Stichting Lezen presenteert
iedereen leest voor
Stichting Lezen staat voor het intense plezier van lezen en wil haar passie met velen delen.
iedereen leest voor Voorlezen is de voorbode voor een leven lang leesplezier. Voorlezen kan op elk moment van de dag. Een ritueel voor het slapen gaan, om de dag te starten of tijdens de middagpauze. Voorlezen opent nieuwe werelden en prikkelt onze fantasie. Een moment om te koesteren, vanwege het verhaal, het samenzijn en het plezier. Voorlezen is fijn voor kinderen, maar niet alleen voor hen. Ook volwassenen worden graag voorgelezen. Een moment van rust, om weg te dromen bij verhalen. Als lezen moeilijk wordt, is het fijn om voorgelezen te worden.
Want voorlezen is van iedereen, voor iedereen. Van 0 tot 99. Lees vaker voor! Voorlezen is plezier voor twee of meer. Vier auteurs schreven een verhaal of gedicht om voor te lezen. Vier lezers vertellen over de plaats die voorlezen in hun leven inneemt. Stichting Lezen deelt hun verhaal met u. Wil je meer boeken om voor te lezen of heb je zelf een voorleestip? Op www.voorlezen.be vind je de leukste voorleestips en op www.iedereenleest.be vind je duizenden boekentips. Iedereen Leest is een project van Stichting Lezen in samenwerking met NMBS.
INHOUD
Oscar van den Boogaard Hetzelfde boek was als hetzelfde bed
5
Jean Paul Van Bendegem leest voor aan zijn echtgenote
6
Evelien De Vlieger De verjaardag van Minette
9
Kleine Cosette leest voor
13
Bernard Dewulf Meisje
14
Brigitte Danneels leest voor aan mensen met dementie
18
Maud Vanhauwaert U heeft mooie ogen
20
Erhan Demicri leest voor in Foyer
23
Leestips
26
Oscar van den Boogaard Hetzelfde boek was als hetzelfde bed Hetzelfde boek was als hetzelfde bed. In dat bed zouden we dicht tegen elkaar aan liggen lezen. Ik zat in een trein naar Zwitserland tegenover een Duits meisje. Ze droeg een rokje en kniekousen. Haar wollen truitje leek zo zacht dat ik dacht dat ze van vorm zou veranderen als ik haar aanraakte. Zij was op weg naar kostschool. Ik ging naar mijn tante die bovenop een berg woonde. We lazen allebei Le Diable au corps van Raymond Radiguet. Een roman uit 1923 notabene! Dit kon geen toeval zijn, vond ik, we waren voor elkaar bestemd. Ik had een woordenboek op mijn schoot en zocht moeilijke Franse woorden op. Achter het raampje stroomden rivieren en wezen bergtoppen trots omhoog. Langzaam openbaarde zich aan mij het geheim van de liefde in een boek vol uitroeptekens! Want die horen nu eenmaal bij verliefdheid! Een paar dagen later, toen ik mijn boek uit had en de heldin uit puur liefdesverdriet gestorven was heb ik het meisje opgebeld. Ze vertelde dat ze een dag in een politiecel in Zürich had vastgezeten omdat ze in een warenhuis een lip-stick, een zijden shawl en chocolade had gestolen. Vooral die chocolade vond ik vertederend. Korte tijd daarna werd ze van kostschool gestuurd en de nonnen wilden niet vertellen waar ze naartoe was gegaan en zij belde me niet meer. ◀ 5
Jean Paul Van Bendegem leest voor aan zijn echtgenote Ik hou van voorlezen. En evengoed van voorgelezen worden. Je hebt een bevoorrecht publiek, een publiek van één persoon. Door voor te lezen ga ik op een andere, bewustere manier om met een boek en het verhaal. Het idee om in stilte te lezen is trouwens erg recent. Denk maar aan een kloosterorde waar er ’s middags tijdens het eten altijd werd voorgelezen. Het stil lezen dateert vermoedelijk van de periode van de Karolingers. Daarvoor, in de vroege Middeleeuwen, werd stil lezen als verdacht beschouwd. Door voor te lezen leer ik aspecten van een tekst kennen die me niet opvallen als ik stil lees. Ik krijg een beter besef van het geheel en sta meer stil bij de samenhang tussen de paragrafen. Ik kom uit een gereformeerd protestants gezin dat ik zelf altijd omschrijf als a-cultureel. We waren niet cultureel maar we waren ook niet anti-cultureel. In huis lagen welgeteld twee boeken. Het ene was de Statenbijbel, waarin we moesten lezen. Het andere boek was een tweedelig overzichtswerk over WOII waarin we niet mochten lezen. Elke middag, na het eten, las mijn vader een passage voor uit de Statenbijbel. Er werd dus wel voorgelezen maar ik zag het niet als voorlezen omdat het een andere functie had. 6
Jean Paul Van Bendegem is wiskundige en filosoof en als hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie verbonden aan de VUB.
