Roerige tijden: Oikos en het momentum
Oikos Nieuws #65 / december 2011 Pagina 3
Africa in Motion Pagina 5
Symposium Krachtige Taal Pagina 6–9
Roerige tijden: Oikos en het momentum Pagina 10
Boekrecensie Pagina 11
Lezing Joris Voorhoeve
#65 / december 2011
Voorwoord
‘Globalisation is coming home’ Terugkijkend op 2011 zou je het jaar kunnen samenvatten met de zinsnede ‘Globalisation is coming home’. Helaas betreft het vooral de rauwe kanten van globalisering. De nerveuze financiële markten en de eurocrisis vullen de agenda’s van politici. Private ratingbureaus, met passende namen als Moody’s en Standard and Poor’s, bepalen per persbericht de kredietwaardigheid van ‘s werelds grootste landen en banken. Westerse economieën volgen gedwongen het aloude doktersrecept dat jarenlang vooral was voorbehouden aan economisch minder bedeelde landen. Het voorschrift luidt kort en krachtig: onderwerpt u aan de tucht van de markt en bezuinig op collectieve uitgaven. Met dit geloofsartikel in de hand zoeken regeringen en instellingen koortsachtig naar de bezweringsformule om het ‘vertrouwen’ van de onrustige markten te herwinnen. Dit valt niet mee. Het is dan ook lastig om vertrouwen te winnen van onpersoonlijke en ongrijpbare krachten zonder gezicht. In dit krachtenveld zijn u en ik slechts toeschouwers van een metafysisch schouwspel. Dit alles roept bij velen een gevoel van onmacht en onbehagen op. Het is dan ook niet verrassend dat de boodschap van de protestbeweging Occupy, ondanks de bekende kanttekening dat het een concreet programma en doelen mist, op sympathie kan rekenen in brede lagen van de bevolking, van arm tot puissant rijk. In deze editie van Oikos nieuws kunt u in het hoofdartikel lezen hoe Oikos medewerkers in deze turbulente tijden naar nieuwe wegen zoeken om samen met anderen een bijdrage te leveren aan de transitie naar een meer duurzame en rechtvaardige samenleving. Persoonlijk vraag ik me wel eens af of de problemen van vandaag allemaal wel zo nieuw zijn. Ik denk daarom dat om het heden goed te begrijpen het soms nuttig is om er eens een oude klassieker op na te lezen. Zelf las ik onlangs het boek De Druiven der Gramschap van John Steinbeck uit 1939. Het verhaal speelt zich af tijdens de Grote Depressie in de Verenigde Staten als gevolg van de
val van de beurs van Wall Street in 1929. In de zuidwestelijke staten werden honderdduizenden kleine boeren met schulden gedwongen hun akkers te verlaten en te vertrekken richting Californië, waar ze ook niet welkom waren. De dialoog tussen Mr. Joad, de vader van het boerengezin en de man die hem van zijn land komt afzetten, wil ik u niet onthouden. “Ja, maar de bank bestaat uit mensen?!’ ‘Nee, daar vergis je je –daar vergis je je zwaar. De bank is iets anders dan mensen. Het zit zo dat iedere man in een bank een hekel heeft aan wat de bank doet, en toch doet de bank het. De bank is iets groters dan mensen, zeg ik je. Het is een monster. Mensen hebben het gemaakt, maar ze kunnen het niet aan. Na eerst ontstoken te zijn in woede, komt vader Joad tot bedaren. Hij komt tot de slotsom: “Er moet een uitweg zijn om dit tegen te houden. Het is geen bliksem om of aardbeving. We ondervinden iets ergs wat door mensen gemaakt is, en dat is waarachtig toch iets wat we kunnen veranderen.” De Druiven der Gramschap’ is een aangrijpende sociaal-realistische roman over het gevecht voor menselijke waardigheid vanuit het perspectief van één gezin. Iedereen die de huidige crisis wil beschouwen vanuit een breder kader dan het nieuws van de dag, raad ik het van harte aan. Voor wie dit te zware kost vindt voor de kerstdagen, heb ik overigens een prima alternatief. In de bundel ‘Geld speelt geen Rol’ uit 1968 zijn drie prachtige verhalen van Maarten Toonder opgenomen met de voor zichzelf sprekende titels: de Windhandel, De Sloven en de Bovenbazen. Deze klassieke Bommelverhalen hebben juist nu een verassend grote actualiteitswaarde. De altijd bescheiden Heer Olivier B. Bommel kenschetst zelf de bundel treffend als hij stelt: “De kristalheldere visie van de hoofdfiguur legt het aardse slijk in al zijn voze geledingen bloot… Hij opent de ogen van iedere aankomende rijkaard op schokkende wijze.” Een ieder die ons tijdsgewricht echt wil doorgronden doet er goed aan de lessen van Bommel niet in de wind te slaan. (PS. De dagkoers op Marktplaats van dit boekje is ongeveer € 4,50.) Fijne kerstdagen en alvast een gelukkig Nieuwjaar. Gerhard Schuil Directeur Oikos
Redactioneel
Oikos Nieuws: papier én digitaal Dit is alweer de laatste editie van Oikos Nieuws die dit jaar bij u op de mat valt. Hieraan is traditiegetrouw ook een brief toegevoegd, waarin we de abonnees en Vrienden van Oikos vragen om, indien mogelijk, een bijdrage in de kosten te doen. Maar u kunt er ook voor kiezen om in plaats van geld, uw e-mailadres op onze website achter te laten. Zo kunnen we u voortaan ook digitaal op de hoogte houden van onze activiteiten.
In het komende jaar zal Oikos Nieuws tweemaal op papier verschijnen. Om u in de tussenliggende tijd toch op de hoogte te houden van onze werkzaamheden, sturen we u graag een digitale nieuwsbrief. U kunt zich hier gratis op abonneren op de homepage van onze website: www.stichtingoikos.nl. Rogier van der Weijden
Lobbyen voor Afrika: Africa in Motion
Dit najaar is de lobby/actiegroep Africa In Motion (AIM) van start gegaan. De lobbygroep is een initiatief waarin Afrikaanse migranten samenwerken met Oikos en Kerk in Actie. Door middel van publieke campagnes, acties, demonstraties en lobbyactiviteiten wil AIM de economische onafhankelijkheid van Afrika op de internationale agenda zetten. In Oikos Nieuws stellen drie leden van deze lobbygroep zich aan u voor.
