Jaa rga ng 19 Nummer 3
Juli 1994
Ma azine voor Internationale Vraa stukken
DE PROLIFERATIE VAN CONVENTIONELE WAPENS
VERKIEZINGEN IN ZUID-AFRIKA RWANDA EN BURUNDI
Contents Editor·in-chief: Drs Cyril Widdershoven
Jason MagazIne Is a blmonthly publlcation of !he Jason Foundation
1
Vrede?
3
Wie wapens zaait zal geweld oogsten: de proliferatie van conventionele wapens
Editors: Ors JooP Bijen Drs Mike den llartog Drs Miriam Meekels Drs Peler Pijpers Drs Guido Widdershoven Ronaid Sandee
Editorial
Hennie van der Graaf
Executive Board Chairman: Vice·Chairman: Int Secretary: Secretary: Fundraiser: PR-Coördinator: General AfTairs:
Gijs Jeuken John Kootstra Andries van der Meulen Diane de Vries Joyce Oomen GuiJIaine de Blécourt Simon van den Dries
Genera) Board Ors LJ. Bal Ors F.G.H . va n den Broek Mr F.C.M. Caris, MBA Ors F.G. Cleton Mr Drs. A.H . Gierveld Mr F.A.M. van den H euvel Ors JA. de Koning, M. Phil. Ors HJ.C. Laseur Mr R.H. van der Meer Ors FJ J. Princen M. de Weger Ors EJ. Weterings
9
Stephan Raes
12 Verkiezingen in Zuid-Mrika Mike den Hartog
17 Wecke's Wereld Leon Wecke
19
Advlsory c.ouncU Prof. Or W. Dekker, voorziner F. de Bakker Prof. Or JThJ. va n den Berg Pro f. Or 11 . de liaan Prof. Ors V. Halbersradt Ors G.JJ.M. Hayen c.c. van de n Heuvel H .A.M. Hoefnagels Mr.J.G .N. de Hoop Schelfer Ors R.W. Meines R.O. Prda ning Drs W .K.N. Schmelzer Prof. Dr J.G . Siccama Prof. Or A. van Staden Drs L. Wecke
Mediterrane landen in de textiel- en kledinghandel: een wankel succes
Hongarije en haar buurlanden. De wederzijdse relaties en de problematiek van de minderheden RolfKoster
24 Over stammen, standen en staten in
Mrika: het geval van Rwanda en Burundi A. Trouwborsl
28 De onwil van de EG- en NAVO-lidstaten Henk Spenkelink
Jason c.ontactpolnts Leiden: Amsterdam: Rotterdam: Utrecht: Groningen: Maastricht: Nijmegen:
Krista Kuipers 071 - 125100 Peter The unisz 020 - 6254795 Mark Schipper 010 - 4 144601 Sandm Gene' 030 - 512061 Oiederik van Rappard 050 - 180262 Erik-Jan Goris 043 - 252161 Esther Peeters 080 - 558549
Jason Foundation Laan van Meerdervoort 96 2517 AR THE HAGUE Phone 070 - 360 56 58 Fax 070 - 363 32 85
The Jason Foundation cannot be held accountable for opinions put forward in cootrl· butions to this pubUcation SubscriptIons will be automatically renewed, unless yoo sent us a written cancelation be~ fore the first of december. La y-out: John Ysebaert Print: Haagse Drukkerij
ISSN 0165-8336
32
Congresverslag)ason: South Mrica on the Crossroads
Copyright Reproduclio n o f cont rihut io ns fo this period iea l is o nl y perrnitt ed wi th permissio n of th e autho r and the edilorial b oard o f.la son Foundati o n when Je· eOlllpan ied by a sou ree note al o ng th e fo llo wing lines, betVoleen bracketrs the data ofthe eontribution be ing repro duced : "Thi s eontribution o f [nam e anel title autho rJ , was publ ished in .Iason Maga· zine. volume [vo lume no .], number [i ssue no.}, lmo nth , yearJ, whi eh had as a th ellle [ti tie]. jason Fo undatio n is a billlo nthly puhli eati on o f th e j ason Foundatio n fo r Intenul Affairs, The Hague.
Vrede? Editorial
Het op woellsdag 3 mei geslotelI akkoord tussell de PLO ell Israël o ver de autoIlomie vall Gaz a ell jericho is eell kleilIe stap richtillg eell alomvattende vrede ill het Middell-00ste1l. De waarde vall dit historisch resultaat ell de specifieke tekst vall de akkoorden tussell de gezworell aartsvija1lden PLO e1l1srael1ll0etell echter niet wordelI o verschat. De teruggave vall eell stuk lIiemalldslalld, z Ollder eigell idelltiteit ell eC01lOlIIische mogelijkhedell, genaamd Gaza door de lsraeliers is terug te voerell op de apathie die elke lsraeli voelt als hij zijll militaire diellsplicht moet vervullell ;'1 de krottellwijkell, slumps ell vuilllisbelten vall Gaza. Er is ook geell ellkele strategische of historische waarde aall verbolldell aall dit stuk lalld, dit ill tegellstellillg tot jericho.
Sircu ze o nt wikke lingen op cle Gazastroo k e n de W'eslban k. Oe o pwaardering va n de vroegere terroristische be weging PLO tot een volw aardige, internatio naal erkende po litieke macht versterkt de positie va n de Israelische regering internationa al. Tevens kan Isrdel zijn handen terugtrekk en van hel Pal estijnse wespennest, zo nder dc nog steeds noodza keli jk e veiligheidmaatregelen uit handen te geven . De PLO is nu, ged wongen door haar leiderspositie o p Gaza en in j cricho, ve rpli cht o m zelf de rust in de autonome gehieden te w aarbo rgen. Er is geen sprak e meer va n Israclische soldaten , die benen en armen brek end up Gaz"l ronclracen in met gaa s en tralies beschermende jeeps. Nee, cic PLO is nu aan zet. Het zullen dc eigen Palestijnse soldaten of agenten zijn die o p de juiste manier de rust cn o rde moeten w aa rborgen in hun eigcn territo rium. Ht.:t zull t.: n de eigen PLO-agenten zijn , die mogelijk zee r hardhandige moeten gaan o ptreden tegen de I lamas en Islamitische Djihad. Het zullen de eigen PLO-gevangenissen zijn wa ari n de ex tremisten va n Izm al-Kass im brigade V~lIl de Il amas zullen zitten. liet zullen misschien w el de eigen PLO-extremisten zijn die doo r de eigen PLO-agenten moeten w o rden gearresteerd . D it ak k oord heeft vee l voordelen voor de Israelische staal. Echter het is niet za-
een alo mvattende vrede en auto no mieafspraken lussen de PLO en Isracl echter niet weggc noml:n. De grootste gevaren voor de vrede in het Midden-Oosten zijn ook nooit voo l1gcvlocid uit de confrontatie P~ll es li j n e n en j oelen , maar llit de macht wellusti ge spelletjes van de ~I a n wezige despoten. Vroeger w aren dit vooral Nasse r, Khadaffi o f Kho meini , alo m gevreesd in de \Xlesterse we reld, met name in hun comb inatie 111<:1 het gevaar uil hel Ooslen . Dit gev~l a r is echler ingew issdd voor het koele tactische gevaar van een I lafez alAssad , de brute mel oman ie va n een Saddam HoescÎn en het fundamentalistische intdJecl van een Hafsanjani . Voor de Israeliers ligt hier dan ook de nadruk op bij alle gevoerde vredesbesprekingen. De vrede met de PLO is cosmet isch en v:m geen enkel strategisch bcbn g. Een vr(;:c!e met Syrie is echter van levensb elang. Elke toerist, rondl o pend o p de Golanhoogte k an met zijn eigen ogen de militair-strat egische rea lite it zien waar hel o m draait. Diegene d ie de macht heeft over de GoIan , heeft de macht over de b ronnen van de j orda an ( water), de mogelijkheid 0 111 real -time info rmat ie te vergaren over dc vijandel ijke troepenbew egingen en de positie o m een verdedigingslinie o p te richten d ie b ijna o ndoordringbaar is voor conventio nele wapens.
Ii g lll ~l ke nd .
is bijbe ls, voor alle mo notheïstisc he godsdi enste n van
CfichO
J,
wa ~lrd e. Voor religieu s eori ëntcercle Zionisten is er ook nog
een politieke, namelijk hel reil dal de la atste progra m in hel m a nd a~llsgc bi c d
Palestina de program in Jcricho w as. De teru gkeer en vestiging van een Jooebe gemeente in j ericho wa s en is dan ook een herbevestiging va n de staal Jsrael. H icîd an wordt nu geto rnd door het overeengeko men au tono mie-a kkoord . Ministe r-president I~ a hi n hedt d c.: juiste
heslissing geno men, gezien de desa-
Iedereen die al eens in I s r~lcI hee ft rondgereden, weet hoe kl ein dit land eigenlijk wel is. Ze lfs op de chaotische wegen va n Israel ben je În staat o m in minder dan uur va n ha nje Tel -A viv naar de o ude stad van j eru za lem te ri jden. Oit geeft wee r hoe de strategische situatie is. Een vijand, al dan niet aanwezig, is in staat binnen enkele minut en, laag over de grond vliegend, de grootste bevolk ingsce l1lra's van Israel te bereiken. Oe gevaren va n een raket-aa nvlli (SCUD , AI -Abbas, N udo ng-2) zijn al helemaal niet in te schallen . Beide worden d<x>r
Zelfs de nadl1lkkelijke aan w ezigheid va n rak ett echnologie, N BC-wap ens en hightech apparatuur, heeft de militaire releva ntie va n een conventio nele grondaa nval niet ve rminderd . Voor elke conventionele aan va l is echter de Golan een onoverkomelijke hindernis. Toch zal de teru ggave van de Golan nood zakelijk zijn voor een vrede met Syri ë. I locwcl , wat is b eter. Ecn vred e, die geen vrede is o f een oorlog d ie geen oorl og is? II iellllCC doel ik o p het gegeve n dat ht.:t begrip vrede inho udt dat men vri j verkeer van goederen, diensten
Jaso" Mag(/z l"e no. 3, June 1994
1
en mensen heeft. u, d it is een o nmogelijkheid met de aan wezige regi mes in de Ar'dh ische landen. Als voorbeeld zou je kunnen kijken naar de vrede va n Egypte met Israe!. I-Iet w as makkelijker o m in de lijd van de Koude Oorlog de DD.R. of Tsjecho-Slowakije binnen te gaan dan de grenspost bij Rafah (Gaza). Deze vrede verdient duidelijk het predica al KOUDE VREDE. Toch zal hij dil predic. at verliezen b ij een vredesovereenko mst tussen ISr'del en Syrië. Een vrede met Syrië houdt in dat je land teru ggeeft en er niks voor terug krijgt. Nee, je gaat er militair gezien zelfs op achteruit. Ook is een vredesovereenkomst afh ankelijk va n de leiders. Assad is ratio neel instaat o m meer voordelen dan nadelen in een overeenko mst met Israel te zien. Echter de positie van Syrië is aOlankelijk van de respecti evelijke leider. Assad is ernstig ziek ; zijn mogelijke opvolgers staan nu niet direct bekend om hun rationele vermogen tOl deductief denken en hun westers georïenteerde politiek. Indien er een Israelische terugtrekking heeft
2
jasonMagazine no. 3, June 1994
plaa tsgevonden va n de Golan , voordat er een machtswisst:!ing heeft voltrokk en kan dit naderhand een militair conflict veroorzaken. Toch hoor ik al w eer stemmen die roepen o m in zet van de VN-troepen of mogelijkerwijs MFO-achtige verbanden . Voor deze troepen zie ik absoluut geen mogelijkheid in het Midden-Oosten. De ervaringen die men heeft o pgedaan met VN-troepen in hel Ar'd bisch-Israelisch co nflict zijn geen pum en waar de internatio nale samenleving trots o p k an zijn. De rol van de VN in 1967 o f in Libanon zijn schoolvoo rbeelden voor hoe het niet moel. Ook de ontwikkelingen in Somalië, Gord zde, Sarajew o o f Cambodja kunnen geen enkele staatsman in het Midden-Oosten o vertuigen va n de kracht en inzetbaarheid van dil soort troepen . Ook de imernational e (Scandinavische) troepenmacht in Hebron heeft geen enkele invloed . Nee, ook zij worden bekogeld met stenen en uitgejouwd om hun passieve ho uding.
Vrede in het Midden-Oosten zal nog lang op zich laten wachten. liet Westen heeft mak kelijk praten; w ij leven en werken niet o nder hoogspanning. Een Joods-Ara bische dialoog heert tijd nodig, alle w o nden zullen het eerst moeten genezen. Vooral het laatste zal moeilijk gaa n zolang er nieuw bloed blijft vloeien en Arabische en Joodse extremisten hun k ansen blijven grijpen o m tegenstanders te ve rmoorden. De PLO heeft mogelijkef\v ijs een goede stap in de ri chting gezet. Men moet echter niet ve rgeten dat de PLO geen partij is, het is een federatie-achlig verband, bestaand uit gematigde maar ook zeer extremistische groeperingen. Yasser Ard fal heeft ook niet zovee l macht als men wel denkt in Europa. Het akkoord van Cairo heeft de deur o p een kier gezel , maar kan snel w eer worden dichtgeslagen door een o pstekende zandsto rm van fundamentalisme, irreele verlangens en machtswellust (welke de PLO-leiding ook niel vreemd is)!
•
Wie wapens zaait zal geweld oogsten: de proliferatie van conventionele wapens. Hennie van der Graaf
De vraag hoe de proliferatie van corzverztiorzele wapens teruggedrorzgen kan worden, hot/dt de i1ltenlationale gemoederen reeds lange tijd bezig. Er bestaat echter geerz eenduidig a1ltwoord en de problemen stapelen z ich op. Wapentransacties nemen toe en de handelfloreert z owel in het legale als het iUegale circuit. GeIleraal b.d. Hemlie van der Graaf gaat in op de meest recente ontwikkelingen en opinies. terugdringen van de verspreiding va n kernwapens hee ft sedert de Koude Oorl og dc hoog!:ile priorit eit gekregen. De o ntdekking van een ve r gevorderd nucleair bc w apeningsprugmmma in Irak, alsmede cle door Irak ingezette rakelten tijdens de Golfoorlog maakten dc w ereld met een scho k wak ker. Maar de ve rspreiding van l1l assavc r ~ nictigingswapens is niet hel enige
H
el
probleem waar dc wereld mee wordt geconfronteerd. Immers, all e gewape nde conflicten die momenteel woeden , worden uitgevochten met doodge wone convc lllionele wa pens. Door het einde va n de Ko ude Oorl og en de omva ngrijke
wa penredu clies in Eu ropa worde n grote o verschotten aan wa pens o p de tweedehandsmarkt aangeboden . De Russische Federati e en het \'(Iesten houden uitverkoop en de Amerikanen hebben grote aantallen wape ns na de Golfoorlog in de regio aclllergelalen . In de Derde \Verele! liggen naar schauing 85 miljoen landmijnen he~ r:we n . De
meerderheid van deze mijnen zijn alko mstig uil de \'(IeSlerse w ereld , Rusland en China . De verspreiding van conventio nele wapens geeft een ontmoed igend beeld te zien. Na een ko rte in zinking o nmiddelijk na de Golfoorlog nemen de w apenleveranties naar Derde Wereld- regio's al weer gestaa g toe. \XTeii swa ar meldt heL Zweedse vredesinstituut SIPR I dat in 1992 dl' exporten van conve ntionele wapens zijn gehalveerd van ru wweg 50 miljard naar 25 miljard do llar! maar voor 1993 wo rden alléén de Amerikaanse expol1 en alwee r geschat op 30 miljard dollar. Bo vendien lelt SIPRI alleen de belan grijkste wapen- systemen , zoa ls tanks, pantservQer- tuigen, raketten , artill erie, helicopters en vliegtuigen en ho udt geen rek ening met de bijbeho rende techno logie w aar vaa k het meeste geld in gaal zinen. Ook kijkt SIPRI alleen naar de daadwerkelijke leveranties in een bepaald jaar en niet naar de afgesloten contracten. Al s we naar de impo ltzijde kijk en dan krijgen we een veel beter beeld va n hoe de za ken er voor staan. In de laatste zeve n jaar hebben Derde \XTereld landen voor bijna 300 miljard dollar aan w apens en technologie geïmpo rteerd . In de periode 1989- 1992 zijn all een al in hel Midden-O osten de volgende w apens geïmpo n eerd : 1600 tanks, 1650 gepantserd e voert uigen. 2500 artillerievuunllo nden, 3800 groneVgrond en grond/ lucht raketten en 365 mod ern e gevechtsvliegtuigen. Dil is 22 procent va n de totale w ereldhandel aan wapens. In dezelfde periode hebben landen in zuid-oost Azië 33 procent wapens en m aterieel geïmpo rteerd 2. Hoewel er maatregelen worden getroffen om proliferatie va n conventio nele
wapens tegen te gaan komt hier in de prak tijk nog maar weinig van terecht. De \vapenco ncerns vechten voor hun overleving en zullen als zij o p hun binnenlandse ma rkt en niet meer kunnen leveren, hun aandacht naar dders verplaa tsen. En dat is precies w at er nu gebeUr! . Hus1and hedt in 1992 een wapenexportagentschap opgericht dat voor miljarden do llars wa pens o p de wereldmarkt moet slijten . De w apenexpo rten va n Fra nkrijk ko men overeen met rweederde va n de Fra nse ontwikkelingshulp. De Britten hebben o nlangs permanente verk oopmissies gest3tio neerd in India , Sa oediArabië en Maleisië. Zestig proce nt van de Britse wa penexpo nen gaat naar D erde \XTe reldlanden. Er is geen eenduidig ant woord hoc proliferatie va n wapens moet worelen tegengegaan . liet beste zou zijn ~lI s hele catego ri eën wapens wereldw ijd w o rden uitgebannen, zoal s bijvoorbeeld het geval is met chemi sche en bi ologische wapens. Naast zulke raelic iie lange termi jno plossingen wordt voor de k ort e termijn ook gezocht naa r nati o nale en internationale co ntrole o p de expo rt van w apens. Oergelijke maatregelen kunn en niet in isolatie \vorden genomen maar moeten deel uitmaken va n een allesomvallende brede sl rdtegie waa r w apenbeheersing en veilig heidsbeleid , buit enlandse handel, techno logische overdracht , o ntwikkelingsbeleid, mi lieubeleid en ex port-controlebeleid ieder hun eigen eisen stellen. Deze gebieden overlappen elkaar en spo ren vaa k Iliet met anti· proliferatiemaatregelen. Zo kunnen o ntwa peningsve rdragen leiden tOl econo mische
jasoll Mag<lz tlle no. 3, June 1994
3
prohlemen door ineenstort ing van de wapenm~lrkl. Strikte exportcontroles op militaire technologie kunnen enoe leiden dat voo r ontwikkel ingsbnden ook de kraan voor civiele technologie wordt dichtgedraaid , omdat de huidige teclmologie in toenemende mate civiel en militair toepasbaar is. Strenge exportrestricties op nucleaire technologie kunnen verhinderen dat bijvoorbeeld tec hnologie wordt overgedragen die bedoeld is voor het vei liger maken van civiele kernce ntrales. Anti-p roliferatieregimes worden in de Derde \'Vereld met wantrouwen bekeken , terwijl ook de eITectiviteit door velen ter discussie ·w ordt gestekt. Daar komt nog hij dal dergelijke afspraken worden overeengekomen tussen staten, maar de strijdende partijen in burgeroorlogen hebben daar meestal geen boodschap aan. Men kan zich da n ook afvragen in hoeverre k lassieke instrumenten va n wapenbeheersing en ontwapening nog zin hebben als blijkt dat de voornaa mste bronnen va n instabiliteit niet in eerste aanleg worden veroorzaakt door de verhouding russen staten, maar vee leer door binnenlandse connicten en strijd. Zijn we niet op het verkeerde nive~lu bezig en kunnen we afspraken tussen staten om proliferatie tegen te gaan maar beter vergeten. Ik hen van mening dat anti-proliferatie en wa penbeheersi ng, vee l meer dan tot nu het geval is, geïntegreerd moeten worden in de bredere contex t van iI1lernationale vrede en ve iligheid en dus ook antwoorden moelen geven op de vraag hoe kan worden voorkomen dat grote hoeveelheden wapens in handen komen va n gewapende f<Jcties in binn enlandse con flicten. Ook kan niet \vo rden voorbijgegaan aan het tocnemende wapenbez it onder de bevolking van een groot aantal landen en dc voortschrijdende inlernarionalisering van de misdaad, waarbij allerlei bendes ove r steeds grotere hoeveelheden moderne wape ns besch ikken , zoals drugskartels die door privé-legers wo rden
besc he mld. Men hoeft hierbij niet alleen naar de Ve renigde Stalen o f naar Zuid-Amerika te kijken , wa nt ook in Nederl and neemt het illegale wapenbezit schrikbarend toe. In de afgelopen vijf jaa r is het aantal criminele bendes in Nederland vertienvoudigd en begint het o mhUlsende getal va n honderd te naderen. Afrekeningen met dodelijke afl oop door vuurwapens zijn aan de o rde van dag.
4
jasonMagazine no. 3, June 1994
A1Iti-proliferatiepogi1lgen i1l h et verled e;? Pogingen o m proliferatie van wa pens tegen tc gaan zijn in het verleden regelmatig aan de o rde geweest. Er komt mij echter maar één verd rag in gedachte waarbij daadwerkelijk geprobeerd is Olll de handel in wapens te verbieden. Dat is dc Brusselse Acte van 1890 die de export ve rbood van geweren en munitie naar Afrikaanse lanclen clie waren betrokken b ij de slavenha ndel. Na de Eersle Were ldoorlog werden er binnen de Volkerenbond pogingen gedaan 0111 proliferatie van conventionele wapens legen te gaa n. Een wapenfeit het vermelden waard is dal een aantal landen erin slaagde dc pri vé- handel onder staa tstoczicht te plaatsen en dat gedurende een periode van ti en jaar de landen d ie lid waren van dc Volke renbond stat istische gegevens verschafte n over hun wapenexport en en -impo rt en. [n de jaren dertig werde n cr ook verschillende pogingen gedaan o m een internationaal licentiesysteem voor wapens op te zetten, maar deze pogingen mislukten omdar men het niet eens kon worden ove r de cri teria waar zo' n systeem aan zou moeten voldoen . Daarna ve rdween het prohleen1 van de internationale wapenhandel voor meer dan een kwart eeuw van de internationale agenda. De geschiedenis leert ons dat er in het ve rleden we inig succes is geboekt om de ve rspreiding va n wape ns tegen re gaan.
Er zijn we l ontelbare voorstellen gedaan Illaar die vormden een deel va n de propaganda-oorlog tussen Oost en \'(Iest en kwaml:n nict verclel' clan cle conferentie-
tafel. Vanaf cle jaren zestig kreeg anti-proli feratie geleidelijk meer aand~lcht mct name op het gebied van cle massa -vernietigingswapens: in de jaren zeventig en tachtig onl."ito nden een aan tal muhilatera Ie exportcontroleregimes gerichl o m cl e proliferatie va n kernwapens, chemische- en b iologische wapens legen te gaan. Met name kunnen worden genoemd het in 1971 ingestelde Za ngger Comité en de in 1977 opgerichte Nuclear Suppliersgrocp, bedoeld om de verspreiding va n nucleair materiaal en technologie oncler (\vesterse) conlfole Ie houden. In 1987 richtte een aantal westerse landen hCI Ilakettcchnologiecon troleregime op voor de controle op raketten en rakenechnologie die zouden kunnen worden gebrui kt voor het transport va n massavernietigingswapens. Nadat Irak in de Irak-Iran oorl og chem iscbe wapens bleek te gebruiken werd in 1984 cen exportcont ro leregime, bekend onder de naam: Australiëgroep , in het leven geroepen voor de controle op grondslo rren en technologie die zouden kunnen worden gebruikt voor de vervaa rdiging va n chemische en bio logiscbe wapens. Ook hebben een aan tal landen en internationale organisa ties exportcriteria ontw ikkeld voor de handel in conven-
tionele wapens. Dit laatste proces is in volle gang, zowe l op het niveau va n de Verenigde Nat ies, va n de Groep va n zeven rijkste landen, de G-7, als o p regionaal niveau , zoa ls in Europa bij de Europese Unie, de CVSE, en in ZuidAmerika. Tijdens de Koude Oorlog bestond er maar één expol1 cont role regime op het gebied van convemi onele wa pens. Dat was het COCOM (coörd inatiecomité voor multilaterale expol1 co ntrole). Dit comité werd in 1949 onder sterke Amerikaanse druk in het leven geroepen als een instrument van econom ische oorlogsvoering. Het was geen ve rdrag maar een o nofficieel samenwerkingsverband bestaande uit de NAVO-leden, minus Ijsland , plus Australië en Japan. Het was in hoofdzaak geri cht tegen de WarschauPact-staten en landen als Afghanistan, China, Mongolië, Noord-Korea, Vietnam en Cuba. O nder COC01\1 vielen niet alleen conventionele wa pens, munitie en technologie, maar ook producten die zoude n kunnen worden aangewend voor de producti e van nucleaire wape ns, alsmede technologie die zowel voor civiel als militair gebruik kan worden aangewend (dual-use technology). in februari 1994 is COCOM o pgeheven, maar het ligt in de bedoeling COCOM in een nieuwe ged:]ante weer te laten herleven , met nu ook een aantal Oost-europese landen als lid en gericht tegen proliferatiegevoelige landen op hel zuidelijk halfrond. het is de vraag of dit een goede zaak is. Zoals gezegd, was COCOM een istrument va n economische oorlogsvoering en als zodanig hadden COCOM -leden geen enkele verant woordelijkheid voor de economische ontwikkeling van de Sowjet -Unie cn haar panners. Men was er juist op uit deze o nt wikkeling zo vee l mogelijk te verlragen. Met betrekking tot de ontwikkelingslanden ligt de sit uatie echter hed anders. I-Iet \XTesten vod t - of zou zich medeverantwoordelijk moeten voe len voor dc ind ustriële en technologische ontwikkel ing van de Derde \X'erelcl. Bij COCOM ging het om hoogwaardige technologie. Ten o p zichte van de Derde We rel d gaat het ook om oudere technologie~n hetgeen de omvang van de controles veel groter maakt. Tenslotte, moelen we ons nu richten op veel meer eventualiteiten. In pLaats va n alles te plaals('n in hel kader van een overzic htelijke dreiging vanui t het Oosten moet cr nu ved gerichte r geant icipeerd worden op het voorkomen van concent ra ties v<l n destabiliserende \vapensyste llK'n in vcr-
schillende, los van elkaar staande cris isgebieden.
