Jason magazine (1987), jaargang 12 nummer 6

Page 1


Jason Magazine is een tweemaandelijkse uitgave van de Stichting J ason. gericht op jongeren die zich interesseren voor internationale politiek. In elk nummer wordt aan de hand van een aa ntal artikelen getracht een evenwichtig en gevarieerd beeld te geven van een internationaal politiek vraagstuk. De redactie onthoudt zich hierbij van iedere politieke stellingname. Redactieleden kunnen echter wel op persoonlijke titel een artikel schrijven. Wie wil reageren op in Jason verschenen artikelen. of denkt zelf een bijdrage te kunnen leveren . wordt verzocht te schrijven naar: Redactie/ secretariaat J ason. Laan van Meerdervoort 96 2517 AR Den Haag. Telefoon : 070-605658. Postgiro: 3561025. Bank: 456855548.

Overname van in Jason Magazine verschenen artikelen kan slechts geschieden in overleg met de redactie. REDACTIE JASON-MAGAZINE Hoofdredacteur: Huib van Olden. Redactieleden: Hans Paul Andriessen. Gervaise Frings., Chiel de Leeuw. Sam Muller. Eugèn van de Pas. Gert-J an Stempher. Eric Thomas. DAGELIJKS BESTUUR Voorzitter: P . H. Coebergh. Vice-voorzitter: R. v.d. Meer. Secretaris: M. Cantarella. Penningmeester: F. v.d. Heuvel. Public Affairs: C. Weiland. Algemene Zaken: S. Madunic. ALGEMEEN BESTUUR Mr. F.C.M . Ca ris. Mr. P.H. Goedhart. Drs. M.C.A.M Huisman. Drs. R. Hillebrand. Drs. A.M. Knaapen. F.J. Marcus. H.C. van Olden. E.C.H.M. van de Pas. Drs. A.M. van der Togt. Drs. J .C. de Vries. Drs. D. H. Zandee. RAAD VAN ADVIES Prof. dr. W. Dekker. voorzitter. J .M. Bik. Prof. mr. J .F. Glastra van Loon. Drs. G.J .J .M. Hayen. Dr. A.M.C.Th. van Heel-Kasteel. C. C. van den Heuvel. H.A.M. Hoefnagels. Mr. J .G.N. de Hoop Scheffer. Drs. W.K.N. Schmelzer. R. C. Spinosa Cattela. Prof. dr. A. van Staden. Prof. dr. H. W. Tromp. Prof. dr. P .M.E. Volten. Drs. L. Wecke. ISSN 0165·8336

INHOUDSOPGAVE. REDACTIONEEL. Pag. 1 "ERG BLIJ DAT ER EEN DOORBRAAK IS". Interview met minister van buitenlandse zaken H. van den Broek. Pag. 2 "ENORME LUXE OM CORRESPONDENT TE ZIJN". Interview van Hans-PaulAndriessen en Chiel de Leeuw met Philip Freriks, correspondent te Parijs. Pag. 7 "NEDERLAND IS EIGENLIJK MIJN HOBBY". Chiel de Leeuw in gesprek met de Duitse journalist Peter Bock, reiscorrespondent in Nederland. Pag. 11 . "GROOT-BRITTANNIË IS NIEr EUROPEES". Gervaise Frings op bezoek bij Haye Thomas in Londen. Pag. 15 PERESTROJKA? BENNY HILL OP RUSSISCHE TV! Interview door Gert-Jan Stempher met Sergei MeInikov,journalist voor het Russisch persagentschap Thss in Den Haag. Pag. 17 "IK SNOEPTE HET NIEUWS VOOR IEDERS NEUS WEG". Interview met Joop van Os, tot voor kort correspondent van het NOS-Journaal in Brussel. Pag. 19 "NEDERLAND IS JOURNALISTIEKE GOUDMIJN". Interview met de correspondent van het Franse dagblad Libération, Sylvain Ephimenco, door Eugen van de Pas. Pag. 23


1

"We write history" Deze woorden sprak president Ronald Reagan, nadat hij en Sovjetleider Gorbatsjov op 8 december j.l. het INF-akkoord hadden ondertekend. Na de vertaling in het Russisch viel "Michail" zijn tegenvoeter "Ron" bij met de volgende woorden: "Moge 8 december in de geschiedenisboeken worden bijgeschreven als de scheidslijn tusssen het tijdperk van het groeiende gevaar van een kernoorlog en dat van de demilitarisering van het menselijke leven". Hierop hieven beide heren het glas en brachten een toast uit op de wereldvrede. De ondertekening van het verdrag was de bekroning van jarenlange onderhandelingen tussen de supermachten. Nog nooit eerder in de geschiedenis is er op zo'n grote schaal ontwapend. Maar waren de motieven van de beide wereldleiders wel zo edel als ze ons willen doen geloven? Wilde Reagan in de nadagen van zijn presidentschap zijn door het Iran-gate-schandaal geschonden imago door middel van het INF-akkoord nog wat opvijzelen? Heeft Gorbatsjov vooral behoefte aan een adempauze in de wapenwedloop, om alle aandacht te kunnen geven aan de zorgwekkende staat van de Sovjeteconomie? Het verloop van de verdere onderhandelingen, onder meer over de conventionele en de strategische wapens, zal duidelijk maken of er werkelijk sprake is van een historisch keerpunt. In een interview met minister van buitenlandse zaken Van den Broek kunt u de opvattingen hierover van de Nederlandse regering lezen. Een ander aspect van de top in Washington was de enorme aandacht van de media voor de gebeurtenis. Ongeveer zesduizend journalisten waren in de Amerikaanse hoofdstad verzameld, allemaal op zoek naar informatie. In dit nummer van J ason Magazine besteden wij aandacht aan deze boodschappers van het nieuws. Wie zijn die correspondenten? Hoe zijn ze in de journalistiek terechtgekomen? En waaruit bestaat hun werk precies? Deze en andere vragen kwamen aan de orde in de gesprekken die wij voerden met Nederlandse correspondenten in het buitenland en hun buitenlandse collega's hier te lande. Namens de redactie van Jason Magazine een voorspoedig 1988 gewenst. HANS PAUL ANDRIESSEN CHIEL DE LEEUW


2

INTERVIEW MEr MINISTER VAN DEN BROEK:

"Erg blij dat er een doorbraak is" Een koude wind waait rond het imposante gebouw van het ministerie van buitenlandse zaken in Den Haag, als Jason Magazine een gesprek heeft met minister van buitenlandse zaken Hans van den Broek. Zo'n kille wind kan echter lÛet langer als symbool worden gesteld voor de betrekkingen tussen Oost en West, nu in Washington het INF-akkoord is ondertekend dat de terugtrekking regelt van alle middellange afstamIswapens uit Europa. Minister Van den Broek steekt zijn tevredenheid over het akkoord lÛet onder stoelen of banken.1Iij ziet de verbetering van de Oost-West betrekkingen als de belangrijkste gebeurtenis uit 1987. "Door de nieuwe koers van het Kremlin is het mogelijk om tot concrete resultaten te komen". De ministerjuicht de hervormingspolitiek van Michail Gorbatsjov dan ook van harte toe. Daarover is hij volstrekt duidelijk. Maar in de rest van het gesprek toont de bewindsman zich weer een meester in het bedenken van diplomatieke antwoorden. "Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten bij het buitenlands beleid? Als ik ze in een notedop zou moeten samenvatten: vrede, veiligheid, welvaart en gerechtigheid. Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten van de Nederlandse buitenlandse politiek in 1987 geweest? Ach, die verschillen niet zoveel van die van voorgaande jaren. De Europese samenwerking heeft hoge prioriteit. We moeten belangrijk e beslissingen gaan nemen over de toekomst van de gemeenschap. Hoe kunnen we de gigantische overproduktie van de landbouw beperken? Hoe moet de gemeenschap gefinancierd worden? Hoe overbruggen we de grote verschillen tussen de noordelijke en de zuidelijke lidstaten?" "Een tweede punt dat veel van onze aandacht vraagt, is de vrede- en veiligheidsproblematiek. Het hele wapenbeheersingsterrein heeft dit jaar een grote impuls gekregen door het akkoord over de middellange afstandswapens. Er zijn berichten dat

er wellicht in 1988 een akkoord over strategische kernwapens zou kunnen worden bereikt. De besprekingen in Wenen over de conventionele bewapening in Europa krijgen meer aandacht. En er zijn opnieuw gesprekken begonnen over een verbod op kernproeven". Minister Van den Broek.


3

Veel aandacht "We hebben veel aandacht besteed aan de Oost-West verhoudingen. De door de heer Gorbatsjov aangekondigde hervormingen in de SovjetUnie en in andere landen van het Warschau Pact hebben nieuwe mogelijkheden gegeven de dialoog tussen Oost en West te intensiveren. Daar wordt ook door Nederland intensief aan deelgenomen". "Een ander hoofdpunt van beleid is het bevorderen van het respect voor de mensenrechten. Het afgelopen jaar zijn we daar zeer druk mee bezig geweest, zowel in het kader van de Verenigde Naties, als in het kader van het Helsinki-proces, als ook in onze bilaterale contacten. Ook wil ik het bevorderen van de economische betrekkingen noemen. We trachten op dat gebied de positie van Nederland zoveel mogelijk te verstevigen. We zijn weliswaar een klein land, maar bijvoorbeeld op het gebied van de landbouw altijd nog een supermacht. Nederland is de tweede agrarische exporteur ter wereld. Op het gebied van de dienstverlening staan we internationaal bekend om onze know-how. Tenslotte wil ik ook nog de ontwikkelingssamenwerking noemen die in het Nederlands beleid zeer belangrijk blijft". "Maar waar ons beleid niet veel is veranderd, is de buitenwereld dat wel. Dat wil zeggen dat we nieuwe mogelijkheden hebben gekregen om op een aantal ontwikkelingen in te spelen. Ik noemde al de wapenbeheersing. Wij hebben een jaar geleden voorstellen gedaan om stapsgewijs te komen tot het stopzetten van de kernproeven. Het geeft buitengewoon veel voldoening om te zien dat de bevroren posities van Moskou en Washington op dit gebied wat losser worden, en dat de stapsgewijze benadering die wij hebben bepleit op dit moment daadwerkelijk wordt opgevolgd door de supermogendheden. Ik wil niet pretenderen dat Nederland hier nu zulk baanbrekend werk heeft gedaan, maar ik vind het bevredigend dat onze voorstellen navolging hebben gevonden. Het heeft geen enkele zin om op zeer radicale formules te blijven zitten en verder de wereld de wereld maar te laten".

