SUPporter MAGAZINE VAN
NUMMER III - JULI 2015 - 29E
JAARGANG
SUPPORT
STUDIEVERENIGING
VOOR
BUILDING TECHNOLOGY
SPECIAL:
Nul-op-de-meter
SUPporter III - Juli 2015
Inhoudsopgave SUPPORT
ALGEMEEN
Van de voorzitter... Van de redactie... Een nieuwe uitdaging... Certificaten in de praktijk
ACTIVITEITEN
Relatiedag Gevelworkshop Lasworkshop Bouwkunde Branche Activiteit Sjoelborrel Actieve Leden Uitje Dagexcursie Antwerpen
BEDRIJF
27
Woning Energiesprong - Tilburg
In de derde, en tevens laatste, SUPporter van dit collegejaar staat het thema “Nul-opde-meter” centraal. In deze special komt een bezoek aan bod bij Ursem Modulaire Bouwsystemen, waar ze prefab gevels maken voor NOM woningen. Daarnaast komt het bouwen van een NOM woning aan bod. Vervolgens wordt er afgesloten in de rubriek “In uitvoering...” met het na-isoleren van een woning. Ook verhalen vanuit de faculteit worden toegelicht, zo staan er tegenwoordig zonnepanelen op het dak van Vertigo. “Uitvoering op hoog niveau”
12
De relatiedag is georganiseerd om de relatie tussen studenten en het bedrijfsleven te versterken. Lees op pagina 9 meer hierover.
ACTIVITEIT
STUDENTENWERK Afstudeerplannen
CARRIÈRESTART Ruud Verstegen
VAN...
SPECIAL: NUL-OP-DE-METER Inleiding Stroomversnelling Column Frits Scheublin Nul-op-de-meter woningen Column Jos Lichtenberg Prototypes in Nederland SolarBEAT
Ursem Modulaire Bouwsystemen In2EcoBuildings In uitvoering... House of Tomorrow Today
Strijd tussen KOers en SUPport De sjoelborrel is inmiddels gehouden, de strijd om de trofee is gespeeld. Benieuwd wie gewonnen heeft? Zie dan pagina 12.
9 Dagexcursie Antwerpen
STUDENTENWERK
Afstuderen: 3D flexmould
ONDERWIJS Bridge in Ice
14
Met een groep van zestien studenten is SUPport dinsdag 9 juni afgereisd naar de Belgische havenstad Antwerpen. Hier zijn het Museum aan de Stroom (MAS), de binnenstad met als hoogtepunt het Centraal Station, het Nieuwe Havenhuis en ‘s werelds grootste sluis bezocht! Het was een zeer bijzondere en leerzame dag welke voor herhaling vatbaar is. Lees meer over deze dagtrip op pagina 14 en 15.
09 10 11 12 12 13 14
AAN HET WOORD
SPARK innovatie campus Innovatie op Locatie 2015
Special “Nul-op-de-meter”
05 06 06 07
BOUWFOUTEN
Plus-op-de-meter
SUPPORT
18 23 24 27 28 29 30 33 34 35 36 40 42 44 47 51 52
SUPPORT ECUADOR
Resultaten uitgevoerde casestudies
OVERIGE
16
Colofon In de volgende SUPporter...
55 58 58
3
Hurks bouwt en oogst lof In toenemende mate legt Hurks zich toe op renovatietransformatie- en binnenstedelijke (her)ontwikkelingsprojecten. En terwijl dat fraaie en degelijke projecten oplevert, blijft het ook de jury’s in het land niet onopgemerkt. Zo werd het Ketelhuis Ceres van de TU/e BNA-gebouw van het jaar 2013. Het ketelhuis werd getransformeerd tot een representatief kantoor voor onderzoeksinstituut ICMS. Hurks verzorgde de bouwtechnische uitvoering. Met het Metaforum van de TU/e in Eindhoven wonnen we de Gulden Feniks in de categorie Transformatie. De jury betrok criteria als duurzaamheid, sublimatie, economie, innovatie en maatschappelijke meerwaarde. De Gulden Feniks is de enige prijs exclusief voor de bestaande gebouwde omgeving. Ook het Apollohouse in Amsterdam dat wij verbouwden, werd bekroond met een nominatie in de categorie Renovatie. De lat leggen we hoog. Bij alle projecten waar we aan werken. Hoe hoog leg jij de lat? www.hurks.nl
SUPporter III - Juli 2015
Van de voorzitter... Innovatie Dat het bouwen van energiezuinige gebouwen een trend is, moge wel duidelijk zijn. Dit komt niet alleen doordat het door de overheid gestimuleerd wordt maar ook omdat steeds meer mensen de waarde hiervan inzien. Naast het economische voordeel van een lage energierekening en een lange levensduur hebben deze gebouwen vaak ook een beter klimaatcomfort. De vraag naar duurzame gebouwen zal dus toenemen. Dit verandert enerzijds het ontwerpproces maar anderzijds wordt door de hoge kwaliteitseisen de uitvoering nog belangrijker. Huidige processen en contractvormen dienen daarom met deze ontwikkelingen mee te gaan: innovatie is nodig! Om deze ontwikkelingen in kaart te brengen, is voor de special van de derde SUPporter van dit jaar gekozen voor het thema “Nul-op-de-meter”. Mijn complimenten dan ook aan de Redactiecommissie, welke ook ditmaal weer een fraaie editie gerealiseerd heeft. Het woord ‘innovatie’ is misschien wel het meest gebruikte containerbegrip hier op de universiteit, maar gelukkig meestal terecht. Studenten en promovendi zijn namelijk vaak vrijdenkend en hebben een kritische houding ten opzichte van de traditionele manier van werken. Het is niet voor niets dat de slogan van de TU/e luidt: “Where innovation starts”. Voor studievereniging SUPport is dit ook een van de kernbegrippen van dit jaar. Met nieuwe activiteiten zoals “Uitvoering op hoog niveau” en de “Bouwkunde Branche Activiteit” fungeerde studievereniging SUPport weer als intermediair tussen studenten, universiteit en het bedrijfsleven. Tevens zijn de traditionele workshops, zoals de las- en metselworkshop in een nieuw jasje gestoken. De enthousiaste reacties van de deelnemende partijen geeft blijk dat deze nieuwe activiteiten gewaardeerd worden. De eerder genoemde kritische houding van studenten kan namelijk deels genuanceerd worden na het daadwerkelijk deelnemen aan de praktijk door zelf te lassen, metselen of een bouwplaats te bezoeken.
Daan Glas Voorzitter SUPport 2014-2015
De afgelopen jaren is het rumoerig geweest omtrent de vakgebieden bouwtechniek en uitvoeringstechniek in het curriculum van de faculteit Bouwkunde. Dit jaar zien we de positieve gevolgen van het introduceren van de certificaten “Building Design & Technology” en “Construction Technology”. Zoals bekend, is studievereniging SUPport nauw betrokken geweest bij de oprichting van deze certificaten. De bijbehorende vakken en projecten werden tijdens dit entreejaar erg gewaardeerd onder studenten en waren goed bezocht. Met als hoogtepunt Innovatie op Locatie en de presentaties hiervan, wat nogmaals bevestigde dat de vraag naar deze disciplines blijft bestaan! Het einde van dit academisch jaar is in zicht en de wel verdiende vakantie staat voor de deur. Zoals gezegd, heeft het afgelopen jaar veel mooie momenten opgeleverd. Ik spreek daarom ook namens het hele bestuur als ik zeg dat het een ontzettend leerzaam, actief, plezierig en innovatief jaar was! Het is snel gegaan, maar het nieuwe bestuur staat alweer te popelen om het stokje over te nemen. Hoogstwaarschijnlijk geniet het 39e bestuur net zoveel van het besturen van deze prachtige vereniging als wij. Ten slotte rest mij dan ook niets anders dan mijn dank uit te spreken aan alle commissie- en bestuursleden die zich dit jaar met vol enthousiasme hebben ingezet om het academisch jaar 2014-2015 een succesvol jaar te maken. Hartelijk dank!
5
SUPporter III - Juli 2015
Van de redactie...
Laatste uitgave van dit collegejaar De derde editie, met het thema “Nul-opde-meter”, ligt voor u. Bij dezen wil ik voor de laatste keer mijn commissie bedanken, bestaande uit: Christiaan Voorend, Gosse Slager en Kim de Boer. Zonder hen was het niet mogelijk geweest om dit jaar voor een drietal leuke en interessante SUPporters te zorgen. Inmiddels betekent het dat dit alweer de laatste uitgave van dit jaar is. Tijd om eens een blik te werpen op het afgelopen jaar. Het motto “Van studenten, voor studenten” heeft een belangrijke invloed gehad op de wijze van samenwerking en invulling van het magazine. Het is belangrijk te laten zien wat de student bezighoudt binnen de universiteit. Dit is zowel voor bedrijven, alsmede voor de andere studenten, zeer interessant om te lezen. Het uitwisselen van informatie tussen de praktijk en het onderwijs geeft daarmee meteen de connectie weer tussen SUPport en betrokken bedrijven. Met de afschaffing van de mastertrack is de SUPporter het medium bij uitstek geworden om in te spelen op deze
interactie. Vandaar dat in alle edities dit jaar zowel vele bedrijven als studenten aan het woord kwamen. Naast het magazine is ook de website dit jaar flink op de schop gegaan. Hierbij mag alle lof gaan naar het brein achter de site: Christiaan Voorend. Hij heeft naast zijn studie hard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Hiervoor wil ik hem, namens SUPport, zeer voor bedanken. De spreekwoordelijke laatste loodjes worden nu verder ingevuld door de leden van het bestuur. In deze SUPporter staat het onderwerp “Nul-op-de-meter” centraal. Het is een actueel thema aangezien vele woningen binnen de bestaande woningvoorraad een upgrade moeten krijgen op het gebied van de energieprestatie. Verschillende artikelen hierover zullen aan bod komen in de special. De commissie bedankt alle partijen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van deze laatste SUPporter
van het jaar. Het korte tijdsbestek voor de samenstelling van deze edtie maakte het halen van de deadline zeer spannend, maar het harde werken is beloond. Namens de Redactiecommissie wens ik u veel plezier met het lezen van deze uitgave. Hierbij hoop ik dat het succes volgend jaar wordt doorgezet door een nieuwe redactie!
Dennis van der Steen Commissaris Redactie 2014-2015
Een nieuwe uitdaging...
Komend jaar Eindhoven weer aan de bierkrattenbrug Het record bierkrattenbrug, dat in 2012 met 19,55 meter door studenten van studieverenigingen KOers en SUPport in Eindhoven is gevestigd, is donderdag 4 juni verbroken door studenten in Delft. Het verbeteren van het record uit Eindhoven heeft even op zich laten wachten. Na het mislukken van de poging vorig jaar hebben studenten van de Pontifex Krattenbrugcommissie van Het Gezelschap “Practische Studie” een nieuwe poging gedaan. En met succes. Het record staat nu op 22,15 meter, wat een mooie verbetering is ten opzichte van het vorige record. Het ontwerpprincipe, dat zich twee en een half jaar geleden voor het eerst in Eindhoven tekst: Gerben Bouthoorn foto’s: Dennis van der Steen
6
De bierkrattenbrug in Delft overspant 22,15 m.
De eerste reacties van Eindhoven zijn al gefilmd.
heeft bewezen, blijkt ook dit jaar effectief. Uiteraard heeft een afvaardiging van KOers en SUPport de recordpoging goed in de gaten gehouden. Met een meetband in de hand en in de juiste outfits is de reis naar het zonnige Delft gemaakt. Eenmaal op de campus aangekomen is bekeken hoe de vijzels werden ontlast en de brug langzamerhand een op zichzelf staande constructie werd. Uiteindelijk hebben we zelf de overspanning kunnen meten, en vastgesteld dat de brug daadwerkelijk vrij stond. Complimenten voor de strakke
uitvoering, de brug heeft zich ook onder een flinke windbelasting weten te houden. Het record is weer in Delftse handen, en dat mag natuurlijk niet lang zo blijven. In Eindhoven worden de eerste plannen alweer gesmeed om volgend jaar het record weer naar het zuiden te krijgen met de blauwe kratjes van Bavaria. Wij nodigen de Delftse bouwers graag uit om dan ook bij ons te komen kijken. Ben je geïnteresseerd geraakt in deze activiteit? Kom dan eens langs bij de vereniging om je verder te laten informeren!
SUPporter III - Juli 2015
Certificaten in de praktijk
Building Design & Technology en Construction Technology Zoals eerder benoemd zijn er vorig jaar twee certificaten in het leven geroepen om de leegte, achtergelaten door het verdwijnen van de mastertrack Building Technology, gedeeltelijk in te vullen. Dit resulteerde in het certificaat Building Design & Technology, gericht op Building Technology, en certificaat Construction Technology. Als vervolg op de vorige SUPporter zullen nu de overige, nog niet behandelde vakken, toegelicht en beoordeeld worden. Building Design & Technology Het certificaat Building Design & Technology is opgebouwd uit een vijftal vakken en een project, waarbij niet alle vakken gekozen hoeven te worden. De vakken die nog niet behandeld zijn, namelijk Design For Manufacturing en het project Building Design & Technology, zullen in deze editie behandeld worden. Allereerst het vak Design For Manufacturing (6 ECTS). Het vak is te verdelen in twee onderdelen, namelijk het theoretische en praktische kader. In het theoretische kader leert men over productiemethodes voor natuurlijke polymeren, synthetische polymeren, metalen, keramiek, glas en composieten. Diverse processen zoals sinteren en thermovormen worden behandeld. Dit gebeurt door middel van participatie tijdens de colleges. Tijdens een dergelijk college is een hoge mate van discussie mogelijk en dit vindt dan ook plaats. Op deze manier ontstaat er een actieve, plezierige manier van studeren. Daarnaast is er het eerder genoemde praktisch kader, in de vorm van een workshop. Hierbij worden er in combinatie met het modeleerprogramma Rhino, wat ook wordt behandeld, ontwerpen gemaakt om gipsmodellen te kunnen produceren. Deze modellen vorderen in moeilijkheidsgraad. Dit is variërend van een 3D-papier model naar een gipsen boomstructuur. Uiteindelijk leidt het tot het ontwerpen, berekenen, maken en testen van een structureel element. tekst: Glenn Pennings lid Onderwijscommissie SUPport, Dennis van der Steen
In dit geval een balk, geproduceerd door middel van de combinatie gips en een flexibele textielen mal. Ten tweede wordt het project Building Design & Technology besproken. Dit project brengt de kennis, opgedaan bij de vakken, bij elkaar en geeft de grote relevantie van bouwtechniek in de bouwkolom treffend weer. In samenwerking met bedrijven en instanties van buiten de universiteit wordt een beginopdracht geformuleerd. Dit leidt tot het gegeven dat het project in essentie bestaat uit drie verschillende fases, namelijk onderzoeksfase, creatieve exploratie fase en technische fase. In de eerste fase wordt er onderzoek gedaan naar de opdracht, in dit geval een confectieatelier in Bangladesh en Ghana, en de randvoorwaarden gegeven door de situatie. Dit gebeurt op dezelfde wijze als bij het vak Research Methodology For Building Technology is voorgeschreven. Op die wijze kan er snel een onderbouwd kader voor de opdracht worden gecreëerd, zodat het uiteindelijke resultaat hout snijdt. In de tweede fase wordt er op een wetenschappelijke manier naar een concept toegewerkt. Dit gebeurt aan de hand van een zelf te produceren matrix met oplossingen en deeloplossingen. Daarmee moet kritisch beoordeeld worden en kunnen keuzes afgewogen worden. Zodoende komt men ook in aanraking met diverse oplossingen voor variërende problemen. Daarna moet men de oplossingen op een gestructureerde manier verbinden. Dit leidt tot een, achteraf, voor de hand liggende samenstelling van oplossingen. Deze zullen vervolgens worden opgezet naar daadwerkelijke concepten voor de opdracht. De concepten worden met behulp van een normering gewogen, waaruit de beste oplossing tevoorschijn komt. De laatste fase is de uitwerking van een concept op technisch vlak. Daarbij wordt het concept met de oplossing uitgewerkt naar een daadwerkelijk gebouw. De nadruk ligt op de detaillering en methodes van bouwen. Het is de bevestiging dat de bestudeerde stof relevant is en dat men via een gestructureerde wetenschappelijke manier van werken tot een prima resultaat kan komen.
Construction Technology De vakken gericht op Uitvoeringstechniek die nog niet benoemd waren zijn het Masterproject Construction Plan en Dimensional Quality Control. Het masterproject wordt ingevuld met Innovatie op Locatie, meer hierover is te vinden in deze editie van de SUPporter. Dit vak is uitgebreid van 2 ECTS naar 5 ECTS, waardoor het over een langere periode is verspreid. Binnen het vak Dimensional Quality Control (Maatbeheersing) leert men berekeningen te maken qua maatafwijkingen. Bouwen zonder maatafwijkingen is nooit mogelijk, hier dient in het ontwerpproces rekening mee gehouden te worden. Volgend studiejaar Aangezien de veranderingen in het beleid en invulling van de master leiden tot Graduate School waarin elk vak zoveel mogelijk 5 ECTS vertegenwoordigd, zullen ook de beide certificaatprogramma’s veranderen in het volgend studiejaar. Het blijft zo dat de certificaten een omvang van 15 ECTS hebben, waarbij het project (5 ECTS) bovenop de reguliere masteropleiding komt, deze zijn dus extra. De vakken en projecten zullen echter veranderen van naam/vakcode en voor Building Design & Technology worden er vakken samengevoegd. Dit leidt tot een programma voor Building Design & Technology bestaande uit Building Technology with Extreme Complexity (7KP9M0), Building Methodology And Technology (7KP8M0) en Masterproject Building Technology (7KS1M0). Voor Construction Technology bestaat het pakket uit Dimensional Quality Control (7RC70), Time, Costs, Methods And Equipment (vakcode nog onbekend) en Masterproject Construction Plan (7RC50). Deze vakken staan bij het Curriculum MSc ABP weergegeven bij de Electives. De opmerking moet worden gemaakt; wanneer je toch vakken van het oude programma wilt, of moet doen, dat mogelijk is. Men is namelijk verplicht herkansingen aan te bieden in het volgend studiejaar. Mochten er vragen hierover zijn of over andere onderwijs gerelateerde zaken, bijvoorbeeld een vrije master, kom dan langs op vloer 5 bij SUPport of neem contact op. Het uiten van je mening over de huidige gang van zaken wordt ook zeer gewaardeerd, alle input is welkom.
7
Strijp-S
RUIMTE VOOR JONG TALENT De kracht van Stam + De Koning Met ruim 100 medewerkers ontwikkelen en realiseren wij in het zuiden van Nederland de meest uiteenlopende projecten op het gebied van wonen, werken en zorg. HERBESTEMMEN Herbestemming, zoals Strijp-S in Eindhoven, is ĂŠĂŠn van onze specialiteiten, naast verduurzaming van bestaande woningen, energiezuinige nieuwbouw en zorgvastgoed. We zijn innovatief en beschikken over een grote dosis organisatietalent.
Stam + De Koning Bouw bv Postbus 7050 | 5605 JB Eindhoven T +31 40 250 43 00 | stamendekoning.nl
SUPporter III - Juli 2015
Relatiedag
De geboorte van “Uitvoering op hoog niveau”... N a o n t v a n g s t m e t ko f f i e e n thee, en het verhelpen van de laatste zenuwslopende technische mankementen, wordt de aftrap van het middagprogramma gegeven: “Dames en heren, welkom bij het evenement ‘Uitvoering op hoog niveau’ op de Technische Universiteit Eindhoven! Een evenement georganiseerd door studievereniging SUPport in nauwe samenwerking met Bouwend Nederland Regio Zuid…” Ruim vijf maanden eerder zijn de eerste ideeën voor het organiseren van een dergelijk evenement opgeworpen. Studievereniging SUPport koesterde het initiatief de interactie tussen haar leden en het bedrijfsleven uit te bouwen. Onder aanmoediging van Bouwend Nederland Regio Zuid is dit initiatief uitgegroeid tot een impressieve activiteit met veel potentie. Na een kort welkomstwoord namens de vereniging te hebben gegeven, mag ik Maxime Verhagen aankondigen, die als voorzitter van Bouwend Nederland het belang van de universitair geschoolden voor de dagelijkse bouwpraktijk uiteenzet. Het beschikken over een goed analytisch vermogen, het benaderen van een probleem vanuit een andere invalshoek, het hebben van een kritische houding en het keer op keer de “waarom”-vraag stellen, zijn eigenschappen die hij looft in zijn videoboodschap. U i t v o e r i n g o p d e Te c h n i s c h e Universiteit Eindhoven Het inhoudelijke programma start met de lezing van Jacob Voorthuis, die op imponerende wijze het publiek weet te boeien en ons allen – als vertegenwoordigers van de uitvoerende bouw – een spiegel voorhoudt: “Is er een meerwaarde van universitair geschoolden voor de dagelijkse bouwpraktijk?” Jacob’s rede is kritisch en hij neemt, zoals de studenten in de zaal dat van hem gewend zijn, dan ook geen blad voor de mond. Deze eerdergenoemde meerwaarde doopt hij alles behalve vanzelfsprekend, maar tegelijkertijd – geruststellend – zeer waardevol, mits de universitair geschoolde ingenieur weet waar een universitaire tekst en foto’s: Martin Drijvers
opleiding toe dient en zijn wetenschappelijke verantwoordelijkheid niet verguist. De lezing van Jacob wordt opgevolgd door de lezing van Anna Vanderveen genaamd “Inspirerend Onderwijs” over studievereniging SUPport en de certificaten Building Design and Technology en Construction Technology. Zoals reeds veel besproken, heeft de vereniging zich hard gemaakt voor de instandhouding van de disciplines Bouwtechniek en Uitvoeringstechniek binnen het onderwijsprogramma. Anna licht als lid van de onderwijscommissie toe op welke manieren de vereniging een bijdrage levert aan het onderwijsaanbod voor de studenten door bijvoorbeeld bouwplaatsbezoeken, de (meerdaagse) excursies, onze studie-/ ontwikkelingsreis, workshops en lezingen. Het eerste deel van het programma wordt afgesloten met een van de succesprojecten van de stroming Bouwtechniek: “Pykrete Dome – The World’s Largest Icedome”. Jorrit Hijl en Roel Pluijmen, voormalig afstudeerders in de richting Building Technology, vertellen over hun avontuur in Finland en de vaardigheden die zij hierbij hebben opgedaan. “Building the Future” “Met vijf à zes personen samen vormen jullie een ondernemende groep mensen met een duidelijke visie op de rol van de bouwsector.” Met deze bemoedigende woorden zijn de groepen aan het werk gezet bij het tweede deel van de middag om ‘het bedrijf van de toekomst’ te vormen. Doordat het weer ongelooflijk mee heeft gezeten, hebben de casestudies buiten plaats kunnen vinden op de eerste zonnige lentedag van dit jaar! Studenten en beroepsprofessionals vormden onder kritische begeleiding van
de sprekers een doelstelling voor de bouwsector voor over een periode van 20 jaar en bedachten hierbij welk doel de bouwsector als geheel na zou moeten streven. Verschillende creatieve ambities op gebieden van efficiënte waardecreatie, duurzame samenwerkingsvormen, kosteloze woningverduurzaming, contractloos bouwen en discipline overstijgend regisseren van het bouwproces deden zich voor. Elk van de groepen heeft hierop een fictief bedrijf opgericht dat bijdraagt aan het daarvoor geformuleerde doel voor de gehele sector. Er is een bedrijfsprofiel geschreven en daarnaast zijn bedrijfsgrootte, productieproces, samenwerkingsvorm of klantprofiel vastgesteld. Tenslotte hebben van elke groep één student en één beroepsprofessional hun ‘bedrijf van de toekomst’ gepitcht, waarbij het publiek als onomstotelijke jury gold. In een afsluitende lezing van Willem van Dijk en Jaap Cederhout is vanuit eigen ervaring de noodzaak van universitair geschoolden nogmaals benadrukt en hebben pijnpunten uit de dagelijkse bouwpraktijk de revue gepasseerd. Na afloop is gezamenlijk gedineerd, geborreld en gesproken over deze leerzame en vooral gezellige middag!
Er werd gesproken en gediscussieerd over een doelstelling voor de toekomstige bouwsector.
Studenten en beroepsprofessionals richten ‘het bedrijf
Behalve dat er serieus wordt ondernomen, wordt er
van de toekomst’ op onder toeziend oog van
ook gelachen; het weer zit mee en het is gewoon
Willem van Dijk.
hartstikke leerzaam én gezellig!