Regulering en de praktijk Hoewel naar internationale reguleringsmechanismen wordt gestreefd is de wapenhandel nog steeds in beginsel een nationale aangelegenheid . In Europa hebben Duitsland, België en Italië sinds kort de strengste exportregimes. Zweden en Noorwege n zijn daarentegen hun regels aan hel versoepelen o m te kunnen blij ve n concurreren . O m econo misch te kunnen overl even hebben Tsjechië en Slowa kij e o nlangs hun na de o mwenteling ingenomen standpunl 0 111 geen zware wapens meer te produceren, herzien. I nmiddels hebben zi j in ruil voor harde val uta 250 moderne T-72 tanks geleverd aan Sy ri ~. Hoewel vee l lippendienst wordt bewezen aan anti-pro1ifer~lliel11aatregelen 1a ~1l cle praktijk een heel ander beeld zien. De Amerikanen verko pen F- 16 gevechtsvliegtuigen aan Taiwan en Pakista n, terw ijl India met Husland onderhand elt over de aanschaf van MIG-29's. Frankrijk verkoopt fregatten aan Taiwan, terwijl de westerse landen en Rusland el kaar in het Midden-Oosten verd ringen om een graantje te kunnen meepikken. i n februari 1993 verdro ngen meer da n 350 wape nfab rikanten lIit ci rca 30 landen elk:lar o p een grote wapententoonstelling in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische 4 Emiraten . Ook Nederland gaf daar aete de presenee, terwijl de Nederla ndse Slaatssecretaris van Defensie o nlangs persoonlijk de markt in de Emiraten g ing verkennen en oveJ1ollige wapens aan Turkije en G rieken land slijt, waarbij niet zo nauw wordt gekeken o f deze wapens misschien een dubieuze rol gaan spelen in die onrustige instabiele regio's. Duitsland schortte in april j.1. de wapenleveranties naar Turkije op omd~1l men vermoedde dat Duitse wapens werden ingezet tegen de Koerden. De Amerikanen haastten zich daarop te verklare n dat zij in geen geval hun wape nexpOJ1en n~lar Turki je zouden stopzetten. Al deze verkopen hebben niets van doen met ve rh oging van de stabiliteit in de betrokken regio's , maar alles Illet naakt economisch gewin. Een aandacht ig krantenlezer kan hier tientallen voo rbeelden aan toevoegen. En dan heb ik nog alleen maar gesproken over legale leveranties lussen staten . Het schijnt dat Hongarije onlangs 10.000 Kalashnikov-machinegeweren aan 13os-
nië heeft geleverd, ondanks het VN-wapencmbargo. En hoe kunnen de Bosniërs cle strijd zola ng volhouden , terwijl zij toen de oorl og begon vrijwel geen wa pens hadden?
Illegale wape1ltr a1lsaclies Er bestaat toenemende zorg over het groeiende aa ntal illega le wapentransporlen die via ongecont roleerde sluipwegen hun weg vi nden naar de cris iscenlra in de wereld. Ook dreigt cr een uittocht va n werkloze wapenexper1s naar allerlei cri sisgebieden in de Derde \X1ereld. Het probleem van de illega le migratie va n wetenschappers en technici word t sterk onderschat. In de voormalige SmvjetUnie werkten naar schatti ng 900.000 mensen in het productieproces van nucl ea ire wape ns. Naar schatting 1000 tol 2000 wetenschappers hebben gedetailleerde kennis van wapenonlwcrpCIl en 3000 tot 5000 zijn hetrokken hij da:H<l~m gerelateerde processen. I-Iel is bekend dat Russ ische nu cle~lire w~lpe n ex pe I1 S , althans naar cige n zegge n, a~lI1bicdingen hebben van Brazilië, China, India, Irak en Libi ~". Illcgal e leveranciers maken in toenemende mate gebrui k va n transitoroutes door verschillende LII1(len om hun sporen te ver1~ rge n . Er is vooral een enorme mmkt voo r z.g. kl ein k a lihe rw~lpe n s, zO~lls
lundvuul"\v~lpens ,
11l ~l chinegewe
ren, anlitan k rd kellen , mijnen en handgra naten. Er bestaat tot nu toe geen enkele regeling 0 111 deze markten tc beteugelen. En juist met deze wa pens worden de meer dan denig br~lIldh~larden op de we reld gevoed. Om met name illegale wapen- en tcchnologietransfers te bestrijden is er veel meer internationale samenwerk ing nodig tussen inlichtendiensten, politie en douane. Vooral in Nederland met zijn grote transitohandel is grotere a:.II1dacht hiervoor gewenst. En het g :l ~1l (bn niet alleen maar om samenwerki ng, maar ook om scholing en traini ng va n functionarissen. i n ve rschillende landen ziet men dat overheden zich sleeds meer gaan bezig houden met het zoeken va n o pl ossingen om o ngewenste verspre id ing va n wape ns tegen te gaan . inlichtingendiensten en academische onderzoekscentra, alsmede overh eid sinslellingen , zoals het Amerika:lI1se Arms Con trol and Disannament Agcncy (ACDA) ve rl eggen hun prioriteiten n~tar de bestrijdi ng V:1Il proliferatie. Ook in Nederland is dit hel geval. De Nederlandse inlichtingendiensten, de BVD en de Eco-
Ja S01l Mag a z i1le no.
3. June 1994
5
Exportcolltroler eg im e s Ondanks 70 jaar debat zijn echte pogingen om de verspreiding van convent ionele wapens tegen t~ gaan nog steeds niet goed van de grond gekomen en non-proliferatieconcepren blijven uitermate controversieel.
nomische Controle Dienst besteden in toenemende mate aandach t aan prolifeïJ.tiebestrijding. Maar ook justi ti e en douane zullen hier vee l meer aandacht aan moeten besteden en er het nodige personeel voor moeten trainen. met name het tegengaan van illegale proliferatie van zogenaamde 'dual-lIse technology' is een groot probleem. De Verenigde Staten hebben onlangs een lijst gepubliceerd met 400 tecl1l10logieën, waaIVoor exportlicenties nodig zijn. Het is duidelijk dat dergelijke lijsten alleen maar effectief zijn als ze door alle belangrijke wapenexporteurs worden geha meerd.
Wapenproductie ill de Derde Wereld Ik noem ook nog een ander proliferatietrend en dat is de groei van de b innenwapenprodllclie in een landse toenemend aanta l Derde Wereldlanden. Ongeveer veert ig ontwikkelingslanden produceren wapens en milüaÎre lIitm5ting. Tien ontw ikkelingslanden bouwen onderzeeboten en tien omwikkelingslanden produceren kruisraketten. Momenteel cxporte ren de ontwikkelingsla nden tesamen 13 procent van de totale wapenexport; tien maal zoveel als in de jaren zesti g. In de jaren zestig producee rden de o ntw ikkelingsla nden vijf hoofdwapensystemen in licentie, nu zijn dat er reeds meer dan negentig. Deze toename van de binnenlandse wapenproductie is nict beperkt tot conventio-
6
jason Magaz ine no. 3, June 1994
nele wapcns. De mogelijkheid om in de Derde wereld massavernietigings-wapens te produceren is veel meer geprofileerd dan de verspreiding van de wapens zel f. Hond het jaar 2000 zu llen een tiental ontwikkelingslanden de technische mogelijkheden hebben o m nucleaire wapens te produceren. Op chem isch en biologisch gebied beschikken reeds ongeveer honderd onrwikke lingslanden over de industriële basis voor de eventuele productie van chemische en biologische wapens6.
Legitieme olltwikkeli7lg Hct is natuurlijk niet zo dat in alle ontwikkelingslanden enkel militaire factoren bepa lend zijn voor de ontwikkeling van de binnenlandse industriële en wetenschappelijke capaci teit. Deze ontwikkeling is puur legitiem en hard nodig om een meer rechtvaardige verdeling te krijgen van de we lvaan. En uil een oogpunr van stabiliteit is het ook in bela ng van de geindustrialiseerde landen om de Derde Wereld te helpen bij hel ve rkrijgen van toegang tOl nieuwe technologieën. En het is ook het legitieme recht van iedere staat zich voldoende middelen te versc h ~l rfen voor zijn in het handvest van de VN vastgelegde recht op zelfverdediging. Maar er dient een duidelijke grens te zijn tussen wat nodig is voor defensie en militaire capaciteiten voor de nastreving van terrilOriale ambities of de uitoefening van hegemonie over anderen in de regio.
In 1975 propageerde de VN in de Geneefse o ntwapeningticommissie een wereldwijde gedragscexle voor w<lpentransacties. Maar tc>e ndenijd beslOnd daarvoor geen enkele interesse. In een VN-studic van 1984 over conven tio nele ontwapening we rd voorgeste ld om wapenleveranties onder gezamelijke veran twoordelijkheid van exporterende en imponerende landen tc plaatsen. Maar niemand wilde er aan. De exponerende landen beschouwden wapen leveranties als een politiek wape n in de Oost-\Vest con frontatie, terwijl importerende landen dergelijke maatregelen als aa ntast ing va n hun nationale soevereiniteit elVoeren of als een westerse samenzwe ring 0111 hen hoof,Twaardige technologie te omhollden.
In 1977/ 1978 hebben de Amerikanen en de Russen een min of meer seri euze poging gedaan om tot afspïJken te komen over exponregels voo r convent ionele wapens in de Conven ti onal Arms TrJ.nsfer Talks, maar ook daar is niets van terecht gekomen'. Bovendien vertonen expol1controleregimes voor conventione le wapens een aantal fundamentele zwak heden : het gaa t om een groot spectrum aan wapens/ technologie; er is een groeiend aa ntal leveranciers; een extra probleem vormen de klein-kaliher wapens waa r geen en kele controle o p is; er is een bloeiende illegale handel, die winstgevender wordt naarmate de exportcontroles heter werken; er zijn grote overschotten aan conventionele wapens; het economische belang domineert vaak ten nadele V~1t1 wapenbeheersing en tenslotte, vindt ieder wapenexporterend land dat de eigen leveringen b ijdïdgen aan vrede en stabiliteit , terwijl haar concurrenten destabiliserend bezig zijn. Maar het schokeffect van de Golfoorlog en de wapenexportschandalen aan het eind van de jaren tachtig hebhen ertoe geleid dat expol1 cont roles definitief op cle internationale en nationale agenda staan . Een kernprobleem is daL de wapenhandel nog steeds in beginsel een nationale aangelegenheid is: ieder land heeft zijn eigen wapenexportpolitiek,
waardoor internationale regelingen vaa k noodgedwongen moeten worden gebaseerd op de zwakste nationale regelingen. I-Iet in 199 1 ingestelde embryona le internationale regime berust op twee pijlers: een afspr'..Iak russen de vijf pennanent leden van de Veiligheidsraad elkaar te info nllCren over wape nlever'dnties naar het Midden-Oosten en de vaststelling van een aantal richtlijnen voor conventio nele wapenleveranties. Deze richtlijnen kun nen als volgt worden omschreven . De permanente leden van de Veilighe idsraad zu llen: -zorgvu ldig nagaan of voorgeste lde exponen bijdragen lot het legitieme recht lOt zelfverdediging van de ontvanger en een niel overtrokken antwoord zijn op de m ilitaire bedreiging van het land en of de levering h ijdraagt aan het vermogen van het land om deel te nemen aan regiona le of andere collectieve arra ngementen die in overeenstemmi ng zijn met het VN -charter; • leveringen vermijden die een bestaand gewapend connicl zouden verergeren of verknge n, de spanning in de regio zouden opvoeren o f zouden bijdragen lot regiona le instabiliteit; • geen leveringen doen die dcslahiliserende militaire capacite iten in de regio zouden introduce ren ; • niet leveren als daardoor embargo's worden ontdoken of andere interna tionale verp licht ingen worden aangelast; • niet leveren als deze wapens zouden word en gehruikt anders dan voor legiti eme verdedig ing: • niet lt:veren als het land internationaal t erro ri ~ m e o ndersteunt of als deze wapens zOlJden worden gehruikt o m in te grijpen in de binncnlandse aangelegenhedcn va n soevereine staten; • niet leveren als dc aa nkoop va n deze wa pens de economie va n het o ntvangende land ernstig zou aantasten. Een tweede positieve intern at ionale ontwi kkeling is het in 1993 ingevoerde VNwapenregister dat lidstaten vraagt op vrijwi llige basis, hun wapenexporten en -importen jaarlijks op te gevcn aan de VN o Hoewel deze stap is toe te juichen moet hiervan echter nog niet al te veel worden verwacht aangezien slecill.s eeIl heperkt aantal hoofdwapensystemen zoa ls tanks, gepantserde voel1uigen , artillerie, helicopters, gevechtsvliegtuigen, marineschepen en bepaa lde ra ketsystemen behoeven te worden aangemeld . De aan deze wapens gerela teerde technologie
en com ponenten zijn nog buiten beschouwing gelaten. Experts van de VN zijn inmiddels wel bezig te o nderzoeken in hoeverre de aa n deze wapensystcmen gerelateerde technologie ook in het register zou kunnen worden opgenomen. Bovendien nemen landen op vrijwillige basis deel en staan er geen sanct ies op niet-naleving. Als enige ervaring is o pgedaan zou het registcr kunnen worden aa ngevuld met informa tie over wapensystemen zoa ls: kruisraketten , geavancee rde 'dual-use technology', wapenvoorra den, wapen producti e en informati e betreffende de introduct ie van nieuwe wapensystemen. In oktober 1993 verscheen hel cerste rapport waa ruit bleek dat 80 van de V lidstaten gegevens over hun imponen en exporten hadden ve rschaft. Grote afwezige n wa ren de Afrikaa nse landen , terw ijl va n de landen uit het Midden ~ Oos t en alleen Israel en Egypte de verla ngde gegevens hadden ve rstrektH.
Europa Het is duiddijk da t als de binnengrenzen van de Twaalf in Europa verdwijnen er een gemeenschappelijke wape nexpo l1 pulitiek zal moeten kUlllen. In Eurupees ve rband is ook een harmonisatie op het gebied van de wapenexpon voorz ien .
Het beruchte artikel 233 uit het EG-verdrag va n Rome dat bepaalt dat de export van wape ns, munitie en oorl ogsmaterieel omwille van de nationa le veiligheid uitgezonderd kan worden van de werking van de il1lerne mark t, is echter, o ndanks aandrang va n de Europese Commissie, niet geschrapt. Dat betekent dat wa pentransfers o nder n a ti o n ~lI e verantwoordelijkheid blij ve n plaatsvinden en dat hel land met de soepelste exportregeling het expol1 centrum van Europa za l word en. Aan de andere k ~lIlt ben ik toch ook weer vrij optim istisch dat er een gemeenschappelijke exportregeling za l komen omdat landen doodsbang zijn anders in een o ngunstige concurrentiepositie te komen. Als eerste sl ap aanvaardde de Europese Raad, in juni 1991, zeven in het kader va n de EPS opgestelde exportcrit eria waar'dJn de Twaalf zich zouden moeten houden bij de uitvoering va n hun nationale exportpo lit iek . Deze zijn vrijwel identiek aan de richtlijnen va n de permanente leden van de Veiligheidsraad, met d ien ve rstande dat de EG-richtlijnen ook een bepaling bevatten dat niet wordt geleverd aan landen waa r de mensenrechten worden geschonden of aan landen die expliciet worden ve r-
dacht va n de heruit voe r naa r ander landen. H et mensenrechtencriterium is hier dus expliciet aan toegevoegd . In kringen va n de \Xlesteuropese Unie is men va n mening da t zolang de Europese Unie er niet in slaagt b innen h ~l a r r::tamwe rk de nationa le defensie- en ve iligheidsbelangen te harmo niseren , de \XlEU het voon ouw zou moeten nemen voor de harmon isa tie va n dc nat ionale wapen ex porlcrite ri ~? Ook de leden va n de Conferentie voo r Vei ligheid en Samen\verk ing in Europa, de CVSE. hebben unaniem besloten om hun ex po rtbeleid te coördineren door aa n va~lrdin g va n de 1o EG-richtli jnen . Dat beteken t dat, althans op papier, alle Europese landen dezelfde criteria zullen hanteren bij hun wapenexportbeleid. Er zijn nog andere regionale inititatieven te noemen. In de Zuid-Amerikaanse regio heeft Peru in 1992 voorgesteld o m voor L:nijns-Alllerika in de toekomst de aa nk<x>p, impol1, expol1 en producti e van geav ~l1l cee rde conve ntio nele wapens te ve rbieden.
Exportcotltroles discrimiIlerelld Exportcomrole mag echter geen een zijdige aa ngelegenheid va n de exporterende landen zijn . Exporteurs en importeurs moeten gez~lmenlijk richtlijnen vas t s t e l ~ len welke wapens en technologie onderwerp va n beperkingen zouden moeten zijn . Hierbij moet in eerste a~lIl l eg worden gedacht aan 'offensieve' wape ns en b ijbehorende tec hno logie, zO:1 ls lange afstanclsïdketten en aanv~l l sv li eg lu igen. Ook moelen waterdichte regelingen worden afgesproken ten aan zien van het eindgebruik va n wapens en zogenaa mde 'd ua l use technology' en &H geen heru itvoer of dOOlvoer plaatsvindt. Men zou deze controles well icht kunnen laten doen door bestaande ve rificatie-orga nisat ies. Maar het is ook heel goed voorstelbaar ebt contro le op eindgebmik zou kunn en worden verricht door controleurs v::tn een CVSE- of EU-agentsc hap dat tevens de implementatie van de nationale exporlregelingen coördineert, mo nitoort en o ndersteunt.
Allti-proliferatie op nationaal Iltveau Primair 1113 g va n afzo nderlij ke landen worden ve rwacht dat zij de internatio naa l vastegestelde regels en ve rdragen o ndersteunen en opnemen in hun nationale wetgeving. Maar hiermee zijn de
Jaso" Magazl"e no . 3, June 1994
7
problemen niet opgelost. In 1989 was een klein Duits bedrijr de voornaamste leverancier van kolonel Ghadaffïs chem ische fabriek in Habta. Door 128 weste rse bedrijven, waaronder 57 Duitse, werden goederen geleverd voor de i raakse wapenprogramma's. De zwakke schakel in expol1comroleregimes zijn de uitwerkingen ervan in de afzonderlijke landen. Het toegenomen transitoverkeer, alsmede de internationalisering van wapen en tec hnologieproductie maken een effectieve controle ook steeds moeil ijker. Van d irecte fysieke controle is in vele gevallen geen sprake . Vaak wo rden douanecon troles op
papier afgehandeld. Hoewel de meeste landen een vorm van controle op eindbestemming en het eindgebruik eisen, is dit in het beste geva l niet meer dan een handtekening van een polit ieke of diplomatieke authoriteit. het staat vast dat veel van dergelijke bewijzen worden vervals!. In een studie va n Owen Green wo rdt onthult dat in Belgie 10 procent van de eindgebruikcert ificat ies werden vervalst. Alleen de Amerikanen , Fransen en Brilten controleren het eindgebru ik ter plaatse. Nederland doet dit niet omdat Nederl and extraterritori,lle toepa ss ing van nat ionale expol1etgeving :Ifwijst. Duitsland doet het niet omdat zij controle ter plaa tse als inmengi ng in nationale aangelegenheden beschouwt I 1. Het is een illu sie te denken dat afzonderlijke landen een sluitend exportcontrolesysteem kunnen opzetten. De mogelijkheden voor ontduikingen zijn dOIllweg te groot. !-Iet grootste probleem is de omvang van de wereldhandel d ie in toenemende mate gebruik maakt van bulk- of containelvervoer. Het gaat jaarlijks om miljoenen containe rs die vaak vele landen doorkruisen voordat zij ter plaatse zijn. Dan is er de werkdruk van de mensen belast met de uitvoering, die zoveel exportvergunningen moeten afwe rken dat vaak met vluchtige controles moet worden volstaan. Vo lgens een Britse berekening kunnen ambtenaren op het Britse ministerie van Handel en industrie gemiddeld nog geen uur aan een exportvergunning en alles wat daar oml2 heen zit besteden . Tenslone is er het probleem van de mogelijkheid 0111 wapen- en voora l technologie-ex ponen via netwerken van slromannen te sluizen. Het bl ijk t dat er nog steeds grote verschillen in de afzonderlijke Europese
8
JasollMagaz ille no. 3,june 1994
landen bestaan op vrijwel alle gebieden van de uitvoering van het wapenexportheleid. Dat geldt ook voor de parlementaire con trole op het wapenexportbcleid. In de meeste landen van de Europese Unie is de contro le op het wapenexportbeleid vrij beperkt. Ook in Nederland wordt het Parlement pas achteraf geïnformeerd (een jaar later). Ook in ternationale samen werk ing op het gebied van de uitvoering moet in feite nog van de grond komen. Dat geldt niet alleen voor de samenwerking russen justitiële autoriteiten en poli tiek, 111aar vooral ook ten aanzien van ci c coördinati e van na tionale rege lgeving. Het moel bijvoorbeeld niet mogelijk zijn dat internationale wapenfabrieken, met vestigingen in verschillende landen , nationale regelingen kunnen ontduiken door hun export te regelen in het land met hel zwakste exponregime. Dil klemt temeer nu er een SH:rk streven is naar grensoverschrijdende samenwerking van de Europese bewapeningsindustrie. We moeten ook niet vergeten dar Europa een van dl' belangrijkste schakels is in de wapenexport. Vijf van 's werelds acht top ex porteurs zijn leden van de Europese Unie, terwijl verschillende EUlanden lOt de belangrijkste landen behoren op nucleair-, chemisch- en hightech gebied. I k zou dan ook in dit lich t er voor w illen pleiten dat een Europees agentschap zou worden opgericht voor dl' coördinatie, mo nitoring en ondersteuning van de nationale inspa nningen op het gebied van expoT1controles.
Slotopmerkingen
overtrokken omdat zij nog te vee l bekeken worden v3nuit een achterhaalde gezichtshoek. \X'e spannen het paard achter de wagen als 'Ne ons zouden beperken tot een proliferatiebeleid dat is gericht op beheersing van conflicten in het hogere geweldsspectrum, terw ijl we niet in staat zijn tot ant i-proliferatie in het zogenaamde lagere geweldsspectrum waar de proliferatie va n het geweld alleen maar toeneemt. Ant i-proli feratiemaatregelen kunnen echter alleen maar werken als deze internationaal worden nageleefd en onder directe supervisie van de Veilighe idsra ad en o f van regionale organisaties worden ontwikkeld en uitgevoerd. Deze organisaties zouden ook niet moeten aarzelen om proli fera teurs die de internationa le vrede en veiligheid in gevaar brengen zonodig met harde sancties tot de o rde te roepen. H ierbij zou zelfs militaire interventie niet op voorhand moeten worden uitgesloten _
Generaal h.a. Hf van der Graaf is directeur van bel Celllre Jor Arms Colllrol & Verificalion van de TU Eindhoven. Litertllllllr 1. SIPW }'carlJOOk 1993, World Annarnents and Dis:lrm:lmen;
2. Anns Col/lrvl Ne/JUrter /993; 3. Voor een meer volledig overzicht, zie: Goklhlat..J., Arms Control. A GUide to Negotiations aud Agreements, ( London, 1993);
4. Hoclants, C, W~l penleveranticrs op ja cht in hel Midden-Oosten, in: NRC/I-kmdelsblae4 20 februari 1993;
5. K3rp. A .. Controlling Weapons Proliferation: The Role of EXp0l1 Controls, in: .lOl/rI/aI ofStrategic Stllc/ies, TDCK, ATS236%;
6. Robct1S. B., From Nonproliferalion to Antiproliferation, in: Internatiollal Securily, vol. 18. nr. I ,(Summer, 1993);
7. Goldblat, J., Anns Control , A Guide to Neemd Agreements, (London , 1993) blz. 182: The Cal Talks:
~otiClliol/s
De confrontatie tussen Oost en \X1est behoon tot het ve rl eden en worut meer en meer vervangen door hel streven naar lieve vciligheidsarrangementl'n. Er moet echter voor gewaakt worden dat er geen 'kunstmatige Noord-Zuid confrontatie' voor in de plaals komt Anti -prolireratiemaa tregelen hebben een sterk e noordelijke oriënta tie d ie zowel discrim inerend al s confronterend kunnen we rken op landen uit de zuidelijke hemisfeer. Men moet ook oppassen dat men zich niet blijft richten op regeli ngen die in het recente verl eden van groot belang waren maar nu hun betekenis hebben ve rl oren. Ook moet er voor worden gewaak t dat prohlemen van proliferatie niet worden
8. Ch;:dmers , M. , Green, 0., The UN Register of Conventional Anns: All initial Examina!ion of tbe First Nep0/1, (Bradford Univcrsity,
1993), 9. WEU Rapport , Assemblee, Anus EXp0/1 Po/ie)', Document 130'5. C~O april 1990);
10. Deze richtlijnen moel nog formeel worden afgezegend door de volgende CVSE Raad van Ministers in Budapest eind 1994. Zie: PrillcipIes govemillg cOllllell!iOl1aJ anus Irt/llsfers. in: Ollflll(jllJvcrklarillg t.b.V. CVSE-top Rome, (december 1993);
11. From Black Sheep 10 White Angel? "he /lew Gerlllall E.:rp0/1 Control Policy, PI{[F Report no.32, (Frankfurt. 1994); 12. Arms and Dual-usc. Exports from the EC: A COlllll/0 11 Policy JOl' I<egllialillg ClIul Control, in: Safer Workl, (December 1992).
Mediterrane landen in de textiel- en kledinghandel: een wankel succes Drs Stephan Raes
De uitbreidillg vall de EU brellgt fUlIdamelltele ecotlOmische verallderillgell teweeg. Met lIame de Mediterralle lalldell krijgell hiermee te makell. Drs Stephall Raes richt ill zijll artikel de aalldacht op de textielexport vall de z uidelijke Mediterra1le landell. HUlI positie is, olldanks de cOllcurrelltie uit Azië, lIiet .fulldamellteel aallgetast.