Als ik nu voorlees, maak ik er een punt van om echt te lezen. Die oefening van het lezen bewust te maken. Dat gaat uiteraard een stuk trager maar die traagheid, daar gaat het bij voorlezen juist over. â—€
8
Evelien De Vlieger De verjaardag van Minette Minette is een kat die graag in haar eigen kostje voorziet. Elke ochtend rekt ze zich uit, eerst haar voorste poten, dan de achterste. Daarna eet ze haar bakje blikvoer leeg, ook al zijn het gore brokken in gelei. Als ze klaar is, krabt de baas haar op precies de goeie plek… en daarna is er nog tijd zat voor de prooi van de dag. Maar vandaag is niet zomaar een dag. Vandaag is Minette jarig, haar eerste. En op haar verjaardag wil ze iets meer dan een vogel. Twee vogels bijvoorbeeld. Of iets nieuws dat ze uit de lucht kan plukken en tegen de grond kan drukken, iets spannends. Dus als ze van onder haar poot een stem hoort in de plaats van paniekerig getsjilp, schrikt ze niet echt. Een sprekende vink, denkt ze, dat had ik nog niet. ‘Hé poesje,’ zegt de stem. ‘Als je me loslaat, heb ik iets beters voor je.’ ‘Ik ben niet dom,’ zegt Minette. ‘En noem me ook geen poesje.’ ‘Als je me spaart, leer ik je vliegen. Wat denk je daarvan?’ ‘Waarom zou ik dát willen? Ik ben toch geen vogel?’ zegt Minette. ‘Je zegt het zelf. Je wilt toch komen waar de vogels zijn? 9
Beeld je eens in, al die gevleugelde maaltijden, binnen jouw bereik.’ ‘Ik snap het al…’ likkebaardt Minette. ‘Je mag het me leren. Maar als je me bedot, vreet ik je op.’ Het vinkje neemt Minette mee naar de hoogste boom. ‘En nu klimmen,’ zegt hij. Het is een heel eind tot de top, maar de vink praat Minette omhoog. ‘Je hebt hoogte nodig,’ zegt hij, ‘anders lukt het je nooit.’ Als ze helemaal boven zit, roept Minette: ‘Ik ben er klaar voor!’ Haar bek is nat van het kwijl. ‘Goed,’ zegt de vink. ‘Nu gooi je jezelf naar beneden. En je spreidt je vleugels wijd.’ ‘Ik heb toch geen vleugels,’ zegt Minette. ‘Of ben je soms een blinde vink?’ Ze likt haar poot met een grijns, daar hoog op die tak. ‘O,’ zegt de vink, ‘dan gaat het niet.’ En weg vliegt hij. Daar zit Minette. Naar beneden durft ze niet, en het is nog wel haar verjaardag. Af en toe komt er een zwerm vogels voorbij, malse spreeuwen, kruidige kwikstaarten, knapperige zwaluwen. 10
Het wordt donker, ze zit er nog. Haar maagje schreeuwt om voer, en haar verjaardag is bijna voorbij. Dan steekt er een stormwind op, die Minette met een ruk uit de boom blaast. Ze landt op haar pootjes en sleept zich naar huis, waar haar baas haar al uren opwacht. ‘Kijk maar in je bakje,’ zegt hij in tranen, ‘gevogelte met leversaus. Speciaal voor je verjaardag!’ Ze brengt de avond door op zijn buik, al kroelend onder zijn gekrab. Haar vla met muisjes krijgt ze niet eens op, haar ogen vallen dicht. De volgende ochtend rekt ze zich uit – eerst de voorpoten, dan het achterlijf – eet ze haar bakje leeg en dan is ze klaar voor de prooi van de dag. Verjaren was best eng, denkt ze, daar wacht ik nog een jaar of zeven mee, en ze werpt zich op een mollige mus. Katten zullen katten blijven, en naar vogels luisteren ligt niet in hun aard. ◀
11
Cosette Dutry is 10 jaar. Ze heeft een passie voor hip-hop en leest graag voor.