Mensenrechten "Op het gebied van de mensenrech-

Het ministerie van buitenlandse zaken.

ten heeft Nederland aan de Europese partners voorstellen gedaan om te komen tot een betere controle van de mensenrechten. We zien met voldoening dat onze voorstellen zijn opgenomen in de offici!!le Westerse voorstellen in Wenen". "Als derde voorbeeld wil ik de voorstellen noemen die Nederland in het kader van de Europese Gemeenschap heeft gedaan ten aanzien van ZuidAfrika. Deze voorstellen hebben ten doel de dialoog tussen Pretoria en de representatieve zwarte leiders op gang te brengen". "De situatie van dit jaar onderscheidt zich echter het duidelijkst van voorgaande jaren op het gebied van de Oost-West betrekkingen in het algemeen en op het gebied van de wa-

penbeheersing in het bijzonder". "De hervormingsvoorstellen die door de Sovjet-Unie zijn gedaan hebben voornamelijk betrekking op de binnenlandse situatie. Op het punt van de mensenrechten zijn er in de Sovjet-Unie een aantal stappen in de goede richting gedaan, door het vrijlaten van politieke gevangenen. Het is echter nog niet zo, dat alle bepalingen uit de slotakte van Helsinki worden nageleefd. Dit is een heel belangrijk onderdeel van het gesprek dat wij met de Sovjet-Unie en de andere landen van het Warschau Pact

voeren". "Ten aanzien van het buitenlands beleid kunnen we in ieder geval constateren, dat er op het gebied van de wapenbeheersing het een en ander


4

Een toast op wat volgens minister Van den Broek "de belangrijkste gebeurtenis" in 1987 is.

veranderd is. Het is nu veel meer dan voorheen mogelijk te komen tot concrete resultaten. We zien voorts, en ik denk dat dat tekenen van hoop zijn, dat zaken als Afghanistan hoog op de agenda van de Sovjet-Unie staan en dat men bezig is daarvoor oplossingen te zoeken. De Sovjet-Unie beschouwt Afghanistan als een probleem van de eerste orde voor zijn eigen buitenlandse politiek en ziet in, dat deze zaak de beeldvorming van de Sovjet-Unie in het buitenland duidelijk schaadt. Ik denk dat dit in zekere zin ook voor de situatie in Cambodja geldt, waar de Sovjet-Unie de aanwezigheid van grote aantallen Vietnamese troepen financiert".

Weerstanden "Onlangs is gebleken dat ook binnen de Sovjet-Unie weerstanden bestaan tegen de economische hervormin gen. Deze hervormingen gaan in woord betrekkelijk ver. Maar het zal nog moeten blijken of deze gerealiseerd kunnen worden zonder dat ook het politieke systeem aanpassingen ondergaat. Dit zal zeker spannin-

gen oproepen, maar het is moeilijk te voorspellen waar deze tenslotte toe zullen leiden". "Ik behoor wel tot degenen die menen dat het slagen van deze hervormingen ook in het belang van het Westen kan zijn, omdat ik ervan uitga dat ze alleen kunnen slagen als ze gepaard gaan met een grotere openheid en interne liberalisering. Zouden de tegenkrachten in de SovjetUnie de overhand krijgen, dan is dit nadelig voor het Westen, omdat deze krachten het Westen minder goed gezind zijn". "Of de huidige ontspanning in de buitenlandse politiek van de SovjetUnie ingegeven is door de noodzaak een adempauze te krijgen in de wapenwedloop, om in het binnenland economische orde op zaken te stellen? Ik geloof dat dat misschien wel het belangrijkste motief is. Wat voor ons de vraag blijft, is of een dergelijke ontwikkeling een positieve invloed kan hebben op het totaal van de Oost-West verhoudingen en daarbij van belang kan zijn voor het Westen. Ik beantwoord deze vraag nog-

maals positief". "Ik ga er geen moment van uit dat hetgeen op het moment in de SovjetUnie plaats vindt, wordt voorgestaan om het Westen te plezieren. Bismarck en Talleyrand voerden ook niet zo'n politiek. Die deden dat ook, omdat ze het in het belang van hun eigen land vonden. Dat belang kan wel eens parallel lopen aan het belang van andere landen. Zo zie ik het hier ook".

Openheid "Het IJzeren Gordijn moet open. De huidige situatie, waarbij het Oostblok door het IJzeren Gordijn hermetisch van het Westen is afgesloten, betekent een veel dreigender situatie dan wanneer wij door meer openheid op de hoogte zouden zijn van de ideeĂŠn en plannen van het Oostblok. Ik hoop, en dat is echt een lange-termijn-ideaal, dat de Oost-West verhouding zich zo zal ontwikkelen, dat de gevolgen van de kunstmatige verdeling van Europa voor de burgers opgeheven zullen worden. Dit kan alleen wanneer er een grote open-


5

Reagan en Gorbatsjov zetten in Washington hun klokken gelijk.

heid tussen Oost en West bestaat. We moeten ons realiseren dat Middenen Oost-Europa evenzeer part en deel van het Europese erfgoed vormen, als dat wij dat doen".

Jason: U bent een voorstander van meer openheid tussen Oost en West. Wilt u ook de handel tussen die twee, die momenteel zeer gering is, bevorderen? "Die handel wil ik zeker bevorderen. Economische samenwerking is een duidelijk onderdeel van de OostWest-betrekkingen. In de slotakte van Helsinki wordt behalve over de veiligheidsproblematiek en de mensenrechten, gesproken over economische, wetenschappelijke en culturele samenwerking. Deze economische samenwerking moet niet op kunstmatige basis plaats vinden. Als er in de Sovjet-Unie geen mogelijkheden voor het Westerse onafhankelijke bedrijfsleven worden gecrel!erd om daar aantrekkelijke investeringen te doen, zal die samenwerking er niet komen. Onze vrije economiel!n laten zich immers niet dwingen". "Ik zie dat er op het moment in het proces van meer openheid naar het Westen toe zulke hervormingen worden voorgesteld. Dit gebeurt niet alleen in de Sovjet-Unie, maar ook in Hongarije, Tsjechoslowakije, Bulgarije en in Polen. De gemeenschappelijke ondertoon van deze hervormin-

gen is dat men de economie meer aan de basisprincipes van de markt-economie wil aanpassen. Men wil meer verantwoordelijkheid bij de bedrijven zelf leggen en minder dictaat van bovenaf. Men wil de prijsvorming meer op basis van vraag en aanbod tot stand laten komen. Zo zijn er tal van voorstellen die ons zeer aanspreken, en die naar ons gevoel ook voor het Westerse bedrijfsleven interessant zijn. Deze hervormingen kunnen naar mijn mening echter alleen slagen, wanneer er ook in de zeer rigide communistische partijcultuur de nodige aanpassingen worden gepleegd. De monopolie-positie van de communistische partij moet worden verminderd".

Rol van Nederland Jason: Wat is de specifieke rol van Nederland geweest bij het totstandkomen van het INF-verdrag? "Laat ik allereerst zeggen dat de Nederlandse regering zeer verheugd is over het 1NF-akkoord. Nederland heeft binnen het bondgenootschap altijd getracht een doorbraak in neerwaartse richting van de bewapeningswedloop te krijgen. Daarnaast heeft Nederland de bereidheid gehad om plaatsing van middellange afstandswapens te accepteren als de Sovjet-Unie niet bereid was haar arsenaal 88-20 te verminderen. We zijn buitengewoon blij dat de doorbraak

nu gekomen is, die zeker mede te danken is aan een eensgezind en weloverwogen standpunt van de NAVO". "Sommige deskundigen, onder anderen de heer Kissinger, hebben grote bedenkingen tegen dit 1NF-akkoord. Zij wijzen op de conventionele overmacht van het Warschau Pact in Europa. Maar ons oordeel over het akkoord kan niet anders dan positief zijn, aangezien wij deze uitkomst door de jaren heen hebben bepleit. Ik wil daar dus niet op terug komen. Het is wel zo dat er zich, nu het mogelijk blijkt een hele categorie kernwapens de wereld uit te doen, een aantal problemen op defensiegebied voordoen die meer aandacht verdienen dan voorheen. Nu we nucleaire vermindering kunnen realiseren zal ook de vraag aan de bondgenoten worden gesteld: Wat doen we nu verder met onze defensie-inspanningen? Hoe staat het met de defensie-begrotingen? Is er voldoende economische ruimte om de komende jaren een aangepaste defensie-inspanning te blijven doen. Dit zijn op zich zeer klemmende vragen".

Meer uitgeven? Jason: Moet Nederland meer aan zijn defensie gaan uitgeven? "We blijven op dit moment beneden de doelstelling van het regeerakkoord. Daarin werd een stijging van twee procent overeengekomen. Die halen we niet in deze periode. Het is niet populair geld aan defensie uit te geven, waar er zoveel nationale en internationale noden zijn. Ik hoop echter wel dat ook in dit land het besef zal ontstaan, dat wij voor een toereikende defensie ook bereid moeten zijn de nodige offers te brengen. Of we meer zullen moeten uitgeven hangt voor een belangrijk gedeelte af van welke resultaten er worden bereikt bij de onderhandelingen over conventionele bewapening. Er bestaat nu een vrij asymmetrische verhouding in het voordeel van het Warschau Pact. We moeten in ieder geval trachten die gecorrigeerd te krijgen".

Jason: De VS trekken een hele generatie kernwapens terug uit Europa. Zal dit op den duur betekenen dat de Verenigde Staten zich geheel uit Europa terug trekken?


6

De ondertekening van het INF-akkoord.

"We kennen de geluiden van leden van het Congres, die de Amerikaanse defensie-inspanning in Europa willen verminderen, om zo het ernstige begrotingstekort terug te brengen. Zolang wij de huidige en volgende Amerikaanse regeringen kunnen overtuigen dat wij bereid zijn zelf een evenredig deel van de kosten te dragen, zullen zij zeker bereid blijven hun conventionele' en nucleaire garantie te handhaven. Ik merk daarbij op dat er in Amerika nogal eens onderschat wordt wat Europa zelf op het punt van de defensie-inspanningen doet".

Negatieve imago Jason: Er is dit jaar veel te doen geweest over enkele negatieve artikelen over Nederland in de buitenland-

se media. Hierin werden het drugsbeleid en de criminaliteit in Nederland gehekeld. Hoe heeft u dit ervaren? "Ik ben zeer teleurgesteld over die artikelen in The Economist, Time en der Spiegel, omdat er naar mijn gevoel een verkeerd beeld van Nederland in is gegeven. Er is in Nederland veel te verbeteren, maar het is niet zo dat Amsterdam de zwartste plek ter aarde is. In de landen waar deze bladen uitgegeven worden, is via de ambassades of middels eigen artikelen getracht dat beeld wat meer waardigheidsgehalte te geven. Het is de taak van de ambassades om accurate antwoorden te geven op kritiek die er in die landen op Nederland wordt uitgeoefend. Zij moeten onjuiste ge-

gevens corrigeren en erop wijzen dat Nederland er op een heleboel andere aspecten veel gunstiger voorstaat".

Jason: Een laatste vraag. Spreken wij nu met de opvolger van de heer Lubbers? "Fantastisch aardige vraag! Had u niet mogen nalaten te stellen. Het antwoord is buitengewoon simpel. Ik moet er niet aan denken dat de heer Lubbers als premier vertrekt. Laat staan dat ik al uberhaupt gedachten maak over wie hem zou moeten opvolgen. Daar is die vraag redelijk mee afgedekt dacht ik zo", waarna de heer Van den Broek in een onbedaarlijke schaterlach uitbarst.


7

"Enorme luxe om correspondent te zijn" Philip Freriks is correspondent van het N08-Journaal en De Volkskrant in Parijs. Wij spraken inet hem in een café in Utrecht. In deze stad stond zijn wieg en begon hij zijn journalistieke loopbaan. Een openhartig gesprek over zijn correspondentschap, het nieuws in de Nederlanse media en natuurlijk over Frankrijk en de Franse buitenlandse politiek. Freriks: "Frankrijk wil een rol op het wereldtoneel spelen. Frankrijk wil macht".

Interview van Hans-Paul Andriessen en Chiel de Leeuw m et Philip Frerik s, corresponden t te Parijs.

