling in aanmerking kwam.(22) Het kabinet-Den Uyl besloot hierop over te gaan tot aanschaffing van de Lanee, doch uitsluitend in de conventionele versie.
men.(20) In 1975 besloot het kabinet de Starfighter te vervangen door de F-16. Door de 36 vliegtuigen die eventueel de nucleaire taak van de Starfighter zouden moeten overnemen aan het eind van het vervangingsschema te plaatsen. kon het besluit over de eventuele nucleaire taak van de F-16 uitgesteld worden.
In de defensiebegroting 1977 kondigde de regering aan dat de Honest John met ingang van 1 september 1978 uitgefaseerd zou worden. De Lanee zou niet met nucleaire ladingen worden uitgerust. In de defensiebegroting van 1978 deelde minister Stemerdink, die inmiddels Vredeling was opgevolgd, mee dat de uiteindelijke beslissing over al dan niet nuclearisering van de Lanee afhankelijk was van de uitkomst van een NAVOstudie over de totale behoefte aan tactische kernwapens.(23)
Aan het begin van de jaren zeventig was de Honest John aan vervanging toe wegen technische en tactische ouderdom. Als opvolger was de dual capable Lance-raket beschikbaar. Het kabinet-Den Uyl heeft getracht de in-
7
De weg van het kabinet-Den Uyl om via taakverdeling in de NAVO kernwapentaken af te stoten is weinig succesvol geweest. Met de aanschaf van de F-16 en de Lance werden wapensystemen gekocht, die in principe nucleair inzetbaar zijn. Weliswaar schafte de regering beide systemen aan zonder nucleaire capaciteit. Maar door te stellen dat over de nucleaire taken van de F-16 en de Lance tater beslist zou worden, gaf het kabinet al aan dat van het afstoten van kernwapentaken geen sprake was. Het kabinet schoof de beslissing voor zich uit.(24) Atoomtaak voor Lance-raket In december 1977 trad het kabinetVan AgtfWiegel aan. In de nota naar aanleiding van het verslag van de vaste Kamercommissie voor defensie van 3 februari 1978, meldde het nieuwe kabinet dat een spoedige beslissing over de vereiste nucleaire vuursteun voor het Eerste Legerkorps noodzakelijk was. Met de nuclearisering van de Lance zou worden voldaan aan "een dwingende NA V<X!is". Ook werd erop gewezen, dat er geen enkele relatie viel te leggen tussen het functioneren van de Nederlandse Lance-eenheden met een louter conventionele versie van de raket en Lance-eenheden van de bondgenoten, die allen tot nuclearisering hadden besloten (VS, Bondsrepubliek, Verenigd Koninkrijk en België). Op 22 mei 1978 deelde de nieuwe minister van defensie, Scholten,(25) aan de Tweede Kamer mee dat het kabinet had besloten de Lance geschikt te maken voor het uitvoeren van tactisch-nucleaire opdrachten. De afdeling Lance zou per I maart 1979 operationeel worden. In zij n brief aan de Kamer stelde minister Scholten, dat uit militair-operationele overw~ngen verder uitstel van een beslissIng onverantwoord was. Het besluit was bovendien in overeenstemming met het eerste rapport van de werkgroep van de NPG, die de toekomstige behoefte aan tactische kernwapens onderzocht. In dit rapport, ook bekend als de " Korte Termijn-studie", werd de conclusie getrokken dat Nederland de nucleaire vuursteun van het legerkorps niet kon beperken tot ëën afdeling 8-inch houwitsers en derhalve tot nuclearisering van de Lance diende over te gaan. Bij het debat in de Tweede Kamer diende voormalige minister van de-
De lancering van een Palriol-rakel, de conventionele opvolger van de NikelHercules.
fensie Sternerdink een motie in, waarin hij de ~ering verzocht van het besluit af te zien in afWachting van de Als mogelijkheden om het streven afronding van de NPG-studie zoals naar een verminderde afhankelijkheid destijds bij (zijn) defensiebegroting van de nucleaire wapens gestalte te 1978 was toegezegd. De motie-Stegeven noemde het kabinet: merdink werd verworpen met alleen - het wapenbeheersingsoverleg tussen de linkse fracties plus drie leden van de VS en de SU over de strategische de CDA-fractie voor. Twee andere kernbewapening; moties die opriepen af te zien van nu- - het bereiken van een meer evencleariseri ng van de Lance, haalden wichtige verhouding op conventioneel evenmin een meerderheid. gebied, waarbij met name aan het MBFR-overleg moest worden geHet kabinet-Van Ag! dacht; Bij de Memorie van Toelichting van - waar mogelijk kernwapens te verde defensiebegroting 1979 gaf het ka- vangen door gelijkwaardige convenbinet-Van Agt/ Wiegel in een bijlage tionele alternatieven. haar visie op de kernbewapening. In deze bijlage werd ook ingegaan op de Uitgaand van "een redelijke bijdrage beperkingen en moçelijkheden van de van Nederland aan de nucleaire verNederlandse nuclerure bijdrage in de dediging" en van de studies die in toekomst. De regering onderschreef bondgenootschappelijk kader plaatsde doelstelling van terugdringing van vonden, zag de regenng de volgende de rol van de kernbewapening als lomogelijke perspectieven voor de Negische voortzetting van het beleid van derlandse kernwapen taken: het vorige kabinet. - in het midden van de jaren tachtig zouden de Nike/ Hercules-Iuchtdoelraketten buiten dienst gesteld worden Er werden drie beperkingen bij dit en vervangen kunnen worden door streven naar voren gebracht: - de doelstelling kon alleen verwezen- nieuwe, louter conventionele systemen' lijkt worden wanneer er sprake was - de 'Landmacht moest naast de Lanvan een geleidelijk proces; ce kunnen beschikken over enige an- de geloofwaardigheid van de NA VO-strategie mocht niet ondergra- dere dual capable artillerie; in dit verband werd aangekondigd dat nog naven worden; dere studie verricht zou worden naar - de krachtsverhoudingen tussen Oost en West dienden op een redelijk "de behoefte voor wat betreft de soort evenwicht gehandhaafd te blijven. (155 mm houwitsers naast de thans
8
aanwezige, mede voor nucleaire inzet geschikte, 8-inch houwitsers)" en het aantal voor nucleaire inzet geschikte stukken geschut; - de functie van de ADM's zou waarschijnlijk door nieuwe conventionele vernielmgs- en hindernissystemen overgenomen kunnen worden; - een beslissing over de nucleaire capaciteit van de F-16 zou "eerst in het begin van de jaren tachtig bij uitfasering van de dual capable F-I 04G squadrons in het licht van de dan bestaande omstandigheden worden genomen"; - over een eventuele nucleaire capaciteit van de opvolger van de Neptune zou eveneens pas worden beslist "op het moment dat deze opvolger in dienst wordt gesteld en in het licht van de operationele omstandigheden en de effectiviteit van de onderzeebootbestrijdingsmiddelen die dan be-
Lubbers in november 1982 kwam de kwestie van de nuclearisering van de F-16 weer naar voren. Uiterlijk midden 1983 diende een beslissing genomen te worden over de voortzetting van de tactisch-nucleaire taak van de Starfighter-squadrons, zo had de demissionaire minister van defensie, Van Mierlo, in september aan de kabinets(in)formateur gemeld. In dezelfde brief wees hij erop, dat voor eind 1982 een besluit moest worden genomen over voorlopige voortzetting van de nucleaire taak van de Neptune door de Orion. De vervanging van de Neptunes was reeds in 1974 door het kabinet-Den Uyl aangekondigd. Het besluit om voor de sterk verouderde Neptunes het P-3C Orion maritieme lange afstand patrouille-vliegtuig aan te schaffen, werd evenwel pas eind 1978 genomen.(28) In overeenstemming met staan". de aanbevelingen van de kernbewapeHierbij kan nog worden opgemerkt ningsnota van het kabinet-Van Agt/dat de NAVO sinds 1971 Nederland Wiegel. zou het besluit over de evende aanbeveling had gedaan om het tuele nucleaire capaciteit van de 155mm geschut van het legerkorps Orion pas vallen wanneer deze in dienst gesteld zou worden. Bij het deeen nucleaire capaciteit te ~even . In de Korte Termijn-studie UIt 1978 was bat over de Neptunes-vervanging in eveneens het belang onderstreept van de Kamer had oud-minister Stemernuclearisering van één afdeling dink een motie ingediend, waarin hij opriep de opvolger van de Neptune 155mm. Nederland, met slechts één geen nucleaire capaciteit te geven. De afdeling dual capable 8-inch houwitsers, zou erg kwetsbaar zijn voor pre- motie werd later verworpen met alleen de oppositiepartijen vóór. emptieve UItstraling. Bovendien beschikte Nederland over meer stukken 155mm geschut dan over 8-inch hou- In zijn regeringsverklaring van 22 november 1982 kondigde minister-presiwitsers. Bij een conventionele aanval zou het Warschau Pact hoe dan ook dent Lubbers aan: "De bestaande nuproberen het nucleaire geschut uit te cleaire taken die Nederland vervult, schakelen.(26) worden voorshands gehandhaafd in afWachting van de besluitvorming Bij het debat in de Tweede Kamer over de kernbewapeningsnota van het over de in de defensienota te presenkabinet-Van Agt/Wiegel werd op 13 teren beleidsvisie over de toekomsti~e februari 1979 een motie aangenomen nucleaire bijdragen van ons land. Dit van het CDA-lid Joep de Boer, waar- betekent dat de nucleaire taak van de in de eventuele nuclearisering van het vliegtuigen van de Luchtmacht voor155mm geschut werd afgewezen. Te- lopig wordt voortgezet door de F-16 en die van de Marine door de gen deze motie stemden alleen de Onon". fracties van de VVD, SGP en GPV. Een bij de a1~emene beschouwin~en De motie-De Boer uit 1979, waarmee over de regenngsverklaring ingediende motie van het PPR-Kamerlid Beceen blokkade werd opgeworpen voor kers-de Bruijn, die nuclearisering van een nieuwe Nederlandse kernwapentaak, gaf een belangrijke tendens aan. de F-16 en de Orion afwees, werd Het streven van de CDA-fracties richt verworpen. Een bij de behandeling van de defensiebegroting 1983 ingezich sindsdien steeds meer op het tediende motie van de leden Van der rugdringen van de nucleaire artilIeSpek en Willems, die alleen de nuclerie.(27) aire taak van de Orion afWees, werd op 15 maart 1983 eveneens verworF-16 en Orion pen. Bij het aantreden van het kabinet-
Het uitstellen van de beslissingen over de nucleaire capaciteit van de F-16 en de Orion leidde, evenmin als in het verleden bij de Lance-raket, tot afstel. De Orion nam begin 1983 de nucleaire taak van de Neptune over en de F-16 vanaf het najaar van 1983 die van de Starfighter.(29) Het I juni-besluit De in de regeringsverklaring aangekondigde defensienota verscheen eind november 1983 zonder de aangekondigde beleidsvisie over de toekomstige nucleaire bijdragen van Nederland. In de defensienota '84 luidde het, dat voordat beslissingen konden worden genomen over de Nederlandse kernwapentaken verdergaande studie was vereist, mede naar aanleiding van het zogenaamde MontebelIo-besluit van de NPG. Een nota over de ontbrekende beleidsvoornemens, waarbij met name het vraagstuk van de plaatsing van kruisvluchtwapens aan de orde was, zou later aan de Kamer worden toegezonden. Op I juni 1984 verscheen geen nota maar een kabinetsbesluit over de plaatsing van kruisvluchtwapens in Nederland. Punt zes van dit besluit vermeldde dat het kabinet in samenhang met het genoemde besluit over de kruisvluchtwapens - hetgeen in dit artikel buiten beschouwing wordt gelaten - beslist had de nucleaire taken zoals die op dat moment vervuld werden, voort te zetten tot I januari 1986 en dan opnieuw te bezien. Hiermee was een zekere koppeling aangebracht tussen het besluit over de stationering van kruisvluchtwapens en de beslissing over de toekomst van de Nederlandse kernwapen taken. Bij de behandeling van de defensiebegroting 1985 in de Tweede Kamer is de kwestie van de kernwapentaken tussentijds nog even aan de orde geweest. De PvdA-Kamerleden De Vries en Ter Beek drongen er tijdens het debat in een motie op aan, dat de regerin(l in het internationale overleg uitvoenng zou geven aan de motieDe Boer uit 1979. Minister van defensie De Ruiter ontraadde de motie. Hij wil het al dan niet n ucleariseri ng van het 155mm geschut meenemen in het komende besluit over het gehele pakket van de kernwapen taken. De motie-De Vries/Ter Beek werd op 12 maart 1985 door de Kamer verworpen. De optie voor het eventueel nu-
9
cleair stellen van het 155mm geschut werd hiermee opengehouden. De internationale factor Als onderdeel van het NA VCklubbelbesluit van december 1979 was aan de NPG de opdracht verstrekt studie te verrichten naar "de preciese aard, omvang en grondslag van de aanpassingen voortvloeiende uit de plaatsing van LRTNF (kernwapens voor de middellange afstand, auteurs) en hun mogelijke gevolgen voor de afweging van taken en wapensystemen in het totale nucleaire arsenaal". De studie, die verricht werd door de onder de NPG ressorterende Hi$h Level Group (HLG), kwam voort Uit een Nederlands initiatief. De achtergrond voor dit initiatief was de overtuiging van de Nederlandse regering, dat bij de terugdringing van de rol van de kernwapens ook gekeken moet worden naar de totale aard en samenstelling van het nucleaire potentieel van de NA VOo Daarbij wil de regering ernaar streven "dat binnen het bondgenootschap waar mogelijk minder accent wordt gelegd op wapens met korte dracht, met name nucleaire artillerie". In Nederland sprak men tegen deze achtergrond van de Shifistudie.(30) In november 1980 bracht de HLG een interim-rapport uit, waarin werd geconcludeerd dat de NikejHerculesluchtdoelraketten en de ADM's aan het einde van hun operationele levensduur vervangen konden worden door conventionele systemen of zelfs eerder, wanneer geschikte conventionele alternatieven beschikbaar waren.(3]) Met dit standpunt stond de uitfasering van twee Nederlandse kerntaken in feite al in 1980 vast. De vraag was alleen nog wanneer beide taken beëindigd zouden worden. In NA VO-verband had men geconcludeerd dat de louter conventionele Patriot-luchtdoelraket de NikejHercules kon vervangen. Nederland besloot hierop over te gaan tot aanschaf van de uiteindelijk vier squadrons Patriotraketten, waarvan het eerste squadron in 1987 ingevoerd zal worden. Om daarvoor voldoende geld te kunnen vrijmaken, zijn in 1983 en in 1984 twee van de resterende vier Nikesquadrons opgeheven.(32) Voor de ADM's zijn ook conventionele alternatieven beschikbaar - verstrooibare of verschietbare mijnen. Maar deze kunnen slechts ten dele de
taken van de atomaire springladingen overnemen.(33) Desalniettemin zijn de VS bezig alle ADM's uit Europa terug te trekken. Daardoor zal ruim voor 1 november a.s. één van de zes kernwapentaken effectief zijn beëindigd. In dit artikel is al eerder melding gemaakt van het Montebello-besluit. In oktober 1983 aanvaardden de ministers van defensie tijdens de NPG-vergadering te Montebello het eindrapport van de HLG over de aard en samenstelling van het nucleaire arsenaal van de NAVO in Europa (de Shift-studie). Het rapport beschouwde de verschillende categorieën kernwapens in Europa, met uitzondering van de wapens voor de middellange afstand, in hun onderlinge samenhang, maar ging niet in op de individuele nucleaire bijdragen van de lidstaten. Op basis van de HLG-studie besloten de ministers om !ledurende de komende vijf à zes Jaar het aantal kernladingen In Europa met 1.400 te verminderen. De Supreme Allied Commander Europa (SACEUR), generaal Rogers, moest een voorstel doen voor deze reductie, wat betreft typen en aantallen terug te trekken kernladingen. SACEUR heeft in maart j.l. op de NPG-vergadering te Luxemburg zijn plannen aan de ministers voorgelegd. Daarin heeft hij de reductie van 1.400 kernladingen uitgewerkt en verbeteringen voor de toekomst aangegeven. Deze verbeteringen hebben vooral te maken met maatregelen om de nucleaire systemen beter te beschermen tegen vijandelijke aanvallen. Maatregelen die het mogelijk maken, de wapens snel en adequaat in te zetten na een vijandelijke aanval en maatregelen, die de militaire effectiviteit van het afschrikkingspotentieel vergroten.(34) Modernisering In een interview met Jan Gerritsen (NRC Handelsblad, 28 mei 1985) is generaal Rogers nader ingegaan op zijn voorstellen en heeft hij ook zijn wensen met betrekking tot de Nederlandse kemwapentaken kenbaar gemaakt. SACEUR stelde dat de ADM's en de Nike's zo spoedig mogelijk naar de VS zullen worden teruggestuurd. Hij stelde voorts dat in de periode 1988-1995, C.q. nadat de
10
Montebello-reductie geheel is uitgevoerd, een verdere terugtrekking van het aantal kernkoppen kan plaatsvinden, mits er wordt overgegaan tot modernisering. Deze modernisering bestaat uit vervanging van de huidige kernkoppen voor het 8-inch en 155mm geschut door zogenoemde racket assisled-projectielen, die een bereik hebben van ongeveer 30 kilometer. Rogers merkte hierbij op, dat hij graag zou willen zien dat alle landen in de Centrale Sector het 155mm geschut dual capable maken. Een duidelijke hint aan het adres van Nederland, dat als enige het 155mm geschut niet nucleair heeft gesteld. In het interview koos generaal Rogers scherp positie ten aanzien van het eventueel afstoten van kernwapentaken door Nederland. Hij hoopt dat Nederland bij een positief plaatsingsbesluit op 1 november a.s. slechts twee taken, die van de ADM's en die van de NikejHercules, zal afstoten. Mocht evenwel een verdere reductie van Nederlandse kernwapen taken noodzakelijk blijken, dan zal die volgens Rogers buiten het bevelsgebied van SACEUR gevonden moeten worden. Dit kan slechts betekenen dat de nucleaire taak van de Orion zou moeten verdwijnen, want de nucleaire taken van de F-16, de Lanee en de 8-inch houwitsers vallen binnen het bevelsressort van SACEUR. Tot slot In de late jaren vijftig heeft Nederland zonder enige wezenlijke politieke discussie kernwapentaken op zich genomen. In de jaren zestig zijn de zes Nederlandse kernwapentaken geruisloos ingevoerd. Die instemmende houding moet primair verklaard worden uit het feit, dat in die periode een brede concensus bestond over de koers van het veiligheidsbeleid. De Nederlandse veiligheidspolitiek werd gekenmerkt door trouw aan het Atlantisch bondgenootschap, waarbij de blijvende betrokkenheid van de VS bij de verdediging van Europa de leidraad was. In de jaren zeventig zijn de kernwapentaken bij verschillende gelegenheden aan de orde geweest. De reden hiervoor was dat diverse inzetmiddelen verouderd waren en vervanging behoefden. Een principieel debat over kernwapentaken werd echter niet gevoerd. Het kabinet-Den Uyl besloot weliswaar de nuclearisering van de
nieuwe systemen uit te stellen, maar daarmee schoof men het vraagstuk slechts voor zich uit. Onder kabinetten van een andere signatuur konden de nieuwe inzetmiddelen (Lance, F-16 en Orion) genucleariseerd worden, zij het dat de brede consensus door de oppositiestem van de PvdA ontbrak. Vanaf het eind van de jaren zeventig is in hel CDA een toenemende kritische houding te bespeuren tegenover de kernbewapening. De kritiek richt zich vooral op de nucleaire korte dracht-systemen. Het kabinet-Lubbers heeft deze opstelling van het CDA verwoord in de regeringsverklaring van 1982, waarin te lezen staal dat het beleid van de regering gericht blijft op de terugdringing van de kernwapens voor de korte afstand. De Shift-studie, waarop sommige politici hun hoop hadden gevestigd, heeft weinig goed nieuws gebracht wat betreft het verminderen van de rol van de korte dracht-systemen. Generaal Rogers heeft dit duidelijk bevestigd en benadrukt dat hij vermindering van de Nederlandse kernwapentaken in de Centrale Sector uit den boze acht. Het woord is nu aan de Nederlandse politiek. De F-16 nam in hel najaar van 1983 de nllcleaire taak om van de Starfighter.