Kleine Cosette leest voor Ik lees voor aan mijn broertje. Meestal lees ik dan een verhaaltje dat hij graag wil horen. Hij vindt het leuk als ik voorlees. De laatste keer heb ik voorgelezen uit Suske en Wiske: Pizzeria Wiske. Wiske had van haar kamer een pizzeria gemaakt maar de klanten konden de pizza’s niet betalen! Mijn klein broertje leest voor aan mijn mama en papa. Dan leest hij voor uit de boekjes die hij voor school moet lezen. Mama vind dat wel leuk. ’s Avonds leest mama ook verhaaltjes voor. Ofwel mogen we zelf nog een beetje lezen. Nu ben ik Iep (Van Joke van Leeuwen, nvdr.) aan het lezen. Ik heb de film al gezien maar dat is toch anders dan het boek. En soms als we in bed liggen, dan lezen we elk om beurt voor uit een boekje. Da’s leuk want dan moet je niet de hele tijd zelf lezen. ◀
13
Bernard Dewulf Meisje
Ik ben in het rusthuis. Voor mij zit bijna duizend jaar bij elkaar, verdeeld over een dozijn bewoners. Sommigen verblijven al in een rolstoel, anderen nog kaarsrecht in een valide armstoel. Ik mag voor dit eeuwenoude gezelschap lezen. Maar voor ik aan de beurt ben, laat ik mijn oog langs hun ontelbare jaren gaan. Vanzelf noemt mijn blik ze geachte dames en heren, want ik krimp van eerbied voor hun leeftijd. Sommigen hebben al de laatste pantoffels aan, anderen nog hun schoenen. Sommigen laten het haar al waaien, anderen hebben het nog in een pronte vorm gebracht. Sommigen dragen nog een nazomerkleedje, anderen een schort. Eén dame, zie ik, heeft haar parelsnoer om. Hij licht de hele rusthuiskamer op. Haar handtas staat als een gedenkteken klaar op haar schoot om het mee het hiernamaals in te nemen. Vooral zie ik onnoemelijk veel geschiedenis. Zet hun ge zamenlijke ‘tijdlijn’ op Facebook en de site crasht. Eertijds schreef een dichter: ‘Iedere mens die sterft is een museum dat brandt.’ Intussen is die mens een geheugenkaart die op een dag uit het moederbord floept. 14
Miljarden bytes van leven zitten er voor me. Ik kijk de dragers ervan een na een aan en het duizelt me. Allemaal hebben ze standaard de oorlog, de gouden jaren, de seksuele revolutie, de maanlanding, de eeuwwisseling en de digitale revolutie meegemaakt. Maar veruit de meeste van hun ‘gegevens’ bestaan uit hun kleine leven van altijd. En altijd is het die kleine grootsheid die ik zoek. Maar hoe kan ik in enkele minuten hun duizenden dagen scannen? Op het ene gezicht vermoed ik een gelukkig bestaan, uit een ander kijkt een levenslange tristesse. Elders doet een glimlach zijn best om iets hoog te houden. In alles, van top tot teen, zie ik hoe de jaren hun sloopwerk hebben verricht. Kapsels zijn ontbonden, kinnen en boezems hangen, neuzen zijn uitvergroot, sommige handen trillen, andere benen beven, een hoofd schudt. Maar bovenal zie ik een schoonheid die me aangrijpt. En bij elke mens in de kamer stel ik vast hoe onmogelijk het is een mensenbestaan zelfs maar aan te kijken. Een sneeuw van feiten dwarrelt onophoudelijk in deze lichamen, als in donkere sneeuwdoosjes. En allemaal samen zijn ze een blizzard van verleden. Waarin ik geen hand voor ogen zie. 15