I
n de jaren tachtig zijn Len aantal lande n aa n de zu id e n oostkant va n de Midde llandse Zee erin ges laagd
hun exporten van textiel e n kl ed ing naar de Europese Gemeenschap (EG) belangrijk uit te breiden. Deze bnden (Turkije. Syrië , Israel, EgyptL', Tunesië, Marokko) hebben in de jaren zestig en
zeve ntig akkoorden gesloten met de EG , waarin hen vri je toegang voo r hun ex po rt v::In industriële p roducten werd toegezegd . Tegelijkenijd prohecl1 de EG om dc impOt1 van 'gevoelige producten' als tex tiel en kleding uil ontwikkdingslanden (en ook uil cle Mediterr..me landen) te venni ndcn:n . Oe v ra ~ l g is nu hoe cle toe name va n ex port van textiel en kledi ng uil d e Mediterrane lande n in d e jaren tac htig zich ve rhoudt tot d e bovengenoemde spanning tussen prefe rentiële toegang en protectie die d e EG naar hen toe in acht neemt.
Halldelspolitiek f landelspo litiek van de EG heef! een duhhele doelstelling. O p dc eerste pbats
is handelspolitiek gericht o p bescherming van de EG-markl Legen co ncu rre n-
va n hun preferentië le toega ng to t cl e EG m:lrkl.
tie va n impo n en uil derde landen. f l iel10c worden door de EG allerlei tarifaire e n niet-taribirc belemmeringen
Op d t;' tweede plaats bestaat cr spa nning tu sse n de beide doelste llingen. Voor ee n
(NTBs) gehallleerd, onder andere voor de import va n landbouw- e n text ie l en kl eding produ cten . Op de tweede p la ats is handelspo litiek ee n instrument van ontwikkelingsbeleid van de EG. Door toegang lo l de EG -mark t selecti ef na ~l r hepaa lde (groepen) landen te vergemakkelijken (bijvoorbee ld d oor tariefpreferenties) wordt de ex po n va n deze lanclen gestimuleerd. llierdoor venni nderen hetalingshalansproh lemen en wordt een indust rialisa tieproces gestimuleerd. Deze twee doelstellingen zijn onverhrekelijk met elkaar ve rbo nden , maar Slaan tegelijkenijd op gespannen voet. f lande lspolitiek als ontwikk elingsinstrument kan alleen maar bestaan bij cle gratie van het feit ebt de EG naar builen toe handelsbelemmeringen lunteel1 . Voordelen van prefere ntiël e toegang to l de EG markt zijn ela ~lro m relatit.'ve vourdelen, dal w il zeggen dat het nut dal een land kan o ntlenen aan een ta ricfprefercnl ic anl~lI1g 1 van de o pstelling van d e EU naar andere landen toe. In econumische terme n , een tariefpreferenli e ve roorzaakt niet alleen handelsschepping (het creren va n nieuwe handel door het ve rlagen va n een tari ef) maar leidt ook lo t hande lsverl egging (het versc hui ven van h'.l ndcl van een pan ner naa r een ander). liet is om deze reden da t sommige on twikkelingslanden een 'erga omnes' liber<l liscring als in de nel afgesloten Unlgu ay-Hon de va n de GA1"T m et enige vrees tegem oet zien. 1)00r deze libera lisering ve rmind ert immers het voordeel
aanlal producten hant eel1 de EI J ee n restricti ef lOebtingsbcleid , terwijl het voor de ontwikkelingscloelstelli ng jui st wensel ijk zou zijn o m d e toega ng tot d e EUmarkt v rijer te maken . De spanning is des te groter ~ll s het producten als textiel en kleding betref[ die voo r o l1lwikki..'lingslanden va n g root belang zijn . Deze arbeidsintensieve pnxlucten (m.n. kleding ) wa:lI"Voor een belangrijk e grondstor ( katoen ) vaak in ontwikkelingslanden verbouwd wordt. vormt voor veellandc n een bebngrijk st anpunt va n industrialisa tie. 1)00r protectie van dl' EG wordt dit aanzienlijk bemocilijkt. Deze proh lc malie k kan goed geïllustreerd worden ~\an de hand v<ln de textiel- en kled inghandel tu ssen de EG en d e landen rond d e Middellandse Zee.
De EU ell het MediterraIIe
gebied AI sinds ha ar o pri chting in 19:;8 hebhen er nauwe handen bes t ~la n tusse n de EG en de M0diterï..ln0e. N iet ~llkeT1 was Italii.: een van de mede-oprichters, ook Frankrijk , dat nog verwikkeld was in de o nanlanke lijkhe idsoorlog in Algerije, W:1S sterk bij het Med it erra ne gehied betrokken . Ook de slr<ltegische beleke nis van m et n ~lme het oostelijk Middellandse Zee bekk en voor cle N AVO heeft hier toe bijAedr~l gen. Andersom waren (e n zijn) d e Medi terrane landen sterk geri cht o p d e EG -markt. l iet mag ( barom geen verwondering wekken dat de EG in de jaren zestig ak-
jasollMtlgaz ille no. 3, Junc 1994
9
koorden sloot met vrijwel alle lan den ro ndom de M iddellandse Zee. Hoew el al deze akkoorden betrekking hadden o p het verbeteren va n toegang tot de EGmarkt voo r de Mediterrane landen, waren ze geenszins identiek. Terwijl met Griekenland en Turkije afspra ken gemaakt w erden die moesten leiden tot een do uane unie met de EG , gevolgd
door lidmaatschap, b leef de samenwerking met andere landen meer beperkl. Spanje bleef bijvoorbeeld tot aan de dood van Franco maar geringe concessies va n de EG verk rijgen. Ook naar het zu idelijk en oostelijk deel va n de Middellandse Zee was geen sprake va n een unifonne aanpak. Deze grote verschillen in behandeling va n landen rond de Middellandse Zee, w as des te gecompliceerder omdat expo rt en producti e va n de Mediterrane landen juist een aantal belangrijke overeenkomsten vertonen . In de agrarische secto r spelen als gevolg va n vergelijkbare fysiek e omstandigheden , dezelfde 'Mediterrane' producten een bel angrijke rol (groente en fmit , o lijven , w ijn). O p industrieel gebied zijn voedselverwerkende industrie en textiel en kleding van groot belang . Mediterrane landen zijn vaa k elkaars grote concurrenten. Ve rschillen in behandeling door de EG zijn daarom van levensbelang: een iets betere toegang tot de EG-markt voor de één , wordt d irect gevoeld door de ander. H et gebrek aan consistentie in EG-beleid ten aan zien van de Middellandse Zee leidde samen met de democratisering in G riekenland , Spanje en Po rtugal tot een belangrijke w ij ziging in beleid in de jaren zeventig. O p de eerste plaats werd het beleid steeds meer geri cht o p de zuid- en oostkant va n de Middellandse Zee, nu de zuideuropese democratieën gingen opteren voor lidmaatschap . O p de tweede plaa ts werd va naf 1972 gezocht naar een meer consistem e aanpak van het Mediterra ne gebied , in w at het
10
Jason Magazine no . 3, June 1994
'Glo baal M iddellandse Zee heleid' wordt genoemd . Binnen dit Glo bale Middellandse Zee beleid zijn met de landen van de Maghreb (Marokko , Al gerije, en Tunesië) in 1976 en Mashrek (Egypte, Jo rdanië, Syrië en Libanon) in 1977 alsmede met Israel (in 1975) akk oorden gesloten.
Deze akkoorden om vatten d rie elementen: o
Verbetering van toega ng tot de EUmarkt (niet w ederkerig);
• Financiële steun; • Technische samenwerking . De akkoorden zijn voor o nbepaalde tijd gesloten maar w o rden om de drie of vijf jaar aangepasl. Vo lgens de akkoorden moeten alle restricties tegen expo rten va n industrieproducten van de Mediterrane la nden naar de EG worden w eggeno men. In de praktijk geldt dit uitsluitend voor de impo rrtarieven in de EG : D eze zijn inderdaad grotendeels afgeschaft. De relatie met Tu rki je bleef gebaseerd o p het akkoord ui t 1963, dat tot lidmaatschap van Turkije zou moeten leiden . Dit akkoord vraagt meer wederk erigheid van Turk ije, hoewel lange overgangsterm ijnen zijn afgesproken voor de daadwe rkelijke totstandko ming van een do uane unie tussen Turk ije en de EG . In ieder geval heeft ook Turkije een onbelemmerde toegang voor haar expol1 va n industrieproducten naar de EG toegezegd gek regen.
Multivezelakkoord In de loop va n de jaren zestig kwam de textiel en kleding industrie in Europa en de VS in grote problemen . Een van de redenen hiervoor vormde de toegenomen participatie va n onrw ikkelingslanden uit met name Zuid-Oost Azië in de handel in deze p roducten. Om zich te handhaven tegenover deze concu rrentie moesten met name de confecl iebedrijve n in Europa en de VS hun productie ve rder mechaniseren of gedeeltelijk uit-
besteden (bijvoorbeeld in elkaar laten stikk en) in 'lage lonen landen'. Resul taat was een groot ve rl ies va n werkgelegenheid , dat in de economische crisis in de jaren 1970 niet mak kelijk door andere sectoren k o n worden opgeva ngen . Door deze problemen in de textiel en kl eding k wa men overheden o nder dru k te staan o m de impo rten va n deze producten te ve rminderen. D it leidde in 1974 tot het zogenaamde M ultivezelakk oord (MVA) . Het MVA is een afs praa k tussen een aantal rijkere en armere landen over de regulering va n de tex tiel en kleding handel. Door di t akk oorcl krijgen impo lt eurs va n deze producten de mogelijk heid tot het invoeren va n beperkende maatregelen ( quota), w ann eer impo rten uit een bepaald land voor grote prob lemen in de eigen industrie zorgen (of dreigen tc zo rgen). Het akkoord reguleert eveneens hoe met deze quota moet worden o mgesp ro ngen (bijvoorbeeld jaa rlijk se groeipercentages). In de praktijk is het akkoord uitsluitend gebmikt tegen impo rten Uil o ntwikkelingslanden en Japan. Toch nemen niet alle o ntwikkelingslanden deel aan het MVA . Voor w at de impol1en in de EG betreft zijn de meeste Mediterrane landen buiten het MVA gebleven. Alleen de impol1en van texti el uit Egypte (en Joegoslavië) vielen tot 1987 o nder het restri ctieve MVA- regime. De overige Mediterrane landen w aren of geen expo rteur van betek enis (bijvoo rbeeld Tunesië, Marokko en Syrië) o f bleven op grond va n hun specia le verdragen met de EG buiten het MV A (bijvoorbeeld Turkije) . Het waren met name de VS d ie na o ndertek ening va n het MV A van de mogelijkheid gebru ik gingen maken om impo rten tegen te gaan. Door interne tegenstellingen tussen meer liberale en m eer restrictieve landen binnen de EG , duurde het echter langer voordat EG zich meer protectio nistisch opstelde. Pas va naf 1979 k omen er in de EG op grote schaal beperkingen aan cle import uit (met name) Zuid-Oost Azië. D e EG richt zich er dan op de importen uit b ijvoorbeeld H o ng Kong en Zuid-Ko rea teru g re dringen. Deze harde opstelling bl ijft gedurende de jaren 1980 bestaan . Gedurende de Urugu ay-Ronde va n de GAlT is onderhandeld over het afschaffen va n het MVA. Dit blijf, een b ij zonder gecompliceerde k westie, o mdat een aantal importerende landen vrezen dat impo rten van
textiel en kleding wee r sterk zullen toenemen wa nneer deze sector o nder de
in de importen va n kled ing in de EG
gewo ne GAlT-regels wordt gebracht. Desondanks is afgesproken o m over een
tot 16,0%. Exporten va n katoend raad va n Egypte naar de EG stijgen va n 55 22 to n
termijn van tien jaar het MVA uit te faseren. Naar ve rwachting zullen de meest gevoelig liggende producten (o.a. Tshins, katoendrdad) pas aa n het eind va n deze tien jaa r geliberaliseerd worden .
in 1978 tOl 3893 1 to n in 1987 (Eurostat).
Mediterrane landen in de textiel en kleding handel De Mediterrane landen nemen in de textiel en k leding impo l1en van de EG een bijzondere positie in, doordat zij buiten het MVA zijn gebleven . Hiermee is niet
de EG , heeft een aantal Mediterrane landen de mogelijkheid geboden hun expo rten uit te breiden . Dit heeft pl aats gevonden o ndanks het fe it dat de EG ook naar het Mediterrane gebi ed strenger is gaan o ptreden.
neeml va n 1979 lOl 1985 toe va n 12,7%
Voor Tunesië en Marokko is een belangrijke stijging va n kledingexpo n te zien. Turk ije is met name op het gebied va n textiel maar ook kleding een belangrijke leveïJ.ncier va n de EG.
Een wankel succes Handelspolitiek als o ntwi kkclingsinstrument biedt relatieve voordelen . Als gevolg van het legengaan va n expo rt en va n de ene groep landen, profiteert een andere groep . Maar is d it geen w ankel succes? \Var zal er gebeuren indien de
\V al is de verklaring voor deze stijging?
Een mogelijke verklaring zo u een verbeterde concurrentiepositie van de texti el en kleding ind ustire in het Mediterrd ne
gezegd da l de EG in de ja re n tachlig geen beperk ingen heeft ingevoerd tegen impon en va n textiel en kleding uit deze landen . Deze beperkin gen hebben echter de vorm aangenomen va n 'vrijwillige
exponbeperk inge n' (VE13s). Onder druk va n de EG hebben dc meeste Mediterrane landen zich ve rpli cht o m 'vrijwi llig' hun expo rten te beperken. Wa arom gingen Med iterrane landen akk oord met deze vrijwilli ge beperkingen? De reden hiervoor is eri n gelegen dat o nder de VE Bs deze landen een relatief gunstige positie behielden ten opzichte va n de Aziatische ontwi kkelingslanden . Jaa rli jkse groei va n de afgesproken quota was hoog in verge li jking met de MVAquota, l egen overschrijd ingen w erd niet zo snel o pgetred en en er bestonden gunstige regels voor ·uitbesteding'. MeI uitbested ing wo rdt bedoeld dat Eu ropese kledingfabrikanten een deel va n het productiep roces in het Mediterrane gebied pl aats lieten vinden. Tegelijkerti jd k wa m het acce peteren va n de VEBs ook voort uit de angst dat het niet accept eren van de VEBs tot hardere maatregelen van de EG zou leiden . Turki je hee ft dit o ndervonden , toen het weige rde om vrijw illig zijn export te beperke n, zich hierbij beroepend o p de bestaa nde afspra ken uit
hel akk oord va n 1963. Di! heeft geleid tol hel stopzetten va n hepaald e EG-im-
po rten uit Turkije in 1982. De paradoxale situatie doet zich dus voor dat in de jaren tacht ig de EG restrictiever gaa t o ptreden tegen de Mediterrane landen voor wat betreft hun expo rten va n tex ti el en kleding, maar dat deze landen tegelijkertijd hun export en van deze producten naar de EG hebben kunnen u itbreiden. Deze exporten o mvatten met name gevoelige producten als ka-
loendt'Jad , kaloe ndoek en goed kope re confect ieproducten. Het aa ndeel va n de 10 belangrijkste Mediterrane export eurs
gebied kun nen zijn. Inderdaad hebben de meeste Mediterra ne landen in de jaren tachtig een econo misch beleid gevoerd dat gericht was op het versterken va n deze concurrentiepositie. De va ak zee r sterk e rol van de staat in 111et name de textielsector w erd enigszins teru ggedrongen. Er kwa m meer ruimte voor lobuitenlandse pa rt iculiere kale en investeringen. Daarnaast werd een macroeconomisch beleid gevoerd da t gericht was op hel terugdringen va n inflatie en begrotingstek ort , en op het va n exportmogelijkheden vergroten door devaluatie. Toch lijkt deze versterkte concurrentiepositie niet de enige verklari ng te kunnen zijn . De kostprijs/ k wa liteitver- ho udi ng va n bijvoorbeeld kleding is nog steeds in het voordeel va n de Aziatische landen . Een reden hiervoor is de voo rtd urende betrokkenheid van overheden in het Mediterrane gebied bij productie en expo rt van textiel en kleding. Impo rteurs in de EG o ndervinden nog steeds prob lemen b ij het betrekken van hun leveïd nties uit MediterîJne landen . Het is daarom aannemelijk dat een belangrijke ve rklaring voor de uitbreid ing va n expo rten van de Mediterrane landen
is gelegen in de polilick die de EG naar andere leveranciers is gaan voe ren. De restrictievere aanpak va n textiel en kleding ex po nen uit Zuid-Oost Azië door
beperkingen die aa n de Az iatische expon gesteld worden, zullen worden opgeheven? Dit is immers overeengeko men in de Uruguay-Ro nde met de geplande u itfasering va n het MVA. De kans bestaat dat het o pheffen van reslricties onder het MVA al s gevolg hee ft dat de exponpositie va n het Mediterrane gebi ed in de textiel en kl eding ha ndel op de tocht ko mt te staa n. Zij kunnen zich dan o p grond van hun minder sterke concurrentiepositie we ll icht niet staande ho uden. De EG moet zich gaan bezinnen over de vrJag of hel econo mi sch en po litiek verstandig is o p deze wij ze grote problemen te veroorzaken in een gebied dat sterk va n textiel en kleding afhan ke lijk is. •
Drs Stepbcm Raes beeft Eu ropese SlIidies gestudeerd el1 is 1111 werkzaa m als toegevoegd docent Politiek eH Ecollomie vall bet Mediter,-ane Gehied cuw de Katholieke UHÎversileil Nijmegen bij de vakgroepen Midden-Oosten SlIldies e1l Medite17'afle Studies.
Korte Bibliografie Ashorr, G. 'The lextile policy of the Europerm Comlllunity and th e Meditcrra nea n Counlries' in: jOllnJal of Com moll Mar/..>cl Sludies (sept.
(983);
Englert , M. Le Troisieme AM F ct la Communauté Eu ropéenne (Promét hée, Bnlssel); Racs, 5.100% Colon; La JX>liliquè com mcrciale de b Com mllnaulé ElIropéenne ct Ie secleur Icxlilc el hahillemenl en Egypte ( Amsterdam, (990)
]asoll Magaz;,/e no . 3, june 1994
11
Verkiezingen in Zuid-Afrika Drs Mike den Hartog
Najaren van Apartheid betekenen de nOtI-raciale verkiezingen de eerste aanz et tot een democratisch geregeerd Zuid-Afrika. Drs Mike den Hartog signaleert echter een aantal knelpunten in de vorming van het nieuwe Zuid-Afrika. Met name de verhouding tussen het ANC en de lnkatha kan voor grote problemen z orgen.
D
insdag 26 april wapperde er ee n nieuwe vlag !xwcn Zu id-Afrika . Het land ging een nieuw
hoofdstuk
va n
haar
geschiedenis
tegemoet. Een interim grondwet trad in we rking en gedurende vier dagen trokken 22,72 miljoen stemgerechtigden in lange rijen naar 9.000 st embLJrC~lU S o m voor het ee rst een non-rac ial e regering te kiezen en bovenal om voor goed afscheid Ic nemen va n dc beschamende periode van apartheid . De verk iezingen ware n niet alleen hislOrisch o mdar cle zW<l 11 e meerderheid van het land voor hel eerst mocht stemmen maar ook o mdat heL geweld lOt een o n-
geke nd laag ni veau daalde. Oe vraag is of dil laatste zo za l blijven .
De
uitslag
De verki ezingsuitslag liet lang op zich wachten. Oorspronkdijk zo uden bij de 700 telstations de stembiljeuen binnen 411 uur geteld moeten zijn. Dit hleek echter al snel een onmogelijke opgave. I3innen deze termijn was namelijk nog maar 30 procent va n de stemmen geteld. Door de langzame tel proced ure moest ook de eerste zitting van het nieuwe parlement uitgesteld worden waardoor deze pas op 9 mei de nieuwe president kon kiezen. Iedereen wist echter allang dat Nelson Mandela het zou worden en al ruim van te voren waren buitenlandse hoogwaar-
12
Jaso1l Magaz i1le no. 3, June 1994
digheidsbekleders uitgenodigd om zijn inauguratie hij te wonen. Er deden 19 partijen aan dc landelijke ve rkiezingen mee en zoals ve rwacht kwam het ANC als w innaar u il dc bus. De Nat io nale Partij (NP) van De Klerk werd tweede en de Jkatha Freedom Party (JFP) va n Buthelezi derde. J-lierop volgde het rechtse Vrijheidsfront van generaal Viljoen dat blanke au to nomie nastreefde en va n de verkiez ingen gebrui k maakte o m テ始 Noord Transvaal een eigen volksstaat uit te roepen. De leiders va n de achterhoede waren de libe rale Democratische Partij ( DP), die het respect voor de mensenrechten hoog in het vaandel droeg en het Pan African Congress (PAC), het radikale broertje va n het A C. De leiders va n de OP zoa ls Zach de Beer en bovena l J-Ielen Suzman profileerden zich vroeger als hel blanke gewete n tegen apartheid. In zeve n van de negen provincies stevende hel ANC rechtstreeks af o p een overwinning maar voor de ~l11dere twee. \'(Iest-Kaap en KwaZulu- 'atal, was dit niet het geva l. In \Xlest-Kaap was de NP een slerke tegenswnd t: r en in KW<.lZu lu ~ Nat::JI hleek de Inkatha Frcedo m Part y (IFP) d it eveneens te zijn . D e N P overwinn ing in \Vest-Kaap was te danken aan het kiesgedrag van dc k leurlingen die 53 procent van het electoraat in deze provincie uitmaakten. Dat deze bevolkingsgroep niel massaal o p het ANC stemde kwam onder meer door de angst dat wanneer deze p::ntij ililn de macht
Opbouw electoraat naar ethnici
71 ,5% zwart 16,6% blank 9,0% kleurling 2,9% Indiテォr
zou zijn , zij hun hui zen zouden ve rliezen. Er waren voorvallen geweest waa rhij zwat1e krakers zich 'a lvast ' huizen van klcurlingen hadden toegeテォigend. Be loofde het ANC geen hui ze n? De NP had tijdens de ca mpagne Ix)Vendien op de angsten va n de kleurlingen ingewerkt door de mc nscn voor te schotelen clat het ANC uit gevaarlijke en onge lovige communisten bestond. Ve rder had de regionale ANC lijstt rekker. Alan 13oesak. zich als geestelijke bij de veela l streng gelovigt." achterban onmogelijk gemaak t d(x)r een enigszins frivool liefdesleven. Maar ook had het ANC het verlies aan zich ze lf re danken. Veel kkurli ngen waren in de tweede helft va n de jaren '80 actief geweest in het United Democratie Front (UDF) maar naclat deze beweging onthonden werd en de kaders zich bij hel ANC aansloten werd er nauwelijks meer <.tandacht aan hun belangen besteed.
Problem e1l liet org'lIliseren van de ve rk iezingen was voo r de Independent Eleclo r<l l Commission (lEC) een hele operat ie. l Iet hegon in feite al maanden van te vore n mei een grole ca mpagne va n verk iezingsvoorlich ting, voter educati on, 0 111 dc mensen die nog nooit gestemd hadden en vaak analfabeet waren , mei de ve rki ezingsprocedure vertrouwd te maken. Tijdens de verk iezingen werden er o ngeveer 250.000 men sen door dc Independent Electoral Commission (lEC) bij de 9.000 stembureau s ingezet. Rechter
Zetels
Verkiezingsuitslag
ANC NP IFP Vrijheidsfront DP PAC ACD Overig
62,2% 20,4% 10,2% 2 ,2% 1,7% 1,2% 0,5% 1,6%
252 82
43 9 7 5 2
Kriegler, de voorzitter van de IEC, benadrukte bovendien dat iedereen op dc mee~t afgelegen gebieden de mogelijkheid had om te stemmen. J)l::-.ondanks ging de gang naar dl: stembus niet zonder prohlemen. Aan de verkiezingsvoorlichting lag het niet. De kiezers kwamen massa~II opdagen en wisten wa t hen te wachten slOnel. Op meerdere plaatsen gingen de stembureaus niCl of te bat open omdat de stemhiljetten nog niet waren aangekomen. [n anck're gev~lllen was er een tekort aan potloden, fluoricerende inkt. stempels of de inderhaast gedrukte [nkatha stickers. In Oranje Vr ij ~taat en Oost-Kaap, waar 200.000 men:-.en meer kwamen opdagen ebn verwach!. alsmede in een aanta l stemhureaus bij Kaapstad waren te weinig stembiljetten. Prohlemen deden zich ook voor in de zwarte townships en op het platteland. Dil had ond<.:r andere lller bestuurlijke of in fraMructurcl <.: onvolkomenheden te maken. Zo ook in de voormalige thuislanden zoab Lebowa , Venda, KwaZulu, Transkei en Ciskei. In VencIa en Lehoa wa ren donderdag bij sommige stemlokalen de :-.tembussen nog niet eens aangekomen. De lEC had zich kennelijk in de organ isa tie en de 10gbtiL:k van het gehed vergis!. Volgens MandcIa was dc toestand onaanvaardixlar en er moc~t sprake van groobcheepse sabotage zijn geweest. Zijn ri vaal Chie f BlIthdczi dreigde zelfs om zic h wegens de orga nisa to rische problemen alsnog uil het verk iezingsproces terug te trekkt'n. De secretaris-generaal van het ANC, Cyril Ibmaphosa, vond (bt men de nuances ander:-; moest leggen. Volgen:; hem waren de verkiezingen over het algemeen vlot verlopen. Een dergelijke mening had ook rechter Kriegler die de problemen toegaf maar cr dcsondanks op wees dat het in 70 procent van de stemlokalen in één keer g{x:d gi ng.
afgespedd. Dat er serieuze fraude \vas gepleegd bleek uit dc aktie van de IEC om bij het onderzoek naar de verdwijning van miljoenen stembiljetten de betrokkenheid van vijf van h~lar medewerkers o nder de loep te ncmcn.
Dl' Zuid -Afrikanen hadden in vrijheid hun democratische stem uitgehracht. Maar was het overal wel even zuivere koffie?