13. Co Colijn c.a., Kernwapens in Nederland. In: Vrij Nederland, 24 november 1979.
NOTEN Om het aantal noten tc beperken, zijn alle verwijzingen naar stukken van de Tweede Kamer achterwegegeJaten mei uitzondering van die ~cvallen
waarin bronvermelding noodzakelijk
IS.
I . G. C. Berkhofen P. M. E. Volten, Het Mililair-Srrall'gischl' Denken in dl' VerenigdeSraten en de Sovjet-Unie. blz. 17. 2. Berkhofen Volten, blz. 19. 3. Wolfgang Pordli k, Zur FrühgescMchtetakti. scher AromH'affen. /n: Europdische Wehrkunde, No-
vember 1979". blz. 534. 4 . Pordzik, blz. 535·536.
5. Bcrkhofcn Volten. blz. 19. 6. Han Hanscn . De zesatoomtaken \'an Neder-
land, Amsterdam 1982, blz. 16. 7. Hansen , blz. 20. 8. Zo openden in 1957 de Westduitse minister van defensie Franz-JosefStrauss en de italiaanse ministerTaviani besprekingen met hun Franse ambtgenoot C haban-Delmas, om te bezien ofsamenwerking op het gebied van de kernbewapening mogelijk was. 9. Hansen, blz. 18. 10. Thor- e n Jupiter-raketten werden alleen geplaatst in Turkije. Italië en het Verenigd Koninkrijk . waaruit ze overigens in 1963 weer teruggetrokken werde n. Hansen. blz. 24. 11 . Hanscn. blz. 20. 12. Hansen. blz. 30.
14. Freule Wittewaalvan Stoetwegen in een interview met Han Hansen . Zie: Hanscn , blz. 27. 15. J. H. Leurdijk , Nederlandendero/l'ande kernwapens, 's-Gravcnhage 1981 , blz. 58-59. 16. Leurdijk, blz. 66·67. 17. Leurdijk , blz. 69. 18. Leurdijk, blz. 9. 19. Leurdijk, blz. 9. De term was overigens ook al o{Jgenomen in de regeringsverklaring van het kabmet-Bicsheuvel van 3 augustus 1971 . Zie ook: J. G. Siccama, Nederland en deatoomdrem-
pel. In: Het woord is aan Nederland. Thema s \'an buitenlands beleid in dejaren /966-/983, 's-Gravenhage, 1983, blz. 139-141. 20. Leurd~k , blz. 70. 21. InterView met oud-minister Vredeling. In : Hansen . blz. 65. 22. Leurdijk, blz. 60. 2:t. Gerefereerd werd aan een studie van de Nuciear Planning Group, waartoe in juni 1977 op initiatiefvan Nederland was besloten , naar een totaaloverzicht van de kwalitatieve en kwantitatieve behoeften aan tactische kernwapens van de NAVO. Zie: Leurdijk, blz. 49. 24. Opmerkelijk is dat in de alternatieve defensienota 1979 van de PvdA gepleit werd voor instandhouding van één à twte kernwapentaken, t.w. de F-16 en de Lance. In de alternatieve defensienota 1984 van de PvdA werd gepleit voor instandhouding van één kernwapentaak. nl. de Lance. 25. Begi n maart 1978 trad ministe r va n defen-
sie Kruisinga af wegens de kwestie van de neutronenbom . Het vraagstuk van de neutronengranaat blijft hier buiten beschouwing. 26. Minder afhankelijk van kernwapens? Atlantische studie 5, juni 1983, blz. 29. 27. Verwijzing naar onder meer de eveneens door de Tweede Kamer aangenomen motie-De Boer uit 1981 en de motie-Frinking uit 1983. 28. Onder het kabinet-Den Uyl was onderzocht ofde taak van de Neptune door het Verenigd Koninkrijk overgenomen kon worden. Deze poging mislukte, waarna de defensiebegroting 1976 aankondigde dat op I januari 1976 het squadron Neptunes buiten dienst gesteld zou worden. Na verzet uit marinekringen werd dit besluit teruggedraaid . Zie: Leurdijk, blz. 63.
29. Nota n.a.v. het rerslag ran dehoofdslukken V (Buitenlandse Zaken) en X (Defensie) der Rijksbegroting I'oor het dienstjaar 1983, antwoord op vraag 50. 30. Tweede Kamer. :iuing 1980-/98 1, nr. 17. 100,
nr. 1, HoofdslUk X (Defensie), Memorie ran TOl'lich· ting, blz. 13-14. Inde NAVO heeft de studie de benaming "Comprehensive Study" gekregen.
31. Tweede Kamer, zitting 198 J-/981. Nr. 17./00. Hoofdstuk X (Defensie). Memorie ran Totlichling, blz. 8. 32. Tweede Kamer, zittÎng 1983· /984. Nr. 18./69. Nr. /, Defensienota 1984, blz. 116. 33. Minderafhankelijk van kernwapens? blz. 32.
34. Tweede Kamer. zitting 1984· /985, Nr. /8.600, Nr. 40. Briefran dl' minister I"an Defensie, 23 mei 1985.
11
Overzicht van de zes Nederlandse kerntaken Onder een kernwapentaak wordt de verplichting verstaan van een land dat zelf geen kernwapens bezit, om inzetmiddelen te leveren waannee nuclerure ladingen kunnen worden afgeschoten.(I). Er bestaan verschillende middelen voor de inzet van kernwapens, bijvoorbeeld vliegtuigen, artilleriestukken en raketten. Wanneer de inzetmiddelen in staat zijn zowel nucleaire als conventionele munitie naar hun doel te brengen, wordt gesproken van dual capable-wapensystemen. Onder een nucleaire lading verstaat men het nucleaire explosieve materiaal én het ontstekingsmechanisme, tezamen meestal aangeduid met de term kernkop (warhead). Het type kernkop wordt aangeduid met de letter W (warhead) en een getal (bijvoorbeeld W33). Bij kernbommen bestaat de afkorting uit de letter B (bomb) plus een getal. Het explosieve vermogen van een nucleair wapen (Engels: yield) wordt uitgedrukt in de zogenaamde Kt-waarde. Kt staat voor kiloton en is gelijk aan 1.000 ton TNT (conventionele springstof). De atoombom die in 1945 op Hiroshima werd afgeworpen, had een kracht van ongeveer 14 Kt. Wanneer een kernkop verschillende Kt-waarden kan hebben, is er sprake van een variabie of selectabie yield, ook uitgedrukt in het aantal yield options. Een NA VO-lidstaat die net als Nederland een of meerdere kernwapentaken op zich heeft genomen, beheert zelf de voor die taken benodigde inzetmiddelen en levert het daarbij behorende personeel. De nucleaire ladingen daarentegen zijn in het bezit en het beheer van de Amerikanen. Voor het gebruik van kernwapens zijn in NA VO-verband richtlijnen en prooedures overeengekomen, die elders in dit nummer van Jason Maga-
zine door luitenant-kolonel Korthuijs wapensystemen moeten in oorlogstijd besproken worden. vuursteun verlenen aan het tot de Northern Army Group (NORTHAG) Gemeten aan de bovenstaande ombehorende Eerste Legerkorps bij de schrijving, zou de stationering van verdediging van het Nederlandse kruisvluchtwapens op Nederlands grondgebied geen nieuwe Nederland- "vak" in de Bondsrepubliek Duitsse kernwapentaak met zich meebren- land. De nucleaire artilleriesystemen gen. Bij deze raketten is namelijk ook hebben daarbij een tweeledige functie. Op de eerste plaats moeten zij de het inzetmiddel voUedig in Amerikaanse handen en wordt door Ameri- vijand ervan weerhouden, zelf kernwapens in te zetten. Op de tweede kaans personeel bediend. plaats dienen ze ertoe, de vijand te dwingen zijn strijdkrachten te spreiNederland heeft thans zes kern wapentaken (2): den. Een geconoentreerde conventioI. ADM's. De Koninklijke Landnele aanval is immers een llemakkelijk doelwit voor de nuclearre artillemacht beschikte tot voor kort over een genie-eenheid, het Peloton Spenesystemen. ciale Opdrachten (PSO) te Wezep, dat geoefend was voor de inzet van zogenoemde Atomie Demolition Mu- Omdat de nucleaire artilleriesystemen nitions (ADM's). Deze nucleaire inzetbaar zijn tegen doelen in de nabijheid van de eigen troepen, worden springladingen zijn bedoeld voor het In relal1efkorte l1Jd creéren van hindeze kernwapens ook wel aangeduid dernissen of het opblazen van vermet de term (nuc/ear) balliefield syskeersknooppunten, waardoor de vijtems, in het Nederlands gevechtsveldand gedwongen wordt zijn route te wapens of korte dracht-systemen. verleggen en vertraging oploopt. De Landmacht beschikt over één afdeling dual capable 8-inch houwitsers, ADM's zijn het meest effectief in berggebieden, waar de verdediger gelegerd in 't Harde. Deze afdeling door het afsnijden van bergpassen de bestaat uit acht vuurmonden. De 8vijandelijke opmars aanzienlijk kan inch houwitser heeft een bereik van vertragen. minder dan 20 kilometer. De kernIn het kader van de uitvoering van kop voor de 8-inch projectielen is de het Montebello-besluit van de Nuclear W33 met een variabie yield van minPlanning Group van de NAVO om der dan I Kt tot 12 Kt. Naast de 1.400 kernkoppen uit Europa terul\ te W33 is voor de 8-inch granaten motrekken, zuUen op afzienbare termIjn menteelook de W79-kernkop beatle ADM's naar de VS afgevoerd schikbaar. De W79 is een zogenoemworden. de Enhanced Radiation (ER}-kernkop, in Nederland beter bekend als 2. Acht-inch houwitsers. Voor de on- een neutronenkop, met een variabie dersteuning van operaties van het yield van minder dan 1 Kt tot 2 Kt. Eerste Legerkorps beschikt de KoHet projectiel voor de W79 is racket ninklijke Landmacht over één afdeassisted waardoor het bereik vergroot ling 8-inch (203mm) houwitsers en wordt tot bijna 30 kilometer. De één afdeling Lanoe grond-grondraket- W79 ligt overigens uitsluitend opgeten. Hoewel het om verschillende wa- slagen in de Verenigde Staten. pensystemen handelt - derhalve wor- Inde VS wordt thans een nieuw roeket assisted-kernkop voor de 8-inch den beide systemen in deze opsomming apart aangeduid - is er in feite projectielen ontwikkeld, in een nonER-versie. sprake van één taak. Beide artillerie-
12
3. Lanee. De derde kernwapen taak van de landmacht is de Lance grondgrondraket. In Havelte staat één afdeling dual capable Lance-rakenen opgesteld, uitgerust met zes lanceerinrichtin!len. Het bereik van de Lance is maxImaal 110 kilometer. Voor deze raket is de W70-kemkop beschikbaar met een variabie yield van minder dan I Kt tot 100 Kt. In de VS ligt ook een aantal W70-kemkoppen in een ER-versie opgeslagen met een variabie yield van ongeveer I Kt. 4. NikejHereules. De Koninklijke Luchtmacht beschikt voor de luchtverdediging op middelbare en grote hoogte óver de Nike/ Hercules-raket. De twee nog operationele Nike-squadrons nemen deel aan de gemtegreerde luchtverdedigingsgordel (de Nikebelt) in de Bondsrepubliek Duitsland. De doelen van de NikejHercules bestaan uit vijandelijke vliegtuigformaties. In militair opzicht is het wapensysteem verouderd. Door de vaste opstelling is het een kwetsbaar systeem. Ook wijzigingen van vliegtactieken bij het Warschau Pact heeft twijfel doen groeien over het militaire nut van deze luchtdoelraket. De NikejHercules is een dual capable raket met een maximale dracht van 160 kilometer. De kernkop voor de Nike is de W31 met een variabie yield van 1-20 Kt. De NikejHercules zal op afzienbare termijn vervangen worden door de louter conventionele Patriot-raket. 5. F-16. De andere kernwapentaak van de Luchtmacht is het aanvallen van gronddoelen op middellange afstand. Deze taak is toebedeeld aan twee strike squadrons met elk 18 dual capable F-16 (Fighling Falcon}-vliegtuigen. De squadrons zijn een onderdeel van de femtegreerde Second AIlied Tactica Air Force (2ATAF). De doelen voor de F-16 liggen in het vijandelijke achterland en bestaan met name uit vliegtuigen en troepenconcentraties. In vredestijd zijn steeds twee toestellen paraat in het kader van de Quick Reaclion Alert (QRA}regeling van de NAVO, die ten doel heeft een verrassingsaanval snel te kunnen beantwoorden met een gerichte luchtaanval. Het bereik van de F-16 (de combat radius) is ruim 900 kilometer. Wanneer het toestel in de lucht wordt bijgetankt, is het in staat het westelijke gedeelte van de Sovjet-Unie te berei-
De ..dl/al capable" IAnce-raket, die in / 979 bij de lAndmacht werd ingevoerd.
ken. De F-16 kan uitgerust worden met de B43-kembom met een yield van I Mt (megaton ~ 1.000 Kt) en de B61-kembom met een variabie yield van 100-500 Kt. 6. Orion, De Koninklijke Marine beschikt over dertien P-3C Orion lange afstand-patrouillevliegtuigen, ondergebracht bij de Marine Luchtvaartdienst in Valkenburg (Zuid-Holland). De Orion kan nucleaire dieptebommen afwerpen ter bestrijding van bepaalde typen diepduikende onderzeeërs. Het bereik van de Orion is ongeveer 2.500 km. De nucleaire dieptebom is de B57 met een variabie yield van minder dat I Kt tot 20 Kt.
NOTEN
I. Deze alsmede andere definit ies zij n ontlee nd aa n: Drs. K. A. Nederlof, Lexicon poli/iek· mifitair-Slrategischetermen. Alphen aa n den RijnI Brussel 1984. 2. Bij de beschrijving van de Nederland se kemwapentaken is onder meer $cbruik gemaa kt van de paragraaf "Overz icht Nederlandse kernwapcntaken" uit Minder afhankeliJk I'GII kernwapens?Atlanti sche studie 5. juni 1983. De techni sche ~cge ve ns van de omschreven kernwapens ziJ n afkomsti$ uil: Th omas B. Cochra n, Wil ham M. Arkm , Milton M. Hoe· nig. Nuc/ear lVeapons Databook. Voltune /. US Nuc/ear Forces and Capabi!ities, Cambridge (Mass.) 1984.