"Ik kom uit Utrecht. Als vijftienjarig jongetje roeide ik bij Viking. Mijn buurman, de heer Arendse, was sportverslaggever bij het Nieuw Utrechts Dagblad. Ik zei hem dat ik dat maar een rotkrant vond, omdat er nooit wat over roeien in stond. De buurman vertelde me dat de krant gewoonweg geen roeimedewerker had. "Word jij dat dan maar, Philip". Zo begon mijn loopbaan beginjaren zestig als roeimedewerker bij het NUD". "Ik was ook geïntesseerd in jazz en ik schreef ook daar over. Kort daarop ben ik overgestapt naar Het Vrije Volk, waar ik een vaste rubriek over jazz kreeg. Het Vrije Volk was toen de grootste krant van Nederland met veertig edities. Van mijn generatie journalisten begon ongeveer de helft zijn loopbaan bij Het Vrije Volk". "Al die tijd zat ik nog gewoon op de HBS. Het werk op de krant vond ik echter veel leuker. Uit school ging ik gelijk door naar de krant. Mijn werk bestond aanvankelijk uit het bewerken van de provinciekopij. Mijnjournalistieke vader bij de krant was de chef van de redactie van de Utrechtse editie van Het Vrije Volk, Jan de V os. Van hem kreeg ik een soort privé-opleiding. Er was toen immers nog geen School voor de J ournalistiek. Toentertijd had de krant correspondenten in de provincie: een bakker in Vianen, een onderwijzer in Houten. Hun ellenlange artikelen moest ik terugbrengen tot korte stukken. Dit was een fantastische leerschool".

ge?", zei hij dan, "Hebben ze een dikke huid of zoiets?" In mijn artikelen zul je dat woord ook niet meer tegenkomen. Gaandeweg kreeg ik bij Het Vrije Volk steeds meer te doen. Ik draaide weekenddiensten en deed ook branden en misdaadzaken. Mijn eerste echte primeur was de Roetkap-affaire. Tijdens de ontgroening bij het Utrechtse corps was een van de studenten overleden. Deze zaak was zo belangrijk, dat ik daar als beginnendjournallst niet over mocht schrijven. Ik verzamelde de gegevens en een redacteur schreef het artikel". "Bij Het Vrije Volk ging men gewoonlijk als redacteur een tijdje naar een eenmanspost in de provincie. Goede redacteuren mochten naar Amsterdam terugkomen, anderen bleven voor de rest van hun leven in Gorichem of Deventer zitten. Dat risico wilde ik niet lopen. Toen heb ik besloten een eigen lijn te trekken. Ik zou een half jaar naar Parijs gaan en daarna voor een halfjaar naar Berlijn, Londen en New Vork. Heeljournalisiek Nederland zou dan juichend langs de kant staan om mij binnen te halen".

Roetkap-affaire "Jan de Vos had een pesthekel aan het woordje "huidige". "Wat huidi-

Armoede "In 1966 ben ik in Parijs begonnen en daar ben ik gebleven. In het begin betekende dit armoede. Als free-lance journalist verdiende ik niet veel en er waren maanden bij, waarin ik geen enkel stuk hoefde te schrijven. Ik heb dan ook allerlei bijbaantjes gehad. Het waren twaalf ambachten, dertien ongelukken. Pas in 1970 kon ik echt van de jounalistiek leven. Sandberg, de toenmalige hoofdredacteur van Het Parool, nam mij aan


8

als correspondent in Parijs. Hij had enorme feeling voor de journalistiek en hield wel van jongens die risico's namen. Drie jaar geleden ben ik overgestapt naar De Volkskrant. Daarnaast heb ik een contract met het NOS-Journaal. Aan De Volkskrant lever ik vrijwel dagelijks een bijdrage, aan het journaal is dat veel minder, omdat daar een zwaardere selectie van onderwerpen plaatsvindt". Jason: Het Journaal komt nogal saai en truttig over. Deelt U die kritiek? Philip Freriks fronst het voorhoofd, zwijgt enkele tellen, en zegt: "Inhoudelijk valt er op het Nederlandse Journaal niets aan te merken. De berichtgeving is veel zuiverder dan in Frankrijk. Maar in Frankrijk maken ze gewoon een veel leuker journaal. De vorm, vooral de presentatie en de montage is truttig in Nederland. Niks is live. Als er iets misgaat, dan zie je meteen het bordje "Storing". Dat getuigt van weinig souplesse, weinig durf. In Frankrijk zou iedereen meteen naar een andere zender overschakelen. Het is ook tekenend dat men in Nederland praat over een " nieuwslezer", in Frankrijk spreekt men van een presentator. Over het algemeen is het Journaal saai, keurig en braaf. Te veel NCRV, te weinig VPRO. Het wil bepaalde presentatoren soms wel eens lukken een goed en flitsend Journaal te maken". "Deze zwakheden liggen niet allemaal bij het Journaal zelf. Er bestaat hier ook geen mogelijkheid om een volwassen Journaal te maken. Voor een deel heeft dat met de calvinistische mentaliteit te maken. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. In Nederland zal het de meeste mensen een biet wezen hoe het Journaal eruit ziet. In Frankrijk daarentegen werken er bij het journaal de beste regisseurs, presentatoren en decorontwerpers".

Mag niet "Het Journaal zou meer achtergrondreportages moeten bieden. Als de Nederlandse regering besloten heeft alle vluchtelingen uit Sri Lanka te weren, dan zou je meteen een ploeg daarheen moeten sturen om te laten zien wat dat besluit voor die mensen daar betekent. Maar dat mag dan

weer niet omdat dat het terrein van de actualiteitenrubrieken is. Daar komt ook nog bij dat er voor veel zaken gewoon geen geld is. De bezuinigingen bij het Journaal zijn hevig voelbaar". "Het is een groot verschil of je voor de krant of voor de tv werkt. Televisie is een heel log medium. Onlangs heb ik een reportage gemaakt over een Noordfrans stadje, dat tegen de komst van de TGV (Train Grande Vitesse) is. Op de dag van de opname ging ik om 08.00 uur de deur uit en was 's avonds om 22.00 uur weer thuis. Met het monteren en het overstralen meegerekend, ben ik twee en een halve dag bezig voor een reportage van drie minuten". "Relatief gezien heeft de krant meer mogelijkheden dan het Journaal. Ik vind het allebei leuk om te doen, maar het is toch het allermooiste om in de krant te schrijven. Uiteindelijk komt de krant geloofwaardiger over".

Eigen baas "Het is een enorme luxe om correspondent te zijn. Je kunt zelfstandig optreden en je bent eigen baas, een soort kleine zelfstandige. Daarnaast moet je hard werken. Je moet 24 uur per dag alert zijn. Je staat er altijd alleen voor. Als ik een weekend vrij wil, moet ik Parijs uit. Ze weten me anders altijd wel te bereiken. Deze baan past heel aardig bij mij, ik opereer graag solistisch. Daarnaast behoor ik tot de laatste der francofielen. Het is echter niet zo dat ik persÊ in Parijs wil blijven. Misschien wil ik nog wel eens naar een ander land. Ik ben niet met Frankrijk getrouwd, wel met een française". "Hoe ik aan mijn nieuws kom? In de allereerste plaats via de radio, tv en kranten. Daarnaast bouw je in de loop der jaren een heel netwerk van relaties op. Je naam wordt bekend bij instellingen, politici en collega's. Je zorgt dat je op mailinglijsten komt te staan. Daarnaast raak je bevriend met mensen, veel met collega's, weinig met politici. Politici zijn voor buitenlandse correspondenten moeilijk te benaderen. Ze hebben geen belang bij mij, omdat ze eenvoudigweg niet in Amsterdam worden gekozen. Nederlandse politici vinden het juist wel sjiek als er een buitenlandse journalist langs komt. Parijs is echter


9


10

President Mitterrand.

een echte wereldstad, er zitten honderden buitenlandse correspondenten. Politiek is overigens maar ten dele belangrijk. Ik heb veel te maken met maatschappelijke en culturele organisaties. In die sfeer is men ook veel toeschietelijker".

habitation. Hij wordt gezien als het symbool van de nationale eenheid. Premier Chirac is meer het slachtoffer van die gedwongen samenwerking. Mitterrand zal zich echter alleen kandidaat stellen, als hij zeker weet dat hij herkozen wordt. Nu ligt hij elke nacht met de opiniepeilingen en een rekenmachientje in bed".

Veel harder Mitterrand "Franse politici zijn moeilijk te benaderen. De positie van president Mitterrand valt het beste te vergelijken met die van ons koningshuis. Nederlandse jounalisten krijgen alleen bij staatsbezoeken toegang tot de president. Mitterrand is een fascinerend figuur en een briljante intellectueel, maar niet echt gezellig". "Als ik zou weten of hij volgend jaar opnieuw presidentskandidaat wordt, dan had ik een geweldige primeur. Mitterrand heeft er echter geen enkel belang bij al te kiezen. Nu is hij president van alle Fransen. Anders is hij slechts kandidaat. In de opiniepeilingen komt naar voren dat hij duidelijk geprofiteerd heeft van de co-

"De Franse maatschappij is veel harder dan de Nederlandse. In Nederland bestaat er een gezamenlijke afkeer van bijvoorbeeld de Centrumpartij. In Frankrijk ligt dat anders. Veel politici in Frankrijk hebben de problemen niet willen zien. Er zijn veel meer buitenlanders dan in Nederland. Er heerst grote werkloosheid, de tweede generatie valt uit de boot en er zijn getto's ontstaan. Je kunt wel roepen dat je verdraagzaam moet zijn, maar er zijn conflicten. Aan de andere kant is het in Frankrijk niet zo erg als in Engeland. Ik geloof overigens dat extreem-rechts van voorbijgaande aard is". "Op het terrein van de buitenlandse politiek hebben zich onder Mitter-

rand geen wijzigingen voorgedaan in vergelijking met zijn voorganger de liberaal Giscard d'Estaing. Denk alleen maar aan de aanslag op de boot van Greenpeace. Op het gebied van het buitenlands beleid bestaat er nu eenmaal een grote consensus. Het maakt niet uit of men links of rechts is, de Fransman is in de eerste plaats een nationalist. Het eigenbelang van Frankrijk staat voorop. Er spelen weinig morele overwegingen mee. De Fransen zijn ervan overtuigd dat de wereld slecht is en met morele overwegingen kom je niet ver. Frankrijk wenst een rol te spelen op het wereldtoneel". "Frankrijk wil macht. Het was vooral De Gaulle die Frankrijk een eigen rol wilde laten spelen. Hij wilde zich niet de les laten lezen door de grootmachten. Hij zei: "Onze atoomwapens kunnen beide kanten op, zowel naar Washington als naar Moskou". Moskou vond dit fantastisch en de betrekkingen tussen Frankrijk en de Sovjetunie werden steeds hartelijker. Washington en de overige NAVOlanden waren hierdoor geĂŻrriteerd. Zij zagen Frankrijk als een verrader. Na De Gaulle heeft men ingezien dat dit natuurlijk flauwekul was. De kernwapens staan natuurlijk op het Oosten gericht. Onder de socialisten is de toenadering tot de NAVO enorm ontwikkeld. Je mag dit alleen niet hardop zeggen in Frankrijk".

Terug naar Parijs "Als ik de Nederlandse kranten met de Franse moet vergelijken, zijn de Nederlandse heel goed. Het peil ligt in Nederland heel hoog. De Telegraaf is vergeleken met buitenlandse kranten een prima krant. In Frankrijk zijn alleen Le Monde en Liberation van niveau. De oplage van Liberation is de helft van De Volkskrant. Vooral de provinciale pers is om te huilen is Frankrijk. Philip Freriks begint te glimmen als hij over zijn krant spreekt. "Waarom ik niet voor de NRC schrijf? De NRC heeft me nooit gevraagd. Het is een uitstekende krant, maar ik vind De Volkskrant net iets leuker. Die krant leest lekkerder omdat de stukken met meer gevoel voor humor geschreven zijn", aldus Philip Freriks, die vervolgens zijn lange regenjas aantrekt en het cafĂŠ verlaat. Terug naar Frankrijk.