9
SUPporter III - Juli 2015
Gevelworkshop Bezoek bij Oskomera... Op 1 mei is SUPport met een groep studenten afgereisd naar Deurne voor een jaarlijks terugkerende activiteit: de gevelworkshop bij Oskomera. Dit jaar kwam deze activiteit tot stand in samenwerking met Studievereniging Annexis van Avans Hogeschool in Tilburg. De gevelworkshop is al jaren een goed voorbeeld waarbij studenten in contact worden gebracht met het bedrijfsleven, een doelstelling die SUPport hoog in het vaandel heeft staan. De dag begon vroeg. Na een treinreis van een half uur en een korte wandeling door Deurne werden we rond de klok van negen uur hartelijk onthaald door personeel van Oskomera. ’s Ochtends stonden een aantal presentaties op het programma. De eerste presentatie werd verzorgd door de PRmanager van Oskomera. Zij gaf eerst een korte introductie over het bedrijf Oskomera. Hieruit bleek dat het een bedrijf is dat altijd op zoek is naar nieuw bouwkundig talent. Ze bieden vaak stageplekken aan voor studenten en daarnaast bestaat de mogelijkheid om als werkstudent aan de slag te gaan bij Oskomera, oud-voorzitter van SUPport Lars van Beers vervult momenteel deze functie. Werkstudenten zijn voor beide partijen interessant. Oskomera bindt op deze manier jong talent aan zich, de student krijgt daarentegen relevante werkervaring en krijgt daarnaast de nodige financiële vergoeding. Op deze wordt een bijbaantje dus gecombineerd met werkervaring in het toekomstige vakgebied. In de tweede presentatie werden in vogelvlucht de vele bouwprojecten besproken waar Oskomera de gevel voor ontworpen heeft. Eén van deze projecten is de renovatie van het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht. Een uitdagend project dat door de zeer beperkte ruimte op de bouwplaats innovatief denken stimuleert. Dit was dan ook één van de locaties van Innovatie op Locatie, het project van het certificaat Uitvoeringstechniek. Ook buiten de landsgrenzen is Oskomera actief. Een voorbeeld hiervan is het Stratford Plaza tekst: Lex Hermens foto’s: Martin Drijvers
10
Een groepsfoto met alle deelnemers aan de gevelworkshop en betrokkenen vanuit Oskomera.
gebouw in London. Een gebouw van 26 verdiepingen hoog in hartje London. In het gebouw zijn zowel appartementen als kantoren en winkels gehuisd. Oskomera heeft voor dit gebouw de gevel ontworpen en gemaakt. Opdrachtgever Telford Homes werkt al jaren samen met Oskomera vanwege de zeer hoge kwaliteit van de producten en diensten. Bij de laatste presentatie van de ochtend lag de nadruk op het ontwerpen met het zogenaamde Building Information Model, afgekort BIM. Een onderwerp waarvoor in de eerste SUPporter van dit jaar nog veel aandacht aan is besteed. Ook bij Oskomera wordt BIM gebruikt om het productieproces zo soepel mogelijk te laten verlopen. Na een goede lunch was het tijd voor het middagprogramma. Hiervoor werd de groep
verdeeld in drie kleinere groepen. Elke groep kreeg achtereenvolgens een rondleiding door het bedrijf en twee workshops. Tijdens de rondleiding werd onder andere een kijkje genomen in de werkplaats en het magazijn van Oskomera. Met de eerste workshop werd aan de hand van een legomodel duidelijk gemaakt wat er allemaal bij een productieproces komt kijken en hoe dit het best gemanaged kan worden. Tot slot werd in de tweede workshop geleerd hoe de ontwerpers van Oskomera het programma Autocad op een zo efficiënt mogelijke manier gebruiken. Al met al was het een zeer informatieve dag. De opzet om studenten in contact te brengen met het bedrijfsleven was zeker geslaagd. Tot slot willen zijn wij als SUPport Oskomera hartelijk danken voor hun tijd en gastvrijheid.
Een kijkje in de productiehal van Oskomera, hier
De rondleiding door de verschillende werkplekken
worden alle gevelelementen in elkaar gezet.
werd aandachtig beluisterd door de deelnemers.
SUPporter III - Juli 2015
Lasworkshop
Een middag lastige lassen oefenen...
Het is inmiddels een traditie geworden, elk jaar een lasworkshop met SUPport. Daarentegen is het dit jaar in een ander jasje gestoken. Normaal gesproken wordt er in het constructief lab van Vertigo op de campus een workshop gegeven met lassen, maar dit jaar gingen we naar Oskomera. Voor sommigen was Oskomera al bekend dankzij de gevelworkshop en was de weg gemakkelijk te vinden. Eenmaal aangekomen in de namiddag werden we warm gemaakt voor het lassen door een presentatie over de verschillende lastechnieken die er zijn en de vele soorten lassen die mogelijk zijn. Na meerdere experts in beeld te hebben gezien die een “perfecte” las stapelden werd het tijd voor ons om te verkleden. Oskomera had voor ons complete lasoutfits geregeld. Nadat we onszelf in deze pakken hadden gehesen, konden we naar de werkplaats waar Johan, Johan en Theo ons op deden wachten. De ervaren lassers hadden goede zin om ons het een ander te laten zien en ons te leren een goede “lasrups” te leggen tussen 2 platen
Een professional keek mee tijdens het lassen.
Iedere groep oefende de lassen op proefstukken.
staal. Hierna konden we zelf aan de slag gaan. De eerste lassen die werden gemaakt hadden waarschijnlijk weinig constructieve kracht maar daarentegen werd elke las rechter, netter en beter.
we omhoog lassen. Met behulp van timing, een vaste hand en goede positionering was het mogelijk een nette las laag voor laag omhoog te bouwen. Dit wordt ook wel het “stapelen” van de las genoemd. Het leek allemaal heel gemakkelijk wanneer onze leermeesters het voordeden. Dit viel helaas ernstig tegen waardoor er de meest bijzondere creatieve lassen waren gelegd.
Na een uur flink gezweet te hebben boven het hete lasapparaat met een overall over onze kleren konden we even genieten van een korte pauze met broodjes. Niet te lang, want iedereen wilde weer snel aan de slag voordat de tijd voorbij was. Voor de pauze werden er simpele rechte lassen geoefend maar na de pauze gingen
Na flink wat mooie foto’s geschoten te hebben en iedereen bedankt te hebben voor hun tijd konden we met een ervaring rijker naar huis. Zie de afbeeldingen voor een impressie van de lasmiddag.
Met veel belangstelling wordt gekeken naar de las.
Johan legt uit hoe een las gelegd kan worden.
De vonken spatten van deze activiteit af.
tekst: Wouter van der Vossen foto’s: Martin Drijvers
De complete groep “lassers” in werkoutfit en de professionals.
11
SUPporter III - Juli 2015
Bouwkunde Branche Activiteit Bachelorstudenten naar de bouwplaats... De afgelopen jaren is gebleken dat studenten behoefte hebben aan meer contact met de bouwpraktijk in de eerste jaren van de bachelor Bouwkunde. Jaarlijks blijkt dit uit de nationale studenten enquête en daarom hebben studievereniging SUPport en de overige sectieverenigingen het initiatief genomen om een Bouwkunde Branche Activiteit te organiseren. Deze activiteit is georganiseerd voor studenten in het laatste kwartiel van het tweede leerjaar Bouwkunde met als doel: het verschaffen van inzicht in de praktische achtergrond van de studie Bouwkunde, beschouwd vanuit de verschillende disciplines. Om dit te realiseren zijn de Techniek, Ontwerp & Proces gerelateerde afstudeerrichtingen / certificaten vertegenwoordigd door de tekst: Daan Glas foto’s: Martin Drijvers
daartoe behorende sectieverenigingen. Per hoofdrichting is gezocht naar een toonaangevend project op maximaal één uur rijden vanaf Eindhoven. Iedere sectievereniging heeft hierbij een branchevertegenwoordiger benaderd om ter plaatsen een lezing en een rondleiding te verzorgen. Vo o r d e t e c h n i e k g e o r i ë n t e e r d e studenten is er in samenwerking met de studieverenigingen KOers en Mollier een rondleiding verzorgd in het Veemgebouw op Strijp-S. Dit oude Philipsgebouw wordt gerenoveerd door de aannemer Stam en De Koning. Het voormalige industriegebouw wordt omgetoverd tot parkeergarage. Daarnaast worden op de begane grond horecavoorzieningen gerealiseerd. De bovengelegen 9 verdiepingen lenen zich door hun vrije indeling met uitsluitend kolommen uitstekend voor de 590 parkeerplaatsen. Na de lezingen en de rondleiding op de bouwplaats hebben de bachelor studenten een goed beeld gekregen van
Een groep techniekstudenten bij het Veemgebouw.
De lezing werd verzorgd in de trappenzaal van Vertigo.
de rol die de disciplines bouwtechniek, uitvoeringstechniek, bouwfysica en constructief ontwerpen hebben gespeeld bij dit project.
Sjoelborrel
Felbegeerde strijd om de sjoeltrofee...
Dinsdag 19 mei 2015 kan de boeken in gaan als de dag dat SUPport eindelijk de jaarlijkse sjoelwedstrijd heeft gewonnen. Zoals de traditie dicteert werd er gestreden tegen de buren op vloer 5: studievereniging KOers. De afvaardiging van SUPport was
De toeschouwers aanschouwden de strijd van dichtbij.
tekst: Gerben Bouthoorn foto: Sander Montrée
12
nog druk bezig met een solicitatieworkshop toen het spreekwoordelijke startschot om 16:00 uur klonk. De tegenstanders, borrelcommissie en overige SUPport-leden raakten al bezorgd, aangezien dit jaar de hoop op Daan Glas hoog gevestigd was. Gelukkig meldden de vedetten van het SUPport bestuur na drie kwartier ook hun presentie in de arena van vloer 5. De wedstrijd kon beginnen. De winnares van voorgaande editie Loes Mulders had de eer om de official van deze wedstrijd te mogen zijn. De toss bepaalde dat de man van SUPport als eerste de stenen over de bak mocht gaan werpen. Daan wist de lat hoog te leggen door een score van 85 neer te zetten. In vergelijking met voorgaande jaren was dit een significante verbetering en dus groeide ook het geloof dat het dit jaar wel eens goed zou kunnen
gaan. Thijs de Goede (voorzitter van KOers) leek echter niet onder de indruk. Een stoïcijnse blik richting de sjoelbak leek het enige gevolg. Thijs besloot in tegenstelling tot Daan voor de zittende strategie te gaan en de stenen met gevoel voor de scoregaten te plaatsen. In de eerste heat leek deze strategie een enorm succes te worden en leek het erop dat de goede run van Daan geen resultaat zou gaan neerzetten. Echter was de tweede heat minder en kwam het tot op de laatste steen aan of Thijs zou winnen, dan wel een tiebreak (oftewel sjoelout) nodig was. Thijs miste en de sjoel-out was een feit. In de sjoel-out mochten beide captains nog 1 heat spelen om te bepalen waar de trofee het komende academische jaar mag staan. Daan wist deze op conditie met overtuiging te winnen en het feest bij SUPport kon beginnen! De training voor het komende studiejaar kan weer van start gaan.
SUPporter III - Juli 2015
Actieve Leden Uitje Boogschieten...
Aan het eind van het jaar spant de Activiteitencommissie zich nog eenmaal in om alle actieve leden van SUPport een bedankje aan te bieden voor hun harde werk gedurende het jaar. Woensdag 3 juni stond er iets bijzonders op het programma. De vereniging had de hulp van Handboogvereniging Vreugde Zij Ons Doel ingeroepen om de actieve leden op een avondje boogschieten te trakteren. De potentiële dodelijke combinatie van studenten, bier, en pijl en boog zorgde ervoor dat de zaal voor ons was afgehuurd.
Een wedstrijdmoment uit de spannende finale, de
Het schieten met een handboog ziet er makkelijker uit
shoot-out. Uiteindelijk won Lars Croes de finale.
dan het is, toch wist Daan het doelwit goed te raken.
Op vijf banen werd geschoten en de pijlen vlogen
Uitleg werd gegeven door vrijwilligers van de
meerdere keren in de roos.
handboogschietvereniging in Zeelst.
Tevens kwamen een paar laatkomers binnen die tijdens het tweede deel van de avond een snelcursus kregen.
Boogschieten was nog nooit zo spannend. Lars Croes kwam uiteindelijk als winnaar uit de strijd. Als prijs kreeg hij de kans met de boog van een van de begeleiders een serie pijlen te schieten op doelen op een afstand van 25 meter.
De avond begon met een openingsdrankje, waarna er verschillende teams gevormd werden door de uitverkoren teamleiders. Ieder team werd uitgerust met een boog, 6 pijlen, en een begeleider van de vereniging die ons, onder het genot van een drankje, de kunst van het boogschieten probeerde aan te leren. Na de eerste oefenronde begon de daadwerkelijke competitie. Iedereen kreeg drie pijlen en zes ronden de tijd (in totaal 18 pijlen) om zoveel mogelijk punten te scoren. Na de eerste drie ronden waren de resultaten tussen de verschillende leden merkbaar. Tijdens de pauze konden technieken en resultaten bediscussieerd worden.
tekst: Sylvian Lekx foto’s: Martin Drijvers
Na zes ronden werd de top zes bepaald. De top zes, met allen een score van 142 of hoger, was bekend en bestond uit: Maarten Arntz, Lars van Beers, Gerben Bouthoorn, Lars Croes, Luc Gerlings en Daan Glas. In een afvalrace, waarbij de leden steeds 3 pijlen kregen en de laagste score afviel, werd vervolgens de winnaar bepaald. Het publiek zat op het puntje van hun stoel toe te kijken hoe de mannen de scherpe pijlen schoten.
Als afsluiter werd nog even bijgepraat over dit jaar, wat is de tijd toch weer snel voorbij gegaan! Dat kan alleen maar betekenen dat het gezellig en leuk is geweest. We hopen dat we in de toekomst nog vaker leuke activiteiten met én voor de leden kunnen organiseren.
De actieve leden die mee zijn geweest naar het boogschieten, SUPport wil iedereen bedanken voor dit jaar!
13
SUPporter III - Juli 2015
Dagexcursie Antwerpen
Een bezoek aan de bouwwerken in deze havenstad... Op dinsdag 9 juni is een gezelschap van studievereniging SUPport afgereisd naar de Belgische havenstad Antwerpen. Met een tweetal busjes is in de vroege morgen een begin gemaakt aan de mooie reis. Het weer zat mee en dus was iedereen vol goede moed. Op het programma stond onder andere een bezoek aan het Museum aan de Stroom (ook wel het MAS genaamd), een blik op het Nieuwe Havenhuis en als laatste een rondleiding bij de grootste sluis ter wereld. Museum aan de Stroom Als eerste stond een bezoek gepland bij het Museum aan de Stroom, gelegen in de oude haven op het Eilandje. Op de plaats waar nu het MAS staat, stond vroeger het monumentale Hanzehuis. Met de gids werd niet de kunst in het gebouw, maar het bouwwerk zelf uitvoerig besproken. Over de ontstaanswijze, de ontwerpen en de uiteindelijke bouw. Van architectuur tot constructie, alles kwam aan bod. Het gebouw is een ontwerp van NeutelingsRiedijk Architecten. Een stapeling van dozen, onderbroken door golvende glaspartijen. De hoogte van het gebouw bedraagt 62 meter en vervult hiermee ook de functie van een nieuw oriëntatiepunt in de stad. Een leuke bijkomstigheid is dat het panoramazicht op het dak en de spiraalvormige boulevard van het gebouw vrij toegankelijk zijn.
Het gebouw van het Museam aan de Stroom ziet er uitdagend uit vanaf een afstandje.
ringbalk onder de kern is 2 m breed en maar liefst 4 m hoog. Tevens is in de kern de staalconstructie verwerkt waar de rest van het gebouw aan gekoppeld is. Het gebouw is hiermee een serieus staaltje vakwerk. De rest van het gebouw heeft funderingspalen variërend van 50 tot 80 cm in diameter. Dit alles heeft te maken met de bodemgesteldheid in Antwerpen.
ongeveer 850 kg en de kosten bedroegen 20.000 euro per paneel. Met een dikte van 13 mm en een breedte van 180 cm zijn de panelen vrij om te bewegen in de gevel, dit doordat de speling tussen het paneel en de vloer erboven 80 mm bedraagt. De kosten van het bouwwerk bedroegen uiteindelijk 58 miljoen, terwijl de eerste raming geschat werd op circa 30 miljoen euro.
De kern van het gebouw is dragend, gefundeerd door 37 palen met een diameter van 120 cm. Deze zijn bij de bouw voorzien van explosieven die men liet ontploffen, op deze manier kregen de funderingspalen een soort ‘vleugels’ ofwel weerhaken. De
De gevel van het gebouw bestaat enerzijds uit de roodkleurige stenen en anderzijds uit het golvende glas. De gevelstenen zijn in een patroon opgehangen waarbij twee dezelfde kleuren niet naast elkaar kwamen te hangen, de afmeting van de gevelsteen bedraagt 90x60x4 cm. Om het gevelbeeld en de massa te breken zijn in totaal 3018 handjes in de gevel verwerkt, daar waar de stad haar naam aan te danken heeft. Het golvende glas heeft deze vorm gekregen vanwege de stabiliteit. Een paneel weegt
Een spectaculair gevelbeeld bij deze nieuwbouw.
De golvende beglazing van het MAS is bijzonder.
Er werd aandachtig geluisterd naar de architectonische
Het uitzicht op het dak van het museum over de stad
en constructieve uitleg van de gids over het museum.
Antwerpen. Dit zicht is vrij toegankelijk voor iedereen.
tekst en foto’s: Dennis van der Steen
14
SUPporter III - Juli 2015
Wandeling door stadscentrum Na het bezoek aan het museum stond een rondleiding door het stadscentrum van Antwerpen op het programma. Het doel was om via de oude kathedraal naar het Centraal Station te wandelen, echter kwamen we onderweg ook al vele interessante plekken en gebouwen tegen. Zo was het plein voor het oude Stadhuis aangekleed met vele kleurrijke bloemen. Eenmaal aangekomen bij het station na een wandeling van ongeveer een half uur, werd de imposante binnenzijde van dit gebouw bewonderd. De stationshal was massief met veel steen, dit stond in contrast met de vertrekhal, opgebouwd uit een grote staalconstructie. Iedereen begon honger te krijgen, dus was het tijd voor de lunch. Hiervoor moest eerst de wandeling weer gemaakt worden naar de busjes, die geparkeerd stonden bij de oude haven. Het Nieuwe Havenhuis Na een korte rit op weg naar de haven van Antwerpen, werd tussendoor gestopt bij de bouw van het Nieuwe Havenhuis. Hier werden de broodjes opgegeten tijdens het bewonderen van deze spectaculaire bouw. De Deurganckdoksluis Na deze tussenstop werd er doorgereden naar de grootste sluis ter wereld, in de haven van Antwerpen. Op de bouwplaats aangekomen stond een presentatie te wachten over de bouw van dit immense project. De sluis is maar liefst 500 m lang, 70 m breed en 30 m diep. Om de sluis vol te laten lopen met water is maar 8 minuten benodigd. Het was mooi om dit project te bewonderen en meer over de details te weten te komen.
Het stadhuisplein was kleurrijk opgefleurd.
De voorzijde van het Centraal Station.
De oude kathedraal in het stadscentrum.
De grote staalconstructie van de stationshal.
De bouw van het Nieuwe Havenhuis.
Al met al was het een prachtige dag en zeker voor herhaling vatbaar!
Op het bouwterrein stonden veel dumpers geparkeerd.
De gehele groep deelnemende studenten voor de grootste sluis ter wereld, die pas onder water is gezet.
15
SUPporter III - Juli 2015
SPARK innovatie campus
Samen de gebouwde omgeving innoveren...
S PA R K i s g e v e s t i g d a a n d e Graafsebaan 3 te Rosmalen en is dé Ster innovatiecampus voor de gebouwde omgeving. Als onafhankelijke 5 stichting, die haar levenslust Lin SPARK? SPARK? doen we? doen w me ontleent aan founding fathers Heijmans, TU/e, Avans, Provincie Noord-Brabant en de Gemeente ’s-Hertogenbosch, faciliteert SPARK Meer dan ooit wordt de innovatieve kracht Meer dan van steden ooit wordt bepaald de innovatieve door manier kracht waarop van steden bepaald door manier waarop een ecosysteem waar allerlei Meer dan ooit ons wordt de innovatieve kracht Van twee procent 1800, naar dertig in in 1800, na Van twee procent inin 1800, naar dertig inVan 1950 totprocent twee we kennis aan elkaar verbinden, ons verplaatsen, we kennis aan omgaan elkaarmet verbinden, schaarse grondstoffen verplaatsen, omgaan met schaarse grondstoffen de helft nu. de Dat ishelft het percentage dan start-ups, MKB-ers, corporates, van steden bepaald 1950meer tot dan meer dan nu. meer Datvan is de hethelft nu. Dat is en energie en ruimte creëren. Met als en resultaat energieeen en stad ruimte waar creëren. je je aan Met wil alsverbinden. resultaatdoor een stadde waarmanier je je aan wil verbinden. de wereldbevolking dat in stedelijk gebied woont. de wereldbevolking dat in ste Om te wonen, werken, in te Omontwikkelen te wonen, en werken, te recreëren. ideeën inDaarvoor te aan ontwikkelen iselkaar en verbinden, te recreëren. Daarvoor is onderwijsinstellingen enideeën overheden waarop we kennis percentage van de wereldbevolking dat inLIVING De trek naar de stad is dus onvermijdelijk. Bovendien De trek naar deLABS stad is dus Vero vernieuwing en zeker ook versnelling vernieuwing nodig. Want en verandering zeker ookisversnelling geen optelsom nodig.van Want verandering is geen optelsom van (triple helix) vanuit verschillende ons verplaatsen, omgaan met schaarse stedelijk woont. trekwekelijks naar stad steeds gaat gebied de urbanisatie steedsDe sneller, komen gaat de de urbanisatie sn bre technieken, maar heeft ‘meer’ nodig.technieken, Zodat gebouwen maar heeft meer ‘meer’ dan één nodig. functie Zodat huisgebouwen meer dan één functie huismiljoen stedelingen in de wereld bij. Dit er anderhalf miljoen stedelin disciplines gestimuleerd de leegstand grondstoffen enis, energie engezondheid ruimte creëren. is duser anderhalf onvermijdelijk. Bovendien gaat de PARTNERS Ener vesten, leegstand verledenworden tijd is, beweging vesten, en gezondheid verleden een tijd logisch beweging onderdeel en een logisch onderdeel PARTNERS PARTNERS stelt hoge eisen aan de stad, aan de benodigde infrastelt hoge eisen aan de stad, vanu uitmaken van de openbare ruimte, alternatieve uitmaken van materialen de openbare ruimte, vinden alternatieve zodat gebouwde omgeving te innoveren. Met alstoepassing resultaat eenzodat stadmaterialen waar jetoepassing je aan vinden urbanisatie steeds sneller, wekelijksstructuur komen er structuur en de leefomgeving (veiligheid, gezondheid en de leefomgevin ervar schaarse materialen bespaard worden, schaarse of energie materialen vanuitbespaard industriële worden, restwarmte of energie vanuit industriële restwarmte wilt verbinden. Om te wonen, werken, anderhalf miljoen stedelingen in de wereld of logistiek van energie, water, data en voedsel). of logistiek van energie, wate wordt opgewekt. Technieken die op dewordt tekentafel opgewekt. al bestaan, Technieken maar pas die op echt deeconomitekentafel al bestaan, maar pas echt economiONDERZOEK ONDERZOEK TALENT ideeën teworden ontwikkelen enzetein het recreëren. bij. Dit stelt hoge eisen aan de stad, aan de Ken sche en maatschappelijke waarde krijgen schewanneer en maatschappelijke ze in het in echt waarde krijgen toegepast. wanneer echt worden toegepast. ACCELERATE ACCELERATE Hoewel wereldwijd steden slechts een Hoewel half procent wereldwijd steden sl POOL THE CITY THE CITY voo Hiervoor zullen technologie, kennis enHiervoor gebruikers zullen elkaar technologie, moeten gaan kennis vinden. en gebruikers elkaar Daarvoor is vernieuwing en moeten zeker gaan ookvinden.benodigde infrastructuur en de leefomgeving van het landoppervlakte beslaan, consumeren de van het landoppervlakte bes In 20 versnelling nodig. Want verandering is (veiligheid, gezondheid of logistiek van inwoners 75 procent van de natuurlijke middelen. inwoners 75 procent van de proe Innovatie die in de stad, dit type uitdagingen en in de stad, met Innovatie die geen optelsom van technieken, maar heeft energie, water, data enmet voedsel). ACCELERATOR hoge eisen, slaagt, zou overal kunnen slagen. Daarom hoge eisen, slaagt, zou overa PARTNERS PARTNERS ‘meer’ nodig. Zodat gebouwen meer dan Hoewel wereldwijd steden slechtsrichteen half Geb richt SPARK zich primair op stedelijke ontwikkeling SPARK zich primair op s Het u één functie huisvesten, leegstand verleden procent van het SPARK landoppervlakte en vernieuwing. versnelt vernieuwing van de en beslaan, vernieuwing. SPARK versn stad, of zoals zeggen “we accelerate theofcity”. stad, zoals “we tijd is, beweging en gezondheid een logisch consumeren dewe inwoners 75 procent vanwe zeggeneindg onderdeel uitmaken van de openbare ruimte, de natuurlijke middelen. Innovatie die in alternatieve materialen toepassing vinden de stad, met dit type uitdagingen en hoge zodat schaarse materialen bespaard worden, eisen, slaagt, zou overal kunnen slagen.Living labs of energie vanuit industriële restwarmte wordt Daarom richt SPARK zich primair op stedelijke opgewekt. Technieken die op de tekentafel ontwikkeling en vernieuwing. SPARK versneltpartners partners partners al bestaan, maar pas echt economische en vernieuwing van de stad, of zoals wij zeggen: maatschappelijke waarde krijgen wanneer onderzoek onderzoek ze in het echt worden toegepast. Hiervoor talent Accelerate Accelerate We accelerate thepool city the city the city zullen technologie, kennis en gebruikers elkaar moeten gaan vinden.