Afrika is rijk, dat staat vast. Maar waarom lijden dan nog zoveel mensen in Afrika honger? We kunnen ons met recht afvragen waarom er nog steeds voedselhulp nodig is, terwijl Afrika rijk is aan grondstoffen. Die grondstoffen worden buiten het continent verwerkt tot luxe producten als telefoons, sieraden en chocolade. Nog elke dag kiezen wanhopige Afrikanen ervoor om in gammele bootjes te stappen op weg naar Europa. Nog steeds worden er talloze oorlogen uitgevochten op het Afrikaanse continent. En dan zitten we ook nog met het vraagstuk van de corruptie, die in de meeste Afrikaanse landen onuitroeibaar lijkt te zijn. Ik heb ervoor gekozen om me voor Africa in Motion in te zetten, omdat ik geloof dat de tijd is gekomen alle mooie woorden die over Afrika gesproken worden, nu eindelijk om te zetten in daden. We kunnen daarmee niet wachten tot morgen; vandáág moeten we in actie komen! Ons uiteindelijke doel? De voltooiing van de economische emancipatie in Afrika. We zijn nog maar net begonnen..
Christoph Damalie is de oprichter en
directeur van Thirdway Human Rights and Development. Hij studeerde International an Human Rights Law. Daarnaast is hij docent en gecertificeerd conflictbemiddelaar en coach. Christoph is sinds dit jaar betrokken bij Africa in Motion als lobbyist. Zijn kerntaak is het mobiliseren van krachten in Afrika.
Het is al vaak gezegd: alleen de Afrikanen zelf kunnen Afrika uit de armoede halen. Vanuit deze gedachte zijn wij, een groep jonge Afrikanen, vastberaden om onze kracht, energie, intelligentie, mogelijkheden en kennis te bundelen. We willen een zo breed mogelijke groep Afrikanen mobiliseren die met ons pleiten voor de inzet van Afrikaanse grondstoffen voor Afrika’s vooruitgang. Ook pleiten we voor sociale gerechtigheid, gelijkheid, eerlijke handel en duurzame ontwikkeling van Afrika. We bepleiten deze onderwerpen zowel in Nederland als in Europa, bij politici en beleidsmakers. We zijn begonnen met een kleine groep enthousiaste jongeren, die zich verspreid over heel Nederland inzetten voor onze doelstellingen.
Olatunbosun Abidemi is Master of
Science in Environmental Systems Analysis and Environmental Policy en werkt momenteel bij Wageningen University and Research Centre. Binnen Africa in Motion is Olatunbosun coordinator van de afdeling die zich inzet voor het mobiliseren van Afrikaanse en niet-Afrikaanse jongerenorganisaties in Nederland.
Welk pad je inslaat, is het gevolg van de beslissingen die je neemt. Soms neem je verkeerde beslissingen en verdwaal je. Door boos en gefrustreerd te zijn over mijn achtergrond, verdwaalde ik in mijn jeugd steeds verder. Mijn achtergrond was te ingewikkeld om aan anderen uit te leggen, en mijn frustratie verergerde door vragen als: Waarom ben je naar Nederland gekomen, hoe was de oorlog en waarom is Afrika zo arm? Vooral op die laatste vraag moest ik het antwoord schuldig blijven. Het enige dat ik toen wist, was dat Afrika helemaal niet geteisterd door armoede, oorlogen en hongersnoden hoeft te zijn. Inmiddels is er veel meer bekend over de oorzaken van de armoede van Afrika. Maar wat nog belangrijker is: we weten nu ook meer over de rijkdom van Afrika. Want Afrika is in verschillende opzichten erg rijk. Zo is het continent verschrikkelijk rijk aan grondstoffen als goud, diamant, coltan en platinum. Dus (het gebrek aan) rijkdom hoeft geen drempel te zijn voor veranderingen. De veranderingsprocessen worden onder anderen afgeremd door de omgang met en de beeldvorming rondom Afrika. Daarom wil Africa In Motion een bijdrage leveren aan het veranderen van de toestand waarin de meeste Afrikaanse landen verkeren. Africa in Motion heeft als basisprincipe: De problemen en obstakels waarmee het continent te kampen heeft, zijn door de mens veroorzaakt en dus ook door de mens te herstellen. Die gedachte geeft veel hoop en vertrouwen voor de toekomst. Nu ik me kan inzetten voor dit netwerk, voel ik me weer als een jongetje van 12 jaar oud, die op maandag nieuwe voetbalschoenen heeft gekregen en niet kan wachten tot zaterdag, om ermee te spelen zodat iedereen ze ziet. Op dezelfde manier wil ik het met Africa in Motion spreekwoordelijk van de daken schreeuwen: Afrika is rijk!
Samater Geddi studeert Culturele en
Maatschappelijke Vorming. Al voor zijn huidige stage bij Oikos was Samater betrokken bij Africa In Motion. Samater is binnen het netwerk verantwoordelijk voor de marketing en communicatie, kortom: van promotiemateriaal tot communicatiestrategie.
#65 / december 2011
Afrika is rijk!
#65 / december 2011
Onderzoek naar toepassing Amerikaanse succesformule in Nederland
Jeugd uit de knel!