13
BEVEILIGING EIGEN GRONDGEBIED ENIGE OOGMERK
De rol van kernwapens in de NAVO-strategie Toen de redactie van dit blad mij verzocht een artikel te schrijven over de rol van kernwapens in de NAVO-strategie, heb ik enige aarzeling gevoeld. Een ongeclassificeerde publicatie voor lezers van dit blad, die gemteresseerd zijn in de vraagstukken van vrede en veiligheid, kan andere reacties uitlokken dan een artikel met dezelfde titel in een vaktijdschr眉t als de Militaire Spectator. Ik ben geen schrijver maar beroepsmilitair; mijn functie is commandant van de Nederlandse "Nuclear Weapons Employment School", die onder meer tot taak heeft militairen op te leiden voor functies die te maken hebben met de tactische inzet van kernwapens. Indien u uit dIlze taakstelling de conclusie zou willen trekken dat wij dus v贸贸r het gebruik van kernwapens zijn, wil ik u geruststeUen door te verklaren dat ook ons streven gericht is op het handhaven van vrede, veiligheid en vrijheid. Ik ben van mening dat de vrede en veiligheid waarin wij thans mogen leven, mede zijn te danken aan de aanwezigheid van kernwapens. Een eventueel gebruik van kernwapens is onderworpen aan vele beperkingen en moet voUedig passen in de NAVO-doelstellingen. Het kernwapenprobleem voor Nederland kan niet anders worden bezien dan in het licht van ons lidmaatschap van de NoordatIantische Verdragsorganisatie, de NAVO. De centrale doelstelling van dat bondgenootschap is oorlog te voorkomen en vrede en
veiligheid in het verdragsgebied te handhaven door middel van een geloofWaardige afschrikking.
Indien de afschrikking onverhoopt zou falen , zal worden getracht het conflict te be毛indigen op een zo laag mogelijk geweldsniveau. Voor de uitvoering van die strategie moet de NAVO in staat zijn elke aanval afte slaan op het ruveau van het geweld waarvoor de aanvaller heeft gekozen. Tevens moet de NA VO de agressor duidelijk maken dat hij ernstige risico's loopt die bepaald niet in verhouding staan tot de voordelen die hij eventueel denkt te kunnen behalen. Deze strategie van
j/exibility in response vergt dat de NAVO beschikt over middelen waarmee die strategie metterdaad in praktijk kan worden gebracht. Met andere woorden: tegenover elk denkbaar middel van de tegenpartij dient iets gelijkwaardigs beschikbaar te zijn om de ander het gebruik van diens capaciteit te kunnen "ontraden". Dat vereiste wordt wel kort en bondig samengevat als "to have an optIOn is to deter an option". De bedoelde middelen bestaan uit conventionele strijdkrachten en kernwapens. De conventionele middelen dienen zowel voor afschrikking als om een beperkte aanval tot staan te brengen en een grootscheepse aanval zolang en zoveel mogelijk af te weren. De kernwapens zijn in eerste instantie bestemd voor de afschrikking. Zolang het NA VO-grondgebied en/of de strijdmacht niet wordt aangevallen, zullen door de NAVO geen kern-
14
De schrijver van dit artikel is luitenantkolonel der artillerie H. Korthuijs, commandant van de Nuc/ear Weapons Employment School.
wapens worden ingezet. Indien in een onverhoopt toekomstig conflict eventueel kernwapens zouden worden gebruikt, verandert het karakter van de oorlog in een dreiging met kansen op grootscheepse vernietiging. De eerste kernwapenexplosie in een conflict heeft strategische betekenis, en gezien de strategische gevolgen van elke eerste kernwapeninzet is het moeilijk een scheiding te maken tussen strategische en tactische kernwapens. Bovendien moet worden bedacht dat het niet zozeer de wapens zijn, als wel de doelen waartegen zij worden gebruikt, die bepalend zijn voor de strategische dan wel tacttsche effecten die ermee worden gesorteerd. Tussen de So\jet-Unie en de Verenigde Staten zijn echter bilaterale overeenkomsten gesloten ter beperking van de strategische wapens en in die SALT(Strategic Arms Limition Talks)-overeenkomsten is nauwkeurig aangegeven welke kernwapeninzetmiddelen eronder vallen. Dat zijn, in grote lijnen, de ICBM (Inter ContinentaI Ballistic Missile) met een bereik van meer dan 3.000 zeemijlen (circa 5.500 kilometer); de SLBM (Submarine Launched Ballistic MissiIe) en de zware bommenwerpers, ook die welke zijn uitgerust met ALCM
VERGELIJKING VAN DE STRIJDKRACHTEN VAN DE NAVO EN HET WARSCHAUPACT
•._. . D
.-_.,.......... -
" l _ _• .,.
~
..
e
""~...,,"
" u
,.
--
_.rI_1 ,•.ns
'""Umml
MIl -.J"'.U IIICUISIH llmlUllllAClllI OPWNlINGLN
,
"u," 4IIn.,urwmn Of
aM$Ef v ..... or .... oo AAN()€«Hot: _ s v",,~W~_"ACT 100rr"Dvr1l Wflt
rx G!\of'CHIl' ......CHT OIioGC'o'fC" (Jlli.
_/Ol
tlffsrr.
TAMr5 EN
_ _,,~>ll)Mf N (JffN CIffI ~r v..... « on.rrG'II'lJlor
orJ_/lM;HI'tNvAN~r"SI'ANXlIM WTlNlOO'fllf5r""
_ _ 'N'AJU: lIJII LID VAN DE ,." O'Q "'MIl IIItffAllflOOllWollJAnil
a"IIUIQ( PllSo. mSYOUIUI'UJ
IoIIlILUIfj
11"11011111_ . __ .
,..............-.. .. "ol ' .......
or OI'I'IM"S VAN HET IIIAI/!JCIM"~CT H€tJlICN IN >CT AtGLl#lt~ W/NOl/t ""!J(NU (lA" M!Ut""!' 1UClM1fl" .
1
-".
W(lIIlljIllOlIIlg:.
&l1'l0l11·
IWSI'OIITI
IlUI DPIUS
1rt0000RAMU
"" IoII'UII,"IClII$.
1
~IUIIIG{.l f
llUIDP111S
. 01«" ot~, ff ~OO*:'UfNH(IJCN V.u/(N Ol A. .Jl#iAANS( U_O€N WMIIV"," or IJIrJ.unMlIN llJlfOl'A •
''''!lOlAGeN eN OE _Ar INlrr... fIC tl_OlN v..... oe _JET·_ OOfGf~O IN oe .... /TA"'f" IXS'''IÇIYN &lI.1I$CHC1.NCltN. 1017_.....,. ~"",.Arr1l' oor", ~1lV1"IoIOOI'IO- ..A _
•• OIa:/tlO.IIDIG IoUI:S1lJ!Kr VAU.VI N.J.E _"-""WGO/ IJlT IOO(IIIOD.A .......A l " AtIC trNltlUrrNvMotOf"_
w._Ul_".-IYN
Uil : NAVO en Wars chau Pakt : Krachtsverhoudingen 1984
(Air Launched Cruise MissiIe) of ASBM (Air to Surface Ballistic MissiIe) met een bereik van meer dan 600 kilometer. Die inzetmiddelen worden beperkt qua aantal en karakteristieken. Alle niet onder deze kwalificatie vallende kernwapeninzetmiddelen werden vroeger aangeduid als tactische kernwapens en later deels "theaterwapens" genoemd.
Tegenwoordig worden de strijdkrachten in de NA VO-tenninologie als volgt onderscheiden. I. Strategic Nuclear Forces. 2. Non-strategic or "other" Nuclear Forces a. Intennediate-range Nuclear Forces (INF):
- Longer Range INF missiles (LRJNF) met een bereik van 1.000 tot circa 5.500 kilometer: - Shorter Range INF missiles (SRJNF) met een bereik van circa 150 tot circa 1.000 kilometer: - INF aircraft: b. Short Range Nuclear Forces met een bereik van minder dan circa 150 kilometer: c. Maritime of sea-based Nuclear Forces.
3. Conventional Forces. (Sommige bronnen vennelden afWijkende afstanden: de onderlinge verschillen zijn echter nagenoeg verwaarloosbaar.).
de Strategic Nuclear Forces. Het resultaat van dat onderzoek mondde uit in het zogenaamde NA VO-dutr. belbesluit van 12 december 1979.
De totale vernieuwing van het nucle-
In het nu volgende gedeelte worden de onder de SALT vallende Strategic Nuclear Forces buiten beschouwing gelaten, omdat ten aanzien daarvan kan worden gesproken van een zekere mate van gelijkheid (pariteit). Ook een beschouwing over de conventionele krachtsverhoudingen wordt achterwege gelaten, in het bijronder omdat een vergelijking van de wederzijdse krachten op dat terrein in alle gevallen nadelig uitvalt voor de NAVO.
Richtlijnen en procedures
aire arsenaal in de jaren '70 en het ontwikkelen en sinds 1977 plaatsen van de SS-20 door de Sovjet-Unie, betekende dat het bestaande nucleaire evenwicht naar de mening van de NA VO-~eringen werd verstoord. De SS-20 IS een lanceerinrichting voor surface-to-surtace missiles met een dracht van circa 5.000 kilometer, die als zodanig - zie onder 2a - niet kan worden gerekend tot de strategische middelen en derhalve ook niet valt onder de SALT-beperkingen. Per missiIe worden drie onafhankelijk te richten kernwapens vervoerd, waarmee alle denkbare doelen in WestEuropa kunnen worden bereikt. Teneinde nu de voor de "flexibility in response" vereiste opties te kunnen openhouden, zocht de NAVO naar mogelijkheden die een antwoord rouden kunnen geven op een eventuele inzet van SS-20's tegen doelen in West-Europa, zónder dat onmiddellijk rou moeten worden gegrepen naar het enige resterende middel van
De NAVO heeft, uit hoofde van haar louter defensieve doelstelling, geen andere oogmerken dan het beveiligen van het eigen grondgebied en heeft derhalve ook geen enkele behoefte aan het opbouwen van een zodanige conventionele sterkte, dat daannee het territoir van andere landen rou kunnen worden veroverd en/of bezet.
Voor de Non-strategic Nuclear Forces - vroeger Tactical Nuclear Forces ~e heten - zijn richtlijnen vastgesteld 10zake het "tactisch gebruik van kern-
15
lJUM\iS
IN COSSUl[f'rjO O U 'EI
wapens" door de landen die zijn vereni~d in het Defence Planning Commlttee (DPC), dat wil zeggen de NATO Council (NAC) zonder Frankrijk. Voorts zijn in 1969 door de mimsters in het DPC algemene richtlijnen opgesteld voor de consultatieprocedures, die moeten worden toegepast alvorens van kernwapens gebruik kan worden gemaakt. Die richtlijnen zijn gebaseerd op drie terzake reeds eerder genomen beslissingen, te weten de richtlijnen van Athene, die in 1962 door de NA VORaad werden vastgesteld; de richtlijnen van Den Haag, waartoe in 1968 werd besloten door de leden van de Nuclear Planning Group (NPG) en de beslissing die in 1969 werd genomen in Londen in een ministeriële vergadering van de leden van de NPG. De procedures omvatten onder meer de volgende stelregels. - Elke aanvraag of elk voorstel voor het gebruik van kernwapens ter verdediging van de NAVO, afkomstig van hetzij de regering van een lidstaat hetzij een Major NATO Commander (Saceur, Saclant of Cincchan), wordt gezonden naar alle regeringen van de In het DPC vertegenwoordigde landen, alsmede naar het DPC zelf. - In een DPC-vergadering hebben de regeringen de mogelijkheid hun standpunten over de aanvraag of het voorstel kenbaar te maken. - Die standpunten worden ter kennis gebracht van de regeringen van die landen die de wapens in eigendom hebben (VS en VK), waarna de regeringsleiders van de betrokken "Nuclear power" beslissen of al dan niet toestemming wordt gegeven voor het inzetten van hun kernwapen(s). - Aan de standpunten van de landen die het meeste bij de inzet zijn betrokken, zal "special wei~t" worden gegeven. Het gaat daarbij om landen op en/of van wier grondgebied de wapens worden ingezet, het land dat de wapens bezit en de landen die de inzetmiddelen bemannen ofleveren. - De beslissing van de Nuclear power wordt gestuurd naar de regeringen, het DPC en de Major NATO Commander(s). - De mogelijkheden voor consultatie hangen af van de soort agressie. Bij een grootscheepse aanval met kernwapens neemt de president van de Verenigde Staten de beslissing tot in-
Een NA va· vergadering in het hoq(dkwartier in Brussel.
zet; consultatie is dan niet mogelijk. In alle andere gevallen vindt consultatie met bondgenoten plaats. politieke beslissin~ te nemen zijn aanval te staken en zIjn troepen terug te trekken". In de Politieke Richtlijnen voor het tactisch gebruik van kernwapens staat onder meer vermeld, dat kernwapens Als de aanvaller dat signaal niet ter in de eerste plaats bijdragen aan een harte neemt, loopt /tij het risico van geloofWaardige afschrikking. Indien een "genera! nuclear response", waarbij zowel de strategische als de nietde afschrikking faalt, zal de NAVO trachten de integriteit van haar strategische kernwapeninzetmiddelen grondgebied te behouden of te herzullen worden ingezet ter vernietiging stellen door drie mogelijke, in escala- van zijn totale nucleaire, militaire en tie oplopende, reacties. Dat zijn: "Di- industriële capaciteit. rect defence", "Deliberate escalation" en "Genera! nuclear response". Voor de uitvoering van de "direct defense" in een nucleair begonnen conDe "direct defence"-optie houdt in, dat elke aanval van de tegenstander flict en voor de "deliberate escalaop het door hem gekozen geweIdsnition"-optie moet de NAVO kunnen veau tot staan dient te worden gebesc/tikken over verschillende kernbracht. In het geval dat de tegenstan- wapenopties, die selectief kunnen der conventioneel aanvalt, wordt de worden ingezet. Alle opties zijn geverdediging conventioneel gevoerd. richt op de fundamentele doelstelling: Bij een nucleaire aanval is een beant- " Beëindiging van het conflict op het woording met kernwapens mogelijk, laagst mogelijke geweldsniveau" . Die voor zover toegestaan door de politie- politieke doelstelling houdt in, dat ke autoriteiten. In elk geval wordt de een selectief gebruik van kernwapens tegenstander geconfronteerd met een als zodanig voor de tegenstander herescalatiegevaar. kenbaar moet zijn. Redenen waarom zo'n inzet beperkt dient te zijn in aantal, tijd en gebied/doelen om de Signaalfunctie tegenstander duidelijk te maken, dat De "deliberate escalation" kan nodig de NAVO het conflict wenst te beperzijn als antwoord op een massale aan- ken en dat, om beëindiging van de agressie te kunnen afdwingen, de val met conventionele middelen, die door de conventionele strijdkrachten NA VO zelfs bereid is kernwapens in te zetten. Voor een doelmatige reactie van de NAVO niet tot staan kan zal de tegenstander dan ook, voorafworden gebracht. gaande aan de inzet, bericht ontvanIn dat geval zal de NAVO moeten besluiten als eerste kernwapens in te gen over de na te streven doelstelling alsmede over aard en omvang van de zetten. Dat zeer moeilijke besluit zal worden voorafgegaan door uitgebrei- in te zetten wapens. Een eventuele de consultaties en dient voornamelijk vervolgactie, waarbij de NAVO streeft te worden gezien als een signaaIfunc- naar beëindiging van het conflict, is ook in dit geval afhankelijk van de tie met de fundamentele doelstelling reactie van de tegenstander. "de tegenstander ertoe te brengen de
16
De lanceerinrichting van de Patriot, op een proefterrein in de Verenigde Staten.
De militaire mogelijkheden voor een selectief gebruik zijn: - inzet van Atomic Demolition Munition; - inzet van kernwapens tegen luchtdoeIen; - inzet van kernwapens tegen doelen ter zee; - inzet van kernwapens op vijandelijke aanvallende eenheden; - inzet van kernwapens tegen doelen dieper in vijandelijk gebied; - combinaties van deze mogelijkheden. Welke mogelijkheid in welke gevallen zal worden uitgevoerd, zal afhangen van de omstandigheden ten tijde van een conflict. De onzekerheid daarover vormt volgens generaal Haig ook een bijdrage aan het voorkomen van conflicten:
In order 10 insure credible deterrence, we rely on a flexible response strategy whose core is uncenainty.
Bij een eventuele keuze dienen de onderstaande factoren in beschouwing te worden genomen: - uitwerking op de vijand; - uitwerking op eigen troepen; - uitwerking op bu~ers en hun eigendommen van belde partijen; - invloed op de totale militaire en p0litieke situatie; - invloed op de plaatselijke militaire situatie; - escalatiegevaar. Het behoeft naar mijn mening geen betoog, dat de NAVO zal kiezen voor
een doelmatige mogelijkheid, die het conflict op het laagst mOgelijke niveau van geweld kan beëmdigen. Nederlands aandeel De Nederlandse strijdkrachten beschikken over mogelijkheden voor het inzetten van Amerikaanse kernwapens. De inzetmiddelen zijn door de Verenigde Staten gemtegreerd in de NA VO-strijdkrachten, en wel op
verzoek van Europese bondgenoten.