En terwijl al die raadsels me nu aan zitten staren, begin ik voor te lezen. Maar wat maak ik, als kalend snotjong, deze eindigende levens nog wijs? Omdat ik zelf hoop tot in de laatste rolstoel te geloven in de verwondering, lees ik over meisjes van vijf. Over pril verliefd zijn, giechelen en de eerste koketterieën. Over die wonderlijke volière van geluidjes en onsterfelijke gebaren. Regelmatig kijk ik op. Wie weet dat er een bijna-eeuw even weer aan het huppelen of touwspringen gaat. En terwijl ik doorlees, blijven de oude levens die nu naar me luisteren of niet, doorwerken in mij. Over de meisjes van vijf in mijn sprookje vleien de eeuwen van mijn publiek zich als mist over een bloemenveld. Wanneer ik uitgelezen ben, valt er even een moeilijke stilte. Daarin ruik ik de onvervreemdbare geur van rusthuizen, hoor ik in de gang het schuifelen van versleten stappen, rinkelen belletjes uit hulpbehoevende kamers, maar zie ik ook op één gezicht een stralende glimlach verschijnen.
16
En moeizaam, uit een lastige heup in een nog bloemrijke jurk, komt de glimlach overeind. Een héél leven dat zichzelf toch weer opricht. En in een fractie van een seconde, in de droge tik van de grote wijzer, zie ik heel even een stokoud meisje verward naar me opkijken. Ze plant haar kruk neer en zegt, alsof ze weer met haar loodzware boekentas in de klas staat, alsof ze zich weer verlegen richt tot de lang verleden meester: ‘Dank u meneer’. ◀ Voor het eerst verschenen als column in DSWeekblad.
17
Brigitte Danneels leest voor aan mensen met dementie Voorlezen en vertellen aan mensen met dementie is niet vanzelfsprekend. Sommigen vinden het zinloos omdat er veel kans is dat ze bij het einde van het verhaal het begin al vergeten zijn. Dat kan zijn, maar als je het goed aan boord legt, krijg je tijdens dat halfuur een pracht van een publiek. Mijn moeder is deel van dat publiek. Ik had mezelf voor genomen om me in dit woonzorgcentrum als vrijwilliger te engageren als zij hier kon blijven. Toen dacht ik al om iets met woorden, met lezen, met taal te doen. Twee jaar later lees ik voor aan mensen met dementie. De verhalen die ik voorlees zijn vaak erg anekdotisch en handelen over het leven van alledag. Ik lees het verhaal meestal twee keer voor. Daarna gaan we erover in gesprek. Ik stel hen vragen en peil naar reacties en herinneringen aan vroeger. Dat noemen we reminisceren en dat kan aan de hand van voorwerpen, eten, geuren of teksten. Voorlezen is daarbij een dankbaar instrument. Want nog belangrijker dan de auteur of de schrijfstijl zijn de mensen die voor je zitten. Als je hen – al was het maar voor één moment – kunt wegtrekken uit hun grijze nevels dan ben je geslaagd. Dat ene moment, daar doe ik het voor. ◀ 18
Brigitte Danneels is mantelzorgster in het Woonzorgcentrum Mariawende in Beernem.