11

"Nederland is eigenlijk mijn hobby" Het aantal buitenlandse correspondenten dat pennanent in Nederland verblijft is klein, zeker als men hun aantal vergelijkt met de vele tientallen collega's in steden als Parijs, Londen, of Bonn. De reden moge duidelijk zijn, Nederland is slechts een klein land met een geringere rol op het wereldtoneel dan Frankrijk, Engeland of de Bondsrepubliek. In de hoofdstad van een klein land als Belgii!, Brussel, bevindt zich een relatief groot aantal correspondenten in verband met de aanwezigheid van de instellingen van de EG. Deze journalisten verslaan in de regel ook het nieuws uit Nederland

e hiel de L eeuw sprak m et Peter Bock , journalist bij de landsredactie van de WDR Noordrijnland Westfalen, tevens reiscorrespondent in Nederland.

Ook de journalistiek in ons buurland, de Bondsrepubliek, houdt zich slechts in beperkte mate bezig met de gebeurtenissen in Nederland. In Den Haag verblijft één Duitse freelancejournalist permanent. Daarnaast zijn er nog verscheidene journalisten die als reiscorrespondent regelmatig in ons land komen, gemiddeld drie à vier dagen per maand. Deze bestuderen dagelijks zoveel mogelijk de berichtgeving uit Nederland. Peter Bock is zo'n reiscorrespondent. Hij werkt bij de West Deutsche Rundfunk (WDR) als redacteur van de landsredactie van de deelstaat Noordrijnland Westfalen. Deze deelstaat van de Bondsrepubliek is met haar zeventien miljoen inwoners groter dan Nederland, de aanwezigheid van het Ruhrgebied geeft haar een indrukwekkend economisch potentieel. Het bijhouden en het verslaan van het nieuws uit Nederland is slechts een deel van het werk van Bock: "Wij maken dagelijks een radioprogramma van een half uur, in hoofdzaak over thema's uit Noordrijnland Westfalen. Vanaf het begin hebben wij gezegd: wij zijn niet de navel van de wereld. Dit betekent dat we kijken naar bijvoorbeeld Nedersaksen en Hessen. Maar we hebben ook altijd naar Nederland en Belgiê gekeken. Via deze connectie loopt mijn aandacht voor Nederland".

Hobby Bock betreurt het dat hij zich niet uitsluitend met Nederland kan bezighouden. Het is eigenlijk zijn hobby.

Amsterdam, deel van de hobby van Peter Broek.


12

Al in het begin van de jaren zestig liftte hij regelmatig vanuit het Ruhrgebied naar Amsterdam. "Toen was het daar een heel ander leven dan in het Ruhrgebied. De stad was weliswaar vijandig tegenover Duitsers, maar men voelde zich er toch goed thuis. Als zestienjarige had men niet veel geld, maar altijd genoeg om in de Binnenbantarnmerstraat voor één gulden vijfenzestig bij d e Chinees te eten".

Jason: U zegt dat men vijandig was tegenover Duitsers, ook tegenover jonge Duitsers? Bock: "Ja, het was vooral interessant tijdens het liften. Oudere mensen waren zeer vriendelijk, zo van je bent jong en de oorlog is niet jouw zaak. Nederlanders van gelijke leeftijd deden veel moeilijker. In de regel werd in Amsterdam meer Engels gesproken dan Duits". Al in deze periode nam Bock zich voor het land goed te leren kennen, vooral het deel buiten de randstad. In 1969 begon hij als freelance-journalist bij de WDR te werken. Hij verbleef een week in Eindhoven en maakte voor een radioprogramma een stadsportret. "Waarom Eindhoven? Omdat deze stad een andere Nederlandse werkelijkheid is dan die van de toeristencliche's. Geen kaas en klompen maar de moderne industrien: Portretten van Maastricht en Arnhem volgden. Gedurende de volgende tien jaar hield Bock zich met velerlei Nederlandse thema's bezig, sinds midden jaren zeventig als redacteur van de WDR in vaste dienst. Maar pas in 1979 kwam er wat meer lijn in zijn werkzaamheden.

Veel geleerd Bock: "Ik heb veel over het land geleerd. De betrekkingen tussen Nederland en Duitsland hebben mij steeds meer geïnteresseerd. Vooral de vraag waarom er tussen beide landen w'n afstand bestaat. Komt dat alleen door de oorlog of zijn er nog andere redenen? In 1979 heb ik hierover een grote uitzending van twee uur gemaakt met medewerking van

Nederland is volgens veel Duitsers meer dan het land van Frau Antje.


13

Martin van Amerongen en een Duits politicoloog, werkzaam aan de universiteit van Nijmegen. Deze heeft onderzocht hoe de verhouding tussen Nederland en Duitsland zich vanaf het begin van de negentiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld heeft. Deze uitzending kwam in de tijd dat Kohl zijn beroemde televisieoptreden in Den Haag had. Kohl is toen zeer ernstig door de Nederlandse vragensteller in de mangel genomen, iets wat veel Duitsers Nederland niet in dank afnamen".

1979 was tevens het jaar dat de belangstelling voor Nederland in het buitenland begon toe te nemen. Het NAVO-dubbelbesluit bracht de Nederlandse samenleving in beweging. Bock volgde veel kamerdebatten over deze kwestie en bezocht partijdagen van de drie grote partijen. Dit alles opende voor hem de mogelijkheid om meer dan voorheen als reiscorrespondent te gaan werken.

Jason: Hoe komt u aan uw informatie? Bock: "Ik lees natuurlijk de kranten zoveel mogelijk en ik luister regelmatig naar "Met het oog op morgen". Zo heb ik een goede samenvatting van wat er die dag gebeurd is. "Den Haag Vandaag" ken ik, en ik vind het zeer goed. Verder heb ik kennissen in Den Haag die mij informatie geven, ook bevriende Nederlandse parlementaire journalisten doen dat. Een buitenlandse journalist zien zij niet als een concurrent".

Gesloten deur Bock heeft goede ervaringen in zijn contacten met Nederlandse politici. Ze zijn vrij gemakkelijk te benaderen en geven redelijk wat informatie. Alleen recentelijk kwam hij bij het ministerie van buitenlandse zaken voor een gesloten deur te staan. Toen hij informatie wilde over de opstelling van de Nederlandse regering tegenover Suriname, kort voor de Surinaamse verkiezingen, wenste het ministerie de radiostilte te bewaren. Dit was een uitzondering volgens Bock. Jason: Zijn er verschillen in de politieke cultuur in Nederland en die in de Bondsrepubliek?


14

Bock: "Ja, de Nederlandse politiek is vergeleken met die in de Bondsrepubliek familiair. Ik wil niets idealiseren, want het hangt samen met de grootte van het land. In Nederland kent men elkaar beter, de politiek is er niet echt keihard. Op het eerste gezicht lijkt de Nederlandse politiek ook doorzichtiger dan de Duitse. Toch wordt het mij niet echt duidelijk hoe beslissingsprocessen lopen. Ik zit er niet dicht genoeg op. Men krijgt de indruk dat de ministeriële b ureaucratie in hoofdzaak de politiek in Nederland bepaalt. Naar mijn idee meer dan in Bonn".

Jason: In Nederland is de oppositie delaatstejaren vrijmachteloos. De regeringspartijen verwijzen bij ieder debat naar het regeerakkoord. Is er naar uw m ening sprake van een verstarring? Bock: "Dat hangt samen met de bewegingsloosheid van de politiek in alle Westeuropese landen. Ze hebben alle dezelfde problemen. Op dit punt is het verschil tussen Den Haag en Bonn niet groot".

Prinsjesdag Interessant is voor Bock onder meer h et ritueel rondom Prinsjesdag. Bock h eeft hierover verscheidene malen b ericht. "Je kri~ de indruk dat in Den Haag alles eén grote kliek is. J ournalisten en politici. Dit sluit concurrentie onder journalisten echter niet uit. Juist die grote concurrentie onder de media in zo'n kleinland is voor mij verbazingwekkend. Dat er zoveel kranten bestaan die alle proberen een eigen gezicht te hebben. Wat mij opvalt is de manier waarop men de politici ondervraagt. Zoals zo'n Cees 's-Gravendaal met Van Agt in de clinch kon liggen, zoiets is bij ons niet mogelijk. De politici in WestDuitsland hebben een soort aura om zich heen weten te bouwen. Geen belangrijke politicus in Bonn hoeft zich op zo'n wijze te laten ondervragen". Nederlanders hebben nog wel eens de neiging de rol van hun land op het wereldtoneel te overschatten. Al in de negentiende eeuw zag men zichzelf als een moreel voorbeeld voor de boze buitenwereld. Nederland Gidsland is later een gevleugeld begrip geworden. Het is twijfelachtig of dit idee wel terecht is. Bestaat er in een

land als de Bondsrepubliek bijvoorbeeld wel echte aandacht voor de Nederlandse politiek? Bock: "Nee, niet echt veel. De Bondsrepubliek is een groot land omgeven door meerdere buren, Nederland heeft er maar twee. Wij zijn een grote handelsnatie. Hieruit vloeien verschillende belangen voort". In het lijstje dat Bock vervolgens geeft van landen die voor zijn land belangrijk zijn, eindigt Nederland onthutsend laag. Na de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, Frankrijk, Engeland, de derde Wereld, Polen, de DDR en Italië zijn wij pas aan de beurt. "Er is alleen grote belangstelling bij belangrijke gebeurtenissen zoals de Lockheedaffaire, anti-kernwapendemonstraties of als men in Nederland interessante oplossingen heeft voor ook bij ons heersende maatschappelijke problemen. Zelfs de ontvoering van een Gerrit Jan Heijn interesseert hier niemand".

Geïdealiseerd Volgens Bock is het beeld dat men in de Bondsrepubliek van Nederland heeft nogal gedifferentieerd. Het Ruhrgebied is vlakbij, MUnchen daarentegen ligt veel verder in het zuiden en is derhalve veel meer op Zuid-Europa gericht. "Ik weet niet of het beeld dat in de pers getoond wordt ook het beeld van de Duitsers is. Over het algemeen zou men een nogal positief zelfs geïdealiseerd beeld van Nederland hebben. Dit komt door de tegenstellingen met de Duitse mentaliteit. Nederland is een klein land met een eigen identiteit en een lange parlementaire en burgerlijke traditie. Wij zijn een groot land met intern grote verschillen. De recente Duitse geschiedenis is ook veel turbulenter geweest". Jason: Bestaat die "gemoedelijkheid" nog wel in Nederland? Bock: "De gemoedelijkheid in Nederland is voorbij sinds het begin van de jaren zeventig. Alle problemen van de Westerse wereld zijn ook in Nederland terug te vinden: criminaliteit, werkloosheid, milieuvervuiling en voetbalvandalisme. Ik moet op mijn eigen ervaring terugkomen. Amsterdam was in het midden van de jaren zestig een gemoedelijke stad, Leidseplein en Rembrandtsplein wa-

ren geweldig. Nu is het daar veel agressiever geworden".

Jason: In Timemagazine en in Der Spiegel zijn dit jaar artikelen over deze ontwikkeling verschenen. Is dit een beeld dat in de Bondsrepubliek doordringt? Bock: "Ja, vooral dat beeld van Amsterdam. De roep van Amsterdam is weg. Ik moetjarnmer genoeg zeggen terecht. Het nadeel is dat Amsterdam het beeld van Nederland in het buitenland bepaalt".

