SUPporter MAGAZINE VAN
STUDIEVERENIGING SUPPORT
NUMMER 2 - MAART 2016 - 30E
VOOR
BUILDING TECHNOLOGY & CONSTRUCTION TECHNOLOGY
JAARGANG
Binnenstedelijke Verdichting
SUPporter 2 - Maart 2016
Van de redactie... Het is alweer een paar maanden geleden dat de vorige SUPporter uitkwam. Ondertussen is er van alles veranderd op de werkvloer en hebben wij weer met veel plezier aan deze uitgave gewerkt. Een editie die weer vol staat met interessante artikelen van zowel studenten, docenten en bedrijven. Daarnaast hebben nieuwe sponsoren een plekje gekregen en hun bijdrage geleverd. Ook heeft SUPport de afgelopen maanden weer enkele leerzame activiteiten georganiseerd. Zo is er bijvoorbeeld een meerdaagse excursie naar Dublin geweest en zijn er bouwplaatsen en bedrijven bezocht. In het eerste gedeelte kunt u lezen hoe deze avonturen en activiteiten zijn geweest. Elke editie van de SUPporter heeft zijn eigen special. De eerste editie van 2015/2016 ging over renovatie en herbestemming. Dit onderwerp leverde enkele aantrekkelijke discussies op over de verschillende manier van na-isoleren, het respecteren van bestaande constructies en het koppelen van oude en nieuwe technieken. In deze uitgave richt de special zich op binnenstedelijke verdichting. Binnenstedelijke gebieden worden tegenwoordig steeds verder volgebouwd als gevolg van beperkte uitbreidingsmogelijkheden aan de rand van de stad en door leegstand van bestaande
panden en gebieden. Een gevolg hiervan is een verschuiving binnen bouwtechnische, maar voornamelijk uitvoeringstechnische vraagstukken. Beperkte bouwlocaties en opslagmogelijkheden, overlast van bouwverkeer in drukke gebieden en andere logistieke problemen zijn slechts enkele voorbeelden. Daarnaast leidt dergelijke inbreiding tot een verlies aan groen, wat een stijging van het aantal groene daken en gevels tot gevolg heeft. Ook het aantal ondergrondse projecten neemt toe. Deze special geeft een kijkje in de wereld van bouwen in de binnenstad. De vorige uitgave van de SUPporter was de laatste keer dat Dennis van der Steen onderdeel van de redactiecommissie was. Ondanks dat hij geen deel meer uitmaakte van de redactiecommissie, was zijn bijdrage nog altijd voelbaar. Bestanden en gegevens die hij de afgelopen edities heeft verzameld, werden doorgegeven. Als redactie konden we met vragen altijd bij Dennis terecht. De huidige redactiecommissie wil daarom Dennis van der Steen bedanken voor zijn bijdrage aan de SUPporter. Verder willen we alle studenten, columnisten en bedrijven die hebben meegewerkt aan deze uitgave bedanken. De redactiecommissie wenst u veel plezier met het lezen van deze editie!
Voorstellen: redactiecommissie Vanaf december zijn we met een grotendeels nieuwe commissie aan deze SUPporter begonnen. Geordy van Bussel en Tommy Nuijten hebben voor versterking gezorgd. Geordy doet de master architectuur en is in februari begonnen met zijn afstudeerproject. Ook Tommy is een architectuurstudent en zit in zijn laatste jaar van de bachelor. Daarnaast zorgt Nick van der Werdt voor de extra coรถrdinatie en communicatie vanuit het bestuur. Met een frisse en gemotiveerde commissie hebben we ook deze keer weer een goed gevulde SUPporter in elkaar weten te zetten. Inmiddels zijn we met nieuwe energie weer begonnen aan de volgende uitgave.
1
Hightech in het kwadraat Gebouwen waar hightech onderzoek wordt verricht, moeten voldoen aan zeer hoge eisen. Hurks weet als geen ander wat er bij komt kijken om deze complexe
FrieslandCampina Innovation Centre Wageningen (2013)
DSM Materials Sciences Center Sittard-Geleen (2014)
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) Utrecht Science Park (geplande oplevering: 2018)
Faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) TU Delft (geplande oplevering: 2016)
ontwikkel-, bouw- en onderhoudsopgaven tot een succes te maken. Wij zijn trots op onze actuele projecten. Stuk voor stuk state-of-the-art gebouwen waar duurzaamheid, hoogwaardige techniek, flexibiliteit en veiligheid een grote rol spelen. Meer weten? Kijk op www.hurks.nl
HURKS_ADV_A5-L_SUPPORTER.indd 1
14-03-16 09:55
SUPporter 2 - Maart 2016
Inhoudsopgave SUPPORT
ALGEMEEN
Van de voorzitter... Voortgang Building Technology
ACTIVITEITEN
Excursie Brandevoort Workshop Maatbeheersing Excursie Outokumpu Actieve Ledenuitje Excursie Octatube BierKrattenBrug Meerdaagse Excursie Dublin Bridge in Ice
STUDENTENWERK
Afstudeerplannen Afstuderen Ferry Romeijn Afstuderen Anna Vanderveen
CARRIÈRESTART
VAN...
Nynke van der Lei
SPECIAL OVERIGE Colofon Agenda
05 06
08 09 10 12 13 14 16 20
25 26 29
32 34
56 56
SPECIAL:
BUILDING TECHNOLOGY
Ook in deze SUPporter wordt aandacht geschonken aan de twee certficaten Building Technology en Construction Technology. Bekeken wordt hoe de certificaatvakken ‘Building Methodology and Technology’ en ‘Construction Research Skills in the Built Environment’ zich ontwikkeld hebben. (pagina 6)
EXCURSIE OUTOKUMPU Op 8 maart is een groep enthousiaste studenten op bezoek geweest bij het Outokumpu in Aalten. Tijdens deze leerzame excursie werd uitleg gegeven over de verwerking van RVS. Verder zal er in dit artikel meer informatie staan over de meerdaagse excursie van SUPport naar Zweden, in samenwerking met Outokumpu. (pagina 10)
CARRIÈRESTART In de carrièrestart van deze editie vertelt Nynke van der Lei over de start van haar leven na het afstuderen. Ze is begonnen met een management traineeship bij Heijmans en deelt haar ervaringen hierover. Ze geeft uitleg over de inhoud van een traineeship, de voordelen die het heeft en haar toekomstplannen. (pagina 32)
GRONINGER FORUM
BINNENSTEDELIJKE VERDICHTING
Introductie Transitie Kanaaldijk Zuid De Nieuwe Wal Column Frits Scheublin Boerhaave Medisch Centrum Xella Ytong Cascosyteem Column Jos Lichtenberg Besix; ondergronds parkeren Groninger Forum iQwoning Gastcolumn Slimme Bouwlogistiek Column Willem van Dijk
VOORTGANG
34 36 38 41 42 44 47 48 50 53 54 55
Deze special draait om het bouwen in de binnenstad. Een zeer interessant project dat hier zeker niet kan ontbreken is de bouw van het Groninger Forum. Een project dat de meesten kennen als gevolg van de aardbevingen in de regio. In samenwerking met BAM heeft SUPport een kijkje op de bouwplaats mogen nemen en de huidige stand van zaken kunnen bekijken. Daarnaast zijn er twee boeiende interviews gehouden met adviseur Joris Hesselink en hoofd uitvoerder Menno Glas. (pagina 50)
3
GRATIS vaktijdschrift Bouwen met Staal
abonnement
voor leden Support Geef je op voor een gratis abonnement op het vaktijdschrift Bouwen met Staal. Ga naar Support en geef je op via de deelnemerslijst. Vul daar je naam, adres en collegekaartnummer in. Je krijgt dan vanaf het eerstvolgende nummer het vaktijdschrift Bouwen met Staal in de brievenbus. Als je bent afgestudeerd, geef je dit door. Dan wordt het gratis abonnement stopgezet.
BMW WELT, MUNCHEN (D) dubbele, gedraaide kegel van 28 m hoog. De Oostenrijkse architect, prof. Wolf D. Prix van Coop Himmelb(l)au – bekend van het Groninger Museum – gebruikte samen met de Duitse ingenieurs Bollinger+Grohmann 5500 ton staal voor de constructie én de glazen gevel die respectievelijk werden uitgevoerd door de Duitse firma’s Josef Gartner en Maurer Söhne. De opdracht voor de bouw werd al in
Duitse draai
2001 gegeven, maar de eerste werkzaamheden begonnen pas in 2004, omdat de bouwgrond tot die tijd parkeerterrein was voor het Olympisch Stadion. Meer dan duizend mensen werkten mee aan de bouw van BMW Welt dat 170 tot 250 auto’s per dag zal uitleveren en zo’n 850.000 bezoekers per jaar wil trekken, voornamelijk via de diabolovormige entree. Een icoon? Zeker, maar wellicht ver-
beeldt de zandloper ook wel een tijd waarin de Bayerische Motoren Werke herrees na het zware bombardement in WO II. Net alsof het propellerblad zich letterlijk uit de grond heeft gedraaid en Duitsland – op autogebied – weer tot een wereldmacht maakt. MP
Foto’s: (groot) Reinhard Goemer/Artur/VIEW, (klein) Roland Halbe/Artur/VIEW.
Munchen is sinds 17 oktober een publiekstrekker rijker. Op die dag gingen daar namelijk de deuren open van BMW Welt, het nieuwe uitlevercentrum en expositieruimte van de wereldberoemde autofabrikant. BMW-topman Norbert Reithofer sprak bij de opening liever over een ‘home of the brand’, waarin alles draait om het merk. Misschien is daarom de entree wel uitgevoerd als een
+32430
Meer informatie over het vaktijdschrift vind je op vakbladbouwenmetstaal.nl
HEB 280, rond gewalst
+31430
aluminium pui, rond gewalst gebogen glas (l = 3,9 m)
gewalst paneel 3 mm aluminium hart radius +27710
sikkel 2x18 mm multiplex klimaatelementen zonwering
geleiding zonwering
+23990
+22990
gebogen glas (l = 3,9 m) zonwering aluminium pui, rond gewalst sikkel 2x18 mm multiplex bevestiging sikkel op HEB 280 HEB 280, rond gewalst bevestiging panelen
+19200
40
BOUWEN MET STAAL 199
Architectuur Las Palmas is in 1953 gebouwd als werkplaatsengebouw voor de Holland Amerika Lijn, naar een ontwerp van de architecten Van den Broek en Bakema. Met zijn gevel van uiterst verfijnde schokbetonnen panelen straalt het een strakheid uit die kenmerkend is voor de Nieuwe Zakelijkheid. Met de renovatie is het gebouw teruggebracht naar de staat waarin het was gebouwd. De robuuste betonconstructie met paddestoelkolommen bleef vrijwel in tact en de gevel werd in oude luister hersteld. Doordat het nieuw toegevoegde Penthouse lijkt te zweven en door de ronde kanten zet het zich sterk af tegen de andere gebouwen op de pier. De krachtige vorm compenseert het relatief kleine volume en maakt het eerder tot een gebaar dan een gebouw. In het bestaande gebouw is het constructieve stramien van ongeveer 7,5 m verdeeld naar een driedeling in de gevel. In het Penthouse is diezelfde maat verdeeld in vier delen van 1,875 m, wat beter aansluit op huidige standaardafmetingen van bouwmaterialen en beukmaten van kantoorruimten. Bij de ronde koppen is het oorspronkelijke gevelstramien aangehouden. Dit heeft tot gevolg dat de straal van de ronding, en daarmee ook de hoogte van het Penthouse, afgeleiden zijn van het BOUWEN MET STAAL 199
horizon tale stramien van Las Palmas. De verdiepingsvloer ligt vanzelfsprekend op gelijke hoogte met het middelpunt van de cirkeluitsnede. Het eenvoudige witte volume is bekleed met aluminium beplating. De twaalf gebogen ramen in de koppen zijn 3,9 m lang en zijn daarmee de langste gekromde ruiten die tot nu toe in Europa zijn gemaakt. Ze geven de bezoeker vanuit het Penthouse een gefragmenteerd beeld van zowel de straat als de omringende hoogbouw. Er is zo helder mogelijk glas toegepast om goed aan te sluiten bij de openheid en lichtheid van het onderliggend gebouw. De vloerrand van de verdieping is afgedekt met hetzelfde glas en daardoor overdag niet zichtbaar in de gevelís. Avonds tekent de vloer zich donker af. Dan gaat de geïntegreerde verlichting op de vloerrand aan en is de noordgevel een tekst in morse-code te lezen: ‘penthouse las palmas’. Het dak van het werkplaatsengebouw is vormgegeven als daktuin. Het is daadwerkelijk een ‘vijfde gevel’, gezien vanuit de bestaande en toekomstige hoogbouw eromheen. Onder het Penthouse, op het dak van het werkplaatsengebouw, is het mogelijk met autoís te rijden. Daarvoor is de oude goederenlift omgebouwd tot autolift. 41
Bouwen met Staal Postbus 190 2700 AD Zoetermeer tel 079 353 12 77 info@bouwenmetstaal.nl www.bouwenmetstaal.nl
SUPporter 2 - Maart 2016
Van de voorzitter... Binnenstedelijk bouwen
De tijd van het bouwen op uitleglocaties is nagenoeg voorbij. De blik wordt gericht op de stad. Er doemen steeds meer bouwplaatsen op in de binnenstad. Dit brengt de nodige uitdagingen met zich mee, zowel in planvorming als in uitvoering. Uitvoeringstechnische problemen die zich kunnen voordoen zijn belemmering van de verkeersstromen, overlast voor omwonenden, logistiek en een beperkte opslag en/of bouwplaats. Daarnaast moet er door de veelal kleine kavels worden gezocht naar een optimale benutting van het beschikbare oppervlak. Een resultaat hiervan is dat er vaak wordt gekozen voor ondergrondse- of hoogbouw. Dit is op zijn beurt weer gecompliceerder dan de 3-laags woningen welke de uitleglocaties sieren. Zijn deze uitdagingen dan ook meteen redenen om het binnenstedelijke bouwen te laten varen? Als je het mij vraagt niet, deze uitdagingen kunnen de stimulans zijn voor de innovatie die de bouw zo hard nodig heeft. Voordat innovatie mogelijk is zullen de problemen erkend, onderzocht en in kaart moeten worden gebracht. Vandaar dat de tweede SUPporter van dit jaar als thema heeft ‘’Binnenstedelijke Verdichting’’. Naast de special wordt er in deze editie aandacht besteed aan de activiteiten van de afgelopen periode. De MDE naar Dublin heeft plaatsgevonden, waar SUPport met 28 man kennis heeft mogen maken met de Ierse cultuur, en helaas ook natuur. Daarnaast stond er onder andere een bouwplaatsexcursie naar Helmond Brandevoort op het programma, hebben we een interessante maatbeheersing workshop gedaan en zijn we bij Outokumpu op bezoek geweest. Een leuke, drukke tijd van activiteiten is achter de rug, en een nog groter aantal activiteiten staan ons nog te wachten! Innovatie op Locatie XL, het bouwen van de BierKrattenBrug en de studiereis naar Zweden. Daar zullen we kennis maken met het levendige Stockholm, Avesta en Degerfors. In Avesta en Degerfors zijn we welkom op de productielocaties van Outokumpu waar RVS wordt geproduceerd. Kort samengevat, een mooie en interessante reis!
Pieter van Nunen Voorzitter SUPport 2015-2016
Naast leuke en interessante activiteiten zijn er ook ontwikkelingen in onderwijsland. Na een rumoerige tijd van verhuizing zijn we inmiddels gesetteld en is er weer een ronde certificaatvakken gestart. Voor het certificaat Building Design & Technology is het programma begonnen met het vak ‘Building Methodology and Technology’, voor Construction Technology is het tweede vak bezig genaamd ‘Research Skills in Construction Technology’. Dat deze certificaten een goede uitbreiding zijn op het reguliere curriculum blijkt wel aan het aantal geïnteresseerde studenten. Maar liefst 50 aanmeldingen voor bouwtechniek en 41 voor uitvoeringstechniek. Naast de reguliere colleges zijn er twee zeer interessante seminars gegeven over de bestaande, nieuwe, en toekomstige innovaties in de bouw. Tot slot rest mij niets anders dan mijn dank uit te spreken aan de commissie voor wederom een mooie editie van de SUPporter en U veel leesplezier te wensen!
5
SUPporter 2 - Maart 2016
Voortgang Building Technology Hink, stap, SPRONG! In de afgelopen uitgaven van De SUPporter zijn verschillende artikelen verschenen over de geboorten van twee nieuwe certificaatprogramma’s: Building Technology en Construction Technology. Het afschaffen van de mastertrack Building Technology, het opzetten van twee nieuwe certificaten, de vormgeving van de nieuwe vakken en het vieren van de eerste geslaagden voor de certificaten, zijn in afgelopen uitgaven aan bod gekomen. Hierbij heeft ook de vrije master, de route naar een volledig individueel opgezet masterprogramma, aandacht genoten. Hier komt aan bod: de doorontwikkeling van de certificaatvakken, een grote sprong voorwaarts! De laatste ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in twee nieuwe vakken voor beide certificaten: 7KP8M0 – Building Methodology and Technology en 7RC70 – Construction Research Skills in the Built Environment. Beide vakken kennen een eigen karakter en kijken vanuit bouwtechnische, dan wel uitvoeringstechnische invalshoeken naar verschillende -deels gemeenschappelijkeonderwerpen als actief bouwen, passief bouwen, experimenteel bouwen, zelfbouw en robotica. Er zal nu uitgebreid ingegaan worden op het vak 7KP8M0 – Building Methodology and Technology en de bij het vak behorende seminars, welke vrij toegankelijk zijn voor alle studenten van de faculteit Bouwkunde.
Clash of the titans 1: Henk Wegkamp en Jos Lichtenberg
6
BUILDING METHODOLOGY AND TECHNOLOGY: “IT’S NOT A COURSE, IT’S A KIND OF CHALLENGE!”
In kleine clusters komen studenten Matrix atelier 1 binnenlopen. Niet zonder reden worden de colleges voor het vak 7KP8M0 – Building Methodology and Technology gehouden in een werkatelier: de colleges zijn net zozeer werkcolleges, als hoorcolleges met een interactieve opzet. Wanneer het werkatelier gevuld is, wordt duidelijk hoe groot het aantal studenten is dat zich aangemeld heeft voor het vak. Deze opkomst is een uitgesproken waardering en geeft blijk van de bestaande interesse voor het vakgebied van de bouwtechniek onder studenten van verschillende disciplines. “A very good afternoon, everybody!”, opent dr.ir. Masi Mohammadi het college. A very good afternoon indeed, want de introductie voor het vak is veelbelovend: studenten zullen aan de hand van verschillende thema’s een wetenschappelijke paper schrijven over bestaande en veelbelovende bouwtechnieken en -methodes. Verscheidene gerenommeerde namen binnen de bouwwereld zullen in de vorm van seminars en gastcolleges deze thema’s introduceren. Het vak gaat ook in op onderzoeksmethodes, wat inzet vraagt van de studenten, maar waarin ze ook worden begeleid door interne en externe docenten. Dat er gewerkt dient te worden en dat het schrijven van een paper niet “vallen-en-opstaan”, maar “heel-ergvaak-vallen-en-telkens-weer-opstaan” is, wordt direct duidelijk gemaakt wanneer wordt verkondigd: “It’s not a course, it’s a kind of challenge!”. Hard werken dus! Maar als je paper tot de beste drie behoord, wordt dit beloond met een reis naar een (buitenlands) congres. Hink, stap en hopelijk een grote sprong tot een geweldig paper.
CLASH OF THE TITANS: ACTIVE HOUSE VS. PASSIVE HOUSE!
B i j h e t e e r s t e s e m i n a r “A c t i v e v s . Passive House” is onder begeleiding van gespreksleider ir. Maarten Willems een ware tweestrijd losgebarsten tussen wetenschappelijke zwaargewichten prof.dr.ir. Jos Lichtenberg en ir. Henk Wegkamp. Wie is de winnaar geworden van dit duel om de beste bouwmethodologie: active house óf passive house? Henk Wegkamp trapt af met zijn betoog voor passiefhuis, waarbij hij het niet schroomt actiefbouw weg te zetten als een commerciële oplossing en weet de conversatie direct op scherp te zetten. Tegelijkertijd moet hij bekennen dat de passiefbouw zich ontwikkeld heeft en tegenwoordig niet zelden actieve oplossingen toepast in zijn ontwerpen. Jos Lichtenberg slaat terug door de gebruiker in de discussie te mengen, die zich niet prettig voelt bij de sterk technische uitwerking van passiefhuis. Hij vertelt –met enige zelfspot– over zijn eigen ervaring in het ontwikkelen van een bijzonder duurzame woning in de jaren ‘70, maar waarbij glad vergeten is dat er een gebruiker in het bouwsel moet leven. Achteraf is dit een les gebleken voor de ontwikkeling van actiefhuis, dat in diens verdere ontwikkeling het leefgenot van zijn gebruikers centraal stelt. Uiteindelijk is gebleke n d a t b e i d e methodologieën nog niet zo haaks op elkaar staan, als de namen actief- en passiefhuis lijken te suggereren. Op te merken is dat passiefhuis zich heeft ontwikkeld met oog voor de gebruiker en niet meer de zuiver technische oplossing is voor de duurzaamheidsproblematiek en zich zodoende “vergrijpt” aan actieve oplossingen als zonnepanelen, maar zich ook toleranter opstelt tegenover glasoppervlakken op het noorden en door de gebruiker te openen ramen. Actiefhuis maakt op zijn beurt ook gebruik van principes die initieel toebehoren aan passiefbouw, maar altijd gedacht vanuit de gebruiker en diens leefgenot. De aanwezigen waren dan ook verdeeld over de uiteindelijke winnaar, maar met een nipte voorsprong heeft het publiek de overwinning uitgesproken voor Henk Wegkamp en het passiefhuis.