Ondanks alle tegenslagen wilde rechter Kriegler het hele proce~ tot een goed einde brengen. 11 ij kreeg hierhij hijval van president De Klerk die vond ebt ie-
Niet zonder reden was er een grootscheepse geweldsuitharsting \,(x)fspe ld . Bij eerdere helangrijke politieke data Meeg het geweld namelijk tot ongekende
dcre kiesgerechtigde in ieder geval de mogelijkheid moest hehhen gehad om va n zijn stem gehruik te maken. Dl' problemen moesten doo r midd<.:l va n de nodige improvisatie opgelost worden. Er moesten 9,3 miljoen sH:mhiijetten in alleri jl biigem~lakt worden en het leger moest ingezet worden om met vliegtuigen en helicopters verscheidene stemhubenodigde reaus alsnog van de stembi ljetten te voorzien.
hoogIe. Toen de regering en het ANC in 1990 een vredesakkord sloten vielen er 709 doden, hij het blanke referendum in 1992 <>ver dc helvormingsp()litiek 437 en in juli 1993 toen Illen dc verkiezingsweek vaststelde vielen nog een:-; ,,80 slach toffers. liet was dus een verrassing ebt hct ve rwachtte geweld vcdal uitgehleef. Dit nam niet weg dal hL'! lang niet op alle fronten ru:;tig was. Om de verkiezinge n rustig te laten verlopen h~ld de regering in overleg met de Transitic)Ilal Executive Council de mxligc voorzorgsmaatregelen genollll:n . Leger en politie W~lren in opperste staat van para ~l1heid gebracht en \'erkiezing:-;Iok:ilt.:n stonden vaak onder zware bewaking. Ve rder waren tien gehieden tot on llistgebiL'd uitgeroepen L'n werden uit voorzorg 200 mensen onder verschi llende slaatsveiligheids-decreten opgepakt.
oorz~lken.
De IEC lX'slool ook dat in zes voormalige thuislanden , waaronder KwaZulu. de stcmhusgang met een dag verlengd moest worden. Verder we rd het oorsponkelijke sl uitingsuur van de stemburcaus va n 19.00 tot middernacht verlengd.
Verd<.:r was, mede als gevolg van onhetrouwhare demografische cijfers, dl' opkomst groter dan verwacht. Fraude hleek ook een reden te zijn (:n cr waren maar weinig controlemechanismcn om dil te voorkomen. In KwaZulu was fra ude met stcmhu~sen gepleegd en de Financial TiIllCS vermoedde dat zich (x)k een dergelijke g~l11g van zakt'n in Ci:-.kei had
liet hele proces was door 2840 waarnemers V~1I1 de Vl\' , Europese Unie, Organis:uie van Afrikaanse Eenheid en het GemenclX'st van het hegin af op de voet gevolgd. De waarnemers moesten toegeven dat zij bij kwal1 van 2600 door hen bezochte stemlJllreaus moeilijkheden hadden geconstateerd. Desondanks werden de verkiezingen door deze organisaties als vrij en eerli jk bestempeld, maar niet zonder de ve rmelding dat er de nodige onregelma tigheden waren.
De chaotische t()est~l11d had meerdere Kiesregisters waren cr niet en iedereen kon stemmen waa r hij of zij wilde . Eén en ander werd veroorzaakt d{x)r ecn gebrek aan ervaring hij de IEC.
H et g ew eld bleef bep e rkt
Ondanks ebt het leger gell1a(: htigd was 0111 tegen blanke extremisten op te treden, lieten zij van zic h horen. De twee dagen voor de verkiezingen werden geteisterd door een reeks V;ln homaanslagen die door de Blanke Bevrijdingsbeweging werden opgeëist. De doclwitten waren voora l stemhureaus en standplaatsen v(x)r taxihusjes. het vervo<.: rmiddcl van dc zwal1e lX'volk ing.
Jasoll Mtlgaz ille no. 3. .June 1994
13
landen en extreem-rechtse blanken hadden zich aaneengesloten in de Vrij heids Alliantie met als doel de verkiezingen te boycotten. Dit afwijzingsfron t was echter geen lang leven beschoren. Generaal Viljoen van het voormalige Afrikaner Volksfront stelde zijn volgelingen in januari voor om lOch maar aan de verkiez ingen mee te doen en werd daarom door zijn bondgenoten van het A \VB als verader ui tgejouwd. De eerste barsten in de rechtse coalitie tekenden zich af. Een domino-effect had verder tot gevolg dat de vrijheidsallianti e geheel uiteen viel. Lucas Mangope. de dicta tor van Bophuta tswa na die geen act iviteiten van de I EC toestond, besloot na betogingen door ANC-aanhangers , een staking van zijn ambtenaren en een opsta nd van zijn eigen leger cle handoek in de ring moeren gooien. Een militaire intervent ie va n het AWB ten gunste va n Mangope liep bove nd ien op een fiasco uit. Een k leine twee we ken later brak er ook een muiterij uit o nder de politie en het leger va n Ciskei. De p laatselijke dictator brigadegeneraal a upa Gqozo besloot 0111 eieren voor zijn geld te kiezen en Zu id-Afrika het bestuur va n zijn thuisland over te laten nemen.
Zuid-Afrika's eerste zwarte president: Nelson Mandela Een zware bom on tplofte in het centrum van Joha nnesbu rg en ĂŠĂŠn enkele bom bij
was het voor het leger niet al Ie moeilijk om deze risico-groep in de gaten te hOll-
een taxistandplaats in Germislon kostte 9
den.
mensen het leven.
Op de eerste verkiezingsdag volgde bovendien een een bomaanslag op het vliegveld Jan Smuts. In verband met de aa nslagen werden 34 verdachten gearresteerd. De meeste van hen behoorden tot de YSlergarde, de stoottroepen van de militante Afrikaner Weerstandsbeweging CA \VB). AWB- Ieider Terre'blanche riep ondertussen tot revolutie op omdat volgens hem Zuid-Afrika door IIde COITI-
en de anti-christ" overgenomen werd. Het A WB dat de bijnaam coke and brandy brigade heeft waa rschuwde later
Veel geweld is zondermee r voorkomen door het onderzoek van de Commissie Goldstone naar een derde kracht die doormiddel van een te rreurcampagne het land onregeerbaar zou proberen te maken. Aan het licht kwam dat er personen in het staatsapparaa t wa ren, waaronder politiemensen, d ie er hun eigen agenda op na hielden en onder andere militante Inkatha-kaders van wapens voorzagen.
ITIllniSI
voor nog meer bomaanslagen. Een andere dreiging ging uil van de Boe-
renkommando's zoals de Boereweerstandsbeweging die er in het verleden zelfs niet voor terugschrok om militaire wapendepots te overvallen. Dergelijke acties bleven uit. Extreem-rechts had het over het algemeen te druk met zichzelf door zich in een Grote Trek naar de uitgeroepen vol ksstaat te snellen. Hierdoor
14
jason Magazine no. 3, June 1994
Gezien de bloedige voorgeschiedenis kon men ook op grootscha lig geweld in de provincie KwaZlIlll-Natal rekenen. Dat dit uitbleef kwam mede doordat de IFr op de valreep toch besloot om aan de verkiezingen mee te doen en de Jnkatha-knokploegen zich ru stig hielden.
Einde Vrijbeids Alliantie Nog begin dit jaar was een algemene stembusgang in Zuid-Afrika alles behalve zeker. De leiders van een aantal th uis-
Na Ciskei hoopte men dat ook chief minister Buthelezi in KwaZulu het ve rzet tegen de ve rkiezingen en heropname in Zuid-Afrika zou Slaken en het IFr zou ophouden het verkiezingsproces te frustreren. Aan de aanloop lOt de verk iezingen was immers een proces van vier jaar o nderhandelen voorafgegaan. De laaste impasse was dus de weige ring van het IFP om aan de verkiezingen mee te doen, ondanks dat het zich er al voor had ingeschreven. De IEC liet zich hier overigens niet door
afschrikken en had al beslo ten dat de gang naar de stembus in het IFP-bolwerk KwaZu lu, wa t er ook zou gebeuren, door zou gaa n. In de betreffende provincie was al sinds het begin van de jaren '80 een kleinschalige burgeroorlog lussen het ANC en Inkatha aan de gang waarbij duizenden doden zijn gevallen. Nadat het pas opgeri chte Nationale Vredeshandhavingsco rps niet in staat b leek om de Inkat ha-impi's en ANC-comĂŽ,,-des uit elkaar te halen we rd op 31 maart de noodtoestand in Natal uitgeroepen en hel leger naar de door geweld ve rscheurde provincie gestuurd . Maar o ndanks dat
het Zuid-Afrikaanse leger de wegen patrouilleerde kwam er geen einde aan de halstarrige ho uding van Chief Bllthelezi en gevechten tussen 1nkatha-knokploegen en comrades. De noodtoestand kon ook niet voorkomen da t er tot de ve rkiezinge n 180 mensen o mkwamen , waaro nder 7 jongens die folders over de verk iezingen aan het verspre iden waren .
Xhosa-prins toch een tmpje lager in de adeli jke hiërachie stond. De interna ti ona le bemiddeling kwam in de vo rm van de voormalige ministers van Buitenlandse Zak en va n G root Brittanni ë en de Verenigde Staten , Ca rringIon en Kissinger. Dat de keuze o p Carringlon en Kissinger was gevallen kwam door de rol d ie zij in de jaren 70
Inkatha versus ANC
hadden gespeeld bij hel onafhankelijk
Een week na het uitroepen va n de noodtoestand volgde een topove rl eg tussen
worden van Zimbabwe. Maar net als eerdere besprekingen liep ook deze bemiddelingspoging stuk. De IFP-Ieiders
parlement de bevoegdheden van de Zoeloe-koning is de interim-grondwet opgenomen. De rol va n Zwelithini voor I nkarha kwam eigenlijk pas afgelopen december van de grond. Begin december leverde hij kritiek op de onderh andelingsstra tegie van zijn oom Buthelezi en gebruikte ve rvolgens de nationa le gedenkdag va n de slag om de Bloedrivier in 18380111 de Zoeloes tot ve rzet op te roepen. Een menigte Zoeloes kreeg te horen elat hun koning niet van p lan was o m hel land va n hun voo lvaderen aan hun politieke vijancien over te dmgen . De plaats va n de toesprdak was Isa ndhlwana waa r in 1879 een Engels leger door een Zoeloe-leger o nder één va n Zwelithini's vQ(Hvaderen verslagen werd. De boodschap was duidelijk. De Klerk en Mandel a werden voor de keuze gesteld een vorm va n regionale autonomie te accepteren of een afscheiclings-oorlog in Natal te o nder-
drukken .
De Klerk , Mandela en de twee KwaZululeiders 13uthelezi en koning Goodwill Zwelithini . Dit overl eg mislukte. De koning wilde uitstel van de verkiezingen, meer regiona le macht en een terugkeer van zijn koninkrijk binnen de 19deeeuwse grenzen. Volgens Mandela en De Kl erk ko n niet aan deze eisen worden voldaan. I-Iet enige waar de betrokken partijen het over eens werden was de noodzaak tot internationale bemidde-
ling. Ondanks dat KwaZu lu-Natal nu min o f meer o nder curatele stond gaven de Zoeloe-leiders zich nog lang niet gewonnen . lJij hel to poverleg bleek cle ko ning va n zij n positie als vorst gebruik te maken o m Mandela, die al jaren overal ter wereld als een staatshoofd o nthaald werd, op zijn nummer te zetten. De president in spe werd erop gewezen dal hij zic h aan het protokol moest ho uden . Manclela verk laarde hiero p tegen de pers dat Zwelithini niet meer dan één van de ve le monarchen in Zuid-Afrika was. Hiermee zou Manclela de opmerking va n Zwelethini voor de Zoe loes alleen maar verduidelijkt hebben , aangezien hij als
weigerden om aan cle verkiezingen deel te nemen als niet aan hun eisen w erd voldaan , zoa ls gara nties voor autono mie en een eigen status voor de koning. Het IFP eiste hier bovenop nogmaals uitstel va n de verk iezingen om een compro mis uit te werken. Het ANC en Kissinger weigerden o m over uitstel te spreken waaro p Buthelezi uit de gesprekken wegliep. \Vat Kissinger en Carrington niet lukte bereikte de Kenyaanse jurist en voormalig diplomaat \Vashington OklllllU , een bekende van zowel Mandela als BUlhelezi. Zo kwam het dat het IFP een week voor de verkiezingen alsnog besloot om aan de ve rkiezingsstrijd deel te nemen. Nu had Buthelezi nog een verrassing
voor De Klerk in peno. O mdat hel gros va n de stembiljetten al gedrukt was moest op elk document een Inkatha-sticke r gepl akt wo rden . De vmag was waar. Bovenaan werd niet door het ANC (lijst 12) geaccepteerd. Du s moest het tot verdriet van De Klerk onderaan heL formulier geplakt worden. De Klerks ve rkiezingsleus tijdens de ca mpagne "Stem o nclerdan !" kreeg BUlhclezi hierb ij in de schoot geworpen . \Vat Zwelithini betreft, we rden in de laatste zining van het oude
\Vat de aAoop va n de ZoelCX!-overwinning in 1879 betreft, lieten de Engelsen het er niet bij zitten. Zij kwamen terug en maakten een einde aan het Zoeloe-rijk . Ook Mandela kwam terug. Echter niet o m een einde aan Inkatha te maken 1ll:.1:lr 0111 Ie Slemmen . I-l ij hï.lChl zijn stem uit in Inanda (KwaZulu-Natal), een lOwnship bij Durban waar j ohn Dube de eerste voorz itter van hel ANC hegr.wen ligt. De rivalit eit tussen Inkatha en hel ANC heeft een geschiedenis d ie b ijna twintig jaar teruggaat. Inkath a werd in 1975 als een cu lturele organisatie opgericht met goedkeuring va n het ANC dat hel als bovengrondse o rganisatie w ilde gebru iken. De samenwerking liep echter o p nieLS uit. Buthelezi kreeg in 1979 ru zie mei het ANC in ballingschap en zijn orga nisatie o nderschreef enkele belangrijke punten van hel A C, waaronder de boycot tegen Zuicl-Afrika, niet. In 1990 schoof Buthelezi velvolgens de Inkatha Freedom Party naar vore n als een multiraciale concurrent va n het ANC. Maar in plaats va n een alternatief voor hel ANC te worden marginaliseerde de be'\veging tot lauIer een Zoeloe-partij . Hel IFP gleed verder af en maakte zich volko men belachelijk door met de extreem rechtste blanke partijen als het A \VB samen te gaan werken in de Vrijheids Allianti e. In KwaZulu-Natal bleef hel echter populair, met name o nder tmditioneel ingestelde Zoeloes op het platteland. Dit werd nogmaals duidelijk in de ve rkiezingsuitslagen.
J aS01l Magaz i 1le
110 .
3, ) une 1994
15
Waar werd voor gestemd? Nelson Mandala De president komt van de partij • met de meeste stemmen Twee vice-presidenten één voor elk van de twee partijen met de meeste stemmen •• Een kabinet van maximaal 27 ministers ••••••••• iedere partij die meer dan 5% haalt heeft ••••••••• recht op een ministerspost ••••••••• Bij de provinciale overheden komen de bestuurders van de partijen die meer dan 10% halen voor provinciale stemming. Zuid-Afrika krijgt een tweekamerparlement bestaande uit een algemene vergadering en een senaat. De algemene vergadering komt er als volgt uit te zien : 200 direct gekozen leden en 200 leden die volgens een bepaalde verdeelsleutel onder de provincies worden verdeeld. 44 Pretoria-Witwatersrand-Vereniging (PWV) 42 KwaZulu-Natal Oost Kaap 28 20 West Kaap 25 Noord Transvaal 14 Oranje Vrijstaat 11 Oost Transvaal 4 Noord Kaap Noord West 12 De Senaat heeft 90 senatoren . Per provincie worden er 10 afgevaardigden naar de Senaat gestuurd.
TOl de verkiez ing:'iuilslagen een definitief
beeld gaven was Buthelezi echter voor geen co mmenlaar bereik haa r. Officieel was de chie f-min isler van KwaZu lu aJs gevolg van de griep ziek thuis. Van een verkiezingskalcr moel we l sp rake zij n
geweesl.
1~lnde li jk
was het (FP ve rslage n
door het ANC en hel Zuid-Afrikaa nse leger had de rol van zijn KwaZulu-polit ie overgenomen. \Val Ie doen? Zou hij nel als SavÎlnbi in Angola de ve rkiezingen als fraude heslCmpelen en de strijdbijl wee r opgraven. o f zou hij zijn ve rlies erkennen en meI een eventuele minÎsterspost of een functie in het provinciaal bestuu r? In c;moons werd al gegrapt da t hij zou vragen of cle stembiljeuten nogmaal s getdd kondc..:n worde n. De we rkelij k heid was alles behalve grappig. Niet Buthelezi maar het ANC begon de verkiezingen aan te vechte n. Het I PP zou bij illegale stembureaus stembussen met stemmen voor dc provincia le verkiezinge n gevuld hebben. \Vaa rschijnlijk was dat ook zo, maar hel IFP vond ook da t het ANC de hand În eigen boezem moest steken. Het I FP dreigde als antwoord alsnog de verk iezingsuitslag te verwerpen. Het nachunerrie-scenario van een burgeroorlog kwam weer akelig dichtbi j.
Hel voorgenomen beleid De pas gekozen regering heeft tOl de volgende verkiezingen vijf jaar om de nieuwe democrarie tot bloei te laten komen . Maar zonder economische per-
16
Jaso" Magazi" e no. 3, june 1994
specl ieven kunnen de beloften voor we rk , hlJÎzen, o nderwi js, san itair en sociale voorz ieningen niet waargemaakt worden. Een belangri jk angendapunt is daarom econom isch herstel en herintegra ti e in de wereldeconom ie. Ook de schade d ie de economie door apartheid en de internationa le boycot had opgelopen moet weer rechtgezet \vorden. Aangl:zien men dit geheel niet op eigen kîJ.chl kan volhrengen is de hoop gevestigd o p een positief econo misch en politiek klimaat waardoo r in vesteringen uit het huitenbnd kun nen wo rden aangetrokken. Voor de financiering van ét'n miljoen nieuwe hu izen die het ANC hinnen vijf jaa r bel oofd hedt te bouwen is een snoei-operati e in de defensie-uitgaven gepland. Verder is dt.:: kwt.::slie land voo r de zwa rte bevolking een helangri jke reden geweest 0111 op het ANC te stemfnen. T ijdens de verkiezingscampagne beloofde de partij namelijk da t het in een periode van vijf jaar dertig procent van de grond die in hlanke handen is aa n de niet-hlanke bevolking zou overdragen . Het gaat hier vooral Olll het rechtzetten van wetten als de Group Areas Act. D eze wet h ad in 1966 het gevolg dat 1,2 mi ljoen zwa rten en kleurlinge n on teigend werden . De del1ig pro<:ent is mi nder drastisch da n het lijk t omdat het voora l staatsgro nd en fa illie te hed rijven zou betrdTen. Ook de bestri jd ing van geweld en crimina liteit i!'i een wak die de aa ndacht ver-
dient. Et.:n van de methoden die hier voor aangedragen is om door een reorgani:-.atie de politie dichtl:r bij de burger te brengen. De Caspi r ge\'echtswagens mOt:ten van hel straa thel'id ve rdwijnen ten gunste van de wi jkagent. I iel scheppen va n hanen en het verbete ren van cle Icvensstall(.b ard V~1I1 de bevolk ing in de sloppenwijke n zOlKlen de oorzJken werk lex)sheid en ~1Il 11o(..·dl' - moeten wegnemen. MandcIa staat niet al leen vex)I" de taak o m zijn land hijl:cn te houden maar ook zijn partij. l iet ANC is opgchou wcl uil het ANC pur sang, de Sout h African Commu-
nis. Pa rl y (SAC P), de vakbond COSATU en lal va n mensen die in de jaren ·SO een oppositierol in Zuid-Afrika vervu lden. Behalve de gematigde leiders als l\'landela en Ramaphosa zijn cr ook haviken die niet denken in bnge termi jn o ntw ikkelingen maar snel radi kale maatregelen willen doorvoeren. Wit1l1ie Mandela is hier één van en 00k Peler Mokoba va n de ANC jeugdliga. Dezl' politici wi llen een snelle we lva:lrtsvercleling. \Va t cl e wclvaa n sve rcleli ng in cic toekomst betreft Ileblx:n elva ringen in het socia listische Zim habwe aa ngetoond dat de welvaart ongel ijk ve rdeeld hlijft. Het vcrk i cz in g~prograllllll" van hel ANC was bovendien gehaseerd op het Freedolll Cha I1cr uit 1955. Dit w il echter niet zeggen dat het verouderd is. De haviken moeten we l onthouden dat dit document hehal ve economische rce." hlcn ook vrede en vriendschap voor iedereen voorstaat. M:lI1dela weet ebI dat de ha~ i s tot su cces is. NJ het uillm..'ngcn V~1I1 zijn stem ve rkl~l a rcle hij d~1I Zuid-Afrika zich de komende vijf ja~lr tot een bncl za l ontwi k ke!t:n ebt ~1 : 1I1 al zij n in woners hoop za l bieden. liet heleid moet volgen,", hem de komende jaren op verzoening geri cht zijn . Dat hij tot ve rzoening in staa t is hedt hij in ieder geval bewezen. Het verki ezingsdelxlt 1"Ussen De Klerk en Mandela op 14 april begon p lecht ig maar o ntaardde al snel in een fel gevecht onder de gordel wa~l rh i j ve rw ijten en beschukligingen over en wee r vlogen. Maar zoa ls Mandela ve rleide ko nden zij elkaar na zulk e o nenigheden alt ijd weer in de ogen k ijken en samen koffie drinken . Voor de een heid van het bnd is het IC hop en dat ook But helezi v~lk<:r hij Mandcia op de koffie komt.
•
Drs Mike den 11C/l1og is jJoliticoloog en redactellr [ ICI1I .IasolI MC//{azine for InternCitiollClI I Vluirs.
Wecke's Wereld Leon Wecke
Hutu ell Tu/si (I)
april
1 99~ )
Volgens somm ige berichten zouden in
een paar dagen zo'n 20.000 burgers van Hwanda de dood hebben gevonden. Elf
hbuwhclmen werden in de eerste dagen eveneens vermoo rd . Een drama , waa rbij Cl' n doordeweekse dag in Bosnië de fllst van ee n autoloze zondag u itstraalt. Er is
van uit de interna tionale gemeenscha p,
of heter van uit die bnden. die a kb a r in gevaa r ve rkerende burgers hchlx:n. snel gere:lgeerd. J\llilitain:n zijn overgevlogen
de evacuatie van dc respectievelijke hmdgenoten snel tc n.:gden. Overigens liepen de bl.an ken heel wa t minder le-
0111
vensgevaar dan de leden v:ln Tut si en Il u!ustall1 . Anlankclijk, van dc plaatselijke m:lchlsverhoudi ng konden en kunnen dc leden va n de ene etnische groep op moord en doodslag \'a nwL'gL' de ander rekenen. 4
In Angola en o p vele plaatsen ciders in onze wereld we rden en wo rden maSS;lslacht ingen begaan, waar wij, de Westerse werel d , in clk geval kennis van nL'JllL'n, zonder dat wc on:-, daar echt vcel ::Ia n gcleg(;'n laten liggen. En natuurlijk het leed van de hele w(;'rcld kun je je niet a~1I1 trekken en ze ker in deze tijd van toch a[ te veel vredeso peraties moct cr geslccteerd word(;'n en dan blijkt het Europese or econo mi sche hemd nader dan de hUIll~lI1itaire rok . or is een nog w~l1 gL'mener conclusie te trekken in de zin v::In 'het zijn toch m~lar zwartjes die elkaar uitmoorden en als ze ebt niet kunnen bten, eb n is hel hun zaak'. \Vat hebben we uiteindelijk te schaften met die primiTi eve stammenstrijd ; als die wilden elkaa r willen armaken , dan gaan ze hun gang maar. Od f zouden w(;' cr misschien toch beter aan ekx:n eerst te proberen wat inzicht te krijgen in de (x)rzaken die tOl dcze mensonwaardige loe:-.tanden
hebben geleid. En okm te beginnen ons real iseren dat het nog niet zo lang geiden is ebt blanke Westerlingen elkaa r bij miljoenen hebben ~Irgesl:ic ht en we we(k 'rzijds terreurbomhardemL'ntcn hL'bben uitgevoerd op onschuldige hurgers, \\ a::ubij aangetekend moet worden dat men ook buiten de Weste rse were ld met de prooukten V::1I1 onze beschaving in de zin van atoombommen, n ~lp~dm en miljocm: n slim me landmijnen heert kenni sgema:lk!. I-Ieeben wij niet in hoge m :lle in o ns kolonia le verleden bijgedragen tot cle huidige problemen? Een van de ve le, maar niet o nhdangrijek oorzaken V;1I1 de huidige zogenaa mde etnische contl icten hesta :1l uit grenzentrek kerij cloor de kolonis~lIoren, die vee lal relatid willekeurig stall1verbancl en door micklen hehben gesneden, met als gevolg clat pas na de onan-ulIlkei ijkheid de grote gewelddad ige problemen kwamen. Oe staa tssoevereiniteit slaa t ha ~l k s op het recht tOl zelfhesc hikking en de realisering van heide principes tegelijkert ijd leidt dat voo rt s vedal on vermijdeli jk, to t het schenden va n een derck' principe: da t va n de mensenrechten. De Euroepanen wa ren inde'lijd diep o nder de indruk van de rijzige Tutsi en hun sl.<la tkundige organisa tie. In een beschrijving va n hun geschiedenis wordt vermeld dat het voor Europeanen vast -"to nd dm deze op farao's lijkenden reuzen mei hun fijne trekken, hun rech te neuzen en hoog voorhoofd gehoren waren om te heersen. Op basis va n het O ude Testament kelde de kolo nisa to ren hun rassentheo rie, die de gronclslag zou ga:m vormen voor de huidge co nnicten. 'Volgens die theorie zijn alle Arrikanen afstammeli ngen va n Noachs zoon Cha m . Omda t Cham zijn vader naakt had gezie n, werd hij door hem vervloek t en naar Arrika verbannen. Een uitzondering
op de \'erdocmde nedegers \'onnden de llamiten, w:.l~1I1oc de Tutsi hehoren. De Tutsi werden o mwille v:ln hun uÎtL'rlijk en veehczit beschouwd als hoogstaande Arrikanen, al s zwa rt e EuropeanL'lf . !)(xJr middel van missiewerk en o nderwijs werd \·erder gewerkt aan de :-. t ~ltus va n de Twsi-minderheid al:-. heer..,<..'r.., ovcr de IlulU-mee rderheid. \Xlij hehhen geen schone handen, ook :\[:-- het gaat o m dl' huidige ll1oordp~lrtijen lussen inheemsen. Wij hebben onder meer met een o p een ras..,entheorie gebascL'rdL' missie en onderwijs een stevige bodem onder de burgeroorlog gelegd. m:I ~l r d:wraan wo rden wc d<x)r de gruwelijke lv-bee lden gelukkig niet herinnerd, \Ve WL'ten het zelfs niet meer en wm niet WL'et dat niet deen .