Omdraaien En als we de zaak nu eens omdraaien. Wat voor beeld hebben de Nederlanders van Duitsland? Ook hierop valt natuurlijk geen eenduidig antwoord te geven. Merken Duitsers nu nog iets van een vijandige gezindheidjegens hen in Nederland? Bock: "Het collectieve oordeel over de mof is grotendeels verdwenen sinds het einde van de jaren zeventig. Men kijkt nu de personen aan, dan is het een persoonlijke zaak van antipathie of sympathie". Toch blijven de Duitsers zeer gevoelig voor wat men over hen in het buitenland denkt. "Wij zijn de oorlog begonnen en willen toch geliefd worden. Dat is ons grote probleem. Daarom is men er zeer gevoelig voor, hoe buitenlanders over Duitsers denken".

Ook de Nederlanders hechten echter veel waarde aan hun eigen identiteit. Men heeft zich dan ook altijd in meer of mindere mate afgezet tegenover Duitsland. Angst om teveel in de schaduw van de grote buur te staan speelde hierbij zeker een rol. Bock: "Ik kan begrijpen dat Nederland zich tegenover de grote buren, waarmee ze zulke vaste economische banden heeft, en die een gelijksoortige taal hebben, afzet. Nederland heeft een gezond zelfbewustzijn. Veel dingen vind ik echter belachelijk. Ik heb mij bijvoorbeeld gestoord aan de paralleien die men heeft getrokken tussen de maatregelen van de regering van de Bondsrepubliek tegen het terrorisme en het Derde Rijk, de nazitijd. Ik vind meningen uit het buitenland belangrijk. Hier was echter sprake van een overreactie. Bij ons zijn genoeg kritische mensen die zelf ook reageren".


15

"Groot-Brittannië is niet Europees" Het grijsgelokte hoofd van Haye Thomas is een bekende verschijning op de Nederlandse televisie. Enige jaren hield hij, met het Capitool als vaste achtergrond, het vaderland op de hoogtevandeontwikkelingeninAmerika.Sindseenjaarishij weer terug in Londen, waar hij voor zijn Amerikaanse "avontuur" ook al vele jaren verbleef. In Londen sprak Jason met Haye Thomas (ex-Tijd, ex-NCRV, ex-NOS en nu voor de GPD) over Amerika, de Engelsen, dejournalistiekenhetleven van een correspondent. "Voor een journàlist is Amerika een zeer interessante standplaats. Het is het centrum van de politiek, van de wereldpolitiek. De president van de Verenigde Staten geeft een koers aan die ons allen beïnvloedt. Bovendien draagt de grote afstand er toe bij dat er spanningsveld ontstaat, waardoor je werk daar een extra dimensie krijgt. Londen is wat dat betreft minder spannend, hoewel Engeland cultureel bepaald niet achterloopt. In Londen gebeuren buitengewoon spannende dingen, met name in de schilderkunst, de literatuur en het theater".

Jason: Raymond van de Boogaard, tot voor kort correspondent in Moskou, zei in een gesprek met Leidraad (een blad voor Leidse academici) dat eenjournaJist niet altijd even terzake kundig hoeft te zijn. Wat vindt u van zo'n uitspraak? Thomas: "Dat ligt er maar aan. Het hangt sterk af van het soortjournalist. Een financieel journalist moet van zijn gebied heel veel af weten. Elke gespecialiseerde journalist moet op zijn gebied deskundig zijn. Wat dat betreft zou ik zijn uitspraak dus niet willen onderschrijven. Maar als Van de Boogaard doelt op het algem ene correspondentschap, dan ben ik het met hem eens. Voor een land als Rusland, waar wij in feite weinig van af weten, moet een correspondent een omnivoor zijn. Niet alleen de politiek is interessant, maar ook de vraag hoe de gemiddelde Rus leeft, wat hij eet, drinkt, en wat een Rus in zijn vrije tijd doet. Deze veelzijdigheid wordt ook van een Lon d ense correspondent verlangd. Door

De financii}le markt. Wie hier als journalist werkt, moet een specjaJjst zJïn.

d e politieke machtspositie van Thatcher is van dat front weinig nieuws meer te melden. De Iron Lady heeft voor de derde keer de verkiezingen gewonnen. Wat zij wil is genoegzaam bekend. Dat is niet meer interessant, al thans journalistiek gezien. Politiek is Engeland op het ogenblik niet spectaculair. Dit betekent voor mij dat ik mijn verhalen uit andere hoeken moet halen".

Humoristisch Jason: Wat zijn de verschillen tussen de Amerikaanse en de EngelsejournaJistiek? Thomas: "Het schrijven van goede, boeiende en tegelijkertijd humoristische verhalen is nog steeds een Engelse specialiteit. Zelfs de New York Times kan dat niet. Maar de Amerikanen zijn ons voor in het zogenaamde "investigative reporting", het grondig uitspitten van een onderwerp. V oor dat werk heb ik zeer veel respect gekregen. Engeland heeft een uitstekend aanbod van kranten. De Times en de Daily Telegraph ver-

Interview met Haye Thomas door Gervaise Frings, redactielid vlin Jason Magazine.

tegenwoordigen de wat behoudende denkbeelden, de Guardian is pro-Labour. Sinds een jaar hebben we dan nog de Independent, een uitstekende k rant "van het midden". De Engelsen hebben daarnaast een uitermate grote behoefte aan bloot en seksverhalen. Deze behoefte wordt door het ruime aanbod van boulevardbladen bevredigd". "Het Victoriaanse Engeland heeft naar mijn mening een sexsyndroom, men smult van al die verhalen. Ook bevredigt de boulevardpers de overmatige belangstelling voor het koningshuis. Daarover is alles nieuws. H et is een totaal ander manier van journalistiek bedrijven dan bij ons. In Nederland leeft dat allemaal veel minder. Wij zijn wellicht te nuchter. Elk volk krijgt de kranten die het verdient",

Jason: Is er verschil in de berichtg e ving over Nederland in de Amerik aanse en Engelse pers? Thomas: "Jazeker. In Amerika wordt slechts incidenteel over Ned erland geschreven. Daardoor is elk artikel van belang. Je krijgt dan, dat in zo'n artikel verschillende negatieve berichten verwerkt worden. Amsterdam kreeg bijvoorbeeld enorme kritiek op zowel de drugspolitiek, de vervuiling en het kraken. Ondanks dit alles heeft de gemiddelde Amerik aan geen negatief beeld van Nederland. Hij beschouwt ons nog steeds als schattig, omdat het beeld van klompen, koeien, tulpen nog recht overeind staat. J e moet er overigens vanuit gaan dat deze gemiddelde Amerikaan weinig van Nederland weet. Dit kwam weer pijnlijk tot uiting tijdens een culturele uitwisseling


16

Londen, de nieuwe thuisbasis van Haye Thomas.

met Texas. Minister Brinkman stond aan het hoofd van de omvangrijke delegatie. Tijdens een ontvangst in Dallas werd hij door de gouverneur van Texas verwelkomd met de woorden: "Welcome minister of culture from Belgium". "De Engelsen daarentegen voelen zich veel meer bij de Nederlandse zaak betrokken. Er wordt ook veel meer over ons geschreven. Wij zijn tenslotte buren. Maar ook Engelsen zijn in de eerste plaats in zichzelf geïnteresseerd. Ze zitten wel in de EG maar het zijn geen Europeanen. Ik betwijfel of ze Europees denken".

TV belangrijker Jason: Hebben Engelse kranten invloed op de verkiezingen? Thomas: "Jarenlang hebben de kranten de verkiezingen heel sterk beïnvloed. Zij waren de voornaamste nieuwsbron. Vooral de zondagskranten hadden er een handje van hun invloed aan te wenden om de verkiezingen te beïnvloeden. De tv is echter veel belangrijker geworden. Bij de laatste verkiezingen is dit heel duidelijk geworden. Ook hier gaat het de Amerikaanse kant op, waarbij de nacht van de verkiezingen een enorme happening is geworden. De kandidaten zijn zich ook zeer bewust van de macht van dit medium. Ze gebruiken het graag. Sommige politici volgen eerst een cursus om te leren zo voordelig mogelijk over te ko-

men". Jason: Thatcher zou bij zo'n cursus baat kunnen hebben, zij komt zo koel en hard over. Thomas: "Zij is gewoon een hele harde tante. Zij is zelfs meer dan vroeger van haar gelijk overtuigd. Voor de meningen van anderen, voor zover deze niet met die van haar stroken, krijgt ze een groeiend ongeduld. Mevrouw Thatcher is geen vrouw

die compromissen sluit".

Jason: In Engeland bestaat voor een westers land relatief veel armoede. Zal de winter deze armoede nog eens extra benadrukken? Thomas: "Zeker, met name voor een hoop bejaarden, die alleen leven en weinig geld hebben. Van hen komen velen de winter niet door. Dat is helaas een bekend verhaal: het melkflesje dat bij de voordeur staat wordt niet meer binnengehaald, de buren slaan alarm. Hier zie ik voorlopig geen verandering in komen. De zorg voor ouderen is in Engeland veel slechter dan in Nederland. Nu magje Nederland wel de wereldkampioen bejaardentehuizen noemen. In Engeland is het altijd zo geweest dat de charitas voor de ouderen zorgde. In Nederland is dat kwartje voor de kollektebus een extraatje. In Groot-Brittannië is het bittere noodzaak. Ieder jaar wordt er weer gevraagd: Geef die oudjes wat extra met de kerst. Uiteindelijk gebeurt dat wel, maar het gebedel en gesjacher voor die centen is voor de ouderen vernederend en pijnlijk".

Rassenrellen Jason: In de Nederlandse pers leesje regelmatig over rassenproblemen in Engeland. Bericht de Engelse pers hier ook over? Thomas: "Ja, de rassenproblemen zijn hier enorm en gaan gepaard met veel geweld. Onlangs nog is er een agent gevierendeeld en wilden de daders zijn hoofd op een stok zetten. Er zijn hier getto's en onder de kleurlingen is de werkeloosheid enorm. Maar onderling zijn er ook rassenstrijden. De Caribbeans staan er het slechtst voor en hebben op hun beurt weer een afkeer van de veel snellere en gewiekste Paki's. Deze en de Indiërs zijn veelal terug te vinden in de kleine middenstandsgroepen. Ze

runnen groente- en krantenwinkeltjes en zijn bereid zo'n winkeltje in familieverband van 8 uur 's ochtends tot 12 uur 's avonds open te houden - ideaal voor werkende mensen. Die Paki's en Indiërs zijn meesters in de dienstverlening en bouwen als zodanig sneller een beter bestaan op, wat dan onderling tot grote fricties leidt. Ook de strijd tussen de geloofsverschillen, zoals tussen de Sikhs en de Hindus, begint zich steeds meer te manifesteren. De rassenproblemen zijn hier veel heviger en gewelddadiger dan in Nederland".

Jason: Denkt u dat de hereniging van Ierland ooit een feit zal zijn? Thomas: "De hereniging is in theorie mooi, maar in de praktijk vraag ik mij af of de betrekkelijk arme republiek Ierland die zorg er wel bij kan hebben en of ze het echt wel wil. Het idee van de hereniging leeft in beide (grote) politieke partijen. Het is een langdurend drama, kost hopen geld en vereist dat er continu een leger van zo'n 15.000 man permanent in staat van paraatheid is. Het wederzijds wantrouwen, de argwaan en de haat is zo groot, dat de partijen helaas niet met elkaar kunnen praten. Ik zie de Ierse kwestie voorlopig dan ook niet opgelost".