SUPporter 2 - Maart 2016
GAME CHANGERS INNOVATION
IN
BUILDING
Bij het tweede seminar “Game Changers in Building Innovation” laten prof.dr.ir. Mick Eekhout en prof.ir. Ger Maas hun licht schijnen op experimenteel bouwen en robotica. Deze lezingen worden begeleid door ir. Willem van Dijk, namens Bouwend Nederland, de branchevereniging voor bouw- en infrabedrijven in Nederland. Willem van Dijk opent de middag met een hartelijk welkom, waarna een introductie van Bouwend Nederland wordt gegeven door Karin Oomen over de betrokkenheid bij het onderwijs bij onder andere Innovatie op Locatie, het project bij het certificaat Construction Technology dat in het vierde kwartiel van dit jaar weer zal starten. Dan wordt het seminar afgetrapt met een betoog voor meer aandacht voor veiligheid in de bouw door Ger Maas, ondersteund door collega ir. Frans van Gassel. Hierbij benadrukt hij de verantwoordelijkheid die ontwerpers al in een vroeg stadium hebben, bij het integreren van veiligheid in de ontwerpfase. Hetzelfde gaat op voor de procesbewaarders, die bij het ontwerp van het bouwproces aandacht op dienen te brengen voor veiligheid op de bouwplaats. Hij verwijst hierbij naar de oprichting van de leerstoel Uitvoeringstechniek, opgericht door prof.dr.ir. H.C. Duyster in 1971, welke naast de objectgerichte wetenschappen in de behoefte aan de procesgerichte wetenschappen voorzag.
toepassing van robots in het bouwproces. Het belang van innovaties wordt uiteengezet aan de hand van de verhouding tussen vergrijzing van de bevolking en de behoefte aan automatisering. Wanneer een maatschappij vergrijst, zal de behoefte aan baancreatie laag zijn, maar de algemene behoefte aan automatisering hoog en vise versa. Hierbij speelt de opdrachtgever een belangrijke rol en hen wordt meegegeven: “Leg de lat hoger, vraag meer!” Als de lat hoger komt te liggen, zullen veel ontwerpers, adviseurs en bedrijven afvallen, omdat ze de beloften niet kunnen waarmaken. Na een korte pauze vervolgt Mick Eekhout de middag met het onderwerp experimenteel bouwen. Aan de hand van zijn loopbaan beschrijft hij hoe hij als Game Changer innovaties door heeft kunnen voeren in de bouw. Als afstudeerder in de disciplines van zowel architectuur, als constructief ontwerpen, heeft hij al tijdens het afstudeertraject de zaden van zijn verdere loopbaan gezaaid. Het afstuderen op het spaceframe heeft de basis gevormd voor de oprichting van zijn bedrijf Octatube, vernoemd naar de verbinding tussen acht afzonderlijke staven, welke samen een spaceframe vormen.
In zijn beschouwing van innovaties in het verleden en de toekomst leidt hij het publiek van de destijds baanbrekende introductie van Excel bij bouw- en aannemersbedrijven via de actuele introductie van BIM, naar de
Na het spaceframe volgden andere innovaties in gelamineerd glas, koud gebogen glas, staal, composiet en zelfs karton, waarmee Micks bedrijf inmiddels vele prestigieuze projecten heeft gerealiseerd, zoals het Victoria & Albert Museum Daylit Gallery (2009), Glazen Kubus in Madrid (2009), Fletcher A2 Hotel (2012), Gemeentemuseum te Den Haag (2014), de Markthal (2014) en het recente Van Gogh Museum (2015). Belangrijk bij deze projecten zijn een budget en tijd: geld en tijd voor onderzoek en het bouwen van mock-ups om ervaring en kennis
Jos Lichtenberg, Maarten Willems en Henk Wegkamp
Ger Maas
op te bouwen in vernieuwende toepassingen. “Wie van jullie wordt de volgende Mick Eekhout?”, wordt uitdagend het publiek in gegooid. Een enkeling die zich durft te meten aan de man vooraan in de zaal steekt zijn hand op. Experimenteel bouwen heeft veel te maken met risico’s en het managen daarvan. Hoe kun je daar dan met beperkte middelen goed mee om gaan? “Ik negeer ze!”, stelt Mick en hij geeft aan zich nooit veel bezig gehouden te hebben met risico’s. Vanzelfsprekend moeten bepaalde risico’s afgedekt worden, maar dan blijkt een andere reden waarom mock-ups zo belangrijk zijn. Namelijk ook om jezelf te bewijzen dat hetgeen op papier geschetst is daadwerkelijk werkt.
WAT
KOMT ER DAN NOG NÁ DIE SPRONG?
Dit jaar is voor het vak Building Methodology and Technology uit een breed scala aan onderwerpen gekozen voor actief bouwen, passief bouwen, experimenteel bouwen en robotica. Het voornemen is deze onderwerpen jaarlijks te variëren, zodat een bont aanbod aan onderwerpen ontstaat en de seminars ook aantrekkelijk zijn voor studenten die het vak niet volgen, of al eens hebben gevolgd. Een van de andere onderwerpen in de reeks van dit collegejaar is zelfbouw. Dit is ook het thema van het vak 7KS8M0 – Masterproject Building Technology, dat in september 2016 zal beginnen. Dit project vormt samen met dit vak en het vak 7KP9M0 – Building Technology in Extreme Complexity het certificaat Building Technology. Tekst en foto’s: Martin Drijvers
Mick Eekhout
7
SUPporter 2 - Maart 2016
Excursie Brandevoort Bouwplaatsbezoek Hurks, Helmond Al sinds 1996 worden er Vinex woningen gebouwd in een historiserende stijl in de Helmondse wijk Brandevoort. Doordat de vraag naar woningen in Brandevoort de Veste gestegen is, kunnen Hurks/ Adriaans weer beginnen met bouwen. SUPport kreeg de kans om een middag op de bouwplaats van Hurks/Adriaans rond te lopen en meer te weten te komen over het uitvoeringsproces van dergelijke woningbouw en kritische vragen te stellen. Doordat de bouw in 2008 een harde economische klap te voorduren kreeg, moest de totale planning van de bouw van Brandevoort de Veste op de schop, resulterend in een geplande uitloop van 13 jaar. Doordat er nu weer meer vraag is naar woningen kan Hurks in samenwerking met Adriaans weer beginnen met bouwen in opdracht voor particulieren en makelaars. Vanaf Eindhoven Centraal namen wij met een groep studenten daarom op 12 januari de sprinter richting Helmond Brandevoort om daar een middag met Tim, uitvoerder
bij Hurks, mee te kijken op de bouwplaats van Brandevoort de Veste. Na de nodige veiligheidchecks en inlichtingen, werd ons duidelijk dat een snelle bouwtijd belangrijk is in dit project. Dit is ook terug te zien aan de bouwmethodiek van de woningen met een binnenblad van kalkzandsteen en traditioneel gemetseld buitenblad. Samen met scharnierkappen en breedplaatvloeren wordt een snelle bouwtijd gehaald, terwijl een solide woning wordt gerealiseerd. Een van de hoekhuizen had overigens als enige geen scharnierkap, maar een stalen frame dak waar dus wat meer bij kwam kijken.
Render bouwproject
Interessant vonden de studenten het vooral om te zien hoe het metselwerk nog ‘ouderwets’ in verband werd gemetseld. Een tijdrovend en precies klusje wat vakmanschap vereist. Ook vonden de studenten het leuk om eens op een wat kleinere, intieme bouwplaats rond te kunnen lopen waarbij het verschil in bouwen en plannen met grote projecten nog duidelijker wordt. Al jaren achtereen gaan we met SUPport naar de Prefab Beton fabriek van Hurks maar dit jaar dus anders. Wij willen Hurks en Adriaans nogmaals bedanken!
Uitleg over de bouwmethodiek van de woningen
Tekst en foto’s: Nick van de Werdt
Deelnemers excursie
8
Onderstempeling.
SUPporter 2 - Maart 2016
Workshop maatbeheersing Workshop Hilti
In samenwerking met Hilti gaf SUPport op 18 februari van dit jaar een workshop maatbeheersing. En die workshop kwam goed uit aangezien de BierKrattenBrug die we in april gaan bouwen een goed voorbeeld is om in te meten. Neal Karremans, werkzaam bij Hilti, liet ons na een spoedcursus maatbeheersing en maatvoering met apparatuur aan de gang gaan waarna de BierKrattenBrug in situ verder kon worden ingemeten. Neal kon aan een grote groep studenten en zelfs docenten en medewerkers van het constructief lab ‘s ochtends ten eerste uitleg geven over wat Hilti als bedrijf nou precies doet om vervolgens dieper in te gaan op maatbeheersing theorie en bijbehorende apparatuur. Zo werd ons bijvoorbeeld duidelijk waar het 0 punt van het assen stelsel in Nederland ligt en waarom dat zo is, namelijk in Frankrijk zodat alle punten in Nederland vervolgens positief zijn en nooit hetzelfde. Na het doorlopen van een aantal voorbeelden kon met meegebrachte apparatuur ‘gespeeld’ worden. Na het maken van groepjes, konden de groepjes de verschillende apparaten gebruiken om bijvoorbeeld de ruimte waarin de workshop was, 8.06, op te meten. Zo kon een groepje ons vertellen aan de hand van het meten met een laser dat in ieder geval een van de wanden enigszins scheef stond. Verder kon er met een total station verschillende punten in de vorm van stickers ingemeten worden om deze direct te kunnen vertalen naar een 3D-tekening die in Autocad of Revit gebruikt kan worden. Daarnaast waren veel studenten onder de indruk van de roterende laser; deze laser roteert 360 graden om een waterpas
referentievlak te creëren. Hiermee kun je dus op één wand één hoogte aftekenen om vervolgens op die hoogte een laser lijn over je gehele ruimte te creëren waarmee je dus snel maten kan aftekenen. Na de praktijk in het leslokaal werd met een totaal station inclusief statief en remote control naar buiten gegaan om de metingen voor de BKB nogmaals in te meten ter controle en om verdere metingen te doen. Hier kon Neal ons pas goed laten zien hoe een maatvoerder op locatie aan het werk gaat en welke stappen hij volgt om tot een nauwkeurige meting te komen. De modernisering van maatvoering gaat met stappen vooruit zoals we hebben kunnen zien tijdens deze workshop. Graag bedanken wij Hilti voor hun bijdrage aan deze workshop en aan de BKB. Tot volgend jaar!
Uitleg inmeten op locatie
Uitleg total station
Tekst en foto’s: Nick van de Werdt
Optisch gereedschap
Inmeten met behulp van total station
9
SUPporter 2 - Maart 2016
Excursie Outokumpu
De wereldwijde koploper op het gebied van RVS Outokumpu, één van de grootste RVS giganten op de markt, heeft de uitstap gemaakt naar de bouwmarkt. Hierbij komt ook de uitstap richting de universiteit en dan wel specifiek SUPport. Op donderdag 25 februari hield Outokumpu in samenwerking met SUPport dan ook een lunchlezing. Onder het genot van ware Zweedse gehaktballen en limonade van de meubelgigant Ikea is de lunchlezing van Outokumpu in geblazen.
LUNCHLEZING
Tijdens de lunchlezing hebben we kennis kunnen nemen van de vele mogelijkheden die RVS biedt. Zo heeft Outokumpu mee gewerkt aan de glanzende Cloud Gate in Chicago en maken ze de onderdelen voor de buizen waar het uranium van kerncentrales inhangt. RVS wordt dus niet alleen toegepast in ons tafelbestek maar ook de schaaktorens van solide RVS die ze hebben meegenomen laten zien wat de mogelijkheden zijn. Onderdelen die tientallen of zelfs honderden jaren mee moeten zoals een tank voor radioactief afval, vallen allemaal binnen het werkgebied van Outokumpu.
mogelijkheid heeft om op specifieke eisen in te spelen, bijvoorbeeld een gespecifieerde plaatdikte of een specifieke samenstelling van het RVS. De verschillende verwerkingstechnieken van RVS zijn verspreid over de fabrieken, dit betekent dat er een hechte samenwerking is tussen de verschillende locaties. De één heeft een plasmasnijder, de ander kan RVS zagen. Dit betekent dat Kasper, degene met wie wij onder andere door de fabriek zijn geslenterd en zal meegaan naar Zweden, behoorlijk wat afreist.
EXCURSIE AALTEN
De tweede activiteit in samenwerking met Outokumpu vond vervolgens plaats op dinsdag 8 maart, namelijk een bezoek aan de verwerkingsfabriek. Na een goede lunch werden de verschillende technieken die beschikbaar zijn in de fabriek in Aalten getoond; lasersnijden, plasmasnijden (zowel in water als droog), waterjet snijden en machinale bewerkingen zoals buigen, boren en frezen. De maximale dikte van de platen die ze bijvoorbeeld kunnen plasma snijden is 150mm. Het schroot van deze dikte is door het eigen gewicht niet te gebruiken als frisbee.
Lezing gegeven door Outokumpu
Ze vertelde ons van alles over de verschillende staal soorten die ze aanbieden, geschikt voor simpel gebruik tot het meest robuuste. Outokumpu is één van de weinige bedrijven die zelf de productie van het materiaal en de verwerking tot product in handen hebben. Binnen Europa wordt in Degenfors, Zweden de erts samen met schroot verwerkt tot grote 2 bij 6 meter platen van verschillende dikte. Deze platen worden vervolgens verscheept naar fabrieken in onder andere Nederland, Groot Britannië, Duitsland en Polen. Het feit dat Outokumpu deze processen zelf in handen heeft betekend dat het de
10
Rondleiding in waterjet gedeelte van fabriek in Aalten
Alhoewel Outokumpu gebruik maakt van packing software om te zorgen dat de materiaal kosten zo laag mogelijk blijven, zit er behoorlijk wat in de schrootbakken. Terwijl één van de plasma snijders wordt aangezet, kan de medewerker in de andere waterbak aan de gang gaan met eerder gesneden materiaal. Nadat de onderdelen schoongespoten zijn, worden ze met de plafondkraan verplaatst. De stukken zullen vervolgens worden gecontroleerd en dan worden bewerkt. Voor deze stap ziet het materiaal er nog dof en ruw uit, het heeft nog heel wat stappen te ondergaan voordat het onderdeel de typische stalen glans bevat.
Onafgewerkte ‘ruwe’ RVS ringen
SUPporter 2 - Maart 2016
Afgewerkte RVS ringen
Wist je dat Outokumpu op de locatie in Aalten op een goede dag bijna 1000 ton aan RVS plaatmateriaal heeft klaar liggen om verwerkt te worden? Wist je dat de uitvinder van RVS Harry Brearly is? Harry Brearly kwam op het idee om chroom toe te voegen aan normaal staal in 1913. Hij kwam op dit idee omdat de vraag aan hem werd gesteld of hij niet iets kon verzinnen op het probleem van inwendige slijtage in de loop van vuurwapens en van kanonnen ten gevolge van hoge temperaturen bij het afvuren.
Een staalbewerkings werkplaats vol met SUPport leden
Terwijl de lichtshow van de plasmasnijder doorgaat en het water begint te bubbelen, duiken wij de schroothoop in. Hier zien we veel platte cilinders liggen die veel vertellen over het snij proces. Zo blijkt plasmasnijden onder water een stuk minder ruw eraan toe te gaan dan droog plasmasnijden. Dit is duidelijk te zien aan de verbrande randen en de knotsen van verbrand materiaal. Natuurlijk was de spanning te snijden omdat de zelf ontworpen bieropeners ook gelaserd zouden worden. Helaas bleek de lasersnijder moeite te hebben met het lezen van het aangeleverde bestand. Deze zouden dus later aangeleverd worden.
Onderwater plasma snijder in actie
Tijdens en na de terugreis naar Eindhoven werd het enthousiasme over Outokumpu onder de studenten groter en dit is de studiereis dan ook alleen maar ten goede gekomen!
STUDIEREIS SWEDISH SMORES
Outokumpu laat ons namelijk niet alleen een kijkje nemen in de Nederlandse fabriek, maar ook in Zweden. Tijdens de studiereis Swedish Smores beginnen we zondag 3 juli met het vliegtuig en kunnen we van hoog in de lucht uitkijken op het wilde landschap van Zweden. Van de bouwplaatsen in Stockholm vertrekken we maandag naar Alvasta om de staalfabriek van Outokumpu te bekijken en ons s’ avonds vol te proppen met smores verwarmd in de haard van de authentieke Zweedse hutten. Dinsdag zitten we ook niet stil en struinen we Degenfors af naar avontuur. Bruisend Stockholm zullen we vervolgens gaan ontdekken, de metrostations spreken een taal op zich en s’ avonds verkennen we de straten in een spooktour. Na het bezoeken van de bouwplaatsen, de universiteit en de souvenirwinkels van Stockholm keren we met een voldaan gevoel op vrijdag 8 juli weer terug naar Nederland. En vanuit het vliegtuig kunnen we dan weer heerlijk genieten van het typische platte landschap dat we gewend zijn. Tekst: Renée van der Wurff Foto’s: Nick van de Werdt
SUPport leden kijken hun ogen uit
11
SUPporter 2 - Maart 2016
ALU
Trommelen in de SkyBar Het Actieve Leden Uitje van dit jaar werd gehouden in de SkyBar Underground in Vertigo. Alle leden van SUPport die in een commissie zitten, werden uitgenodigd. Het begon met het magische duo Luc en Luuk achter de bar. Waar de ene Luc zorgde voor heerlijke tosti’s, zorgde de andere Luuk voor een koud biertje. Na een paar tosti’s en wat biertjes kon de ALU echt beginnen. De SkyBar stond vol met Braziliaanse percussie instrumenten van alle soorten en maten. Van groot tot klein. Iedereen kreeg zijn eigen trommel. Niels, de enthousiaste begeleider, maakte van een groep studenten een ware band. Waar de verwachtingen erg laag lagen, kwam er toch nog een goed geluid uit het studentenorkest. Hoewel we in de kelder aan het trommelen waren, kon de rest van het gebouw toch meegenieten. Via de luchtkanalen werd het geluid namelijk door het gebouw verspreid. Dat sommige een muzikale achtergrond hadden en andere een veel beter ritmegevoel werd al snel duidelijk. Niet iedereen kon zijn melodie onthouden en dat leverde in de beginfase nogal een onsamenhangend geluid op. Na wat positiewisselingen ging het een stuk beter.
Luuk en Luc achter de bar
Trommels voor de workshop
Doordat we de volle twee uur het zelfde liedje speelde, kwamen de creatieve ideeën naar boven. Trommels werden bij elkaar geschoven en andere gingen in een kringetje staan. Een eigen trommel was niet meer voldoende. Op elkaars trommel spelen en ‘special tricks’ waren het gevolg. Dit ging verbazingwekkend goed. Het lied werd bijna foutloos gespeeld. Dit resulteerde in de nodige ‘high-fives’ en veel lachende gezichten. Er werd afgesloten met nog wat extra tosti’s, bier en chips. Met zijn allen hebben we er een leuk uitje van gemaakt en zijn de verwachtingen, voornamelijk op muzikaal gebied, overtroffen.
Tekst: Tommy Nuijten Foto’s: Nick van de Werdt
12
Ruud, Daan en Kim laten hun kunsten zien
SUPporter 2 - Maart 2016
Excursie Octatube
De aannemer voor hoogstandjes in glas en staal In de regenachtige middag van dinsdag 1 maart is een select groepje studenten naar Delft afgereisd om daar een bezoek te brengen aan Octatube. Octatube ontwerpt, ontwikkelt en realiseert architectonische constructies met een accent op hoogwaardige toepassingen van de materialen glas en staal. Hierbij worden voornamelijk gevels en daken verwezenlijkt. Het bedrijf is een combinatie van een technisch ontwerpbureau en productiebedrijf, het verzorgt namelijk alle facetten van het bouwproces.
PRESENTATIE
De middag werd begonnen met een presentatie over het bedrijf, waarbij uitgelegd werd waar Octatube voor staat en aan welke recente en toekomstige projecten gewerkt wordt. Enkele bekende projecten die in het recente verleden ontworpen en gerealiseerd zijn, zijn onder andere het dak van het Gemeentemuseum in Den Haag met de toepassing van glazen vinnen, Europa’s grootste kabelnetgevels bij de Markthal in Rotterdam en het Van Gogh Museum in Amsterdam.
KOUD
BUIGEN VAN GLAS
Voor het project Victoria & Albert Museum in Londen werd besloten om de geïsoleerde glaspanelen op de bouwplaats in de gewenste vorm te buigen. Dit proces staat ook wel bekend als ‘koud buigen’, en is verkozen boven ‘warm buigen’. De eerste reden hiervoor is van kostentechnische aard. Elk paneel heeft een unieke vorm en bij warm buigen zou dat resulteren in 200 verschillende mallen. De tweede reden is de visuele kwaliteit. Gedurende het proces van warm buigen, is het glasoppervlak nooit overal even glad.
GLAZEN
VINNEN
Een veelgebruikt constructiedeel bij Octatube blijkt de glazen ligger te zijn, ook wel een ‘glazen vin’ genoemd. Het gebruik van deze verlijmde liggers, bestaande uit drie of Tekst: Dennis van der Steen Foto’s: Nick van de Werdt
meer lagen, zorgt ervoor dat de constructie en het ontwerp zeer transparant blijven. Bij het Gemeentemuseum in Den Haag, het Van Gogh Museum en het Victoria & Albert Museum in Londen zijn deze vinnen gebruikt. Hierbij kan nog een onderscheid gemaakt worden tussen translucente en transparante glazen vinnen.
KABELNETGEVELS
Eén van de behandelde case studies betrof het ontwerp voor de twee kopgevels van de Markthal in Rotterdam. De glazen panelen zitten bevestigd aan stalen kabels, 31 millimeter doorsnede, met behulp van speciaal ontwikkelde knopen. De kabels zijn verbonden aan de betonnen constructie die de glazen gevel omsluiten. Door speciaal getimmerde kastjes in te storten, ‘vogelnestjes’ genaamd, konden eventuele maatafwijkingen worden opgenomen. Met hydraulisch materieel worden vervolgens de kabels gespannen, hierbij komt een spanning op de kabels te staan die te vergelijken is met het gewicht van 25 auto’s. Bij extreme harde wind en storm ondergaat deze glazen kabelnetgevel een amplitude van 1,5 meter, dit wil zeggen dat de gevel 0,75 meter naar binnen of naar buiten kan uitslaan.
Bedrijfspresentatie
Werkplaats, ‘vieze ruimte’
RONDLEIDING DOOR DE WERKPLAATS
Tegen het einde van de middag was het laatste onderdeel van het bedrijfsbezoek een rondleiding door de productieloods. Deze productieloods is grofweg in te delen in twee aparte compartimenten: enerzijds de zogenoemde ‘vieze ruimte’, waarin voornamelijk de staalbouw plaatsvindt, en anderzijds de ‘schone ruimte’, waarin de verwerking en opslag van het glas afspeelt. Van de meeste werken wordt tijdens het Design & Engineering proces een mockup gemaakt van een bouwdeel, dit is een op ware grootte gemaakt model. In de ‘schone hal’ zijn deze stukken uit het verleden nog bewaard en konden ze nader worden bekeken.