19
Maud Vanhauwaert U heeft mooie ogen U heeft mooie ogen. U heeft zulke mooie ogen dat ik u niet durf aan te kijken. Daarom lees ik u een brief voor. Terwijl ik lees kan ik rustig de letters volgen. Die kleine stokjes en bochtjes, zwart op wit. Het is een makkelijk hindernissenparcours. Mijn blik springt er zo overheen. Wat ik mij afvraag: kijkt u naar mij? Ooit leerde ik dat als je een straat oversteekt, je best eerst naar links kijkt, dan naar rechts en dan weer naar links. Ziet u dat mijn ogen, terwijl ik lees, ook van links naar rechts schieten? De regels van dit blad papier zijn als de strepen op een zebrapad. Ik ben eigenlijk pas weer veilig, als ik op het einde ben. Vindt u dat ik dat mooi heb gezegd? Of stoort u zich aan het geluid van mijn stem?
20
Voorlezen klinkt anders dan praten, dat weet ik. Bij het voorlezen worden de woorden sneller zwaar, alsof ze zijn blijven weken en teveel vocht in zich dragen. Een beetje zoals in gemaakte vruchten. Ze worden papperig en zoet. Maar het voordeel is: ingemaakte woorden blijven veel langer goed. Misschien kijkt u niet naar mijn ogen, maar naar mijn wenkbrauwen. Misschien kan u de gedachte niet onderdrukken dat die de kleur en structuur van mijn schaamhaar verraden, en probeert u nu uw blik af te leiden naar mijn voorhoofd of naar mijn kruin en stelt u zich de vraag of de richting van mijn haren iets vertelt over waar de wind vandaan kwam in mijn leven. En waar mijn weerborstel tegenin gaat dan. Misschien kijkt u niet naar mij. Misschien kijkt u naar buiten, naar een boom, of naar een open landschap dat fietsers ’s morgens openritsen. Misschien staat op uw netvlies wel een ver perron gespiegeld, waarop iemand naar u zwaait. Het is mij eens opgevallen dat de beelden die op een netvlies komen te liggen een beetje glanzend worden, een beetje vochtig, kwetsbaar. Misschien dat ik daarom soms zo lang bleef kijken naar mijn vader vroeger. Hij was zo hard. Maar ik dwaal af. 21
Ik ben bijna op het einde van deze brief. Ik ben bijna over. Zullen we afspreken dat als ik na het laatste woord terug naar boven kijk en als ik met mijn blik de uwe kruis, dat we dan samen iets heel onnozels zullen zeggen, gewoon, om de spanning te breken. Iets onnozels, als ‘kajamboshi’. Ik heb dat woord bedacht. Laten we raden wat het betekent. ◀
22
Erhan Demicri leest voor in Foyer De vzw Foyer is een vereniging in Molenbeek. Foyer houdt zich op gemeentelijk, regionaal en internationaal vlak bezig met diversiteit, interculturaliteit en de globale problematiek van de integratie van allochtone bevolkingsgroepen. Als Foyer me vraagt of ik het zie zitten om te gaan voorlezen, dan probeer ik daar steeds tijd voor vrij te maken. Ik vind de meertalige voorleesuurtjes erg belangrijk. Ik lees er voor op alle mogelijke manieren: uit een Turks boek in het Nederlands, uit een Nederlandstalig boek in het Turks,… Of we spelen een poppenspel met twee waarbij we telkens vertalen in een van beide talen. De kinderen reageren daar ook heel positief op. Ik kom zelf uit een gemengd huwelijk. Mijn zoontje is 3,5 jaar en die beseft dat zijn papa uit Turkije komt. Als je hem vraagt: ‘Vanwaar kom jij?’ dan zegt hij: ‘Turkije’. Maar eigenlijk weet hij nog niet wat Turkije is. Ik vind het belangrijk dat hij zowel aspecten uit mijn cultuur meeheeft als uit die van zijn mama.
23
Erhan Demicri is stand-up comedian en bekend van o.a. ‘Nuff Said.