In Californië worden grote successen geboekt met onthechte jongeren in een gepolariseerde samenleving. Dankzij de gouden combinatie van Oikos’ conflictmethode Dialogue for Peaceful Change en het ‘High Performing Community’-model, verruilen vele jongeren hun bendes voor de schoolbanken. Oikos en Kerk in Actie organiseerden op 22 september een bijeenkomst over mogelijke toepassing van deze methode in Nederland. Onderzoeksbureau Noorda en Co stelt een advies op over de manier waarop elementen uit Californië overgenomen kunnen worden in Nederland. Wat te doen als jongeren ongeïnteresseerd raken, geen gewone contacten meer hebben en gewelddadig gedrag vertonen? Dat was de vraag die speelde in Antioch (Californië). Voor een politiechef en een preventie-officier was niets doen geen optie. Daarom ontwikkelden zij een methode voor een High Performing Community (HPC), oftewel een excellent presterende gemeenschap. Deze methode werd een succes dankzij de voortdurende inzet van meer dan 200 vrijwilligers en door de steun van circa 50 organisaties (ondermeer gemeentebestuur, scholen, ziekenhuizen, politie, kerken, reclassering). Er was in dit samenwerkingsverband een grote bereidheid om met elkaar te investeren in de jeugd van 10–20 jaar. Na een enigszins moeizame start werd de hulp ingeroepen van Oikos en Tides. Door in Antioch de conflictmethode Dialogue for Peaceful Change (DPC) toe te passen, verbeterde de samenwerking tussen de 50 organisaties aanzienlijk. Hierdoor namen ook de resultaten van het werk toe: Steeds meer jongeren stappen uit de gangs en keren succesvol terug in de schoolbanken. De stad is hierdoor ook veiliger geworden. Misschien wel het belangrijkste effect is dat de burgers van de stad weer geloof in zichzelf hebben en trots zijn op wat ze bereiken met en voor hun jongeren. Oikos is blij met het mooie resultaat van DPC en HPC in Amerika. Maar waarom zouden we een goede methodiek, die we mee ontwikkeld hebben, niet ook in Nederland toepassen? Jeugdbendes die elkaar uitmoorden zijn weliswaar geen dagelijks straatbeeld, maar de harmonie en saamhorigheid is op veel plekken ver te zoeken. Omdat in september drie sleutelfiguren uit
Antioch Nederland bezochten, maakten we van de gelegenheid gebruik om in samenwerking met Kerk in Actie een bijeenkomst te beleggen. Op 22 september spraken Keith en Iris Archuleta in Utrecht over de ontwikkeling van het concept HPC. Lesia Bell ging dieper in op de toepassing van DPC om jongeren weer in contact te brengen met hun ouders, vaak de eerste stap om de verhoudingen te normaliseren. Naast de Amerikaanse toepassing, kwam ook aan bod hoe in Nederland gewerkt wordt met jongeren. Henny Drenth en Wietske Visser vertelden over de kerkelijke organisatie Schienvat die sinds 1935 een gerespecteerde plaats inneemt in het overwegend nietkerkelijke Finsterwolde. De ervaringen uit Oost-Groningen bleken op een aantal punten overeen te komen met de ervaringen die zijn opgedaan in Californië. Voor de deelnemers aan de bijeenkomst was het verhelderend om te horen hoe samen-werking die gericht is op jongeren in plaats van op profilering van de eigen organisaties, wint aan effectiviteit. Oikos staat nu voor de vraag wat we kunnen leren van de ervaringen dáár, zodat we er ook híer mee aan het werk kunnen. Het simpelweg kopiëren van de Amerikaanse
werkwijze is geen optie, omdat de Nederlandse situatie toch anders is. Daarom gaan we samen met onderzoeksbureau Noorda en Co, gespecialiseerd in jeugd- en jongerenbeleid, kritisch kijken naar het werk in Antioch. Noorda en Co geeft vaak advies aan gemeenten over de aanpak van vragen rond jongeren. Het onderzoeksrapport moet ons er voor behoeden eenvoudigweg modellen over te nemen en te denken dat het dan wel goed komt. Het rapport zal aanbevelingen bevatten om in lastige situaties effectief te kunnen werken en aangeven hoe in Nederland elementen uit het werk in Californië kunnen worden ingezet. De economische crisis, de jeugdwerkloosheid, de spanningen tussen bevolkingsgroepen die soms opgeklopt worden, zijn uitdagingen die om een langdurige inzet vragen. Om de problemen succesvol te kunnen aanpakken, zal het rapport de broodnodige adviezen geven over de verschillende werkvormen en de toepasbaarheid daarvan in Nederland. Want DPC zou, gecombineerd met HPC, ook in Nederland wel eens het verschil kunnen maken. Jaap van der Sar
Symposium Krachtige Taal!