Werkplaats, ‘vieze ruimte’
Daarmee was een einde gekomen aan het bedrijfsbezoek bij Octatube en mag SUPport, ook namens de meegekomen studenten, terugkijken op een geslaagde activiteit waarbij een kijkje genomen kon worden in dit fascinerende engineering- en productiebureau. Werkplaats, ‘schone ruimte’
13
SUPporter 2 - Maart 2016
Bierkrattenbrug
De eerste BierKrattenBrug ter wereld over water! De plannen voor de BierKrattenBrug 2016 zijn inmiddels concreet en het ontwerp krijgt steeds meer vorm. Zaterdag 23 april is het zo ver, dan zal het veld tussen Vertigo en Kennispoort een week lang bouwterrein zijn voor een wereldrecord! De doelstelling is om op deze dag een brug te voltooien van minimaal 27 meter, waarmee het huidige Delfste record van 22.15 meter met vijf meter zal worden overtroffen. Dit zal echter niet de enige uitdaging zijn…. We gaan dit jaar over water bouwen! Voor de oorsprong van BierKrattenBruggen moet men terug naar 2004. In dit jaar kwamen Delfste studenten op het ludieke idee om een brug te bouwen van bierkratten. Toentertijd was het echter een stuk kleinschaliger en werd er een overspanning van 7,4 meter bereikt. Maar in Eindhoven denken we altijd: “Wat ze in Delft kunnen, kunnen wij beter”! Daad bij het woord voegen; het jaar erop stond er in Eindhoven een brug van 12,6 meter. Blijkbaar heeft dit indruk gemaakt, want pas vier jaar later deed TU Twente een
Render BierKrattenBrug 2016
14
poging. Dit bleef bij een poging, want de brug is niet blijven staan. In 2012, vijf jaar na de brug in Eindhoven, deed Delft weer een succesvolle poging. Het nieuwe record was gezet op 15,6 meter. Aangezien de TU/e studenten al jaren stonden te trappelen om weer een brug te bouwen, kwam het jaar daarna alweer een poging. Beseffend dat het huidige ontwerp erg limiterend was, werd er een nieuw ontwerp toegepast, een zogenoemde kettingboog. Dit ontwerp bewees zichzelf direct met een record van 19.55 meter. Drie jaar later kwam er weer een Delfste poging, met duidelijk het ontwerp uit Eindhoven als uitgangspunt. Echter is er blijkbaar niet erg goed opgelet, want de brug kon geen uur los van de steigers staan. Ze leerde wel van hun fouten en zette in 2015 het huidige record van 22,15 meter. Wist je dat, dat sinds de eerste brug in 2004, het record in totaal negen jaar in Eindhovens bezit is geweest, terwijl Delft maar drie jaar (huidig jaar meegeteld) de titel heeft gedragen?! Er is veel veranderd sinds de eerste projecten. De overspanning is veel groter geworden en daarmee ook de benodigde voorbereidingen. Waar het ooit als ludiek
idee begon, is het uitgegroeid tot een project met druk- en afschuifproeven, modelleren, uitvoeringsplannen, etc. Hieruit volgen alle benodigde waardes die nodig zijn om de optimale brug te ontwerpen. Wist je dat, een bierkratje 48kN, oftewel 4800kg kan hebben? Dit is vergelijkbaar met een volwassen olifant?! Dit jaar gaan we de uitdaging weer aan om het record terug naar Eindhoven te halen. Het ontwerp van de BierKrattenBrug in 2012 heeft zich bewezen en wordt dit jaar weer als basis gebruikt. Om toch een extra dimensie aan de recordpoging toe te voegen, wordt de BierKrattenBrug over water gebouwd. De uitdaging om over water te bouwen, neemt veel logistieke en uitvoeringstechnische problemen met zich mee. De ondergrond is lastiger te egaliseren en is minder draagkrachtig, de locatie is lastiger te bereiken, de steiger mag niet in de Dommel geplaatst worden, en er mogen uiteraard geen kratjes in de Dommel vallen. Het precieze ontwerp is uiteraard geheim. Echter ligt er wel een heel proces voorafgaande aan het ontwerp. Met behulp van proefopstellingen en berekeningen wordt de basis gelegd voor een stabiele
SUPporter 2 - Maart 2016
constructie. Het ontwerp is dus gebaseerd op ideale omstandigheden, maar buiten zijn de omstandigheden altijd anders. Of het record wordt behaald is dus nog maar de vraag, echter heeft de commissie er het volste vertrouwen in. De Brug zal gebouwd worden over de Dommel tussen Kennispoort en Vertigo op de TU campus. Gedurende een week wordt het terrein omgetoverd tot bouwplaats. Met behulp van vele studenten wordt gebouwd aan de BierKrattenBrug, welke op zaterdag 23 april voltooid moet zijn. Voorlopig is de planning om 15:00 de poging te doen, dit onder voorbehoud. Houd de website en/of Facebook in de gaten voor actuele informatie. Dit weekend zal eveneens het Dream & Dare festival ter ere van het 60 jarig bestaan van de TU/e gehouden worden. Dit festival is toegankelijk voor iedereen, en dus extra reden om langs te komen!
Brug 2012
Opbouw brug 2012
Testbrug maart 2016
VELE
HANDEN MAKEN LICHT WERK!
Het onderdeel dat wij niet zonder de hulp van medestudenten kunnen, is het bouwen zelf. Er zullen in totaal circa 6000 kratjes op de juiste plek geplaatst moeten worden, en dat kunnen we niet alleen. Daarvoor hebben wij graag hulp van medestudenten. Dus ben jij bezig met je studie op de TU/e, wil je graag je kratje bijdragen aan dit wereldrecord, en heb je een of meerdere dagen in de week van 18 t/m 23 april toch niets te doen? Meld je dan aan door het inschrijfformulier op de website in te vullen, www.bierkrattenbrug.nl.
Locatie brug op campus
15
SUPporter 2 - Maart 2016
Meerdaagse Excursie Weekend Dublin
Donderdag 10 december is SUPport met een groep van 27 personen afgereisd naar Dublin. Eerder dit jaar, bij de onthulling van deze locatie, waren de reacties zeer enthousiast. Alle 25 plekken waren dan ook binnen no-time vol, maar dankzij de hardwerkende MDE(Meerdaagse Excursie)-commissie was het mogelijk om de wens van maar liefst 27 mensen te vervullen om naar deze prachtige Ierse stad te gaan. Dit alles heeft er wel toe geleid dat de verwachtingen voor de reis hooggespannen waren. Verwachtingen die naar ons idee zeker uit zijn gekomen. Voor de thuisblijvers geven de komende pagina’s een sfeerimpressie van de reis. Voor de deelnemers zal het een feest der herkenning zijn. Veel lees- en kijkplezier!
D AG 1: D ONDERDAG 10
DECEMBER
De dag begon vroeg voor de meesten aangezien het vliegtuig richting Ierland al om 10 voor 10 ‘s ochtends vertrok vanaf Schiphol. Trek daar een treinreis van anderhalf uur en de twee uur vliegveldprocedures vanaf en je komt uit rond een uurtje of half zes. De treinen waren door het vroege tijdstip zo goed als leeg en de winter was ook nog niet bepaald op zijn hoogtepunt dus de treinreis EindhovenSchiphol verliep voorspoedig. Ook op het vliegveld liep alles op rolletjes afgezien van wat problemen met het inchecken. Waar Wouter van de Vossen (Commissaris Activiteiten SUPportbestuur 2014-2015)
Aankomst op Dublin Airport
16
vorig jaar nog zijn portemonnee vergeten was bij aanvang van de MDE naar Praag, had hij dit jaar het verkeerde identiteitsbewijs meegenomen. Aangezien de deelnemerslijst van te voren bekend was, waren met dit soort calamiteiten rekening gehouden en kwam de tijdsplanning niet in gevaar. Eenmaal voorbij de douane was het tijd om het zorgvuldig in elkaar gestoken reisboekje uit te delen. Zo zorgvuldig in elkaar gestoken dat op de kaft de skyline van de vorige MDE-bestemming, Praag, te zien was. Naar eigen zeggen heeft eindredacteur Martin Drijvers (commissaris PR SUPportbestuur 2014-2015) dit met
opzet gedaan om de deelnemers scherp te houden, echt geloofwaardig kwam dit echter niet over. Nadat sommige deelnemers een McDonalds ontbijtje achter de kiezen hadden was het vervolgens tijd om naar de gate te gaan waar het vliegtuig richting de Ierse hoofdstad op ons stond te wachten. In het vliegtuig werd het informatieboekje door velen aandachtig doorgelezen. Anders dan de kaft deed vermoeden stond het vol met de broodnodige informatie over Ierse cultuur en bezienswaardigheden van Dublin. Ook stond er genoeg materiaal in om de tijd te doden tijdens de anderhalf uur durende vlucht. Van ingezonden brieven tot kruiswoordpuzzels en van Ierse recepten tot meezingers. Rond een uur of twaalf landde het vliegtuig veilig op de Ierse luchthaven. Bij aankomst werd meteen kennis gemaakt met het plaatselijke klimaat. Met gure wind en lichte miezer moest even gewacht worden op de bus die ons nabij het geboekte hostel zou brengen. Een busreis die meteen een goede eerste impressie van de stad gaf. De eindbestemming van de bus was O’Connell Street, één van de grootste verkeersaders in het centrum van Dublin. In het midden van
SUPporter 2 - Maart 2016
de straat staat een grote eyecatcher, The Spire. Een 120 meter lange naald, drie meter breed aan de basis, vijftien centimeter aan de top. Toen de plannen voor dit bouwwerk bekend werden was er dankzij de hoge kosten van het project veel kritiek, waardoor er een aantal ludieke bijnamen voor zijn verzonnen zoals ‘Stilletto in the Gettho’, ‘Rod to God’ en ‘Erection at the Intersection’. Na een kleine zoektocht was het juiste hostel gevonden. Hier werden snel de spullen gedropt zodat begonnen kon worden aan de eerste stadswandeling. Voordat de wandeling begon werden eerst kaartjes voor het moordspel uitgedeeld. Iedereen kreeg een kaartje met de naam van een deelnemer en een woord. Het was de bedoeling de desbetreffende persoon dit woord te laten zeggen. Op dat moment is die persoon ‘vermoord’ en moet hij of zij het kaartje doorgeven aan de moordenaar. Luuk was het eerste ongelukkige slachtoffer van het spel. Na vijf minuten nam hij het woord factuur in zijn mond. Iets wat hij beter niet had kunnen doen als penningmeester van SUPport. De wandeling die volgde leidde de groep langs de River Liffey. Verschillende bezienswaardigheden zoals het Dublin Conference Center en het Jeanie Johnston Tall Ship kwamen in vogelvlucht voorbij. Uiteindelijk kwam de wandeling uit bij de eerste activiteit van de meerdaagse excursie, een tour door het Aviva Stadium. Het moderne stadion is geopend in 2010 en heeft een capaciteit van 51.700 bezoekers. De bijzondere golvende vorm en de gevel die bestaat uit talloze glazen panelen maken het zeker de moeite waard om dit gebouw in meer detail te bekijken. In het stadion worden voornamelijk wedstrijden van het Ierse nationale rugby- en voetbalteam gespeeld. Hierna was het tijd voor het bouwplaatsbezoek van deze MDE. Dit jaar mochten we een kijkje nemen op de bouw van ’s werelds grootste Waste-To-Energy-centrale van Europa. Deze gigantische energiecentrale wordt op dit moment gebouwd in de haven van Dublin. Het Nederlandse bedrijf Rijndijk Construction verzorgd een deel van de staalconstructie voor dit project. Via hun was het mogelijk om dit prestigieuze project
Een groot deel van de stad werd te voet verkend
Aviva Stadium
te bezoeken. De centrale moet 600.000 ton afval per jaar gaan verwerken. Dit zou genoeg moeten zijn om 80.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien. Wat vooral opviel was de enorme schaal van het project. Dit bleek ook uit de strikte veiligheidsregels die golden. Voordat we de bouwplaats op mochten moest iedereen
een pasje en veiligheidsinstructie krijgen. Daarbij was het absoluut verboden om af te wijken van de uitgezette paden. Door de strikte veiligheidsregels was het jammer genoeg ook niet mogelijk om het gebouw van binnen te bekijken. Gelukkig viel er meer dan genoeg te zien aan de buitenkant.
17
SUPporter 2 - Maart 2016
Ondertussen waren al heel wat kilometers te voet afgelegd en iedereen was toe aan een goed avondmaal. Een klein burgerrestaurant in de buurt van de haven bood uitkomst. Tijdens het avondeten was het tijd een diehard MDE-ganger in het zonnetje te zetten. Voor Lars van Beers was dit alweer de 5e MDE en tevens was hij hoofdcoördinator van deze editie, reden genoeg om hem te trakteren op een overheerlijke Guinness. Volgens goede traditie moest hij deze natuurlijk wel in één keer achterover gieten.
De kustlijn van Dublin met de Waste-to-Energy-centrale op de achtergrond
Groepsfoto op de bouwplaats
Het avondprogramma van de eerste dag begon met een stukje typisch Britse cultuur, hondenraces. Veel Ierse jongeren komen hier om de avond te beginnen terwijl de oudere bevolking geld probeert te verdienen door op hun favoriete hond in te zetten. Met de nadruk op proberen overigens, want de winstmarges leken niet helemaal fair te zijn. Desalniettemin weerhield dit veel MDE-deelnemers er niet van ook een gokje te wagen. Na de eerste race werd wel duidelijk waarom deze sport zo populair is op de Britse eilanden. De snelheid waarmee de honden uit de startblokken schieten is spectaculair. Samen met de spanning die het gokken met zich meebrengt zorgt dit voor een verslavende werking. Helaas ging niemand met winst naar huis, maar het was zeker leuk om een keer mee te maken. Ondanks de lege portemonnee was het hierna toch tijd om het nachtleven van Dublin te ontdekken. Na een fikse wandeling terug naar het centrum van de stad strandden we in een gezellig kroegje waar meerdere bandjes optraden. Onder het genot van veel Guinness (met 5 euro het goedkoopste drankje wat je in de kroeg kan krijgen) werd tot in de vroege uurtjes doorgefeest.
DAG 2: VRIJDAG 11
Start van een hondenrace
18
DECEMBER
De volgende ochtend kwam voor sommigen dan ook erg snel. Om half 10 stond de volgende stadswandeling op het programma. Dit keer was het niet zomaar een stadswandeling, maar een welbekende toeristische route genaamd The Dubliner. Deze route is verdeeld in zogenaamde ‘Chapters’, elk Chapter laat een ander deel van de stad zien. Uiteindelijk komt de route uit bij de voormalige gevangenis Kilmainham Gaol. Vandaag de dag is de gevangenis een toeristische trekpleister,
maar door verbouwingen was het helaas niet mogelijk om de gevangenis te bezoeken. Om deze reden en het feit dat sommige mensen nog voetblaren hadden van de dag van gisteren is besloten om slechts een deel van The Dubliner af te leggen. Hierdoor kon er van de wandeling rustig genoten worden en was er tijd om een tussenstop te maken bij de hoogst aangeschreven pub van Dublin. Het vroege tijdstip (rond 1 uur ’s middags) weerhield de meesten niet om een paar van de beste biertjes te proberen. Daarnaast werd er ook een kaartje gelegd. Het spel van dienst was Stiften, al blijft dit toch een lastig spel om uit te leggen aan nieuwelingen. Licht aangeschoten vervolgden we onze weg naar de volgende activiteit, een bezoek aan de voormalige locatie van de Jameson destilleerderij. Nu wordt het pand gebruikt als museum waar aan de hand van een gids het volledige productieproces van de beroemde whisky toegelicht wordt. Aan de hand van prachtige schaalmodellen wordt deze bijzondere kunst mooi in beeld gebracht. De tour werd natuurlijk afgesloten met een proeverij. Hierbij werden de drie bekendste whiskymerken met elkaar vergeleken. Het Amerikaanse Jack Daniels (één keer gedestilleerd), het Schotse Johnny Walker (twee keer gedestilleerd) en het Ierse Jameson (drie keer gedestilleerd). De meningen verschilden over welke van de drie nou de lekkerste was (of in het geval van sommigen, de minst smerige).
Ondertussen was de avond alweer gevallen en was het tijd om het vooraf gereserveerde restaurant op te zoeken. Het uitgezochte restaurant bleek een schot in de roos te zijn. Drie grote tafels, pal voor een podium, waren voor ons vrijgemaakt. Halverwege het voorgerecht werd dit podium ook gevuld met een Iers folkcoverbandje. Met slechts een gitaar en een banjo werd de sfeer er goed ingebracht. Ook verzoeknummertjes waren geen probleem voor ze, na enig aandringen waren ze zelfs bereid om het nummer Piano Man te doen met gitaar en banjo. Dit alles leidde ertoe dat na het eten nog lang nagetafeld en meegezongen werd in het oergezellige restaurant. Op aandringen van de senior van het reisgezelschap, Stan van Asten, werden zelfs de danspasjes niet geschuwd.
DAG 3: ZATERDAG 12 DECEMBER
Gezien de gezelligheid van de vorige avond was iedereen blij met een uurtje extra slaap. Ook het weer gaf aanleiding om langer in bed te blijven liggen. De hele nacht had het al geregend en de weersvoorspelling voor de 24 uur die nog moesten komen waren niet veel beter. Toch was het om half elf tijd om het programma van de meerdaagse excursie te hervatten. Op deze laatste dag stond eerst een bezoek aan de kerstmarkt van Dublin op het programma. Door de hevige regenval zag het geheel er wat troosteloos uit. Buiten wat toeristen was er ook niemand te bekennen, wat jammer was omdat de kerstmarkt zelf er best gezellig uit zag.
Daan en de museumgids in ‘The Little Museum of Dublin’
Als afsluiter van de MDE stond een bezoek aan The Little Museum of Dublin op de planning, gelukkig een binnenactiviteit. Het museum vertelt op een toegankelijke manier de geschiedenis van Dublin in de afgelopen honderd jaar. Een enkeling kon het enthousiasme van de gids niet handelen en vluchtten naar de dichtstbijzijnde pub. De meeste waren wel een en al oor. Daan Glas was zelfs zo onder de indruk dat hij achteraf op de foto wilde met de gids. Hierna was het tijd voor de terugreis. Met een voldaan gevoel stapte iedereen in de bus naar het vliegveld. Op het vliegveld werd de winnaar van het moordspel nog bekend gemaakt. Nick van de Werdt had maar liefst vijf slachtoffers gemaakt en was zelf nog springlevend, een meer dan verdiende eerste plaats. De vlucht verliep voorspoedig en wat nog restte was de treinreis van Schiphol naar Eindhoven. Rond 9 uur was iedereen weer veilig terug in Eindhoven. Na afscheid van elkaar genomen te hebben keerde iedereen met een tevreden gezicht huiswaarts. Al met al was het weer een zeer geslaagde MDE. Dat was niet gelukt zonder de fantastische groep deelnemers. Bij deze willen we alle deelnemers dan ook bedanken voor hun deelname!
Tekst: Lex Hermens Foto’s: Lex Hermens, Martin Drijvers en Nick van de Werdt Old Jameson Distillery
SUPporter 2 - Maart 2016
Bridge in Ice
Bouwen aan de langste ijsbrug ter wereld In navolging van de vorige ijsprojecten (Pykrete Dome 2014 en Sagrada Familia in Ice 2015) heeft het geheel in 2016 met het Bridge in Ice project een enorme vlucht genomen. Niet alleen werd er opnieuw een poging gedaan om een recordbrekend ijsbouwwerk te realiseren, er werd ook vooral geïnvesteerd in samenwerking en internationalisering. Om opnieuw een baanbrekend ijsproject te realiseren moesten Roel Koekkoek en Thijs van de Nieuwenhof (beide studenten Building Technology en SUPport-lid), onder leiding van begeleider Arno Pronk, voor hun afstudeerproject met een nieuw idee komen. Na de realisatie van de grootste en de hoogste koepels uit ijs ooit, werd er opnieuw gekozen voor een recordpoging. Het zou de langste vrije overspanning van ijs moeten worden, geïnspireerd op een (nooit gerealiseerd) brugontwerp van Leonardo Da Vinci. Een brug van ijs bouwen met een overspanning van 35 meter, een hoogte van 9 meter, waar ook nog eens mensen overheen moeten kunnen lopen vergt veel voorbereiding, dit was in de vorige edities van de SUPporter al uitgebreid te lezen. Vanaf het idee in maart zijn Roel en Thijs dan ook fulltime bezig geweest met de voorbereidingen van de grote trip naar Juuka, Finland. Na
talloze ontwerpsessies, vele uren productie, ontelbaar veel telefoontjes vertrok op 19 december de zeecontainer met materiaal en materieel naar de bouwplaats in Finland. Het ijsproject vind voor de derde keer plaats in Juuka, in het oosten van Finland, één van de koudste regionen van Europa. Helaas werkt al twee jaar de temperatuur net niet mee zoals gewenst. Dit jaar ligt het echter iets anders, en is het meteen vanaf 28 december, de dag dat de eerste vrijwilligers arriveren, steenkoud. Er wordt gelijk begonnen met het uitladen van de overvolle container. De dagen tot de jaarwisseling staan in het teken van het uitrollen van de ‘ballon’ en het positioneren van het touwennet over de grote opblaasbare mal. De techniek met opblaasbare mallen zijn de andere jaren ook al uitvoerig gebruikt en getest. Dit jaar heeft het projectteam weer zo’n systeem ontworpen en geproduceerd, en vervolgens verscheept naar Finland. Productie vond plaats bij Poly-Ned te Steenwijk, een bedrijf gespecialiseerd in textielarchitectuur. De ballon bestaat uit een 2500 m2 groot PVCdoek. Deze wordt opgeblazen tegen een touwnet, ook ontworpen en geproduceerd in Eindhoven. In tegenstelling tot andere jaren kent de ballon dit jaar geen bodem, waardoor de rand ingevroren moet worden om het geheel zoveel mogelijk luchtdicht te krijgen. Dit werk kost wat meer tijd dat gepland, maar gaat uiteindelijk uitstekend. Gelukkig is het op dit moment -30 graden Celcius, wat de
De Bridge in Ice zou een overspanning van 35 meter hebben gehad met een hoogte van 9 meter
20
aangroei van het ijs behoorlijk bevordert natuurlijk. Ook wordt er dagen gewerkt aan stabiliteitskabels ín de ballon. Met een speciaal geprefabriceerd detail, dat op het PVC-doek bevestigd is, is het mogelijk het geheel naar binnen toe af te tuien. Hierdoor hoeven er aan de buitenzijde geen aftuikabels bevestigd te worden, wat heel veel bewegingsvrijheid oplevert op de bouwplaats. Vrijheid die hard nodig is tijdens het maken van ijs, zeker wanneer er over een tijdje met hoogwerkers en shovels rondom de bouwplaats gewerkt moet worden. Speciale constructie om het wisselvallige weer zoals de andere jaren wat meer op te kunnen vangen zijn de kolommen die onder de brugvoeten worden gezet. Deze worden in Finland nog gemaakt, in samenwerking met de lokale bevolking, omdat pas uit de laatste berekeningen blijkt dat de kolommen zouden kunnen helpen in een periode van dooi. Om het zekere voor het onzekere te nemen wordt besloten pas later met ijsproductie te beginnen, en de kolommen onder de voeten te positioneren. Het kan in Finland ook té koud zijn, de benodigde hoogwerkers voor deze klus mogen namelijk pas gebruikt worden vanaf -23 graden Celcius. Als na enkele dagen de kolommen en alle kabels geïnstalleerd zijn, wordt er eindelijk begonnen met het produceren van ijs. Er wordt al een aantal jaar onderzoek gedaan naar bouwen met ijs op de TU/e, en dan met name vezelversterkt ijs. Dit jaar hebben Roel en Thijs dit onderzoek verder uitgebreid
SUPporter 2 - Maart 2016
en voor het eerst andere vezels gebruikt. Waar voorgaande jaren gewerkt werd met houtvezels, is er nu voor papiervezels (of eigenlijk; cellulose) gekozen. Dit heeft enkele, vooral uitvoeringstechnische, voordelen. Het nieuwe materiaal gedraagt zich namelijk veel homogener als het opgelost wordt in water, het is zelfs nog iets sterker dan met houtvezel versterkt ijs, en last but not least; het is wit. Het met vezels versterken van ijs is nodig omdat er met de ijsprojecten steeds meer wordt gevraagd van het bouwmateriaal. De vezels maken het ijs zo’n 3 keer sterken 20 keer taaier, wat constructief gezien veel mogelijkheden oplevert. Om het geheel te verwerken in de ijsbrug zijn er een aantal systemen gemaakt en meegenomen naar Finland. Roel en Thijs hebben, met de ervaring die ze opdeden tijdens het bouwen van de Sagrada Familia in Ice, precies bedacht hoe ze deze systemen zouden willen inrichten. Doordat het aan tijd ontbrak, en er vooral veel praktische zaken om de hoek kwamen kijken, is de opdracht neergelegd bij Summa Engineering, een MBO-school voor o.a. Mechatronica in Eindhoven. De eerste vraag was om een machine te ontwikkelen die de pulp makkelijk en in grote hoeveelheden aan kan maken, er zou namelijk zo’n 900.000 liter ijs gemaakt moeten worden. Om de pulp te maken is gekozen om gebruik te maken van een IBCvat waar een grote mixer op gemonteerd wordt. Er zijn testen uitgevoerd met lange- en korte-, smalle- en brede roerbladen en onder diverse hoeken. Met een frequentieregelaar en een elektromotor is vervolgens bepaald bij welk toerental, vermogen en welke bladcombinatie de cellulosebladen het beste gemixt werden met het water. Als de pulp gemixt is kunnen ze eenvoudig leeglopen boven de verzamelcontainer van waaruit de pulp op de ballon gespoten wordt. In deze container moet de pulp in beweging gehouden worden zodat deze niet uitzakt en/of bevriest. Ook hiervoor hebben we een zelfde oplossing gevonden in de vorm van twee grote roerwerken. Ten opzichte van vorig jaar heeft dit geheel ontzettend veel problemen opgelost, waardoor er een veel meer continue proces haalbaar was in het opspuiten van ijs. Daarnaast is het eindelijk mogelijk om de materiaalkwaliteit
De kolommen versterken de brug tijdens het bouwproces
De ballon waarop het ijs wordt gespoten
Het versterkte ijs wordt vanaf bovenaf aangebracht
21
SUPporter 2 - Maart 2016
te waarborgen. Na testen op de bouwplaats bleek er een percentage van 1,97% papiervezels in het ijs in de brug te zitten, waar het doel 2 % was. Voorgaande jaren stond dit geheel nog in de kinderschoenen, en was de kwaliteit van het materiaal veel lastiger te beheersen. Deze 2% verhouding is natuurlijk vooraf uitgebreid getest en bepaald, zie meer daarover in de vorige SUPporter. Ook het monitoren van de ballon tijdens de bouwfase vergde verbetering ten opzichte van de analoge werkwijze van de eerste jaren. Het tweede verzoek aan Summa was dan ook om een installatie te maken die de ballon kan opblazen en op de gewenste spanning kan houden. In het eisenpakket stond natuurlijk ook dat beide installaties moeten kunnen werken bij temperaturen tot -30ºC en bij eventuele problemen moet een alarm in werking gesteld worden zodat er ingegrepen kan worden. Het derde verzoek was een meting te installeren die de hoogte van de brug kan meten. Kleine variaties moeten gedetecteerd kunnen worden omdat het ijs “kruip” vertoond.
