I
NHOUDSOPGAVE
Hoofdredacteur
REDACTIONEEL
Hans van der Lee
Eindredactie René Dentener Frank Kleibrink
Redactie
DE VORMING VAN HET AMERIKAANSE BUITENLANDSE BELEID
Hans-Paul Andriessen Arthur Cremers Gerard Kreijen Chie[ de Leeuw Onno Maliepaard Jaap Reerink Teun Struyken
Mark D.W Edington van het ' Institute for Foreign Policy Analysis' in Cambridge (V.S.) over de vorming van het Amerikaanse buitenlandse beleid.
2
Dagelijks Bestuu r -Voon.itter. Hendrik-Jan laseur -Vice-voorziner: Frans Princen -Secretaris: Erwin Flipse -Penningmeester: Theo Dersigni -P\Jblic Relalions: Rebecca Meijlink -JCP-Coördinatie: Marianne van Leeuwen ·Act.-COÖrdinatie: Birgiua Luilen
.f '.. ~
.. ... «
• ............. . .. . ~
~: 1,i:ili·;
~.
~ • .....
JII~
.. 4
**.. Algemeen Bestuur
.....
.
•
#' :. ....
.........'fr
Mr. r C M. Caris
Mr. drs. P.H. Goedhan Mr. EA. M. van den Heuvel Drs. A .M . Knaapen El. Marcus R.H. van der Meer E.C.H.M. van de Pas Drs. R.W. Zaagman Drs. D.H . Zandee
Raad van Advies Prof. dr. W. Dekker. voorziner
VAN YALTA TOT MALTA Prof. Jhr. Dr. EA.M. Alting von Geusau schetst het buitenlandse beleid van de V.S. door de jaren heen.
8
Prof. dr. J.ThJ. van den Berg Prof. mr. J .F. GIa.~lra van Loon
Drs. GJ.J .M. Hayen C.C. van den Heuvel HAM Hoefnagels Mr. l.G.N. de Hoop Scheffer R.D. Praaning Drs. W.K.N. Schmelzer Prof. dr. A. van Staden Prof. dr. H.W. Tromp Drs. L. Wecke
Redactie/ Secretariaat Jason laan van M eerdervoort 96 2S 17 AR Den Haag
PRAGMATISME EN 'PEANUTS' Interview met M. van Rossem, •Americawatcher' aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
13 DE ACHTERTUIN VAN HET WITTE HUIS Ruud Bos. doctoraal student politicologie over de actuele ontwikkelingen in Midden-Amerika.
15
telefoon: 070-3605658
ZELFBEWUST EUROPA DWINGT V.S. TOT AANPASSEN Overname van in Jason Magazine
Interview met Cees Wittebrood. specialist op het gebied van de economische consequenties van 1992.
verschenen artikelen kan slechts geschieden in overleg met de redactie.
Druk: Haagse Drukkerijl 5ijthoff Pers.
ISSN 0165-8336
22
18
RED
ACT
ION
E
E
L
Big Brother is watching who? ' Never judge a book by the cover'. Maar soms kan men er niet omheen. De oplettende Jason-lezer zal het zijn opgevallen dat het professionee l ogende, tweemaandelijks verschijnende magazine over internationale vraagstukken toch nog de kleine onvolkomenheden bevatte, die typerend zijn voor alle produkten die volledig afhangen van de vrijwillige inzet van studenten. De redactie windt hier geen doekjes om . Het plaatsen van rectificaties wekte nauwelijks nog verbazing op en de spelfouten glipten met de regelmaat van de klok door onze controle. Het meest ergerlijke was echter de onregelmatige verschijningsfrequentie van het blad. Kortom , een situatie die voor redactie en bestuur van de stichting Jason onhoudbaar was geworden. Een klein jaar geleden is een commissie ingesteld om de organisatorische knelpunten te inventari seren en op te lossen. In samenwerking met Sijthoff Pers is een volledig nieuw en doeltreffend geautomatiseerd produktieproces ontworpen dat vanaf dit nummer zijn intrede maakt. Hetgeen u nu voor u heeft, is de vrucht hiervan. Een nieuwe layout, lettertype en voorkant zorgen voor een aangename visuele prikkeling, die de concentratie verhoogt en het begrip verscherpt. De eerder genoemde onvolkomenheden zullen (hopelijk) definitief tot het verleden behoren. Met mijn opvolger Hans van der Lee aan het roer kan de kwaliteit van Jason Magazine in ieder geval gewaarborgd blijven en kwantitatief een stijgende lijn volgen. Ik wens Hans en zijn team redacteuren hierbij veel succes.
Nu enke le opmerkingen over het thema van dit nummer: het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten. Het wel en wee van de buitenlandse betrekkingen van de VS. wordt u dagelijks gepresenteerd in vele vormen: zij het op de radio, in de krant of op de T.V , zij het vanuit een linkse, rechtse of centrale invalshoek. Waarom was het toch wenselijk om aan dit thema een nummer te wijden? Is het Amerikaanse buitenlandse beleid niet ĂŠĂŠn van de meest uitputtend onderzochte onderdelen van de internationale betrekkingen? Ik denk dat de ontwikkelingen van de afgelopen tijd en ook die in volgende jaren Jasons keuze rechtvaardigt. Wij hanteren graag een 'bird 's eye view '. Overeenkomstig dit principe worden de naoorlogse betrekkingen met de Sovjet-Unie en Oost-Europa in kaart gebracht, de institutionele aspecten van het besluitvormingsproces en de ontwikkeling van het beleid ten aanzien van Centraa l-Amerika besproken. Natuurlijk vormt " Europe 1992" voor de Verenigde Staten zowel een uitdaging als een consolidatie van veertig jaar Amerikaans beleid, dat juist gericht was op verwezenlijking van verregaande Europese integratie. In dit verband wordt de Commissie van de E.G. gevraagd naar de implicaties van een verenigd Europa voor de VS .. Een smakelijk geheel, waarmee u in de ge legenheid wordt gesteld om te oordelen over toekomstige ontwikkelingen op de diverse terremen van het Amerikaanse buitenlandse beleid. O.M.H. Maliepaard (oud-hoofdredacteur)
De vorming van het buitenlandse beleid Aan het begin van de jaren negentig worden de staten waarnaar dikwijls wordt verwezen met "het Westen" of de "geïndustrialiseerde democratieën" geconfronteerd met een aantal veranderingen, waarvan de gevolgen onzeker zijn. De NAVO, gedurende 40 jaar de basis voor defensiesamenwerking tussen de Westerse democratieën, zal van deze veranderingen niet uitgezonderd blijven. De regering van elke lidstaat zal afzonderlijk moeten vaststellen welke veranderingen voor haar en het bondgenootschap aanvaardbaar zijn . Het is daarom van belang, dat zowel politici als burgers beter inzicht krijgen in de totstandkoming van het buitenlandse beleid van de lidstaten. Dit artikel zal een overzicht geven van die instituties en personen die een belangrijke rol spelen bij de vorming van het Amerikaanse buitenlandse beleid. Mark D. W. Eding fon is
'Research AssoCÎote' van het 'Institute lOf
Foreign Policy Anolysis ' (lFPA) in Combridge (Mass.) en Washington,
D. C. Zijn onderzoek is gericht op de vorming van het buitenlandse en veiligheidsbeleid van de
V.5., in het bijzonder met betrekking tor Europa en de NAVO. Hij
is nu aan de 'Fletchef
School of Low en Dip/cr macy' bezig met zijn proefschrift.
Met deze tekst hoop ik de Europese lezers -en speciaal diegenen die minder vertrouwd zijn met dit onderwerp- enig inzicht te verschaffen in het functioneren van de verschillende afde lin gen en diensten die verantwoordelijk zijn voor de vonning van dat beleid. Wat is bijvoorbeeld de 'National Security Council '? Wat is zijn doel , zijn samenstellin g en hoe functioneert deze instelling? Wat is de rol van het 'United States Congress' in zowe l het uitzetten van de algemene beleids-richtlijnen als in het nemen van afzonderlijke initiatieven met betrekking tot het buitenlandse beleid? Hoe zijn belangengroepen e n publieke opinie in dit proces betrokken? Allereerst zal ik het begrip "buitenlands beleid" definiëren en het onderwerp van dit artikel afbakenen. De belangrijkste componenten van buitenlands beleid van een geïnd ustrialiseerde democratie in de jaren negentig zijn: nationaal vei li gheidsbeleid, militair beleid, wapenbeheersing, internationaal hande ls- en financieel beleid, technologisch beleid, alsmede economisch en veiligheids-ondersteunend beleid. Dit artikel zal zich in hoofdzaak richten op bovengenoemde punten en waar nodig aandacht schenken aan andere gebieden .
2
Separate Powers Eén van de opvallendste facetten van de Amerikaanse buitenlandse politiek is dat de 'Separation of Powers', die vaak gezien wordt als hèt kenme rk van het Amerikaanse constitutioneel beleid, juist niet gezien moet worden als ee n gefixeerde institutionele structuur. In feite kan de macht van de regering niet opgesplitst worden. Zij mag dan we l in drieën gescheiden zijn, maar er is een voortdurende spannin g aanwez ig tussen deze drie delen (wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht, red. ): elk van hen voe lt zich verpli cht om zijn bevoegdheden veilig te stellen en waar mogelijk uit te breiden. Op het gebied van het buitenlandse beleid is met name de verhouding tussen de wetgevende (het Congres) en de uitvoerende macht (die organisaties en personen die direct onder de president ressorteren) gespannen. Hoewe l de rechtsprekende macht ook een zekere rol speelt. beperkt deze zich hoofdzakelijk tot het geven van richtlijnen en regels voor de competitie tussen wetgevende en uitvoerende macht. De Constitutie van de V.S. verschaft de president de uitvoerende macht in het algemeen en de bevoegdheid om verdragen af te sluiten en ambassadeurs te benoemen in het bijzonder. Bovendien is
de president opperbevelhebber van de strijdkrachten. Op deze wijze wordt aan de Amerikaanse traditie van civiele controle over het mili taire apparaat gestalte gegeven. De macht van de pres ident lijkt welli cht beperkt. Inderdaad heeft het Congres met betrekking tot elk van deze aan de president toegekende functie s de mogelijkheid van controle over zijn hande len. Dat wi l zeggen dat , wanneer de president verdragen afsluit en ambassadeurs benoemt, de Senaat deze verdragen moet ratificeren en moet instemmen met de benoemingen. Tevens mag alleen het Congres een oorlogsverklaring afgeven en is het speciaal door de Constitutie gemachtigd om de vloot in stand te houde n, een leger te onderhouden, de samenstelling van het leger te regelen. buitenlandse hande l te regelen, wetten op Ie stellen betreffende immigratie en naturalisatie en een aantal andere speci fieke toegekende bevoegdheden.
Uitbreiding en Internationalisering Gezien het voorargaande kan men de indruk krijgen dat het Congres de dominante factor is in het Amerikaan se buitenlandse beleid. In de vroege jaren van de Amerikaanse Republiek. was dat ook zo: vóór de Constitut ie van 1789 was het Congres de enige nationale autoriteit (vo lgens de Anikelen van de Confederatie) en was het het Congres dat gevolm achtigden selecteerde en uitzond. In de praktijk echter was het Congres vee l meer betrokken bij binnenlandse aangelegenheden dan bij het buitenlandse beleid. In het bijzonder gedurende de vroege na-oorlogse periode. toen de V.S. voor het eerst geconfronteerd werden met de verantwoordelijkheden als gevo lg van de betrokkenheid bij de wereldpolitiek, lag de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de fonnule-
ring en uitvoering van het buitenlandse beleid bij de uitvoerende macht. Gedurende deze periode ondergingen de instituties die betrokken waren bij de vonnÎng van het buitenlandse beleid wezen lijke veranderingen. Het 'State Department ' (ministerie van Buitenlandse Zaken), het oudste van de departementen, bleef echter de belangrijkste instelling met betrekking tot de buitenlandse betrekkingen. De groei van dit departement was in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog explosief: het aantal diplomaten werd verdriedubbeld. De rol van het' State Department ' met betrekking tot de formulering van het beleid varieerde met iedere nieuwe regering en hield vaak nau w verband met de personen aan de top van het departement (de 'Secretary of State', zijn plaatsvervanger, en de 'Under' - en 'Assistant Secretaries '). De 'National Security Act' van 1947 sc hafte het ' War Department ' (Ministerie van Oorlog) af en bracht het ' Defe nse Department ' (Min isteri e van Defen sie) daarvoor in de plaats. Hoewel in hoofdzaak belast met de nationale veiligheid, heeft het ' Defen se Department ' ook ee n belangrijke rol gespeeld op het gebied van de bondgenootschappelijke betrekkingen, wapenbeheersing en op het gebied van de handel in hoogwaardige technologie. Net zoals bij het' State Department " was de matc waarin het ' Defense Department ' haar invloed kon uitoefenen vaak gerelateerd aan de kwaliteiten van de personen aan de top. De ' National Security Act ' van 1947 stelde ook nog twee andere instituties in die een zeer be langrijke rol in het Am erikaan se buitenlandse beleidsproces zouden gaan spelen: de 'National Security Council' (NSC) en het 'Central Intelligence Agency' (CIA )
NSC en CIA De NSC was -om met de woorden van de 'National Security Act ' te spreken- opgericht met als doel een betere coördinatie van de verschillende uitvoerende departementen (' Department of Defence, State, Commerce, Treasury and
Justice', waaronder ook de FBI en interne veiligheidsaangelegenheden vallen) te bewerkstelligen. Het is minder bekend dat de NSC statutair slechts uit vier leden (de president, de vice-president en de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken) en drie adviseurs (de voorzitter van de 'Joint Chiefs of Staff ' , de directeur van de CIA. en de directeur van het ' Anns Contral and Disannement Agency') bestaat. Wat wel grote bekendheid heeft ve rworven is de uitgebreide berichtgeving van experts van de NSC. Het personeel van de NSC wordt geleid door de veiligheidsadviseur van de president (' Assistent to the President for National Security Affairs', momenteel Brent Scowcroft) en valt -en dat is belangrijk- onder directe zeggenschap van de president. De kantoren van de NSC zijn dan ook onmiddellijk aangrenzend aan het Witte Huis gelegen in het ' Old Executive Building ' . Vanwege zowel zijn functie in de staf van het Witte Huis, als ook vanwege zijn oorspronkelijke rol in het coördineren (en niet het uitvoeren!) van beleid met betrekki ng tot de nationale veiligheid, kunnen de nationale veiligheidsadviseur en zijn staf grote macht uitoefenen op de vonn en inhoud van de versc hillende onderwerpen die door het Amerikaanse buitenlandse beleid worden geraakt. De CIA vindt zijn oorsprong in het tijdens de oorlog opererende ' Offï-
ce of Strategie Services' (OSS). In essentie werd de C IA opgericht met als doel het centraliseren (de naam van de dienst is dan ook niet zonder betekenis) van het verzamelen en analyseren van inlichtingen. Een dergelijke vee lom vattende poging om inlichtingen te vergaren, was door de V.S . niet eerder ondernomen. De beangstigende ervaring van Pear! Harbor bewees echter de noodzaak van oprich ting van een inlichtingendienst. Het belangrijk ste doel bij het opzetten van de C IA was het bij elkaar brengen van de vier disciplines van een modem inlichtingenapparaat (inlichtingen verzamelen, analyseren. contraspionage en geheime acties). Door de directeur van de dienst al s 'Director of Central lntelligence' aan te stellen. hoopte men één gecentraliseerd gezag te creëren voor de gehele inlichtingengemeenschap. Hoewel de directeur van de CIA (momenteel is dat William Webster) in feite nog steeds de hoogste inlichtingen-ambtenaar binnen de regering van de V.S. is, opereert een aantal andere instellingen los van de C IA . Zij verrichten soortgelijke werkzaam heden (in het bijzonder het verL.amelen en analyseren van inlichtingen) en hebben elk een eigen directeur. In deze lijst horen onder andere de FBI, de 'National Security Agency' (NSA) en de ' Defense Intelligence Agency' (DIA) thuis. Een aantal variabelen bepaalt de
Ondertekening van de Constitutie in 1789.