WAAROM WAAROM
WAT
WA
You can’t start a fi re VeranderingVerandering is geen is geen optelsom van technieken van technieken without aoptelsom
HOE HOE HOE partners
doen we doen dat? we dat? doen we dat? 4
4
HOE
doen weAccelerator dat? Accelerator AcceleratorTalentTalentTalent
accelerator
partners
TH
Labs L programma programma programma programma Living Living Labs Living programma programma
SPARK Campus Graafsebaan 3, Rosmalen www.sparkcampus.nl
Accelerator programma
Dit programma is bedoeld voor MKB bedrijven die zelf de schaal, tijd, of ruimte niet hebben om hun ideeën te implementeren. Toch hebben deze bedrijven vaak concepten, ideeën voor new business tekst: Piter-jan Goodijk of zelfs nieuwe producten op de afbeeldingen: plank SPARK liggen, maar deze zijn niet getoetst aan de markt of niet juist verwerking: Christiaan Voorend gepositioneerd. SPARK levert deze ondernemers een intensief, kortdurend, programma aan waarin deze innovaties getest, getoetst en gepositioneerd worden. Per programma is ruimte voor maximaal 15 deelnemende bedrijven. De deelnemers betalen
16
Dit programma Ditvoor programma is bedoeld voor isDit bedoeld voor Dit programma programma zoekt en plaatst zoekt en plaatst Dit zijn proeftuinen Dit zijn proeftuinen in stedelijk Dit programma is bedoeld programma zoekt enDit plaatst Dit zijn proeftuinen in stedelijk MKB MKB die bedrijven zelf de schaal, die zelf de schaal, jongacademisch talent van jongacademisch talent van academisch niveau niveau gebied waarin gebied innovaties waarinworden innova MKB bedrijven diebedrijven zelf de schaal, jong talent van niveau gebied waarin innovaties worden tijd, ofhebben ruimte tijd, niet of hun hebben ruimte niet om hebben hun om hun in eenleeromgeving. intensieve in eenleeromgeving. intensieve leeromgeving. getest. Uitgangspunt getest. voor deze tijd, of ruimte niet om in een intensieve getest. Uitgangspunt voor deze Uitgangspun SPARK biedt binnen haar ecosysteem verschillende waarin zij business de ideeën te implementeren. ideeën Toch Doel isprogramma’s de verandering Doel is de verandering dieaan SPARK die SPARK living labscrossisvan living een business labs is een case. bus ideeën te implementeren. Toch te implementeren. Doel is de Toch verandering die SPARK living labs isgezondheid een case. Verbeterde deze hebben bedrijven vaak bedrijven convaak conook concreet ook te concreet te Alle labs Alle sluiten living aan labs op sluit hebben dezehebben bedrijven vaak con-deze beoogt, ook concreet tebeoogt, Alleop living sluiten aan op over tussen de verschillende disciplines probeert te beoogt, activeren. Zo was er 4 labs en 5living juni een stadsbewoners, door een voorideeën new business new business implementeren implementeren in deelnemende inomgeving deelnemende doelstellingen de doelstellingen van SPARK en va voor ideeën newcepten, business implementeren in deelnemende de doelstellingen van SPARK en tede stimuleren bootcampcepten, met ideeën zescepten, MKB-bedrijven dievoor anderhalve dag aan de slagHet gingen met het ontleden of zelfs nieuwe of op zelfs producten producten de op de bedrijven. Het bedrijven. profiel van de profiel dragen bij zijn. tot dragen realisatie bij tot hiervan. realisa of zelfs nieuwe producten denieuweop bedrijven. Het profiel van de dragenvan bij de tot realisatie hiervan. waarin mensen willen van hun business-model enplank het testen van hun meest aannames. Debrengt teams werden maar liggen, deze zijn maar niet deze zijn niet deelnemers deelnemers is sterk gebaseerd is sterk gebaseerd SPARK brengt SPARK partijen brengt bijeen part plank liggen,plank maarliggen, deze zijn niet deelnemers is sterkkritieke gebaseerd SPARK partijen Een omgeving waar je jebijeen Dit programma zoekt en plaatst Dit zijn in stedelijk getoetst aan de markt aan ofproeftuinen de niet markt juist ofkernwaarden niet juist op de kernwaarden de van SPARK. SPARK. die deze ‘test’ die mogelijk deze ‘test’ maken, moge getoetst de markt ofgetoetst niet juist op de vanop SPARK. dievan deze ‘test’ mogelijk maken, aangevuld metaan ‘frisse blikken’ van (jonge) ondernemers uitkernwaarden de telecom, automotive en prettig voelt, die je verkiest jong talent vangepositioneerd. academisch niveau gebied innovaties worden gepositioneerd. gepositioneerd. SPARK SPARK deze levert Het zijn net Het afgestudeerden zijn met de met innovator, deoverheid, innovator, gebruiker overheid SPARK levert deze levert Het zijn netdeze afgestudeerden metnet afgestudeerden de innovator, overheid, gebruikersboven een andere. adviessector. Het leverde meer danwaarin 140 (!)sterke klantgesprekken en 25 concrete leads op.onderzoekers Vanuit in een intensieve leeromgeving. getest. Uitgangspunt voor deze ondernemers ondernemers een intensief, een lef, sterke gedrevenheid lef, engroepen, veren groepen, vergroepen, onderzoeker enzovoort ondernemers een intensief, lef, intensief, gedrevenheid ensterke ver- gedrevenheid onderzoekers enzovoorts. deze visie worden op het gebied vanprogramma Talent per 1 Een september twee Een nieuwe programma’s Doel is de verandering die SPARK living labs is een business case. kortdurend, kortdurend, programma aan aan anderingsgezind. anderingsgezind. Een technische technische SPARK beoogt SPARK per jaar beoogt 3-4 per living ja kortdurend, programma aan anderingsgezind. technische SPARK beoogt per jaar 3-4 living gezondh beoogt, ook concreet Alledeze living labs sluiten aan waarin dezegetest, waarin innovaties innovaties getest, achtergrond achtergrond is geen is geen er vereiste, labs er te organiseren. labs te organiseren. De living labs D waarin dezete innovaties achtergrond isop geen vereiste, er vereiste, labs te organiseren. De living labs uitgerold die mogelijk interessant zijngetest, voor jou! implementeren in deelnemende de doelstellingen van SPARK en juist getoetst en gepositioneerd getoetst en gepositioneerd wordt wordt juist naar gezocht een mix naar eengefinancierd mixworden gefinancierd worden gefinancie vanuit getoetst en gepositioneerd wordt juist gezocht naargezocht een mix worden vanuit bedrijven. Het profiel van de Perworden. dragen realisatie hiervan. worden. programma Per bij programma is tot ruimte is ruimte stimuleringsprogramma’s stimuleringsprogram of het worden. Per programma is ruimte stimuleringsprogramma’s of het van achtergronden. van achtergronden. van achtergronden. deelnemers isvoor sterk gebaseerd SPARK brengt partijen bijeen voor voor15maximaal deelnemende 15 deelnemende van resultaat een business van een case. bu maximaal 15maximaal deelnemende resultaat vanresultaat een business case. op de kernwaarden vanDe SPARK. die deze ‘test’ mogelijk maken, bedrijven. De bedrijven. deelnemers De deelnemers betalen betalen bedrijven. deelnemers betalen Het zijn net afgestudeerden met dehiervoor innovator, gebruikershiervoor een vergoeding. eenoverheid, vergoeding. hiervoor een vergoeding. lef, sterke gedrevenheid en vergroepen, onderzoekers enzovoorts. anderingsgezind. Een technische SPARK beoogt per jaar 3-4 living Veiliger en comfortabeler achtergrond is geen vereiste, er labs te organiseren. De living labs verplaatsen in de stad mobilit wordt juist gezocht naar een mix worden gefinancierd vanuit zonder aanspraak te doen 6 6 6 stimuleringsprogramma’s of het op nieuwe infrastructuur, van achtergronden. resultaat van een business case. maar door de bestaande
Talent programma
Living Labs
SUPporter III - Juli 2015
TalentBase
vanaf 1 september 2015 #notanotherincubator Achtergrond We leven in een veranderend tijdperk. Nieuwe technologieën zullen onze levens fundamenteel veranderen, computers en robots gaan het te automatiseren werk van ons overnemen en er liggen grote, uitdagende vraagstukken op het gebied van duurzaamheid. Daarnaast is er sprake van een maatschappelijke verandering; de zorg- en welzijnsstructuur van de afgelopen decennia is in transitie. De overheid trekt zich terug waardoor (sociaal) ondernemerschap en burgerparticipatie belangrijker zijn dan ooit. Why TalentBase TalentBase gelooft dat in die snel veranderende wereld (jonge) ondernemers het verschil gaan maken, en vindt dat het onderwijs en de markt voor starters zich daar ook op aan moet passen. How TalentBase 1.) Door maatschappelijk betrokken starters die als sociaal ondernemer of ondernemend professional de wereld willen verbeteren, bottom-up wijkinitiatieven te laten versterken 2.) Door ondernemende starters die duidelijk een eigen koers willen varen om een duurzaam verschil te maken in onze continu veranderende wereld, echte innovatievraagstukken uit het bedrijfsleven te laten beantwoorden 3.) Door starters met een nieuw business-idee te begeleiden bij de totstandkoming van hun eigen start-up. What TalentBase TalentBase is een programma voor starters (young professionals die (af)studeren of afgestudeerd zijn). Talentbase is gebaseerd op de reeds bestaande en succesvolle talentprogramma’s van Studio Doon, Starters4Communities en CrowdEffect. Het programma start per 1 september 2015 op de innovatiecampus van SPARK Campus, en duurt vijf maanden. Het programma wordt afgesloten met een
SPARKtalent
vanaf 1 september 2015 SPARKtalent vanaf11september september 2015 SPARKtalent ––vanaf Het eerste cross-over traineeship van Nederland 2015 Heteerste eerstecross-over cross-overtraineeship traineeshipvan vanNederland Nederland Het
Energie Energie
Software Software
Finance Finance
Bouw Bouw
Productie Productie
Eenteam teamvan van5-6 5-6trainees/young trainees/youngprofessionals professionalsdie diesamenwerken samenwerkeninineen eenreële reëlecase, case, Een gerelateerd aan de gebouwde omgeving, uit de business van één van de SPARK gerelateerd aan de gebouwde omgeving, uit de business van één van de SPARK partners. partners.
Hard-skilltraining training Hard-skill (LeanStart-up, Start-up, (Lean BusinessModelling) Modelling) Business
Intervisie,validatie, validatie, Intervisie, klantgesprekken, klantgesprekken, netwerken netwerken
Mentoring, Mentoring, coachingen entraining training coaching door professionals door professionals
Netwerkmet met Netwerk faciliteitenals alsvirtual virtual faciliteiten reality labs en een reality labs en een FabLab FabLab
Resultaatininde de Resultaat vormvan vanproduct product vorm en/ofstart-up start-up en/of
Benieuwdnaar naarde deeerste eersteaangesloten aangeslotenpartners partnersen engeïnteresseerd geïnteresseerdom omals alsorganisatie organisatie Benieuwd (inde devorm vormvan vaneen eencase caseofoftrainees/young trainees/youngprofessionals) professionals)ofofals alstrainee/young trainee/young (in professionalals alsonderdeel onderdeelvan vanjejehuidige huidigebaan baanmee meetetedoen? doen?Contact Contactons! ons! professional Piter-janGoodijk Goodijk– –Project ProjectManager ManagerTalent TalentSPARK SPARKCampus Campus– –piterjan@sparkcampus.nl piterjan@sparkcampus.nl Piter-jan +31(0)6 (0)64848272703038383 +31
eindpitch voor investeerders, wijkbewoners, start-ups, MKB-ers, corporates en andere belangstellenden. Op 6 juli 2015 om 19:00u is er een informatieavond bij SPARK Campus (Graafsebaan 3, Rosmalen). Op www.facebook.com/talentbasedsociety staat meer informatie (zoals ons uitgebreidere informatiepakket) en kan je jezelf aanmelden voor zowel de informatieavond als het programma.
Voor zowel TalentBase als SPARKtalent kun je contact opnemen met SPARK Campus: Cassandra Vugts kwartiermaker en directeur info@sparkcampus.nl +31 73 543 50 00 Piter-jan Goodijk projectmanager Talent piterjan@sparkcampus.nl +31 6 48 27 03 83
17
SUPporter III - Juli 2015
Innovatie op Locatie 2015
Een jaarlijks succesverhaal in een nieuw jasje... Innovatie op Locatie is een jaarlijks terugkerende activiteit georganiseerd door studievereniging SUPport in nauwe samenwerking met Bouwend Nederland regio Zuid, waarbij studenten een week lang op een bouwplaats een innovatieve oplossing bedenken voor een probleem dat daar speelt. Het probleemgebied is zeer breed, maar beslaat voornamelijk bouwtechnische en uitvoeringstechnische problemen die optreden op de bouwplaats. Het belangrijkste doel van Innovatie op locatie is studenten kennis te laten maken met de bouwpraktijk en studenten innovatief bezig te laten zijn met een optredend probleem in de bouw. Hierbij worden de studenten door docenten van de TU/e begeleid. Het behaalde eindresultaat wordt beoordeeld en bij een positief resultaat ontvangt de student vijf studiepunten. Innovatie op Locatie vormt sinds dit jaar het certificaatproject behorend bij het recentelijk opgerichte certificaat Construction Technology. Dit certificaat richt zich op de Uitvoeringstechniek en vormt een aanvulling op het reguliere programma van bouwkundestudenten aan de TU/e. De deelnemende studenten van voorgaande jaren zijn erg enthousiast over Innovatie op Locatie. Het proeven van de praktijk en het bezig zijn met een ‘echt’ probleem ervaren de meeste studenten als erg motiverend. Daarnaast zijn de bedrijven vaak verrast over de frisse blik waarmee studenten naar problemen kijken. Tevens kunnen de studenten kennismaken met het bouwbedrijf dat gastheer is, en zullen zij deze eerste positieve ervaring met de bouwpraktijk waarschijnlijk niet snel vergeten.
tekst: Martin Drijvers en deelnemende studenten Innovatie op Locatie. foto’s: Anna Vanderveen, Martin Drijvers en deelnemende studenten IoL.
18
De introductie van Innovatie op Locatie 2015 door
De vakkundige jury bestaande uit: Cor de Bruijn, Fries
Eric Vastert startte op 20 april met een korte
Heinis, Eric Vastert, Peter van Hoof, Bart Hendriks en
presentatie over de deelnemende projecten.
juryvoorzitter Frank Zuthof.
De start van Innovatie op Locatie Op maandag 20 april hebben de deelnemers van Innovatie op Locatie 2015 voor het eerst kennis gemaakt met hun bouwplaats en probleemstelling. Deelnemende bouwbedrijven aan Innovatie op Locatie waren dit jaar Bouwborg Eindhoven, bouwcombinatie M.P. Drijvers B.V./Moonen, Ballast Nedam iQwoning, Oskomera en Hendriks Bouw en Ontwikkeling. Na een leerzame, maar vooral onderscheidende week op de bouwplaats, hebben de studenten een maand lang hun analyses en oplossingen uitgewerkt. Dit onder wekelijkse begeleiding van universitair docent Eric Vastert.
Bart Hendriks, Fries Heinis en juryvoorzitter Frank Zuthof de uiteindelijke winnaars uitgeroepen. Van harte gefeliciteerd: Marloes Dijkink, Pieter van Nunen en Dennis van der Steen! De winnende groep heeft een week mee mogen draaien op de bouwplaats Rabobank Utrecht bij Oskomera. Deze groep heeft hierbij een innovatieve oplossing bedacht voor het horizontale transport van glazen panelen over het dak en daarbij een direct bruikbaar klopblok ontwikkeld om gevellijsten probleemloos los te kunnen kloppen.
De eindpresentaties van Innovatie op Locatie Op woensdag 27 mei hebben als resultaat hiervan de eindpresentaties plaatsgevonden en heeft een vakkundige jury, bestaande uit Cor de Bruijn, Peter van Hoof, Eric Vastert,
De prijs voor de winnaars van Innovatie op Locatie De trotse winnaars van Innovatie op Locatie 2015 mogen op dagexcursie naar Bouwend Nederland en zullen daar een rondleiding krijgen door het hoofdkantoor in Zoetermeer. Het hoogtepunt van deze excursie vormt een werklunch met voorzitter van Bouwend Nederland, Maxime Verhagen!
De winnaars van Innovatie op Locatie 2015, Marloes Dijkink, Pieter van Nunen en Dennis van der Steen, ontvangen onder luid applaus van organisator Martin Drijvers hun prijs van juryvoorzitter Frank Zuthof en medeorganisator Karin Oomen, adviseur Onderwijs en Arbeidsmarkt van Bouwend Nederland regio Zuid.
SUPporter III - Juli 2015
Groep 1 “Ballast-Nedam” Sint-Leonardusstraat te Eindhoven
partijen tegelijkertijd in en om de woning kunnen werken.
Dit jaar nog worden de woningen aan de Sint-Leonardusstraat gerenoveerd. De 52 duplexwoningen krijgen een upgrade voor 30 jaar. De upgrade bestaat uit het vernieuwen van de keuken, het toilet en de badkamer. Eén van de grote problemen is de aanwezigheid van asbestleidingen. De woningen hebben al vaak te kampen gehad met lekkages in de rioolleiding. De wens van opdrachtgever Woonbedrijf is dan ook om deze te verwijderen. De bewoners moeten bovendien tijdens deze renovatie in de desbetreffende woning blijven wonen.
Om de bereikbaarheid te vergroten in de woning, is aan de achterkant een tijdelijke galerij gemaakt. Afhankelijk van het renovatieproces, kunnen de bewoners nu via de voordeur of achterom de woning betreden.
Tijdens de week van IoL zijn vier master studenten door Bouwborg uitgenodigd om dit probleem aan te pakken. Hoewel er op dat moment nog niet gebouwd werd, is een proefwoning beschikbaar gesteld om de benodigde analyses te maken. De rest van de week is het probleem op het kantoor van Ballast-Nedam verder uitgewerkt. Al snel bleek het saneren van asbest een doorn in het oog te zijn voor ons en de bewoners. De leiding moest uit de kelder, toilet en keuken gehakt worden. Voor Bouwborg is dit een vervelende ingreep omdat het veel geld kost en men verder niets in het huis kan en mag verbouwen. Het saneren veroorzaakt bovendien enorme overlast voor de bewoner: de woning is slecht bereikbaar, er is veel geluidshinder en mannen in astronautpakken bivakkeren in hun huis. Wij hebben ons gefocust op het verkorten van de bouwtijd en het verhogen van het wooncomfort. Door een nieuwe leiding langs de bestaande asbestleiding te leggen was het saneerproces van asbest niet meer nodig. De overlast wordt niet alleen beperkt, er kan nu ook meteen in de woning worden gerenoveerd. Net voor de eindpresentaties van Innovatie op Locatie zijn ze begonnen met het ponsen van een nieuwe leiding. We hebben dit proces nog kunnen volgen en hebben gemerkt dat deze manier van werken enorme voordelen heeft voor zowel de bewoner als de uitvoerder. Het zou daarom heel interessant zijn om dit proces verder uit te werken. Wij denken dat er nog veel te halen valt in de planning, zodat meerdere
Een schets van het bedachte modulaire systeem.
Lieneke, Maurits, Erik en Valentijn op de kantoorplek.
Een tweede en zeer belangrijke innovatie is een modulair systeem waar voorzieningen aan gekoppeld kunnen worden. Deze unit komt aan de voor- of achterkant van de woning en fungeert als nieuwe voordeur. De woning is te klein om een compacte ‘dixi toilet’ in huis te plaatsen. Bewoners hechten er wel veel waarde aan hun voorzieningen in huis te houden. Door deze modules aan het huis te plaatsen hoeven ze niet naar buiten. Afhankelijk van wat de bewoner nodig heeft kan er een bijvoorbeeld een douche of toilet aan worden gekoppeld. Dit systeem is vervolgens weer te gebruiken bij andere projecten. Maurits Roks, Lieneke van der Molen, Valentijn Kerstens en Erik Zonneveld
De situatie met de plaatsing van de tijdelijke galerij.
Groep 2 “Bouwcombinatie Drijvers-Moonen” Sint Lucas te Eindhoven Tijdens de start van Innovatie op Locatie 2015, maandag morgen op de 5e verdieping van het faculteitsgebouw van Bouwkunde, werden de opdrachten bekend gemaakt samen met de groepsindelingen. Daarna vertrok iedereen naar de desbetreffende bouwplaats. Wij mochten naar het SintLucas college op Strijp-S. De nieuwe huisvesting van het SintLucas college wordt gerealiseerd in een gedeelte van het oude Philips Natlab op Strijp-S en in een gedeelte nieuwbouw. Nadat we kennis hadden gemaakt met de uitvoerders en tevens onze begeleiders van bouwcombinatie Drijvers-Moonen, kregen we een rondleiding over de bouw. Het probleem was al snel duidelijk: asbestsanering en een warmwaterleiding die in de weg lag zorgen voor een behoorlijke bouwvertraging.
Hierdoor werd het problematisch om de opleverdatum te halen, te weten mei 2016. Onze opdracht was het verkorten van de bouwtijd om zo de deadline toch nog te halen. De eerste dagen van de week op de bouwplaats bestonden vooral uit vroeg opstaan en het analyseren van de bouwplaats en het algehele probleem. Omdat dit in ons geval de bouwtijd was, hebben
Druk overleg tussen de uitvoerders en studenten.
19
SUPporter III - Juli 2015
we het kritieke pad onderzocht. Daarna zijn verschillende oplossingsrichtingen onderzocht en besproken met de uitvoerder. Vervolgens zijn de gedane analyses en oplossingsrichtingen gepresenteerd in de tussenpresentatie. In de daaropvolgende weken hebben we een keuze gemaakt uit de verschillende opgestelde oplossingsrichtingen. Deze werden verder uitgewerkt en besproken met Eric Vastert en Cor de Bruijn tijdens de begeleidingen. Richting de eindpresentaties hebben we voor de meest innovatieve variant gekozen. Deze variant houdt in: het gebouw met behulp van vijzels omhoog vijzelen. Hiermee wordt begonnen met het dak in plaats van de eerste verdieping. Deze variant was niet alleen de meest innovatieve maar realiseert ook de hoogste bouwsnelheid. Op woensdag 27 mei volgde uiteindelijk de grote dag: de eindpresentaties en bekendmaking van de winnaar. Bij deze Groep 3 “iQwoning” Veiligheid in fabriek te Weert Maandagmorgen, 9.00 uur. Twintig studenten zijn in afwachting wat hun week ze gaat brengen. Zo ook Dennis, Ruud, Arjan en Wim die samen worden gevoegd tot een groep en een probleem bij iQwoning in Weert, waar woningen worden geprefabriceerd in de vorm van elementen, mogen gaan oplossen.
wedstrijd hebben we uiteindelijk een mooie gedeelde tweede plaats weten te behalen. Al met al kunnen we concluderen dat het project Innovatie op Locatie een geslaagd en leerzaam project is, wat een goede afwisseling vormt met het reguliere programma tijdens de studie Bouwkunde. Bij dit project krijg je echt de kans om de bouw eens vanuit de praktijk te ervaren en echte problemen uit de praktijk aan te pakken. Daarnaast gaat het groepswerk van Innovatie op Locatie verder
Lars van den Bulck, Daan Glas, Bastiaan Overdorp en Thomas van Vooren.
Daan, Lars, Bastiaan, Thomas en hun begeleider.
Het opvijzelen van de staalconstructie in het werk.
Marcel, afstuderend masterstudent aan de faculteit Construction Technology, om ons meer informatie te geven over iQwoning en het probleem nader toe te lichten.
eens eerst dat iedereen een helm op moet én veiligheidsschoenen moet dragen!” Dit bleek in ons opzicht een te voor de hand liggend veiligheidsaspect. Zo waren er nog meer opmerkingen in de loods die te maken hebben met structuur. Enkele problemen opgesomd: het rondslingeren van afval, het ontbreken van duidelijke wandel- en rijroutes, het blokkeren van nooduitgangen met opgeslagen afval/voorraad. Aan dit lijstje kunnen we nog veel toevoegen. Echter was het op hoogte werken zonder voldoende valbeveiliging iets wat ons meer zorgen baarde. Dit was dan ook ons speerpunt tijdens het zoeken naar oplossingen.
Daar gaan we dan, met z’n vieren vol goede moed naar Weert. Eenmaal aangekomen bij een groot fabriekspand worden we met koffie ontvangen. Rudger, de manager van de fabriekshal, komt samen binnen met
Ons probleem kwam kortweg op het volgende neer: de veiligheid in de fabriek verbeteren. Dus zijn we meteen de fabriek in gegaan om inspiratie op te doen en de analyse te starten. Zo merkten we direct op dat het voor ons als ‘gast’ niet nodig was om veiligheidsschoenen te dragen. Daarbij kwam ook dat in de gehele loods geen veiligheidshelm verplicht is. Als we medewerkers in de loods aanspraken dat we kwamen kijken naar de veiligheid, werd ons vaak als reactie gegeven: “Zorg maar
De iQwoning is een stapelbare prefab woning.
De overstap naar de bekisting is smal en gevaarlijk.
20
dan de bouwplaats. Het onderling sparren over de problemen op de bouwplaats werd namelijk voortgezet op de squashbaan. Hierbij onderging de huidige voorzitter van studievereniging SUPport en tevens de houder van de “vloer 5 squashtrofee” een verrassende nederlaag tegen een niet nader te noemen groepsgenoot.
Uitgaande van het voorkomen dat de medewerkers op hoogte moeten werken, werd er gestart met het zoeken naar oplossingen in drie fases van het productieproces. Vele varianten passeerden de revue, maar uiteindelijk hebben we drie oplossingen gevonden. - Een hefboom die gebruikt kan worden bij de betonmallen. Deze voorkomt dat medewerkers een openstaande mal over moeten klimmen om aan de binnenkant deze hoek te verwijderen en te bevestigen. Door een simpele aanpassing in de planning rondom het storten van de elementen een medewerker ook aan de binnenkant de
SUPporter III - Juli 2015
betonmal schoonmaken als deze gesloten is. - Een nieuwe aansluiting voor de riolering van de douchebak. Hiervoor is het niet meer nodig om het element op blokken te zetten, waardoor andere medewerkers hier voordeel in zien en de werkzaamheden daar ook uit gaan voeren. Deze werkzaamheden kunnen naar een ander deel van het element geplaatst worden, om te voorkomen dat de medewerkers op het element moeten gaan staan. - Bij het transport worden spanbanden over het element gelegd, om daarmee het element aan de oplegger te bevestigen. Door deze spanbanden te verwerken in de hoes die ook over het element gelegd wordt, is het niet nodig om deze spanbanden met de hand op het element te plaatsen. In onze ogen niet altijd een heel innovatieve op los si n g, ma a r d aare nt e ge n ze e r functioneel en goedkoop voor iQwoning. Het is daarmee zeker toepasbaar in onze ogen. Groep 4 “Hendriks Bouw” Plus Ultra te Wageningen Groep 4, bestaande uit Maarten, Emiel, Sven en Wessel zijn voor IoL afgereisd naar Wageningen Universiteit waar een nieuw gebouw gerealiseerd wordt waar startende ondernemers in de Voedings- en Agrarische sector zich kunnen vestigen. Dit gebouw draagt de naam Plus Ultra. De opdracht omving een probleem met de gevel. Door een traditionele systeemsteiger te gebruiken moest de steiger aan het casco van het gebouw worden vastgemaakt. De gevel echter moest ook al geplaatst worden. Dit gaf een clash: de brandwerende folie op de gevel moest namelijk doorboord worden. Aan ons de taak om het probleem grondig te analyseren op de bouwplaats en om uiteindelijk tot een oplossing te komen. We hadden verwacht dat het casco van het gebouw al bijna gereed zou zijn. Echter bleek dat alleen de begane grondvloer nog maar gereed was. We werden hartelijk ontvangen door de uitvoerder van Hendriks Bouw en Ontwikkeling, hij heeft ons vervolgens goed op weg geholpen om inzage te krijgen in het probleem en de bouw. We konden in de keet alle benodigde tekeningen vinden die nodig waren om alles goed te kunnen overzien.