Bll/he/ezi
Een zucht van ve rli cht ing hL'd"t de werdd en met name de Zu idafrik:ta nse bevolking gesla~l kt {o<..'n eindd ijk het bericht zich ve rspreid de dat Ink ~Hha alsnog met de ve rki ezingen mee zou doen. O p het laatste moment is Buthelezi aangeschoven aan de verkiezingstafel. Duizenden d()(len zijn inmiddeb te betreuren, mede :lI s gcvolg van dl' komende ve rki ezi ngen , waaraa n Ink:llha niet we nst mee te doen. Een poging V~1I1 Kissinger en Lord Ca rrington, heide bef:l:.ll1lde maar wcl een bel'tje crg westers geori ënteL'rdc onderh:lndt'la:.l rs, liep op niets uil. Het 'ja' va n Ink<ltha is volgens krantenberichten voora l te danken aan hun adviseur de Ken iaanse proressor \'\fashintol1 Oku lllu. Zo u één mens toch zo' n bebngrijke inv[oL'd kunnen hebben? Oku ll1L1 noemde op dt, persconferen ti e 'Mandela mijn vade r en mentor en Buthelezi mijn broer el1 beste vriend', Dat zou je Kiss inger niet horen zeggen, zelfs niet in zijn sp eeches die hij bereid
jasoll Magazil/e no. j, Junc 1994
17
is voor ve le ti endui zenden do llars waar ook Ier wereld te houden. maar niet alleen de Kcnia'lnsc professor bleek invloedrijk , dal is natuurlijk ook de heer Buthelezi die tot o p her laatste mo ment heeft vastgehouden aa n zijn verl angens de statu s va n het koninkrijk KwaZulu/ Nata l voorafgaand aan de verkiezingen grondweuig te regelen en dan uiteindelijk toch overslag gaat. Maar dat kan hij ook altijd al va n plan zijn geweest: na de verkiezi ngen zou zijn rol immers zijn uitgespeeld en zou den zijn ambtenaren hun betaling vi::! de nieuwe regering ontvangen en w iens brood men eet, w iens woord men spreekt. De bevolk ing, altha ns dat deel van de Zulu's dat hem trouw is, blijkt hem blindelings te vo lgen: in Ulundi, dc hoofdstad va n het thuisland KwaZulu/Nata l vcmnderde een demonstratie tegen de ve rk iezingen o p slag in een pro-ve rkiezingsdemo nsu·atie. Had Buthelezi niet door eerder de onvermijdelijke uitkomst va n het po litieke p roces in Zu id-Afrika te accepteren veel , heel veel levens kunnen sparen? Is hij eigenli jk ook geen moo rd enaar o mdat hij een verkeerd ingeschat politiek doel met zoveel geweld bleef nastreven. Inderitjd riepe n wij toch ook op straat Johnson-moord enaar, toen het om de uitzichtloze strijd van de Amerikanen in V ietnam g ing. Is zo iemand als Buthelez i eigenlijk vee l beter dan een Karad zic, die vanwege zijn polit iek doel ook tienduizenden op zijn geweten heeft. Of zie ik da t verkeerd? \Vaarschijnlijk we l, want als je zo verder redeneert , hoe zou je dan de Nederlandse minister moeten nocmen die indertijd tot dc po litio nele acties besloten, waarbij zove le Nederlandse jongens niet temgkwamen. Of ko n die Nederl andse regering toen, in tegenstelling to t de hele rest va n de wereld , niet welen dat het kolonialisme echt voorbij was? Onwetendheid excuseert immers en o p hun weten worden,
18
Jasoll Mag azilIe no. 3, june 1994
althans in Nederla nd, de politici niet geselecteerd , op hun geweten overigens ook niet.
Democratie ill Zuid-Afrika
(29 april 1994) Soms hebben we hel met grote stellighei d over za ken, die er niet zijn. Zo kon onlangs de heer Heldring, met wie ik het vaak oneens ben, in NHC/ Handelsblad erop w ij ze n dat we het steeds over dé internatio na le gemeenschap hebben , die zo ja mmerlijk in l30snië ge faald heeft. Maar zo, stelde hij, dat is noga l een o njuiste voorstelling va n zake n, want dé interantio nale gemeenschap bcslaa t niet. \Vle zitten nog steeds met natio nale regeringen die de dienst uitmaken en va n gell1t:enschap is geen spîdke. Onlangs k on ik nog de o nvrede o p mijn hals halen van leden va n de vredesbeweging met de mededeling dat dé vredesbeweging ook niet bt:slaat. Er zijn allerlei grapen , clubjes, comités, coordinatiecentîd op basis van ve rschillende levensbeschouwingen en met verschillende o pvattingen over vrede en de manier waarop die te bereiken . Va n één grote homogene krachtige eend uidige vredesbeweging is geen sprak e. En zo is het ook mei dé democl'3tie. Men hee ft het over de democratie die nu in Zuid-Afrika zijn intrede heeft gedaan. maar dé democratie bestaat ook niet. Er zijn verschi jningsvormen van democrati e of beter meer of minder gelukte benaderingen va n het ideaal: d e regering door geregeerden. Met een enkele ve rk iezing kan de democrati e ze ker niet verwezenlijkt worden. Democïdtie is een medaille met twee kanten. Di e ene kant is cle politieke democrJtie en d ie geeft gelijke burgerrechten aan een ieder, o ngeacht ras, geloof, sexe enzovoort . Maar die politieke dcmocratie kan pas echt bevredigen-
de ve rwezen li jkt zijn als tcgelijkenijd, niet alleen op papier, m ~lar ook in de maatschappij, de gelijke rec hten en de gelijke kansen v(X)r een elk feit gerealiseerd zijn , ebi w il zeggen cr ook sociale deOlOcm tie is. En dat laaL"itc is andere koek. Een menswaa rd ig dak boven het hoofd , werk voor de v ijft ig procent va n de bevolk ing in Zuid-Afrika , die geen werk heeft , en toegang tot alle o nderwijsinstellingen alsmede ook het ve rdwijnen van verborgen discriminatie; dat zijn za ken die niet van de ene op de ander ve rkiezingsdag ve rwijzenlijkt worden: da ~lI1 ege n ve rzeLten zich gevestigde belangen van een maa tschappij die veertig jaar op Apartheid gebaseerd was. Mandela za l stra ks te maken krijgen met veel kiezers die zich zu llen afvragen waar hun nieuwe won ing, hun werk en hun feitelijke gelijke kansen blijven. Overigens als eens een marsmannetje, een volstrekt o nbevooroordeeld wezen, in o ns land mocht rondwa ndelen da n za l hem loch ht:t verschil opvallen ru ssen de woningen, de o nderw ijskansen en ca rri eremogelijkheden van de tweede en derde generat ie gastarbeiders in o nze verpauperde oude stadswijken en de blanke Nederl andse bcwo ners van onze villa-wijken . En als dat marsmannetje toevallig een sociaal-democmat is, za l hij zijn soortgenoten adviseren voorl opig op Mars te blijve n en geen asielzoekersslaUtu s in Nederland na Ie streven. Je loopt dan immers - zij het een kleine - kans, o m ook nog te worden toegelaten en zo niet tijdens de verkiezingscampagne door Bolkestein in een asielzoe kerscen_ trum te worden bezicht igd.
Drs L. \Vecke is verbonden ab; polemoloog aan het Studiecentrum voor Vredesvraagstukken van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Bovenstaande columns vormen een se/ec/ie uit zijn wekelijkse Pil biicaties.
Hongarije en haar Buurlanden De wederzijdse relaties en de problematiek van de minderheden Drs Roif Koster
Minderheden in Europa Zijtl altijd olie op het vuur geweest in conflictsituaties. De ineenstorting van het Oostblok heeft de etnische spatl1lingen weer teruggebracht op het politieke toneel Drs Roif Koster bespreekt de minderhedensituatie in Oost-Europa aan de hand van de Hongaarse kwestie. inds cle omwentelingen in Miclclen-
S
en Oost-Europa in 1989 is de minderhedenproblematiek, in het
denken over Europese vrede en ve iligheid, verbonden met, zo werd
beweerd, een algemene tendens in de post-communistische landen van een
herlevend nationalismei. Gevreesd werd dat de o ude en meer recente tegenstellingen opnieuw zouden kunnen leiden lOl een esca lalie van conflicten
tussen bevolkingsgroepen tussen landen.
en
zelfs
Er is veel geschreven over het herlevend naLionalisme in Midden- en Oost-E uro-
pa, waarbij een onde rscheid wordt gemaakt tussen natio nalisme e nerzijds en chauv inisme en nationale slrevinge n anderzijds. Na tionalisme, zo stelt Gellner, is een politiek beginsel dat de noodzaak van het samenvallen va n de staat en natie bepleit 2 . Daarbij is het va n belang op te merken dat na ti onal isme zowel naar
b innen als naar buiten gericht is. De hoogste loyaliteit van het individu zou bij het volk behoren te liggen. Tcgclijkel1ijdlegitimeel1 nationalisme eveneens irredentisme: voor zover natie en slaat niet samenvallen , wo rdt gestreefd naar cle hereniging van h et moederland met die gebieden builen de staa tsgrenzen die tOl het moederland zouden behoren. Een agressieve buitenlandse politiek geïnspireerd door een extreem-nationalistisch programma is daarvan het ge-
volg. Micl1llik betoogt dat natio nalisme niet gelijk is met hel st reven naar het hen'oepen van de eigen nationale herinnering, het verdedige n va n de culturele identiteit en de wens een onaflunkelijk e staat te hebben 3. Ook Ash wijst erop dat de omwentelingen in Midden- en Oost-Europa werden gekenmerkt door patriottisme, maar da t 'rediscovered pride in your own nation does not necessarily imply hostility 10 olher na tions,4. Koen Koch stelt eveneens dat 'nationalisme niet hetzel fde Cis) als het streven naar regiona le autonomie, het streven naar cu lturele autonomie en uitingen van etnisch ressentiment,5. De relaties tussen Hongarije en enkele va n haar buurlanden, met name Slowakije, Roemenië en in mindere mare Servië, zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate aan spanningen onderhevig geweest. De verslechtering va n de inter-etnische relaties in Slowa kije en Roemen ië heblJen daarbij een rol ge-
specie!. Si nd ~ het verdr<:lg van Trianon uil 1920, waarbij Hongarije 2/ 3 deel van haar territorium aan de opvolgerstaten af moest staan , bevonden zich grote aantallen etnische Hongaren op hel territorium van deze staren. Voor veel Honga ren was deze si tu ati e onacceptabel, zodat gedurende het interbellum gestree fd werd naar herziening van de verd ragsgren zen (de politiek van het revisionisme) . Met de steun van Hiller-Duitsland leidden de Weense uitsprdken in 1938 en 1940 lot de toekenning va n zu id-Slowa kije, noord-Transsylvanië en de subKarpaten aan Hongarije. Deze politiek zou aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in . Tsjecho-Slowakije leiden tol de deportatie van Hongaren uit zu idSlowakije. Veel Hongaren werden uitgewisseld met Slowaken die in H onga rije
leefden. In deze periode zij n de relalies tussen
Honga rije en haar buurlanden sterk getraumatiseerd. De ervaringen met 40 jaar communisme hebben deze etnische ressentimenten niet uitgewist, waa rdoor zij de huidige relaties tussen deze landen en tussen de versch illende etnische gemeenschappen zijn blijven beïnvloeden. De Hongaa rse minderheden in de buurlanden streven naar cul turele autonomie en naar een vorm van ze lOJestuuf. Zowe l deze eisen als de steun va nuit H ongarije voor deze eisen roepen in de buurlanden van Hongarije een groot wantrouwen op. Politici als de voorma lige Premier Meciar van Slowak ije maken gebruik van deze angslen door te w ij ze n
Jaso" Magazi"e no. 3, Jun e 1994
19
op <ILo agrcss ieve bedoelingen van Ho ngarije. De relaties tussen Ilo nga rijl' en haar buurlanden zullen in de o nderstaand e anal yse centraal staan. We zullen o ns arvragen or hel o p levende nationalisme een rol speelt in de relaties met Roemenië, Slowa kije en Servië.
Minderhedellproblematiek De minderhedenprobk:m<ltiek is sterk verbonden met de prohlemen wa~l.Ivoor alle post-communistische landen zich gedurende de overga ngsperiode gesteld zagen . l iet tijdperk van de bipola riteit was ten einde gekomen. een peri ode waa rin het imerna tio nale stal ensysteem in twee kampen was verdeeld als gevolg va n dc arspraken gemaakt in Yalta tussen de overwinnaars va n de Tweede Were ldoorlog. Het einde van dit tijdperk werd ingeluid door de val va n de I3erlijnse muur in 1989. Met de terugtrek king van het Rode Leger uil Oost-Europa in de Iwee volgende jaren herwonnen de landen van Midden- en Oost Europa hun vo l!t:dige soevereiniteit. Na hel installeren va n de nieuwc dcmocratisch gekozen regeringen in 1990 moesl een nieuwe wetgeving 10 1 stand worden gebra cht. l iet doel w as de sanerin g van dc planeconomie in gang te zetten alsmede een herin stitutionaliserin g va n het nieuwe p o litiek .... syst e~ m . Ook moesten beslissingen genomen worden ten aanzien va n identiteit en burgerschap, en de territorial e, sociale en cu ltu6 rele grenzen va n dc natie-slaa t . De grens tu ssen Duitsla nd en Po len moest o pnieuw worden erkend . In de Baltische Ianclen ko n geen wetgeving worden samengesteld o mdat men hui verig \vas de o m vangri jke Ru ssische minck: rhcden politieke rechten te verlenen .
vari ngcn va n deze landen met Ilongarije . Daarnaast zijn in beide 1 ~lI1dcn na de omwen teli ngen \"" 11 19H9 nationali:-.Liscll e ...,tr<)l1lingen ontstaan.
Hongarije en (Tsjecho-)Slowakije Twee items kenmerken reeds jaren de problematische relatie tu ssen 11ong:uije en Slowaki je. voorheen Tsjecho-Slowakije. De positie va n dc Ilo ng,l<Irse minderh eid in zuid-Slowa kije is IU de ol1lwelllelingcn van 1989 in dc volle aandacht komen te staan. Venveven met het prubli.:em van de IlongaarM: minderheid spee lt reeds jaren een COlllroverse tussen dc beide landen over een dammensysteelll in de Donau. Na cl<: omwenteling in 19H9 in TsjechoS l ow~lkij ~ we rd en in Slowa kije o. a. vier p al1ijen in hel leven geroepen , waarmee de llungaarst' minderheid zich in het reder~lie- en het Slowaakse parlcment vertegenwoordigd zag. Deze liher~ll e en conserva ti t;:ve pal1ijen zette n zich ar tegen de links-natio nalisti sche koers van dc regering Meciar en zijn l3eweging voor een Democratisch Slowa kije. Z ij keerden zich eveneens legen het dammensysteem en tegen de split sing tlIssen Slowakije en Tsjechië, uit angst da t de deling ten koste zou gaan va n de positie va n de minderheden in Slowa kije.
De vmag wie binnen de nieuwe politieke systemen ko nden worden gerekend tot loya le burgers deed zich voor in die p ost-co mmun istische landen die grote aalllallen etnische minderheden binnen hun staatsgrenzen hadden. Gezien de behoefte o m binnen de herwo nnen o naOlankdijkheid uil te gaan va n de eigen geschiedenis, eigen identit eit en cu ltuur, leverde de opbouw van het land problemen op, juist in d ie landen w;:lar de m inderheden een grote en soms gesloten gemeenschap vormden. Deze problemen spelen een ro l in zowel Hoemenië als in Slowakije. In Ix ide landen wordt de houding ten op zichte va n de minderheden beïnvloed door de histo rische er-
20
]aso" Magtlzi"e
no. 3, June 1994
De ve rl angens va n de I lo ngaa rse minderhei d namen Loe naarm:l1 c de Slow:] ken zich g ingen inzeilen voor een meer o nafhankelijke rol voor Slowa kije binnen de rederatie en Meciar de ve rkiezingen van juni 1992 meI een overtuigende meerderheid won. Alleree rst maakten zij zich sterk voor cul turel e autonomie, waa rbi j zij voord I hamerden op verhetering va n de mogelijkheden voo r hoger o nderwi js in het Ilongaars. Met de vrees van een onaOlankelijk chauvi ni sti sch Slowilkije in he[ vooruit zicht verhardden de standpunten . De Ilongaren waren V~1I1 mening dar de door sommige Slowaakse politici zo gevreesde dreiging va n se p~mlli s t1l e het be:-.te in te dammen zou zijn door de ga rantie v<l n territoriale autonomie. Zowel Meciar, de voormalige premier va n Slowakije, als premier Kl aus van Tsjechië, wa ren echter va n mening dat de rechten va n de Ho ng:1 ren in Slowakije vo ldoende werden gewaarborgd en ze lrs ruim tegemoet kwamen aan de Europese no rmenienemin heeft de regering Meciar in 1992 een aant.1i welten
uitgevaardigd die volgens de 110 nga ren de rechten va n de minderheden in Slowa k ije I-x:perkten. D:I:1rop hebben de Ilonww r.':>L' pal1ijen in het SIO\vaakse parlement geweigerd de grondwet voor hc t nieuwe Slowakije re o ndertekenen. De grondwet bepaalt o nder andere dat de st<latMaal het Slowaa ks is, en dat voor andere t:llen aan vullende wetgeving is ve reist (W~II nog niet is gebeurd). Ook is de regt.'rin g cind 1992 begonnen met het ve rwijclcren va n H ongaarse straat namen en mimen van do rpen. In de nieuwe wet op n ~lIn en en ramiliena men ontbreekt de bepaling die het mensen mogelijk maakt de naam in de eigen t ~la l te late n registreren. Ook hel voorstel ter reorgan i s~l1i e van de lokale administratie is slecht o nr v~lIl ge n bij de Hongaarse minderh eid. Gevreesd we rd dat de administ rati eve: herindeling zou leiden tot een situat ie waa rin Honga ren ineens de minderheid zou dc n vormen in gebieden die voorheen llongaars wa renH. Aangezien de wet het moge lijk l1l:lakt de eigen taa l te gebruiken in d ie gemeenschappen waar een minderh eid 20 procent o r meer va n de bevolking uil maakt. kan dit voor de positie van de minderhcden nega ti eve gevolgen heir ben. b ij voorbeeld met betrek king tot het rech t op o ndef\vijs (cr zijn 13 gemengde S l owaaks- ll o ng~13I'sc districten, w aar gemiddeld 10 procent l lo ng:urs is). De I lo ngaarse regering steu nt dc eisen van de Hongaarse minderheid in Slowakije. al zegr zij deze steunt uitsluitend via de diplomat ieke weg te willen bcwe rkstelligen\). Zo kw:ml va n de kant va n de H onga ren veel kriti ek op de loelating V~ln Slowakije als lid V;l n dl' Ra:ld van Europa , waartoe in juni 1993 o pni euw mocst worden heslotcn. Sindsdien zijn zowel de Haad als de I loge Commissaris intensid betrokken hij de ve rbetering va n de juridische positie van de minderheden in Middcn-Europa 10. D e p rohlemen rond de positie va n de minderheden en de S l ow~lakse c is dat Ilo ngarije afziet va n territoriale cla ims, hebhen in 1992 en 1993 de totstandkoming va n een nieuw staa tsverdrag tussen Il onga rije en Slowakije belemmerd. Binnen dit losse Middeneuropese samenwerk ingsverhand zi jn reeds vee l vo rderingen gehoek t me t bet rekking lol militaire en economische samenwerking tussen Honga rije. Po len en het voonn alige Tsjecho-Slowakije. In 1992 werden in het kader va n het Visegï.ld-ove rl eg nieuwe accoorden afgesloten die mocten lei-
den lOL de vorming van een economische vrij handelszone 11. H et is Honga rije en Slowakije echter nog niet gelukt een nieuw staatsverdrag te ondertekenen, zoals Tsjecho-Slowakije en Hongarije dat in 1991 wel hehben gedaan met Polt:n. Slowa ki je is terughoudend waar het gaal um de garantie van collectieve rechten voor de minderheden. De Hongaarse regering is o p haar beul1 va n mening dat de Slowaakse claim om een clausule op te nemen met betrek king lOl de erk enn ing van de Slowaaks-Hongaarse grens overbodig, daar deze grens reeds in de vredesverdragen 12 va n "1 920 en 1947 is erkend . De claim is wellicht niet geheel o ngegrond, aangezien Hongarije een vreedzame wijziging van de grenzen niet heeft willen uitsluiten. Naast het probleem va n de Ilo ngaarse minderheid in Slowakije staa t de relatie onder druk va nwege problemen ro nd de bouw van hel Gabcikovo-Nagy m ~lrus Dammensysteem in de Donau , die de grensri vier vormt (ussen Hongarije en Slowakije. De beide landen besloten tot de geza menlijke bouw van dit project in de jaren '70, waartoe zij in 1977 een verdrag sloten. Vanwege binnenlandse en buitenlandse druk besloot de hervormingsgezinde regering Pozsgay in 1989 de werk zaa mheden te beëindigen. O fficieel heette het dat H ongarije zich uit het project terug trok om financ iële en ecologische redenen. Va nar die tijd speelde het probleem in toenemende mate tussen Boedapest en Bratislava, waarbij Bratislava hardnekkig vasthi eld aan de originele plannen. O nder druk va n de in ternationale gemeenschap aanvaardden de beide partijen op 28 uktober de bem iddeling van de Europese Gemeensch~l p. In een protocol werden arspraken gemaak t met betrekk ing tot de ve rdeling van het wate r, waar Br:.Jtislava zich echter niet aan heeft gehouden. Een halr jaar later wordt het geschil voorgelegd aan het Internationaal Gerechtshof. O ndanks de vele politieke tegenstellingen zijn op het gebied van de militaire sa menwerk ing een aantal concrete resul-
lalen geboek t. Begin 1991 slolen Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Pol en in hel kader va n het Visegrad-overleg reeds militaire overeenko msten , o m het bestaande machtsvacuüm op te vu llen, en door mi clclel va n vert rouwenwekke nde maatregelen po litieke spanningen in het geb ied te helpen voorkomen. In april 1993
stelde de H ongaarse minister van Defensie voor om overeenko msten te sluiten voor 'Open Sk ies' en 'Open Barrd cks' inspectie. Dat de militaire relaties goed verlo pen blijkt uit feil dat de Slowaa kse m inister van Defen.sie Andrejcak herhaaldeli jk de beweringen van premier Meciar heeft weerlegt omtrent de agressieve militaire intenties va n Ilonga ri je jegens Slowakije.
De gezamen lijke slrijd v:m Roemenen en Hongaren in 1989 tegen de communist ische dictatuur deed de hoop opleven dat wellicht een historische verzoe ning tussen de beide landen mogel ijk zou zijn . De gevech ten va n het Roemeens leger tegen de Secu rit ~lle werd logistiek ondersteund door veel Hongaren uit Ilongarije. Uit die periode stammen ook de eerste mili taire co nlacten tu ssen de beide landen.
Hongarije ell Roeme"ië In het Roemeens Transsy lvanië wonen ongeveer twee mi ljoen Hongaren. D<1arnaast we rd Transsylvan ië, ebt een eigen historische ontwikke ling kent, bevolkt door diverse andere nationaliteiten, waarvan ook de Duitsers deel uit ma akten. De Duitse en l-I o ng;;larse gemeenschappen leven al eeuwen in het gebied en hebben het een eigen karakter gegeve n, die zuwel afwijkt van de Ho ngaarse cultu ur in Ilongarije als de Roemeens cu ltuur. Ook de sociaal-economische positie van cle Ilongaren versc hilde aa nvankelijk sterk van die va n veel Roemenen. Toen Transsylvanië als gevulg van het verd rag van Trianon aan Roemenië toe kwam , zagen de Roemenen zich voo r de eerste maa l geconfronteerd met het probleem een grote zelfbewust etnische gemeenschap een phJls te moeten geven binnen het voorhee n zeer homogene Roemenië. Voo r veel Roemenen was dit een nau weli jks te va tten opgave l3. Ook Transsylvan ië viel gedurende het interbellum ten prooi aan hel Ilo ngaarse rev isionisme. Gedurende enkele jare n hielden de Ho ngaren het noorden va n Transsylvanië bezet, hetgeen voor de Roemenen een traumalische ervaring was. Onder het regime Ceaucescll werden de Honga ren blootgesteld aan rigoureuze pogingen tot assim ila tie. Getracht werd Ho ngaren alleen in gebi eden te laten vest igen die traditioneel Roemeens waren en waar de Roemenen in de meerderheid wa ren. Het \verd hen niet toegestaa n de eigen culturele identiteit uit te oefenen, en ook o nderwijs in de eigen taa l was verboden. De poging van Ceaucescu in de jaren '80 va n de dorpen in Transsy lvanië z.g. agro-industriële ce ntra te bouwen tror niel alleen de Ho ngaarse gemeenschap, maar droeg wel bij tot o pl o pende spanningen tu ssen Ho nga rije en Roemenië.
