Internationale vrede- en veiligheidsvraagstukken * jaargang 38 * nummer 2 * 2013
Inhoud
JASON Magazine is het kwartaalblad van de Stichting JASON Redactie Alba Leon Amaya Hagelaar Caroline Langendoen Christiaan Duinmaijer Kevin Klerkx Lieke Palies Maaike Kooijman Machteld Galema Matthijs Hannink Michiel Kamphuis Natalia Kadenko Rianne van Rossum Richard Sonneveld Rigtje Jeeninga Thijs Smit
4
Voedselcrisis & instabiliteit Matthijs Hannink
7
Land Grabs vs. Land Sovereignty Eric Holt-Giménez
10
Oorlog en vis Christiaan Duinmaijer
14
De sluimerende humanitaire crisis van Jemen Lieke Palies
Dagelijks Bestuur Voorzitter • Pieter Rademakers Secretaris • Kevin Klerx Penningmeester • Lennard Eussen Hoofdredacteur • Matthijs Hannink Activiteiten Coördinator • Francijna v. Alphen Projectleider • Alan Vasak
www.stichtingjason.nl
Algemeen Bestuur Kolonel b.d. M.J.M.S. Hekkens Drs. Simon Minks Dr. Niels van Willigen Kapitein-ter-zee mr. Niels Woudstra Drs. Pim van der Putten Mw. Elsa Schrier MA Dr. Francoise de Companjen Raad van Advies Voorzitter - Dr. W.F. van Eekelen Prof. dr. J.Th.J. van den Berg Prof. dr. H. de Haan Luitenant-kolonel b.d. Dr. M. de Haas Prof. drs. V. Halberstadt Kolonel der Mariniers b.d. M.J.M.S. Hekkens Generaal-Majoor der Mariniers b.d. mr. drs. C. Homan Drs. D. Leurdijk R.W. Meines R.D. Praaning Mw. drs. L.F.M. Sprangers Prof. dr. A. van Staden Drs. L. Wecke
27
Adres Studentencentrum Plexus tnv Stichting JASON Kaiserstraat 25 2311 GN Leiden 071-527 7972 www.stichtingjason.nl E-mail • info@stichtingjason.nl issn 0165-8336 De Stichting JASON noch de redactie van JASON Magazine is verantwoordelijk voor de in de bijdragen weergegeven meningen.
2
18
Food security in a global perspective Machteld galema Interview
23
Food Scarcity and International Security Machteld Galema Verslag
24
The horrific hunger of Ukraine’s Holodomor Natalia Kadenko
29
JASON op bezoek bij Europa: “From policies to operational practices” Christiaan Duinmaijer Verslag
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Inhoud
Voorwoord Beste lezer, Het JASON-magazine van het tweede kwartaal van 2013 draait helemaal om de complexe relatie tussen voedsel en oorlog. We gaan, zoals u gewend bent van ons magazine, de diepte in op een toegankelijke manier. Wat is de precieze relatie tussen overbevissing en conflicten op het Afrikaanse continent? Wat is het effect van land grabbing? Hoe komen voedsel en oorlog samen in Jemen? En hoe was dat in OekraĂŻne in de jaren 20? In het huidige magazine vindt u antwoorden op deze en meer vragen.
10 30
We kunnen het niet alleen Willem van eekelen Essay
34
Volgende magazine Koninkrijk in Oorlog
35
Over Jason
De relatie tussen voedsel en oorlog is een complexe relatie die pas op de lange termijn en met de wijsheid van achteraf goed te doorgronden is. Het is een thema dat de kranten haalt als de relatie pas in de volle tragiek zichtbaar is: wanneer grootschalig oorlogsgeweld en massale honger samenkomen. En op die momenten komt de internationale gemeenschap massaal in actie. Maar, zoals bij veel internationale vredesvraagstukken, geldt ook hier dat voorkomen beter is dan genezen. Het goede nieuws is dat de giftige cocktail van honger en oorlog wel degelijk te vermijden is: meer lokaal eigenaarschap van boeren, een internationale gemeenschap die import en export van voedsel beter coĂśrdineert, overheden die illegale visserij structureel aanpakken. Het is slechts een greep aan de talloze realiseerbare maatregelen die lokale gemeenschappen minder afhankelijk maken van de grillen van financiĂŤle speculanten, opportunistische politici en het onvoorspelbare klimaat. Het is hierbij de kunst om het probleem en de oplossing te scheiden: het probleem van een onbetrouwbare overheid los je niet op met een betrouwbare overheid, wel met minder afhankelijkheid van die onbetrouwbaarheid. Hoop op een ontkomen aan de wurggreep waar voedsel en honger elkaar in houden is niet onrealistisch. Daar zijn alleen leiders voor nodig met idealen, visie en een focus op de lange termijn
e Matthijs Hannink Hoofdredacteur
24 JASON Magazine * Nummer 2 2013
3
Voedselcrisis
Het wereldvoedselvraagstuk heeft een sterk geopolitieke dimensie. De wereldvoedselcrisis van 2007 en 2008 toonde duidelijk aan hoe zeer de voedselvoorziening wereldwijd onder druk staat. Economische ontwikkeling, klimaatverandering en de zoektocht naar alternatieve energiebronnen zullen ertoe leiden dat deze druk nog verder toe zal nemen in de komende jaren, met gevolgen voor de stabiliteit in fragiele regio’s. Dit artikel bespreekt de effecten van een wereldvoedselcrisis en de gevolgen die dat kan hebben voor de stabiliteit van ontwikkelingslanden. Matthijs Hannink
Voedselcrisis 2007-2008
www.stichtingjason.nl
Tussen 2006 en 2008 nam de prijs van de belangrijkste basisvoedingsstoffen sterk toe: de gemiddelde prijs voor rijst groeide met 217 procent, voor tarwe met 136 procent, de prijs van maïs nam met 125 procent toe en van sojabonen met 107 procent.1 Deze toename werd veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden en leidde met name in ontwikkelingslanden tot hevige rellen en protesten tegen de regeringen. In Egypte, Haïti, Jemen, Kameroen, Mozambique en Somalië vielen bij demonstraties tegen de hoge voedselprijs zelfs doden. Naast maatschappelijke onrust had deze voedselcrisis ook op internationale schaal gevolgen: diverse landen hebben beleid ontwikkeld of aangescherpt om hun nationale voedselvoorziening veilig te stellen. Vaak gaat dat direct of indirect ten koste van andere landen, hetgeen een bedreiging kan vormen voor de beschikbaarheid van voedsel in die landen.
4
“Diverse landen hebben beleid ontwikkeld of aangescherpt om hun nationale voedselvoorziening veilig te stellen”
Opkomst en gevolgen van de crisis
Een slechte rijstoogst in 2006 en de aanhoudend hoge olieprijs vormden de belangrijkste factoren voor een sterke toename van de prijs van rijst op de wereldmarkt. Om de prijsstijging op de binnenlandse markt te beperken en om optimaal te profiteren van de hoge rijstprijs, besloten belangrijke Aziatische rijstexporterende landen als China, India en Indonesië om hun export aanzienlijk te beperken. Dit dreef de prijs die rijstimporterende landen moesten betalen nog verder op. Eveneens verhoogden tarwe-exporterende landen als Argentinië en Rusland hun tarieven of beperkten de export, waardoor ook de marktprijs van tarwe flink toenam. Na een jaar van stijgende prijzen braken in veel landen in Afrika, Azië en het Caribische gebied in het voorjaar van 2008 hevige protesten uit tegen de hoge voedselprijzen. De gevolgen waren het grootst in het vrijwel volledig van buitenlandse voedselhulp afhankelijke Haïti, waar de Senaat besloot de premier weg te stemmen na voedselrellen in april 2008. In veel landen zag de regering zich gedwongen om maatregelen te nemen om de voedselprijs te verlagen, zoals het opschorten of verlagen van belastingen op voedsel of het vrijgeven van noodvoorraden. Met het uitbreken van de economische crisis in de tweede helft van 2008 en het dalen van de olieprijs vielen de voedselprijzen terug naar net boven het oude niveau, maar sindsdien zijn deze al weer flink gestegen.2
Land grabbing
Ook vanuit een geostrategisch perspectief had de voedselcrisis grote gevolgen. Voedselimporterende landen als China,
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Saoedi-Arabië en Zuid-Korea probeerden zich in te dekken tegen het risico om niet meer genoeg graan te kunnen kopen op de wereldmarkt. Hiervoor kochten of leaseten ze landbouwgrond in andere landen, hoofdzakelijk in Sub-Sahara Afrika. Dit controversiële verschijnsel wordt land grabbing genoemd. De negatieve effecten van land grabbing - landonteigening, het uitblijven van investeringen in de infrastructuur en een ongelijke verdeling van water - leiden tot spanningen. Als tegelijkertijd de voedselprijzen oplopen, is het logisch dat de lokale bevolking in opstand komt, bijvoorbeeld om de uitvoer van gewassen te blokkeren. Om die uitvoer veilig te stellen, moet de overheid dan maatregelen nemen tegen de eigen bevolking. Een verschijnsel dat
Voedselcrisis
Voedselcrisis & instabiliteit De doos van Pandora die voedselschaarste opent
Extreme droogte in Kenia dunt de veestapel ernstig uit. Foto: Brendan Cox / Oxfam
tot doel heeft om de voedselvoorziening van sommige rijke landen te verzekeren, biedt zo tegelijk een broedbodem voor conflicten in kwetsbare regio´s, met name in Sub-Sahara Afrika.
De dreiging van een nieuwe voedselcrisis Prijsschommelingen zijn van alle tijden en houden vaak rechtstreeks verband met een succesvolle of juist mislukte oogst. Echter, in het laatste decennium is de invloed van andere factoren sterk toegenomen. Een belangrijke factor is de olieprijs, die via de industriële landbouw, de prijs van kunstmest en de transportsector grote invloed heeft op de prijs van voedsel. Ook de zoektocht naar alternatieve energiebronnen speelt een belangrijke
rol: een snel groeiend grondoppervlak wordt tegenwoordig gebruikt ten behoeve van alternatieve energiebronnen en niet meer als landbouwgrond. Deze factoren zullen de graanproductie verder onder druk zetten. Een andere factor is de snelle groei van een middenklasse in landen als China, India en Brazilië. Toenemende rijkdom leidt tot een gevarieerder dieet, dat meer landbouwgrond vereist.3 Bovenstaande factoren zijn structureel van aard en verhogen de kwetsbaarheid van de wereldvoedselvoorziening. Een nieuwe voedselcrisis die heviger zal zijn dan die van 2007-2008 is dan ook geen irreëel scenario. Als voedselschaarste en honger verder toenemen in toch al kwetsbare regio´s zoals sub-Sahariaans Afrika, kan dat grootschalige gevolgen hebben.
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Handel
Voedselgebrek kan op verschillende manieren leiden tot regionale conflicten. Denk bijvoorbeeld aan het niet naleven van handelscontracten die de export van voedsel regelen. Tijdens de vorige crisis bleek dat diverse landen hun eigen bevolking buiten schot wilden houden en daarom hun export van het ene op het andere moment drastisch beperkten, tegen bestaande contracten in. Landen die afhankelijk zijn van deze export, worden zo gedwongen op korte termijn in een zeer moeilijke markt alternatieven te vinden. In tijden van schaarste trekken arme landen onherroepelijk aan het kortste eind.
Water
Een andere potentiële bron van regionale
5
Voedselcrisis
Foto: Simone D. McCourtie / World Bank
spanningen is de beschikbaarheid van water, bijvoorbeeld ten behoeve van irrigatie. Efficiënt watermanagement speelt hierbij overigens een grotere rol dan schaarste. Zelfs in gebieden waar grote delen van de bevolking geen toegang hebben tot drinkwater, is de kans groot dat mismanagement daar de oorzaak van is, en niet een gebrek aan water.4 De meeste waterdeskundigen schatten in dat water(tekort) niet rechtstreeks tot gewapende conflicten zal leiden,5 maar de regelmatig opspelende spanningen tussen bijvoorbeeld Turkije en Irak over de Eufraat en de Tigris of tussen Egypte, Ethiopië en Soedan over de Nijl geven aan dat water wel degelijk diplomatieke betrekkingen flink kan verstoren.
www.stichtingjason.nl
Migratie
Voedselschaarste kan eveneens leiden tot migratiestromen, die ook gevolgen kunnen hebben buiten de eigen regio. Hoewel door acute honger gedreven migratie vaak gepaard gaat met andere factoren zoals oorlog, komt het wel degelijk voor
Eindnoten
dat mensen hun geboortegrond verlaten wegens een structureel tekort aan voedsel. De omvang en de gevolgen van deze vorm van migratie zijn niet eenvoudig in te schatten. Echter, in plaats van zich te vestigen op een plaats waar voedsel in overvloed verkrijgbaar is, reizen deze migranten vaak naar een gebied waar het slechts minimaal beter is, maar waar door de komst van migranten ook een toenemende vraag naar voedsel ontstaat.6
De relatie tussen een voedselcrisis en instabiliteit Het gaat te ver om te zeggen dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen voedselschaarste en instabiliteit. Maar de toenemende druk op de wereldvoedselvoorziening doet het risico op instabiliteit wel degelijk toenemen, zeker in de meest fragiele regio’s. Overheden moeten deze problematiek serieus nemen, zonder daarbij louter op hun eigen belangen te focussen. Globalisering heeft met name in de voedselsector een enorme vlucht genomen en een verstoring van de wereld-
Steinberg, S. 2008. Financial speculators reap profits from global hunger. Global Research. Beschikbaar via http://www.globalresearch.ca/financialspeculators-reap-profits-from-global-hunger/8794. 2 Food and Agriculture Organization of the United Nations. FAO Food Price Index. Beschikbaar via http://www.fao.org/worldfoodsituation/wfs-home/ foodpricesindex/en/. 3 Een gevarieerder dieet leidt bijvoorbeeld tot een toename van de vleesconsumptie. Het produceren van vlees vereist meer landbouwgrond dan 1
6
voedselvoorziening kan dan ook gevolgen hebben die wereldwijd merkbaar zijn.■ Matthijs Hannink heeft een MSc International Relations van de Universiteit van Amsterdam en heeft eveneens de postdoctorale Leergang Buitenlandse Betrekkingen van Instituut Clingendael afgerond. Hij werkt momenteel als trainee bij De Nederlandsche Bank nadat hij stages bij het Ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse Ambassade in Jordanië heeft gedaan. Hij is hoofdredacteur van JASON Magazine.
graan, rijst of groente. 4 Deen, T. 2006. Politics: “Water Wars” a Myth, Say Experts. Inter Press Service. Beschikbaar via http://www.ipsnews.net/2006/08/politics-waterwars-a-myth-say-experts/. 5 Shah, A. 2010. Water and Development. Global Issues. Beschikbaar via http://www.globalissues.org/article/601/water-and-development. 6 Lo, R. 2010. Migraciones, desarrollo rural y seguridad alimentaria en África subsahariana. Migración, crisis y conflicto en África Subsahariana. Fundación Carolina, Documento de trabajo nº 44.