3
Brent Scowcroft, Nationa/ Security Adviser. (US/A)
Persoonlijke Stijl Een aantal variabelen bepaalt de rollen die de verschillende uitvoerende departementen en diensten zullen spelen gedurende elke regeringsperiode. De voornaamste wordt gevormd door de voorkeuren en de stijl van leiding geven van de president. Richard Nixon, die het merendeel van het 'establishment ' dat zich met de formulering van het buitenl andse beleid bezighoudt bezag met achterdocht, legde aanzienlijk de nadruk op beleidsvormin g vanuit het Witte Huis zelf. In zo' n mate dat de Witte Huisstaf zich kon meten met de grotere ministeries. Het was in zijn functie van 'National Security Adviser ' dat Henry Ki ssinger internationale bekendheid verwierf als schepper van het Amerikaanse beleid. Pas later, bij het ontslag van William Rogers, werd Kissinger •Sec retary of State' ! Tegelijkertijd bleef hij in functie als veiligheidsadvise ur. Hoewel het voor de president niet wenselijk is om zich bezig te hou-
Bush krijgt groeiende kritiek te verduren, omdat hij onvoorspelbaar zou zijn den met de details van her buitenlandse beleid, op een manier zoals Carter dat deed, is het noodzakelijk dat hij ri chtlijnen uitzet. Voor wat betreft de ambtstennijn van Ronaid Reagan zijn de critici het erover eens, dat Reagan de richtlijnen van wat we l en niet aanvaardbaar was, niet duidelijk genoeg heeft uitgezet. Onder de huidige regerin g is het NSC-personeel, zowel in omvang als in activiteiten, enigszins teruggebracht. Dit is misschien een gevolg van de Iran-Contra-zaak: meer dan dat is het echter een organisatorisch resultaat van het aantreden van George Bush. Hij deed dat met een achtergrond en ervaring op het gebied van de buitenlandse politiek die waarschijnlijk groter was dan di e van elk van zijn voorgangers, sinds John Quin cy Adams. De president is zeker van zijn deskundi gheid op dit gebied. Dit is geen vorm van zelf-
4
vertrouwen die op confrontatie is gericht, maar een zelfvertrouwen met als effec t een meer persoonlijke stijl van Amerikaans buitenlands beleid, die meer de werkw ijze van de president weerspiegelt en minder de voorkeuren en procedures van de trage Amerikaanse bureaucratie. Bush neemt belangrijke beslissingen op adv ies van een paar hooggeplaatste adviseurs, van wie er velen goede vrienden van hem zijn (veiligheidsadviseur Brent Scowcroft, min ister van Buitenl andse Zaken James Baker en minister van Financiën Nicholas Brady). Als gevolg hiervan bevindt de " buitenlands beleidmachinerie" zich vaker in een positie van ant woord geven op keuzes die door de president zelf gemaakt zijn , dan dat zij zelf een klein aantal beleidskeuzes presenteert di e het gezamenlijk standpunt van de verschillende departementen vannen. Arbitersrol
Er zijn twee bijzondere gevolgen verbonden aan deze manier van beslu itvonning, waarmee de regering Bush heeft geworsteld. De eerste is de tendens van het '''topdow n' beslissingsmodel" om geschilpunten en meningsverschillen tussen de verschillende uitvoerende departementen en overheidsorganen die zich bezighouden met beleidsuitvoering en vonning aan te scherpen. Als ant woord hierop heeft Bush met grote effecti viteit gebruik gemaakt van zijn mogelijkheid om tussen beide te komen en de gemoederen tot rust te brengen, terwijl hij daarbij tegelijker-
tijd zijn autoriteit laat gelden. Een tweede, wellicht wezenlijker, gevolg van de presidentiële beslissingsstijl is dat Bush groeiende kriti ek krijgt te verdu ren. omdat hij onvoorspelbaar zou zij n. Natuurlijk is voorspelbaarheid een deugd, zeker als het aankomt op het vestigen van geloofwaardigheid in iemands reputatie op het wereldtoneel. En natuurlijk, zijn bureaucratieën veel meer voorspelbaar in hun handelen dan indivi duen. Er moet echter opgemerkt worden dat wij ons aan het einde van de twintigste eeuw in het midden van een historische periode bevinden die in wezen onvoorspelbaar is. De door Bush ingebrachte flex ibiliteit in de vonning van het buitenlandse beleid zou we l eens eerder een steun dan een tekort kunnen blijken naarmate de gebeurtenissen zich verder ont wikkelen. Militaire Visie
Er is binnen de uitvoerende macht natuurlijk een aantal andere belangrijke diensten, waarvan de inbreng meetelt bij de vorming van het algehele buitenl andse beleid van de V.S .. De strijdkrachten van de V.S. dragen door middel van de •Joint Chiefs of Staff ' hun zienswij zen met betrekk ing tot een breed kader van onderwerpen op de president over. Ged urende de gehele na-oorlogse periode is afschrikkin g het meest kenmerkende en verenigende aspect geweest van het Amerikaanse nationale en internat ionale vei ligheidsbe leid. Uitei ndelijk is duidelijk geworden dat het succes van afschrikking te danken is aan het handh ave n van sterke, geloofwaardi ge strijdkrac hten. De standpunten van de hoogste militaire besluitvonners met betrekking tot het handhaven van de afschrikking wegen daarom zwaar mee bij beslissingen over die strijdkrachten. Deze standpunten zijn echter niet allesoverheersend: op het gebied van de wapenbeheersing zijn de bezwaren van de 'Joint Chiefs of Staff' meegenomen in de besluit vorming en ui te indelijk overvl eugeld door de politieke vereisten van deze tijd . In 1990 zal deze spanning waarschijnlijk weer
de kop opsteken, wanneer overeenkomsten met betrekking tot de venn inderin g van nucleaire en conventionele strijdkrachten kunnen worden gesloten .
Ha ndelspolitiek Het 'Department of Commerce' is van oudsher verantwoordelijk voor de internati onale handel en zijn invloed op het buitenlandse beleid. Door het groeiende tekort op de handelsbalans en de toenemende politisering van dit onderwerp streven zowel het Congres als de president naar verhoging van hun invloed op dit beleidsterrein. De belangrijk ste ambt.enaar voor het hande lsbeleid van de V.S. is de 'US Trade Representative' (USTR). Momenteel is dit Carla Hills. De USTR -die de rang van ambassadeur hee ft- is belast met de moeilijke taak om het handelsbeleid tegenover de rest van de wereld uiteen te zetten en te verdedigen. Z ij vertegenwoordigt de V.S. bij multilaterale handelsbesprekingen (zoals de GATT-rondes) en probeert aan het thuisfront steun te verkrijgen voor het beleid. Vaak moet zij aan de ene kant de roep om meer protectionisti sche maatregelen door het Congres proberen te venninderen, terwijl zij aan de andere kant in debat is met handelspartners van de V.S. over hun eigen handelsbelemmeringe n. Hoezeer dit beleidsterrein aan belang heeft gewonnen is te zien aan de geschiedenis van het apparaat van de USTR. In het leven geroepen door de 'Trade Expansion Act' van 1962, werd het in 1974 als lid van het kabinet binnen het uitvoerend apparaat van de president gehaald. Zes jaar later had de organisatie van de USTR de algehele verantwoordelijkheid voor het voorbereiden en uitvoeren van het Amerikaanse handelsbeleid. Deze functionari s zal naar de E.G. het beleid uitdragen dat in de V.S. wordt ontwikkeld in antwoord op " Europa 1992".
ogenblik is dit Ronaid F. Lehman 11. De directeur van ACDA heeft eveneens de rang van ambassadeur. Hij is ec hter geen lid van het kabinet, maar adv iseur van de NSC. Dit laat onverl et dat hij de hoogs te regeringsfunctionari s is die verantwoordelijk is voor het voorbereiden en uitvoeren van het wapenbeheersingsbeleid van de V.S., inclusief het toezicht houden op de onderhandelingsstrategieën en standpunten van de V.S. in de verschillende wapenbeheersingsfora waaraan zij deelnemen. Hij coördineert de werk zaamheden van organisaties op zijn beleidsterrein (in het bijzonder van de 'Departments of Defense and State', de 'Joint Chi efs of Staff' en de onderdelen van de krijgsmacht), rapporteert aan het Congres over de gevolgen van onderhandelingen en verdragen voor buitenlandse en Amerikaanse standpunten op militair terrein. en hij ziet toe op de uitvoering en verifi catie van wapenbeheersingsakkoorden die door de V.S. zijn ondertekend en geratificeerd.
Bipartisanship Zoals al eerder werd opgemerkt, had het Congres in de gesc hiedenis van de V.S. belangrijke taken bij de ont wikkeling van het buitenlandse beleid. Deze taken dateren van vóór de Constitutie van 1789; vele ervan werden in dit document gecreëerd. De belangstelling van het Congres is ec hter altijd op de
eerste plaats ge richt geweest op de tot standkoming van binnenlandse wetgeving en pas in tweede instantie op het buiten landse beleid. Gedurende de eerste na-oorlogse jaren leidde de aanvang van de Koude Oorlog tot het algemene gevoel dat ' partisanship ends at
Met het toenemende belang van buitenlandse zaken en de grotere rol van het Congres daarin, breidde de partijpolitiek zich uit tot 'beyond the water's edge' the water's edge.' Hetgeen zoveel wil zeggen als dat er ten aanzien van het buitenland een beleid werd gevoerd, dat niet onderhevig was aan belangrijke partijpolitieke geschillen (het beleid was ' biparti san', red.). Hierdoor stond het Congres in de jaren' 50 en de vroege jaren '60 verenigd ac hter de regerin g. Door een aantal ontwikkelingen werd deze consensus verbrokkeld en uiteindelijk vernieti gd. Belangrijk waren: de oorlog in Vietnam, de aanvang van onderhandelingen over wapenbeheersing met de Sovjet-Unie, en de onthullingen over binnenlandse activiteiten in het kader van contraspionage door de inlichtingendiensten van de V.S .. Er bestaan uitgebreide, goed gedocumenteerde studie s naar de invloed van deze ontwikkelingen op de veranderende ro l in het buitenlandse
Het Capitool, de zetel van het Con-
gres. (US/A )
Wapenbe heersing Op het gebied van wapenbeheersing tenslotte, is een belang- rijke ro l weggelegd voor de directeur van het ' Ann s Contral and Di sarmarne nt Agency ' (ACDA). Op het
5
beleid van het Congres. In het kon komt het erop neer, dat het Congres meer en meer gebruik maakte van de haar door de Constitutie toegekende bevoegdheden en haar begrotingsrecht, teneinde haar invloed op het buitenlandse beleid te vergroten. Met het toenemende politieke belang van Buitenlandse Zaken en met de toenemende rol van het
Congres daarin, breidde de panijpolitiek zich uit tot 'beyond the water's edge'. De stilzw ijgende overeenstemm ing tussen Democraten en Republikeinen over de meeste standpunten over het buitenlandse beleid werd doorbroken. De leden van het Congres werden zich bewust van het potentiële politiek gewi n dat zij in kwesties
ook een adviserende en goedkeurende rol speelt met betrekking tot hoge functionarissen van het 'Defense Depanment' en de 'Chiefs of Staff'. De voorLitters van deze commissies -Senator Sam Nunn (Georgia) en Afgevaardigde Les Aspin (Wisconsin), beiden Democraten,- worden alom gerespecteerd om hun kennis van zaken en om hun vennogen om de besluit vorming op dit gebied te beïnvloeden. Door hun zeggen-
recht opeisten om inzage te krijgen in de werkzaamheden van de in lichtingendiensten. Deze onwerkbare toestand is nu anders ingericht : de 'Select Committees' hebbe n nu het algehele toezicht op alle werkzaamheden op dit terrein. Niet alle spanning is echter verdwenen. Het in gebreke blijven van de voormalige 'Director of Central Intelligence' William Casey om achter gesloten deuren tegenover de toen bestaande commissies de
George Bush tegenover een democratische meerderheid de regering
van buitenlands beleid en nationale vei ligheid konden behalen. De regering zag steeds meer de noodzaak om in het Congres steun te verkrijgen voor vele delen van de buitenlandse politiek, waaronder beslissingen over wapen beheersingsverdragen. de verkoop van wapens aan het buitenland, steun voor regeringen in ontwikkelingslanden, militaire programma 's en benoemingen van ambassadeurs en hoge functionarissen.