Verslagenheid is groot na het instorten van de brug
22
Om de ballon op te blazen worden drie ventilatoren gebruikt van elk 1,5 kW. Aanvankelijk moeten de ventilatoren op volle capaciteit draaien, maar naarmate de druk in de ballon oploopt is er minder vermogen nodig . Een overdruk in de ballon van 5 mBar is voldoende. Door het koppelen van de ventilatoren aan een computerprogramma was het mogelijk om elke gewenste overdruk de ballon in te blazen. Hierdoor kon de draagkracht van de ballon eindelijk bepaald worden, waardoor we ook het volume aan ijs dat op de ballon kan liggen kunnen vaststellen. Helaas bleek na enkele weken spuiten dat de ingestelde hoogtesensor een steeds lagere waarde aangaf. Al veel te lang hield het zakken van de ballon aan, tot zelfs 1,5 meter onder het gestelde doel. Door de dooi verloor het ijs al zijn sterkte en toen de besneeuwde ballon nóg meer werd verzwaard toen het notabene ging regenen (!), werd het op maandagochtend 8 februari om 4:00 de brug fataal. De ballon kon het gewicht niet meer aan en scheurde over de lengterichting helemaal open. Binnen enkele seconden lag het ijs op de grond. Doordat
het in de lijn van verwachting lag dat hij een keer in zou zakken was al dagen voor de instorting besloten om de wacht te houden rondom de ballon, en ook niet meer naar binnen te gaan. Hierdoor zouden er zeker geen gevaarlijke situatie kunnen ontstaan. Uiteindelijk is het voor Roel en Thijs, het team van 175 vrijwilligers dat naar Juuka kwam, de 15 onderwijsinstellingen, de lokale bevolking en de 50 meewerkende sponsoren een grote teleurstelling dat de brug nooit af is gemaakt. Maar gelukkig overheerst het gevoel van trots om aan zo’n enorm project te mogen werken, en zijn er ook weer grote stappen gemaakt in het onderzoek naar vezelversterkt ijs en opblaasbare mallen. Hopelijk vind het ijsproject weer een nieuw team en wordt het volgende bouwwerk weer net zo’n succes!
Tekst: Thijs van de Nieuwenhof Foto’s: Thomas Meijerman, Coen Dalenoord en Huig Bartels, namens ‘het media team’ van Sint Lucas Eindhoven.
Samen werken aan een betere leefomgeving De kernactiviteiten van Ballast Nedam spelen zich af op de werkgebieden huisvesting en mobiliteit. Daarbij richten we ons op integrale projecten en op een innovatieve, industriĂŤle manier van bouwen. Het vraagt om ondernemerschap, creativiteit en doorzettingsvermogen. Kortom, het vraagt om mensen met bijzondere kwaliteiten. Of het nu gaat om een stage, afstuderen, of een startersfunctie, bij Ballast Nedam krijg je de kans om je loopbaan vorm te geven. Zo krijg je de mogelijkheid om te werken aan spraakmakende projecten.
We staan open voor jouw visie en geven je unieke kansen om je ideeĂŤn daadwerkelijk te ontwikkelen. Ben je enthousiast en wil je met ons meebouwen? Kijk dan op onze website: www.ballast-nedam.nl of neem direct contact op met Willem Luttikhuizen, w.luttikhuizen@ballast-nedam.nl van Personeelszaken.
www.ballast-nedam.nl
FOAMGLAS®-isolatie Vandaag – morgen - altijd Oplossingen voor: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Groendaken Waterdaken Parkeerdaken Terrasdaken Gebruiksdaken Metaaldaken Industriële daken Gebogen daken Afschotisolatie
…
en vanzelfsprekend:
■ ■ ■ ■
Advies Details Bestekservice Uitvoeringsondersteuning
info@foamglas.nl, www.foamglas.nl
www.octatube.nl
SUPporter 2 - Maart 2016
Afstudeerplannen Studenten aan het woord
realiseert. Al snel was er overeenstemming met Heijmans Utiliteit over mijn afstuderen.
Student: Wilte Debets Richting: Construction Technology Onderwerp: Opleveren zonder opleverpunten Verwachte einddatum: april 2016 Ik ben Wilte Debets, 25 jaar oud en aan het afstuderen bij Heijmans Utiliteit. In 2013 ben ik als laatste lichting begonnen aan de mastertrack uitvoeringstechniek. In oktober 2014 ben ik begonnen met afstuderen bij Heijmans Utiliteit. Het vinden van een afstudeerbedrijf is erg soepel verlopen. Heijmans trok mij als bedrijf erg omdat dit een grote aannemer is in Nederland en interessante projecten
Student: Alexander Picard Richting: Construction Technology Onderwerp: De engineeringsfase met BIM Mijn naam is Alexander Picard. Naast student ben ik ook fanatiek sporter, waardoor mijn studie niet altijd op de eerste plaats heeft gestaan. Ervaringen die ik binnen de (internationale) sport heb opgedaan, voegen echter wel degelijk iets toe aan mijn competenties, mijn instelling en mijn persoonlijkheid. Na de middelbare school wist ik niet zo goed wat ik wilde, totdat ik het ineens in mijn hoofd haalde om architect te willen worden. Met
Toen ik begon met afstuderen was mijn onderwerp anders dan nu. Ik ben begonnen met het onderzoeken van informatieuitwisseling tussen Heijmans en de opdrachtgever. Na een maand kwam vanuit de TU/e uiteindelijk de opmerking dat dit, naar hun mening, niet binnen de richting Uitvoeringstechniek past. Toen is er in een gesprek met de TU/e en Heijmans besloten om te gaan kijken naar het opleverproces, dit was een onderwerp wat nog aansluiting vond bij het originele onderwerp. Inmiddels ben ik bijna aan het einde van mijn afstuderen en heb ik vele problemen kunnen ontdekken in het opleverproces. Waarbij het gros van de problemen te maken heeft met de interactie tussen Heijmans en haar onderaannemers en de werkzaamheden van de onderaannemers. Denk hierbij aan discussies die ontstaan bij het controleren van de kwaliteit omdat de kwaliteitseisen niet genoeg gespecificeerd zijn. Het uiteindelijke gevolg van deze problemen is dat er veel dit idee ben ik dan ook aan mijn opleiding bouwkunde begonnen aan de TU. Al snel kwam ik er achter dat de richting architectuur mij niet lag en dat dit niet was wat ik ervan verwacht had. De bouwpraktijk in het veld begon mij steeds meer te trekken en via een bijbaantje bij een kleine aannemer heb ik besloten om ook mijn masteropleiding in deze richting te kiezen. Zo ben ik bij mijn huidige opleiding Uitvoeringstechniek terecht gekomen. Via wat contacten en een soort van open sollicitaties, ben ik in april 2015 bij het bedrijf Visser en Smit Bouw terecht gekomen. Dit bouwbedrijf heeft mij de kans gegeven om af te studeren. Na een procesanalyse van het werkvoorbereidingsproces, met de focus op het 3D engineeringsproces, ben ik op mijn afstudeeronderwerp gekomen: de engineeringsfase met BIM. De problemen die ik gedurende de analyse tegen ben gekomen, kwamen voor een groot deel voort uit de ingewikkelde samenwerking en communicatiestromen die ontstaan omdat er zo veel partijen betrokken zijn in
opleverpunten ontstaan bij Utiliteitsprojecten (28 per miljoen euro aanneemsom) en 2,25% van de aanneemsom als faalkosten, in de huidige markt is het beperken van faalkosten van zeer groot belang. De problemen die ik heb gevonden hadden uiteindelijke allemaal te maken met het begrip kwaliteitskosten. Kwaliteitskosten wordt omschreven als preventiekosten + beoordelingskosten + herstelkosten. Binnen kwaliteitskosten is het zo dat het investeren in preventiekosten en beoordelingskosten ervoor zorgt dat de herstelkosten beperkt worden. Kortom door maatregelen te treffen in een vroeg stadium en deze maatregelen goed te handhaven en te monitoren kan het aantal opleverpunten (herstelkosten) beperkt worden. Op dit moment ben ik bezig met het ontwikkelen van een rekenmodel/tool waarin Heijmans voor haar projecten een overzicht krijgt van de geïnvesteerde kosten en de gevolgen hiervan voor het aantal opleverpunten, zodat Heijmans de waarde van het opleveren zonder opleverpunten waard is.
het engineeringsproces. Elke partij moet zijn eigen specialiteit uitwerken in een 3D model, wat vervolgens aan moet sluiten bij alle andere modellen. Dit proces bestaat uit een cyclus van modelleren, controleren, communiceren en verbeteren, wat zich (ongeveer) elke twee weken herhaalt. Dit proces wil ik vergemakkelijken door voor alle partijen duidelijk te krijgen welke informatie eenieder nodig heeft, wanneer ze deze informatie nodig hebben en in welke vorm ze deze informatie willen ontvangen. Door vervolgens de controles te automatiseren, kan elke partij haar model direct controleren en verbeteren, zonder de controles van de hoofdaannemer af te hoeven wachten. ‘Fouten’ komen hierdoor direct aan het licht en iedereen beschikt altijd over de meest recente versies van de modellen. De 3D modellen kunnen op deze manier op snelle en vooral efficiënte wijze van juiste informatie worden voorzien. Door interviews met engineers, werkvoorbereiders, BIM coördinatoren wil ik aan de juiste informatie komen. Met behulp van gesprekken met TNO en Geonius krijg ik een beeld van de proces- en softwaremogelijkheden.
25
SUPporter 2 - Maart 2016
Afstuderen Nul op de meter
Student: Ferry Romeijn Richting: Building Technology Onderwerp: Nul op de meter Einddatum: februari 2016 Tijdens mijn jaren op het voortgezet onderwijs werd al snel duidelijk dat mijn interesses in de techniek liggen. Vanuit deze interesse in techniek en de goede studieresultaten op voornamelijk de exacte vakken was de keuze voor de richting ‘Natuur en Techniek’ dan ook al snel gemaakt. Na het doorlopen van de middelbare school ben ik in Arnhem gaan studeren aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Op dit hogere onderwijs heb ik de studie HBO bouwkunde, met de specialisatie ‘bouwtechniek’, gevolgd. Na het afronden van deze opleiding was het voor mij al snel duidelijk dat ik nog niet uitgestudeerd was. Daarom heb ik besloten om na het afronden van mijn HBO opleiding in het studiejaar 2012/2013 de pre-master voor de opleiding Architecture, Building and Planning(ABP) te gaan volgen. Omdat de specialisatie ‘bouwtechniek’ van de gevolgde HBO opleiding perfect aansluit op de studierichting ‘uitvoeringstechniek’ van de opleiding ABP op de Technische Universiteit Eindhoven heb ik er na deze pre-master voor gekozen de masteropleiding ‘Building Technology’ te gaan volgend. In februari 2016 ben ik afgestudeerd en daarom lijkt het me leuk om wat te vertellen over mijn afstudeeronderwerp en het afstudeertraject dat ik de afgelopen jaren heb doorlopen. In november 2014 ben ik met mijn afstudeerwerk gestart bij het aannemersbedrijf Nijhuis BOUW B.V. in Rijssen. Vanuit mijn interesses in uitvoeringsprocessen(uitvo eringstechnieken) en duurzaamheid, in combinatie met het afstudeeronderzoek dat ik heb uitgevoerd tijdens mijn HBO opleiding (‘Het duurzaam transformeren van
26
bestaande kantoorgebouwen’) wist Nijhuis Bouw B.V. mij al snel te linken aan een onderzoek waarmee men op dat moment bezig was, namelijk de renovatie van de wijk ‘Graalpad Schothorst’ in Amersfoort, waar de mogelijkheid om enkele woningen tot het ambitieniveau ‘Nul Op de Meter’ te renoveren werd onderzocht. Omdat het onderwerp ‘Nul Op de Meter’ momenteel erg actueel en daarnaast erg vernieuwend is, leek dit voor mij een goede mogelijkheid om op een innovatief onderwerp met veel mogelijkheid tot vernieuwing af te studeren.
NUL OP
DE
METER
Het principe van Nul Op de Meter –renoveren, uitgevoerd binnen ‘de Stroomversnelling’, is erop gebaseerd op het uitgangspunt dat een woning na de renovatie op jaarbasis geen energierekening heeft. Dit kan bereikt worden door de energievraag van de woning te verlagen en in de overgebleven energievraag te voorzien door deze zelf op te wekken. De exacte definitie van Nul Op de Meter is: ‘Een woning (nieuwbouw of gerenoveerd) waarbij de in-en-uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie (ruimteverwarming, -koeling en warm tapwatergebruik) en het gebruik van huishoudelijke apparatuur (incl. verlichting) op jaarbasis per saldo nul, onder standaard klimaatcondities zoals die gelden in Nederland en bij gemiddeld gebruik van de woning, zoals vastgelegd in de ontwerpuitgangspunten en onderbouwd door de Nederlandse normen.’ (De Stroomversnelling, 2013)
HET AFSTUDEERWERK PROBLEEM DEFINIËRENDE
FASE
Het afstuderen voor de afstudeerrichting ‘uitvoeringstechniek’ start altijd met het doen van onderzoek aan de hand van participerend observeren(PO). Dit betekend dat ik tijdens de uitvoering van enkele renovatieprojecten heb meegelopen/ meegewerkt, met als doel het signaleren van knelpunten tijdens deze uitvoeringsprocessen. Tijdens het PO-onderzoek werd duidelijk dat het huidige uitvoeringsproces voor de Nul Op de Meter –renovaties op het project ‘Graalpad Schothorst’ technisch en financieel niet haalbaar zal zijn. De randvoorwaarden vanuit de opdrachtgever
en ‘de Stroomversnelling’ zijn namelijk een maximale doorlooptijd van 10 dagen en het maximale budget van €97.000, - euro per woning. Dit project heeft daarentegen een doorlooptijd van 21 dagen en de kosten van €113.258,- per woning. In tegenstelling tot referentieprojecten binnen ‘de Stroomversnelling’ waar tot het ambitieniveau Nul Op de Meter wordt gerenoveerd, wordt er op het project ‘Graalpad Schothorst ’ geen gebruik gemaakt van prefabricage. Het standaard uitvoeringsproces van renovaties met een lage energieambitie wordt toegepast, aangevuld met extra maatregelen, zoals onder andere het in het werk monteren van de benodigde extra installaties en het in het werk na-isoleren van de binnenzijde van de gevel. Door het proces van een lage energieambitie renovatie over te nemen naar de Nul Op de Meter renovatie worden de knelpunten uit het proces van de energielabel-B renovatie automatisch overgenomen, waardoor tijdens het proces tevens veel overlast voor de bewoners en V&G-risico’s voor het uitvoerende personeel ontstaan. Vanuit de probleemanalyse is de doelstelling van het afstuderen bepaald. ‘Het ontwerpen van een uitvoeringsproces voor de Nul Op de Meter –renovaties van de 10 woningen op het project ‘Graalpad Schothorst’ met in vergelijking tot het huidige uitvoeringsproces per woning een minimale reductie van 11 dagen op de doorlooptijd, een reductie van €16.258,- op de bouwkosten, gelijk blijvende of lagere overlast voor de bewoners (veel hinder) en een gelijk blijvend aantal V&G-risico’s. Hierin zijn V&G-risico’s met een risicoscore van boven de 200 volgens de ‘Risicoinventarisatie en -evaluatie uitvoeringsfase’ zijn uitgesloten.’
Geprefabriceerde uitbouw-unit (Plug&Play)
SUPporter 2 - Maart 2016
ONDERZOEKS-
EN ONTWERPFASE
Na het in kaart brengen van de doelstelling van het onderzoek dient het gesignaleerde probleem exact in kaart te worden gebracht. Hierdoor wordt de basis bepaald en kan een Programma van Eisen voor het vernieuwde proces worden opgezet. Na het bepalen van deze eisen ben ik de mogelijke werkwijzen om het proces in te richten gaan onderzoeken. Op basis van deze werkwijzen is een morfologisch schema opgezet, waaruit een nieuw uitvoeringsproces ontworpen kan worden. Het nieuw ontwikkelde uitvoeringsproces voor de Nul Op de Meter renovatie van ‘Graalpad Schothorst ’ is ontworpen vanuit werkwijzen die in vergelijking tot het huidige uitvoeringsproces een meer geïndustrialiseerd proces vormen. Tijdens de uitvoering wordt uitgegaan van de montage van geprefabriceerde elementen. Na het strippen van de huidige schil worden deze geprefabriceerde gevelelementen, dakelementen en een geprefabriceerde uitbouw op het bestaande casco aangebracht. Deze geprefabriceerde elementen worden gedwongen gepositioneerd, waardoor de montagetijden kort zijn. De installaties die in de woning dienen te worden aangebracht zijn in deze geprefabriceerde elementen verwerkt en kunnen plug&play worden aangesloten. Door de geprefabriceerde uitbouw in de fabriek te voorzien van alle interne installaties en de PV-panelen in de fabriek op de dakelementen te monteren, is het slechts noodzakelijk de installaties op de woning aan te sluiten. Deze werkwijzen zorgen ervoor dat het aantal handelingen tijdens de uitvoering verminderd is, waardoor de renovatie kan worden uitgevoerd binnen drie werkdagen en de directe bouwkosten €95.859,- euro per woning bedragen. Daarmee zijn de kosten en doorlooptijd gereduceerd met €17.399,- en 18 dagen per woning. Daarnaast is het uitvoeringsproces veiliger en is de bewonersoverlast in vergelijking tot het huidige proces afgenomen. Het uiteindelijke eindresultaat van het afstuderen is dat het ontworpen uitvoeringsproces is vastgelegd in deelplannen en een draaiboek. Dit zijn documenten die het uitvoerende personeel ondersteunen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
Dag 2.1 strippen gevel
Dag 2.5 monteren gevel
Dag 2.2 strippen dak
Dag 2.6 monteren bovenste gevelelementen
Dag 2.3 stellen aanslagen op bestaande casco
Dag 3.1 monteren dakelementen met PV-systeem
Dag 2.4 monteren geprefabriceerde uitbouw-unit
Dag 3.2 aanbrengen zetwerk
Transport met elementen voor 1 dag
27
Creëer je eigen horizon //Werken bij BESIX Amsterdam Bijlmer ArenA
Parkeergarage Kruisplein
OVT Utrecht
Tweede Coentunnel
Civiele bouw
Industriële bouw
Utiliteitsbouw
Maritieme bouw
Bij BESIX Nederland krijg je de kans om je eigen horizon te creëren. Niet alleen die van jezelf (je carrière) maar die van heel Nederland. Want bouwen is een vak, óns vak. Je werkt samen met een team van gepassioneerde mensen
Trondheim 22 – 24 Barendrecht +31 (0)180 64 19 90 nederland@besix.com
aan toonaangevende projecten zoals De Maastoren, New Orleans, Montevideo, de landtunnel A2 en OVT Utrecht. Wil je je horizon verbreden als stagiair, afstudeerder of Young Professional? Solliciteer dan bij BESIX, een logische keuze! Kijk op onze website voor uitdagende jobs.