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Land Grabbing
Land Grabs vs. Land Sovereignty The ‘global land rush’ is grabbing headlines. While media coverage has focused on the role of hedge funds, retirement funds, sovereign wealth and ‘new colonialist’ purchases of vast tracts of land in Africa and Asia, academic research is uncovering a broader pattern. As global land values increase, land ownership is becoming increasingly concentrated, even where there have been few reports of land grabbing. Researchers are uncovering patterns of dispossession that are even deeper, wider and potentially more devastating for rural local communities than is generally acknowledged.1 Eric Holt-Giménez
L
and deals are occurring in areas of longstanding inequity, racism and conflict. They involve real estate speculation, mining, agro-fuels, industrial forestry and ‘flex crop’ production for export, often led by local elites and regional companies.2 Global institutional investors view agricultural land as an $8.4 trillion market (of which they now own an estimated $30-40 billion).3 Land grabbers often claim they are working to solve the world’s food, fuel and climate problems. The World Bank and the FAO assert that these “large-scale land
acquisitions” are needed for agricultural investment. But none of the estimated 83 million hectares4 grabbed since global food prices spiked in 2007 are being driven by concerns for the livelihoods and needs of the people actually living on the land being grabbed.
What’s Driving Land Grabs?
Land, while viewed by the market as a tradable commodity, is the social space where economic and community decisions are made. It is the place of neighborhood, culture and livelihoods. For in-
This article originally appeared as a Backgrounder of Food First in the Winter 2012-13 issue (Volume 18, Number 4) on www.firstfood.org.
digenous peoples, it is their territory. It is home.
Why are hundreds of thousands of people around the world being driven from their land? The proximate causes of land grabs— the ones that make media headlines - all cite global scarcities of food, fuel and water as drivers for the global land rush. But this assumes scarcity to be a “natural” consequence of “overpopulation.” It does not explain how
Foto: Balaram Mahalder
JASON Magazine * Nummer 2 2013
7
www.stichtingjason.nl
Land Grabbing
8
scarcity is produced through inequitable economic growth (leading to hunger during record harvests, for example), or who benefits from scarcity. Nor does this explain how land grabs actually happen, why they only happen to poor and marginalized communities, or why they are often facilitated by public institutions. Land grabs are a quick fix for an age-old financial problem that has taken on global proportions: the crisis of “over-accumulation.” In a recession, purchasing power is reduced because of unemployment and underemployment. Goods pile up unsold. Banks fill with cash because there are no attractive outlets for productive investment. Money loses value and real interest rates drop. Then land—rural and urban is a good refuge for excess capital. There is no point in holding wealth as money (which is losing value) when one can hold wealth in land, which (theoretically) will gain in value. Investors buy land at low prices, then sell high when the recession is over. This has led to a rush of speculative land purchases. Contrary to widespread perceptions, land grabs do not just involve wide swaths of rangeland in sub-Saharan Africa or massive palm oil, soy and sugar cane plantations in Asia and Latin America. The trend is also occurring in the former Soviet Union, the Global North and in urban areas. And foreigners, and local elites alike are jumping on the land grab bandwagon. But to bring low-value land into the global market, it must become “valuable.” How? Through scarcity. As John Hantz, the financial magnate grabbing urban land in Detroit puts it: “We don’t have scarcity. What I mean is, there’s no reason to buy real estate in Detroit - every year, it just gets cheaper. We’ve gone from 2 million people to 800,000. There are over 200,000 abandoned parcels of land and, by debatable estimates, 30,000 acres of abandoned property. We need to create scarcity, because until we get a stabilized market, there’s no reason for entrepreneurs or other people to start buying.”5 If the land itself can’t be made scarce, then investors can increase its value by linking it to land-based resources that are perceived as becoming scarce, like food. Food becomes scarce through crises. In a crisis, prices are inflated, deflated and manipulated through hoarding and speculative bubbles. (It is important to remember that market “scarcity” can be created in the midst of abundance… The 20072008 and 2010 food crises coincided with the highest historical levels of global food production.) This creates market volatility; a sort of “flexible scarcity” that allows those with the most market power - primarily oli-
gopolies that corner buying and selling - to make money on the rise and fall of prices. The overall trend in price is steadily upward (that’s what makes it a crisis), which favors more speculation and hoarding. All of this has led to a spectacular rise in the price of land, worldwide, fuelling the global land rush. The price of agricultural land is rising so fast, its financial value is outpacing its productive value: land is worth more for what it can sell for than for what it can produce. Susan Payne, global land grabber and CEO of Emergent Asset Management once bragged, “In South Africa and sub-Saharan Africa the cost of agriland, arable, good agriland that we’re buying is one seventh of the price of similar land in Argentina, Brazil and America. That alone is an arbitrage opportunity. We could be moronic and not grow anything and we think we will make money over the next decade.”6 The “double function” of land as both a productive and financial asset has brought financial investors flocking to high-value farmland in the US as well, leading to new forms of land concentration in the Great Midwest. Further, with the fall in the value of almost all global currencies, old drivers of land inflation like gold mining and mineral extraction have also returned in force. “Green grabbing” of land to access carbon markets, set aside nature reserves and to plant biofuels is on the rise. But few land grabs actually lead to productive projects, leading many observers to ask if the land rush is not just one gigantic, speculative bubble.
Territorial Restructuring
Land grabs do not appear out of thin air. Markets must be deregulated (or created), national laws must be changed (or broken) and infrastructure must be developed. This is the “drilling down” of investment capital in which land grabs—whatever their form— are simply one part of a larger reconfiguration of rules, markets and landscapes. The “grab” is one link in a long chain of larger political and economic transformations called territorial restructuring. Territorial restructuring seeks control over places and spaces by shaping and controlling the rules, institutions and social relations that govern production. Places are the physical areas where production and restructuring happens. Spaces are the socio-political arenas in which different actors vie for power, e.g. the market, financial and multilateral institutions, and government. The point of territorial restructuring is to extract wealth. The bitterly resisted Marlin Mine on indigenous land in Guatemala is a good example. After the
JASON Magazine * Nummer 2 2013
signing of the country’s Peace Accords in 1996, the World Bank quickly advised the Arzú government to “modernize” its mining sector. Under the new mining law, companies could be 100% foreign owned. Mandatory royalty levels of 6% were reduced to 1%, and the 58% tax on profits was reduced to 31%. In a country where poor consumers pay up to $140 a month for water, the substantial quantities of water needed for processing gold ore became free to mining companies. The Guatemalan government offered a special fouryear tax holiday. Then, in 2004, the World Bank’s International Finance Corporation stepped in to loan Canadian Glamis Gold (now Goldcorp) $45 million to begin openpit, cyanide gold mining. The land grab was on.
What can be done? Land Sovereignty
The global trend in land concentration includes land grabs that are small, urban and gradual as well as large scale, rural and explosive. Some are recent, but others are part of longstanding struggles. All land grabs use existing frameworks of power to build and consolidate more power. This is why land grabs are not just about profits but about grabbing power.8 It is also why resistance to land grabs is ruthlessly repressed. If we want to under-
Land Grabbing ◄Speculation by stock traders may be a major cause of rising land prices Foto: Rafael Matsunaga
“Investors buy land at low prices, then sell high when the recession is over.” stand why land grabs are happening— and learn how to best resist them—we need to understand the histories of territorial struggles According to the Transnational Institute,
Eindnoten
“There are two broad types of resistance linked to current land grabbing today. The first type is a defensive struggle to resist expulsion of people from the land, or resistance against the appropriation of their water resources or community forest. The second type is a pro-active struggle where local communities occupy and enclose their land, water or forest and develop alternative livelihoods and production systems such as agro-ecology that challenge the dominant model of industrial development. Both types are ife-and-death struggles.”9 The challenge is for people to build community power before they are preyed
Eric Holt-Giménez is the executive director of FoodFirst/Institute for Food and Development Policy. Eric is the editor of the 2011 Food First book, Food Movements Unite! Strategies to transform our food systems, the author of the 2009 Food First Book Food Rebellions! Crisis and the Hunger for Justice. The purpose of the Institute for Food and Development Policy - Food First - is to eliminate the injustices that cause hunger.
Smith, E.. Nov. 2010 “John Hantz.” The Atlantic. http://www.theatlantic. com/magazine/archive/2010/11/john-hantz/308277/ 6 http://farmlandgrab.org/11247 7 Holt-Giménez, E. 2008. Territorial Re-structuring and the Grounding of Agrarian Re-form: Indigenous Communities, Gold Mining and the World Bank. Transnational Institute. Amsterdam. 8 Kerssen, Tanya M. 2013. Grabbing Power: The New Struggles for Land, Food and Democracy in Northern Honduras. Food First Books. Oakland. 9 The Global Land Grab: A Primer. Transnational Institute. Amsterdam. http://www.tni.org/primer/global-land-grab 10 See Borras, J. and J. Franco 2012. “A Land Sovereignty” Alternative? Towards a Peoples Counter Enclosure.” TNI Agrarian Justice Discussion Paper. Transnational Institute. http://www.tni.org/paper/landsovereigntyalternative 5
Of more than 100 papers presented in 32 panels during the 2011 International Conference on Global Land Grabbing. in Sussex, England, not a single case of positive outcomes for local communities, food security, employment and environmental sustainability was found. 2 Borras, S. M., J. C. Franco, S Gómez, C. Kay & M. Spoor . 2012. Land grabbing in Latin America and the Caribbean. Journal of Peasant Studies 39(3-4): 845-872. 3 Bloomberg. Dec. 5 2012, http://farmlandgrab.org/post/view/21390 4 Anseeuw, W.; M. Boche.; T. Breu,. ; M. Giger.; J. Lay; P. Messerli, and K. Nolte. 2012. “Transnational Land Deals for Agriculture in the Global South. Analytical Report based on the Land Matrix Database”. CDE/CIRAD/GIGA, Bern/Montpellier/Hamburg. http://www.landcoalition.org/sites/default/files/ publication/1254/Analytical%20Report%20Web.pdf 1
upon by speculators, hedge funds, giant retailers or extractive industries. This requires a proactive strategy that advances alternative land and livelihood projects while building broad alliances that protect vulnerable communities from resource dispossession. It also requires community vigilance against the political, economic and infrastructure changes that precedes land grabbing. It requires a strategy for territorial land sovereignty.10 Land sovereignty is the right of communities and peoples to sustainable, landbased livelihoods; their right to have a democratic say in its use and an equitable share in the stream of social, environmental and economic benefits of the land where they live. Land sovereignty is a strategy of resistance in the face of territorial restructuring. From the peasant cooperatives of the Aguán Valley in Honduras to the urban gardens of the Detroit Black Community Food Security Network, people are busy, building local alternatives and community control over their spaces and places. In order to stand up to the global land rush, they will also need regional, national and international alliances with everyone truly concerned with ending the injustices that cause hunger.■
JASON Magazine * Nummer 2 2013
9
Oorlog en Vis
www.stichtingjason.nl
Het verband tussen illegale visserij en Afrika’s instabiliteit
Oorlog en vis Jongens spelend op strand Mogadishu met vissersboten op achtergrond. De visserij lijkt een steeds grotere rol te gaan spelen voor SomaliĂŤ. Foto: Albany Associates
10
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Oorlog en Vis
Vis vormt voor een groot deel van de Afrikaanse bevolking een belangrijke bron van voedsel en inkomsten. Maar de lokale vissers moeten met lede ogen aanzien hoe beter uitgeruste vissersschepen uit Azië en Europa illegaal hun zeeën leegvissen. Beroofd van hun dagelijks brood lijken de lokale vissers te kiezen voor piraterij, drugssmokkel of emigratie als alternatief om zichzelf te kunnen onderhouden. Illegale visserij lijkt dus een destabiliserende werking te hebben op de regio, of is dit schijn? Christiaan Duinmaijer
Over vis en zeerecht
Terwijl 40% van de wereldbevolking afhankelijk is van vis als hoofdvoedsel, wordt 80% van de visstand maximaal of overgeëxploiteerd1 Al lang werd beseft dat deze situatie niet houdbaar is, maar sinds 1994 legt het VN-zeerechtverdrag en bijbehorende verdragen de rechten en plichten van landen op dit gebied vast2 Landen hebben het exclusieve recht om de vis in hun wateren te exploiteren, maar zij zijn ook verplicht om de vispopulatie en diens biodiversiteit te beschermen. Deze wateren omvatten het gebied tot twaalf zeemijlen buiten de kust, maar een land mag daarnaast een gebied van 200 zeemijl instellen waarover het de soevereine exploitatierechten van onder meer olie, gas en vis heeft. Bijna alle landen, op een enkeling na zoals Somalië, hebben deze Exclusief Economische Zone (EEZ) ingesteld onder het VN-zeerechtverdrag. Landen zijn niet alleen verplicht om de vispopulatie binnen hun wateren te beschermen, maar ook om te controleren of vissersschepen die onder hun vlag varen of in hun havens aanmeren zich niet schuldig maken aan illegale visserij. De illegale visserij is niet alleen visserij waarbij lokale wetgeving wordt genegeerd. Het omvat namelijk ook visserij waarbij het gebruik van voor de visstand schadelijke vangmethodes wordt toegestaan, of waarbij minder vangst dan daadwerkelijk is gevangen wordt doorgegeven. Al deze vormen hebben gemeen dat zij de visstand ernstig aantasten. Landen worden bij de bescherming en beheer van hun visstanden bijgestaan door regionale en internationale toezichthoudende visserijorganisaties, zoals de International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas (ICCAT). Maar ondanks deze maatregelen kiezen sommige landen ervoor om een oogje dicht te knijpen bij illegale visserij vanwege de grote economische belangen die meespelen. Illegale visvangst is zeer winstgevend, waardoor illegaal opererende vissersschepen de zee nog steeds massaal leegvissen. De illegale visvangst wordt op een vijfde van de totale visvangst wereldwijd geschat met een omzet van 10 à 17 miljard euro3 Ter vergelijking: de vis-
serij in de Europese Unie had in 2004 een omzet van 6,8 miljard euro. De illegale visserij lijkt niet alleen gevolgen te hebben voor de lokale visstand, maar ook voor de lokale werkgelegenheid en voedselvoorziening. Deze broodroof lijkt lokale vissers in Somalië en West-Afrika te dwingen om alternatieve inkomstenbronnen te zoeken als piraten en drugssmokkelaars, of door te emigreren. Maar in hoeverre draagt de illegale visserij daadwerkelijk bij aan deze lokale instabiliteit?