Congrescommissies In het Congres -zoals in de regering- zijn er verschillende organen met bevoegdheden op ruim gedefinieerde deelterreinen van het buitenlandse beleid. Natuurlijk spelen sommige commissies een cruciale rol: het 'Committee on Foreign Relations' (Senaat) en het 'Committee on Foreign Alfairs' (Huis van Afgevaardigden) zijn belangrijk, omdat zij op allerlei manieren en terreinen invloed hebben. Beiden houden toezicht op (militaire) hulpprogramma's, handelsbetrekkingen en het functioneren van ambassades in het buitenland. De commissie van de Senaat heeft verder zeggenschap over de benoeming van ambassadeurs en hoge functionarissen van het ' State Department' , en ook over verdragen. De 'Armed Services Committees ' van Huis en Senaat vervullen een belangrijke rol bij het bepalen van het militaire beleid en strategie. terwijl de Senaatscommissie
6
SENAAT
HUIS VNl AfGEVAARDIGDEN schap over de "beurs" van de regering zijn ook de 'Comminees on Appropriations' (CoA's) van Huis en Senaat in een invloedrijke positie. Bijzonder invloedrijk zijn de ondercommissies voor Defensie en Buitenlandse Zaken van de CoA's. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid van het Congres over de uitgaven wordt gezien als een machtig wapen , waannee het het buitenlandse beleid belangrijk kan beïnvloeden.
Achter Gesloten Deuren Een recente ontwikkeling van groot belang is de schepping van 'Select Committees on Intelligence' in Huis en Senaat. Na de uitgebreide en veelbesproken onderzoeken in het midden van de jaren zeventig naar de activitei ten van inlichtingendiensten, was het Congres vastbesloten om haar controle op dit terrein uit te breiden. Er ontstond een belache lijke situatie, waarin er maar liefst acht congressionele commissies waren, die het
volledige waarheid te venellen heeft geleid lOt grote bitterheid van het Congres over het in lichtingenbeleid van de regering Reagan. Na de dood van Casey werden deze gevoelens vergroot door de on thullingen over de Iran-Contrazaak. Het belangrijkste gevolg van deze ontwikkeling is de invloed die zij heeft gehad op het functioneren van de Amerikaanse inlichtingendiensten. Westeuropese waarnemers dienen vooreerst te beseffen dat de Amerikaanse ervaring met een georganiseerd, pennanent inlichtingenapparaat van vrij recente datum is. Iedere onderzoeker van het Amerikaanse regeringsapparaat zal onderkennen dat een politiek zo geladen terrein als inlichtingen niet langer kón ontsnappen aan de spanningen van de competitie om de macht tussen Congres en regering. Elke poging van een van de machten om een functie van een van de andere machten onder haar controle te
brengen zal resulteren in druk van de andere macht om erbij betrokken te raken. Dit heeft dan vergaande gevolgen voor de mechanismen van de vorming van het buitenlandse beleid.
komen: zij ontvangen als steun voor hun werk talloze kleine bijdragen van een brede. nationale achterban. Deze groepen concurreren met elkaar om invloed. aandacht van de media en van de bevolking. Terecht is er vee l onderzoek verricht naar hun activiteiten . Concluderend kunnen we stellen dat zij vaker wel dan niet kriti sch staan tegenover het regeringsbeleid en dat zij tegelijkertijd een noodzakelijk en constructief onderdeel zijn van het besluitvormingsproces.
Commissiestaf Een aantal aspecten van de congressionele rol in de vomling van het buitenlandse beleid is nog niet ge noemd. Voor de Europese leze rs za l het gee n verrassing zijn dat het grootste deel van de werkzaamheden van het Congres plaatsvindt in de commissies: het buitenlandse en veiligheidsbeleid vormen hierop geen uitzondering. Congrescommissies worden ondersteund door grote professionele staven. die zijn georganiseerd volgens de zetelverde ling in het Congres. Als bijvoorbeeld de Democraten in het Huis van Afgevaardigden de meerderhe id hebben (zoa ls nu het geval is), dan zal in alle commissies van het Huis een Democraat voorlitter zij n. De belangrijkste Republikein die in de commissie zitting heeft. wordt aangeduid als ' Ranking Minority Member' en de getal sve rhouding tussen beide partijen heeft zijn neerslag op de samenstell ing van de commissiestaf. De directeur van zo' n staf is meestal een erkend deskundi ge op het beleidsterrein waarop de commissie zich beweegt. Directeuren van deze staven drukken daarom hun stempel op de inhoud van wetgeving en regelmatig op de totale werkzaamheden van de commissie. Als voornaam ste bron van deskundigheid waarvan Congres leden afhankelijk zijn speelt de commissiestaf achter de schermen een belangrijke rol bij het opstellen van wetsontwerpen en amendementen die uiteindelijk het juridisch kader vormen van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Een andere. minder bekende. bron van informatie voor leden van hel Congres is de 'Congressional Research Service' (CRS). Zij heeft haar zetel in de ' Library of Congress' en is een niet-panijgebonden onderzoekscentrum, dat Congres-leden op hun verzoek voorliet van informatie. Hogere functionarissen van de CRS beho-
Wi/liam Webster, Director of Central
/ntell/genee (US/A)
Wederzijds Begrip ren tot de meest gerespecteerde wetenschappers op hun vakgebied. Het is niet ongebruikelijk dat een studie van de CRS de speelruimte van het debat bepaalt, waarmee het Congres ee n bijdrage leve rt aan de totstandkoming van het buitenlandse beleid.
Externe Be誰nvloeding Ook de publieke opinie en belangengroepen kunnen invloed uitoefenen op het besluitvormingsproces. Van oudsher wordt die het meest be誰nvloed door de organisaties van Amerikanen met een gemeensc happelijke etnische achtergrond: Poolse, Griekse en Ierse Amerikanen en talloze andere groepen hebben getracht het Amerikaanse buitenlandse beleid te be誰nvloeden. Vaak hebben zij de beschikking over machtige lobbyisten , die worden gesteund door ontelbare kl eine en grote donaties van hun achterban. Economische kiezersgroepen -inclusief de sectoren management, landbouw en arbeid- hebben belangrijke belangen op bepaalde deelgebieden van het beleid (in het bijzonder op het handelsbeleid). Zij maken hun wensen kenbaar door middel van goed georganiseerde belangengroepen. Ook bestaat er een aantal organisaties. die de standpunten over het buitenlandse en veiligheidsbeleid van Amerikanen uit een breed politiek spectrum venegenwoordigen. sommige meer succesvol dan andere. Sommige organisaties, zoa ls de bekende 'Council on Foreign Relations', bestaan uit 'insiders'. Andere zijn rechtstreeks uit het volk voortge -
Ik heb mij in mijn opmerki ngen beperkt tot de binnenlandse onderdelen van het besluitvormingsproces van de buitenlandse poli ti ek van de V.S .. Hiermee heb ik echter geen beschrijving gegeven van het gehele proces. In de laatste vier decennia is de invloed van het bele id van andere staten op het Amerikaanse buitenlandse en veiligheidsbeleid sterk toegenomen. Sommige anali sten zien dit als een resultaat van de groeiende "interdependentie", andere als een gevolg van het verval van Ameri ka als grootmacht. Het moet echter op de eerste plaats worden gezien als een produkt van Amerika's lidmaatschap van een bondgenootschap van democratie谷n. Met het besluit van de regering Truman om in 1949 het Noordatlantisch Verdrag te ondertekenen, kwam een einde aan een lange gesch iedenis van het vermijden van langdurige samenwerking. Onmiskenbaar hebben de Y.S. het. vanwege de poli tieke eisen die het lidmaatschap van zo'n alliantie stelt, nodig gevonden om hun beleid bij te stellen of maatregelen die hun voorkeur hadden te verlaten. Externe factoren spelen dus ook een grote rol in het proces van besluitvorming.
7
Van Yalta tot Malta De V.S. en de Sovjet-Unie in het na-oorlogse tijdperk. De Koude Oorlog lijkt definitief voorbij. Winnaars zijn de mense n in Oost· Europa, die hun lot in eigen handen hebben genomen en zich middels revoluties ontdaan hebben van één-partijstelsels zonder bestaansrecht. Het door Gorbatsjov ingezette hervormingsproces spuwt historische feiten die onomkeerbaar zijn. Presidenten Bush en Gorbatsjov bezegelden het einde van de Koude Oorlog op Malta, maar zijn slechts verworden tot toeschouwers in dit proces. Van Yalta naar Malta; het verschil is hemelsbreed. Professor Alting von Geusau we rpt een terugblik op 45 jaar van confrontatie tussen Oost en West en gaat speciaal in op de rol die de Verenigde Staten daarin hebben gespeeld met hun buitenlandse politiek.
..Ja. ik denk dat wij waarschijn lijk
Prof./hr. Or. F.AM.
rel'ïke Samenwerking
geneigd zijn het voorbeeld van Frankrijk te volgen, dat vandaag zei dat, ind ien het Warschau Pact het noodzakelijk zou vinden ten behoeve van de oppos itie (In Roemenië) te interveniëren, dat het die
Na De Tweede Wereld-
actie zou ondersteunen", (James
oorlog " aan de Rijksuni.
Baker, Amerika 's minister van Buite nlandse Zaken voor de NBC op 24 december 1989). In deze wat onhandige bewoordingen betuigde Baker dus Amerikaanse instemmi ng met Franse steun voor een Sovjet-militaire
A/ring
VQn
Geusou is
hoogleraar aon de Katholieke Universiteit
Brabant en bekleder
van de Leerstoel "'Wes-
versiteit Leiden. Daar-
naast is hij vice-president van de Europese Culturele
Stichting.
Bush, Sjevardnadze en Baker bij het Witte huis: begin
van een nieuw tijdperk. (US/A)
8
interve ntie, die het Kremlin afwees, in een Oosteuropees land. Men zal deze uitspraak en mijn weergave ervan e nige malen moeten herlezen om te begrijpen dat het jaar 1989 inderdaad het einde is geweest van de na-oorlogse periode in de Amerikaans-Russische verhoudingen. Frankrijk, dat altijd de verdeling van Europa in invloedssferen als een Amerikaans-R ussisch complot had bestreden, verzoek t het Kreml in in eigen invloedssfeer te interveniëren (en bood ze lfs aan daarbij te
helpen. Amerika, dat het met Frankrijk nooit eens was over de interpretatie van Yalta en het Kremlin in het verleden wegens militaire interventie had veroordee ld, steunt Frankrijk en een eventueel Russisch gewapend ingrijpen. En de Sovjet-Unie, die in het verleden verschillende malen m ilitair had ingegrepen. schijnt er niet eens over gedacht te hebben. Volgens de ' Internati onal Heraid Tribune' was de uitspraak van Baker een uitv loeisel van Ma lta en regelmat ig Sovjet-Amerikaans overleg! T ijdens het topoverleg begin december 1989 te Malta hadden president Bush en president Gorbatsjov het einde uitgeroepen van het tijdperk van de Koude Oorlog. Gorbatsjov liet a ldaar weten dat de Sovjet-Unie geen geweld zou gebru iken om veranderin gen in Oost-Europa tegen te houden. Bus h beloofde dat Amerika niet verlangde eenzijdig voordee l te halen uit de situatie in Oost-Europa.
Malta bekrachtigde hel einde van
flict tussen grote mogendheden
de na-oorlogse "orde van Yalta".
binnen het denkkader van de klas-
Hoe deze orde van Yalta tot zijn einde kwam -in Boedapest en Warschau, in Leipzig, Berlijn en Praag, in Sofia en tenslotte in Timisoara en Boekarest- hebben wij allen, van Moskou tot San Francis-
sieke theorieĂŤn over het machtsevenwicht. Z ij waren ook niet louter een variant op het bekende streven van grote mogendheden
co, in onze huiskamers kunnen
volgen. Het einde van de orde van Yalta is in ieder geval niet het resultaat van een overeenkomst tu ssen Washington en Moskou. In
invloedssferen af te bakenen of zich met veil igheidszones te omringen. De tegenstellingen kon -
den niet terug gebracht worden tot dollar-diplomatie. (economisch imperialisme aan Amerikaan se zijde, tegenover voortdurende
beide hoofdsteden hebben de
pogingen toegang te krijgen tot ijs-
gebeurtenissen de politici over-
vrije havens aan Russische zijde.)
rompeld en verrast. In Malta probeerden Bush en Gorbatsjov hun
Zelfs de gedachte dat het Amerika
verrassing te verbergen achter de
verklaring dal het met de Koude Oorlog afge lopen is. Volgens verschi llende strategische deskundigen was de Koude Oorlog een Sovjet-Amerikaan se aan-
gelegenheid, ook al was de toekom t van Europa haar in zet. Volgens anderen was de verdeling
te doen was om een meer democratische wereldorde en de SovjetUn ie om een communistische wereldorde was onvoldoende om het veelomvattende karakter van
de tegenstellingen te verk laren. De tegenstellingen betroffen zowel de doelstellingen als de methoden van de builenlandse politiek en de interne structuur van de staten in
van Europa de uitkomst van over-
Europa. Zij strekten zich uit tot
eenstemming tussen Stalin en
militaire, politieke, economische, sociale, culturele, ideologische,
Roosevelt in Yalta, Europa te verdelen in invloedssferen, ook al was
juist die verdeling de belangrij kste oorzaak van de Koude Oorlog. Een korte lerugblik op de kenmer-
godsdienstige en morele vraagstukken. Sovjet-expansie doelde verder dan Oost-Europa en zelfs
West-Europa. De Amerikaanse
ken van de Sovjet-Amerikaanse
'containment' pol itiek was er niet
betrekkingen, de Amerikaanse politiek en haar belangrijkste kenmerken, kan er wellicht toe bijdragen de plaats van "Malta" in de geschiedenis beter te begrijpen.
alleen op gericht het Rode Leger ten oosten van de Elbe te houden. De Sovjet-buitenlandse politiek
Kenmerken van de SovjetAmerikaanse betrekkingen In de na-oorlogse Sovjet-Amerikaanse betrekkingen was de toekomst van Europa de inzet. Het voeren van de Koude Oorlog was echter vooral een Amerikaans-
Russische aange legen heid. De tegenstelling tussen de twee
mogendheden beheerste de ontwikkelingen in Europa, hun betrekk ingen met Europa en hun
eigen buitenlandse politiek in het algemeen. Hun betrekkingen van
contlicl en tegenstelling hadden drie belangrijke kenmerken. Het was in de eerste plaats een relatie gekenmerkt door veelom-
vattende legenslellingen. De tegenstellingen waren niet alleen van militaire aard en konden evenmin begrepen worden als een con-
was even totaal in karakter als haar overheersing in eigen land en het Oostblok totalitair van karakter
waren. Tot die politiek behoorden een voortdurende opbouw van de strijdkrachten, de isolatie van het Oostbl ok van de rest van Europa,
politieke propaganda-campagnes, subsersieve activiteiten, culturele offensieven, ideologische strijd, geloofsvervolging en economische oorlogsvoering. In hun antwoord
poogden de Y.S. even veelomvattend te reciproceren , zij het dat alleen de economische en culturele instrumenten van de politiek werden ingezet waar het gewenste veranderingen in het Oostblok
betrof. Het gevaar voor een oorlog met kernwapens was de belang-
rijkste reden dat het contlict een "Koude Oorlog" bleef. Zelfs in tijden van grote spann ing wisten de
Sovjet-U nie en de Y.S. een directe militaire confrontatie te vennijden.