De kernwapens blijven, tot het moment waarop zij metterdaad mogen worden ingezet, voUedig in handen van de Amerikanen. Nederland levert een bijdrage aan de uitvoering van de NA VO-strategie die primair is gericht op oorlogsvoork0ming door afschrikking en secundair - indien de afschrikking heeft gefaald - op beëindiging van een conflict op het laagst mogelijke niveau van geweId. Ondersteuning Voor de Koninklijke Landmacht beschikt Nederland in dat kader over kernwapeninzetmiddelen waarmee zo nodig de inzet tegen vijandelijke eenheden kan worden gerealiseerd, ter ondersteuning van de operaties van ons legerkorps. Momenteel bestaan die mIddelen uit één afdeling 8 inch (203mm) houwitser die acht vuurmonden telt en één afdeling van zes lanceerinrichtingen voor de Lance. Als enig legerkorps in de centrale sector kan het Nederlandse niét de 155
mm houwitser gebruiken voor nucleaire inzet. De 8-inch houwitser heeft een bereik van nog geen 20 kilometer en zal daarom voor het uitvoeren van nucleaire opdrachten vrij dicht achter de voorste lijn in stelling moeten komen. In verhouding tot het geringe aantal van die middelen moet de kwetsbaarheid ervan dan ook zeer groot worden genoemd. De Lance, met een bereik van circa 110kilometer, werd aanvankelijk aangeschaft voor conventioneel gebruik en eerst in 1980 als "nuclear capable" in de slagorde opgenomen. In het algemeen zuUen de te bestrijden doelen zich vrij dicht bij de eigen troepen bevinden en bestaan uit zogenaamde "Mobile land battle targets". Bijgevolg ligt het voor de hand, dat inzet boven het NAVO-grondgebied het waarschijnlijkste zal zijn. Het vermogen van de te gebruiken wapens is verhoudingsgewijs gering, en het effect van de kernstraling - waarmee vijandelijk personeel buiten gevecht kan worden gesteld - zal in het algemeen verder reiken dan de luchtdrukwerking die het vijandelijke materieel - in het bijzonder de gevechtsvoertuigen - kan uitschakelen. Om ongewenste schade te voorkomen, zuUen de wapens ,,fall-out safe" moeten worden ingezet, mede om de kans op schade aan burgers en eigendommen tot een minimum beperkt te kunnen houden. De mogelijkheid zulke ongewenste effecten nog meer te vermijden en bo-
17
De Orioll, de opl'olger rail de Neptulle. die
geschikr is mor hel afwerpen I'an nucleaire dieptebom/nen.
vendien het aantal voor het buiten gevecht stellen van de vijandelijke gevechtskracht vereiste wapens zo klein mogelijk te houden, deed zich voor toen een voor het bestrijden van dergelijke doelen bij uitstek geschikt wapen - het "enhaneed radiation redueed blast weapon" - werd ontwikkeld. Dat wapen kon echter niet worden ingevoerd, mede doordat de politieke besluitvorming onder sterke druk kwam te staan van een deel van de publieke opinie dat zich - veronachtzamende dat de reikwijdte van de directe straling de drie kilometer niet overschrijdt - schaarde achter de banier van de anti-neutronenbomactie. De thans nog in de bewapening gevoerde kernwapenprojectielen zijn inmiddels al meer dan twintig jaar oud. Het radio-actieve materiaal, dat de basis ervan vormt, is weliswaar nog steeds actief maar degenereert wel zodanig, dat de betrouwbaarheid van die wapens geleidelijk vermindert: over een aantal jaren zullen zij derhalve niet meer kunnen worden gebruikt. Ook de andere in die wapens toegepaste technieken dateren nog uit de tijd dat kleurentelevisie en kwartshorloges nog in de kinderschoenen stonden. Naar mijn mening is er dan ook reden te over voor grote bezorgdheid over deze essentiĂŤle middelen. De Nederlandse landstrijdkrachten dragen ook bij in de uitvoering van vernielingen met behulp van nucleaire vernielingsladingen. Die worden geplaatst in eigen gebied, zijn in staat grote hindernissen op te werpen, maar hebben het nadeel dat zij onontkoombaar oorzaak zijn van fallout. Om die reden zullen er altijd veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen voor de evacuatie en bescherming van zowel eigen troepen
tueel een aantal in Nederland zal worden opgesteld, maken deel uit van de Non-strategic Nuclear Forces en worden voora! gericht tegen doelen, die door andere middelen uit dezelfde categorie niet met voldoende zekerheid kunnen worden aangegrepen; in het bijzonder geldt dat momenteel voor doelen in de Sovjet-Unie. De voorgenomen, en ten dele reeds geĂŤffectueerde, plaatsing van Ground Launched Cruise Missiles en Pershing li's in Europa, heeft mede tot doel de solidariteit binnen de NAVO te demonstreren en is - het zij met nadruk gesteld - in de eerste plaats geals de burgerbevolking. Omdat de vij- richt op het voorkomen van oorlog. and met deze middelen echter niet In het kader van een daartoe strekrechtstreeks en metterdaad wordt kende strategie, is de plaatsing ook aangegrepen, geldt deze mogelijkheid gericht op het scheppen van een mogelijkheid tot het geven van een "aanals bij uitstek defensief. gepast antwoord" op de dreiging van De kernwapentaak van de Koninklijde in de Sovjet-Unie geĂŻnstalleerde en ke Marine is gericht tegen vijandelijke op West-Europa gerichte SS-20, zononderzeebootdoelen en moet daarom der voortijdig naar het middel van de worden ondergebracht in de categorie Strategic Nuclear Forces te hoeven "inzet van kernwapens tegen doel ter grijpen. zee", die hier verder buiten beschouwing wordt gelaten. De kernwapenta- Plaatsing van kruisvluchtwapens in Nederland verschaft het Nederlandse ken van de Koninklijke Luchtmacht regeringsstandpunt in het overleg bestaan uit het leveren van een bijdrage van de luchtverdediging met de over de inzet van kernwapens de luchtdoelraketten Nike/Hercules en " special weight", die immers wordt het inzetten van bommen door vlieg- toegekend aan het standpunt van de tuigen. De luchtverdedigingstaak met landen die het meeste bij de inzet zijn betrokken. Om nog meer gewicht in Nike-raketten wordt uitgevoerd als deel van de Nike-Iuchtverdedigingsde schaal te kunnen leggen, zou het gordel waarin verschillende landen in eillendom bezitten van de betrokken mzetmiddelen vereist zijn. Maar participeren; hun doelen zijn aanvalde mogelijkheid daartoe, tegen betalende vijandelijke vli~uigformaties. ling van de kosten, is door alle voor De bommen worden mgezet met vliegtuigen van de zogenaamde "Stri- plaatsing geselecteerde landen afgewezen. ke squadrons", die waren uitgerust De GLCM en de Pershing 1I zullen met de F-I 04 (Starfighter) maar die thans zijn vervangen door de F-16 worden gesteld onder het bevel van Saceur - een van de Major NATO (Falcon). Hun doelen li~en niet in de onmiddellijke nabijheid van eillen Commanders - en worden behantroepen maar als regel dieper in VIjan- deld overeenkomstig de richtlijnen en procedures zoals die gelden voor andelijk gebied. De betrokken luchtdere non-strategie nuclear forces. machteenheden staan ook in vredestijd reeds onder bevel van een Conclusie NA VO-commando - in casu 2AT AF. Een deel van de inzetmidde- Ik wil deze bijdrage over de rol van de kernwapens in de NAVO strategie len heeft een hoge graad van paraatbesluiten met het uitspreken van de heid en staat op QRA (Quick Reaction Alert). De vliegtuigen kunnen hoop dat wij in vrede mogen leven. ook een taak hebben in het kader van Mocht er onverhoopt een conflict uitbreken dan luidt het motto voor de de "Genera! Nuclear Response"-optie, en ook dan in Nederland zijn geNA VO: "The fundamentaI objective of the use of nuclear weapons is to stationeerd. induce the enemy to make the politiDe kruisvluchtwapens cal decision to chan~e his mind to ceDe kruisvluchtwapens, waarvan even- ase his anack and W1thdraw".
18
PVDA STELT ONTWAPENING CENTRAAL
Nederland moet voorlopig één kemwapentaak behouden Aan een discussie over het door Nederland te voeren
De schrijver van dit artikel is mr. A. Stemerdink, defensie· specialist van de Tweede Kamerfractie van de PvdA .
veiligheidsbeleid, valt op dit moment weinig eer te behalen. Partij-politieke factoren bepalen in zo sterke mate het beleid van regering en parlement, dat het nauwelijks nog de moeite loont een discussie aan te gaan. Argumenten spelen geen ro~ de totstandkoming van een partij (debat dubbelbesluit '79) of het voortbestaan van de coalitie (komende debat over de kruisraketten en de Nederlandse nucleaire taken) bepaalden en bepalen richting en uitkomst van het debat. vermoedelijk weinig verschil hebben Het CDA speelt in de discussie wel een heel merkwaardige rol. Kan van gemaakt. Wie van oordeel is dat er de VVD nog gezegd worden dat deze ontwikkelingen gaande zijn die de partij in ieder geval een standpunt grondslagen van de samenleving onheeft, een bepaald beleid voorstaat, dermijnen, die is immers niet gemtevan het CDA kan zelfs dat niet ge· resseerd in iets anders dan in een absoluut " neen". Maar ook de anderen zegd worden. Bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar wisten van niets. Verwijtbaar was aan de Katholieke Universiteit te Nij- hun onkunde uiteraard niet, maar de gevolgen waren ingrijpend. De Westmegen heeft H. J. Neuman een op zijn minst amusante schets gegeven duitse publiciteitsmedia maakten van hoe binnen het CDA wordt omdinsdag 30 en woensdag 31 oktober melding van het feit, dat in Nedergegaan met belangrijke vraagstukken op het gebied van vrede en veili~eid. land de grootste regeringspartij de Op het moment dat de CDA-nunister band tussen productie en plaatsing van defensie Scholten (aug. '79) een had doorgesneden. Aan het eind van de woensdagochtend belde minister aantal beleidsuitgangspunten formuApel uit Bonn op om aan zijn Nederleerde met betrekking tot de kruisralandse collega te vragen, of deze beketten en de Nederlandse nucleaire taken, was de toenmalige fractieleider richten juist waren. Toen minister Scholten dit bevestigde, deelde Apel van het CDA, Lubbers, druk bezig een eigen beleid te ontwerpen uithem formeel mee dat de Bondsrepumondend in "Vertrekpunten". Neubliek onder deze omstandigheden niet man op pagina 15/ 16 van zijn oratie: langer in staat en bereid was Neder"Maar verreweg de voornaamste con- landse pleidooien voor een lager aansequentie van de Vertrekpunten was tal te ondersteunen. Daags daarop, I het internationale effect dat er van uit november, ondertekende president ging. Niets wijst er op, dat de CDACarter een persoonlijke brief aan miTweede Kamerfractie ook maar het nister-president Van Ag(, waarin hij flauwste benul had van waar minister hem dringend verzocht zich nu neer te l~en bij het afgesproken aantal Scholten op dat moment mee bezig was. Onder leiding van de heer Luben ZIch straks in Brussel te onthouden van pleidooien voor verlaging". bers, wiens onmiskenbare stijl in de Vertrekpunten is terug te vinden, bepaalde zij een standpunt zonder esTwee amateurs op het gebied van de sentiële bestanddelen van de interna- buitenlandse politiek, Scholten en tionale situatie te kennen. Had zij die Lubbers, geassisteerd door de buitenwel gekend, dan zou dit voor atoom- gewoon vriendelijke maar even buitengewoon onbekwame minister van pacifistische leden als Hans de Boer
buitenlandse zaken Van der K1aauw, lieten met vaste hand het Nederlandse beleid op de klippen lopen. Van de handreiking die verborgen zat in de motie Stemerdink-Brinkhorst (waarin werd uitgesproken dat Nederland thans niet kon instemmen met plaatsing van een aantal Pershing II en/of kruisraketten) werd op geen enkele wijze gebruik gemaakt. Van Ag( maakte zich op de hem eigen wijze van de zaak af, door met instemming overigens van de CDA-fractie na te laten duidelijkheid te verschaffen over een zaak, waarover het parlement te beslissen had (persbericht CDA d.d. 15 januari 1980). Na het debat eind '79 over de kruisraketten is langzamerhand een politieke situatie ontstaan, waarbinnen voor wat betreft de nucleaire problematiek ëën oplossing boven kwam drijven: als de stationering van kruisraketten onontkoombaar is, dient het aantal nucleaire taken van de Nederlandse krijgsmacht (aanzienlijk) te worden beperkt. Voor deze wisseltruc op nationaal niveau maakte het CDA zich sterk, beleidsmatig maar ook wat betreft de bezetti ng van de posten buitenlandse zaken en defensie in het kabinet-Lubbers. Van minister van buitenlandse zaken
19
Van den Broek werd verwacht, dat hij zich zou inzetten voor de plaatsing van de kruisraketten in Nederland. Van De Ruiter werd verwacht dat hij resultaten zou bereiken op het gebied van een vermindering van nucleaire taken voor Nederland. Zoals het er nu naar uitziet voldoet Van de Broek aan de verwachtingen. Even de SS-20 raketten tellen op I november en de zaak is geregeld. Het telraam als hulp-instrument in het buitenlands beleid. Met De Ruiter ligt het een slal;l anders. Hij voldeed aan alle eisen die het CDA gewoonlijk stelt aan een minister van defensie, met als belangrijkste dat "de kandidaat bij voorkeur geen enkele ervaring dient te hebben in de internationale politiek". In discussies over de Nederlandse nucleaire taken hebben de kanon-systemen altijd een bijzondere plaats ingenomen. Nederland vervult op dit moment met één afdeling 8-inch geschut een nucleaire taak. Al sinds 1963 doet de civiele en militaire staf van de NAVO een beroep op Nederland om ook de 155mm kanonsystemen een nucleaire taak te geven. In de Tweede Kamer is herhaaldelijk gediscussieerd over deze aanvulling C.q. uitbreiding van een van de nucleaire taken, met als uitkomst dat een CDA-PvdA meerderheid zich regelmatig heeft uitgesproken tegen genoemde taakuitbreiding. In een motie, ingediend op 5 februari '79, gaf de CDA-afgevaardigde De Boer het standpunt van zijn fraktie als volgt weer: - overwegende dat het beleid erop gericht is, de rol van de kernbewapening terug te dringen; - overwegende, dat dit te meer dient mee te brenl;len, weerstand te bieden aan uitbreiding van de nationale nucleaire taken; - van mening, dat het toekennen van een "dual capability" (dubbel vermogen) aan het 155mm geschut voor Nederland een uitbreiding van taken met zich zou brengen; - verzoekt de regering, af te zien van toekenning van een "dual capability" aan het 155mm. geschut. De Boer ondersteunde zijn motie onder meer met het argument, dat diegenen die een nucleaire gevechtsrol voor tactische kernwapens aanvaarden " volkomen voorbij (gaan) aan het feit dat elk gebruik van nucleaire wapens nucleaire retaliatie oproept en dat niemand meer weet waar het zal
eindigen wanneer het eenmaal is begonnen. Het minste dat gebeuren, is dat Europa wordt afgebrand".
min of meer de opdracht toegeëigend een nieuw concept voor de verdediging van Europa te ontwerpen op nucleair en conventioneel gebied. In zijn betoog besteedde De Boer ook Op het gebied van doctrines kwamen aandacht aan de problematiek van de de veranderingen tot uitdrukking in horizontale proliferatie in relatie met concepties als Airland Battle of Fofa. gevechtsveldwapens. " Toch lijkt het (Air)land Battle heeft als kern: inteof in militaire kringen in het bondge- gratie van nucleaire, chemische en nootschap in toenemende mate de conventionele wapens in één genadruk wordt gelegd op het verkrijvechtsdoctrine. In naam is dit congen van dit soort, bijna of zelfs gecept alleen bestemd voor de Ameriheel, voor de normale oorlogsvoering kaanse eenheden (ook in Europa), te gebruiken nucleaire wapens. Wij maar in feite betekent de aanvaarding vinden dit in de richting van de hori- van deze doctrine dat in de Centrale zontale proliferatie een heilloze ontSector de nucleaire gevechtsveldwawikkelinl;l. Als er één soort nucleaire pens ook daadwerkelijk als zodanig bewaperung is, dat er als het ware om gaan functioneren in de voorbereiroept dat allerlei landen die daartoe dende planning. In ieder geval geldt technisch in staat zijn, menen zich dat voor die sectoren in de Centrale daannee te moeten gaan uitrusten, Sector, waar Amerikaanse eenheden dan is het wel de nucleaire slagveldeen eerste verantwoordelijkheid hebbewapening. Het is nauwelijks denk- ben en daar waar ze een belangrijke baar, dat landen als Brazilië oflndia reservefunctie vervullen zoals in de zouden menen het te moeten opneNederlandse sector. Het door genemen tegen de Sovjet-Unie of de Vere- raal Rogers ontworpen Fofa-concept nigde Staten op het gebied van de werd als basis voor planning aanstrategische nucleaire bewapening. vaard. Het is echter bepaald niet ondenkbaar dat landen die vroeg of laat zouNieuw dubbelbesluit den kunnen worden geconfronteerd met één van de grote blokken, menen Voor wat betreft de specifiek nucleaier goed aan te doen het in tactischre kant van het verdedigingsconcept, nucleaire wapens van de kleine soort werden er op 28 oktober 1983 in te zoeken. Vandaar dat wij juist in Montebello ingrijpende beslissingen deze sector menen dat de grenzen genomen. In feite was daar sprake duidelijk moeten worden getrokken. van een nieuw dubbelbesluit, maar Wij menen dat de ontwikkeling bin- dan voor tactische nucleaire wapens. nen de NAVO, voor zover zij in. deze Aan de ene kant werd besloten het richting is gegaan, moet worden om- bestand aan kernkoppen met 1.400 te gebol;len. Wij zijn van oordeel dat de verminderen, maar aan de andere kant werd besloten tot modernisering regenng het in haar streven, de rol van de nucleaire bewapening terug te van het "restant" van ruim 4.500 dringen, juist hierin zou moeten zoe- kernkoppen. Kern van de besluitvorken". ming voor wat betreft de kanonsystemen: introductie van nieuwe ladingen Juist in deze sector dienen de grenzen voor de 155mm en 8-inch kanonnen duidelijk te worden getrokken en wel (inclusief neutronenbom-mogelijkvoor het bondgenootschap als geheel. heid), betere spreiding van ladingen en afvuurinrichtingen en het dual caEen duidelijke boodschap, een pleidooi voor internationale aanpak. pable maken van alle systemen. Aanvankelijk leek minister van de-fensie De Ruiter (CDA) zich wel te Naar buiten toe trachtte De Ruiter de willen inzetten voor een beleid, dat indruk te wekken dat hij zich volgericht is op het terugdringen van de strekt niet had vastgelegd en nergens rol van de gevechtsveldwapens, wat mee had ingestemd, maar dat was betot uitdrukking zou komen in een zijden de waarheid. Niet alleen was vermindering van aantallen kernkop- De Ruiter het eens met de passage in pen en afvuursystemen. Helaas bleek het communiqué dat "nucleair forces al vlug, dat hij niet was opgewassen at all ranl;les play an important role in tegen de moderniseringsdrift die bin- maintainmg an unbroken spectrum nen de NAVO op gang was gekomen. of deterrence", hij was het er ook Generaal Rogers, de Saceur, had zich mee eens dat generaal Rogers de
20
Nederland neemt dit half jaar het voorzitterschap waar van de EPSwerkgroep voor non-proliferatie. Nederland heeft al jaren een speciale ambassadeur voor non-proliferatie-zaken. Om de Nederlandse inzet nog eens goed duidelijk te maken, heeft de huidige regering besloten om uitgerekend in deze periode toe te stemmen in de stationering van kruisraketten in Nederland en in te stemmen met een grondige modernisering van de tactische kernwapens in de Centrale Sector met alle gevolgen van dien voor de eigen taken. Met dit beleid geven drie CDA-ministers (Lubbers, Van den Broek en De Ruiter) een geheel eigen invulling van de 40jarige herdenking van de nucleaire vernietiging van Hiroshima en Nagasaki.
