14 minute read

WALDEN INTERVIEW

Next Article
GET INSPIRED

GET INSPIRED

@WALDEN

Broer en zus Laurens (27) en Lena (29) van der Wal zijn de eigenaars van het ontwerp- en ontwikkelbureau Walden. Ze richten zich op kleine, zelfvoorzienende en experimentele architectuur. Beiden hebben de bachelor Bouwkunde aan de TU Delft gevolgd en zijn in die periode pioniers van de Tiny Houses in Nederland geworden.

Advertisement

Hoe zag jullie leven er uit voor Walden bestond? Laurens: Lena en ik komen uit Groningen. Onze vader is architect en ik heb van hem veel meegekregen over zijn vak. Ik hielp stiekem al wel eens mee met het maken van renders of 3D modellen in SketchUp, maar ik vond dat ik niet zomaar hetzelfde als mijn vader kon gaan doen. Na de middelbare school ben ik filosofie gaan studeren. Het denken over dingen leek echter in een oneindige spiraal van denken te resulteren waar ik vervolgens niks mee deed. Dat was voor mij de reden om toch Bouwkunde te gaan doen, want dat leek mij wel een mooie combinatie van nadenken en er iets heel concreets en praktisch mee doen. Het thema duurzaamheid hield mij bezig. Ik weet nog dat ik een college had van Andy van den Dobbelsteen en die zei heel nadrukkelijk: “Jullie zijn de generatie die het moet doen. Mensen na jullie komen te laat, mensen boven jullie zijn te oud en die zitten al helemaal goed op hun gemak.” Dit raakte mij. Het thema duurzaamheid werd naar mijn mening te oppervlakkig behandeld: zonnepaneel hier, zonnepaneel daar. Zo gaan we er niet komen, dacht ik. Met een goede vriend ben ik tijdens mijn bachelor in aanraking gekomen met een project in Nicaragua over het realiseren van sociale woningbouw met duurzame materialen. We hebben daar een gebouw gemaakt van zelf gekapt bamboe en samengewerkt met lokale partijen. Dat was denk ik de eerste keer dat ik echt iets heb gebouwd en dat ik ook zo nadrukkelijk met duurzaamheid aan de slag ging. Na het Nicaraguaproject besefte ik dat ik eigenlijk niet aan de andere kant van de wereld problemen wilde oplossen, maar dat ik dichter bij huis wilde beginnen. Westerse landen zijn tenslotte in het algemeen veel vervuilender dan meer zuidelijke landen. Een land als Nicaragua heeft een veel kleinere ecologische voetafdruk dan Nederland. Lena: Ik zat op de kunstacademie voordat ik met de studie Bouwkunde begon. In mijn derde jaar van de kunstacademie ben ik naar New York gegaan en daar woonde ik in een héél klein appartementje. Dat ‘kleine wonen’ heeft me later gefascineerd, denk

Photo by Lilian Broekman

ik. Vervolgens ben ik afgestudeerd als kunstenaar en begon ik me net als Laurens bezig te houden met de klimaatcrisis. Andy heeft precies hetzelfde verhaal over duurzaamheid twee jaar later ook aan mij verteld. Dat was ook voor mij het moment dat ik dacht: we moeten wat doen! Ik wilde dingen maken waar mensen niet alleen naar kijken, maar ook iets mee kunnen doen. In die zin wilde ik echt iets bijdragen aan duurzaamheid en daarom ben ook ik op Bouwkunde terecht gekomen. Laurens: Als je echt in het duurzaamheidsthema duikt, kan je er gemakkelijk depressief van worden, vind ik. Allerlei rode lijnen zijn al gepasseerd. Denk aan ontbossing en het uitsterven van diersoorten. Ik las gisteren nog in de krant dat in vergelijking met enkele decennia geleden het aantal insectensoorten met 70% is afgenomen. Die insecten hebben een heel belangrijke ecologische functie. Lena: Ons hele systeem stort in als de insecten weg zijn, dus dat geeft de urgentie om in te grijpen wel aan.