Wij kijken met veel plezier terug op deze week. Een echte stage zit nu niet standaard in het masterprogramma, maar is in onze ogen onmisbaar voor een student die zich voorbereid op het beroepsleven. Dennis Claessens, Wim Raedts, Arjan Stappers en Ruud Winters. De spanband is verwerkt in de hoes.
Wim, Arjan, Dennis en Ruud in de fabriek van
Het werken op hoogte is één van de veiligheidsrisico’s
iQwoning te Weert.
waarmee de fabriek te maken heeft.
Ook de uitvoerder had veel kennis waar we gebruik van hebben gemaakt. In de week op de bouw is veel maatvoering gedaan voor het prefab casco, hier werd mee gestart in de daaropvolgende week. We hebben over maatvoeren dus veel mee gekregen en ook gezien dat dit erg belangrijk is, wat meteen een mooie terugkoppeling geeft aan het vak Dimensional Quality Control, wat voor het CT-certificaat ook gehaald dient te worden.
onderaannemers en partijen. Hierdoor is overleg erg belangrijk. Dit is ook meteen een oorzaak van het probleem. Doordat de cascobouwer is uitgelopen met het engineeren van het prefab casco, is de gevelbouwer genoodzaakt eerder te starten met zijn werkzaamheden dan gepland. Hierdoor dreigt de brandwerende folie te worden doorboord. De brandwerendheid van deze folie bleek bovendien ook niet het probleem maar vooral de waterkering van de folie die niet meer gegarandeerd kan worden na het repareren van deze folie. De oorzaak van het probleem is dus eigenlijk gerelateerd aan de factor tijd. Als alles volgens planning was gelopen had het probleem zich niet voorgedaan. Het probleem had dus voorkomen kunnen worden. Omdat tijd een belangrijke factor is in het proces hebben we ook nog een analyse gemaakt van de planning.
Als snel kwamen we er achter dat veel verschillende partijen betrokken zijn bij het realiseren van dit bouwwerk. Veel werkzaamheden zijn uitbesteed aan diverse
Na alle analyses moest er een oplossing voor het probleem bedacht worden. We hebben geprobeerd twee soorten oplossingen te bedenken. Eén waarbij we konden beginnen net zoals de aannemer, dus met genoeg tijd. En een oplossing voor het probleem zoals deze zich nu voor doet. Wessel, Emiel, Sven en Maarten poseren op de bouw.
21
SUPporter III - Juli 2015
We zijn uiteindelijk uitgekomen op een oplossing waarbij er geen gebruik meer wordt gemaakt van een traditionele steiger maar van een schaarsteiger. Ook zijn er nog aanpassingen aan de detaillering gedaan. Een andere oplossing was een plug die je door de waterkerende en brandwerend folie heen kon boren. Deze plug zorgt er vervolgens voor dat men de steiger toch aan het casco kunt vastmaken en waarmee de folie waterdicht blijft. Met een dop kun je vervolgens de plug afdichten waardoor deze ook voor goede isolatie zorgt.
spiegelbeglazing is toegepast met daaronder een reguliere dakconstructie waarover gereden kan worden. De hijskraan is van aluminium gemaakt om het eigen gewicht zo laag mogelijk te maken en het karretje is van staal en werkt volgens het principe van een palletwagen waardoor de glaspanelen niet meer getild hoeven te worden.
De plug waaraan de steiger vastgezet kan worden.
We vonden het leuk om aan Innovatie op Locatie mee te doen en hopen dat dit evenement ook in de toekomst nog lang zal blijven bestaan. Maarten Artnz, Wessel Manders, Emiel van Strien en Sven Vos
De dop op de plug zorgt uiteindelijk voor de afdichting.
Groep 5 “Oskomera” Rabobank hoofdkantoor te Utrecht De kantoorlocatie van Rabobank Nederland te Utrecht is inmiddels alweer 30 jaar geleden gebouwd. Het oude gedeelte van het hoofdkantoor, ook wel bekend in de volksmond als “het spiegelgebouw”, is toe aan een renovatie. Oskomera is door BAM Utiliteitsbouw benaderd voor de revitalisatie van de gevel. De kenmerkende spiegelbeglazing van het kantoorpand zal in zijn geheel (16.000 m2) worden vervangen, zonder dat het huidige karakter van het gebouw verloren gaat. De gevel bestaat in totaal uit meer dan 22.000 glaspanelen. De panelen worden via de buitenzijde vanaf het dak met behulp van een hangbak vervangen. Uit de probleemanalyse op de bouw kwamen twee problemen naar voren, namelijk: het horizontaal transporteren van de glaspanelen op het dak (bestaande uit veel til- en loopwerk) en het verwijderen
22
van de horizontale lijsten waarbij schade kan ontstaan. Uiteindelijk is voor beide problemen een oplossing ontworpen.
Tijdens het loskloppen van de horizontale lijsten ontstaat er schade omdat deze soms zeer vast zitten doordat er in het verleden veelvuldig kit is toegepast. Om deze schade te voorkomen is er een klopblok ontwikkelt welke de ingeleide kracht door de hamer verdeeld over een groter oppervlak. Na het testen van dit blok blijkt dat er geen schade meer aan de lijsten optreedt. Het vak Innovatie op Locatie schept de mogelijkheid om de vergaarde kennis van de opleiding toe te passen in de praktijk. Doordat het vak groter is geworden is er meer tijd om aan de oplossing en verslaglegging te werken. Dit leidt tot een beter en uitgebreider eindresultaat. De presentaties in de Zwarte Doos en uiteraard de afsluitende borrel maakten het tot een leuk, leerzaam en interessant geheel. Marloes Dijkink, Pieter van Nunen en Dennis van der Steen
De oplossing voor het horizontaal transport bestaat uit twee handelingen, het hijsen van de kist met panelen van het eerste naar het tweede dakvlak, door de doorzicht beglazing op het eerste schuine vlak is het niet mogelijk om over dit deel te rijden. Het tweede deel is het rijden van de panelen met behulp van een ontwikkelde wagen over het resterende dakvlak, inclusief de schuine stukken. Dit is mogelijk omdat op deze schuine vlakken
Het handmatige transport van de panelen op het dak.
Marloes, Pieter en Dennis in de keet op de bouwplaats.
Het ontworpen ‘klopblok’ wordt getest in de praktijk.
SUPporter III - Juli 2015
Afstudeerplannen
Studenten aan het woord over het afstuderen Student: Christiaan Voorend Richting: Productontwikkeling (Building Technology) Onderwerp: Onderzoek naar het 3d printen van gebouwonderdelen.
Ik ben Christiaan Voorend, ben 24 jaar en ben aan het afstuderen in de richting Building Technology. Na mijn HBO afgerond te hebben ben ik in 2012 begonnen met het schakelprogramma aan de TU Eindhoven. Het onderwerp waarop ik aan het afstuderen ben is additive manufacturing, of populair gezegd: 3d printing. Het is een onderwerp wat de laatste tijd veelvuldig in het nieuws is. Binnen de bouw zijn er al een aantal bedrijven die bezig zijn met het printen van grote objecten. Dit is in de meeste gevallen met beton. Op de TU Eindhoven is sinds dit jaar zelfs een vier jarig onderzoekstraject gestart naar printen met beton. Naast printen
met beton is er een architectenbureau in Amsterdam dat al sinds een jaar aan het printen is met bioplastic. DUS Architecten wil over twee jaar een grachtenpand, het 3d Print Canal House, geprint hebben. Dit doen ze doormiddel van de 3d print techniek Fused Deposition Modeling (FDM). Hierbij wordt een granulaat van biobased plastic gesmolten en in laagjes op elkaar gelegd. Op deze wijze wordt een digitaal gemodelleerd model door een geautomatiseerd proces geproduceerd. Ik ben aan het afstuderen bij Heijmans. Zij zijn als bouwbedrijf betrokken bij de productie van het 3d Print Canal House. Ook zijn ze sponsor van het project. Als afstudeerder doe ik onderzoek naar het printen van andere bouwproducten door middel van de FDM techniek. Daar waar
in Amsterdam de volledige gebouwschil geprint wordt, richt mijn onderzoek zich op het printen van gebouwonderdelen, bijvoorbeeld gevels. In de onderzoeksfase bleek dat 3d printen een productietechniek is die op drie vlakken veel potentie heeft: een klein volume, grote ontwerpvrijheid en grote complexiteit. Ik richt me tijdens mijn onderzoek op een product dat veel ontwerpvrijheid heeft en in een kleine hoeveelheid geproduceerd wordt. Zo is het wellicht mogelijk dat iedereen straks zijn eigen gebouwonderdelen ontwerpt en kan printen. Ik ga me richten op het concept van 3d geprinte gebouwonderdelen en hoe die geproduceerd en bevestigd kunnen worden aan een gebouw.
Student: Maarten Spanjers Richting: Uitvoeringstechniek (Construction Technology) Onderwerp: Een gestructureerd en beheerst tenderproces van EMVI-aanbestedingen met DB(M)-contractvormen
Laat ik mezelf allereerst even voorstellen: mijn naam is Maarten Spanjers, ben 23 jaar oud en volg momenteel de master “Construction Technology” aan de Technische Universiteit te Eindhoven. Vooraf aan deze master heb ik een vierjarige HBO-opleiding, bachelor “Construction Management” (Bouwtechnische Bedrijfskunde), aan de Avans Hogeschool gedaan. Naast beide studies ben ik actief geweest als werkvoorbereider bij een van de top 10 aannemers in Nederland en tevens als commissielid van de SUPport support studiereis 2015 te Ecuador. Door aan het HBO afgestudeerd te zijn op het gebied van de implementatie van de BIM-werkmethodiek binnen een MKBbedrijf is mijn interesse gegaan naar aanbestedingstrajecten van bouwprojecten. “Welk proces doorloopt de aannemer om zich te kunnen onderscheiden ten aanzien van andere inschrijvende partijen
bij een EMVI-aanbesteding?” Dit komt mede doordat ik in het kader van de master voor het vak “Organisatie en cultuur van het bouwbedrijf” onderzoek heb gedaan naar het onderwerp Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Hieruit is gebleken dat EMVI sinds 1 april 2013 een nieuwe aanbestedingswet in Nederland is. De gedachte bij EMVI is: niet meer op laagste prijs een project aanbesteden maar ook op basis van kwaliteit. Vanaf september 2014 ben ik aan het afstuderen bij Dura Vermeer Bouw Rosmalen BV. Tijdens het afstuderen wordt ik vanuit de TU/e begeleid door de heren C. de Bruijn en E. Vastert en twee bedrijfsbegeleiders. Allereerst heeft een participerende observatie plaatsgevonden bij een EMVI-aanbesteding met een Design (D), Build (B) and Maintain (M)-contractvorm (UAV-gc). Bij een DB(M)contractvorm ligt de verantwoordelijkheid voor zowel het ontwerp (D), bouw (B) en het onderhoud (M) bij de aannemer, in plaats van enkel voor het bouwen óf het onderhoud bij een traditionele contractvorm. In de aanbestedingsfase is een ontwerp, plan van
aanpak, aanbiedingsprijs en een meerjarige onderhoudsbegroting (MJOB) tot stand gekomen. Tijdens de totstandkoming van deze producten zijn een aantal problemen aan het licht gekomen welke na een analyse hebben geleid tot een ongestructureerd en onbeheerst aanbestedingsproces met als gevolg hoge tenderkosten en een laag slagingspercentage. Vervolgens is een afstudeerplan opgesteld waarin een probleemstelling, doelstelling en een aantal taakstellingen zijn geformuleerd die in de onderzoeksfase ten uitvoering worden gebracht. Het onderzoek bestaat uit het in kaart brengen van de verschillende EMVI-aanbestedingen & beoordelingssystematieken, de risico’s en (documentatie) verantwoordelijken voor een aannemer bij een UAV-gc contract. Ik streef ernaar begin juli mijn onderzoeksfase af te ronden, waarna het ontwerpen van een hulpmiddel kan plaats vinden. Dit hulpmiddel dient te voldoen aan een programma van eisen & wensen en het gestelde probleem op te lossen. Het eindcolloquium heb ik voor mezelf gepland in oktober 2015.
23
SUPporter III - Juli 2015
Carrièrestart van...
Ruud Verstegen, BAM Advies & Engineering In deze SUPporter is het woord aan Ruud Verstegen, die in juni 2014 afstudeerde binnen de mastertrack Uitvoeringstechniek aan de Technische Universiteit Eindhoven. Zijn afstudeeronderzoek heeft hij verricht in samenwerking met BAM Advies en Engineering, waar hij na het behalen van zijn diploma direct aan de slag kon.
Ruud Verstegen, voormalig redactielid en voorzitter bij studievereniging SUPport.
In 2007 ben ik begonnen aan de bacheloropleiding Bouwkunde aan de Technische Universiteit te Eindhoven. Net als veel medestudenten ben ik Bouwkunde gaan studeren met de intentie om architect te worden. Gedurende het eerste studiejaar kwam ik er echter achter dat de technische en organisatorische kant van het vakgebied me een stuk beter ligt. Het was dan ook een redelijk logisch gevolg om in de bachelor voor het Techniek en Management profiel te kiezen. Na het behalen van de bachelor ben ik Uitvoeringstechniek gaan studeren. Vooral de uitstroommogelijkheden van deze master richting de arbeidsmarkt spraken me erg aan. Vanwege het ontbreken van bedrijfskundige vakken in het standaard curriculum, heb ik bij de start van de mastertrack gekozen om deel te nemen aan het certificaatprogramma Technisch Management. Hierbij lag de focus niet zo zeer op de bouwkunde, maar werd ingegaan op de organisatorische, juridische en economische kant van ondernemingen.
tekst en foto’s: Ruud Verstegen verwerking: Dennis van der Steen
24
De combinatie van de technische master met het bedrijfskundig certificaatprogramma is me erg goed bevallen en helpt me nu enorm bij mijn dagelijkse werkzaamheden. Naast de studie ben ik een aantal jaren betrokken geweest bij studievereniging SUPport, o.a. in de rol van redactielid en voorzitter van de vereniging. Naast dat dit bovenal een hele leuk tijd was, heb ik tijdens deze periode veel geleerd op het gebied van softskills. Zoals gezegd heb ik mijn afstudeeronderzoek verricht in samenwerking met BAM Advies en Engineering. BAM A&E richt zich als intern advies- en engineeringsbureau voornamelijk op de dochterbedrijven van BAM Bouw en Techniek en levert adviesdiensten en ondersteunende werkzaamheden op allerlei vlakken. Gedurende mijn afstudeeronderzoek heb ik me gericht op het genereren en gebruiken van meerjarenonderhoudsplannen tijdens het ontwikkel- en exploitatietraject van projecten met een geïntegreerde contractvorm. In eerste instantie is de link met Uitvoeringstechniek misschien wat lastig te zien, maar gelukkig kreeg ik van de TU/e de ruimte om dit op te pakken. Na iets meer dan een jaar heb ik het afstudeertraject met een mooi resultaat afgesloten en kon ik mijn diploma in ontvangst nemen. De afstudeerperiode is zowel mij als BAM A&E dusdanig goed bevallen, dat ik hier na het afstuderen direct aan de slag kon. Gedurende
Vernieuwing Rijnstraat 8, Publiek-Private Samenwerking op basis van een geïntegreerd contract.
SUPporter III - Juli 2015
de afstudeerperiode ben ik ervan overtuigd geraakt dat de grotere bouwbedrijven de komende jaren hun winst moeten zoeken in de projecten waarbij zij, naast realisatieverantwoordelijkheid, ook ontwerpen zelfs exploitatieverantwoordelijkheid dragen. De markt vraagt steeds meer om een integratie van de verantwoordelijkheden en op dit gebied zijn grote vooruitgangen te behalen. Dit standpunt heb ik bij BAM A&E weten te combineren met mijn interesse in de organisatorische en juridische kant van het vakgebied in de functie van adviseur Systems Engineering. De overgang van traditionele contracten naar geïntegreerde contracten, vaak UAV-GC of een afgeleide vorm daarvan, zorgt ervoor dat het bouwbedrijf meer verantwoordelijkheden en daarmee mogelijke risico’s naar zich toetrekt. Om ervoor te zorgen dat dit soort projecten op een verantwoorde manier kunnen worden verworven, uitgewerkt en afgerond, is het noodzakelijk het project op een gestructureerde wijze in te steken. Dit geldt voor zowel grote projecten, bijvoorbeeld Vernieuwing Rijnstraat 8, als voor kleine projecten. Mijn dagelijkse werkzaamheden richten zich voornamelijk op het adviseren en ondersteunen van projectteams op het gebied van proces-, contract- en risicomanagement, vlakken waar veel projectteams weinig tot geen affiniteit mee hebben. Bij procesmanagement kun je denken aan het procesmatig inregelen van de projectorganisatie en het opstarten en uitzetten van de werkzaamheden die benodigd zijn om aan de procesmatige plichten van het geïntegreerde contract te voldoen. Deze onderdelen worden bij de start van een project beschreven in een projectmanagementplan. Ondanks mijn relatief korte werkervaring heb ik regelmatig ondervonden dat de kwaliteit en inhoud van dit document een cruciale rol speelt gedurende de looptijd van het project. Een kwalitatief slecht of matig stuk zorgt er namelijk voor dat het proces onnodig inefficiënt verloopt, terwijl een te uitgebreid stuk meer werkzaamheden met zich mee brengt dan nodig is. Het onderdeel contractmanagement houdt nauw verband met de procesmatige kant van
het project en richt zich op de rechten en plichten die volgens het contract gelden voor zowel opdrachtnemer als opdrachtgever. Vooral bij UAV- GC projecten dienen contractuele procedures en verplichtingen nauwgezet te worden gevolgd om projecten op een verantwoorde manier te kunnen doorlopen. De huidige marktomstandigheden onderstrepen de noodzaak om mogelijke risico’s zorgvuldig en grondig te onderkennen en analyseren, zodat hier passende beheersmaatregelen aan gekoppeld kunnen worden. De marges zijn namelijk flinterdun en een onverwachte tegenvaller zorgt al snel voor een negatief resultaat. Vanuit deze gedachte zijn we begonnen om de kennis en kunde op het gebied van risicomanagement naar een hoger plan te tillen. Door het initiëren van verschillende risicosessies tijdens de aanbesteding en de uitwerking van het project, proberen we de risico’s onder schot te krijgen. Hierbij begeleid ik het projectteam om de risico’s helder en scherp op papier te krijgen, wat in veel gevallen een intensieve klus is. Hierbij komt de ervaring van het opstellen van het afstudeerplan goed van pas. Naast de werkzaamheden op het gebied van Systems Engineering houd ik me daarnaast bezig met een aantal BIMgerelateerde ontwikkelingen. Eén van die ontwikkelingen richt zich op modelgebaseerd calculeren. Het doel is om eind 2016, in het prijsvormingsproces van BAM Bouw en Techniek, alle benodigde hoeveelheden op alle projecten modelgebaseerd te bepalen. Dit geldt voor alle activiteiten die uitgevoerd moeten worden om gedurende alle fases in de levenscyclus van het project te komen tot investerings- en onderhoudskosten. Modelgebaseerd houdt in dit geval niet in dat alles dan ook gemodelleerd dient te worden. Het aantal strekkende meter plint kan in veel gevallen bijvoorbeeld eenvoudig afgeleid worden uit de ruimteomtrek. Als team zijn we gestart met het in kaart brengen van onder andere het huidige prijsvormingsproces en de visies van de kostendeskundigen, leidinggevenden en directies op het toekomstige proces. Het interessante hieraan is dat je in korte tijd veel inzicht krijgt in de manier van werken en met verschillende mensen met ieder een
Modelgebaseerd prijsvormingsproces.
ander opleidingsniveau, interessegebied en achtergrond aan tafel zit. De resultaten van de analyses gebruiken we bij het vormgeven van het nieuwe prijsvormingsproces. De ontwikkeling stopt niet als het nieuwe proces is vormgegeven, maar strekt zich tot aan het implementeren ervan. Prijsvorming zal binnen heel BAM Bouw en Techniek uiteindelijk volgens de nieuwe wijze plaats moeten vinden. Alle betrokkenen zullen ondersteund moeten worden om ervoor te zorgen dat de implementatie een succes wordt. Omdat veel kostendeskundigen al jaren in het vak zitten, krijgen we ongetwijfeld vaak te maken met het argument ‘maar ik doe het al jaren zo, waarom zou ik veranderen?’. Om dit zo veel mogelijk te voorkomen betrekken we de kostendeskundigen en leidinggevenden zo vroeg mogelijk bij de ontwikkeling. Doordat men input kan leveren aan de ontwikkeling, verlagen we hopelijk de drempel om over te gaan naar het nieuwe prijsvormingsproces. Bij de implementatie zal de ervaring die ik heb opgedaan tijdens de betrokkenheid bij SUPport zeker van pas komen. Mijn doorsnee werkdag is erg divers en ik krijg de mogelijkheid om dingen op te pakken en me onderwerpen eigen te maken die ik leuk vind. Juist die twee componenten bevallen me erg goed en maken het tot een uitdagende functie met veel toekomstperspectief. Er valt er de komende jaren nog genoeg te leren en te ontdekken en daar kijk ik nu al naar uit.
25
Samen werken aan een betere leefomgeving Ballast Nedam werkt aan de vier werkgebieden huisvesting, mobiliteit, energie en natuur en realiseert blijvende kwaliteit in combinatie met lagere levenscycluskosten voor haar klanten en de samenleving. Het vraagt om ondernemerschap, creativiteit en doorzettingsvermogen. Kortom, het vraagt om mensen met bijzondere kwaliteiten. Of het nu gaat om een stage, afstuderen, of een startersfunctie, bij Ballast Nedam krijg je de kans om je loopbaan vorm te geven. Zo krijg je de mogelijkheid om te werken aan spraakmakende projecten.
We staan open voor jouw visie en geven je unieke kansen om je ideeĂŤn daadwerkelijk te ontwikkelen. Ben je enthousiast en wil je met ons meebouwen? Kijk dan op onze website: www.ballast-nedam.nl of neem direct contact op met Willem Luttikhuizen, w.luttikhuizen@ballast-nedam.nl van Personeelszaken.
www.ballast-nedam.nl
SPECIAL
SUPporter III - Juli 2015
Prototype portiekflat Energiesprong - Groningen
Nul-op-de-meter Het einde van het tijdperk ‘energienota’ nadert. Duurzaamheid is in deze tijd een veelvoorkomende term. Zo ook binnen de bebouwde omgeving. Een nul-op-de-meter woning bevat enkele energiebesparende voorzieningen die worden gecombineerd met energie-opwekkende maatregelen. Hierdoor wordt het netto energiegebruik van een woning tot nul gereduceerd (in theorie). Door goede isolatie en slimme installaties in een woning wordt de benodigde energie voor verwarming en koeling verminderd.
Zonodig kan ook zelf energie worden opgewerkt, een grotere mate van toepassing wordt hier gevonden in zonnepanelen. Dit is het concept van nul-op-de-meter. Een huishouden zal in de winter wel energie benodigd hebben om de kachel te laten branden, maar in de zomer kan het juist energie teruggeven aan het energiebedrijf door de vele aanwezige zonuren. Op deze manier komt de energiemeter van een
woning over het hele jaar genomen op nul uit. Het resultaat is een energienotaloze woning, de woning levert energie aan het energiebedrijf in plaats van andersom. Daarnaast wordt het comfort van de gebruiker vergroot. In deze special is meer te lezen over het thema “Nul-op-de-meter”. (bron: www.stroomversnelling.net)
27
SUPporter III - Juli 2015
Stroomversnelling Over de deal rondom de nul-op-de-meter woningen Het verduurzamen van Nederland gaat niet zomaar. Er wordt eerst naar de portemonnee gekeken, dan wat het ons gaat op leveren en op de laatste plaats staat energieverbruik, duurzaamheid en comfort. Het beleid voor woningbouw is erop gericht dat in 2020 nieuwbouwwoningen (bijna) energieneutraal zijn. Om dit te halen wordt de EPC eis per jaar aangescherpt, voor 2015 ligt deze op 0,4. Echter voor de bestaande woningvoorraad gelden deze eisen niet en zijn er nog grote stappen te nemen op het gebied van duurzaamheid en energieverbruik. De Stroomversnelling, een initiatief uit 2013 waarbij bouwbedrijven en woningcoorporaties binnen vijf jaar 111.000 woningen naar een energieneutraal verbruik te brengen. Uiteindelijk om transitie van de bouw te versnellen: van een ambachtelijke bouwnijverheid naar een volwassen slimme bouwindustrie.