2011 was het jaar van de krachtige taal. Van ‘doe eens normaal man!’ in de Tweede Kamer tot de twitterrevolutie op het Tahrirplein. In beide gevallen koos men voor een aanval met woorden. Krachtige taal was dit jaar ook het thema van het symposium, dat op 4 oktober werd gehouden in het kader van de Universitaire Vredesdagen. Maarten van Rossum ging in op politieke retoriek en Lucien van Liere sprak over framing. Workshops waren er ondermeer over Dialogue for Peaceful Change. De kernboodschap: de context doet er toe! Met het symposium wilden de initiatiefnemers (Oikos, Studium Generale en Studentenvereniging Internationale Betrekkingen) aandacht schenken aan hoe taal ingezet kan worden voor vrede. In een afgeladen Senaatszaal van het Academiegebouw sprak emiritus-hoogleraar geschiedenis Maarten van Rossum over de rol van taalgebruik binnen de politiek vroeger en nu. In grote stappen nam Van Rossum de toehoorders moeiteloos langs enkele grote retorici uit de moderne wereldgeschiedenis. Hij stelde dat diegene die de wereld daadwerkelijk hebben veranderd, niet alleen grote retorici waren maar ook goed gebruik maakte van de media van hun tijd. Zo gebruikte Roosevelt al in de jaren ’30 de radio om zijn ‘Fellow Americans’ toe te spreken in de intimiteit van hun eigen huiskamer. Met zijn ‘Fireside Chats’ kon hij zijn boodschap ongefilterd en informele wijze overbrengen op miljoenen Amerikaanse gezinnen. Een ander groot voorbeeld is Winston Churchill, die met zijn ronkend
taalgebruik in radiospeeches de moraal in de oorlogsjaren hoog wist te houden. Dat retoriek niet alleen vreedzaam gebruikt wordt, onderstreepte Van Rossum met de toespraken van Hitler. De meesten van ons denken daarbij direct aan een geëxalteerd schreeuwende dictator, terwijl Hitler zijn stadionspeeches juist zorgvuldig uren lang opbouwde. Van Rossum ziet Hitler dan ook als een groot retoricus. Met deze voorbeelden wilde Van Rossum onderstrepen dat de effectiviteit van retoriek afhangt van een geslaagde combinatie van boodschap, boodschapper én medium. Als grootste bedreiging voor moderne retorici ziet Van Rossum de hegemonie van de Powerpointpresentatie. Deze “infantiele techniek” leidt de aandacht van de spreker af en maakt een voordacht voorspelbaar en saai. Power Point zet daarmee volgens Van Rossum de bijl aan de wortel van de kunst van de retoriek. Lucien van Liere (Religiewetenschap en Theologie, UU) sprak in zijn avondlezing over wat je een nieuwe vorm van retoriek zou kunnen noemen; framing. Hij omschrijft dit als “een collectie stereotyperingen waarmee wordt gereageerd op bepaalde gebeurte-
#65 / december 2011
De macht van het woord
nissen”. Bij framing worden zaken uit de context gehaald, geïsoleerd. In gewelddadige conflicten is framing een overlevingsstrategie om vriend en vijand uit elkaar te halen. Dit heeft volgens Lucien van Liere met angst en overlevingsdrang te maken. De ander wordt aangeduid als ‘de Amerikaan’, ‘de terrorist’ of ‘het hoofddoekje’. Van Liere stelt dat haattaal altijd contextloos is. Daarin sloot hij aan bij wat tijdens alle toespraken op dit symposium werd benadrukt; de context doet er toe! Toch is er ook een positieve kant aan framing die we niet over het hoofd mogen zien. Framing kan namelijk ook gebruikt worden om mensen te mobiliseren, zoals is gebleken met een kreet als ‘Yes we can!’. Het hoofdprogramma werd omlijst door een workshopprogramma. Naast workshops van SETUP met het spel Virtueel Verzet en David van Nieborg over de gamecultuur, konden bezoekers ook een eerste indruk krijgen van de conflictmethode Dialogue for Peaceful Change. Deze workshop van Oikos sloot goed aan bij het thema van het symposium, omdat taal en conflict dichtbij elkaar liggen en elkaar kunnen versterken of juist opheffen. We kunnen na dit symposium concluderen dat door de context in acht te nemen en te nuanceren, taal een nóg krachtiger medium kan zijn om vrede te bevorderen. Natuurlijk hoeven we niet allemaal uitmuntende retorici te worden, al kan het geen kwaad eens te investeren in kennis over redenaarskunst en… probeer ook eens een toespraak te houden zonder Powerpoint. Geke Kieft en Gerhard Schuil
#65 / december 2011
Een rondetafelgesprek over de uitdagingen voor Oikos
Roerige tijden: Oikos en het momen
De inspirator van de Occupybeweging de Sloveense filosoof Slavoj Zizek waarschuwt dat de wereld aan de vooravond staat van een apocalyps. Oikos-medewerkers Koos de Bruijn, David Renkema, Christiaan Hogenhuis, Jacqueline van Rooijen en Gerhard Schuil spraken in het Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam over de huidige, roerige tijd en de rol van Oikos. De coördinator van Tax Justice Nederland Koos de Bruijn vindt het door Zizek geschetste beeld van de toestand van de wereld veel te somber en een tikje fatalistisch. ‘De crisis kan bestreden worden, de oplossing ligt in een economische hervorming waar steeds meer mensen steeds vaker om vragen. Als ik mij beperk tot mijn vakgebied: er is een groeiend ongenoegen over de mogelijkheden die landen zoals Nederland aan internationale ondernemingen bieden om zo min mogelijk belasting te betalen. Er kan dan de bizarre situatie ontstaan dat een internationale brouwerij minder belasting betaalt dan de marktkoopvrouw die flesjes bier vóór de fabriek van diezelfde brouwerij aan de man brengt in een armoedige wijk van de hoofdstad van Ghana. Aan die scheve situatie kunnen politiek en samenleving relatief eenvoudig een einde maken.’
Maatschappelijke verandering is een proces van kleine stappen Ook Christiaan Hogenhuis, onderzoeker op het gebied van duurzaamheid en technologie, vindt het geschetste beeld als zou de wereld spoedig ineenstorten overdreven. ‘Dat neemt niet weg dat er, zoals Koos zojuist heeft gezegd, fundamentele hervormingen nodig zijn. Wat dat betreft, biedt de luide roep om economische verandering zeker hoop. Maar het is een illusie om te denken dat de hele Nederlandse bevolking plotsklaps om zou gaan. Het is eerder een proces van kleine stappen. Ofwel: een kleine groep, zoals Occupy, zet een nieuwe koers uit die na verloop van tijd door steeds meer anderen wordt gevolgd. Geleidelijk wordt de beweging dan zo groot dat ze niet meer te stoppen is en is het momentum daar.’ Zover is het nog niet, de hervormingsbeweging is nu te versnipperd om grote invloed uit te oefenen. Oikos-directeur Gerhard Schuil is daar allerminst verbaasd over. ‘Je kunt met veel geestdrift een duurzaam economisch systeem propageren, maar je hebt wel te maken met de kaders van de
bestaande structuren. Het is geen gemakkelijke opgave om daarbuiten te treden, niet iedereen kan of wil dat. Een directeur van een internationaal bedrijf kan inspirerende verhalen houden over hoe zijn bedrijf idealiter zou moeten opereren, maar het volgende uur zit hij in een vergadering met zijn commissarissen of aandeelhouders en dan wordt van hem verwacht dat hij goede omzet- en winstcijfers presenteert. Bevlogenheid telt dan even wat minder. Veel mensen zitten in een dergelijke spagaat.’ Volgens De Bruijn toont de politieke ommezwaai van verschillende CDA-politici zoals de oud-premiers Dries van Agt en Ruud Lubbers aan hoezeer de spagaat het gevolg is van een bepaalde logica. ‘Een logica die je in een andere hoedanigheid klaarblijkelijk niet automatisch onderschrijft. Dat roept de vraag op of de mannen en vrouwen in een verantwoordelijke positie wel voldoende reflecteren op hun handelen en op het kader waarbinnen zij dat doen. Kort gezegd: waarom handelen zij zoals ze handelen? Ik heb de indruk dat die vraag te weinig wordt gesteld, niet alleen aan de top maar in de hele samenleving.’ Na het laatste woord volgt een kleine stilte, zelfs de prominent in het Muziekgebouw aanwezige werklui houden even op lawaai te maken. Dan vervolgt Schuil met de opmerking dat hij het niet vreemd vindt dat het streven naar verandering slechts stukje bij beetje vorm krijgt. ‘De stap van idealen naar praktische organisatie is een geleidelijke.’. Verandering is meer evolutie dan revolutie, aldus Schuil. ‘Dat is goed zichtbaar bij maatschappelijk ondernemen: in eerste instantie werd het geagendeerd als een ideaal, vervolgens kreeg het vorm in vrijwilligerswerk vanuit het bedrijf en nu discussiëren de werkgevers in hun belangenorganisatie VNO-NCW over hoe de productieprocessen duurzaam kunnen worden gemaakt.’