WWW.BESIXNEDERLAND.COM/VACATURES
SUPporter 2 - Maart 2016
Afstuderen
Gebouwen als onderwijs voor duurzaam geluk
Student: Anna Vanderveen Richting: Building Technology Onderwerp: Gebouwen als onderwijs voor duurzaam geluk Einddatum: april 2016 ‘Bouwkunde zonder bouwtechniek is als metselen zonder stenen’. Dit was één van de vele leuzen die we in Loesje-stijl door onze faculteit hebben verspreid toen het bestaan van de mastertrack Building Technology in het voorjaar van 2013 ter discussie was komen te staan. De kreet bracht de urgentie van onze boodschap over, maar later begon ik mij te realiseren dat we de plank daar nét hebben misgeslagen.
DE
SPIN IN HET WEB
In die lente van 2013 was ik bezig met de afronding van mijn bachelor Bouwkunde aan de TU/e, dus de keuze voor een master moest binnenkort worden gemaakt. Door de fase waarin ik me bevond en de uitdaging waar we, als bestuur van SUPport, ineens voor stonden, heb ik veel nagedacht over de rol en de taak van het onderwijs. Hoe meer ik mij erin verdiepte, hoe sterker ik wist dat deze opgeheven mastertrack voor mij de juiste keuze was. Ik was fortuinlijk te behoren tot de laatste generatie die er, in september dat jaar, nog aan mocht beginnen. De bouw is een grote sector en omvat vele talenten, disciplines, intellectuele niveaus, verdienmodellen en ideeën over de toekomst. Bouwtechniek neemt een bijzondere plaats in binnen dat complexe veld; bouwtechnici zijn geen specialist in een specifiek domein, maar specialist in het samenbrengen van specialismen. Bouwkunde zonder bouwtechniek zou je dan ook eerder kunnen omschrijven als metselen zonder mortel, zonder lijm of zonder kliksysteem. Als analisten en verbinders ontleden en verenigen we. Die kern van Building Technology werd
treffend geformuleerd door Frans van Herwijnen (2013), die de positionering en de inrichting van bouw- en uitvoeringstechniek onderzocht. Hij schreef onder andere dat de afstudeerders van Building Technology met hun diverse competenties zouden moeten zorgen voor een cultuuromslag in de bouwsector. Dat is nogal wat. Steeds meer drong tot mij door dat deze rol niet alleen binnen de bouw, doch binnen de wereld als geheel van groot belang is. Het aantal specialisten en specialismen wereldwijd explodeert en de uitdagingen zijn enorm. Na een tijd van industrialisatie en een focus op het verhogen van de efficiëntie van processen, zijn we aangekomen in een tijdperk waarin ‘duurzame ontwikkeling’ centraal staat. Louter efficiëntieslagen gaan ons daar niet brengen, want naast het ‘beter doen’ van dingen die we al doen, moeten we dingen anders gaan doen en vooral: moeten we andere dingen gaan doen (Wals & Rodela, 2014). Menselijk en niet-menselijk leven en de levende en de niet-levende natuur vormen een geheel waar we allemaal deel van uitmaken. ‘Duurzaamheid’ gaat over welke zaken we daarin willen laten voortduren. Daarbij moeten we afwegingen maken, want vaak betekent het behoud van het ene, de opoffering van iets anders. Ik geloof dat we veel beslissingen daaromtrent irrationeel en onbewust maken, omdat onze gedragingen volgen uit routines die we ons om welke reden dan ook hebben eigengemaakt. Onze jonge jaren zijn daarvoor cruciaal. Kinderen zijn volop in een proces waarin ze zichzelf een houding in de wereld vormen, die voor een groot deel bepaalt hoe ze op latere leeftijd hun voelen, denken en handelen daar aangaande zullen vormgeven. Het is dan ook betreurenswaardig dat men in de internationale discussie omtrent onderwijs voor duurzame ontwikkeling heeft moeten constateren dat, alhoewel in het onderwijs een mogelijke oplossing voor veel problemen schuilt, we het huidige onderwijssysteem eerder als een versterking van die problemen moeten zien (UNESCO, 2005). “Leren heeft geen context meer. We breken ideeën op in kleine stukjes die geen enkele relatie meer hebben met het geheel. We geven leerlingen een baksteen met
informatie, dan geven we ze nóg een steen en nóg een. Als ze afstuderen, gaan we ervan uit dat ze een huis hebben. Wat ze in werkelijkheid hebben is een stapel bakstenen waar ze weinig mee kunnen.” (Kohn, 1999) Dit citaat van Alfie Kohn raakt voor mij de kern van zowel de taak van bouwtechniek binnen de bouw als de taak van het onderwijs binnen de wereld als geheel. Ik ging op zoek naar een manier om mijn afstudeeronderzoek voor Bouwtechniek te verenigen met mijn grote interesse voor het onderwijs, die in de afgelopen jaren alleen maar toenam door nauwe betrokkenheid bij de ontwikkeling van de certificaatprogramma’s BD&T en CT. Jos Lichtenberg, Masi Mohammadi en Maurice Dominicus staan mij daarin als afstudeercommissie bij. Na een lange zoektocht startte ik in april 2015 aan een onderzoeksstage bij SME Advies. SME Advies is een adviesbureau op het gebied van duurzaamheidsbewustwording en gedragsverandering. Onder het motto ‘duurzaamheid is mensenwerk’ verbindt SME Advies partijen die gezamenlijk willen werken aan een duurzame wereld. Naast bedrijven en overheden vormen scholen een belangrijke samenwerkingspartner.
ACHTERGROND
EN ONDERZOEKSDOEL
Binnen de bouw wordt onder de term ‘duurzame scholen’ vaak verstaan dat scholen aandacht hebben voor onder andere energiebesparing en -opwekking, een gezond binnenklimaat en verantwoord materiaalgebruik. Wanneer we deze thema’s met een educatieve bril bekijken, merken we echter dat ze pas waardevol zijn wanneer ook de leerlingen iets meekrijgen van de maatregelen die worden getroffen, of liever nog: dat ze zelf maatregelen (leren) treffen. De vormgeving van de fysieke ruimte draagt bovendien normen en waarden uit. Ze zegt iets over hoe we onze samenleving vormgeven, waar we waarde aan hechten en wie we op een voetstuk plaatsen. Eveneens beïnvloedt het ons denken daarover: we vormen onze gebouwen en daarna vormen die gebouwen ons (Upitis, 2015). Schoolgebouwen bieden dus niet alleen een plek om in te leren, ze zijn tevens een middel om mee en van te leren.
29
SUPporter 2 - Maart 2016
“Wij vormen onze gebouwen en daarna vormen die gebouwen ons.” (Upitis, 2015) Juist bij renovatie en vernieuwbouw is het daarom nodig om gericht veranderingen aan te brengen, door het behoudenswaardige te behouden of zelfs in ere te herstellen, problemen op te lossen en kansen aan te grijpen. Vat krijgen op dat wat ‘behoudenswaardig’ is, dat wat een ‘probleem’ vormt of dat wat een ‘kans’ behelst, vraagt om een intensieve dialoog. Met mijn onderzoek tracht ik een brug te slaan tussen de daarbij betrokken partijen, die heel verschillende talen spreken. Om scholen, gemeentes en gebouwontwerpers te informeren en te assisteren in die dialoog, presenteert dit onderzoek een raamwerk dat inzicht biedt in de gewenste karakteristieken van schoolgebouwen in het kader van onderwijs voor duurzaam geluk.
DE
INGREDIËNTEN VOOR DUURZAAM GELUK
Wanneer je de meest gangbare definitie van ‘duurzame ontwikkeling’, zoals die door de VN-commissie Brundtland (1987) is geformuleerd, leest en de kernbegrippen ‘behoeften’ en ‘beperkingen’ daarin tot je neemt, dan snap ik wel dat veel mensen het concept ‘duurzaamheid’ ervaren als iets wat ten koste gaat van hun eigen geluk. Zeker wij westerlingen, die niet tot de ‘armen in de wereld’ behoren, lijken offers te moeten brengen om het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien niet in gevaar te brengen. Gelukkig is er hoop. Talloze onderzoeken laten zien dat wanneer we ermee ophouden duurzaam gedrag te zien als een opoffering van het eigen geluk, de concepten ‘geluk’ en ‘duurzaamheid’ elkaar juist kunnen aanvullen en versterken. Daarvoor is het nodig om te breken met veel paradigma’s die heden ten dage heersen. Er wordt daarom betoogd dat onderwijs voor duurzaam geluk noodzakelijkerwijs ‘transformatief ’ van aard is. We zullen onszelf moeten ontwikkelen op manieren die tegelijkertijd voor onszelf, voor anderen en voor niet-menselijk leven waardevol zijn. Dat betekent dat opgelegd gedrag
30
of puur rationele benaderingen voor gedragsverandering niet afdoende zijn; transformatief leren voor duurzaam geluk kan alleen plaatsvinden wanneer het hart, het hoofd en de handen betrokken zijn.
De handen: doen (sociaal-ecologisch gedrag) Motivatie en begrip zullen leiden tot bepaalde intenties voor gedrag, maar of men daar ook naar handelt is afhankelijk van externe factoren. Een bekend voorbeeld: wanneer er geen afvalbakken voor gescheiden inzameling zijn of ze zijn slecht bereikbaar, is de kans groot dat er in de praktijk bij veel mensen weinig zal terechtkomen van goede voornemens.
Het hart: voelen en willen (sociaalecologische motivatie) Duurzaamheid gaat over (leren) zorgen voor jezelf, de ander en de wereld om je heen. Wanneer we streven naar een duurzaam gelukkige wereld, is het van groot belang dat mensen handelen vanuit intrinsieke motivatie. Betrokkenheid, passie, normen en waarden spelen daarin een belangrijke rol.
GEBOUWEN
ALS ONDERWIJS VOOR DUURZAAM GELUK
Hoe kan de fysieke leeromgeving sociaalecologische motivatie, sociaal-ecologisch begrip en sociaal-ecologisch gedrag bevorderen? Met behulp van drie categorieën van ontwerpkarakteristieken zoek ik een antwoord op deze vraag.
Het hoofd: denken en begrijpen (sociaalecologisch begrip) Duurzaamheid is een complex begrip om te doorgronden. Dit heeft al veelvuldig geleid tot betekenisloos onderwijs: onderwijs waarin leerlingen uitgenodigd worden ‘duurzame dingen’ te doen zonder dat zij enig begrip hebben van waar zij mee bezig zijn. Daarnaast zijn er veel mensen die graag iets goeds willen doen voor de wereld, maar niet weten hoe zij daar zelf invulling aan kunnen geven. Kennis, inzicht, bewustwording en reflectie vormen daarvoor een belangrijke voorwaarde.
Betrek het hart Door met het gebouw het hart te betrekken bij het leren, kan een positieve bijdrage worden geleverd aan sociaal-ecologische motivatie. Dit kan gestalte krijgen door de verbondenheid met de natuur (A1), tussen mensen (A2) en met de plek (A3) te bevorderen.
interne oorzaken voor gedrag(sverandering) externe oorzaken vraag
sociaal-ecologische motivatie
A1
A2
betrek het hart
A3
sociaal-ecologisch begrip
B1
B2
B3
informeer het hoofd
fysieke leeromgeving aanbod
sociaal-ecologisch gedrag
C1
C2
help de handen
C3
SUPporter 2 - Maart 2016
Informeer het hoofd Door met het gebouw het hoofd te informeren bij het leren, kan een positieve bijdrage worden geleverd aan sociaal-ecologisch begrip. Dit kan gestalte krijgen door zowel deelsystemen (B1) als samenhangen (B2) te demonstreren en feedback te bieden (B3). Zo bieden hedendaagse technologieën bijvoorbeeld mogelijkheden om energiesystemen bloot te leggen. Help de handen Door met het gebouw de handen te helpen bij het leren, kan een positieve bijdrage worden geleverd aan sociaal-ecologisch gedrag. Dit kan gestalte krijgen door bepaalde gedragingen te tolereren (C1), te bevorderen (C2) of juist te ontmoedigen (C3). Dit heeft niet alleen invloed op gedrag in de specifieke situatie. Wanneer men bepaald gedrag herhaaldelijk vertoont, ontwikkelt men gewoontes die langere tijd kunnen standhouden.
VAN
THEORIE NAAR PRAKTIJK
Het raamwerk biedt een structuur om bestaande gebouwen te evalueren. Door de onderscheiden gebouwkarakteristieken te gebruiken als prestatie-indicatoren kan worden onderzocht hoe een gebouw momenteel een rol speelt in het onderwijs. Dit zal ik illustreren aan de hand van een analyse van een casus. Het inzicht dat zo’n analyse geeft, biedt een uitgangspunt voor de dialoog tussen scholen, gemeentes en gebouwontwerpers. Zo kunnen ontwerpbeslissingen voor renovatie of (ver) nieuwbouw worden gecategoriseerd en kan tussen de categorieën worden gebalanceerd. Binnen dat kader is het aan de gebruikers om prioriteiten en wensen aan te geven. Deze dienen te worden ontwikkeld in samenhang met het onderwijs dat in de gebouwen gaat plaatsvinden.
DE
ESSENTIE EN POTENTIE VAN BOUWEN
Lang, lang geleden is de mensheid begonnen met het ‘bouwen’. Men heeft altijd nagedacht over gebouwen in analogie met de natuur en het wezen van de mens. Gaan we terug naar deze essentie van het bouwen, dan geloof ik dat de bouwkunde de potentie heeft om de maatschappij te bewegen richting de duurzaam gelukkige toekomst die we gezamenlijk lijken te ambiëren.
31
SUPporter 2 - Maart 2016
Carrièrestart
Management traineeship Heijmans als TU/e student interessant bent voor de markt, het is de manier van denken die je aangeleerd wordt. Een probleem kunnen doorgronden, formuleren en zoeken naar de beste oplossing is iets waar iedere markt behoefte aan heeft – of je nu wil ontwerpen als architect of meer bezig wilt zijn met het werkelijke bouwen bij een aannemer, zoals ik. Naam: Nynke van der Lei Richting: Construction Technology Afgestudeerd in: 2015 Je hebt mensen die vanaf de start van hun studie precies weten wat ze willen gaan doen. Ik was een van die mensen uit de tegenovergestelde categorie: toen ik begon aan mijn studie wist ik dat ik bouwkunde leuk vond, maar dat er zóveel mogelijkheden waren had ik nooit verwacht. Een beetje onwetend, kan je wel zeggen. Zo begon mijn studieperiode ook: onwetend. In de volle overtuiging dat bouwkunde architectuur was, met daaromheen technische inhoudelijke onderwerpen zoals mechanica en bouwfysica. Toen ik er na mijn eerste jaar atelier achter kwam dat ik het interessanter vond de ‘hoe-vraag’ op te lossen, heb ik het ontwerpen al snel op een zijspoor gezet. Mede door dit inzicht heb ik gekozen voor de richting Techniek en Management. En dát vond ik leuk: proberen tot de beste oplossing te komen, of dat nou procesmatig of technisch was. Het kiezen van de beste bouwmethoden of het opstellen van een optimaal proces. Uiteindelijk heb ik de mastertrack uitvoeringstechniek gevolgd. Omdat ik mij verder wilde verdiepen in procesoptimalisatie is dit mijn onderwerp geworden voor mijn afstuderen. Ik heb me hier bezig gehouden met het optimaliseren van het ontwerp- en voorbereidingsproces en de bijbehorende informatiebehoefte geanalyseerd en in kaart gebracht. Op 21 augustus ben ik afgestudeerd. Na een korte vakantie kon het werkende leven beginnen..
AFSTUDEREN..
EEN
TRAINEESHIP
Tijdens mijn afstuderen ben ik bij Heijmans aangenomen als managementtrainee. Elk bedrijf richt zijn traineeship anders in: het managementtraineeship van Heijmans duurt een jaar en is ingericht in drie periodes, gestart met een trainingsweek. Alle managementtrainees (dit jaar zijn het er tien) starten op hetzelfde moment. Wel begint iedereen op een andere plek binnen het bedrijf. Omdat je tegelijk start en dezelfde trainingen hebt, heb je veel contact met elkaar. Naast onze trainingsweken gaan we ook op bezoek bij projecten van elkaar en eten we af en toe samen. Ook houden we intervisies waarbij we bespreken wat er goed en minder gaat tijdens de periodes. Naast intervisies met de trainees is ook een coach en een mentor toegewezen die al langer bij het bedrijf werken om sturing te geven. Uiteindelijk wordt in overleg met het bedrijf na een jaar gekeken of er een passende plek gevonden kan worden.
EN DAN?
Tijdens het (af)studeren leer je veel. Denk je. 90% van je kennis over de bouw doe je echter pas op, op de werkvloer. Ik denk dat het niet de technische kennis is waardoor je
32
Ik ben, een klein beetje toevallig, in contact gekomen mijn huidige werkgever Heijmans door het volgen van een masterclass – drie dagen werken aan een uitdagend project, die je tot slot pitcht aan een groep Heijmanswerknemers. Hier ben ik ook geïntroduceerd aan een functie, waar ik tot dat moment eigenlijk niet over had nagedacht: een traineeship.
Lichting managementtrainees 2015-2016 Heijmans
Tijdens een traineeship kan je onderzoeken waar binnen het bedrijf je interesses het meest liggen en leer je veel mensen kennen. Het leek mij leuk om meer dan één plek van een bedrijf te leren kennen en verwachtte dat ik langzaam zou ontdekken wat het bedrijf me te bieden had. Nu kom ik er pas achter dat het traineeship voor mij meer is dan alleen maar een kijkje nemen in de keuken. De trainingen die tussen de periodes door worden gehouden zijn gefocust op je eigen ontwikkeling. - Wat wil ik nu bereiken en wat vind ik leuk om te doen? - Er zijn mensen die dit heel scherp op hun netvlies hebben staan, terwijl ik merk dat ik dit nog aan het ontwikkelen ben en dat het traineeship mij hier bij helpt. Daarnaast ben ik lid bij de jongerenvereniging Jong Heijmans, waar activiteiten als lezingen en borrels naast je dagelijkse werkzaamheden georganiseerd worden.
DAGELIJKSE
TAKEN
Ik ben mijn eerste periode begonnen op de afdeling ontwerpmanagement in Rosmalen. Ontwerpmanagement wordt het beste getypeerd als het afstemmen en coördineren van adviseurs en de architect, om tezamen tot een integraal ontwerp te komen. De toetsingscriteria voor een integraal ontwerp zijn daarbij het beschikbare budget, de planning en de overeengekomen kwaliteit. Na toetsing volgt advies aan de opdrachtgever of men door kan naar de volgende ontwerpfase, of dat bezuinigingen en aanpassingen nodig zijn. Ontwerpmanagement betekent ook het waarborgen van een goede projectorganisatie en van effectieve informatiestromen en communicatie tijdens het ontwerpproces. Een ontwerpmanager ziet er op toe dat het ontwerpteam het programma van eisen op de juiste wijze interpreteert en optimaal vertaalt naar het ontwerp. Vanuit zijn deskundigheid heeft hij ook respect voor de leden van het ontwerpteam en de bouwkundige en installatietechnische vraagstukken die opgelost moeten worden. Momenteel zit ik op de afdeling Assetmanagement – Beheer & Onderhoud van Heijmans Infra. Assetmanagement is het beheren van een objectenportefeuille en is hiermee meer project overstijgend
SUPporter 2 - Maart 2016
ingedeeld. Bijna het tegenovergestelde van mijn vorige periode. Binnen deze unit ben ik met een team een standaard aan het ontwikkelen om data die wij uit onze projecten halen te analyseren. Daarbij toets ik de uitkomsten van de overleggen met de team in een asset, zodat daadwerkelijk resultaten zichtbaar worden. Omdat ik twee totaal verschillende afdelingen na elkaar meemaak, zie ik ook hoe veel er nog van elkaar geleerd kan worden. Zo wordt er in het B&O team goed gewerkt met theorieën als LEAN, en werkt het ontwerpmanagement van woningbouw goed integraal samen. Deze bevindingen deel ik ook met mijn mentor en coach, twee personen binnen het bedrijf die mij zijn toegewezen om mij te sturen in mijn (dagelijkse) taken.
TOEKOMSTBEELD
En wat nu verder? De precieze rol die ik over vijf of tien jaar ga vervullen vind ik nog niet zo interessant. Wat ik wel zie is dat de bouw aan het veranderen is. Overal om ons heen gaan opdrachtgevers andere vragen stellen, gebaseerd op het bereiken van het meest optimale product. Geïntegreerde contractvormen als DBM en zelfs DBFMOcontracten komen worden steeds meer zichtbaar op de markt. Ik vind dit interessant. Het is een andere gedachtegang en dwingt je te denken over de kwaliteit van het product in plaats van alleen maar de prijs. Het geeft ruimte om te innoveren, maar het kent ook uitdagingen. Je moet in een eerder stadium je kennis en die van anderen inzetten om tot het beste product te komen. Wat ik nu zie is dat dit bij de infratak al meer speelt dan bij woningbouw. Zo zijn de contracten bij Infra al meer geënt op het ontwerpen en beheren van een project. Binnen de bouw komt dit steeds meer op. De komende tijd wil ik mij verder verdiepen in het aanleveren van kwalitatief goede producten.
Hoofdkantoor Heijmans Rosmalen
Overzicht contractvormen
33
Binnenstedelijk Bouwen Alphen aan den Rijn pijnlijk voorbeeld Het aanwezige journalistieke apparaat op 3 augustus in Alphen aan den Rijn wees er al op dat er iets bijzonders stond te gebeuren. Mede hierdoor hebben we nu deze prachtige doch pijnlijke foto van het drama dat zich hier heeft afgespeeld. Het hijsen van een brugdeel doormiddel van twee hijskranen op twee grote pontons niet
34
ver van het stadscentrum bleek deze keer teveel gevraagd. De situatie was lastig, weinig ruimte, aan beide kades bebouwing en het hijsen met twee drijvende kranen. Alphen mag van geluk spreken dat er maar één gewonde is gevallen. Opmerkelijk is dat dit soort risico’s wellicht steeds alledaagser worden. Stel je maar eens voor wat er
zou gebeuren als de bouwkraan van The Student Hotel in Eindhoven neer zou komen. Risicomanagement binnen de bouw(plaats) is dan ook een steeds actueler thema. De special gaat in op deze en andere factoren die komen kijken bij binnenstedelijk bouwen.