Hoe is Walden ontstaan? Lena: Ik deed destijds een acceleratorprogramma van Urban Greeners in Almere om een eigen duurzaam bedrijf te beginnen en toen heb ik Laurens opgebeld om te vragen of hij meedeed. Ik had toentertijd een fascinatie voor Tiny Houses, onder andere vanwege mijn ervaring in New York. Tiny Houses bestonden op dat moment nog niet in Nederland en waren alleen in Amerika te vinden. Met een aantal anderen hebben we Tiny House Nederland opgericht om het concept ook hier van de grond te tillen. Tiny House Nederland begon als blog en tegenwoordig is het een stichting. We kwamen in contact met Marjolein, een vrouw die graag in een Tiny House wilde wonen. Wij besloten als een soort oefenproject een Tiny House voor haar te ontwerpen en te bouwen. Zonder een bedrijfsnaam of website te hebben, belde nu.nl ons. De titel van hun artikel luidde: “Eerste architectuurbureau voor kleine huisjes opgericht.” Ook SBS6 wilde de bouw van het

huisje volgen. Door die vliegende start in de media hebben we meteen een aantal opdrachten gekregen en zo ontstond ons eigen bedrijf.

Kunnen jullie kort toelichten wat voor ontwerpen jullie maken, waarom jullie dat doen en hoe jullie het aanpakken? Laurens: Laten we beginnen met waarom we dit bedrijf hebben opgericht. De bouwsector is verantwoordelijk voor 40% van alle CO2 uitstoot en dan heb je het nog niet over alle andere ecologische effecten die deze sector veroorzaakt. Onze projecten hebben te maken met de hervorming van die bouwsector. We hebben een Tiny House gemaakt om te kijken hoe een persoon veel kan besparen en duurzaam kan leven. Mensen vinden het wel heel moeilijk om te tornen aan de hoeveelheid spullen en de hoeveelheid ruimte die ze hebben. Weinig mensen willen bezuinigen of een stapje terug doen. Lena: Onze grootste frustratie ten aanzien van de bouwsector is dat in elke andere industrie producten in de loop van de tijd duurzamer en goedkoper zijn geworden door geoptimaliseerde en efficiëntere bedrijfsprocessen, maar dit in de bouwsector niet zo is. Dat heeft er deels mee te maken dat grond schaars is en dat vastgoed vast is. Bij alles wat we doen vragen wij ons af: kan dit niet efficiënter? Behalve dat de bouwsector niet duurzaam is, is de bouwsector ook nogal oneerlijk en niet zo sociaal. Mensen met vrij hoge inkomens zijn in staat een huis te kopen, terwijl mensen met lage inkomens dat niet kunnen. Je hebt projectontwikkelaars en investeerders die veel geld verdienen aan vastgoed, terwijl mensen met een kleinere beurs dat niet doen. Laurens: Een voorbeeld van een van onze projecten is de microdisco van 2,5 m2. Hij draait op zonnepanelen

Zonder een bedrijfsnaam of website te hebben, belde nu.nl ons. De titel van hun artikel luidde: “Eerste architectuurbureau voor kleine huisjes opgericht.”

