SUPporter magazine van
Studievereniging SUPport
Nummer I - December 2015 - 30e
jaargang
voor
Building Technology & Construction Technology
Special:
Renovatie en herbestemming
SUPporter I - December 2015
Inhoudsopgave SUPport
algemeen
Van de voorzitter... Voorstellen...het 39e bestuur Voorstellen...de commissies Het volgen van een vrije master Vrije master / Van de redactie...
Activiteiten
Bezoek aan het Bouwhuis Uitreiking certificaten SUPparty: thema SUPzero Excursie: The Student Hotel
Geschiedenis
Uit de oude doos...
Het
nieuwe bestuur is klaar voor het studiejaar
2015 - 2016
6
SUPport Education (in English): Certificate “BD&T” project The masterproject 7TC60 (now 7KS1M0) is part of the certificate program Building Design & Technology. This project helps students to better understand the nature of building technology and to realize innovative and qualitative architectural concepts and products. The topic could be in the field of health & wellbeing, ecological sustainability or building for developing countries.
Special thema “Renovatie en
The project that took place in semester B of 2014-2015 was about creating a building concept / a blue print for a safe and healthy garment workshop in Ghana and a factory in Bangladesh. It was defined after a request to the Bouwkundewinkel by Vlisco and in the final setup various external parties (Vlisco, Padma Textiles, Modint, MVO Nederland) were involved. You can read about this project on page 48 - 51.
In deze SUPporter staat het thema “Renovatie en herbestemming” centraal. Op pagina 25 wordt dit ingeleid, daarnaast komen er verschillende projecten aan bod. Zowel bedrijven als studenten zullen aan het woord komen. Benieuwd naar de inhoud? Kijk verder en ga lezen!
Carrièrestart
van...
Studentenwerk
Afstuderen: Da Vinci woningen
Special:
20 22
renovatie en herbestemming
Introductie 25 De Bussumse Watertoren 26 De Gulden Feniks 28 Column Frits Scheublin 29 Herbestemming Petruskerk 30 WarmBouwen 32 Renovatie Hoofdgebouw TU/e 34 Column Jos Lichtenberg 37 Villa Zoetermeer en Muiderberg 38 From design to production (in English) 40 Column Willem van Dijk 43 Greenworks Academy 44 Restauratie van Mariënbosch 46
Wereldrecordpoging BierKrattenBrug 2016
SUPport Education (in English) Bouwfouten
Vertigo wordt bruin
Studentenwerk Bridge in Ice
25
16
Afstudeerplannen 19
Certificate “BD&T” project herbestemming”
12 13 13 14
Studentenwerk
Jordy Vos
Inmiddels is het studiejaar al een aantal maanden geleden begonnen en zijn alle zaken overgenomen door het nieuwe bestuur, het 39e bestuur alweer. Iedereen is druk bezig met de activiteiten die tot de opgestelde taken behoren. Met zijn allen hopen wij er een succesvol, leerzaam maar vooral leuk jaar van te maken. In deze eerste SUPporter van het jaar stelt het bestuur zich voor en tevens worden ook de commissies bekend gemaakt.
05 06 09 11 11
47 48 52 55
Overige
Moppentrommel 57 Colofon 58 Volgende SUPporter... 58
3
Hightech in het kwadraat Gebouwen waar hightech onderzoek wordt verricht,
FrieslandCampina Innovation Centre
moeten voldoen aan zeer hoge eisen. Hurks weet als
Wageningen (2013)
geen ander wat er komt kijken om deze complexe ontwikkel-, bouw- en onderhoudsopgaven tot een succes te maken. Wij zijn trots op onze actuele projecten. Stuk voor stuk state-of-the-art gebouwen waar duurzaamheid, hoogwaardige techniek, flexibiliteit en veiligheid een grote rol spelen. De lat leggen we hoog. Bij alle projecten waar we aan werken. Hoe hoog leg jij de lat? www.hurks.nl
DSM Materials Sciences Center Sittard-Geleen (2014)
Faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW)
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en
TU Delft (geplande oplevering: 2016)
het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) Utrecht Science Park (geplande oplevering: 2018)
SUPporter I - December 2015
Van de voorzitter... Renovatie Er vindt een structurele verandering in de bouw plaats. In Eindhoven is er een toename van 9% in leegstand van de kantorenmarkt. Op dit moment staat 272.550 m² kantoorruimte leeg. Deze kantoorruimte wordt gerenoveerd en herbestemd. Een mooi voorbeeld van herbestemming en renovatie in onze achtertuin is natuurlijk Strijp-S. Op deze plek zijn, en worden, veel gebouwen gerenoveerd en herbestemd. Anton en Gerard zijn omgebouwd naar lofts en Natlab krijgt een nieuwe bestemming in de vorm van het St. Lucas College. Niet alleen in Eindhoven maar in heel Nederland is de groei in deze sector te herkennen. Maar liefst 40% van de omzet van de hoofdaannemers komt voort uit de categorie onderhoud en/ of renovatie van woningen, waar dit in 2010 nog 25% was. Herbestemming en renovatie brengt een aantal problemen met zich mee, vandaar dat dit thema de special van deze SUPporter is. Ervaringen vanuit het bedrijfsleven met voorbeeldprojecten en deskundigen op dit gebied zullen aan bod komen. De Technische Universiteit Eindhoven ontkomt ook niet aan de trend van herbestemming, op grote én op kleine schaal. Op grote schaal wordt het gebouw Potentiaal op dit moment omgebouwd naar een woontoren. Daarnaast wordt nu ook het Hoofdgebouw onder handen genomen. Op kleine schaal ondervinden we zelf ook de gevolgen van herbestemming. Vloer 5 wordt volledig omgebouwd naar studeerplekken. Dit betekent dat we gaan verhuizen, zoals het er nu naar uit ziet naar vloer 2, in de voormalige ICT-ruimte. Vanaf 2016 zal studievereniging SUPport dus niet meer te vinden zijn op vloer 5, maar op vloer 2!
Pieter van Nunen Voorzitter SUPport 2015-2016
Ook het bestuur van SUPport is onderhevig aan een ‘renovatie’, met als gevolg dat 22 september 2015 een nieuw, fris en uiterst enthousiast vier-persoons bestuur is aangetreden. Met trots mag ik mezelf de voorzitter van het 39e bestuur van SUPport noemen. Net als bij renovatie zal het oude niet volledig verdwijnen, op de kennis en kunde van het 38e bestuur zal nog beroep worden gedaan. In deze SUPporter zullen de bestuursleden en de commissies van de 39e jaargang van SUPport zichzelf met trots voorstellen. Met mijn bestuursleden en de commissies zullen we ook dit jaar weer optreden als intermediair tussen student, praktijk en het onderwijs. Dit gaat natuurlijk gepaard met gezellige, educatieve en bewonderingswaardige activiteiten. De eerste lichting studenten heeft de certificaatprogramma’s doorlopen en met goed gevolg afgelegd. Om dit te vieren zijn we met de studenten naar de PhD-dag op de SPARK-campus geweest, daarnaast hebben we de nodige gezelligheid met jullie mogen meemaken tijdens de constitutie- en kennismakingsborrel en zijn we de Ierse bouw- en uitvoeringstechniek gaan bewonderen tijdens de Meerdaagse excursie naar Dublin. Meer over deze leerzame en gezellige excursie wordt toegelicht in de tweede SUPporter. Tot slot wens ik U veel leesplezier!
5
SUPporter I - December 2015
Voorstellen...
Het 39e bestuur van SUPport Woensdag 10 september was de laatste officiële bestuursdag van het 38e bestuur. Tijdens de jaarlijkse Algemene Leden Vergadering van studievereniging SUPport werd het 38e bestuur gedechargeerd. H i e r n a w e r d d e b e s t u u r l i j ke verantwoordelijkheid overgedragen aan alweer het 39e bestuur. Evenals de voorgaande jaren stellen zij zich aan u voor in deze eerste SUPporter. Naast het bestuur worden ook de commissies van 2015-2016 aan u voorgesteld.
Het 39e bestuur van Studievereniging SUPport
Raadgevend advies Namens het 38e bestuur zijn er nog bemoedigende woorden voor het nieuwe bestuur om dit jaar succesvol te maken: “Het begin van het 39e bestuursjaar van SUPport betekent daarmee ook automatisch het einde van ‘ons’ bestuursjaar. Na een periode van informatieoverdracht ligt de verantwoordelijkheid nu bij het 39e bestuur. Ik spreek namens het hele 38e bestuur als ik zeg dat we er alle vertrouwen in hebben dat het ook dit jaar weer een ontzettend mooi jaar gaat worden. Ik verwacht dat ook dit jaar weer alle ingrediënten aanwezig zijn om er een succes van te maken. Maar het gaat uiteraard niet vanzelf! Dat betekent dat er hard gewerkt moet worden en dat er
6
daadkrachtig omgegaan moet worden met de kansen die zich voordoen. Naarmate het jaar vordert, zullen enkele handelingen of activiteiten sneller tot stand komen aangezien er routine is ontwikkeld binnen het bestuur en haar kennis. Geniet van de zaken die exclusief zijn weggelegd voor bestuursleden, want voor je het weet zit het jaar er weer op. Dit hebben wij ook ervaren. Onderneem daarom regelmatig leuke en gezellige activiteiten met elkaar! Als raad van advies blijven we nog nauw betrokken bij de studievereniging en zullen waar nodig hulp bieden aan het bestuur.
We wensen daarom het 39e bestuur heel veel plezier toe en hoogst waarschijnlijk geniet het 39e bestuur net zoveel van het besturen van deze prachtige vereniging als wij deden. Pieter, Jitske, Luuk en Nick, succes allemaal het komende jaar en maak er samen een mooi jaar van!” Daan Glas Voorzitter 38e bestuur 2014-2015
SUPporter I - December 2015
Mijn naam is Pieter van Nunen en ik ben in september 2012 begonnen aan de bachelor Bouwkunde aan de Technische Universiteit te Eindhoven. Ik heb mijn bachelor in drie jaar behaald en inmiddels ben ik begonnen met mijn master Architectuur, naast architectuurvakken volg ik ook het certificaatprogramma Construction Technology. Mijn interesse voor bouwkunde is begonnen tijdens een stage in het vijfde jaar van de middelbare school. Hierbij kwam ik terecht op een bouwplaats waar ik een week lang heb meegelopen met de hoofdaannemer. Vanaf dit moment heb ik mijn zinnen op bouwkunde gezet. Mijn interesse voor architectuur en maakbaarheid is gedurende mijn bachelor alleen maar gegroeid.
Pieter van Nunen Voorzitter Commissaris Onderwijs
Mijn eerste contact met SUPport was tijdens een Master’s Event georganiseerd door de TU/e. Hier was SUPport aanwezig om informatie over de certificaatprogramma’s te verstrekken. Vervolgens ben ik betrokken geraakt bij SUPport door middel van het volgen van een aantal bouwplaatsexcursies. In het vierde kwartiel van mijn derde jaar heb ik het certificaat vak Innovatie op Locatie (IoL) gevolgd. Dit project heeft mijn interesse in uitvoeringstechniek gewekt waardoor ik nu het gehele certificaatprogramma volg. Tijdens de afsluitende borrel van de eindpresentaties ben ik benaderd door Daan Glas of ik interesse had in een bestuursjaar bij SUPport. Dit leek me een leuke aanvulling op mijn studie en heb ik uiteindelijk gekozen voor een voorzittersfunctie in een combinatie met commissaris onderwijs. Het voorzitterschap trok mij aan omdat het draaiende houden van een vereniging mij een leuke en uitdagende taak lijkt, de onderwijscommissie leiden is een cruciale taak binnen de huidige onderwijssituatie waar we ons nu in bevinden. Als commissaris onderwijs zal ik me samen met mijn commissieleden bezig houden met de optimalisatie en promotie van de certificaten. Nauwe samenwerking en professionaliteit met de docenten, onderwijsorganen en in sommige gevallen bedrijven spelen hierbij een belangrijke rol. Een open en eerlijke communicatie naar de studenten over de gemaakte afspraken staat bij mij hoog in het vaandel aankomend jaar. Als voorzitter heb ik in samenwerking met het bestuur het beleid voor het aankomend jaar bepaald. Ik zal er op toezien dat het beleid ook wordt gehandhaafd bij de verschillende commissies. Verder zal ik aansturen op een goede samenwerking en waar nodig ondersteuning bieden aan de commissies. Tevens zal ik als aanspreekpunt van bestuursleden, commissies, leden, studenten en docenten fungeren. De samenwerking en communicatie met de andere sectieverenigingen is ook een van mijn taken als voorzitter.
Hallo, mijn naam is Jitske Knipping, ik ben 22 jaar en woon in Oss. In 2010 ben ik geslaagd voor mijn HAVO en in 2012 heb ik mijn VWO diploma gehaald. September 2012 ben ik gestart met de opleiding Bouwkunde en heb tijdens mijn bachelor de richtingen ontwerp en techniek gevolgd. De interesse die ik heb voor bouwkunde komt vooral doordat ik combinatie tussen creativiteit en techniek erg leuk vind. Op dit moment ben ik nog met mijn bachelor bezig maar probeer het tweede semester aan mijn master Structural Design te beginnen. Binnen deze master ga ik twee certificaatvakken volgen die SUPport aanbiedt. Doordat dit een rustiger jaar is in mijn studietijd, wil ik deze graag een nuttige invulling geven. Uitvoeringstechniek en bouwtechniek, de richtingen waar SUPport voor staat, vind ik erg interessant en daarom leek het me leuk om een rol in het bestuur bij SUPport te vervullen. Voorheen heb ik bij CHEOPS in de studiereiscommissie gezeten, daarom leek de rol als commissaris studiereis voor mij geschikt. Naast commissaris studiereis ben ik secretaris en vicevoorzitter.
Jitske Knipping Secretaris Commissaris Studiereis
Dit jaar wil ik op de eerste plaats graag een studiereis organiseren die niet te vergeten is. Ook wil ik me gaan richten op de alumni die binnen SUPport aanwezig zijn. De precieze invulling hiervan is nog niet bekend maar er zijn al genoeg ideeën. Mocht u nog leuke ideeën hebben dan zouden we het leuk vinden als u ons dit laat weten. Verder verwacht ik een leerzaam jaar als bestuurslid van SUPport waarin ieder van ons zich kan ontplooien. Naast mijn studie ben ik ook actief binnen Turnoss, een plaatselijke gymnastiekvereniging. Voorheen als gymnast nu enkele jaren als trainer en jurylid. Dit jaar bestaat de vereniging zestig jaar, samen met een commissie ga ik daar ook een feestjaar organiseren. Wintersport is ook een passie van me, ik probeer dan ook jaarlijks te gaan. Op de universiteit heb ik ook verschillende nevenactiviteiten. Zo ben ik student-assistent bij de eerstejaars projecten, ook zit ik in het studenten voorlichtingsteam van Bouwkunde. Al met al zit ik niet stil en wil ik er een leuk, gezellig en leerzaam jaar van maken.
7
SUPporter I - December 2015
In 2012 ben ik begonnen aan mijn academische carrière op de TU/e met de bachelor Bouwkunde als eerste lichting van het Bachelor College. In de loop van het eerste collegejaar bleek dat de technische kant van de studie mij meer gelegen was. In het tweede jaar is deze interesse bevestigd in het projectwerk. Momenteel ben ik druk bezig met het afronden van de bachelor, waaronder het bachelor eindproject. Naast het project zal ik dit semester twee vakken doen waardoor er tijd over is die gestoken kan worden in de vereniging. Ik ben nog niet zeker hoe ik het tweede semester in ga vullen. Een stage lijkt mij heel interessant om meer praktijk ervaring op te doen die ik dan vervolgens kan gebruiken in de masteropleiding. De andere mogelijk is om gewoon te beginnen aan de master Structural Design en de praktijkervaring uit te stellen tot na de studie. Bij deze laatste optie ontstaat er ruimte in het onderwijsprogramma om een van de certificaat lijnen te gaan volgen. Mijn voorkeur gaat dan uit naar de richting Uitvoeringstechniek. Luuk Titulaer Penningmeester
Voorheen ben ik nog niet actief geweest bij SUPport. Echter was ik opzoek naar een aanvulling in mijn studieprogramma. Een functie in het bestuur zal mijn kennis en vaardigheden doen vergroten. Tevens heb ik altijd al belangstelling gehad in bouw- en uitvoeringstechniek, iets wat in het studieprogramma ontbrak. Dit zorgt ervoor dat SUPport de juiste keuze is. De keuze voor mijn functie in het bestuur is gebaseerd op het feit dat er nog een penningmeester nodig was in het bestuur. Tevens denk ik dat deze functie goed bij mij past en omdat me die functie erg leerzaam lijkt. Komend jaar zie ik voor me als een druk, leerzaam maar vooral ook gezellig en leuk jaar waarin de boekhouding onder mijn hoede zal vallen. Tevens zal ik de administratie en financiële middelen beheren waar ik veel van hoop te leren. Komend jaar willen we een extra activiteit gaan organiseren voor alumni om er voor te zorgen dat de praktijk betrokken blijft binnen SUPport. Ook studenten willen we meer bij SUPport gaan betrekken door de meerdaagse excursie toegankelijker te maken. Dit zal medemogelijk worden gemaakt door een financiële injectie die ik in beheer zal nemen. Ook zullen we met het oog op het komende lustrum financiële middelen vrijmaken zodat er volgend jaar extra activiteiten georganiseerd kunnen worden.
Ik ben Nick van de Werdt, ik ben 21 jaar en kom uit Vught, een dorp dat ligt onder ’s-Hertogenbosch. Mijn gymnasium diploma heb ik aan het Maurick College behaald. Komend jaar zal ik de functie van commissaris Public Relations gaan vervullen terwijl ik ook de commissie activiteiten overzie. Ik heb mijn bachelor Bouwkunde in drie jaar af kunnen ronden en ben nu dan ook begonnen met mijn master. In mijn master volg ik in hoofdlijnen de Architectuur richting in combinatie met het Building Design and Technology certificaat en een aantal Bouwfysica vakken. Mijn interesse gaat namelijk uit naar ‘het maken’ van architectuur, waar kennis over bouwtechniek en bouwfysica dus dermate belangrijk is. Naast mijn studie heb ik meerdere interesses. Ik heb lange tijd gehockeyd in Vught maar voetbal nu alweer voor mijn vierde jaar mee met een vriendenteam in de interne zaalvoetbalcompetitie. Verder loop ik graag hard en vind ik het fijn om op zijn tijd te fitnessen. Wat betreft hobby’s, ik zeil al mijn hele leven en ben nu ondertussen alweer ruim vier jaar zeilinstructeur. Naast dit alles vind ik het leuk om met mijn handen bezig te zijn en houd van muziek. Sinds kort doe ik aan vrijwilligerswerk bij Jeugd Aktief, een jeugdvakantieweek in Vught. Ik heb verder al heel wat baantjes gehad, zoals vier weken student-assistentschap voor een onderzoek naar gerecycled beton afgelopen zomervakantie en ben dit jaar voor het tweede jaar werkzaam voor Athenastudies, waar ik cursussen verzorg voor de vakken BMO en BIO. Ik ben niet alleen in contact gekomen met SUPport omdat ik de richting bouw- en uitvoeringstechniek interessant vind, maar ook doordat mijn voorganger, Martin, een goede vriend van me is. Daardoor heb ik al een tijdje over de schouder van Martin mee kunnen kijken en heb een goed overwogen keuze kunnen maken. De functie van PR commissaris leek me erg aantrekkelijk omdat je in contact komt met bedrijven en daar veel van kan leren. Dit jaar wordt een leerzaam maar vooral gezellig en leuk jaar waarin ik ga proberen te ontdekken waar mijn krachten liggen op het gebied van PR, als ook activiteiten.
8
Nick van de Werdt Public Relations
SUPporter I - December 2015
Voorstellen...
De commissies van het 39e bestuur van SUPport Redactiecommissie Natuurlijk kunnen we ook dit jaar niet zonder de SUPporter! Het magazine van SUPport dat de verbinding legt tussen studenten – docenten – bedrijven. Door het combineren van én het publiceren van verhalen uit al deze drie fracties, ontstaat er een wisselwerking waarin we elkaar kunnen versterken. De SUPporter representeert datgeen waar SUPport voor staat en dus zullen er weer zeer boeiende columns van afstudeerders en docenten zijn, alsmede reflecties over activiteiten en interessante artikelen over specifieke projecten die aansluiten bij het betreffende thema van de special. Deze eerste SUPporter is samengesteld door Nikki Mastenbroek en Dennis van der Steen. Heb je interesse om mee te werken aan de SUPporter? We zoeken nog commissieleden, dus twijfel niet en kom langs op vloer 5! PR- en Activiteitencommissie Wij willen dit jaar leuke activiteiten verzorgen die veel aantrekkingskracht hebben voor zowel het bedrijfsleven als studenten. Belangrijk daarin is dus het onderdeel Public Relations. Door de commissies samen te voegen kunnen we goed contact houden met sponsoren waarmee we activiteiten doen. Zo gaan we dit jaar wederom op meerdere bedrijfsbezoeken/bouwplaatsexcursies en zullen uiteraard de SUPparty van een nieuwe thema voorzien. Ook liggen er eventuele nieuwe activiteiten op de planken die het proberen waard zijn. Zo is er bijvoorbeeld de maatbeheersing workshop en een nieuwe lasworkshop. In de commissie zitten: Britt Cordewener, Lex Hermens, Yaron Moonen, Nick van de Werdt, Kim de Boer en Martijn Drijvers. Studiereiscommissie Een van de belangrijkste doelstellingen van de studiereiscommissie is het laten kennismaken van studenten met de bouwpraktijk. De deelnemers de kans geven daadwerkelijk mee te bouwen aan een bouwproject, iets wat hun praktische vaardigheden en kennis enorm vergroot. Dit is nuttig omdat in een verdere bouwkundige carrière de communicatie met collega’s in de bouw veel soepeler kan verlopen omdat ook uit het oogpunt van anderen naar bouwprocessen is gekeken. Een andere belangrijke doelstelling is de kennisuitwisseling. Kennisuitwisseling gaat plaatsvinden door het organiseren van een interactief programma met de lokale bevolking en SUPport. De commissie studiereis bestaat uit Camila Duarte en Jitske Knipping. Onderwijscommissie Het opstellen van de certificaten is grotendeels afgerond door de voorgaande besturen. Het 39e bestuur heeft als taak de certificaten te handhaven en te optimaliseren. Tevens wordt dit jaar met de certificaatverantwoordelijke gekeken naar de mogelijkheid om de certificaten ook beschikbaar te maken voor externen, dit kunnen zowel alumni zijn als mensen uit de praktijk welke op zoek zijn naar bijscholing. Studievereniging SUPport heeft een grote betrokkenheid bij de organisatie van de certificaten. Zo organiseert SUPport het vak masterproject Construction Plan, een excursie bijbehorend bij het vak Time, Costs, Method and Equipment, is het betrokken bij de organisatie van het masterproject Building Technology en biedt het ondersteuning waar nodig bij de overige vakken. De onderwijscommissie bestaat dit jaar uit Martin Drijvers, Pieter van Nunen en Joost Katoen. Borrelcommissie Zoals de traditie dicteert is ook dit jaar weer het oude bestuur aangetreden als officieuze borrelcommissie. De aanstelling hiervan gebeurt niet tijdens de officiële wissel-ALV, maar vond plaats bij de kennismakingsborrel. Om de gezelligheid van SUPport te waarborgen zullen Daan Glas, Luc Gerlings, Gerben Bouthoorn, Dennis van der Steen, Martin Drijvers en Wouter van der Vossen garant staan voor de service. Zij zullen zorgen voor voldoende statafels, het inschenken van het bier, de wijn en de frisdrank en het bijvullen van de chips of nootjes. Verder kunt u verwachten dat zij hier iedereen te woord zullen staan voor vragen over het afgelopen jaar en de ervaringen binnen het bestuur.
9
WIL JIJ BOUWEN AAN EEN SAMENLEVING?
Wat is de overeenkomst tussen De Markthal, Rotterdam Centraal, de Tweede Coentunnel en het verbouwde Rijksmuseum? Dat is TBI, een groep van ondernemingen die met elkaar en met hun klanten en partners de leefomgeving van de toekomst maken. Door de unieke combinatie van bouw en techniek zijn wij bij uitstek in staat om deze en nog veel meer prachtige projecten te realiseren. Met innovatiekracht, duurzaamheid en samenwerking geeft TBI ruimte aan talent. Begint jouw toekomst bij TBI? Bij een van de TBI bedrijven of als trainee bij TBI acdmy? Geef je carrière een goede start en kijk op www.tbi.nl. MAAK DE TOEKOMST
SUPporter I - December 2015
Het volgen van een vrije master Ervaring aan de buitenlandse universiteit: just do it! “Hej, hälsningar från Sverige” oftewel ‘Groeten uit Zweden’. Een prachtig land, dat ik momenteel mijn thuishaven mag noemen. Om precies te zijn studeer ik momenteel aan Chalmers University of Technology te Göteborg in het kader van mijn vrije master. Eén van de verrijkende mogelijkheden die het doen van een vrije master biedt. Een gouden kans voor ieder. Wat en hoe? De vrije master is tot op de dag van vandaag omhult met mysterie en onduidelijkheden onder studenten. In de basis houdt het in dat in plaats van het volgen van een uitgestippeld traject je gebruik maakt tot het samenstellen van je eigen vakkenpakket en dus master. Niets meer, niets minder! Alle mogelijkheid dus om te studeren wat je echt interesseert en je kwaliteiten optimaal te benutten. Wie wil dat nou niet? Als je eenmaal tot de conclusie bent gekomen dat je een vrije master wilt gaan doen, zijn een aantal zaken belangrijk. Het is belangrijk te onthouden dat je uiteindelijk gekozen vakkenpakket een contractachtig karakter heeft. Kortom, wat je opschrijft en indient, dien je, mits geen goede reden, te doen. Aangezien het een master is, moet je zelfgekozen vakkenpakket dus ook minimaal 120 studiepunten bevatten. Tip: Ga daar niet
te veel overheen. Een andere voorwaarde is dat er 20 tot 40 studiepunten buiten de eigen faculteit moeten worden behaald. Dit kan dus nog steeds op de TU/e zijn, in Nederland of zoals ik, in het buitenland. Als laatste dient het hele pakket te worden goedgekeurd door de examencommissie. Deze stap kan een langere tijd in beslag nemen, aangezien de commissie eenmaal in de maand bij elkaar komt. Zorg dus dat je op tijd start met het vormgeven van je vrije master. Hiervoor is drie tot zes maanden geen overbodige luxe. Zoals vermeld zit je vast aan hetgeen wat je indient, echter is het mogelijk om nog wijzigingen toe te passen. Hiervoor dien je natuurlijk wel een goede reden te hebben, maar uit ervaringen blijkt dat toestemming krijgen voor wijzigingen gemakkelijker is dan het indienen van de vrije master. Vrijheid, blijheid Uiteindelijk is het resultaat in mijn optiek het waard om extra energie in de vrije master te stoppen. Naast dat je kunt studeren waar je interesses en kwaliteiten liggen, is er de geweldige mogelijkheid om een deel in het buitenland te doen. Zelf had ik het genoegen om mijn koffers te pakken en naar Göteborg te trekken. Voor Chalmers geldt namelijk dat 30 procent van de ingeschrevenen internationale studenten zijn komend vanuit alle windrichtingen. Van Midden-Amerika tot Europa, Afrika, Midden-Oosten, Azië tot
zelfs Oceanië (Australië en Nieuw-Zeeland). Je komt hier dus in contact met bijna elke cultuur die je kunt bedenken. Een welkome en prachtige ervaring, die je leert om te gaan met deze verscheidenheid en je horizon aanzienlijk verrijkt. Academisch gezien blijkt studeren op een andere universiteit totaal anders te zijn. Dit drukt zich uit in de manier van samenwerken met medestudenten, de colleges zelf, de stof die je krijgt en vaardigheden die je leert. Een ervaring die je een andere kijk op een materie geeft en je gezichtsveld aanzienlijk verbreedt. Een vaardigheid die je alleen kan leren met zo’n ervaring. Natuurlijk mogen de typische activiteiten voor studenten niet ontbreken. Ook buiten de TU/e en Eindhoven is er geen gebrek aan studentenfeesten, pubquizen, studentensporttoernooien etc. Ook op dit vlak kan er geprofiteerd worden van de mogelijkheden die de vrije master biedt. Kortom, een vrije master kost wel wat extra inspanning. Echter is de beloning er zeker naar om er voor te gaan. Just do it! Glenn Pennings, Student Individual Master Program (Vrije master) TU/e
Van de redactie... Het is inmiddels al weer een tijdje geleden dat de mastertrack Building Technology is afgeschaft en nu, dik een jaar verder, zijn de eerste certificaten Building Design & Technology en Construction Technology behaald en uitgereikt. Tevens is een nieuwe groep studenten weer begonnen met het volgen van de bijbehorende vakken en projecten. Een positieve ontwikkeling die SUPport graag wil doorzetten en dus is het werven van nieuwe leden en het vergroten van de bekendheid van zowel SUPport als geheel, als ook de certificaten op zich, erg belangrijk. De SUPporter kan hier een positieve bijdrage aan leveren, aangezien het een goed beeld geeft van wat SUPport doet en wat bouwtechniek en uitvoeringstechniek inhouden. Om iedere
keer weer een goed gevulde en interessante SUPporter rond te krijgen, is niet alleen de redactiecommissie onmisbaar, maar ook alle interne en externe betrokkenen. Daarom dat we alle studenten, columnisten en bedrijven die hebben meegewerkt aan deze uitgave willen bedanken.
twee studenten. Wij hopen dat dit later dit jaar anders is aangezien dit voor Dennis de laatste keer was na vier edities. Namens de redactiecommissie wens wij u veel plezier met het lezen van deze editie!
De special zal dit keer zich richten op herbestemming en renovatie. Gezien de huidige actualiteiten en ontwikkelingen in de samenleving, de fraaie bouwkundige erfenissen uit het verleden en de visie naar de toekomst, kunnen wij als redactiecommissie SUPport niet om dit thema heen. Deze keer hebben we alles gedaan met een zeer kleine commissie, bestaande uit
Nikki Mastenbroek & Dennis van der Steen Redactie SUPporter I 2015-2016
11
SUPporter I - December 2015
Bezoek aan het Bouwhuis De prijs van Innovatie op Locatie 2015
Op maandag 7 september werd de prijs in ontvangst genomen door de winnende studenten van het certificaatproject Innovatie op Locatie (IoL) met een bezoek aan het Bouwhuis in Zoetermeer. Al enkele jaren organiseren Bouwend Nederland regio Zuid en studievereniging SUPport het vak “Innovatie op Locatie”, dat als keuzevak gegeven wordt binnen de opleiding Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Innovatie op Locatie is een erkend vak op de TU/e waarbij studenten een week lang op een bouwplaats een innovatieve oplossing bedenken voor een op de bouwplaats heersend probleem. Dit probleemgebied is zeer breed, maar beslaat voornamelijk bouw- en uitvoeringstechnische problemen. De groep aanwezige studenten vanuit studievereniging SUPport en de prijswinnende studenten. Op de foto
In de afgelopen jaren is dit vak door zowel deelnemende bedrijven als deelnemende studenten zeer positief geëvalueerd. Het doel is TU studenten kennis te laten maken met de beroepspraktijk, ervaring op te doen binnen het uitvoerend bouwbedrijf en de veelzijdigheid van deze sector onder de aandacht te brengen bij studenten. Woensdag 27 mei presenteerden zij hun bevindingen die ze tijdens de projectweek van Innovatie op Locatie hebben opgedaan (zie hierover meer in de vorige SUPporter). De jury bestond uit universitaire docenten en een afvaardiging uit het bedrijfsleven. De meest innovatieve oplossing werd dit jaar beloond met een prijs, aangeboden door Bouwend Nederland. De winnende groep studenten, bestaande uit: Marloes Dijkink, Pieter van Nunen en Dennis van der Steen, zijn samen met SUPport afgereisd naar Zoetermeer voor een werklunch in het Bouwhuis. Hier hebben de studenten de kans gekregen om hun innovatieve oplossing te presenteren aan de voorzitter van Bouwend Nederland, Maxime Verhagen. Vervolgens heeft er een rondleiding door het Bouwhuis plaatsgevonden. Bij de lunch presenteerden de studenten hun winnende oplossing voor een logistiek probleem. Dat deed zich voor bij de tekst: Dennis van der Steen foto’s en bron: Karin Oomen (Bouwend Nederland), www.bouwendnederland.nl
12
(v.l.n.r.): Fries Heinis (algemeen directeur Bouwend Nederland), Gerben Bouthoorn, Luc Gerlings, Martin Drijvers, Marloes Dijkink, Dennis van der Steen, Maxime Verhagen (voorzitter Bouwend Nederland), Daan Glas, Marieke Hesselmans (Oskomera), Karin Oomen (adviseur onderwijs en arbeidsmarkt Bouwend Nederland), Pieter van Nunen en Yaron Moonen.
Tijdens de verzorgde lunch konden de studenten in discussie gaan met de heer Maxime Verhagen over de toekomst van de bouw en de noodzaak van bouw- en uitvoeringstechniek.
vervanging van de enorme glasgevel (16.000 m2) van het 30 jaar oude Rabobank-gebouw midden in Utrecht. Het ging om het sneller en met minder beschadiging loshalen van de horizontale lijsten, het efficiënt verwijderen en afvoeren van de 22.000 oude glaspanelen en een betere aanvoer van even zoveel
nieuwe glaspanelen. En dat allemaal op grote hoogte, vanaf het verzamelpunt op het dak van het bankgebouw. Na een gedegen probleemanalyse bedachten de studenten een verbeterd verwijderblok voor de lijsten en aanpassingen voor palletwagens, plus een speciale transportbak op die palletwagens.
SUPporter I - December 2015
Uitreiking certificaten
Eerste lichting studenten heeft certificaat behaald Op 24 september presenteerden elf PhD kandidaten hun studies op de SPARK campus in Rosmalen. SUPport (en de TU/e) was uitgenodigd om bij deze bijeenkomst ook een rol te spelen. Tijdens deze bijeenkomst was namelijk ook nog de uitreiking van de certificaten. De geslaagde studenten kregen hier het symbolische certificaat uitgereikt. De eerste lichting studenten heeft inmiddels één of meerdere van de nieuwe certificaten behaald! In het bijzijn van partner Bouwend Nederland heeft deze feestelijke viering plaatsgevonden. Deze dag stond in het teken van een aantal PhD studenten die het werk presenteerden aan het bedrijfsleven, het gaf de studenten een blik wat er mogelijk is na de studie Bouwkunde en het schetste enkele interessante problemen en uitdagingen. tekst: Martin Drijvers foto’s: SPARK Campus
De aanwezige studenten die het certificaat voor bouw- of uitvoeringstechniek met genoegen hebben afgerond.
De middag werd gestart met een goed verzorgde lunch, waarna de verschillende pitches werden gehouden. Het aanwezige publiek was in de gelegenheid om op het einde te stemmen op het beste project. Hierna werden de certificaten uitgereikt.
Van harte gefeliciteerd aan alle geslaagden! Kijk voor meer informatie over de certificaten Construction Technology of Building Design and Technology vooral even op de site: www.support.tue.nl
SUPparty: thema SUPzero
IJskoud feestje om het eerste kwartiel af te sluiten! Op woensdag 18 november heeft SUPport de week in tweeën gebroken in café ’t Lempke met de eerste SUPparty van het academisch jaar. Geheel in stijl tijdens deze koude en stormachtige herfstdagen was het thema dan ook SUPzero. Heb je je wel eens afgevraagd hoe het is om oog in oog met een levensgrote ijsbeer te staan of hoe het voelt om pinguïns langs je voeten te zien glijden? Diegenen die aanwezig waren in ’t Lempke kunnen het je vertellen! Inmiddels bevinden wij ons in november, het begin van het tweede kwartiel. Op deze dag heeft SUPport namelijk groots uitgepakt met alweer de eerste SUPparty van het jaar, onder leiding van het nieuwe bestuur en georganiseerd door tekst: Martijn Drijvers
de activiteitencommissie. De kroeg op Stratumseind, waar het allemaal te doen was, werd volledig omgetoverd tot een waar Antarctica landschap waar de temperaturen tot ver onder het nulpunt daalden die avond. Om stipt 21:00 druppelden de eerste eskimo’s binnen die direct opgewarmd werden door een ijskoude Jägermeister. Toen het rond de klok van 22:00 wat drukker werd, barstte het feest pas echt los. Onder invloed van het rijkelijk vloeiende bier werd er gelachen, gezongen en gedanst waarvan zelfs de ijsberen het warm kregen! Tussen alle warm geklede feestgangers liep er één wel heel bijzondere verschijning met gekleurd haar rond. Het bleek een van de slechtste skiërs van heel SUPport te zijn, namelijk Nick, verkleed als skiNIEclown. Op een gegeven moment leek het wel of heel Eindhoven en omgeving af wist van de SUPzero party en werd er nog tot in de late uurtjes doorgefeest.
Voorafgaand aan de SUPzero party hebben de deelnemers van de MDE geheel in stijl kennis met elkaar gemaakt tijdens een diner bij de Ierse pub Trafalgar. Even brak er tijdens het diner paniek uit toen Britt haar beurs bleek kwijt te zijn geraakt onderweg. De meesten voelden de bui namelijk al hangen, want geen beurs betekende immers ook geen rondje van Britt die avond! Maar in Eindhoven waren er twee goudeerlijke toevallige voorbijgangers die contact met Britt hadden opgenomen via de universiteit om zo de (nog) goed gevulde beurs naar de rechtmatige eigenaar te brengen. “Rondje van Britt!” werd er dan ook gezongen. De activiteitencommissie, het bestuur en natuurlijk ook alle aanwezigen hebben zeker genoten van alle gezelligheid. Met een voldaan gevoel kijkt de activiteitencommissie dan ook terug op deze toffe avond en wordt er alweer uitgekeken naar de tweede editie van de SUPparty!
13
SUPporter I - December 2015
Excursie: The Student Hotel
Een bouwplaatsbezoek bij BAM in hartje Eindhoven Momenteel is BAM Bouw en Techniek B.V. aan het bouwen vlak naast het Station Eindhoven, midden in het centrum. Daar moet namelijk op 1 december 2016 The Student Hotel worden opgeleverd, een hotel voor studenten waarbij compleet gemeubileerde kamers met badkamermodulen vorm moeten geven aan de vraag naar tijdelijk wonen voor internationale studenten in Eindhoven. SUPport kreeg op 26 november 2015 de unieke kans om bij BAM op de bouwplaats te bezoeken om daar in levende lijven een middag lang te ervaren hoe het is om het tunnelbouwprincipe toe te passen. Ludo Pepels, oud-bestuurslid van het 33e bestuur van SUPport, nu werkorganisator bij BAM, en Jasper van der Meer, projectleider bij BAM, verwelkomden 17 man sterk op de bouwplaats. De presentatie in de keet leerde ons hoe het gebouw geïnitieerd is maar legde ons vooral uit hoe het gebouw uitvoeringstechnisch in elkaar zit.
het grootste gedeelte te bouwen middels het tunnelbouwprincipe waarbij stalen bekisting ervoor zorgt dat een efficiënte en goede manier van bouwen wordt gerealiseerd. Men is begonnen op het plangebied door het voormalige postkantoor tot de begane grondvloer te slopen, vervolgens een kelderbak te maken middels damwanden waarna de fietsenkelder kon worden gerealiseerd uit monolithisch beton. Boven op de betonnen kelderbak bouwde men vervolgens een betonnen constructie van prefab kollommen zodat een transparante constructie ontstond. Een in het werk gestorte betonnen kern waarin de liften en trappen zitten zorgen op dit niveau voor de stabiliteit. Vanaf de derde verdieping omhoog verplaatst de stabiliteit van de kern naar de gevel middels een 35 cm dikke, in het werk gestorte, betonnen vloer. Deze dikte was benodigd om de stabiliteit van de kelder naar de kern en vervolgens naar de gevel te kunnen overdragen. Het resultaat is een innoverend en mooi stukje vakmanschap. BAM heeft in het proces van ontwerpen overwogen om prefab te bouwen maar
Een torenkraan verzorgt het transport op de bouw.
uiteindelijk toch voor tunnelbouw gekozen. Dit zodat men eigen bouwvakkers en personeel aan de gang kon houden, wat begrijpelijk is in deze tijd.
Zoals in de keet is verteld, bestaat het gebouw uit 400 studentenkamers waarvan 320 normale kamers en 80 suites. Deze suites bevinden zich boven in het gebouw. In het middelste gedeelte bevinden zich de normale kamers en in de plint publieke functies zoals een restaurant en recreatieve ruimtes. Deze opbouw van functies vraagt om bijpassende constructie- en bouwmethode. Zo heeft de BAM gekozen om dit project voor
Een render van het ontwerp van ‘The Student Hotel’, nabij Station Eindhoven.
tekst en foto’s: Nick van de Werdt afbeelding: www.en.cie.nl/projects/160
14
In de bouwkeet werd de presentatie beluisterd.
De ‘uitstekende’ wapening voor een verdiepingswand.
SUPporter I - December 2015
Toen de nodige inhoudelijke stof verwerkt was, konden de veiligheidsschoenen dan eindelijk goed vies worden gemaakt op de bouwplaats. Na een kleine tour op de bouwplaats rondom het gebouw, met de nodige extra uitleg over bijvoorbeeld de uitrijstellage voor de bekisting van de tunnels, begon de klim naar de zesde verdieping. Via de trappen van de steiger, die rondom het gehele gebouw omhoog zal worden gewerkt, tot en met de laatste verdieping. Zo begon de rondleiding in het gebouw. Vervolgens maakten we een tussenstop op de derde verdieping waar de prefab badkamerunits al klaar staan om geĂŻnstalleerd te worden. Mooi om te zien dat de ruwbouw en afbouw prima samen kunnen gaan. Wel is hiervoor een goede planning nodig zoals Ludo en Jasper ons duidelijk hebben kunnen laten zien in de eerdere presentatie. De climax van de tour was toch wel het behalen van de zesde verdieping waar de tunnelbekisting al klaar stond om de volgende dag volgestort te worden. De uiteindelijke hoogte van het gebouw wordt ongeveer 75 meter, een echte ‘skyscraper’ dus.
In het groen is de tunnelbouwkist goed te zien. Hiermee kunnen vloer en wanden tegelijk worden gestort.
Met uitzicht op de binnenstad en de TU/e een mooi einde van de middag waarbij SUPport en BAM niet alleen aan actieve leden van SUPport, maar ook aan eerstejaars studenten en internationale Erasmus studenten, een kijkje hebben kunnen geven in de uitvoeringstechniek dichtbij huis. We hopen jullie wederom in een volgende excursie te mogen ontvangen zodat er meer kennis kan worden uitgewisseld tussen betrokken partijen. Een deel van de tunnelbouwbekisting vanaf de steigers bekeken.
Badkamerunits staan klaar om ingebouwd te worden.
Beton is nog steeds een veelvoorkomend materiaal.
De groep studenten die naar de excursie is geweest.
15
SUPporter I - December 2015
Uit de oude doos...
Het begin van de studievereniging Het nieuwe bestuur heeft een mooie vondst gedaan bij het opruimen van het archief op de hoger gelegen verdiepingen van het Vertigogebouw. Tijdens het spitten in de vele kasten zijn de voorlopers van de huidige SUPporter, genaamd ‘UT bulletin’, tevoorschijn gekomen.
De titel van het UT-bulletin zoals deze op iedere voorpagina te zien was (periode april 1977 - oktober 1978).
In 1977 verscheen hiervan het eerste exemplaar, deze werden getypt op de typemachine en daar waar nodig nog gecorrigeerd en versierd met een dikke stift. Het UT-bulletin was het mededelingenblad voor studenten uitvoeringstechniek en bestond in die tijd uit ongeveer vijf tot vijftien bladzijden, was zwart-wit gedrukt en verscheen toen iedere maand (met uitzondering van de vakanties). Uit het nummer 3 en 4, periode april – mei 1977, is gebleken dat de studievereniging uitvoeringstechniek is opgericht. Op 25 maart 1977 is een oprichtingsvergadering van de studievereniging uitvoeringstechniek gehouden. Het eerste bestuur schrijft hier over: “Deze gebeurtenis is voor de gehele groep, studenten en medewerkers van UT, van belang. We kunnen zo bepaalde zaken samen entameren, of vanuit onze eigen disciplines voorstellen. We verwachten dat door deze vereniging een hechtere band zal groeien tussen de studenten onderling en tussen de studenten en de staf van onze groep uitvoeringstechniek. We verwachten tevens dat door zo’n studievereniging het kontakt met andere studentengroepen verbeterd kan worden en we zien daarom de ontwikkeling van het verenigingswerk met belangstelling tegemoet. Het UT-bulletin zal als gezamenlijk orgaan van staf en studenten worden benut, zodat alle aktiviteiten op elkaar afgestemd kunnen worden.”
De ontwikkeling van de titelnaam van het UT-bulletin vond plaats in de periode rond de uitgave van de twintigste editie, enkele varianten volgden hierop tijdens de volgende edities (periode januari 1979 - december 1979).
Het mededelingenblad omvatte alle aspecten die zich binnen de vereniging afspeelden en zodoende kwamen ook alle functies aan het woord. Van de redactie tot aan de penningmeester. Hiernaast is een kasverslag te zien.
Kasverslag over de periode van 16 maart tot 15 september 1978, in UT-bulletin nr. 17 oktober 1978.
tekst: Dennis van der Steen
16
SUPporter I - December 2015
De studievereniging uitvoeringstechniek is in een later stadium samengevoegd met de richting bouwtechniek. Hieruit is ook SUPport, studievereniging voor bouwen uitvoeringstechniek, voortgekomen.
Opmerkelijk is dat ook in de beginjaren van de vereniging te zien is dat soortgelijke problemen zich al voortdeden. Was het in maart 1978 nog de verhuizing van de gehele vakgroep UT van vloer 1/2 naar 3/4, nu is
het de verhuizing van onze studievereniging van vloer 5 naar vloer 2 (zie de afbeelding van de pagina’s hieronder). Het is dus niet alleen een probleem van toen: vloeroppervlakte en bezettingsgraad.
Twee pagina’s uit het UT-bulletin nr. 10 maart 1978 over de verhuizing van de vakgroep UT (met dikke lijnen is de ruimte voor de vakgroep UT weergegeven).
In mei 1977 werkte het toenmalige bestuur, in samenwerking met de medewerkers van de vakgroep UT, ook al aan de invulling van het afstudeertraject van de studenten uitvoeringstechniek. Hierboven zijn twee alternatieven weergegeven. Enerzijds een vraagstelling vanuit de student en anderzijds een bedrijf.
In september 1979 verscheen voor het eerst een voorblad met dit logo van de studievereniging uitvoeringstechniek.
Mochten er nog geïnteresseerden zijn die een exemplaar in willen zien, loop dan even langs bij studievereniging SUPport of stuur een mail naar support@bwk. tue.nl. Een deel van het archief is namelijk digitaal te lezen.
17
Samen werken aan een betere leefomgeving Ballast Nedam werkt aan de vier werkgebieden huisvesting, mobiliteit, energie en natuur en realiseert blijvende kwaliteit in combinatie met lagere levenscycluskosten voor haar klanten en de samenleving. Het vraagt om ondernemerschap, creativiteit en doorzettingsvermogen. Kortom, het vraagt om mensen met bijzondere kwaliteiten. Of het nu gaat om een stage, afstuderen, of een startersfunctie, bij Ballast Nedam krijg je de kans om je loopbaan vorm te geven. Zo krijg je de mogelijkheid om te werken aan spraakmakende projecten.
We staan open voor jouw visie en geven je unieke kansen om je ideeĂŤn daadwerkelijk te ontwikkelen. Ben je enthousiast en wil je met ons meebouwen? Kijk dan op onze website: www.ballast-nedam.nl of neem direct contact op met Willem Luttikhuizen, w.luttikhuizen@ballast-nedam.nl van Personeelszaken.
www.ballast-nedam.nl
SUPporter I - December 2015
Afstudeerplannen
Studenten aan het woord over het afstuderen Student: Luc Gerlings Richting: Bouwtechniek (Building Technology) Onderwerp: Innovatieve maltechnieken voor prefab betonnen balkonplaten
Ik ben Luc Gerlings, ben 23 jaar en ben aan het afstuderen in de richting Building Technology. In 2009 ben ik gestart met de opleiding Bouwkunde aan de Avans Hogeschool te ‘s-Hertogenbosch. Tijdens mijn minor heb ik het schakelprogramma gedaan, waardoor ik na het afstuderen direct met mijn master kon beginnen aan de TU/e. Tijdens mijn HBO - opleiding heb ik verschillende keren stage gelopen, waaraan ik ook een bijbaantje heb overgehouden. Hierdoor is mijn interesse in bouwtechniek sterk gegroeid. De aannemer waarbij ik werk maakt veel betonnen kelders en constructies, waardoor de interesse in beton ook sterk groeide. Hierdoor heb ik ook de keuze gemaakt om af te studeren met ‘beton’. Toen ben ik terecht gekomen bij Geelen Beton, waar prefab betonnen bouwelementen
en systeemvloeren worden geproduceerd. Geelen Beton heeft twee verschillende productielocaties; één in Wanssum en één in Posterholt, waar in totaal 280 mensen werkzaam zijn. Vanaf januari 2015 ben ik aan het afstuderen bij Geelen Beton Wanssum. Tijdens het afstuderen wordt ik vanuit de TU/e begeleid door Eric Vastert en Cor de Bruijn en vanuit Geelen Beton door twee bedrijfsbegeleiders. Geelen Beton ervaart dat de productie van wandelementen gecontroleerd plaats kan vinden, terwijl bij de productie van balkon- en galerijplaten veel onbekende factoren een grote rol spelen. Vandaar dat ervoor gekozen is om mijn afstuderen te richten op de productie van prefab betonnen balkonplaten. Er is gestart met een participerende observatie bij de productie van prefab betonnen balkonplaten, hierbij zijn de knelpunten in kaart gebracht en geanalyseerd. Hierdoor ontstond een helder beeld over het productieproces en
de bijbehorende knelpunten. Concluderend; uit het participerend observeren is gebleken dat de huidige maltechniek in combinatie met kleine seriegroottes en de onbekende ombouwtijden leiden tot extra kosten, langere productietijd en een verlaagde kwaliteit. Nadat de knelpunten in kaart gebracht en geanalyseerd zijn, is er een afstudeerplan opgesteld. In het afstudeerplan zijn zaken zoals een probleemstelling, doelstelling en taakstellingen geformuleerd welke in de onderzoeks- en ontwerpfase uitgevoerd worden. Uiteindelijk wil ik een nieuwe maltechniek ontwikkelen welke Geelen Beton kan toepassen zodat er uiteindelijk een kostenreductie van 5% plaatsvindt op de integrale kosten en de kwaliteit op hetzelfde niveau blijft. Ik streef erna om begin december mijn onderzoeksfase af te ronden. Het daadwerkelijke afsturen hoop ik begin maart te kunnen doen.
Student: Loes Mulders Richting: Individual Master Program (Vrije master) Onderwerp: Flexibel herbestemmen van het klooster Mariadal in Roosendaal
In de bachelor Architectuur en Techniek lag de nadruk vooral op het ontwerpende gedeelte, dit terwijl mijn interesses steeds meer richting de technische uitwerking van gebouwen ging. Vandaar de keuze voor een vrije master, waarbij Bouwtechniek als hoofdrichting werd gekozen en gecombineerd met enkele Structural Design en Architectuur vakken. De keuze om als afstudeeronderwerp “flexibel herbestemmen” te nemen is op de eerste plaats gebaseerd op de actualiteit. Op dit moment staan er erg veel kerken, kloosters en kantoorpanden leeg. Een deel van deze gebouwen heeft een grote historische en architectonische waarde en daarom is het zonde als ze geen nieuw leven
zouden krijgen. Herbestemmingsprojecten brengen echter ook obstakels met zich mee, doordat deze gebouwen vaak niet gebouwd zijn voor hun nieuwe functie. De beste herbestemmingen zijn naar mijn mening de projecten die de nieuwe functie zo toepassen, dat deze weer voor langere tijd mee kunnen en er aan de gebruikerseisen wordt voldaan zonder de waarde van het pand teniet te doen. In de praktijk zijn er natuurlijk veel verschillende knelpunten te bedenken, in het onderzoek zullen daarom verschillende bedrijven worden benaderd die aan dit soort projecten deelnemen. Vervolgens volgt uit de praktijk wat wel en niet werkt. Daarbij is het de bedoeling dat ook wordt gekeken naar de vragen waarom bedrijven bepaalde methodes of technieken toepassen en of dit niet anders, en mogelijk beter kan.
Het doel van dit afstudeerproject is om alle drie de verschillende disciplines die ik heb opgenomen in mijn vrije masterprogramma terug te laten komen. Dit wordt waarschijnlijk nog een behoorlijke uitdaging. Maar om te voorkomen dat het project te groot wordt zal het ontwerpen en technisch uitwerken van het Mariadal klooster gedaan worden. In drie fases wordt verder ingezoomd op het complex. Waarbij de keuzes worden gebaseerd op de uitkomsten uit het vooronderzoek en betrekking hebben op de technische toepassingen en ook de keuze van de nieuwe functie. Daarnaast zal worden gestreefd het nieuwe ontwerp zo flexibel mogelijk te maken. Op dit moment staat mijn begin colloquium voor de deur en daarmee lig ik nog prima op schema. Ik ben dan ook met plezier aan het afstuderen.
19
SUPporter I - December 2015
Carrièrestart van... Jordy Vos, Witteveen+Bos
interessant kan zijn. Na vijf succesvolle jaren op de middelbare school werd het tijd om verder te studeren. Verschillende studies zijn hierbij aan het licht gekomen, met uiteindelijk de twijfel tussen de opleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek, Werktuigbouwkunde en Industrieel productontwerp. Uiteindelijk heb ik voor de opleiding Bouwkunde (HAN Arnhem) gekozen omdat het mij erg aanspreekt een bijdrage te kunnen leveren aan het ontwikkelen van een prettige leefomgeving voor ons allemaal, en daarnaast vanwege de multidisciplinaire aanpak van bouwkundige projecten.
Jordy Vos
In deze eerste SUPporter van het studiejaar is het woord aan Jordy Vos, die afgelopen jaar als uitvoeringstechnicus afstudeerde aan de TU Eindhoven met het onderwerp ‘3D-printen’. Inmiddels werkt hij sinds juli 2015 bij advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos. Vanaf jongs af aan ben ik altijd al een techneut geweest. Voor zo ver ik me kan herinneren kon ik mijn eerste fiets eerder uit elkaar schroeven dan dat ik er daadwerkelijk op kon fietsen. Vanuit mijn passie voor techniek heb ik daarom op de middelbare school (HAVO) gekozen voor de richting Natuur en Techniek (N&T). Al gauw merkte ik dat ik in deze richting op mijn plek zat, en merkte zelfs toen al dat studeren best
tekst en foto: Jordy Vos
20
Van HBO naar WO Tijdens de opleiding HBO Bouwkunde heb ik mij goed kunnen oriënteren in het vak bouwkunde. De opleiding werd erg breed ingestoken, zodat je in de eerste jaren van alle bouwkundige disciplines iets leerde. Uiteindelijk merkte ik dat ik veel plezier had in de technische uitwerking van gebouwen. Ik kan mijn creativiteit er in kwijt, je bent genoodzaakt constant oplossingsgericht te werk te gaan en je staat dicht bij de praktijk. Daarom heb ik toen voor de afstudeerrichting Bouwtechniek gekozen. Bij het afronden van de HBO-opleiding was ik er zeker van dat ik verder wil met techniek, met Bouwkunde, maar ik wilde meer richting de “proceskant”. Tijdens het HBO werk je veel projectmatig. De aansturing van deze projecten beviel me goed en ik voelde mij thuis in de rol als projectleider. Het gezamenlijk tot een goed eindresultaat komen, waar iedereen trots op is, en het optimaal benutten van de kwaliteiten van iedereen waren twee van de zaken die mij hierin aanspraken. Na de opleiding HBO Bouwkunde heb ik daarom gekozen om de master Architecture, Building and Planning op de TU Eindhoven te gaan studeren. Ik heb voor de TU Eindhoven gekozen omdat hier de mastertrack “Construction Technology “ (Uitvoeringstechniek) te volgen was. Met de opleiding Uitvoeringstechniek kon ik mij richten op het organiseren van het uitvoeringsproces, waarin ik meer de procesmatige kant op ging zoals ik dat graag wilde. Ik heb in deze studietijd veel geleerd van de inhoud van het uitvoeringsproces, het organiseren van de processen en het systematisch maken van keuzes voor
de inrichting van het uitvoeringsproces. Uiteraard was met name de wetenschappelijke benadering hiervan anders dan op het HBO. Afstuderen bij Uitvoeringstechniek Ter afsluiting van de master heb ik een afstudeeronderzoek uitgevoerd. Als afstudeeronderwerp had ik de ambitie om mijn steentje bij te dragen aan iets innovatiefs voor de bouwsector. Zo kwam ik bij het onderwerp ‘3D-printen’ uit. Het afstudeeronderzoek heeft zich gericht op het onderzoeken en ontwikkelen van een uitvoeringsconcept voor project 3D Print Canal House. Heijmans is partner en sponsor van dit project en de samenwerking met Heijmans heeft mij de unieke kans geboden om “in de keuken” van het project mee te kijken. Bij het 3D Print Canal House wordt onderzocht hoe met behulp van 3D-printen ‘op maat gemaakte woningen’ geproduceerd kunnen worden. Daarvoor is een 3D-printer ontwikkeld die gebouwonderdelen van 2x2x3 meter (lengte x breedte x hoogte) kan 3D-printen met een bio-kunststof. Tijdens het afstudeeronderzoek is onderzocht hoe het huidige 3D-print- en bouwproces van het 3D Print Canal House doorontwikkeld kan worden tot een uitvoeringsconcept waarmee 3D-printen op korte termijn geïmplementeerd kan worden bij het realiseren van een bouwwerk dat voldoet aan de huidige bouwvoorschriften van het Bouwbesluit 2012. Met veel plezier en passie heb ik gewerkt aan dit onderzoek, wat uiteindelijk geleidt heeft tot een mogelijk uitvoeringsconcept voor het realiseren van het 3D Print Canal House. Na de studie Na het afronden van de Master ben ik aan de slag gegaan bij advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos. Hier werk ik nu vier maanden en dat bevalt me erg goed. Ik heb gekozen om bij Witteveen+Bos te solliciteren aangezien dit bedrijf unieke kansen biedt op alle vlakken waar ik in geïnteresseerd ben; techniek, proces aansturing, multidisciplinaire projecten en innovatie. Ik ben werkzaam voor de groep ‘Bouw Informatie Management’, wat onderdeel is van de Product-MarktCombinatie Gebouwen. Zoals de naam van de groep al zegt houdt deze groep zich bezig met alles omtrent het managen van informatie. Dit betekent het verzamelen, genereren, analyseren en visualiseren van informatie, ondersteunen van communicatie
SUPporter I - December 2015
tussen verschillende partijen en het gebruiken van informatie en 3D modellen voor het aansturen van geautomatiseerde productieprocessen (zoals het 3D-printen).
gerealiseerd wordt wat de opdrachtgever voor ogen heeft. De manier van verwoorden van de eisteksten is dus cruciaal omdat er geen tekeningen zijn.
Ontwikkelingen die je in onze groep voorbij ziet komen zijn bijvoorbeeld 4D planning ter ondersteuning van het uitvoeringsproces, de ontwikkeling van een rijsimulator waarmee ontwerpen van wegen uitvoerig getest kunnen worden door middel van virtual reality en de betrokkenheid bij het onderzoek naar 3D-betonprinten op de TU Eindhoven.
Het andere project betreft het project Ondergrondse Parkeergarage Jaarbeursplein. Witteveen+Bos is aangesteld door POS om contractmanagement uit te voeren voor de realisatie van het project. De naleving van de E&C-overeenkomst wordt gewaarborgd door middel van Systeemgerichte Contract Beheersing. Contractbeheersing betreft alle activiteiten die er op gericht zijn om de uitvoering van een E&C-overeenkomst te beheersen. Dit betekent dat de eisen uit de overeenkomst worden gehaald én dat de risico’s voor de opdrachtgever op een beheersbaar niveau blijven. Voor dit project ben ik toetscoördinator. De toetscoördinator is het aanspreekpunt voor de uit te voeren toetsen en verzorgt tevens de opvolging van de inhoudelijke controle van documenten die ter toetsing of acceptatie door de opdrachtnemer worden ingediend. Hierbij coördineert en controleert hij de mogelijke input van de specialist uit het toetsteam. Er wordt nadrukkelijk gecontroleerd of bevindingen te verantwoorden zijn in relatie tot de eisen uit het contract.
Huidige projecten Momenteel ben ik werkzaam voor twee projecten op het gebied van opstellen en management van UAV-gc contracten en daarnaast ben ik betrokken bij onderzoek naar het 3D-betonprinten. De projecten op het gebied van opstellen en management van contracten zorgen voor veel nieuwe uitdagingen. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig met System Engineering voor de totstandkoming van een vraagspecificatie voor een Design & Build contract van een ondergrondse fietsparkeergarage. De totstandkoming van een vraagspecificatie vergt nauwe samenwerking tussen alle betrokken disciplines. Waar in traditionele contractvormen veelal gewerkt werd met tekeningen in combinatie met bestekteksten wordt nu gewerkt met eisteksten. Het is zaak om deze (tekstuele) informatie zodanig op elkaar af te stemmen dat hetgeen dat geëist wordt, waarborgt, datgeen daadwerkelijk
Daarnaast ben ik zoals eerder genoemd, betrokken bij de ontwikkeling van het 3D-betonprinten. Wij geloven in de komst van geautomatiseerde productietechnieken in de bouwsector en zien 3D-betonprinten
als onderdeel daarvan. De komst van deze nieuwe techniek zorgt voor nieuwe ontwerpen engineering-uitdagingen en daar willen wij op inspelen. Momenteel ben ik met een aantal collega’s bezig met een casestudy voor de ontwikkeling en uitwerking van deze ontwerp en engineering uitdagingen. Het is interessant en spannend om betrokken te zijn bij een innovatie welke de potentie heeft zowel het ontwerp als productieproces van de bouwsector radicaal te veranderen. De combinatie van projectmatig werken aan een commercieel project en aan de andere kant onderzoek doen naar een innovatie zorgt voor een unieke combinatie van een leerproces, uitdagingen en afwisselingen. Ik heb de ambitie om in de toekomst in het buitenland te werken om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van minder ontwikkelde landen in bijvoorbeeld ZuidoostAzië.
De 3D-betonprinter in het lab op de TU Eindhoven. (fotograaf Rien Meulman)
Een render van de ondergrondse parkeergarage onder het vernieuwde Jaarbeursplein in Utrecht, één van de projecten waar Jordy zich op dit moment mee bezighoudt. De geplande oplevering hiervan vindt gefaseerd plaats in de periode 2012-2018. (bron: website Zwarts & Jansma Architects Amsterdam)
21
SUPporter I - December 2015
Da Vinci woningen
Afstuderen in de master Building Technology Va n u i t d e m a s t e r B u i l d i n g Technology is Rob Verweij bezig met het afstuderen op het gebied van uitvoeringstechniek. In deze editie lees je meer over zijn afstudeerproject.
Naam: Rob Verweij Titel afstudeeronderwerp/verslag: Configureren, controleren en begroten van Da Vinci woningen Mastertrack: Uitvoeringstechniek (Construction Technology / Building Technology) Begeleiders afstuderen: dr. ir. E.W. (Eric) Vastert (TU/e) ing. C.M. (Cor) de Bruijn (TU/e) ing. I.M. (Inge) Schipper (Hurks bouw) Startdatum: november 2013 Verwachte einddatum: december 2015 Momenteel zit ik in de laatste fase van het afstudeerproject, de weg hier naartoe startte in mijn geval na het VWO bij de bacheloropleiding Bouwkunde aan de TU Delft. Zoals zovelen was ook ik ervan overtuigd dat het ontwerpen mij op het lijf geschreven was, een overtuiging waar ik al gauw op terug moest komen. De ieder semester terugkerende ontwerpprojecten waren een hele kluif en zorgden helaas ook voor de nodige studievertraging. Een zoektocht naar een vervolg op de
bachelor resulteerde uiteindelijk in een nieuwe studie, een nieuwe universiteit en een nieuwe stad. In 2012 ben ik gestart met de mastertrack Uitvoeringstechniek en inmiddels is deze bijna afgerond. Het afstudeerproject voor deze mastertrack vindt over het algemeen plaats bij een gastbedrijf. Nadat ik verschillende bedrijven had aangeschreven met de vraag mij als afstudeerder te faciliteren, ben ik uiteindelijk bij Hurks bouw Eindhoven terecht gekomen. Mijn enthousiasme voor BIM werd daar goed ontvangen en al gauw werd besloten om op het Da Vinci Huis af te studeren. Da Vinci Huis Het Da Vinci Huis is het woningbouwconcept van Hurks, met dit concept richt Hurks zich op woningcorporaties, beleggers, gemeenten en ontwikkelaars, die een oplossing zoeken voor hun woningbouwvraagstuk. Hurks biedt met het Da Vinci Huis een totaalpakket van ontwerp tot en met oplevering van grondgebonden woningen. Een woningbouwconcept heeft doorgaans de doelstelling om snel en goedkoop woningen te kunnen realiseren, dit wordt bereikt door met een gestandaardiseerde woning te werken, maar gaat juist ten koste van de vrijheid die de opdrachtgever heeft met betrekking tot het ontwerp. Bij het Da Vinci Huis wil Hurks dit laatste voorkomen, de doelstelling van dit concept kan daarom omschreven worden als het combineren van lage kosten, een korte ontwikkel- en bouwtijd en keuzevrijheid in het ontwerp.
Om deze drie aspecten te kunnen combineren is een goed doordacht proces vereist. Binnen het concept werkt Hurks daarom samen met een aantal vaste partijen waaronder een architectenbureau uit Den Bosch. Gezamenlijk hebben zij een woningconfigurator ontwikkeld, een online tool waarmee woningen met een paar simpele muisklikken, aan de hand van een breed scala aan keuzeopties, geheel naar wens kunnen worden samengesteld. Hierbij moet gedacht worden aan keuzeopties als beukbreedte, woningdiepte, indeling van de verdiepingen, type kozijnen, dakkapel/ dakramen aan voor- en/of achterzijde, etc. Tijdens het configureren van een woning geeft de configurator direct een overzicht van de totale bouwkosten voor de betreffende woning, bovendien wordt direct gecontroleerd of de woning voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Na afloop kan diverse output uit de configurator worden geĂŤxporteerd, deze output is per woning drieledig: het ontwerp in de vorm van een BIM-model en 2d-tekenwerk, een rapportage van de toetsing aan het Bouwbesluit en een inschrijfbegroting. Deze output moet uiteindelijk de basis vormen voor het verdere voorbereidings- en uitvoeringsproces. Probleem- en doelstelling Na de observatieperiode zijn in dit proces een aantal knelpunten aan het licht gekomen. Hieruit is vervolgens middels een
Interface van Dynamo, elk blokje heeft een input, voert een actie uit en heeft een output. Door middel van draden worden deze blokjes met elkaar verbonden, de output van het ene blokje vormt op deze manier de input voor het
tekst en foto’s: Rob Verweij
22
andere, gezamenlijk vormen deze blokjes en draden een script.
SUPporter I - December 2015
Het configureren van een woning met het hulpmiddel, links het basismodel van de Da Vinci woning, rechts hetzelfde model welke op het tijdsbestek van enkele minuten is aangepast naar een andere beukbreedte, woningdiepte, hellingshoek, dakkapel en gevelkozijnen met behoud van alle overige details en nauwkeurigheid.
analyse, een uitgebreide probleemstelling geformuleerd, deze kan worden samengevat in twee hoofdpunten: 1. De eisen en wensen van opdrachtgevers lopen nogal uiteen, de configurator is daarom ontwikkeld met het idee dat een ontwerp niet altijd aan de volle 100% van deze eisen en wensen kan voldoen, maar dat in ieder geval 90% van de meest voorkomende kunnen worden ondervangen. In de praktijk blijkt dit echter niet te worden waargemaakt en voldoen ontwerpen lang niet aan deze 90%. 2. Omdat een ontwerp uit de configurator niet altijd aan alle eisen voldoet, dient het na het configureren te worden geoptimaliseerd, dit geldt voor zowel het ontwerp als de begroting. In theorie zou het BIM-model (het ontwerp) eenvoudig kunnen worden aangepast aan de resterende eisen, vervolgens kunnen dan ook de kosten van de optimalisaties worden verwerkt in de begroting. In de praktijk blijken echter zowel het BIM-model als de begroting uit de configurator complex te zijn opgebouwd en helemaal niet eenvoudig aan te passen. Deze problemen hebben tot gevolg dat van het hiervoor beschreven proces in praktijk weinig terecht komt. De configurator wordt niet gebruikt op de manier die men voor ogen had, concreet betekent dit voor de calculator dat deze iedere keer opnieuw veel tijd kwijt is aan het doorrekenen van een
project, daar waar juist snelheid geboden is. In de doelstelling van mijn afstudeerproject komt een groot deel van de oorspronkelijke doelstelling van de configurator terug: het ontwikkelen van een hulpmiddel waarmee binnen een halve dag een BIM-model van een Da Vinci woning kan worden samengesteld, wat voldoet aan 90% van de meest voorkomende eisen en wensen van opdrachtgevers en aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 en wat direct wordt vertaald in een inschrijfbegroting. Onderzoek Vanuit de doelstelling kunnen voor het hulpmiddel drie functies worden
onderscheiden, logischer wijze heeft ook het onderzoek zich op deze onderwerpen gericht. Er is in kaart gebracht welke keuzeopties moeten worden aangeboden om de 90% van de meest voorkomende eisen en wensen van opdrachtgevers te kunnen ondervangen. Ook is in kaart gebracht op welke voorschriften van het Bouwbesluit een Da Vinci woning dient te worden gecontroleerd en op welke wijze deze controles dienen te worden uitgevoerd. Daarnaast is in kaart gebracht op welke wijze een begroting dient te zijn opgebouwd en welke gegevens uit het ontwerp bekend moeten zijn om deze begroting op te kunnen stellen. Het resultaat van deze fase is een heel pakket aan informatie welke in de ontwerpfase op een doordachte manier moet worden samengebracht in één hulpmiddel. Uitwerking Het hulpmiddel is volledig georganiseerd rondom een standaard BIM-model van de Da Vinci woning. Al vanaf het begin van het afstuderen is mijn voorkeur uitgegaan om na afloop niet enkel een ontwerp, maar een echt werkend hulpmiddel te kunnen presenteren. Ik ben daarom in Revit aan de slag gegaan met het modelleren van een waarheidsgetrouw BIM-model van de standaard Da Vinci woning. Voor de eerste functie van het hulpmiddel is het doel om met ‘een druk op de knop’ dit model aan te kunnen passen – bijvoorbeeld de woningdiepte van 8500mm naar 10300mm of de hellingshoek van het dak van 37° naar
Het model met daarin visueel weergegeven de verblijfsgebieden (links) en de gebruiksoppervlakte (rechts) van deze gekleurde elementen is exact bekend wat de oppervlakte is.
23
SUPporter I - December 2015
aangegeven of hieraan wel of niet wordt voldaan.
Uitsnede van de rapportage van de toetsing aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Met een druk op de knop wordt het complete model gecontroleerd op alle voorschriften, daar waar ze niet voldoen wordt automatisch een rode arcering meegegeven.
42° te veranderen – en op deze manier de woning te laten voldoen aan de eisen van de opdrachtgever. Revit biedt standaard echter niet de mogelijkheden om een model op deze manier te besturen, Dynamo – een add-in voor Revit – geeft deze mogelijkheden wel. Voor het hulpmiddel zijn daarom in Dynamo een aantal scripts opgesteld die afhankelijk van de input van de gebruiker het BIM-model van de woning precies zoals gewenst aanpassen. De tweede functie van het hulpmiddel omvat het controleren van de woning aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Omdat het Bouwbesluit echter een behoorlijk aantal voorschriften kent, is er voor gekozen om als voorbeeld hiervan slechts een deel te verwerken in het hulpmiddel. Momenteel wordt na afloop van het configureren de
woning gecontroleerd op de voorschriften met betrekking tot de gebieden – denk hierbij aan eisen als minimaal 55% van de gebruiksoppervlakte dient verblijfsgebied te zijn en een verblijfsgebied dient een minimale vloeroppervlakte van 5m2 te hebben – en aan de voorschriften met betrekking tot daglichttoetreding van ruimtes. Gebruiksoppervlaktes, verblijfsgebieden en verblijfsruimtes zijn in het model verwerkt als aparte elementen en worden tijdens het configureren direct aangepast aan de nieuwe afmetingen. De benodigde eigenschappen hiervan zoals de vloeroppervlakte, kunnen met behulp van Dynamo eenvoudig naar Excel worden gehaald en daar worden verwerkt in berekeningen. In Excel is vervolgens één concluderend tabblad opgesteld waarin per voorschrift wordt
De derde functie van het hulpmiddel omvat het begroten van de woning. Ten tijde van het schrijven van dit artikel is deze functie nog in ontwikkeling. Het hulpmiddel zal zich hierbij beperken tot het uitrekenen van de juiste hoeveelheden van de juiste elementen in het BIM-model en het overzetten van deze hoeveelheden naar een tabblad in een begrotingssjabloon in Excel, vanwaar ze verder kunnen worden verwerkt. Ook voor deze functie zal gebruik worden gemaakt van Dynamo, dit in combinatie met een juiste NEN-NL/Sfb codering van de elementen in het BIM-model. Conclusie Het afstudeerproject levert voor Hurks bouw Eindhoven een bruikbaar hulpmiddel op wat kan worden toegepast bij Da Vinci Huis projecten en waarmee onder andere de taken van de calculator kunnen worden ontlast. Voor een optimale inzet van het hulpmiddel dient het echter verder te worden uitgebreid, omdat in het kader van het afstudeerproject meer aandacht is uitgegaan naar de principes dan naar de volledigheid. Het geeft echter wel een goed beeld van de mogelijkheden die BIM biedt, niet alleen voor het Da Vinci Huis, maar ook voor het verbeteren en efficiënter laten verlopen van processen in de bouwpraktijk in het algemeen.
Hulpmiddel Dynamo Dynamo is een open source tool waarmee visueel geprogrammeerd kan worden en haakt in op de zogenaamde API van Revit. Zonder hier gedetailleerd op in te gaan kan gezegd worden dat door gebruik te maken van Dynamo een flinke verzameling aan extra gereedschappen en tools beschikbaar komt om een BIM-model te besturen, te beheersen en te koppelen aan andere software. Enige programmeerkennis maakt de tool bovendien nog veelzijdiger dan deze al is, maar deze kennis is niet noodzakelijk. Voor meer informatie zie de website: www.dynamobim.org Een aantal Da Vinci woningen in uitvoering in de praktijk bij het project Blixembosch Buiten te Eindhoven, voorjaar 2015.
24
SPECIAL
SUPporter I - December 2015
Mariënbosch - Nijmegen
Renovatie en herbestemming Bouwen voor een vraagveranderende markt Als gevolg van een verschuiving in de wensen en eisen van een gebouw, komen tegenwoordig vraag en aanbod niet meer overeen. Ondanks dat er voldoende aanbod van leegstaande panden is, kan niet aan de vraag worden voldaan doordat deze bestaande bebouwing niet voldoet aan de hedendaagse bouwtechnische en bouwfysische eisen. Echter is nieuwbouw
in vele gevallen geen optie door beperkte bouwgrond en is sloop geen optie door de historische waarde. Vandaar dat men genoodzaakt is de vraag in te vullen door het aanpassen en transformeren van bestaande gebouwen. Dit levert natuurlijk zeer interessante samenstellingen tussen oud en nieuw op, waarbij oude en nieuwe technieken op elkaar aan moeten sluiten.
Zowel op het gebied van de bouwtechniek als ook voor uitvoeringstechniek ontstaan hierdoor fascinerende vraagstukken. In deze special komen enkele projecten en onderwerpen naar voren die bij het thema “Renovatie en herbestemming” aansluiten. Zo komen onder meer de renovatie van het Hoofdgebouw TU/e en de herbestemming van de Petruskerk in Vught aan bod.
25
SUPporter I - December 2015
De Bussumse Watertoren
Het meest duurzame kantoorgebouw in Nederland De Watertoren in Bussum, oorspronkelijk gebouwd in 1897 door de architect Habertsma, werd vanaf 2004 getransformeerd tot het meest duurzame kantoorgebouw van Nederland. De herbestemming, inclusief een nieuw paviljoen, werd ontworpen door architectenbureau Vo c u s i n s a m e n w e r k i n g m e t het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) en werd opgeleverd in 2010. Inmiddels is het pand al enkele jaren in gebruik en kan men terug kijken op een zeer succesvolle metamorfose. Oud en nieuw combineren Tijdens het proces om de oude watertoren te herbestemmen kwamen enkele bouwtechnische en uitvoeringstechnische vraagstukken naar boven. De schil van de toren was in de loop van de jaren flink aangetast en waar mogelijk nu teruggebracht naar zijn oorspronkelijke uitstraling. Enkel het bovenste gedeelte heeft men geheel moeten vernieuwen. Dit nieuwe deel staat compleet los van de bestaande constructie eronder, maar wordt hier wel voor 50% door gedragen. Daarnaast wordt de bovenbouw gedragen door een nieuwe betonnen liftschacht die men in de bestaande voet van de watertoren heeft geplaatst. Deze liftschacht, inclusief wenteltrap en bordessen, vormt één geheel en staat los van alle wanden. Deze is buiten de toren geprefabriceerd in verband met de beperkte ruimte voor steigers en vervolgens in één keer in het bestaande pand gehesen. Hetzelfde geldt voor de stalen bovenbouw, die gemaakt is op een beperkte bouwplaats aan de overzijde van de straat en later door middel van een 500-tons kraan op de oude toren is getild. Er is in dit ontwerp voor gekozen om een lichte staalconstructie in combinatie met staalplaatbetonvloeren toe te passen om een zo groot mogelijk vloeroppervlakte te creëren. Het geheel is opgebouwd uit acht ronde gevelkolommen en één kolom in het midden. De HEA liggers op de eerste twee lagen van de bovenbouw kruisen elkaar in het midden om zo een gelijkmatige belasting tekst: Nikki Mastenbroek foto’s: Nationale Staalprijs bronnen: www.nationalestaalprijs.nl www.watertorenbussum.nl
26
Een impressie van de Bussumse Watertoren.
van de kolommen te garanderen. Dit stalen skelet wordt gemonteerd op een nieuw te storten betonnen vloer op 19 m. hoogte. Het storten van deze vloer is gebeurd door middel van een prefab kranslijst die als tijdelijke bekisting diende. De staalconstructie draagt de krachten over op de bestaande metselwerk sokkel via deze nieuwe vloer. De stabiliteit van het geheel wordt gewaarborgd door zowel de oude sokkel als ook door windverbanden in het nieuwe deel.
nieuwe paviljoen, op de bestaande fundering op zand is een (tijdelijke) versterking hiervan noodzakelijk. Door toepassing van grondinjecties is het plaatsen van een aanvullende paalfundering niet nodig. Bij deze injectie wordt een mengsel van waterglas en harder in de grond gebracht. Na uitharding van het geheel ontstaat een steenachtig materiaal. Later is er een keerwand geplaatst om de zijdelingse gronddruk op te vangen, aangezien het waterglas in de loop der tijd door regenwater kan uitspoelen.
Door de extra verticale belasting vanuit de bovenbouw en extra horizontale gronddruk ten gevolge van afgravingen voor het
Duurzaamheid De Bussumse Watertoren en bijbehorende
Aansluiting loopbrug op de watertoren.
Plaatsing van de nieuwe bovenbouw.
SUPporter I - December 2015
Windmolen op dak. Frame draagt direct af op de kolommen.
Stalen voet t.b.v. windmolen n.t.b.
A HE160A
niveau watertoren 5
ca. 32505+P
niveau watertoren 4
29402+P
HE160A
HE300B
ø244.5x12.5
3679
-.05
-.10
HE260A
-.07
-.06
ø219.1x10
A -.03
ø219.1x10
ø219.1x10
3321
A niveau watertoren 3
26081+P
HE180A
ø219.1x10
ø219.1x10
A -.03
ø219.1x10
3181
-.04
4869
niveau watertoren 2
22900+P
HE180A
-.04
4260
-.11
3615
18640+P
1000
400
niveau watertoren 1
sponning in bestaand metselwerkwand rondom uitvullen met kalkzandsteen
-.02
-.01
Draardeind M16-4.6 h.o.h 750 mm. Inboren en verlijmen met Edilon. Lengte in mw 1000mm
450*
trappen en bordessen in toren, zie voor principe tek 3.01-V
-.13 voor raamsparingen toren, zie tekening architect. 450*
-.13
V Maximaal optredende representatieve drukspanning 0.90 N/mm2. Bestaand voegwerk vervangen indien kwaliteit niet gehaald wordt. E.e.a. dient in het werk te worden onderzocht. 2055 1170
A
loopbrug
560*
( schematisch getekend in projectie) 2xHE260B
885
-.16
Eigen frequentie toren ca 10 Hz
B
tijdelijke stempelconstructie t.b.v. doorbraak uitwerking aannemer
* Wanddikten constructief metselwerk gebaseerd op bestaande doorsnede tekening; in het werk controleren. (gevelschil niet getekend)
A
IPE270
IPE270 console t.b.v. opvang IPE270. als horz. glijdende verbinding uitvoeren.
stalen ligger opleggen in prefabwand uitwerking i.o.m. prefab-leverancier
2092+P 815*
IPE330 2xHE260B
IPE330 opleggen in metselwerk; als horz. glijdende verbinding uitvoeren.
930*
doorsnede B
50-P
peil= NAP + 7,569m
1600
L130x75x10 bevestigen aan betonwand mbv boorankers
350
betonnen funderingssloof
A
stalen ligger opleggen in prefabwand uitwerking i.o.m. prefab-leverancier
A
HE160A
kolom bevestigen aan bestaand metselwerk m.b.v. 2xboorankers h.o.h 700 mm
-.15
HE260A
A
ondergrond funderingsplaat deugdelijk verdichten e.e.a. conform rapport Geomet
A 325
st kol A st kol B st kol A st kol B
x x
A
B
st kol A = kolom boven vloer st kol B = kolom onder vloer
Staalkwaliteit koker- en buisprofielen S275J2H Staalkwaliteit overig S235JRG2, tenzij anders aangegeven
Peilmaten gebaseerd op bestekuitgangspunten, versie d.d. 21-11-2008 stalen kolommen vullen met beton (C20/25) Voor afschot dak en afschot staalconstructie zie tekening architect
4500
C
Voor details zie detailboekje Det-V prefabwanden d= 200mm.
groutinjectie (ringvormig onder toren) breedte min 3.50 m. Tot min 1 meter onder ontgraving liftput. Opgave volgens Geomet
A
nieuwbouw hebben de hoogste MilieuIndex Gebouw (MIG-score) in Nederland, namelijk 1028 punten en laat daarbij andere duurzame gebouwen in Nederland, zoals het kantoor van Rijkswaterstaat in Terneuzen en het WNF gebouw in Zeist ver achter zich. De MIG-score is gebaseerd op een levenscyclusanalyse in combinatie met het computerprogramma GreenCalc+. De milieubelasting wordt gemeten op het gebied van materiaalgebruik, energieverbruik en waterverbruik. Daarnaast spelen natuurlijk ook enkele niet meetbare aspecten een rol, bijvoorbeeld multifunctionaliteit en flexibiliteit. Het onderdeel materiaal is goed voor 15 tot 20% van de score. Er is gekozen om te besparen op de afwerking en dus om de constructieve materialen samen te laten vallen met afwerkingsmaterialen en om installaties in het zicht te laten. Verder zijn milieuvriendelijke en veelal prefab materialen gekozen. Prefab heeft een positieve invloed op de milieubelasting vanwege de snelle bouwwijze, beperkte belasting van de omgeving, kleinere bouwplaats en flexibiliteit in de toekomst. Het onderdeel energieverbruik heeft een bijdrage van 75 tot 85% aan de score. Zowel de watertoren als ook de nieuwbouw zijn geheel zelfvoorzienend en CO2-neutraal. Dit is mogelijk door het toepassen van 30m 2 zonnecellen, een vijf meter hoge windtoren boven op de watertoren en een biowarmtekrachtkoppeling (WKK). De windmolen kan niet groter dan vijf meter zijn doordat het metselwerk de dynamische krachten slechts beperkt kan opnemen. De WKK voorziet in 85% van de elektriciteitsbehoefte en wordt gestookt op basis van afgewerkt frituurvet uit fabrieken en snackbars. In combinatie met betonkernactivering wordt het gebouw verwarmd en gekoeld en is een aansluiting op het gasnetwerk niet nodig. Verder zijn er energiebesparende maatregelen getroffen, zoals het plaatsen van automatische zonwering en bewegingssensoren. Als laatste heeft ook het waterverbruik invloed op de Milieu-Index Gebouw score, in deze situatie voor 2 tot 3%. Hiervoor is een helofytenfilter toegepast, dat ervoor zorgt dat de kraanwaterbehoefte met 80% daalt. Dit systeem is een grijswater circuit waarbij afval- en toiletwater verzameld wordt. Dit water wordt vervolgens gefilterd en gezuiverd door middel van planten en kan hierna weer gebruikt worden voor toiletspoeling.
Wijz. A
Doorsnede van de Watertoren.
Omschrijving
Naam
Diverse aanpassingen, zie wijz.pijlen
B C D
doorsnede A-A
RNR
Datum 30-01-2009
De Watertoren te Bussum.
project
Bussumse Watertoren
opdrachtgever
BWC Sustainable Development bv
architect
Vocus architecten bna
onderdeel
Constructie Watertoren Doorsnede A-A en B principe
schaal 1: datum projecttekenaar
50 21-11-2008
projectleider werknummer tekening
M Moerman
-.01
P.W.J.Willemsen
type
wijz
V A
tekenaar: PW
Detail staalconstructie bovenbouw
27
SUPporter I - December 2015
De Gulden Feniks
Enkele prestigieuze renovatieprojecten
Mauritshuis Den Haag - Winnaar renovatie 2015 (architect: H. van Heeswijk)
Het Mauritshuis is een van de bekendste musea in Nederland en is in de periode 2009 – 2014 geheel vernieuwd en in oppervlakte verdubbeld door een ondergrondse verbinding te leggen met het naastgelegen hoekpand van Sociëteit de Witte. Door de uitbreiding ondergronds te plaatsen bleef het straatbeeld behouden. Deze ondergrondse foyer ligt 6 meter onder straatniveau, maar voelt licht en open aan doordat het daglicht via alle zijdes binnenvalt. Bij dit project was het noodzaak dat oude en nieuwe technische installaties op elkaar zouden aansluiten vanwege de beperkte vrijheid voor het veranderen van de buizen- en leidingenstructuur. De nieuwe installatie zorgt ervoor dat iedere ruimte een eigen klimaatbeheersing heeft. Bovendien zijn in de installaties diverse energiezuinige en –besparende oplossingen verwerkt. In het geheel is bijvoorbeeld een geïntegreerd gebouwbeheersysteem voor W&E verwerkt, waardoor onder andere zonwering samenwerkt met koeling en verlichting.
De Hallen in Amsterdam, oorspronkelijk een tramremise uit begin 20e eeuw, is vanaf 2013 getransformeerd tot een centrum van Cultuur, Media en Ambachten. De oude traverseerhal is veranderd in een passage die voorziet in een publieke route tussen de Ten Katemarkt en de Bilderdijkkade. Bij deze duurzame herbestemming heeft men de uitspraak “function follows form” gevolgd om zo tot een passende functieverdeling te komen waarbij de gebouwstructuur zoveel mogelijk behouden kon worden. Zo zijn de filmzalen in de donkere ruimtes geplaatst en kantoren daar waar daglichttoetreding mogelijk is. Daarnaast heeft men de parkeergarage gepositioneerd op een plek waar toch funderingsherstel moest plaatsvinden. Verder was een goede geluidsisolatie van belang om de overlast richting de directe omgeving te beperken. Om het energieverbruik te beperken heeft men een centrale warmte en koude opwekking door middel van warmtepompen toegepast. Dit systeem wordt aangevuld met cv-ketels voor piekbelasting.
De Hallen Amsterdam - Winnaar transformatie 2015 (architect: J. van Stigt)
De voormalige technische school ‘Het Schip’, gebouwd in 1952 en sinds 2009 rijksmonument, is in de periode 2012-2013 compleet gerestaureerd en gemoderniseerd tot een hedendaags schoolgebouw. Door deze renovatie is het gebouw geheel aangepast aan de normen en eisen volgens de richtlijn ‘Frisse Scholen’. De energiebehoefte is flink gedaald door het thermisch isoleren van de buitenschil, het plaatsen van een gebalanceerd ventilatiesysteem (noodzakelijk vanwege de hoge geluidsbelasting op de gevel) en een nieuwe CV-installatie. Dit alles zorgde voor een verbetering van het energieprestatiepeil van 3,8 naar 1,6. Cygnus Gymnasium Amsterdam - Winnaar renovatie 2014 (architect: W. de Jonge) Dit woonblok uit 1922 is bekend geworden vanwege zijn opgetilde woonstraat en vele gemeenschappelijke voorzieningen. Rond 1980 is het geheel gerenoveerd, echter niet duurzaam en zonder rekening te houden met architectonische en cultuurhistorische waarde. Hierdoor was een nieuwe renovatie rond 2000 nodig. Bij deze vernieuwing is het geheel in zijn oude glorie hersteld, waarbij een combinatie is gemaakt tussen het creëren van energiezuinige, comfortabele woningen en het terugbrengen van de oorspronkelijke architectuur. De woningen zijn energie-neutraal door het toepassen van enkele moderne technieken. Zo is het blok nu voorzien van een WKO-systeem op basis van aardwarmte. De warmtepompen zijn geplaatst in de voormalige stookkelder onder het badhuis en voorzien in de behoefte aan verwarming, warm water en koeling. Daarnaast zijn de daken geheel voorzien van witte dakbedekking waardoor later buisvormige zonnecellen geplaatst kunnen worden. Ook zijn er zonnecollectoren op twee daken gepositioneerd, die water opwarmen door middel van zonnewarmte. Als laatste zijn de muren en ramen voorzien van een betere isolatie en is er een vraaggestuurd ventilatiesysteem aangebracht. tekst: Nikki Mastenbroek bron: www.nrpguldenfeniks.nl
28
Justus van Effen Rotterdam - Winnaar renovatie 2013 (architect: J. van Stigt)
Frits Scheublin Renovatie en herbestemming
COLUMN
Je volgt dat college op het tijdstip dat jou past. En je kunt de stof eindeloos herhalen, eventueel in slow-motion, tot je het snapt.
Het effect op de samenleving is groot. Als Post.nl van de briefpost moest bestaan waren ze allang failliet. Dankzij de pakketpost overleven ze. De banken, makelaars en reisbureaus sluiten hun filialen omdat de klant niet meer langs komt. Winkelcentra lijden onder de moordende concurrentie van de webshops. Onze zwaar bevochten privacy gooien we te grabbel door een spoor achter te laten op Facebook en Twitter. Het effect op de gebouwde omgeving is niet minder ingrijpend. Als veel winkels sluiten zullen winkelcentra hun recreatieve functie verliezen. Ook oude binnensteden verliezen hun aantrekkingskracht. Gemeentebesturen moeten een strategie bedenken om leven in de brouwerij te houden. Nu steeds meer werknemers deels thuis werken en de werkplekken op kantoor worden omgebouwd tot flex-plekken daalt de behoefte aan kantoorruimte. Als alle informatie online staat is het de vraag of universiteiten nog collegezalen nodig hebben. Waarom zou je een college volgen in Eindhoven als op internet hetzelfde college wordt gegeven door een Nobelprijswinnaar?
Frits Scheublin
We leven in een snel veranderende wereld. Vooral de mobiele telefoon en het internet dragen bij aan de verandering. Nog maar 25 jaar geleden kenden we het woord ‘Internet” niet. De mobiele telefoon is nauwelijks ouder. De onmisbare tablet computer is nog geen 10 jaar oud. We bankieren met internet. We doen er onze inkopen. We kunnen thuis werken dankzij internet. Schrijven doen we niet meer. Telex en fax zijn achterhaald. Kranten en tijdschriften verliezen terrein.
Een gebouw gaat gemiddeld 100 jaar mee. Daarna is het technisch verouderd. Renovatie en herbestemming zijn dan duurder dan nieuwbouw. Is een gebouw een monument dan gaat het veel langer mee. Voor een eeuwenoud kasteel of grachtenpand is meestal wel weer een nieuwe bestemming te vinden. Desnoods moet er gesubsidieerd worden, maar slopen doen we niet. Anders is het met de enorme productie aan kantoor- en bedrijfspanden die in de afgelopen 40 jaar is gerealiseerd. Architectonisch zelden het behouden waard (sorry collega’s). Ook de technische restwaarde is meestal beperkt. Herbestemming is dan dus geen optie. Zelfs als een kantoorpand met redelijke kosten kan worden omgebouwd tot wooncomplex moeten we ons afvragen of de locatie wel geschikt is voor wonen. De grootschalige complexen met galerijwoningen uit de jaren 70 zijn meestal ook over hun houdbaarheidsdatum heen. Als ze niet heel luxe zijn uitgevoerd en niet op een toplocatie liggen zijn ze niet gewild. Zodra er geen woningtekort meer is zullen ze onverhuurbaar blijken. En dat woningtekort zal verdwijnen. De gemiddelde woningbezetting van minder dan 2 personen zal niet veel verder dalen. Het aantal Nederlanders zal volgens het CBS binnenkort een top bereiken, ergens tussen de 17 en 20 miljoen, en dan gaan dalen. Het effect van de dit jaar sterk toegenomen instroom van vluchtelingen is in deze toekomstvisie nog niet verwerkt. Mijn conclusie: Herbestemmen is zelden rendabel. We hebben de afgelopen 40 jaar gewoon veel te veel gebouwen ontwikkeld met een beperkte toekomstwaarde. De vraag loopt terug. Alleen voor zeer goede flexibele gebouwen op een top locatie is herbestemming een optie. De rest gewoon afschrijven, slopen en nieuwe natuur ontwikkelen.
Prof. ir. Frits Scheublin is aan de TU verbonden geweest als hoogleraar Construction Technology. Tevens is hij gepensioneerd directeur van BAM Advies & Engeneering.
29
SUPporter I - December 2015
Herbestemming Petruskerk Een nieuwe functie voor de kerk in Vught In de middag van donderdag 5 november is een bezoek gebracht aan de Petruskerk in Vught. Deze kerk krijgt een nieuwe functie, de voornaamste reden hiervan is het gegeven dat de bezoekersaantallen van de kerkdiensten ernstig zijn terug gelopen de afgelopen jaren. Dit fenomeen is overigens niet alleen in Vught zichtbaar, door heel Nederland is men op zoek naar nieuwe bestemmingen van een aantal kerkgebouwen. Herbestemming De Petruskerk is een rijksmonument en werd in 2005, uit veiligheidsoverwegingen, aan de eredienst onttrokken. De toenmalige parochie kon het onderhoud niet meer bekostigen en de bouwkundige staat was zeer slecht. De kerk stond jarenlang leeg en een herbestemming tot cultureel centrum kwam niet van de grond (door het gebrek aan financiële middelen), maar ook tot een sloop kwam het niet. Uiteindelijk zijn nu zeven Vughtenaren met een plan op komen dagen en betrekken daarbij de Vughtse bevolking en ondernemers. In 1881 begon de bouw van de RoomsKatholieke St. Petruskerk. Architect was de uit Duitsland afkomstige Carl Weber. Weber tekende een ontwerp met elementen in de Neo-Romaanse stijl. De begroting van Weber bedroeg destijds 150.000 gulden. Dit bedrag werd toen al in belangrijke mate opgebracht door de Vughtse gemeenschap. De bouw was gereed in het jaar 1884. De transformatie is ontworpen door MBVDA, projectarchitecten Michael Bol en Ivo van den Thillart. De betrokken partijen binnen dit bouwproject zijn: MBVDA, gemeente Vught, Aannemingsbedrijf Nico de Bont, M.P. Drijvers B.V. en Parochie Edith Stein. tekst en foto: Dennis van der Steen tekeningen en informatie: John Sprangers, M.P. Drijvers B.V. bronnen: www.herbestemming.nu/editie-2/1837/ case-petruskerk-vught www.mbvda.nl/renovatie-petruskerk-tevught.html www.kennisbankherbestemming.nu/ projecten/petruskerk-vught
30
De bouw aan de kerk zoals deze op het moment van het bezoek erbij stond, de nieuwe aanbouw is vooraan te zien.
Het nieuwe plan Het initiatief om vier nevengebouwen van de kerk commercieel te verhuren, bleek de uiteindelijke succesfactor voor de herbestemming van De Petrus. In het nieuwe plan komen zowel de Bibliotheek De Meijerij als het Vughts Historisch Museum alsnog naar de Petruskerk. Maar dan binnen een meer “down to earth” ontwerp. De bestaande binnenruimte blijft volledig intact en wordt geschikt gemaakt als presentatieruimte. Aan de buitenzijde worden vier commerciële ruimtes tegen de kerk aan gebouwd. Deze ruimtes fungeren als kostendrager voor het plan.
Het ontwerp Het uitgangspunt van het nieuwe ontwerp is dat de Petruskerk straks het ontmoetingsplein van Vught wordt, gelegen op deze centrale plek in het dorp. Het wordt hiermee een werkplaats, een marktplaats en een vrijplaats die in het ontwerp op een vloeiende manier in elkaar worden verweven. Door de gehele kerk komt een museale route te liggen die de bezoekers langs de expositie van het museum voert. Hierbij passeert de bezoeker ondertussen de bibliotheek maar ook andere voorzieningen zoals een zithoek, werkplekken, een leescafé en een open podium. In de zijbeuken komt een verdieping waar de bezoeker een prachtig
Detail
Doorsnede
Situatie oud
Situatie nieuw
De uitbreiding van de kerk zal geschieden door de aanbouw van vier commerciële ruimtes, zie de situatieschets.
SUPporter I - December 2015
zicht heeft op het interieur van de kerk. Om het bijzondere interieur van de kerk zoveel mogelijk tot haar recht te laten komen heeft de nieuwe inrichting een zeer open karakter. De nieuwe toevoegingen contrasteren zichtbaar met het bestaande interieur en vormen een nieuwe tijdslaag. De uitbreidingen aan de buitenzijde van de kerk worden vormgegeven met dezelfde uitstraling en materialisering. Ingrepen Er worden in basis twee grote ingrepen in de kerk gedaan. Dit zijn de begane grondvloer en een verdiepingsvloer. Over de bestaande vloer wordt een nieuwe vloer gelegd. Deze monolithisch afgewerkte, gewapende betonvloer, ligt op de een dunne isolatielaag, waardoor deze vrij blijft van de bestaande vloer. De bestaande vloer zal hierbij nagenoeg volledig behouden blijven. Enkel voor het aanbrengen van de draagconstructie van de verdiepingsvloeren zullen hier plaatselijk voorzieningen moeten worden getroffen. Voor de vloer wordt een basisdikte aangehouden van 200 mm voor de totale opbouw. Het gaat hier om de vloer in het schip en transept van de kerk, op de locatie waar de bestaande peil 0 is. Het gebied rond en achter het altaar wordt niet voorzien van een nieuwe vloer. De bestaande hoogte blijft hier gehandhaafd. Er komt een nieuwe vloer in de kerk op een hoogte van circa vier meter boven de begane grond en deze zal volledig voorzien zijn van een vloerverwarming. Hier zal geen aanvullende verwarming worden geplaatst. De vloer zal worden uitgevoerd als tafelconstructie, met stalen hoofdliggers en dwarsliggers, waarover een houten balklaag wordt gelegd. De vloer staat op nieuwe stalen kolommen. De kolommen worden vrij in de ruimte geplaatst en worden horizontaal niet gekoppeld aan de bestaande kerk. Deze kolommen staan op nieuw aan te brengen kespen op stalen buispalen. Voor het aanbrengen van de fundering zal de bestaande vloer plaatselijk en tijdelijk worden opengebroken. Na het aanbrengen van de fundering wordt de bestaande vloer hersteld. De enige mogelijkheid om de machine om de buispalen in de grond te brengen, naar binnen te krijgen, is door de grote deur bij de entree van de kerk, dit wordt nog passen en meten.
De doorsnede van ĂŠĂŠn van de nieuwe ruimtes, zie situatieschets waar de doorsnede is gemaakt. De aanbouw bestaat uit een ribcasettevloer met daarop een staalconstructie. Het dakpakket bestaat uit een houte balklaag met dakbedekking.
Een tweetal impressies van de verbouwingen (exterieur en interieur).
Een horizontaal detail van de aanlsuiting van de nieuwbouw en de bestaande kerk, dit hoeft niet moeilijk te zijn.
31
SUPporter I - December 2015
WarmBouwen
Een vergelijking met bestaande methodes Nu fossiele brandstof schaarser en duurder wordt en wij wereldwijd gaan inzien dat dit ook schadelijk voor ons klimaat is, wordt het noodzakelijk om ook bij oude en bestaande gebouwen op energie uit fossiele bron te besparen. In het algemeen is isoleren daar de voor de hand liggende methode voor. Bij oud bouw is dit echter niet zonder meer mogelijk. WarmBouwen is een nieuwe klimaattechniek die de problemen hierbij op elegante wijze ondervangt. Om deze techniek snel te kunnen begrijpen maken wij een vergelijking met bestaande methodes: Een renovatie zo als vroeger gebruikelijk was zonder isolatie en een renovatie met binnenisolatie. Wij doen dit aan de hand van de restauratie van een monumentale boerderij in Baak nabij Zutphen; de Grote Hoeve. A. Renovatie zonder isolatie van de buitengevels. Bij restauratie of renovatie van een monument als de Grote Hoeve, behoeft niet voldaan te worden aan eisen van het Bouwbesluit ten aanzien van de warmtetransmissie door de gevel. Deze vrijstelling maakt het mogelijk de oorspronkelijke bouwfysische kwaliteiten van de muurconstructie te handhaven bij restauratie of renovatie. Het warmteverlies door de gevel houdt de muren relatief warm en voor een groot deel van het jaar boven dauwpunt. Dit maakt een goed vocht transport mogelijk en houdt de in deze muren opgelegde balken droog en daarmee schimmel en rot vrij. Een goed recept om de tand des tijds te weerstaan. De boerderij staat er al sinds de 17e eeuw. Voordeel van deze manier van renoveren naar de bestaande situatie zijn ook de lagere stichtingskosten. Er worden geen kosten gemaakt voor isolatie met koudebrugvoorzieningen en er kan volstaan worden met een goedkope installatie voor bijvoorbeeld een centrale verwarming.
hoeveelheid is zo groot dat niet volstaan kan worden met een laag temperatuursysteem zoals bijvoorbeeld vloerverwarming. Als deze warmte van hoge temperatuur niet kan worden opgewekt uit een lokale biologische bron als hakhout of biomassa, moet energie uit fossiele bron worden ingekocht. Tegenover de lage investeringskosten staan dan de hoge variabele kosten die in de loop van de tijd gemaakt moeten worden. Nadeel is ook dat het comfort al gauw te wensen overlaat, als gevolg van koudeval langs de buitenmuurvlakken. Ook wordt geen bijdrage geleverd aan het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstof. Deze methode raakt meer en meer in onbruik. B. Renovatie met isolatie aan de binnenzijde van de buitengevels. Bij de Grote Hoeve in Baak is het niet mogelijk om aan de buitenzijde van de muren isolatie aan te brengen. Dit zou het monumentale karakter van de boerderij wegnemen. Isolatie aan de binnenzijde kan veel warmteverlies door de gevel voorkomen. Daarmee wordt het mogelijk om met veel minder energie de ruimte te klimatiseren. Nu kan wel worden volstaan met een laag temperatuursysteem als bijvoorbeeld een vloer, wand of plafondverwarming. Deze lage temperatuur kan vooral in de zomer tegen relatief lage lopende kosten uit niet fossiele bron als zon, lucht of bodem geoogst worden. Ook de opslag van deze warmte met lage temperatuur voor gebruik in de winter, kan tegen zeer geringe lopende kosten plaatsvinden.
is dat tegenover de lage kosten in de tijd een grotere investering vereist is. Een (hypothecaire) lening kan deze kosten weer spreiden in de tijd; net zoals wij het gewend zijn om in de loop van de tijd, pas bij afname te betalen voor brandstof. Wel dragen wij nu bij aan het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstof. Binnenisolatie brengt in bouwfysische zin echter een groter nadeel mee; het betekent dat de bestaande buitenmuren veel kouder zullen blijven in de winter en warmer worden in de zomer. Dit heeft gevolgen voor het vochtgedrag in de muur. Vooral in de winter zal vocht condenseren tussen de isolatie en de koude buitenmuur, terwijl de kans dat dit weer kan verdampen door de isolatie is afgenomen. Dit risico op condensatie en daarmee op schimmelvorming en rot is met name groot op plaatsen waarbij houten balken opgelegd zijn in de buitenmuur. In het geval van de Grote Hoeve gaat het om 50 vloerbalken en 12 gebinten die opgelegd zijn in een buitenmuur zonder spouw. De keuze voor binnenisolatie vereist het aanbrengen van een groot aantal voorzieningen die dit risico op condensatie tegen gaan. Er dient in de gehele buitenschil een doorlopende dampremming te worden aangelegd en er moet luchtdicht worden gebouwd.
Nadeel van deze duurzame klimaattechniek
Naast ventilatie- en dampremmende maatregelen moet met name aandacht gegeven worden aan het lucht- en dampdicht tapen van de balkkoppen bij de oplegging in de muur. Deze moeten vrij worden gemaakt van de vloerdelen, zodat krimpscheuren kunnen worden geĂŻnjecteerd en de balkkoppen rondom
De gevel van de monumentale boerderij in Baak.
Het leidingsysteem van het WarmBouwen principe.
Nadeel is dat er veel warmte bij hoge temperatuur opgewekt moet worden om het verlies door de gevels aan te vullen. Deze tekst en foto’s: Miel Karthaus, Stichting WarmBouwen
32
SUPporter I - December 2015
van een manchet kunnen worden voorzien. Wij zijn uitgegaan van de technieken zoals geadviseerd worden in de Europese publicatie 3enCult European Union Seventh Framework Program (FP7/2007-2013). Deze voorzieningen vereisen een uiterst zorgvuldige uitvoering tijdens de bouw en bleken daarbij ook kostbaar. In het geval van de Grote Hoeve achtte het gehele bouwteam deze methode in de praktijk niet uitvoerbaar en is voor ongeveer dezelfde kosten gekozen voor de methode ‘WarmBouwen®’.
worden bij binnenisolatie. In het geval van de Grote Hoeve wordt de benodigde warmte betrokken uit de naastliggende mestkelder van een koeienstal. Middels een warmtepomp wordt deze warmte voor vloer- en deels plafondverwarming op de benodigde 30-35 graden Celsius voor het interieur gebracht. Een HR-ketel voorziet in warmtapwater en kan eventueel bijspringen bij extreem koud weer. De Grote Hoeve zal ‘Bijna Energie Neutraal’
zijn na installatie van PV panelen die de energie voor warmtepomp en circulatiepomp zullen leveren. Het bouwteam bestaat uit de partijen: Architect: KBnG Den Haag Installatie advies: Intecad Groenloo Bouwregie: EMD monumentenzorg Aannemer: Lettink Bouwbedrijf Installateur: Verheij Toldijk
nieuw dakraam 660x1180mm
C. Renovatie met WarmBouwen WarmBouwen is net als bij isoleren een techniek die het warmteverlies door de gevel nagenoeg stopt maar waarbij de nadelen van binnenisolatie worden vermeden. De bestaande muur behoudt daarbij zijn oorspronkelijke vocht- en temperatuurregulerende werking. De gevel is geheel dampopen en zal in de zomer bijdragen aan de koeling van het gebouw. De massa van de muur wordt door een fijn verdeeld leidingsysteem met een waterglycol mengsel het gehele jaar door op een zeer lage temperatuur van 16 tot 18 graden Celsius gehouden. Een dunne isolatielaag onder de muurafwerking aan de binnenzijde, voorkomt dat de warmte uit het interieur weggekoeld wordt door de lagere temperatuur in de gevel. Zo wordt in de winter transmissieverlies voorkomen en wordt in de zomer warmte geoogst en het gebouw dus gekoeld. Omdat de gevel middels meting permanent boven dauwpunt gehouden wordt, treden koudebrug problemen niet op. Er is geen kans op condensatie en daarmee wordt schimmel en rot vermeden.
Uit berekening is gebleken dat de kosten hiervoor gelijk of lager zijn in vergelijk met de kosten die gemaakt moeten
- bestaand riet - bestaande latten - bestaande sporen - regelwerk tbv het uitvlakken van de sporen - waterwerende dampdoorlatende laag - cellulose isolatievlokken - dampremmende laag - nieuw regelwerk - gipsvezelplaat
spantbeen
aanvoer- / retourleiding capillaire matten
bestaande muurplaat
- bestaand metselwerk - vertinlaag - capillaire matten - 40 mm damp-open isolatie - 10 mm kalkpleister
knellat waarnodig vervangen
Uitvoering
Project
Noordeinde 142b 2514 GP Den Haag
Detai
Opdrachtgever
Fam. van Basten-Batenburg / Groenen
www.kbng.nl info@kbng.nl
Datum
Projectnummer
209
MAATVOERING IN HET WERK CONTROLEREN bestandsnaam
209_Baak
Onderwerp
Detai
Grote Veers Baak
t: 070 - 3632148 f: 070 - 3922090
onderlegger
Tekeningnum
printdatum
20
- bestaand metselwerk - waar cementstuc is toegepast, verwijderen en aanhelen met hydraulisch kalk - capillaire matten - 40 mm damp-open isolatie - 10 mm kalkpleister
15
240
60
aanvoer- / retourleiding capillaire matten - vloerafwerking - vloerverwarming - dekvloer - harde isolatie - betonvloer volgens constructeur - waterwerende laag - schone aangetrilde zandlaag
cementstuc verwijderen traspleister aanhelen
30
100- p = b.k. vloerafwerking deel
50
130- p = b.k. dekvloer deel
100
grindbed
100
De zeer lage temperatuur maakt het mogelijk deze warmte direct uit zon, lucht of bodem te betrekken of tegen zeer geringe energiekosten uit bodemopslag op te wekken. Tegenover het voordeel van de vrijwel gratis beschikbare warmte van zeer lage temperatuur uit hernieuwbare bron, staat het nadeel van een investering voor het aanbrengen van een leidingsysteem in de gevel, en voorzieningen voor opname en opslag van warmte.
1500+ vloer
Noordeinde 142b 2514 GP Den Haag t: 070 - 3632148 f: 070 - 3922090 www.kbng.nl info@kbng.nl
Uitvoering
Project
Grote Veers Baak
Opdrachtgever
Fam. van Basten-Batenburg / Groenen
MAATVOERING IN HET WERK CONTROLEREN
bestandsnaam
209_Baak
van dezelfde gevel met de begane grondvloer van de boerderij in Blaak (details niet op schaal).
33
De
De
19-
209
Verticale details van enerzijds de aansluiting van de monumentale gevel en dakconstructie en anderzijds de aansluiting
Onderw
Datum
Projectnummer
onderlegger
printdatum
Teken
2
SUPporter I - December 2015
Renovatie Hoofdgebouw TU/e Integraal ontwerp en technisch uitgevoerd Het Hoofdgebouw van de TU/e wordt de komende jaren gerenoveerd naar ontwerp van Team RSVP die als Total Engineer zijn geselecteerd. Team RSVP is een samenwerking tussen Team V Architectuur, Van Rossum, Valstar Simonis en Peutz. In de loop der tijd is bij Team V de interesse gegroeid naar grootschalige renovaties: Integraal ontworpen en technisch uitgevoerd. Zo werkte Team V aan het Ministerie van Financiën*, Het Hoofdgebouw van a.s.r., Rotterdam Centraal Station* en Het Gelders Huis. Deze ervaring en expertise nemen zij mee in het ontwerp van het Hoofdgebouw van de TU Eindhoven. Identiteit en uitstraling Een stevig en stoer Hoofdgebouw van de TU/e transformeren tot een prettig, open en toegankelijk hart van het Science Park is een uitdaging, dat vraagt om sensitiviteit en durf. Door het vol benutten van bestaande mogelijkheden van het gebouw, door middel van het combineren van state-of-the-art materialen en technieken, is Team RSVP gekomen tot een uitzonderlijk en duurzaam gebouwontwerp. De TU/e wordt een waardig visitekaartje met een uitnodigende campusentree als etalage van onderzoek, innovatie en techniek. Het Hoofdgebouw van de TU/e is onderdeel van een belangrijke stedenbouwkundige structuur en heeft een bijzondere functionele en cultuurhistorische betekenis voor de transformatie van het gehele TU/e Science Park. Het gebouw wordt door Team V Architectuur niet gezien als een op zichzelf staand project. Het belangrijkste uitgangspunt in de ontwerpvisie is dan ook om bestaande structuren en kwaliteiten optimaal te benutten. Het Hoofdgebouw heeft een aantal overduidelijke ‘cadeautjes’
die gebruikt worden om het ontwerpplan bloot te leggen en te versterken. De belangrijkste aspecten van de ontwerpvisie zijn: • Een innovatieve vliesgevel en slimme installaties waarmee een BREEAM outstanding certificaat behaald kan worden. • Het openen van de plint tot een imposante en uitnodigende centrale hal; • Het verticaal verlengen van het loopbruggensysteem. • Het optimaal gebruik van daglicht door middel van tussenvloeren eenzijdig langs de gevels; • Het middengebied ontwerpen als functionele ‘ruggengraat’. • Het gehele hoofdgebouw wordt flexibel, zowel in gebruik als indeelbaarheid.
Openen van onderbouw, alzijdige transparantie naar omgeving
Verbinden en ontmoeten: Centrale Hal en Rode Trap als hart van het gebouw
Het Hoofdgebouw als Intelligent Light Platform Het Hoofdgebouw ligt op koers om een BREEAM outstanding certificaat te behalen. Dit wordt mede bereikt door een Smart Energy saving Lighting (SEL) concept toe te passen. Het Intelligent Lighting Institute (ILI) wordt geïncorporeerd binnen het nieuwe Hoofdgebouw. ILI is een faculteit en vakgroep overstijgend instituut en wil van het Hoofdgebouw van de TU/e een ‘living lab’ maken.
Optimaal hergebruik: gevelconstructie en insteekvloeren
Een laboratorium in de levende wereld. Letterlijk vertaald: Een levend laboratorium. ILI onderzoekt nieuwe toepassingen van intelligent licht, met nadruk op de invloed van licht op de mens. Positionering centrale voorzieningen met minimale
Het onderzoek van ILI is onder andere om te komen tot oplossingen om verzuim in Nederland door een winterdepressie terug te dringen.
constructieve aanpassingen
Maximaal flexibel interieur: ruggengraat en inrichtingsmodules
tekst en afbeeldingen: Team V Architectuur, Amsterdam www.teamv.nl
34
* Opgeleverd bij MVSA Meyer en Van Schooten Architecten
SUPporter I - December 2015
35
SUPporter I - December 2015
Balans In het ontwerp tussen architectonische uitstraling, techniek, duurzaamheids- en kostenaspecten is een optimale balans gezocht. Door intensieve samenwerking is een vliesgevel met binnenzonwering ontwikkeld die zich zelfs ’s nachts kan meten met een geïsoleerde spouwmuur. Door de toepassing van deze vliesgevel kan de bestaande (gevel) constructie behouden blijven. Dit maakt het ontwerp duurzaam en kostenbesparend. Er wordt ruimschoots voldaan aan de eisen wat betreft energieverbruik, daglicht en uitstraling.
bestaande IPE-profielen voorzien van nieuwe coating
zonwering, screen thermische isolatie ‘s nachts
lichtwering, screen type softtype original
Lowtech oplossing, hightech materialen Door een vol hoge ‘triple glazing’ gevel met een extra helder tussenblad wordt er in het ontwerp optimaal zicht naar buiten gecreëerd. Ook wordt er een tussenvloer toegepast om meer bruikbaar vloeroppervlak te realiseren. Door de tussenvloer aan één zijde aan de gevel te laten aansluiten wordt het netto vloeroppervlak en de daglichtfactor op de tussenvloer gemaximaliseerd. De gecombineerde binnenzonwering bestaat uit twee doeken met verschillende lichtdoorlatendheid, hierdoor is het mogelijk de daglichttoetreding naar wens aan te passen. De studie- of werkplek wordt een visueel comfortabele ruimte waarbij het gebruik van kunstlicht wordt geminimaliseerd. Dit effect is bij het Hoofdgebouw zeer groot vanwege de gunstige geveloriëntaties op oost en west. Echo van oorspronkelijk gevelbeeld Het gevelstramien van Van Embden blijft intact, waardoor de functionele esthetiek van het Hoofdgebouw behouden blijft. De nieuwe gevel wordt gedragen door verticale vinnen die verspringen in diepte met daartussen verticale glasstroken. De gevel is voorzien van verdiepingshoge, verticale uitzetramen, die extra textuur en levendigheid brengen in het strakke gevelstramien. Ook zorgen zij ervoor dat de hoge spuiventilatie-eis wordt behaald. De in diepte verspringende gevelvinnen zijn niet alleen een echo van het oorspronkelijke maatsysteem van Van Embden, maar een daadwerkelijk functioneel onderdeel van het huidige integrale gevelontwerp.
36
bestaande staalconstructie
bestaande betonvloer, incl. druklaag bestaande kabelgoot hergebruiken
Het gevelprincipe voor het Hoofdgebouw op de TU/e-campus in een 3D detail weergegeven.
Behoud van constructie Uitgangspunt nummer één is het hergebruik van zoveel mogelijk materiaal, zowel ten behoeve van de duurzaamheid als kostenbesparing. Het gevelontwerp is gebaseerd op hergebruik van de bestaande IPE-achterconstructie, waar de nieuwe gevel aan zal worden bevestigd. Zonwering en thermisch comfort In het gevelontwerp van de hoogbouw is gezocht naar een optimum voor wat betreft de thermische isolatie, daglichttoetreding, zonwering, uitzicht en naast thermisch comfort ook visueel comfort. Deze fysische eigenschappen zijn duidelijk in het ontwerp van de volledig glazen pui samengebracht.
De pui is voorzien van drievoudige beglazing, gecombineerd met binnenzonwering. Tussen de glasbladen is een zeer goed isolerende randverbinding toegepast. De kans op koudeval wordt door de isolatie van het glas in de winterperiode geminimaliseerd. Daarnaast wordt het glas zonwerend uitgevoerd in combinatie met een reflecterende binnenzonwering. Hiermee wordt eenzelfde prestatie gerealiseerd als met de toepassing van een goede buitenzonwering bereikt zou kunnen worden. Door het gebruik van binnenzonwering ben je niet afhankelijk van de nadelen wat betreft onderhoud en beperkingen door weersomstandigheden.
Jos Lichtenberg Transformatie
Transformeren betekent waarde creëren door hergebruik maar meestal ook met een gedoseerd ingrijpen zoals het uitzagen van een vide of het aanbreien van nieuwbouw. Als je naar de haalbaarheid van transformatie
Ik denk bij dit soort projecten uiteraard vanuit een Slimbouwen aanpak waarbij naast bovenbedoelde casco overwegingen een dominante vervolgvraag is of er een leidingstructuur denkbaar is in relatie tot het ontwerp. Voorts hoe dit in samenhang met een afbouwtechniek systematisch kan worden aangepakt. Zo zijn functiescheidingen realiseerbaar met de genoemde doos-
in-doos aanpak. Dat levert, mits goed ontworpen, de gewenste geluids- en brandscheiding op. Binnen de doos kan dan weer met een secundair systeem worden ingedeeld, waarbij de bereikbaarheid van leidingen een belangrijke voorwaarde voor flexibiliteit is. Veel van de genoemde technologie zoals allerlei vloer- en wandproducten gerelateerd aan Slimbouwen alsmede het bedoelde doos-in-doos systeem, heb ik in ander verband in samenwerking met de industrie ontwikkeld. Wat je daarbij merkt is dat de vraagmarkt zeer traditioneel in elkaar zit. Opdrachtgevers hebben vaak niet de kennis omdat zij slechts gelegenheidsopdrachtgever zijn. Projectontwikkelaars halen zichzelf liever geen extra zorgen met betrekking tot innovatie op de hals, aannemers offeren op basis van een bestek dat door anderen is gemaakt. Om te concurreren moesten ze laag inschrijven en zijn ze gebaat bij een soepel proces waar hier en daar wat meerwerk is te halen. Architecten hebben niet het inzicht of vermogen om de procesvoordelen tijdens de bouw en het gebruik voor de opdrachtgever economisch inzichtelijk te maken. Dat lijkt al met al een redelijk hopeloze situatie die toch een keer doorbroken moet worden. Zelf geloof ik daarbij het meest in het bewust maken van de vraagkant. De opdrachtgever en de gebruiker, maar gemakkelijk is het niet. Wellicht zouden we architecten in de opleiding meer instrumenten moeten aanreiken om een opdrachtgever te begeleiden bij zijn besluitvorming. De vraag is alleen waar dit wordt opgepakt? Bij nieuwbouw is het inmiddels wel gelukt om aan te tonen dat je tientallen procenten goedkoper kunt bouwen met behoud van of zelfs met een betere kwaliteit. In de bestaande voorraad is de ervaring nog jong, maar ook daar ben ik overtuigd dat bij een goed casco en een goede locatie, succesvol en concurrerend getransformeerd kan worden. Er ligt dus nog wel een uitdaging voor mij, maar ook voor jullie.
Jos Lichtenberg
Transformatie projecten betreft doorgaans gebouwen op interessante locaties die om welke reden dan ook zijn verlaten door de voorgaande gebruiker. Over de overige leegstaande voorraad zullen we het dan maar even niet hebben. Daarover zou ik een volgende keer gemakkelijk apart een keer kunnen doorschrijven. In alle gevallen is er is een bezorgde eigenaar en die is gebaat met verkoop of verhuur. Je zult maar eigenaar zijn van een paar leegstaande gebouwen. Volgens mij slaap je dan heel slecht of wellicht word je onder het mom van ‘onder druk wordt alles vloeibaar’ heel creatief. De grondwaarde is meestal wel hoog, maar niet als je er eerst de sloopkosten vanaf zou moeten trekken. Hergebruik is dus altijd, nog afgezien van een drang tot behoud vanwege bijvoorbeeld erfgoed redenen, een serieuze optie. Dat kan zijn voor ca. dezelfde, maar ook een totaal andere functie. De locaties lenen zich vaak voor wonen, voor een hotel o.i.d. dan wel een mix van functies. Dat laatste is wel heel interessant omdat dat bijna inhoudt dat het gebouw niet aan één functie vast komt te zitten. Transformatie en functieneutraal horen daarom wel een beetje bij elkaar, al blijkt dat lang niet uit alle transformatie voorbeelden die er inmiddels zijn. Kennelijk worstelt de markt met deze complexe opgave en is men al tevreden als er één functie aan te koppelen is. Toch loont het mijns inziens om de opgave met een langere termijn visie te benaderen.
COLUMN
Deze keer neem ik in mijn column de vrijheid om wat hardop te mijmeren over het onderwerp transitie. Toen ik las wat het thema van deze SUPporter was begon het gelijk te borrelen.
projecten kijkt en het vinden van een goede functie, dan gaat het om de locatie, maar ook of er sprake is van een goed casco. Een goed casco verkeert in goede staat en bestaat uit een kolommen structuur met voldoende kolomafstand (per functie verschillend, maar bijv. vanaf 7,20 m) en als het schijven zijn, dan verder uit elkaar met de optie om er gaten in te zagen. De draagstructuur moet voldoende vloergewicht kunnen dragen (afhankelijk van de denkbare functie v.a. 250 kg/m2, liever meer). Het is niet altijd en overal noodzakelijk, maar prettig als ook lokaal vloervelden kunnen worden verwijderd (dan wel open gezaagd). Voldoende vrije hoogte is ook van belang, omdat er later leidingen op een flexibele wijze moeten worden geplaatst en er wellicht met een doos-in-doos constructie moet kunnen worden gewerkt. Doos-indoos betekent dat er een geïsoleerde doos in het casco wordt geplaatst, waarbij het casco dan een soort rek vormt. Voorts zijn de plattegrond verhoudingen mogelijk limiterend voor de functie en ontsluitingen. Een gebouw met grote afstand van gevel tot gevel levert licht- en luchtbeperkingen. Een plattegrondstudie met scenario’s geeft veel inzicht over de bruikbaarheid van een casco. Bij transities is de gevel vaak beeldbepalend en hoort deze gevoelsmatig meer bij een casco dan hoe dat bij Slimbouwen is bedoeld. Bij Slimbouwen is de gevel een los bouwdeel en is er een kortere levensduurverwachting dan die van het skelet. Als de gevel als het ware beeldbepalend onderdeel is van het casco, vormt de mogelijkheid om voldoende daglicht binnen te brengen ook een extra uitdaging. Tevens natuurlijk het uitzicht. In geval van woonfuncties dient er ook een optie te zijn om buitenruimtes te creëren en ook dat kan stevig conflicteren met een bestaande en te respecteren gevel. Zo zie je dat er alleen al bij de beoordeling of een casco ‘goed’ is of niet, er heel veel aspecten komen opborrelen.
Jos Lichtenberg is hoogleraar Productontwikkeling. Buiten de TU is hij innovatieconsultant bij bedrijven. Verder is hij voorzitter van o.a. de stichting Slimbouwen.
37
SUPporter I - December 2015
Villa Zoetermeer en Muiderberg by Maxim Winkelaar Architects Villa Zoetermeer Origineel bouwjaar: 1999 Grondige renovatie en nieuwbouw: 2011 – 2013 Bruto oppervlakte voor nieuwbouw: 283 m2 Bruto oppervlakte woning na nieuwbouw: 358,5 m2 Oppervlakte perceel: 523 m2 Architect: Maxim Winkelaar Architects te Amsterdam Constructeur: Van Rossum Bouwkunde te Almere Aannemer: Bouwbedrijf Hempelmann te Monster Transformatie vrijstaand woonhuis Deze bestaande woning is gebouwd in 1999 en heeft een grote metamorfose gekregen waarbij het uiterlijk compleet is veranderd naar een moderne villa. Het originele woonhuis bestond uit een hoofdvolume van drie lagen met daartegen een schuine serre geplaatst van twee verdiepingen hoog. Deze schuine kap heeft helaas vanaf het begin tot onacceptabele lekkages en een onaanvaardbaar binnenklimaat geleid. Doordat de serre is uitgevoerd in drie verschillende materialen, namelijk koper, glas en hout zijn deze op verschillende manier gaan uitzetten. De bewoners hebben destijds jarenlang geduldig geprobeerd met de tekortkomingen te leven maar uiteindelijk moesten zij toch toegeven om de woning grondig te verbouwen. De bouwtechnische kwaliteit van het hoofdvolume was zodanig goed, dat het met aanpassingen aan kopgevels en dak gehandhaafd kon worden. Duurzaam ontwerp Maxim Winkelaar Architects heeft een ontwerp gemaakt van in elkaar grijpende lijnen en volumes. Alle vier de gevels hebben een individueel karakter bereikt door het toepassen van in- en uitspringende massa’s. Voorbeelden hiervan zijn de loggia van de woonkamer achter de voorgevel, de uitbouw van de keuken met daarop een balkon aan de achtergevel als voortzetting van de gesloten lange zijgevel en het dakoverstek van het oude hoofdvolume dat naar het zuiden is gericht.
Het straatbeeld van Villa Zoetermeer na oplevering.
ontwerp en de omgeving, en ze geven een speels effect. Door de nieuwe toevoegingen is de woning vergroot met 75 m2. Naast het uiterlijk van het gebouw zijn er ook interne wijzigingen doorgevoerd.
De fundering van waar de schuine kap stond is grotendeels hergebruikt. Er zijn aan de achterzijde een aantal palen bijgedrukt. De begane grondvloer is opgebouwd uit kalkzandsteen en de verdieping is een combinatie van staal- en houtskeletbouw.
Constructie
1. De bestaande woning met schuine serre.
2. De serre is als eerste gesloopt.
3. Vervolgens is de uitbreiding gestart met kalkzandsteen.
4. Op de eerste verdieping is de staalbouw zichtbaar.
5. Het gedeelte van de houtskeletbouw in aanbouw.
6. De afwerking resulteert in deze moderne villa.
De gevels zijn voorzien van strak stucwerk in combinatie met een kunststof houten gevelbekleding. De vorm en rondingen in de gevel zorgen voor samenhang in het tekst: Maxim Winkelaar Architects te Amsterdam, www.maximwinkelaar.com foto’s (copyright): Maxim Winkelaar Architects & ©Nelis
38
SUPporter I - December 2015
Villa Muiderberg Origineel bouwjaar: 1971 Grondige renovatie en nieuwbouw: 2011 – 2013 Bruto oppervlakte voor nieuwbouw: 280 m2 Bruto oppervlakte woning na nieuwbouw: 360 m2 Oppervlakte perceel: 985 m2 Architect: Maxim Winkelaar Architects te Amsterdam Designers: Maxim Winkelaar en Bob Ronday Constructeur: Van Rossum Bouwkunde te Almere
Het eindresultaat van de getransformeerde Villa Muiderberg.
Transformatie vrijstaand woonhuis In hartje Muiderberg staat een vrijstaande woning gebouwd in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Deze jaren ’70 woning moest grondig gerenoveerd worden want er was sinds de bouw geen onderhoud meer aan gepleegd, ook de bouwkundige kwaliteit was erg slecht. Het huis heeft een aantal jaar te koop gestaan en werd anti-kraak bewoond totdat een inwoner uit het dorp initiatief nam om het te kopen. Vanuit het bestemmingsplan waren er mogelijkheden om een extra verdieping te realiseren op het bestaande bijgebouw. De eigenaar wilde dit volledig benutten en daardoor is de woning maar liefst vergroot met 80 m2. Metamorfose Het bestaande bijgebouw bevat een garage en diverse slaapvertrekken. In het nieuwe plan zijn de slaapvertrekken in de uitbouw van de begane grond naar de verdieping verplaatst zodat er een ruimere woonkamer op de begane grond ontstaat. Om de woonkamer samen te voegen met de bestaande bouw is er een muurdoorbraak gemaakt in de vorm van een venster. Hierdoor ontstaat een zichtlijn waardoor de woning ruimtelijker wordt ervaren. De woonkamer is ingericht als een loft-principe. Deze ruimte bevat een
Het bestaande vervallen woonhuis in Muiderberg.
thuis bioscoop, een aparte leesgedeelte en een zithoek met openhaard. Zichtlijnen spelen een grote rol in het interieurontwerp. Er is een vide met daklicht gemaakt in het bestaande trappenhuis. De trapleuningen zijn vervangen door gesloten wit gestucte balustraden en er is trapverlichting geplaatst. In de vide hangt een bollen kroonluchter dat een knipoog maakt naar de jaren ’70. De woning heeft op de begane grond een gietvloer waardoor er een modern uiterlijk ontstaat. De gietvloer bevat ook vloerverwarming voor extra comfort. Op de verdieping zijn naast de slaapkamers ook twee badkamers gekomen. Een badkamer voor kinderen en gasten en bij de mainbedroom is een en-suite badkamer. In de main-bedroom staat ook een vrijstaand design bad. Duurzame techniek De buitenzijde van de woning is voorzien van vlak pleisterwerk in combinatie met duurzaam houten gevelbekleding zodat er een moderne wit gestucte woning ontstaat. De spouwmuren zijn na-geïsoleerd, het specialistische gevelisolatiebedrijf heeft gaten geboord aan de buitenkant van de gevel. De gaten zijn op ongeveer een meter afstand van elkaar, steeds in het kruispunt van een horizontale en verticale voeg. Via die gaten is het isolatiemateriaal de spouw in geblazen. De gaten zijn daarna weer dichtgestopt en door het pleisterwerk is daar niets meer van te zien. Het houtwerk van de dakopbouw komt rondom terug in het exterieur van de woning zodat er één geheel ontstaat. ModiWood® is gemodificeerd hout. Europees zachthout (afkomstig uit verantwoord beheerde bosplantages)
en wordt blootgesteld aan een proces dat enerzijds bestaat uit gecontroleerde verhitting en anderzijds uit afkoeling. Hierdoor verandert de celstructuur van het hout en krijgt het bijzondere eigenschappen vergelijkbaar met die van hardhout. Bij de vervaardiging van ModiWood® wordt uitsluitend water gebruikt en geen enkel soort chemicaliën, dat is vriendelijk voor het milieu. De opbouw is gemaakt van houtskeletbouw, hierdoor kon de bestaande fundering worden gehandhaafd. dakopbouw: - bitumeuze dakbedekking - isolatie 150 mm - underlayment 18 mm - houten balklaag volgens opgave constructeur - gipsplaat 12,5 mm - 3 mm vlak stucwerk met afgekitte naden
daktrim, kleur als gepotdekselde houten delen
gevelmateriaal: - houten gepotdekselde delen horizontaal aangebracht - merk: Modiwood - type: Zweedse Rabat fijnbezaagd - kleur: gebroken wit, RAL: ntb.
gevelopbouw: - houten regels - waterkerende dampopen folie - stijl- en regelwerk - minerale wol 140 mm - dampremmende laag - binnenplaat - stucwerk tussenvloer: - vloerafwerking ntb. - houten vloerdelen - houten balklaag volgens opgave constructeur - gipsplaat 12,5 mm - 3 mm afvlak stucwerk met afgekitte naden
gevelmateriaal: - houten gepotdekselde delen horizontaal aangebracht - merk: Modiwood - type: Zweedse Rabat fijnbezaagd - kleur: gebroken wit, RAL: ntb.
waterkerende laag
bestaand metselwerk nieuwe buitenstuclaag aanbrengen, kleur: wit, RAL: ntb.
Concept principedetail in de bouwvoorbereidingsfase.
39
SUPporter I - December 2015
From design to production
Architectural engineering (production & parts) This article is a summay of the final product of eight weeks of research, designing and eventually building, executed by students of Eindhoven University of Technology in the course 7X500 Architectural Engineering. They have chosen the newly renovated office of housing corporation ‘Helpt Elkander ’ in Nuenen, Noord-Brabant. This building, originally built in the eighties, is transformed by Van den Pauwert architecten. While shell of the building is maintained, the façade is stripped and replaced by a curtain wall to symbolize the openness of the corporation. Before the renovation, the building had a closed brown brickwork façade. The students have chosen the most interesting detail of it and did further research about this. The last step was to make a 1:1 scale copy of the real detail. Discover here what they have made! The Detail From the outside the detail appears very simple and neat. Though behind this first layer of simplicity is a layer of complexity which enables this first simple and neat layer to exist. It is not just the case that the complex layer supports the simple layer. It also reshapes the simple layer to create more space for itself and make sure all the qualities of the façade can be reached. But on particular spots there is another relation between the two layers. Because of some carelessness during the realisation of the building, perhaps in combination with unpracticalities of the design of the detail, this first simple layer is on some spots unwished penetrated by the complex layer behind, this is something Van den Pauwert would never have wanted according to their vision. Structure Since the building was an existing building gone under renovations, its structure was retained in the process. Therefore, concrete columns, walls and floor slabs were kept; however, this structure was reinforced only text, photos and renders: Kiana Aryankia, Jan Konings, Vera Six en Nijs de Vries (students TU/e)
40
The new curtain wall of the office of housing corporation ‘Helpt Elkander’ in Nuenen and the chosen detail.
in some few parts in order to strengthen the places where were already vulnerable or might have potential vulnerability to the future constructions. Through the observations, the group noticed that the building has a dual structural system in the front and in the back. The front side which is the subject of the study is based upon concrete structural system, while the back side has steel structure. According to the concept of clarity and transparency; and simplicity, the curtain wall system for the façade seemed to fulfil Van den Pauwert’s desire the best. A glass curtain wall lets for the maximum transparency and there are just some slender mullions which may block an overall view. These mullions and the anchorage serve for the complexity beneath the simple transparent ultimate look of the façade. The curtain wall system has a structural system on its own and on the other hand it is attached to the main structure of the building. The former should be strong enough to bear wind load and dead load (load of the glass infills) of the wall and the latter transfers these loads to the building’s concrete structure. The curtain wall is applied in stick-system, since the building is relatively small and this way the cost is more logical. In this system the components are assembled piece by piece on the construction site (Murray, 2009). In this building, first the vertical mullions
were anchored to the floor slabs (structure). Then the horizontal mullions were installed spanning between those verticals, and finally the glass infills were placed. The mullions are chosen to be made of aluminum due to its relatively high strength-to-weight ratio. Glass is placed in its frame with continuous rubber gaskets and is held against the mullion by an extruded aluminium pressure plate that is intermittently screwed into the mullion, exerting pressure through gaskets and mechanically fixing the glass to the frame. The attachment of this wall to the building’s structure, namely the anchorage, is done by a number of angle profiles bolted to the edge of each floor slab and primary (vertical) mullions. The attic on the third floor is reinforced with a number of H-beams installed parallel to the walls and slope ceiling shaping a frame. It stands on two steel plates which are bolted to the concrete floor. This new frame is placed on the edge of the floor, where this floor meets the curtain wall. This is the area where the load of curtain wall flows through the concrete structure of the building and this will cause a great tension. The H-beam anchorage will prevent the attic from deflection and deformation. Construction The construction is dependent the most on the architectural concept. As mentioned before, the concept ‘transparency’ has led Van den Pauwert to choose curtain wall system as a construction choice for the façade. This transparency is in contrast with
SUPporter I - December 2015
Building process
1.
The design is based on an existing structure, that consists of a concrete structure of load bearing walls with cast in situ slabs. The walls of the top level are made of masonry, with on the inside lime-sand bricks and on the outside brickwork, separated by a cavity without extra insulation.
4.
After that, the roof is finished with an aluminum cap and gravel as a ballast layer. An aluminum sheet is bended vertically around the window frame and the external wall as a protection against the elements.
2.
3.
5.
6.
The second step is to make the wooden boxes along the faรงade. The first one is made in order to create a roof edge, the second one is done for aesthetic reasons described earlier in the report.
Then, the glass panels are placed. The construction for the modular ceiling is attached to the concrete structure.
Thirdly, the aluminum window frames are vertically attached to the walls. In addition, lead sheeting is masoned between the bricks, also the roof covering is placed.
Finally, finishing such as stucco and carpet are applied. The ceiling panels are placed in their frames.
41
SUPporter I - December 2015
the former look of the building in which the façade was filled with large areas of brick. In this regard, the first step towards the new façade was to remove the brick wall and leave the mere concrete floor slabs. This was actually mitigating the building to its structure. This way, there would be no redundancy when looking at the façade. As a finishing, in order to conceal the floor edge and ceiling system, a number of white aluminium sheets were set. The role of this aluminium horizontal sheets are accentuated when looking at the third floor slab. This sheet is wider in its height as it covers not only the floor edge and the ceiling system, but also the parapet on the edge of the roof. The glass infills of curtain wall which are put next to each other, have two different finishes according to their positions within the wall. The ones that are placed on the perimeter have a layer of cap (kliklijst) over them. This cap snaps onto the pressure plate and conceals the fasteners. On the other hand, the middle infills are deprived of this pressure plate and cap, therefore where they meet
each other is covered with a line of glass kit. The curtain wall not only serves as a static façade, but also lets for some penetrations on a certain pattern. The façade is divided in three vertical sections according to the inherent division of the columns and walls, and three horizontal sections according to the inherent division of the floor slabs leaving the first and second floor with three parts and the third floor with one. Each of these seven parts are cut by another vertical stick almost in the middle making their number doubled. Finally, in ground floor and first floor, the openings (windows in the first floor and the entrance door in ground floor) are placed on a side of these parts in a certain order. This complex order of simple glass facade is also an evidence of the concept ‘complexity along with the simplicity’. The transparency is not just limited to façade, but also flows in the whole building. A central void is placed in the middle of the building and is douched by the light coming from the roof of attic-like staircase. Here one can
say that the void and atria are combined in a way. These are the layers which shape ‘stratification to the design’ as Van den Pauwert insist. They allow for the functional performance and even redefine it due to their concept and also contribute to the aesthetic expression which they are after. Materials When talking about the clarity, the first material that comes to mind is the glass. This is actually the material that Van den Pauwert exploited in their façade. Not only this layer permits the desired transparency, but also it works as an insulator (double glazing with air in the middle). Other than the façade, in the side walls as in the attic room, the former material (brick) is left untouched. This brick wall also reflects the neighbourhood and makes the building more compatible to its surrounding. Moreover for the curtain wall mullions and roof caps, aluminium is used due to its resistance to corrosion and relatively high strength to weight ratio.
Finished model
The result of the course is a finished 3D detail of the most interesting part of the building (built scale 1:1), here the the first and second floor meet, and the attic (now used as archive) meets the roof.
42
Willem van Dijk In een stroomversnelling...
Willem van Dijk
In 2013 beschreef ik al een leegstand van circa 7.000.000 m² in vloeroppervlak, door renovatie en/of herbestemming toe te passen lagen hier uitdagingen om 30.000 studentenkamers in te richten. Wat is de stand heden op de meter? Schrijnend resultaat, we moeten helaas vaststellen dat er jaarlijks circa 5% bijkomt (bron: Planbureau voor Leefomgeving). De persoonlijkheidstechnieken, destijds beschreven intelligentie, ondernemerschap en daadkracht zijn nog steeds niet toegepast. Het is ook jammer om te moeten vaststellen dat het in Rotterdam nog niet gelukt is om het iconische stadion “De Kuip” te behouden voor zijn omgeving. De stemmen die nu weer opgaan om er toch weer een nieuw stadion voor te gaan bouwen, passen naar mijn idee niet in de gedachtes van duurzaamheid. Terwijl een aantal initiatiefnemers in deze “Red de Kuip” een heel mooi concept hebben
COLUMN
Renovatie en herbestemming, mooie initiatieven. In mijn column in de uitgave van maart 2013 “Renovatietechnieken” heb ik een en ander beschreven in het licht van verrichtingen. Een mooi moment om eens even stil te staan en te kijken naar de verrichtingen van de laatste twee jaar. De uitgave van SUPporter juli 2015 had een hele mooie titel “Nul-op-de-meter”, en had veel elementen van renovatie in zich. Ik gebruik deze titel dan ook maar even om te kijken waar we staan in dit proces. Kortom, hebben we onze doelstelling gehaald en/of waargemaakt, of laten we ons nog steeds leiden door emoties? Ik neem jullie mee in een aantal thema’s destijds beschreven.
voorgelegd. Er zijn ook successen behaald, dit in de vorm van een pluim, een Bouwpluim. Het hoofdkantoor van a.s.r. in Utrecht, dat stamt uit de jaren 70. In 2009 is er een besluit genomen alle activiteiten binnen a.s.r. te concentreren, renovatie bleek op alle facetten de beste optie. Het doorvoeren van een metamorfose op basis van het principe “met de winkel open” is een grote uitdaging, zowel voor de opdrachtgever als zo ook voor de opdrachtnemer. Dagelijks waren er 2800 medewerkers van a.s.r. en 350 bouwvakkers veilig aan het werk. Dit soort acties vergt samenwerking en commitment in breedste zin van het woord, dit vraagt om competenties die meer zijn dan alleen techniek. De jury heeft in zijn oordeel, de waardering uitgesproken in deze samenwerking en heeft dit beschreven als zijnde één grote familie. De renovatie van woningen, op basis van het concept Stroomversnelling zijn hele mooie initiatieven ontwikkeld. Echter het doet zijn naamstelling nog geen eer aan, partijen blijven soms hangen in oude gedachtes c.q. vaste principes. De wetenschap kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren, in het bedenken en verbeteren van bepaalde technieken en materialen. Kijk naar de structuur en samenwerking binnen het certificaat programma CT, waar ontwerp en uitvoering elkaar versterken, met als afsluiting het geweldige thema “Innovatie op locatie”. Hier ontstaat het nieuwe denken, kortom er zijn kansen genoeg om ook dit soort concepten te laten slagen. Het is dus zaak dat de wetenschap en het bedrijfsleven elkaar nog meer moeten gaan vinden, om zodoende het oude denken wat te gaan los laten. Waardoor renovatie en herbestemming hopelijk wat meer in een stroomversnelling zullen komen. Willem van Dijk is gastdocent Construction Technology. Hij is als Adjunct-Stafdirecteur werkzaam bij Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling Speciale Projecten en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de disciplines: Bouwmethodieken, Constructies, Bekistingen & Steigers en BIM. Daarnaast is hij bestuurslid bij VN Constructeurs en binnen deze vereniging is hij voorzitter van de commissie Bouwproces, die als doel heeft de rol en waarde te versterken van de constructeur in de bouwkolom.
43
SUPporter I - December 2015
Greenworks Academy Duurzame materialen voor de bouwwereld Het is zo’n vier jaar geleden dat bouwmaterialenhandel Raab Karcher het Greenworks label lanceerde. Onder dit label wordt een selectie duurzame bouwmaterialen uit het bestaande assortiment aangeboden. Belangrijk doel: afnemers ontzorgen door op een inzichtelijke manier vast te leggen hoe materialen scoren op het gebied van duurzaamheid. Raab Karcher is onderdeel van de Franse multinational Saint-Gobain en is onderdeel van de divisie ‘Distribution’, of specifieker: Saint Gobain Distribution the Netherlands. Sustainable Habitat is één van de pijlers van Saint-Gobain. Dat betekent dat de zorg voor de mens in zijn woon- en leefomgeving hoog in het vaandel staat. Missie: betere ondernemers Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een integraal onderdeel van de strategie van het bedrijf. Naast duurzaamheid zijn logistiek en e-business belangrijke pijlers onder de strategie. Dit resulteerde de afgelopen jaren onder andere in Leanworks. Met Leanworks ontzorgt Raab Karcher de aannemer van het volledige logistieke proces op het bouwproject. Binnen Leanworks werken alle betrokken partijen in een bouwproject samen om de aanvoer van materialen zo efficiënt mogelijk te verzorgen. Hierdoor staan bijvoorbeeld de goederen ’s ochtends al op de werkplek opgesteld waardoor de vakmensen meteen aan de slag kunnen en is er een productiviteitsverbetering van 10
tekst en foto’s: Kristel van de Westelaken Manager MVO / Greenworks Academy bij Saint Gobain Distribution the Netherlands. Voormalig student Uitvoeringstechniek, Bouwkunde TU Eindhoven
44
Het Zien-element komt in een detail-ruimte naar voren.
In de Greenworks Academy wordt kennis uitgewisseld.
tot 15% haalbaar. Moet een tegelzetter om zes uur ’s ochtends op de zesde verdieping beginnen? Dan wordt ervoor gezorgd dat de tegels en de lijm op dat moment daar klaar staan. Op dit moment wordt Leanworks bijvoorbeeld toegepast bij de renovatie van winkelcentrum de Barones in Breda. Het winkelcentrum is overdag gewoon geopend voor winkelend publiek. Raab Karcher verzorgt de bouwplaatslogistiek volledig buiten deze winkeltijden. Door de materialen van alle betrokken partijen (dus ook van andere leveranciers en branchevreemde producten) aan te leveren bij de HUB van Raab Karcher, kunnen alle materialen middels één vrachtbeweging gebundeld en Just-InTime naar de bouwplaats getransporteerd worden. Dit geeft een reductie tot 75% op vrachtvervoer. Door de reductie van het aantal vervoersbewegingen in de wijk is er een minimale overlast voor omwonenden en een beperkte voorraad aan materialen op de bouwplaats. Raab Karcher biedt verder met dit concept de mogelijkheid om het sloop- en verpakkingsafval dat vrijkomt op het betreffende project retour te nemen. Bij het aanleveren van de materialen op de bouwplaats wordt het afval met dezelfde transportstroom retour genomen. Voordelen van deze werkwijze zijn: geen extra transport van afval, geen grote afvalcontainers op de bouw en een opgeruimde werkvloer. Door de logistieke service die wordt geboden kan de klant efficiënter werken en meer geld verdienen met dat waar hij echt goed in is.
aannemer een renovatieproject scoren en uitvoeren? Op de website van Greenworks kan hij de Energielabelatlas raadplegen die informatie geeft welke energielabels een bepaalde woonwijk kent. Vervolgens kan hij de quickscan tool op de website gebruiken om de gewenste labelsprong samen met de klant te bepalen. Met Renovatiecalc kan hij tenslotte eenvoudig een professionele offerte maken met alle materialen uit Raabonline om deze maatregelen uit te gaan voeren.
Dat is ook de insteek bij de e-business oplossingen. Zo is er bijvoorbeeld Raabonline, een online productendatabase inclusief alle denkbare beelden, specificaties, verwerkingsvoorschriften, duurzaamheidskenmerken en zelfs ‘declarations of performance’. Wil een
Duurzaamheid concreet maken Duurzaamheid is een begrip waar ook de bouwketen niet meer omheen kan en is inmiddels de kern van vele economische ontwikkelingen. Voor bouwpartijen is duurzaamheid echter vaak te weinig concreet. De hamvraag bij de ontwikkeling van Greenworks was: hoe kunnen wij onze klanten faciliteren in duurzaam bouwen? Hierbij horen vragen als: wat zijn de plannen met betrekking tot wet- en regelgeving? Wat is de basis om te kunnen zeggen dat een product aantoonbaar duurzaam is? Hoe maken we duurzaamheid concreet? Het bleek dat de zogenoemde levenscyclusanalyse een belangrijk uitgangspunt was. Zo’n analyse kan worden ingezet om de milieubelasting van materialen te berekenen, van grondstof tot en met hergebruik. Levenscyclusanalyses werden dus ook bepalend of materiaal wel of niet in het Greenworks assortiment werd opgenomen. Zo krijgen afnemers zekerheid over de milieubelasting van de materialen die ze aankopen. In de bouw geldt namelijk tegenwoordig de milieuprestatie, oftewel MPG. Dat gaat verder dan de EPG, die enkel de energieprestatie aangeeft. De grootste uitdaging richting afnemers lag dus in het pragmatisch maken van de wet- en regelgeving. Na afstemming met
SUPporter I - December 2015
Rijksoverheid, GPR Gebouw, IVAM en BREEAM-NL is deze uitdaging aangegaan. Dit resulteerde in de tien duurzame materialen- en productie-eigenschappen. Dit zijn onder andere de herkomst van de grondstoffen, het onderhoud tijdens het gebruik en de herbruikbaarheid. Meer dan alleen leveren Greenworks wordt uiteindelijk begin 2011 geïntroduceerd. Al snel blijkt dat bij de verkoop van duurzame producten specifieke uitdagingen horen. Kennisverschaffing is essentieel. De gemiddelde klant ziet biobased bouwmaterialen bijvoorbeeld niet als volwaardig. Dat heeft alles te maken met het feit dat ze het niet kennen. Ze hebben het nog niet vaak toegepast en denken nog dat duurzame materialen duurder zijn dan traditionele materialen. Ze zijn erg pragmatisch en houden zich het liefst alleen met bouwen bezig. Al snel werd de conclusie getrokken dat ook afnemers gefaciliteerd moesten worden bij het verkopen van duurzaamheid, uitleg wat duurzame USP’s zijn en hoe de materialen het beste kunnen worden verwerkt. Dat is de reden dat onder de naam Greenworks Academy een opleidingscentrum is gestart. Afnemers opleiden Op 7 november 2012 opende de eerste Greenworks Academy in Breda zijn deuren. Eerder dit jaar was de Academy in Apeldoorn klaar voor gebruik en sinds september is de derde Academy in Amsterdam geopend. Het motto van de Greenworks Academy is: Leren, Zien en Doen. Er worden cursussen gericht op duurzaamheid aangeboden, de Greenworks producten zijn er te zien (verwerkt in duurzame toepassingen) en in de Doe-ruimte kunnen bezoekers daadwerkelijk met de producten aan de slag. Als je bijvoorbeeld niet bekend bent met biobased producten zal je het nooit uit eigen motivatie aanbieden richting de eindconsument. De Greenworks Academy maakt het onder andere mogelijk om de afnemers uitgebreid bekend te maken met de unieke eigenschappen van de verschillende materialen. Aannemers krijgen ook van opdrachtgevers steeds vaker de vraag hoe duurzaam ze zijn. Elke Greenworks Academy bevat een auditorium waar opleidingen en presentaties worden gegeven. Ook
voor studenten uit het hoger onderwijs zijn de opleidingen erg geschikt. Met voldoende kennis kan de aannemer zijn klant bijvoorbeeld goed informeren en zich zo onderscheiden van de concurrent. Oplossingen laten zien Het aanbod van duurzaam materiaal is nog versplinterd, wat de acceptatie ervan in de weg staat. Het Zien-element van de Greenworks Academy springt in op dit vraagstuk door aan de hand van SBR Greenworksdetails te laten zien hoe duurzame materialen verwerkt zijn in de meest voorkomende bouwdetails. Aanvankelijk werd in de Academy samengewerkt met toeleverende fabrikanten van bouwmaterialen, maar sinds vorig jaar wordt ook de installatietechniek erbij betrokken. Daarvoor wordt gewerkt met fabrikanten van de groothandels Rensa en Oosterberg, dus op het gebied van ventilatie-, verwarming- en elektrotechniek. Duurzaam bouwen moet men namelijk integraal benaderen. Mensen uit diverse bouwdisciplines ontmoeten elkaar op de trainingen, leren van elkaar en weten elkaar daarna makkelijker te vinden. Leidende rol Je kan zeggen dat Raab Karcher zich met Greenworks opnieuw heeft uitgevonden als bouwmaterialenhandelaar. In plaats van trendvolger te worden op het gebied van duurzaamheid, eisen ze een centrale plaats op door leidend te zijn in de duurzaamheidsdiscussie. Gemeenten worden geholpen bij het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen door een speciale cursus te ontwikkelingen voor alle betrokken uitvoerende partijen. De
bouwkolom gaat niet automatisch mee met de ambitie van opdrachtgevers. Duurzaam bouwen is een integraal proces. Dat is ook waarom er samen met Rensa en Oosterberg wordt gewerkt aan een nul-op -de-meter concept. Op dit moment wordt bijvoorbeeld in het oosten van het land een woonwijk gerenoveerd door een unieke samenwerking van lokale aannemers met Raab Karcher. Een afgeleide variant van het nul-op-de-meter concept wordt hier toegepast. Daarbij wordt de corporatie van wie de woningen in eigendom zijn volledig ontzorgd. De aannemers zijn getraind in de Greenworks Academy en de duurzame en logistieke expertise van Raab Karcher wordt toegepast. Deze woningcorporatiewoningen worden nu in korte tijd naar energielabel A gerenoveerd. Standvastigheid Een diepe overtuiging en standvastigheid spelen een belangrijke rol in het succes van Greenworks. “Vanuit de MVO-filosofie, die sterk binnen het bedrijf is ontwikkeld, is een plaats gegeven aan duurzaamheid. Uiteraard wordt gedacht dat dit de weg naar succes is, maar dit wordt ook echt gedaan omdat dit de verantwoordelijkheid is als concern. Veel kosten, zoals het bouwen van de Greenworks Academy, gingen voor de baten. Dan moet je er wel echt in geloven, zeker in tijden van laagconjunctuur. Greenworks staat voor de manier van ondernemen: bijdragen aan een duurzaam gebouwde omgeving en bijdragen aan de professionaliteit van onze klanten. Voor meer informatie, bezoek de website: www.raabkarchergreenworks.nl
De tien duurzame materialen- en productie-eigenschappen die worden gebruikt bij de analyse van materialen.
45
SUPporter I - December 2015
Restauratie van Mariënbosch Duurzaamheid op maat Het voormalige klooster en meisjespensionaat Mariënbosch in Nijmegen is herbestemd tot studentencomplex. Het project telt 347 duurzame zelfstandige wooneenheden voor studenten, hiervan bevinden zich 135 eenheden in het historische monument en 212 eenheden in een gekoppelde nieuwbouw. De oud- en nieuwbouw zijn op eenzelfde manier samengevoegd tot een passend geheel. De hoogte van de nieuwbouw is gelijk aan die van het monument, daarnaast is met de detaillering en het kleur- en materiaalgebruik ook aansluiting gezocht. Kenmerkend voor het project zijn de hoge energetische prestaties: het gebouw is CO 2-neutraal en kent een uitzonderlijk lage EPC-waarde van 0,3. De gevelschil zal voor zowel voor de nieuwbouw als de oudbouw hoogwaardig worden geïsoleerd om zo een comfortabel binnenklimaat te realiseren, waardoor een energielabel A worden bereikt. In het voormalige klooster worden ruimten doelmatig verwarmd. Alleen de studentenwoningen worden geïsoleerd en verwarmd, de verkeersruimten niet. Deze fungeren als thermische buffer. De pelletkachel in het souterrain van d e n i e u w b o u w, e e n C O 2 - n e u t r a l e energieopwekking, is de verwarmingsketel die het hele complex van warmwater en verwarming voorziet. Door dynamisch te rekenen en de omvang van de te verwarmen ruimten te beperken bleven de capaciteit en de kosten van de kachel beperkt. Vanuit de bunker in het souterrain naast de stookkachel worden pellets (korrels geperst hout) in de pelletkachel geblazen waarna deze worden verbrand.
voorzetglas toegepast. Alleen ter plekke van de ‘conversatiezaal’ zijn stalen kozijnen waarbij het enkelglas is vervangen voor monumentenglas. Doordat de thermische schil werd verlegd van de gevel aan de binnenplaats naar de gangwand waren geen maatregelen nodig voor de isolatie van de gevels aan de binnenplaats en ter plaatse van de trappenhuizen. De wanden tussen de studentenwoningen zijn wel extra geïsoleerd, bovendien zijn in de woningen zwevende dekvloeren aangebracht.
Het aanzicht van het oude klooster in Nijmegen.
De stichtingskosten (incl. BTW) van het project zijn ook bekend en hieronder weergegeven, hieruit kan worden bekeken waar de meeste kosten van een project in gaan zitten: Grond en opstal Restauratie Invulling oudbouw Nieuwbouw Installaties Infrastructuur Bijkomende kosten
€ 9.700.000 € 2.420.000 € 4.235.000 € 7.865.000 € 5.537.000 € 500.000 € 1.043.000
Totaal Outsourcing
€ 31.300.000 € 1.000.000
Budget
€ 30.300.000
Een doelstelling van het project beslaat dan ook: meer comfort, een lage energierekening en betaalbare all-in huurprijzen voor studenten.
Ook het gehele interieur is grondig verbouwd.
Een typische aansluiting van het nieuwe op het oude.
Om warmteverlies in het monument tegen te gaan is het goed geïsoleerd. In de buitengevel zijn alle houten kozijnen behouden, maar het enkelglas is vervangen door dubbelglas. Voor bovenlichten met glas-in-loodramen is aan de binnenzijde tekst: Dennis van der Steen informatie en foto’s: E. Arkesteijn MSc, Recruitment Consultant TBI Holdings B.V.
46
De binnenplaats geeft een mooie combinatie van het oude klooster (rechts) en de nieuwbouw (links).
SUPporter I - December 2015
BierKrattenBrug 2016
Zo. Nu eerst een nieuw wereldrecord! S t u d i e v e r e n i g i n g e n KO e r s e n SUPport slaan ook dit collegejaar weer de handen ineen om het record, onlangs overgenomen door studenten uit Delft, terug te halen naar Eindhoven. De voorbereidingen zijn in volle gang en er wordt met veel enthousiasme gewerkt aan een nieuwe brug met een grotere overspanning.
Een groep van 17 gemotiveerde studenten heeft zich aangemeld voor de BierKrattenBrug commissie 2015/2016 en is al druk bezig met de nieuwe uitdaging. De groep is verdeeld in drie commissies, deze zijn namelijk: Organisatie, Constructief Ontwerpen en Uitvoeringstechniek. Het idee is om de brug een uitdaging mee te geven van uit zowel het constructieve als uitvoeringstechnische oogpunt.
Het record, dat in 2012 met 19,55 meter door studenten van studieverenigingen KOers en SUPport in Eindhoven is gevestigd, is donderdag 4 juni 2015 verbroken door studenten van de TU Delft. Het verbeteren van het record uit Eindhoven heeft even op zich laten wachten. Na het mislukken van de poging vorig jaar, hebben studenten van de Pontifex Krattenbrug-commissie van Het Gezelschap “Practische Studie” een nieuwe poging gedaan, en met succes. Het record staat nu op 22,15 meter, wat een goede verbetering is ten opzichte van het vorige record. Het ontwerpprincipe, dat zich twee en een half jaar geleden voor het eerst in Eindhoven heeft bewezen, bleek ook dit jaar effectief. Uiteraard heeft een afvaardiging van KOers en SUPport de recordpoging goed in de gaten gehouden. We hebben zelf de overspanning kunnen meten en vastgesteld dat de brug daadwerkelijk vrij stond. Complimenten voor de strakke uitvoering, de brug heeft zich onder een flinke windbelasting staande weten te houden. Het record is weer in Delftse handen, en dat mag natuurlijk niet lang zo blijven!
Binnenkort hopen we meer bekend te kunnen maken over de datum, de locatie en het ontwerp. Houd hiervoor de Facebookpagina in de gaten!
2016 KOers & SUPport
Het nieuwe logo van de BierKrattenBrug-commissie.
Het volgende kunnen we wel alvast vertellen: een bierkrat is een ongebruikelijk bouwmateriaal, toch lijkt het in veel opzichten op een metselwerkconstructie. Het kan namelijk geen trekkrachten opnemen, maar wel druk- en schuifkrachten. De brug zal dan ook ontworpen moeten worden als een drukboog. Hierbij is het het gunstigste om de gestapelde boog symmetrisch te bouwen. Bovendien zullen de kratten in verband worden gestapeld, dus de langsen dwarsrichting worden afgewisseld. De drukboog zal pas werken wanneer de brug uit één geheel bestaat, in de fases ervoor heeft het nog niet de werking van een drukboog. Daarom zal de brug tijdens de bouw ondersteund moeten worden met een steiger. Voor meer informatie kan contact op worden genomen via het onderstaande mailadres: info@bierkrattenbrug.nl
BierKrattenBrug-commissie 2015/2016 Bovenste rij (v.l.n.r.): Niels Bartels en Coert Doomen. Middelste rij (v.l.n.r.): Luc Gerlings, Daan Glas, Derk Bos, Gosse Slager, Kees Govers, Wim Raedts, Ruud Winters en Wouter van der Vossen. Onderste rij (v.l.n.r.): Shelin Mok, Maarten Arntz, Tomas Snel, Lars van Beers, Gerben Bouthoorn, Dennis van der Steen en Lars Croes.
tekst: Luc Gerlings en Gerben Bouthoorn, Media BierKrattenBrug foto: Commissie BierKrattenBrug 2016
47
SUPporter I - December 2015
Certificate “BD&T” project Health and well-being in garment workshops and factories in Ghana (small local workshops) and in Bangladesh (large outsourcing factories) It was the 24th of April 2013 when garment factory Rana Plaza in Bangladesh collapsed. Over a thousand people died. It was by far the biggest disaster that has happened in the garment industry. The disaster caught media-attention from all over the world, but it was not the only accident with a garment factory. The lack of fireand structural safety is a consistent problem (Huijerman, 2013), as well as the circumstances in which the employees work. This emerging situation was taken up for the project (7TC60) which is part of the Building Design & Technology certificate. The goal of the project was to come up with a building concept / a blue print for a safe and healthy garment workshop or factory. Nine students participated in the project that existed of three phases: a research phase, a phase about concept development and a design phase. The students worked in multidisciplinary groups, designing that blue print of a safe and healthy Ghanaian workshop and a Bangladeshi factory. Project phase I: research Issues The project started by identifying and researching issues to get familiar with the context of the assignment. Some students looked into the program of demands in terms of primary function: how does it work, the garment manufacturing process? They made an inventory and analysis of what is spatially and functionally needed for (the process of) storing, cutting, sewing, ironing, quality control and packaging. Their inventory and analysis are based on the factory of Padma Textiles in Dhaka, Bangladesh, and translated as well into a program of demands for a Ghanaian workshop. These students also looked deeper into factory and workshop locations: size and text and images: ir. Kristel Hermans and ir. Hajo Schilperoort, November 2015 - TU/e
48
The collapsed garment factory Rana Plaza. (International Business Times, 2015)
orientation of the site, the roads, distance to and the height of neighbouring buildings and physical aspects of the locations, such as soil conditions, climate, sun trajectories, wind directions and natural hazards. Another group took care of technology mapping: what is the technological, industrial, professional, commercial, logistic and educational infrastructure of the countries? It is found that traditional techniques and methods are well available, others (prefabrication) not so much, or to a limited extent. The third issue was the development of factories and labor conditions in the West since the Industrial Revolution, showing a steady evolution with several highlights and critical historical moments. This investigation is done to see how the Ghanaian and Bangladeshi situation is compared to the historical situation in the West. Two other students looked into the prescribed “conceptual” approach to building: how can we make a design for a market segment? How can we design a type, rather than an one-of-a kind building? They made a distinction between essential principles of the solution (always on) versus modules (on or off) and parameters (less or more) and defined the solution space and its limitations. Another group looked for reference projects to investigate the aesthetic opportunities of building structures: how can a simple (in terms of manufacturing) building structure be architecturally interesting and sensitive? Then, last but not least, the largest group
of three students researched health & wellbeing. They made an extensive study of the relations between these different aspects of health & well-being: (day)light levels, views, clean air, noise levels, temperature, green, amenities, personal space and group size. The mentioned aspects have a great influence on the health & well-being of workers (on people in general), which has also been quantified in consulted scientific studies of others. Health & well-being As mentioned above, the goal of this project was to design a blue print for a safe and healthy workshop and factory. Since the Bangladesh Accord provides rules for safety, health became the main topic of this research. Therefore these findings will be described in more detail. Findings in the field of health & well-being are: • Room temperature and humidity have a strong impact on mental and physical productivity (Bauer, Mösle & Schwarz, 2007). • Daylight has a very significant effect on health & well-being and on productivity; the lack of daylight leads to complaints of depression, fatigue and sadness (Leather, Pyrgas, Beale & Lawrence, 1998; Boubekri, 1991; Beauchemin & Hays, 1996). • In a situation without view (literally: perspective), employers are dissatisfied about their work. They report feelings of isolation, depression, tension and claustrophobia (Finnegan & Solomon, 1981; Sundstrom, 1986). • Enduring exposure to high noise levels leads to permanent hearing loss, annoyance, aggression, lack of concentration and
SUPporter I - December 2015
hypertension (Salehin, Nazmul Islam, Shafiul Alam & Mosharraf Hossain, 2014). • Sufficient personal space and individual control of the workspace promotes wellbeing, dedication, labor pleasure and productivity and it decreases emotional exhaustion (Laurence, Fried & Slowik, 2013, Town, 1982). • Working in small teams (Module Production) instead of in the Progressive Bundling System promotes productivity, learning, quality and flexibility. Working in teams has shown to be “more interesting and fun” and promoting friendships and a good atmosphere, provided that a “variety of attitudes” among team members is handled well, which otherwise can lead to “communication problems and misunderstandings” (Hamilton, Nickerson & Owan, 2003). These are all building related factors which architects and engineers can work with. Project phase II: problems and solutions Phase II is done in two teams, one part of the students focused on the workshop for Ghana while the other students focused on the factory for Bangladesh. The groups from phase I were split in a way that all the groups from phase I were represented in both teams. Phase II was dedicated to making a (hierarchical) list of all the (technical) problems / goals / chances that the students found in the research phase, either from targeted research or through creative brainstorms, and to finding multiple different/ varied solutions for any one of these aspects. For example: students came up with various ways to provide daylight, various ways to cool down the air, various ways to avoid flooding, various ways to protect from theft, various ways to create spatial quality, etc. This resulted in an overview of all the (researched) problems and all the solutions for those problems that the students could think of. The overview also included general strategies to solve the problems. Students clustered the problems, put them in hierarchies and categories, attached a relative weight to them, just to explore and organize all aspects before thinking about a design; note that nothing was designed yet.
Project phase III: design Approach The design phase was postponed until an insight and overview of all relevant problems and solutions was gained. Then the students were “finally” asked to come up with integral design ideas, based on all or most relevant aspects from the start. For both teams, this meant that they started out (and ended) with fully detached buildings, with open floor plans and structures, limited depth and smart and adaptable facades that provide the right amounts of light, sun, air, views and ventilation. Both teams also came up with labour seating arrangements that provide more social contact and less anonymity and provided clear and convincing strategies for the expansion of the workshop and factory. The technical details (can) vary, but these strategic design decisions provide clear value and importance for the health & well-being of employees.
10
14 9 11
12
11
13
The first floor. Legend: 1. Cutting 2. Sewing 3. Ironing 4. Checking 5. Packaging 6. Supervisor 7. Bench storage
8. Courtyard 9. Kitchen block 10. Canteen 11. Relax area 12. Meeting room 13. Religion area 14. Toilet
• It has a small patio that guarantees a view on a green garden, in case the grey urban building surroundings fail to provide that connection with “nature”.
The Ghanaian workshop Nina Claus, Marijn Landman, Glenn Pennings and Tamar Tsanava The workshop design for Ghana is characterized by all of the above, plus some extra features: • The workshop is elevated on stilts, so that it will not suffer from occasional floodings. • The design team came up with a concept in which a clear division is made between the ground floor and the first floor; the elevated ground floor is used entirely for manufacturing and storage, while the first floor is a covered platform for cooking, eating, sanitation, meetings, relaxing and religion. It provides an elevated view over street level.
7
7
2
3
The ground floor.
2
5 4
1
7
8
7
6 7
The different functions of the shutters.
49
SUPporter I - December 2015
• Shutters protect the interior from exposure to the extremely hot sun; they can either be down while the louvres are open, but they can also be folded open completely to create a large overhang to block the sun when it is on its highest point. The shutter system can also be closed completely to keep burglars out during the night. • The first floor, which is originally meant for extra facilities, can be transformed into a second production floor for vertical expansion. No extra plot size and a minimum of new materials are needed for this option, but the original concept of the clear division of functions gets lost. It is preferable to expand the building along the length, because it does not affect the vicinity of light, the vicinity of view and the air flow through the building.
An impression of the first floor with space frame and
Multiple configurations are possible.
vegetation.
Two more option for the roof.
• An existing factory site was arbitrarily selected to deliver proof of the concept/ principle. The resulting H-shaped plan has an open access to the road and one wing deliberately blocks most of the sun for the rest of the building. • The floor height is then set to 6,6 m. Intermediate mezzanine floors can be built in the middle of the floor area, leaving 2 m. zones along the facades open for the purposes of deep daylight and sufficient natural ventilation and circulation.
The Bangladeshi factory Martin Drijvers, Twan Lavrijssen, Arthur van Lier, Alexandra Shilova and Ruud Winters • The design team decided to break with the current Bangladeshi tradition of filling the entire plot and extruding it, as this necessarily results in deep, dark, poorly ventilated floors with no contact to the outside. The first decision was therefore to cover only 50% of the plot, limit the depth of the floors to 20 meters, and consequently increase the height of the building.
High storeys with the possibility of adding intermediate mezzanine floors. Expansion possibilities.
• There are several options for the roof: one variant consists of a space frame with solar panels on top, while the space frame is used as a pergola for pleasant crawler vegetation. It is self-sufficient in terms of both energy and rainwater, which are collected and stored. Another option is more basic and consist of a simple roof cover that protects the (people on the) platform from sun and rain. Yet another, third variant skips the floating roof entirely, and restricts itself to just a facility for the primary production.
50
A different approach to the plot.
• The team developed a modular setup with two wings which are connected by a core. The length of the wings, their orientation and the position of the core are flexible. The wings and core can be applied in multiple configurations to fit multiple sites.
• The South facade is designed for blocking direct access of sunlight. The balconies serve as primary sun shading to prevent excessive heating, first of all in the summer. Light shelves reflect some of the unblocked light from lower sun positions, via the ceilings, deep into the building, in the winter. • The facade panels at the East and West facades are placed in sawtooth pattern, where closed parts are facing and blocking the sun, and glass windows open up to provide a view and give access to indirect daylight.
SUPporter I - December 2015
North facade.
South and west facade.
• Natural ventilation access and exhaust is on the long facades: low entries for fresh air and high entries for heated and polluted air. If there is not enough wind, mechanical outlets can be employed. Since the air outside is also not very clean, extra design measures have yet to be taken to filter or neutralize the incoming flow. • The core is playful with various colors, types of spaces (atriums), a loose routing over stairs and a diverse central program of storage, sanitation, doctors facilities, amenities. Three lifts provide an additional easier way up or down.
Section of the core.
• The floors have an open plan, which allows for various production systems. The
Progressive Bundling System, where work is processed in massive rows behind each other, is most common, yet perhaps not the most suitable for well-being, and also production. Students have therefore also looked into Modular Production, where small teams of circa 12 workers together take care of production of an order from beginning to end “autonomously”, sometimes switching between specialized jobs. Whether a factory prefers PBS or MPS, design studies have shown that the production lines can be folded. It has shown to be possible to create U-pockets that allow more of a team spirit and perception of social belonging, both for massive and decentralized production. The design team expects that it pays to create more intermediate spatial, social and functional scales between the sole individual worker and the manufacturing mass as a whole.
Long production line with adopted modular features.
• The design facilitates enough spaces for short breaks (balconies) and longer breaks (roof). The roof provides space for regular breaks and religious rituals. Debate with manufacturers have made it clear that safety and sun protection need to be top priorities for these facilities. • If it is decided that the building also needs to be energetically self-sufficient, a photovoltaic (floating) roof construction can be considered. • The rain water is collected on the roof and then runs down in water circuits in the concrete floors to cool down the building. It can also be used for ironing. Rain water is not yet used for cooling incoming fresh air, but this could be a next important design improvement.
The principles of the rain water system.
Conclusion There is a clear relationship between (day) light, air quality, noise, temperatures, access to green and nature, amenities, personal space and group size and health & well-being. There is also a substantial and convincing relationship between these conditions and the productivity of employees. These two findings provide both idealist social / human arguments and financial/ economic incentives to invest in labor conditions. Effective design strategies are: fully detached buildings, with relatively undeep open floor plans and structures, high ceilings and smart facades that provide the right amounts of light, air, views at the right time. Effective cooling can be provided by relatively cool rain water and / or subsoil water tanks. The building should provide sufficient amenities and the production organization should preferably allow intermediate spatial, social and functional scales between the sole individual worker and the manufacturing mass as a whole. Credits • Vlisco • Bouwkundewinkel • Bangladesh Accord • Modint • Padma Textiles • MVO Nederland Tutors ir. Hajo Schilperoort, ir. Kristel Hermans and dr. ir. Masi Mohammadi. Students Nina Claus, Martin Drijvers, Marijn Landman, Twan Lavrijssen, Arthur van Lier, Glenn Pennings, Alexandra Shilova, Tamar Tsanava and Ruud Winters.
51
SUPporter I - December 2015
Vertigo wordt bruin Gevel in misdruk
Renovatie en herbestemming, dat is het thema van deze SUPporter. Nou, dat komt dan eindelijk echt goed uit, want dit artikel gaat over het Vertigo gebouw en dat is eigenlijk het zeer grondig gerenoveerde en herbestemde Scheikunde gebouw. Vertigo is ontworpen door architect Bert Dirrix. De gevel van groen gezeefdrukt glas begint bruin te worden. Omstreeks het begin van dit jaar was ik nogal vaak op de TU/e, vanwege mijn colleges voor het onderdeel ‘External Walls’ van het nieuwe grote vakblok ‘Materialization of the Building Envelope’, kortweg MBE. Vorig jaar was dat nog het onderdeel ‘Gevels’ van het vak Gevels en Daken, waarmee ik ooit in de jaren ’90 ben begonnen. Het spreekt vanzelf dat ik bij de colleges ook put uit de vele artikelen die ik vooral in Bouwwereld heb geschreven, dat is ook bij de docenten en studenten bekend. Een van hen vertelde mij, met enige graagte, dat de westgevel van het Vertigo gebouw waarin de faculteit Bouwkunde zetelt, ‘behoorlijk bruin’ begint
tekst: prof. ir Nico Hendriks. foto’s: prof. ir. Nico Hendriks / Lock Images bronnen: Wind, H.: ‘Bouwkunde krijgt variant op klimaatgevel’, Bouwwereld #01, januari 2002 Willems, M.: ‘Eindhovense School – Faculteit Bouwkunde Eindhoven’, Detail in Architectuur, september 2002 VERTIGO – Faculteit Bouwkunde TU Eindhoven, monogram Diederen Dirrix van Wylick Architecten, ongedateerd Ector, J.: ‘Neutraal podium voor architectuuronderwijs’, De Architect, oktober 2002 ‘Gezeefdrukt glas decoratief en functioneel’, Bouwwereld #01, januari 2010 Hendriks, N.A.: ‘Gevel in misdruk’, Bouwwereld #04, april 2015
52
De westgevel van het Vertigo gebouw ziet er op enige afstand nog wel goed uit, maar de bruine verschijnselen zijn onmiskenbaar.
te worden. Ik ben toen direct gaan kijken en wel een beetje geschrokken, want het is nogal ernstig. Bijzonder probleem Behalve de verbazing over de verkleuring bekroop mij ook een gevoel van twijfel. Zou ik dat nou wel doen, schrijven over de problemen met de gevel van het gebouw waarin ik jarenlang met veel plezier heb gewerkt? Maar, dat gevoel verdampte spoedig. Daar is het onderwerp te bijzonder voor. Ik heb dit in ieder geval nog nooit eerder gezien en ook bij mij op kantoor had geen van de adviseurs met zoiets te maken gehad. Gezeefdrukt glas wordt al vele jaren met succes toegepast en geldt als een duurzame glasbehandeling. Maar ja, dat dachten we van thermisch gehard glas ook. Vertigo Het Vertigo gebouw dateert van 2002, terwijl Bert Dirrix al in 1997 de besloten prijsvraag won die de TU/e had uitgeschreven voor vier architecten. De weg van het winnende ontwerp naar het definitieve plan was namelijk bezaaid met obstakels. Allereerst was er het gegeven dat het geen nieuwbouw betrof maar rigoureuze ombouw van het T-hoog gebouw van de faculteit Scheikunde. Een typisch functioneel laboratoriumgebouw met een verdiepingshoogte van maar
liefst 5,4 m. Een rare ruwbouw moest dus het uitgangspunt zijn. Daarmee was de eerste stap eigenlijk voor Dirrix niet eens de lastigste: het hele gebouw - behalve de panoramaliften – moest gestript worden en dat was vrij snel gepiept. Maar daarna moest het skelet nog maandenlang in zijn blootje staan. De gevel De architecten moesten op vele aspecten aanpassingen verzinnen, een daarvan was de gevel. In eerste instantie was het idee om rondom het gebouw een tweede huid te maken, maar dat werd te duur. Om toch energetisch goed voor de dag te komen werd gekozen voor een semi-klimaatgevel, waar veel over te doen is geweest met al die specialisten bij Bouwkunde. Nog moeilijker waren de glaspanelen. Die wilden de architecten maken van Profilit, glazen U-vormige plankdelen met transparante isolatie ertussen. Alle delen moesten gekit worden. Geen enkele gevelbouwer wilde dat echter maken. En gelijk hadden ze. Toen werd het gezeefdrukt glas. Gezeefdrukt glas Bij het zeefdrukken van glas wordt door een zeef, waarin zich gaatjes bevinden in het gewenste patroon, een mono-kleurige verf, vermengd met gemalen glasstukjes, geperst
SUPporter I - December 2015
op de onderliggende ruit. Hierdoor ontstaat het gekleurde patroon op de ruit. Die gaat vervolgens de hardingsoven in, waar de verflaag bij 620ºC in het glas wordt gebrand. Bij de ruiten van de Vertigo gevel moet het patroon de steigers rondom een kolom van de Sagrada Familia voorstellen. Nou ja, zelfs als je dat weet zie je het nog niet. Ze zijn gemaakt door Duglass Arino in Zaragoza. Die hebben kennelijk meer fantasie. Bruine verkleuring Hoe kunnen de duurzaam behandeld te achten ruiten bruin worden? Dat was zonder nader (laboratorium)onderzoek niet met zekerheid te zeggen. Wel is vrijwel zeker dat de aantasting komt door vochtbelasting. De westgevel, waar de vochtbelasting het hoogst is, is de enige gevel van Vertigo die het verschijnsel in de getoonde mate laat zien. Bovendien komt de verkleuring voornamelijk voor aan bovenzijde van de gevel, waar relatief de vochtbelasting het hoogst is. En het bovenste randje, net onder de dakrand, is niet zo erg bruin (zie foto’s). Daar is het droger. Net als in Spanje. Nader onderzoek Inmiddels is er meer bekend over de oorzaak. Inderdaad speelt vochtbelasting een doorslaggevende rol. Het zeefdrukken van glas wordt vaak ook aan de binnenzijde van de buitenste glasruit toegepast, maar dat heeft het nadeel dat je dan het patroon niet erg goed kunt zien vanwege het spiegelende effect van de buitenzijde. Om die reden kiezen architecten soms liever voor het zeefdrukken aan de buitenkant. Maar dan moet het pigment wel bestand zijn tegen vocht. Onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de TU/e heeft aangetoond dat voor het pigment loodverbindingen zijn gebruikt. Hierdoor wordt het glazuur enigszins poreus waardoor bij vochtbelasting een bruine verkleuring van die loodverbindingen ontstaat. In dit geval betekent het wel dat een belangrijk deel van de gevel zal moeten worden vervangen. Binnenkort verschijnt in het blad “Glas in Beeld” een artikel waaraan ik ook heb medegewerkt en waarin het hele verschijnsel wordt uitgelegd. Overigens, de Spaanse fabrikant schijnt niet thuis te geven. Zo zie je maar weer: wat je ver haalt is niet altijd lekker.
De bovenste strook panelen van de gevel van de hoogbouw vertoont ook een bruine verkleuring, maar in mindere mate dan bij de laagbouw.
Bij het linkerdeel van de laagbouw is de verkleuring al ernstiger dan bij de hoogbouw, maar minder erg als hier te zien is bij het rechter gedeelte.
Bij het rechterdeel van de laagbouw zijn de bruine tot bijna zwarte verkleuringen zeer ernstig.
53
www.octatube.nl FOAMGlAs®-isolatie Vandaag – morgen - altijd Oplossingen voor: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Groendaken Waterdaken Parkeerdaken Terrasdaken Gebruiksdaken Metaaldaken Industriële daken Gebogen daken Afschotisolatie
…
en vanzelfsprekend:
■ ■ ■ ■
Advies Details Bestekservice Uitvoeringsondersteuning
info@foamglas.nl, www.foamglas.nl
SUPporter I - December 2015
Bridge in Ice
Een overspanning van circa 35 meter in ijs In de vorige uitgave van de SUPporter was het eerste plan voor de ijsbrug reeds geïllustreerd. Al die tijd hebben de betrokken studenten niet stil gezeten. Over een goede maand vertrekken de projectteams namelijk al naar Juuka, Finland. Het TU/e-project ‘Da Vinci’s Bridge in Ice’ krijgt, naast hulp van verschillende binnen- en buitenlandse universiteiten, ook versterking van Fontys, Summa College en Sint Lucas. In totaal zijn inmiddels zeventien onderwijsinstellingen bij het project betrokken, evenals meerdere bedrijven en onderzoeksinstituten. Een brug van ijs van zo’n zestig meter lang, met daartussenin een vrije overspanning van vijfendertig meter. Dat is de inzet van het project, waarvoor studenten en medewerkers eind december afreizen naar het Finse Juuka. Voorgaande jaren bouwden TU/e’ers (en SUPport-(bestuurs-)leden) hier, met steun van de gemeente, bewoners en lokale bedrijven en scholen, al ’s werelds grootste ijskoepel
Een impressie van het ontwerp van de Bridge In Ice zoals deze verwezenlijkt moet worden in Juuka, Finland.
en de ‘Sagrada Familia in Ice’. Dit maal is het ontwerp wederom gebaseerd op een oud design, na de kerk van Gaudi wordt nu een schets van Leonardo Da Vinci als inspiratie genomen. Nieuw materiaal Waar de vorige bouwwerken nog werden opgetrokken uit ijs versterkt met houtvezels, wordt dit jaar voor het eerst gewerkt met papiervezel, ofwel cellulose. Het materiaal wordt nog volop getest, onder meer op aspecten als elasticiteit.
tekst en foto’s: Monique van de Ven i.s.m. Thijs van de Nieuwenhof en Roel Koekkoek, afstudeerders Bridge in Ice
De testen worden gedaan in het Constructie Laboratorium van Vertigo, door daar samples te boren en zagen en te testen onder de mechanische drukbank. Hiervoor moet er eerst een gekoelde ruimte rondom de testopstelling geïmproviseerd worden, anders smelten de samples te snel. Daarnaast zijn de materiaaleigenschappen sterk beïnvloed door de omgevingstemperatuur. Het een en ander is vrij bewerkelijk, maar afstudeerders Roel Koekkoek en Thijs van de Nieuwenhof, beiden SUPport-lid) hebben vertrouwen in het materiaal, dat in hun ogen de nodige voordelen biedt ten opzichte van het eerder gebruikte houtvezel. Zo is het volgens Koekkoek onder meer homogener en mede daardoor gemakkelijker te verwerken en
verdelen. Daarnaast krijgen ze veel hulp van hun projectteam, waardoor het vele voorbereidende werk goed verdeeld kan worden. In de uiteindelijke brug in Finland gaan enkele tientallen kuubs aan cellulose. Hier
Het boren van cilindervormige ijssamples in het Constructie Laboratorium van Vertigo, waarna deze getest kunnen worden onder de drukbank.
55
SUPporter I - December 2015
wordt in de juiste verhouding water aan toegevoegd, om het mengsel laag voor laag op een opblaasbare mal te spuiten en te laten aanvriezen. “Nog een voordeel van cellulose is dat we geen sneeuwlaag meer hoeven aan te brengen op onze constructie. Vorig jaar fungeerde de sneeuw als een soort spons waarin de houtvezels bleven hangen. Cellulose is veel dikker, nu hebben we dat niet meer nodig”, legt Van de Nieuwenhof uit. Bijkomend voordeel: het nieuwe mengsel is wit. Koekkoek: “Dat oogt toch anders; dit keer lijkt het ook écht op ijs. Ballon Net als de voorgaande twee ijsbouwwerken wordt de brug gebouwd met behulp van een grote ballon en een touwennet, dat als het ware de vorm van de brug definieert. De ballon die dit jaar wordt gebruikt - met een totale oppervlakte van 2500 m2 (gesponsord door Scantarp) - heeft nog het meest weg van twee grote worsten met een verbinding ertussen. Koekkoek: “Op die verbinding spuiten we het ijs.” Van de ballon zijn eerst schaalmodellen gemaakt, om de optimale vorm te bepalen. De grote ballon is inmiddels geproduceerd en voorbereid bij Poly-Ned bij Steenwijk. Er is in Nederland geen mogelijkheid om de ballon van 50x30 meter op te blazen, waardoor het dus spannend wordt of in Finland alles gaat werken zoals gepland. Na de ballon wordt er nog een touwennet in elkaar geknoopt, met in totaal zo’n 3 kilometer aan touw, afkomstig van Chr. Muller Touw. Als alle materialen zijn voorbereid gaat het allemaal vlak voor kerstfeest in een grote zeecontainer op transport naar Finland, waarna het projectteam er vlak na kerst zelf ook naar af zal reizen. Bouwen met ijs De ballon wordt in Finland opgeblazen en bespoten met ijs. Als alles laagje voor laagje is bevroren, wordt de ballon leeggelaten en weggehaald. Een belangrijk moment, maar eigenlijk is het hele voorafgaande constructieproces even spannend. “Het ijs moet op een gegeven moment een soort schaalwerking krijgen, zodat de brug zichzelf als het ware overeind houdt”, verduidelijkt Koekkoek. De hele brug zal uiteindelijk namelijk zo’n twaalfhonderdduizend kilo wegen, schatten de studenten: “De ballon
56
In die tijd is het een komen en gaan van vrijwilligers die in ploegendienst helpen met de bouw. Volgens Koekkoek zijn er continu gemiddeld een kleine veertig mensen in touw in Juuka, van wie er steeds acht tot twaalf gelijktijdig aan het werk zijn op het bouwterrein. In totaal heeft het project zo’n 125 tot 150 mensen nodig. Rondom de drukbank wordt er een koele ruimte gecreëerd, waardoor de samples onder realistische temperaturen getest kunnen worden.
Schaalmodel van de opblaasbare mal.
Productie van de grote ballon bij Poly-Ned in Steenwijk, op de foto zie je zo’n kwart van de totale oppervlakte.
kan die hoeveelheid ijs nóóit helemaal alleen dragen”. Op 13 februari staat de opening van de brug gepland; de dag ervoor vindt het ISOFF (International Society of Fabric Forming) Ice Symposium plaats, waarop betrokkenen de wetenschappelijke facts and figures rond de constructie presenteren en uitwisselen. Al met al is het team dit keer zo’n drie weken langer in Finland dan voorgaande bezoeken.
Andere kwaliteiten Rond Bridge in Ice, waarbinnen elf masterstudenten van de unit Structural Design actief zijn, is intussen een heel consortium van binnen- en buitenlandse partners ontstaan. Dicht bij huis hebben twee studententeams bij Fontys de ICT en een deel van de fundraising op zich genomen. Vanuit het Sint Lucas is een handvol afstudeerders betrokken bij het ijsbrugproject. Zij richten zich vooral op het fotograferen en filmen van het hele proces, ook straks in Finland. Bij het Summa College houden studenten zich bezig met de optimalisatie van het uitvoeringsproces, denk aan automatische mix-systemen en sensoring. “Het blijft een TU/e-project, maar we leggen wel een flink stuk verantwoordelijkheid neer bij andere instellingen waar weer mensen met heel andere kwaliteiten rondlopen”, aldus Roel. Ook zijn verschillende buitenlandse instellingen aangehaakt, onder meer voor extra onderzoek naar het materiaal -“voor ons belangrijk vergelijkingsmateriaal”- en voor het ontwerp en de aanleg van een wandelparcours van sneeuw en ijs om de brug heen. Vijfentwintig Belgische studenten van de Universiteit Gent bouwen in Juuka het ‘Candela in Ice’-paviljoen, onder leiding van onder anderen prof. Jan Belis, tevens verbonden aan de TU/e-faculteit Bouwkunde. Verder sturen verschillende Europese universiteiten studenten naar Finland om te helpen bij de bouw. Wie straks in Juuka ook de handschoenen uit de mouwen wil steken, kan zich melden. Vraag in de SUPport hoek om meer informatie, of kijk op de website www.structuralice.com of www.facebook.com/bridgeinice
Let’s connect?! Wil jij zien op welke wijze Heijmans aan de ruimtelijke contouren van morgen bouwt? En ben jij nieuwsgierig welke spraakmakende en innovatieve concepten Heijmans ontwikkelt en realiseert?
HeijmansNL Facebook “f ” Logo
Blijf dan up-to-date en volg ons op Facebook & Twitter!
Moppentrommel
CMYK / .ai
Facebook “f ” Logo
CMYK / .ai
HeijmansNL
Heijmans AMC Adv A5L.indd 2
18-09-13 11:30
Deze grappen moet iedere bouwkundige horen... Beginnend bouwbedrijf In de Eindhovense dokterspraktijk zegt de dokter tegen een patiënt: “U heeft nierstenen, kalk in de bloedvaten en water in de knieën.” Waarop de patiënt zegt: “Als u nou ook nog zegt dat ik cement in m’n oren heb, kan ik een bouwbedrijf beginnen.” De bouwvakker Een Belgische bouwvakker is in Nederland en helpt een dagje mee op de bouw. Als het schafttijd is gaan ze naar de bouwkeet. Daar ziet de Belg dat zijn Nederlandse collega een thermoskan bij zich heeft. De Belg vraagt aan die Nederlander: “Wat is dat voor een ding?” De Nederlander antwoordt: “Dat is een thermoskan, en die zijn heel handig. Alles wat je er warm in doet blijft warm, en alles wat je er koud in doet blijft koud” “Dat is handig,” zegt de Belg, “hoeveel kost die thermoskan?” “Voor 25 euro mag je hem hebben,” zegt de Nederlander. De Belg geeft de Nederlander 25 euro en neemt
de thermoskan mee naar België. Als hij de volgende dag in België naar de bouw gaat, zien zijn collega’s hem tijdens de schaft met die thermoskan. “Wat is dat voor ding?” vraagt een van hen. “Nou,” zegt die Belg ”dat is een thermoskan, en het is een heel handig ding, alles wat je er warm in stopt, blijft warm en alles wat je er koud in stopt blijft koud.” “En wat heb je er nu inzitten?” vraagt een van de collega’s. “Koffie en een ijsje,” zegt de Belg.
Op de eerste dag zei God: “Er was licht!” En toen hadden wij de leidingen al liggen.”
Oudste beroep Een timmerman, metselaar en een elektricien zitten tegen elkaar op te snijden over wie het oudste beroep heeft. De timmerman: “Weet je nog, Jezus. Die lag in een stalletje, en dat stalletje is gebouwd door, jawel, een timmerman.” Zegt die metselaar: “Nou en, de piramides stonden er toen al eeuwen en die zijn toch echt gemetseld.” Zegt die elektricien: “Jullie hebben beiden geen gelijk, want wij hebben toch het oudste beroep.
‘Fopdrachten’ Pas op voor deze flauwe opmerkingen tegen beginnend bouwkundigen en studenten op de bouwplaats. In de trend van: “Joh, haal eens....” - Een vierkantegatenboor - Een stel hemelankers - Een linkshandige schroevendraaier - Een kopermagneet - Een tube laservet We hebben je gewaarschuwd!
Bouwplaatspraat Een uitvoerder komt de bouwkeet uit en ziet daar een luie bouwvakker tegen een net gemetselde muur hangen en zegt tegen hem: “Van hard werken is nog nooit iemand doodgegaan, wist je dat?”. “Dat weet ik wel,” zegt de bouwvakker, “maar ik wil niet de eerste zijn.”
57
SUPporter I - December 2015
Colofon In de volgende SUPporter Uitgave SUPporter is een uitgave van SUPport, studievereniging van de capaciteitsgroep Building Technology van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven ツゥ 2015 Het magazine SUPporter verschijnt in een oplage van 600 exemplaren per editie. Redactie & lay-out Dennis van der Steen Nikki Mastenbroek Eindredactie Dennis van der Steen
Meerdaagse Excursie: Dublin De onthulling en de reis zijn inmiddels geweest. Dit jaar is tijdens de meerdaagse excursie de stad Dublin (Iers: Baile テ》ha Cliath) bezocht. In de hoofdstad aan de oostkust van Ierland zijn vele gebouwen, een bouwplaats en verschillende andere bezienswaardigheden bezocht. Tevens is het nachtleven onder de loep genomen door de groep studenten. De reis zat meteen vol qua inschrijvingen, dus meer hierover in de volgende uitgave.
Foto Omslag Verkregen via mevr. I. van der Meer, Team V Architectuur.
Niets in deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder toestemming van het bestuur van studievereniging SUPport. De redactie verklaart dat de inhoud van deze uitgave zorgvuldig en naar beste weten is samengesteld. Zij aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die zijn gebaseerd op de geboden informatie.
Adverteerders Koninklijke BAM groep NV Hurks TBI Heijmans Ballast Nedam Octatube Continu Foamglas
58
DE
tM
or UPp
5
201
S
Ook de komende tijd zullen er verschillende activiteiten door SUPport worden georganiseerd voor studenten die geテッnteresseerd zijn in bouw- en uitvoeringstechniek. Zo staan verschillende bouwplaatsbezoeken op de planning in het nieuwe jaar, de invulling hiervan wordt nog nader bepaald door de PRen activiteitencommissie. Maar dit zullen, zoals gebruikelijk, weer zeer interessante projecten zijn die normaal niet te betreden zijn in de uitvoeringsfase. Een kijkje achter de schermen is altijd leuk voor studenten, hier wordt een ontwerp gerealiseerd. O p d e w e b s i t e e n Fa c e b o o k p a g i n a v a n studievereniging SUPport zullen deze activiteiten worden aangekondigd. Inschrijven kan vervolgens via de website. Houd beiden dus goed in de gaten!
Drukkerij Drukwerkdeal, Deventer. www.drukwerkdeal.nl
Advertenties Voor informatie met betrekking tot adverteren en lidmaatschappen, kunt U contact opnemen met: Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven, of mail naar: support@bwk.tue.nl t.a.v. Nick van de Werdt, Commissaris Public Relations
N
BLI
DU
Activiteiten
Foto Special Verkregen via mevr. E. Arkesteijn MSc, Recruitment Consultant TBI Holdings B.V.
Redactieadres Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven telefoon: 040 - 247 26 58 telefax: 040 - 247 58 87 http://www.support.tue.nl email: support@bwk.tue.nl
IRELAND
Fijne
jaarwisseling
Het is alweer bijna kerstvakantie. Het eerste halfjaar van dit studiejaar is erg snel voorbij gegaan. Bij deze wenst studievereniging SUPport iedereen fijne feestdagen en een goede jaarwisseling. Dat het in het jaar 2016 net zo goed, of zelfs beter, mag gaan als afgelopen jaar. Rust lekker uit en geniet van de vakantie, zodat iedereen hierna er weer fris tegenaan kan gaan!
Special De commissie is alweer hard begonnen met het maken van de volgende SUPporter. Het thema is voor ons reeds bekend, maar blijft nog een verrassing. Wederom zullen wij ervoor zorgen dat er ook in de volgende SUPporter genoeg leesplezier terug te vinden is. Lijkt het je leuk om mee te werken aan de volgende SUPporter? Kom dan eens langs op vloer 5, want wij vertellen je er graag meer over!
Maak een afspraak met Continu voor een gratis loopbaanadvies. Kijk voor meer informatie op www.continu.nl
MIJN CARRIĂˆRE START AL TIJDENS MIJN
STUDIE! Altijd wind mee
Continu is gevestigd in Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJssel, Eindhoven, Heerenveen, Maastricht en Utrecht
www.continu.nl