hoofdlijnen van dit overeengekomen beleid verder zou uitwerken. Lubbers was voor deze gelegenheid eerlijker. In een interview met de NRC bevestigde hij, dat Nederland zich meer had vastgelegd dan menigeen dacht. Na afloop van de NPG-vergadering in Luxemburg kwam de aap volledig uit de mouw. In een aanvulling op een eerder aan de Tweede Kamer gestuurd kattebelletje deelde de minister van defensie mee (23 mei 1985) dat "de ministers van defensie .. .in oktober 1983 tijdens de NPG-vergadering in Montebello een studie van de High Level Group (HLG) hebben aanvaard, waarin de gewenste aard en omvang van het nucleaire arsenaal van de Navo in Europa werd aangegeven." De minister onderstreepte nu wel het "dubbele" karakter van het Montebello-besluit. Saceur werd niet alleen belast met de invulling van het reductiebesluit (~aangeven welke verouderde kernwapens uitgefaseerd zouden moeten worden), maar ook belast met een verbeteringsprogramma. " Het gaat hierbij met name om maatregelen, die nucleaire wapens)':stemen beschermen tegen vijandelijke aanvallen (het verminderen van de kwetsbaarheid, de "survivability"), maatregelen die het mogelijk maken wapens snel en adequaat in te zetten na een vijandelijke aanval (het verbe-
teren van reactievermogen, de "responsiveness") en maatregelen die de militaire effectiviteit van het afschrikkingspotentieel vergroten," aldus de ministers. De slotzin van zijn brief is onthullend en ontnuchterend. "Dat er ook geen sprake is van het afschaffen van de nucleaire artillerie in de NAVO mag bekend worden verondersteld. " In een toelichting op deze stelling, tijdens het laatstgehouden mondeling overleg, zei de minister dat het uitfaseren van de nucleaire artillerie nooit op de agenda van welke vergadering van NA VO-ministers van defensie dan ook heeft gestaan. De minister bevestigde ook dat hij nooit een p0ging had ondernomen het punt op de agenda te krijgen! Waarom al die aandacht voor de kanonsystemen, als het gaat om de nucleaire taken van Nederland? Het CDA-Kamerlid 1. de Boer heeft het prima verwoord in bovenaangehaald citaat (debat februari 1979). Duidelijk is geworden, dat minister De Ruiter om welke reden dan ook zich niets heeft aangetrokken van zijn eigen partij en van een Kamermeerderheid. Deze zomer begint in Genève de derde toetsingsconferentie met betrekking tot het Verdrag tegen de verspreiding van kernwapens (NPV).
21
Kritiek op het beleid van de huidige regering houdt nog niet in, dat daarmee het eigen beleid van een politieke partij geformuleerd is. De PvdA heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk naar buiten gebracht, welk beleid zij op nucleair én conventioneel gebied zou willen voeren. In een reeks van nota's in regering en oppositie uitIlebracht, heeft zij het gewenste beleId uiteengezet. Het is ondoenlijk in dit korte bestek een volledig beeld te geven van het PvdA-beleid, vandaar enkele hoofdlijnen. - Wapenbeheersing, wapenvermindering en ontwapening dienen centraal te staan. Voorstellen voor de concrete invulling van de defensie-inspanning moeten hieraan getoetst worden. - De strijdmacht die op de been wordt Ilehouden, conventioneel en nuclearr, moet een functie vervullen ter voorkoming van oorlog; in geval van crisis waar wapens aan te pas komen, moet de ontstane crisis-situatie beheersbaar blijven. - Essentieel is dat inzet van strijdkrachten wordt voorzien binnen het kader van een defensive-strategie. Aard, omvang en structuur van de strijdkrachten moeten al in vredestijd duidelijk maken, dat het voor de NAVO onmogelijk is en blijft om militair offensief in de brede betekenis van dit begrip op te treden. - Samenhang van beleid is noodzakelijk. Strat~e - wapenbeheersing/wapenbeperking/ontwapening - en vertrouwenwekkende maatregelen dienen als één beleidspakket te worden gepresenteerd. Deze gewenste eenheid
Deze taak kan voorlopig gehandhaafd blijven, mits er duidelijk zicht komt op de instelling van een kernwapenvrije zone. Het afstandbereik van dit wapensysteem (120 kilometer) wordt dan niet meer benut om al in een vroeg stadium (ver) op het grondgebied van de DDR tactische nucleaire wapens in te kunnen zetten, maar om meer tijd te scheppen voor politieke besluitvorming. Het wapensysteem kan vrij gemakkelijk ver naar achteren worden opgesteld. In dit kader zou kunnen worden overwogen de huidige Lance te vervangen door een Lance-systeem met een dracht van 200 kilometer, mits dit gepaard gaat met een overeenkomstige vergroting van de kernwapenvrije zone.
van beleid geldt op conventioneel en op nucleair gebied. Een sterke vermindering van de nucleaire bewapening gepaard gaande met een sterke toename van de conventionele bewapening in Centraal Europa, zou de veiligheidssituatie niet beter maken. Ook een conventioneel conflict zou desastreus zijn voor Europa.
Vertaald naar de Nederlandse situatie zouden prioriteiten moeten krijgen: - instelling van een kernwapenvrije zone;
- opheffing nucleaire taak artillerie (kanonsystemen ) en zeker geen uitbreiding van deze taak conform de nu voorliggende plannen. - in overgangssituatie wapensysteem nucleaire of conventionele taak geBovenstaande hoofdlijnen van beleid ven; eind maken aan dual capability hebben in de praktijk grote consevan wapensystemen. quenties. Enkele voorbeelden: Voor wat betreft de Luchtmacht zou - Is de kern van het beleid wapenbe- de kernwapentaak van de F-16 moeheersing/wapenvermindering/ontwaten worden beéindigd. Dit "dual capening, dan dient verificatie van over- pable" wapensysteem zou met name eenkomsten mogelijk te zijn. ,,Dual moeten worden bestemd voor zijn capable" wapensystemen zijn niet hoofdtaak: in casu conventionele toegankelijk voor verificatie. Als bijgrondsteun. Vooruitlopend op het devoorbeeld schepen worden uitgerust nucleariseren van de F-16 zou een met nucleaire en conventionele kruis- einde moeten worden gemaakt aan raketten, is het eind zoek. - Als strijd- de Quick Reaction Alert. De nucleaire taak van de Orion dient krachten nog politiek "bestuurbaar" moeten zijn, in ~eval van daadwerke- te worden beéindigd, teneinde maxilijk wapengebruik, dan is ruimte om male druk uit te oefenen om te kote beslissen noodzakelijk, zeker als men tot een conventioneel alternatief. het om nucleaire wapens gaat. SysteOver de vervanging c.q. afstoting van men als nucleaire kanonsystemen, het Nike luchtverdedigingssysteem waar het in geval van crises een kwes- met zijn nucleaire component en de tie is van "gebruiken of verliezen", nucleaire landmijnen, is reeds een bebergen dan ook grote gevaren in zich. slissing genomen. De door de NAVO Een kernwapenvrije zone kan als ver- voorgenomen reductie met 1.400 trouwenwekkende maatregel én als kernkoppen zal met name bij deze mililllire maatregel van grote beteke- wa~nsystemen worden gevonden. rus zIJn. BliJft over de taak van de Lance.
22
In de defensienota van het huidige kabinet wordt enerzijds betoogd dat kernwapens onmisbaar zijn om gewapende conflicten te voorkomen (de Derde Wereld wordt aangehaald als voorbeeld, waar als gevolg van het ontbreken van kernwapens sinds 1945 vele oorlotlen zijn uitgevochten!) en anderzÎjds dat verspreiding van kernwapens dient te worden voorkomen. Als de westelijke wereld doorgaat op deze manier om te springen met het vraagstuk van de kernbewapening, kan het gevolg alleen maar zijn dat de horizontale proliferatie niet meer tegen is te houden. Elke regering die de ene modernisering van kernwapens na de andere accepteert, is medeverantwoordelijk voor deze uitkomst. Lubbers was als fractievoorzitter van het CDA medeverantwoordelijk voor het pleidooi van De Boer (in 1979) het beleid om te buigen, Lubbers was als fractievoorzitter medeverantwoordelijk voor het kruisrakettenbesluit van het kabinet Van Agt. Als·minister-president zal hij moeten kiezen. Of wapenbeheersing/wapenbeperking/ontwapening centraal stellen, of doorgaan op de heilloze weg van bewapening, conventioneel en nucleair. Wordt voor de eerste weg gekozen, dan is er met de PvdA te praten over de invulling van het beleid en over de periode waarbinnen dit beleid gestalte moet krijgen. Wordt het botweg stationeren van kruisraketten en moderniseren van tactische kernwapens, dan is elk debat in feite overbodill en kan worden volstaan met het indienen van, en stemmen over moties.
CDA WIL SLEPENDE DISCUSSIE BEEINDIGEN
Elk krijgsmachtonderdeel zijn eigen kemwapentaak De schrijver van dil artikelis dhr. T. Frinking. defensiespecialist van de Tweede Kamerfractie van het CDA.
De discussie in Nederland over de kemwapentaken wordt bepaald door een verschil in opvatting over de werkelijke functie van deze wapens. De voorstanders van nucleaire gevechtsveldwapens zeggen, dat de wapens passen in de escalatieladder van de strategie van het aangepaste antwoord, gericht op oorlogsvoorkoming. Wanneer men van deze wapens zou afzien, zou er een gat vallen in de ladder, waardoor de geloofwaardigheid van de afschrikking wordt aangetast. Tegenover elk nucleair wapen van de tegenstander dient aan onze kant immers een gelijksoortig wapen te staan, om een gepast antwoord te hebben op elke mogelijke aanval van de tegenpartij. De tegenstanders, onder wie het CDA, zeggen dat in deze redenering zelfs een pistool een functie van oorlogsvoorkoming zou hebben. Zij bestrijden de geloofWaardigheid van gevechtsveldwapens bij het streven een oorlog te voorkomen. Wat rest is een rol in de verdediging van West-Europa tijdens een gewapend conflict. Daarbij doet zich onmiddellijk de mogelijkheid voor deze wapens uit te wisselen tegen conventionele wapens. De gedachte, dat kernwapens een functie in het gevecht zouden kunnen hebben, steunt op het idee dat een beperkte nucleaire oorlog mogelijk zou zijn. De illusie dat de inzet van grote aantallen kernwapens op het Europese grondgebied een conflict nog zal kunnen beëindigen, moet echter worden ontmaskerd. De weg naar grotere afhankelijkheid van een eventueel gebruik van kernwapens in Europa moet worden afgesneden. Daarom moet de verhoging van de atoomdrempel prioriteit hebben. De politieke functie van kernwapens is, dat zij een groot vernietigend vermogen hebben. Daardoor ZIjn de risico's op eigen totale vernietiging zo groot, dat men beter een oorlog niet kan beginnen. Zolang totale vernietiging allereerst de grootmachten zelf
bedreigt, zullen zij aarzelen kernwapens in te zetten. Daarom moeten kernwapens vooral het grondgebied van de beide grootmachten kunnen bereiken. In het geval van de NAVO betekent dat het grondgebied van de Sovjet-Unie. Een Amerikaans kernwapen, dat vrijwel zeker alleen vernietigende uitwerking zal hebben op het grondgebied van een NA VO-staat, bedreigt eerder onszelf dan de Sovjet-Unie en is dus politiek niet geloofWaardig. Het is daarbij niet van belang of het gaat om een groot of een klein kernwapen; het gebruik ervan is altijd van strategische betekenis en leidt tot de mogelijkheid van een totale nucleaire oorlog. Voor oorlogsvoorkoming komen derhalve alleen kernwapens in aanmerking, die het grondgebied van de Sovjet-Unie kunnen bereiken. De aanwezigheid van een nucleair wapen bij de troepen te velde heeft een beperkte militaire betekenis en is erop gericht de tegenpartij te dwingen zijn troepen te spreiden. Politiek gezien is het hebben van een enkele nucleaire taak een uiting van politieke solidariteit en van de wil een deel van de nucleaire risico's te dragen. Maar daarvoor zijn geen zes taken nodig. Als elk van de krijgs-
machtonderdelen één taak blijft vervullen - zolang een toereikend conventioneel alternatief ontbreekt wordt die medeverantwoordelijkheid al voldoende zichtbaar. Inmiddels hebben de bondgenoten een studie over de nucleaire bewapening afgesloten en besloten 1.400 kernkoppen uit Europa terug te trekken, naast de 572 kernkoppen die in ruil voor de nieuwe middellange afstandsraketten komen te vervallen. In deze zogenoemde MontebeUo-beslissing is ook bepaald, dat tekortkomingen aan de huidige kernwapens in Europa zullen worden verholpen. Het parlement heeft deze studie nooit gezien en gevreesd moet worden, dat niet is ingegaan op de bezwaren die ook in Nederland ten aanzien van de nucleaire wapens voor de korte afstand leven. Daarmee wordt de beoordeling van het uiteindelijke resultaat wel erg moeilijk. Het CDA zal vasthouden aan de opvatting, dat Nederland de 155mm artillerie niet verder moet nucleariseren, zoals al eerder door de Kamer in een motie is vastgelegd.
23
Het probleem van de kerntaken komt samen met de besluitvonning over de kruisraketten na I november aan de orde. Dat is zo vastgelegd in het I-junibesluit. Het al dan niet plaatsen van kruisraketten op Nederlands grondgebied zal invloed moeten hebben op het aantal kerntaken. Voor het CDA gold overigens geen koppeling tussen beide onderwerpen; al voor het probleem van de kruisraketten aan de orde kwam, heeft het CDA aangedrongen op het verminderen van de Nederlandse kerntaken om de atoomdrempel te verhogen en het risico van vroegtijdige inzet van kernwapens te verminderen. Die doelstelling blijft uiteraard overeind. Sinds de discussie in 1978 over het neutronenwapen, dat het CDA vrij snel na de introductie ervan als een ontsporing van het militaire denken verwierp, sleept de discussie over de Nederlandse kerntaken zich voort. Bij de invoering van nieuwe wapensystemen zou over de betrokken nucleaire taak worden beslist. Toen het eenmaal zover was, werden voorlopige beslissinllen genomen. Nu wordt het echter tijd om definitieve beslissingen te nemen. Na I november a.S. kunnen wij de discussie over dit onderwerp voor een groot aantal jaren afsluiten. Een en ander zou ten goede kunnen komen aan het streven naar een grotere consensus in Nederland over de buitenlandse politiek. Het !lemis daaraan schaadt Nederland al Jaren in zijn betrekkingen met andere landen. Ook daaraan zou een einde moeten komen.
D~
twee Ă&#x2021;qA.minislers di,! len nau.wsle zijn betrokken bij hel vrede- en veiligheidsbeleid. Links mml5ler l'an defellSle De RUIler en naast hem minister van buitenlandse zaken Van den Broek.
Uil: "Het Parool".