De relatie werd, in de tweede plaats, gekenmerkt door haar asymmetrisch karakter. De V.S.. als open en democratische maatschappij, stonden tegenover een Sovjet-regi me aan de top van een militair georganiseerde communisti sche partij, die een gesloten. onderdrukte en onderdanige maat-
Michael Gorbatsjov en Ronaid Reagan: architecten van ontspanning. (A NP)
schappij onder controle hield. Stalin had Oost-Europa een totalitair systeem opgelegd. De Y.S. maakten het West-E uropa mogelijk democratie en vrije verkiezingen te herstellen of in stand te houden. Stalin en vooral zijn
opvolgers kregen te maken meI afkeer en groeiend maatschappelijk verzet. Amerika werd een bron
Malta bekrachtigde het einde van de na-oorlogse "orde van Yalta" van culturele aantrekkingskracht, zijn model van openheid en plura-
lisme werkte aanstekelijk op geheel Europa. Stalin buitte OostEuropa uit voor het economisch herstel van Ru sland en smoorde
iedere poging tot Oosteuropese samenwerking in de kiem. Ameri-
ka bood West-Europa het Marshall-plan aan en legde daarmee de basis voor de latere Europese economische integratie. De Sovjet-
strijdkrachten in Oost-Europa werden bezettingsstrijdkrachten en instrumenten om de ĂŠĂŠn-partijregimes in het zadel te houden.
9
Amerikaanse strijdkrachten in West-Europa droegen bij tot de beschenning van de nationale onafhankelijkheid en het proces van Europese eenwording. In het Westen kon de geschiedenis een versnelde ontwikkeling beleven. In het Oosten werd de geschiedenis
op de leugen van de almacht en de legitimiteit van de leidende rol van de communistische partijen en de daarop gebouwde strategie van de nucleaire afschrikking.
vervalst en stilgezet.
Volgens één van de meest hardnekkige mythes over Europa's na-oorlogse geschiedenis, zouden Stalin en Roosevelt in Yalta (februari 1945) overeengekomen zijn Europa te verdelen in invloedssferen. De werkelijkheid was dat in Yalta twee elkaar tegengestelde visies op de toekomst van Europa met elkaar in botsing kwamen. Stalin was er in de eerste plaats op uit de territoriale status quo te herstellen die voor de Duitse aanval in juni 1941 bestond, namelijk de gebiedsuitbreiding van de Sovjet-Unie, die overeengekomen was in het Molotov-von Ribbentrop Pact van augustus 1939. Vervolgens wilde hij zich in Oost-Europa verzekeren van volgzame regimes. die zich zowel in hun buitenlandse politiek als in hun interne structuur geheel zouden conformeren aan de SovjetUnie. Tenslotte wilde hij een doorslaggevende invloed verkrijgen op de politieke organisatie van de rest van Europa. Roosevelt wilde een nieuwe wereldorganisatie. een Europese orde volgens de beginselen van zelfbeschikking en democratie en vooral een zo snel mogelijk vertrek van de Amerikaanse troepen uit Europa. De gebiedsuitbreiding van de Sovjet-unie ten koste van Finland, Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije en Roemenië en de annexatie van de Baltische staten werd, of was reeds, op het slagveld beslist en ontmoette geen noemenswaardig verzet van Westelijke zijde. De onderwerping van Oost-Europa werd in de jaren 1945-1948 gerealiseerd. Deze laatste ontwikkeling leidde tot een fundamentele reoriëntatie in de buitenlandse politiek van de V.S .. De nieuwe Amerikaanse politiek kreeg in 1947 de naam 'containment strategy'. De politiek van 'containment' of indamming van Sovjet-expansie dankt haar naam en haar eerste formulering aan George F. Ken-
Voorzover het de Europese deling betrof, werden de AmerikaansRussische betrekkingen tenslotte
gekenmerkt door een opmerkelijke stabiliteit. Ondanks perioden van ernstige spanning was de politieke en territoriale status quo in Europa
van 1945 tot 1989 niet veranderd. Ondanks de enonne militaire inspanningen aan beide zijden, hebben geen militaire operaties
door het "IJzeren Gordijn" heen plaats gevonden. Als gevolg van de beschikking over kernwapens groeide geleidelijk een soort Sovjet-Amerikaanse ontspanning. Het Westen was bereid een zekere legitimiteit aan de repressieve één-par-
Voorzover het de Europese deling betrof, werden de AmerikaansRussische betrekkingen tenslotte gekenmerkt door een opmerkelijke stabiliteit lij staten en Sovjet-overheersing in Oost-Europa toe te kennen, in de hoop zo de vermeende stabiliteit te handhaven. In werkelijkheid berustte de legitimiteit van de één-
partij regimes in Oost-Europa echter alleen op het vennogen en de
bereidheid van de Sovjet-Unie deze regimes zonodig met militair geweld in stand te houden. In 1989 werd duidelijk dat Gorbatsjov niet langer Sovjet-militaire interventie overwoog. In het voorjaar verbonden de Hongaarse communisten zich te streven naar een meer-partijen stelsel. In juni werden in Polen verkiezingen gehouden en in september werd in Warschau een in meerderheid niet-communistische regering gevormd. Voordat het jaar ten einde liep, waren de één-partijregimes in alle overige staten verdwenen. De opmerkelijke stabiliteit in de Sovjet-Amerikaanse verhoudingen was dus gegrondvest
10
De politie k van d e Ve re nigde State n in voge lvlucht
nan. Kennan zag Sovjet-expansie vooral als een politiek-psychologisch probleem en een gevaar voor het door hem bepleitte herstel van een na-oorlogs machtsevenwicht in Europa. Volgens hem hadden de Sovjet-leiders een vijandige buitenwereld nodig om intern de dictatuur te rechtvaardigen. Daarom zou een Amerikaanse 'containment' politiek zich moeten richten op: (1) het herstel van zelfvertrouwen en van het vennogen tot zelfverdediging in de meest bedreigde landen (West-Europa); (2) het verzwakken van het Sovjet-vennogen om Oost-Europa te overheersen en (3) het veranderen van het gedrag van de Sovjet-Unie in de internationale betrekkingen. In de jaren 1947 -1950 lag de nadruk op de eerste doelstelling. Het belangrijkste gevolg van de nieuwe Amerikaanse politiek was dat Duitsland niet in chaos wegzonk (om rijp te worden voor Sovjet-controle, zoals Stalin gedacht had), maar verdeeld werd. In de westelijke bezettingszones werd de basis gelegd voor een levensvatbare en later krachtige nieuwe Bondsrepubliek Duitsland. Ten gevolge van de blokkade van Berlijn, de eerste Sovjet-proef met atoomwapens, de val van China en de oorlog in Korea in 1949-1950, verschoof de nadruk zich in de richting van een militair-ideologische confrontatie met de SovjetUnie. De V.S. verbonden zich tot de "voorwaartse verdediging" van West-Europa, waarbij inbegrepen het grondgebied van de Duitse Bondsrepubliek, en werd de leidende mogendheid van het Westen in het kader van de NAVO. De Cubaanse rakettencrisis in oktober 1962 toonde hoe groot het gevaar was geworden voor oorlog in een situatie waarin Amerika niet langer een duidelijk nucleair overwicht had. De ondertekening van het eerste na-oorlogse wapen beheersingsverdrag (het beperkte kernstop-verdrag van augustus 1963), was het gevolg. In januari 1969 werd Henry Kissinger veiligheidsadviseur van de nieuwe Republikeinse president Nixon. Kissinger's opvattingen vertoonden veel overeenkomsten met die van Kennan. Hij stelde
voor de ideologische opvatting van het verleden te vervangen door een politiek ter bescherming van Amerika's nationale belangen. Zijn ont spanningspolitiek was er vooral op geri cht het Kremlin aan banden te leggen door een netwerk van afspraken vooral op het gebied van de wapenbeheersing. Na 1975 (het jaar van de Slotakte van Helsinki. waarmee de Conferentie voor Vei ligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) werd afgesloten), trad wederom een aanzienlijke verslechtering op in de Sovjet-Amerikaanse verhoudingen. In de Sovjet-Unie en Oost-Europa werd de Slotakte gevolgd door een herni euwde golf van onderdrukking van zogenaamde dissidenten. President Carter, die in 1976 was gekozen, legde bijgevolg grote nadruk op de bevordering van de mensenrechten in de landen van het Oostblok. In de tweede helft van de jaren zeventig we rd bovendi en duidelijk hoe omvangrijk de opbouw van de Sovjet-strijdkrachten was. Van Amerikaanse en Westelijke zijde werd hierop gereageerd met besluiten tot verhoging van de defensie-uitgaven en moderni sering van de kernwapens voor de middellange afstand (het NAVO-dubbelbesluit van december 1979). Na de Sovjet-invas ie in Afghanistan (december 1979) werd in 1980 de Republikein Reagan tot president gekozen. Hij wilde herstel van Amerika 's kracht en aanzienlijke verhoging van de defensie-inspanningen tot de kern van zijn buitenlandse beleid maken. In januari 1985 begon president Reagan zijn tweede ambtstermijn . Zijn eerste ambtstermijn werd ge kenme rkt door he t herstel van Amerika 's zelfvertrouwen. In zijn tweede termij n hoopte hij een president voor de vrede te worden. Kort daarna, in maart , werd Gorbatsjov leider van de Sovjet-Unie. De tweede helft van de jaren tachti g werd de periode van ' glasnost' en ' perestrojka' in de Sovjet-Unie, van de ineenstorting van het totalitaire systeem in Oost-Europa en van toenadering tu ssen Amerika en de Sovjet-Unie. In december 1987 kwam het INF-verdrag tot stand. Voor het eerst was het
mogelijk overeenst.emming te bereiken over de vernietiging van twee categorie毛n kernwapens (middellange- en middelkorte nucleaire raketten. red.), over een stelsel van verifi catie en over asymmetrische reductie. De topconferen ti e tu ssen president Bush en president Gorbatsjov bevestigde de nieuwe AmerikaansRussische verhoudingen. Ameri ka 's buitenlandse politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie is een nieuwe fase ingegaan, die word t aanged uid met een politiek 'gBeyond Containment'. In zijn toespraak op 13 december 1989 te Berlijn gaf minister Baker aan wat die politiek -nu de periode van containment voorbij is- zal inhouden. Baker sprak van een nieuwe structuur voor Europa in een ni euw tijdperk . Als onderdeel van een politiek om de verdeling van Europa te overwinnen, zal er ook gelegenheid moeten zijn de verdeling van Berlijn en Duits land in vrede en vrijheid te overwinnen. Amerika's veiligheid zal verbonden blijven met de ve iligheid van Europa. Aan vrije verkiezingen moet de hoogste prioriteit gegeve n worden in het kader van hel C VSE-overleg. Aan de landen van de NAVO en het Warschau Pact wordt voorgesteld verdere vorderingen te maken op het gebied van ontwapening, troepenvermindering en veri fi catie.