24
Volgens mij helpen meertalige voorleesuurtjes kinderen daarbij. Het laat hen zien dat het ok is om ergens anders roots te hebben. Dat het ok is om die andere cultuur ook te koesteren. Voor kinderen is dat niet altijd makkelijk. Ze beseffen nog niet dat ze in een land wonen dat niet het vaderland is van hun ouders. Ik hoop dat voorlezen de blik van de kinderen verruimt. Ik hoop de kinderen te leren dat het niet alleen Jantje en Mieke zijn. Er zijn ook anderen. Ieder land heeft namelijk zijn Jantje en Mieke en dit kan alleen maar een verrijking zijn. â—€
25
VOORLEESBOEKEN OP WWW.IEDEREENLEEST.BE Spaar de spotvogel Harper Lee, De Bezige Bij, 2010, 412 p. Deze Amerikaanse klassieker vertelt over de jeugd van Scout en Jem, de kinderen van advocaat en Goed Mens Atticus Finch, die opgroeien in het Alabama van de jaren dertig. Dit boek is een must read en is prachtig om voor te lezen, bijvoorbeeld voor je puberkinderen. Geniet samen van de humor van vertelster Scout, de strubbelingen tussen broer en zus, de liefde van een alleenstaande vader voor zijn kinderen, de mooie sfeerschepping en de indrukwekkende aanklacht tegen onrecht. — Gelezen door Kathleen
De verzamelde werken van A.J. Fikry, boekhandelaar Gabrielle Zevin, Atlas Contact, 2014, 222 p. Houdt je vrouw van boeken en stiekem ook van romcoms? Dan is dit boek over een misantrope boekhandelaar, die alle levenslust kwijt is na het verlies van zijn jonge vrouw, perfect voor enkele voorleessessies à deux. Het is een verhaal met wat romantiek, wat mysterie, wat humor en een hoop boeken. Wie dit verhaal sentimenteel noemt, heeft gelijk. Maar ach, wat is het charmant! — Gelezen door Eva
Een huis vol Bill Bryson, Atlas Contact, 2013, 569 p. Voor wie van non-fictie houdt is Bill Bryson een aanrader. In zijn prettige vertelstem neemt Bryson je mee doorheen zijn huis – een Engelse pastorie op het platteland. Dat is een aanleiding om met smeuïge details in te gaan op de algemene geschiedenis van het wonen en de functies die zo’n huis belichaamt: slapen, werken, koken, eten, gezelschap ontvangen. — Gelezen door Alex 26
Verhalen voor het sterven gaan Marc Cosyns (samenst.),Vrijdag, 2014, 240 p. In Verhalen voor het sterven gaan bundelt Marc Cosyns vol passie vijftig nieuwe, en minder nieuwe verhalen en gedichten over onze eindigheid en hoe we omgaan met de dood. Het zijn verhalen die duidelijk maken dat over de dood kan en moet worden nagedacht en gesproken. Het zijn mooie doorwrochte hersenspinsels geschreven door onder andere Nic Balthazar, Jean Paul Van Bendegem, Diane Broeckhoven, … De verhalen zijn grappig, ontroerend, verdrietig en maken heel veel emoties los omdat de auteurs weten waar ze over schrijven. — Gelezen door André
VOORLEESBOEKEN OP WWW.VOORLEZEN.BE Poesje mauw Nanna Adams en Tijn Snoodijk (ill.), De Eenhoorn, 2014, 70 p. – 0+ Dit boek biedt tientallen alternatieve liedjesteksten voor het welbekende melodietje van “Poesje mauw, kom eens gauw”. Met dieren als een gordeldier, een ratelslang of een ‘hondje waf ’. De psychedelische tekeningen passen perfect bij de licht absurde teksten. Peuterhumor van de bovenste plank!
Franky Leo Timmers, Querido, 2014, 48 p. – 3+ Kleuter Sam is dol op robots en gelooft dat ze bij hem thuis langskomen. Zijn ouders hebben geen oren naar zijn verhalen. Dus bouwt Sam zijn eigen robot: Franky. Samen beleven ze veel pret, en dat stralen de actieve prenten vol details ook uit. Een toegankelijk boek met kleurrijke robots. 27
Maar ik ben Frederik, zei Frederik Joke van Leeuwen, Querido, 2013, 102 p. – 8+ Wanneer de volwassen Frederik op zijn werk een artikel leest over iemand die hij vroeger kende, wordt hij plots weer kind. Niemand gelooft nog dat hij Frederik is. Kan iemand hem helpen? Een verhaal door de ogen van een kind bekeken, zoals alleen Joke van Leeuwen dat kan.