Tekst: Christiaan Voorend Afbeelding: Energiesprong
28
Stroomversnelling Huur (2013) Twee jaar geleden, 20 juni 2013, tekende vier bouwers en zes woningbouwcorporaties de deal ‘Stroomversnelling’. Dit met het doel om voor 2020 totaal 111.000 woningen en appartementen te renoveren naar nul-op-demeter woningen. Een flinke opwaardering in comfort maar de woonkosten zullen voor de huurder (huur+energie) gelijk blijven. De renovatie van de woning wordt namelijk betaald door de renovatie zelf. De maandlasten die huurders betalen voor energie in de periode voor de renovatie, wordt ook betaald in de periode na de renovatie. Met een energieverbruik wat terug gebracht is tot nul worden de energiekosten een energieprestatievergoeding (EPV), hiermee wordt de renovatie betaald. De deal van 2013 is gesloten tussen corporaties Portaal, Lefier, Woonwaard, Stadlander, Tiwos, Wonen Limburg en de bouwbedrijven VolkerWessels, BAM, Ballast Nedam en Dura Vermeer. Deze partijen nemen het voortouw met de eerste 11.000 woningen. Hierna zullen andere partijen zich bij deze groep scharen om de volgende 100.000 woningen te realiseren. Naast de deal tussen de corporaties en bouwers is er ook tussen diverse brancheverenigingen uit bouw-, installatie- en toeleveringsindustrie een convenant getekend. Dit zijn: BNA, Bouwend Nederland, FME-CWM, Uneto VNI, NVTB, Aannemersfederatie, OnderhoudNL, FNV Bouw, CNV Vakmensen en Netwerk Conceptueel Bouwen.
Het stroomversnelling project is opgedeeld in drie fases: Prototyping (‘13 – ‘14),1.000 woningen Industrialisering (‘15-’16), 10.000 woningen Opschaling (‘17-’20), 100.000 woningen Een prototyping fase komt nagenoeg nooit voor in de bouw. Met testen van het ene prototype naar het testen van het volgende prototype naar kleinschalige projecten. Stapsgewijs wordt de renovatie doorontwikkeld om tot een productierijp concept voor nul-op-de-meter woningen te komen. Van prototypes van 80.000 euro naar geïndustrialiseerde concepten van 50.000 euro, want het geheel moet wel een solide business model worden. Stroomversnelling Brabant (2015) Met de industrialiseringfase in volle gang voor het Stroomversnelling initiatief uit 2013, gaat provincie Brabant op dit gedachtengoed doorpakken. De vijf grote Brabantse gemeentes en de provincie NoordBrabant willen 800.000 woningen voor 2050 energieneutraal maken. Dit zijn op een gegeven moment 100 woningen per dag. Deze maanden zijn de voorbereidingen voor de deal getroffen. Op 11 mei zijn bouwers en de toeleverende industrie bij elkaar gekomen en op 1 juni de gemeenten en woningbouwcorporaties. Donderdag 9 juli zullen alle betrokkenen de deal tekenen. Met als eerste doel: 1000 energie neutrale woningen Brabant-breed voor 2017.
Energielasten worden een energieprestatievergoeding om de renovatie investering terug te verdienen.
Frits Scheublin Feed where need
Frits Scheublin
Op kleine schaal gebeurt dat al. Voorbeelden zijn er voldoende. Ik kocht in 2007 een horloge met ingebouwde zonnecel. Dat loopt nog steeds. Geen batterij nodig. Een probleem: als je hem in een la legt staat hij na verloop van tijd stil. Hij moet wel daglicht zien. Een ander voorbeeld, iets grootschaliger: verkeersinformatieborden en camera’s langs de weg, gevoed door een eigen zonnepaneel. En nog groter is de experimentele auto die dankzij de meegevoerde zonnepanelen geheel self-supporting is. En is het geen prachtig voorbeeld van industrieel design?
COLUMN
De redactie vroeg om een column bij het thema “Nul-op-de-meter”. Dus geen energie inkopen, maar zelf opwekken en het surplus terugleveren aan het net. Op donkere dagen energie aan het net onttrekken en per saldo “nul op de meter”. Ik wil een stap verder gaan. In de toekomst zijn er geen centrales meer en is er geen net. Kan dat? Ja, dat kan. Hoe dan? Ik geloof in “feed where need”. Dat wil zeggen opwekking op de plaats van het gebruik. Elke energiegebruiker zijn eigen bron. Geen bekabeling. Geen transport.
Ik verwacht niet dat nog meer zonnecollectoren op het dak nodig zullen zijn. Alle apparatuur in huis die nu nog op batterijen loopt kan ook op daglicht werken. De deksel van mijn laptop is goed te gebruiken als zonnecollector. Energie-efficiënte lampen in een armatuur met ingebouwde collector, dat moet kunnen. Het stelt nieuwe eisen aan het ontwerp, maar daar weten industrieel vormgevers wel raad mee. Het stelt ook eisen aan de inrichting van onze woningen. Zo’n armatuur moet wel daglicht opvangen. Je zou kunnen opmerken dat zonnecollectoren nu nog te groot zijn voor integratie in huishoudelijke apparatuur. Dat is waar, maar alle technische producten worden steeds kleiner. Ook die collectoren zullen binnen niet al te lange tijd voldoende geminiaturiseerd zijn. Geschikt voor huishoudelijk gebruik. Wat betekent dat voor onze woningen en kantoren? Miniaturisering van zonnecollectoren zal misschien niet voldoende soelaas bieden om verwarming en ventilatie te voeden. Maar waarom plaatsen wij zonnepanelen op het dak, netjes op de zon gericht? Dat zijn wezensvreemde elementen in onze architectuur. De oplossing ligt in gevelelementen waarin de zonnecollector geïntegreerd is. Vergelijk het met isolatie. Aanvankelijk werd de isolatie los van het gevelelement geleverd. Inmiddels is de isolatie een integraal onderdeel van het gevelelement. Zo zal ook de collector in het element geïntegreerd moeten worden. Dat de positie niet altijd recht op de zon gericht kan zijn, kan worden gecompenseerd door extra oppervlak. We hebben immers de hele gevel tot onze beschikking! Een uitdaging voor onze architecten!
Prof. ir. Frits Scheublin is aan de TU verbonden geweest als hoogleraar Construction Technology. Tevens is hij gepensioneerd directeur van BAM Advies & Engeneering.
29
SUPporter III - Juli 2015
Nul-op-de-meter woningen
Ballast Nedam transformeert woning in twee dagen Bouwbedrijf Ballast Nedam is in Nederland bij twee Stroomversnelling projecten betrokken, in Tilburg met woningbouwcorporatie Tiwos en in Stadskanaal met corporatie Lefier. Nadat ze op beide locaties eerst een prototype woning gebouwd hebben, zijn de 17 woningen aan de Le Sage ten Broekstraat in Tilburg al afgerond en worden de 22 woningen van de Purmerlaan in Stadskanaal voor de bouwvak opgeleverd. Voor beide projecten is er gebruik gemaakt van prefab gevels van Ursem Modulaire Bouwsystemen. Een groot verschil tussen de projecten was de aanpak van het dak. In Tilburg waren de woningen niet voorzien van een beloopbare zoldervloer. Omdat de nieuwe installaties op zolder komen te staan is het dak gesloopt en een nieuwe zoldervloer en dak gemaakt. In Stadskanaal was er al wel een zolderverdieping, hier zijn de pannen vanaf gehaald en is er een scharnierkap over het bestaande dak heen gemaakt. De woningen in Tilburg worden nu met een elektrische warmtepomp met een bodemwarmtewisselaar, waarvoor de stroom door de zonnepanelen wordt geleverd, verwarmd. Gas is hierdoor niet meer nodig en zodoende afgesloten van de woning. Daarnaast bestaat het pakket aan renovatie maatregelen uit: zeer goed isolerende gevelelementen, nieuwe kozijnen met driedubbel glas, ge誰soleerde kruipruimte, nieuwe isolerende zoldervloer, nieuw dak met 27 zonnepanelen, nieuwe installatieunit op zolder en een warmtepomp met bodembron.
Prototype woning Tilburg (Foto: Rogier Bos)
Prototype woning Stadskanaal (Foto: Frank Hanswijk)
Gevel 3d inmeten voor maatwerk Allereerst wordt de voor- en achtergevel in 3d opgemeten en omgezet in een tekening. Op deze manier sluit de prefab gevel nagenoeg perfect aan op de bestaande gevel. In de praktijk blijkt dit ook goed te werken volgens TU/e Uitvoeringstechniek afstudeerder Guus Berben. Hij is de knelpunten van Stroomversnelling Tilburg in kaart aan het brengen om hier in een verdere fase een ontwerpoplossing voor te vinden. Echter ziet hij nu al dat er op een heel aantal factoren verder onderzoek gedaan kan worden op dit onderwerp. Een grote potentie voor studenten met interesse in uitvoeringstechniek.
van de nieuwe prefab gevel. Voor de eerste proefwoning die Ballast Nedam heeft gerenoveerd werd het bestaande buitenblad eerst verwijderd. Dit was echter te duur en zorgde vooral voor overlast, men wil zo snel mogelijk renoveren. Daarom is voor de rest van de woningen de nieuwe gevel tegen de bestaande gevel aan gezet. Verder worden de kozijnen inclusief glas en het gehele dak gesloopt.
Sloopwerkzaamheden Allereerst wordt de bron voor de warmtepomp installatie geboord. Vervolgens wordt de gevel gereedgemaakt voor het plaatsen
Aan de voor- en achterzijde wordt voor de gevel een sleuf van circa een halve meter breed en dertig centimeter diep gegraven. Deze sleuf is voor het monteren van de stalen hoeklijn. Hierop komen de nieuwe gevel elementen te staan. Deze hoeklijn is voorzien van sparingen, deze zijn benodigd voor de doorvoer van de bronleidingen
In dit artikel wordt het proces beschreven voor de woningen in Tilburg. Afgezien van het dak is dit nagenoeg gelijk in Stadskanaal. tekst: Christiaan Voorend en Guus Berben afbeeldingen: Guus Berben, Christiaan Voorend en Vereniging Stroomversnelling
30
Steiger voor de woningen.
Slopen van kozijnen.
SUPporter III - Juli 2015
Plaatsen gevelelementen De gevels die inclusief leidingwerk, kozijnen en brievenbus geassembleerd zijn bij Ursem Modulaire Bouwsystemen worden per vier stuks op een bok aangeleverd. De gevels komen te staan op een hoeklijn aan de vooren achterzijde. Deze worden met behulp van een horizontale laser op de juiste hoogte gepositioneerd waarna ze aan het bestaande binnenblad gemonteerd worden. Het onderste element wordt van de bok gehesen en tussen de bestaande gevel en de steiger door op de hoeklijn geplaatst. Conische doppen op de hoeklijn en uitsparingen in het gevelelement zorgen voor de positionering van het element. Wanneer het element in de breedte-richting goed staat gepositioneerd worden aan de zijkanten van de elementen op twee plekken draadeinden
in het binnenblad geboord. Hiermee wordt de nieuwe gevel naar de bestaande gevel verplaatst. Voor de luchtdichting wordt rondom het element, tussen bestaand en nieuw, seldex band geplaatst. Door het vastzetten van de gevel aan de bestaande gevel wordt deze band ingedrukt, dit waarborgt de luchtdichtheid. Het tweede element zakt over een drietal draadeinden in het onderste element. Het middelste draadeind is hierbij langer dan de twee aan de zijkanten, dit zorgt ervoor dat het positioneren van het element wordt vereenvoudig. Verder wordt deze net als het onderste element op dezelfde wijze bevestigd aan de bestaande gevel. In totaal worden er acht elementen, twee woningen voor- en achterkant, per dag geplaatst.
1. Gevel plaatsen op beugels
2. Twee woningen per dag
3. Voor- en achtergevel
4. Plaatsen nieuwe constructie vloer
Hoeklijn voor bevestigen nieuwe gevel.
Hijsen elementen. (Foto: Riesjard Schropp)
5. Plaatsen nieuwe zoldervloer
6. Dakgordingen aanbrengen
7. Dakpanelen op gordingen BeĂŤindiging gevel.
Plaatsen van gevels voor bestaande gevel (Foto: Riesjard Schropp)
31
SUPporter III - Juli 2015
Plaatsen nieuwe zoldervloer tussen stalen balken.
Plaatsen dakconstructie Om een zoldervloer te kunnen maken worden er stalen balken in de bestaande bouwmuren geplaatst. Hiertussen kunnen de nieuwe vloerdelen geplaatst worden. De vloeren worden gekoppeld aan de gevels en de leidingen worden doorgevoerd. Vervolgens worden de nieuwe woningscheidende gevels, topgevels, geplaatst. Het dak bestaat uit houten gordingen die aan de topgevels gemonteerd zijn. Hierop komen geprofileerde sandwich dakplaten te liggen. Voor het plaatsen van deze dakplaten wordt een vacuumhijsvoorziening gebruikt. Hierdoor hoeft men bij het plaatsen enkel één knop in te drukken om de hijsvoorziening los te koppelen van de dakplaat. Wanneer alle dakplaten zijn geplaatst worden de zetstukken voor de nok gemonteerd. De gehele montage van de dakconstructie gebeurd momenteel in één dag. De installaties De installaties zijn in de fabriek van de HSB bouwer al op de zoldervloer geplaatst. Deze bestaat uit een groot boilervat, een
Installaties met zoldervloer op het dak gehesen.
Plaatsen dakelementen.
Afwerken van dagkantzijde kozijnen.
32
Resultaat Le Sage ten Broekstraat Tilburg.
omvormer voor de zonnepanelen, de pomp van de waterpomp, de ventilatie-unit en een algemene regelkast. Het overige leidingwerk komt in één pakket aan op de bouwplaats en wordt tijdens het plaatsen van de gordingen op de nieuwe zoldervloer gehesen. De zonnepanelen komen aan beide zijden op het dak. Deze worden gemonteerd op horizontale regels op het dak. Afwerking De bestaande kozijnen zijn verwijderd en worden bij plaatsen van de dagkant afgewerkt. Deze dagkant aftimmeringen komen op maat aan op de bouwplaats. Dit is mogelijk doordat de producent van deze dagkantaftimmeren de afmetingen eenvoudig uit het BIM model kan halen. Verder worden de dakdoorvoeren afgewerkt en de dakgoot en hemelwaterafvoer gemonteerd. Zo wordt er in twee dagen een woning gerenoveerd. Op dag één worden van twee woningen de voor- en achtergevels geplaatst. Op dag twee volgen de nieuwe zoldervloer, de nieuwe warmtepompinstallatie en het dak met zonnepanelen.
Jos Lichtenberg Woningen die meer geven dan ze nemen
Gedurende de decennia daarna werd vervolgens in de markt wel over energiezuinige woningen gesproken, maar Zero Energy was geen issue. Dat lag met de toenmalige stand der techniek, economisch buiten bereik en het Rockwool experiment werd als exotisch beschouwd. Het ging tot ca. 2005 vooral over het opvoeren van de isolatiejas, het dichten van kieren, het controleren van de ventilatie en een overgang naar lage temperatuur verwarming (met name vloerverwarming). Ca. 10 jaar geleden kwam PV in beeld. Evenals windenergie. De energieprijzen waren al gestegen, maar nog aanzienlijk lager dan nu en de investeringen waren nog hoog. Toch stak toen de discussie over energieneutraal eindelijk de kop op. In 2008 werd ik door TNO geïnterviewd in het kader van een onderzoek om tot een toekomstvoorspelling m.b.t. energieneutraal te
Vooral de haalbaarheid van PV is nu van grote invloed op de bereikbaarheid van energie neutrale woningen. Een woning is in de energiebalans altijd een verliespost. Hoe goed je ook isoleert en hoe goed je de ventilatie ook beheerst, er moet altijd energie worden toegevoegd. Dat kan met een ketel maar in een energieneutraal concept past dan natuurlijk een warmtepomp. Die vraagt dan wel elektrische energie en daarvoor hebben we dan die PV weer. Dit is niet de plaats om er technisch te diep op in te gaan, maar dit is grofweg het concept. Ik mag in dit kader Active House als beweging niet onvermeld laten. Waar Passief Huis (ik neem aan bekend) vooral insteekt op een technische uitdaging, gaat het bij Active House om de gebruiker. We lijken immers soms wel te vergeten dat een woning primair is om in te wonen. Dat vraagt veel daglicht, zicht en een hoogwaardige ventilatie (licht, zicht en lucht) en dat kost juist energie. Het idee is echter om dit (grotere) gat met (extra) PV panelen, collectoren en eventueel andere duurzame bronnen te dichten.
waarin we als BV Nederland vooruitgang boeken. Die is namelijk zeer teleurstellend. Overigens hoor ik ook al de eerste terugkrabbelende geluiden. Men spreekt inmiddels over 1 januari 2021 en over ZEN: Zeer Energiezuinige Nieuwbouw of nog erger Nearly Zero (waarom zou je in godsnaam vlak voor de finish ophouden). Niet dat het feit op zich erg is, maar het is het signaal dat me niet lekker zit. In 2020 20% duurzaam opwekken is ook zo’n onbereikbaar doel. Sinds 2005 zijn we in Nederland opgeschoven van 3 naar 4,5% duurzaam opgewekt. We moeten nu binnen vijf jaar van 4,5 naar 20 %! We investeren nu wel meer, maar de achterstand is te groot. Onze Oosterburen hebben de 20% doelstelling door consistent beleid (het zogenaamde Einspeisegesetz) al ruimschoots gehaald. In Nederland hebben we het laten liggen. Onze overheid beloont bij herhaling het peloton en niet de koplopers.
Jos Lichtenberg
Het thema van dit nummer is mij op het lijf geschreven. Al vanaf mijn eigen afstuderen ben ik met wisselende intensiteit bezig met onderwerpen als energiebesparing, nul-energie, nul-op-demeter en energieleverend. Bij Rockwool, mijn eerste baan, zette ik vanaf 1976 een laboratorium voor toepassingstechniek op. Vandaaruit was ik o.a. betrokken bij een initiatief om een Zero Energy House te realiseren. Door het nog niet beschikbaar zijn van Photo Voltaische (PV) panelen (nogmaals het was 1976), sloeg Zero nog niet op de verlichting en de huishoudelijke apparatuur. Het ging met name over de verwarming en het warm tapwater, maar dan nog! Het lukte, de woning werd gebouwd en na de eerste winter was een ondergrondse super geïsoleerde voorraadtank van 60 m3 water, afgekoeld van ca. 70-80 graden tot 40-45 graden. Daarmee werd het stookseizoen succesvol uitgezongen. De zomer was er dan weer om op te laden.
COLUMN
komen. Ik herinner mij dat ik zei dat PV goedkoper zou worden, de rendementen van PV zouden toenemen en de energieprijzen zouden stijgen. Door de combinatie van deze drie op zichzelf geleidelijke effecten, zou PV binnen een jaar of vijf binnen handbereik komen. Het werd niet voor mogelijk gehouden, maar het gebeurde aldus. PV is nu haalbaar als nooit te voren. Niet dat ik altijd goed zit met mijn voorspellingen, ik zit vaak aan de optimistische kant, maar deze keer was het een schot in de roos. De prognose kwam volledig uit.
Een grote zorg is het gebrek aan vakkennis om op verantwoorde wijze een inhaalslag te maken om nog maar niet te spreken over de enorme lelijkheid waarmee daken momenteel als een lappendeken worden belegd. Ik sluit niet uit dat we in de haast vergeten om een deugdelijke oplossing te realiseren en wellicht juist een spoor van ellende na zullen laten. We zijn er nog lang niet.
Zelf leverde ik vorig jaar mijn House of Tomorrow Today (HoTT), een energieleverend huis, op. Dat heb ik gedaan om ook de embodied energy in de bouwmaterialen (productie energie) te kunnen compenseren en dan nog hou ik over om binnenkort een elektrische auto van energie te kunnen voorzien. HoTT geeft daarmee meer dan het neemt en dat sluit precies aan bij wat Active House beoogt. Zie voor meer uitleg hierover ook het artikel over HoTT. De grote zorg die ik heb is dat er nu wel bewijs is dat het kan, maar dat we in 2020 toch niet massaal in staat zullen zijn om nieuwbouwwoningen energieneutraal te maken. De overheid en Europa eisen dat, maar we gaan het m.i. niet halen. Ik baseer die stelling op het tempo
Jos Lichtenberg is hoogleraar Productontwikkeling. Buiten de TU is hij innovatieconsultant bij bedrijven. Verder is hij voorzitter van o.a. de stichting Slimbouwen.
33
SUPporter III - Juli 2015
Prototypes in heel Nederland Diversiteit in gevels
Door heel Nederland staan prototype woningen van het Stroomversnelling project. Hierbij een overzicht van de locaties van de gerealiseerde woningen. Aan de verschillende woningen is de uitdaging voor de toekomst goed te zien. Grote verschillen tussen de verschillende bestaande woningen die in een geïndustrialiseerd proces verduurzaamd moeten worden. Foto’s: Frank Hanswijk & Rogier Bos (vereniging De Stroomversnelling) Gorredijk.
Groningen.
Heerhugowaard.
Nieuw Buinen.
Maarssen.
Emmen.
Soesterberg.
Arnhem.
tekst: Christiaan Voorend foto’s: Melick.
34
Melick, vier huizen.
Melick.
SUPporter III - Juli 2015
SolarBEAT
Onderzoek zonnepanelen op het dak van Vertigo Iedereen van de faculteit Bouwkunde, al dan niet van andere faculteiten, heeft het wel gezien. Er staan vijf huisjes op het dak van Vertigo, het faculteitsgebouw van Bouwkunde. In het begin was het onduidelijk wat die huisjes daar nu precies deden. Want wat moeten, houten hutjes kun je ze bijna wel noemen, nu op het dak van een universiteitsgebouw? Hoewel de meeste onder ons waarschijnlijk ondertussen zelf voor wat opheldering gezorgd hebben, willen we nu aandacht besteden aan dit project. Voor iedereen die zich dus nog niet heeft verdiept of er graag meer over wil weten hierbij een nadere verklaring voor die “tuinhuisjes” op het dak.
De - op het moment vijf - dummy gebouwtjes zijn onderdeel van de onderzoeksfaciliteit SolarBEAT. SolarBEAT is een samenwerking tussen de Solar Energy Application Centre (SEAC) en de TU/e. Het vakgebied waar SolarBEAT zich in bevindt is ook wel bekend als Building Integrated Photo Voltaic (BIPV). Binnen SolarBEAT worden nieuwe innovatieve BIPV producten geanalyseerd op het gebied van bouwkundige (fysieke) integratie en elektrische integratie in de gebouwschil. Diverse concepten voor daken en gevels, en ook PV- en thermische systemen worden geanalyseerd op een pilot-schaalgrootte (6m x 5m). De belangrijkste metingen focussen op PVperformance, de kWh-opbrengst van elke minuut als functie van de zonne-instraling in die specifieke minuut. Daarnaast worden alle relevante gebouwaspecten gemonitord.
De testopstelling LIROB is één dummy gebouwtje.
Het LOCI-project: LOw Cost Integrated roof.
Vijf huisjes met zonnepanelen op het dak van Vertigo, van links naar rechts: REFcell, WenSDak en AER-II.
In samenwerking met:
tekst: Kim de Boer foto’s: Dennis van der Steen bron: www.seac.cc/nl/projecten/solar-beat
Ieder gebouwtje doet dienst voor een ander project en ieder project heeft zijn eigen onderzoeksdoelen. Zo is er het LOCI-project: LOw Cost Integrated roof. Hierin wordt een combinatie van thermische isolatieplaten en PV-zonnepanelen prefab geassembleerd op standaard bouwelementen. Deze kunnen dan snel en efficiënt geïnstalleerd worden op de bouwplaats. Er is bewust gekozen voor de S-vormige aluminium profielen, die na installatie van de PV-panelen nog steeds zichtbaar zijn en waarbij de glasplaten over elkaar heen liggen. Mensen zijn gewend om dakpannen
te zien en zien die grofheid en het reliëf graag nog steeds terug in het dak. Daarnaast zijn de dummy gebouwen op de voorste rij verbonden aan een koelvloeistof systeem voor zonne-thermisch onderzoek. Op een van deze gebouwen worden prototypes onderzocht die zowel zonne-stroom (PV) en zonne-thermische energie opleveren, ook wel PVT-producten. PVT-elementen benutten de zonne-energie ook voor de opwekking van warmte. De PV-panelen kunnen hierbij worden gekoeld, wat de kWh opbrengst kan verbeteren, maar het echte voordeel moet nog blijken uit metingen.
35
SUPporter III - Juli 2015
Ursem Modulaire Bouwsystemen Een nieuwe gevel uit de fabriek De kracht van de stroomversnelling projecten is het feit dat binnen één dag je woning een nieuwe gevel krijgt. Dit is alleen maar mogelijk door middel van prefabricatie. Om hier meer over te weten is de Redactiecommissie van SUPport langs geweest bij Ursem Modulaire Bouwsystemen in Wognum. Ursem produceert 2D houtskeletbouwelementen voor nieuwbouw en renovatie. Daarnaast bouwen ze met het Ursem3D® Bouwsysteem volledige modules voor studentenwoningen, hotels en zorginstellingen. Ursem heeft een productieomgeving van 16.500m2. Een deel is ingericht als geautomatiseerde productiestraat voor houtskeletbouwelementen, een ander deel voor het afwerken van deze elementen. Het achterste gedeelte is een assemblage carrousel voor het Ursem3D® Bouwsysteem.