Kenmerken van de Ameri kaa nse politiek De Amerikaanse politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie heeft enige kenmerken die afwijken van
die van de landen van West-Europa. Voor Amerika was de OostWest tegenstellin g, de Koude Oorlog, vooral een strategisch probleem in relatie tot de SovjetUnie. Tussen Amerika en de Sovjet-Unie bestaan geen directe terri toriale conflicten. In de Amerikaanse opvatting konden de Koude Oorlog en de ontspanning "gespeeld" worden als een strategisch en ideologisch conOict. Voor de meeste Europeanen waren Koude Oorlog en ontspanning geen strategisch conflict. maar symptoom van de pijnlijke na-oorlogse verdeling. Voor de Duitsers was het een nationaal en een familie-probleem. Voor Oost-Europa betekende het onderdrukking en uitbuiting. Voor Frankrijk betekende Europa's deling gefru streerde politieke invloed. Voor alle Europeanen betekende verdeling de dreiging van een nieuwe oorlog op hun grondgebied. De politiek van de V.S. ten opzichte van de Sovjet-Unie is altijd gekenmerkt door de poging daarvoor een strategie te fonnuleren. Van 1947 tot 1989 was dit de. reeds besproken, strategie van 路containment '. Een belangrijk onderdeel van de strategie was de formulering van een militaire strategie. De strategie van 'deterrence' was de militaire component van de strategie van 'containment '. Sinds 1950 is de militaire component steeds meer van onderdeel tot hoofdbestanddeel geworden. Het militaire denken zelf werd meer beheerst door de kernwapen s. Zo werd de 'containment ' politiek meer en meer nucleaire afschrik-
Ontvangst van Sovjet-functionarissen op vliegbasis Woensdrecht in het kader van INFinspectie. (Jljtholf Pers)
11
kingsstrategie. Verschillende strategieën hebben elkaar inmiddels opgevolgd. In de jaren vijftig kende Amerika de strategie van 'massive retaliation'(massale vergelding). Daarna werd het de strategie van 'flexible response'(aanpas bare antwoord), een strategie die inmiddels weer talrijke varianten heeft gekregen. Het gevaar van deze reductie van de 'containment ' politiek tot nucleaire afschrikkingsstrategie is altijd geweest dat complexe politieke verhoudingen werden teruggebracht tot speltheoretische modellen of abstract rekenwerk en dat militair vennogen meer aandacht kreeg dan politieke bedoelingen. In de nieuwe fase 'Beyond Containment' kampt Amerika dus met een dubbel probleem: de gebleken onvoorspelbaarheid van de politieke ontwikkelingen in de Sovjet-Unie maakt het praktisch onmogelijk een nieuwe strategie te ontwerpen en de tot
nucleaire afschrikking gereduceerde strategie is zelf een politieke absurditeit geworden, net als de Berlijnse Muur na 9 november 1989. De Amerikaanse politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie is ook vaak gekenmerkt door snelle reacties op korte tennijn op externe gebeurtenissen en inter-Amerikaanse veranderingen. In de .Y.S.
zijn het altijd de laatste gebeurtenisse n die de aandacht trekken en de politiek bepalen. President Kennedy reageerde in 1961 op de veronderstelde 'missiIe gap', president Carter wijzigde zijn visie op de Sovjet-Unie op grond van de invasie in Afghanistan. De presidenten Reagan (in zijn tweede ambtstermijn) en Bush reageerden op hetgeen Gorbatsjov zegt of niet doet (wat zijn voorgangers niet zeiden maar wel deden). Veranderingen in de Amerikaanse politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie zijn vaak het gevolg van intern-politieke veranderingen in de V.S. zelf. Eisenhowers strategische . New Look ' was vooral bedoeld om zich te onderscheiden van zijn voorganger Truman. Ken · nedy wilde Amerika, na acht jaar Republikeins bewind, weer in beweging brengen en moest dus ook een nieuwe politiek en strategie ten opzichte van de Sovjet-
12
Unie proclameren . Ki ssinger kondi gde in 1969 het einde van de naoorlogse periode aan. Reagan wilde in 1980 Amerika weer sterk maken , vooral als reactie op de wijze waarop zijn voorganger de inval in Afghanistan en de gij zeling van diplomaten in Teheran had behandeld. Tenslotte wordt de Amerikaanse politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie gekenmerkt door een sterk geloof in de waarde van de eigen open maatschappij en de eigen democratische regerings· VOrtn. Bevordering van openheid, zelfbeschikking, vrije verkiezingen en democratie zijn de blijvende thema's geweest in de Ameri· kaanse politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie en de landen van Oost-Europa. In dit verband is het van belang op het volgende te wijzen. Ten opzichte van de Sovjet· Unie en Oost-Europa is de bevordering van vrijheid, democratie en onafhankelijkheid altijd gezien als taak voor de economische en cul · turele buitenlandse politiek. Voorzover het Amerika 's doelstelling was de Sovjet-invloed in OostEuropa te venninderen of te elimi· neren, kon deze doelstelling slech ts worden nagestreefd zonder gebruik te maken van geweld en zonder direct het prestige van het Kremlin op het spel te zetten. De V.S . hebben zich verplicht de Sovjet-Unie te weerhouden van een aanval op West-Europa, maar niet om het Kremlin ervan te weerhouden haar hegemonie over Oost· Europa opnieuw te bevestigen, waar die door interne ontwikkelingen bedreigde werd. Deze politiek werd voor het eerste in 1949 (in een geheim NSC ('National Security Council', red.)·document vastgelegd en is door alle volgende regeringen gevolgd. In 1953, bij het neerslaan van de opstand in Oost-Berlijn, in 1956 bij de invasie van Hongarije en in 1968 bij de invasie in Tsjechoslowakije is militair ingrijpen niet overwogen en is dit ook aan het Kremlin (in 1956 en 1968) meegedeeld. De invasies zijn wel "krachtig veroor· deeld" en gevolgd door tijdelijke economische en culturele maatre· gelen. In het licht van dit beleid lijkt de uitspraak van Baker -waarmee ik dit artikel opende- enigs-
zins ondoordacht: hopelijk geeft de uitspraak geen aanwijzing voor een nieuw beleid "voorbij 'containment "'! Malta en de geschiedenis De toekomsti ge geschiedschrijver van de jaren tachtig, waarin de naoorlogse periode tot zijn eind kwam, zal waarschijnlijk heel weini g woorden aan " Malta" wijden. Temidde n van de rijkdom aan materiaal over de versnelde ineenstorting van Lenin 's en Stalin 's krankzinni ge onderneming voor Rusland en Oost-Europa, zal een voetnoot voldoende zijn: "de toenmalige Amerikaanse president Bush was het eens met de liquidateur Gorbatsjov van die onderneming, dat ook "hun Koude Oorlog" voorbij was. Moeilijker zal onze geschiedschrijver het hebben met de vraag hoe het mogelijk was dat Amerika zo lang met de leiders van die krankzinnige onderneming was omgegaan alsof zij respectabele regeringsleiders waren van een gelijkwaardige grote mogendheid en dientengevolge door de ineenstorting overrompeld werd. Onze geschiedschrijver zal zeker ook aandacht besteden aan talrijke vragen waarop wij vandaag nog geen antwoord weten. Hoe bijvoorbeeld zal Europa -dat eens de inzet van hun conflict was geweest- eruit gaan zien en zal Amerika of de Sovjet-Unie (dat dan weer Rusland zal heten) daarin nog een rol van betekenis spelen? Of hoe is Europa afgekomen van twee bondgenootschappen en een gigantische hoevee lheid gevaarlijke wapensystemen di e nergens meer toe dienden? In de nu afgelopen na-oorlogse periode hebben de betrekkingen met de Sovjet-Unie de Amerikaan· se buitenlandse politiek beheerst. Dat zal voorlopig zo blijven. Ook Amerika en het Westen zullen nog wel enige tijd nodi g hebben om uit de vertrouwde denkkaders van vijfenveertig jaren na-oorlogse geschiedenis te breken.
Pragmatisme en 'peanuts' President Bush en zijn minister van Buitenlandse Zaken Baker voeren sinds beider aantreden in januari 1989 een pragmatisch buitenlands beleid_ Voorzichtigheid in de internationale politiek, ook ten opzichte van de ontwikkelingen in OostEuropa, hebben hen in eigen land de naam bezorgd van respectievelijk 'Mister Timid' en 'Mister Cautious'. De 'spinoft' van de research-inspanningen in de militaire sector naar de in moeilijkheden geraakte industrie van de V.S . heeft niet het verwachte effect gehad. Amerika's financiële ' peanuts' voor Oosteuropese landen zijn op voornoemde problemen terug te voeren. )ASON sprak over deze en aanverwante onderwerpen met Amerika-kenner Maarten van Rossem. Kali me", h;slor;sch ge:iell, een
Amerikaans Oost-Europa lJeleid onderscheiden en op »,elke manier heeft dil :ich geprofileerd?
H et is duide lijk dat de Amerikanen aan hel ei nde van de Tweede Wereldoorlog in sommige Oosteuropese lande n meer interesse hadden dan in andere. In die zin dat zij. zover het vemlOcden bestond dat de Sovjet-U nie haar in vloedssfeer in die landen probeerde uil te breiden. trach tten dit te voorko-
men. Ik denk bijvoorbeeld ook aan Polen, omdat dal electoraal binnen
de V.S. een zekere ro l speelde. In sommi ge staten waren grote groepen Poolse immig ranten gevestigd en Roosevelt diende met hun
belangen rekenin g te houden. In andere landen waren de V.S. ec hter bed ui dend minder geïnteresseerd. Vanaf 1943. nadat het Rode Leger de 'We hrmacht ' definitief had verslagen, werd het het Westen duidelijk dat het Rode Leger in opmars was en dat Stalin we llicht zou proberen de invloedssfeer van de Sovjet-Un ie in de Oost- en Middeneuropese reg io uit te breiden. In o ktober 1944 werd dan ook de beroemde procentenovereenkomst lussen Stalin en Chu rchill ges loten. De Amerikanen hebben zich hier bewust niet mee bemoeid . Zij wilden niets vast leggen voordat na de oorlog een definitieve vredesconferenti e werd ge houden. In 1945 werd dui delijk dat. ondanks diverse 'fai ts
accomp li' waar de Sovjets de rest van de wereld voor zette n. Roosevelt niet van plan was zich op te gaan winden ove r bijvoorbeeld Bu lgarije of Roemenië. Het bleek dal hij . binne n zekere g renze n, Stalin daar we l zij n zin zo u geve n. Met de dood van Roosevelt half apri l 1945 en het aantreden van Truman, die overi gens bepaald geen kenner van de buitenlandse polit ie k was, veranderde het beleid enigszins. Onder invloed van een nieuwe groep advise urs. stelden de Amerikanen zich kriti scher op ten aanzien van Stalin en de buitenlandse polit iek van de SovjetUnie. Deze omslag wek te de ach terdocht van Slalin die. en naar mijn mening niet geheel ten onrechte. meende de Sovjet-Unie middels een ;cordon sanitai re' legen eventue le ni euwe Duitse agress ie te moeten beschemlcn. Aldus trad een escalatie van wederzijdse achterdocht e n argwaan op, die zou cumuleren tot wat sinds 1947 de Koude Oorlog werd genoemd. Men moet zich ook terdege reali seren dat de Amerikanen in 1945 niet in Europa aanwezig wi lden blij ven en een zeker ideaalbeeld van Europa hadden: een economi sch sterk Europa dat onder leiding van Engeland en Frankrij k ze lf zou kunnen zorgen voor een machtsevenwicht in de regio. De zwakke positie van de Westeuropese landen e n de politiek van de Sovjet-Unie hebben de V.S. ec hte r doen besluiten tol een ste rke eco-
nomische e n militaire presentie in Europa.
lason·redocteur Frank Kkibrink nam het hier weergegeven interview
Dat ideaalbeeld lijkt 1Il1. sfltkje hij beetje. realiteit te worden. maar in de SOl'jet-Unie :ien we nlomell teel dat de positie van Gorhatsjov steeds meer ter discussie komt Ie staan en circuleren geruchten m 'er de mogelijkheid \'an een militaire of lIeo-Stalinistische coup . Wat :ijn de ge\Iolxell \'an dergelijke speculaties \'001' hel Westerse beleid lell aall:iell \'an de Sovjet-Unie? Persoonlijk geloof ik niet zo in di e geruchten. Ten eerste heeft het Rode Lege r geen sterke politieke , interveniërende traditie en ten tweede zal er ook gee n recht se coup plaatsv inden, omdat de probleme n waar Gorbat sjov momen teel mee te kampen heeft gewoon zull en blijven bestaan. o nafhankeIijk van wie of wat e r aan de mac ht is. De geschi edeni s leert ons dat Stalinisten helemaal geen oplossing voor die problemen weten. sterker nog. zij zijn dcgcncn dic die problemen veroorlaakt hebben.
met M. van Rossem of. Von Rossem is universi· loir hoofddocenl in de Amerikanistiek aan de Rijksuniversiteit Utrecht
Om op Oost-Europa terug te komen. landen als Hongarije ell PoIelI kelmen grote economische problemen ell eell \'eel gehoorde kreet in dit kader is liel :ogelIaamde "Tweede Marshallplan" Zijn de V.S. ener:ijds bereid en onderzijdsfinancieel capabel om een dergelijk illitiatiefte ondersteullen dali wel u;t Ie \'oeren ?
HDle geluiden van Quayle hoeft men niet serieus te nemen ". ( US/A)
13
Nee, niet bereid en ni et in staat! Ze hebben aan Hongarije en Polen ieder 200 miljoen U.S.$ aangeboden, maar dat is natuurlijk ' peanuts' ! Zoal s we allemaal weten , zit de Amerikaanse overhe id momenteel financieel slecht in zijn jas. De kans dat het Congres miljarden beschikbaar zal stellen voor de economische renovati e van Oost-Europa is daarom nihil. Als het al tot uitvoerin g van een dergelijk plan zal komen, zuIlen de Westeuropeanen hier de lasten van moeten dragen.
U gelooft wat dat betreft in het Europese Huis? Dat zou natuurlijk een beetje een vreemd huis worden: allemaal hele kleine kamertjes en een zaal zal ik maar zeggen. Een zaal waar bovendie n volstrekte chaos heerst en de kalk van de muren valt. Ik geloof dus niet dat we er voorlopig erg op gebrand moeten zijn om de Sovjet-U nie in dat Europese Huis
Er is door de regering Reagan wel ontzettend veel geld over de balk gegooid en allerlei nutteloze rotzooi aangeschaft. te krijgen. Pas als Gorbatsjov er in slaagt de Sovjet-Unie te democrati seren -en zo ' n onderneming kan naar mijn mening wel een kwart eeu w duren- zouden we voorzichti g kunnen overwegen zo ' n huis te bouwen.
Is e/~ als we naar de interne politieke situatie in de V.S . kijken, eell harde lijn die van invloed is op de politieke besluitvorming ten aan zien van Oost-Europa ? Bush en Baker voeren een terughoudend en pragmati sc h beleid en het is duidelijk dat de Amerikanen de afgelopen twee jaar niet de initiatiefnemers zijn geweest in de wereldpolitiek. Die gekke ge luiden van Quayle, die gezegd heeft "het lijkt allemaal wel prachti g, maar de Sovjet-Unie blijkt altijd even gevaarlijk, juist als ze vredelievende geluiden maakt", hoeft men op dit moment ook niet serieus te nemen. Typerend is ook dat 'Time', dat toch de modale tijd-
14
schrift-leze r uit de middenkl asse vertegenwoordi gt, Gorba tsjov tot man van het dece nnium heeft gekozen en ni et Reagan. Een zeer terechte ke uze overigens.