en is helemaal zelfvoorzienend. Hiermee brengen we klein wonen en besparen onder de aandacht op festivals. Een ander project, in Rotterdam, gaat over groene dakdorpen. Groene daken hebben een heel positief effect op de ecologie van de stad. Ze verminderen het urban heat island effect van opwarmende steden en ze bufferen water. Door kleine woningen op grote gebouwen te plaatsen, kunnen de groendaken worden bekostigd, die nu financieel onaantrekkelijk zijn. Voor weer een ander project hebben we met lokale houtsoorten van Staatsbosbeheer straatmeubilair gemaakt. Momenteel wordt er een uitbreiding aan een bestaande dijkwoning in Everdingen naar ons ontwerp gebouwd. Hiervoor worden biobased materialen gebruikt (houten skelet, vlas isolatie, houten geveldelen) en de dakbedekking van zonnepanelen wekt eigen energie op. Het zijn dus heel diverse projecten op heel verschillende schaal. We proberen met onze projecten de bouwsector te innoveren, vooral met betrekking tot duurzaamheid. Laurens: We werken op een speelse manier. Een Tiny House is een avontuurlijk huis, want je kunt het overal neerzetten. Lena: We werken op experimentele wijze en, zoals gezegd, op verschillende schaal. Laurens: We zijn begonnen met het idee: we gaan iets ontwerpen en dat is de oplossing. Toen kwamen we er achter dat de rol van de architect, als je echt iets duurzaams wil maken, vrij klein is. Je komt heel vaak te laat om grote betekenis te hebben, want belangrijke besluiten zijn al genomen. Dus we zijn ook aan het experimenteren daarin met onze eigen rol. We spelen steeds een andere rol en vragen ons af: wat heeft veel impact en wat vinden we zelf leuk? Lena: Ik denk dat onze missie uiteindelijk gewoon is te kijken hoe we de bouwsector ofwel kunnen ontwrichten ofwel op een bepaalde manier kunnen prikkelen om te zorgen dat het een stuk socialer en een stuk duurzamer wordt.

In hoeverre is er belangstelling voor nieuwe manieren van wonen en waar merken jullie dat aan? Lena: Je ziet het enerzijds aan de Facebookpagina die exponentieel gegroeid is. Anderzijds zie je dat steeds meer gemeenten grond ter beschikking stellen voor experimenten. Den Haag heeft bijvoorbeeld een soort proeftuin voor Tiny Living. Laurens: Daarnaast merk ik in mijn directe omgeving dat zowel oude als jonge mensen een meer collectieve manier van wonen interessant zijn gaan vinden. Ze zijn bereid naar een soort woonvorm toe te gaan waarbij je faciliteiten deelt zoals een moestuin, wat in die zin wel zuiniger is omdat je meer gaat samenwerken. Lena: In onze omgeving is er dus echt behoefte aan andere woonvormen, maar de bouwsector voorziet daarin niet. De partijen die ons wonen faciliteren, zijn niet op de hoogte of willen niet op de hoogte zijn van de trends die nu spelen. Of ze zijn gewoon te traag om er iets mee te doen en lopen dus achter de feiten aan. De zekerheid of iets over 10 jaar nog wel hip is, speelt voor hen een belangrijke rol.

De Tiny Houses komen oorspronkelijk uit Amerika en jullie hebben dit concept vervolgens in Nederland geïntroduceerd. Is de uitwerking daadwerkelijk verschillend of gaat het puur en alleen om de plek? Laurens: De uitwerking is zeker anders, want ik vind die geitenwollensokken huisjes in Amerika, die typische cottages, echt verschrikkelijk (lachend). We hebben geprobeerd er een eigentijds karakter aan te geven en om duurzaamheid wat hipper te maken. Wat maakt jullie bureau anders dan andere architectenbureaus? Lena: Wat ons bedrijf uniek maakt, is het hebben van een niche. We waren een van de eerste

architectenbureaus die überhaupt een specialisatie hadden: kleine duurzame huisjes. Ten tweede was het in die tijd ook wel uniek om te kiezen voor radicale duurzaamheid. Laurens: Ik denk wat ons ook onderscheidt van veel andere partijen is dat we niet enkel en alleen architect zijn. We zijn tegelijkertijd ook kunstenaar, ontwerper en ondernemer.