Geautomatiseerde productiestraat Het produceren van de gevelelementen begint bij de WBZ, een CNC machine voor het afkorten van hout, met automatische inen uitvoer van het hout. Naast het afkorten kan de machine zijn zaag automatisch wisselen voor een ander stuk gereedschap, bijvoorbeeld een vinger- of schijffrees om een sparing in de balk te frezen. De machine levert een pakket af met onderregel, bovenregel en stijlen. Dit pakket gaat verder naar het framing station. De onder- en bovenregel van een element worden ingevoerd in de machine. Hiertussen worden de stijlen ingevoerd, waarbij de machine middels een aanslag aangeeft waar deze stijlen geplaatst moeten worden. De machine klemt het hout vast en niet de stijlen vast aan de onder- en bovenregel. Eventuele raamsparingen worden er handmatig in geschoten. Wanneer het frame klaar is gaat deze verder
In dit artikel doen we een tour door de fabriek met Lars Ursem, hoofd productie van Ursem Modulaire Bouwsystemen. In deze fabriek worden de gevelelementen voor de Stroomversnelling projecten van Ballast Nedam in Tilburg en Stadskanaal geproduceerd. We volgen de productie van een aantal gevelelementen van het project in Stadskanaal.
door de productiestraat. Bij het frame wordt gecontroleerd of de diagonalen en andere maten goed zijn. Vervolgens gaat er een folie overheen en de beplating erop. Ook de beplating wordt volledig automatisch op maat gezaagd. Na het zagen worden de platen op legvolgorde op stapels afgeleverd. Deze worden door een medewerker op het frame gelegd en vastgezet met een hechtnietje zodat de platen niet verschuiven. Dan gaat ‘de brug’ er overheen en die niet alle beplating aan het frame vast. Het maken van sparingen in de beplating, bijvoorbeeld voor een stopcontact, wordt door deze machine uitgefreesd. De laatste stap van de geautomatiseerde productiestraat is het kantelen van elementen op de kanteltafel zodat ze verder afgewerkt kunnen worden. Totaal kunnen er ongeveer 25 elementen (zoals afgebeeld op de foto) per dag geproduceerd worden. Na kantelen kunnen de elementen in een bufferplaats gezet worden of gaan door naar aorta 2.
De brug. Aanbrengen folie en nieten van de platen.
Het begin van de productiestraat. Het hout is gezaagd en wordt hier in elkaar gezet.
Kanteltafel. Element wordt met beplating gekanteld.
Tekst en foto’s: Christiaan Voorend Met dank aan: Lars Ursem, Ursem Modulaire Bouwsystemen
36
Framingstation. Een productiemedewerker niet de stijlen voor de kozijnsparing handmatig vast.
Het frame met folie en beplating is gekanteld en gereed om af te werken.
SUPporter III - Juli 2015
Lijnen voor afwerken elementen In aorta 2 worden de elementen verder afgewerkt. Ursem heeft hiervoor drie verschillende lijnen. Op dit moment worden de elementen voor Stroomversnelling Stadskanaal afgewerkt. In de eerste stap worden de luchtkanalen geplaatst. Typerend voor Stroomversnelling projecten is dat installaties ge誰ntegreerd zijn in de gevelelementen. Zodoende hoeven er geen nieuwe kanalen en schachten door de bestaande woning heen. Het aanbrengen van de installaties gaat in overleg met de installateur, wanneer dit eenvoudige werkzaamheden zijn dan wordt dit door de medewerkers zelf geplaatst.
Op de afbeelding links onder is een kanaal te zien voor toevoer van verse lucht. De lucht komt de woning binnen via een sleufsparing (gemaakt door de WBZ) in de dagkant zijde van de gevel. De kanalen worden rondom afgekit. De elementen worden ge誰soleerd en een tweede beplating komt erop. De profieltjes voor het kozijn wordt erop gezet, de waterslag wordt gemonteerd en de XPS na-isolatie wordt vast gezet. Deze na-isolatie wordt onderling vastgekit voor waterdichtheid. Door middel van een band aan de bovenkant van het element worden de elementen onderling luchtdicht gemaakt. Het draadeind
op de onderste foto is om het element te kunnen hijsen en is voor de maatvoering voor het element wat hier bovenop komt. Daar zitten gaten in de onderregel en die schuift precies over het draadeinde heen. Voor Stroomversnelling Stadskanaal heeft de architect gevels ontworpen met drie verschillende soorten gevelafwerking : tegels, eternit sidings en steenstrips. De eternit sidings worden op regels geschroefd die zijn aangebracht op de isolatie. De tegels worden volvlaks verlijmd en de baksteenstrips worden met een polymeerkit op de achtergrond gekit. Voordat de elementen naar de laatste stap gaan worden ze nog voorzien van kunststenen dagkanten.
Eternit sidings.
Kanalen worden gemonteerd in het frame.
Monteren van kozijnprofielen.
Steenstrips. De sleufsparing in de dagkant zijde.
Het kanaal wordt afgekit.
Draadeinde voor positionering volgende element.
Tegels.
37
SUPporter III - Juli 2015
Als het element voorzien is van de gevelbekleding gaan ze naar de laatste stap. Hier worden ze rechtop gezet en de kozijnen voorzien van driedubbel glas. Uiteindelijk gaat er een complete woning, vier elementen, op een bok. Deze wordt verpakt en getransporteerd naar Stadskanaal om in ĂŠĂŠn dag geplaatst te worden.
Hoge kwaliteit Het product met een dusdanig hoog afwerkingsniveau van een element was nog niet eerder uit de fabriek van Ursem gerold. Een compleet product waar alles kant en klaar op zit, daarin zijn Stroomversnelling Tilburg en Stadskanaal de eerste projecten geweest. In Tilburg is de Le Sage ten Broekstraat inmiddels al afgerond, voor Stadskanaal heeft, op het moment van schrijven, Ursem
al twaalf woningen uitgeleverd en heeft er nog negentien te gaan. Voor de productie probeert Ursem mee te gaan in het tempo van de locatie. Daar plaatsen ze op dit moment een woning per dag. Lars wil dat in de fabriek dan ook produceren. Hij doet dit door in de fabriek te werken met een vaste bezetting van zeven man, de andere zijn ingehuurd vanuit een uitzendbureau.
Element wordt rechtop gezet om het glas te plaatsen.
Het element gereed op de bok om getransporteerd te worden naar Stadskanaal.
Voorzijde gereed element.
Zijaanzicht van een gereed element.
38
Maak de toekoMst
TBI is een groep van ondernemingen die onze leefomgeving op een duurzame manier vernieuwt, inricht en onderhoudt. TBI is een netwerkorganisatie met hoogwaardige, specialistische expertise op het gebied van Techniek, Bouw en Infra. We zijn groot als het moet, en compact als het kan en willen investeren. In mensen en in innovatie. Wij zijn bij uitstek gericht op de toekomst. Ons werk heeft niet alleen een grote, maar ook een langdurige impact op het leven van mensen. Duurzaamheid is voor ons van het grootste belang. Begint jouw carrière bij TBI? Wij geven talent graag de ruimte. Bij één van de TBI-bedrijven of als trainee bij TBI acdmy. Geef je carrière een goede start en kijk op www.tbi.nl Maak de toekoMst
SUPporter III - Juli 2015
In2EcoBuildings Nul op de meter of beter! Het bedrijf In2EcoBuildings is gespecialiseerd in het nul op de meter (NOM) maken van panden en kan dit bij alle typen gebouwen toepassen; woningen, kantoren, scholen, agrarische bedrijven, f a b r i e ke n , l a n d g o e d e r e n e n zwembaden. Hierbij doet het bedrijf zowel nieuwbouw evenals renovaties en heeft het ook ervaring met het energiezuinig/NOM maken van monumenten. In het zoeken naar een NOM oplossing proberen we die altijd zo betaalbaar mogelijk te houden.
Het Urgenda pilot-project in Texel omvatte 24 woningen waarbij deze energie-neutraal en fossiel-vrij zijn gemaakt. De kosten van de woning links kwamen uit op €37.000,- en rechts bedroegen deze €42.000,-
Nul op de meter voor alle woningen in Nederland met Urgenda en In2EcoBuildings Twee jaar geleden stelde de stichting Urgenda aan In2EcoBuildings de vraag of het mogelijk zou zijn om voor €35.000,- incl. BTW een gemiddelde bestaande woning NOM te maken. Uitgangspunten hierbij waren: 1) De te gebruiken methodiek diende toepasbaar te zijn bij alle bestaande woningen in Nederland waarbij maatwerk wordt toegepast. 2) De woning dient NOM te worden, dat wil zeggen: geen andere energierekening te hebben anders dan de jaarlijkse aansluitkosten aan het elektriciteitnet of een bedrag voor bijvoorbeeld pelletkorrels (= duurzame brandstof). 3) Géén fossiele brandstoffen oftewel géén aardgas meer gebruiken. Pelletkachels en haarden zijn toegestaan mits de gebruikte brandstof duurzaam is. De kantoor-woning van In2EcoBuildings, gelegen aan de Abdijenlaan 30 te ’s Hertogenbosch, is ingericht als NOM demonstratie woning. Hierin zijn een groot aantal technieken te zien om een woning NOM te maken. De woning is na afspraak te bezoeken. Contact: Secretariaat In2EcoBuildings, secretariaat@in2-ecobuildings.nl tekst en afbeeldingen: Ir. Peter de Wit, Ecomediair In2EcoBuildings www.in2-ecobuildings.nl.
40
4) De prijs om een gemiddelde woning NOM te maken diende €35.000,- incl. BTW te zijn; dat is het gemiddelde bedrag dat een huishouden over een periode van 15 jaar aan energie besteedt. Voor grotere huizen ben je duurder uit en voor kleinere woningen over het algemeen goedkoper. Urgenda pilot-project op Texel Op het eiland Texel is door Urgenda een pilot-project van 24 verschillende woningen opgezet die volgens de In2EcoBuildings methodiek zijn geïnventariseerd. Het inventariseren in uitgevoerd door een
Ecomediair (energiespecialist) die alle relevante informatie omtrent gebruikersgedrag en bouwkundige en installatietechnische voorzieningen heeft verzameld. Met name het gebruikersgedrag is belangrijk omdat de gemiddelde gebruiker niet bestaat en elke gebruiker met zijn eigen energie gebruik dus uniek is. In het door In2EcoBuildings ontwikkelde APP-model (= Actief Pragmatisch Plan voor energiebeheer), is alle door de Ecomediair geïnventariseerde informatie verwerkt en zijn de energiestromen van de woning zichtbaar gemaakt. Het is vanuit deze bestaande energiestromen dat de voor deze woning specifieke duurzame bouwkundige en installatie technische NOM oplossing ontwikkeld is, die in een energie rapportage beschreven is. Door deze aanpak krijgt elk van de 24 woningen zijn eigen specifieke NOM oplossing. De hierbij gehanteerde uitgangspunten zijn: 1)Zorg voor een goed verwachtingsmanagement naar de opdrachtgever toe; organiseer bij de uitvoering een optimale werkvoorbereiding voor de bewoners. De Ecomediair vervult hierbij een sleutelrol. 2) Isoleren vindt alleen plaats voor zover het nodig is om het comfort te verhogen. De woningen worden dus niet standaard maximaal geïsoleerd maar alleen als een opdrachtgever vanuit comfortwensen hierom vraagt.
SUPporter III - Juli 2015
3) Zoveel mogelijk de bestaande installaties en leidingen handhaven en/of hergebruiken. 4) Zorg voor duurzame energieopwekking. Mogelijkheden hiervoor zijn onder andere: gecombineerde zonnepanelen (zowel elektriciteit- alsook warmteopwekking), lucht/water warmtepomp, water/water warmtepomp, pelletkachel, elektrische geiser of combinaties hiervan. 5) Zorg voor een laag transmissie energie afgifte systeem. 6) Installeer een integraal gebouw beheer systeem waarmee de installaties gemeten en geregeld kunnen worden. Dit laatste is erg belangrijk want het zorgt er voor dat de opdrachtgever direct inzicht heeft in zijn energiehuishouding. Deze informatie wordt in de woning zelf opgeslagen.
van €25.000,- tot €55.000,- per woning. Het gemiddelde lag op €35.000,- incl. BTW waarmee voldaan is aan de financiële uitgangspunten die Urgenda aan het project stelde. De toekomst van NOM renovaties Gezien de problemen die er zijn ontstaan rondom klimaatverandering, aardbevingen in Groningen als gevolg van de aardgaswinning en omstreden leveringen van aardgas afkomstig uit politiek instabiele landen, ligt het in de lijn van de verwachting dat de belangstelling voor NOM en fossiele brandstof vrije oplossingen in Nederland alleen maar zal toenemen.
In2EcoBuildings is hierbij voortdurend op zoek naar technische innovaties om de ontwikkelde NOM concepten nog energie efficiënter en daarmee goedkoper te maken waardoor een NOM oplossing voor nog meer woning eigenaren financieel realiseerbaar wordt. Met Urgenda zal het NOM maken van 100 bestaande woningen in Zaanstad worden opgepakt. Daarnaast vindt momenteel de opleiding van een aantal Ecomediairs plaats die onder andere in het project Zaanstad opdrachtgevers zullen begeleiden om hun woningen NOM te maken.
Realisatie van NOM door Center4Energy Om de door de Ecomediairs ontwikkelde NOM oplossingen ook technisch goed en betaalbaar in de woningen gerealiseerd te krijgen, is ervoor gekozen om een samenwerkingsverband aan te gaan met het vooruitstrevende installatiebedrijf Klimax uit ‘s Hertogenbosch. Dit samenwerkingsverband heet Center4Energy en heeft als doelen: 1) De gekozen NOM oplossing technisch correct te realiseren; hierdoor kan een garantie op de energieprestaties gegeven worden. 2) De NOM oplossing in 3 à 4 dagen te realiseren met minimale overlast voor de bewoners. 3) Inkoop van de bij de NOM oplossing gebruikte producten vindt direct bij de leveranciers plaats. Hierdoor krijgt de opdrachtgever een lage kostprijs vermeerderd met 10%. De 10% extra kosten worden in rekening gebracht om garantie op de NOM oplossing te kunnen geven. Center4Energy rekent bij het realiseren van de NOM oplossing een vast uurtarief. Kosten NOM renovaties Afhankelijk van de grootte van de woningen en de gekozen NOM oplossing, zijn er 24 verschillende prijzen tot stand gekomen. De prijzen voor de NOM renovaties varieerden
Voorbeeld van een installatie schema van een nul-op-de-meter oplossing met verschillende duurzame energiebronnen.
41
SUPporter III - Juli 2015
In uitvoering...
Na-isolatie bij bestaande bouw Vanaf de eerste oliecrisis in 1973 is de aandacht voor energiebesparing enorm toegenomen. Samen met brandstofschaarste vormt de zorg voor de aarde de drijfveer om steeds meer na te denken over energiezuinige oplossingen. De laatste jaren gelden er voor de nieuwbouw steeds strengere eisen op het gebied van energiezuinigheid maar vroeger hield men er weinig rekening mee.
Aanbrengen spouwmuurisolatie.
Oudere gebouwen en woningen hebben vroeger dan ook weinig of geen isolatie meegekregen tijdens de bouw. Vele jaren na de bouw kunnen verschillende gebouwdelen (zoals spouwmuur, vloer en dak) een betere isolatiewaarde krijgen. Deze techniek is de laatste decennia erg populair geworden. Met name de laatste jaren is het streven om oude gebouwen energieneutraal te maken de reden voor een enorme groei van de naisolatie sector. Spouwmuren De ontwikkelingen in de na-isolatiesector staan bepaald niet stil. De eisen vanuit de overheid of de branche zelf worden steeds strenger. Om aan al deze eisen te voldoen zijn de isolatie-technieken, maar vooral ook de materialen de laatste tijd ver doorontwikkeld. Voor het na-isoleren zijn vele materialen beschikbaar waaronder minerale wol, EPS-parels en PURschuim.
tekst: G.A.J. Jansen, Pluimers Isolatie BV foto’s: © copyright Isolatiebedrijf Pluimers verwerking: Gosse Slager
42
Minerale wol Als in 1975 een spouwmuur werd nageïsoleerd gebeurde dat met glaswolvlokken afkomstig van de fabriek waar glaswolplaten werden gemaakt. Vier hele bakstenen werden uit de gevel verwijderd en via een slang werden de muren vol geblazen. Tegenwoordig wordt een nauwkeurig patroon van kleine gaatjes in de voeg aangebracht. Circa één gat per vierkante meter zorgt voor een optimale verspreiding van het
isolatieproduct. Het product heeft ook een metamorfose ondergaan: het product wordt speciaal voor het doel van na-isolatie gefabriceerd. Hierdoor wordt de vereiste kwaliteit ook aangepast op de toepassing. Kleine glaswolvezels verlaten een centrifuge, worden elk voorzien van een coating tegen vocht en vinden hun weg naar vele spouwmuren. Doordat met kleine vezels wordt gewerkt is de dichtheid van het pakket veel zwaarder. De isolatiewaarde is daarom een stuk hoger dan vroeger. Naderhand inklinken is om deze reden dan ook geen risico. De huidige generatie glaswol gaat een huizenleven lang mee. Isolatieparels Een ander product voor het isoleren van spouwmuren is de isolatieparel. Deze is in de loop van de tijd ontwikkeld van pure witte EPS parel tot hoogwaardig isolerende grafietparel. Elke parel afzonderlijk bestaat uit zo’n 3000 cellen. Een parel bestaat voor 98% uit stilstaande lucht. In de grondstof wordt de grafiet gemengd zodat ook de binnenkant van elk pareltje een hoge reflectiewaarde heeft. De hoeveelheid grafiet, met natuurlijk de stilstaande lucht zorgt voor een uitstekende warmteweerstand. Voor het aanbrengen van de parels wordt een patroon van boorgaatjes aangebracht in de voegen. Met lucht wordt het materiaal in de spouw geblazen. Na de tijd worden de geboorde gaten weer netjes dicht gevoegd.
SUPporter III - Juli 2015
Bij het aanbrengen in de spouwmuur wordt aan de parels een speciale lijm toegevoegd die ervoor zorgt dat ze aan elkaar kleven en niet inzakken. Zo vormen de parels samen een goed isolerende massa die zijn vorm en isolatiewaarde behoudt. PURschuim Een naadloze isolatielaag die alle hoeken van de spouw opvult is te bereiken met PURschuim. In 40 jaar tijd is er maar weinig veranderd aan dit product. De reden: de kwaliteit is bijna niet te overtreffen. Waar andere soorten schuim al niet meer worden gebruikt, is PURschuim nog steeds de ferrari onder de na-isolatiematerialen. Geen ander materiaal is in zo’n mate water- en winddicht. Die twee elementen maken PURschuim tot het hoogst renderende isolatiemateriaal. De twee componenten waaruit het schuim ter plaatse wordt gevormd worden in een speciaal spuitpistool gemengd. De componenten worden vloeibaar in de spouwmuur aangebracht waarna het in de spouwmuur uitstolt tot een goed isolerend hardschuim.
Vloeren en daken Tot een eind in de jaren ’80 werden vloeren niet of nauwelijks geïsoleerd. Een ongeïsoleerde vloer voelt koud en tochtig aan. Bovendien hebben veel huishoudens last van de optrek van geuren uit de kruipruimte. Om dat tegen te gaan isoleert Pluimers vloeren met een naadloze laag sprayschuim. Dit polyurethaanschuim (PUR) is een variant van het gietschuim dat voor spouwmuren wordt gebruikt. Sprayschuim reageert binnen een paar seconden uit tot een harde laag isolatieschuim. Het voordeel is dat het opgebrachte schuim de vorm van de ondergrond volgt, waardoor condens tussen isolatie en ondergrond niet mogelijk is. Zo wordt een optimale isolatie bereikt. Naast het thermische effect houdt isolatieschuim ook vocht en lucht tegen. Dit heeft een zeer positief effect op (de beheersbaarheid van) het klimaat in de woning.
Isolatiepanelen tegen de dakkap.
Vloeren worden daarnaast geïsoleerd door het aanbrengen van isolatiefolie tegen de vloer of op de bodem van de kruipruimte, of door een laag isolatieparels of schelpen op de bodem van de kruipruimte aan te brengen.
G.A.J. Jansen Productmanager Pluimers Isolatie
Met sprayschuim worden ook daken geïsoleerd. Afhankelijk van de bestemming van de ruimte kan worden gekozen voor een ander systeem. Klanten kunnen kiezen voor kant-en-klaar inclusief afwerking, of alternatieve materialen zoals isolatiefolie. Advies Een standaard ‘beste materiaal’ bestaat niet. Voor elke situatie wordt door Pluimers Isolatiebedrijf een advies op maat gemaakt.
Aanbrengen vloerisolatie in de kruipruimte.
43
SUPporter III - Juli 2015
House of Tomorrow Today Een proeftuin van kennis In Sterksel realiseerde ik een energieleverend huis. Het is een woning maar ook een demo- en onderzoeksproject. Aldus geeft het project ook een doorkijk naar de toekomst. Langzaam dempt het aantal artikelen en excursies inmiddels uit, maar de belangstelling was enorm. Graag informeer ik ook jullie als SUPporters over de opzet en achtergronden van het project als totaal, de visies, het ontwerp, de technologie, de testen en de perspectieven. Die laatste onderdelen zullen overigens ook in de toekomst de woning nog regelmatig in de publiciteit brengen.
+8668
bk boei
31
Blyweert Kratos
0
10
dakdoos naïsoleren plafond Rigidur d=12
00
16 dakopbouw: Alkorplan dakfolie met roefen Rockwool d=100 spano d=18 metaalframe d=220
23
00
-lo
op
400
+3170
ok kozijn
ok kozijn
tekst en foto’s : Jos Lichtenberg, Hoogleraar Bouwproductontwikkeling
44
134
72
14 10
23
plafond Rigidur d=12
+2385
vloeropbouw: spano beplating d=18 metaalframe d=220
bk deurkozijn
243 2620
72
houten pui
vloeropbouw: cementdekvloer d=100 EPS 100 d=200 betonvloer d=150
4
bk dakrand
bk kozijn
plafond Rigidur d=12
±0 bk vloer
+3186
+2414
stalen trap aantrede 220 mm optrede 181,25 mm 75
+2494
bk boei
410
Blyweert Triton
9
leidinggoot (Aorta)
-17
ok kozijn
343
3500
F
3600
E
1725
2600
D
C
1800
B
390
A
De bouwtekening van de doorsnede van de specifieke vorm met daarbij enkele 3D11294 impressies. UO-3-02 E
datum
D
schaal / formaat
C
getekend
opdrachtgever
B
We hebben veel hindernissen overwonnen, maar ook een groeiende steun van de betrokken industrie gehad, die het project inmiddels als een toekomstvisie heeft omarmd. Al gauw kreeg mijn plan door toedoen van een directeur van Velux de naam House of Tomorrow Today (HoTT). Daarmee uitdrukking gevend aan de toekomst gerichte visie die met vandaag beschikbare producten en technieken gerealiseerd kan worden. Op conceptueel niveau zijn in het project de eigen visie Slimbouwen alsmede het uit Denemarken stammende Active House omarmd en uitgewerkt. Veel van de deelinnovaties en bijbehorende leveranciers zijn gericht geselecteerd vanuit deze conceptuele keuzes. Daarnaast is aandacht besteed aan materiaalkeuzes. Dit in relatie tot het kringloop denken (C2C).
Het concept van Slimbouwen.
bk boei
bk kozijn
bk boei
+2570
+4532
+4050
+3453
+2870 bk (ruwe) vloer
dakopbouw: zonnepanelen Alkorplan dakfolie met roefen houten sandwich metaalframe d=170
11 Rigidur d=12
13 -09A 27
bk kozijn
wandopbouw: Alkorplan dakfolie met roefen Rockwool d=120 spano d=18 metaalframe d=170 Rigidur d=12
lijn
5 +3350
Wij wilden vanaf 2008 als gezin korter bij Eindhoven komen wonen en zochten een stuk grond om te kunnen bouwen. Daarbij wilde ik ook graag mijn eigen visie in praktijk brengen. Kort na de aankoop van grond brak de crisis uit die ons tot op vandaag wel flink heeft gehinderd, maar ons niet van ons doel heeft afgebracht. Door de crisis en ook omdat wij de lat hoog legden, heeft het allemaal langer geduurd dan voorzien. Het ontwerpproces begon in 2009, de werkvoorbereiding in 2010. Door in de crisis terugtrekkende en faillerende bedrijven is dit een paar keer overgedaan. Vanaf medio 2013 werden de deelleveranciers gecontracteerd. Eind 2013 werd met de assemblage ‘on site’ begonnen en medio 2014 is HoTT uiteindelijk opgeleverd.
00
16
Velux dakraam
Slimbouwen Kortweg is Slimbouwen gericht op een efficiënter ontwerp-, uitvoerings- en gebruiksproces. Dat betekent een uitdaging voor industrialisatie en aanpasbaarheid tijdens het gebruik. Met een langere functionele levensduur (door flexibiliteit) en materiaalreductie (50%) kiest
27-09-2013
30 augustus 2013 werknr.
bladnr.
1:50/ A3 jvk
Jos en Karin Lichtenberg onderwerp Sterksel
Doorsnede B
Slimbouwen al impliciet voor gunstige House of Tomorrow Today Sterksel duurzaamheidsuitgangspunten. Slimbouwen is productonafhankelijk. De enige fysieke richtlijn is om het bouwproces in vier onderdelen te verdelen (casco, omhulling, installaties en afbouw). Deze onderdelen kunnen op basis van Slimbouwen, ook echt onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd (zie schema). In plaats van door elkaar, worden deze deelprocessen in beginsel achter elkaar uitgevoerd. Om dat mogelijk te maken is er wat denkwerk op bouwtechnisch niveau nodig. Met name de installateur is traditioneel tientallen keren op de bouwplaats om elke keer een klein stukje van zijn werk uit te kunnen voeren. De Slimbouwen bouwtechniek is zodanig ingericht dat de installateur op enig moment (nagenoeg) al zijn leidingen in een keer kan aanbrengen. In veel Slimbouwen projecten is daarbij een speciale leidingvloer cruciaal, in HoTT is het een Aorta, een 1,2 m brede leidingzone, door heel de woning (m.m.v. CRH-Cementbouw en ZBO Bouw), die de kern van de oplossing vormt. Daarbij enkele holle ruimtes voor vertakkingen en voorts bovengronds holle plinten in diverse vormen. Op de verdieping is het ook de vloer die voor flexibiliteit zorgt.