Tunnel Jason: Laatste vraag: Hoe staat het met de tunnel onder Het Kanaal? Thomas: "We naderen het uur van de waarheid. Het geld is er en de aandelen worden uitgegeven. Maar niemand durft met zekerheid te zeggen of de tunnel tussen Frankrijk en Engeland er komt. Daarvoor is er teveel gebeurd in het verleden. Maar men is nog nooit zover gekomen als nu. Als er een stokje voor wordt gestoken, dan zal dat wel een Engels stokje zijn, zoals in de jaren zeventig. Onder de regering Wilson zijn toen plotsklaps alle graafwerkzaamheden stilgezet, onder meer uit geldgebrek. Ik vraag me overigens af, of de Engelsen de tunnel eigenlijk wel willen. Ze vinden het idee leuk, het intrigeert ze, maar of ze het nog zo leuk vinden als hij er eenmaal is, dat weet ik niet. In feite is Engeland dan immers geen eiland meer".


17

Perestrojka? Benny HilI op Russische tv! Voor Sergei Melnikov, sinds twee jaar correspondent van het Russisch persagentschap Tass in Den Haag, begint elke dag op dezelfde wijze. ..Ik sta om zeven uur op, en neem alle ochtendkranten van de dag door. Het belangrijkste Nederlandse politieke nieuws geef ik per telex door naar Moskou. Dit alles moet voor acht uur gebeurd zijn. Het is dus elke ochtend een haastklus". Behalve voor Tass schrijft Melnikovvoordiverse bladen in zijn vaderlandover het wel en wee van de Nederlandse samenleving, over uiteenlopende zoals het voetbalvandalisme en daklozen in Amsterdam. Melnikov studeerde economische wetenschappen aan de Universiteit van Moskou. Daarna volgde hij een acht maanden durende cursus "Europese integratie" in Amsterdam, om vervolgens zijn master degree economie in Moskou te halen. Over zijn dagelijkse werkzaamheden vertelt hij verder: "Tot het middageten neem ik wat Nederlandse dag- en weekbladen door voor achtergrondinformatie. In de middag ben ik altijd druk met het bezoeken van conferenties, recepties, congressen en dergelijke. Ik probeer dan wveel mogelijk contacten te leggen in de politieke kringen om aan mijn achtergrondinformatie te komen. Verder werkt Tass samen met het ANP. Daar krijg ik dus ook veel informatie van",

"Ik moet trouwens zeggen dat ik het altijd erg druk heb, want behalve de nationale politiek gebeurt er hier in Den Haag ook alles op het gebied van de internationale politiek zoals de EG en NAVO. Maar als ik het echt te druk krijg, kan ik altiid nog een beroep doen op mijn coIlega's van de Pravda in Brussel".

Voetbalvandalisme Jason: Over welke onderwerpen schrijft u, behalve politiek? Melnikov: "Ik zal een voorbeeld geven. Een paar weken geleden heb ik een artikel geschreven over het voetbalvandalisme in Nederland. Het is interessant om te zien wat de Nederlandse overheid doet ter bestrijding van dit probleem, omdat het ver-

schijnsel zich de laatste jaren ook in de Sovjetunie voordoet. Of, om een ander voorbeeld te noemen, het probleem van de dakloze jongeren in Amsterdam. En ook veel culturele onderwerpen, zoals over het Russisch staatscircus, dat nu weer in Nederland optreedt".

Jason: Wat voor een soort berichtgeving krijgt de Sovjetburger over Nederland? Melnikov: "Zoals ik al zei, neemt Nederland zowel wat de NAVO als wat de EG betreft een apart positie in. De Nederlandse houding ten aanzien van het opstellen van kernwapens op haar grondgebied was uniek en dus interessant als nieuws. Ook binnen de EG neemt Nederland een apart standpunt in. Terwijl iedereen het er over eens was dat de top in Kopenhagen mislukt was, zei premier Lubbers dat de top toch een succes was, omdat hij in de toekomst mogelijkheden zag om nader tot elkaar te komen. Zo'n uitspraak van Lubbers staat dan zeker in de kranten in de Sovjetunie". "Die unieke positie van Nederland maakt mijn werk erg interessant. Het was voor mij in het begin wel moeilijk om de achtergronden te analyseren. Maar Nederlandse collega-journalisten zijn altijd wel bereid om het een en ander uit te leggen". "Mede door de Perestrojka is er een toenemende belangstelling voor Westerse dingen in mijn vaderland. Ik schrijf nu een artikel over de KLM en Schiphol. Schiphol is het

Interview door Gert-Jan Stempher, redactielid van Jason Magazine, met Sergei MeJnik ov, journalist voor het Russisch persagentschap Tass in Den Haag.

beste vliegveld van de wereld. De KLM is wat service betreft een van de betere maatschappijen. Daarvan is voor ons op organisatorisch gebied nog veel te leren".

Brief Sacharov Jason: Wat zijn de gevolgen van de Perestrojka voor de journalistiek in de Sovjetunie? Melnikov: "Laatst is er een ingezonden brief van Sacharov geplaatst, waarin hij pleitte voor vrijlating van de politieke gevangenen en terugtrekking van Russische troepen uit Afghanistan. Dit leek mij een aantal jaren geleden nog ondenkbaar. De laatste twee jaar worden er regelmatig ingezonden brieven van zogenaamde dissidenten geplaatst. Er is geen censuur voor journalisten in de Sovjetunie. Behalve voor berichten die zouden oproepen tot oorlog of wiets. Maar kritiek op bestuursambtenaren komt regelmatig voor en heeft ook zijn uitwerkingen". "Er is ook wel sprake van zelfcensuur. Je weet niet precies wat wel en wat niet mag. Hoewel ik daar niet zo veel last van heb, want ik stuur mijn berichten op naar Moskou en zie niet precies wat ze daar van plaatsen".

Jason: De top van Gorbatsjoven Reagan is gadegeslagen door drieduizend Amerikaanse journalisten en slechts een honderdtal van uw landgenoten. Waarom zo weinig? Melnikov: "Dat komt omdat niet iedere plaatselijke krant een buiten-


18

" KLM en Schiphol, daar kunnen we nog veel van leren ".

'-

landse correspondent heeft. De buitenlandse nieuwsgaring voor de Russische media is voornamelijk in handen van de correspondenten van Pravda en Tass".

Jason: Wat betekent de Perestrojka voor u persoonlijk? Melnikov: "Perestrojka betekent voor mij, dat ik naar mijn favoriete programma Benny Hili op SuperChannel kijk. Dan schakel ik naar de Russische zender over, die ik per schotelantenne ontvang, en daar zie ik hoe in het programma "Before midnight after midnight" Benny Hili opnieuw het kleine kale mannetje op zijn kop slaat". "Voor de gemiddelde Sovjet-burger betekent de nieuwe politiek echter, dat hij vooral harder moet werken. En voor sommige bureaucraten, die tot nu toe machtsposities in handen hadden, is dat een hard gelag. Er moet op een efficiêntere manier gewerkt worden dan nu. Verder is dit jaar de mogelijkheid geschapen voor particulier initiatief, zoals het beginnen van een restaurant of een taxionderneming. Maar de mensen zijn nogal aarzelend voor dit soort initiatieven. Je moet niet vergeten dat de overheid decennia lang dit soort

ideeên heeft verworpen. En nu is er plotseling alle ruimte voor".

Geen verzinsel Jason: Is het niet zo, dat de Sovjetburger aarzelend tegenover het particulier initiatief staat omdat de hele Perestrojka afhankelijk is van de figuur Gorbatsjov? Melnikov: "Nee, ik herhaal de woorden van Gorbatsjov: Perestrojka is de uitdrukking van de wil van de bevolking die wij ten uitvoer brengen. Perestrojka komt van onder en is niet een verzinsel van het Kremlin".

Jason: Wat vindt u van Nederland? Melnikov: "Wat mij opvalt is dat Nederland, om maar eens een cliché te gebruiken, een klein land is, maar werkelijk in de meest uiteenlopende zaken uitstekend georganiseerd is. Nederlanders houden van aanpakken, zelfs hun land winnen ze op de zee".

Jason: En een negatiefpunt? Melnikov: "De hoge werkloosheid, de daklozen. Dat is in de Sovjetunie onvoorstelbaar. Iets waar ik het ook

-

volstrekt niet mee eens ben, is de visie op de mensenrechten. Nederland heeft nogal wat commentaar op de Sovjetunie ten aanzien van de mensenrechten. Mijns inzien kan men geen juist oordeel vormen wat er in een ander land met een andere cultuur plaatsvindt".

Jason: Heeft u hier een sociaal leven in Nederland? Melnikov: "Ik heb één echte Nederlandse vriend, een journalist. Verder ben ik gek van voetbal. Spartak Moskou is mijn favoriete club. Het is een jonge, aanvallende ploeg. Zij spelen aantrekkelijker voetbal dan dat automatenvoetbal van Dynamo-Kiev. Hier heb je ook zo'n club: PSV. Trouwens, er heeft een heel artikel in een Russisch sportblad gestaan hoe het de wereldsterren van Nederland in 1974 is vergaan. Van de keeper Jongbloed tot en met Neeskens, waar het trouwens minder fraai mee is afgelopen. Het huidige Nederlandse elftal zal het wel ver schoppen met een wereldster zoals Ruud Gullit. Maar op het komende EK in Duitsland heeft het Russische elftal toch de beste

kansen".


19

"Ik snoepte het nieuws voor ieders neus weg" "Ik ben in mijn diensttijd. dat was na kort de oorlog, in Engeland opgeleid Dat was best een voorrecht, want ik was mijn stadje Schoonhoven nog nooit uit geweest. Ik hoopte eigenlijk dat ik daardoor niet naar Indiê zou hoeven, hoewel dat in die tijd wel zo'n beetje in de lijn der verwachtingen lag. En inderdaad: drie maanden later moest ik met de boot naar Indiê. In Indonesiê ligt ook mijn journalistieke bakermat. Ik was gestationeerd op een buitenpost en kwam in contact met een man die bij een krant werkte en die niet in dat gebied kon komen. Hij vroeg mij wat voor zijn krant te schrijven". Aan het woord is Joop van Os, tot voort kort correspondent van het NOS-Journaal in Brussel, waar hij zowel de Belgische politiek, de NAVO als de EG heeft verslagen. "In 1950 kwam ik terug, ik was toen 25. Mijn hoofd stond helemaal niet naar een staatsexamen en mede daarom besloot ik verder te gaan in de journalistiek. Ik ben uiteindelijk begonnen bij het Parool. Na een aantaljaren ben ik bij de NRC terecht gekomen, waar ik elke dag een pagina politiek overzicht moest schrijven. Dat heb ik tien jaar gedaan. Het gekke was, dat dat overzicht ook gekocht werd door de Volkskrant. Het kwam dus 's avonds in de NRC en de volgende ochtend in de Volkskrant. Dat beet elkaar niet, hè. De Volkskrant had zijn eigen politiek redacteur die het politieke geweten van die krant vormde. Ik was alleen de verslaggever die een zo objectief mogelijk verslag van de dagelijkse gebeurtenissen in Den Haag schreef".