35
SPECIAL
SUPporter 2 - Maart 2016
Transitie Kanaaldijk Zuid Multigroep 1
CONSTRUCTIEVE
3D-impressie
Dit ontwerp, uitkomst van het multidisciplinaire project in het derde jaar van de bachelor, vestigt een nieuw woningbouwcomplex en een Spa-/Wellnesscentrum in het centrum van Eindhoven gelegen aan de Kanaaldijk Zuid.
KARAKTER
Het unieke karakter van Eindhoven, als industriële stad met haar voormalige fabrieken in en rondom het centrum, dreigt ondergesneeuwd te worden door de toenemende vraag naar huisvesting. In het ontwerp is hier op ingespeeld door een transitie van het plangebied te realiseren van produceren, de voormalige uitsluitend industriële en commerciële functie van het gebied, naar participeren.
EIGENSCHAPPEN
Het industriële karakter van de nieuwe bebouwing is een van de uitgangspunten. De ritmische verdeling die wordt gecreëerd door de openingen in de gevels van de wooncomplexen, is een duidelijke verwijzing naar de ritmiek van het industriële proces dat in de voorgaande jaren op het plangebied heeft plaatsgevonden. De eisen omtrent een energieneutrale gebouwde omgeving - gecombineerd met de toepassing van passiefhuisconcepten, de constructieve eigenschappen van de gevel én de beperking van overlast van bouwwerkzaamheden in een centrumgebied - heeft geleid tot een toepassing van prefab houtskeletbouw gevelelementen voor de woningbouw. Er is hierbij gebruik gemaakt van de balloonmethode, waarbij er, in tegenstelling tot de platformmethode, verticale HSBelementen worden gefabriceerd om krimp in verticale richting te beperken in verband met het metselwerkbuitenblad van de gevels. De elementen worden half open aangeleverd zodat leidingwerk en elektra na plaatsing aan de binnenzijde van het element kan worden aangebracht terwijl aan de buitenzijde het metselwerk buitenblad wordt opgetrokken. De draagconstructie zal zijn opgebouwd uit kalkzandsteenwanden in combinatie met betonvloeren.
3D-Doorsnede
DETAILLERING
Met het belang van de historische lagen van het bouwkavel als tweede uitgangspunt, wordt ook de relatie tussen nieuwbouw en het bestaande deels afgebrande pand op het kavel, een belangrijk bouwkundig detail. Het is hierbij van groot belang dat er geen krachten van de nieuwbouw op de bestaande constructie worden afgedragen. In combinatie met de benodigde afstand van de nieuwe fundering tot de reeds bestaande fundering, heeft dit geleid tot de gedetailleerde doorsnede hieronder. Tekst: Britt Cordewener Multigroep 1: Rick Abelen, Britt Cordewener, Suzanne Dijkhuizen, Silvijn van Rens, Mandy Verstraeten, Daniëlle van der Wal, Luuk Zwartbol
Participatie vormt de leidraad voor een tweetal uitgangspunten van het ontwerp. Allereerst wordt het plangebied opnieuw gedefinieerd door een duidelijke scheiding in functies te creëren die aansluiten, en daarmee participeren, op de functieverdeling van de wijk. Als tweede wordt het karakter van Eindhoven als industriële stad behouden en geaccentueerd door de onderliggende historische en industriële lagen van het plangebied te laten ‘doorschijnen’.
Sfeerimpressie interieur
36
Technische doorsnede met rechts het bestaande gebouw en links de nieuwe spa
SUPporter 2 - Maart 2016
Transitie Kanaaldijk Zuid Multigroep 2
De constructie van de spa bestaat uit betonnen wanden met enkele kolommen om de vloeroverspanningen te reduceren. Betonnen wanden zijn zeer stijf in hun vlak. Ze worden daarom gebruikt in het stabiliseren van de constructie om de horizontale reactiekrachten op te vangen. De verdiepingshoge dwarswanden worden zodanig met elkaar verbonden dat de totale wand als een geheel gaat werken.
3D-impressie van het ontwerp
Vo o r h e t m u l t i d i s c i p l i n a i r e project van het laatste jaar van de bachelor is voor een gebied aan het Eindhovens Kanaal een nieuwe inrichting ontworpen, met het oog op expats, wellness, en energieneutraliteit. Het gebied ligt op de overgang tussen stad en wijk, met in het noord-westen het centrum, en in het zuid-oosten de Irisbuurt.
Bij de fabriek is het belangrijkste concept het creëren van een modern, functioneel gebouw dat als centrum van het plangebied dient, zonder de historische waarde van het pand te verliezen. De constructie van de fabriek is zoveel mogelijk behouden. Onderzijde van het gebouw bestaat dus voornamelijk uit gewapend beton en de bovenzijde bestaat uit staal. De horizontale belastingen op de verticale richting zorgen voor een buigend moment. Doormiddel van schoren en het aanwezige metselwerk wordt de constructie gestabiliseerd in beide richtingen zowel kopgevel als langsgevel. Deze schoren zullen dan de trek en drukkracht opvangen. Van deze oude constructie is ook gebruik gemaakt door de route door het plangebied onder het gebouw door te laten lopen. Flexibiliteit in horizontale én verticale richting is het belangrijkste concept voor het woongebouw. De constructie van kolommen op het zes meter stramien maakt horizontale flexibiliteit mogelijk. Verticale flexibiliteit wordt gecreëerd door uitneembare vloeren in de vorm van een deel zware vloer (kanaalplaatvloer) en een deel lichte vloer (HSB vloer). De gevels moeten deze flexibiliteit ondersteunen en representeren. Op een regelmatige afstand zijn gesloten penanten in de gevel geplaatst waarachter woningscheidende wanden geplaatst kunnen worden. Tevens zijn hierin de aansluitingen van installaties opgenomen die hierdoor ook flexibel kunnen worden geplaatst.
Behalve de plaatsing op het grid wordt de gebouwvorm bepaald door bouwfysische invloeden. Het gehele dakvlak is geplaatst onder een helling waarin zonnepanelen zijn opgenomen. Het gebouw loopt schuin op van zuid naar noord. Hierdoor kan er ook meer zonlicht toetreden tot het binnenhof en de woningen aan de noordzijde. Aan de noordzijde van het gebouw is er een uitkraging gemaakt die de route in het plangebied aangeeft. Deze 4-meter uitkraging wordt uitgevoerd in staal en wordt doormiddel van trekstaven gedragen.
Het algemene thema van de spa is licht, wat goed aansluit bij Eindhoven. Dit komt naar voren door verschillende lichtkunsten die verschillende sferen in de ruimtes kunnen creeëren. Door een uiterst lange uitkraging zijn er schuine kolommen toegepast. De gevel van deze uitkraging is uitgevoerd in zogeheten ZigZagsolar. De zonnepanelen liggen in een schuin naar boven gericht vlak; het naar beneden gerichte vlak wordt ingevuld met aluminium gevelpanelen die goed passen bij de Urban spa. De zigzag is zo uitgewerkt dat de zon in de zomer direct vol op het zonnepaneel valt, terwijl de stralen in de winter via de gewone panelen naar de zonnecellen worden weerkaatst. Zo wordt de opbrengst hoger dan die van zonnecellen op een dak.
Geveldetail woongebouw
Om de stabiliteit te waarborgen van het woongebouw is er gekozen om stabiliteitswanden in combinatie met stijve kernen toe te passen. Deze methode is zichtbaar in de onderstaande afbeelding. De woningscheidende wanden in het woongebouw zijn de stabiliteitswanden die evenwijdig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Deze dienen dus de stabiliteit in de dwarsrichting te waarborgen. De diagonale richting van de stabiliteitswanden wordt met binnenwanden gestabiliseerd. Dus in feite lopen de horizontale krachten evenwijdig met de balken en worden verdeeld over de balken zelf, waardoor de kolommen in het zelfde raamwerk samenwerken op buiging. Met dit plan is een doorgang gecreëerd van de stad naar de wijk, door het samenbrengen van de historie en toekomst van Eindhoven, in een woon-/werkgebied voor expats.
ZigZagsolargevel
Gevel
Tekst: Fazil Pesdek Multigroep 2: Rob Abeling, Fazil Pesdek, Veerle Roijackers, Wouter Roos, Anouk Seweuster, Ties de Wildt
37
SUPporter 2 - Maart 2016
De Nieuwe Wal
Kantoorgebouw in het centrum van Eindhoven Een inmiddels bekend gebouw in het centrum van Eindhoven is de Nieuwe Wal. Iconisch door de combinatie van het rode bakstenen volume en het transparante glazen volume. Maar een ding weten de meeste mensen waarschijnlijk niet over dit gebouw; het bouwen van de kelderbak duurde langer dan het bouwen van de inbouw van de kelder en de opbouw samen. Wij spraken met Christian de Cock, werkvoorbereider bij Bouwgroep Moonen, en John van Gestel, directeur van Bouwgroep Moonen, over het bouwproject de Nieuwe Wal en hoe zij het ervaren hebben om in het centrum van Eindhoven te bouwen.
Render van De Nieuwe Wal (1)
kelderbak vol met water gezet en met behulp van pontons verder uitgebaggerd. Op het moment dat de benodigde diepte wordt bereikt wordt het onderwaterbeton gestort op de geplaatste ankers en kan de kelderbak worden leeggepompt. Dit complexe proces heeft in totaal ongeveer twaalf en een halve maand geduurd.
Na het binnenhalen van dit bouwproject op prijsvraag, kwam Moonen voor een grote uitdaging te staan; er moest namelijk eerst een kelderbak van ongeveer twaalf meter diep worden gemaakt waarin drie lagen parkeren gerealiseerd moest worden, genoeg ruimte voor 180 auto’s. Om dit te kunnen realiseren, is eerst gekeken
naar wat er met de bestaande kelderbak gedaan kon worden. Bij sloop van die kelderbak is de kans op verzakkingen van de grond en omliggende bebouwing namelijk groot. Daarom is gekozen om de nieuwe kelderwand binnen de bestaande kelderwand te bouwen. Dit hield in dat stroken beton uit de bestaande betonnen keldervloer moesten worden gezaagd zodat deze zijn sterkte zou behouden om inzakking te voorkomen, maar waardoor er wel door deze uitgezaagde stroken een nieuwe en diepere kelderwand kon worden gemaakt. Namelijk gebruikmakend van een Cutter Soil Mixing wand. Deze wand wordt gemaakt door onder de grond, de grond met water en cement te vermengen om een grond- en waterwerende wand te vormen. Na het maken van deze kelderwanden rondom kan de kelderbak worden afgegraven tot ongeveer zes meter diepte. Tegelijkertijd worden er horizontale ankers in de wanden en grond geboord zodat vervorming van de kelderbak wordt tegengegaan. Ook kunnen nu alvast de verticale GEWI-ankers aan worden gebracht in de grond onder de toekomstige bak. Vervolgens wordt de
Storten onderwaterbeton (2)
Kelderbak (3)
Hoogste punt (4)
De Nieuwe Wal is een kantoorgebouw dat bestaat uit een klassiek gemetseld L-vormig volume en een transparant glazen volume waarin kantoorunits op een speelse manier zijn gestapeld. In het atrium gelegen tussen de gestapelde kantoorunits en het bakstenen volume, is volop zonlicht, wat samen met de grote raam partijen zorgt voor een fijne werkplek. Verder zit het gebouw vol met technologische snufjes zoals een per ruimte afzonderlijk te regelen modern klimaatbeheersingssysteem en geavanceerde energiezuinige lichtbronnen die het atrium 24 uur per dag verlichten.
DE
BOUWVOLGORDE EN METHODIEK
38
Vervolgens is in elf weken tijd de complete kelder in het werk gestort, wat dus inhoud; waterdichte kelderwanden tegen CSMwanden, -vloeren en -kernen. Daarbovenop is het gebouw laag voor laag opgebouwd waarbij de gestapelde kantoorunits uitgevoerd zijn door in het werk gestorte betonnen vloeren van 600mm op de 1e verdieping en 500mm op de 2e, 3e en 4e verdieping.
SUPporter 2 - Maart 2016
MAATBEHEERSING
EN
MONITORING
Een toegestane afwijking van de CSMwanden is van te voren bepaald door de constructeur. Je moet denken aan enkele millimeters vervorming. Dat betekent dat omringende bebouwing ook kans heeft op dezelfde plaatselijke verplaatsing of vervorming op grondniveau. Om de vervorming van de kelderwanden tijdens de bouw goed te monitoren werden in dit project inclinometers aangebracht in de kelderwanden zodat de vervormingen in de wanden goed gemonitord konden worden. Verder is gebruik gemaakt van ‘dobbers’ om de sterkte van het beton na storten te kunnen monitoren. Op deze manier kan de bouwer een goed onderbouwde beslissing nemen als het neer komt op ontkisten of weghalen van stempels. Verder kan er op deze manier ook gekeken worden of beton niet ‘te sterk’ is, wat betonkrimp tot gevolg kan hebben. Ook het monitoren van de weersomstandigheden is belangrijk geweest voor de samenstelling van het beton.
Uitzicht op de Catharinakerk (5)
Deze technologische methoden van monitoren zijn noodzakelijk, net als het visuele monitoren, vinden John van Gestel en Christian de Cock. Vooral het monitoren van grondspoeling door de CSM-wanden is erg belangrijk, aangezien omliggende bebouwing ernstig beschadigd kan raken.
RISICO’S
Alvorens en tijdens het bouwen van de Nieuwe Wal heeft Bouwgroep Moonen een draaiboek gemaakt voor alle deel- en onderaannemers zodat duidelijk is wie wat doet tijdens de bouw maar ook zodat het duidelijk is hoe problemen worden opgevangen. Zo kun je denken aan risico’s die worden gezien bij het storten van het onderwaterbeton. Er is zo voor 24 uur achterelkaar een betoncentrale afgehuurd voor de 1750 kub benodigde beton, met nog een tweede centrale als back-up. Het is altijd moeilijk inschatten wat de risico’s zijn bij een dergelijk bouwproject als dit, aangezien er altijd factoren meespelen die men niet kan voorzien. Tenslotte vindt John van Gestel daarom dat je altijd goed moet kijken naar wat er wordt verlangd en of dit haalbaar is op een degelijke manier. Cosmetische schade en grondzetting zijn in dit soort complexe projecten nou eenmaal bijna niet te voorkomen.
Volumes worden verbonden met loopbruggen (6)
Met dank aan Bouwgroep Moonen, Van Lierop Cuypers Spierings Architecten, Kortonjo Vastgoed b.v. en Thomasse Beheer b.v. Tekst: Nick van de Werdt Bronnen foto’s: 1. Website Bouwgroep Moonen 2. Jos Cuypers 3. Christian de Cock 4. Jos Cuypers 5. Christian de Cock 6. Christian de Cock
39
Let’s connect?! Wil jij zien op welke wijze Heijmans aan de ruimtelijke contouren van morgen bouwt? En ben jij nieuwsgierig welke spraakmakende en innovatieve concepten Heijmans ontwikkelt en realiseert?
HeijmansNL Facebook “f ” Logo
Blijf dan up-to-date en volg ons op Facebook & Twitter!
CMYK / .ai
Facebook “f ” Logo
CMYK / .ai
HeijmansNL
Heijmans AMC Adv A5L.indd 3
18-09-13 11:30
WERKEN BIJ DURA VERMEER Bouwen aan een wereld die we met een gerust hart overdragen aan volgende generaties. Dat is waar wij als oer-Nederlands familiebedrijf voor staan. Werken bij Dura Vermeer betekent werken met een diversiteit aan disciplines binnen en buiten de organisatie. Het thema samenwerking hebben we dan ook hoog in het vaandel staan. Onze cultuur sluit hier naadloos op aan: informeel, menselijke maat, betrokkenheid en open.
Wil je graag meer informatie over stage lopen, afstuderen, een traineeship volgen of werken bij Dura Vermeer? Lees dan meer op onze website: www.duravermeer.nl/ werken-bij-dura-vermeer. Of bel met onze recruiter. RECRUITER
Levina Oversier 06 - 34 49 03 74
SUPporter 2 - Maart 2016
Frits Scheublin Binnenstedelijk bouwen, voor wie?
Woningbouw is een langetermijninvestering. Als we in de binnensteden kwalitatief hoogwaardige woningen bouwen komen elders betaalbare woningen vrij. Daar is vraag naar. Maar nieuwbouw zal ook de leegloop in zwakkere wijken en regio’s versnellen. Willen we dat? Het antwoord is aan politici, bestuurders, investeerders en projectontwikkelaars.
Frits Scheublin
Bouwen we in onze binnensteden woningen? Is daar behoefte aan? De groei van de bevolking vertraagt. Dat merken we in krimpregio’s als Oost-Groningen en ZuidLimburg. Die krimp zet door en binnenkort zal alleen de Randstad nog groeien. En ook daar komt volgens demografen een einde aan de groei. Oorzaak is een negatief geboorteoverschot. Het migratieoverschot compenseert die afname onvoldoende. In veel steden zal op termijn een woningoverschot ontstaan. Er is wel een tekort aan betaalbare woningen. Maar binnenstedelijk bouwen is niet goedkoop. En om de binnenstad aantrekkelijk te houden is juist daar vraag naar een hoge kwaliteit. Luxe appartementen in combinatie met een overdekt winkelcentrum, met horeca, cultuur en recreatie maken een stad aantrekkelijk. Die aantrekkingskracht heeft een stad nodig om economisch te overleven.
COLUMN
Deze SUPporter gaat over binnenstedelijk bouwen. Dat is niet alleen een technisch probleem. Het is ook een sociaal en economisch probleem. We moeten ons afvragen wat we in de binnensteden gaan bouwen, waarom we daar bouwen, voor wie en voor hoe lang?
Op de kantorenmarkt is het al niet anders. We zien een verschuiving van werken op een kantoor naar thuiswerken. Van loondienst naar ZZP’ers. En wie nog op een kantoor werkt, deelt zijn flexplek met collega’s. Dat betekent een enorme afname van de vraag naar kantoorruimte. Wie nu investeert in kantoorruimte in een binnenstad, dicht bij winkels en openbaarvervoerknooppunten, die stimuleert de leegloop en verval in de buitenwijken. Geen prettig vooruitzicht voor politiek en beleggers. Met winkels is het al niet veel beter. Grote winkelketens vallen om. De vrijkomende panden worden veelal bezet door prijsvechters en starters. Niet bepaald partners voor een hoogwaardige herontwikkeling in de binnenstad. Kortom, ik verwacht dat bij een krimpende vraag de bouw van woningen, winkels en kantoren in binnensteden beperkt zal zijn. Wat ik wel zie groeien is vraag naar infrastructurele werken. Om binnensteden aantrekkelijk te houden voor recreatief winkelen en uitgaand publiek zullen overheden moeten investeren in parkeergarages, spoortunnels, openbaar vervoer en openbaar groen. Investeringen met een moeilijk te kwantificeren kosten/ baten ratio. Maar investeren we niet in leefbaarheid, dan vertrekken winkeliers en hun klanten naar andere steden met betere voorzieningen. De toekomst is rooskleurig voor bouwers en ontwikkelaars van infrastructurele werken en openbare voorzieningen. En dan nog een bedrijfstak die het goed zal doen. Steden met een stadshart dat een grote aantrekkingskracht heeft op publiek van elders zijn vrijwel zonder uitzondering oude steden. Het valt niet te ontkennen dat het publiek voor recreatief winkelen en voor de horeca bij voorkeur naar oude binnensteden trekt. Stadsbestuurders doen er goed aan zoveel mogelijk oude panden te behouden. Ook als die panden de monumentenstatus niet verdienen. Er zal een aanhoudende vraag naar oud onroerend goed zijn. Ik zie een grote toekomst voor restauratie en renovatie van oude panden. Prof. ir. Frits Scheublin is aan de TU verbonden geweest als hoogleraar Construction Technology. Tevens is hij gepensioneerd directeur van BAM Advies & Engeneering.
41
SUPporter 2 - Maart 2016
Boerhaave Medisch Centrum Van schoolgebouw naar medisch centrum De herbestemming van de oude, gereformeerde kweekschool naar een modern medisch centrum was een bijzondere uitdaging voor de architecten en het bouwteam. Een complexe opgave waarin respect voor de bestaande monumentale architectuur wordt afgewisseld met lef om de nieuwe zorgfunctie ook zichtbaar in te passen. Een succesvolle combinatie die het gebouw een nieuwe identiteit heeft gegeven. Zo is de buitenkant in ere hersteld en is het donkere, stoffige interieur omgetoverd tot een schone en lichte zorgomgeving.
BOERHAAVE MEDISCH CENTRUM
Het Boerhaave Medisch Centrum is de grootste privékliniek voor plastische chirurgie in Nederland. Je kunt er ook terecht voor reguliere zorg zoals interne geneeskunde, neurologie, fysiotherapie en tandheelkunde. Meer dan honderd jaar was de naar Hermanus Boerhaave vernoemde kliniek gevestigd in de Johannes Vermeerstraat aan het Museumplein. De kliniek staat bekend om haar hoge kwaliteit van zorg. Om deze kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijk om te moderniseren en uit te breiden. In het bestaande monumentale pand ontbrak het echter aan de mogelijkheden daarvoor, dus zocht de kliniek een nieuw onderkomen.
GEREFORMEERDE
KWEEKSCHOOL
De keuze viel op een leegstaand schoolgebouw in de Rivierenbuurt van Amsterdam-Zuid. Een eveneens monumentaal pand op een goed bereikbare locatie naast het congrescentrum RAI en binnenkort met een Noord/Zuidlijnhalte op steenworpafstand. Het monumentale karakter in de welbekende Amsterdamse Schoolstijl biedt de gewenste uitstraling en zorgt tegelijkertijd voor een verbondenheid met de buurt. Het pand maakt deel uit van het stedenbouwkundige ‘Plan Zuid’ van de beroemde architect H.P. Berlage. Gebouwd in 1933 als gereformeerde kweekschool, bood het de laatste twintig jaar ruimte aan het Amsterdam Mediacollege. Tekst: Thomas Bernhardt Foto’s: Marcel van der Burg
42
Gebouw van Boerhaave Medisch Centrum
VAN
EEN
HELDERE INDELING
De buitenzijde van het gebouw bevond zich grotendeels nog in de originele staat. De binnen- en achterzijde daarentegen waren in de loop der jaren aan diverse verbouwingen onderhevig geweest. Ze oogden dan ook zeer rommelig. De ruimtelijke opzet van het oude schoolgebouw bleek echter uitermate geschikt voor het inpassen van de nieuwe zorgfunctie. Zo maken de brede gangen een probleemloos beddentransport mogelijk en lenen de ruime leslokalen zich uitstekend voor patiënten- en behandelkamers. Bij de transformatie speelt vooral het oude gymnastieklokaal een belangrijke rol. Half verdiept op de begane grond was deze hoge en vrij indeelbare ruimte de aangewezen plek voor de operatieafdeling.