De piraten van Somalië
Volgens schattingen werd in 2005 75% van de vis (tonijn en kreeft) in de wateren rondom Somalië illegaal gevangen door een vloot van Europese, Aziatische, maar ook Keniaanse boten.4 Op hulp van de Somalische overheid hoefden de arme lokale vissers op dit punt niet te rekenen, aangezien Somalië geen functionerend centraal gezag meer heeft gekend sinds
“Terwijl 40% van de wereldbevolking afhankelijk is van vis als hoofdvoedsel, wordt 80% van de visstand maximaal of overgeëxploiteerd.” het uitbreken van de burgeroorlog in 1991. Het is daarom makkelijk te geloven dat de lokale bevolking piraten werden om hun kostbare visgronden te beschermen. De waarheid is echter subtieler. Ondanks zijn lange kust is Somalië traditioneel een land van veehoeders en niet van vissers. De jaarlijkse visconsumptie in 2009 was slechts drie kilo per persoon en vormt slechts 3% van het dieet.5 Voor de burgeroorlog heeft de toenmalige regering wel geprobeerd om de visserij te stimuleren om de hongersnoden te bestrijden waaronder Somalië toen ook al
JASON Magazine * Nummer 2 2013
leed. Maar door gebrek aan kennis en de traditionele voorkeur voor vlees mislukte deze poging grotendeels, hoewel de hongersnoden in 1974 en 1986 Somaliërs naar de kust dreven. Hierdoor groeide uiteindelijk de visvangst van 6.000 ton per jaar in 1975 tot 30.000 ton in 1991.6 Over de ontwikkeling van de Somalische visindustrie is door de burgeroorlog niets met zekerheid te zeggen. Het is wel duidelijk dat de gevangen vis voornamelijk voor lokale consumptie is, aangezien geschikte infrastructuur voor vervoer landinwaarts of export bijna geheel ontbreekt. Het leegvissen van de Somalische wateren heeft dus alleen gevolgen voor de voedselvoorziening, inkomsten en werkgelegenheid van de Somalische vissers en niet voor de rest van Somalische bevolking. Maar de effecten van illegale visserij op deze kleine groep vissers moeten niet onderschat worden. De lokale vissers kregen concurrentie van buitenlandse vissersschepen na het uitbreken van de burgeroorlog. Door het wegvallen van het centrale gezag zagen de buitenlandse vissers hun kans schoon zagen om in Somalische wateren ongestoord op kostbare tonijn te vissen. Door de burgeroorlog waren de lokale vissers tevens op zichzelf aangewezen om hun visgronden te beschermen en konden zij eenvoudig aan wapens komen om dit te doen. Dit gaf uiteindelijk de aanzet tot de huidige piraterij, hoewel deze niet langer gericht is op het beschermen van eigen visgronden maar vooral op het snelle geld. De piraten richten hun aanvallen vooral tegen kostbare transportschepen en niet tegen buitenlandse vissersschepen.7 Hoewel de lokale vissers dankzij het optreden van de piraten nu weinig last meer hebben van illegale visserij, hebben zij nu last van de piraten die hun vissersboten stelen. Bovendien bedreigen de piraten ook de voedselvoorziening van de rest van Somalië door hun aanvallen op schepen met voedselhulp. De piraterij lijkt dus een grotere bedreiging te zijn voor de Somalische voedselzekerheid dan illegale visserij. Hoewel illegale visserij in de Somalische wateren de aanleiding vormde voor de Somalische piraterij, hebben beide zich kunnen profileren door het gebrek aan
11
Oorlog en Vis centraal gezag. Anders hadden de buitenlandse vissersschepen niet ongestoord hun gang kunnen gaan en de piraten zich kunnen bewapenen. Maar beide ondergraven ook de ontwikkeling van Somalië als staat. Door illegale visserij loopt de Somalische overheid niet alleen inkomsten mis, maar wordt ook de ontwikkeling van de Somalische visserij aangetast. Bovendien de piraten kunnen het overheidsgezag letterlijk aanvechten. Hierdoor zal het lastiger worden om van Somalië een functionerende staat te maken, maar de semiautonome regio Somaliland in NoordSomalië bewijst dat dit geen onoverkomelijk probleem is. Door de instelling van een nieuwe kustwacht wist Somaliland zowel piraterij als illegale visserij effectief aan te pakken en het centrale gezag te herstellen.8 Helaas is een werkende kustwacht voor de rest van Somalië nog een stap te ver. De rondom Somalië opererende internationale antipiraterijmissie zou deze functie tijdelijk kunnen vervullen door niet alleen op te treden tegen piraterij, maar ook tegen illegale visserij.9 Dit zou een tijdelijke oplossing zijn, want alleen het herstel van het centrale gezag in Somalië kan zowel het probleem van piraterij als illegale visserij permanent oplossen. Dit is na ruim twintig jaar oorlog echter makkelijker gezegd dan gedaan.
vangst van de EU, maar deze was alleen voor de hoofdvangst. Eventuele bijvangst werd dus niet vergoed. Daarnaast behield de EU zich het recht voor om eenzijdig de afgesproken visquota’s te wijzigen en de gevangen vis direct naar Europa terug te laten schepen. Ondanks de ontvangen vergoeding hielden de West-Afrikaanse landen dus relatief weinig over aan de aanslag die Europese schepen pleegden op hun visstanden. Geen extra voedsel voor hun bevolking, geen extra werk. Om deze reden weigerden sommige landen, zoals Senegal in 2006, deze visserijverdragen voort te zetten en nog Europese vissersschepen in hun wateren toe te laten. Wel heeft de EU in 2011 beloofd om de internationale afspraken inzake visserij beter na te leven en illegale visserij door schepen die onder Europese vlag varen, harder aan te pakken. Maar kwaadwillende vissersschepen kunnen de bovenstaande maatregelen eenvoudig omzeilen door onder een andere vlag te
vormt vis bijna 10% van het dieet en is de jaarlijkse consumptie bijna twintig kilo per persoon. De illegale visserij zal dus weinig effect hebben op de werkgelegenheid en voedselvoorziening van GuineeBissau, die nauwelijks een visindustrie kent. Daarentegen draagt illegale visserij in de andere West-Afrikaanse landen bij aan de werkeloosheid en voedseltekort, doordat lokale vissers en de bevolking van hun brood worden beroofd. Als gevolg hiervan zullen de vissers alternatieve inkomstenbronnen moeten zoeken in de vorm van emigratie of ander werk, zoals drugssmokkel. Hoewel sommige vissers zich noodgedwongen op drugssmokkel zullen toeleggen als gevolg van de broodroof door illegale visserij, is de drugssmokkel zelf niet het gevolg van illegale visserij14 WestAfrika is de doorvoerhaven voor drugs geworden door diens locatie (halverwege Zuid-Amerika en Europa), de welig tierende corruptie en gebrekkige overheidscon-
▲Vis dan d
◄Se lokale Foto:
www.stichtingjason.nl
West-Afrika en de zee
12
De visrijke wateren tussen Senegal en Liberia zijn een andere populaire bestemming voor illegale visserij. De illegale visvangst door schepen uit Europa, China en de regio zelf varieert per land van 26% (Sierra Leone) tot 60% (Guinee en Liberia) van de totale visvangst. Ook hier lijkt de illegale visvangst negatieve gevolgen te hebben voor de lokale vissers.10 Terwijl sommigen hun heil zoeken in Europa, laten anderen zich ronselen door de illegale vissers of helpen ze bij de doorvoer van Zuid-Amerikaanse cocaïne en Afghaanse heroïne naar Europa. Maar hier speelt er eveneens meer dan op het eerste gezicht lijkt. De illegale visserij profiteert hier net als bij Somalië van gebrekkige overheidscontrole. Zo hebben de burgeroorlogen in Sierra Leone (1991-2001) en Liberia (1989-2001) geleid tot een toename van illegale visserij in hun wateren. Maar daarnaast profiteert de illegale visserij van de lokale corruptie (Sierra Leone en Guinee), overlicensering (Guinee en Guinee-Bissau) en het ontbreken van een werkende kustwacht (allen).11 West-Afrikaanse landen hebben tevens te lijden onder de legale visserij onder de visserijverdragen die ze met de Europese Unie (EU) hebben gesloten sinds de jaren negentig12 Landen ontvingen weliswaar een vergoeding voor de
gaan varen. De weigering van Senegal om de visserijverdragen met de EU voort te zetten leidde tot de massale registratie van Europese vissersschepen in Senegal, waarna deze alsnog de zee leegvisten. De conclusie is dus dat zolang een kuststaat zijn eigen wateren niet kan beschermen, deze geplaagd zal worden door illegale visserij. Illegale visserij heeft natuurlijk ook zijn weerslag op de lokale bevolking, hoewel de gevolgen per land zullen variëren door onderlinge verschillen in eetgewoonte en omvang van de visindustrie. Vis vormt 4% van het dieet in Guinee-Bissau (1,3 kilo p.p. per jaar) en 65% in Sierra Leone (bijna 25 kilo).13 Ter vergelijking: in Nederland
JASON Magazine * Nummer 2 2013
trole. Dit zijn dezelfde factoren, waardoor de illegale visserij zich in de eerste plaats heeft kunnen ontwikkelen in de WestAfrikaanse wateren. De corruptie van overheidsambtenaren in Sierra Leone, bijvoorbeeld, blijkt zo erg dat illegaal vissende schepen rustig een inspecteur aan boord kunnen nemen, zonder dat zij bang hoeven te zijn dat hij iets doet tegen hun praktijken.15 Ook in West-Afrika lijken illegale visserij en lokale problemen gebrekkige overheidscontrole als gemeenschappelijke oorzaak te hebben. Dit neemt niet weg dat illegale visserij bijdraagt aan lokale werkloosheid en voedselonzekerheid en daarmee (indirect) de andere lokale
Oorlog en Vis gen aan lokale problemen in de vorm van de toenemende werkloosheid, voedseltekort en corruptie. En deze kunnen weer leiden tot toenemende emigratie, piraterij en drugssmokkel. Maar gebrekkige overheidscontrole, en niet illegale visserij, is de daadwerkelijke veroorzaker van deze problemen. Corruptie, drugshandel en piraterij kunnen net als illegale visserij alleen floreren als een land zijn eigen territorium niet wil of kan beschermen. Illegale visserij kent dus dezelfde oorzaak als deze problemen. Dit betekent dat alleen het herstel van effectief gezag illegale visserij, corruptie, piraterij enz. kunnen worden aangepakt. Alleen roept dit de vraag op: hoe krijgt men dit voor elkaar?■ Christiaan Duinmaijer is afgestudeerd in Arabische taal en cultuur aan Universiteit Leiden. Hij is lid van het Nederlandse Gezelschap van Internationale Zaken (NGIZ) en heeft een weblog over de politiek in het Midden-Oosten.
▲Vissers repareren hun netten in Saint-Louise, Sierra Leone. Sierra Leone is voor meer dan de helft afhankelijk van zijn voedselvoorziening van vis. Foto: Sarah Benke ◄Senegalese marine voert routine-inspectie van vissersschip uit. Ter versterking van de lokale maritieme veiligheid wordt de marine ondersteund door de Amerikaanse kustwacht. Foto: Official U.S. Navy Images
problemen versterkt, zoals corruptie en drugshandel. De precieze effecten van illegale visserij zullen per land verschillen, maar de oplossing van de genoemde problemen lijkt voor heel West-Afrika een beter functionerende overheid te zijn. Maar dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan, zoals bleek uit de poging van Senegal om een eind te maken aan ‘legale’ overbevissing in zijn wateren.
Eindnoten
Illegale visserij en instabiliteit: welk verband?