Televisie " Na die tien jaar kreeg ik een soort algehele black out. Ik dacht: "Zo wil ik mijn pensioen niet halen". Toen zag ik een advertentie staan, waarin ze voor de tv, die toen nog niet zo lang bestond, een redacteur voor de rubriek "Achter het nieuws" vroegen. Zo ben ik de eerste parlementaire redacteur van de Nederlandse tv geworden. Dat was voor de VARA. Na anderhalf jaar ben ik met weder-

De bekendste inwoner van Brussel.

Interview met Joop van Os, tot voor kort corresponden t van het NOS-Journaal in Brussel.


20

,,-.

Het Europees Parlement: "Een grote farce ",

zijds goedvinden overgestapt naar iets wat ik werkelijk heel interessant vond: de functie van voorlichter van de PvdA. Er was in die tijd, 1963, geen partij in Nederland die een persoon voor zo'n functie in dienst had. En dat moest ik plotseling gaan doen! Ik heb die keuze nooit betreurd,. Het was een geweldige tijd. Je moetje voorstellen: ik verdeelde mijn tijd tussen de partij en de fractie. Ik kon alle bijeenkomsten bijwonen". "Vier jaar later werd mij gevraagd of ik een soort parlementaire rubriek bij de NTS wilde starten, want die hadden daar op dat moment de mogelijkheden toe. Toen heb ik de rubriek "Den Haag Vandaag" opgericht. Ik geloof dat ik zelfs de naam nog heb verzonnen. Dat is in 1968 van start gegaan. Gedurende twee jaar heb ik het alleen gedaan. Met iedere avond vier en een halve minuut

vlak voor het nieuws van acht uur. Na die twee jaar ben ik hoofd actuele programma's bij de NOS geworden. Onder actuele programma's hoorde van alles, zowel Den Haag Vandaag, Panoramiek als alle directe uitzendingen, bijvoorbeeld de maanlandingen en de verkiezingen".

Brussel "Weer zeven jaar later kwam de post in Brussel vrij. Ik dacht toen bij mijzelf: dit is je laatste kans om actuele journalistiek te bedrijven. In 1977 kwam ik naar Brussel. Ik had daarbij een benijdenswaardig voordeel. Door die lange ervaring kende ik ied ereen. Al die ministers die naar Brussel kwamen, had ik als beginnend politicus zien arriveren op het Binnenhof. Zoals bijvoorbeeld Frans Andriessen, die nu EG-commissaris is".

"Ik was ook de enige full-time medewerker van het Journaal die in het buitenland bezig was. Al onze andere correspondenten werken eigenlijk voor kranten. Het Journaal en de krant delen dan de kosten zoals de huur van je huis, vervoer, telefoon, kantoorbenodigdheden en cameramensen. Bij de EG en bij de NAVO kun je wel gebruik maken van de daar aanweizge apparatuur. Maar dan ben je wel erg afhankelijk van anderen. Je moet op je beurt wachten. Armere landen moeten dit noodgedwongen wel doen. Maar het Nederlandse Journaal vereist snelheid. Daarom kun je niet zonder een eigen ploeg werken". "Er waren elke avond zes journaals, die ik als potenti!!le klanten kon beschouwen. We mikten op acht uur, maar het kon ook dat er een verkorte versie in het half elf Journaal mee-


21

ging. Maar dan wel met een andere tekst. Het half zes journaal heeft weer een ander karakter. Dan moest ik in de studio zitten voor een gesprekje of zoiets".

Afsnoepen "Door de bank genomen begon ik om tien uur 's ochtends te werken. Dan had ik de ochtendbladen gelezen en op de radio het actuele nieuws gehoord. Ik keek dan in mijn agenda wat er die dag ging plaatsvinden aan conferenties, vergaderingen en toespraken. Vervolgens trad ik in contact met de redactie en vroeg wat zij wilden hebben. Zij gingen na wat zij die dag binnen zouden krijgen en zo werden we het eens over mijn bijdrage voor de verschillende journaals. Dat bepaalde een beetje mijn werkwijze die dag. Dan ging ik wat telefoontjes plegen met bijvoorbeeld de voorlichtingsdienst van premier Martens om te zien waar hij op welk moment van de dag was en of ik binnen kon komen". "Contacten zijn heel belangrijk. Het behoort eigenlijk zo te zijn dat een nieuwkomer het boekje met telefoonnummers van zijn voorganger overneemt. De weggaande man behoort zijn contacten in te seinen over de komst van zijn opvolger". "Er is natuurlijk groot verschil of je voor een krant werkt, of voor de televisie. De tv gaat veel minder diep op de onderwerpen in en geeft slechts vingerwijzingen die ervoor zorgen, dat mensen hun krant grijpen om te lezen hoe de zaak precies zit. Daar is een krant heel goed voor en die heeft daar ook de ruimte voor".

"In totaal zijn er in Brussel 400 geaccrediteerde buitenlandse correspondenten. Dat is op Washington na de grootste dichtheid ter wereld. De collega's gaan goed met elkaar om. Ik heb altijd geprobeerd mijn bijdrage te leveren aan dat "aan elkaar wat toespelen". Maar dat komt eigenlijk voort uit een schuldgevoel dat ik had. Een schuldgevoel waar ik zelf eigenlijk niets mee te maken had, maar dat voortvloeide uit een bevoorrechte positie die ik innam. Met het avondjournaal snoepte ik al het nieuws voor de neus van de ochtendbladen weg. Dat was best een zorg voor die jongens en dat zeiden ze mij ook. Dit kon tot komische situaties

De Grote Markt テ始 Brussel.

leiden. De redacties van de kranten zagen dan om zeven uur bepaald nieuws op het Journaal en belden dan om twintig over zeven hun correspondenten in Brussel op met de vraag, waarom zij het betreffende nieuws nog niet binnen hadden. Ik heb er dan ook een regel van proberen te maken hen te vertellen hoe mijn agenda er voor die dag zou gaan uitzien; waar ik naar toeging en wie ik ging interviewen. Ze mochten er zelfs bij zitten". "Of ik in Europa ruimte zie voor een zender die 24 uur per etmaal nieuws uitzendt? De BBC is daar allang mee bezig, met een hele grote redactie. En de Duitsers zijn daar ook heel geheimzinnig mee bezig. Zij zoeken samenwerkingsverbanden en afname en omdat het binnenkort toch mogelijk wordt alles te ondertitelen. Het is onvermijdelijk, alleen zullen de kleine landen het waarschijnlijk niet kunnen betalen. Maar de mogelijkheid van ondertiteling is er".

Vervelend "Er waren een paar dingen die ik erg vervelend vond en ook een beetje geweigerd heb te doen. Het Europees parlement bijvoorbeeld. Dat is テゥテゥn grote farce, een grote schijnvertoning. Het parlement heeft geen enkele bevoegdheid, behalve met de begroting maar dat is marginaal. Ik heb aan het begin van mijn loopbaan in Brussel meegemaakt dat ik naar het parlement ging, waar net een motie was aangenomen dat de landbouwprijzen met veertien procent zouden moeten stijgen. Ik vertel dat dus 's avonds na de gongslag op het nieuws van acht uur en alle boeren vertellen het hun vrouw. Een week later stelt de ministerraad de stijging van de prijzen vast op drie procent. Het parlement is daarmee gewoon overruled. Dat die kerels hun pint bier op dat moment tegen de tv-buis te pletter gooien en zich afvragen wat een schandelijke voorlichting dit is, kan ik mij zeer goed voorstellen.


22

Ik heb dan ook geweigerd het parlement au serieux te behandelen in mijn verslaggeving. Ik ben er dan ook nooit meer geweest. Alles watje daar doet is farce. Het is een schimmenspel dat daar wordt opgevoerd. Een zeer duur betaald schimmen-

spel". "Overigens verwondert het mij niet dat het met de EG zo moeilijk gaat. Je moet er een aantal jaren, zo niet een generatie voor uittrekken voordat dat echt gaat lopen. Maar als je een parlement opricht zonder daaraan beslissingsmacht te geven, dan overtreedt je een van de belangrijkste spelregels van de democratie. De ministerraad mag geen enkele mogelijkheid hebben om aan de beslissing van het parlement te ontkomen. Daar gaat het om. Het parlement is de stem van het volk. Ik zal niet zeggen dat we op de verkeerde weg zijn, het is minimaal wat er gebeurt, maar

zelfs dat minimale is zo belangrijk dat we door moeten gaan. Er zijn veel dingen die mij een trots gevoel geven. Als ik met vakantie naar Italië ga en ten zuiden van Napels kom en zie dat daar een autoweg is aangelegd met geld van de Europese Gemeenschap, dan wordt ik daar toch even

stil van",

Amerika en EG "Kijk, de Amerikanen zien de gehele EG als een grote protectionistische manoeuvre om Amerikaanse produkten buiten de deur te houden. Tot die visie zijn zij steeds meer genegen. Zij zien de EG als een grote machinerie die alles subsidieert wat er te subsidiëren valt, en dat op een onechte manier, zodat de arme eerlijke Amerikaanse boer niet meer op de markt terecht kan, omdat hij duurder moet zijn. Vroeger waren de Amerikanen nog wel eens bereid tot coöperatie,

maar mede dankzij het heersende politieke klimaat daar is dat thans niet meer zo. De Amerikanen stellen zich bikkelhard op. Er zijn hele direkte uitspraken gedaan, die neerkwamen op de aankondiging van een zeer harde concurrentiestrijd tussen de EG en de VS". "Deze verhouding komt vreemd over, omdat aan de NAVO-kant van de relatie Europa en de VS steeds proberen om tot een consensus te komen. Daar is de sfeer wederzijds zeer vriendelijk, terwijl men op het gebied van de handel in een regelrechte oorlog lijkt te zijn. Japan is een apart probleem. Een boycot van Japanse goederen is ooit eens geprobeerd door de Fransen. Door de Japanse export-produkten op te slaan in Orleans en ze maanden te laten wachten op inklaring, maar dat heeft ook niet geholpen".


23

"Nederland is journalistieke goudmijn" De correspondent van het Franse dagblad Libération, Sylvain Ephimenco. wordt door de Nederlandse krantenenmagazines steeds vaker benaderd. De lange Fransman spreekt dan ook vloeiend Nederlands en de onafhankelijkheid van zijn krant staat borg voor professionele en degelijke journalistiek. Als U-jarige begonnen als sportverslaggever voor een plaatselijk blad, is hij tien jaar geleden op avontuur naar Nederland gekomen om zich, door het opsturen van .,stukkies" naar Libération, vervolgens in '84 een correspondentschap te verwerven. "Libération had hier geen correspondent; door allerlei omstandigheden, een Nederlandse vakantieliefde (nu zijn vrouw) en de zucht naar avontuur, ben ik in Nederland terecht gekomen. Vanuit hier ben ik toen artikeltjes naar Frankrijk op gaan sturen, die blijkbaar in de smaak vielen en vanaf '84 besloot de krant mijn verblijf een officieel correspondentschap te noemen". De dertigjarige Sylvain Ephimenco heeft er op die manier toe bijgedragen, dat Nederland in verhouding veel aandacht krijgt in zijn vaderland. Het NRC Handelsblad schreef naar aanleiding van een gesprek dat deze krant met Ephimenco had, dat er in Nederland niet veel gebeurt en er eigenlijk niet veel over te schrijven is. De Franse correspondent is het daar absoluut niet mee eens en is wat dat betreft door het NRC verkeerd geciteerd. "Nederland is voor een journalist juist een goudmijn. Er gebeurt hier enorm veel op het gebied van maatschappelijke vraagstukken", aldus Ephimenco. Volgens hem speelt Nederland nog steeds een voortrekkersrol met name in de ethische, humane problematiek, zoals euthanasie, sexualiteit, minderheden en drugs. Eigen beleid "Daarin voert Nederland een eigen beleid, niet alleen in Europa maar in de hele wereld". Natuurlijk is Nederland politiek niet zo interessant. En financieel-economisch zijn wij in de wereld ook geen voorpaginanieuws. Schandalen of andere schokkende onthullingen zijn bij ons niet aan de