De efficiënte en heldere indeling bevordert de toegankelijkheid voor patiënten en zorgt voor korte routes voor het personeel. Vanuit de entreehal zijn alle afdelingen direct bereikbaar via de lift en het ruime open trappenhuis. De moderne operatieafdeling ligt een halve verdieping lager. Op de eerste verdieping bevinden zich de patiëntenkamers en de poliklinische operatiekamer. Na een evaluatie onder de patiënten is gekozen voor ruime driepersoons- en eenpersoonskamers. De tweede verdieping wordt bemand door de medische specialisten voor de reguliere zorgdiensten en de tandheelkundige praktijk van het Boerhaave Medisch Centrum. Op de bovenste verdieping zijn de afdeling administratie, de kantine, een vergaderzaal en de technische ruimtes ondergebracht.
ZORGFUNCTIE
EEN
EIGEN IDENTITEIT
OUD SCHOOLGEBOUW NAAR MEDISCH CENTRUM
Het inpassen van de nieuwe medische functie in het monumentale pand vereiste een aantal belangrijke bouwkundige ingrepen. Het medisch centrum is integraal toegankelijk gemaakt door een beddenlift in de hoek van het binnengebied. Ook is een tweede inpandig trappenhuis toegevoegd voor personeel en als vluchtweg. De uitbouw op de begane grond herbergt enkele nevenfuncties van de operatieafdeling. De daktuin erbovenop zorgt voor extra groen in het binnengebied. De zolder is uitgebouwd en bedekt met zinken gevelbekleding die aansluit op het omliggende daklandschap.
De architectonische kwaliteit van het monumentale pand blijft volledig behouden en wordt meer zichtbaar gemaakt. Verdwenen oude elementen worden teruggebracht, zoals de gemetselde geveltuin op de hoek van het gebouw en de gerestaureerde gevelsteen van de oude kweekschool boven de entreedeur. Nieuwe elementen zoals de vluchtdeuren en hellingbaan zijn zorgvuldig ingepast in het gevelbeeld. Voor het interieur kozen de architecten voor een lichte en schone uitstraling. Ze maken daarbij veel gebruik van het aanwezige daglicht door de hoge plafonds en de vele ramen. Lichtgrijze gietvloeren en deuren, witte wanden en
SUPporter 2 - Maart 2016
plafonds worden afgewisseld met enkele kleur- en materiaalaccenten. Zo komen de bestaande, originele elementen zoals het ruime trappenhuis weer helemaal tot hun recht.
MONUMENTAAL
PAND VERDUURZAMEN
In de transformatie van het monumentale pand zijn duurzame verbeteringen en comfort verhogende maatregelen toegepast. De bestaande bakstenen gevels en pannendaken zijn aan de binnenkant geïsoleerd. Achter de karakteristieke houten kozijnen met enkel glas zijn voorzetramen met isolatieglas geplaatst. Hierdoor is een fikse energiebesparing gerealiseerd, zonder daarbij afbreuk te doen aan de originele elementen. Voor de nieuwe bouwdelen is gebruik gemaakt van hoogwaardig geïsoleerde gevels. Het groen van de daktuin op de begane gronduitbouw maakt het binnengebied aantrekkelijker en zorgt voor een geleidelijke afvoer van het regenwater. Op de zinken dakuitbouw zijn zonnepanelen geplaatst. Voor een behaaglijk binnenklimaat maakt het medisch centrum gebruik van een innovatief koel- en ventilatiesysteem dat gekoppeld is aan een warmte-terugwininstallatie.
KORTE
BOUWTIJD, STRAKKE PLANNING
De planning en uitvoering van het project stonden onder een enorme tijdsdruk en kampten met een beperkt budget. De aankoop van het pand en de investering in de geavanceerde gebouwinstallaties en hoogwaardige medische apparatuur slokten een groot deel van het budget op. Hier is inventief mee omgegaan door zo veel mogelijk elementen her te gebruiken en het bestaande interieur op te waarderen. Door een intensieve samenwerking is het ontwerp- en bouwteam erin geslaagd om de bijzondere transformatie binnen twaalf maanden te voltooien. De kliniek op de oude locatie kon tot het laatste moment in bedrijf blijven. Uiteindelijk heeft de complete verhuizing naar het nieuwe onderkomen in één weekend plaatsgevonden.
WERELDPRIMEUR
Het Boerhaave Medisch Centrum is wereldwijd de allereerste kliniek die een operatiekamer met dit revolutionaire systeem uitrust. Dit is mogelijk gemaakt door de integrale samenwerking van het ontwerpen bouwteam met de ontwikkelaar van het systeem. De eerste toepassing in de praktijk eiste een uiterst gedetailleerde afstemming met het ontwerp en veel flexibiliteit tijdens het bouwproces.
VOORGEVEL
INNOVATIE
IN HET OUDE GYMNASTIEKLOKAAL
In het voormalige gymnastieklokaal op de begane grond van de oude kweekschool is een van de meest geavanceerde operatieafdelingen van Nederland gerealiseerd. Het hart van deze operatieafdeling wordt gevormd door twee ultramoderne operatiekamers. In één van deze operatiekamers zijn de traditionele OKlampen boven de operatietafel vervangen door in het plafond geïntegreerde LEDarmaturen. Deze lichtkoepels kunnen op afstand en afzonderlijk van elkaar worden ingesteld en geven aan het operatieteam volledige bewegingsvrijheid rondom de operatietafel. Bovendien verstoren de geïntegreerde koepels in het ventilatieplafond de belangrijke luchtstroom in de ruimte zo min
Operatiekamer
Ruime gang
4
5
3
8
8
3
8
8
2
mogelijk. Het ingenieuze luchtdruksysteem dat bacteriën en stofdeeltjes naar beneden duwt om via roosters te worden afgevoerd, werkt hierdoor optimaal.
1
15
5
8
10
8
6
8
8
6
13
7
8
8
8
10
10
14
5
10
11
9
12
11
LANGSDOORSNEDE 1 Entreehal 2 Wachtkamer 3 Dokters assistenten 4 Vergaderkamer 5 Kantoor administratie 6 Personeelruimte 7 Technische ruimte 8 Behandelkamer 9 Poliklinische OK 10 Patientenkamer 11 Operatiekamer 12 Opedekruimte 13 Apotheek 14 Verkoever (intensive care) 15 Dagopname 16 Technische ruimte
7
Langsdoorsnede
43
SUPporter 2 - Maart 2016
Xella Ytong Cascosysteem
Optoppen terrasflats Blaricum met cellenbeton Optoppen is het aanbrengen van één of meer bouwlagen op een bestaand gebouw. Vooral bij (binnen) stedelijke gebiedsontwikkeling is optoppen een uitstekende manier om een bestaand gebouw te vergroten (inbreiden) of te verbeteren. Omdat een optopping gebruik maakt van het draagvermogen van het bestaande gebouw is een lichte constructie vereist. Het Ytong CascoSysteem, een bouwsysteem van lichte cellenbetonnen vloerplaten, cascopanelen, separatiepanelen, lateien en dakplaten, is een voorbeeld oplossing die aan deze eis voldoet. Bovendien zorgt het cellenbeton voor warmteaccumulerende en vochtregulerende eigenschappen.
Terrasflats Blaricum
Nieuwe constructie op dak
44
OPTOPPEN:
RENOVATIE EN INBREIDING
IN ÉÉN
Cellenbeton is een steenachtig materiaal. Doordat de optopping uit één en hetzelfde bouwmateriaal bestaat, heeft het nauwelijks koudebruggen en is het dus goed isolerend. Daarnaast is het luchtdicht. Optoppen met cellenbeton levert altijd een aangenaam binnenklimaat: koel in de zomer, warm in de winter; met veel minder kosten voor verwarming en koeling. Deze snelle, lichtgewicht renovatieoplossing is makkelijk toe te passen, hoe krap een bouwplaats ook is. Optoppen met Ytong kan de overlast voor bouwpartijen én omwonenden beperken. Verder levert dit systeem een brandveilige renovatiemethode. Ytong cellenbeton is tot 360 minuten getest op brandwerendheid. Het ontwerp en de afwerking van de optopping kunnen volledig worden afgestemd op het gerenoveerde gebouw. Het flexibele Ytong CascoSysteem kan dienen als basis voor een massief casco met buitenpleister, een Ytong binnenspouwblad met een buitenspouwblad van metselwerk met spouwisolatie, buitengevelisolatie met een pleisterlaag of geïsoleeerde baksteenstrips; toepassing van isolatie met gevelplaten, houten of andere bekleding. Optoppen met een bouwsysteem van één materiaal zorgt voor een hoge bouwsnelheid en weinig afval.
Galerij van de nieuwe verdieping
De optopping vanaf de zijkant
Casco van een van de ruime appartementen
SUPporter 2 - Maart 2016
TERRASFLATS BLARICUM
Binnen de gemeente Blaricum is er een grote vraag naar goede en betaalbare levensloopbestendige woningen. In de wijk de Bijvanck krijgen daarom zeven terrasflats bestaande uit drie bouwlagen een nieuwe verdieping. Elke flat wordt opgetopt met vier appartementen. Van de 28 appartementen zijn er vier driekamerappartementen. De overige woningen zijn tweekamerappartementen. Elke nieuwe woning wordt voorzien van een open keuken en een terras aan de achterkant. Naast een nieuwe verdieping krijgen de gebouwen ook allemaal een lift. Deze was voorheen nog niet aanwezig. Door het toevoegen van de lift wordt de bereikbaarheid verbeterd van de appartementen. Voor het relatief grote aantal senioren dat er woont, is dit een positieve ontwikkeling.
Onderconstructie van de optopping
Dit ‘optopproject’ is gerealiseerd door Heilijgers Beheer & Onderhoud uit Amersfoort in opdracht van woningcorporatie Het Gooi en Omstreken. De keuze voor een volledig casco van Ytong cellenbeton heeft alles te maken met het lichte gewicht, gerelateerd aan eigenschappen als warmteaccumulatie en -isolatie. Daarnaast speelde in Blaricum ook de snelheid van het Ytong CascoSysteem een doorslaggevende rol. Voor het optoppen kan beginnen, is er nog veel werk te doen. In de appartementen zijn de CV- en waterleidingen, douches en radiatoren vernieuwd. Dit heeft een jaar geduurd. Bijzonder aan dit project is dat op de bestaande daken in feite een bouwkundig onafhankelijk casco is gemaakt. De vloerplaten worden aangebracht op een opgestelde kim op het dak. Buitengevels en binnenwanden zijn vervolgens snel opgetrokken uit cascopanelen en verdiepingshoge panelen met daarop Ytong dakplaten en dakisolatie. Het voorbereidende werk neemt veel tijd in beslag. Dit komt omdat er voor is gekozen om alle leidingen te vervangen. Daardoor hebben de bewoners ook voordeel van de nieuwbouw op hun dak. Nadat al het voorbeidende werk is gedaan, kan er daarna snel worden doorgewerkt.
Tekst: Jan den Hartog (Xella) en Tommy Nuijten Foto’s: Xella Nederland bv
Snel opbouwen mogelijk door cascopanelen
Dakplaat wordt geplaatst
45
WIL JIJ BOUWEN AAN EEN SAMENLEVING?
Wat is de overeenkomst tussen De Markthal, Rotterdam Centraal, de Tweede Coentunnel en het verbouwde Rijksmuseum? Dat is TBI, een groep van ondernemingen die met elkaar en met hun klanten en partners de leefomgeving van de toekomst maken. Door de unieke combinatie van bouw en techniek zijn wij bij uitstek in staat om deze en nog veel meer mooie projecten te realiseren. Begint jouw toekomst bij TBI? Wij geven talent graag de ruimte. Bij een van onze ondernemingen of als trainee bij TBI acdmy. Wil jij meer te weten komen over TBI en jouw mogelijkheden? Kom dan op donderdagmiddag 5 november naar onze Meet & Greet in Rotterdam om kennis te maken met onze organisatie en onze mensen. Meld je aan door je CV te sturen naar eym.arkesteijn@tbi.nl.
MAAK DE TOEKOMST
SUPporter 2 - Maart 2016
Jos Lichtenberg Binnenstedelijke verdichting
Door de hele wereld heen is er een trek naar de stad. Er zijn al heel wat landen waar inmiddels 80% van de bevolking in steden woont. In het verleden was het concept ‘compacte stad’ wel logisch. Via een oorspronkelijk militaire nederzetting of logische handelsplek groeide er iets met waarde dat vervolgens met een ommuring verdedigd moest worden tegen piraten en legers. Binnen het bolwerk was je veilig. Om de ommuring te beperken (hoe langer de muur, des te duurder de verdediging) was compactheid logisch. De Romeinen bouwden aan het begin van onze jaartelling mede om die reden veelvuldig woonflats in vijf bouwlagen (Insulae). De nieuwe steden, vanwege overheidsdiensten ontstaan of doorgegroeid (Brasil, Bonn, Brussel) of gegroeid door een opbloeiende multinational (Eindhoven, Wolfsburg) dan wel nieuwe woonsteden (Almere), werden ruimtelijker georganiseerd, maar in het algemeen kennen steden een geschiedenis die al startte vanuit compactheid. In alle gevallen groeide de stad als het
In de stedebouw gaat het niet alleen over wonen en werken. Ook recreëren heeft een gelijkwaardige portie aandacht. Cultuur vind je wel in binnensteden en winkelen en uitgaan en op een terras zitten is ook recreëren, maar bedoeld is ook dat mensen behoefte hebben aan momenten van rust en stilte. Central Park geeft in New York een geweldige kwaliteit
Jos Lichtenberg
Waarom kruipen we eigenlijk bij elkaar? En dat terwijl velen de stad juist ontvluchten als het om recreatie en quality time gaat. Allemaal tegelijk gaan we ’s zomers naar onze vakantiebestemmingen en hebben het er ook dan voor over om ons in veel te lange files naar betere oorden te worstelen. Waarom willen we de kwaliteit die we dan opzoeken niet het hele jaar genieten?
aan de stad. Het is een park met ongekend grote afmetingen (341 ha). Ter vergelijk voor wie het reeds immense Hyde park in Londen kent. Dat is 140 ha groot. De gigaparken geven veel kwaliteit aan de stad, maar zijn uitzondering. Meestal is het groen versnipperd en kleinschaliger. In opkomst is het groen op daken oftewel de bovenstad, die overigens een zeer onverwachte kwaliteit kan opleveren, al waait het er doorgaans wel hard. De echte rust zoeken mensen dan toch wel weer in nabijgelegen natuurgebieden, sportparken, weekendhuisjes, etc. Ik vraag mij regelmatig af of het wel zo logisch is om met de meute mee te gaan. Ik heb zelf ooit een bureau gehad op vijf minuten lopen van een intercitytreinstation, maar ontdekte dat minder dan 10% van personeel en bezoekers met het openbaar vervoer kwam. Overigens gingen wij meer naar klanten toe, dan andersom. Dat bracht mij op het idee om een eventueel volgende keer wellicht bewust op het platteland te gaan zitten. Een oude verbouwde boerderij in een leeg landschap als werkplek heeft ook wel wat. Een bureau in een stiltegebied lijkt me een fantastisch idee en een mooie voedingsbodem voor creativiteit en productiviteit. Met de in gang zijnde sanering van boeren zou dat ook een oplossing voor het platteland en dreigende leegstand kunnen zijn. De communicatievoorzieningen maken het steeds minder noodzakelijk om fysiek bij de klant aanwezig te zijn en verder is de bereikbaarheid natuurlijk prima. Met GPS ben je inmiddels overal vindbaar en niemand staat in de file. Je rijdt immers tegen de stroom in. Parkeerproblemen zijn er evenmin. En… de grondprijzen zijn er een schijntje van die in de binnenstad. Als we dat op grote schaal zouden doen ontlasten we de stad, zodat ook daar ruimte ontstaat. Bijvoorbeeld voor groene longen.
COLUMN
Dit nummer gaat over de compacte stad. Als techneuten gaan we onmiddellijk ontwerpen en ontwikkelen, maar is het niet aan ons academici om eerst over de basisvraag te mijmeren? Waarom willen we eigenlijk op een kluitje wonen en werken? Ik weet wel dat de verstedelijking orde van de dag is, maar waarom eigenlijk? ‘Omdat iedereen het doet’ is in elk geval een onacceptabel antwoord.
ware rondom florerende bedrijvigheid en werkgelegenheid. Dat betekende veel woningbouw, maar opvallend genoeg ook veel bedrijven die kort bij de klant willen zitten. Er zijn natuurlijk ook wel praktische redenen om naar de stad te trekken. Juist in de steden is immers werk te vinden. Omdat bedrijven op hun beurt weer medewerkers nodig hebben is het ook voor hen zinvol de stad op te zoeken. Of is het wellicht toch kuddegedrag en een kwestie van imago? Het moet een reden hebben, want we doen het niet omdat de grondprijzen daar zo laag zijn. Hoe dan ook we proppen onszelf massaal de stad in. De horizontale ruimte is op en de stad moet dus wel uitbuiken. Soms naar beneden, voor parkeren en ondergrondse winkelcentra, echter vooral naar boven. Steden beginnen steeds meer op een piramide te lijken. Aan de rand is het nog vriendelijk en laag, naar het centrum toe worden de gebouwen steeds hoger. De stad wordt van buitenaf daardoor ook steeds minder indringbaar. Steeds meer mensen vinden een werkplek in het centrum, maar de slagaders zijn niet gemakkelijk te verbreden en in de spits zijn ze dan ook allemaal verstopt. Op veel plaatsen doen mensen er vanuit een randgemeente naar het centrum drie kwartier over om op het werk te komen. Zeker als dat met de eigen auto gebeurt en dat doen mensen toch wel. In Genk, waar het openbaar vervoer al jaren gratis is en het parkeren duur, is het nog steeds moeilijk een parkeerplaats te vinden. Als alibi voor het autogebruik hoor je dan dat men spullen te vervoeren heeft of dat men zich overdag spontaan moet kunnen verplaatsen. In veel gevallen zit het tussen de oren. Een auto is toch ook een eigen domeintje waar je lekker ongegeneerd in je neus kunt peuteren, met de laatste zomerhit kunt meezingen of efficiënt alvast je eerste telefoontjes kunt plegen zonder anderen overlast te bezorgen.
Wellicht voer voor een fundamentele ruimtelijke discussie. De vraag is of we allemaal als een bezetene technische oplossingen moeten gaan bedenken voor de compacte stad? Of stellen we eerst de compacte stad ter discussie? Prof. dr. ir. Jos Lichtenberg is hoogleraar Productontwikkeling. Buiten de TU is hij innovatieconsultant bij bedrijven. Verder is hij voorzitter van o.a. de stichting Slimbouwen.
47
SUPporter 2 - Maart 2016
Ondergronds parkeren Parkeergarage op de Lammermarkt Goede bereikbaarheid en voldoende parkeerplekken zijn belangrijk voor bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad. Daarom bouwt de gemeente Leiden twee ondergrondse parkeergarages in de binnenstad. Een parkeergarage onder de Lammermarkt en een p a rkeerg a ra ge o nder de Garenmarkt. Deze parkeergarages voegen totaal 950 parkeerplekken toe en vormen straks dé entree voor de binnenstad. Als de parkeergarage Lammermarkt gereed is, wordt gestart met de bouw van de parkeergarage Garenmarkt.
3D-visualisatie
3D-Doorsnede
48
ONTWERP VAN LAMMERMARKT
DE PARKEERGARAGE
De parkeergarage wordt gebouwd door de Combinatie Parkeergarages Leiden Dura Vermeer – Besix. Het architectenbureau JHK heeft het ontwerp verzorgd. De garage wordt gemaakt in een grote cilinder, waarbij alle vloeren ruimtelijk met elkaar verbonden zijn. In de gehele parkeergarage is sprake van éénrichtingsverkeer en rijdt de bezoeker omlaag en omhoog via de centrale vide. Aangezien de parkeerweg naar beneden cirkelt, hoeft de bezoeker niet te zoeken naar een parkeerplaats maar komt men de eerste vrije plaats vanzelf tegen. Op iedere laag kan via de binnencirkel weer omhoog gereden worden richting de uitgang. Dit zorgt voor een overzichtelijke, heldere en sociaal veilige routing met een goede verkeersafwikkeling. In de parkeergarage is op unieke wijze een tijdlijn met de geschiedenis van Leiden weergegeven en wordt de identiteit van de stad tentoongesteld op de wanden. Daarnaast is elke parkeerplaats onderdeel van de ‘tijdslijn’ uit de geschiedenis van Leiden. In de garage is plek voor totaal 525 parkeerplaatsen. Naast mindervalidenen familieparkeerplaatsen zijn er ook plekken beschikbaar met oplaadpunten voor
elektrisch vervoer. In de parkeergarage wordt gebruikt gemaakt van LED-verlichting. Op de parkeerlagen die niet worden gebruikt, wordt de lichtintensiteit verminderd om zodoende energie te besparen.
REALISATIE
VAN DE PARKEERGARAGE
Voor de bouw van de parkeergarage Lammermarkt is rekening gehouden met het feit dat de bouwplaats zich in een historische binnenstad bevindt en op steenworpafstand ligt van een bijzonder monument in Leiden, molen De Valk. Tijdens de bouw van de parkeergarage wordt voornamelijk gewerkt met een trillingsvrije en geluidsarme methode. Om het transport met vrachtverkeer te beperken wordt de grond via een leidingenstelsel van circa vijf kilometer lang naar een locatie buiten de stad gepompt. De totale bouw van de parkeergarage duurt circa twee jaar. Door tijdelijk een deel van het hekwerk te verplaatsen kan de kermis in aangepaste vorm tijdens Leidens Ontzet, in zowel 2015 als 2016, plaatsvinden rondom de Lammermarkt. Na de realisatie van de ondergrondse parkeergarage wordt het plein opnieuw ingericht als groen evenementenplein.
Wapening element van de kelderwand
SUPporter 2 - Maart 2016
CIJFERS
OVER DE BOUW
Vloer parkeergarage: ± 22 meter diep Diameter parkeergarage: ± 60 meter Totaal 7 parkeerlagen Totaal 525 parkeerplaatsen Afvoer grond: ± 60.000 m3 ± 26.000 m3 beton in het werk gestort Prefab elementen: ± 180 kolommen ± 700 vloerplaten ± 150 dakvloerplaten. 60.000m3 grond wordt uit de kuil gegraven
Bouwproces
De Lammermarkt tijdens de bouw
Storten van het onderwaterbeton
Tekst en foto’s: Besix
49
SUPporter 2 - Maart 2016
Groninger Forum
Multifunctioneel centrum hartje Groningen In het centrum van Groningen is men in maart 2012 begonnen met het slopen van o.a. de Werkmanschool, de filmzalen van Images en de Naberparkeergarage. Hiervoor in de plaats zal eind 2018 het imposante Groninger Forum worden opgeleverd door BAM. SUPport heeft in samenwerking met BAM een uniek inkijkje gekregen in dit complexe bouwproject door op het kantoor in Bunnik en op de locatie in Groningen interviews te houden met Joris Hesselink (adviseur constructie en bouwmethodieken bij BAM en oud SUPportlid) en Menno Glas (hoofd uitvoerder Groninger Forum en vader van Daan Glas). Render 3D-model (1)
Het Groninger Forum, ontworpen door NL Architects, wordt momenteel gebouwd in hartje Groningen. Het kolossale volume zal verschillende openbare functies huisvesten zoals een restaurant, een bioscoop en een museum. Samen moeten zij een ontmoetingsplek voor bezoekers en bewoners vormen. Om deze functies makkelijk bereikbaar te maken was het volgens het programma van het gebouw maar ook van de stad nodig om een 5 lagen diepe parkeerkelder te maken met capaciteit voor bijna 400 auto’s en 1500 fietsen. Met behulp van diepwanden kon een 18 meter diepe kelderbak gemaakt worden, een uiterst complex en nauwkeurig proces, met grote impact voor bijvoorbeeld de logistieke planning en de omgeving.