Lokale instabiliteit en illegale visserij zijn duidelijk met elkaar verbonden. Waar illegale visserij aanwezig is, doen zich ook problemen, zoals werkeloosheid, voedseltekort, piraterij en drugssmokkel voor. Maar correlatie betekent niet per definitie causaliteit. Illegale visserij kan weliswaar door het leegvissen van de zeeën bijdra-
Of more than 100 papers presented in 32 panels during the 2011 International Conference on Global Land Grabbing. in Sussex, England, not a single case of positive outcomes for local communities, food security, employment and environmental sustainability was found. 2 Borras, S. M., J. C. Franco, S Gómez, C. Kay & M. Spoor . 2012. Land grabbing in Latin America and the Caribbean. Journal of Peasant Studies 39(3-4): 845-872. 3 Bloomberg. Dec. 5 2012, http://farmlandgrab.org/post/view/21390 4 Anseeuw, W.; M. Boche.; T. Breu,. ; M. Giger.; J. Lay; P. Messerli, and K. Nolte. 2012. “Transnational Land Deals for Agriculture in the Global South. Analytical Report based on the Land Matrix Database”. CDE/CIRAD/GIGA, Bern/Montpellier/Hamburg. http://www.landcoalition.org/sites/default/files/ publication/1254/Analytical%20Report%20Web.pdf 1
5 Smith, E.. Nov. 2010 “John Hantz.” The Atlantic. http://www.theatlantic. com/magazine/archive/2010/11/john-hantz/308277/ 6 http://farmlandgrab.org/11247 7 Holt-Giménez, E. 2008. Territorial Re-structuring and the Grounding of Agrarian Re-form: Indigenous Communities, Gold Mining and the World Bank. Transnational Institute. Amsterdam. 8 Kerssen, Tanya M. 2013. Grabbing Power: The New Struggles for Land, Food and Democracy in Northern Honduras. Food First Books. Oakland. 9 The Global Land Grab: A Primer. Transnational Institute. Amsterdam. http://www.tni.org/primer/global-land-grab 10 See Borras, J. and J. Franco 2012. “A Land Sovereignty” Alternative? Towards a Peoples Counter Enclosure.” TNI Agrarian Justice Discussion Paper. Transnational Institute. http://www.tni.org/paper/landsovereigntyalternative
JASON Magazine * Nummer 2 2013
13
Jemen
Chaos, schaarste en revolutie op het Arabisch schiereiland
www.stichtingjason.nl
De sluimerende humanitaire c De hoop die de Arabische Lente met zich meebracht begint ook in Jemen te vervliegen. Het einde van het 33-jarige regime van Saleh heeft nog niet de verbetering gebracht waarop de Jemenitische samenleving hoopte. Die verbetering is hard nodig. Meer dan twee miljoen kinderen zijn chronisch ondervoed, 44% van de bevolking heeft op dit moment geen toegang tot voedzaam eten en vijf miljoen mensen hebben acute medische hulp nodig. Bovendien kampt Jemen nog altijd met hoge moeder- en kindersterfte, en loopt de exponentiële bevolkingsgroei (de grootste in de regio) niet gelijk met de voedselproductie en de beschikbaarheid van functionerende water- en oliebronnen.1 Voedselonzekerheid, de dreiging van chronische ondervoeding en het gebrek aan schoon drinkwater zijn structurele en acute problemen. Lieke Palies
14
JASON Magazine * Nummer 2 2013
G
eïnspireerd door de golf van protestacties in Tunesië en andere Arabische landen, kwamen ook de Jemenieten in 2011 in opstand tegen het regime. Dictator Saleh kwam ten val, maar het heden en de toekomst van Jemen zijn ongewis. Het Jemen dat Saleh uiteindelijk – na een jaar van aanhoudende protesten – formeel op 23 november 2011 overdraagt aan zijn voormalige vicepresident, de zuiderling Abd Rabbuh Mansur Hadi, is een complex aan bondgenootschappen tussen de regering, (internationale) organisaties, bedrijven en stamhoofden. Ook oefenen georganiseerde terreurbewegingen als Al Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) een constante druk uit op de regering.2 De protesten, die volgens de Jemeniti-
Jemen
e crisis van Jemen Skyline van oud Sana’a gezien vanuit de wijk Dar al-Dahab. Foto: Flicr.com
sche regering aan meer dan 2.000 mensen het leven heeft gekost, waren gericht tegen Saleh’s autoritaire beleid, maar de val van zijn regime heeft nog niet geleid tot de positieve kentering die de bevolking wenste te bereiken.3 De actuele cijfers van organisaties als The World Food Programme en Global Health Watch geven namelijk een verontrustende realiteit weer. Politieke onenigheid en roestvast nepotisme, een wankele economie en uitgeputte natuurlijke grondstoffen: Jemen lijkt na de revolutie van de regen in de drup te zijn gekomen. Staat Jemen op de afgrond van een humanitaire crisis?
Verdeel en heers: Saleh’s Jemen
De moderne Republiek Jemen bestaat sinds 1990, toen het Noorden – de Jeme-
nitische Arabische Republiek – verenigd werd met het Zuiden, de Democratische Volksrepubliek Jemen. Het land nam een idealistische constitutie aan die op papier een democratische rechtsstaat met gelijkheid en kiesrecht voor alle burgers, onafhankelijke rechters en een meerpartijenstelsel beloofde. In realiteit werd Jemen met ijzeren vuist bestuurd door Ali Abdullah al-Saleh. President Saleh beschouwde zijn beleid naar eigen zeggen als “dancing on the heads of snakes”4; een beruchte verdeel-en-heers politiek waarmee hij individuele stamhoofden, het leger en andere organisaties succesvol wist te bespelen voor eigen gewin. Saleh stond bekend om het omkopen van zakenpartners, sjeiks en zelfs rechters.5 Die strategie wreekt zich nu: Jemen is afge-
JASON Magazine * Nummer 2 2013
gleden naar een inefficiënte, onderontwikkelde en corrupte staat.6. De huidige situatie ziet er alles behalve rooskleurig uit, met name met het oog op twee belangrijke middelen van bestaan: olie en water. De nieuwe president Hadi staat dus voor een lastige opgave. Hoe ziet het Jemen eruit dat hij heeft ‘geërfd’? En belangrijker, zal hij een crisis in Jemen vermijden?
Opdrogende olie
Vergeleken met andere Arabische landen in de regio produceert Jemen relatief weinig olie, maar olie is desondanks al decennialang de belangrijkste bron van inkomsten voor het land. De olie-industrie was jaren een bloeiende sector, tot op 27 januari 2011 de eerste massademonstra-
15
Jemen
Wel water voor drugs De populaire plan Qat heeft een licht narcotische werking. Qat heeft in Jemen, net als koffie en thee, een belangrijke sociale functie. Dagelijks kauwen meer dan 7 miljoen Jemenieten op het stimulerende pruimtabak. Zorgwekkend is de hoeveelheid water die nodig is voor de productie: meer dan één derde van al het water in Jemen gaat naar de qat-industrie.14
Wegvloeiend water
Jemen heeft de laagste waterproductie in de wereld. Het land heeft geen permanente rivieren vanwege een negatieve waterbalans: het water in Jemen verdampt sneller dan dat het zich verplaatst. Daardoor is het land volledig afhankelijk van regenwater, waterbronnen, enkele seizoensgebonden overstromingen en grondwater (dat nu door de klimaatsverandering ook weer daalt). Jemen heeft overigens meer natuurlijke waterbronnen dan landen als Saoedi-Arabië of Koeweit maar kan dit water, net als de olie, niet op de juiste wijze distribueren door gebrek aan functionerende instellingen.11 Bijkomend probleem is dat de vraag naar water in de afgelopen dertig jaar enorm is toege-
www.stichtingjason.nl
tie plaatsvond tegen het bewind. De aanhoudende binnenlandse conflicten zorgden voor ontregelingen van de handel, waardoor er een gebrek aan brandstof, elektriciteit en water ontstond. Daarnaast stegen de olieprijzen met 500% nadat de belangrijkste levensader van Jemen, de 435 kilometer lange Marib-Ras oliepijpleiding, werd gesaboteerd.7 De gevolgen hiervan waren direct en meedogenloos: vissersbootjes lagen roerloos in het water omdat brandstof onbetaalbaar was geworden en boeren konden hun gewassen niet meer irrigeren. De politieke chaos verlamde dus de volledige Jemenitische economie.8 En ander structureel probleem van Jemen is het gebrek aan instituties en infrastructuur. Deze manke was een bewust onderdeel van Saleh’s verdeel-en-heerspolitiek: zonder functionele instituties was iedereen individueel afhankelijk van de president en kon Saleh zelf alle touwtje in handen houden.9 Het gevolg was dat olie onder Saleh voornamelijk werd gewonnen met directe consumptie als doel, en niet met oog op de toekomst.10 Bovendien lijdt Jemen eveneens aan een gebrek aan coördinatie van de oliewinning: de oliebronnen drogen op, en de bronnen die er wel zijn worden onvolledig benut door gebrek aan infrastructuur.
De slechte toevoer van voedsel en schoon drinkwater is een groot probleem in heel Jemen Foto: Flicr.com
16
JASON Magazine * Nummer 2 2013
nomen én blijft stijgen. Dit komt door een sterk groeiende bevolking, door urbanisatie, en door de groeiende productie van het stimulerende middel qat in de agrarische sector.12 De inefficiëntie is extreem: 90% van het water sijpelt de agrarische sector binnen terwijl de karige opbrengst vanuit de landbouw maar 10% teruggeeft aan het Bruto Binnenlands Product in Jemen.13 Het stijgende watertekort in Jemen is zodanig dat het land op de rand van een humanitaire crisis staat. Toch zijn er wel degelijk praktische en doeltreffende oplossingen mogelijk. De natuurlijke waterbronnen kunnen door middel van moderne technieken op efficiënte wijze gezuiverd en gedistribueerd worden.
De sluimerende humanitaire crisis
De nieuwe Jemenitische president Hadi staat voor een grote uitdaging. De uiteenlopende belangen van clans, stammen, en de regering zorgen voor permanente spanning en concurrentie om de schaarse middelen van de staat. De uitdagingen van Jemen zijn immens: het heeft een tekort aan primaire menselijke behoeftes als water en olie en een overschot aan corruptie, soldaten en sociale marginalisatie.15 Hadi stond sinds 1994 als vicepresident in de schaduw van Saleh, en bevindt zich nu opeens in een regering met militaire groepen die voorheen werden geleid door familieleden en begunstigden van Saleh. Zelf heeft hij aangegeven dat het bestrijden van Al Qaida een van de belangrijkste doelstellingen is van zijn beleid. [16] Sinds zijn aanstelling is Hadi zijn belofte deels nagekomen, en heeft hij enig succes gehad met de reorganisatie van het leger en zijn gevecht tegen terreurbewegingen. Toch heeft Jemen meer nodig dan alleen het bestrijden van Al Qaida. De sombere vicieuze cirkel is evident: de barre economische omstandigheden in Jemen zijn nuttige wervingsmechanismen voor Al Qaida. Maar ook de verschillen tussen Noord- en Zuid-Jemen zorgen nog steeds voor verdeeldheid in het leger, in de regering en in de bevolking.17 Water en olie worden steeds schaarser, en Hadi heeft vrijwel niets gedaan aan het bieden van schoon drinkwater, elektriciteit en humanitaire hulp aan de bevolking in Jemen.18 De regering moet zich richten op een nationaal olie- en waterplan met het oog op een betere waterdistributie richting de verbouwing van qat, de toevoer naar stedelijke gebieden en demografische groei. In feite is de humanitaire crisis al dagelijks gaande in Jemen. De angst voor rellen, Al Qaida en conflicten met stammen houden mogelijke institutionele verbeteringen tegen. De nieuwe regering zal waarschijnlijk niet snel drastische veranderingen
Jemen aanbrengen die economische groei op lang termijn zouden kunnen waarborgen19. Hadi zit vastgeroest in een regering die de draad wat betreft het economisch beleid weer rustig oppakt bij waar ze na het vertrek van Saleh gebleven was. En ondertussen drogen de natuurlijke olieen waterbronnen op: Jemen kan zich opmaken voor een steeds droger wordende Arabische zomer. Lieke Palies heeft haar Master behaald in Near and Middle Eastern Studies, met een major Arabische Literatuur, aan de School of Oriental and African Studies in Londen. Haar masterscriptie richtte zich over de vorming van stereotypes en oriëntalistische visies van Westerse reizigers in het Midden-Oosten. Ze behaalde haar Bachelor Europese Studies met variant Rechten en Arabische taal (2010) aan de Universiteit van Amsterdam, met een eenjarig uitwisselingsprogramma voor Midden-Oosten studies en algemene literatuur aan de Universiteit van Edinburgh. Lieke’s interesse gaat uit naar het multiculturele debat en de positie van vrouwen, (etnische) minderheden en de vorming van diasporas in het Midden-Oosten. Een man draagt qatbladeren Foto: Flicr.com
Eindnoten
2012. Humanitarian Bulletin Yemen. OCHA. No. 4. P. 1-7. Available at: http://reliefweb.int/sites/reliefweb.int/files/resources/OCHA%20Yemen%20 Humanitarian%20Bulletin%20%234%20-%2012%20June%202012.pdf [accessed at 12-02-2013]. 12 Schmitz, C., 2012. ‘Building a Better Yemen’. The Carnegie Papers, p. 1-21 http://efiko.org/material/Building%20a%20New%20Yemen%20by%20 Charles%20Schmitz.pdf 13 Schmitz, C., 2012. ‘Building a Better Yemen’. The Carnegie Papers, p. 1-21 http://efiko.org/material/Building%20a%20New%20Yemen%20by%20 Charles%20Schmitz.pdf 14 Martin, G and Hassanally, K., 2012. Khat: An Overview for GPs. InnovAiT: The RCGP Journal for Associates in Training. 5:7, p. 429-432. 15 al-Qarawi, H., 2011. The Yemeni Revolution: Replacing Ali Abdullah Saleh, Or Replacing Obsolete Institutions?, Doha Institute: Arab Center for Research and Policy Studies – Case Analysis Series. P. 1-21. http:// papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1855752 16 Mukhashaf, M., 2012. Yemen President Vows to Pursue QaedaLinked Militants. Reuters. 05-03. Available at: http://www.reuters.com/ article/2012/03/05/us-yemen-idUSTRE8240YY20120305 [Accessed on 12-02-2013]. 17 Sohlman, E., 2013. ‘Al Qaeda in Yemen Pushed Back, but Terrorism Threat Remains Strong’. American Foreign Policy Interests: The Journal of the National Committee on American Foreign Policy. 34:5, 249-254. http://www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1080/10803920.2012.721324 18 Sohlman, E., 2013. ‘Al Qaeda in Yemen Pushed Back, but Terrorism Threat Remains Strong’. American Foreign Policy Interests: The Journal of the National Committee on American Foreign Policy. 34:5, 249-254. http://www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1080/10803920.2012.721324 19 Schmitz, C., 2012. ‘Building a Better Yemen’. The Carnegie Papers, p. 1-21http://efiko.org/material/Building%20a%20New%20Yemen%20by%20 Charles%20Schmitz.pdf 11
Burki, T. K., 2012. Yemen’s Hunger Crisis. The Lancet. 380: 9842, p. 637-638. 2 Green, D., 2013. Al-Qaeda’s Dirty War in Yemen. The Washington’s Institute. Available at: http://www.washingtoninstitute.org/policy-analysis/ view/al-qaedas-dirty-war-in-yemen [accessed 02-02-2013]. 3 al-Haj, A., 2012. Yemen Says More Than 2,000 Killed in Uprising. The Washington Post, 19-03. Available at: http://www.washingtonpost. com/world/middle_east/yemen-says-more-than-2000-killed-in-uprising/2012/03/18/gIQAGOtcLS_story.html [accessed 10-02-2013]. 4 2011. Yemen’s Saleh Dance ‘on Heads of Snakes’ Nears End. The Jerusalem Post. 23-11. Available at: http://www.jpost.com/MiddleEast/Article. aspx?id=246759 [accessed on 02-02-2013] 5 Mitchell, R., 2012. ‘What the Social Sciences Can Tell Policy-Makers in Yemen’. The Middle East Journal. 66:2, p. 291-312. 6 Berger, L. et al., 2012. ‘Yemen and the Middle East Conference: The Challenge of Failing States and Transnational Terrorism’. Academic Peace Orchestra Middle East – Policy Brief, No. 7, p. 1-8 http://usir.salford. ac.uk/22952/1/Yemen_and_the_Middle_East_Conference.pdf 7 Breisinger, C. et al, 2012. ‘Managing Transition in Yemen: An Assesment of the Costs of Conflict and Development Scenarios for the Future’. International Food Policy Research Institute. P. 1-63. http://www.ifpri.org/ sites/default/files/publications/ifpridp01210.pdf 8 Burki, T. K., 2012. Yemen’s Hunger Crisis. The Lancet. 380: 9842, p. 637-638. 9 Schmitz, C., 2012. ‘Building a Better Yemen’. The Carnegie Papers, p. 1-21 http://efiko.org/material/Building%20a%20New%20Yemen%20by%20 Charles%20Schmitz.pdf 10 Schmitz, C., 2012. ‘Building a Better Yemen’. The Carnegie Papers, p. 1-21 http://efiko.org/material/Building%20a%20New%20Yemen%20by%20 Charles%20Schmitz.pdf 1
JASON Magazine * Nummer 2 2013
17
Interview
Food security in a g An interview with professors Georg Frerks and Rudy Rabbinge Food is one of the most important basic human needs, but not all people have constant and reliable access to it. War and conflict influence food production and access – and vice versa – yet the exact connection is complex and differs per case. In order to find out more about this connection between food security and conflict Professors Frerks and Rabbinge have been cross examined to share their knowledge on this vital human need: food. Machteld galema
Food security and the global food market
Mr Rabbinge, how would you define food security? Food security is a notion used to indicate that there is enough food for all; so food insecurity leads to hunger. The concept also entails that the diet consumed is of adequate composition including different nutrients. It is important to note the difference between food security and food safety: whereas food security involves the amount and substances of food, food safety is ensured as long as the food consumed does not contain any contaminants or pollutants that could have a harmful effect on human health.