orde van de dag. Voor Nederland ontegenzeggelijk een goede zaak, maar voor een correspondent niet leuk. Dit alles heeft van Ephimenco, niet tegen zijn zin overigens, een "specialist" gemaakt in immateriele zaken. Een gebied waarop Nederland veel te zeggen heeft. In ons land zijn ongeveer 100 correspondenten geregistreerd. Corresponden ten die in het algemeen minder financieel! economisch of politieke verslaggeving plegen; de sociologi sche wetenswaardigheden uit de Lage Landen trekken meer de aandacht. Ephimenco: "Een stuk over Nederlandse politiek komt moeilijk in mijn krant, Nederland is geen macht, daardoor niet interessant". De Fransman is van oudsher niet wezenlijk in het buitenland geïnteresseerd, hoewel dat volgens de correspondent van Libération aan het veranderen is. Zijn krant, een soort kruising tussen het NRC, de Volkskrant en Vrij Nederland, besteedt veel aandacht aan buitenlands nieuws. Le Monde (de kwaliteitskrant bij uitstek, volgens Ephimenco) opent zelfs met het nieuws uit het buitenland. Ephimenco: "In Frankrijk is er een trend om meer over de grens te kijken, zeker wat Europa betreft. De Fransen beginnen te beseffen dat de rol van hun land in de wereld, wezenlijk is veranderd. Nationalisme leidt tot niets. Wij (journalisten) moeten daar aan werken, wij moeten dat duidelijk maken. Libération heeft dat in zijn vaandel staan. Wij streven er naar in de jaren '90 een Europese krant te zijn".

Interview met de correspondent van h et Franse dagblad Libération, Sylvain Ephimenco, door Eugen van de Pas.

Sombere dag De dag dat ik met Ephimenco spreek is voor hem een sombere. Op weg naar Dordrecht, de woonplaats van de correspondent, hoor ik op het nieuws dat Frankrijk vijftien Iraanse ballingen het land heeft uitgezet, een vervolg op de bei!indiging van de ambassade-oorlog. Ephimenco: "Als ik zo iets hoor spring ik uit mijn vel. Frankrijk is op zo'n manier niet geloofwaardig. Het nationaal belang is meer dan het vrij krijgen dan die twee gijzelaars. Hierdoor wordt het land chantabel en lijkt ze tot elk compromis bereid. Frankrijk gedraagt zich dan op gênante wijze tegenover zijn Europese partners. Het moet beseffen dat het politiek ook tot Europa behoort en met zijn bondgenoten één lijn trekken. Niet alleen de huidige rechtse regering is tot zoiets in staat, ook socialistische kabinetten hebben dit soort akkefietjes geflikt. Hoewel de linkse politici in Frankrijk meer "realpolitiker" zijn". Ephimenco vindt dat hij van Nederland een goed beeld schetst in de Franse pers: "Ik schrijf zoveel over dit land, dat onderhand het beeld aardig compleet is. De Nederlanders die mijn artikelen lezen, hier en in Frankrijk, zeggen mij dat het beeld dat ik schets overeenkomt met dat wat zij van Nederland hebben". Dat daarentegen vaak incidenten in de internationale pers overbelicht worden, hebben de Nederlanders aan zichzelf te danken. Wij hebben de neiging incidenten op te blazen, volgens Ephimenco. Een voorbeeld is in zijn ogen de antisemitische en racistische golf in Ne-


24

derland. Ephimenco bagatelliseert de uitingen hiervan niet, integendeel er is zeker iets aan de hand, maar het Nederlandse volk reageert massaal zo verontwaardigd op mistoestanden, dat eigenlijk geconcludeerd moet worden dat ons land in de kern nog steeds erg tolerant is. Een voorbeeld is de moord op Kerwin Duinmeier, die na vier jaar nog steeds zeer veel emoties oproept. Twintig Kerwins Wat dat betreft kan Frankrijk nog veel van Nederland leren, aldus Ephimenco: "Ik weet dat er in Frankrijk vreselijk racistische moorden gepleegd worden, daar lees je niks over. Philip Freriks (NOS en Volkskrant) en Peter van Dijk (NRC) berichten daar ook niet over. In de laatste drie jaar heb ik zeker twintig Kerwin Duinmeier-moorden in Frankrijk geteld. Nog veel erger dan in Neder-

land, voor zover je van erger kunt spreken. Die moorden worden daar door militairen gepleegd. Door mensen met maatschappelijke, openbare functies. Het is onbegrijpelijk dat zoiets, dat structureel en diep in Frankrijk leeft, niet aan de kaak gesteld wordt". De houding van Ephimenco zou je haast Nederlands kunnen noemen. Hij praat over zijn vaderland zoals Nederlanders dat ook vaak doen, de vuile was buiten hangen. Dat maakt hem, zoals hijzelf zegt, als journalist niet verdacht als hij vermeend Nederlands chauvinisme bekritiseert (in de HP heeft hij dat gedaan, EvdP). Sinds enkele weken is Sylvain Ephimenco benoemd tot correspondent van de Benelux (vandaar ook zijn centraal gelegen woonplaats Dordrecht). Geeft hem dat als correspondent meer aanzien? "Ik ben niet op

Nederland uitgekeken, maar ik vind wel dat ik dit land goed gecovered heb. Ik ben heel blij met deze benoeming, het betekent weer nieuwe uitdagingen. Of het mij meer aanzien geeft, interesseert mij niet, dat heb ik niet nodig, ik weet dat de krant mijn artikelen goed vindt en dat ik veel gelezen wordt, dat telt voor mij. Er is in het correspondentenvak wel sprake van hi!!rarchie. Een correspondentin Duitsland ofNew Vork wordt toch als belangrijker gezien dan een correspondent in een klein land zonder politiek gewicht. Ik zou echter geen politiek verslaggever willen zijn. De lezers zien liever ĂŠĂŠn van mijn stukken dan een verhandeling over de Reagan-economie. Moskou trekt mij wel, over Rusland zijn mooie artikelen te schrijven". Sylvain Ephimenco is pas 30 jaar, dus wie weet?


WAT ISJASON Jason is in 1975 opgericht door een aantal jongeren om te voorzien in een duidelijke behoefte van jongeren aan evenwichtige informatie over internationale vraagstukken. Jason is niet gebonden aan enige politieke partij en heeft geen levensbeschouwelijke grondslag. J ason informeert op twee manieren. Ten eerste door de uitgifte van dit blad, dat eens per twee maanden verschijnt. In elk nummer staat een internationaal-politiek thema centraal. Recente thema's waren "Verkiezingen en veiligheidsbeleid", Wapenbeheersingsoverleg tussen Oost en West", "Internationaal terrorisme", en de "Atlantische betrekkingen".

Voor nadere informatie kun je ook de volgende contactpersonen bellen: Amsterdam: Madeleine de Bree 020-837104.

Den Haag: Mariano Cantarella, 070-834278. Den Helder: Pieter Blank, 02230-31224. Eindhoven: Robert van den Heuvel 040-833147. ' Groningen: Patricia Alma, 05906-1404 .

Leiden: Henri-Paul Schreinemachers, 071-120236.

Ten tweede informeert J ason door het organiseren van tal van activiteiten, zoals conferenties, debatten, lezingen, studiedagen, simulatiespelen, wtwisselmgen en de buitenland-borrel.

Utrecht: Yvonne Abrahamsen 030-430897. '

De activiteiten van Jason hebben veel belangstelling gekregen van JOngeren, maar ook van de nationale en regionale pers.

Tilburg: Hakky Raymakers, 013-433200.

~~~ttb~illem Fukkink,

Voor wie een meer compleet overzicht wenst van de activiteiten van Jason ligt op het secretariaat van Jason informatie-materiaal gereed.

r--------------------------------------------------------------------------87/ 6. Ik al?<mneer mij hierbij op Jason Magazine en ontvang tegen betaling van f 30.- zes nummers in de komende twaalf maanden.

Naam: Adres: Postcode{Woonplaats: ..................... ........... ..................... .. .... .. ....... . Telefoon: (U wordt verzocht te wachten met betaling totdat u een acceptgirokaart wordt toegezonden)


INDEX JASON 19,87

87/3. Vluchten kan niet meer. Interview:

Justitie en het grote probleem van de stroom van asielzoekers.

ChieJ de Leeuwen

87/1. De strijd tegen het kwade: Ideaal en macht van de islam. G.A. Wiegers:

Jihad veel rijker begrip dan alleen gewapende strijd of Heilige Oorlog.

Dr. NecmeHin Erbakan: Islam moet wereldwijd het goede over het kwade laten zegevieren. MichaeJ SteÎn:

Oorlog Iran-Irak onvermijdelijk gevolg van tegenstelling Perzen-Arabieren.

Dr, Herman Beek:

Theorie van de islam kent geen verschil tussen kerk en staat.

Dr. L.C. Biege/:

Islamitisch fundamentalisme spreekt vooral jongeren aan.

87/2. China: isolationisme of openheid .

Drs. W.L. van WoerkomChong: Politieke klimaat na de dood van Mao: Opklaringen met hier en daar een buL Interview: Een supermacht die eigenlijk geen supermacht wil zijn. Wicher S/agter: Campagne tegen bourgeois-liberalisme kan hervormingen niet terugdraaien. Interview: Zakendoen in China, kwestie van veel geduld en veel inspanning. H. Kalmann: Einde van het schoudervulling-loze tijdperk in het Hemelse Rijk. VS en West-Europa onderhandelen in Gert-Jan Stempher: nonnenklooster in Veldhoven. Verslag van Jason-simulatiespel.

Hans-Paul Andriessen: Schiphol-Oost "Tijdelijk" verblijf voor vluchtelingen zonder papieren. Hans-Paul Andriessen: Europarlement wil van EG-landen ruimhartiger vluchtelingenbeleid. Interview:

Oplossen politieke problemen helpt aantal vluchtelingen te verkleinen.

Interview:

Vluchtelingenwerk maakt werk van opvang en integratie vluchtelingen.

Liesbeth Laman Trip:

Traiskirchen, droevig symbool van Europees gesol met vluchtelingen.

87/4. Internationale wapenhandel: veel geld weinig principes. l;ert-Jan Stempher: Interview: Interview: Interview: Interview:

In de wapenhandel gaan zaken boven principes. N.ederland gaat bij a~,nschaf van materiaal met over één nacht IJS, "Wapenhandel de hardste handel die er bestaat", "Voor de kleine handelaren valt er niet veel meer te verdienen ", "Nederlandse wapenindustrie moet niet nog groter worden ",

87/5. Berlijn: Voor eens en altijd verdeeld? Wi/Jem Me/ching: Interview: Dick Ko/ster: Maarten Huyink: ChieJ de Leeuw:

Berlijn van hoofdstad tot zone-stad: 1937-1987. "Cultuurexport geen smeermiddel", Duitse rol in Europa: frontèn brug tussen Oost en West. Duits vraagstuk is primair een liberaliseringsprobleem. "De Muur is geen hindernis voor onze wil om één stad te zijn ".

-----------------------------------_._-------------------------------------, Kan ongefr. verzonden worden.

JASON ANTWOORDNUMMER 2187 2501 WBDENHAAG


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.