De hoop op een verzoening V~1I1 hun ou de vete we rd al snel teniet gedaan door dc on lusten tu ssen Hongaren en Roemenen in Cluj (1990) waarbij enkel e Ilonga ren werden gedoud. In 1990 en 199 1 werden eveneens een aanta l extreem -na tionalistische organisa ti es opgericht , die in de medb een scherpe anti-I l ong~l a rse Glmpagne begonnen. Gedurende de ve rki ezingen in september 1992 sleunde de rege ringspartij , dc Pal1ij voor Sociale Democratie van Hoemenië, op de nationalisten in het Roemeens parlement. Voo ral de Parti j voor Nat ionale Eenheid, die haar basis heeft in de et nisch gemengde provincie Transsy lva nië, zeI zic h in voo r dc lurdc li jn tegenover de Il ongaarse minderheid in 1 Roemenië '. Beide landen hebben reeds meermalen ve rk la:lrt de h ilaterale cont::lCte n te wil len verbeteren. liet bezoek van de He)!1g~larse minister van Buitenlandse Z~lk en Jeszi nszky in sept ember 1993 aan Roem eni~ heeft echter geen concrete resultaten o pgeleverd . Ook konden geen vorderingen worden geboek t met be[rekking [ot het staa tsverdrag. Voora l Roemen ië we nst een dergelijk verd rag, waa ri n Honga ri je afziet van terri toriale claims op Roemenië. Ho ngarije heeft reeds een verdrag met Oekraine waarin de collecti eve rechten v<l n de Ho ngaarse minderheid in Oekraine worden gegarandeerd. In dit ve rdra g is eveneens een cla usule opgenomen met betrekki ng tot de o nschendbaarheid va n de grenzen. Volgens de Hongaarse rege ring betekent dit echter niet dat een precedent is geschapen waarop S I OW~I kije of Roemenië een beroep zouden kunnen doen. Roemenië heeft in maa rt 1993 een Raad voor de Minderheden in het leven geroepen , waa rin ve rt egenwoordigers van alle minderheden zitti ng hebben. De I-Io ngaarse Democratische Federatie va n Hoemenië (J IDFR) is in begin september uit deze raad, die een co nsultatieve fu nc-
Jaso" Magazi"e no. 3, .Iune 1994
21
tie vervuld· voor de regering, gestapt, omdat het van mening was dat de rechten met betrekking tot taa l en onderwijs er niet in werden aangekaan 15. Vooral de timing van de stap van de HDFR heeft in Roemenië kwaad bloed gezel. In september zou in de Raad van Europa gestemd moeten worden over het lidmaatschap van Roemenië. Bij de beoordeling van het lidmaatschap is vooral de mate waa rin de mensenrechten worden gerespecteerd , doorslaggevend. Gesteund door Hongarije verzette de HDFR zich in 1993 tegen de toelating va n Roemen ië tot de Raad van Europa wegens het ontbreken van voldoende garan ties voor de m inderheden in Roemenië. In seprember van dat jaar zag het er naar uit da t H ongarije haa r vetorecht zou uitspreken over de toelating van Roemenië. Roemenië , voor wie aansluiting bij de Raad van groot belang is, waa rschuwde al dat het stemgedrag van Hongarije ten aa nzien van het lidmaatschap zou beschouwen als een indicatie van de inten ties van H ongarije ten aanzien van Roemenië. Onder grote internationale druk heeft Hongarije daarop haar stem onthouden om Roemenië in de gelegenheid te ste llen lid te worden. Roemenië en Hongarije hebben in 1992 een 'Open Skies' -overeenkomst getekend die het de beide landen toestaat wederz ijdse inspecties te verrichten. Dit mag als een indicatie worden beschouwd voor een goede ve rstandhouding tussen de beide land waar het gaat om militaire contacten, en voor de aanwezighe id van een goede wil om door middel van vertrouwenwekkende maatregelen een esca latie van conflicten te voorkomen. Naast deze m ilita ire overeenkomsten zijn er eveneens cuhurele overeenkomsten getekend lussen beide landen. In het kader van deze overeenkomsten zijn diverse culturele centra geopend. De Roemeense overheid wil echter niet tegemoet komen aan de Hongaarse wens de Hongaarse Bolyai universiteit in het Transsylvaanse Cluj te heropenen.
Hongarije en Servië Het spreekt bijna va n zelf dat de ontwikk elingen in het voormalige j oegoslavië H ongarije veel zorgen ba ren. Tot aan 1993 was de positie van de Hongaren in Vojvodina, een provincie van Servië, goed te noemen. De rechten van deze minderheid werden gerespecteerd, en culturele vrijheden konden worden uit-
22
JasoIJ MagaziIJe no. 3, June 1994
geoefend, waaronder het recht op onderwijs in de eigen taa l. Lange tijd kon Vojvodina worden beschouwd als een vred ig gebied waar diverse nationaliteite n met elkaar konden leven (naast de Honga ren maken Kro~He n , Slowaken en Ruthenen deel uit van de bevolking van Vojvodina).
de bedoelingen van de Servische politici. Een cynische conclusie kan zijn dat de Hongaren in Vojvodina voorl opig bu iten schot zu llen blijven zo lang cle Selvische aandacht zich richt op Kosovo en Bosnië.
De va l van het repressieve regime in 1988 had de Hongaarse minderheid de mogel ijkheid geschapen ta lloze instituties op te richten. Aanvanke lijk koesterden cle Hongaren in Vojvodina derhalve een zekere sympathie voor de Servische leider M ilosovice.
Na de omwentelingen in Midden- en Oost-Europa en de gegroeide openheid is de minderhedenp roblematiek duidelijk zich tbaar geworden. De relaties tussen Honga rije en haar buurlanden worden ech ter niet gekenmerkt door nationalistische aspiraties mer als ultieme politieke doelstell ing het samenvallen van staat en natie te bewerkstell igen. Vertegenwoord igers van dc Hongaarse minderheden hebben verklaard geen aansluiting bij Hongarije te wensen. Hongaa rse politici hebben een dergelijke optie zelfs als desastreus voor H ongarije betiteld , aangezien het gevolg de verschuiving van nieuwe meerderheden en minderheden zou zijn. Ook econom isch gezien zo u een dergelijke stap onhaa lbaar zijn.
Vanaf 1993 begonnen de Serviërs gelei· delijk een restrictiever beleid te voeren ten aanzien van de rechten van de minderheden in het gebied. Veel Hongaren weigerden als o nderdaan van de Servische staat te worden ingezet in de burgeroorlog in joegoslavië en vluchtten daarom naar Hongarije, waar zij in kampen in het grensgebied werden opgevangen. De huizen die zij in Vojvodina achterl ieten werden , met goedkeuren van de Selvisc he overheid , ingenomen door Servische vluchtelingen uit andere gebieden van het voorma lige joegoslavië. Naamlate de Selvische agressie in Bosnië-Hercegovina toenam, en het Westen tot 1994 niet bereid bleek in te grijpen in de ca mpagne van etn ische zuiveringen, groeide de angst dat de Hongaren en de andere minderheden in Vojvodina niet gespaa rd zouden blijven. Er wa ren geen aanwijzingen dat indien Hongarije b ij de oorlog betrokken zou raken , het \Vesten wel bereid zou zijn in Honga rije te interveniëren. Het recentelijke NA VO-aanbod van een 'Pa l1nership for Pea ce' kan nauwelijks worden gezien als een antwoord op de H ongaarse vraag naar een Weste rse ve iligheidsgarantie. Ook de recentelijke ontwikkelingen rond de belegeringen van Sarajevo en Gorazde en de bereidheid van de internationale gemeenschap, NAVO en VN voorop, onder grote druk van de publieke opinie, deze belegeringen op te heffen , hebben de vrees voor een voortgaa nde ca mpagne tegen de mi nderheden nog niet weg kunnen nemen. Er is immers nog lang geen po li tieke oplossing voor de complexe p roblemen van de burgeroorlog. Ook het voorbeeld van de toenemende rep ressie door de Selviërs van de Alba nezen in Kosovo, net als Vojvodina een provincie in Servië, voorspellen weinig goeds omtrent
Conclusies
De conclusie dal de te ndens aanwezig is de staat op etnische basis te definiëren is onvermijdelijk. We kunnen dit zowe l in Roemen ië als in Slowakije constateren . D e controverse rond het dammensysteem is verweven met de positie van de H ongaarse m inderheid in Slowakije. Er bestaa t een ze kere neiging het aspect van etniciteit te benadrukken. Di t is zonder tw ijfel een ongewenste ontwikkeling. Het leidt de aandacht af van de werkelijke problemen die om een snelle aanpak vragen. D it heeft echrer eerder te maken met de nalatenschap van het communisme na de omwentelingen en het vraagstu k van identiteit en burgerschap die daarvan het gevolg waren. Er zijn een aantal positieve ontwikkelingen die een nationalistische politiek uitslu iten . D it geldt zowe l voor de betrekkingen tussen Hongarije en haar buurlanden, als voor de inter-etnische relaties in Roemenië en Slowak ije. Men tracht in de b ilaterale verhoudingen situaties te voorkomen d ie de aansluiting met het \Veste n zou k un nen frustreren of vertrage n. In deze zin zijn H ongarije, Slowakije en Roemenië zich bewust van de noodzaak van stabiliteit in hun onderlinge relaties. Te rritoria le claims, gevoed door extreem-national isme, zijn daarbij u itgesloten. Bij de totstandkoming van het Visegrad-overleg in 1991 werd ui tdmkkelijk aa ngetekend dat deze samenwerking de aanslui ting bij de Europese
Gemeenschap en andere Westerse instituties zou vergemakkelijken . Vooral op economisch, militair en cultureel gebied zij n vorderingen gemaak t. Er is eveneens een serieus begin gemaakt met het instellen va n vertrouwenwek kende maatregelen, die ten dele spanningen moeten verm inderen en eventuele misvatLingen omtrent elkanders bedoelingen moeten zien te voorkomen. De wens aan te sluiten bij het \Vesten komt eveneens tot uitdrukking in de associa tieverdragen tussen de Europese Unie en de Visegrad-Ianden en heL lidmaatschap van alle landen van MiddenEuropa, inclusief Roemenië , bij de Raad va n Europa. Met dit lidmaatschap verplicht men zich tot een ~la nlal belangri jke internationale normen , zoa ls vastgelegd in de Europese Conventie voor de Mensenrechten, inclusief collectieve rechten. Bovendien accepteert men impliciet de procedure die door middel van het verd rag kan word<::n ingesteld. Zowe l ind ividuen als groepen kunnen de lidstaten voor het Europees H of dagen in het geval bepaalde rechten worden geschonden. Deze ontwikkelingen zu llen een matigende werking hebben op inter-etnische spanningen. Hiermee is de internationalisering van de minderhedenproblematiek in gang gezel die de stabiliteit in de regio en daarmee de Europese Vrede en Veiligheid ten goede komt. Het gegeven dat Hongarije en Slowakije hun geschillen aan het Interna ti onaal Gerechtshof hebben voorgelegd impliceert de bereidheid om internationale politieke problemen via gerespecteerde en beproefde internationale procedures op te lossen. Ook dit gegeven p leit voor de jonge democratieën in Midden- en Oost-Europa . Ook de rol va n de H oge Commissaris inzake de Natio nale Minderheden van de
Conferentie voor Veiligheid en Samenwerki ng is va n belang voor de internationalisering van het minderhedenvraagst uk. De Hoge Comm issaris heeft reeds enige fact-finding missions ve rricht met betrekking tot de juridische statu s van de minderheden . Vanuit de Raad van Europa is reeds een standing commission actief in de regio, om voor een periode van twee jaar de situa tie te rapporteren . De secretaris-generdal van de Raad heeft reeds gedreigd dat, indien de statu s van de minderheden in cle betrokken landen niet wordt verbeterd , dit kan leiden lOt uitstoting uil cle Raad. Ook de aanslu iting met het \'V'esten zou daardoor in gevaar kunnen worden gebracht. Voor wat betreft veiligheidsproblematiek kunnen we constal eren dat gecn militaire renationalisering heeft plaatsgevonden sinds de formele opheffing van het Warsc hau Pact in 1991, wat een goede indicat ie kan zijn voor de militaire imenties van de ~lro kkcn lanclen. Er besta al het besef clat de eigen ve iligheid niet nationaal kan worden gega randeerd . De oplossing van dit vraa gstuk zoeklmen in het streven naar aansluiting bij de NAVO cn hct ve rsterken van onderlinge bilaterale contacten. Het is echter de Vfaag hoever de invloed van \Vesterse instellingen gaat. De belangrijkste voorwaarde voo r een po litiek van goede nabuurschap moeL door de betrokken landen zelf worden geschapen , waarbij vooral veel politieke goodwill noodzakelijk en voldoende is om de juridische problemen met betrekking tot de grenzen en de positie van de minderheden op te lossen. De staat waarin het democratiseringsproces verkeerd kan een belangrijke graadmeter zij n. tn verband hiermee kan er nog veel worden verbeterd , bijvoorbeeld waar hel gaa t om de relatie tussen de media en de re-
gering van zmvel Hongarije, Slowak ije als Roemenië. _
Drs
R.Koster
heeft
Politicologie
gestudeerd aan de Kfllbolieke Universiteit Nijmegen . !-lij IX"(Jft meerdere publicaties en lezil1Rell over de 1"C"'gio !-Iongal1je op zIjn naam staall.
Elt/duo /eu I . Koch, Kocn. '/-Ierlel'end nationalisme in Middell - ell Oost-EmU/XI: oude problemell. nieuwe /Je!-::,1x-'CtietJell: In: Zwaan, Ton; Wi lterelink , Nico: Kleyer. Hen k en Crllson, Kees (reels). l iet Europees ulbyrint; nationalismc (-'0 n;uil'-yorming in Europa . Amstcrd:ull.
1991. 2. Gellner, Ernesl. VaUON5 fI1u/l1aliol1alism . OxJord, 1983, ll~l s il B1ackwcll. 3. i\1ichnik. Adam , '/I/alioNalism ; Sodal Researcb, Winter, 199 1. 4. Ash, Timothy, Gallon. \'(Ic the peoplc. the rcvolu tion of '89. London , 1990. 5. zie Koc'h, nOOI 1. 6. Offe, Cbus, 'Capitalism hy Democratie Design? Democratie ThcOIy (acing Triple Tr.:lIlsition in Ea~t Centr:.ll Europe,' Socbl Resea rch, Winter, l 99L. 7. Reisch, Alfred A., 'Hung:lri:m -Slovak Relations: A Oifficul t Firsi YC.lr,' RFElIH. Research Repol1 , 17 December 1993. 8. Pufflerovfi, Sarlota, 'Nation~11 Minoritics in Slovakia,' I ielsinki Monitor, 1994 no. I 9. Reiseh , Alfred , 'TIle Difficult Sca rch for .. Il1Ingarian-Stovak Accorcl.' RFEIRL Research
ncport ,. 230cIObcr 1992. 10. zie Plifflerová, noot 8. 11 . Okolicsanyi, Karoly, 'The Viscgrael Triangle's Free-Tr.:tclc Zone,' I~FE/RL Research Report , ISJanuary 1993.
12. zie Reisch, noot 9. 13. Schöpnin, Georgc. Hlingary anel its ncighhours, Chaillot Papers 7, May 1993, Inst itute (or Security Studies. WeSlCm European Union. 14. Ik isch, Alfred A.; lonescu 0:111, 'Still No Orcakthrollgh in Romanian-Ilungarian Rela tions,' RFE/ HL Research Report , 22 October
1993. IS. Ibidem
J(lS01/ Mag a z ille
11 0.
3, June 1994
23
Over stammen, standen en staten in Mrika: Het geval van Rwanda en Burundi Prof. Dr A.A. Trouwborst
Prof. Dr A.A. Trouwborst geeft zijn visie op de verschillende opvaUingen die zijn ontstaan over de achtergronden van de recentelijk opgelaaide strijd in Rwanda en Burundi Waar de media slechts spreekt van eet' 'stam",enstrijd~ geeft Trouwborst een gedegen uiteenzetting v an de etnische v erhoudingen in beide landen. Beslaa" er slammell ill Afrika? Er beSlaan vee l mi sve rsta nde n over de zogenaamde stammentwisten in Afrik::l. In cic med ia wekl 111l!1l vooltclurend cle indruk alsof hel zou gaan om eeuwenoude tegenst<:lJingen die tegenwoordig tot een verhev igde uitbarst ing komen. In feite zijn wat men 'stammen' noemt sociale groeperingen die pas in de koloniale periode [Ol stand zij n gekomen . Daarmee wil ik niet slIggc ren dat men in vroeger lijd geen tegenstellingen en confl icten zou hebben gekend, maar alleen dat die een ander karJkter droegen en
zich op een a nde re schaal voordeden. Daar komt bij dal de term 'stam ' wetenschappelijk onbruikbaar is en verschi ldenigrerende hijbetekeni ssen lende
heeft. Stammen immers horen in het primitieve Afrika thuis, zo denkt men. Als het over Europa gaat spreekt men va n volken . Heeft iemand ooit Serven en Kroaten als stammen horen aanduiden? Als plagerij-
24
Jasoll Mllgazil.e no. 3, june 1994
tje hehben Afrikaanse intellectuelen het dan ook wel eens over de Vlaams/\Vaalse stammentwisten. Overigens spreken Afrikanen zelf in de dagelijkse omgang mei elkaar vool1dure nd over stammen. Ant ropologen, vroeger heetten zij volkenkundigen; clt:skundigen op het ontk'J'ha vige terrein, wijzen het gebruik van de term stammen in Afrika af. Daarmee Inaken zij het zichzelf moeilijk want hoe zou je al die volken en volkjes op het continent ebn wel moeten noemen. Hel woord 'volk' dat ik zoju ist gebmikte heeft geen denigrerende bijklank maar het is al even vaag en evenmin sluitend Ie definiĂŤren als hel woord 'stam'. Dat is niet zozeer de schuld va n de antropologen alswel het gevolg va n de o mstandigheden dat Afrikanen zich op zoveel verschillende manieren georgan iseerd hadden dat er geen enkele term te vinden is die overal eenduidig van tocpassing zou kunnen zijn. Bij gehrek aan beter geef ik lOch maar de voorkeu r aan termen als volk en etnische groep. Er hestonden overigens wel notities over de groep waartoe men behoorde, m~lar zulke groepen hezaten soms wel soms nict een eigen teritoriulll , kenden wel of niet een gemeenschappelijke hoofdman, traden wel of niet als eenheden bij co n ~ nieten op, voerden wel of niet gemeenschappelijke ritu elen op. liet kwam voor dat over grote gebieden een zekere eenheid aanwezig was van taal en cultuur maar niemand wist waar de grenzen va n zo'n gebied lagen. Er deden zich groepsgewijze con fli cten voor, maar dm betrof fncestentijds kleine gebieden en de aard en de omvang va n die groepen kon sterk versch i Ilen ,
De kololliale lijd ell daarlla \Vat gebt:u rdc er nu in de koloniale tijd met ~II die onduiddijke vaag omschreven groepjes Illensen die Illen wilde gaan besturen en trouwens ook gaa n besIUderen? In de Engc l ~e koloniĂŤn klonk al gauw de kreet: 'Find l he chief1'. Dat wil zeggen men ging op zoek naar ch iefs, hoofdmannen (chd~ zeiden de Fransen en Belgen). Die moesten aan het hoofd sta~lIl van goed afgeh~lke ncle , duidelijk omsch reven eenheden aan wie men onder toezicht van de koloniale overheersers het bestuur kon toeveltrouwen. Dat was de befaamde indirect rule die het mogelijk llla~lkte om met gebruikmaking van de native authorities of chefs traditionc1s, immense gehieden te besturen met een minimum aan dure Europese bestuursambtenaren. Een en ander vereiste wel dal men wist w ie wat was, en wie de haas zou spelen. In ved gevallen kon men hdemaal geen hoofden vinde n en dic werden dan maar ingevoerd. Dat hield weer in tb l men overal etiketten ging opplakken en in identiteitska~lIten vastleggen, Zo makten cle lbo, de Yoruba, de Bakllba , de Bantu Kavirondo en noem maar op hekend, Er ontstonden zelfs grocpen zoa ls de Bangab in het vroegere Belgisch Congo die waren samengesteld uil een verzame ling kleine restgroepcn die zich uit ze ln:>ehoud verenigden in groepen van grotere omvang, Antropologen deden aan die etiketlenrage mee, Zij schre ve n over de Nuer, cic Ngoni en de Ashanti in boeken die de indruk wekten dat het ging om duidelijk aanwijsba re groepen met een duidelijke idcntilcil. Nu, achtera f realiseer je je pas hoezeer de auleurs zich moeite hebben moeten geven om de eenheid te 0111-
schrijve n waar ze zich in hun o nderzoek mee hadden beziggehouden. Soms moesten ze ze lfs een stamnaam verzinnen . Op basis van dit soort materiaa l werden kaarten o ntworpen die het gehele continen! in stamgebieden o pdeelden met scherp o mlijnde grenzen . De etnogrdfischc werkelijkheid werd soms zover geweld aangedaan dat groepen als s t ~tmm e n werden aangeduid, zoals de Azand e (Zaïre en Sudan ) die in reite genoemd waren naar ecn heersend vorstengeslacht dat op verschillende plaatsen kleine rijkjes had gesticht met als onderdanen allerlei kleine etnischc groepen . Die werden nu echter onder één etiket samengevoegd . Deze manier van ha ndelen en den ken ligt ten grondslag aan wa t men wel noemt de stam als een ko lo niale const ructi e. !-Iel resultaat va n de o ntwikkeling is dat de 'stammen' van nu een veel grotere om va ng hehben dan de sociale eenheden va n vroeger. Wanneer ze nu dus in con fl icten ve rwikkeld raken zijn het connicten va n een veel grotere omV~tng dan vroeger. Aan de ernst van die co nflicten dl.lagt bij dat er overal in Afrika in de kolo niale tijd staten werden ingericht die heel duidelijk een westerse signatuur droegen en waarbinnen groepen binnen één polit iek ve rband we rden opgesloten . Vroege r was het zo dal de mensen in een betrekke lijk isolement leefden en als het wa re hun eigen gang gingen. Dit was zelfs in de pre-ko loniale staten het geva l waar de dagelijkse bemoeienis van de overheid met cic o nderdanen in verhouding tot moderne staten gering was. In de koloni~lle lijd we rd en groepen va n totaa l verschi llende aard o nder een centraal gezag werden gehracht en bovendien werden ze gedwongen tol competitie o m schaarse hronnen zoa ls hanen, machtsposities en econo mi sche middelen. Er o ntsto nd dus een mach tsstrijd tussen diverse sociale groepen in de s:J menleving waarhij politici graag een beroep deden o p echte en ve ronderstelde etnische loya liteiten. Dit leidde tot ve rharding va n de etnische relaties met een sterke neiging de eigen idenliteit bovenm:uig te beklemtonen . De reacti e va n de meeste successor states - dat wil zeggen de o nafhankelijke sw ten die optraden als opvolgers v.ln de ko lo niale staten - was a~tnva nk e li j k hel negeren of onderdrukken van wat de-
Iligrerend tribalisme (va n tril:>e of tribu-stam) genoemd werd. Dat tribalisme werd gezien als een voo rtzetting va n de verdeel- en heerspolitiek van de ko lo niale heersers en werd geacht anJreuk te doen a:1I1 de na tiona le eenheid . Dat was een begrijpelijke reactie d ie overigens ten dele werd ingegeven door de vrees dat zich verwaarloosd voelende etnische minderheden in o pstand zouden komen tegen de do minante etni sche groep die in vcle nieuwe staten de macht in handen had gekregen. Een probleem wa s zoiets aa n te wijzen als een algemeen Afrikaans cultuurgoed, Arri ca nité, dat de etnische verdeeldheid ko n overstijgen. De neiging dus om het Afrikaans eigene te bek lemtonen kwam in fei te neer o p hel tone n van de eigen geschiedenis en de eigen cultuur van de onderscheiden volkeren bin nen de staat. liet l ij bleek niet te keren en men zag overal het bevest igen en beklemtonen va n het locale cultuureigene met de daarmee gepaard gaande tegenstellingen en conflicten die soms in geweldsexplosies resulteerden.