Fotograaf Edward Emmet McShane was benieuwd naar de mensen achter de Occupy-beweging en zette een kleine mobiele fotostudio op nabij Wall Street. McShane: “Hun gezichten vertellen het verhaal. Deze mensen geloven dat iedereen recht heeft op een leven met mogelijkheden en waardigheid. Deze mensen zijn je vrienden, je buren, hun kinderen en je eigen kinderen. Ze hebben het recht om gehoord te worden.”
#65 / december 2011
ntum
#65 / december 2011
Koos de Bruijn (29) Functie Coördinator Tax Justice Nederland
David Renkema (55) Functie Coördinator Onderzoek
Christiaan Hogenhuis (51) Functie Onderzoeker duurzame ontwikkeling
Jacqueline van Rooijen (26) Functie Medewerker oikosXplore en migrantenprojecten
Gerhard Schuil (37) Functie Directeur Oikos
Hervormingsinitiatieven moeten gebundeld worden De hervormingsgang is een ‘interessant proces’, concludeert Hogenhuis. Bedachtzaam, zegt hij, zijn bovenlichaam lichtjes naar voren gebogen: ‘Er zijn enkele fasen te onderscheiden: eerst zijn er individuen, al dan niet verenigd in kleine organisaties, die de bestaande sociale en economische orde bekritiseren en hervormingen voorstellen. Die voorstellen krijgen in eerste instantie weinig gehoor omdat ze niet passen in het bestaande systeem. Daarop volgt een fase dat de ideeën van de criticasters langzamerhand in alle geledingen van de maatschappij beginnen door te dringen. Op dat moment is het zaak om de initiatieven te bundelen, want alleen een beweging met massa en een gezamenlijke strategie kan ook werkelijk iets bereiken.’ ‘Precies daar ligt onze opdracht’, aldus Schuil. ‘Oikos moet de verschillende initiatieven verenigen. Dat is geen gemakkelijke klus want we moeten telkens uitvinden hoe, wat en wanneer onze bemoeienis gewenst is. In het klein zijn Oikos en enkele andere organisaties begonnen indicatoren om welvaart anders te meten op de agenda te plaatsen. Uit de bijeenkomsten kwamen prima ideeën naar voren. Om meer gehoor te krijgen voor die ideeën vormden de deelnemers aan de discussie een alliantie om concrete voorstellen te formuleren. Na een voortvarende start – het opstellen van een manifest – begon de samenwerking te haperen.’ De initiatiefnemers liepen tegen de grenzen aan van wat elders de verstatelijking van het maatschappelijk midden-
veld is genoemd. Kort samengevat: de deelnemende organisaties boden hun medewerkers te weinig manoeuvreerruimte om verdere stappen te doen. Noodgedwongen hebben ze een pas op de plaats gemaakt, de vraag nu is hoe kunnen ze gezamenlijk beter gebruik maken van de openstaande mogelijkheden. Jacqueline van Rooijen, medewerker van oikosXplore en diverse migrantenprojecten, denkt niet dat er een pasklaar antwoord op deze vraag is. Na een kleine schikking van haar rastakapsel, zegt zij: ‘Bij het nadenken over samenwerking zijn twee vragen cruciaal: met welke organisaties wil je samenwerken, op grond waarvan en hoe. Minstens zo belangrijk is de vraag hoe de standpunten van de deelnemende organisaties zich verhouden tot die van hun individuele leden. Tussen de twee bestaat, zoals eerder opgemerkt, een spanningsveld, waarmee Oikos rekening dient te houden. Ook op een ander niveau speelt deze problematiek: het kan best zijn dat een directeur van een bedrijf zich wil inspannen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar hij heeft, zoals Gerhard zojuist aanstipte, ook te maken met zijn commissarissen, aandeelhouders en, heel belangrijk, met zijn werknemers. Steunen zij de voorgestelde veranderingen of stellen zij het behoud van hun baan boven alles? Soms is er druk van buitenaf nodig om mensen ‘out of the box’, buiten de geëigende kaders te leren denken. En hier heeft Oikos een rol; zij kan partijen stimuleren om buiten de gebaande paden te treden.’