www.stichtingjason.nl
And how is the concept of food security related to the global food market? I would not necessarily speak of a global food market. In total there is a 650 million tons of food produced and consumed annually of which most of the food is produced and consumed locally. Rice however is an exception since the global food market is depending on 6% of the globe’s arable land for rice production. The global feed market however is far more global: 30 to 40 million tons are traded at the global market, and figures are even higher for corn and soy. If we look at the interrelatedness of food security and the global food market we can conclude that in general, problems arise because of unjust protection of markets.
Prof. Dr. Ir. Georg Frerks works as professor in Conflict Studies at Utrecht University, and combines this position with a post at the Disaster Studies department of Wageningen University. He has worked as a Dutch development aid policy evaluator in Bolivia, and worked extensively in Sri Lanka and Pakistan. His latest research focuses on human security, conflict management, and developmental economy. Prof. Dr. Ir. Rudy Rabbinge is emeritus professor in crop ecology and sustainable development of Wageningen University. Currently, he takes part in the AGRA alliance for agricultural development in Africa. He also advises the Chinese government on agricultural policy. His latest work focuses on biodiversity and natural resources management.
Governments fail to underwrite the failure of markets and abstain from interfering for protective reasons. If we look at bio-fuel production for example we see that the fact that it is subsidized causes markets to dysfunction. This often occurs at the expense of food production. Other problems include the fact that currently our global food market, if any, is not energetic, food is expensive, and too much arable land is left unused. Mr Frerks, what do you perceive imperfections of the global food market? Well, the food market is dependent on three things: demand, supply, and purchasing power. The main issue is the fact that most food is sold in the west, yet produced elsewhere. We in the west aim for low food prices which has consequences for the producers. Often, the food producers do not receive a fair price. Also, in many parts of the world people have insufficient purchasing power to supply their food needs. Moreover, markets can only serve small areas in general, partly due to bad or no infrastructure and roads, which influences the supply and the demand. In addition to this, farmers are often not well informed on market issues, which makes it difficult to sell their products. So how do these shortcomings of the global food market relate to food security in your point of view? In my perspective, the main problems that cause food insecurity are the following: 1) climate change including desertification that renders areas unsuitable for food production and results in e.g. large irrigation schemes to salify; 2) harvest losses caused by food being wasted away, mismanagement, and inadequate storing facilities and transport; 3) bio fuel production which is pro-
18
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Interview
a global perspective duced on agricultural land, for instance oil palm; and 4) severe conflicts resulting in people being expelled from their land and dependent on emergency relief. War stops the market to function, discontinues the inputs for production, and so eventually halts the sale. Food insecurity is most of the times caused by food shortages, and these are very local. Where food shortages exist, the food production could be increased. The current production is insufficient to feed the increasing human population. The world population increases per unit of arable land, and currently, there are no panaceas that could solve food insecurity at once. We do know however how to increase the production of agricultural land, but we are waiting for a big break-through. Obviously we have had the green revolution that brought the golden seeds with high yield varieties. So in general, there is no lack of technical know-how and knowledge, but the main problem is the way the food market is organized. The question is: how is knowledge applied? Responsible institutions are often not functioning well and are rather hard to advance, yet these institutional and political problems are not in our hands. Ministries of Agriculture generally have a notary lack of manpower, bad employment services, a lack of governmental budget, and often face corruption and bribing. How to solve these problems in fragile states in order to prevent food insecurity? Awareness is of utmost importance for tangible improvements of the institutional apparatus. But the proof of the pudding is in the eating… Let’s zoom into the issue of scattered production and consumption: what are the exact problems in economic terms? Yes, the large supply chain is indeed problematic. Along the supply chain there are a lot of actors that have a stake in food sale, such as producers and traders. This long chain causes usurious profits. Such economic manipulations result in food not being sold at the lowest price possible, benefitting mostly processors and traders, and less the producers. Dragging around food around the globe is problematic for many reasons, including environmental reasons. A cup of yoghurt that costs 20 cents and traveled 3000 kilometers is simply not logical. Altogether, there is a combination of factors that jeopardize food security simultaneously, most notably economic interests, and institutional and political underdevelopment. Technology is not so much of an issue; it is more a north-south issue that is even getting more complicated these days. If we look at the general increase of income for instance, we see an increasing demand for food, illustrated by the relatively recent increase of meat consumption in China.
The revolution in Egypt was linked to rising food prices by some observers. Foto: Ramy Raoof
nese contribute to investments and development of agriculture. I do regard it as a bad practice in case land is used for large scale feed production whereby local farmers are expelled. In most cases this is not the case. Good examples of Chinese investments can be found in Rwanda, Ethiopia, and Kenya, where the Chinese are contributing to investments in markets and institutions, in import and export facilities, and raising agricultural awareness. We have to keep in mind that the impact of foreign entities purchasing land differs majorly per country, region, and area. Also, it depends on the extent to which the foreign entity invests in infrastructure, and obviously the size of the companies.
“There is no lack of technical know-how and knowledge, but the main problem is the way the food market is organized”
Land grabbing
Mr Rabbinge, one of the consequences of China’s increasing demand for food is land being purchased in Africa by the Chinese government for food production. How do you perceive this development that is often referred to as land grabbing? I don’t regard China’s practices in Africa land grabbing. The Chi-
Mr Frerks, what is your opinion on land being purchased by foreign entities? There are indeed large plots of arable land leased by African governments to Chinese companies, as well as to Middle Eastern actors that aim to trade in agricultural goods and export the production. Farmers’ land therefore is often sold by their government and the farmers are chased away since in many cases they lack land rights. A bad example is the large fruit companies in Central America that seized the fertile mountain slopes whereas the farmers were chased away to marginal lands. Most African governments are indeed more active in agriculture than before, yet examples of destruction are also widely present. These are man-made problems yet poor farmers lack countervailing power and are therefore the victims of such practices. And how would you explain these developments in the context of the current global economic developments? We see that African and Asian economies are growing significantly fast, yet on the basis of a nil point of departure. Demand
JASON Magazine * Nummer 2 2013
19
Interview for food is increasing so farmers have to set their production against the costs. Farmers have to make sure that they are not outcompeted by food sold at dump prices from the European and Russian markets. So bluntly stating that most development economies are growing is not possible without calibrating such issues. The middle class of growing economies gets more purchasing power, yet at a certain moment they will be saturated. At this point of saturation, cars and electronic devices instead of exclusive food will be the luxury products. The income elasticity of food is limited. Emerging economies such as India, Nigeria, and Kenya, and the increasing population, enhance the future growth in numbers signifying an increase in purchasing power. Yet unrestrained economic development is not a good way to achieve food security; the fact that companies such as McDonald’s and Kentucky Fried Chicken are seen all over the globe these days is an urban development and does not necessarily benefit the rural populations. Food insecurity is a very local phenomenon: importing food is expensive and can supplant the local production. So we have to analyze first what improvements can be made locally before we decide to drag around food. The Chinese government is leasing the bridles slightly so the market can develop more freely. An addition advantage there is that incentives for production and economic innovation enhance the image of farmers that were formerly seen as apathetic and stupid.
Solving food security
www.stichtingjason.nl
Mr Rabbinge, considering the issues of food security: what are the conditions for a well-functioning food market? I think that there are certain conditions for a well-functioning global food market. In my opinion the most important one is to aim for enhancing biodiversity instead of jeopardizing it. This includes effective use of natural resources and preventing the increase of greenhouse gasses emission as much as possible. I am not necessarily an opponent of trade crops, yet the production should be environmentally friendly, and it should be beneficial for the producers.
20
Mr Frerks, how would you solve food insecurity? We should aim for a sustainable and ethical production; sustainable policies and production that are not harmful to the environment. Such principles are currently not regarded in the market approach applied. Food production can be increased by changing circumstances and inputs, by improving infrastructure that is currently inadequate, and by reducing the harvest losses that are often up to one third of the total harvest. A logical option is to reclaim land for food production by chopping forests or creating another IJsselmeerpolder in the Netherlands, yet in order to increase the agricultural production we do not necessarily need more arable land. We could increase the production of the existing agricultural land by intensifying the production and increasing the yield. There are large benefits to achieve without reclaiming land. The spreading of knowledge, the improvement of seeds, food storage and transport, and rehabilitation of large scale irrigation schemes e.g. in Central Asia and Pakistan can have major positive effects. Yet considering the fact that food insecurity is particularly a local phenomenon, what should be the scale of such interventions? The scale of such interventions is a resultant of the local circumstances such as the soil and crops produced. Rice can e.g. be harvested three times a year, which is particularly increasing the production per unit of land. Look at the Netherlands: we are exporting agricultural products despite our small land surface. Considering that we do not have a closed system, since most feed is imported, this can still be achieved in other parts of the world as well. There are attempts made to improve the situation for far-
mers directly without the interference of national institutions. An example is the fair trade initiative that offers farmers a fair price for their production by eliminating redundant layers between the producer and the consumer. The impact of such local and often small-scale initiatives is however not well researched. Moreover, if the market changes this will have a negative impact on such initiatives and might even damage their image. I also feel sympathy for regional products, but the question is whether such production is feasible at large scale. I would say probably not; there is no world market without a reason. After all, some areas simply cannot produce enough food to meet local needs. There is some idealism and luxury in regional products that we can afford, yet people in most other countries cannot.
Food and conflict
Despite the lack of economic means, food insecurity is also often caused by social unrest. How do conflicts generally lead to food insecurity and vice versa? There are so-called green wars that are fought over land and agricultural resources. Only in few cases however we can speak of causality between the land and the conflict. When there is insufficient food in combination with political tensions and an ethnic component, there is a large chance that a conflict will emerge. Tensions on agricultural resources in combination with political and ethnic dimensions can lead to conflicts. Usually such developments are not linear or direct, but the result of a combination
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Interview
Food trade between the Philippines and Vietnam Foto: International Rice Research Institute
of factors including political exclusion and discrimination. Conflict can lead to food insecurity, but agricultural crisis can also lead to conflicts whereby people are chased away of their lands or are deported, as for instance in Sri Lanka. In such cases the inter-
“When there is insufficient food in combination with political tensions and an ethnic component, there is a large chance that a conflict will emerge� national community has to maintain these people since they are not self-subsistent anymore. An example of the relation between food production and conflict can be found in the histories of Sierra Leone and Liberia. In these countries the youth was unable to find employment in agriculture which made them easier to recruit by rebels. In Zimbabwe large white farmer were chased away from their land although they were producing most of the consumed food in the country. This resulted in both the white and the black people experiencing hunger and food insecurity. A nearly linear result of a conflict resulting in food insecurity was seen in the created famine in North Uganda where the Museveni
government aimed to expel the Josef Kony terrorists. All people were put in camps and anyone walking around outside of these camps was considered a terrorist. This resulted in the international community having to feed 4 million people. How is this relation between food security and conflicts researched by scholars? In the study of international security, food insecurity is one of the indicators that can result into escalation of a conflict amongst ten others. It is regarded as part of the analysis, yet plays a relatively minor role, and certainly not on itself but in combination with other factors. This is the conclusion usually drawn in the academic debate on scarcity of resources. There are models developed for conflict sensitivity analysis and early tracing of prevention, yet no systematic research is being conducted. There is no international organization in charge operating at a multi-lateral level. And how does individual security such as food security relate to the general notion of security that includes whole communities? In the mid-1990s the concept of human security was developed. Before, security was a state-centered concept focusing on military security with regards to external enemies. In 1994 the United Nations Development Program (UNDP) wrote a report on human security that concluded that not wars between states was the major threat to security, but human factors like diseases, hunger and unemployment, and even one’s own state. This was the first time this concept and such problems were put on the global
JASON Magazine * Nummer 2 2013
21
Interview agenda. There is the Copenhagen school that incorporates the larger concept of security. This school acknowledges the fact that not just the state ensures security, but also (groups of) civilians. The school both broadened the concept by asking: what does security entail? – and deepened the concept: there are different levels and multiple actors involved. The concept of human security was pushed into the background due to the recent focus on the state-centered war on terror. Regarding the multi-causality of conflicts, can you think of conflicts that are not related to land or food insecurity? Well, most conflicts are indeed related to land, but some might not be to food security at all. The Second World War, the conflict in Northern Ireland, Kashmir in India at 6000 meter altitude, these are all conflicts over contested areas, irrespective of food per se. Congo is a good example of a conflict on land, but definitely not on food considering the conflict entrepreneurs that benefit from coltan and gold trade while the conflict is maintained.