De etuische conflicten iu Rwauda eu BUrlmdi Wat kunnen we nu, als we aan dit alles denken. zeggen over de gruwelijke slachtpartijen die zich in Rwa neb en Burund i hebben voorgedaan of zich nog voordoen? Gemakkelijk is een antwoord niet va nwege de I:mge geschiedenis die aan de gebeurtenissen is voorafgegaan ll1 ~t a r voor.:! I ook door de meningsverschillen d ie er altijd over de aard va n de gecompliceerde relatie tu ssen Tutsi en I l uw besta ::tn . Een volgende vraag rijst clan ook: gaat het hier nu om etnische tegenstellingen en stammentwisten zoa ls men ze in de pers vaak noemt en hoe ve rhouden d ie zich tot wat elders in Arrika gebelllt? Voorafgaand aan een reactie o p deze vragen w il ik zegge n dat het geval va n Rwanda en Burundi aantoont welk een specifiek karakter de prob lemen in Afrika kun nen aannemen en ebt de genera liseringen die ik in het begin van deze tekst ten beste ga f in elk afzonderli jk geva l een heel eigen invulling krijgen. Die spanning tu ssen generalisering en eigenheid hlijkt ook als men naar Rwanda en Burundi ki jkt. !-Iet zijn twee landen die men heel gemakkelijk in één adem noemt al was het maar vanwege het reit dan heiden deel hebben ui tgemaakt va n het Belgisch mandaatsgebied Ruanda Urundi , ex-ko ninkrijken zijn en beiden de tegenstelling Tutsi-Huw kennen . Tegelijkertijd zijn er grole ve rschillen die
door de mensen zelf als zodanig ervaren worden . Het wekt bij Rwa ndezen en Burundi dan ook vee l ergernis o p als Europeanen hen weer voor de zovee lste keer over één kam scheren. Bu rundi werd in de k olon iale tijcl algemeen gezien als het armzalige broertje dat kaaltjes afstak bij Rwa nda waar alles zoveel mooier en l:>eter was: het ko ninkrijk was luisterri jker, de Tutsi waren er langer, het bnghoornig vee was er mooier. Alles in Burundi werd argemeten aan de maatstaf Rwan-
da. Een goed voorbeeld va n hoc o nterecht d ie gelijkstelling is vinden we in de stereotype tegenstelling T utsVllutu . In Rwanda was die tegenstelling , afgezien va n de aanwezigheid van een kleine minderheid p ygmoïde 1'W<l, inderdaad heel duidelijk aanwezig. De situa tie in Burundi was vee l ingewikkelder. Zo bestond er een o mva ngrijke groep leden va n dc k o ningsf~lInili e , de Ganwa, die alle topfuncties ve rvulden en de feitelijke macht in het land uitoe fenden. \Xfel werden zijn daarbij gestcund door de Tu tsi va n wic sommige families door huwelijksrdat ies met ci c koning en de prinsen en prinsessen ve rho nden wa ren. Daar moct ik aan toevocgen dat de Tutsi uit twee groepen bestonden: één die men zou kunnen aanduiden als dc adellijke or aristocra tische Tutsi en één , die va n de Tu ts i-Il im::t , die als onrein werden beschouwd maar a ls zee r bekwame veeielers golden. Ook de llu tl! waren intern verdeeld al naar gelang het aan zien va n de ve rschillende clans. Zo waren er bepaalde Iluwcla ns waa tva n de leden hoge rituel e fun cties velv ulden en andere cbns die aan het koninklijke hof met zee r nederig werk waren helast zoa ls het ve r z~l ll1 e l e n van dl' uitwerpselen van de koeien van de ko ning. Een vmag die tot o p de Imidige dag geen definitief antwoord heeft gekregen, is hoe men nu Tutsi en I lutu als sociale groepen moet zien. Men heeft ze in de loop der jaren met een grote verscheick:nheid van termen :tangeduid; rassen, stammen , kbssen , standen , sociale ca tegorieën o r etnische groepen . Geen va n die termen is volledig bevrt:d igend , ook al omda t het kar::tkter van de ve rh ouding tu ssen beide groepen zich sinds het begi n va n de koloniale tijd sleeds heeft gewijzigd. Stamm en waren het in geen geval want het waren geen groepen met een eigen taal. cu ltuur en woongebied . Tut si en Hutu leven door elkaar heen en delen dezelfde ta~ll en cultuur. \Xtc! is het waa r dat cr zich aan het hor V:l n dt: ko ningen een hesch~lafde
J€' .iOll ~la8azille
no. 3, Ju ne 1994
25
leefstijl en een beschaafd taalgebmik hadden o ntwikkeld zoda t men de Ganwa en de Tutsi ook als een aristocratie o r adel kan zien. Zelf voe l ik er hel meeste voor o m voor de situatie in hel verleden de term standen te gebruiken en voor de tegenwoordige tijd va n etnische groepen te spreken. Deze discussie komt misschien over als een loze woordenkwestie, maar men moet zich rea liseren dat racisme en discriminatie zich aan woorden hechten . Daarom moet een ve rkeerd woordgebruik met kra cht bestreden worden.
De koloniale lijd Toen de Duitse en later de Belgische kolonisatoren beide landen hetraden wcrden zij getroffen door en kele opvallende ve rschijnselen en hel met rijk ritueel omgeven koningschap , de grote fysieke ve rschillen lussen de mensen (lange Tutsi vs. korte Hutu , naast de zeer kleine Twa), hel fmaie langhoornige vee. Onder de indruk va n een cn ander werd een bep;lalde theorie ontwikkeld die bekend werd als de llamietcn -theorie. Deze kwam erop neer dat de Tutsi, afstammelingen van Cham zouden zijn, oorspronkelijk afkomstig ergens uit Noord-Afrika (Egypte, Elhiopië, Somalië?) en als geboren heersers de meer naar hel Zuide n levende Hutu aa n zich o nderworpen zouden hebben . De TUlSi wa ren de statenstichters en degenen die het langhoornige vee in hel gebied hadden ingevoerd. Zij vest igden hun macht o nder meer door het uitlenen van vee aan de I-luw die als hun cliënten verplicht wa ren tOL het verrichte n va n tegenprestaties in de vorm van .a rbeid, en het leveren va n landbou w producten en bi er. We weten nu da t cl e Hutu al heel lang veeteelt k enden en dat allerlei elementen in het koningsschap o p de oude Hutu-cultuur terug te voeren zijn . Rond cle Hamieten-theorie o ntsto nden allerlei stereotype voorstellingen met veronacbtza ming va n bet fei t dat de meeste Tutsi even arm en o nmachtig waren als de meeste Huwen dat er ook kl eine Tutsi en lange Hutu waren. De Tutsi werden voorgesteld als naluurlijke heersers en echte aristocraten. Zij we rden bewonderd va nwege hun statige en bescbaafde manier van optreden die gecontrdsteerd werd met het meer gemoedelijke, !naar boerse optreden van de I-Iutu . Vanuit die gedachtengang lag het voor de hand dat de Belgen bij hun bestu ursvoering vooral gebruik gingen maken va n de Tutsi die o nder hun pamplu de beste opl eidingen kregen en de hoge
26
Jason Magazine no. 3, June 1994
posten gingen bekleden . Dit ging wel gepaard mer een door de invloedri jke R.K. M issie gesteunde po liti ~k die gericht was o p hel afschaffen van de o ude 'heidense' ko ningsritu elen o mdat die in strijd waren met het Ch ri s l ~ndom en de beschaving, onder andere va n wege de mensenoffers en onzedeljk geachte praktijken die zij meebrachten. Het gevo lg was dat de machtspositie van de traditi onele vorsten en hoofden werd ve rsterkt maar hun legitimiteit die berustt e o p hun sacrale funclÎl:s verzwa kt.
denten, bij herhaling zelfs met moordpal1ijen o p grote schaal. Telkens had dat een uittocht van vl uchtelingen tot gevolg, hetzij va n Ilutu uit Burundi of va n Tutsi uit Rwanda. Hoewel er met name in Rwanda tijden zijn geweest dat men ko n hopen o p verzoening en totstandkoming va n een democratisch bewind en er in 1987 een president aantmd die de goede weg insloeg, kregen uiteindelijk dictato riale tendenzen en radica lc neigingen de overhand .
Pogillgell tol verklaring Dit laatste is een van de redenen waaro m de trad itio neel-Afrikaanse politieke stelsels, of wat daalV'an is overgebleven na de onaOl ankelijkheid va n beide landen in 1962 zo snel afgeschaft konden word en. Een andere reden was dat de Belgen o ndanks hun aan vankelijke bevoordeling van de elites der Ganw<t en Tutsi tevens bepaalde democratische ideeën introduceerden. Dit leidde ertoe dat ook Hutu een zeke re opleiding gingen genieten en soms op bestuurlijke en kerkelijke p laatsen va n enig belang een ze kere macht in handen kregen. Bovendien we rd en legen het einde van het mandaatsbewind van de I3dgen ve rkiezingen georganiseerd die nog weer eens het democmtisch gedachtengoed onder de aandacht van de mensen br.:lcllten en dc illusie konden we kken dat het met de Tutsi-dominantie afgelopen zou zijn. Er omsto nd zo geleidelijk aan een kleine Hutu-elite voor een belangrijk deel gerecruteerd uit ex-seminaristen en R.K.priesters.
N a de o71ajbankelijkheid Ro nd en na de onafhankelijkheid in 1962 g ingen Rwanda en Burundi ieder hun eigen weg. In Bumndi we rd de strijd aanva nkelijk nog gevoerd volgens de scheidslijnen die voor een deel nog uit oude tijden stamden, namclijk die russen de di ve rse facties binn en het oude koningsgeslacht. Maar al in 1966 werd cle monarchie afgeschaft en werden de Ganwa uil hun machtspositie gezet. Dit was een revolutie waalV'an alleen het leger, voornamelijk bestaande uit Tutsi, profiteerde. Uit dat midden trad de eerste president va n Burundi aan , kapilein Micomocro, een Tutsi-I lima . In Rwanda gi ng het anders. Daar grepen de Il utu naar de macht al voordat de Belgen vertrokken wa ren. Ook daar werd de mo narchie afgeschaft en werden de TUISi-vol kshoofdcn uil hun ambt gezet. In beide landen gingen de ontw ikkelingen gepaard met b loedige inci-
Het is ze ker een simplificatie te zeggen dat alle con fli cten en tegenstellingen in Bunllldi en Rwanda teru g zijn te voeren op de ve rh ouding Tut si-Hutu . Toch kan men cr niet onder uit te erkennen dar dit altijd hel dominante probleem is geweest in de politiek van beide landcn in de periode na de o naOla nkelijkheid . Ook als het feitelijk o m andere dingen gaa t worden cón flicten loch altijd in de term en Tutsi/Hutu vertaald. In grote trekken worden voor de tegenstelling drie SOOl1en ve rkl aringen aangevoerd . De ene ve rklaring wil dat het connict er een is va n de oude tegenstelling tussen onderdllJkkers en onderdrukten, en van een atavistische haa t van de laa tsten ten opzichte va n de eersten die nu tot een uitbarsting is gekomen. De ander verkl aring gaat er va n uit dat Tutsi en Hutu vroege r weliswaar in een soort feodale ve rhoud ing va n ongelijkheid leefden maa r dat hel niet om een o nderdrukk end bewind gi ng. De Belg ische antropo loog Maquet spmk in dat verba nd van een door alle leden va n de samenleving gedeelde premisse va n o ngelijkheid . Na dc komst va n de Belgen werd hel geloof in de premisse ondermijnd en we rd en de mensen zich bewu st va n de ongelijke verhoudingen waaronder zij leefden. De derde ve rklaring die voo ral onder Afrik;lanse in tellectuelen leeft, is dat de tegenstelling Tutsi/Hutu door de blanken , mct name door de Belgen , in het leven is geroepen. Vroeger kenmerkte de rela ti e Tutsi/ Hutu zich volgens hen vooral door symbiose. Beide bevolkingsgroepen vulden elkaar aan . Ook de Hutu namen posilies in van aanzien en macht. H et zijn de Belgen geweest, aldus deze ve rkl aring , in het bestuur zowe l als in de R.K .Missie die de twee groepen tegen elkaar hebben opgezet, al was het alleen maar door de macht va n de Tutsi te versterken . Al deze drie verkJaringen kennen hun varia nten en nuances en bevallen soms
gemeenschappelijke elementen . Een volledige en afd oende verklaring echter kan niemand geven, voolo<1 l omdat niemand precies weet hoe de verho udingen in de pre-ko lo niale tijd precies lagen. Zelf denk ik dat het Tutsi-bewind in Rwanda en het Ganwaf futsi-bewind in Burundi hard waren en de mensen fors , zij het nicl bovenmate belastt en, maa r dal in beide gevallen het regi me als een vaststaand , haast nalu urlijk gegeven aanvaa rd we rd . Men kende geen altcrnali er. De ko lonisat oren hebben Tutsi en Hutu niet moedw illig tegen elkaar o pgezet maar hun politiek heeft althans in het begin we l de Gan wa en de Tutsi boven de Hutu bevoordeeld en zij hebben een bewustword ingsproces in w erking gesrcle!. Ook hebben zij de grenze n en daarmee de tegenstelli ngen tussen beide bevo lkingsgroepen aangescherpt . \'<'as vroege r de relatie Tutsi/Hutu die va n een sociale tegenstelling, in de koloniale tijd kreeg zij raciale b ijk lan ken. Het poli-
tieke bed rijf werd steeds meer een nationale zaa k . liet traditionele blikveld va n de meeste Hutu beperk te zich tot de plaa tselijke arena, de moderne tijd o pende hel perspectief om ook o p natio naa l ni veau iets te k unnen betekenen. De recente ve rschrikkelijke gebeurtenissen duiden ero p dm de haat en de angst b ij de mensen veel dieper hebben gezeten dan w ij ooit bevroed hebbe n. de geschiedenis van Rw anda en Burundi is er dan ook vooral een van onmacht en o nkunde. Blijkbaar is niemand {X)it in staat geweest de wa re aard van de verho uding lussen beide groepen en dc o nt w ikkelingen daarin te onderkennen. Er is al evenrllin iemand die weet hoc het nu ve rder m(x:l. \'(1estcrse landen kunnen we inig anders doen dan naasl het bieden van huma nitaire hulp, cle aanwezige positieve k rachten te steunen , die zich naar men mag ho pen in Ihv~lI1 d a en Bumndi wee r zu llen doen gelden. De uiteindelijke o plossing moct in de be-
trok ke n la nden zelf gevonden worden . liet za l lang duren voor hel zove r is. • A.A. n Oll whorst (928) ;s em i'iltlS hoog-
leraar il/ de sociale a ntropologie aa n de K. UNijmegen . Hij sllldeerde Illdologie aalJ de Rijksulliversiteit Leideu INlar bij promolIeerde op bet proej"cbriJ~ Vee als oorm van njkdom in Oost-Aj,iktl. Hij was acbtereenuolgens l'erlJOlIdeu aCI11 bet Katbolieke Sociaal KerJ..,>elijk Institlilit te Deu /laag ( /951-52), als consertla tor van de ajdeling Afiika L'all bet Rijksmuseum /JOO l' VolkenklInde Ie LeidelI ( /952-60), a ls a." islelil -professor cum de Ull itJersifé de MUlltréal il/ Canada ( 1960-64) en als lector aall de Katholieke Ulliversiteit Ie Nijmegell ell de Kalbolieke /logesebool ;11 Tilburg ( 1964-69) ell werd in /970 benoemd tol Hij is boogleraa r ;11 Nijmegen. mome flleel voorz iller l J(I1i de landelijke Afiika \fIerkRemeellscbap. Zijll publicaties liggell voor bel merelldeel op bet len r.dll van de polit ieke tI1111YJjJOlogie, in bel bijzonder (I" " BU rllll t!i eH Aceh (llIdonesië) en de geschieden is llW l de etbJlografie.
]asoll M agazille
no. 3, j une 1994
27
De onwil van de EG- en NAVO-lidstaten Drs Henk Spenkelink
De oorlog ;'1 het vroegere
Voorgeschiedenis
Joegoslavië houdt de gemoederen bezig. De ontwikkelingen rond Sarajewo, Gorazde en a'ldere Bosnische steden en dorpelI brengen echter ook de onmacht va'l de EG en NA VO te voorschij'L Henk Spenkelink geeft hierbij de relaties aan tussen orlwil en onmacht van de respectievelijke lidstaten.
In de aa nloop n aa r de oorlog in het voormalige Joegoslavië zijn een aa ntal ontwikkelingen te du iden die bijgedragen hebben aan de esca latie van het con fli ct. In 1986 schreven een aa11lal Servische intellectuelen een memorandum waarin ondermeer gesteld werd dal de Serviërs in Kroatië en in Kosovo bedreigd zo uden wo rd en en Servië in j oegoslavië economisch achtergesteld werd. Daarom zouden de Selviërs zich moeten verdedigen tegen de vija nden die hen o mringden.
l iet conflict in het voormalige Joegoslavië heeft vele slachtoffers geëist: doelen, gewonden en vluchtelingen. Verschi llende sleden en dorpen zijn to taal verwoest , mensen zijn uil hun hui ze n ve rdreven. De haat en de (x>r! og hebben hele gemeenschappen ve rni etigd. D e extrecm -n:Hionalisten legitimeren hun aclies mede mei een ve rw ij zing naar het verteden. terwijl ze hel ve rl eden va n hUil tege nstanders proberen uil te wissen. Ze nemen alvast een V{xJfscho l o p de toekomst: 'etnisch gezuiverde' gehieden en de ve rnietiging va ll dc to lera nte en democratische samenleving. In 1990 hebben de deelnemende sta l en va n de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking (CVSE) een aantal democratische principes aangenomen. Deze kwamen in de euforie na hel einde va n de Koude Oorlog tol stand. De discussies over een Europese veiligheidssLructuur verstomden toen het conflict in het voonllalige joegosla vië cSGl1 ecrde. De verschillende orga nisa ti es (EG, CVSE, NAVO) zagen zich gedwongen 0111 naar o pl ossingen te zoe ken. In hoeverre zijn deze orga nisalies bereid en in staat geweest een bijdrage te leveren aan een oplossing van het conflict in het voom13 lige Joegoslavië?
28
JasonMagazine no. 3, June 1994
De kWt:M ic-Kusuvu gehruik te Milost.'vic o m zijn positie te verste rk en en in 1986 w ist hij de leider va n de communistische partij Ie worden. In deze positie wakke rde Milosevic het Servische nationa lisme a~11l door de Albanezen in Kosovo te beschuldigen van separati sme. In 1989 o ntnam hij, door m k klel V~1I1 ingrepen in de co n ~ti tut ie, Kosovo en Vojvodi na de 3Utonome statu s en verwi jderd t.: hij zi jn o ppon~nten binn en de par1ij (de 'antibun:aucrat ische revolutie') waarmee Servië haar posit ie in de Joegoslavische federatie ve rsterk te. Voora l Kromië en Slovenië voe lden zich door het Servische hegemonia le streven hedreigd en wa ren steeds minder bereid hun relatieve rijkdom met de andere republi eken tc delen . Mede als gevolg hielv an kwamen in Kro:uië en Slovenië ontstonden nationali ~ ti sc h e bcwegi ngen die n~lar onanlankelijkhe id streefden.
Oorlog ;'1 Kroatië ell Bosllië-Herzegovi'la In au gustus 1990 brak de oorlog in Kroatië uit: dc Sen ' iërs verzetten zich met geweid en met steun va n het joegoslavische Volksleger tegen de Kruat ische maatregelen . Er was sprake V~1Jl een opleving van het Kroatisch nationali sme. Het beleid va n Tudjman
hield on voldoende rekening met de wen sen va n de Serviërs in Kroatië. De gebil.:<.lcn met een grote Servisc he minderh eid witden meer auto nom ie en geen afscheiding va n de federat ie. O p 25 juni 199 1 verklaarden Kroatië en Slovenië zich o natllankelijk. Vervolgens intervenieerde het joegoslavisch leger in Slovenië om de grensoverga ngen met Oostenrijk en Italië weer onder controle van de federal e regering te b rengen. De Slovenen verzetten zich tegen de inmenging van het federale leger en o p 18 juli besloot de rege ring in Udgrado dat de troepen zic h binnen drie maanden zouden teru gtrekken . D at was tevens het einde va n joegoslavië. Tegdijkel1ijcl veroverden de Serviërs grote delen va n Kroatië ( uiteindelijk ve rloo r het de zeggenschap QVl.:r eenderde van haar grondgebied). De veroveringe n en plunderingen \Verden tot staa n geh r.:lCht door het verzet van de Kroate n. De VN-gezan t Cyrus V~lIlce ontwikkelde een v redespl~1Il en in het v(X) rj =I ~lr va n 1992 gingen de Selviërs en de Kroaten akkoord met dc stationer ing van 14.000 VN-solda ten om de wapenstitstand in de cris isgehieden te bew~l k en. Voor de Serviërs was het plan v(x)rdclig o mdat het de sl~Hus quo bevestigde en de Kroa ten verwachtten dat de VN-trocpe n slechts tijd elijk aa nwezig zouden zijn . l iet lukte de VN niet dc Serviërs te on twa penen en de 'e tnische zuive ringen ' gingen door. Op 29 februari en 1 mamt 1992 werd in Uosnii.:-Hcrzegov ina t.::en referendum over de onafllankelijkheid gehouden; de meerderheid van de bevolking stemde voo r. De l3osnischl.: Serv iërs namen een eigen grondwet aa n en proclameerden een Selv ische Republiek in Bosnië-Ilerzegovina. In april erkenden de VS en de EG de republiek Bosnië-Ilt.:: rzegovi na .
Persconferentie Worne r o ver NAVO-ultimatum Gorazde De Servii::fs en Kroaten in Bosnië-Ilerzegavina I-x:gonnen besprekingen om de republiek op te delen. Met dc hulp van uiL Kroatië overgeplaatste federale een-
heden streefden de Serviërs
ern~wr
zo-
vee l mogelijk grondgebied te verove ren en voe rden ze 'etnische zuive ringen' UiL
In de zo mer van 1992 we rd beke nd dal de Scrvit.:: fs in cleu::ntiekampen gevangenen martelden en vermoordden. Ook cle KroalCl1 lukte hel om grote delen van Bosnië-I lerzcgovina te verovere n en riepen de autonome regio Herzeg-Bosna
uit.
De rol van de Europese Gem eenschap De EG had wein ig belangstelling voor
dc ontwikkelingen voo ra fgaande aan het conflict in hel voorma lige Joegosla vië. Op hel moment dal Miloscvic cle auto nomie van Kosovo en Vojvodina introk had de EG dc federale regering va n Joegoslavië hierop kunnen aanspreken; Joegoslavië was ge~l ssocieerd met de EG. Aanvankelijk was het EG-beleid er op gericht de Joegoslavische Federatie in stand te ho uden , hoewel te laai ingezien werd dat de bemoeienissen van de EG achterhaald wa ren. ada t hel con nicl in Sloven ië was uitgebroken bemiddelde de Europese Gcmeenschap en trad een 'staakt-het-vuren ' (akkoord van Brioni) in werk ing. Het co nnict ve rpl aa tste zich echter naar Kroatië. Vervolgens kwamen via bemiddeling van de EG ve rschillende wapenstilstanden tot stand die steeds weer werden geschonden. De EG en de VN ko ndigden achtereenvolgens een wapenembargo tegen geheel Joegoslavië af en in november 199 1 besloot de EG economische sancti es tegen Servië en Montenegro uit te vaardigen. lliermee was
Selvië als de agressor bestempeld en zag Kroatië deze l">eleids- wijziging als een ondersteuning voor haa r l">e leid. De EG had het uitgangspunt de federatie in stand Ie houden ve rlaten. Inmiddels had Duitsland binnen de EG ervoor gepleit Slovenië en Kro~lIië te erkennen. De andere EG-l idstaten wa ren tegen; ook cic VS en de secretaris-generaal van de VN waarsc hllwden cbt erkenning tot een escala ti e va n het connicl kon leiden en zich naar Bosnië-I-Ierzegovina zou uitbreiden. Duitsland hield zich niet aan de afspraak binnen de EG dat de beide republieken pas in januari 1992 onder voorwaarde n erkend konden wo rden en ging eenzijd ig tOt erkenning over. De EG stelde dat de naar onafhankelijkheid strevende republieken aan de CVSE-voorwaarden (o.a. mensenrechten en afzien van geweld) moeslen voldoen. l3egin 1992 werden Kroat ië en Slovenië doo r alle lidstaten van de EG erkend, hoewel Kroa tië niet aan de voorwaarde wat hetreft de n.x:hten van de minderheden voldeed.
ferentie over hct connict belegd. Ilier we rden een aantal uitgangspul1len geformuleerd: het behoud van de territ o ri ale integriteit van Bosnië-I h.:rzegovi na, de zware wapens onder VN ~ lOczicht brengen, de dClcl1lickampen sluiten en de geva ngenen bevrijden, een einde maken aan de 'etni sche zuiveringen' en de terugk eer va n de vl uchtelingen mogelijk maken. De IXll1 ijen stemden hiermee in, maar ve rvo lgens gi ng de strijd door. Het on tbrak aan de noodzakelijke effectieve mechanismen om de overeenkomst te implementeren en af te dwingen. De besprekingen tussen de Serviërs, de Kroaten en de Bosnische regering leverden geen resultaa t op.
Het inconsistente beleid en ongecoördineerde optreden van de EG versnelde de ontbinding va n Joegoslavië. Servië versterkte de positie binnen de Joegoslavische federatie waardoor de meerderheid van de bevolking in Bosnië-Herzegovina , tegen de w il van de extremistische Bosnische Serviërs, voo r onanl ank elijkheid koos en het con nict zich naar deze republiek ve rpla atste. De EG ging niet in op de verzoeke n va n de Bosnische regering om de territo riale integrite it te beschermen.
Ve rvolgens stelden de bemiddelaars Vance en Qwen een vredesplan op en legden dil voor aan de strijdende IX1I1ijen. Het plan behclsde een opdeling va n Bosnië-Herzegovina in 10 provincies. De Serviërs, Kroaten en de moslims zouden elk 3 provincies krijgen; het gebied rond Sarajevo zou gezamen lijk beslUurd worden. Hoewel het plan voorzag in een etnische opdeling va n Bosnië-Herzegovina , zou dc sl:ll<:l ijke eenheid behouden worden. liet was duidelijk dat de uitgangspunten va n de Londen-conferentie verlaten waren . I-Iet plan betekende echler een hcloning van territoriale veroveringen en aa nvaardi ng van etniciteit als criterium voor het opdelen van grondgebied. De NAVO wi lde alleen meewerken aan de uitvoering van het plan als alle paJ1ijen bereid waren het te aanvaarden. Het plan werd echter door de Serviërs en de 130snische regering afgewezen.
joegoslavië-co,iferellties
NAVO-betrokkellhe id
In augustus 1992 werd in Londen onder auspiciën va n dc EG en de VN een con-
In april 1993 scherpt e de Veiligheidsraad de economische sancties tegen Servië en
]ason Magllz ille
11 0.
3, JUIlC 1994
29
Montenegro aan nadat dc SClviërs het Vance ~ Owe nplan hadden afgekeurd ; ook de door Serviërs bezette gebieden in Kroatië en Bosnië-Herzegovina va llen hieronder. De NAVO besloot om op de naleving van het embargo toe te zien en een totale zeeblokkade van klein~Joego slavië af te dwingen (sinds augustus 1992 werk len de NAVO cn de \XfE U op dit gebied samen). Tevens was de NAVO bere id de door de Veiligheidsraad inge~ stelde no~Jly zone boven Bosnië~Herze govina af te dwingen. In apri l 1993 brachten de Ve renigde Staten , Husland, Engeland, Frankrijk en Spanje in \Vashington een overeenkomst tot stand, waa rin o ndermeer afgesproken we rd 6 'veilige zones' (Sarejevo, Bihac, Srebrenica , Gorazde, Tuzla en Zepa) in te richten. Daall1aast bevaHe het akkoord vele pUlllen die een herbevestiging van eerder gemaak tc afspraken waren (o.a. handhaven vliegverbod boven Bosnië, humanitaire hulpverlening , afdwingen va n afgeko ndigde sancties). Er werden 2 redenen voor de inrichting va n de 'veilige zones' genoemd: beschenning bi eden aa n de bevolking en het Va nce-Owenplan nieuw leven inblazen. H et plan o m de 've ilige zo nes' te beschermen we rd door de Veiligheidsraad bevestigd (resoluties 824 en 836). De Bosnische regering verwierp het plan omdat het niet zou leiden tot het herstel van de soevereiniteit en de status quo bevestigde. liet zou de Servische en Kroatische agressie legitimeren. Engeland, Frankrijk en Spanje werkten aan de totsta ndkoming van dit plan mee zonde r de overige EG -lidstaten te informeren o f te consulte ren. De NAVO-lidstaten stemden in principe in met het plan. Verschillende landen ( Duitsland , Turkije en Nederland) hadden bezwaren omdat de moslims te weinig perspectief op een oplossing werd geboden. De NAVO dreigde met luchtaanvallen als de VN-troepen bedreigd zouden worden of Sarejevo van de huma nitaire hulpverlening ve rstoken zou blijven. Het betekende cchter geen direae inmenging in hel conflict en geen aClieve beveiliging van de bevolking als de Selvië rs de enclaves zouclen beschiclen .