En hoe moet men de macht van de militaire en aanverwante industrieën inschatten ? Er is door de regering Reagan we l ontzettend vee l ge ld over de balk gegooid en a llerle i nutte loze rotzooi aangesc haft. Er valt dus heel wat te bezuini gen, maar het apparaat za l ni et zo maar verdwijnen: het is ste rk geïnstituti onaliseerd e n het heeft belangrijke positieve economische neve neffecten. Er zijn echter ook mensen di e menen dal het achterblijven van de Ame ri kaanse industrie in bepaa lde sectoren te maken heeft met het feit dat er te vee l research-inspann ingen in de militaire sec tor zijn gestoke n. Er wordt dan we l van de zogenaamde 'spin-oW gesproken, maar dat is een zeer onvoordeli ge manier om aan de, voor de Y.S. noodzake lijke, tec hnol ogische vernieuwing te komen. Ve rnieuwing e n moderni sering zull en, na de "vrolijke ke uken" van Ronaid Reagan, in de toekomst absoluut noodzake lijk zijn, omdat de infrastructuur en het onderwijssysteem uit gebreid en ve rbeterd di enen te worden en men in een aantal sectoren producte n moet gaan leveren die op de were ldmarkt kunnen concurreren. In Bush hebben we nu een brave, pragmati sche man, maar iets van dynamisering, verni euwing of programma is totaal afwezig. Zal de term supermacht in de toekomst van toepassing blijven voor de Verenigde Staten? Ja: van de twee traditi onele supe rmachten blijkt er nu e igenlijk één geen supermacht van betekeni s te zijn. Ondanks de economische betekeni s van Japan en de BRD, die na de V.S . nummer twee en drie zijn, zijn deze landen geen supermachte n. De BRD heeft momenteel één belangrijk agendapunt: de hereni ging. Hereni ging zal er op termijn komen en een gerustste lling in dit proces voor met name Enge land en Frankrijk za l de blijve nde, al dan ni et mili-
taire. aanwez ighe id van de V.S. in Europa ku nnen zijn.
Vooropgesteld dat het tot een Duitse hereniging komt, wat zijn dan de cOl/sequenties voor het veiligheidsbeleid \'an en in Europa? Ten eerste is dat afhanke lij k van hoe het hervormingsproces zich in Oost-Europa e n in Sovjet-U nie verder ont wikke lt. Hoewel men binnen de NAVO we l op grote schaa l kan ontwapenen, zal het bondgenootsc hap dan ook voorlopig intact moete n blij ve n. De afspraak die in Nederl and bij de kabi netsfo rmati e is gemaak t om nog eens 0.6% bij het defensiebudget te doen, is ec hter natuurlij k compleet geti kt! Wat be treft de consequenties voor het ve iligheidsbeleid is duidelijk dat de Duitsers ni ets voe len voor nucleaire kortedrac ht wapens. In de jaren '50 hadden we de strategie van ' massive retali ation' en kwam men op de gedachte, omdat het Warschau Pact zovee l sterker léék, tacti sc he nucleaire wapens in Europa te plaatsen. Er is toen de grootste n auwekul ter wereld aan wapens gecreëerd, terwij l Europa militair onder de voet lope n we l het laatste was wat Sta lin van plan was. Ik ben voor afsc haftï ng van de categori e tactisc he nucleaire wape ns en voor het beperken van de strategische wapens tot een ' min imal deterrence' . Hoe ziet u de NAVO in het jaar
2000' Ik hoop aanzienlijk kl einer dan nu en, zoals ik al eerder ze i. wellicht met een blij vende politieke presentie van de Amerikanen. Laat een soort ' token force' overblij ven om een ze kere organi sati e-struct uur te kunne n continueren. Maar nogmaa ls, ik vind, als we bij voorbeeld weer naar Nederl and kijke n, dat men een ontzettende koud watervrees heeft . Het is nu toch wel dui de lijk dat de Sovjet-U ni e niet van plan is ons midden in de kerstnacht te ve rrassen! Laten we daarom de onderhandelingen in Ge nè ve bespoedigen.
De achtertuin van het Witte Huis De regio Midden-Amerika herbergt traditioneel een grote mate van politieke instabiliteit. Strategische belangen -Panama-kanaal, oliedoorvoer uit Zuid-Amerika- maken dat de Verenigde Staten de ontwikkelingen in deze regio nauwlettend volgen. Veelal is de Amerikaanse regering actief betrokken bij het politieke besluitvormingsproces in Middenamerikaanse landen. Steun aan de Contra's, EI Salvador of de invasie in Panama zijn vers in het geheugen liggende voorbeelden. Ruud Bos maakt de balans op van de veranderingen die het Midden-Amerikabeleid van de Verenigde Staten kenmerken sinds het aantreden van president Bush en belicht daarbij de vooruitgang in het vredesproces. Op II janu ari 1989 -v ier dagen voor de geplande topconfe renti e van Middenamerik aanse staatshoofden in de Salvado raanse hoofdstad- beslo ten de pres identen van G uatemala, EI Salvador, Hond uras, Nicaragua en Costa Rica alsnog hun ontmoeting uil te stellen. Immers, op 20 januari zo u George Bush geïnstalleerd worden als ni euwe pres ident van de Verenigde Staten en de twij fe l over het nut van een topo ntmoetin g, voordat de regering van Bush haar beleid ten aanzien van MiddenAmerik a geformuleerd had, g roe ide. Vooral de toenmali ge Costari caanse president Oscar Ari as Sánchez drong aan o p meer reali te itsbesef: ve rdere stappen in het vredesproces zonder inbreng van de V.S. zouden we ini g effecti ef zijn . Maar wat konden de Middenamerik anen ve rwac hten van George Bush? Zou hij de agress ieve confrontati epo litiek van de regering Reagan voortzetten? Of wilde hij een meer constructieve rol spelen om lOt po litieke oplossin gen voor de reg io nale cri sis te ko men? Nu, éé n jaar later, kunnen we proberen een ant woord te
geven op deze vragen. Het zijn essentiële vragen, omdat het Amerikaanse bele id in belangrijke mate het succes van het Middenamerikaanse vredes initiatie f bepaalt.
Nationaal belang Het Amerikaanse bele id ten aanzien van Midden-Amerika kan
kort worden samengevat: 'T he Ce ntra l Ameri can area dow n to and including the Isthmu s of Panama constitutes a leg it imate sphere of innuence for the United States ..... We (the U.S.) do control the destini es of Central America and we do so fo r the si mpl e reason that the national interest d ictates such a course ... '. Deze verkl aring di e ondenni ni ster van Buitenl and se Zaken Robert Olds in 1927 gaf, is na ruim 60 jaar nog steeds van krac ht. Alt ijd is het nationaal belang van de V.S. de rechtvaardi g ing geweest voor een po litiek van ac tieve inmenging in de reg io. Het garanderen van het vrije han de lsve rkeer en het tegengaan van de invloed van Amerika 's po litieke ri va len in de wereld sto nd hierbij op de voorgrond . De cri sis in Midden-A merika, die vanaf 1978 in volle hevigheid losbarstte, bracht de do minante positie van de V.S. echter aan het wanke len. De val van Somoza, de burgeroorlog in EI Salvador en de "stille oorlog" van het G uatemalteekse lege r tegen haar eigen bevolking veranderden het politieke landschap dramati sc h. De Amerikaanse regeri ng merkte tot haar grote schrik dat deze gebeurte ni ssen zich buiten haar control e voltrokken. Daaro m werd bij het aantreden van de regering Reagan in 198 1 het Midden-Amerikabeleid één van de priorite ite n in de buitenl andse politiek van de V.S .. De Amerikaanse hegemoni e over
" haar eigen achtertuin" die nde hersteld te worden.
Communistenjacht Te ven s stond Reagan 's politiek in het teken van de hernie uwde strijd tegen de invloed van de SovjetUni e en het inte rn atio naal communi sme in de Derde Wereld. Voor Reagan en zijn neoconservatieve wapen broeders was de Koude Oorl og immers noo it geë indi gd en moesten de V.S. de confrontatie met het Sovjet-expansioni sme opnieuw op alle fronten aangaan. Mi dden-Ameri ka zou de eerste test worden in deze nieuwe krui stocht tegen het communi sme. Reagan 's politiek ten aanzien van de regio kreeg hi erdoor een sterk militair karakter. De militaire ste un aan het Salvadoraanse leger werd in snel tempo opgevoe rd om de oorl og tegen het linkse FM .L. N. (' Fre nte Farabundo Marti para la Li beració n Nac io nal' , red.) te kunnen winnen. In Ho nduras werd de permanente mili ta ire aanwez ighe id van de V.S. gerealiseerd om een di recte interve nti e in de reg io mogelijk te maken en vi a gehe ime acties van de C IA en massale steun aan de Contra 's moest het Sandini sti sche be wind ten val worden gebracht. De ke uze voo r mili ta ire escalatie had echter na acht
Ruud Bos is doctoraal student politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn specialisatie is de politieke situatie in Midden-Amerika.
Honduras
Nicaragua
.Managua
15
voorstel te redden van de onder-
gang, toen later de rechtse ARENA-partij van ex-majoor D' Aubuisson en de militaire lei-
ding in EI Salvador Duarte dwongen -via het dreigen met een
staatsgreep- de dialoog met het F.M.L.N . af te breken. Het Witte Huis beperkte in de daaropvolgende maanden haar beleid tot nieuwe waarschuwingen, dat een verslechtering van de mensenrechtensitu-
at ie de hulp aan EI Salvador in gevaar kon brengen. De confrontatie met de nieuwe ARENA-regering onder leiding van president Christiani liep daarna uit op her-
vatting van de totale burgeroorlog, zonder dat Bush enige posi ti eve actie ondernam om de strijdende partijen tot onderhandelingen aan te zenen.
opgeleverd. Hoewel de Ameri-
ernstIg 111 twijfel getrokken. Sinds Gorbatsjov glasnost en perestroj-
kaanse invloed sterk was toegeno-
ka introduceerde in de Sovjet-Unie
men, hadden de V.S. hun directe
en afstand deed van het aloude
Het Midden-Amerikabeleid van de
controle over de ontwikkelingen in
Sovjet-interventionisme. werd het
regering Bush concentreerde zich,
Een recent voorbeeld van interventie in Midden -Amerika: Amerikaanse mIlitairen in Panama-stad.
jaar geen spectaculaire resultaten
(AFP)
de regio niet daadwerkelijk kun-
steeds moeilijker het Middename-
net als onder Reagan, op de situ-
nen herstellen.
rikaanse connict te reduceren tot een strijd tegen het internationaal
atie in Nicaragua. In dit kader
Politieke erfenis
communisme. Wilde Bush geloof-
De nieuwe regering Bush kreeg
waardig zijn in zijn nieuwe beleid voor de regio, dan zou het Koude
aldus de erfenis van een fa lend Midden-Amerikabeleid mee.
ruimen.
gepast antwoord had gevonden. In de eerste plaats had met Middena-
In januari kregen de Middenamerikaanse presidenten daarom te
merikaanse vredesplan, dat in
horen dat de regering Bush tijd nodig had voor het uitdenken van
augustus 1987 in Esquipulas ondertekend werd, het beleid van Reagan op de helling gezet. De erkenning dat het be毛indigen van het regionale confl ict primair om politieke samenwerking vroeg, impliceerde een voorzichtige veroordeling van de Amerikaanse
confrontatiepolitiek. Het zeer beperkte succes van het akkoord en de tegenwerking die het plan van de regering Reagan ondervond, hebben dit besef niet kunnen ontkrachten. Daarom zou het
voor Bush onmogelijk zijn Esquipulas 11 te negeren, zonder dat hij een belangrijke mogelijkheid zou verspelen deze ontwikkeling in een voor de V.S. gunstige richting te sturen. Ten tweede hadden ook de snel veranderende internationale verhoudingen de validiteit van
Reagan's buitenlandse politiek
16
Oorlog-denken het veld moeten
Bovendien werd Bush geconfronteerd met twee recente ontwikkelingen. waarop Reagan nog geen
Nieuw beleid?
Nicaragua
waren de leiders van de vijf Midden amerikaanse landen half februari in EI Salvador bijeengekomen, nadat dit overleg al vijf keer eerder was uitgesteld. Deze keer kwamen ze tot een nieuw akkoord. De bases van de Contra 's in Honduras zouden ontmanteld worden en in
ruil hiervoor verklaarde Daniel Ortega zich bereid v贸贸r 25 februari 1990 vrije en algemene verkiezingen uit te schrijven in Nicara-
gua. Maar de Amerik aanse
een nieuwe strategie. Een eerste signaal uit Washington kwam
regering reageerde zeer scept isch
echter al snel. In EI Salvador had het F.M.L.N. drie dagen na de
op dit akkoord. Ortega had immers al eerder vergelij kbare beloftes
inauguratie van Bush een verras-
gedaan waar niets van terecht was
send voorstel gelanceerd in de dialoog met president Duarte. Het
gekomen, volgens Bush. Tevens
omvatte uitstel van de Salvadoraanse verkiezingen tot 15 september om een eerlijke en veilige
landse Zaken James Baker, dat de regering Bush de "morele verplichting" had nieuwe hulp voor
deelname van de linkse oppositie moge lijk te maken. [n ruil hiervoor zou het F.M.L.N. de verkiezi ngsuitslag onvoorwaardelijk accepteren. Tot ieders verbazing beoor-
deelde de regering Bush dit als "een stap in de goede richting", die serieuze aandacht verdiende. De Amerikaanse onverzoenlijk-
heid ten opzichte van het F.M.L.N. leek langzaam te wijken. Toch deed Bush geen enkele moeite het
verklaarde minister van Buiten-
de Contra '5 te vragen aan het
Congres. De V.S. zouden de Contra's blijven steunen , totdat de Sandinisten volledig aan hun belofte van democratische hervormingen hadden voldaan. Inzake Nicaragua leek er dus, ondanks de minder felle retoriek, nog geen wezen lijke verandering in het
Amerikaanse beleid te zijn doorgevoerd.