Current issues and food security
Mr Rabbinge, do you see a relation between the current social unrest in the Middle East and food insecurity? In general, social unrest can indeed be due to insufficient food. An example includes the Carnation Revolution in Portugal of 1974 that was partly caused by high food prices, especially bread. I was in contact with Mrs Mubarak just before the revolution broke out in Egypt. She admitted that the Egyptian government should have invested in agriculture and the farmer class more, but that is was too late already. The choice of crops however did not play a role in the Egyptian revolution; after all, there are limited potentials of the available land in many places. Egypt is an extreme case: it is totally dependent on the water of the Nile and it has relatively little arable land available. Therefore it is wise to produce grains and other high valuable crops such as rice and cotton since the financial benefit is high. The rice revenue is amongst the highest in the world in Egypt: 12 ton per hectare.
Mr Rabbinge, how do you see the Africa’s future with regards to food security? I am part of AGRA, the Alliance for the Green Revolution in Africa. This Alliance was initiated by a report on food in Africa, intended for promotion of agriculture in Africa and exploring the potential of agriculture in the region. AGRA does not have an advisory role; on the contrary, it founds and funds large scale interventions and networks. We also cooperate with local cooperatives and provide sowing seeds. So AGRA does not invest in large scale irrigation schemes, yet does develop soil improvement programs, and some smaller scale supplementary irrigation plans. Concerning irrigation: the best irrigation is soil fertility enhancement. AGRA’s interventions have to meet five main criteria: 1) good agro technology has to be applied; 2) effective investments have to be made; 3) capacity building has to be enhanced; 4) institutions and markets have to be efficient; and 5) there has to be political will for change for the better. If all of these are met, hunger will be eliminated in Africa and the continent even has the potential to export food. Therefore, the main criterion for crop choice is whether it is has the potential to eliminate hunger; the so-called bread basket approach. Mr Frerks, to conclude, how do you see Europe’s future with regards to food security? In Europe the Mediterranean countries get an increasing amount of subsidies for diverse purposes, including agriculture. In the Netherlands we see an economy of excess although 1 million people are dependent on the food banks. Also, our intensive agriculture might lead to problems. We have to see how tenable this combination of factors turns out to be in the context of the financial crisis. Our overproduction is dumped in poor countries; it is a development of remuneration. In the Netherlands, there is no agricultural department at the Ministry of Development anymore. So in terms of international aid, the budget for developmental aid focusing on agriculture decreased from approximately 20 to 30% to 2 or 3% of the total developmental aid budget. These are significant developments. Anyhow, all over the world food insecurity is a matter of distribution, not a lack of money. ■ Machteld Galema is afgestudeerd aan de Wageningen Universiteit in Waterbeheer en heeft ook een bachelor Europese Studies. Ze werkt momenteel bij het Netherland Water Partnership, een publiek-private netwerkorganisatie die optreedt als onafhankelijk coördinatie- en informatiepunt voor de Nederlandse watersector.
www.stichtingjason.nl
Mr Frerks, how do you regard the current developments in the Middle East? Egypt had indeed problems with food availability, but this was indeed not the main cause for unrest, considering the role of the army and the Muslim Brotherhood. The revolutions in Tunisia, Libya, and Syria are definitely not conflicts caused by food insecurity, but due to suppression of identity by national regimes in combination with dissatisfaction of economics tightening circumstances, and unemployment of youth. There have been some bread riots every now and then, yet neither structural nor sys-
tematic.
Oxfam starts its campaign against land grabs in front of the British parliament. Foto: Oxfam
22
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Verslag
JASON’s work session
Food Scarcity and International Security The JASON Institute organized a work session titled ‘Food Scarcity and International Security’, during the Earth Charter conference. Mr. Pim Kraan, Mrs Marjolein de Ridder and Mr Marco Hekkens were invited. Machteld Galema
Mr Pim Kraan, a former Médecin Sans Frontières employee who currently works for the Dutch Ministry of Foreign Affairs, first shared his vision on the broader interaction between scarcity and conflict. He introduced his work in Congo where he supports the mining of conflict-free minerals for fair phones and other electronic devices. In accordance with the incentive of trade he set up a system that ensures Congolese miners a market for their product, in exchange for reasonable labor conditions for the workers. In effect, chances of conflict are reduced by creating a stable economy where it does not pay off anymore – literally – for militias to mine these minerals. Mrs Marjolein de Ridder explores the issues of food production and mineral mining as a strategic policy analyst at The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS). She elaborated on key causes of food scarcity such as dysfunctional institutions, corruption, and insufficient infrastructure available for farmers worldwide, as well as uneven distribution and augmented prices. The last speaker was Mr Marco Hekkens, a former marine officer who currently researches migration to urban areas and
water bodies worldwide. He vividly reported on his most recent experiences as an armed officer in the Democratic Republic of Congo. He witnessed how conflict relates to food production and how this combination affects local communities. When farmers cannot plough their land anymore because of the danger of mine fields, they are unable to grow food on their land. Unemployed young men then become appealing recruits for militias or the armed forces. Therefore, the impact of conflict on farming communities becomes a cause in itself for the continuation of conflict. Knowledge on food production slowly vanishes while an increasing number of families depend on the income of fathers employed by armed forces. With its working session, the JASON Foundation succeeded in highlighting the security aspect of (food) scarcity during the ‘Our Moving Borders’ conference. Tackling the earth’s challenges of global warming and food scarcity are monumental tasks, let alone saving our planet from the conflicts caused by these challenges. ■
JASON Magazine * Nummer 2 2013
23
Holodomor
www.stichtingjason.nl
The horrific hunger of Ukraine’s Holodomor
Refugees are escaping the area of starvation in 1932-1933 Foto: The Ukrainian Museum Archives
24
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Holodomor
The 1932-1933 mass starvation as a result of collectivization and as a tool of repression Hunger is a basic tool of warfare, effective yet unpredictable. There is no consensus on whether hunger functions better as a silencer or as an ignition spark. Striking at the bottom of the Maslow’s pyramid, it promptly makes the whole structure of human life and dignity crumble to the feet of tyrants. Sometimes, however, the hunger buries the perpetrator itself under the shards of social unrest and violence. natalia Kadenko
Z
imbabwe’s controversial leader Robert Mugabe remains in power, despite international condemnation and his policies of food-deprivation terror towards those not loyal to him. The coalition of Meles in Ethiopia came into power while fighting the famine created by its predecessor – only to start using the same technique against their own opponents. During the Second World War, the Dutch Hunger Winter and the siege of Leningrad netted heavy population losses and demoralization, yet the latter didn’t do much for the victorious progress of German army, while the former, in the end, proved to be just a notch in the Allies’ ultimately successful liberation efforts. The Khmer Rouge benefited from hunger, killing off thousands of ‘enemies of the people’ in labour camps, but did they consciously plan it in their delusion for a perfect agricultural society? For a ruler, opting for hunger as a means of warfare does not seem rational at first glance. It seems to be a rather unreliable and inefficient tool for winning a war or furthering one’s political agenda. People can certainly be scared into submission, but what if they realize they’ve got nothing to lose and attack the guards and storages? Or perhaps it is easier to push even more to let the “problematic” groups of people die out of hunger, thus eliminating the problem altogether? Holodomor (literally – “extermination by hunger”), also known as the famine of 1932-33, took place in the former Soviet republic of Ukraine. While mass starvation was registered on large parts of the former Soviet Union (including Byelorussia, Kazakhstan, the Northern Caucasus and the lower Volga areas), the hunger in Ukraine is the most well-known and infamous of them all. All the above-mentioned territories have suffered, but the scientists agree that in the case of Ukraine, the hu-
JASON Magazine * Nummer 2 2013
man factor was crucial to creating hunger and population losses of these horrendous proportions.
Collectivization in Ukraine
Since early 1928, the Stalin regime that ruled the USSR aimed at “radical reorganization of society” on the huge territory under its command. This task consisted of three components: industrialization, collectivization of the agricultural production and cultural revolution1. The industrialization process that has been well on its way in Western Europe was lagging behind in the mostly agrarian Soviet Union. Building socialism and protecting the newly created ‘proletarian heaven’ required heavy industry, and quickly so. In practice, it meant that the majority of the state’s resources were directed towards that goal; the needs of the population had to be mostly satisfied by propaganda and by the possibility of becoming a cheap workforce in the industrialization fever of the USSR. The second part of the task, the collectivization of the agricultural production, aimed to support the industrialization effort by supplying food and money from exporting food abroad. According to the first five-year plan, the grain production in the USSR was to increase from 73,1 ml tons in 1927/28 to 105,8 ml tons in 1932/33. (The actual production in 1932 turned out to be 50-50,6 tons, or 1.3 times less than before the beginning of the collectivization)2. This was an ambitious task. It could, in the eyes of the regime, only be fulfilled by the drastic reorganization of the production mode from individual to collective production, by creating kolkhozy (collective farms). In czarist Russia, the majority of agricultural produce came from ‘kulaks’ (relatively rich farmers). So, the first logical step for the regime to take, was to accuse those farmers of not cooperating
25
Holodomor sufficiently with the Soviet authorities3 and to take away their accumulated wealth by force. The former kulaks were disowned of their property and sent to gulags, where they were punished for the crime of entrepreneurship by becoming slave labourers of the industrialization. Furthermore, the less wealthy farmers were “persuaded” to give up their property into the state ownership, with promises of a bright future in the kolkhoz as their compensation. In practice, it meant long hours of work on the land that didn’t belong to them, with little to no compensation, while their former cattle suffered from neglect in the big communal stable. Their primary means of survival remained the small patches of the “by-house” land where some food could be grown. When many people chose to slaughter and destroy their property instead of giving it up, it dealt another blow to the speed and quality of agricultural production. To fulfill the regime’s plan of food exports, grain and other products were being fully confiscated, with barely anything left to plant for the next years. The Soviet government chose for substantial exports in order to fund the industrialization effort and the arms race with the United States. Needless to say, the centralized production, distribution and export of food was incapable of functioning without direct control and explicit orders from above. Due to the lack of connectivity and personnel, such orders and instructions were often inefficient and disastrous, when they managed to arrive at all. The mismanagement and ineffective use of resources made the hunger an unavoidable reality.
rous times throughout its history, the latest of which was as recent as 1918, and they were becoming increasingly hostile to the new Soviet regime when it tightened its grip on power during the 1920s. Therefore, the situation was potentially volatile and could result in another mass rebellion that would not only threaten the collectivization effort, but the Soviet regime in Ukraine as a whole. The collectivization was not going smoothly, but it was vital for the needs of industrialization that people formed the production units and worked to their fullest. Propaganda started falling on deaf ears with the people who were losing the work of their forefathers and who experienced cognitive dissonance: the ideology of a new, fair order for workers and peasants was becoming a tool of repression and exploitation. The promises of help and future prosperity that the Soviet power generously gave out to the supporting proletarians turned out to be a deception. When thousands of people started to fall victim to the ill-thought economic experiment, the reaction of the Party was silence and sanctions against their own members who
“Armed with pitchforks and axes, villagers rebelled and even managed to temporarily eliminate the Soviet power in a number of places.”
www.stichtingjason.nl
Combating collectivization
26
The man-made nature of the hunger, as well as the methods of terror, are obvious. But how did the Holodomor transform from the failure of an economic experiment to a refined tool of mass repression? To begin with, it was already evident in 1928 that the country was on the brink of hunger in future due to the crops failure. Ukraine required aid and imports of food instead of producing surpluses for exports. Nevertheless, these troubling realities were ignored, and the collectivization proceeded. The rural population in Ukraine has traditionally been the keeper of its culture and language (also through the two decrees explicitly forbidding its use). Compared to the city dwellers, the villagers were less prone to foreign influences. Rural areas provided solace and inspiration for the idealistic free thinkers of the beginning of the twentieth century, and in the course of history they often formed the basis for rebellious ideas. The Ukrainian people had attempted to gain independence nume-
dared to question the policy. The anti-Soviet resistance movement in Ukraine was sporadically active in the early 1920s. It pursued the goal of independence of Ukraine and undermining the Soviet power. As a result, the Soviet secret service marked this political opposition as “political banditism”, as distinguished from “criminal banditism”.4 The next peak of activity took place in 1930-1931 in response to collectivization, when the food shortage first kicked in. Armed with pitchforks and axes, villagers rebelled and even managed to temporarily eliminate the Soviet power in a number of places. Altogether 4098 acts of rebellion were registered in 1930, with the total number of 956587 participants.5 Unlike the resistance movement of the 1920s, these uprisings were mainly inspired by economic and social motives and demanded the return of property and ceasing of mass displacement of the ‘rich’. Needless to say, the movement was suppressed, but
JASON Magazine * Nummer 2 2013
the need of drastic measures against the rural population was apparent if the collectivization was to be finished. The hunger continued and also became a tool of punishment to enforce submission.