24
VVD VREEST AANTASTING NEDERLANDSE POSITIE EN REPUTATIE
Geen kemwapentaken op bondgenoten afschuiven Het doel van de tactisch-nucleaire wapens van de NAva is oorlog te voorkomen door hun afschrikkende werking. Afschrikking is eigenlijk een wat onhandige vertaling van het Engelse woord "deterrence", dat weerhouding betekent. Het oorlogvoorkomend effekt van nucleaire wapens is, dat zij mogelijke tegenstanders weerhouden van militaire agressie. Door in vredestijd een defensie-Qpstelling te tonen die het vermogen heeft aanvallen te weerstaan en agressoren meer schade toe te brengen dan wat zij zouden winnen door het openen van de vijandelijkheden, kunnen nucleaire wapens een vredebewarende rol vervullen. De oorlogvoorkomende rol van de strategische kernwapens is overigens belangrijker dan die van de tactische kernwapens. Door het kwantitatieve overwicht van de conventionele strijdkrachten van het Warschau Pact en de weerstand van de publieke opinie en de meeste politieke partijen in de NA VO-Ianden tegen hogere defensie· uitgaven, hel>ben de NA VO-regeringen gemeend het gebrek aan conventionele gevechtskracht te moeten verhelpen door opstelling van tactische kernwapens. De opstelling van dit soort wapens bemvloedt de mogelijke aanvalstactiek van tegenstanders. Aangezien tactische kernwapens grote concentraties conventionele strijdkrachten kunnen uitschakelen, wordt een mogelijke aanvaller gedwongen zulke concentraties te vermijden. Zo is het voor het Warschau Pact onaantrekkelijk om met grote tankconcentraties de linies van de NA VO-verdediging te doorbreken, aan~ezien een dergelijke aanval een tacl1sch-nucleaire reactie van de NA VO zou uitlokken. Het Warschau Pact moet daarom een eventuele aanval over een bredere linie inzetten, waardoor de mogelijkheid voor de NAVO toeneemt om de opmars met conventioneel geschut tot staan te brengen. Het feit dat de NA VO tactisch-nucleaire wapens achter de hand heeft, vergroot de kans een eventuele aanval Warschau Pact aanval met puur conventionele middelen tot staan te brengen. Als echter de tac-
tisch-nucleaire wapens door een àI te groot gebrek aan conventionele kracht meteen na het incasseren van de eerste aanval moeten worden ingezet, escaleert het conflict doordat de atoomdrempel te laag is. Er zijn dus wisselwerkingen tussen het tactische en conventionele niveau, zowel politiek als militair. (Zie elders in dit magazine voor een overzicht van de zes Nederlandse kernwapentaken). In de jaren zeventig kreeg de gedachte dat de "rol van de kernwapens moet worden teruggedrongen" steeds meer aanhang. Daaruit hebben sommigen geconcludeerd dat een groot deel van de tactisch-nucleaire wapens zou moeten worden afgeschaft. Die wens leeft sterk bij de oppositie in de Tweede Kamer. Minder kwetsbaar De VVD wenst de mogelijkheden tot vermindering alleen in bondgenootschappelijk kader te bezien. De politieke rol van de kernwapens, oorlogvoorkoming, dient natuurlijk juist niet te worden verminderd. Daar waar kernwapens ook een veld-~evechtsrol hebben, moet wel kril1sch naar mogelijkheden tot vermindering worden gekeken. De defensie moet niet sterk afhangen van een vroege inzet van kernwapens. Anders gezegd: de
De schijm \'an dil arlikel is pro(.dr.ir. J. Voorlw,,·e. delensie· specia lisi \·an de Tweede Kamerfraclie \'on de VVD.
afhankelijkheid bij de feitelijke verdediging tegen een aanval van het Warschau Pact van tactische kernwapens dient zo veel mogelijk te worden verminderd. Dat betekent, logischerwijs, dat de rol van andere verdedigingsmiddelen dient te worden verwoot; in het bijzonder van de convenuonele. Gevolg gevend aan de politieke wens in een aantal NA VO-Ianden om de afhankelijkheid van de kernwapens bij de feitelijke verdediging te verminderen, heeft de NAVO een uitweg gezocht door vooral het aantal kernkoppen in West-Europa te verlagen, en de resterende minder kwetsbaar te maken alsmede een aantal technische verbeteringen in te voeren. In dit kader voert men een sanering uit van het tactische kernwapen bestand, dat tot 1979 uit ongeveer 7.000 stuks bestond. Bij het nemen van het NA VO-dubbelbesluit van december 1979 inzake de middellange afstandwapens is tevens mede op Nederlands aandringen, afgesproken om 1.000 tactische kernkoppen uit West-Europa te verwijderen. Dit heeft in 1980 in stilte plaatsgevonden. Dit had helaas tot gevolg, dat de zelfbeperking die hieruit sprak nauwelijks door de Westeuropese media, publieke opinie en politici werd opgemerkt. In oktober 1983 is de NA VO nog een stap verder gegaan. Toen werd op de vergadering van de Nucleaire Planning
25
SACEUR
Van links naar rechts: Generaal Bernard WRogers. Geallieerd Opperbevelhebber Europa (SACEUR); Admiraal Wesley L.McDonald. Opperbevelhebber AtlanllSche Oceaan (SACLANT) en Sir William Staveley. Geallieerd Bevelhebber Kanaal (CINCHA N).
Groep (NPG) in Montebello door de ministers van defensie besloten om nogmaals 1.400 kernkoppen uit het arsenaal te verwijderen. Eerder was al vastgesteld dat de plaatsing van kruisvluchtwapens en Pers/ting-II raketten (middellange afstandwapens, die /tier verder buiten beschouwing blijven) gepaard zou moeten gaan met de verwijdering van een gelijk aantal tactische kernwapens uit West-Europa. De invulling van dit Montebello-besluit werd opgedragen aan de opperbevelhebber van de NAVO in Europa, SACEUR. Het doel is deze vennindering v贸贸r 1989 uit te voeren. Het gaat /tierbij gedeeltelijk om reeds wat oudere tactische kernwapens, doch een groot deel van het te verwijderen bestand is militair-technisch nog alleszins operationeel. Scepsis Een aantal militaire commandanten heeft dit politieke besluit met scepsis ontvangen. Over de noodzaak van deze wapens wordt verschillend gedacht. De afgelopen jaren heeft de Sovjet-Unie het aantal tactische kernwapensaan de kant van het Warschau Pact sterk vergroot. Dat betekent niet, dat de oorlogvoorkomende rol, de tactiek-belOvloedende roi en de gevechtsrol van de tactische NA VO-kernwa-
pens minder belangrijk zijn dan vroeger. Maar de politiek prevaleert boven het militaire gezichtspunt. Aan Sovjetzijde vindt zowel een modernisering als een kwantitatieve uitbreiding plaats. De theorie van dat deel van de vredesbeweging, dat eenzijdige verminderingen bepleit omdat daardoor de andere zijde ook tot vennindering wordt geprikkeld, gaat dus duidelijk met op. Criteria Welke criteria moet men nu hanteren in het beleid? Ten eerste: wat is het Nederlandse gedra(l inzake het NA VO-<lubbelbesluit? Indien ons land zich op dit terrein niet solidair opstelt met andere bondgenoten, neemt de bereidheid van het bondgenootschap om het Nederland op tactisch-nucleair gebied makkelijk te maken af. De andere bondgenoten zitten per slot van rekening met dezelfde politieke wens om de tactische kernwapens tot het noodzakelijke te beperken. Het tweede criterium is de vraag, wat de huidige militair-politieke inzetbaarheid van de tactisch-nucleaire wapens IS.
Het derde criterium is, of er conventionele vervangers zijn of ontwikkeld worden, die de gevechtsveldrol van de
26
tactisch-nucleaire wapens kunnen overnemen. Het vierde criterium is, of vervan(ling van de kernwapens door conventIOnele wapens de afschrikking in stand houdt of vennindert. Zeer effectieve moderne conventionele wapens zouden die afschrikking in stand kunnen houden, aangezien hun inzetbaarheid groter zou kunnen zijn dan de tactischnucleaire wapens. De laatste worden immers met de allergrootste terughoudendheid gebruikt. Het vijfde criterium is of de bondgenoten, in het bijzonder die landen die dezelfde taken uitoefenen en met vergelijkbare problemen zitten, akkoord kunnen gaan met venninderingen aan Nederlandse kant. Het wezen van het bondgenootschap is, dat men bij zijn veiligheidspolitiek 茅茅n lijn trekt, gezamenlijk deze problemen oplost en de lusten en lasten op billijke wijze verdeelt. Negatieve effecten Een voorbeeld: indien ons land de nucleaire artillerietaak zou opgeven, terwijl deze volgens de bondgenoten noodzakelijk blijft, zouden twee negatieve effecten optreden. Het vak dat Nederland in Noord-Duitsland verdedigt, zou de zwakste stee worden. Nederland zou in feite het Warschau Pact
AFNORTH
, J
/
I
-'
I (GE) CORPS
o
,
I (UK) CORPS
I
,, ,
/
h
I /
, , NORTHA
o I ( BE) COR PS
~========~~==~r=============== C')
I'll
CENTAG
~
11' .......
m(GE)CORPS
o
Y(US)CORPS
o
ID(US)CORPS
o ll(GE)CORPS
AFSOUTH Als ons land de nucleaire artillerietaak zou opgeven. terwijl deze volgens de bondgenoten noodzakelijk blUft. heeft dat eell aalllal lIegatieve effecten. Het vak dat Nederland in Noord-Duitsland verdedigt (gearceerde gedeelte) ZOII de zwaliste stee worden. De bondgenoten hetzij Nederland verzoeken het vak aan hen over te laten. hetzij met hun nucleaire artillerie ook het hele Nederlandse I'ak gaall bestrijkelI .
meedelen: indien u aanvalt, begin dan in ons vak. De bondgenoten zouden zulk een bres niet kunnen toestaan. Zij zouden hetzij Nederland verzoeken het vak aan hen over te laten, hetzij met hun nucleaire artillerie ook het hele Nederlandse vak gaan bestrijken. Beide gevolgen zouden geen verbetering van de huidige situatie zijn en b0vendien onze betrouwbaarheid als bondgenootaanucaen. Vanuit deze vijf criteria concludeer ik het volgende: a. de atoommijnen worden teruggetrokken en hun militaire functie kan worden vervuld door andere, conventionele wapens. b. De NikejHercules raket wordt vervangen door een conventionele luch-
tafWeerraket, de Patriot, die militair effectiever is. Deze vervanging zal waarschijnlijk in 1987 zijn beslag krijgen. De overige vier kernwapentaken zullen vooralsnog moeten worden behouden. • De moderne F-16 is inzetbaar tegen vaste en bewegende doelen voor de korte en middellange afstand en is dus een flexibel defensiemiddel. Van belang is bovendien, dat dit vliegtui~ onmiddellijk inzetbaar is en op "Qwck Reaction Alert" staat. Dit is essentieel voor de politiek van oorlogvoork0ming. Hierdoor wordt in vredestijd getoond, dat een tegenstander weirug baat heeft bij een verrassingsaanval. Het verschilt echter wezenlijk van de kruisvluchtwapens.
• De nucleaire dieptebom blijft nodig om een belangrijke taak van de Nederlandse zeemacht, het bestrijden van vijandelijke onderzeeërs, goed te kunnen uitvoeren. Deze taak wordt tezamen met de VS en Engeland uitgevoerd. lndien Nederland deze taak zou afstoten, zouden de bondgenoten gedwongen zijn haar van ons over te nemen. Dit zou op gespannen voet staan met het principe van een loyale taakverdeling in een gemtegreerde defensie. Hier en daar is er gespeculeerd over een conventionele vervanger, de Mark-48 torpedo. Deze torpedo weegt echter liefst 1.500 kg. en kan vooralsnog niet van een vliegtuig worden afgeworpen. • Over de Lance-raket kan men kort zijn: zelfs de PvdA wil deze niet afsto-
27
Een I'an de Nederlandse8·itlch houwitsers.
zijn en de politieke bereidheid van de Sovjet-Unie tot vermindering op dit terrein niet zo gering, dat hier weinig succes valt te verwachten. Voorwaarde voor succes is in elk geval, dat inspectie door internationale teams wordt toegestaan.
ten, te meer omdat er in de verre toekomst misschien kansen zijn om, door de invoering van een mogelijk verbeterde en lan~er-dragende lance, de afhankelijkheid van de kanonsystemen te verminderen. Dat is de komende vijf à tien jaar helaas nog geen concrete mogelijkheid. • Wat de nucleaire kanonsystemen betreft, is een en ander nog in beweging. Het nadeel van de huidige situatie - de kwetsbaarheid omdat het om een klein aantal8-inch houwitsers gaat - is op te vangen door voor het grotere aantall55mm houwitsers "mission teams" in te voeren. Dit voorstel behelst dat deze 155mm houwitsers van conventionele munitie blijven voorzien. Maar indien nodig zal een speciaal team nucleaire munitie naar één of meerdere van de 155mm stukken brengen en de bediening overnemen. Dit voorstel is al in 1981 geopperd door de CDA-minister van defensie De Geus. Door zulke mission teams neemt de mogelijkheid van de Warschau Pact-troepen om deze stukken preventief uit te schakelen, sterk af. De flexibiliteit van de eventuele inzet neemt toe. Daardoor kunnen de problemen die aan de 8-inch kleven aanmerkelijk worden verzacht. Daar komt bij, dat in de VS thans een nieuw soort munitie met langere dracht wordt ontwikkeld, waardoor deze houwitsers meer naar achteren kunnen worden opgesteld. De veiligheid en oorlogsvoorkomende rol van deze stukken wordt daarmee versterkt. Andere bondgenoten hebben deze wijziging in de vervulling van de artillerie-
taak reeds doo~evoerd. Het is raadzaam, hun beleid mede tot uitgangspunt voor toekomstige Nederlandse plannen te nemen.
Ontspanning en wapenbeheersing Wat de Nederlandse opstelling ten aanzien van de tactische kernwapens op lange termijn dient te zijn, wordt natuurlijk niet alleen door militaire overwegingen bepaald, maar moet veeleer afhankelijk worden gesteld van de ontwikkeling van de politieke relaties tussen Oost- en West-Europa. Indien Oost en West erin zouden slagen om werkelijke tweezijdige ontspanning te bereiken en wapenbeheersingsafspraken te maken, niet alleen over middeUange afstandswapens maar ook over de troepensterkte en wapenaantallen in Centraal-Europa, dan zou de behoefte aan tactisch nucleaire wapens navenant afnemen. De Sovjet-Unie heeft helaas de laatste jaren haar nucleaire artillerie sterk uitgebreid en haar rakettenpotentieel voor de korte dracht (tot 1.000 kilometer) aanmerkelijk gemoderniseerd. De opstelling van SS-21 , -22 en -23 compliceert de situatie. Voorts is een zeer groot aantal artillerieladin~en en kortedrachtsraketten van chemische ladingen voorzien. Eigenlijk zouden dus naast de MBFRbesprekingen, of ~ekoppeld daaraan, ook onderhandelingen moeten worden geopend over tweezijdige vermindering van bepaalde tactIsche kernwapens. De vraag is natuurlijk of de praktische problemen daarbij niet zó groot
28
Conclusie: Tot 1987 doet ons land er goed aan de huidige zes kernwapentaken te handhaven. Door de invoering van de Patriot in 1987 en het afvoeren van de ADM's kan het aantal tot vier worden teruggebracht. Het is echter van groot belang, geen oude schoenen weg te gooien voordat er nieuwe zijn gekocht, en aan de vijf genoemde criteria vast te houden. Anders zou ons land het vermogen van het bondgenootschap aantasten, om oorlog te voorkomen door een effectieve defensie te handhaven. Bovendien zou Nederland dan in strijd handelen met het principe van loyale samenwerking tussen democratieën die een gezamenlijke veiligheidspolitiek voeren. Een poging de last van deze wapens naar andere bondgenoten afte schuiven, zou niet alleen de reputatie van ons land in West-Europa en de VS ernstig schaden, maar ons ook de resterende, toch al niet zo grote, invloed op de bondgenootschappelijke vredes- en wapenbeheersingspoliuek kosten.
ATOOMTAKEN KRIJGSMACHT EEN MISDAAD
Nederland moet kemwapentaken onvoorwaardelijk opheffen JASON Magazine heeft mij verzocht een artikel te schrijven de vraag wat er moet gebeuren met de kernwapentaken van de Nederlandse krijgsmacht. Het antwoord op die vraag is mijns inziens: onvoorwaardelijk opheffen, want het voor handen hebben van kernwapens, in samenhang met een strategie en militairoperationele plannen die op de inzet van die massavemietigingsmiddelen (1) zijn gebaseerd, vormt een misdaad zowel naar Nederlands als naar internationaal strafrecht. Het gaat hierbij om dwingend recht, waaraan regeringen en individuele staatsburgers gebonden zijn (2), zelfs wanneer het voortbestaan van de eigen politieke ordening in het geding is (3). Politieke of militaire overwegingen kunnen derhalve geen redenen vormen om voorbij te gaan aan de juridische verplichting een einde te maken aan de misdadige situatie van de voorbereiding van het gebruik van kernwapens (4). Onderstaand wordt een korte uiteenzetting gegeven van de argumenten voor deze visie, die in overeenstemming is met het gevoelen van de overgrote meerderheid van de Algemene Vergadering der Vereuigde Naties (5) en van juristen, die zich omtrent deze problematiek hebben geuit. De normen waaraan de kernbewapening dient te worden getoetst, zijn te ontlenen aan het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide (6), de Uitvoeringswet Genocideverdrag (7), het Handvest van Neurenberg (8), het humanitaire oorlogsrecht en enkele andere regels van het internationaal publiekrecht. Deze normen omvatten niet alleen concrete verdragsbepalingen, maar ook "beginselen van het volkenrecht". Dit laatste ingevolge de zogenaamde De Martensclausule, een gedeelte van de preambule van het Vierde verdrag van Den Haag van I 907 (9). Deze clausule houdt in, dat de burgerbevolking en de strijdende militairen te allen tijde de bescherming genieten van de beginselen van het volkenrecht, zoals deze voortvloeien uit de tussen de volkeren gevestigde gebruiken, de wetten van de humaniteit en de eisen
De schijl'er vall dit artikel is Mr. Meindert J. F. Slelling. kapitein \'a ll
de Koninklijke
Llichtmacht b.d.. jllridisch beleidsmedelVerker van het ministerie van binnenla ndse zaken.
van het publieke rechtsbewustzijn. In dit verband wordt volledigheidshalve opgemerkt dat sommigen, onder wie de Nederlandse regering (Ia), bestrijden dat de hierna te noemen normen van het humanitaire oorlogsrecht van toepassing zouden zijn op de kernwapens. Dit is evenwel in strijd met de visie van de meerderheid van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties (11) en de heersende opvatting onder volkenrechtgeleerden (I 2). De laatstbedoelde opvatting is ingevolge het Statuut van het Internationaal Gerechtshof mede bepalend voor de inhoud van de normen van het internationaal publiekrecht (13). Om die redenen dient de visie dat de normen van het humanitaire oorlogsrecht niet van toepassing zouden zijn op kernwapens, te worden afgewezen.