De oude methodes werken niet meer ‘Zelf hebben we ook moeten leren om andere methoden te gebruiken’, vult Oikos-onderzoeker David Renkema aan. ’Tot voor kort werkten we vooral via de kerken. Deze organisaties hebben door de secularisatie van Nederland aan maatschappelijk belang ingeboet. Voor Oikos betekent dit dat wij ons meer dan voorheen moeten verbinden met andere partners, bijvoorbeeld de ‘light communities’ ofwel de los-vaste verbanden van mensen die, al dan niet religieus geïnspireerd, in beweging komen voor of tegen een bepaalde maatschappelijke ontwikkeling. Onze bijdrage bestaat uit ondersteuning en het bij tijd en wijle leveren van een weerwoord.’ Hogenhuis schudt met zijn hoofd. Hij is het maar ten dele eens met Renkema: ‘Ik merk dat er bij de organisaties waarover David spreekt, wel het besef is dat zij niet langer op de oude voet kunnen doorgaan. Kerkelijke organisaties erkennen dat er nog maar weinig behoefte is aan een zwaar, landelijk apparaat dat werkt vanuit het idee “wij hebben de deskundigheid om allerlei thema’s aan de orde te stellen, we maken er materiaal over en voorzien u, achterban, aldus van de benodigde informatie zodat u aan de slag kunt gaan.” Dat model werkt niet meer; de materialen blijven ongebruikt op de plank liggen en de telefoon van de professional op het landelijk bureau blijft angstwekkend stil. Het huidige beleid is om nadrukkelijk in te zetten op de zelfredzaamheid van de lokale groepen.’ De Bruijn maakt een kanttekening hierbij. ‘Dankzij de computer en internet is de toegang tot kennis eenvoudiger geworden. Gechargeerd zou je kunnen zeggen dat elke organisatie een makelaar van kennis kan worden, vooropgesteld dat ze weet waar ze de kennis kan vinden en dat ze uiteindelijk voldoende van het onderwerp weet om verbanden te leggen. Dat is in de praktijk toch minder eenvoudig dan soms wordt verondersteld.’
De kunst is om kennis bij elkaar te brengen De legitimiteit van een maatschappelijke organisatie is afhankelijk van zijn vermogen
om daadwerkelijk verbindingen aan te gaan met de samenleving. De vraag voor Oikos is dus of ze burgers met elkaar en met de bredere samenleving kan verbinden. Van Rooijen benadrukt dat Oikos integraal deel moet zijn van een proces. ‘Onze taak is niet om mensen te zoeken die bij projecten passen, maar om initiatiefnemers, en dat kunnen zowel individuen als groepen zijn, met elkaar in contact te brengen. Om die rol te kunnen spelen, moet Oikos kritisch kijken naar de eigen organisatie. Waar staan wij, hoe werken wij en is er sprake van stilstand of beweging?’ Renkema knikt instemmend en wijst erop dat Oikos vooral de laatste jaren grote veranderingen heeft doorgemaakt. De veteraan van het gezelschap wijst erop dat de kerkelijke achterban van Oikos eind jaren ’80, begin jaren ‘90 bijzonder gedreven was om de wereld te verbeteren. Punt was toen dat de kerkleden niet wisten hoe ze hun idealisme vorm konden geven. Ze nodigden daarom Oikos-medewerkers uit om hen van advies te voorzien en te informeren over onderwerpen als voedselzekerheid, landbouwbeleid en klimaatbeleid. ‘Voorheen
ondersteunde Oikos de mensen van goede wil met kennis en advies. Nu doen we dat anders. De kunst is niet langer om als organisatie zelf alle kennis in huis te hebben, als dat überhaupt nog mogelijk is, maar om allerlei soorten kennis bij elkaar te brengen. Neem het onderwerp religie en ontwikkeling: de verantwoordelijke Oikos-medewerker kent de wetenschappers op het gebied van religie en ontwikkeling en brengt hen met elkaar in contact. Oikos is een makelaar in kennis geworden, meer een medium dan een zender.’ Met alle veranderingen in de samenleving, heeft ook het denken in termen van simpele tegenstellingen tussen goed en kwaad, zwart en wit afgedaan. En dat vereist op zijn beurt dat organisaties uit het maatschappelijke middenveld zoals Oikos zich anders opstellen en opnieuw uitvinden. Schuil: ‘Het gaat er niet om dat we gelijk hebben en in een hoekje gaan zitten totdat we het ook krijgen. Wat telt, is dat je als organisatie het verschil maakt.’ Jan van Dam
#65 / december 2011
‘‘Alleen een beweging met massa en een gezamenlijke strategie kan ook werkelijk iets bereiken’’
#65 / december 2011
10
Boekrecensie John A. Rees, Religion in international politics and development
‘Nee’ tegen de machten
De Occupy beweging staat voor een ondubbelzinnig ‘nee’ tegen machthebbers. Deze nieuwe protestbeweging vond haar inspiratie in de Arabische Lente. Het ‘nee’ van de Arabische Lente richt zich tegen onderdrukkende en gewelddadige regimes. In West-Europa en NoordAmerika staan beurzen, banken en speculanten onder kritiek. Politici krijgen hier het verwijt dat ze hebben nagelaten paal en perk te stellen aan de markt. Een interessante vraag is: welke rol religie speelt in deze protesten? John A. Rees schreef een boek over de rol van religie met betrekking tot de internationale samenwerking. Zijn boek reikt een kader aan om de bewegingen in het MiddenOosten, Europa en Noord-Amerika te duiden. Rees maakt in zijn boek onderscheid tussen een orthodoxe en een kritische benadering van internationale samenwerking. De internationale agenda wordt in belangrijke mate bepaald door de orthodoxe benadering. De gevestigde staten maken de dienst uit. De onderlinge verhoudingen zijn vastgelegd in internationale verdragen. Deze staten opereren vanuit een welbegrepen eigen-belang. De ontwikkeling van minder fortuinlijke landen is versmald tot het nastreven van economische groei door de deelname van deze landen aan mondiale markten. Tegenover de orthodoxe visie staat de kritische benadering. De critici pleiten voor brede ontwikkeling, dus economisch, sociaal, ecologisch en cultureel. Zij wijzen erop dat mensen en gemeenschappen buiten spel staan door de orthodoxe benadering, zij komen op voor de common goods en mensenrechten. Deze kritiek zorgt voor dynamiek in de internationale agenda. De Arabische Lente, de Occupy beweging en ook de Global Call to Action Against Poverty maken hier – elk op eigen wijze – deel van uit. Vervolgens stelt Rees de vraag waar religie zich manifesteert. Hij hanteert een onderscheid, namelijk tussen seculiere en sacrale benaderingen. Binnen de seculiere benadering is religie een secundaire factor. Ze is aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van religieus geïnspireerde organisaties, maar ze is niet allesbepalend. Religie is ondergeschikt aan andere structuren en ideo-