Veldslag om een hart Michael De Cock en Gerda Dendooven (ill.), Davidsfonds/Infodok, 2014, 120 p. – 11+ Het was passionele liefde die Helena in de armen van Alexandros van Troje dreef. Ze doet het relaas aan haar dochter: over twee vorsten die om haar ruzieden en een oorlog begonnen. Deze klassieker wordt authentiek gebracht door Michael De Cock en voorzien van sprekende tekeningen in sobere kleuren.
VOORLEESBOEKEN OP WWW.OMUNDO.BE Annemin çantası [Mama’s tas] Ayse Inan Alican en Sara Sahinkanat (ill.), Yapı Kredi Yayınları, 2013, 32 p. Twee kinderen gaan met hun moeder op uitstap. Uit mama’s reuzengrote tas komt alles wat de kinderen nodig hebben: schone kleren, zalf en pleisters, een boek ter ontspanning, een hapje en een drankje. En de tas kan meer! Tijdens een woelige boottocht zichzelf omtoveren tot een reusachtig zeil bijvoorbeeld, zodat de boot met passagiers weer veilig de haven kan bereiken. Wat een geweldige tas. Of… wat een geweldige mama? Een fantasierijk, toegankelijk Turks prentenboek over een universeel thema. 28
Ripka [Het knolraapje] Ivan Franko en Romana Romanyšyn (ill.) & Andrij Lesiv (ill.), Bohdan, 2012, 28 p. Op een dag plant opa Androesjka een kleine knolraap op zijn land. Toegewijd zorgt hij voor het plantje en volgt hij het groeiproces. Het raapje wordt een raap! Bij het oogsten krijgt hij het niet uit de grond… Wie komt er helpen? Van dit bekend Slavisch sprookje verschenen doorheen de jaren verschillende versies. In deze Oekraïense uitgave wordt de herhaling zowel in de vormgeving als in de tekst vrolijk verwerkt.
Hope is a girl selling fruit [Hoop is een meisje dat fruit verkoopt] Amrita Das, Tara Books, 2013, 32 p. Sommige boeken zijn zo mooi dat je ze in een kadertje zou willen hangen. Dit Indische boek is er zo één, niet alleen voor de wonderlijke tekeningen, in de Indische Mithila-stijl. Ook het verhaal dat gaat over drie jonge vrouwen, die zich – in een cultuur waar alles voor hen beslist wordt – weigeren te schikken in hun lot, is wondermooi. “We’re all in this together […], lost, but not quite. We have to take what we have, go our own ways, and try to make the most of it.” Een moedig en mooi boek.
29
Stichting Lezen staat voor het intense plezier van lezen en wil haar passie met velen delen. Daarom organiseert Stichting Lezen in samenwerking met partners uit het boekenvak, bibliotheken, media, welzijn en onderwijs de Jeugdboekenweek, de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen, de Voorleesweek en andere grote en kleine acties voor kinderen, jongeren en volwassenen. Stichting Lezen lanceert campagnes als Boekbaby’s en Iedereen Leest, stimuleert wetenschappelijk onderzoek naar lezen en is actief in internationale leesbevorderingsnetwerken. Als kennis- en expertisecentrum voor leesbevordering is Stichting Lezen het eerste aanspreekpunt van de Vlaamse overheid.
www.stichtinglezen.be www.iedereenleest.be www.voorlezen.be
Iedereen Leest is een project van Stichting Lezen in samenwerking met NMBS. Stichting Lezen wordt gesteund door het Vlaams Fonds voor de Letteren en staat onder de Hoge Bescherming van Hare Majesteit de Koningin. v.u. Sylvie Dhaene – Stichting Lezen Frankrijklei 130/4 – 2000 Antwerpen Vormgeving: Kris Demey – Foto’s: Koen Broos Wettelijk Depot: D/2014/9654/7 ISBN: 9789077178713