GE.EN NIE.UWE.
KER.NWAPENS
IN EUROPA
Samenspanning tot genocide De huidige NAVO-strategie houdt in,
29
dat kernwapens tegen steden kunnen worden ingezet (/4). In de Defensienota 1984 wordt zelfs de burgerbevolking van de eventuele militaire agressor als het primaire doel van de Nederlandse krijgsmacht aangeduid (15). Op grond van deze gedachten zijn thans reeds voorbereidingen getroffen. Hierdoor handelt men in strijd met het verbod op volkerenmoord, zoals dat in het Genocideverdrag en de Uitvoeringswet Genocide verdrag is neergelegd. Het is niet alleen verboden om, met het oogmerk een nationale groep geheel of ~edeeltelijk te vernietigen, opzettelijk leden van die groep te doden, maar ook het maken van plannen daarvoor is reeds een misdaad (16). Daarbij geldt dat het maken van plannen, de samenspanning, een delictsvorm is, die al strafbaar is wanneer nog geen enkele concrete voorbereiding voor de realisatie van de plannen is getroffen en zèlfs indien de samenspanners eigener beweging afzien van hun plannen. Bij de kernwapen taken is men al veel verder dan het maken van plannen . . De massavernietigingsrniddelen zijn gemaakt en opgesteld, het bedienend personeel is aangetrokken en geschoold voor zijn taak. Misdrijven tegen de vrede De normen van het humanitaire oorlogsrecht en enkele andere bepalingen van het internationaal publiekrecht stellen grenzen aan de methoden en middelen van oorlogsvoering. Deze normen gelden in elk gewapend conflict, ongeacht het feit of men al dan niet een verdedigingsoorlog voert. Evenals dit bij de genocide het geval is, zijn de normen inzake het gebruik van oorlogsl\eweld niet uitsluitend van toepassmg op reeds daadwerkelijk toegepast oorlogsgeweld. Ook de voorbereidingshandelingen worden door die normen beheerst. In het Handvest van Neurenberg wordt namelijk als misdaad tegen de vrede aangemerkt onder meer: "het voorbereiden van een oorlog in strijd met internationale verdragen, overeenkomsten of verzekeringen". (17). Aangezien in dat handvest de agressieoorlog wordt genoemd naast de algemene term "oorlog", moet worden geconcludeerd dat ook de voorbereiding van een defensief militair optreden, van een verdedigingsoorlog, moet voldoen aan de hier gestelde norm. Met andere woorden: de ver-
dedigingsoorlog mag niet op zodanige wijze worden voorbereid, dat bij de uitvoering van de defensieplannen de normen van het internationaal publiekrecht inzake het gebruik van oorlogsgeweld worden geschonden. Volledigheidshalve wordt hierbij opgemerkt dat de beginselen van het Handvest van Neurenberg inmiddels door de gehele volkerengemeenschap zijn aanvaard als algemeen geldend (/8). Bij de inzet van kernwapens worden de normen van het internationaal publiekrecht inzake het gebruik van oorlogsgeweld geschonden. Om die reden vormt de huidige defensievoorbereiding een misdaad tegen de vrede, voor zover het gaat om de kernwapentaken. In dit verband kan worden gewezen op het volgende: Beginselen van hel volkenrecht
In de eerste plaats zijn er de beginselen van het volkenrecht, zoals bedoeld in de De Martens-clausule (19). Deze beginselen zijn: l. de burgerbevolking mag nimmer tot doelwit van een militaire aanval worden gemaakt; 2. er dient te allen tijde onderscheid te worden gemaakt tussen de burgerbevolking en de strijdenden, en tussen civiele objecten en militaire doelen' 3. de proportionaliteit, welk beginsel zich verzet tegen de acceptatie van een zware bijkomstige benadeling van de burgerbevolking in verhouding tot het belang van het militaire doel waartegen de aanval is gericht; 4. er mogen geen geweldsmiddelen worden gebruikt die onnodig leed veroorzaken. De inzet van kernwapens is per se in strijd met deze beginselen (20). Het 8urgenerdrag
VOOrts kan worden gewezen op de diverse bepalingen van het zogenaamde Burgerverdrag, de Conventie van Genève inzake de bescherming van burgers in oorlogstijd (21). Het gebruik van kernwapens maakt het onmogelijk deze conventie na te komen. Van belang hierbij is de volkenrechtelijke regel "pacta sunt servanda", die in het Verdrag van Wenen als volgt wordt weergegeven:
"Elk in werking getreden verdrag verbindt de panijen en moet door hen te
30
goeder trouw ten uitvoer worden gelegd". (22) Deze regel brengt onder meer met zich mee, dat de verdragspartijen geen maatregelen mogen treffen, die de naleving van het door hen gesloten verdrag ill usoir maakt. Welnu, art. I van het Burgerverdrag zegt dat de verdragsluitende partijen zich verbinden het verdrag onder alle omstandigheden te eerbiedigen en te doen eerbiedigen. In art. 18 wordt gesteld dat burgerziekeninrichtingen te allen tijde moeten worden ontzien en beschermd door de partijen bij een gewapend conflict. Maar zelfs de inzet van tactische kernwapens tegen uitsluitend militaire doelen heeft tot gevolg, dat juist de burgerbevolking zal worden getroffen (23). De radioactiviteit, het uitvallen van basisvoorzieningen, al dergelijke verschijnselen hierbij nog afgezien van de nucleaire winter (24) - buiten het direct getroffen gebied, zullen niet voorbijgaan aan de burgerziekeninrichtingen. De gevolgen van kernwapengebruik maken het eveneens onmo&elijk de in het Burgerverdrag voomene hospitalisatie- en veiligheidsgebieden (25), en geneutraliseerde gebieden (26) in te stellen. Zo zijn er meer bepalingen van dat verdrag te noemen, die door het gebruik van kernwapens tot een dode letter zouden worden (27). De conclusie dient dan ook te zijn dat men, hoewel het Burgerverdrag niet beoogt een specifiek verbod te stellen op het gebruik van bepaalde wapens, in strijd met dat verdrag zou handelen door kernwapens in te zetten (28). Vergif of vergiftigde wapens
Ten derde is er het verbod inzake het gebruik van vergif of vergiftigde wapens van art. 23, aanhef en onder a, van het Landoorlogreglement (29). Schwarzenberger baseerde reeds in 1958 op dit verbod zijn standpunt, dat gebruik van kernwapens onwettig is (30), gezien de radioactiviteit die het onvermijdelijke gevolg is van elk gebruik van kernwapens. Hierbij kan tevens worden gewezen op de definitie van atoomwapens in bijlage 11 bij art. 107 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap (31) . Daarin wordt gesteld dat onder atoomwapen wordt verstaan:
"leder wapen, dat bevat of is ontwor-
pen om te bevatten of te gebruiken een kern-brandstof of radio-actieve isotopen en dat in staat is massale vergiftigingen te veroorzaken ".
Ook anderen kwamen tot deze conclusie (35).
Duidelijk blijkt hieruit dat de gevolgen van de radioactiviteit voor de mens dienen te worden beschouwd als vergiftiging. Om deze reden is het gebruik van kernwapens in strijd met het verbod van vergif of vergiftigde wapenen (32).
zen op het verbod van het verraderlijk doden of verwonden van personen van het vijandelijk volk of leger, in art. 23, aanhef en onder b, van het Landoorlogreglement. De radioactiviteit verspreidt zich over aanzienlijke gebieden en vergiftigt mensen, die zich niet bewust kunnen zijn van het gevaar dat hen bedreigt (36). De radioactiviteit kan slechts met specifieke detectiemiddelen worden vastgesteld, zodat - nu de radioactiviteit het onvermijdelijke gevolg is van gebruik van kernwapens - de fall-out moet worden beschouwd als een strijdmiddel dat personen van het vijandelijk volk of leger verraderlijk doodt. Inzet van kernwapens is ook om deze reden een oorlogsmisdrijf
Het Gasprotocol
Indien het gebruik van kernwapens in strijd is met het verbod van art. 23, aanhef en onder a, van het Landoorlogreglement, dan is het zeker ook het geval met betrekking tot het Protocol van Genève van 1925, het zogenaamde Gasprotocol (33). Daarin wordt het verbod van het Landoorlogreglement, overigens in overeenstemming met de De Martens-clausuIe, verruimd tot een verbod van gebruik van verstikkende, vergiftigde of dergelijke gassen, van alle overeenkomstige vloeistoffen, vaste stoffen of middelen en van bacteriologische oorlogsmethoden. Schwarzenberger baseerde zijn standpunt dat het gebruik van kernwapens onwettig zou zijn dan ook mede op het Gasprotocol (34).
pens buiten gevecht gestelde militairen praktisch onmogelijk en vermeerdert hun lijden. Ook hierom is inzet van kernwapens in strijd met de wetten en ~ebruiken van de oorlog, dus misdadig (38).
Verraderlijk doden of verwonden
In de vijfde plaats kan worden gewe-
Grondgebied neutrale stalen
Ten zevende bestaat er de plicht het grondgebied van neutrale staten te respecteren, op grond van art. 1 van het Verdrag betreffende de rechten en verplichtingen van neutrale staten en personen in geval van oorlog te land (39). Fall-out zal echter zonder meer leiden tot vergifti~ng van het grondgebied van niet bij het gewapend conflict betrokken staten. Reeds bij de atoomproefnemingen in de atmosfeer waren overal ter wereld de radioactieve gevolgen daarvan meetbaar en vielen slachtoffers te betreuren (40). Nu het gebruik van kernwapens onver(37). mijdelijk leidt tot vergiftiging van het grondgebied van neutrale staten, is dat in strijd met de hier bedoelde verOnnodig leed Verder is er het verbod van middelen, plichting (41). die onnodig leed veroorzaken. Dit verbod is neergelegd in art. 23, aanhef Gezien deze aantasting van de inteen onder e, van het Landoorlogregle- griteit van het grondgebied van neument. De radioactiviteit maakt het trale staten, moet deze zin zelfs worherstel van door de inzet van kern wa- den gesproken van agressie tegen die
31
staten. Op grond van de defmitie van agressie in resolutie 3314 (XXIX), die op 14 december 1974 werd aanvaard door de Algemene Vergadering der Verenigde Naties (42). Bovendien moet worden geconcludeerd, dat de inzet van kernwapens zonder meer in strijd lijkt te zijn met het agressieverbod van art. 2 , vierde lid, van het Handvest der Vereni~de Naties (43) . Dit geldt overigens met alleen met betrekking tot de radioactiviteit, maar a fortiori met betrekking tot de nucleaire winter. Het Genocidel'erdrag
In de achtste plaats is het gebruik van kernwapens - zoals reeds uiteengezet - in strijd met het Genocideverdrag. Ook om deze reden vonnt de voorbereidin(l van de inzet van die massavernietIgingsmiddelen een misdaad tegen de vrede. Hel inlernalionaall'erdrag
Ten negende is het gebruik van kernwapens in strijd met het Internationaal Verdrag Inzake burgerrechten en politieke rechten (44). In art. 6, eerste lid, van dat verdrag wordt gesteld, dat ieder het recht op leven heeft en dat niemand naar willekeur van zijn leven mag worden beroofd. Art. 7 verbiedt vervolgens iedere "wrede, onmenselijke of vernederende behandeling" van mensen. Het tweede lid van art. 4 van het verdrag houdt in, dat onder geen enkele omstandigheid van de bepalingen van art. 6 en art. 7 mag worden afgeweken. Ook "een algemene noodtoestand die een bedreiging vonnt voor het bestaan van het volk" is geen rechtvaardiging voor inbreuken op de rechten, die in de artikelen 6 en 7 zijn gegarandeerd. Het is duidelijk dat de inzet van tactische kernwapens op eigen wondgebied, zoals in de huidige militair-operationele plannen mogelijk wordt geacht, wel leidt tot het willekeurig doden van mensen, alsmede tot wrede, onmenselijke en vernederende behandeling van mensen. Deze benaderingswijze lijkt voor wat betreft het recht op leven te worden bevestigd in een resolutie, die op grond van art. 40 van het Internationaal Verdrag op 2 november 1984 werd aanvaard door de Commissie voor de rechten van de mens. Daarin werd onder meer gezegd: "It is evident that the designing, tes-
InspeClie van een Nike/Hercules路rakel. Door de vaSle opslelling is hel een kwelsbaar sysleem. dal daarom dan ook op afzienbare lermUn (eind 1987) zal worden vervangen door de conventionele Patriot-raket.
ting, manufacture, possesion and depfoyment of nuclear weapom are among the greatests threats to the right la fife which confron/ mankind today". (45) Het l'erdrag van Rome
Het (lebruik van kernwapens is evenzeer 10 strijd met het Verdrag tot beschenning van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (46). Art. 2 beschennt het leven van de mens. Art. 3 zegt dat niemand mag worden onderworpen aan onmenselijke behandelingen. In art. 15 wordt bepaald dat onder geen omstandigheid mag worden afgeweken van art. 3, en dat uitsluitend van art. 2 mag worden afgeweken indien het gaat om geoorloofde oorlogshandelingen. Het Handvest der Verenigde Naties
Tenslotte is in dit verband relevant het Handvest der Verenigde Naties. Hoewel in art. 51 van het Handvest het recht op verdediging is erkend, wordt het gebruik van kernwapens door de Algemene Vergadering der Verenigde Naties niet als legitiem middel tot zelfverdediging beschouwd. Herhaaldelijk en met steeds groter wordende meerderheid heeft de Algemene Vergadering dan ook uitgesproken, dat het gebruik van kernwapens een inbreuk vonnt op het Handvest. Een meer gezaghebbende bron voor wat betreft de interpretatie van het Handvest lijkt mij
32
niet denkbaar (47). Slotopmerkingen In het vorenstaande is beargumenteerd, dat de huidige kernwapentaken van de Nederlandse krijgsmacht in strijd zijn met het recht. Daardoor maakt men zich schuldig aan samenspanning tot volkerenmoord en aan misdaden tegen de vrede. De kernbewapening staat derhalve niet alleen op gespannen voet met onze democratische staatsordening, zoals prof. Voorhoeve meent (48), zij vonnt tevens een inbreuk op de rechtsorde en is om die reden onverenigbaar met de basisgedachten van de democratische rechtsstaat. Tegenwoordig wordt door voorstanders van de plaatsing van kruisvluchtwapens regelmatig gewezen op de noodzaak internationale verplichtingen na te komen. Deze stellingname vonnt veelal een reactie op de uitspraken van sommige sociaal-democratische politici, dat zij een bilateraal verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika inzake de plaatsing van kruisvluchtwapens op Nederlands grondgebied weer on~e颅 daan zullen maken, zodra de SOClaaldemocraten mede regeringsverantwoordelijkheid zullen dragen. Het ware te hopen dat de voorstanders van plaatsing zich daadwerkelijk bezorgd zouden tonen om de internationale rechtsorde, die tot op heden door Nederland - in strijd met
art. 90 van de Grondwet - met de voeten wordt getreden waar het de kernbewapening betreft. De ondubbelzinnige verplichtingen, zoals deze hierboven zijn uiteengezet en die door mij ook tijdens een hoorzitting van de vaste commissie voor defensie van de Tweede Kamer der Staten-GeneraaI zijn voorgedragen (49), worden door hen bij voortduring genegeerd. Tenslotte wordt opgemerkt dat ook een bilateraal verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika over de plaatsing van kruisvluchtwapens geen a1breuk kan doen aan de vorenbedoelde verplichtingen. Integendeel, zo'n bilateraal verdrag zou in strijd zijn met dwingende normen van het algemeen geldende internationaal publiekrecht en derhalve
ingevolge art. 53 van het Verdrag van Wenen (50) nietig zijn. Dit laatste houdt in dat zo'n bilateraal verdrag in het geheel geen rechtskracht zou hebben.