Heeft het kiezen van verschillende masters invloed gehad op jullie individuele ideeën over het bedrijf? Lena: Ja, we hebben er bewust voor gekozen om allebei een eigen richting op te gaan. We lijken heel erg op elkaar, maar dat is voor een bedrijf helemaal niet handig. Het is veel beter als je verschillende skills hebt. Dus toen vroegen wij ons af welke skills we niet hadden voor waar we naartoe wilden: de bouwsector inspireren of veranderen. We wilden inzicht krijgen in duurzaamheid op systemisch niveau en daarnaast ook inzicht krijgen in de bouwsector en de financiële haalbaarheid. Aangezien ik meer business minded ben dan Laurens en hij meer een keiharde duurzaamheididealist is, doe ik nu de master MBE (Management in the Built Environment) en Laurens de master Metropolitan Analysis, Design & Engineering.

Wordt het verduurzamen beperkt door de huidige bouwsector? Lena: Het winstbejag van lokale overheden beperkt de verduurzaming van de bouwsector. Gemeentes verkopen hun grond vaak aan de hoogste bieder, de partij met het minst duurzame gebouw. Duurzaamheid kost namelijk geld en sociale huurwoningen maken kost ook geld. Met meer wetgeving hierover zou de bouwsector in één keer kunnen veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe wet die ervoor heeft gezorgd dat per 1 januari 2019 nieuwbouwwoningen gasvrij moeten zijn. Laurens: Duurzaamheid wordt inderdaad niet altijd gestimuleerd door de wetgeving. Er wordt bijvoorbeeld veel belasting geheven op arbeid en er wordt haast geen belasting geheven op grondstoffengebruik. Nieuwe grondstoffen delven is goedkoop en dus aantrekkelijk, terwijl hergebruik en reparatie duur zijn en dus onaantrekkelijk.

In hoeverre denken jullie te kunnen bijdragen aan verduurzaming van de bouwsector? Lena: Wij hebben geen illusie dat wij als klein bedrijf in ons eentje de hele bouwsector gaan veranderen. Het enige wat wij hopen te doen, is daar in prikken of business modellen creëren die het wel kunnen en natuurlijk anderen stimuleren om mee te doen! Laurens: Maar het zal samen moeten gaan met hervormingen in de maatschappij, zoals het omdraaien van belastingen. Dat belasting op grondstoffen juist heel hoog wordt en dat de belasting op arbeid heel laag wordt.

Hoe ziet de toekomst van Walden er volgens jullie uit?

Lena: Tijdens het accelerator programma moesten we een tijdlijn maken van twintig jaar vooruit. Die zag er toen als volgt uit: eerst worden we architect, dan gaan we één Tiny House maken, dan gaan we tien Tiny Houses maken, dan gaan we andere dingen doen met duurzaamheid en uiteindelijk worden we ontwikkelaars die het een stuk duurzamer en socialer aanpakken. Ons beeld is een stuk genuanceerder geworden. We vinden een Tiny House fantastisch, maar we geloven niet dat een hele wereld vol met Tiny Houses een duurzame of sociale oplossing is. Naarmate we ons meer zijn gaan verdiepen in de bouwsector, ondervonden we een groot probleem: ketenintegratie. Partijen in de bouw hebben verschillende belangen en moeten toch samen iets maken; dat leidt niet altijd tot de beste resultaten. Het is meer een soort concurrentiestrijd om tot iets te komen, terwijl de partijen juist moeten samenwerken. Laurens: Onze toekomstvisie is een soort combi te zijn van een architect en projectontwikkelaar die lange termijn betrokken blijft bij zijn projecten, omdat we denken dat daar duurzamere ontwikkeling uit voortkomt. Ik denk niet dat wij een gigantisch bedrijf willen worden, je moet toch ook een beetje bij je eigen credo blijven dat je ook meer met minder kan. Lena: Maar los daarvan denk ik dat we ook altijd nog wel blijven spelen. Charles & Ray Eames, een designer duo, waren iets wat eigenlijk niemand kon definiëren. Samen hadden ze een bureau dat zowel stoelen, huizen als animatiefilms maakte. Het kon van alles zijn, maar het had wel een heel onderscheidend karakter. Ik zie ons ooit in de toekomst, net als zij, ook op zo’n vrije manier een bedrijf zijn. Het ontwerp van de stoeltjes die in de espressobar staan is trouwens ook van hun!