A
gewijzigd
status
uitvoeringsgereed ontwerp
KAW architecten en adviseurs Bloemfonteinstraat 62 - lokaal 14 | 5642 EH Eindhoven | T (040) 245 76 23 | info@kaw.nl | www.kaw.nl
SUPporter III - Juli 2015
Door de beperking van het aantal leveranciers (casco, omhulling, installaties en afbouw) zijn deze tevens in staat om aan de voorkant aan de ontwerptafel plaats te nemen om daar reeds hun kennis in te brengen. De vier stappen werden in HoTT onder leiding van een bouwmeesterteam, vooral door An-Archi (management) en KAW/e (architect) ingevuld. Per onderdeel steeds door één- of tweespannen: ZBO Bouw (casco), DNN en Hurks geveltechniek (omhulling), AGO en Timmers (W- en E-installaties) en Van Vonderen (afbouw). De partijen die deze kernposities invulden alsmede de achterliggende industrie, die dit project omarmden als een toekomstvisie en ontwikkelomgeving, hebben actief bijgedragen aan het succes. Bovengenoemde partijen coördineerden hun bouwdeel en monteerden ook. De industrie adviseerde en vulde innovatief in (zie organigram). Slimbouwen faciliteert ook een flexibel gebruik. Diverse wanden kunnen worden verplaatst, alle wanden (gebaseerd op een skeletstructuur) kunnen later alsnog worden geopend door de ravelen en twee stijlen weg te nemen. Daarmee een opening van circa 1,8 meter creërend. Installaties kunnen worden aangepast en uitgebreid, omdat ze bereikbaar zijn. De Aorta is bijvoorbeeld van boven afgesloten met een flexibele vloer (Mosa Systems). Voorts biedt de toegepaste domotica (ABB) veel flexibiliteit, omdat installaties ook tijdens het gebruik gemakkelijk anders kunnen worden ingesteld en schakelaars aan andere lichtbronnen kunnen worden toegewezen.
Active House Energiebesparing en andere duurzaamheidsmaatregelen dienen volgens Active House niet eenzijdig door technologie te worden bepaald. Het gaat uiteindelijk om de gebruiker. Active House heeft als visie om op de eerste plaats het comfort van de gebruiker te dienen, waar mogelijk in harmonie met duurzaamheidsdoelen. Maar als duurzaamheid en comfort conflicteren wordt het belang van de gebruiker zwaarder gewogen en worden andere wegen gezocht om ook duurzaamheid op orde te krijgen. Bijvoorbeeld: Een energietechneut wil kleine vensters, ventilatie op bouwbesluit niveau, een hoge luchtdichtheid en dikke isolatiepakketten. Active House stimuleert weelderig daglicht en uitzicht, gezonde ventilatie, etc. Alles royaal boven bouwbesluitniveau. HoTT streeft daarbij geen ultieme luchtdichtheid na en is tevreden met bovengemiddelde, maar niet per se ultrazware, isolatie pakketten. Niet zodanig dat de omhulling een vestingmuur wordt waarbij het vrije uitzicht door te kleine vensters ernstig wordt belemmerd. De R-waarde in HoTT is daarom een afgeleide van een vooraf bepaalde wanddikte, te weten 40 cm. We kwamen aldus uit op 6,37 m2K/W. Het spectaculaire is nu dat je ondanks gebruikersvriendelijke maar wel extra energie consumerende oplossingen, toch energieneutraal kunt zijn. HoTT is zelfs energieleverend. Deels om ook de zogenaamde embodied energy te compenseren, deels om een elektrische auto met eigen zonnestroom te kunnen rijden en in feite ook om een statement te maken.
Prefab/Ass. Industrie
Industrie
Prefab/Ass.
Bouwmeester(s):
Het organigram met alle betrokken partijen van de bouw van het House of Tomorrow Today.
Dag- en zonlichttoetreding in HoTT.
Materiaal Naast Active House en Slimbouwen is binnen het spanningsveld ‘onverwoestbaar (durability)’ en ‘circulair (sustainable)’ aandacht besteed aan duurzame materiaalkeuzes. Uit dat denken komt o.a. de smalle baksteen (materiaalreductie) van CRH verwerkt met lichtgewicht mortel (Weber Beamix) en speciale spouwankers (GB). Tevens de fundering op basis van recycle beton (CRH) alsmede een zelf egaliserende en arbo-vriendelijke topvloer op cementbasis en het gebruik van stofarme tegellijm (beide Weber Beamix). Tevens het FSC gekeurd Sucupira (van Heuvelman), de dakbedekking (Renolit), de keuze voor natuurverf, wanden met plintsystemen voor het verdelen van leidingen (Gyproc en ZBO), een demontabele akoestische topvloer op de verdieping (Fermacell), een Europese natuursteenvloer (Michel Oprey en Beisterveld), een dun keramisch aanrechtblad (Kemie), etc. Gekeken is bijvoorbeeld naar beperking van de transportafstand. 80% komt uit West Europa, 95% uit Europa. Alleen de zonnepanelen komen uit China. We wilden eigenlijk zonnepanelen uit de buurt, maar door de crisis en de moordende concurrentie uit China waren in 2013 de interessante Nederlandse en de meeste Europese leveranciers van de markt verdwenen.
45
SUPporter III - Juli 2015
Ontwerp met veel licht, lucht en zicht De vertaalslag van HoTT richting Active House is door KAW/e vormgegeven. Het is een open en lichte plattegrond geworden, waarbij in principe gelijkvloers is ontworpen. De Active House visie is gerealiseerd met veel ramen en dakvensters. Velux, ooit initiator van Active House, was ook actief bij HoTT betrokken. Dat geldt ook voor Saint Gobain Glass Solutions die hun kennis en laatste innovaties met betrekking tot isolerend en warmte reflecterend glas hebben ingezet. Een zwart kunststof alternatief voor de gebruikelijke aluminium spacers, geven een strak beeld en tevens een verbetering van de U-waarde. De gesloten daken en gevels zijn in een steelframe constructie uitgevoerd. Daarmee en door toepassing van een nieuw product van Isover (hogere warmteweerstand) was het mogelijk om binnen beperkte afmetingen (geen lompe constructies) de reeds genoemde hoge warmteweerstand te bereiken. Verder veel aandacht voor de luchtkwaliteit. Velux draagt daarin bij in bijvoorbeeld het atrium dat als een warmteschoorsteen werkt (zie doorsnede). De hoofdmoot van het ventilatieconcept wordt verzorgd door Duco met op CO2 en waterdamp reagerende afzuigdebieten en mooi ingebouwde, haast weggedetailleerde aanvoerroosters, welke in verband met het tochtrisico deels kunnen zijn voorzien van een verwarmingsspiraal. Voor hartje winter kan mede om die reden als back up ook worden overgeschakeld op een WTW-unit met (gedeeltelijke) mechanische aanvoer. Het hart van de energievoorziening bestaat uit een lucht-warmtepomp (Thercon) die elektrisch wordt gevoed met 57 PV panelen (Alius Energy). De 94 m2 PV panelen zijn door KAW/e geïntegreerd in het lage op het zuiden gerichte dakvlak. Daarin bevinden zich ook zes collectoren (Velux) voor de warmwater voorziening. De PV voorziet niet alleen de warmtepomp van energie (voor verwarmen en koelen), maar bedient ook de gehele huishoudelijke vraag. Dan nog is er een energieoverschot. Dat is bedoeld voor 25.000 elektrische autokilometers. Onderzoek en toekomst Er is reeds tijdens het proces gemonitord om het Slimbouwen proces te kunnen analyseren en zo mogelijk daar lering ter verdere verbetering uit te trekken. De analyse is gedaan met behulp van cameraopstellingen.
46
Met de beelden is overigens ook een aardig time-lapse filmpje van de bouw gemaakt (zie www.youtube.com/watch?v=gM6lXP6jn64). Daarop is te zien dat tot de afbouw het proces goed industrieel verliep, maar dat juist in de afbouw nog winst te boeken is. In theorie zou dit huis in 17 weken gebouwd moeten kunnen worden, het werden er 29. Momenteel worden de energiestromen gemodelleerd en gevalideerd, waarna het doel is software te ontwikkelen die de standalone systemen van Jaga (verwarming), Duco (ventilatie), Somfy (zonwering), Velux (elektronische dakramen met zonwering), Thercon (warmtepomp), etc. met elkaar zal laten praten, iets wat op dit moment nog
scoort HoTT voor energie een 10 (eigenlijk als energieleverend meer, maar hoger dan een 10 (energieneutraal) kan nu eenmaal niet. Voor gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde krijgt het een 9. Alleen het onderdeel milieu viel met een 5 tegen. Nadere analyse maakte duidelijk dat dit voor een groot gedeelte is te wijten aan de 57 PV panelen, die een aantal schaarse metalen bevatten, tevens aan de beglazing die in het kader van Active House veelvuldig aanwezig is. Je zou dit onderdeel naar een 8 kunnen opkrikken, maar dat gaat ten koste van energie en gezondheid. Een nadere studie wees uit dat je dat ook beter niet kunt doen. Wel ligt er een uitdaging voor de industrie
House of Tomorrow Today zoals deze uiteindelijk is gebouwd en opgeleverd in Sterksel.
niet op basis van in de markt verkrijgbare producten mogelijk is. Daarbij speelt ABB een centrale rol omdat zij verbindende, integrerende domotica componenten leveren gericht op comfort, beveiliging, zelfstandig wonen en energiebeheersing. In dat kader is ook de TU/e betrokken. Zo studeert nu Erik Bouwens bij BPS af op een onderzoek naar de mogelijkheid van koeling met nachtventilatie. Recent is ook de duurzaamheid geanalyseerd. Er is gestuurd op Slimbouwen, Active House en op materiaalkeuze, nooit op de assessmentsystemen. Wel is in 2011 een Breeam berekening gemaakt waaruit bleek dat we met die aanpak op een predicaat Excellent of Outstanding zouden gaan afstevenen. Recent is een GPR analyse uitgevoerd, dat een beoordeling op vijf categorieën geeft. Op een 10-punten schaal
om de milieubelasting van PV en glas te verminderen. Een 7+ zou dan ook voor dit onderdeel mogelijk moeten zijn. Er komt nog veel meer onderzoek. De komende twee jaar zal er nog veel gemeten worden. Daaronder ook belevingsonderzoek dat deels met de B&B gasten zal worden uitgevoerd. Zij zullen er zelf geen last van hebben, maar we gaan ze wel vragen of ze bij het ontbijt bereid zijn om in plaats van een gastenboek, een korte enquête in te vullen. HoTT levert dus veel op. Als voorbeeld, maar ook als kennisbron. Met diverse groepen ondernemers zetten we nu een volgende stap. Een opschaling en doorontwikkeling naar industriële woning- en utiliteitsbouw alsmede de renovatie- en transitiemarkt. Heel concreet is er een groep bedrijven die op basis van de HoTT filosofie werkt aan een reguliere rijtjeswoning.
SUPporter III - Juli 2015
3D flexmould
Een flexibele mal voor het buigen van glas Vanuit de master Building Technology zijn Hicham El Ghazi en Niek Schuijers bezig met afstuderen met als doel een glazen dome te maken bestaande uit dubbel gekromde glaspanelen. Ook Arjen Seffinga is betrokken bij het project als afstudeerder en is verantwoordelijk voor de software. Hicham en Niek poseren bij het gebogen glaspaneel.
Naam: Hicham El Ghazi en Niek Schuijers Titel afstudeeronderwerp/verslag: 3Dflexmould Mastertrack: Building Technology Begeleiders afstuderen: Prof. Dr. Ing. P.M (Patrick) Teuffel Ir. A.D.C. (Arno) Pronk Ing. J.W. (Jan-Willem) Hermans Startdatum: september 2014 Einddatum: augustus 2015
Opleiding Hicham: “Tijdens mijn studie aan de Zuyd Hogeschool heb ik nooit gedacht om nog verder te gaan studeren. Met het winnende ontwerp voor de prijsvraag ‘Duurzame renovatie’ van portiek en etagewoningen, heb ik mijn HBO-studie met succes afgerond. Na MBO en HBO gestudeerd te hebben mistte ik toch wel enige theoretische kennis. Het besluit om verder te gaan studeren heb ik tijdens mijn diploma uitreiking van het HBO gemaakt. Daarna ben ik in september 2012 begonnen met het schakelprogramma op de TU/e en vervolgens met de master Building Technology.”
Hoofdsponsoren: Niek: “Tijdens mijn studie bouwkunde aan de Avans Hogeschool wist ik al dat ik nog door wilde studeren. Vandaar dat ik tijdens mijn minor op het HBO al mijn schakelprogramma voor de TU/e heb gevolgd. Voordat ik naar de TU/e mocht moest ik eerst nog afstuderen op het HBO en heb mijn afstudeeronderzoek
tekst en afbeeldingen: Hicham El Ghazi en Niek Schuijers
gericht op de implementatie van BIM binnen het bedrijf Tebodin. Na het afronden van mijn HBO-opleiding kon ik in september 2013 direct beginnen aan de master Building Technology.” De toekomst van gebogen glas Het gebruik van glas binnen de bouwwereld begint steeds populairder te worden. Door de komst van 3D modelleer programma’s zijn er veel nieuwe vrijheden ontwikkeld binnen de architectuur. Vrije vormen zijn steeds meer van deze tijd waarbij glas een grote rol kan spelen. Het gebouw ‘Fondation Louis Vuitton’ door Frank Gehry laat zien dat gebouwen een nieuwe dimensie krijgen door het gebruik van gekromd glas. Echter is het toepassen van dubbel gekromd glas op dit moment erg duur waardoor het voor veel project niet toepasbaar is. Door de toenemende vraag naar dubbel gekromd glas dient het productieproces efficiënter te worden om zo de hoge kosten te drukken. Momenteel wordt dubbel gekromd glas gemaakt door het glas te verhitten waardoor het in de vorm van de ‘vaste’ mal kan buigen. Dit wil zeggen dat voor iedere unieke vorm, een unieke mal geproduceerd dient te worden waardoor de kosten gigantisch oplopen. Door gebruik te maken van een flexibele mal kunnen deze kosten flink gereduceerd worden.
Het gebouw ‘Fondation Louis Vuitton’ door Frank Gehry (architecture lab, 2014)
47
SUPporter III - Juli 2015
Het afstudeerproject Er zijn op de Technische Universiteit Eindhoven al verschillende onderzoeken gedaan naar het buigen van glas onder leiding van Arno Pronk. Ook is er al een flexibele mal gemaakt waar echter nog niet de gewenste resultaten mee behaald werden. Voor ons afstudeerproject was het zaak om een geschikte flexibele mal te ontwikkelen zodat de toepassing van dubbel gekromd glas vergroot kan worden. Om het bewijs te leveren dat we een geschikte flexibele mal hebben ontwikkeld is het einddoel om een glas dome te maken bestaande uit dubbel gekromde glaspanelen. Dit alles is mogelijk nadat vorig jaar ir. Teun van Dooren is afgestudeerd op een zelfdragende transparante glas-glas verbinding. Met deze verbinding gaan we de glaspanelen aan elkaar verbinden zodat de grote dome gemaakt kan worden. Om het project te kunnen realiseren is er een samenwerkingsverband aangegaan met 3TU. Daarnaast vindt er een samenwerking plaats met Brakel Atmos te Uden, dit bedrijf is marktleider op het gebied van daglichttoetreding, brandveiligheid en ventilatie-oplossingen.
Het ontwerp van de glas dome.
De 3Dflexmould Voordat we begonnen met het ontwikkelen van de nieuwe flexibele mal, is eerst een literatuurstudie gedaan naar bestaande flexibele mallen en diverse methodes om te buigen. Uit deze studie is een mal met een flexibele toplaag het beste naar voren gekomen. Deze mal heeft veel potentie voor het vervaardigen van een low-cost flexibele mal waarmee veel verschillende vormen gemaakt kunnen worden. Na het maken van verschillende prototypes om te testen of het principe werkt, is vervolgens de 3Dflexmould ontwikkeld.
De mal bestaat uit een geweven stalen mesh waaronder de stoters in een raster van 5 x 5 zijn geplaatst. De stoters gaan door het stalen frame en zijn aan de onderkant verbonden aan stappenmotoren. De mal is geautomatiseerd omdat op deze manier de mal preciezer ingesteld kan worden waardoor het proces beter controleerbaar wordt en de maatafwijking van het glas minimaal is. Daarnaast kan ieder proces met exact dezelfde instellingen ingesteld worden zodat ook identieke glaspanelen gemaakt kunnen worden.
Enkele foto’s van de 3Dflexmould, de geweven stalen mesh krijgt de kromming mee door de stoters. Deze zijn aan de onderzijde verbonden aan kleine motoren.
48
SUPporter III - Juli 2015
Het productieproces Het productieproces bestaat uit drie achtereenvolgende stappen. Eerst wordt de glas dome gemodelleerd in Rhinoceros in combinatie met Grasshopper. Ook wordt de mal in deze software gesimuleerd waardoor de instellingen voor de hoogte van de stoters als output gebruikt kunnen worden. Vervolgens kan de productie van het glas beginnen. Het glas dient verhit te worden tot een temperatuur van +/- 580 °C. Omdat de geweven stalen mesh niet bestand is tegen deze hoge temperaturen, is deze door hoogwaardige isolatie geïsoleerd. De juiste isolatie hebben we verkregen door samenwerking met Insulcon. Ook zijn er ventilatoren onder de mesh geplaatst om extra te koelen. Het glas wordt op de isolatie van de vlakke mal gelegd waarna de oven boven de mal gehangen wordt. Het glas wordt verhit en ondertussen langzaam in zijn vorm gedrukt. Vervolgens wordt het glas langzaam afgekoeld en is de dubbel gekromde glasplaat gevormd. Omdat we geen apparatuur hebben om gecontroleerd af te koelen zijn we niet in staat om verschillende types glas te maken. Het afkoelproces bepaald voor een groot
Het proces van de productie bestaat uit drie stappen.
gedeelte de eigenschappen van het glas. Door glas snel af te koelen blijven de spanningen in het glas waardoor er gehard glas ontstaat. Bij ons project kunnen we niet snel afkoelen waardoor we alleen normaal floatglas kunnen maken. Het gebogen glas dient zo goed mogelijk overeen te komen met het ontworpen glaspaneel. Daarom dienen de glasplaten tot slot gevalideerd te worden om de maatafwijking van het glas te bepalen. Dit doen we doormiddel van het inmeten van het glas.
Om het glas in te meten maken we gebruik van de Proliner dat we van het bedrijf Prodim mogen gebruiken. Dit apparaat is ontwikkeld door Prodim en kan eenvoudig 3D vlakken inmeten waardoor er op de computer mee gewerkt kan worden. Vervolgens wordt het ingemeten 3D model van het glas vergeleken met het vooraf gemodelleerde glaspaneel in het softwarepakket Cloudcompare. Hiermee krijgen we de maatafwijking op de millimeter nauwkeurig waardoor we kunnen controleren of het glas voldoet aan de vooraf gestelde eisen. Planning Momenteel zijn de glasplaten in bestelling en kunnen we op korte termijn de glasplaten voor de glas dome gaan buigen. Vervolgens worden de glaspanelen aan elkaar verbonden door de glas-glas verbinding. Dit alles willen we gedaan hebben voor het einde van augustus zodat we voor september kunnen afstuderen. Voor meer informatie bezoek de website: www.3dflexmould.nl
Het eindresultaat: een dubbel gekromd glaspaneel.
De productie van een glaspaneel zoals deze is uitgevoerd.
49
coming soon
THIS
FOAMGlAs®-isolatie Vandaag – morgen - altijd Oplossingen voor: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Groendaken Waterdaken Parkeerdaken Terrasdaken Gebruiksdaken Metaaldaken Industriële daken Gebogen daken Afschotisolatie
…
en vanzelfsprekend:
■ ■ ■ ■
Advies Details Bestekservice Uitvoeringsondersteuning
info@foamglas.nl, www.foamglas.nl
SUPporter III - Juli 2015
Bridge in Ice
Nieuwe plannen ijsproject reeds bekend Na de succesvolle realisatie van de ‘Sagrada Familia in Ice’ afgelopen januari, zijn de ideeën voor een nieuw ijsproject alweer gepresenteerd. Dit keer wordt de uitdaging aangegaan om ’s werelds langste ijsbrug te bouwen met een overspanning van 50 meter: Da Vinci’s Bridge in Ice. In 1502 ontwierp Leonardo Da Vinci voor de sultan van het Ottomaanse rijk een stenen brug over de Bosporus in Istanbul. De brug zou een overspanning krijgen van 240 meter, maar werd uiteindelijk nooit gebouwd. In het Noorse plaatsje Ås is 500 jaar na Da Vinci’s ontwerp een voetgangersbrug gerealiseerd, gebaseerd op de principes van Da Vinci. Vebjørn Sand, de Noorse architect en initiatiefnemer van dit project, realiseerde hiernaast ook enkele kleine ijsbruggen met dezelfde karakteristieke vorm. In de winter van 2016 zal het idee van Da Vinci nóg een variant krijgen. Er zal een schaalmodel van zijn ontwerp gerealiseerd worden geheel gebouwd van ijs. De ‘Bridge in Ice’ zal met zijn overspanning van 50 meter de langste ijsbrug ooit worden. De ijsbrug maakt onderdeel uit van een “Ice-Track” die de bezoekers leidt naar de “Ice Arena”. De arena bevindt zich in een oude steenmijn van de Tulikivi kachelfabriek in Juuka, Finland. Verschillende universiteiten, bedrijven en vrijwilligers zullen de handen ineen slaan om deze “Ice-Track” te realiseren. De track zal starten bij het Juuka Stone Center (museum), waar een dunne schaalconstructie van ijs gebouwd zal worden. De schaalconstructie zal gebaseerd zijn op Restaurant Los Manantiales (Felix Candela, 1958). Mogelijk worden er nog paviljoens of andere ijsobjecten toegevoegd aan de route naar de “Ice-Arena”. Na de succesvolle realisatie van de Pykrete Dome (met een overspanning van 30 meter) in 2014, werd er afgelopen winter door een team van vrijwilligers (waaronder vele SUPport-leden) gebouwd aan ’s werelds grootste ijskerk, de Sagrada Familia in Ice. Door realisatie van ijskoepels met een hoogte van 21 meter werd er wederom een record gevestigd. Het project had meer dan 10.000 bezoekers en kreeg media aandacht over de hele wereld. De Bridge in Ice is de nieuwe uitdaging voor het projectteam.
De Ice Arena, Ice Track, Da Vinci’s Bridge in Ice en het Candela paviljoen zullen ontworpen en geconstrueerd worden door verschillende universiteiten uit Nederland, België, Engeland, Schotland, Finland en Rusland. Roel Koekkoek en Thijs van de Nieuwenhof zijn masterstudenten Building Technology aan de TU/e, en beiden lid van SUPport. In september 2014 startten zij hun M2project met 10 andere studenten met de voorbereidingen voor de Sagrada Familia in Ice, geleid door Arno Pronk en afstudeerders Teun Verberne en Jordy Kern. Roel hield zich gedurende het project bezig met het design van de entree. Hierin experimenteerde hij met het bevriezen van doeken en touwen. Het ontwerp en de testresultaten waren veelbelovend, maar helaas werd de entree van de ijskerk nooit gebouwd wegens tijdgebrek. Thijs was betrokken bij het ontwerp en het construeren van de opblaasbare mallen en de bijbehorende touwstructuur. Beide onderdelen leverden nieuwe inzichten en aanknopingspunten op, waardoor een nieuw onderzoek en een voortzetting van het ijsproject voor de hand ligt. Hierin zal ook dieper ingegaan worden op het gebruik van vezelversterkt ijs. Waar tot nu toe alleen houtvezels werden gebruikt, zal nu het gebruik van cellulose (papiervezels) verder onderzocht worden. De eerste materiaaltesten zijn veelbelovend. Roel en Thijs zullen de nieuwe “kartrekkers” zijn van het ijsproject in de winter van 2016, het bouwen van Da Vinci’s Bridge in Ice zal voor hen het hoofdonderwerp van de afstudeerscriptie zijn.
SUPport zal dit jaar een meer actieve rol gaan spelen binnen de organisatie van het ijsproject. Het zal studenten de kans bieden om mee te werken binnen commissies die een uitbreiding zijn op hun studiepakket. De interactie met verschillende internationale universiteiten en bedrijven is een kans om veel praktijkervaring op te doen en een kijkje te nemen bij opleidingen en potentiële werkgevers. Op het gebied van logistiek, fundraising, eventmanagement, communicatie en media zal er door SUPport geholpen worden de Bridge in Ice en alle andere ijsprojecten een groot succes te maken. Mocht je geïnteresseerd zijn in het project, en je steentje bij willen dragen binnen één of meerdere onderdelen, loop dan even de SUPport-hoek in op vloer 5 van Vertigo, of stuur een email naar info@structuralice.com. Ook zijn we nog op zoek naar studenten die hun masterproject willen doen gericht op de realisatie van de Bridge in Ice. Hier kan invulling worden gegeven aan de volgende studierichtingen (met desbetreffende project): Bouwtechniek, Uitvoeringstechniek, Structural Design en Architectuur. Na twee succesvolle projecten kijken we uit naar de samenwerkingen om de uitdaging aan te gaan ’s werelds langste ijsbrug te bouwen: Da Vinci’s Bridge in Ice! Volg de voortgang van de bouw en de voorbereidingen op www.structuralice.com en www.facebook.com/bridgeinice!
Een render van de te maken brug in ijs met een overspanning van 50 meter: Da Vinci’s Bridge in Ice.