NOTEN I. De aanduiding van kernwapens als massa· vernietigingsmidde len is in overeenstemming met de benaderingswijze van de Nederla ndse
regering. In de Defensienota ) 984 wordt nadrukkelijk gesteld: " ... kernwapens zij n en blijven massavernietigingswapens", (Kamerstuk T.K.. 1983· 1984. 18169, nr. 2, blz. 40.) 2. De individuele verantwoordelijkheid isde
basis geweest voor de veroordeling van de grote oorlogsmisdad igers van D ui tsland en Japan na de Tweede WereldoorJo~ door de tribunale n van Neu renberg en Tokio. 3. Dit is treffend tot uitdrukking gebracht in het vonnis betreffende Wilhelm List, die tijdens de Tweede We reldoorlog Wehrmachtsbefehls-
33
Een proeflancering \'an een kruisraket. haber was in Griekenland en Joe~oslavic . Gesteld werd: .. The ru les ofinternatlOnal law must bc followed even ifit results in the loss ofa baHIcor even a war" . . 4 . Bewust wordt hier gesproken over voorbereiding van gebruik van kernwapens. De gebruikelijke stelli ngname dat de kernbewapen ing uitsluitend is bedoeld om het gebruik van d ie massavernietigingsmiddelen te voorkome n, is vo lstre kt ongeloofwaa rdig. Zelfs de Nederla nd se regering heeft de onvermijde~ïkheid va n het daadwerkelijke gebruik erkend . ewezen wordt o p het slotdocument dat werd aanvaard na de tiende bijzondere zi tting van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties. Daarin wordt gesteld: " Het wegnemen van de dreising van een wereldoorlog - een kernoorlog -IS de dringendste taak van dit moment. De mensheid staat voor een keuze: wij moeten de bewapeningswedloop tot staa n brengen e n overgaa n tot o ntwapening 6f de verni etiging o nder oge n zien" . (Ministerie van buitenlandse za ken .. Versfagow!rdl' lil'ndl'bij: onderl' : iuing \'On dl' A/· gemene Vergadering der VerenÎ8,de NatÎl's in:ake onl",apl'nÎn~ ", Staatsuitgcvcnj , 's-Gravenhage
1979. blz. 57.) Deze unaniem aanvaarde verklaring uit 1978 is in 1982 herbevestigd. opnieuw unaniem (Ministerie var. buitenlandse zaken,,, Verslag over de Iwaalfdebijzondere ziuing l'an de Algemene Verga-
deringder Verenigde Naties inzake ontwapening",
Staatsuitgeverij, 's-Gravenhagc 1983, blz. 43. 5. Zoals blijkt uil de onderstaande resoluties, die met steeds groter wordende meerderheid werden aanvaard (de tussen haakjes vermelde getallen achter de resoluties geven de stem verhoudingaan, in de volgorde: voor - tegen - onthouding). 1653(XVI)d.d . 24 november 1961 (55 - 2026); 2936 (XXVIl) d.d. 29 november 1972 (73 4 - 46); 33/7 1B d .d . 14 december 1978 (103 8 - 18); 34/ 83G d .d. II december 1979 (112 16 - 14); 35/ 152Dd.d.12december 1980(11219 - 14); 36/ 921 d .d . 9 december 1981 (121 19 - 6); 37/1 OOC d.d. 13 december 1982 (11717 - 8); 38/73G d.d. 15 december 1983 (126 17 - 6). 6. D . Schindlerf J. Taman , ,, Thelawsofarmed C0!if1iC1S", Sijthoff & Noordhoff. Alphen aan den R'ln 1981 . blz. 171;Trb. 1960, 32; 1966,179. 7. tb. 1964, 243. 8. D. SchindlerfJ. Teman, a.w. (zie noot 6), blz. 823; Stb. 1946. G 5. 9. D. Schindler/ J . Toman, a.w. (zie noot 6), blz. 57;Stb. 1910, 73. 10. Kamerstuk T.K., 1983-1984, 18277 (R 1247), nr. 3. blz. 7. 11 . Dit blijkt met name uit de in noot 5 ver· melde resolutie 1653 (XVI), die eveneens is opgenomen in D. Schindler/ J. Toman, a.w. (zie noot 6). blz. 121. 12. E. David , "A propos de cerfainesjusfijicafions fhéoriques à /'emploi de /'arme nuc/raire" in Chris· tophe Swinarski (ed), " Studies and essays on in· ternational humanitarian law and Red Cross prineipJes in honour of Jean Pietet", Martinus NijhofT, Den Haag 1984, blz. 325' E. David,
"Examen decertaines/.·ustifications théoriques à f'emploi de /'arme nuc ruire (2e partie)"in " Les consequeneesjuridiques de I'installation éventuelle de missiles cruises et pershing cn Europc", Collection de droit international no. 16, Edition de I'Universitéde BruxelIe 1984, blz. 4; Prof. mr. F. Kalshoven tijdens het International Symposium ofthe Netherlands Red Cross on the Protocols of 1977 to the Conventions of Geneva of 1949 (Netherlands Red Cross Socie· ty, ,, The new humanitarian law in war and conflict ", Den Haag 1978, blz. 27); Prof mr. P. H. Kooijmans, .. Dekernwapensen het Volkenrecht" ARStaatkunde 80/1 0/11/12, blz. 398; Bums H. Westen , .. Nuclear Weapons Versus International Law: A Conlexlllal Reassessment " in Arthur S. Miller/ Martin Feinrider(ed), " Nuclearweapons and law", Grccnwood Press, London 1984, blz. 133. 13. Art. 38, eerste lid, Statuut van het Interna· tionaal Gerechtshof(lan Brownlie), "Basic Documents in International Law"(third edition), Clarendon Press, Oxford 1983, blz. 387). 14. Kamerstuk T.K.. 1978-1979, 15399 Hoofdstuk X, nr. 2, blz. 109. J 5. Defensienota 1984 (zie noot I), blz. 7. 16. Richard Falk/ Lee Meyrowitz/Jack Sander· son , "NucJear .....eapons and internationallaw", Prineeton University 1981, blz. 48en 49; The lawyersCommittee on Nuclear Poliey, "Statement on Ihe illegafity of nucJear weapons", Ncw Vork z.j. (ook gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad 1984, blz. 474); Lawyers for Nuc1ear Disarmament. "The illegality ofnucJear .....ar· Jare ", London 1982, blz. 17; Sean Mac Bride, .. Thethreat of nuc/ear war", Action From Ireland, Dublin 1983, punt 21 (in Nederland uitgegeven door de Stichting Verbiedt de Kruisraketten , Amsterdam z.j.) ; Dr. P. K. Menon "Lega/ Jimils on fhe use ofnuc1ear weapons in armea1conflicts .. in Revue de droit pénal et de droit de la querre 1979, blz. 11 ; Prof mr. B. V. A. Róling, "Depo-
sitie \'an de niel·be:elfe burgerbe\'olking in een gewapend conflicl. in hel bijzonder meI het oog op de massaal werkende st fljdmiddelen (NBC-wapens)", preadvies voor de Nederlandse Vereniging voor Internationaal Recht, Kluwer Deventer 1970, blz. 74; George Schwarzenberger, ,, The1egality of nuc/ear weapons", Stevens and Sons, London 1958, blzz. 45 en 46. 17. Art. 6. onder a, Handvest van Neurenberg (zie noot 8). 18. Resolutie 95(1) van de Algemene Vergaderingder Verenigde Naties, die op 11 december 1946 unaniem werd aanvaard. Zie D. SchindIerIJ. Toman , a.w. (zie noot 6), blz. 833. 19. Zie noot 9. 20. Wolfgang Däubler, "Stationierung und Grundgeselz", Rowohlt Taschenbuchverlag, Hamburg 1982. blz. 44; The LawyersCommit· tee on Nuclear POlicy, a.w. (zie noot 16); Lawyers for Nuc1ear Disarrnament, a. w. (zie noot 16), blz. 14; Scan Mac Bride, a. w. (zie noot J6), punt 14; Dr. P. K. Menon , t.a.p. (zie noot 16); Pro( mr. B. V. A. RölingJDr. O . Su· kovie, .. The law of war and dubious weapons ", Alrnqvist and Wiksell , Stockholm 1976, blz. 50. 21. D. Schindlcr/ J . Toman, a.w. (zie noot 6), blz. 427; Trb. 1951 , 75. 22. Art. 26 Verdrag van Wenen inzake verdragenrecht (lan Brownlie, a. w. (zie noot 13), blz. 349; Trb. 1977, 169). 23. Bosch e.a., "De onmogelijkheid I'an mililaire verdediging", TH Twente, Enschede 1971 ; Rapport van de Secretaris-Generaal der Verenigde Naties, "Comprehensh'estudyon nuc/ear weapons", Ncw Vork 1980; Rapport van het Office of Teehnology Assessment, Congressofthe Unilcd States, " The E.ffects ofNuclear War ", Allan· held , Osmun & Co., Montclair 1980; The commiltee for the compilation ofmaterials on damage caused by the atomic bombs in Hiroshima and Nagasaki , "Hiroshima and Nagasaki ", Basis Books, New Vork 1981 ; Tromp/ La Roequc (cds), "Nudear war in Europe", Groningen University Press 1982; Harvey Wassermanj Norman Solomon, "Ki!lingour own ", Delta Book, New Vork 1982; Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI), .,(ft·er Slra· lingbij kernwapengebruik ", Bohn, Scheltema en Holkema, Utrecht-Antwerpen 1983; World Health Organization, "EffectsofNuc/ear Waron Hea/th and Hea/th Services", Geneva 1984. 24. Ehrlich e.a. , "De nucleaire winler", Elsevier, Amsterdam 1984. 25. Art. 14 Burgerverdrag (zie noot 21). 26. Art. 15 Burgerverdrag (zie noot 21). 27. Dr. P. K. Menon, t.a.p. (zie noot 16). 28. The LawyersCommitteeon Nuclear Poliey, a.w. (zie noot 16); Lawyers for Nuclear Di· sarmament, a.w. (zie noot 16), blz. 14; Dr. P. K. Menon, t.a.p. (zie noot 16). 29. Zie noot 9. 30. George Schwarzenberger, a. w. (zie noot 16), blz. 48. 31. Trb. 1952. 150. 32. A. Andrics, ,. Pour une prise en considéralion
de la compérencedesjuridictions pénales nationales à /'tgard des emp/ois d'armes nuclraires ", in Revue de droit pênal ct de criminologie van januari 1984, blz. 31; Wolfgang Däubler, a.w. (zie noot 20), blzz. 40 en 41 ; Richard Falk/ Lee MeyrowitzjJaek Sanderson, a. w. (zie noot 16), blzz. 26 en 27; Lawyers for Nuclear Disarmament, a.w. (zie noot 16), blz. 14; Scan Mac Bride, a.W. (zie noot 16), punt 15; Dr. P. K. Menon, t.a.p. (zie noot 16). 33. D. Schindler/ J. Toman , a.w. (zie noot 6), blz. 109; Stb. 1930, 422 . 34. George Schwarzenberger, a.w. (zie noot 16). blz. 38. 35. A. Andries, t.a.p. (zie noot 32); Wolfgang Däubler, a.w. (zie noot 20), blz. 41; Richard Falk/ Lee Meyrowitz/ Jaek Sanderson, a.w. (zie noot 16), blz. 27 e.v. ; The LawyersCommittee on Nuclear Policy, a.w. (zie noot 16); Lawyers
34
for Nuclear Disannament, a.w. (zie noot 16), blz. 14; Sean Mac Bride, a.w. (zie noot 16), punt 20; Dr. P. K. Menon, t.a.p. (zie noot 16); Prof. mr. B. V. A. Röling, ,,Overhet oorlo~smis· drijf ', in het Militair Rechtelijk Tijdschnft 1969, blz. 165. 36. Wolfgang Dáubler, a.w. (zie noot 20), blz. 40; SIPRI ... Yearbock /975 ", Almqvist and Wiksell , Stockholm 1975. blz. 44. 37. Scan Mac Bride. a.w. (zie noot 16), punt 15. 38. Wolfgang Däubler, a. w. (zie noot 20), blz. 45; Lawyers for Nuclear Disarmament, a.w. (zie noot 16), blz. 14; ScanMacBride, a.w. (zie noot 16), punt J 5; Dr. P. K. Menon , t.a.p. (zie noot 16); George Schwarz.enberger, a.w. (zie noot 16), blzz. 43 en 44. 39. D. Schindler/ J . Toman, a.w. (zie noot 6), blz. 847;Stb. 1910,73. 40. Zie de noten 23 en 36, alsmede: John W. Gofman , "Estimated production ofhuman /ung
cancers by plutoniumfrom worldwidefallout "in
" Kernvragen over de snelle kweekreactor", TH Delft 1975, blz. 175. 41 . Wolfsang Däubler, a.w. (zie noot 20), blz. 46; Rlchard Falk/ Lce MeyrowitzjJack San· derson, a.w. (zie noot 16), blz. 46; The Lawyers Committeeon Nuclear Policy, a.w. (zie noot 16); Lawyers for Nuclear Diarmament, a .w. (zie noot 16), blz. 14;SeanMacBride, a.w. (zie noot 16), punt 16. 42. SIPRI, " Yearbook 1975" (zie noot 36), blz. 462. 43. Ian Brownlie, a.w. (zie noot 13), blz. I ; Stb. 1945, F 321. 44. Ian Brownlie, a.w. (zie noot 13), blz. 270; Trb. 1969, 99; 1975, 60. 45. NJCM-Bul/etin /985, blz. 152. 46. Ian Brownlie. a.w. (zie noot 13), blz. 320; Trb. 1951 , 154; 1961 , 8; 1964, 35; 1970, 97. 47. Zie noot 5. 48. Prof. dr. ir. J . J . C. Voorhoeve, "Kernwapens en Democratie" in "Alternatieven voor afschrikking in Europa: mogelijk ofonmogelijk?", Defensiestudiecentrum, 's-Gravenhage z.j. 49. Verklarin~ namens " Recht en Vrede, verenigin~ vanjunsten voor de vrede", afgelegd op 8jun> 1984. 50. Zie noot 22.
Op maandag 23 september 1985 organiseert Jason i.s.m. het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) een debat over het thema:
DE NEDERLANDSE KERNTAKEN: VAN ZES NAAR ? Een journalistenpanel zal de deelnemers vra~en voorleggen. In dit panel (voorzitter) hebben zitting: (inleider) (Haagse Post) (CDA) Daan Dijksman (NRC Handelsblad) (PvdA) Jan Gerritsen (De Volkskrant) (VVD) Bob Groen
Deelnemers aan dit debat zijn: H. van Mierlo brig.gen. G. BerkhoC J. de Boer K. de Vries J. Voorhoeve
Plaats: Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) Het Nieuwe Diep 8 Den Helder Aanvang: 19.30 uur Aanmeldingen voor het bijwonen van het debat v贸贸r uiterlijk 20 september doorgeven aan het secretariaat van Jason (tel.: 070 - 605658)
r---------------------------------------------------------------------------
Ik abonneer mij hierbij op Jason Magazine en ontvang tegen betaling van f 30.- zes nummers in de komende twaalf maanden.
Naam: ........................................................................................ .
Adres: ......................................................................................... . Woonplaats: ............... ................................................................. . Telefoon: .................................................................................... . (U wordt verzocht te wachten met betaling totdat u een acceptgirokaart wordt toegezonden)
INDEX JASON '84/,85 4. Amerikaanse verkiezingen. Achtergronden Prof.G.A.lrwin PhD De wedloop naar het Witte Huis. Dr.R.B.Andeweg Een stnJd om de ziel van het ZUiden en A.Lammers van Amenka, Helms versus Hunt. Go~'ert Jan Bijl de VroeOur time has come ... ? Pau/ Bremer 11/ 'Europeanen kunnen meer doen aan (interview) hun defensie', J.H.Lubbers Nederland in Amerikaanse ogen. Enkele beschouwingen over de Amerikaans-Nederlandse betrekki ngen.
Prof.dr.OsmoApunen From Pax Russica to Pax Sovietiça; problems ofcontinuity and chanse in Finish foreign policy. Profdr.K.P.1"udyka Finlanden Finland isen ng. Een voorbeeld voorde weg naar een 'geëuropani seerd' Europa? Hans-Martien ten Nape! De supermachten en de wereldvrede; verslag van een JASON·SIB debat. WicherSmit Gedragscodes voor ontwikkeli ngssamenwerki ng Lea I'an Velzen en bedrijfsleven.
2. Mensenrechten en Ontwikkelingssamenwerking.
5. Buitenlands beleid van de V.S. en de SU.
De CVSE·Mensenrechtenbijeenkomst te Ottawa, mei/juni 1985. Rede van minister Schoo over aspecten van het mensenrechtenproblcem. Rechten van de mens: mondiale of regionale bescherming?
Een kwestie van macht? Wil Hout S.Strikwerda Drs.D.H.Zandee
Imperialisme van de supennachten. 'Vreedzame bedoelingen meer kans in een democratie', Rcagan's Strategie Defense Initiati ve,
tussen fantasie en werkelijkheid. Ken Han! Beleidsprocessen in de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten: de case van het milieubeleid. Parlementariërs over de Verenigde Staten en de Sovjet·Unie: interviews met Mr.K.G.de Vries (PvdA), Mr.H.G ualthérie van Weezei (CDA) en Prof.dr.ir.J.J .e. Voorhoeve (VVD).
6/1. Noordse Balans: koorddansen in Scandinavië/Multinationals in de Derde Wereld. Drs.J.Q. Th.Rood Mr.P.L.deQuant Drs. T.F.Konst
De buiten landse politiek van Zweden: het dilemma van de gewapende neutraliteit. Veiligheidsbeleid in Denemarken. Noorwegen in een nieuwe rol. Rede over de Noorse buitenlandse politiek van de Noorse minister van buitenlandse zaken, Svenn Stray, tot de Storting op 5 december 1984.
Yvonne Klerk Jan Pronk (interview) Jaap Cde Vries
'Nederlandse hulpverlenins niet meer gericht ~p arrnoedebestrijdmg'. Sextoensme: '1hate it, but I need the money'.
3. Japan, "het land van de rijzende macht" Dr.K. W.Radtke Mr.Drs.D.J.Eppink
Sneeuw in Hakone. Europa-Japan: gemeenschappelijke belangen en een gezamenlijke aanpak? Dhr.Suzuki, direkteur 'Restricties zullen worden YKK (interview) weggenomen". Dr. Wisse Dekker 'Japanners zijn one-track mi nded'. (interview) De Japanse buitenlandse politiek: Drs.P.N.Haafkens van passiviteit naar engagement. Japan en de Russische machtspolitiek L.L.SBartalits in het Verre Oosten. Mr.L.J.BrinkhorSl Japan, een uitdaging voor Europa?
._--------------------------------------------------------------------------, Kan ongefr. verzonden worden.
Jason Antwoordnummer 2107 2500 ZJ Den Haag