logieën. Vanuit het sacrale perspectief domineert religie echter de agenda. Politiek en economie zijn ten diepste ondergeschikt aan religieuze krachten en hogere machten. Heel het leven dient vanuit het sacrale perspectief geheiligd te worden. Sommige profetische uitingen van de kerken, zoals de Accra verklaring uit 2004, maar ook pleidooien voor de Shari’a, passen binnen dit kader. Rees is van mening dat seculiere en sacrale belangen samen kunnen komen. Anders gezegd, rondom specifieke thema’s is het mogelijk om samen te werken, om invloed uit te oefenen. Hoe kunnen we het gedachtegoed van Rees toepassen op de huidige ontwikkelingen? De Arabische Lente was zo krachtig omdat verschillende groepen uit de samenleving zich gezamenlijk sterk maakten voor de val van de betreffende regimes. Maar na het succes in Egypte kwam de gezamenlijkheid onder druk te staan. Islamitische stromingen domineerden, het onderlinge geweld nam toe. De toegang tot de politieke agenda verdampte als het ware. De Occupy beweging
heeft zich (nog) geen toegang tot de politieke en economische agenda verworven. Ze houdt in haar kritiek op de bestaande economische orde ook afstand van diezelfde orde. Tegelijkertijd maken de leden uiteraard wel deel uit van de orde, als werknemers, consumenten en spaarders. Occupy is in de terminologie van Rees seculier en kritisch. Religie is hoogstens één van de vele factoren. Tegelijkertijd kan Occupy ook geïnterpreteerd worden als zowel een protest tegen de bestaande ordening, als een verlangen naar een nieuwe – betere – wereld. Het protest en dat verlangen hebben voor de deelnemers geen vrijblijvend karakter. Kortom, Occupy is niet geheel en al gespeend van religie. David Renkema
John A. Rees, Religion in international politics and development. The world bank and faith institutions, Edgar Elgar. Cheltenham, UK/Northampton, MA, USA, 2011
Pleidooi voor compassie
Volgens de befaamde religiehistorica Karen Armstrong delen alle religies met elkaar dat ze in de kern pleiten voor compassie met mensen, de levende natuur en de aarde als geheel. De vraag is of compassie dan ook de basis hoort te zijn voor internationale samenwerking. Joris Voorhoeve gaf in zijn toespraak een dubbel antwoord op deze vraag. Hij betrok de stelling dat het in de internationale politiek gaat om de consequenties van de politieke keuzen, niet om de bedoelingen van de politici. Goede bedoelingen kunnen volgens Voorhoeve slechte gevolgen hebben; op dezelfde manier kunnen egoïstische motieven posi-
Over Oikos Oikos
Stichting Oikos is een oecumenische organisatie die zich sterk maakt voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Oikos spoort politici én burgers in Nederland aan om actie te ondernemen tegen armoede en onrecht in de wereld. Oikos doet dit door campagnes, lobby, workshops en diverse activiteiten uit te voeren rond verschillende thema’s. Oikos doet ook onderzoek naar de oorzaken van armoede en hoe deze het beste kan worden bestreden.
tieve consequenties hebben. Bij internationale betrekkingen gaat het volgens Voorhoeve uitsluitend om de wisselwerking tussen de belangen en opvattingen van min of meer soevereine volkeren. Met deze stellingname deed Voorhoeve zich kennen als een realist. Vanuit dit perspectief is er per slot van rekening weinig of geen ruimte voor compassie. Toch pleit hij tegelijkertijd voor rechtvaardigheid, vrede en welzijn, juist vanwege de grote uitdagingen (‘plagen’) waar de mensheid voor staat. De democratische rechtsorde, mensenrechten en gelijkberechtiging staan voor Voorhoeve aan de basis van het welbegrepen eigenbelang in de internationale betrekkingen. Ik zou hier zondermeer willen spreken van compassie, maar dan wel a-religieus. Deze opstelling van Voorhoeve riep de vraag op, waarop de democratische rechtsorde, de mensenrechten en het welbegrepen eigenbelang ten diepste gebaseerd zijn. De oud-minister gaat uit van de redelijkheid van verstandige mensen. René Grotenhuis (directeur Cordaid) verwees in zijn reactie naar de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, met name naar de
daarin beleden menselijke waardigheid. Dit gaat als het ware vooraf aan de rechten en de plichten van mensen. Daarnaast benadrukte Grotenhuis in dit verband de fundamentele betekenis van de christelijk-sociale traditie. Mijn vraag is hoe dit laatste zich verhoudt tot de grote verscheidenheid aan religieuze en niet-religieuze tradities. In de geest van Karen Armstrong luidt het antwoord dat al die tradities in de kern te herleiden zijn tot compassie. Armstrong lijkt die verscheidenheid bijna te ontkennen. De sprekers op 28 september aanvaardden echter de religieuze en levensbeschouwelijke verscheidenheid ten volle; zij veronderstelden wel een gedeelde basis van menselijke waardigheid en redelijkheid. In het levendige gesprek kwam ook de (vermeende) potentie van religie ter sprake om mensen aan te zetten tot het delen van geld en goederen. Deelnemers wezen op de instelling van het jubeljaar en de Zakaat, en campagnes van Seva en Vastenaktie. Ook werd de link gelegd naar Tax Justice. Allemaal voorbeelden van compassie in de praktijk! David Renkema
Bestelformulier ik bestel:
Algemene folder Oikos (gratis)
nederlands
‘Oikos zoekt vrienden’ Wervingsfolder Vrienden van Oikos (gratis) Oikos Jaarverslag 2010 (gratis)
Publicatie ‘De Omgekeerde Wereld’ ( 6,95)* Praktijkboek Geloofwaardige Globalisering ( 2,50) Boek ‘Uitsluitend Participatie’, onder redactie van Hielke Wolters en Greetje Witte-Rang ( 17,50)* Boek ‘Economie van de eerbied’ door Roelf Haan ( 14,50)* Boek ‘Van grenzen weten’ onder redactie van Koo van der Wal en Bob Goudzwaard ( 17,90)* Boek ‘Leven alsof ’t niet op kan’ door Christiaan Hogenhuis ( 14,90)*
Vrienden van Oikos
Boek ‘Tegenpolen’ door Bernice Notenboom ( 19,90)
van de Vrienden van Oikos. Zij maken een deel van het
Oikos Nieuws Kwartaalblad (gratis)
Oikos krijgt al vanaf de oprichting financiële steun werk van Oikos financieel mogelijk. Met de bijdragen worden nieuwe thema’s opgepakt en projecten geïnitieerd. Nog geen Vriend van Oikos? Vraag dan de folder aan via het bestelformulier. Maar u kunt ook rechtstreeks een gift overmaken op giro 2324411 t.n.v. Stichting Vrienden van Oikos. Wij stellen uw betrokkenheid zeer op prijs.