De gevechten gaan door In de zo mer van 1993 namen Owen en Stoltenberg (de opvolger van Vance) het voorstel van Milosevic en Tudjman over in Bosnië-Herzegov ina 3 autonome republieken tot stand te brengen (het Owen-Vanccplan was daarmee van de 30
jason Mag az ine no. 3, June 1994
baan). Alleen de Bosnische Selviërs waren het met dit plan eens; zij zoude n 52 procent van hel grondgebied krijgen. De Bosnische regering was legen omdat ze slechts 3 1 procent tocbedeeld kregen en hel toegewezen grondgebied verspreid lag. Tegelijkertijd namen de gevechten tussen de Kroaten en moslims in midden-Bosnië toe. Uiteindelijk stemde de Bosnische regering in met het p lan omda t cle moslims militair niet opgewassen waren tegen de Selv iërs en Kroaten. Ze stelden een aanta l voorwaarden (vorming van corridors en toegang tol de Adriatische Zee) maar de Serviërs en Kroaten weigerden concessies te doen. Zelfs als het plan door alle partijen aangenomen was , waren de NAVO-lidstaten zee r waarschijnlijk niet bereid geweest de vereiste 50.000 soldaten te sturen om het akkoord af te dwingen. Naast de besprekingen g ing de strijd op het slagveld door. Aan het eind van de zome r namen de gevechten rond ondermeer Mostar en Saïdjevo toe. In Krajina probeerden de Kroaten bezet gebied te heroveren. Kroat ië bekritiseerde de inefficiëntie van cle UNP ROFOR om het mandaat uit tc voere n. D e Veiligheidsraad ve rhood de Kroaten echter ve rd er te vechten. In november kwamen de lidstaten van de EU bijeen en lxxIen Servië een stapsgewijze opheffi ng va n de sancties aan als de meest dringende problemen bij de opdeling van Bosnië-Herzegovina en in Kroatië opgelost zouden worden. Ook deze verklaring had weinig effect op de Serviërs. In de wintermaanden beperkten de acties va n de VN-troepen zich voornamelijk tot de bescherming van cle humanitaire hulpverle ning. In sommige gebieden en steden was de situatie zeer slecht, mede omdat niet alle hulp de bevolking bereikte. Vooral de Selviërs blokkeerden regelmatig de voedse lko nvooien. Ze we rkten de V r ook tegen bij de aflossing van de Ca nadezen door de Nederlanders hij Srebrenica en bij de heropening va n het vliegveld bij Tuzla. In januari 1994 stelde Frankrijk voor om luchtaanvallen uit te voeren indien deze blokkades niet werden opgeheven. Engeland en BoutfOs Ghali verzetten zich tegen dit voorstel.
NA VO-ultimatum Nadat in rebruari b ij een granaatinslag op de markt van Sarajevo vele doden en gewonden waren gevallen besloot Bou·
tros Gha li dc NAVO om luchlStcun te vragen . I-lij verwees daarbij naar de Veiligheidsraad-resoluties 824 en 836 waarin besloten was tot de inrichting van 6 'veilige gebieden' ( waaronder Sarajevo). Dil was wel opmerkelijk omdat het niet de eerste keer was dat de 'veilige gebieden' beschoten waren. De ministers van Buitenlandse Za ken van de EU riepen de NAVO op de belegering met alle nood zake lijke middelen op Ie heffen. Op 9 februari slelde de NAVO een ultima tum aan de Bosnische Serviërs om binnen 10 dagen alle zware wapens in een straa l van 20 km rond Sarajevo terug tc trekken of onder VN-control e te brengen; ook de Bosnische regering moeSt haar zwa rc wapens o nder toezicht van de VN stellen. De NAVO zou luchtaa nvallen uitvoeren indien niet aan deze eisen werd voldaan (aan vanke lijk was Engeland tegen, Griekenland nam arstand van de verkla ring). Het ultimatum was vooral een politiek signaal; militair gezien was het onmogelijk alle zwa re wapens uit te schakelen . De Russische regering veroordeelde het NAVO-ultimatum en eiste een spoedzit· ting van de Veiligheidsraad. Husland waarschuwde voor ernstige gevolgen als er lu c hl~l:lnv:llien uitgevoerd zouden worden en ve rk barde dat de NAVO geen vo lmachten bezat om eenzijdig een ultimatum te stellen . Ze stuurde Russische VN-troepen naar Sarajevo om er op toe te zicn dat de Bosnische regering geen misbmik maakte va n de temgtrekking van de Servische wape ns. Tegelijkertijd probeerde ze de Serviërs over te halen haar zware wapens terug te trekk en en een eenzijdige wapenstilstand af Ie kondigen. Waarsch ijnlijk hebben de Russen de Serviërs te kennen gcgeven dat ze hen niet zoude n beschenncn tegen NAVO-aanvallen. Op 17 febmari besloot het Servische 'parlement ' in Pale de wapens tenlg te trekken en een paar dagen later verk laarde Boutros G hali dat het niet noclig was over te gaa n tot luchtaanvallen. Op 28 februari haalden NAVO-vliegtuigen 4 Servische bommenwerpers neer die hct vliegve rbod hadden geschonden. Rusland stemde in met deze aClie, In maart 1993 had de Veiligheidsraad (resolulie 816) dc NAVO gemachtigd het vliegve rbod met geweld af te dwingen.
Fed eratie in Bosnië-Herzegovina? In maart kwamen de Bosnische regering en Kroaten uil Bosnië-Herzegovina, on-
der druk van de Verenigde Staten, een voorlo pig akkoord overeen: een federatie in Bosnië-Herzegovina en een confedera tie tussen Bosnië en Kroatië. De grondwet zou voorzien in de vorming van een gedecentraliseerde staat in Bosnië-Herzegovi na, bestaande uil autonome kantons o p etn ische basis. Tevens slo ten de moslims en Kroa ten een wapenstilstand voor midden-Bosnië. H et is de vraag o f de Serviërs in Bosnië en Kroatië b ij dit proces betrokken w illen worden . Vervo lgens is, o nder leiding va n de Russische bemiddelaar Tsjoerki n, een staakt-het-vuren tussen Kroatië en de Servische republiek Krajina overeengeko men. Op 1 april is het mandaat va n de UNPROFOR in ex-j oegoslavië met 6 maanden ve rlengd. Er gaan 3700 extra VN-soldaten naar Bosnië. Begin april laaide de strijd rond Go r.ude o p ; de Serviërs beschoten Gora zde en drongen door de verdedigingslinies van de moslims heen. Het merkwaardige w as dat de VN-militairen de gevechten nogal bagalelliseerden ; UNPROFORcommandan t Hose deed de beschietingen af als 'niet bed reigend '. De moslims probeerden de w esterse betrokkenheid te vergroten en wezen het Servische voorstel een wapenstilstand te sluilen af. Op 10 en 11 april bo mbardeerden NAVO-vliegtuigen de oprukkende Servische troepen b ij Gorazde. D e luchtaanvallen werden op verzoek van Akashi ( VN-a fgezant) en Rose uitgevoerd . De Serviërs verbra ken alle banden met de VN en trokken Go ra zde bi nnen . O ok nu was Ru sland zeer kritisch over de NAVO -acties. Tevens veroo rdeelde Rusland de Servische besch ietingen en eiste dat de Serviërs zich zouden temgtrekken. De NAVO eiste in een ultimatu m de terugtrek king va n de Servische zware wape ns uit een geb ied van 20 km van het centmm van Gora zde en dat de Serv iërs zouden afzien van beschietingen van de andere 'veilige gebieden '. D e Ru ssische minister van Buitenlandse zaken , Kozyrev, ondersteunde de dreigementen . j elts in en Gra tsjov (m inister van D efensie) bekritiseerden het NA VO ultimatu m echter. Tegelijkertijd kwamen de Serviërs een algemeen staakt-het-vuren met de VN-afgezant Akashi ove reen. D e Bosnische Serviërs trokken zich tenlg en vo ldeden aan de voorwaarden van het ultimatum. Op de tcmgtocht richtten ze vele vernielingen aan. De VN, de VS, Rusland en de Europese Unie hebben besloten hun krachten te
bundelen om de vredesbesprekingen weer o p gang te brengen. D e vooruitzic hten op een snelle op lossing zijn, gezien de onderl inge verdeeldheid binnen de internatio nale gemeenschap en de Servische dubbelstrategie (vechten en o nderhandelen), slechL De VeiligheidsrJ.ad heeft toestemming gegeven voor het zenden van nog eens 6500 soldaten naar het voormalige Joegoslavië. In een aantal gebieden dreigt het con fli ct zich Uil te breiden. Zo nemen in Kosovo - een voornamelijk door Albanezen bewoo nde provincie in Servië - en in Macedo nië de spanningen toe. In Kosovo worden de Albanezen gewelddad ig onderdrukL De laatste maanden zijn allerle i po lit ieke processen tegen Albanezen gevoe rd ; verschillende politiek e activisten hebben jarenlange gevangeni sstra ffen gekregen . H et is onwa arschijnlijk dat Serv ië mee zal w erken aan het herstel va n de auto nome status van Kosovo. In Macedonië verslechtert de verho uding tussen de regering en de radi caliserende Al banezen en is de rela tie met Griek enland, door haar w eigering Macedonië te erkennen en een econo m ische bl o kkade in te stellen, geëscaleerd . Indien de spanningen in Kosovo en Macedo nië escal eren tot een gew elddadig conflict zullen Griekenland , Albanië, Turkije en Bulgarije ook bij dit confl ict betrokken ra ken. H et is daarom van groot belang internationale waarnemers naar Kosovo en vredestroepen naar Macedonië te sturen om dit te voorkomen .
Conclusies De gevolgen van de oorlog in het voormalige j oegoslavië zijn desastreus: economische vern ietiging, sociale en culturele armoede, toenemende haat tussen de bevo lkingsgroepen, een handhaving va n de autoritaire regimes en wein ig voo m itzicht op een democra tische o ntwikkeling. De oorlog is een precedent en de natio nalisten in Oost-Europa zouden in toenemende mate bereid kunn en zijn met geweld hun doel te bereiken . Di t o ndermij nt de stabiliteit in deze regio. De verkwanseling va n de democratische principes o nschendbaarheid van grenzen, geweIdverbod , bescherming mensenrechten kan voor geheel Europa fataal zijn I . Welke b ijdmge hebben de VN, de EU en de NAVO geleverd aan het vinden van een oplossing voor het conflict in het voonnalige j oegoslavië?
De vredesoperaties van de VN beperken zich niet langer tot het uitvoeren va n akkoorden o f het scheiden van de tegenstanders. D e taken zijn uitgebreid mei de afbakening van gren ze n, het beheren va n zwa re w apens en de garamie da t humanitaire hulp kan w o rd en geboden . De VN-opera ties hebben een dwingender karakter gekregen, waarvoor meer militaire en protectieve middelen nodig zijn. De VN doen dan ook steeds meer een beroep o p de NAVO. De EU zou, gelet o p het selecti ef leiderschap va n de VS na het einde van de Ko ude Oorlog, een belangrijke po litieke entiteit kunnen zijn om de stabili teit in Europa te waa rbo rgen. D e o mslachtige besluitvorm ing, het ontbrek en va n instrumenten voor crisisbeheersing en co nflictoplossing, het gebrek aan coördinat ie en de o nderlinge verdeeldheid hebben bijgedragen aan het fal en va n de EU met betrekking tot hel conOict in het voormalige j oegoslavië. Daarmee zijn ook de tek ortko m ingen va n het Verdrag van Maastriclll aan het licht gekomen . De EU w as op het gebied van het gezamenlijk buit enlands- en ve iligheidsbeleid on voldoende voorbereid o p het conflict in het voorm alige joegoslavië. De EU had ondermeer geen politiek antwoord o p het probleem va n het zelfbeschikkingsrecht. Na de stationering van de UNPROFO R in Kroatië verp laatste het co nfl ict zich naar Bosnië-Herzegow ina; de bemiddelingspogingen va n de EG en de VN ko nden dit niet voorko men. D e plannen va n respectievelijk Owen-Vance (opdeling van Bosnië in tien auto no me provincies) en Owen-Stohenberg hebben de vrede niet dichterbij gebracht, integendeel. De o nderhandelingen hebben ertoe geleid dat de gevechten tussen de verschillende partijen toenamen. Oo k begin 1994 p robeerden de strijdende partijen hun posities o p het slagveld te versterken o m tijdens de o nderhandelingen concess ies af te kunnen dwingen . Na het einde van de Koude O o rl og zijn de veiligheidsrisico's in Euro pa di ffu ser geworden . Vo lgens het Strategisch Concept va n de NAVO (eind 1991 aangenomen) behoren crisismanagement, peacekeeping en peacemaking tOl haar nieuwe taken . In december 1992 heeft de NAVO besloten dat ze bereid is vredesoperaties in VN-ve rband u it te voe ren. Dat wil zegge n dat de NA VO deze o peralies niet o p eigen in itiati ef, maar o p verzoek van de VN uitvoert; daarbij heb-
jason Magazine
no.
3, June 1994
31
ben de secretaris-generaal en de Veil igheidsraad de eindverantwoordelijkheid. Tijdens het conflict in het voormalige j oegoslavië heeft de rolve rdeling tussen de VN en de NAVO wat betreft de verantwoordelijk heden en taken (ru les of engagement) lot allerl ei problemen geleid O.a. over de besluitvorming al of niet tot NAVO-acties over te gaan. Volgens Boutros Ghali hoeft hij de Ve il igheidsraad alleen maar te informeren over de eerste NAVO-acties. Velvolgens kan de Veiligheidsraad hem terugroepen en de acties stopzeuen. Rusland heeft deze vers ie bekritiseerd en er op aangedrongen clat de Ve iligheidsraad over elke nieuwe actie dient te beslissen. Het vetorecht van bijvoorbeeld Rusland zou het optreden van de NAVO bij de beheersing van de regionale confl icten in Europa beperken . Sinds februari zijn de Hussen d irecter bij het conflict betrokken geraakt en hebben zich assertiever ten opzichte van de NAVO en het westen opgesteld. Vervolgens heeft Hus-
land een aantal voonvaarden gesteld aan de deelname van het Partnersh ip for Peacc-programma en zal proberen invloed uil te oefenen o p cle eventuele uitbreiding van de NAVO. Binnen de NAVO ligt cle nadruk op crisisbeheersing en niet op herstel van de status quo ante in het voorma lige joegoslavië. De traditionele instrumenten van de NAVO voor crisismanagement zijn te beperkt om hel contliet op te lossen. Hel onoverzichellijkc strijdve rl oop, het ontbreken van vitale strategische belangen en het fa len om duidelijke politieke doelen te fo rmuleren hebben er toe geleid dal de ro l van de NAVO zich voornamelijk beperkte tot cle ondersteuning van cle humanitaire hulpverlening. Zelfs dat is onvoldoende geweest om de meeste hulp op de p laats van bestemming te krijgen. De bereidheid van de NAVO-lidstaten om de gemaa kte afspraken effectief af te dwingen is gering geweest. Verschi llende landen w il len zich, gezien de ris ico's
en het ontbreken van directe belangen, niet vastl eggen up een grotere militaire betrokkenheid . Ondanks allerlei afgelegde verklaringen dat iets ondernomen zou worden, zijn de VN, de EU en de NAVO niet in sta at ge· weest een werkel ijke bijdrage te leveren aan de op lossi ng van het conflict in het voormalige Joegoslavië. Het fundamen· tele probleem binnen deze organisaties ligt bij de politieke onwil van versch illende \,vesterse landen de m iddelen be· schikbaar te stellen om cle overeengekomen afsp raken af te dwingen. _
IJrs. /-I.Spenkelillk heeft Politicologie gestudeerd aan de Katbolleke Universiteit Nijmegen. Tel.:'ells is bij lid van de werkgroep Vrede en Veiligheid van Groen Links en heeft gepuhliceerd in Politiek en Cu /tuur en in diverse kranten . Eilldlloot 1. Kriz<ln, Mojmir, Het nat ionalisme en de oorlog. De desintegratie van Joegoslavië 0990-1993), in: Oost-Europa verkenningen, nr. 130, november/ december 1993, pp. 80·81.
Congresverslag South Africa at the Crossroads (2 mei 1994, Ministerie van Buitenlandse Za ken) I n het kader van de eerste non-raciale verkiezingen in Zuid-Afrika organiseerde de Stich ti ng jason, met medewerk ing van hel Ministerie van Buitenlandse Zaken, een conferent ie over de problematiek waarmee Zuid-Afrika te maken zal krijgen in de volgende jaren. De gemeleerdheid van de sprekers \ve rd gedeeltelijk beinvloed door de actuele sirumie in Zuid-Afrika. Enkele sprekers wa ren als AWEPA-obselver aanwezig in Zuid-Afrika en waren , gedwongen door de grote vertraging in het tellen van de stemmen , niet aanwezig voor hun deel va n de discussie en forum. Deze lege p lekken werden echter tot volle tevredenheid ingenomen door twee andere sprekers. Met name de onverwachte, maar zeer du idelijke en open, deelname van de Amba ssa deur van Zu id-Afrika Mr. A. Notnagel bleek een uitsrekende vcr· vanging le zijn. De verande rde pol it ieke situa tie bleek vooral uit de vriendschappelijke ve rhouding tussen Am bassadeur Notnagel en zijn b uurma n Mr.Magugu van het ANC. Beide sp rekers gaven aan dat de demo-
32
jasonMagazine no. 3,)une 1994
cratische ve rk iezingen niet het einde zullen betekenen van de moeilijkheden in Zuid-Afrika. Met name de economische ontwikkelingen, gesteund cloor de regering en bevol king, zullen diepgaande hClvorm ingen noodzakelijk maken. Het p l<ln va n het ANC om in de volgende regeerperiode meer da n 1 miljoen huizen te bouwen , electriciteitsvoorzieni ngen aan te leggen bij meer dan 2,5 miljoen huizen en een totale deelname van de zwal1e bevolking aa n het ondelwijs, betckenen een directe claim op de overheidsuitgaven, die mogelijkeiw ijs niet haalbaar za l blijken. Deze plan nen zijn uitvoerbaar indien de Westerse landen, met name de Veren igde Staten, Japan, de Bondsrepubliek Duitsland en mogelijk Nederland bereid blijken te zijn om d iep in hun geldbuidel te grijpen. Ook de hulp van de prive-sector zoa ls de Shell, Philips e. a. zijn van levensbelang. Hel in ternationale bedrijfsleven hoeft echter niet bevreesd te zijn (volgens Magugu) voor de gevreesde nationalisaties. Niet alleen de economische prob lemen kwamen aan de orde. Ban de Graaff legde uit dat met name de extreme kanten aan het politieke spectru m in Zu id-Afrika voor de nodige onrust kunnen zo rgen. Hierbij dacht hij aan de AWB , Bocre-
weerstand en het PAC. Over de gevreesde confrontaties tussen het ANC en Inkatha had hij minder zorgen ; zij n inziens moesten de dcmucraiische ontwikkelingen, met de benodigde aandacht voor cu lrurele en historische kwesties, voldoende zijn voor een samenwerk ing zonder geweld. Voor de co ngresdeelnemers bleken twee punren van groot belang; de mate van economische hervormingen en de mensenrechlsi tuatie. De afschaffing van de Apartheid heeft niet alleen politiek -economische gevolgen. De men senrechtschendi ngen onder het vorige, blanke regime moeten niet worden geëvenaard door het Mandela-ANC regime. Volgens berichten van diverse o rganisaties heeft ook het ANC bij deze kwest ie boter op zijn hoofd. Hopelijk kunnen de democrat ische te ndensen in het nieuwe regime, gestimuleerd door weste rse investeringen , ervoor zorgen dat niet alleen de k leuren va n de Zuid-Afrikaanse vlag zijn verande rcl maa r tevens een symbiose zal ontstaan lUssen blank en zwal1, tussen k leu rl ing en aziaat. Hiervoor zal echter, zoals Amba ssa deur Notnagel zei, veel gebruik moeten worden gemaak t van de gri jsstofl _
Wat is Jason? De Sti chting Jason is in 1975 door jo ngeren opgericht o m te voorzien in een duide lij ke behoefte van jongeren aan evenwi chti ge informati e over internati o nale vraags tukken. Jaso n is ni et gebo nden aan e ni ge po litieke partij en heeft geen levensbeschouwe lijke grondslag. Jason informeert op twee mani eren. Door het tweemaande lijks uitgeven van dit blad e n door het organi seren va n acti vite iten, zoals buite nl and-borre ls, co ngressen, exc ursies, fora en uitwisselingen. Recente o nderwerpen van Jason Magazine ware n: De Verandere nde Vere ni gde Naties (Engelsta li ge editi e), Oude Ko loni ale Banden, Oost-Eu ropa in Balans? en Multinati onals. Wil je meer info rm ati e over de acti viteiten, va n de Sti c htin g Jason, schrijf of be l dan naa r het vo lgende adres of neem contact op met de l ason Co ntact Personen in je stad, verme ld in het co lofo n
Stichting Jason Laan van Meerdervoort 96 2517 AR Den Haag. tel: 070 - 3 60 56 58
Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door: I
-~I
ING.ià)GROUP
~
NATO Information Service
PHILlPS
ATs.T
delta lloyd
® Royal Dutch/Shell -
ANTWOO RDKAART -
Ik abonneer mij op Jason Magazine en ont vang voor f3 0,- zes num mers, èn all e uitnodi gingen voor de acti viteiten van Stichting Jason. (U word t verzocht te wachten met betaling totdat u een acceptgira wordt toegezonden)
Naaln : ............ ..... ...... .. .. .. .. .... ............ ...... ... ... .. ............... .
Adres: .. ............... .............. .. .............. .......... ... .. ............. .. Woonplaats: ......... ................... ....... .... .. ........... ............... . Postcode: .... ........ ............. ........ ...... .. .. ........... ................. .
Deze antwoordkaart in enveloppe zonder postzegel sturen aan: Sticht ing Jason, Antwoordn ummer 2 187, 250 I WB 's-Gravenhage.
Telefoon: .... ... .... .. .. ................ ...... .. .. .. .. .............. ..... .. .. .. ... Handt ekeni ng: ............ ... ... .... ................... .. .................... .
Index jason Magazine 1992/1993
1993/ 3. Multinationals
1993/ 6. WAR Emma Mulder
South Lebanon, lhe \'Q'ar Continues
F.P.H. van Nouhu ys
Eens verguisd, nu mei o pen
(jntelView)
armen ontvangen;
Theo Wams
Multinational en he l milieu
j ean-Christophe Rufin
Paradoxes o f Anned Proteclion
P.J.M. K ö bben
Open markten en ve rsterking
Marc Klumper
Peace in \'Q'ar
Scherpenhuijsen RomOnl)
De Trilaterale Commiss ie
Tom Kupems
An Empire Dying
BarbaïJ Rijks
Gedragscodes voor Mu ltinationale ondernemingen,
Lászlo Maraez &
Another Perspeetive is Needed
o pkomende standaarden? M. Veilman
Erik-Jan Keyzer Barbara Rijks
Reslrueturing the Security Council
Mathijs Rans ijn & Jaap Rodenburg
Internationa l G reenho use Poliey
D e eigen cu ltuur, belemmering
o f bevordering Ton Klumper
CultuulVerschillen en cu ltuurve randeringen
P.JA Lie fkens
A society in love with technique
A.G.D. va n Oseh
Voldoet de nieuwe NAVO-
1994/ 1. Mediapulatie
strategie
Ron y Brauman ,
When suffering makes a
good story
1993/ 4. Tom Kupems
De Pa lestijnse staat
Leeh Wa lesa
Tenets of Polish Securiry Poliey
Peter Kooijmans
Het M idden-Oosten werkbezoek
Malcolm Rifkind
Peace-keeping o r Peace-making
james Dobbins
The Transallantic Relationship
Pieter van Geldrop
In dienst van de vrede
H.J. Hegeur
IAEA
Jeroen \'{farner
\'{fater
Sophie Verburgh
Leven in barakken
1993/ 5. Aandacht voor Duitsland Tom Kuperus
Absurd
Chrislo ph . Driessen
Philips, drugs en Beatrix
E. de Roy van Zuydewyn
German arms expo l1s
Ursula Mehrländer & Günther Schultze
Immigratio n concept fo r German y
Hans-U lrieh Seidt
A new security env iron ment
jacco Kroon
Oost-Duitsland in de verkoop
Jaap Rode nbllrg
Milieubeleid in Duitsland
Lesley d 'Huy
Vera nderingen in de VN
Emma Muller
Lebanon & Unifil
Manijn Hop
Oostenrijk en de EG
Jacob M. Bik
Press and Public Affai rs in the Security Area
Stefan Landsberger
Chinese Media
Caspar Veldkamp
Aanhaken b ij BZ, Het 'Klasje'
Médecins sans Frontières
Liberia, leave it to the Neighbours
The Stanley Foundation
Ethn iciry and Foreign Po liey
M. G lenn y; D . Hiro; F. Springer
Book Review
1994/ 2. Min ister van Buitenlandse Zake n dr P.H . Kooijmans
Nederlands Buitenlands Beleid:
Mogelijkheden en be perk ingen in een verd nderende omgeving
Tom Kuperus
Hlissia and the CIS, 1991-1993
j ozef Braun
Project Partnership for Peace and the Czech Republi c
Hobert D. Kaplan
The Coming Anarchy
Arend Jan Boekestijn
De Kwadratuur va n de Nederlandse Tomaat
Peter Van der Kn aap
The Committee of the Regions: The o ursel of a 'Europe o f the Regio ns'?
Prof. DI' G. Teitler
Conflicten aan de Grenzen va n Invloedssferen