Koerswijziging Toen o p 24 maan Bush uitei nde-
lijk zijn nieuwe politiek ten aanzien van Nicaragua prese nteerde,
was er echter wel sprake van een koerswijziging. Kenmerkend hiervoor was dat de Republikein Bush, in tege nste lling tol zijn voorgan-
ger, de steun van het door Democraten gedomineerde Congres had gezocht om zijn beleid een zo
breed mogelijke basis te geven. De concessies aan de Democ rati sc he oppositie. die Bush hiervoor moest doen, gaven het beleid een meer gemati gd karakter. Het omverwerpen van het Sandinisti sc he bewind was gesc hrapt: " We eisen ni et hel recht op de politiek van Nicaragua te dicteren. Dat moet het Nicaraguaarlse volk zelf doen" , aldus Bush. Toch bleef de vesti gi ng van ee n werkelijke democratie in Nicaragua nog altijd de belangrijkste doel stelling. De Sandinisten werden opgeroepen de beloofde hervonningen door te voeren, waarvoor de V.S. in ruil afzwakking van de hande lssancties en ze lfs moge lijke economische hulp in het vooruitzicht ste lden. Daarnaast zou de Amerikaanse regering steun verlenen aan alle diplomatieke initiatieve n di e probeerden het vredesplan van Arias uit het slop te trekken . Contra-hulp Het nieu we plan behelsde ec hter ook de voortzetting van de hulp aan de Contra's: 4.5 miljoen dollar per maand, tot februari 1990. Dit was in direc te tege nspraak met het akkoord van Costa del Sol uit februari , dat de demobilisatie van de Contra's inhield. Bush dacht hi er anders over: het was immers geen militaire, maar alleen " humanitaire" hulp. Toc h maakte deze stap duidelijk dat Bush, ondanks zijn steun voor het vredesproces, niet van plan was zijn belangrijke troefkaaJ1 in het Middenamerikaanse conflict uit hande n te geven. Daarom garandeerde hij het bestaan van de Contra '5 tot na de Nicarag uaanse verkiezingen in februari 1990 als stok achter de deur voor de Sandinisten. Deze dubbelzinnighe id karakteri seerde de Amerikaanse aanpak opnieuw, toen op 7 aug ustus het Tela-
akkoord werd o ndertekend door de presidenten Cerezo, C hri stiani, Azcona, Onega en Arias. Dit akkoord stelde een strak tijdsc hema vast voor de demobilisatie van de Contra's en gaf een gezamenlijke commi ss ie van de Verenigde Naties en de organisatie van Amerikaan se Staten de o pdracht het plan uit te voeren. Het Witte Huis ve rklaarde het akkoord "over het algemeen te steunen", maar liet tege lijkertijd weten niets te zull en ondernemen om aan de daadwerke lijke ont wapening van de Contra 's gestalte te geven. Eerst moest de democratie in Nicaragua gevesti gd zijn. Zelfs toe n de speciale afgevaardigde van secretari sge neraal van de V.N. Perez de C uellar in oktober verklaarde dat de voortdurende acti viteiten van de Contra's in het noorden van Nicaragua de verki ezinge n in gevaar konden brengen, week Washin gton ni et van zijn stand punt af. De uitvoering van het Tela-akkoord werd hi erdoor gesaboteerd, want de Contra 's zouden in gee n geval hun wape ns vrijwil lig neerleggen. Toch bewees Bush begin november ni et helemaal ongevoelig te zijn voor de Nicarag uaan se problemen. Toen Onega besloot het 19 maanden oude bestand met de Contra 's op te zegge n wegens het sterk toegenomen geweld van ~un kant , reageerde Bush voorzichtig en weigerde hij de militaire hulp aan de Contra's te hervatten. Hij had zic h kennelijk voorgenomen de bestaande situatie te handhaven in afwachting van de komende verkiezingen. Balans Ter afs luiting kunnen we twee conclusies trekken. Op de eerste plaats heeft de regering Bush het Amerikaanse beleid ten aanz ien van Midden-Amerika ontdaan het militante. anti-communistische karakter. De verrassende omwentelingen in Oost-Europa maken een terugkeer naar het Koude Oorlog-denken niet waarschijnlijk. Ten tweede heeft Bush een afwachtende houding aangenomen ten opzichte van de problematiek in EI Salvador en Nicaragua. Hij bewees lippendienst aan het vredesproces en via de steun aan de
Contra's hield hij toch een belangrijke invloed op de ontwikkelingen. Uit het bovenstaande zou men kunnen concluderen dat de Middenamerikanen meer te verwachten hebben van George Bush dan van zijn voorganger. Deze conclusie is echter te voorbarig. Bush sloot zijn eerste ambtsjaar als president immers af met de militaire invasie in Panama. Hiermee gaf hij duide lijk te kennen dat de V.S. nog altijd bereid zijn all e midde len te gebruiken als de regering meent dat het Amerikaan se nationale belang in gevaar komt. Noriega 's eigengereide optreden was een directe bedreiging van de dominante machtspositie van de V.S. in Panama. De anti -Ameri kaanse reto ri ek en de drugspraktijken van Noriega deden hem vervolgens de das om. Toekomst Hoe het Midden-A merika beleid van Bush er in de toekom st uit za l gaan zien, blijft vooralsnog ond ui de lijk. Vee l zal afhangen van het verloop en de uitslag van de Nicaraguaanse verkiezin gen op 25 februari aanstaande. De Sandinisten zullen Washington moeten kunnen overtuigen dat ze een vo lledige democratisering niet in de weg zullen staan. Want, hoewel een militaire invasie in Nicaragua hoogst onwaarschijn lijk is, zitte n de Contra 's nog altijd in Honduras, evenal s een g root aantal Amerikaan se troepen. Daarnaast zullen alle Middenamerikanen er rekenin g mee moeten houden dat de V.S. nog altijd bereid zijn in te g rijpen in de reg io als hun dat goed dunkt. De Monroe-doctrine is nog niet ten grave gedragen. Zoals Roben Olds al zei: ' We do control the destini es of Central America and we do 50 for the si mple reason that the national interests dictates such a course .. .'. Bronnen: J. Dunkerley. ' Power in the lsthmus: a political hislory ofmodcm Central America', (London, t988). W.M . Leogrande el.al.. 'Grappling with Cenlral Arnerica: from Carter 10 Reagan'. in : 'Confronting revolulion路. M.J . Blachman el.al. (eds.), (New Vork. t986), p.295328. Recente gegevens l ijn ontleend aan de berichtgeving in NRC/Handelsblad. 'El Pais' (Spanje). 路EI Grafico路 (Guatemala), en ' Barricada ' (Nicaragua).
17
Zelfbewust Europa dwingt v.s. tot aanpassen Boven in het Berlaymont gebouw aan de Brusselse Wetstraat bevindt zich het kantoor van Cees Wittebrood, lid van het kabinet van de E.G .-commissaris voor externe betrekkingen en handelspolitiek, Andriessen . jason Magazine sprak met hem over de gevolgen van de totstandkoming van de interne markt in 1992 voor de relaties tussen de Europese Gemeenschap en de V.S .. Als specialist op het gebied van de economische consequenties van 1992 lijkt hij de aangewezen persoon om de Amerikanen van hun angsten voor dat jaar te bevrijden. Het interview met dhr. Wittebrood werd ofgenomen door Hons-Poul Andriessen en (hiel de Leeuw; redacteuren van
lason Magazine.
D e landen van de Europese Gemeensc hap vonnen de belangrijkste afzetmarkt voor de Amerikaanse export. De waarde van de Amerikaanse export naar de E.G. was in 1988 meer dan twee maal zo groot als de waarde van de
"Europa' 992" In Amerikaanse ogen:
eerder fortificatie don eenwording. (Sijthoff Pers)
18
export naar Japan. In datze lfde jaar ging bijna 40% van de Amerikaanse buitenlandse investeringen naar de E.G .. Het is duidelijk dat het voor de Verenigde Staten van groot belang is dat de Europese markt ook na 1992 voor hen geopend blijft. In de zomer van 1988 kwam in de Verenigde Staten sterk het idee opzetten dat de E.G. bezig was in 1992 een zogenaamd ' Fortress Europe' tot stand te brengen. Een hecht aaneengesmeed Europa dat zich door hoge (tarief) barrières afslui t van buit.enstaanders die op de Europese markt wi ll en binnendringen. In deze periode was het nog hoogst ondu ide lijk we lke veranderingen er op het gebied van de externe handel van de E.G. doorgevoerd zouden worden. De Verenigde Staten meenden een tendens naar een versterkt protection isme waar te nemen . Dit wantrouwen was niet geheel ongerechtvaardigd. Herhaalde verzekeringen vanuit Europa dat er geen nieuwe obstakels op het pad van de Amerikaanse hande l zouden worden gebouwd werden immers nog niet door concrete beleidsbepalingen ondersteund . Wel drongen in de Verenigde Staten stemmen van Europese industriëlen als Fiat-topman Agnelli door die sterk pleitten voor protectie van bepaalde bedrijfstakken ,
voorop natuurlijk de auto-industrie. Het laatste jaar hebben de contouren van 1992 vee l meer vonn ge kregen. Steeds meer richtlijnen worden door de Europese Commi ss ie behandeld. Dit heeft tot gevo lg gehad dat vee l van het Amerikaan se wantrou wen is weggeëbd. De regelmaat waannee de E.G. en de Verenigde Staten e lkaar in 1988 openlij k in de haren vloge n is dan ook sterk venninderd. Het lij kt er ze lfs op al sof de Amerikanen ook positieve kanten zien aan de komende aanééns luit ing van de Europese markten. Het blijft echter de vraag of er geen sprake is van een wapenstilstand, die ieder moment verbroken kan worden . Con nicten liggen nog steeds op de loer. Neem bijvoorbeeld de toepassin g van ant i-d um -
pingregel s door de E.G .. De Verenigde Staten zien hierin vaak een verkapte vonn van protectie. En zo zijn nog eerde re voorbee lden aan te wijzen.
Een open E.G.? Volgens Cees Wittebrood moeten e r nog veel verbeteringen worden doorgevoe rd , maar afgaande op zijn woorden hoeven de Amerikanen zich geen zorgen te maken over de gevo lgen van de totstandkoming van de Europese interne markt in 1992. ' Het is onze uitdrukkelijke doel stellin g onze marktte openen. Hij is al open, de douanetarieven op industrieprodukten liggen op 5%. dat is geen zware beschenning. Er zijn wel andere zwaardere belemmeringen zoals overhe idsaankopen en wetgev ing die discrim ineert tussen geïmporteerde en eigen produkten. Daar valt nog veelte veranderen. De E.G. is maximaal afhankelijk van een open wereldmarkt. Wij zijn immers de grootste im- en exporteurs.' Wittebrood meent e nige bedenkingen onzerzijds te bespeuren a ls wij vragen naar eventuele negatieve gevo lgen van 1992 voor de conc urrentieposi tie
voeren. Japan zou daar nooit mee akkoord gaan. Als je alles wat zij uitvoeren onder dezelfde prij zen in Japan weer teru g zou invoeren dan zou je een gigantische markt kunnen openbreken. De prij zen van hun exportprodukten zijn namelijk veel lager dan de prijzen di e zij voor di ezelfde produkten op hun eigen markt hanteren. Een Japanse zakenman hee ft eens ontdekt dat Japanse produkten die in New Vork werden ve rkocht veel goedkoper waren dan in Japan zelf. Hij heeft dat zooi tje toen opgekocht en is dat gaan verkopen in Japan. Hij zit nu in de gevangenis, want het was in strijd met de wetgeving. Met zo' n systeem zou je dumping kunnen voorkomen. ' van de Amerikaanse export . 'Er zal alleen relati ef een nadeel ontstaan. De handel binnen Europa zal toenemen, maar de handel met bijvoorbeeld de Verenigde Staten 7.-a1niet afnemen. Je praat in de wereldhandel niet over een 'zerosum game'. 1992 Zal leiden tot ex tra werkgelegenheid, ex tra investeringen en ex tra economische groei. Als de wereld hande l stijgt, dan profiteren ook andere landen daarvan. ' Wittebrood legt ve rvolgens nog eens de nadruk op de bereidheid van de E.G. om haar mark ten voor derden open te houden. 'Alles wat binnen Europa kunstmatig tot stand gekomen is. vallen wij aan. Een voorbeeld is de bevoegd heid die wij hebben om overheidssteun aan te vallen. Zo hebben wij de Europese staalindustrie via deze bevoegdheden gedwongen zich te herstructureren. Dat gi ng gepaard met gedwongen bedrijfssl uitin gen en het on tslag van 400.000 werknemers. '
Geen 100% vrijhandel Toch blijkt dat Wittebrood een aantal instrumenten wil blijven hanteren die door de Amerikanen wel eens als een inbreuk op het principe van de open markt kunnen worden opgevat. ' Ik geloof niet in I ĂźO% vrijhandel. Dat bestaat alleen in de boeken. In de praktijk betekent dit dat de E.G. aan de ene kant bereid is het vrije spel mee te spelen. terwijl men aan de andere kant de beschikking
blijft houden over de instrumenten om in te grij pen wanneer dit spel leidt tot onaanvaardbare consequenties. Daar moet je ook afspraken over kunnen maken, zoals clausules om je markt voor een bepaald produkt af te sc hermen omdat er misbruik wordt gemaakt van jouw markt. Neem bijvoorbeeld dumping: somm ige landen in AziĂŤ verkopen hier produkten beneden de kostprijs en dat houden ze kei hard heel lang vol om zo hun concurrenten op de markt kapot te maken. Zodra ze een goede marktpositie veroverd hebben schroeven ze de prijs op. Tegen dit soort dingen moet je je kunnen beschennen.' Het probleem met dit soort besc he rmende regels is dat het moeilijk is om precies te bepalen wanneer een eventuele toepassing gerechtvaardigd is. De meningen hierover kunnen zeer uiteenlopen. Deze regels zijn daarom een voortdurende bron van con flict. Zo zou Wittebrood graag zien dat de E.G. het anti-dumping instrument veel harder zou toepassen. 'De Verenigde Staten hanteren de regels in dit opzicht veel stringenter.' Lachend vertelt Wittebrood vervolgens over een theorie die hij laatst iemand heeft horen uiten en die alle misverstanden over de toepassing van regels uit de wereld zou kunnen helpen. 'Je moet als centrale regel in de wereldhandel nemen dat je alles wat je invoert onder dezelfde omstandigheden moet kunnen uit-
Cees Wittebrood: "Een systematische publiciteitscampagne waarin 1992 wordt uitgelegd bestaat niet". (Jason)
Falend PR-beleid Een belangrijke oorzaak voor het aanvankelijke wantrouwen van de Verenigde Staten ten opzichte van IY92 is volgens Cees Wittebrood een falend pr-beleid van de E.G .. ' Wat dat betreft hebben we een kans gemist. Grote bed rij ven spenderen veel geld aan publici teit. Die les hebben wij nog steeds niet geleerd. Als Europese Commissie zouden wij dat wel willen, maar de lidstaten vinden het niet nodig. De Amerikaanse markt, een enonn land, wij zitten daar met 10 tot 20 mensen. Die werken zich over de kop. Een systematisc he publiciteitscampagne waarin 1992 wordt uitgelegd bestaat niet. Het is zelfs zo dat de Amerikaanse Kamer van Koophandel het zelf maar heeft gedaan.' Wittebrood begint sneller te praten en windt zich duidelijk op. 'Toen wij het niet deden zijn ze het maar zelf gaan doen! Het is idioot! Ze hebben zelfs een boek uit gebracht: ' What means 1992 for American Business' . Dat is een zeer grondi g boek, uitstekend leesbaar. Dit was eigenlijk een taak van de E.G .. ' Het vroegere prbeleid van de E.G. karakteriseert Wittebrood als rampzalig. Er is sindsdien wel wat verbeterd. Men is de E.G. gaan zien als een produkt dat op de markt ve rkocht moet worden. 'We krijgen nu een 'corporate identity', dat is belangrijk voor het toegankelijk maken van je beleid.'