The ‘whining’ of the starving
The true scope of the disaster, as well as tremendous losses in production facilities, became apparent at the beginning of 1932. Dead bodies of starved villagers were not an unusual sight in cities where farmers fled in a desperate attempt to get help. The lack of food was promptly attributed to ‘local twisting’, sabotage. “Any talk about a ‘hunger’ in Ukraine has to be
Holodomor
Both the human and the animal population was devastatingly hit by Ukraine’s famine. Foto: State Archive of Ukraine
unquestionably dismissed,” according to a letter to J. Stalin from April 1932.6 In a letter of his own from June 1932, the leader expressed his annoyance: “Tens of thousands of Ukrainian kolkhoz workers are still moving all over the European part of the USSR and are hindering our kolkhozy with their complaints and whining”.7 A special decree of the Politburo of the Central Committee of the Communist Party of Ukraine from 1933 forbade the Ukrainian kolkhoz workers to travel outside their villages. No tickets to destinations outside Ukraine were to be sold to Ukrainian villagers not holding a special permit, and leaving their kolkhoz would be
punished by arrest. Military units were to protect the cities from the hungry villagers entering in search of food. The observed mass exodus was attributed to the “enemies of the Soviet power” who must have organized it “for propaganda purposes”.8 Mentioning the death toll of the Holodomor is enough to start a heated discussion, which quickly strays away from the scientific field. The reason is, among others, that the data available is not always complete and truthful. The subject was taboo in the Soviet Union. The first documents on the demographic data in the USSR during the Holodomor were not released until the 1980s, and new evi-
JASON Magazine * Nummer 2 2013
dence keeps resurfacing still. In 1988 an Independent International Commission of Inquiry was formed. According to its findings, Ukraine’s losses comprised more than three million people. If the decreased birth rate and immigration from the rest of the territory of the USSR in later years is taken into account, Ukraine’s losses grow up to ten million people, the largest number among the territories that suffered from famine at that time. These numbers are seen on the information stand next to the Holodomor memorial in the centre of Kyiv, the capital of Ukraine.
Mass hunger as mass repression
27
Holodomor Was the Holodomor planned in its entirety, from start to finish? Considering what we know and the documents available, it seems doubtful. Was it used as a tool to crush resistance when people’s lives could have been saved? It most certainly worked. In a few years afterwards, collectivization was finalized and the brand new industries started polluting the atmosphere and producing weapons for the next war. Combined with isolation and terror, hunger provided a resource to radically rebuild Soviet society. Initial hunger ignited a flame of rebellion, but mass starvation dampened everything but the need for survival. The Holodomor remains a widely disputed topic among scientists, politicians and publicists. The discussion rarely stays unbiased due to the lingering sensitivity of the subject. Whatever the Holodomor really was, it served a crucial factor to enforce collectivization and to drastically reduce the number of the rural population. Thus, the Holodomor enabled the industrialization process as envisioned by those in power, generated profit from the sales of grain abroad and undermined the social base for possible resistance to the newly established communist regime. The weapon of hunger has been wielded with such devastating force and effectiveness in Ukraine during the previous century, that even the dictators of our time could not match it.■
www.stichtingjason.nl
The statue of ‘She who has no name’ at the Holodomor memorial in Kyiv. Foto: Matt. Create
28
Propaganda poster portraying the punishment of richer farmers or ‘kulaks’ Foto: http://www. diletant.ru/articles/10730484/?sphrase_ id=164211
“Dead bodies of starved villagers were not an unusual sight in cities where farmers fled in a desperate attempt to get help.”
Natalia werkt aan haar promotieonderzoek naar politieke problemen van internationale systemen en globale ontwikkeling in Oekraïne. Ze studeerde International Relations in Oekraïne en Nederland en rondde een minor Engelse vertaling af. Natalia liep stage bij de Oekraïense ambassade in Nederland en studeerde Duits in het kader van verschillende uitwisselingsprogramma’s in Duitsland. Naast haar studie heeft ze geschreven voor Debat en Vox Discipulorum. Haar professionele interesse ligt op het gebied van internationale immigratie en Europese immigratiepolitiek, milieubescherming en nucleair energiebeleid.
Eindnoten 1 Пятилетний план народно-хоз. строительства СССР, 3 изд., т. 1-3, М., 1930. 2 Трагедия советской деревнu (The tragedy of the Soviet village), Т. 3. С. 845, 851. 3 Из речи Сталина «О правом уклоне в ВКП(б)» на пленуме ЦК и ЦКК ВКП(б) в апреле 1929 г. 4 Подкур Р.Ю. Збройний виступ як радикальна форма опору радянській владі в УСРР в 1920-ті — початку 1930-х рр. (за матеріалами ВУЧК-ГПУ) // Історія України. Маловідомі імена, події, факти. — № 31 — Київ Інститут історії України НАН України, 2005. — C. 90—102.
5 Васильєв В., Лінн Віола. Колективізація і селянський опір на Україні (листопад 1929 – березень 1930 рр.). – Вінниця, 1997. – С.66. 6 Трагедия советской деревни. Коллективизация и раскулачивание. 1927 — 1939. Документы и материалы. В 5-ти тт. / Под ред. В. Данилова, Р.Маннинг, Л.Виолы. — М.: «Российская политическая энциклопедия» (РОССПЭН), 1999 — 2006. – T.3. – C.389. 7 Сталин и Каганович. Переписка. 1931-1936 гг. – Москва, 2001. – С. 179. 8 Постановление Политбюро ЦК КП(б)У по реализации директивы ЦК ВКП(б) и СНК СССР 23 января 1933 г.
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Verslag
JASON op bezoek bij Europa: “From policies to operational practices”
NAVO-top in Brussel Foto: U.S. Air Force Master Sgt. Jerry Morrison
Verslag door Christiaan Duinmaijer
Op 19 april vertrok JASON met een afgeladen bus vanuit Den Haag voor een studiereis naar de hoofdstad van Europa, Brussel. Daar zouden de deelnemers een bezoek brengen aan het Europese parlement en de Europese commissie, waar verschillende sprekers hen meer zouden vertellen over het defensiebeleid van de Europese Unie en de NAVO. De eerste spreker was Jan Visser, Defensie Counselor bij de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. Hij vertelde dat het Europese defensiebeleid pas in 2003 op gang is gekomen door de oprichting van de European Defense Agency (EDA) en dus nog in haar kinderschoenen staat. Wel loopt de Europese Unie voorop bij de integratie van de civiele en militaire kant van missies en met pooling and sharing. Hierbij proberen landen door nauwere samenwerking en het delen van middelen hun militaire slagkracht voor minder geld op peil te houden of te vergroten, waarbij de EDA een belangrijke coördinerende rol heeft. Hij gaf hierbij een aantal voorbeelden van door de EDA gecoördineerde samenwerkingprojecten, ondermeer op het gebied van satellietcommunicatie. De volgende sprekers, Mari Touminen en Mark Corner, gaven een korte inleiding over de geschiedenis en werking van het Europese parlement en Europese commissie. De laatste spreker gaf tevens een inkijkje in de verschillende concurrerende belangen en instellingen binnen de Europese Unie. Hij herinnerde de aanwezigen eraan dat, na het fiasco met de Europese defensiegemeenschap in de jaren vijftig, defensie pas in de jaren negentig weer bij de Europese Unie op de agenda kwam. Door de oprichting van de EDA kan de Europese Unie een belangrijke coördinerende rol spelen met succesvolle missies als Atalanta (antipiraterijmissie) als resultaat. Hij benadrukte dat de gecombineerde civiel-militaire aanpak van de Europese Unie zowel een kracht als een zwakte is, aangezien aan een conflict vaak veel
en complexe oorzaken ten grondslag liggen die niet eenvoudig en snel kunnen worden opgelost. De dag werd afgesloten met een enthousiaste vraag- en antwoordsessie met kolonel van Geel, lid van de Nederland Permanente Militaire Raad bij de NAVO. De aanwezigen waren ondermeer zeer benieuwd naar de inzet van de NAVO in Afghanistan en Syrië. Kolonel van Geel ging kort op de huidige ISAF-missie in en de aankomende vervolgmissie, “Resolute Support”. Duitsland zou graag bij deze trainingsmissie weer met Nederland willen samenwerken in Noord-Afghanistan, maar het is momenteel onduidelijk of er voldoende politieke steun voor de missie is in Nederland. Met betrekking tot Syrië gaf hij aan dat de NAVO niet zal ingrijpen in het huidige conflict in Syrië. Dit is enerzijds omdat een VN-mandaat ontbreekt en anderzijds omdat de leden van de Alliantie van mening verschillen over wel of niet interveniëren in Syrië. Verder sprak kolonel van Geel over het veranderende werkterrein van de NAVO, de toenemende samenwerking tussen de NAVO en andere landen en organisaties (o.a. China en Rusland) en binnen de NAVO. Hoewel hij de toenemende samenwerking tussen Europese legers toejuicht, wordt de succesvolle inzet van hun legers wel steeds meer van elkaar afhankelijk. Dit kan problematisch zijn als slechts een van beide wil deelnemen aan een missie. Ter afsluiting van deze interessante en geslaagde dag begaven de deelnemers zich naar Place de la Liberté. Daar konden zij onder het genot van een hapje en een drankje nog uitgebreid napraten en genieten van het zonnetje, voordat zij tevreden en wel weer aan de lange terugreis naar ons kleine kikkerlandje begonnen.■
JASON Magazine * Nummer 2 2013
29
Essay
We kunnen het n
www.stichtingjason.nl
Essay over Europa en defensie
Nederland is een vreemd land, en dat is het. Terwijl in Europa steeds meer samenhang groeit, gaat de Nederlander het Europese integratieproces steeds meer als bedreigend ervaren. Men heeft moeite met een EU die zowel de concurrentie bevordert als een beroep doet op onderlinge solidariteit. Na de Tweede Wereldoorlog schudde Nederland het oude neutraliteitsdenken van zich af en deed enthousiast mee met multilateraal overleg. Het verlies van onze koloniĂŤn werd merkwaardig snel gecompenseerd met een groeiende export van stijgende kwaliteit. Het Marshallplan is daarbij van grote waarde geweest. Onze open economie maakte ons gevoelig voor internationale ontwikkelingen, maar die zijn met enige ups en down goed opgevangen. Van een van de armere Europese landen horen wij nu bij de drie rijkste. In de peilingen zijn wij blijkbaar na Denemarken en Luxemburg ook de meest tevreden Europese natie. Dat zou je niet zeggen wanneer je dagelijks het ochtendblad leest. Bij de laatste verkiezingen heeft de Nederlander zich gelukkig weer meer van zijn nuchtere kant laten zien en niet voor extreme partijen gekozen. Maar de vraag blijft of hij goed door heeft waar onze belangen liggen. Willem van eekelen
30
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Interne markt en grensoverschrijdende problemen De meeste mensen erkennen wel dat economisch de interne markt van de Europese Unie voor ons gigantische voordelen oplevert. Dat geldt voor alle lidstaten, maar voor ons met onze hoge exportquote wel in het bijzonder. Wij willen dus zo min mogelijk beschermende maatregelen, wat wij vertaalden met de leuze dat wij open waren voor de wereld. Op dat punt hadden wij sympathie voor Amerika en ook voor Engeland dat evenals wij tegen Europese protectie was. Onze houding binnen Europa was gericht op het betrekken van Londen in de Europese integratie, met in het achterhoofd de gedachte dat wanneer Engelsen, Fransen en Duitsers het ergens over eens waren, wij naar alle waarschijnlijkheid ons zelf ook wel in die oplossing zouden kunnen vinden. Na de speech van Cameron waarmee hij aanstuurt op een referendum in 2017 verandert dit grondig, want Engeland doet in feite niet meer mee aan de vorming van nieuw Europees beleid en wil een aantal nog niet gespecificeerde - bevoegdheden terughalen naar de hoofdsteden. Dat is jammer, met name ook op veiligheidsgebied, want het VK beschikt evenals Frankrijk over militaire capaciteiten en is bereid die in te zetten, zoals in LibiĂŤ. Duitsland zou dat ook kunnen, maar is zeer terug-
Essay
t niet alleen
EU-buitenlandchef Catherine Ashton arriveert in Somalië Foto: European External Action Service
houdend jegens militaire inzet en zal die alleen overwegen na machtiging door de VN Veiligheidsraad. Engeland heeft helaas alleen oog voor de interne markt, maar niet voor de toenemende noodzaak om grensoverschrijdende problemen gezamenlijk aan te pakken. Dat is een geleidelijk proces. Met het Verdrag van Maastricht kwam daar twintig jaar geleden de component van justitie en binnenlandse zaken bij, die met opkomst van terrorisme, illegale immigratie, drugs en georganiseerde misdaad steeds belangrijker is geworden. Tegelijkertijd groeide een gemeenschappelijk buitenlands- veiligheids- en defensie beleid (GBVDB) In onze huidige turbulente wereld noodzakelijker dan ooit, maar tegelijk buitengewoon moeizaam. Oude gedachten over soevereiniteit kwamen weer boven, terwijl iedereen wist dat hij alleen niet in staat was effectief vredesoperaties uit te voeren. Europa was juist bedoeld om soevereiniteit te bundelen op die terreinen waar gemeenschappelijk optreden noodzakelijk werd.
De toekomst van de Europese Unie
Voordat wij nader ingaan op de huidige veiligheidssituatie en de rol van Nederland daarin, nog een woord over onze toekomstvisie. De Europese verdragen spraken over “steeds nauwere Unie” en voor
mij is dat voldoende. Termen als ‘politieke unie, “federatie” en vandaag “bankenunie” hebben het grote nadeel dat niemand begrijpt wat er mee bedoeld wordt en men (ten onrechte) bang wordt voor een Europese Superstaat. Zelf heb ik zes jaar de West Europese Unie mogen leiden, maar dat was alles behalve een Unie. Het was
“Dit is geen pleidooi voor een Europees leger, wel voor Europese capaciteiten die efficiënt en snel kunnen worden ingezet.” gewoon intergouvernementeel overleg volgens het unanimiteitsbeginsel (net zoals de NAVO) en alleen bij agressie tegen een van lidstaten hadden de anderen de plicht militair op te treden. Dat ging dus verder dan de artikel 5 van het NAVO-verdrag dat in zo’n geval discretie laat bij het bepalen van de noodzakelijke middelen.