51
SUPporter III - Juli 2015
Plus-op-de-meter Ongewilde broeikas Het steeds mooier wordende magazine SUPporter heeft deze keer als uitgangspunt “Nul-op-de-meter’, oftewel de passiefhuis-gedachte. Of die nu wel zoveel oplevert als de voorstanders beweren is nog maar de vraag, maar die discussie past niet echt in de “schade-serie” die ik in dit mooie blad tracht te onderhouden. Wellicht een keer als apart artikel. Bij deze bijdrage stond ik voor de vraag hoe iets, dat wil zeggen een gevelschade, te behandelen die enigszins te betrekken valt op “Nul-op-de-meter ”. En al gauw kwam ik bij “Plus-op-de-meter”, dat wil zeggen meer energie binnen krijgen dan je lief is, ook een vorm van schade. Dat heeft zich in extreme mate voorgedaan bij het gebouw van scholengemeenschap ’t Brewinc in Doetinchem van Erick van Egeraat, thans het Metzo College geheten. Het pand zou in augustus 2006 opgeleverd worden en werd in 2007 in gebruik genomen, maar was toen nog steeds niet af. Het binnenklimaat bleek ondraaglijk door het ontbreken van zonwering. tekst: prof. ir Nico Hendriks. foto’s: Lock Images bronnen: ‘Drie miljoen extra voor scholengemeenschap’, Cobouw, 18 juni 2004. ’Een school vol met leegte – ’t Brewinc College’, Stedenbouw 634, 2006. Wildschut, J.: ‘Puzzelen met zeven varianten’, GevelTech Krant, februari 2006. Debets, C.: ‘Daktuin hangt aan stalen kolommen’, Bouwwereld # 7, 2006. Debets, C.: ‘Gevelvullingen in soorten en maten’, Bouwwereld # 22, 2006. www.scholenbouwprijs.nl Hannema, K.: ‘Sterk en kwetsbaar tegelijk’, Architectenweb Magazine nr. 8, maart 2007. Hillen, M.: ‘Hangende tuinen van Doetinchem’, de Architect, april 2007. Mons, G.: ‘Leerling smelt in ’s lands mooiste school’, de Gelderlander, 28 juni 2007. Hendriks, N.A.: ‘Ongewilde broeikas’, Bouwwereld #13/14, juli 2007.
52
De gevels hangen 17 graden achterover en vangen extra veel zonlicht (en regen).
De opdracht aan Erick van Egeraat associated Architects (EEA) was een puzzel. De locatie ligt mooi langs een entreeweg naar Doetinchem, maar is nogal klein en het gebouw moest wel 1300 leerlingen kunnen herbergen. De architect loste dit knap op door een zeer compact gebouw van zes verdiepingen te ontwerpen als een afgeknotte piramide op een vierkant van 60 bij 60 meter. Om toch daglicht in het midden van het gebouw te brengen, bedacht hij daar een hangende daktuin als onderdeel van een grote patio. Die zorgt voor een goede lichttoetreding op de bouwlagen vanaf de derde verdieping, waar zich ook de ingang van de VMBO-school bevindt. Daaronder ligt de publiek toegankelijke sporthal waar geen daglicht nodig is. De daktuin hangt aan een staalconstructie die de belasting afdraagt op een betonnen binnenring. Allemaal heel ingenieus, alleen de daktuin is er – voor zover ik weet - nog niet van gekomen. Scholenbouwprijs Op Internet staat het volgende: ‘Op 25 januari 2007 zijn de prijswinnaars van de Scholenbouwprijs 2006 bekend gemaakt in de Jaarbeurs in Utrecht onder grote belangstelling van scholen, architecten, gemeenten en andere geïnteresseerden. De scholenbouwprijs is een opdrachtgeverprijs die elke twee jaar wordt uitgereikt. Met de prijs stimuleert het ministerie van
OCW professioneel en inspirerend opdrachtgeverschap, om zo de bouw van onderwijskundig goede en functionele scholen te bevorderen. Uiteraard worden naast de opdrachtgever ook de architect en andere betrokken bouwpartijen en de betreffende gemeente in het zonnetje gezet.’ Winnaar in de categorie ‘Voortgezet onderwijs’ was, jullie begrijpen het al, het Metzo College. Goed en functioneel was echter nog een illusie.
Doeken aan steigers moesten redding brengen voor de leerlingen.
SUPporter III - Juli 2015
Schuine gevels De schuine gevels aan de buitenzijde van het gebouw hellen 17 graden achterover en die langs de geplande hangende daktuin 11 graden. Dat lijkt misschien niet zoveel maar het effect op de lucht- en waterhuishouding is enorm. Bij een loodrechte gevel komt zelfs aan de loefzijde niet meer dan 30 procent van de slagregen op het geveloppervlak terecht en daarvan verreweg het grootste deel op het bovenste deel. Deze hoeveelheid is nog aanzienlijk te beperken door een gering overstek, in de orde van 200 mm. Dit heeft namelijk aanzienlijke gevolgen voor de luchtstromingen bij de dakrand, waardoor nog veel minder regen op de gevel komt. Bij een schuine gevel is van deze aspecten geen sprake en is de waterbelasting vele malen groter. In zekere zin is dit ook het geval met de zonbelasting.
Zonwering Ook de zonbelasting is bij een achterover hellende gevel aanzienlijk hoger dan bij een loodrechte gevel. Hoeveel hoger hangt sterk af van de oriëntatie en de tijd van het jaar. In het oorspronkelijke ontwerp was een elektrisch bedienbare binnenzonwering voorzien van ‘hoog reflecterend zonwerend’ doek. Het idee achter dergelijke doeken is dat het door de hoge reflectie de warmtelast beperkt, maar toch nog voldoende licht doorlaat. Een soort zonweringssprookje, want in de praktijk is het effect beperkt omdat de warmte gevangen wordt tussen het doek en het isolatieglas (blank HR++) en bijna onvermijdelijk in de binnenruimte terecht komt. Alleen met goed uitgedokterde en geteste systemen met luchtdicht doek, waarbij de warmte wordt afgezogen, is met een binnenzonwering nog een redelijk resultaat te behalen.
Problemen Over die zonwering wordt in de artikelen tot en met april 2007 nog gerept, overigens nergens kritisch. Dat is vreemd want het gebouw was in augustus 2006 min of meer klaar en is daarna in gebruik genomen. Zonder zonwering (die stond wel op tekening!) want die heeft men eenvoudig weggelaten, om toch nog wat te besparen op de ruim 23 miljoen euro die het gebouw zou kosten. De gevolgen waren rampzalig. De Gelderlander meldt eind juni: ‘Leerling smelt in ’s lands mooiste school’. Al in het voorjaar is de temperatuur diverse keren boven de 30 graden geweest en ‘iedereen staat voor een raadsel, we zoeken ons rot naar een verklaring’. De daktuin kon nog niet worden aangelegd want juist daar is steigerwerk nodig om doeken op te hangen en de hitte buiten te houden. Buitenzonwering, dat zou wel het beste geweest zijn. 23720+
151
Alu dakkappen Regelwerk met multiplex Noodoverstort 450x120 (oost- en westgevel)
486
Alu plaatwerk 122°
50
18mm multiplex
70
73°
70
3mm gezette staalplaat Tapgat M12
285
Kanaalplaatvloer 260mm
Hoedligger (THQ)
Koof voor zonwering
25
Aansluiting dakrand 65
50,5 265,
5 150
Kitvoeg (maximaal 20mm)
Van binnenuit geen daktuin te zien, maar wel steigers en doeken.
M16x80 20
Kunststof ontdreuningsplaat 2,5mm Afwerkvloer
70
Kopplaat 15mm
70
4mm staalplaat Blank isolatieglas
Slotbout M16 Hoekstaal L70.70.8, l=150 2x stalen strip 50x5, l=260 Sleufgat 10x50 in gevelstijl Alu strip 200x16 in gevelstijl
2x rvs bout M10 Alu hoek 30.25.3, lang 70mm
Kanaalplaatvloer 260mm
345
Gezette hoek Gezette alu plaat
Aansluiting verdiepingsvloer (stalen ligger) Gezette hoek Kitvoeg (max 20mm) 5mm staalplaat
Aansluiting verdiepingsvloer (kanaalplaten)
120° Ok stijl Voetplaat kolom
Rondom ingetaped Versterking met stalen profielen Polyester beton 25mm
20
Verticale siliconen kitvoeg, zwart Betonpaneel - Isolatieglas
Aansluiting beg. grondvloer
Vanwege de problemen kon de daktuin nog niet worden aangelegd.
50
50
Rvs clips, hoh 500mm
197 150
EPDM-folie
Gipsplaat 2x12,5mm 50
3-12 34
Bestrating
Peil=0
Butylband
50
Gezette plaat
Gevelstijl
73° 2mm alu plaat
Met alu T-profiel
Rvs clips, hoh 500mm Siliconen randafw., zwart
20-25 Siliconen kitvoeg, zwart Met kitvoeg
Horizontale aansluitingen
1:10
Let op: op de tekening stond duidelijk een zonwering aangegeven! Niet de beste oplossing, namelijk aan de binnenzijde, maar toch.
53
Let’s connect?! Wil jij zien op welke wijze Heijmans aan de ruimtelijke contouren van morgen bouwt? En ben jij nieuwsgierig welke spraakmakende en innovatieve concepten Heijmans ontwikkelt en realiseert?
HeijmansNL Facebook “f ” Logo
Blijf dan up-to-date en volg ons op Facebook & Twitter!
Heijmans AMC Adv A5L.indd 1
www.octatube.nl
CMYK / .ai
Facebook “f ” Logo
CMYK / .ai
HeijmansNL
18-09-13 11:30
SUPporter III - Juli 2015
SUPport support Ecuador
Resultaten van de uitgevoerde casestudies De SUPport support reis naar Ecuador heeft alweer een tijdje geleden plaats gevonden. Echter hebben de studenten niet stil gezeten. Het doel van SUPport support is het ondersteunen van een ontwikkelingsproject dat voorziet in de primaire en secundaire levensbehoeften van de plaatselijke bevolking. Dit is in Ecuador gebeurd door in samenwerking met de lokale bevolking, gebruikmakende van de lokale technieken, materialen en materieel, een tweetal cabañas (traditionele woningen van de inheemse bevolking) te realiseren. Zoals bij iedere SUPport support reis zijn er ook dit jaar casestudies gekoppeld aan de reis. Voor deze studieopdrachten hebben studenten onderzocht op welke manier de ‘sustainability’ en ‘durability’ van de cabañas verhoogt kunnen worden en is tevens gekeken naar de mogelijke toepassing van een eco-toilet. Concreet betekent dit een vooronderzoek, onderzoek op locatie en een onderzoek achteraf. De onderzoeken worden hier verder toegelicht en worden overlegd met de lokale stichting.
De dataloggers worden in de cabañas geplaatst.
De nok blijkt na onderzoek een kwetsbare plek in de dakconstructie te zijn.
tekst en afbeeldingen: Deelnemers SUPport support Ecuador verwerking: Luc Gerlings
Nokoplossing met gespleten bamboe.
Nokoplossing met golfplaten.
Nokoplossing met folie.
De voorgestelde nokoplossingen, hierbij dient het traditionele uiterlijk gewaarborgd te worden.
Casestudie daken Vanuit deze casestudie is onderzoek verricht naar de duurzaamheid van de toegepaste bladerdaken en om zodoende bij te dragen aan het verduurzamen van de bladerdaken. De levensduur van het bladerdak op de cabañas van de Shuar community is onvoldoende, waardoor na circa 10 jaar een arbeidsintensief vervangingsproces benodigd is om het bladerdek van de cabañas te vervangen. Daarnaast kan het opgevangen regenwater niet worden hergebruikt. Uit deze probleemstelling volgt de volgende doelstelling: het ontwerpen van verbeteringsvoorstellen van het bladerdak voor de cabañas, waarbij de levensduur van het dak wordt verlengd en de arbeidsintensiviteit voor het vervangen van het dak wordt verlaagd. Er gelden de volgende opgestelde randvoorwaarden: de verbeteringsvoorstellen dienen kostenneutraal te zijn, de toegepaste materialen zijn ten opzichte van de huidige daken niet schadelijker voor het milieu, het ontwerp behoudt de uitstraling en wordt geaccepteerd door de Shuar en als laatste dient in de verbetervoorstellen de mogelijkheid tot hergebruik van regenwater meegenomen te worden. Ten behoeve van het onderzoek op locatie zijn drie dataverzamelingsmethoden gebruikt, dit zijn: als eerste het participerend observeren, waarbij de onderzoeker tijdelijk deel uitmaakt van de gemeenschap die hij wil bestuderen. Ten tweede zijn interviews
afgelegd om informatie te verzamelen. En uiteindelijk is gebruik gemaakt van dataloggers om het temperatuurverloop en de relatieve luchtvochtigheid van de daken te meten. De tussentijdse resultaten zijn op locatie gepresenteerd om de eerste reactie van de locale bevolking te pijlen. Na de data analyse van de loggegevens en de bevindingen in Ecuador zijn adviezen geformuleerd. Voor het verlengen van de levensduur kunnen de volgende constructieve aanpassingen gemaakt worden aan het traditionele bladerdak van de cabaña: - De nokconstructie verbeteren door middel van ander materiaalgebruik. - De hellingshoek van het dakbeschot veranderen. Aangezien de nok een kwetsbare positie in de dakconstructie is, in verband met vochtproblematiek, is dit de eerste positie waar verbeterde ontwerpen voor gemaakt zijn. Door gebruik te maken van materialen die in de omgeving beschikbaar zijn en zo min mogelijk te veranderen aan de vormgeving, wordt de traditionele uitstraling zo goed mogelijk behouden. Bovendien is gemerkt dat de hellingshoek van het dakbeschot invloed heeft op de levensduur. Des te steiler het dakbeschot geconstrueerd wordt, des te sneller het regenwater kan worden afgevoerd. Daarnaast is een innovatieve oplossing bedacht voor een verlengde levensduur van het dak: een levend vegetatiedak met een dakbeschot van blikken golfplaten. De vraag
55
SUPporter III - Juli 2015
hierbij is echter of deze oplossing de uitstraling heeft welke de Shuar gemeenschap nastreeft. Uit de data analyse van de loggegevens is gebleken dat de caba単as waarin een open vuur aanwezig is een behoorlijk lagere luchtvochtigheid in de dakconstructie heerst. Vandaar dat geadviseerd wordt om een centraal (gecontroleerd) vuur te situeren in de caba単as. Casestudie eco-toiletten Een van de onderzochte casestudies binnen de studiereis naar Ecuador heeft betrekking op eco-toiletten. Momenteel beschikt de gemeenschap nog niet over een werkend eco-toilet. Het doel van deze casestudie is het aanleveren van een geschikt ontwerp voor een toilet dat in de gemeenschap kan worden toegepast. Daarnaast willen we de gemeenschap een bouw- en gebruiksplan aanbieden om het ontworpen eco-toilet ook daadwerkelijk te realiseren en er uiteindelijk ook gebruik van te maken. Tijdens het vooronderzoek hebben we onderzoek verricht naar de verschillende mogelijke sanitaire systemen in het algemeen. Er zijn een groot aantal sanitaire systemen onderzocht en op basis van de
bijbehorende kenmerken is een voorselectie gemaakt voor het eco-toilet dat geschikt is voor de gemeenschap. Nadat enkele vraagstukken op voorhand via de stichting Yanapuma konden worden uitgesloten, is een sanitair systeem gekozen voor het toepassen in de gemeenschap: een waterloos sanitair systeem met urinescheiding. Een waterloos sanitair systeem met urinescheiding is ontworpen om urine en feces te scheiden. Op deze manier kan feces sneller worden gedehydrateerd en kan dit later voor nuttige doeleinden worden ingezet. De input van producten bestaat uit de feces, urine en droog reinigingsmateriaal. De kamers voor dehydratatie zullen de opvang en droging van de feces verzorgen. De feces moeten zo droog mogelijk worden opgeslagen, dit om de dehydratatie van de feces en het reduceren van ziekteverwekkers te waarborgen en versnellen. Een constante toevoer van bedekkingsmateriaal zoals as, kalk, aarde of zaagsel moet beschikbaar zijn. Dit helpt bij het absorberen van vocht, het minimaliseren van geuren en de bescherming tegen mogelijke vliegen.
De keuze voor het waterloze, urine scheidende systeem heeft geresulteerd in een aantal ontwerpeisen voor het ecotoilet. De overige ontwerpeisen volgen uit gesprekken die op locatie in Ecuador zijn gevoerd. Met de keuze voor het sanitaire systeem zijn elementen als de user-interface, de materialen en de dimensionering nog niet bepaald. Middels interviews met de dorpshoofden en Cesar zijn deze in de gemeenschap vastgesteld. De beschikbaarheid van materialen en capabiliteit om deze materialen te bewerken (zoals bijvoorbeeld golfplaten) is uitvoerig aan bod gekomen om op deze manier een realistisch en maakbaar eco-toilet te ontwerpen voor de Shuar gemeenschap. De gesprekken gevoerd met de dorpshoofden en Cesar hebben geleid tot een definitieve dimensionering en materialisering van het eco-toilet. Tevens is het ontwerp van de userinterface aangepast op de wensen van de Shuar, wat heeft geresulteerd in een zittoilet met als hoofdmaterialen hout, beton en een golfplaten dak. De dimensionering is aangepast op het aantal gebruikers per toilet: een gezin bestaande uit ongeveer 6 personen.
De bouw van het eco-toilet in verschillende stappen weergegeven. Te beginnen met het metselen van de stenen, Een schetsdoorsnede van het ontworpen eco-toilet.
vervolgens kan de vloer, bestaande uit vlonderdelen, gelegd worden en kunnen de luiken worden geplaatst.
Een schets van het eco-toilet waarbij de opvangbak
Uiteindelijk kan de bovenbouw plaatsvinden waarbij als eerste een houten constructie wordt opgezet. Deze wordt
onder de toiletten geleegd kan worden met luiken.
daarna belast met het dak (golfplaat) en het plaatsen van de deur. Vervolgens kan de gevel worden gebouwd.
56
SUPporter III - Juli 2015
Houtrot bij de vloerdelen in de woningen.
De onderzochte woning in Ecuador.
Door de fundering van beton te maken en de
Ook met de verrotte funderingspalen worden enkele
constructie 30 cm van de grond te plaatsen kan de
metingen verricht om het vochtgehalte te meten.
constructie onder de cabaña droog “waaien”.
Casestudie duurzaamheid De casestudie duurzaamheid is gericht op het verduurzamen van de lokale Shuar cabañas in de toekomst. In de huidige situatie worden de woningen gemaakt van een combinatie van hout en Kampanak bladeren. De beperkte levensduur, de hoge kosten en de beperkte verkrijgbaarheid hiervan leiden echter tot de noodzaak om de situatie te herzien.
de benodigde kennis. Aangezien niet bij ieder criteria een objectieve vergelijking mogelijk is, hebben we enkele scoresheets opgesteld waardoor het mogelijk is een specifiek cijfer te geven. Het onderzoek naar de acceptatie van de nieuwe materialen is echter pas op locatie mogelijk. We zullen hier met de bewoners in gesprek gaan aan de hand van enkele visualisaties van de materiaaltoepassingen.
We zijn begonnen met een algemeen onderzoek naar de tradities met de daarbij opgenomen normen en waarden van de Shuar community, om zo een goed beeld te krijgen van de voorwaarden van het onderzoek. Vervolgens hebben we de cabaña ingedeeld in drie hoofddelen: het dak, de fundering en het overige gedeelte van de cabaña. Voor elk gedeelte is de huidige materialisatie onderzocht en zijn mogelijke alternatieven opgesteld. Om deze materialen vervolgens goed te kunnen analyseren en vergelijken, hebben we enkele matrices opgesteld. Hierbinnen worden de materialen onderzocht op basis van duurzaamheid, kosten, acceptatie en
Tijdens het bezoek aan de community hebben we allereerst een rondleiding gekregen langs enkele cabañas, waarbij de ondervonden problemen direct werden uitgelegd. Een van de eerste complicaties bleek de rotting van het hout te zijn. Aangezien vrijwel alle constructieve delen uit cederhout gemaakt worden, is een lange levensduur hiervan cruciaal. De huidige detaillering laat echter te wensen over, zo staan bijvoorbeeld de vloerplanken in direct contact met de grond. Een ander cruciaal punt bleek de afwatering en aansluiting van de hoeken te zijn. Door de grote hoeveelheid regen die hierop terecht komt, gecombineerd met de beperkte waterafvoer leidt dit tot een
versneld rottingsproces. Toch werden deze planken niet vervangen. Als laatste viel ons op dat er bij enkele bouwwerken gebruik gemaakt wordt van stalen platen. Deze werden door de overheid gefinancierd, maar leverden een warmteprobleem op door het opvallende zonlicht. Om een objectieve beoordeling van de duurzaamheid en levensduur van de cabañas te kunnen geven, hebben we enkele vochtmetingen ter plekke uitgevoerd. Uit deze metingen is gebleken dat het inwendige vochtgehalte van de gebruikte materialen al op jonge leeftijd veel te hoog is, wat de levensduur en gezondheid van de woningen aantast. 1. Tijdens de presentatie aan de Shuar gemeenschap zijn vijf aanbevelingen ten behoeve van het verbeteren van de cabaña gedaan. Het grootste probleem bij de onderzochte cabañas was dat deze last hadden van houtrot, dit was erg duidelijk te zien in onze metingen. Bij de entree van de cabañas zit vaak een plank om de laarzen op de plaatsen. Hier blijft regelmatig water op staan. Door deze 10 mm van de wand af te plaatsen kan het water weglopen en zal zowel de laarzenplank als de wand droger blijven. 2. De constructieve balken die onder de woning door lopen, vertonen ook tekenen van rot. Door ze onder de cabaña te plaatsen zullen ze minder nat worden en minder rotting vertonen. 3. De fundering wordt tegenwoordig gemaakt van onbewerkte hardhouten balken. Deze zijn vooral op de hoeken erg verrot. Dit komt doordat ze zowel door oppervlakte- als grondwater erg nat worden. Door de fundering van beton te maken en de constructie 30 cm van de grond te plaatsen kan de constructie onder de cabaña enigszins droog “waaien”. 4. In de hoeken was ook vaak houtrot te zien. Door de balken verticaal te plaatsen kan het water beter weglopen en zijn er minder kopse kanten blootgesteld aan het water. 5. Voorkomen is beter dan genezen, dus als de constructie minder nat wordt zal er ook beperkte houtrot ontstaan. Door het bestaande overstek groter te maken zal er minder water op de constructie komen. Met deze resultaten van de casestudies is SUPport support Ecuador ten einde.
57
SUPporter III - Juli 2015
Colofon In de volgende SUPporter UITGAVE SUPporter is een uitgave van SUPport, studievereniging van de capaciteitsgroep Building Technology van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven © 2014 SUPporter verschijnt driemaal per jaar in een oplage van 600 exemplaren. REDACTIE & LAY-OUT Dennis van der Steen Christiaan Voorend Gosse Slager Kim de Boer EINDREDACTIE Dennis van der Steen FOTO OMSLAG EN SPECIAL Vereniging De Stroomversnelling, www.stroomversnelling.net Fotograaf Rogier Bos, www.rogierbos.com
EEN
JAAR VOL MET NIEUWE KANSEN EN MOGELIJKHEDEN
De introductie van het nieuwe bestuur zal in de eerstvolgende uitgave van de SUPporter weer plaatsvinden. Een nieuw jaar brengt nieuwe kansen met zich mee, maar ook vele uitdagingen die overwonnen dienen te worden. Samen staan we sterk, ook als studievereniging! SUPport ziet al weer graag uit naar de plannen van het komende bestuur om een positieve draai aan de vereniging te geven.
ONTWIKKELING
VAN DE CERTIFICAATPROGRAMMA’S
NIEUWE
DRUKKERIJ Drukwerkdeal, Deventer. www.drukwerkdeal.nl Niets in deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder toestemming van het bestuur van studievereniging SUPport. De redactie verklaart dat de inhoud van deze uitgave zorgvuldig en naar beste weten is samengesteld. Zij aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die zijn gebaseerd op de geboden informatie. REDACTIEADRES Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven telefoon: 040 - 247 26 58 telefax: 040 - 247 58 87 http://www.support.tue.nl email: support@bwk.tue.nl ADVERTENTIES Voor informatie met betrekking tot adverteren en lidmaatschappen, kunt U contact opnemen met: Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven, of mail naar: support@bwk.tue.nl t.a.v. Martin Drijvers, Commissaris Public Relations ADVERTEERDERS Koninklijke BAM groep NV Hurks Stam en De Koning Ballast Nedam TBI Bouwkunde Bedrijven Dagen Foamglas Heijmans Octatube Continu
Zoals al eerder in dit magazine genoemd zullen er enkele veranderingen optreden in het beleid en invulling van de master. Vanwege de intrede van Graduate School, waarin (zo goed als) elk vak 5 ECTS vertegenwoordigd, zullen ook de beide certificaatprogramma’s veranderen in het volgende studiejaar. De Onderwijscommissie van SUPport is op dit moment nog hard aan het werk om alles goed in beeld te krijgen en af te ronden. Houd daarom onze vernieuwde website www.support. tue.nl goed in de gaten. Onder het kopje “Onderwijs” is alle informatie omtrent de beide certificaatprogramma’s terug te lezen.
SUPporter magazine van
SUPPort
StUdievereniging
voor
BUilding technology
SUPporter magazine van
nUmmer iii - JUli 2015 - 29e
Jaargang
SUPPort
StUdievereniging
voor
BUilding technology
SPecial:
Nul-op-de-meter nUmmer i - decemBer 2014 - 29e
jaargang
SPecial:
BIM - Building Information Modelling
58
NIEUWE SUPPORTER(S) Altijd al eens een eigen magazine willen beheren, maken en invullen? Twijfel dan niet en informeer eens naar de mogelijkheden. Wederom zal SUPport ervoor proberen te zorgen dat ook in het komende studiejaar weer genoeg leesplezier terug te vinden is in de SUPporter. Lijkt het je leuk om mee te werken aan de volgende SUPporter? Kom dan eens langs op vloer 5, want wij vertellen je er graag meer over!
Maak een afspraak met Continu voor een gratis loopbaanadvies. Kijk voor meer informatie op www.continu.nl
MIJN CARRIĂˆRE START AL TIJDENS MIJN
STUDIE! Altijd wind mee
Continu is gevestigd in Eindhoven, Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJssel, Maastricht en Utrecht
www.continu.nl