19
Veranderende verhoudingen De verhoudingen lussen Europa en de Verenigde Staten zijn aan hel veranderen. Dit gebeurt niet alleen
onder invloed van 1992 maar ook door de ontwikkelingen in OostEuropa. Nieuwe markten worden daar geopend. De Verenigde Staten dringen er bij de E.G. op aan samen te werken bij de benadering van deze markten. Het lijkt erop
In de V.S. beseft men nu dat de E.G. een factor van betekenis is geworden, niet langer een hobby van een aantal federalisten . alsof ze niet durven te vertrouwen
op een open concurrentie-strijd met West-Europa. De veranderingen in Oost-Europa hebben ook tot gevolg dat de spanning tu ssen Oost en West afneemt waardoor
bijvoorbeeld de samenwerking in de NAVO aan een herwaardering onderworpen moel worden. De Verenigde Staten hebben in het verleden altijd gestreefd naar een sterk en democratisch Europa. Nu dat sterke Europa ontstaat moeten
de Amerikanen constateren dat zij te maken krijgen met een zelfbe-
wuster en moeilijker te hanteren
Het Europees Parle-
ment In Stroauburg: bolwerk van het door de V.S. gevreesde 'fortress Europe '. (Slllhoft Pers)
20
bondgenoot. De banden tu sse n de westerse bondgenoten dreigen te verslappen. Wittebrood meent dat de Verenigde Staten bewust stappen ondernemen om deze ontwik· ke ling tegen te gaan. 'De Amerikanen zijn hier in december 1989 op bezoek geweest met een delegatie bestaande uit onder meer de ministers van Buitenlandse Zaken en Hande l. Ze hebben gesproken met de Europese Commissie, dus niet met de ministers van de lidstaten. over juist de structurele ver· ste rking van de band. Je krijgt een nieuwe situatie waarin zowel de E.G. als de NAVO een meer politiek karakter krijgen. De E.G. zal misschien ze lfs op het terrein van de vrede en de veiligheid een rol gaan vervullen. De Amerikanen onderkennen de verandering in het politieke landschap van Europa en ze hebben aangegeven dat ze bereid zij n samen met Europa op zoek te gaan naar een andere ver· houding in de wederzijdse relaties. Dat is ingegeven door de zorg dat Europa zijn eigen zaakjes op gaat knappen .. Wittebrood is zelf duidelijk ook vervuld van het versterkte zelfbewustzijn van de E.G .. Lichtelijk triomfantelijk vervolgt hij: 'We
krijgen steeds meer een gelijkwaardige verhouding met de Ver· enigde Staten. Vroeger waren wij toch altijd ondergeschikt. Amerika was 'Big Brother ' en wij waren, zowel in de NAVO als ook economisch een tweederangs mogendheid. We worden nu erkend als E.G. en we zullen ook als zodanig een ro l gaan spelen in de toekomst van de rest van Europa. De Europese samenwerking heeft Europa zoveel nieuw elan gegeven, zoveel nieuwe investeringen en samenwerkingsvonnen opgeleverd dat de groei hier is versterkt, dat wij onze concurrentiepositie ten opzichte van de Verenigde Staten hebben verbeterd en hun op een aanta l gebieden echt voorbij zij gestreefd. De economische rol die je hebt geeft ook politieke verantwoordelijkheid. Op een gegeven moment moet je iets doen met je politieke macht. Dat geldt nu ook voor Europa. Wij onderken· nen dit. wat overigens niet inhoudt dat wij hautain zullen zijn en pretenderen de rol van de Verenigde Staten over te nemen. Maar in de Verenigde Staten beseft men nu dat de E.G. een factor van betekenis is geworden. niet langer een hobby van een aan tal federali sten.'
Wat is Jason? J ason is in
1975 opgericht door een aantal jongeren om te voorzien in een duidelijke behoefte van jongeren aan evenwichtige informatie over internationale vraagstukken. Jason is niet gebonden aan enige politieke partij en heeft geen levensbeschouwelijke grondslag. Jason informeert op twee manieren. Ten eerste door de uitgifte van dit blad, dat iedere twee maanden verschijnt. In elk nummer staat een internationaal-politiek thema centraal. Recente thema 's waren: de problemen op de Balkan, veertig jaar NAVO en scheuren in het Ijzeren Gordijn. Ten tweede informeert Jason door het organiseren van tal van activiteiten, zoals conferenties, debatten, lezingen, studiedagen, simulatiespelen, uitwi sselingen en buitenland-borrels. Wie belangstelling heeft zelf actief te worden binnen Jason, bij voorbeeld in het bestuur, de redactie of binnen het netwerk van contactpersonen, kan zich schriflelijk aanmelden bij het secretariaat. Vermeld in uw brief wel iets over uw achtergrond en inleresses.
Activiteitenagenda
Voor nadere informatie kun je ook de volgende contactpersonen bellen:
5 maart i.S.m. de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap en de Koninklijke Vereniging van Marine-Officieren (KVMO) een discussie over: "Conventionele wapenbeheersing in Europa".
Nijmege n Peter Lo ukes v. Diemerbrouckstr. 89 65 12 BA 080路602638
Amsterdam R. Bierens de Haan Weteringsc hans 27 I 10 17 XJ 020-251539
Utrecht Petra van Hilst An toni ushof97 3583 GM 030-5 11 373
Sandra Hanneman J . v. Lennepkade418-2 1053 NP 020-855073
Drs. H.A. Schaper, hoofd bureau Politieke Aangelegenheden en Wapenbeheersing, Directi e Atlanti sche Samenwerking en Veiligheidszaken, Min. van BZ: "Onderhandelingen in Wenen: op een breukvlak in de internationale politiek?" Brig.-gen. der infanterie b.d. H.l. van den Graaf, directeur Centrum voor Verificatie-technologie, Vrije Universiteit Amsterdam: "Wapenbeheersing en verificatie". Marinee/ub Fort Harssens, Nieuwe Diep 9, Den Helder (ingang t.O. Koninklij k Instituut voor de Marin e), 20.00 u.
Tilburg Hakky Raymakers & Mark Beersman s Wilhelminapark 27 5 14 1 EB 013-433200 Enschede Maarten Wijnhe ime r Emmastraat 143 75 13 BB 053-308280 Rotterdam Jeroen Boot & Jon Meijer Hr. GiJlisstraat 26 306 1 NK 010-4525484
6 maart een lezing over: "The Reagan Presidency", het buitenlandse beleid onder de regering Reagan".
Amaud du Po nt SI. Jacobstraat 2 I 5 30 11 DK 010-4 11 78 12
Or. Harvard l. Sitkoff, professor in Hi storische Wetenschappen , Universiteit van New Hampshire en in Nijmegen bekleder van de John Adam s-Ieerstoel in "American Civilization".
Nijenrode Jan Hein Alfrink pla Nijenrode kmr. 73 Straatweg 25 362 I ME Breukelen 03462-62480
Het Kolpinghuis, Smetiusstraat I , Nijmegen , 20.00 u.
Breda Ton Luuer Wi1helminapark 58b 4818 SN 076-228691
Oem Karo ly BukhoJczer v. Lodensteinstraat 52 26 12 SG 0 15-121 169 Den Helder Eduard v.d. Schueren pla KIM Het Nieuwe Diep 8 178 1 AC 02230-57169 Eindhoven Erik Jansen L. Napoleonlaan 40. 56 16 BB 040-515324 G roningen Mo nique Vrocmcn Oosterkade 9d I 3 97 11 RS 050-127988 Leiden MiJl y de Bruyn v. Zuyubrouckhof 37 23 11 WD 07 1- 120754 M. Ravensbergen Oude Vest 11 la 2312 XV 071- 125328
Index Jason Magazine 1989 89/1. Herlevend nationalisme op de Balkan
89/4. De Grens
Dr. R. Delrez
Verwarde situatie in Kosovo heeft complexe voorgeschiedenis
Drs. AJ. Jongman
De rol van grenzen in oorlogsgedrag van stalen
Prof.dr. S. A Icxandrescu
Ceauçescu's Roemen ië: een dodelijke
Drs. L.J . Paul
De Berlijnse Muur: thennometer van Oost-West betrekkingen
Mr. A. Bos
Problemen e n complicaties rond nieuwe grenzen in Antarctica
Drs.
De open grenzen in het Europa na 1992
utopie
Prof.dr. F. de Jong
Turkse moslims en mos li mse minderheden in Bulgarije
Prof. dr. J. Mençingcr
Joegoslavië op krui spunt van
R. Riemersma
hervonningen en verval
D.W. Went
Albanië. even intrigerend als mysterieus,
Dr. A.E. Drougos
Diplomat ie zegeviert in zuidelijk Afrika
K. Sanjay (interview)
ANC: Alleen onderhandelen op onze voorwaarden
A. NOIhnagel (intervie w)
"Onderhandel ingen waarbij A C geen partij is, zijn zinloos!"
Drs. B. v. Dam
Verdeeldheid Westen onde rmijnt sanctiedruk op Zuid-Afrika
naar oplossing
Drs. Peter Sluyter
Sancties Zuid-Afrika : vreedzaam hu lpmidde l tegen aparthe id
Schuldenproblematiek: alles dmait om het geld!
T. Hansma
Strijd van zuidelijk Afrika voor economische bevrijdi ng
A. Kalldeya (interv iew)
Angola en de weg naar nationale verzoening: de vis ie van UN ITA
Europa. Ove reenkomst van Lomé en de schuldenlast van Afri ka
H. V.d. Lee
Mozambique op weg naar echte vrede'!
Onderhandelen over schulden vereist veel fmancieel en politiek inzicht
89/6. Scheuren in het Ijzeren Gordijn
Gorbatsjov en de veiligheid van de Blkan en de Midde llandse Zee
89/2. De schuld va n de schulden Drs. P. Bukman
Schuldenproblemalie k is slechts
slukje voor stukje op Ie lossen H. v. d. Lee
Jasan Ter Plekke Drs . EL Hcrtl.:cns Mr. FJ .H .C. Srni l:
Jhr. mr. E. van Lennep ABN Bank (interv iew) M,R. Jesus Sil va-HerlOg (inlc rview)
Brady-plan eerste slap op weg
Europa is voor Derde Wereld al jarenlang een 'fonress'
Nederlandse banken zitte n niet vast in schulde nmoeras Mex ico maakt e rnst met aanpak van de schulden
89/3. Veertig jaar NAVO: verleden, heden en toekomst C. de Leeuw
NAVO: waarom ook weer'!
F. Kleibrink. H. v.d. Lee,
NAVO-top: herrijzenis in plaats van begrafen is
O. Maliepaard Mr.drs. F. Bolkestein
89/5. Zuidelijk Afrika in beweging J. w. V.d. Meulen
op ,weg naar...?
Mooie woorden Gorbatsjov he bben macht Sovjet-Un ie niet aangetast
Mgr. Ernst (interview)
De noodzaak van een allesomvatte nd vredes idee
F. Princen
Jason-congres richt blik op toekomst van de NAVO
Jason Ter Plekke
Ronde Tafelconferentie over veertig jaar NAVO
Dr. W.F. van Eekelen
De WEU als Europese peiler van de NAVO
Mr.dr. J.M.A.H. Luns (interview)
The Gum Has Spoken
J. Reerink
Verjaardag NAVO houdt dienstplichtigen niet erg bezig
K. Michailov
Ve rjaardag NAVO eigen lijk geen reden tot fe stiviteiten
R. Bee kers (i nterview)
Blokdenken in de toekomst niet langer onvennijdelijk
NlPO-onderLOek
Nederlandse jongeren en hun vis ie op de NAVO
Drs. J.S. V.d. Me ule n
Doel van de NAVO is gemeengoed onder jongeren
Drs. H. Ramkema
T. St ruycken . H. V.d. Lee H.P. Andriessen. C. de Leeuw, O. Maliepaard. F. Kleibrink
Het einde van het tijdperk Honecke r Toeschouwers bij historische ontwikkelingen in Berlijn November-revolutie in de strate n van Pr.1ag
J. Pehe en Jan Obrman
In Tsjechoslowakije staat alles in het teke n van '68
Dr. ir. I. Bárson y
De stille revolutie van Hongarije 1989
A. Gerrits (inte rview)
Weste rse openheid als model voor Polen