JASON Magazine * Nummer 2 2013
In dezelfde lijn ligt mijn bezwaar tegen degenen die in de VVD zeggen dat Europa geen doel is maar een middel. Een nutteloze discussie. Als Europa de enige manier is om onze welvaart te behouden en zelfs te vergroten, dan is het toch ook een doel Tertium non datur. En als in de bankencrisis blijkt dat meer en beter toezicht op Europees niveau nodig is, dan zijn wij toch bereid bevoegdheden over te dragen aan de Europese Commissie en aan de Europese Centrale Bank. Is het dan niet beter om praktisch te blijven en te zeggen: als we besluiten tot gemeenschappelijke actie op een nieuw terrein dan moet de EU in staat zijn om daartoe besluiten te nemen en die vervolgens ook uit te voeren. Dat zal een geleidelijk proces zijn, maar vaak sneller dan wij denken. Vroeger vonden wij onderwijs een louter nationale zaak, maar toen onze studenten in het buitenland wilden werken was het wel nodig om te komen tot erkenning van diploma’s en de daar aan te stellen eisen. Toen recent een arts, die in Nederland zijn ambt niet meer mocht uitoefenen, maar wel in Duitsland bleek te werken, riep plotseling iedereen om een Europese zwarte lijst. Een constante lijn in het Nederlandse Europabeleid was het belang van een sterke Europese Commissie. Alleen die Commissie is in staat Europese belan-
31
Essay gen te definiëren die uitstijgen boven de nationale belangen van de grote lidstaten en doet pas voorstellen nadat zorgvuldig is nagegaan hoe in alle landen over een onderwerp wordt gedacht. Soms gaat de Commissie inderdaad teveel in detail, maar dan is het aan de Raad en het Europees parlement om dat te redresseren. Bij alles wat er in Brussel gebeurt zijn wij zelf aanwezig. Met het Verdrag van Lissabon is het subsidiariteitsbeginsel uitdrukkelijk gehuldigd, d.w.z. dat Europa alleen zaken moet aanpakken die het beter kan doen dan de lidstaten afzonderlijk. Bovendien heeft het Europees Parlement zich uitstekend ontwikkeld en is een factor van betekenis geworden. In de bankencrisis heeft het Parlement de Raad gedwongen het zgn ‘six-pack’ concreter te maken. Kritiek dat Europa te weinig democratisch zou zijn , snijdt weinig hout. In Nederland kiezen wij ook niet onze premier of zijn ministers. Bovendien komt het huidige systeem van benoemingen meestal goed uit voor de kleinere landen, kijk naar van Rompuy en recent Jeroen Dijsselbloem.
De Europese defensiecomponent
www.stichtingjason.nl
Nu defensie. Na de val van de Berlijnse muur en het einde van de Sovjet Unie heeft defensie een andere dimensie gekregen. Het is niet meer nodig een sector van West Duitsland te verdedigen tegen een aanval van het Warschaupact. Militaire middelen zijn een ondersteuning geworden van buitenlands beleid zoals het nastreven van een multi-etnisch Bosnië of het ondersteunen van regimes in Irak en Afghanistan. Daarmee wordt het heel moeilijk te bepalen welke capaciteiten de individuele landen nodig hebben, want de dreiging verschilt per geval en hun opera-
ties zullen altijd gezamenlijk plaatsvinden. In praktijk heeft Europa wel een 24-tal kleine operaties uitgevoerd, maar optreden op grotere schaal is alleen mogelijk in NAVO verband met Amerikaanse steun op het gebied van bijtanken in de lucht, het uitschakelen van luchtverdediging op de grond en het verkrijgen van een actueel inlichtingenbeeld. Paradoxaal is dat Europa jarenlang meer troepen onder de wapenen had dan de VS, maar er heel wat minder mee kon. Even leek het er op in 1999 dat Europa een deel van haar krachten zou bundelen toen Chirac en Blair in St Malo het initiatief namen om Europese eenheden gereed te houden voor vredesoperaties onder Europese vlag. We besloten wel tot de Helsinki Headline Goals van 60.000 man, beschikbaar voor een jaar en binnen 60 dagen te mobiliseren. Later werden dit 19 Battlegroups van 1500 man, waarvan telkens twee “op wacht” en in staat binnen een week op te treden. Zij zijn echter nooit ingezet. Hetzelfde gold overigens ook voor de NATO Response Force van 25.000 man. Ook het European Defence Agency dat in 2003 werd opgericht voor gemeenschappelijke behoeftestelling, onderzoek en acquisitie heeft dusver weinig kunnen bereiken, grotendeels door Engelse tegen2pa is op veiligheidsterrein nog steeds geen ‘global player’. Wij proberen wel met ‘pooling and sharing’ het rendement van onze inspanning te verhogen en duplicaties te voorkomen, maar dit initiatief is toch vooral bedoeld om bij dalende budgetten nog enige gevechtskracht in stand te houden. De VS richten zich steeds meer op Azië en in het bijzonder op China, dat een economische macht geworden is en zich
Willem van Eekelen (links) spreekt met de NAVO over een Amerikaanse basis in Turkije. Foto: SRA Matthew Hannen, USAF
32
JASON Magazine * Nummer 2 2013
maritiem assertiever gaat opstellen. Daarmee gaan de buurlanden van China zich steeds positiever gedragen tegenover een Amerikaanse presentie. Zelfs Australië krijgt nu een basis met 2500 Amerikaanse militairen. President Obama lijkt zich in zijn tweede termijn positiever tegen Europa aan te kijken in het besef dat de VS en Europa de enige gebieden zijn waarin, ondanks verschillen, toch in grote mate gelijk gedacht wordt over democra-
“Paradoxaal is dat Europa jarenlang meer troepen onder de wapenen had dan de VS, maar er heel wat minder mee kon.” tie, de rechtstaat en mensenrechten. Hij verwacht daarbij wel dat Europa meer eigen verantwoordelijkheid zal nemen. Van zijn kant heel begrijpelijk, want Europa is redelijk veilig.
Effectieve besluitvorming op defensiegebied Binnen de EU is het GBVDB niet onderworpen aan de communautaire methode van: voorstellen door de Commissie, besluitvorming door de Raad van ministers en co-decisie van het Europees Parlement, gevolgd door rechtsmacht van het Hof van Justitie. Deze hele beleidssector is intergouvernementeel gebleven. Geen meerderheidsbesluiten. Geen formele rol van het Europees Parlement. Geen initiatiefrol voor de Commissie, maar sinds Lissabon wel voor een Hoge Vertegenwoordiger, die tegelijk vice-voorzitter is van die Commissie. Misschien komt daar eind 2013 enige verandering in wanneer de Europese Raad een zitting zal wijden aan de defensiesector, inclusief het materieel beleid. Dan zal daar nog veel aan gedaan moeten worden, want de lidstaten zijn wel bereid tot gezamenlijk optreden, mits daar een nationale soevereine beslissing aan vooraf gaat. Niemand wil de bevoegdheid tot het uitzenden van militairen met de daaraan verbonden risico’s overlaten aan een internationaal orgaan (behoudens in geval van agressie tegen een lidstaat). Dat betekent dat in de meeste landen de besluitvorming meestal te laat komt om invloed te kunnen hebben op een slechter wordende veiligheidssituatie. Dat geldt niet voor Engeland en Frankrijk waar pre-
Essay
Een Duits fregat dat onder Europese vlag vaart in de antipiraterijmissie Atalanta. Foto: Rock Cohen
sident en premier daartoe kunnen besluiten zonder voorafgaande goedkeuring van het parlement. In Duitsland en Nederland is die machtiging nodig en leidt tot moeizame besluitvorming getuige het Kunduz mandaat voor een missie met politietraining als doel. Voor civiele missies is een dergelijk mandaat niet vereist, vandaar dat de WEU in 1993 kon besluiten tot een blokkade van Servië op de Donau omdat die met politie en douaneambtenaren werd uitgevoerd. De vraag is nu of met het parlement een afspraak tot een zekere pre-delegatie mogelijk is. Uiteraard blijft de parlementaire controle gehandhaafd, maar die zou zich dan ten dele verplaatsen naar een later tijdstip, wanneer uitzending reeds heeft plaatsgevonden. Dit wordt belangrijker naarmate “pooling and sharing” gaat plaatsvinden, want dan moeten de partners er van op aan kunnen dat de gemeenschappelijke capaciteit inderdaad ter beschikking komt. Gezien de neiging van onze Tweede kamer om steeds meer op de stoel van de regering te gaan zitten zal het niet makkelijk zijn de voorwaarden voor die pre-delegatie te formuleren, maar voor een plotseling escalerende crisis moet het mogelijk zijn. Anders zou veel van de bestaansredenen voor onze sa-
menwerking – en eigenlijk ook voor onze krijgsmacht dreigen te vervallen. Dit is geen pleidooi voor een Europees leger, wel voor Europese capaciteiten die efficiënt en snel kunnen worden ingezet. Nederlandse militairen hebben zich een uitstekende reputatie verworven en zijn goed geoefend in vredesoperaties.
“Europa is op veiligheidsterrein nog steeds geen ‘global player’” Thans is behoefte aan een Europese veiligheidsstrategie, die militair en civiel optreden aan elkaar koppelt en gebruik maakt van de vele instrumenten waarover de EU beschikt. Dat laat de NAVO onverlet, maar die blijft toch vooral een militaire organisatie en transatlantisch consultatieforum en beschikt niet over de civiele middelen. Bij het optreden tegen piraten en hun berechting is de Europese Atalanta operatie effectiever dan de Ocean Shield van de NAVO. Beide operaties JASON Magazine * Nummer 2 2013
hebben een nieuwe dimensie toegevoegd aan het optreden van de marine, ook voor de inzet van onderzeeboten als onzichtbaar observatie platform. Overigens geldt voor beide organisaties dat men niet snel weer tot grootschalige grondoperaties zal beslissen. Dat betekent ook aanpassing van de Nederlandse planning van onze strijdkrachten. Een les uit het recente verleden lijkt te wijzen op een behoefte aan actuele terreininformatie, dus langdurig beschikbare drones, met daarnaast ‘special forces’ die snel in een verwarde situatie kunnen optreden en helikopters tot hun beschikking hebben. Een geheel nieuw onderwerp is de kwetsbaarheid van onze ICT systemen, zowel civiel als militair voor ‘cyber war’. De vorige minister van defensie heeft daar terecht prioriteit aan toegekend.■ Dr Willem van Eekelen was staatssecretaris van defensie (1978-81), van Europese zaken (1982 –86) en minister van defensie (1986 – 88). Van 1989 – 94 was hij secretaris generaal van de West Europese Unie en vervolgens 8 jaar lid van de Eerste Kamer en van de Noord Atlantische Assemblee.
33
Volgende Magazine
Het volgende JASON Magazine staat in het teken van
Koninkrijk
www.stichtingjason.nl
in Oorlog
34
Ons koninkrijk bestaat 200 jaar en daarom behandelen we historische en toekomstig nationale veiligheidsvraagstukken. - De Verenigde ProvinciĂŤn en de Militaire Revolutie - Nederlandse zeevaarders uit de Gouden Eeuw - Nederland in de Korea-oorlog - Nationaal leger in een Europese context - Nederlandse bijdrage aan vredesmissies in Afrika - Immigratie en veiligheid
JASON Magazine * Nummer 2 2013
Over JASON
Volg Stichting JASON ook online
JASON Institute
@stichtingjason
www.stichtingjason.nl
Wat is Stichting JASON? Stichting JASON is in 1975 opgericht door een aantal jongeren met als doel om te informeren over internationale vrede- en veiligheidsvraagstukken. De afkorting JASON staat voor Jong Atlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland. JASON Magazine JASON informeert op twee manieren. In de eerste plaats door de uitgifte
van dit magazine, dat vier keer per jaar verschijnt. Elk magazine heeft een thema gerelateerd aan internationale vrede- en veiligheidsvraagstukken. Ten tweede organiseert JASON tal van activiteiten, zoals lezingen en excursies. JASON heeft geen leden, het magazine is gratis verkrijgbaar voor iedereen en alle geïnteresseerden zijn van harte welkom om aan onze activiteiten deel te nemen.
Oproepen Word gratis abonnee! Het magazine is gratis verkrijgbaar voor alle geïnteresseerden. U kunt uw contactgegevens sturen naar redactie@stichtingjason.nl voor een abonnement. Vacatures • Vormgever: wil je bijdragen aan de vormgeving van JASON magazine? We zijn op zoek naar goede, vrijwillige vormgevers. Mail naar redactie@stichtingjason.nl voor meer informatie. • Redacteur: wil je artikelen schrijven voor JASON? We zijn op zoek naar vrijwillige redacteurs die kennis van internationale betrekkingen
Doneren
JASON wordt mogelijk gemaakt door hardwerkende vrijwilligers die het als hun missie zien om de maatschappij te informeren over internationale vrede- en veiligheidsvraagstukken. De activiteiten van JASON kosten geld en daarom willen we u vragen om bij te dragen aan onze missie. JASON heeft de ANBI -status (Algemeen Nut Beogende Instel-
hebben en talent voor schrijven. We werken vooral met studenten, maar voel je ook geroepen als je niet meer studeert. Mail voor meer informatie naar redactie@stichtingjason.nl. Adverteren Het is voor iedereen mogelijk om via ons magazine, online en/of tijdens activiteiten te adverteren. Onze doelgroep is (jonge) academici met interesse voor internationale betrekkingen. Neem voor informatie hierover contact op met redactie@stichtingjason.nl en/of info@stichtingjason.nl.
ling), wat het belastingtechnisch aantrekkelijk maakt om een donatie te doen aan de Stichting. Het rekeningnummer van de Stichting is 667315802. Voor meer informatie kunt u contact opnemen via info@ stichtingjason.nl.
JASON Magazine * Nummer 2 2013
35