Wat hebben jullie in de praktijk geleerd wat je niet tijdens je studie hebt geleerd en wat willen jullie meegeven aan de huidige bouwkundestudenten? Lena: Op deze hele studie wordt je keihard opgejaagd om zo snel mogelijk en zo competitief mogelijk iets neer te zetten, maar daar komen toch gewoon niet de beste ideeën vandaan? Soms moet je er gewoon nog een nachtje over kunnen slapen, echt lekker kunnen uitdenken of lol mee kunnen hebben. Als je echt iets goed wil uitdenken, kost dat gewoon tijd. Laurens: We hebben natuurlijk ook gewoon zelf tijd gemaakt voor ons bedrijf; ik heb 5 jaar over mijn bachelor gedaan. Ik zou je niet door je studie heen haasten. En ik denk dat je wel echt ontzettend veel kan leren in de praktijk. Het zijn heel simpele praktische dingen die je hier niet gaat leren: hoe je met klanten praat, hoe je met opdrachtgevers en leveranciers omgaat, wat je rol is om alle partijen bij elkaar te houden, hoe je een bedrijf runt etc. Allemaal van dat

Tiny House van Walden

soort praktische skills. Wat ik nog meer heb geleerd in de praktijk is dat wanneer je ver wilt komen, je groot moet denken en hoog moet inzetten. In de studie heb je geen budget, heb je geen grenzen en veel vrijheid. Als je echt coole dingen wilt doen in de praktijk, dan moet je met diezelfde vibe erin gaan. Met de Tiny Houses zijn we gewoon tegen de bestaande regelgeving ingegaan in plaats van ons erdoor te laten beperken. Gemeenten werden gedwongen om er iets mee te doen. Eigenlijk mag je niet zo klein bouwen van het Bouwbesluit en woningen zijn normaliter aangesloten op het rioleringsnetwerk en allerlei andere netwerken. Hier werden uitzonderingen voor gemaakt. Lena: Er is wel een heel groot gat tussen de vrijheid die je in de studie hebt en de vrijheid die je in de praktijk hebt als architect. Ik denk dat heel veel studenten denken dat wat je hier leert, is hoe het werkelijk is. Dat is absoluut niet zo. Je bent later maar een heel klein deel van je tijd echt bezig met toffe ideeën bedenken, concepten bedenken, met heel veel vrijheid en originaliteit. Laurens: Wat ik heb gemist in de bachelor en waarom ik heel erg veel projecten ben gaan doen naast mijn studie, is omdat het allemaal niet praktisch werd. Alles bleef zweven in de conceptvorming en architectuur kan ook heel onbevredigend zijn als je iets niet een keer gaat realiseren. Je doet hier wel praktische dingen zoals tekenen, maar als student sta je nog ver weg van de echte bouw. Lena: En één heel belangrijk ding wat ik iedereen wil meegeven bij bouwkunde: je medestudenten zijn niet je vijand. We krijgen hier als architect in de bachelor een competitiviteit aangeleerd. Als je iets goeds en iets moois wilt maken, dan moet je samenwerken, elkaar wat gunnen en elkaars kwaliteiten gebruiken. Dus in plaats van dat we de strijd met elkaar aangaan, moeten we elkaars creativiteit en intelligentie gebruiken om te bedenken hoe we onze rol kunnen vormgeven. Laurens: Mijn advies aan studenten is: bepaal je eigen tempo en wissel het lekker af met iets praktisch doen of even ertussenuit gaan. En idealiter doe je dat voordat je bent afgestudeerd, want dan kun je daarna je opleiding nog gebruiken om je te verdiepen in alle fascinaties die je hebt ontdekt! praktisch doen of even ertussenuit gaan. En idealiter doe je dat voordat je bent afgestudeerd, want dan kun je daarna je opleiding nog gebruiken om lekker te studeren. //

This article is from: