Supporter II 13-14

Page 1

SUPporter MAGAZINE VAN

NUMMER II - APRIL 2014 - 29E

SUPPORT

STUDIEVERENIGING

VOOR

JAARGANG

Ontwikkeling in hout

BUILDING TECHNOLOGY

SPECIAL: ONTWIKKELING

IN HOUT


SUPporter II - 2014

2


SUPporter II - 2014

Inhoudsopgave ACTIVITEITEN

Van de Voorzitter Voortgang BT House of Tommorow Today Hurks Flux MDE Kopenhagen

CARRIÉRESTART

VAN...

Mike van Hotum

STUDENTENWERK Filips Pitens

SPECIAL:

SPECIAL “ONTWIKKELINGEN

IN HOUT”

In dit themanummer proberen we een aantal nieuwe ontwikkelingen in het bouwpraktijk te typeren op het gebied van houtgebruik. We hebben hiervoor gebruik gemaakt van de kennis van onze eigen faculteit en van externe bronnen. Zo levert de hogeschool in Aken een mooie bijdrage en is er een Fins architecten bureau dat uitlegt hoe zij met nieuwe ontwikkelingen in het gebruik van hout omgaan.

05 06 08 09 10 12

16

18

ONTWIKKELING IN HOUT

Inleiding Centrum Hout Stellingen en tegenstellingen Rondhout Ruijsennaars Architecten Avanto Architects Steel tube connections SUPproved

COLUMNS

Frits Scheublin Jaap Cederhout Jos Lichtenberg Paulus Jansen

BOUWFOUTEN

23 24 28 34 38 40 44 49

27 33 37 43

Houten droefnis

46

What Grinds Our Gears SUPplakt Colofon Volgende SUPporter...

50 51 52 52

MDE KOPENHAGEN In het verslag van de Meerdaagse excursie naar Kopenhagen komen prachtige architectonische hoogstandjes naar voren. Daarnaast kunt u lezen wat een fijne en prettige stad Kopenhagen is en wat een overvloed aan cultuur ze biedt.

3


PROEF

1

vaktijdschrift Bouwen met Staal

abonnement

jaar

BMW WELT, MUNCHEN (D)

dubbele, gedraaide kegel van 28 m hoog. De Oostenrijkse architect, prof. Wolf D. Prix van Coop Himmelb(l)au – bekend van het Groninger Museum – gebruikte samen met de Duitse ingenieurs Bollinger+Grohmann 5500 ton staal voor de constructie én de glazen gevel die respectievelijk werden uitgevoerd door de Duitse fi rma’s Josef Gartner en Maurer Söhne. De opdracht voor de bouw werd al in

Duitse draai

2001 gegeven, maar de eerste werkzaamheden begonnen pas in 2004, omdat de bouwgrond tot die tijd parkeerterrein was voor het Olympisch Stadion. Meer dan duizend mensen werkten mee aan de bouw van BMW Welt dat 170 tot 250 auto’s per dag zal uitleveren en zo’n 850.000 bezoekers per jaar wil trekken, voornamelijk via de diabolovormige entree. Een icoon? Zeker, maar wellicht ver-

beeldt de zandloper ook wel een tijd waarin de Bayerische Motoren Werke herrees na het zware bombardement in WO II. Net alsof het propellerblad zich letterlijk uit de grond heeft gedraaid en Duitsland – op autogebied – weer tot een wereldmacht maakt. MP

Foto’s: (groot) Reinhard Goemer/Artur/VIEW, (klein) Roland Halbe/Artur/VIEW.

Munchen is sinds 17 oktober een publiekstrekker rijker. Op die dag gingen daar namelijk de deuren open van BMW Welt, het nieuwe uitlevercentrum en expositieruimte van de wereldberoemde autofabrikant. BMW-topman Norbert Reithofer sprak bij de opening liever over een ‘home of the brand’, waarin alles draait om het merk. Misschien is daarom de entree wel uitgevoerd als een

+32430

HEB 280, rond gewalst

+31430

aluminium pui, rond gewalst gebogen glas (l = 3,9 m)

gewalst paneel 3 mm aluminium hart radius +27710

sikkel 2x18 mm multiplex klimaatelementen zonwering

geleiding zonwering

+23990

+22990

gebogen glas (l = 3,9 m) zonwering aluminium pui, rond gewalst sikkel 2x18 mm multiplex bevestiging sikkel op HEB 280 HEB 280, rond gewalst bevestiging panelen

+19200

40

BOUWEN MET STAAL 199

Architectuur Las Palmas is in 1953 gebouwd als werkplaatsengebouw voor de Holland Amerika Lijn, naar een ontwerp van de architecten Van den Broek en Bakema. Met zijn gevel van uiterst verfijnde schokbetonnen panelen straalt het een strakheid uit die kenmerkend is voor de Nieuwe Zakelijkheid. Met de renovatie is het gebouw teruggebracht naar de staat waarin het was gebouwd. De robuuste betonconstructie met paddestoelkolommen bleef vrijwel in tact en de gevel werd in oude luister hersteld. Doordat het nieuw toegevoegde Penthouse lijkt te zweven en door de ronde kanten zet het zich sterk af tegen de andere gebouwen op de pier. De krachtige vorm compenseert het relatief kleine volume en maakt het eerder tot een gebaar dan een gebouw. In het bestaande gebouw is het constructieve stramien van ongeveer 7,5 m verdeeld naar een driedeling in de gevel. In het Penthouse is diezelfde maat verdeeld in vier delen van 1,875 m, wat beter aansluit op huidige standaardafmetingen van bouwmaterialen en beukmaten van kantoorruimten. Bij de ronde koppen is het oorspronkelijke gevelstramien aangehouden. Dit heeft tot gevolg dat de straal van de ronding, en daarmee ook de hoogte van het Penthouse, afgeleiden zijn van het BOUWEN MET STAAL 199

hor izontale s tramien van Las P almas . De ver diepings vloer ligt vanzelfsprekend op gelijke hoogte met het middelpunt van de cirkeluitsnede. Het eenvoudige witte volume is bekleed met aluminium beplating. De twaalf gebogen ramen in de koppen zijn 3,9 m lang en zijn daarmee de langste gekromde ruiten die tot nu toe in Europa zijn gemaakt. Ze geven de bezoeker vanuit het Penthouse een gefragmenteerd beeld van zowel de straat als de omringende hoogbouw. Er is zo helder mogelijk glas toegepast om goed aan te sluiten bij de openheid en lichtheid van het onderliggend gebouw. De vloerrand van de verdieping is afgedekt met hetzelfde glas en daardoor overdag niet zichtbaar in de gevelís. Avonds tekent de vloer zich donker af. Dan gaat de geïntegreerde verlichting op de vloerrand aan en is de noordgevel een tekst in morse-code te lezen: ‘penthouse las palmas’. Het dak van het werkplaatsengebouw is vormgegeven als daktuin. Het is daadwerkelijk een ‘vijfde gevel’, gezien vanuit de bestaande en toekomstige hoogbouw eromheen. Onder het Penthouse, op het dak van het werkplaatsengebouw, is het mogelijk met autoís te rijden. Daarvoor is de oude goederenlift omgebouwd tot autolift. 41

Bouwen met Staal Postbus 190 2700 AD Zoetermeer tel 079 353 12 77 info@bouwenmetstaal.nl www.bouwenmetstaal.nl


SUPporter II - 2014

Van de voorzitter...

Met z’n allen

Voorzitter van het bestuur van SUPport, multi project en daarnaast ook nog een dag werken bij Oskomera, dat betekend een volle agenda. Daar stel je je natuurlijk op in en trekt vooraf de conclusie: dat gaat mij lukken! En dat lukt ook prima, echter kom je er halverwege het jaar achter dat je af en toe vergeet te genieten van de mooie momenten. Zeker als je bedenkt dat het grootste deel van het studie jaar al voorbij is. Daarop beslis je dat je natuurlijk niet wil terugkijken op drukte, stress en andere vormen van malaise, maar op een jaar met leuke activiteiten, plezier en gezelligheid en ga je daar ook bewust meer van genieten. Tijdens een Zuid-Nederlands volksfeest genaamd ‘Carnaval’ kwam mij hiervan een mooie verwoording ter oren, namelijk: ‘Weg met de malaise, het is tijd voor de polonaise’! De kenners onder ons zullen weten dat je een dergelijke polonaise niet alleen doet, maar gezamenlijk. Gezamenlijk, oftewel als één collectief, zoals ik u in de eerste SUPporter schreef. Daarmee bedoel ik niet alleen het zeven koppen tellende bestuur, de commissieleden en sponsoren horen natuurlijk ook in deze polonaise. Vanzelfsprekend ben ik met deze vrijwilligers erg blij en heeft het slagen van alles wat met de vereniging te maken heeft zijn dank in niemand minder dan deze mensen. Te beginnen met de personen die het uitbrengen van dit mooie blad mogelijk maken. Met het nummer ‘Ontwikkelingen in Houtgebruik’ verwacht ik net zoveel leesplezier te hebben als in SUPporter I van dit jaar. Naast de interessante artikelen staan ook hierin weer advertenties van eveneens interessante bedrijven, welke benaderd zijn door de PR-commissie om de vereniging ook in tijden van financiële malaise continuïteit te kunnen bieden.

Lars van Beers Voorzitter SUPport 2013-2014

Dit blad is natuurlijk een erg tastbaar resultaat. Iets wat de SUPport support commissie misschien wat minder heeft, maar daarom is het resultaat zeker niet minderwaardig. Integendeel, zij en de deelnemers zijn een prachtige ervaring rijker. Namelijk een onvergetelijke reis naar Nepal, waarin zij de lokale bevolking hebben kunnen ondersteunen met theoretische kennis. En natuurlijk een stukje bewustwording van de bouwpraktijken in ontwikkelingslanden. Naast de SUPport support commissie heeft ook de activiteitencommissie niet stil gezeten en hebben zij de afgelopen tijd hele mooie activiteiten op touw gezet. Waaronder een bezoek aan Hurks prefabbeton, het nieuwe gebouw op de universiteitscampus FLUXX en House of Tomorrow Today. Daarnaast hebben we ook nog hele mooie activiteiten in het vooruitzicht, waaronder de gevelworkshop bij Oskomera, SUPparty 2 en het houtcongres ‘Reframe Housing’. Last but not least begint de verbruikte energie van de onderwijscommissie zijn vruchten af te werpen. Het faculteitsbestuur heeft inmiddels een voorlopig besluit genomen; er komt een certificaatprogramma komt voor de richting Construction Technology. Daarnaast wordt aan een certificaat Building Technology nog hard gewerkt. Mede door peilingen uitgevoerd door deze commissie merken we dat de interesse onder studenten nog steeds erg groot is, dan wel toeneemt. Hetgeen wij als SUPport natuurlijk erg waarderen en waardoor we de toekomst omtrent bouwtechniek en uitvoeringstechniek weer positief inzien. Tot slot wil ik namens het 37e bestuur van SUPport iedereen ook met deze SUPporter weer ontzettend veel leesplezier toewensen!

5


SUPporter II - 2014

Voortgang BT

Building Technology certifica(a)t(en) Na de berichtgeving in de vorige SUPporter is het de hoogste tijd om de laatste ontwikkelingen omtrent de voortgang van Building Technology aan u te melden. U heeft kunnen lezen dat er ruimte geboden wordt voor het ontwikkelen van een certificaat Building Technology voor de faculteit Bouwkunde. Adjunct-opleidingsdirecteur Jan van der Meulen zou in gesprek gaan met verschillende stakeholders over dit certificaat. Als SUPport vonden wij dat dit te lang op zich liet wachten en hebben we de vrijheid genomen een stakeholdersbijeenkomst te organiseren waarbij faculteitsbestuur, unitvoorzitters, het bedrijfsleven, betrokken BTdocenten, SUPport en studenten aanwezig waren . Het doel van deze vergadering was het ontwikkelen van een visie om vervolgens Door middel van andere vergaderingen de concrete invulling van het certificaat te kunnen bepalen. Helaas heeft de eerste vergadering naar onze mening te weinig voortgebracht als het gaat om visievorming, waardoor het proces zijn tweede versnelling nog niet heeft kunnen vinden. Wel hebben we het bestuur wakker geschud om progressie te boeken omtrent de vormgeving van het certificaat. Het faculteitsbestuur heeft laten weten dat zij het certificaat op een andere manier willen vormen dan wij voor ogen hadden. Zij doen dit liever intern, met enkel de unit-voorzitters en portefeuillehouders. Dit betekent dat

SUPport en Bouwend Nederland niet meer het initiatief nemen, maar een ondersteunende rol hebben aangenomen. Echter blijven SUPport en Bouwend Nederland de ontwikkeling scherp en kritisch in de gaten houden, waarbij we de vaart in het proces proberen te houden.

wikkeling. Aangezien dit certificaat dezelfde opbouw heeft als het UT-certificaat hebben we goede hoop op een positieve uitslag. Beiden zijn namelijk relatief eenvoudig te integreren in het huidige onderwijs en spelen in op komende veranderingen, waardoor de kans groter is dat het aangenomen wordt.

Inmiddels heeft het faculteitsbestuur een vergadering gehad met zowel unitvoorzitters als portefeuillehouders . Hierover hebben wij feedback gekrege n van het bestuur. Zowel het voorstel van SUPport, als het voorstel van een BT-docent zijn afgekeurd. Dit is niet per definitie slecht nieuws. Integendeel, vanuit de unit SD is er een interessant voorstel naar voren gekomen gericht op Uitvoeringstechniek. Dit heeft er toe geleid dat er op dit moment een voorgenomen besluit tot een Construction Technology-certificaat op tafel ligt.

Op dit moment kunnen we nog geen definitieve uitspraken doen over de vakinhoud, omdat hierover door de units nog gesproken wordt. Wel willen we aangeven dat wij denken dat dit certificaat een uitweg is voor studenten Die geïnteresseerd zijn in de richtingen Bouwtechniek en Uitvoeringstechniek. Om het belang van het certificaat te blijven aankaarten, is er een interesselijst opgesteld. Zo kunnen we peilen hoeveel studenten eventueel het certificaat willen doen en kunnen we deze studenten gemakkelijk informeren over de vorderingen. Mocht je dus geïnteresseerd zijn in het UT- / BT-certificaat of benieuwd bent naar de ontwikkeling hiervan , verzoeken we je aan te melden voor deze lijst bij SUPport. Dit kan via de mail, support@bwk.tue.nl of kom gerust een keer langs op vloer 5.

Hierin is echter nog maar één van de twee disciplines aanwezig die vertegenwoordigd zou worden . Aangezien er voor de tweede discipline; Bouwtechniek ook veel interesse is, vind t SUPport dat er naast een Construction Technology-certificaat ook een Building Technology-certificaat moet komen. Momenteel zijn we daar nog druk mee bezig en hebben we goede hoop dat ook een Building Technology-certificaat, net als het Construction Technology-certificaat, in september gereed en kiesbaar is. Op zeer korte termijn zullen we een nieuw voorstel doen voor het BT-certificaat, gericht op productont-

Namens de onderwijscommissie: Lars van Beers, Commissaris Onderwijs 37e Bestuur Studievereniging SUPport

Van de redactie Dat deze tweede uitgave van de SUPporter voor u ligt en dat ik hem met trots kan presenteren is meer dan ooit afhankelijk geweest van mijn commissie. Mijn dank gaat dan ook uit naar Jesper van den Toorn, Yoeri Nelis, Jelle Mensink, Marloes Dijkink, Roger Boersma en Thomas Rigterink. Onze commissie vindt dat de SUPporter een aanvulling moet zijn op het reguliere onderwijs. Building Technology is boven alles een integrale discipline, zo hebben we het thema ´ontwikkeling in hout´ dan ook behandeld. Doordat onze commissie bestaat uit mensen met verschillende achtergronden binnen bouwkunde was dat ook goed mogelijk. Door vanuit verschillende

6

disciplines een aantal nieuwe ontwikkelingen en visies in het gebruik van hout te geven wordt de rol die bouwtechniek hierin speelt duidelijk. Het blijkt dat Bouwtechniek een belangrijke rol speelt in het verbinden van architectonische ideeën met de technische werkelijkheid. Voor in de houtwereld is bouwtechnische kennis een vereiste om tot een goed architectonisch ontwerp te komen.

Namens de Redactie commissie wens ik u veel plezier met het lezen van deze uitgave!

De commissie dankt alle partijen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van deze tweede SUPporter. Sander van Baalen Commissaris Redactie 2013-2014


Let’s connect?! Wil jij zien op welke wijze Heijmans aan de ruimtelijke contouren van morgen bouwt? En ben jij nieuwsgierig welke spraakmakende en innovatieve concepten Heijmans ontwikkelt en realiseert? Blijf dan up-to-date en volg ons op Facebook & Twitter!

HeijmansNL F acebook “f” Logo

C MYK / .ai

Facebook “f” Logo

C MYK / .ai

HeijmansNL


SUPporter II - 2014

House of tommorrow today Active House

Dinsdag 18 februari stond in het teken van House of Tomorrow Today (HoTT). HoTT is het eerste Active House van Nederland wat gebouwd wordt voor en onder leiding van onze eigen professor dhr. Lichtenberg. Gebaseerd op zijn onderzoeksprogramma ‘Innovation in Building Technology’ is zijn visie SlimBouwen ontstaan. Slimbouwen vormt hierbij een denkwijze die antwoord geeft op actuele thema’s als duurzaamheid, energieneutraal bouwen, materiaal schaarste en proces verbetering. De SlimBouwen visie komt tot uiting in HoTT. Het doel van het oorspronkelijk Deense Active House, is te komen tot een hoogwaardig leefklimaat. Kernbegrippen hierin zijn licht, lucht en zicht. Door toepassing van het SlimBouwen proces en duurzame technologieën ontstaat een energie zelfvoorzienende woning met een verhoogd comfort en gezondheid voor de bewoners. HoTT, momenteel in afbouw fase, vormt voor velen een voorbeeld tot anders bouwen. Naast dat de woning als proefwoning dient en verder onderzoek zal ondersteunen, trekt de woning ook de aandacht van verschillende media

De bouwplaats, compleet met SUPportvlag en banner.

House of Tommorow Today, het eerste active house in nederland

De activiteit begon met een lunchlezing, verzorgd door dhr. Lichtenberg. Voor velen was HoTT al eerder geïntroduceerd tijdens een van de colleges van dhr. Lichtenberg. Er was dan ook een grote opkomst. Voor velen was het een unieke kans om meer te weten te komen over HoTT. Het ontwikkelproces van HoTT is een langlopend project geweest, omdat het op diverse innovatieve werkwijzen is gebaseerd. Niet alleen voor dhr. Lichtenberg, maar ook voor verschillende betrokken partijen uit het beroepsveld vormt HoTT dan ook een grote uitdaging. Na de lunchlezing vertrok er een bus richting Sterksel. Hier werd nadere uitleg over het project gegeven door dhr. Lichtenberg. Iedereen kreeg de mogelijkheid om de woning te bekijken. Daarnaast waren er verschillende betrokken bouwpartijen aanwezig, die ieder hun visie en gedachtegang over HoTT kwijt konden.

tekst: Rene Bakx afbeeldingen: Dennis Claessens

8

De woning was in de start van de afbouwfase. Op dat moment waren dan ook de verschillende lagen waarin SlimBouwen een woning opdeelt goed te zien. SlimBouwen streeft naar een volledig sequentieel proces, opgedeeld in: casco, omhulling, installaties en inbouw. Dit houdt in dat tijdens de bouw de bouwactiviteiten worden onderverdeeld in deze vier hoofdactiviteiten. Deze vinden niet

door elkaar plaats, maar juist na elkaar.. Deze opdeling van het gebouw in vier sequentiële processen maakt innoveren binnen de verschillende hoofdactiviteiten mogelijk. Tijdens het bezoek aan HoTT vonden er verschillende werkzaamheden plaats zoals het luchtdicht afplakken van houten gevelpanelen, afwerking van een EPDM dak en binnen werkzaamheden op het gebied van installaties. Het bezoek aan het project gaf meer inzicht op de vraag “hoe uiten innovaties zich daadwerkelijk inde praktijk?”. Verschillende toepassingen kunnen ervoor zorgen dat zowel het bouwproces als het uiteindelijke resultaat wordt verbeterd. Zo kunnen er smallere bakstenen worden toegepast, waarom zou je dikkere stenen gebruiken dan er voor de sterkte noodzakelijk is. Verder kan een staalframesysteem en glascoating het verschil maken. Dhr. Lichtenberg verwacht dat de afronding van het project tot ongeveer eind mei dit jaar zal duren. We willen dhr. Lichtenberg danken voor het bezoek en wensen hem veel succes met de afronding van de woning.


SUPporter II - 2014

Hurks Beton

Prefab in alle soorten en maten Op 13 februari brachten we met SUPport een bezoekje aan Hurks Prefabbeton, een bedrijf dat vele mogelijkheden ziet in de toepassing van prefab elementen met beton. Met 15 enthousiaste deelnemers gingen we ’s middags met het openbaar vervoer richting Veldhoven en kwamen aan bij de betonfabriek en wapeningsvlechterij van Hurks. De middag begon met een kop koffie en een interessante presentatie over de projecten waarbij Hurks betrokken is. De projecten van Hurks worden geëngineerd in 3D en BIM en ze besturen en controleren het productieproces van begin tot eind vanuit deze 3D/BIM modellen. Hurks won daarmee in 2010 en 2012 de TEKLA Global BIM award voor het beste betonproject. Tevens kwamen de uitdagingen in de projecten van Hurks goed naar voren tijdens de presentatie, iets waar Hurks zelf ook naar streeft.

geprefabriceerde betonnen elementen met grote afmetingen.

Na de presentatie werden de werkschoenen en hesjes aangedaan om de middag te vervolgen in de vorm van een rondleiding door de betonfabriek. De groep werd in tweeën gesplitst omdat het verhaal anders nogal lastig te volgen was door het lawaai in de fabriek. De bekistingen van hout en staal worden door de werknemers van Hurks in de betonfabriek geproduceerd. Tijdens de rondleiding zagen we veel verschillende bekistingen en innovatieve manieren om deze mallen ook weer te kunnen hergebruiken. Hurks produceert niet alleen constructief beton, zoals complete sandwichelementen die na transport in één keer gemonteerd kunnen worden in het bouwwerk, maar heeft ook de mogelijkheid om een architectonische afwerking mee te kunnen geven aan het beton. Zo zagen we in de fabriek een polijstmachine met verschillende maten borstels die zorgen voor een esthetische gladde afwerking van het beton.

tekst: Thomas Rigterink afbeeldingen: Thomas Rigterink

De rondleiding nam zijn vervolg op het buitenterrein van Hurks, waar het op dat moment helaas aan het regenen was. Op het terrein stonden de grote prefab elementen klaar om vervoerd te worden, alsmede de transportwagens die hiervoor moesten zorgen.

Hurks hecht veel waarde aan feilloos tekenen rekenwerk, vandaar ook de logische werklocatie van de ingenieurs van Hurks delphi engineering, die gesitueerd zijn naast de betonfabriek van Hurks. De ingenieurs lieten vol enthousiasme enkele projecten zien, waaronder een project waarvoor de grote elementen die buiten stonden bestemd waren. Uiteindelijk kwamen we aan bij de automatische wapeningsvlechterij van Hurks. Hier zagen we hoe snel een wapeningsnet in elkaar werd gelast door één van de moderne machines. Iets wat een normale arbeider nooit binnen die tijd af zou kunnen krijgen. Toch waren er natuurlijk nog bepaalde vormen en constructies die te complex waren voor de machine en waarbij de hulp van vakmannen onmisbaar was. De rondleiding eindigde in het materiaal lab, waar de verschillende toepassingen van beton die Hurks heeft nog eens duidelijk werden. Zoals de vele variërende kleuren en deeltjes die toegevoegd kunnen worden en de toepassing van rubberen mallen om portretten en dergelijke te kunnen integreren. Het was een leerzame en vooral leuke dag, waarin alle processen en werkzaamheden van Hurks Prefabbeton en Hurks delphi engineering goed naar voren kwamen.

9


SUPporter II - 2014

Fluxx

Digitaal bouwen en uitvoeren In maart 2013 is op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven de bouw van Flux gestart. Rond december 2014 krijgen de faculteiten Electrical Engineering en Technische Natuurkunde hier hun nieuwe huisvesting. Het gebouw heeft een totaaloppervlak van 25.000 m2 met collegezalen, onderwijs- en afstudeer ruimten, 25 labruimtes, een kleine supermarkt en een restaurant. Het project wordt gerealiseerd door BAM Utiliteitsbouw en is ontworpen door Architectuurstudio Hertzberger. Inmiddels zit het project al in een vergevorderd stadium en vanuit de Activiteitencommissie konden wij een bouwplaats-excursie organiseren voor 15 enthousiaste studenten.

het flux gebouw in aanbouw

Het Flux gebouw is grotendeels gerealiseerd in prefab materialen. Grote voordelen hierbij zijn Natuurlijk bouwsnelheid op de bouwplaats en het minimaliseren van afval op de bouwplaats. Vanwege de grote omvang van het project was het van belang alles voor de uitvoeringsfase grondig uit te zoeken. Tijdens de excursie werd ons duidelijk dat BAM hier zeer veel aandacht aan heeft besteed, wat resulteert in een snelle bouwtijd en een zeer gestructureerde veilige bouwplaats.

tekst: Maurits Roks afbeeldingen: Dennis Claessens

10

Tijdens de beginfase van de bouw(voorlopig ontwerp) heeft BAM een integraal proces opgestart, waarbij het belangrijk was om de installaties al tijdens de conceptfase mee te nemen. Het grote voordeel hiervan is dat fouten geminimaliseerd worden en de bouwtijd versneld wordt. Iedere ruimte krijgt een bedieningspaneel dat over een groot deel van de ruimte te verplaatsen is. De gebruiker kan vanaf dit paneel alle installaties bedienen en is bovendien vrij in de indeling van de ruimte. Voor het Flux gebouw is gekozen voor een Bubbledeck vloer. Hierdoor werd niet alleen gewicht bespaard maar konden ook leidingen ge誰ntegreerd worden, bijvoorbeeld voor betonkernactivering. De milde winter heeft voor weinig hinder gezorgd tijdens het storten van de vloeren. De kolommen en de geveldelen werden prefab aangevoerd.

Doordat het gebouw bestaat uit verschillende bouwvolumes kon een deel al wind en waterdicht gemaakt worden. Op hetzelfde moment konden elders extra bouwlagen toegevoegd worden. Vervolgens werden de gevelpanelen van boven naar beneden toegevoegd. Een bijzondere uitdaging was de enorme betonnen overstek. Voor dit probleem is een tijdelijke staalconstructie aangebracht zodat de hoofddraagconstructie alsnog op de bouw te realiseren was. Voor deze tijdelijke staalconstructie was wel een extra fundering nodig. BAM verwacht in december niet alleen het gebouw zelf op te leveren, het gebouw wordt ook digitaal opgeleverd. Dat betekend dat alle tekeningen, 3D-modellen en details in een database worden opgeslagen. Op het moment dat er een defect wordt geconstateerd aan een installatie of een materiaal wordt er een foto gemaakt van het probleem. Deze foto wordt samen met de locatie doorgestuurd naar het bedrijf dat over alle gegevens beschikt. Problemen kunnen zo veel sneller verholpen worden wat meer comfort zal bieden aan de gebruiker.


Foto: Jane van Raaphorst

BESIX bouwt aan //Nederland

Regiocentrale Maasbracht

Civiele bouw

Trondheim 22 – 24 Barendrecht +31 (0)180 64 19 90

Industriële bouw

Utiliteitsbouw

betonbouw, indus triële bouw, utiliteits bouw en ma ritieme bouw. S inds 1 9 9 2 is B E S IX actief in Nederland. Meebouwend aan de toekomst, met prestigieuze projecten als de Tweede Coentunnel, Parkeergarage Kruisplein, Landtunnel A2 Leidsche Rijn, OV Terminal Utrecht CS, Maastoren, keersluis in Heumen en de sluisverlengingen in Born, Maasbracht en Heel.

WWW.BESIXNEDERLAND.COM

Maritieme bouw


SUPporter II - 2014

MDE Kopenhagen Nydelse på sit bedste Dit jaar is tijdens de Meerdaagse Excursie een bezoek gebracht aan Kopenhagen, d e hoofdstad van Dene marken. Deze excursie heeft plaatsgevonden van woensdag 20 november tot en met zaterdag 23 november. Tijdens deze dagen heeft een groep van 27 studenten een bezoek gebracht aan: architecten bureau Henning Larsen Architects, het moderne reeds nieuw gebouwde deel Ørestad, bezoek aan de bouwplaats van het Portland Company House en natuurlijk het centrum van Kopenhagen.

Bouwplaatsexcursie aan the Nord company house

Donderdag ochtend Na een busrit en bootovertocht van totaal zo’n 11 uur, zijn we om half 11 al ter plaatse in Kopenhagen. Dit was erg snel, de verwachting was om half 1 bij het hostel aan te komen. We hebben hierdoor een voorsprong van 2 uur op het dagschema gewonnen. Dit kwam erg goed uit, want er zat nog een erg drukke dag aan te komen. Het inchecken bij het hostel verliep ook allemaal zeer voortvarend, we konden zelfs al de kamer in, om even op te frissen en de tassen weg te leggen. De mensen bij het hostel waren erg vriendelijk en het hostel zelf zag er netjes uit.

tekst: Maurits Roks, Thomas Rigterink, René bakx en Pieter Beurskens afbeeldingen: Dennis Claessens en Sander van Baalen

12

Door de vroege aankomst stond iedereen om half 1 klaar om aan het dagprogramma te beginnen, als eerst stond het gedeelte Havneholmen op de planning. Wat tevens het deel is, waar het hostel ook in ligt. Direct naast het hostel ligt het eerste gebouw al genaamd “Krystallen”. Dit is het hoofdkwartier van Nykredit in Kopenhagen. Dit vrijstaande en milieuvriendelijke gebouw is tevens winnaar van het LEAF award. Bijzonder aan dit gebouw is dat het maar op drie punten steunt en er vele duurzame maatregelen zijn getroffen als zonnepanelen, driedubbel glas en koeling met zeewater.

We zijn onze weg vervolgd naar het volgende gebouw, The Aller Building. Dit is een gebouw waarbij het ontwerp is afgestemd op de werkgewoonten van de medewerkers, tevens heeft het zijn vorm te danken aan de ruit vormige kavel. Dit gebouw ziet er erg strak en modern uit. Hierna zijn we de brug overgestoken naar het “Gemini Residence” gebouw. Dit gebouw is alvast een voorproefje op het gebouw van het bouwplaats bezoek. Dit gebouw is net zoals het gebouw van het bouwplaats bezoek een transformatie van twee enorme silo’s naar een nieuwe gebruikersfunctie. Het gebouw is erg mooi gevormd. Er schijnt ook een mooi atrium met veel lichtinval in het midden van de silo’s te zitten, helaas kregen wij hier geen toegang tot van de bewoners. Hierdoor zijn we na het bezichtigen van de buitenkant, onze weg snel gaan vervolgen richting het bezoek aan Henning Larsen Architects dat om twee uur gepland stond. Aangekomen bij de Henning Larsen Architects, worden we hartelijk ontvangen door een architecte. Zij heeft een mooie presentatie voorbereid, waarin ze begint met een aantal feitjes over het bureau zelf en daarna verder in gaat op de planontwikkeling en bouwprojecten in Kopenhagen. Henning Larsen Architects is een groot architectenbureau met vijf vestigingen, waarvan vier in Europa en een


SUPporter II - 2014

uitbreiding vormt van de Deense Koninklijke Bibliotheek. De uitbreiding is in 1999 ontworpen door het Deense Schmidt Hammer Lassen Architects, wat een verlengstuk vormde van het reeds bestaande bibliotheek gedeelte dat dateert uit 1906. Er is gekozen voor een opvallend contrast met het oorspronkelijke gebouw. Het 24 meter hoge atrium maakt het gebouw bijzonder en met het panoramisch uitzicht over het water maakte de bijzondere architectuur in combinatie met het vallen van de avond, het geheel tot een mooi plaatje.

Krystallen: Hoofdkwatier van Nykredit

buiten Europa. Hierna neemt ze afscheid en wordt er vervolgd met een presentatie van een andere architecte. Zij presenteert een aantal projecten welke Henning Larsen succesvol heeft voltooid. Ook laat ze zien hoe dit bureau bezig is op het gebied van Research & Development. Hier wordt voornamelijk in gegaan op het aspect ecologische duurzaamheid. Het waren beide zeer interessante en goede presentaties. Ook was het erg mooi om te zien hoe zo’n groot architectenbureau gevestigd is en zoveel mensen in een ruimte aan het werk zijn.

de bouw van het huidige gebouw. Vroeger diende de burgemeester bij een brand eerst toestemming te geven aan de brandweer voor er geblust mocht worden. Deze maatregel is nu verdwenen waardoor een mogelijke toekomstige brand wellicht eerder wordt geblust. Een tweede hoogtepunt deze wandeling was het bezoek aan de Black Diamond, wat een

De wandeling werd afgesloten in Nyhavn, een uit de 17de eeuw daterend haventje, dat een populaire toeristische attractie vormt. Na de wederom geslaagde wandeling volgde een gezamenlijk diner bij Nyhavns Færgekro, een typisch Deens restaurantje. Bij binnenkomst werd al snel duidelijk dat er weinig drank aan ons besteed zou worden, met prijzen van € 7,50 voor een biertje was de dorst immers snel verdwenen. Al met al stond dit de gezelligheid niet in de weg. Na het diner was het gezamenlijk programma ten einde, waarbij het overgrote deel ervoor koos om het nachtleven van Kopenhagen te gaan verkennen. Hierbij ging het doel om meer van de stad te zien gewoon door, met een bezoek aan verschillende bars. Uiteindelijk bleken we onze dorst te kunnen lessen door een bezoek aan de Kulør Bar, waar we

Donderdagmiddag/avond Rond half 4 was het bezoek bij de Henning Larsen Architects ten einde en was het programma vrij. Via het centraal station wisten de meesten al weer snel het hostel te vinden om daar vervolgens even te ontspannen en op te frissen voor een volgende wandeling. Deze stadswandeling, die in de avondschemering plaats vond, stond in het teken van oude historische gebouwen en hun functies. Een tweetal hoogtepunten hierin waren het slot van Christiansborg en de Black Diamond. Christiansborg is een klein eiland in het hartje van de stad waarin het parlement is gehuisvest. Oorspronkelijk gebouwd in de 12de eeuw, waarna het in 1794 afbrandde. Wederopgebouwd en wederom in 1884 afgebrand. In 1906 is men begonnen met

een van de uitzichten over de vele kades die kopenhagen rijk is

13


SUPporter II - 2014

voor een minimaal bedrag onbeperkt konden proosten. Kortom een mooie geslaagde eerste dag, waarna iedereen moe maar voldaan weer richting het hostel is gegaan, immers waren er nog maar enkele uren tot het volgende dagprogramma van start zou gaan. Vrijdagochtend Na een ongetwijfeld succesvol bezoek aan het culturele nachtleven van Kopenhagen zat iedereen weer fris en fruitig aan het ontbijt. Deze ochtend zou vooral bestaan uit een stadswandeling in Orestad. Orestad, wat tot op heden nog het grootste masterplan van Kopenhagen is en uit drie delen bestaat(Orestad Noord, -City en –Zuid), heeft een ruim assortiment aan geweldige architectonische gebouwen en biedt nog genoeg plek voor verdere ontwikkeling.

The National library of Copenhagen, ofwel ‘the diamond’

De wandeling begon in Orestad City bij het grootste hotel van Scandinavië, het Bella Sky Hotel. Dit gebouw, bestaande uit twee torens met elk een hellingshoek van 16 graden gemaakt uit prefab betonnen elementen, mag zich het eerste gekantelde gebouw van prefab beton ter wereld noemen. Na wat interessante feitjes en een geweldig uitzicht vanuit de bovenste verdieping liepen we verder naar het zeer bekende en prijswinnende appartementencomplex The Mountain van BIG Architects. Direct hiernaast lagen de VM-gebouwen, die letterlijk van bovenaf als een “V” en “M” gevormd zijn. Een optimum aan licht en uitzicht stond bij dit

project centraal. Op 100 meter afstand was alweer het volgende spectaculaire gebouw in Orestad, het Orestad Gymnasium. Dit Gymnasium is de eerste middelbare school die architectonisch gezien aansluit bij de hervorming van de Deense middelbare scholen in 2005. Deze school is als het ware één grote open ruimte waarin flexibiliteit centraal staat. Na een nogal enthousiast binnen bezoek gingen we verder naar de laatste twee gebouwen van Orestad City. Het volgende gebouw was Ferring, dit was door zijn hoge opvallende verschijning een kenmerk voor de stad geworden. Wanneer je langs het gebouw liep kon je een kleurverandering in de gevel

The IT University ontworpen door Henning Larsen Architects

14

waarnemen. Helaas stonden wij vrij dicht op het gebouw en konden wij niet maximaal genieten van dit effect. Uiteindelijk kwamen we aan bij het grote boemerang-vormige gebouw, oftewel het Ramboll Head Office. Bij dit gebouw hadden de Architecten zich qua ontsluiting laten inspireren door de Ramblas in Barcelona. Het hele gebouw kent één grote centrale verkeersruimte, die via tussenverdiepingen en balkons bezoekers en medewerkers soepel naar hun plaats van bestemming brengt. Na een klein stukje verder gelopen te hebben, kwamen we aan bij Orestad Zuid. Momenteel zijn er maar twee grote gebouwen in dit deel, maar het is de bedoeling dat dit gebied de komende jaren een ontwikkeling gaat doormaken tot een dichtbebouwd gebied met hoogstaande architectuur. Het eerste gebouw betreft het wooncomplex Staevnen, dat naadloos aansluit op de bovengenoemde visie voor dit gebied. De verschillende hoeken bieden voor elke bewoner een optimaal uitzicht over de 2000 hectare natuurreservaat. Als laatste kwamen we aan bij, volgens velen het architectonische hoogtepunt van Orestad, het 8House. De vorm is gebaseerd op een traditioneel woonblok, maar ‘verdraaid’ in het midden en ‘naar benden gedrukt’ op het einde. Deze interessante 8-vormige lijn konden we zelf ervaren aangezien er een route langs het dak aanwezig was. Na een interessant eerste deel van de ochtend, was het nu tijd voor Orestad Noord. We


SUPporter II - 2014

Deze schacht van 56 meter is los gezien van de ontsluiting een gigantische loze ruimte. Een beetje jammer is, zo’n prominent en mooi ontwerp met zo weinig samenhang met het al bestaande . Desalniettemin was het een zeer interessant project.

begonnen bij de DR Concert Hall, waar we helaas niet de zalen in mochten. Vervolgens kwamen we aan bij de IT University, deze universiteit heeft in principe één groot atrium waarbinnen verschillende ruimtes uitkragen. Na een lunch in de universiteit liepen we verder naar het grootste wooncomplex in Orestad; Boligslangen. De naam ‘Boligslangen’ is te danken aan de kronkelige vorm en het zwevende dak tussen de openingen van de gebouwen. We eindigden deze dag in Orestad bij het studentencomplex de TietgenKollegiet. Dit betreft een rond gebouw waarvan het ontwerp gebaseerd is op de traditionele Talou-gebouwen uit het zuidoosten van China: kleine gemeenschappen met individuele woningen, in een circulaire structuur gebouwd. Dit was een mooie afsluiting van het overweldigende Orestad, waar aan spectaculaire gebouwen niet te ontkomen viel. Na een interessante wandeling door Örestadt vervolgde n we onze weg richting Nordhavn. Hier stond natuurlijk het project waar we voor kwamen, de bouwplaatsexcursie. De Nord Company House heeft met zijn 56 meter hoogte een geweldig uitzicht op Nordhavn en het naastgelegen UN-building (ook wel bekend als de ster). Door dit project zijn twee oude betonsilo’s getransformeerd tot luxe kantoorunits. Het tussenstuk van de silo’s is verwijdert en er is een extra ring om de silo’s gebouwd. Om dit extra gewicht aan te kunnen en de extra ring ver uitsteekt is de betonnen kern van de silo versterkt en zijn er flinke stalen diagonalen aangebracht.

Uitvoeringstechnisch was dit natuurlijk een interessant gebouw, een transformatie zorgt natuurlijk voor veel complexe oplossingen. Het gebouw riep qua architectuur nog wat vragen op. De silo wordt getransformeerd, waardoor een deel van de geschiedenis van de industriestad gewaarborgd blijft. De oorspronkelijke hoogte was echter geen 56 meter, dit is middels een staalconstructie opgehoogd. Als je het project niet kent heb je het idee dat de silo tot die hoogte door loopt, terwijl dit helemaal niks met de oorspronkelijke silo te maken heeft. In Kopenhagen viel ons op dat ze verloren ruimte in veel ontwerpen geen probleem vinden. Aan de grote ruimte in de silo was dus ook helemaal geen functie toegewezen.

We maakte n nog snel een tussenstop bij de kleine zeemeermin, het levend e bewijs dat we in Kopenhagen waren, wat tevens het einde van het officiële programma aankondigde. Tijd om de avond nog even goed af te sluiten in de clubs van Kopenhagen. Het nachtleven in Kopenhagen is fantastisch en ondanks de hoge prijzen waren er voldoende ‘happy hours’ en goede muziek. De laatste feestgangers meldden zich om 7 uur aan het ontbijt, linea recta uit de stad. Er valt dus genoeg te zien en beleven in Kopenhagen. De reis zit er weer op en er staat alleen nog een busreis van 11 uur op ons te wachten. We kunnen terugkijken op een interessante en vooral gezellige meerdaagse excursie naar Kopenhagen. Kopenhagen is een stad met grote contrasten. Het is een stad met een oude en knusse binnenstad, met zeer moderne gebouwen eromheen, gevolgd door een hoop leegte. Het is een stad met grote namen van architecten die aan de ene kant fantastische ontwerpen maken maar het aan de andere kant uitvoeringstechnisch wel eens laten liggen. Kopenhagen is vooral een stad waar je geweest moet zijn.

Uitzicht op Nordhavn en het UN-Building

15


SUPporter II - 2014

Carrièrestart van... Mike van Houtum

Mike van Houtum (foto; Leo den Ouden)

De één is een geboren arts, advocaat of kruidenier, anderen hakken last-minute de knoop door en gaan bouwkunde studeren. Ik behoor tot die laatste categorie, al was de keuze ook weer niet zo arbitrair. Met een teen in het conservatorium en het andere been in de faculteit natuurkunde, vond ik in de studie bouwkunde op de TU/e de perfecte synergie tussen ‘muziek’ en techniek. De brede interesse voor het vakgebied heeft mijn studie grotendeels gevormd door de keuze van vakken: van stedenbouwkundig ontwerpen met CAD tot zaalakoestiek, herbestemming & renovatie tot voorgespannen betonconstructies, van architectuuranalyse tot (en met) mechanica 14. Ook mijn afstudeerproject was duaal van karakter en vond plaats onder supervisie van Jeanne Dekkers (architectuur), Faas Moonen en Rijk Blok (beiden constructief ontwerpen). Deze afstudeerperiode bleek een groot sollicitatiegesprek te zijn geweest, toen ik twee dagen voor mijn eindpresentatie een telefoontje kreeg of ik in Delft bij Jeanne Dekkers Architectuur wilde komen werken. En tegen zo’n gerenommeerd bureau zeg je, zeker in tijden van crisis, gewoon geen nee. Verwachtingen Alle verwachtingen over de architectuurpraktijk die tijdens mijn studie (vaak impliciet) waren geschept, bleken niet waar te zijn. Ontwerpen verantwoorden aan studiebegeleiders werkt heel anders dan aan opdrachtgevers, gemeente of omwonenden; programma’s van eisen zijn niet kneedbaar maar zijn zeer serieuze contractstukken; als je een mooi detail bedacht hebt, moet de aannemer er ook nog garantie op willen geven; elke ontwerpkeuze moet worden getoetst aan honderden regeltjes ten aanzien van veiligheid, bruikbaarheid, gezondheid en milieu en moet dan ook nog eens financieel te verantwoorden zijn. Een architectenbureau blijkt niet in eerste instantie een broedplaats voor de hoogste kunstvorm te zijn. Het is een bedrijf, dat winst moet maken!

tekst: Mike van Houtum afbeeldingen: Mike van Houtum Jeanne dekkers Architectuur foto: Leo den Ouden

16

Eerste projecten Terwijl deze (wellicht door naïviteit gevoede) shock langzaam wegebde, heb ik in de afgelopen twee jaar aan een aantal mooie projecten mogen werken. Het grootste deel van de tijd heb ik gewerkt aan het project Ligne in Sittard. Dit wordt een groot, multifunctioneel ensemble van gebouwen waarbij het programma van onze opdracht bestaat

uit een hogeschool, filmhuis, museum, commerciële ruimten en appartementen samengepakt in een bouwblok. In mijn startfunctie als assistent ontwerper bestonden mijn werkzaamheden voornamelijk uit het tekenen van het definitief ontwerp en bestek en het maken van afstemmingen tussen ontwerp, constructie en installaties. Ook de filmzalen, welke als een soort boxen vrij in de centrale hal komen te hangen, heb ik uitgewerkt van stoelenplan tot bouwkundige detaillering. Met name het maken van een dubbel gekromde, strak afgestucte doosin-doos constructie voorzien van allerlei ventilatieroosters en speciale verlichting was een flinke uitdaging, welke ik in samenwerking met de constructeur, installatieadviseur en afbouwer nauwkeurig heb uitgedacht. Dit technische deel van de praktijk sluit gelukkig wel aan op de opleiding. De bouw verandert Tijdens dit soort overleggen viel het me vaak op dat ik op het gebied van communicatie veel heb gehad aan mijn brede opleiding. De bouw is aan het veranderen, althans dat zeggen ze. Ik heb niet ervaren hoe het eerst was, dus kan ik deze stelling niet echt bevestigen. Wel zie ik opvallend vaak ongemakkelijke gezichten en spraakverwarringen over de tafel vliegen, alsof men elkaar niet lijkt te begrijpen. Dit valt met name op bij de nieuwe contractvormen zoals Design&Build waarbij de aannemer en het ontwerpteam (architect, constructeur, installatieadviseur) samen tot het kostenplaatje van een mooi project moeten komen. De loodgieter zit al bij de besprekingen in de SO-fase en begrijpt vaak niet in welke mate de plattegronden nog gaan veranderen gedurende het proces. “Ja, nou kan ik al mijn tekeningen weer opnieuw gaan maken!” is een vaak gehoorde uitspraak na het rondsturen van een nieuwe set bouwkundige onderleggers. Het is op dit soort momenten dat ik me besef hoe cruciaal het begint te worden dat de uitvoerende partijen begrijpen hoe een schets langzaam in elkaar moet vallen tot een goed gebouw en dat de architect zich bewust is van kostenbepalende ontwerpkeuzes (zowel op gebied van inkoop, efficiënt materiaalgebruik als planning). Daarbij komend alles wat hier tussenin zit. Juist aan deze integrale benadering van het bouwmetier ontbreekt het helaas veelvuldig, in alle disciplines van de bouw.


SUPporter II - 2014

Ontwerp van de centrale hal; project Ligne in Sittard (Jeannne dekkers Architectuur)

Innovatie in de bouw Op de TU/e is vaak de discussie geopend welke rol de faculteit bouwkunde in de innovatie van de bouwpraktijk moet hebben. Niet alleen met meetbare zaken als productontwikkeling of onderzoek in de laboratoria maar vooral door het afleveren van ingenieurs die met elkaar kunnen communiceren omdat ze elkaars vakgebied begrijpen. Een elektrotechnisch adviseur die zelf inziet dat zijn inbouwarmatuur in de weg gaat zitten voor een luchtbehandelingskanaal boven het verlaagd plafond, waardoor de armaturen niet meer in een door de architect bedacht patroon kunnen worden geplaatst. Een constructeur die denkt in de vorm en het gebruik van ruimtes, in plaats van in balken en kolommen. En een architect die denkt in repeterende onderdelen, zodat bekistingsmallen zo vaak mogelijk kunnen worden gebruikt. Op de universiteit klonken dit soort zaken voor mij altijd vanzelfsprekend, maar niets blijkt minder waar. Veel is technisch mogelijk, maar die technische innovatie wordt momenteel geremd door de bekende, veilige bouwmethodes. “Dat doen we al 20 jaar zo, dus daar zijn we goed in.” Nee, dat doen we al 20 jaar zo, dus die bouwmethode is niet meer van toepassing op de huidige stand van de techniek! Zo hoorde ik een tijd terug op een

seminar iemand van Rijkswaterstaat praten over het uitlokken van innovatie door middel van hun nieuwe aanbestedingsvoorwaarden. Ze vragen tegenwoordig niet meer een besteksmatig uitgewerkte brug af te prijzen. Ze stellen de aannemers de opgave: wij willen in deze zone een mogelijkheid om naar de overkant te komen met de auto, laat maar weten wat me dat kost. Of ze kiezen als winnaar bij de aanbesteding van een stuk snelweg niet de partij met de laagste prijs voor het asfalt, maar de partij die innovatief ‘stil asfalt’ voorstelt, zodat er geen geluidsschermen hoeven te worden geplaatst. De goedkoopste aanbieder wordt hiermee niet meer automatisch de winnaar, een denkwijze waar de niet-civiele kant van de bouw ook veel van kan leren.

sector zich even opnieuw uitvinden. Als je het mij vraagt, is het integraal ontwerpen daar een sleutelwoord in en ik hoop echt dat het opleidingsbestuur zich daar bewust van blijft; de praktijk heeft ons juist nu nodig!

Toekomst Recentelijk heb ik de overstap gemaakt naar Zwarts&Jansma architecten in Amsterdam, waar me het vervolg van mijn carrière staat te wachten. Ondanks de kritische toon van dit stuk, vind ik de bouwpraktijk fantastisch. Veel uitdagender dan ik verwacht had. Misschien juist wel omdat je uit de veilige omgeving van gelijkgestemden op de TU bent gekomen. Deze praktijk is aan het veranderen, door nieuwe proces- en contractvormen lijken de garde van de ‘oude stempel’ uit hun comfort-zone te zijn getrokken en moet de

17


SUPporter II - 2014

Studentwork Structured Arcadia Structured Arcadia is a graduation project of a Jazz venue in Riga; it explores the construction possibilities of wood. The project was developed by Filips Pitens, a Latvian student who studied Architecture at the Technical University of Eindhoven. During this project Filips Pitens was supervised by Jacob Voorthuis, Jan Schevers and Bernard Colenbrander. The process of the project starts with scrutinizing the true nature of wooden fibre which continues in analysing traditional means of a building with wood, to finally design a new structure.

Architectonic wooden fibre “Despite the critical importance of topography and light, the primary principle of architectural autonomy resides in the tectonic rather than the scenographic: that is to say, this autonomy is embodied in the revealed ligaments of the construction and in the way in which the syntactical form of the structure explicitly resists the action of gravity.” (Frampton, 1983, p. 27) By approaching this understanding in a materialistic sense it is fair to say that the tectonic is dependent on a building material. When one says ‘tectonic’ it brings forth all the elements that characterise the construction of a building. To create a solid wooden construction the

text: Filips Pitens images: Filips Pitens

18

dimensions of cross-sections and joints of separate wooden elements are crucial to reach a certain span or height of the structure. The dimensions and joints of the elements are directly dependant on strength of the wooden fibre. Therefore the primary principle of autonomy of wooden architecture resides in the tectonic of wooden fibre. Physics of wooden fibre To briefly acknowledge the workings of wood it might help to quickly zoom in through different structural levels of wood. On the macro structural level, wood consists of annual growth rings – latewood and early wood. On the micro structural level, wood consists of wood fibres that are the reason


SUPporter II - 2014

ontwerp

why wood is anisotropic. Fibres also vary in size and density, depending on the type of tree. On the chemical structure level wooden fibres composed of cellulose, hemicellulose and lignin that can be mechanically analysed by a reinforced matrix model. Cellulose is the main reinforcing material and lignin is the bulking material that redistributes stresses. On each structural level wood reveals its character and its strength. To understand and cherish the structural characteristics of wood, it is the architect’s task to ensure the architectural autonomy of man-made structures. An action of highlighting the best tectonic properties of wood will be a guiding attitude in the design process of this project. Before describing the design, it is necessary to look at what traditional building solutions are present in the Arkadijas Park in Riga; which is the project location.

Wooden structures of roofs and the Straight Chair Expressive forms that show the tectonic of wood, when looking at traditional wooden architecture in the urban area of Arkadijas Park, are the roofs. This tectonic form is revealed on the roof surface, but the real form creator actually is hidden beneath, in other words the wooden construction. The fact that the straight chair roof construction is dominant in Riga, since the end of the 18th century, is confirmed due to research of project in this chosen area. The straight chair construction consists of posts, purlins, tie beams and bracing in order to support the rafters around their middle part. The straight chair, together with rafters ,creates a very strong triangulated construction that is sturdy in all three dimensions (see schemes). To resist gravity and wind force, all the elements of the straight chair work simultaneously in order to bring the force

of the roof load down to the external walls and the beams, which can be supported by a load-bearing central wall. Developing the new structure After understanding the straight chair construction and noticing that the principles of this construction can also be used in buildings with a long span, it encourages to use these principles in the new design of the concert venue. A good acoustic proportion for a space for 500 listeners is initially set as following: 20 x 27 x 8 meters (width x length x height). This size volume is also proportional to the scale of the park. This is the approximate size of the former restaurant building, which stood in the same site. In order to cover this space, a long span construction is necessary. The former theatre and restaurant had wooden elements that were longer than 10 meters. This long dimension of the wooden elements complicates the building process due to expensive transportation

Impressie van de voormalige keuken, nu als patio/ beschutte buitenruimte

De gradatie tussen binnen en buiten wordt versterkt door de gradatie in de materialisatie

19


SUPporter II - 2014

costs, complicated assembly and a longer drying process. Therefore, a new solution that uses standardised wooden material lengths between three to six meters would be more rational. These dimensions allow easier processing of each wooden element and they are easier to transport and dry. The creation of a new wooden construction is an experiment about how smaller wooden elements can create a structural system with a long span by using the principles of the straight chair. A series of experiments produced a structure of the following description: the wooden truss is made using post, rafter and beam triangles joined by a newly introduced wooden bracing element. By joining four triangles on each side the

20

truss overcomes a span of 23,3 meters. The resulting truss demonstrates the straight chair principles, applied on four levels of the truss construction (see principal scheme of structure). The wooden truss sits on large wooden construction columns which may also function as balconies. A wooden purlin structure joins both columns and trusses along the perimeter of the building. The wooden columns are anchored to the ground. Which is making the lower part of the structure sturdy enough to receive forces from the upper structure. Calculating forces and applying detail

The newly developed truss construction is calculated according to methods of structural mechanics with the help of Matrix frame PT 5.0. Two alternative constructive solutions were introduced to make a comparison with the new structure. These alternative constructions are the common triangulated truss and a modification of the new structure without the bracing. The results of the calculations show that the new truss construction distributes the moments and stresses equally along all the structure while moments and stresses in other two alternative structures are adding up in the area near the supports. Because of this, the stresses and moments in the joints of the new truss are smaller than in alternative constructions. This means that the


SUPporter II - 2014

new truss has an advantage over alternative solutions and it is possible to create a joining system where all joints have equal strength. In order to create a joint between the wooden elements of the truss a wooden peg joining system was chosen to solve the structure by using only wood. Because in one joint there could be up to five separate wooden elements coming together, plywood was chosen to weld these elements with one simple solution. A plywood plate is cut to the form of the joinery area and fitted in central cuts of structural wooden elements. Joinery is completed by inserting wooden pegs that are placed along to the calculated displacement lines of each pine element, making the joint to efficiently resist structural forces. The plywood elements can be produced out of the available standard assortment of birch plywood panels. In each wooden joint there are four types of wood, which are organized in a sequence from the least dense to the most dense: pine structural element, birch plywood, beech peg and oak wedge. In this way the strength of wooden fibre increases towards the centre of the connection, which is making it very durable.

Final steps in completion of Structured Arcadia After the structure is designed, according to tectonic properties of wooden fibre, the concert space is placed in picturesque views of the landscape park in a free place surrounded by trees with a sand dune in a background. The orientation of the structural form is chosen to compliment the site and to complete views with an architectural element. The faรงade and routing of the building allows the wooden structure to gradually reveal itself to visitor and artist.

21


Hurks bouwt en oogst lof In toenemende mate legt Hurks zich toe op renovatietransformatie- en binnenstedelijke (her)ontwikkelingsprojecten. En terwijl dat fraaie en degelijke projecten oplevert, blijft het ook de jury’s in het land niet onopgemerkt. Zo werd het Ketelhuis Ceres van de TU/e BNA-gebouw van het jaar 2013. Het ketelhuis werd getransformeerd tot een representatief kantoor voor onderzoeksinstituut ICMS. Hurks verzorgde de bouwtechnische uitvoering. Met het Metaforum van de TU/e in Eindhoven wonnen we de Gulden Feniks in de categorie Transformatie. De jury betrok criteria als duurzaamheid, sublimatie, economie, innovatie en maatschappelijke meerwaarde. De Gulden Feniks is de enige prijs exclusief voor de bestaande gebouwde omgeving. Ook het Apollohouse in Amsterdam dat wij verbouwden, werd bekroond met een nominatie in de categorie Renovatie. De lat leggen we hoog. Bij alle projecten waar we aan werken. Hoe hoog leg jij de lat? www.hurks.nl


SPECIAL

SUPporter II - 2014

Ontwikkeling in hout Gebruik van hout

23


SUPporter II - 2014

Centrum Hout

Met Hout naar grotere hoogte Hout is bezig aan een revival. Was het gebruik van dit oudste bouwmateriaal die twintig jaar gelden not done, tegenwoordig laten directies van kledingmerken als Hugo Boss en Diesel de gevels van hun kantoor bekleden met dit veelzijdige materiaal.

Vooraanstaande architectenbureaus kiezen weer voor hout, zoals Claus en Kaan met NIOO te Wageningen, MVRDV met bibliotheek de Boekenberg en Mecanoo met verschillende projecten, zoals de Anne Frankschool te Utrecht. Vereniging HISWA liet haar nieuwe hoofdkantoor bouwen in hout aan de Amsterdam Marina en Fastned gaf opdracht tot het maken van 200 oplaadstations voor elektrische auto’s van gebogen gelamineerd hout voor langs de Nederlandse snelwegen. Hout wordt steeds meer mainstream. Met een toenemend milieubewustzijn en nieuwe technische mogelijkheden in bijvoorbeeld energiezuinige houtbouwsystemen, maar ook hoogbouwprojecten in het buitenland, neemt het vertrouwen in hout steeds verder toe. Hout is een veelzijdig, flexibel, relatief sterk, isolerend en milieuvriendelijk materiaal. Het heeft vele voordelen die aansluiten bij de wensen en eisen van de huidige maatschappij. Het is een bio-based materiaal en dus hernieuwbaar. Het is eenvoudig recyclebaar en past binnen de Cradle to Cradle filosofie. Ook draagt het bij aan de CO2-reductie. Meer dan 95% van het hout dat wij in Nederland gebruiken is naaldhout, veelal afkomstig uit duurzaam beheerde Scandinavische bossen. Het overige deel is afkomstig uit de (sub)tropen. Recent milieuonderzoek (levens cyclus analyse

bruggen) heeft aangetoond dat ook tropisch hout, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, zeer milieuvriendelijk is ten opzichte van beton, staal en vezel versterkt kunststof1). Constructief is hout sterk in verhouding tot haar gewicht en er kunnen lichte, materiaalextensieve constructies gerealiseerd worden. Houtbouwsystemen worden over het algemeen geprefabriceerd, met als gevolg een hoge kwaliteit, grote nauwkeurigheid en door haar modulaire karakter een snelle bouwtijd. De faalkosten binnen dit systeem zijn over het algemeen zeer laag (1 -2%) ten opzichte van traditionele bouwsystemen (oplopend tot 13%). Houtsysteembouw heeft ook de flexibiliteit om de isolatiedikte in de wanden op te vangen bij toenemende EPC-eisen. Houten elementen hebben door hun maatvoering een goede kierdichting en zijn uitermate geschikt voor energiezuinige bouw als passiefhuis, nul-energiewoningen of zelfs actiefhuis-bouw. Door de lichte en flexibele verbindingen is deze bouwwijze nagenoeg ongevoelig voor aardtrillingen. Engineered wood products Innovatieve houtproducten maken het ook steeds aantrekkelijker om in hout te bouwen. Steeds vaker worden betonwanden vermeden en vervangen door kruislaaghout (Cross-Laminated Timber (CLT)). CLT is opgebouwd uit kruislings verlijmde latten die worden geproduceerd in afmetingen

tekst: Centrum Hout afbeeldingen: Centrum Hout Bronnen: 1) ‘Milieukosten composietbrug hoog’: Cobouw, 9 oktober 2013. 2) ‘Andrew Waugh on Stadthaus’: www.youtube.com/ watch?v=EsX1YO91Do8. 3) ‘Bergen in a wood construction fever - the first 14 storey building’: wood-works.ca/wp-content/uploads/5rune-abrahamsen-bergen-in-a-woodconstruction-fever.pdf. 4) ‘Michael Green - The beauty and impact of a wooden skyscraper’: www. youtube.com/watch?v=YHbD_X456BA.

24

MVRDV - Bibliotheek De Boekenberg te Spijkenisse, tweede prijs Houtarchitectuurprijs 2012


SUPporter II - 2014

Stuur jouw studieopdracht, afstudeerproject of scriptie in met passie voor hout. De winnende inzending krijgt € 1.000,- cash en veel publiciteit.

Ga de uitdaging aan!

Inzenden kan tot 15 september 2014 Meer informatie, inschrijfformulieren en voorwaarden: www.woodchallenge.nl

Wood Challange 2014 Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere tel.: 036 5329821 fax: 036 5329571 info@centrum-hout.nl www.centrum-hout.nl

Studenten houtinnovatieprijs

Houtinformatie

Studentenhoutprijs WoodChallenge 2014

Bij Centrum Hout is een schat aan kennis beschikbaar over hout, houtproducten en juiste toepassing van hout in de bouw. Met kennisoverdracht en voorlichting wil zij het verantwoord gebruik van hout stimuleren. Hiervoor organiseert Centrum Hout bijvoorbeeld seminars en excursies, initieert onderzoek en ontwikkelt zij documentatie. Zij heeft verder een houtspreekuur en kunnen dagelijks vragen worden gesteld aan de houtinformatielijn: tel. 0900 5329946 (€ 0,15 p/m) of via: houtinformatie@ centrum-hout.nl.

Speciaal voor studenten organiseert Centrum Hout de WoodChallenge. Deze prijs leverde sinds 2006 al vele winnaars: voor hen was deze erkenning een stap richting een succesvolle carrière. De studentenhoutprijs staat open voor alle technische opleidingen waaronder Bouwkunde en Civiele Techniek aan Technische hogescholen en Universiteiten, voor de studiejaren 2012/2013 en 2013/2014. De inzendingen moeten onder andere getuigen van durf en visie - het Challenge-gehalte bijzonder en consistent zijn in techniek en/of vormgeving, het moet een bijdrage leveren aan een beter milieu en aan het imago van hout.

De inzendingen kunnen het resultaat zijn van bijvoorbeeld eindexamenprojecten, afstudeerscripties, stageprojecten en promotieonderzoeken, met een hoofdrol voor hout(producten). Commercieel aantrekkelijk en praktisch uitvoerbare projecten hebben een pre. De winnaar krijgt € 1000,- cash en veel aandacht in vakbladen. Uitreiking vindt plaats tijdens de internationale Houtdag op 7 oktober. Meer info en inschrijfformulieren: www.woodchallenge.nl. Inschrijven kan tot 15 september 2014.

25


SUPporter II - 2014

24H Architecture - Districtskantoor Rijkswaterstaat te Assen

tot 16m1 x 4m1. Hiermee kunnen verdiepingshoge elementen worden geproduceerd die voorzien zijn van alle nodige sparingen en leidingwerk. Wanneer er wordt gekozen om deze elementen ook als vloer toe te passen, kan een project binnen enkele dagen als een bouwpakket in elkaar worden gezet. In Nederland wordt CLT inmiddels regelmatig gebruikt voor constructieve scheidingswanden en volledige casco’s, ook liftschachten behoren tot de toepassingsmogelijkheden. Een andere ontwikkeling is het vervangen van massief balkhout in wanden en cassettevloeren door slankere I-joist, twee koplatten met daartussen een dunne flens van houtachtig plaatmateriaal. De I-joist levert vergelijkbare sterkte en stijfheid bij een lager materiaal gebruik. I-joist wordt ook toegepast in passiefwanden om zo koudebruggen te voorkomen. Daarnaast doen ook andere engineered wood products als kokerprofielen hun intrede, die worden

26

samengevoegd tot vloer- of dakelementen. Deze kunnen op hun beurt gevuld worden met allerlei materialen, als zand - om massa te creëren - of houtvezels - als thermische of akoestische isolatie -. Een toenemend aantal projecten, als het nieuwe kantoor van Rijkswaterstaat te Assen (24H Architecture) combineren deze engineered wood products tot een modern, milieuvriendelijk, energiezuinig gebouw. Hout naar grote hoogte De ontwikkeling van deze nieuwe houtproducten creëert ook nieuwe mogelijkheden als hoogbouw in hout. In Duitsland en Zwitserland zijn appartementencomplexen in acht, negen of tien lagen geen uitzondering meer. Ook in Zweden, Oostenrijk, Engeland (London: projecten Stadthaus2) en Bridgeport) en Australië worden deze steeds meer gebouwd. In Vaxjö, Zweden staan inmiddels de eerste passiefhuis-appartementencomplexen van

negen hoog. In Bergen, Noorwegen is zojuist het complex opgeleverd met veertien lagen en wordt gewerkt aan een gebouw van maar liefst twintig verdiepingen in hout3). En daar zal het niet bij blijven. In Stockholm liggen plannen klaar voor een gebouw van 32 verdiepingen, ook in Vancouver, Canada zijn deze er. Architect Michael Green bestudeert al jaren intensief de mogelijkheden voor ‘wolkenkrabbers’ in hout en geeft aan dat hout een uitstekend materiaal is voor deze toepassing4). Ook in Nederland lagen er voor de bouwcrisis plannen voor zeven tot negen lagen houtbouw. Met de toename van technische mogelijkheden en behoefte aan energiezuinige bouwwerken zal de houtbouw en hoogbouw in hout in de toekomst een vlucht nemen. Meer info over hout en houtoepassingen: www.houtinfo.nl, www.houtdatabase.nl en www.bewustmethout.nl


SUPporter II - 2014

Frits Scheublin Waarom wij niet in hout bouwen

COLUMN

Bouwen in hout is in ons land nooit op grote schaal toegepast. Dat is vreemd. In ScandinaviĂŤ bouwt men vooral in de woningbouw veel in hout. In Canada en de Verenigde Staten ook. De houtindustrie heeft in de achter ons liggende decennia veel pogingen gedaan om houtbouw te stimuleren. We kennen de blokhutten van Finnhouse, die in de jaren 70 en 80 even in waren. Tijdens de jaren 90 volgden de houtskeletbouw (HSB) woningen, maar de grote doorbraak is nooit gekomen. Sterke argumenten over milieuvriendelijkheid en energiebesparing konden de markt niet overtuigen. Nederland bouwt in baksteen en daar zijn we niet vanaf te brengen.

Frits Scheublin

Natuurlijk zijn de genoemde argumenten niet meer van deze tijd. Hout, staal en klei zijn goed te exporteren. Hout kan verduurzaamd worden voor een langere levenscyclus. Maar onze bouwtraditie is cultureel bepaald. En een cultuur is niet eenvoudig te veranderen. We leven in een baksteen land en dat willen we graag zo houden. Hout hebben we nooit vertrouwd en daar laten we ons niet vanaf brengen. Architecten zijn altijd een sterke drijfveer voor vernieuwing geweest. Het zijn vooral de architecten die alternatieve bouwmaterialen een kans wilden geven. Niet alleen hout, maar ook plaatmaterialen, kunststoffen, glas en staal waren kortstondig in de mode. Vooral het afgelopen decennium zagen we hoe baksteen het verloren terrein in woningbouw en kantorenbouw snel heroverde. Gewapend beton is het enige materiaal dat sterker bleek dan onze traditie en een vaste plaats veroverde. Bouwen is een cultuuruiting. Cultuur is sterker dan marketing en milieubeleid. We zijn ook nog eens heel goed in bouwen met baksteen. Laten we er maar trots op zijn.

De verklaring voor die honkvastheid ligt in onze cultuur. Een cultuur die past bij de biotoop waarin wij leven. Nederland is een rivierendelta. Klei is vrijwel onbeperkt beschikbaar. Dat leidt tot een baksteen cultuur. Bovendien is het hout dat hier groeit licht van structuur en ons klimaat is vochtig. Houtrot ligt dus op de loer. In Scandinavie zijn de natuurlijke omstandigheden anders. Er is veel bos. Hout groeit in het koude klimaat langzaam en is dus dichter van structuur. Rivierklei is beperkt beschikbaar. De koude lucht is droog. Dit geldt ook voor Canada en in mindere mate voor de USA. Wij bouwen graag een huis voor de eeuwigheid. We gaan er van uit dat we ons huis altijd weer kunnen verkopen aan een volgende generatie. Dat een huis ooit aan het einde van zijn levenscyclus komt realiseren wij ons onvoldoende. Baksteen past bij deze visie. In Amerika is de mentaliteit anders. Een levenscyclus van 25 tot 50 jaar is geaccepteerd. Dan is HSB een goede optie.

Prof. ir. Frits Scheublin is aan de TU verbonden geweest als hoogleraar Construction Technology. Tevens is hij gepensioneerd directeur van BAM Advies & Engeneering.

27


SUPporter II - 2014

Stellingen en Tegenstellingen Pas als er een onduidelijke samenhang bestaat tussen vorm en inhoud, kan er, mits er sprake is van een materiaalassociatieve vormgeving, een verrassende fysieke aanwezigheid bestaan die aanvoelt als een deugd. Dit zal grotendeels te danken zijn aan het concreet ervaren van het gebruikte bouwmateriaal. Herkomst van karakter is gelegen in associatie, niet in representatie of dramatisering.

Fig 1: Positioneren van tien CPO-projecten in Nederland en Duitsland (Duitse lessen voor CPO in Nederland )

Tegenstellingen Iedereen kent de VORM-INHOUD tegenstelling. Op taalgebied kent een zin een constructie: een vorm. Laten we stellen dat dit de gebiedende wijs is; inhoud is dan hetgeen dat geboden of verboden wordt. Inhoud wordt als informatiegrootheid gezien, die fluctuerende eenheden kan hebben met betrekking tot (menselijke) aanwezigheid en activiteit, en met betrekking tot de randvoorwaarden daar van.

tekst: Bert van Schaijk afbeeldingen: Bert van Schaijk

28

Er is een hiaat in dit soort tegenstellingen omdat er een tegenstelling bestaat die erdoor in de verdrukking kan komen: de VORMAARD tegenstelling. Onder ‘aard’ verstaan we (kennis over: ) de hoedanigheid van een fenomeen dat we ondergaan, zonder dat we de inhoud goed kunnen formuleren en erover kunnen communiceren. Wie kan, als hij ter plaatse is geweest, het verschil tussen het Andes - en het Himalaya gebergte karakteriseren? Je moet de beide hoedanigheden zien en goed onthouden, zodat je je die verschillen wellicht kunt voorstellen, maar ze in taal uitdrukken: zeer moeilijk. We kunnen van ‘aard’-kennis een benadering geven met behulp van feitenkennis, bijvoorbeeld: ‘er is een andere tektonische basis met andere gesteenten, andere soorten hoogtes, met andere klimaatverdelingen’. Dit verklaart een andere fauna en flora, en een ander soort mensen misschien ook. Maar de vraag die het karak-

terverschil stelt grijpt naar een bijna oneindig aantal aspecten; teveel om als gedachteconstructie werkzaam te kunnen zijn. Hierdoor zijn we genoodzaakt om buiten iedere denkvorm om ons gevoel in te schakelen. Inhoud die zo wordt vergezeld van ons gevoel hoeft niet vaag of onwaar te zijn; hij is echter alleen maar duidelijk en verifieerbaar waar voor degenen die de ervaring delen en kennen. We zien dat de term ‘aard’ veel wordt gebruikt, zoals in uiteraard, geaardheid en aardig, en tevens in architectuur is het begrip ‘aard’ in relatie tot vorm erg relevant: in de MATERIALITEIT. Materialen kennen een groot technisch belang, maar toegepast op een vorm staan ze voor het gevoelsmatige verhouden. Dankzij materialiteit kunnen we ons immers een vorm zo voorstellen dat hij AARDT, en kunnen we hem beleven op basis van een karakterverschil als een verhoogde fysieke aanwezigheid. Dit laatste wil zeggen dat we hem bij het waarnemen meer bepalend of sprekend, en mogelijk veelzeggend vinden. Het betekent niet dat kennis van materialiteit toebehoort aan het psychologische informatie domein. Het is zoals met ons dagelijks taalgebruik: met sommige ware woorden in de zin van logische zinnen, willen we ons niet omringen. Oftewel, nabijheid brengt een bijzonder sterk selectieproces met zich mee. En zo sterk selectief zijn we eveneens met materialen waar we ons mee willen omringen: ook dan trekken we ons weinig van ware, in


SUPporter II - 2014

de zin van logische, argumenten aan. Zo willen we meestal geen huis dat geheel van staal is ontworpen, al zou dat formeel prachtig kunnen zijn en veilig. Via de verbeelding het materiaal in onze nabijheid vinden we dat dit materiaal toch niet is wat we wensen, zodat het ‘ontwerpen in staal’ een geheel andere logica krijgt op het moment dat het dichtbij is. Het ontwerpen mag bouwtechnisch voorsorteren zijn ten bate van bouwbaarheid met prestatieve voordelen, maar intussen is het doel: gevoelsmatig verhouden. De ‘aard’ laat dan de bouwtechnische ontwerper welke zuiver rationeel en aan de andere kant gevoelsmatig denkt achter in een spagaathouding, aangezien materialiteit die aanspreekt altijd een mentale voorstelling van nabijheid is. Het probleem is dat de materialiteit een SELECTIONISTISCHE gevoelsuitdrukking is om de gebouwde vorm aan te laten spreken en dat deze uitdrukking als taal slechts in de schaduw van de formele taal leeft. Enkel zo nu en dan duikt hij namelijk op, maar met de constructies van de formele taal heeft hij verder geen verwantschap. Hoewel de prestatieve ontwerplogica met materialen staat als een huis, is de materialiteit, de invoeling van materialen, een taal waarover geen formele reflectie en dus eigenlijk geen ‘weten’, bestaat. Over gevoel kan maar weinig worden gecommuniceerd; het is te afhankelijk van specifieke ervaringskennis. De rauwere vormen ervan, de emoties, zijn wel meer concreet, zodat we die wel veel aantreffen.

gemaakt. En op basis van de negatieve connotatie van geconditioneerdheid is het statement formeel gerechtvaardigd wanneer daarmee het hogere doel, namelijk van het overwinnen van conditionering, wordt bereikt. Het is onwaar gebleken dat materiaalstellingen in de architectuur, zoals die van de moderniteit, conditioneringen kunnen overwinnen. Het onderhevig zijn aan een bepaalde omgeving maakt niets uit voor wat mensen eigenlijk mooi vinden; mooi is uiteindelijk een absoluut begrip. Terwijl op de achtergrond de relatieve onmeetbaarheid van het begrip ‘aard’ speelde, creëerden moderne architecten de stelling dat smaak een kwestie is van goede vorm- en materiaaltoepassing: alle vorm-materiaal combinaties zouden overal kunnen worden toegepast omdat mensen eraan zouden wennen. Die stelling is ook onwaar. Ontwikkelingen in de kennisleer (: epistemologie) In architectuur werd en wordt nog steeds vaak op die manier, de manier van het stelling nemen met behulp van het materiaal, in materialiteit voorzien. Dit is iets dat voortkomt uit de verwijdering van het begrip ‘aard’ als idee uit het filosofische discours. Degene die die filtering uitvoerde was de filosoof Ludwig Wittgenstein in zijn Tractatus logico-

philosophicus (1922), waarin hij een grote streng- en zuiverheid eist ten opzichte van de taal. Onbewijsbaarheid van taal leidt tot onzinnig denken, stelt hij. Helderheid is naar Wittgenstein het van de wiskunde afgeleide logische denken, van afbeeldingen tussen woord en werkelijkheid. Dit wordt genoemd de correspondentietheorie en het levert zinsconstructies op die zijn als een molecuul dat opdeelbaar is in atomen (‘Namen’), die samenkomen in niet onzinnige ‘denk-, spreek- en schrijfstof’. ‘Ware’ betekenis komt vanzelf tot stand uit ware woorden en logische taalvormen, alleen de ethica en de esthetica vallen buiten het systeem. Rationalisten en functionalisten onder de architecten verwelkomden het systeem, maar veel architecten misten iets in dit logisch positivisme, zoals het werd genoemd. Omdat vorm nu als een ‘Witggensteinse volzin’ werd beschouwd, die als een logische constructie (= enkel denkend vanuit het doel dat men bereiken wil) positief tot stand komt, was twijfel over het gevoel vanaf dan feitelijk onbetekenend. De taalmethode van het afbeelden van de meetbare werkelijkheid genereert alle mogelijke tegenstellingen als VORM-INHOUD tegenstellingen. En er is een verbanning van de uitdruk van gevoel en van emotie ten faveure van functionele en formele representatie ondanks psychologisch onderzoek. Pas door het

“ Het is ‘slechts’ aard” Het probleem is niet alleen de ‘aard’-taal zelf maar ook de publieke opinie daarover, zodat de aard van iets al snel een persoonlijke kwestie is: een smaak (een voorkeur of afkeer). Men ziet dat de voorkeur/afkeer ten opzichte van een materiaal geen maatschappelijk onderkende zaak is: smaak is geacht individueel te gelden. Omdat de ‘aard’ werd ontzenuwd veronderstelde men dat smaak ofwel emotioneel was (niet erg positief bedoeld), ofwel aangeleerd. Dit laatste is dan een geconditioneerde smaak, en dat is evenmin positief. We zien dat met het wegvallen van algemeen onderkende geldigheid van smaak er ruimte ontstaat voor veel meer ‘eigen-aard’ propaganda, en ook voor het breed etaleren van een zienswijze of een ideologie; er wordt van ‘aard’ vaak een stelling of statement

Am Urban, Keurzberg, Berlijn (foto: Bauwelt)

29


SUPporter II - 2014

relatief recente onderzoek van onder andere neuroloog en filosoof Gerald M. Edelman die tegen de onmeetbaarheid van de emotie ten strijde trok, en van Antonio R. Damasio en zijn team die de legitimiteit van een logica van het gevoel tegenwoordig herstelt, wordt nu aan logische positivisten een forse duw uitgedeeld. In ons vakgebied was het al Aldo Rossi die inzag dat de cultivering van de ‘aard’ nodig was. Hij veroorzaakte daarmee een revolutie in het moderne Zwitserland, met een verwijzing naar Italiaanse bouwkunst. Die revolutie had de strekking van: “Knap gemaakt of niet- , - kloppend of niet, een gebouw van brokken natuursteen is evident anders van aard dan een aluminiumachtig gebouw: hoe vooringenomen moet je zijn om dit niet (direct) te zien?” De gevoelgedachte is sindsdien heersend in de Zwitserse architectuur, in de werken vanaf Botta tot Herzog en de Meuron, tot Zumthor. Waarheid moet soms een katalysator krijgen wil hij doordringen tot ons bewustzijn. Onbewust weten we het meestal al. In binnensteden ziet men bijvoorbeeld zelden houten gevels,

30

en de vraag is of dit toeval is. De houten gevels functioneren niet noodzakelijk minder, en de reden is vrijwel onbewust gevoel en niet de mindere prestaties. Het is zo dat houten gevels uit de toon vallen gelet op de binnenstedelijke ambiance. Ze stralen anders uit en passen niet tussen gebouwen die op prestige (“scoren/zakelijkheid/competitie”) zijn gericht. Die voorstelling deelt de aard van hout mee. Als je wilt proberen te beargumenteren waarom dat zo is, voel je ook hoe moeilijk het is. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat een blokhut weinig raffinement kent. Raffinement betekent dat we een los samengestelde materiaalcompositie als samenklank ervaren. Het is een deugd; we zien dit aspect wel in bijvoorbeeld kapitelen. Vermoedelijk kun je je kapitelen voorstellen in de context van Parijs, hoewel weer iets moeilijker indien ze gemaakt zijn van hout. Door een raffinement is er minder sprake van naïeve expressie zodat we ons meer tot

het bouwwerk verhouden. Daarmee wordt het beeld ook sterker. Het materiaal is in het geraffineerde beeld aanwezig op de achtergrond en gedekt met vorm(details) die het materiaal in een abstractere zin tonen. De BEHAPBAARHEID hangt ondermeer af van de ratio tussen het herkenbare materiaal, en de daarop ontwikkelde vorm. De rol van raffinement lijkt slechts tegenstrijdig met de gevoelgedachte: vorm helpt mede om ‘aard’taal te maken. Eigen ervaringen: van een woonhuis tot een workshop Na afloop van mijn bouwkundestudie maakte ik een suburbaan vrijstaand woonhuis in houtskeletbouw, met deels metselwerk gevels. De materiaalkeuze kwam ondanks mezelf tot stand omdat er een onderaannemer bij was betrokken die in Australië enthousiasme had opgedaan voor de bouwmethode. Uiteraard begreep ik wat ik nu heb beschreven toen nog maar op een uiterst fragiele wijze, maar toch verenigde ik me met de beoogde materialisering aangezien ik het enthousiasme snapte. Mijn opdrachtgevers wilden echter


SUPporter II - 2014

eigenlijk geen modern huis, dus ik moest me in bochten wringen. Ik heb toen inspiratie gezocht bij De Stijl en een dynamische plattegrond gemaakt met een dito volume. Dit omdat ik hoopte dat de stilistische puurheid mijn opdracht zou redden. Gelukkig werden we het eens. Mijzelf interesseerden de typische kenmerken van de houtbouwmethode. Ik koos plankenbekledingen afgewisseld met metselwerk voor zachtere of juist hardere gevels; heel specifiek. Planken konden m.i. een lyrische rol hebben, wat ik van J.J.P. Oud leerde, en ook een meer staccato-achtige. Via het overstek en bij het binnenkomen wilde ik het buigsterke karakter van de bouwmethode tonen. De ‘aard’-taal bestond uit het hele volume plus het overstek en de planken-kalkzandsteen dynamiek, en die zou, hoopte ik, mensen een verhouding met het huis geven, maar zo kon ik mijn raffinement idee niet formuleren destijds. Het huis is gebouwd met bouwtechnische wijzigingen; van sommige heb je spijt en van andere niet. Een bouwproces is een loutering: verbeelding en inventiviteit worden erin getoetst. Pas later ben ik meer gaan begrijpen van de bronnen

van de verbeelding en de inventiviteit. Karakter stijgt boven praktisch denken uit In iedere vormentaal zit, gematerialiseerd of met slechts een materiaal suggestie, karakter; ook zonder dat dit geregisseerd is. Soms is het karakter diffuus of langdradig, soms enerverend en behapbaar, en dit maakt voor de waargenomen fysieke aanwezigheid veel uit. Het wonderlijke aan architectuur is dat er een nauwkeurige overeenstemming lijkt te bestaan tussen zeer verschillende mensen en zelfs culturen, over de karakterinterpretatie van een gebouw. Ook zelfs zonder dat er raffinement is bereikt. Uiteraard ligt de reden daarvan in de menselijke geest die de VORM EN ‘AARD’-taal interpreteert, maar omdat we het blijkbaar hierover goed eens kunnen zijn, kan het niet anders dan dat een gebouwd karakter vanwege de ‘aard’ een subindividueel niveau van bewustzijn oproept. Een emotionele ervaring die in wezen vergelijkbaar is met het opdoemen van iets fenomenaals zoals een hoge vulkaan die we gewaarworden achter heuvels. Aan de andere kant kan het zijn dat ‘ aard’ een gevoelszienswijze is, die we onszelf als het ware educatief opdringen, of via al-

lerlei zienswijzen opgedrongen krijgen. Dat wil zeggen dat er dan geen vrije interpretatie van een (architecturaal) beeld zou bestaan. Dit is precies waar o.a. de neuroloog Antonio Damasio en zijn medewerkers op studeren. Hij stelt dat zelfbewustzijn is te beschouwen als de koppeling van de gebieden in de hersens die een VOORSTELLING genereren met de gebieden die de eigen LICHAAMSERVARING vertegenwoordigen. Mits in de hersenen een goede vertaalbaarheid is tussen geest en opgeslagen ervaring, kunnen mentale flitsen ideeën vormen en eigen of vrije zienswijzen laten plaatsvinden. Een mentale verplaatsing, een verplaatsing van een gezichtspunt, is mogelijk als het bij de voorstelling betrokken neurale proces de lichaamservaring ziet, en als de lichaamservaring in termen van de voorstellende geest kan meedenken. Ik heb in 1997 al aan deze TU naar aanleiding van de toenmalige werkwijze van ir. L. Kerssemakers, een ontwerpopgave aangeboden op basis van materialen. Studenten moesten in een project één bouwmateriaal dat hen was toebedeeld via een vormgeving tot expressie laten komen. Er was ook theoretische analyse: een toetsing op de zienswijze van auteur T.L. Patterson. Ik heb ervaren hoe de cognitie (kennis) en de zintuiglijke ervaring van materiaal visueel vertaald kan worden tot bouwkundige ideeën, en hoe de geest daarin een buitengewone taak kan vervullen, namelijk het overbruggen van de tegenstelling tussen VORM en AARD. De studenten leerden te doen waarin ze goed waren, en om de dingen te accepteren die voor zichzelf spraken. Wat ik eerder als het gevoelsmatige, psychische verhouden aanduidde heeft hier tot het gewaarworden van fysieke aanwezigheid geleid, ontstaan door samenvloeiing van allerlei soorten kenmerken van de materialisering door vorm, bijvoorbeeld: - een voor dat materiaal logische opbouw van de hoofdvorm, - een acceptatie van een of meer nadenpatronen en van typische details, - een materiaaltypische glans of dofheid die als uitgangspunt gaan functioneren, etc. Conclusie: herkomst van karakter is gelegen in associatie, niet in representatie en dramatisering Feitenkennis inbreng in dit proces werkt in het maken van een materialiteit-taal niet; het moet juist zo zijn dat de COGNITIEVE

31


SUPporter II - 2014

aanwezigheid inboet in het voordeel van de FYSIEKE aanwezigheid. Sinds Wittgenstein’s Tractatus hanteert de formele taal de VORM EN INHOUD tegenstelling, met als criterium een empirisch of logisch verifieerbare waarheid, en vanuit dat is langzamerhand architectonische vormgeving design geworden. Daarom is architectuur in een bepaald gevoelsmatig kader gekomen. Er resten slechts twee bronnen van ‘aard’ welke nog mogelijk zijn; de eerste is de “representatieve aard” en de tweede is de “tegensprekende aard”. Dit is enerzijds de van de inhoud afgeleide geënte vorm: de vorm waarin data zijn verwerkt. Anderzijds is dit de gedramatiseerde vorm, meestal de kunst. Met andere soorten ‘aard’ is afgerekend, en dat is ook gebeurd met het neurologisch gesproken primaire bewustzijnsmechanisme van ASSOCIËREN. (Al zien we in de architectuur altijd wel veel tegenbewegingen.) Een soort associatie is de materiaalassociatieve vormgeving die in de workshop is gedaan en hiernaast bestaan

32

nog de functieassociatie mogelijkheid (‘Symboliek’) en de situatieassociatie mogelijkheid (‘Situationisme’). Moderne wetenschap wordt, zoals Edelman het stelt in zijn boek “Second Nature” (2006, p. 8), het geheel van onze mentale voorstellingen in dienst van een verifieerbare waarheid. Als zodanig is iedere voorstelling afhankelijk van ons gelimiteerde bewustzijn, dus is dat bij de naar logische waarheid strevende wetenschap ook zo: ook die is primair afhankelijk van ons bewustzijn, en dus van de specifieke werkingen ervan. Van die werking beginnen we steeds meer te weten: ons op evolutie geschoeide brein is selectionistisch en lijkt niet op een computer. Er is geen reden waarom we geen theorie over waarden zouden kunnen ontwikkelen die de logica omvat. Om een vrij zelfbewustzijn en dus een vrije interpretatie te kunnen genereren bij het zien van architectuur is er dus tevens ook altijd een voorstelling van de waarde van het ‘zelf’

nodig naast die van de logisch afgebeelde werkelijkheid. Mijn concluderende ervaringsstelling is ten slotte nu deze: - pas als er een ONDUIDELIJKE SAMENHANG bestaat tussen vorm en inhoud, kan er, mits er sprake is van een MATERIAAL-ASSOCIATIEVE VORMGEVING, een verrassende fysieke aanwezigheid bestaan die geschoeid is op ‘aard’ en die aanvoelt als een deugd. Die zal grotendeels te danken zijn aan het concreet ervaren van het gebruikte bouwmateriaal. Indien men zich hier bewust van zou worden zal er een betere architectuur kunnen ontstaan.

Ir. L.A. (Bert) van Schaijk; Materiaalkunde, Bouwtechniek & Bouwfysica bij unit BPS, Fac. BWK, TU/e.


SUPporter II - 2014

Jaap Cederhout Meer hout de komende jaren

COLUMN

Ook in Estland en Letland waren dit soort gebouwen niet te bewonderen. Alles wat we in hout zagen waren woningen en geen andere gebouwen.

Als bouwmateriaal verwacht je dat dit veel toegepast wordt,zeker in boomrijke omgevingen. Het idee dat het veel gebeurt in de Alpenlanden en in Scandinavië komt mij niet bekend voor. Twee jaar geleden heb ik met een studiereis Finland, Estland en Letland bezocht , maar daar kwamen we bedrogen uit. In Finland wordt het gebruik van hout in Utilitaire gebouwen niet veel toegepast , alleen houten woningen zijn er genoeg. Bij een bezoek aan architectenbureau Lahdelma & Mahlamki werden wij blij verrast door diverse ontwerpen van houten gebouwen. Dit bureau heeft het ontwerp van het museum over Poolse Joden in Warschau gewonnen. Een fraai gebouw met een dak met diverse ronde vormen wat nu in aanbouw is . De eigenaar van het architectenbureau heeft ons veel fraaie gebouwen laten zien. Één ervan, te weten Haltia Natural Center hebben wij in een later stadium bezocht. Het bizarre aan dit werk is, dat het constructieve ontwerp en de levering van materialen vanuit Oostenrijk gebeurde. Er was zelfs een transport met een houten ligger van 36 meter. Bij navraag blijkt dat de regelgeving in Finland nog niet zo ver is voor wat betreft het ontwerpen in hout. Dat staat nog in de kinderschoenen, wat met zo’n enorme voorraad hout wel wat verwonderlijk is. Op dit moment is men er wel mee bezig om de regelgeving aan te passen, maar zo ver is het nog niet. De verwachting is als dat is gebeurt, er wel meer ontwerpen in hout zullen verschijnen.

Jaap Cederhout

Hout is een prachtig product als bouwmateriaal. Het is eenvoudig te bewerken en het heeft veel mogelijkheden. Een bijkomend voordeel is dat dit in alle landen groeit en een grondstof is die onuitputtelijk is, zolang we bomen blijven aanplanten.

Als BAM zijnde, hebben wij vorig jaar een uitbreiding van het gemeentehuis in Brummen volledig in hout uitgevoerd. Iets wat nog niet vaak is gebeurd bij een utilitair gebouw in Nederland. Met uitzondering van woningen, dat wordt wel regelmatig in hout uitgevoerd. Met zoveel hout in Europa verwacht je veel meer ontwerpen in hout, als je op google “Houten gebouwen in Europa” intikt komt er niet veel te voorschijn. Wel veel woningen en tuinhuisjes, maar dat is niet wat je zoekt. Gelamineerde liggers zijn er wel al tientallen jaren te koop. Deze worden toegepast voor grote overspanningen en spanten, met andere woorden, er zijn genoeg mogelijkheden voor het ontwerpen in hout. Maar op de één of andere manier komt dat niet van de grond. Ik heb wel het idee, dat dit in de komende jaren meer gaat gebeuren.

Jaap Cederhout is gast-docent bij Construction Technology. Hij begon zijn carrière als timmerman, via de avondschool kwam hij bij de koninklijke BAM groep terecht, waar hij reeds 36 jaar actief is. Momenteel houdt hij zich bezig op een breed terrein, variërend van schadegevallen tot het ontwerpen van bouwwerken in verschillende sectoren.

33


SUPporter II - 2014

Bouwen met rondhout

Nieuwe spelregels voor constructies van rondhout Het gebruik van rondhout in de bouw en civiele techniek is sinds de Industriële Revolutie afgenomen en nu nagenoeg verdwenen. Sinds begin 2010 doen wij, mijn medewerkers David Baros, Chistian Uwer en ik, aan de Fachhochschule Aachen (Aachen University of Applied Sciences, afdeling Architektur ) onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden van onbewerkt rondhout, oftewel boomstammen. In het ‘Rundholzlabor’ (ØHL) zoeken we naar mogelijkheden voor het gebruik van maximaal onbewerkte boomstammen: de gevelde boom in zijn natuurlijke staat met bast, zijn totale lengte en zijn, in mechanisch opzicht, gecompliceerde onregelmatige en conische vorm.

tekst: Prof. Ir. Bert van Bunningen afbeeldingen: Prof. Ir. Bert van Bunningen

34

Project voor een rondhouten hoogspanningsmast

De teloorgang van het rondhout Het verdwijnen van het gebruik van hout en rondhout in de bouw en civiele techniek vanaf de Industriële Revolutie had verschillende oorzaken. Er was een tekort aan grote boomstammen of het ontbrak aan transportmogelijkheden om deze van ver te halen. Een tweede oorzaak was dat houtverwerking plaats vond in kleine ambachtelijke bedrijven die slecht waren toegerust voor grote bouwprojecten. En ten slotte was er de concurrentie van nieuwe materialen: gietijzer, geklonken staal en gewapend beton. Terwijl het gebruik van rondhout afnam, was er een opbloei in de ontwikkeling van methoden om kleinere elementen te gebruiken voor grote constructieve bouwdelen. De onregelmatige vrije vorm van de boomstam, die de industrialisatie van de houtindustrie in de weg had gestaan, werd bedwongen door het hout te verzagen. Deze ontwikkeling culmineerde in de uitvinding van gelamineerd hout in het begin van de 20ste eeuw. In de Verenigde Staten overleefde het hout de Industriële Revolutie, omdat daar grote kwalitatief hoogwaardige stammen massaal voor handen waren. Deze gebruikte men voor de bouw van grote spoorbruggen. Objecten uit de twintigste eeuw in Europa - houten steigers, uitzichttorens en voetgangersbruggen - zijn grotendeels verdwenen omdat ze intensief onderhoud nodig hadden. Nu zien we alleen nog rondhout in heipalen, speeltuintoestellen en machinaal vervaardigde houten huizen en blokhutten; een

branche die het momenteel druk heeft met het verbeteren van de verlangde thermische kwaliteit van de rondhouten wanden. Een bekend voorbeeld is de rondhouten brug in het Duitse Laach, een brug die vooral bekend is doordat het goedkeuringstraject 12 jaar duurde bij gebrek aan adequate regelgeving. Het ØHL, zoeken naar duurzame toepassingen In de eenentwintigste eeuw is het niet langer noodzakelijk om hout voor verschillende gebruiksdoelen tot kleine elementen te verzagen. In het ‘Rundholzlabor’ (ØHL) streven wij, onderzoekers, daarom naar het gebruik van de onbewerkte boomstam: de gevelde boom, aan de kopse einden precies verzaagd en verspaand, zo mogelijk met behoud van de natuurlijke schors.


SUPporter II - 2014

door reductie van het aantal kostbare knooppunten in de constructie. Per knooppunt streven we naar een zo gering mogelijke hoeveelheid gietstaal. De verbindingen moeten daarnaast het uitwisselen van verouderde stammen op eenvoudige wijze mogelijk maken, als bijdrage aan de levensduur van het bouwwerk. Tweevoudige achterspanning -zelfspannend- als knikverkorting

Een bekend voorbeeld van redelijk recente datum is het Nederlands paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Hannover in 2000, ontworpen door MVRDV te Rotterdam waarvoor houtprof. André Jorissen de constructieberekeningen maakte. Nieuwe vindingen maken het mogelijk iedere boom al op zijn standplaats in het bos te scannen, zowel aan de buitenkant als inwendig, op zijn individuele maten en onregelmatigheden. Op basis van de digitale gegevens kunnen zo constructies worden ontworpen waarin elke boom als uniek exemplaar zijn eigen, vooraf bepaalde plaats krijgt. Een sterke boom als zwaar te belasten ligger, een kort of beschadigd exemplaar voor een kort constructie-element, een kromme boom voor een buigstijve hoek. Het gebruik van onbewerkt hout maakt het noodzakelijk te zoeken naar bescherming tegen aantasting door planten, insecten, schimmels en bacteriën. Ook regen, sneeuw, ijs, vocht en chemische stoffen als zout en fijnstof zijn een bedreiging. Het gebruik van chemische conserveringsmiddelen sluiten we uit. Goede natuurlijke ventilatie in de verbindingen kan een oplossing bieden. Knooppunten Naast duurzaamheid is het gebruik van zo min mogelijk verbindingen een tweede voorwaarde die ons zinvol lijkt. De knooppunten vragen de meeste arbeid en dus kosten. Ook in de huidige winmethoden van rondhout worden de stammen verzaagd tot handzame, standaard transportlengten. In Duitsland zijn talrijke gebieden waar honderdjarige grenen stammen staan van ver boven de 25, soms zelfs 35 meter bruikbare lengte. In de benadering van het ØHL worden de hogere transportkosten voor lange stammen gecompenseerd

Vijf nieuwe toepassingsmogelijkheden Na deze overwegingen en doelstellingen, met betrekking tot ecologische en gebruikspotenties van onbewerkte boomstammen, kwamen wij tot de vraag waar deze concreet te gebruiken zijn. Als constructieve ontwerpers denken we vooral aan grote civieltechnische constructies, die momenteel deel uitmaken van de door beton en staal gedomineerde bouwwereld. Vijf nieuwe gebouwtypen van rondhout vormen een lijst van nader te onderzoeken gebouwen: een hoogspanningsmast, een grote fietsenstalling, een parkeergarage, een snelwegbrug en een spoorbrug. Elk ontwerp heeft zijn eigen subthema’s voor research: knooppunten, inklemmingen door voorspanning, knikverkortingen, funderingen, montage, natuurontwikkeling in de knooppunten en nog vele andere. De deelonderzoeken rondom de constructies bieden oplossingen of aanzetten tot oplossingen.

1. Een hoogspanningsmast Al enkele decennia heb ik – en ik niet alleen - de ambitie om deze houten torens aan de horizon te zien verschijnen. Houten hoogspanningsmasten leveren op een heel zichtbare manier een bijdrage aan een duurzamer energietransport. Bij het ontwerp hangen alle elektriciteitsleidingen boven elkaar zodat de tracébreedte zo smal mogelijk is. Verder is er een zo schaars mogelijk gebruik van staal. De constructie maakt het mogelijk om de houten staven aan het einde van hun levensduur eenvoudig te vervangen. Een schets laat een ontwerp zien voor een tweevoudige achterspanning, om eventuel de kniklengte te verkorten. 2. Een rondhouten fietsenstalling in meerdere lagen Door het scheefplaatsen van de stammen in de lengte- en dwarsrichting, ontstaat er door het gewicht van het hout in alle knooppunten een drukkracht. We noemen dat het autostabiele principe. Moeizame, op trek belaste bevestigingen van windverbanden met een overdaad aan bouten, persdeuvels en grote schetsplaten om de trekkrachten in het relatief zwakke hout over te dragen, kunnen we op deze manier vermijden. Bij deze dikke houten stammen is de brandveiligheid geen probleem.

Vijflagige parkeergarage van rondhout , autostabiel

35


SUPporter II - 2014

3. Een parkeergarage in twee tot vijf lagen Door de kolommen van de garage iets scheef te zetten en dan af te schoren, wordt ook hier het autostabiele principe toegepast. Parkeergarages hebben een relatief geringe nuttige belasting. De parkeerdekken zien we als onderspande dubbelliggers die met houten veren aan elkaar verbonden zijn en onderspand worden door lange staven. De stroeve bekleding van de dekken komt uit de wereld van de scheepsbouw. 4. Snelwegbruggen over diepe dalen en rivieren Deze grote bruggen worden gebouwd met gelijke rondhouten piramides die monteerbaar en uitwisselbaar zijn door middel van gietstalen verbindingselementen. Deze bouwdelen kunnen in een veldfabriek worden geproduceerd, overal waar lange rechte bomen groeien: in Noord- en OostEuropa, Azië, in de koude streken en in de oerwouden rondom de Evenaar. Deze grote civieltechnische constructies brengen een extra aantal vragen met zich mee: •

• • •

Een stevige ingeklemde verbinding van de stam aan het montageknooppunt ter verbetering van het knikgedrag Het optimaliseren van de structuur van de hoge steunpunten De fundering Het montageknooppunt, de montage-eisen en de mogelijkheid de stammen uit te wisselen

Bouwsysteem bestaande uit standaardpyramides van rondhout bedoeld voor snelwegbruggen

Bescherming tegen vocht, rot en ongedierte en - in contradictie hiermee - de ecologische mogelijkheden voor nieuwe microbiotopen

5. Viaducten en spoorbruggen van rondhout Het ØHL denkt aan een herontdekking van de Noord-Amerikaanse vakwerkbruggen waarbij de trekstaven uit massief stafstaal bestaan, die dwars door de knooppunten heengaan en die zijn bevestigd aan een brede schetsplaat die de trekkracht omzet in drukkrachten in de houten staven. Naar ons idee verdienen deze logische en constructief zuivere bouwwerken een nieuwe bloeiperiode.

Spoorbrug : combinatie van stalen trekstaven en rondhouten drukstaven

36

Samenwerking Het ØHL streeft naar samenwerking met andere onderzoeksinstituten en de houtindustrie in het zoeken naar oplossingen voor de vele nieuwe vraagstukken. Er zijn contacten met de Belgische en Duitse bosbouw en met de Universiteit van Vaduz, Liechtenstein. Met het door onze civieltechnische collega’s geïnitieerde houtbouw laboratorium, de Abbundanlage in Euskirchen, zoeken we naar oplossingen met verspaningen die weinig of geen verbindingsmiddelen nodig hebben Naast technisch onderzoek waarop het ØHL tot op heden focust, moet ook de markt voor deze nieuwe constructies worden verkend. Gezien de huidige tendens van aandacht voor het herkenbare natuurproduct, zal er te midden van verlijmd hout-, staal- en betonconstructies, een plaats kunnen bestaan voor constructies van onbewerkte boomstammen.

Door Prof. Ir. Bert van Bunningen, hoogleraar bouwtechniek, constructieve structuur van gebouwen en architectuur Fachhochschule Aachen, Aachen University of applied sciences


SUPporter II - 2014

Jos Lichtenberg Aaien

Zo ver komt het niet. We zijn volgens mij namelijk in een duurzame kentering terecht gekomen. Waar gebouwen in eerste instantie beleggingsobjecten waren en de gebruiker op het tweede plan kwam, is dat tijdens de crisis gaan kantelen. Bij bovenbedoelde gebouwen kwamen niet alleen rendement, maar ook vorm en techniek in veel gevallen

Jos Lichtenverg

Na WO II was er eerst oog voor kwantiteit, maar toen de economie in de zeventiger jaren naar een ongekende hoogte groeide was er opeens ruimte voor uitbundige architectuur. Met name het laatste decennium, doorslaand naar soms onnatuurlijke architectuuruitspattingen, zoals met bijna op het oog onhaalbare uitkragingen en scheefstanden (o.a. Puerta de Europa in Madrid, de Capital Gate Tower in Abu Dhabi, het filmmuseum in Amsterdam). Zeker technische hoogstandjes, maar je moet wel een heel goed functioneel excuus hebben om dit met dermate materiaal verslindende (verkwistende) kunstgrepen te willen realiseren. Een beeld van decadentie dringt zich op. We zijn kennelijk in een fase terecht gekomen waarin gebouwen wat mogen kosten om tot uitspatting te verworden. Wellicht zijn we wel beïnvloed door de fictie-wetenschap, waarbij beelden van de toekomst referentie worden voor de hedendaagse architectuur. De stad als selffulfilling prophecy .

COLUMN

Bij Booosting (www.booosting.nl) was altijd het uitgangspunt om de vraagwereld, met name de ontwerpers, dichter bij de industrie te brengen. Dat leverde de afgelopen 25 jaar slimme knopen, 3-D vakwerken, spanconstructies, blobs en schaalconstructies op. Ook bij de wat minder uitbundige ontwerpen zag je met name in de gevels veel techniek verschijnen. Het marktaandeel van metaal en glas groeide in die periode. Ook kunststof werd ontdekt. Al met al een vooral techno architectuur gekleurde ontwikkeling.

vóór gebruik. Het gebouw als status symbool of toeristische trekpleister, maar wel met gebruikers die klagen over lekkages, een slecht binnenklimaat, hoge nagalmtijden en een slechte logistiek. Het spektakel heeft zijn prijs. De woontoren als fenomeen is wat mij betreft al een toonbeeld van de mismatch tussen vraag en aanbod. De gebruiker wil namelijk helemaal geen toren. Natuurlijk is het spectaculair om in een penthouse midden in de stad teruggetrokken met een fantastisch uitzicht te kunnen wonen. Echter ten eerste is dat slechts weggelegd voor de kapitaalkrachtigen onder ons en ten tweede is het de vraag of we ‘deep down’ wel teruggetrokken willen leven in een appartement met een terras waar je vanwege de hoge windsnelheden nooit kunt zitten. De gebruiker komt vanaf nu weer nadrukkelijk in beeld. Dat biedt denk ik enorme kansen voor hout dat in dit nummer centraal staat. Mensen hebben affiniteit met natuurlijke materialen. Bij hout wordt gekeken, gevoeld en geroken. Bij een gegoten aluminium knoop zie ik nooit dat die liefdevol wordt betast. Bij kunststof wordt aaien soms zelfs bestraft met een stroomstoot. Mijn overtuiging is dat natuurlijke materialen enorm terrein gaan winnen. Vanwege de hernieuwbaarheid, maar vooral omdat consumenten het willen. Wel moeten we nog op zoek naar nieuwe vormen en ontwerpvaardigheden, wellicht ook nieuwe levensduur verlengende en demontabele technologieën . Er is al veel inspiratie, maar ik denk ook aan de vele houtbouwsystemen waar men zich jammerlijk tot het uiterste inspant om het eindproduct op een traditioneel steenachtig huis te laten lijken en niet voor een eigen gezicht kiest. Kijk ter inspiratie maar eens op www.huf-haus.com als voorbeeld van hoe hout waarde kan creëren.

Jos Lichtenberg is hoogleraar Productontwikkeling. Voormalig trekker van de specialisatie Building Technology en sinds september j.l. algemeen directeur van ADMS. Buiten de TU is hij o.a. consultant bij Inno-Experts en voorzitter van de stichting Slimbouwen.

37


SUPporter II - 2014

Hans Ruijssenaars Architecten Samenhang op álle schaalniveaus Bij het 25-jarig jubileum van “het Houtblad” schreef ik onlangs: Na eeuwenlange vanzelfsprekendheid verloor hout in de vorige eeuw zijn prominente positie in de westerse architectuur. De Moderne Beweging met veel glas, staal en beton, verdrong hout uit het vocabulaire van architecten. Een schrale -bijna cynische- rol speelde nog het schrootjesplafond. Rond 1990 gingen de denkramen weer langzaam open en verdampte het taboe op hout gaandeweg. Hout is terug, natuurlijk en vanzelfsprekend. Tijdens die ‘moderne traditie’ heb ik bouwkunde gestudeerd in Delft. ‘Hout ’was toen een vak dat je gedaan moest hebben, maar de opgedane kennis werd nauwelijks toegepast in de ontwerpen. De bijna genetisch opgeslagen vanzelfsprekendheid bleef sluimeren.

Ontwerp van Rodchenko

Theatro Farnese in Parma

Één van mijn eerste majeure ontdekkingen, met betrekking tot hout tijdens mijn studie, was het werk van Rodchenko rond 1920 in Rusland, waarbij hij uit korte brokken grof hout ruimtelijke constructies timmerde. De grote spijkers waren daarbij zichtbaar instrumenteel! De kleefkracht van een spijker is een technisch wonder. De hechtkracht van een schroef is een nobelprijswaardige vondst. In de verbinding laat het materiaal zich echt kennen. De ontwikkeling van lijmen, laminaten, vingerlassen en verspaningen gaan in een enorm tempo door en maken hout weer een modern en actueel bouwmateriaal, vér voorbij het taboe.

relatief ongecompliceerd is. Het besef van de isolerende waarde van hout is basisbesef in ons klimaat. De bouwfysica (ten onrechte vaak verwaarloosd in de opleiding) is één van de pijlers in ons denken over binnen en buiten: je kunt niet zonder!

Een tweede belangrijke ontdekking voor mijzelf was het talent van hout om binnen en buiten probleemloos te verbinden. Elk ander constructiemateriaal geeft koudebrug- en problemen met condens op de overgang van binnen naar buiten! Natuurlijk wisten we allang dat het gebruik van hout voor kozijnen

tekst: Hans Ruijssenaars afbeeldingen: Hans Ruijssenaars Baarn

38

Een derde belangrijke bewustwording met betrekking tot hout was rond 1990 toen ik net de opdracht had ontvangen voor een nieuw theater in Schiedam. Op studiereis kwam ik (per ongeluk) in het Teatro Farnese terecht in Parma. Onverwacht struinde ik door een klein poortje en kwam in een overweldigend amfitheater terecht in het hertogelijk paleis. Vanwege het gewicht en de noodzakelijke snelheid, in 1619(!) geheel gebouwd van hout, op de eerste verdieping van het paleis. Via de de ramen in het oudere paleis viel er goudkleurig daglicht binnen in het theater, een verademing! Maar meer nog was er de onmiddellijke sensatie van de geur van hout!


SUPporter II - 2014

theater bibliotheek en stadhuis stadserf schiedam

Kort maar heel duidelijk! De houtgeur (uit 1619!) gaf een direct gevoel van weldadige herkenning: het ruiken als een nieuwe zintuigelijke ervaring bij gebouwen! Ik heb toen in het Theater aan de Schie binnen een grote ‘schuur’ (net als bij het paleis in Parma) een houten theater gebouwd: met daglicht, aanraakbaar op geschaafde houten delen, en met een grove zaag gezaagd op de niet aanraakbare delen. Lekker harsig hout, de zaagtanden nog iets

verder uit elkaar dan normaal zodat het oppervlak extra ruig werd. Het geurende resultaat werkt! Iedereen ruikt het, niet altijd bewust, maar bij sommige bezoekers evident aangenaam! Architectuur als brede zintuigelijke ervaring: het oog (daglicht), de neus (harshout), de tast ( de aanraakbare delen) en als extra cadeautje het oor: hout ‘klinkt’ beter! De ‘smaak’ was niet direct bereikbaar, maar wordt mogelijk in de pauze gestreeld door de in eikenhouten fusten bewaarde wijn. Dit houten theater stond aan de wieg van het verdampende taboe. Hout mocht weer, werd volwaardig en weer op waarde geschat: terug van weggeweest, terug in de basis! In andere culturen, zoals in Japan, China, Rusland, Scandinavische landen etc. is de continuïteit van het houtgebruik veel gelijkmatiger gebleven. Oude bewerkingstechnieken, beschikbaarheid en nieuwe technieken uit die culturen zijn voor ons de moderne leermeesters! Bijvoorbeeld de onderhoudsvrije verduurzaming van hout

door de buitenlaag te verkolen (Shou Sugi Ban) is een traditioneel Japanse methode die zich als een vlek over de wereld verspreidt. Naast het opheffen van het taboe op hout zijn er natuurlijk veel ontwikkelingen bij andere materialen. Er lijkt wel een tsunami van ontdekkingstochten gaande over het hele scala van mogelijke bouwmaterialen. De techniek op vrijwel alle fronten gaat verder en verkent grenzen. Het nieuwe is boeiend en uitdagend. De ontleding van gevels in meerdere lagen met meerdere functies, de nieuwe rekenhulpmiddelen die eenvoudiger de grenzen opzoeken, de complexe statisch onbepaalde constructies waarbij een ‘weefsel’ als geheel werkt en zwakkere delen compenseert, er komt een mooie toekomst aan! Aan de basis van al dat moois staan veelal toch ‘de verbinding’ (de spijker), de bouwfysica (the great unifying theory) en de zintuigen (héél de mens). Door de tijd heen gaat het om samenhang op álle schaalniveaus. Hout is een mooi materiaal dat ons daaraan blijvend herinnert.

theater bibliotheek en stadhuis stadserf schiedam

39


SUPporter II - 2014

Avanto Architects Woodism

It is difficult to write about the use of wood as it is a topic that has been written so much about already. Is there anything left to say? In Finland there has recently been a lot of arguing between the wood and concrete industry which of the two materials is more sustainable. The latter is upset about the government’s policy to support the use of wood in public sector building projects and claiming that in the long run using stone to build is more ecological. The mass of the material helps to balance temperature extremes and reduces the need for air conditioning in summer time. Concrete is claimed to last longer and to require less maintenance so that ultimately the carbon footprints are equal. There are statistics to demonstrate this but as both industries can “prove” to be more sustainable, it seems that you can pick the right numbers and research data to have evidence even for totally opposing claims.

text: Ville Hara (Avanto Architects) images: Avanto Architects (or otherwise mentioned)

40

Garden Studio Helsinki Zoo lookout tower (photo: Tiainen)

In the middle of this information propaganda it is wise to use common sense. Wood can store a lot of carbon dioxide and it is a local material in Finland. It is cheap and easy to work with. Wood has good strength compared to its weight, which makes it ideal when building on a site that is difficult to access: like our Four Cornered Villa located on an island with no road connections for construction material transport. As a natural material, timber doesn’t release emissions and it ages in a beautiful way. It is easy to recycle and can be burned to produce energy. As a living material it is beautiful and pleasant to the touch. It seems that it draws a lot of media attention too: most Finnish projects published worldwide are made of wood. For us at Avanto Architects wood is no religion though. Instead of believing in “woodism”, we prefer to use the material most suitable to its purpose, whether it is wood, concrete or something else. But it is interesting to investigate what the most suitable material is for a specific purpose. There is a lot of prejudice on this. Many people think wood burns easily, but wood is actually very stable in case of fire: its surface burns slowly and predictably in a constant pace. By dimensioning the structures big enough, the fire safety can be an improvement over steel structures for example, which suddenly lose their load bearing capacity. Wood is

supposed to be short-lived and rot easily, but Japanese architecture can demonstrate how you can build long lasting structures if you protect the wood with long eaves and lift them up from moist ground. The best way to fight these kinds of preconceptions is to prove them wrong by actually constructing possible examples, like wooden high-rise. My favorite example is one from Myth Busters: their amazing fully functioning wooden motorcycles. In our projects we have demonstrated very different ways to work with wood. My first built project, the Helsinki Zoo lookout tower, was the first gridshell structure in Finland in 2002. Situated on a site eighteen meters above sea level with spectacular views of the sea and the city of Helsinki, the only tenmeter-high tower is a delicately transparent landmark of the Korkeasaari Island. The free form was inspired by the natural setting: it follows the existing low stone wall and skirts around a small birch grove. The load bearing gridshell structure consists of 72 glue-laminated battens, with a section of only 60 x 60 mm. These are bent and twisted on-site from seven pre-bent types. Over 600 bolted joints hold the shell structure together. The tower was erected by an international group of students of architecture and we learned quite a lot working with our own hands on the building site.


SUPporter II - 2014

Connection detail of the Zoo lookout tower

At the other extreme is our winning competition entry for the Habitare furniture fair design competition, Sauna Kyly. This entry has a structure built by simply laying massive 210 x 235 mm pine logs over each other on a tiny plot measuring five by six meters. This results in an intimate composition of several spaces. The original idea was to use 250 x 250 mm wood, but trunks that big are hard to get in Finland these days and impossible in the tight timeframe we had. For the sauna purpose, spruce would have been better as it contains less raisin that results from the sauna heat, but big dimensions in spruce are even more rare than those in pine. The wood had to be cut in wintertime and there needed to be enough time to let this wood dry before installation. We evaluated the cracks resulting from the drying process as no problem, even though some people see them as a defect and do not accept the true nature of wood as a living material. It would be a pity to waste beautiful massive timber to build only a temporary folly for a four day exhibition. This is why the structure is easy to dismantle and reassemble for future use. There are no corner joints or traditional dovetail joints connecting the logs, just wooden pegs every 600 mm. In this way Kyly is a modern interpretation of a traditional log sauna. Visitors of the sauna were required to take off their shoes when entering, which is a typical

practice both in Finland and Japan. The sequence of spaces starts by taking two steps, away from the surroundings and entering an enclosed dressing room. A shower space is set one step higher. There are 5 mm gaps in between floor planks resembling massive logs, to let water flow to the watertight basin below. The most intimate space is highest; the sauna. The sauna heater is sunk in the wooden floor as it was required from the competition program that this heater would be powered with electricity only. The outer stones are used to eliminate fire risk from this element. There is also a furo bath and an area to fire up a traditional sausage barbeque after bathing. The furo bath is actually made watertight, hiding a standard swimming pool membrane under the visible planks. It is cut precisely to the same size as the surrounding massive logs. All installations were hidden in holes drilled into the wood as well. Using only wooden elements was not allowed as even a small leak would have had dramatic consequences in a waste exhibition hall. A rich composition of spaces is created with very simple means. The materials were not treated with any product. The smell, texture and acoustic properties of massive wood create a strong atmosphere - a calm wooden nest in the middle of a noisy exhibition environment. It was really rewarding to observe people in the sauna space. We were not sure whether people could really sense the experience we

had been trying to achieve. But observing everyone walking on the warm wooden surface without shoes, entering the sauna room being isolated from the hustle of the fair, and leaning back on the bench seemingly relaxed and feeling good; we were really pleased. As we had wished, the architecture could bring people a moment of joy and happiness.

Sauna Kyly (photo: Kai Kuusisto)

41


SUPporter II - 2014

Sauna for Expo 2010 (photo: Daniele Mattioli)

We were asked to design another Kyly sauna at the Finnish pavilion at Expo 2010 in Shanghai. After preliminary studies we found that the light steel structure intended to be dismantled and reused after the fair couldn’t carry the load of the massive timber structure. We worked closely with cabinetmaker Kari Virtanen and came up with a wild idea: The structure of the logs can be made hollow to keep the sauna as lightweight as possible and still keep the feel of solid timber. At first we had some doubts, because the original concept of Kyly was its simplicity and authenticity. We decided to show the principle of hollow logs at the ends. The structure worked very well after all, as the air pocket inside each log works as insulation. There was also a small tongue and groove connection used between the logs to ensure the tightness of this lightweight structure. The

Sauna project in Hernesaari

42

Sauna for Expo 2010: instead of massive timber, hollow logs

gaps in between the logs were minimized by installing spiral rods with steel springs inside the structure, causing the wood to be able to expand as it gets moist and able to contract again when it dries. As a result, the simple looking structure hid quite a lot of technical details. At the moment we are working on a public sauna project in Hernesaari, not far from the Helsinki city centre. This former industrial area by the sea is being transformed into a residential area and new use is developed already, while waiting for the future change. In this Helsinki World Design Capital 2012 project, the traditional sauna is developed into an undulating building that is more part of the future coastal park than a conventional building. Interesting views open up to the city centre and even to the open sea, seen

through the wooden lamellas. The building contains an outdoor auditorium also, for the future marine sports centre’s activities on the water. The structure solves the challenge on how to connect a building to see level, at the lowest accepted building height of 3,4 meters. With this project Helsinki will offer foreign visitors a public all-year-round sauna experience - a must when visiting Finland. Because our client has almost completed the funding of the project, the usual questions in a project based on extensive use of wood arose. We have been asked how the timber structure is going to resist the harsh coastal weather, whether the maintenance of a wooden stepped structure is too expensive and if we could change the structure to use other material combinations; like a plastic composite material with a small amount of wood only. Also the costs required to construct a free form structure has been questioned. Even though some of these questions might sound absurd, wood industry should carefully listen to these arguments and answer them by providing readymade solutions for example, instead of producing standard lumber only. As stated before, many of us designers don’t believe in woodism and the wood industry has to be competitive in order to beat its competitors. Ville Hara is an architect at Avanto Architects. He graduated in 2002 from the Helsinki University of Technology and started Avanto Architects in 2004 with Anu Puustinen.


SUPporter II - 2014

Paulus Jansen Hout moet

COLUMN

HSB-constructies zijn simpel te prefabben, de constructietijd op de bouwplaats is kort . Leidingen zijn gemakkelijk weg te werken en handige klussers kunnen veel afbouwwerkzaamheden zelf doen. Bij verbouwingen is het leven ook een stuk eenvoudiger als je begint met een houten casco.

Bouwen in hout. In Zweden of Indonesië is het volmaakt logisch. Het is daar de lokale grondstof bij uitstek. Maar in Nederland zijn de klassieke inlandse bouwstoffen: veel baksteen, keramische pannen, riet en een beetje hout. Vanaf de twintigste eeuw zijn we grootschalig gebruik gaan maken van importgrondstoffen voor de productie van staal, beton, aluminium en kunststoffen. Gezien de omvang van onze bevolking en het minuscule oppervlak van ons landje kunnen we een gesloten kringloop van inlandse grondstoffen wel vergeten. Nederlands hout is importhout.

Paulus Jansen

Ik stel voor om dit nummer van de Supporter op te dragen aan Daniël Lohues. De singersongwriter uit de houtrijkste provincie van Nederland bracht in 2011 een CD uit met de titel ‘Hout Moet’. Hij heeft volgens mij gelijk. Wel is de vraag: wanneer wél en wanneer geen hout?

Wanneer geen hout? Ik zou er niet de hoogte mee ingaan. Constructief kan het allemaal wel, dat wil ik best geloven. Maar grote gebouwen hebben veel verschillende bewoners, dan wordt de geluidsolatie wel een minpunt. Ook kan een simpel woningbrandje in een houten appartementencomplex een hoop waterschade aanrichten, veel meer dan bij een steenachtig casco. In mijn jonge jaren ben ik opgegroeid in een Oostenrijkse woning in Roermond. Dat waren vrijstaande prefab-houten huizen die na de oorlog in het kader van de wederopbouw kado zijn gedaan aan Nederland. Ze hadden een beoogde levensduur van 25 jaar, maar staan er 60 jaar na de bouw nog allemaal. De verkoopprijs is in die periode een keer of honderd over de kop gegaan. Dat zegt genoeg. Hout kan. Hout moet.

Zijn er wel andere redenen om meer met hout te doen? Absoluut. Met een houten gebouwschil kan je een hoge isolatiewaarde halen met een veel kleinere constructiedikte, dan bij een steenachtige schil. Het energieverbruik is veel lager dan bij de gebruikelijke steenachtige constructies, ook door de korte opwarmtijd. Onderhoud hoeft geen probleem te zijn als je flinke overstekken toepast. Nieuwe thermische verduurzamingsmethoden maken gebruik van giftige impregneermiddelen overbodig. Hout is bouwfysisch een fijn materiaal, de vochthuishouding is beter te reguleren dan in een betonnen gebouw. De geluidsabsorptie is ook beter dan bij beton. Geluidisolatie met behulp van houten constructies is echter geen appeltje-eitje.

Dr. ir. P. F. C. (Paulus) Jansen is sinds november 2006 lid van de Tweede Kamer namens de SP. Momenteel is hij woordvoerder energie/ klimaat, ruimtelijke ordening, milieu, water en wonen. Hij studeerde bouwkunde aan de TU/e. Tussen 1978 en 1996 was hij werkzaam in de bouwsector, onder meer als kostendeskundige, hoofd proces- en productontwikkeling bij bouwbedrijf Nevanco Groep BV en hoofd bouwautomatisering bij ingenieursbureau DHV.

43


SUPporter II - 2014

Expanded steel tube connections Innovation of moment connections in timber structures with expanded steel tubes Conventional connections for transmitting moment in timber constructions with fasteners like bolts are very weak in comparison to the strength and stiffness of the timber members. In addition, the strength and stiffness properties of these connections are not very reliable, therefore they cannot be applied in statically indeterminate structures with the ability to redistribute bending moments. However, the innovation presented solves most of the deficiencies. It is a high performance reinforced timber connection regarding strength, stiffness and ductility. The moment capacity of the connection easily equals the bending capacity of the timber members if necessary.

steel tube connection principle

The connection. The reinforcement is glued separately at the interface to all timber members prior to assembly. The purpose of the reinforcement is to prevent premature splitting of timber, to reduce the spacing requirements of the fasteners and to enhance the embedment capacity. In the past, materials as plywood, glass-fibre and steel plates were examined with little success. The solution proposed uses densified veneer wood (DVW), which is a plywood type of material composed of high strength densified beech veneers. Having solved the request for high performance, reinforced timber the problem of assembly needed attention. For easy assembly, the timber members require some hole clearance at the connection because of the fasteners, but immediate load take up requires the opposite. This leaves two contradicting requirements to solve simultaneously. This problem was eventually solved by expanding a steel tube in diameter after being inserted in over-sized holes. For the steel tube material inexpensive zinc coated gas pipes where proposed. text: dr.ir. A.J.M. (Ad) Leijten, Unit Structural Design, Fac. BWK, TU/e. images: dr.ir. A.J.M. (Ad) Leijten

44

Expanding the diameter more than the hole diameter imposes a pre-stress in the material surrounding the hole. This in turn leads to enhancement of the overall stiffness. The DVW reinforcement

and the timber must be able to resist this pre-stress. A special tool is required to expand the diameter of the tube. Too much pre-stress may damage the material and results in total destruction of the joint by splitting. Based on experimental test results regarding strength and stiffness, a comparison was made between traditional dowel type fasteners and DVW reinforced joints with expanded tube fasteners. The main objective was to determine the potential design improvements that could be achieved by using the DVW reinforced joints, especially in terms of timber (cost) savings. The structure compared is a two hinged portal frame with columns hinged at the supports. The structure was assumed to be made of glued laminated timber strength class GL30,

steel tube connection principle


SUPporter II - 2014

Restaurant Het Bosch, Amsterdam

with a characteristic bending strength of 30 MPa and timber sizes of 200x1350mm2. The design bending and shear strength was 21.2 MPa and 2.38 MPa, respectively, derived in accordance with Eurocode 5. The mean modulus ofRestaurant elasticity 12000 MPa for Hetwas Bosch, Amsterdam both SLS and ULS calculation. The span is 25 m, and with sizes of all timber members of 200x1350mm. The joints where made by applying 38 traditional dowels measuring 27mm in diameter. In order to obtain the

same bending moment around the joint area as at mid span, a joint with a high stiffness was required. Therefore, a total of 38 dowels measuring 27mm in diameter placed in two circles, were suggested. With 22 dowels in the outer circle (radius: 500mm), and 16 in the inner circle (radius: 360mm) the design bending moment capacity of the joint and the timber beam was 459 and 1288kNm, respectively. The alternative design, using the reinforced

joints, used 8 tube fasteners measuring 35mm in diameter, spaced equally along the circumference of the joint in a square pattern by placing four tube fasteners at the corners and four half way in between. The moment distribution of the horizontal bam is given in figure. XXX. The strength capacity of the joint did not allow higher loads. The timber bending stress was 9.8MPa at mid span and 7.6MPa at the joint. Although both bending stresses were

45


SUPporter II - 2014

almost equal, the design bending strength of the structural members was far from utilised; 21.2MPa was available. The so-called effective strength ratio, which is the ratio of the joint design bending moment capacity (459kNm) and the timber (1288kNm), is 459/1288 = 0.36. It can be argued that a more optimised design is achieved by reducing the rotational stiffness in the joint. In that case the bending stresses at mid span will increase without affecting the bending stresses at the joints. However, this will lead to a loss of lateral stiffness. No action was taken to study this in more detail. In the alternative design with reinforced joints and timber sizes measuring 150x1350mm2, the design moment capacity of the joint increased to 718kNm while the rotational (secant) stiffness was about the same. The effective strength ratio increased to 718/966 = 0.74. Calculations were carried out for successively reduced cross-sections, down to 130x1150 mm. For ULS design the bending stresses at mid span are 21.2MPa and at the joint 20.5MPa which corresponds with bending capacities of 588 and 607kNm, respectively. With these results the effective strength ratio becomes 588/607 = 0.97. Despite the high rotational stiffness of the

Restaurant Het Bosch, Amsterdam

46

joint, the effect of the column stiffness is significant. Further optimisation, by increasing the sizes of the columns, is of no benefit. With a timber cross-section measuring 130x1150mm2, the deflection limits are satisfied. It can be concluded that both ULS and SLS requirements are met by a design using a timber cross-section measuring 130x1150 mm2. In the traditional design, timber cross-sections measuring 200x1350mm2 were necessary, requiring 9.58m3 of timber per portal frame. The reinforced joint alternative, with member sections measuring 130x1150m2, required no more than 5.96m3 of timber, saving about 40% timber per portal frame. Using the tube fasteners in combination with DVW reinforcement, fewer fasteners are needed and they can be accommodated more easily in the joints resulting in even better proportioned timber members.


ROCKFON

Akoestisch Comfort

CreĂŤer de optimale leef- en werkomgeving

www.rockfon.nl


SUPporter II - 2014

Houten droefenis

Haarlems hofje om te huilen In eerste instantie leek het thema ‘hout’ een simpele opgave, want daar heb ik al heel wat over gepubliceerd. Degenen die het college ‘gevels en daken’ hebben gevolgd – al was het maar alleen op video – heb ik ook de nodige ellende voorgeschoteld. Echter het was toch ook weer niet zo makkelijk, want voor een artikel moet je een keuze maken en dat viel nog tegen. Het is een hofje in Haarlem geworden. Daar bevindt zich, bij de Korte Begijnestraat, het oudste hofje van Nederland, De Bakenesserkamer uit 1365. Het is overdag toegankelijk en het is prachtig. In een hoek van dit hofje, achter een waterpomp, is er een doorgang naar het nieuwe Johannes Enschedé Hof van architect Henk Döll en striptekenaar Joost Swarte. Het contrast tussen de hofjes is schrijnend groot.

tekst: Prof. ir. Nico Hendriks foto’s: Herman van Doorn bronnen: ‘Modernste hofje van Nederland in Haarlem’, Update, Bouwwereld # 6, 2006. Moosdijk, D. van: ‘Een oud concept in een moderne jas’, Ymere Werkt, 2007. Haan, H. de: ‘Hofjes herontdekt’, De Volkskrant, 10 januari 2008. ‘Het nieuwste hof naast het oudste’, Architectenweb Magazine nr. 15, januari 2008. Munck, E. de en J. de Jong: ‘Ontwerp en detaillering bepalen levensduur – Aandachtspunten voor houten gevelbekleding’, Centrum Hout, oktober 2009.

48

Gevelaanzicht bij de oplevering in 2007.

Eind jaren negentig van de vorige eeuw kwam in het centrum van Haarlem een grote locatie vrij door het vertrek van de gelddrukkerij Joh. Enschedé. Inmiddels zijn er op het terrein flinke bouwprojecten tot stand gekomen zoals een rechtbank, een ondergrondse parkeergarage, een hotel en in 2003 de Toneelschuur, eveneens van Henk Döll en Joost Swarte. De bijzondere samenwerking met Joost Swarte was architect Döll, zelf voortgekomen uit Mecanoo Architecten, goed bevallen. Getracht is de authentieke vorm van een hofje zoveel mogelijk te behouden. Dat wil zeggen kleinschalig, veilig en beschermd wonen. Hierbij hadden de ontwerpers de nodige steun van het College van Regenten van het hofje De Bakenesserkamer, de initiatiefnemers van het project. Die wisten de corporatie Woonmaatschappij Haarlem te interesseren en deze werd de opdrachtgever. Van buiten is het heel mooi geworden. Achter de muur valt het vies tegen. Echt hofje In de bakstenen muur langs de Korte Begijnestraat zijn prachtige ornamenten opgenomen. Er is onder meer een groot glasin-lood raam met een figuur die zijn enorme vulpen in de grond doopt naast een boom waarin het alfabet groeit. Duidelijk het werk van Joost Swarte. De meeste voorbijgangers zullen geen idee hebben wat zich achter die

muur bevindt. Ook geeft de toegangspoort met zijn zware houten deur niet de indruk dat je hier vrijelijk naar binnen kunt. Toch is dat het geval, net als bij het zes eeuwen oudere buurhofje, zij het alleen overdag. Menigeen zal na het openen van de poort beschroomd terugwijken: dit moet privéterrein zijn. Het is ook echt wel een intiem hofje, zonder voortuintjes maar met een kleine binnentuin en bankjes aan de gevel. De houten gevel is echter ronduit armoedig. Oud en nieuw Hoewel het dus echt aandoet als een hofje is het verschil met De Bakenesserkamer behoorlijk groot. Dat zit hem in de eerste plaats in de afmetingen. Het oude hofje heeft een prachtige grote binnentuin, waarbij het tuintje van het Johannes Enschedé Hof schril afsteekt. Bovendien bevinden de woningen van De Bakenesserkamer zich allemaal op de begane grond, terwijl dat bij het nieuwe hof maar voor de helft het geval is. Architect Henk Döll heeft langs de straatkant drie bouwlagen met appartementen neergezet. Dat zal vanwege de exploitatie wel niet anders gekund hebben. Storend is dat de etagewoningen ook nog eens balkons hebben. Dat hadden de regenten eigenlijk moeten verbieden. Vooral als ze geweten zouden hebben wat het effect daarvan is op de verkleuring van de houten afwerking.


SUPporter II - 2014

Vergrijzing Ons klimaat is niet ideaal om onbehandeld hout zoals Western Red Cedar mooi gelijkmatig te laten vergrijzen. Door de zeer dynamische vochtbelasting verkleurt het ongelijkmatig in tinten die verlopen van licht grijs tot zwart, maar ook de oorspronkelijke geelbruine kleur komt voor. De detaillering speelt hierbij een cruciale rol. Zo zal een houten gevel, direct gelegen onder een balkon of onder raamdorpels, niet of nauwelijks vergrijzen. Alleen als over het gehele gevelvlak de droogomstandigheden hetzelfde zijn, treedt een min of meer gelijkmatige vergrijzing op. Dit betekent dat wanneer men een mooie vergrijzing wil bereiken de ontwerper moet zorgen dat schaduw- en vochtigheidsverschillen tot een minimum beperkt blijven. De gevels van het Haarlemse hofje tonen het resultaat wanneer die zorg achterwege blijft. Bevestiging Aanwijzingen voor een gelijkmatige vergrijzing worden door Centrum Hout in allerlei uitingen gegeven. Dat geldt ook voor de bevestiging van de houten delen. Vijf minuten googelen en de eerste de beste architect heeft alle adviezen panklaar voor zijn neus. Voor het bevestigen van de delen geldt: neem rvs ringnagels of (voorgeboorde) schroeven die vlak op het hout rusten; circa 50 mm uit de kop per deel slechts één bevestiger aanbrengen, om kopscheuren te voorkomen. Ook bij tussensteunpunten niet meer dan één bevestiging per regel toepassen. Verder mag bij aanlevering het vochtgehalte van het hout niet meer dan 16% te bedragen, om krimpen en kromtrekken te vermijden. Daar is hier allemaal geen rekening mee gehouden. De problemen zijn er naar (geweest) en zullen nog erger worden.

Verschillen in vergrijzing en verkleuring als gevolg van detaillering.

In vergelijking met de gevel uit 2007 valt het op dat de horizontale delen veel donkerder zijn: het lijkt er op dat ze zijn vervangen, vanwege problemen met de bevestiging en/of kromtrekken of scheuren.

Detail scheurvorming.

49


SUPporter II - 2014

SUPproved

Nieuwe ontwikkelingen bieden kansen voor de houtindustrie Het gebruik van hout in de bouw liep terug vanaf de industriële revolutie. Een van de oorzaken was de concurrentie van nieuwe materialen. Inmiddels is hout bezig aan een heropleving. De houtindustrie heeft zich voorgaande decennia ingespannen om houtbouw te stimuleren. Sterke argumenten over milieuvriendelijkheid en energiebesparing konden de markt destijds niet overtuigen. Toch heeft het materiaal heeft vele voordelen. Om er een aantal te noemen: het draagt bij aan de CO2 reductie, het is sterk in verhouding tot het eigen gewicht en het heeft een relatief hoge isolatie waarde. Ook is hout erg stabiel in het geval van brand. Wel is goede detaillering bij hout een vereiste, zoals te zien bij de gevels van het Haarlemse hofje in het artikel Bouwfouten. Onderzoek en ontwikkelingen Tegenwoordig wordt er veel onderzoek gedaan naar het gebruik van hout, een aantal ontwikkelingen zijn in deze uitgave behandeld. Zo was er in het artikel van Centrum hout te lezen dat er hoogbouw in hout mogelijk is. In Stockholm zijn er plannen voor een gebouw van 32 verdiepingen hoog, ook in andere steden liggen er plannen voor hoogbouw van hout. Paulus Jansen stelt in zijn column ‘Hout moet’ dat hier nog kritisch naar gekeken moet worden, gezien een aantal bouwfysische problemen.

van de onbewerkte boomstam onderzocht. Zo zijn er vijf nieuwe toepassingsmogelijkheden voor rondhout gevonden, namelijk: een hoogspanningsmast, een grote fietsenstalling, een parkeergarage, een snelwegbrug en een spoorbrug. Waarbij elk ontwerp wordt onderzocht op basis van verschillende thema’s, zoals knooppunten, knikverkortingen, funderingen, montage, et cetera. Conventionele aansluitingen voor het overdragen van het moment in houtconstructies zijn zeer zwak in vergelijking met de sterkte en stijfheid van de houten onderdelen. In het artikel Buisverbindingen werd dan ook een oplossing gepresenteerd voor dit probleem. Gebruik van hout in Nederland Er word veel onderzoek gedaan naar het gebruik van hout. Toch wordt het materiaal in vergelijking met bijvoorbeeld beton of baksteen veel minder toegepast.

In het Rundholzlabor’ (ØHL) van de Fachhochschule Aachen (Aachen University of Applied Sciences, afdeling Architektur) worden de mogelijkheden voor het gebruik

text: Marloes Dijkink Afbeeldingen: Michael Charters Big wood van Michael Charters

50

Volgens dhr. Scheublin ligt dit aan onze cultuur en onze leefomgeving. Nederland is een rivierendelta met een overvloed aan klei, waarvan bakstenen gemaakt kunnen worden. Hout is er maar in beperkte mate aanwezig. Dit in tegenstelling tot de Scandinavische landen. Maar waar daar in de private sector veel hout wordt gebruikt, valt dit in de utiliteitsbouw toch tegen volgens de heer Cederhout. Tegenwoordig stimuleert de Finse overheid houtgebruik in de utilitaire sector, wat een ware strijd oplevert tussen de hout- en betonindustrie. De houtindustrie zal moeten blijven innoveren, om op deze manier de concurrentie voor te blijven. Door nieuwe technologiën en nieuwe ontwikkelingen zal het toepassingsgebied van hout blijven groeien en heeft ook in Nederland de houtinsdustrie een grote kans om te groeien.


SUPporter II - 2014

MAAK DE TOEKOMST

TBI is een groep van ondernemingen die onze leefomgeving op een duurzame manier vernieuwt, inricht en onderhoudt. TBI is een netwerkorganisatie met hoogwaardige, specialistische expertise op het gebied van Techniek, Bouw en Infra. We zijn groot als het moet, en compact als het kan en willen investeren. In mensen en in innovatie. Wij zijn bij uitstek gericht op de toekomst. Ons werk heeft niet alleen een grote, maar ook een langdurige impact op het leven van mensen. Duurzaamheid is voor ons van het grootste belang. Begint jouw carrière bij TBI? Wij geven talent graag de ruimte. Bij één van de TBI-bedrijven of als trainee bij TBI acdmy. Geef je carrière een goede start en kijk op www.tbi.nl MAAK DE TOEKOMST

51


SUPporter II - 2014

What Grinds Our Gears

Opiniestuk namens jullie Redactie, door: Yoeri Nelis Redactie commissie 37ste bestuur 2013-2014

52


SUPporter II - 2014

SUPplakt

Lekker plakken!

Misschien was je al opgevallen dat er een sticker is meegegeven bij deze uitgave van de SUPporter. Deze sticker is niet zonder reden. Vanaf deze supporter introduceren wij namelijk een nieuwe rubriek: SUPplakt! Wat houdt dit in? Elke eerste dinsdag van de maand om 12:30 zal op de SUPport Facebook pagina een hunt bekend worden gemaakt. Deze hunt betreft een persoon/ locatie/insteek waar je de sticker op/voor/ over/onder kan plakken. Laat je fantasie de vrije loop, vind mooie plekken, tackle je doelwitten (vragen kan natuurlijk ook), maar zorg ervoor dat het onderwerp de sticker niet ontkomt! Door een leuke foto te maken van je creatieve plaklocatie en deze (met eventuele onderschrift) op de SUPport Facebook pagina te posten, maak je kans op <prijs>! Aangezien elke hunt maar 1 week loopt, is tijd een belangrijke factor. Inzendingen binnen deze week krijgen 1 punt voor de tussenscore, de eerste 3 inzendingen krijgen er zelfs meer; dus wees er snel bij! Nieuwe stickers zijn gratis op te halen bij de SUPport hoek op vloer 5.

Bouwvakkers als er eten besteld kan worden: die werken niet

Om je een idee te geven van mogelijke plaken-foto opties, zijn wij zelf al wezen plakken rond de hunt: “Hout werkt. Wat werkt niet?�. Hopelijk triggert dit de fantasie al een beetje, want donderdag 6 mei is natuurlijk al de eerste dinsdag van toepassing! Dus houd Facebook in de gaten en: Ready, Set, SUPPLAKT!

Te ambitieuze borden: die werken natuurlijk niet

Michiel met Loes: dat werkt al helemaal niet

53


SUPporter II - 2014

Colofon In de volgende SUPporter UITGAVE SUPporter is een uitgave van SUPport, studievereniging van de capaciteitsgroep Building Technology van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven © 2014 SUPporter verschijnt driemaal per jaar in een oplage van 450 exemplaren.

SUPPORT

SUPPORT

NEPAL 2014

In de volgende SUPporter zal een verslag staan van de grootste en misschien wel mooiste activiteit van dit jaar het reisveslag van de SUPport support reis naar Nepal.

REDACTIE & LAY-OUT Sander van Baalen Jesper van den Toorn Jelle Mensink Yoeri Nelis Marloes Dijkink Roger Boersma EINDREDACTIE Sander van Baalen FOTO OMSLAG MICHAEL CHARTERS “BIG

WOOD”

DRUKKERIJ Drukwerkdeal Niets in deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder toestemming van het bestuur van studievereniging SUPport. De redactie verklaart dat de inhoud van deze uitgave zorgvuldig en naar beste weten is samengesteld. Zij aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die zijn gebaseerd op de geboden informatie.

ACTIVITEITEN In de volgende SUPporter komen er nog een aantal mooie activiteiten voorbij zo kunnen we uitkijken naar een verslag van de gevelworkshop bij Oskomera en de solicitatieworkshop van Continu. Ook Innovatie op locatie staat weer op het programma, kortom voldoende activiteiten om naar uit te kijken.

REDACTIEADRES Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven telefoon: 040 - 247 26 58 telefax: 040 - 247 58 87 http://www.support.tue.nl email: support@bwk.tue.nl ADVERTENTIES Voor informatie met betrekking tot adverteren en lidmaatschappen, kunt U contact opnemen met: Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven, of mail naar: support@bwk.tue.nl t.a.v. Tueb Verberne Commissaris Public Relations ADVERTEERDERS Koninklijke BAM groep NV Bouwen met staal Heijmans Besix Hurks Centrum hout Rockfon TBI Bouwkunde Bedrijven Dagen Ballast Nedam Continu

54

SUPPORTER III Ondanks dat de commissie alweer voldoende inspiratie en ideeën heeft, zijn suggesties altijd welkom. Als jij een bepaald onderwerp of project wil zien in de SUPporter III laat het ons dan weten!


Een goed CV begint met de STAR methode

Altijd wind mee

Een werkgever moet zich een goed beeld kunnen vormen van jouw praktijk ervaring. Gebruik daarom de STAR methode. Scan de QR code of ga naar bit.ly/starmethode om de ďŹ lm over deze methode te bekijken!

Continu is gevestigd in Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJssel, Eindhoven, Maastricht en Utrecht

www.continu.nl


SUPporter II - 2014

56


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.