Praktijkboek Religie en Ontwikkeling. Handreikingen voor de praktijk. ( 12,50) per e-mail (pdf)
per post
Informatiefolder Kenniscentrum Religie & Ontwikkeling (gratis)
nederlands
english
DVD ‘Ons IJs Smelt’ ( 7,50)* ‘Moving Forward’ Publicatie Migranten en Ontwikkelingssamenwerking (gratis) Informatiefolder Dialogue for Peaceful Change (gratis) Voor een volledig overzicht van publicaties kunt u contact opnemen met het secretariaat van Oikos of raadpleeg de website.
*excl. verzendkosten naam
stuur het bestelformulier naar: oikos antwoordnummer 51008 3501 vb utrecht u kunt uw bestelling ook via e-mail versturen: oikos@stichtingoikos.nl
english
adres postcode + woonplaats telefoon email
#65 / december 2011
“Religies en levensbeschouwingen zijn sterke drijfveren in internationale politiek. Ze zetten volken en regeringen aan tot daden die goed of slecht uitpakken.” Dat zei oud-minister Joris Voorhoeve op 28 september tijdens zijn toespraak voor het Kenniscentrum Religie en Ontwikkeling. In het levendig debat dat volgde, reageerde René Grotenhuis op Voorhoeves toespraak door te stellen dat religie van belang is voor de “overleving van de toekomst”.
11
#65 / december 2011
12
Lezing Joris Voorhoeve Op 28 september hield oud-minister Joris Voorhoeve een lezing voor het Kenniscentrum Religie & Ontwikkeling. In deze lezing schetste hij zijn visie op mondiale ethiek. Hij ging ook in op de rol van religie en de invloed van populisme. De lezing werd gevolgd door een debat waaraan ondermeer René Grotenhuis, directeur Cordaid, deelnam. Lees verder op pagina 11…
Islamitisch bankieren: financiering voor ontwikkelingslanden? Op 9 februari organiseert het Kenniscentrum Religie & Ontwikkeling samen met het International Institute of Social Studies (ISS) en Islamic Relief Netherlands de conferentie Islamic Development Finance over islamitisch bankieren. Islamitisch bankieren is gebaseerd op principes die zijn afgeleid van religieuze overtuigingen. In de academische wereld wordt hier nog nauwelijks serieus aandacht aan besteed. Bij deze conferentie wordt nader ingegaan op islamitisch bankieren en op de uitdagingen die dit systeem biedt voor ontwikkelingsstudies. Sprekers zijn ondermeer dr. Ajaz Ahmed Khan (CARE International), prof. Eelke de Jong (Radboud Universiteit),
prof. Irene van Staveren (ISS), Mrs. Kamalini Weatherbed (Islamic Relief Worldwide) en prof. Gerrie ter Haar (ISS). Deze Engelstalige bijeenkomst vindt plaats in het kader van het emeritaat van Professor Gerrie ter Haar, bijzonder hoogleraar op de leerstoel Religie en Ontwikkeling van ISS/Erasmus Universiteit. Ook zal het nieuwe boek van Ter Haar worden gepresenteerd: ‘Religion and Development: Ways of Transforming the World’. Tijd en locatie 9 februari 2012, 14.00-17.00 uur International Institute of Social Studies, Kortenaerkade 12, Den Haag.
Om papier en geld uit te sparen, zullen we de komende tijd naast de papieren editie experimenteren met het digitaal verzenden van de nieuwsbrief. Daarom zouden we het op prijs stellen als u ons kunt laten weten of u interesse heeft in een digitale editie van Oikos Nieuws. Dit kunt u doen, door zich hierop te abonneren op www.stichtingoikos.nl.
Colofon
Oikos Nieuws is het kwartaalblad van Oikos. Vrienden van Oikos ontvangen het blad gratis. Overige abonnees wordt één maal per jaar gevraagd een vrijwillige bijdrage te geven. Ontwerp & layout In Ontwerp, Assen Productie Nilsson, Goes Eindredactie Rogier van der Weijden Fotografie Edward Emmet McShane (p.1,6 en7), Patrick van der Sande (p.2), Rogier van der Weijden (p.3, 8 en 9), Russ Morris (p.4), Rubin Starset (p.5), Anna Wijnands (p.5), Ryan (p.11), Esther Dwarswaard (p.12).
Gooi dit magazine na lezing niet bij het oud papier, maar laat ’m achter in de trein of in de wachtkamer bij de huisarts.
Administratie Oikos Postbus 19170 3501 DD Utrecht T (030) 236 15 00 oikos@stichtingoikos.nl www.stichtingoikos.nl