Huidige staat parkeergarage (2)
50
BOUWVOLGORDE
EN METHODIEK
Na de sloop van bestaande bebouwing heeft men tot 25 meter diepte diepwanden aangebracht om te kunnen beginnen met het ontgraven van de kelder. Tegelijkertijd zijn de GEWI-ankers in de grond geboord, om opdrijven van de toekomstige onderwaterbetonvloer tegen te gaan. Na het afgraven van enkele meters grond, zijn stempelramen tussen de tegenovergestelde diepwanden aangebracht die er voor moeten zorgen dat de diepwanden op hun plek blijven zitten en er dus ook voor zorgen dat omringende bebouwing zo min mogelijk vervormd. Om vervormingen in de diepwanden te monitoren zijn inclinometers in de diepwanden aangebracht die tijdens
Kelderbak (3)
het ontgraven een keer per week zijn ingemeten om vervormingen te kunnen monitoren. De omringende bebouwing mag op sommige plekken namelijk niet meer dan 12mm zakken of verplaatsen. De bouwkuip met stempelramen is uiteindelijk volgepompt en is in den natte ontgraven om het opbarsten van de putbodem te voorkomen. De bouwkuip is vervolgens vanaf pontons, tussen de stempels door ontgraven met een zware graafmachine. Uiteindelijk bleek de manier van afgraven kritiek. Door toedoen van veel slib in het water, werd het water erg troebel en moeilijk om in te werken voor de duikers die de GEWI-ankers oplengen,
SUPporter 2 - Maart 2016
wapeningskorven plaatsen en de diepwand schoonspuiten. Na het ontgraven zijn de 194 Tubexpalen vanaf een ponton geboord. Het moment waarop men kon beginnen met het storten van de onderwaterbetonvloer was uiteindelijk drie maanden later dan in eerste instantie gepland. Het storten van de onderwaterbetonvloer is de meest logistieke en uitvoeringstechnische uitdaging van dit project, verteld Joris Hesselink. In 46 uur tijd moet 3500 kuub beton worden aangevoerd en gestort wat zorgt voor een grote hoeveelheid af- en aanvoer bewegingen van vrachtwagens. Er stond een betoncentrale stand-by voor het geval de centrale zou uitvallen en ook hier waren aanrijroutes voor vastgelegd. Naast de twee benodigde betonpompen stond een derde pomp standby op de hub. Dit in hartje Groningen moet inderdaad een logistieke uitdaging zijn. Daarom is een uitgebreid logistiek plan opgezet voor zowel de kelderbouw als de opbouw, met omschrijvingen van taken, werk procedures voor o.a. risico analyses en verdere logistieke afspraken.
Na het storten van de onderwaterbetonvloer wordt de bouwput leeg gepompt om zo de kelderbak zichtbaar te maken en te kunnen beginnen met het maken van de poeren en de constructieve vloer bovenop de onderwaterbetonvloer. Vervolgens wordt middels prefab betonnen kolommen en in het werk gestorte betonnen kernen en -vloeren, een parkeergarage van vijf lagen gerealiseerd. Bovenop deze vijf lagen parkeergarage komt vervolgens het nieuwe Groninger Forum dat bestaat uit twee betonnen kernen met daartussen een complexe staalconstructie. Deze constructie wordt simpel gezegd laag voor laag opgebouwd waarbij de betonnen kernen in het werk worden gestort met behulp van speciale bekisting. Deze bekisting is van een dergelijke afmeting dat speciaal transport nodig was om het op de bouwplaats te krijgen. Als de eerste lagen gereed zijn en het beton voldoende uitgehard is kan de stalen constructie worden opgebouwd tussen de kernen. In de stalen constructie wordt vervolgens een staalplaatbetonvloer
aangebracht, om zo tot een gebouwvolume te komen. De gevel bestaat vervolgens uit een combinatie van natuursteen en vliesgevel, die er voor zorgen dat het contrast tussen massief en open een duidelijk architectonisch gebaar worden. Wat betreft installaties pakt BAM het innovatief aan; de grote pakketten en grote installatieschachten worden tijdens de bouw ingehesen zodat problemen met plaatsen worden voorkomen. Zo worden installaties op vloer 9 neergezet terwijl vloer 10 dan in aanbouw is. Verder maakt BAM gebruik van een hub net buiten Groningen waar tijdelijk materiaal en materieel kan worden opgeslagen en waar voorbereidend werk kan worden gedaan. Zo maakt BAM op de hub stalen kooien van drie verdiepingen hoog waarin alle leidingen, buizen en kanalen zijn aangebracht, zodat deze op locatie kunnen worden ingehesen in de betonnen kernen. Sneller bouwen is het gevolg.
Tekst: Nick van de Werdt Foto’s:1. Website NL Architects 2. Nick van de Werdt 3. ABT 4. Bam Advies en Engineering 5. Nick van de Werdt 6. Bam Advies en Engineering 7. Nick van de Werdt, 8. Nick van de Werdt 9. Nick van de Werdt
Bekisting (5)
Render constructie (4)
Installatie kasten (6)
51
SUPporter 2 - Maart 2016
WIST
JE DAT?
Wist je dat alle bouwvakkers met de fiets naar de bouwplaats komen? Ze parkeren namelijk allemaal hun auto op de HUB net buiten Groningen en fietsen zo elke dag op en neer naar de bouwplaats! Wist je dat de onderwaterbetonvloer van 1m dik alleen tijdens de bouwfase zijn functie heeft? De vloer zorgt er namelijk simpelweg alleen voor dat de bouwkuip niet vol stroomt met grondwater. Na het storten van een constructieve vloer bovenop de onderwaterbetonvloer, zit zijn werk er dus op! Wist je dat het gebouw bij oplevering circa 17.000m2 aan vloeroppervlak en 80.000m3 aan inhoud bevat? Wist je dat er onder het gehele complex 194 Tubex-palen in de grond zijn aangebracht? Wist je dat de gevel op sommige plekken ruim 21 meter overhelt? Wist je dat de begane grondvloer voor een groot deel moet worden gesloopt? Door het aardbeving bestendig maken van het gebouw heeft men de eerste laag betonnen kernen en een groot deel van de begane grond vloer moeten slopen zodat deze sterker kan worden uitgevoerd.
SEISMISCHE
CONSEQUENTIES
In februari 2015 komt het nieuws dat de bouw van het Groninger Forum moet worden gestopt door toedoen van aardbevingen in de regio Groningen en het verschijnen van de groene versie van de nieuwe richtlijnen voor aardbevingbestendig bouwen. Op dat moment zijn de betonnen kernen van de 1e verdieping net gestort. BAM werkt vanaf dat moment samen met de constructeurs van ABT om het gebouw aardbevingbestendig te maken. Vele opties zijn de revue gepasseerd waaronder base isolation waarbij het gebouw ‘trillingsvrij’ wordt gefundeerd of stalen kernen in plaats van betonnen kernen om de eigen frequentie van het gebouw beter te maken. Uiteindelijk is gekozen om het bestaande ontwerp voor de constructie te versterken wat inhoud dat stalen profielen zwaarder worden en dat er meer wapening in het beton zal moeten komen. Verder hebben naar aanleiding van deze keuze een aantal kleine aanpassingen moeten plaatsvinden in vooral de betonnen draagconstructie waarbij bijvoorbeeld portalen gedicht zijn en een aantal ramen verschoven zijn. Deze aanpassingen hebben beperkte gevolgen op het ontwerp, wat ook het uitgangspunt was van de opdrachtgever. Het rekenmodel dat benodigd was om deze constructie seismisch door te rekenen is gemaakt in Nieuw Zeeland door experts op het gebied van aardbevingbestendig bouwen, in samenwerking met BAM en ABT. Ook heeft BAM rekening moeten houden met het aardbevingbestendig uitvoeren
van de bouw. Zo is bijvoorbeeld de kraan doorgerekend, om te kijken of deze niet kans heeft op omvallen of instorten bij een zware aardbeving en is ook de gevelsteiger doorgerekend op aardbevingen. Uiteindelijk heeft het BAM en ABT veel tijd en moeite gekost om het gebouw aardbevingbestendig te kunnen herontwerpen. BAM heeft er ter allen tijde voor gezorgd dat veiligheid voorop staat terwijl het risico van dit bouwproject vanaf het begin beheerst is. Een kelderbak van 18 meter diep, daarboven op een tien verdiepingen hoog gebouw met grote overspanningen en atria, en dat alles aardbevingbestendig, zal het resultaat zijn van dit bouwproject. BAM heeft veel geleerd van dit project en zullen deze ervaring daarom nog lang kunnen gebruiken in toekomstige projecten!
Slijpbladen (8)
Sloopwerkzaamheden (7)
52
Bouwplaats (9)
SUPporter 2 - Maart 2016
iQWoning
Woonklaar in zes weken De iQwoning is een huisvestingsconcept van Ballast Nedam dat inspeelt op de voordelen van modulair bouwen. Alleen de breedtemaat en de hoogte van de betonnen modules liggen vast. De indeling en de afwerking ervan worden bepaald door de bewoner. De iQwoning wordt voor 85 procent in de fabriek gemaakt waardoor er een constante hoge kwaliteit is, geen verspilling, een korte bouwtijd en minimale overlast voor de omgeving. Vanaf drie woningen kan de productie worden gestart. Die kleinschaligheid maakt het concept geschikt voor herontwikkeling door woningcorporaties en (institutionele) beleggers. Onder geconditioneerde omstandigheden in de fabriek worden de modules van binnen compleet afgewerkt met alle gewenste voorzieningen. Op de bouwplaats worden de modules geplaatst, gemonteerd en afgewerkt. Hierdoor kan de woning binnen zes weken worden gebouwd. Duurzaamheid is een belangrijk thema dat zowel in de iQwoning zelf als in het gehele productieproces terugkomt. In een iQwoning is een EPC-waarde onder de 0,6 standaard en met een aantal aanpassingen kan deze teruggebracht worden naar 0. Ook tijdens het productieproces is duurzaamheid een speerpunt. De modulaire bouw resulteert in 30-40% minder vervoersbewegingen van en naar de bouwplaats van mensen en materialen. Ook de afvalstromen van de industriële productie zijn beperkt. Grondstoffen en materialen worden efficiënter ingekocht en gebruikt en het beperkte restafval dat ontstaat wordt volledig gerecycled.
Opslag in fabriek
OEGSTGEEST
In Oegstgeest is de woningstichting Buitenlust bezig met de vernieuwing van alle 211 huurwoningen, op basis van een samenwerking tussen Ballast Nedam en architect VanWilsumVanLoon. Om bij deze omvangrijke herstructurering het karakter van de wijk te behouden, wordt het merendeel van de woningen gerenoveerd. De 70 woningen die worden gesloopt behoren tot de oudste woningen van Woningstichting Buitenlust en de bouwtechnische staat van deze woningen is slecht. Vervanging van deze woningen maakt het mogelijk om de entree naar de wijk te verbeteren en met een passende architectuur de authentieke uitstraling van de wijk te herstellen. Om de duur en impact van overlast voor de wijk te beperken en een hoge kwaliteit te bereiken, heeft Woningstichting Buitenlust gekozen voor conceptueel bouwen met behulp van iQwoningen. Er zijn uiteindelijk 61 iQwoningen opgeleverd.
Gevelbeeld tijdens de bouw
Water- en winddicht casco
Inhijsen module
Gerealiseerde woningen Oegstgeest
Tekst en foto’s: iQwoning bv
53
Slimme Bouwlogistiek
Gastcolumn: Siem van Merriënboer
Bouwlogistiek is het geheel van maatregelen om het juiste materieel, de juiste materialen en het juiste personeel met de juiste kwaliteit, op het juiste moment, op de juiste bouwplaats te krijgen. Dit tegen minimale kosten en met minimale overlast. Een goed georganiseerd en gepland logistiek proces van een bouwproject zorgt voor een minimaal aantal vervoersbewegingen en een vermindering van de verkeershinder door bouwwerkzaamheden. De huidige situatie in de bouw vertoont een hoog complex logistiek proces met een verregaande segregatie van transportstromen. Door de tendens van de laatste jaren richting binnenstedelijk bouwen is het logistieke proces noodgedwongen onder een vergrootglas gekomen. Gebrek aan ruimte op de bouwplaats, moeilijk bereikbare bouwlocaties in binnensteden en gemeentelijke regelgeving nopen de bouwsector tot innoveren op het vlak van bouwlogistiek. Slimme bouwlogistieke oplossingen voor deze binnenstedelijke logistieke uitdagingen zijn eerder grootschalig toegepast in internationale steden als Berlijn (Potsdamer Platz, 1993) en Londen (London Construction Consolidation Centre, 2005). De afgelopen jaren is ook in Nederland onderzoek gedaan naar en ervaring opgedaan met het toepassen van zogenaamde ‘best practices’ in bouwlogistiek voor binnenstedelijke bouwprojecten: bouwlogistieke hubs, bouwtickets, vervoer over water, mobiele voorraadcontainers, etc. (www.logistiekindebouw.nl) Ervaring leert dat cultuurverschillen tussen bouwkundigen en logistici en gebrek aan meten en vastleggen van gegevens en ‘lessons learned’ de implementatie daarvan bemoeilijken. De sleutel tot een doorbraak op het gebied van een efficiënte en effectieve aansturing van het logistieke proces van
en naar een bouwplaats, ligt in integrale ketenregie over de vele transportstromen gebaseerd op actuele en betrouwbare informatievoorziening. De huidige innovaties op logistiek gebied zijn gericht op deze integrale ketenregie: 4C control towers. 4C = Cross Chain Control Center, een regiecentrum waar meerdere complexe supply chains gecoördineerd en geregisseerd worden met behulp van de modernste technologie voor informatiedeling. Voorbeelden hiervan worden reeds toegepast in retaillogistiek (zie SIMACAN voor Albert Heijn) en container logistiek in de havens (zie SmartPort Rotterdam). ICT innovaties in de bouwsector ontwikkelen zich rondom het Bouwwerk Informatie Model (BIM ). De aansluiting van deze twee ontwikkelingen vanuit twee verschillende sectoren ligt in de continue dynamische synchronisatie van bouwplanning met logistieke planning vanaf het eerste ontwerp van een bouwwerk. Deze aansluiting moet nog worden ontwikkeld, maar zal een doorbraak opleveren in snelheid en efficiëntie van het integrale bouwproces. De afgelopen twee jaar is in een samenwerking tussen kennisinstellingen, brancheorganisaties en marktpartijen gewerkt aan het in de praktijk toepassen van slimme bouwlogistieke oplossingen en ketenregieconcepten binnen twee proeftuinbouwprojecten (“De Trip” in Utrecht en Hotel Amstelkwartier in Amsterdam). Deze publiek-private samenwerking is tot stand gekomen binnen het Topconsortium Kennis en Innovatie (TKI) van de topsector logistiek en heeft tot doel innovaties in de logistieke sector aan te jagen. In beide proeftuinbouwprojecten worden nieuwe informatiesystemen ingezet (KYP en Ilips) om grip te krijgen op de logistieke stromen en deze over de gehele keten van toeleverancier tot op de bouwplaats (met name het verticaal transport met bouwkranen) te synchroniseren. De traditionele bouwcultuur zorgt daarbij op verschillende vlakken voor specifieke complexiteit op het gebied van control towers, met name openheid ten aanzien van informatie delen en inzicht in de kostenstructuur vormen belemmerende factoren. Daarnaast heeft de bouw nu eenmaal te maken met veelvuldig wijzigende planningen, als gevolg van externe factoren (met name weersinvloeden) die niet of
nauwelijks te managen zijn, die ervoor zorgen dat het afstemmen van bouwplanning met logistieke planning veel aandacht vergt. De proeftuinen leveren waardevolle inzichten op over de toepasbaarheid en de impact op duurzaamheid van bouwlogistieke oplossingen en ketenregie concepten in de praktijk, waarbij control towers een essentiële en onmisbare schakel blijken te zijn. De huidige ontwikkelingen in aanbestedingstrajecten van grote bouwwerken in binnensteden vertonen een duidelijke toename van het belang van bouwlogistiek bij opdrachtgevers. Tijdens de tenderfase worden aanbieders door middel van het instrument EMVI uitgedaagd om met creatieve, duurzame oplossingen te komen om de overlast van de bouwwerkzaamheden tijdens de bouwfase te verminderen, waarbij bouwlogistieke oplossingen een steeds belangrijke rol vervullen. Daarbij ontstaan nieuwe logistieke concepten en samenwerkingsverbanden tussen ketenpartijen die voorheen ondenkbaar leken. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen groothandel in technisch installatiemateriaal Technische Unie en bouwmaterialengroothandel Raab Karcher, die voor specifieke bouwprojecten op elkaars transport- en overslagnetwerk meeliften en een totaal logistiek ontzorgingsconcept nastreven. Er valt nog volop te verbeteren op het gebied van logistiek in de bouwsector. De ondernemers die het verschil gaan maken pakken bouwlogistiek op als kans om te innoveren en zijn bereid om de processen samen met ketenpartners anders te organiseren.
Siem van Merriënboer is senior consultant logistiek bij TNO Sustainable Transport and Logistics. Daarbij ligt zijn focus op het ontwikkelen en toepassen van innovaties in logistieke netwerken op het gebied van ketenregie. 1 TNO, Hogeschool Utrecht, Hogeschool Rotterdam en TU Delft 2 Bouwend Nederland en Transport en Logistiek Nederland 3 VolkerWessels Bouwmaterieel, Boele en Van Eesteren, Ed Lafeber Transport, TBI JP van Eesteren, Croon Electrotechniek, Wolter & Dros
SUPporter 2 - Maart 2016
Willem van Dijk Verdichting...
Op zich dan ook een mooie parallel met het thema, want ook bij binnenstedelijke verdichting moet je je gezonde verstand gebruiken. Je moet er als stedebouwkundige voor zorgdragen dat de samenhang tussen alle elementen goed is geregeld. Voor architecten ligt hier dan ook de uitdaging om plannen te ontwikkelen die de gewenste leefomgeving bewerkstelligen. Waar natuurlijk de grote uitdagingen liggen op het vlak van infrastructuur, bezonning, privacy en uitzicht. Voor een uitvoeringsdeskundige kan binnenstedelijke verdichting een koppeling zijn naar hoogbouw, en wellicht ook een uitdaging om ondergronds de beschikbaar gestelde oppervlakte optimaal uit te nutten. Hier ligt dan ook gelijk een groot risico, de aandacht die moet worden geschonken aan diverse mogelijke uitvoeringsmethodes. Enerzijds geluidbeperkende maatregelen en anderzijds trillings- en zettingshinder
Het kan ook anders, even een uitstapje naar het buitenland. Ik moet weer terugdenken aan de studiereis met SUPport naar China in 2007. Met stomheid geslagen hoorden we het verhaal van onze gids aan in Shanghai, die ons een binnenstedelijk gebied met laagbouw aanwees waar circa 200.000 mensen woonden, qua inwoneraantal vergelijkbaar met de stad Eindhoven. Deze locatie werd in een tijdsbestek van een half jaar even vrijgemaakt voor de aankomende Expo. Bewoners kregen als alternatief op een andere locatie buiten de stad een woning toegewezen, die deel uit maakte van hoogbouwcomplex. Ik kan melden dat hier ook binnenstedelijke verdichting van toepassing was, maar dan op een andere schaal.
Veel grote steden zien hoogbouw als een belangrijk middel voor stedelijke verdichting. In zogenaamde hoogbouwnota’s krijgt hoogbouw op diverse locaties een prominente rol. En een mooi ontwerp zal dan gelijk als landmark en/of silhouet kunnen fungeren. Zoals reeds eerder beschreven, binnenstedelijke verdichting is voor iedere bouwkundige en ontwerper een uitdaging, des te meer een reden om hier verder goed onderzoek naar te verrichten.
Willem van Dijk
Als techneut, gelijk geassocieerd met betonconstructies. En dan denk ik bij verdichting aan de belangrijke mate van deze handeling die er voor zorgdraagt dat beton zijn gewenste kwaliteit en sterkte behaalt. En aansluitend voor samenhang zorgt met de aanvullende wapening. Binnen de bouwwereld wordt over deze activiteit, het verdichten van beton wat denigrerend gesproken. Bouwvakkers die op een steiger staan en met een zogenaamde trilnaald en op de gewenste afstanden de ingesloten lucht in de betonspecie moeten verdrijven. Voor deze werkzaamheden moet je eigenlijk goed je verstand gebruiken, want hoe vervelend kan het zijn als je de volgende dag je bekisting verwijderd en er allerlei grindnesten zijn ontstaan door de slechte verdichting.
Een ander belangrijk element voor ontwerpen van bouwobjecten in een binnenstedelijk gebied is omgevingsmanagement. Het lijkt een element wat je er even bij doet, het tegendeel is waar! Even een buurtoverleg, of een memo in de brievenbus, met de mededeling dat er vanaf volgende heiwerkzaamheden starten. Nee, die tijd is voorbij! Het is een aanvullende belangrijke competentie van een bouwkundige om vooraf goed na te denken wat de effecten zijn van hetgeen je gaat uitvoeren op de langere termijn. Je moet vooraf in gesprek met de omgeving, en let wel dit begint al bij het ontwerp. Wij merken als organisatie dat dit werkt! Eén van de voorbeelden hiervan is de nieuwe herontwikkeling van Hart van Zuid in Rotterdam. Al in de schetsontwerpfase zijn we met de omgeving in gesprek over onze ontwerpen en oplossingen. Dit wordt ontzettend positief ontvangen, en de realisatie van deze binnenstedelijk vernieuwing is dus een samenwerking geworden met de omgeving.
COLUMN
tot een minimum zien te beperken. De uitdaging is niet alleen de techniek, maar ook de budgettering! Hier wordt op de dag van vandaag veel te gemakkelijk over gedacht, het contractueel wegschrijven van de risico’s lost in basis niets op. De kracht moet hem zitten in het vooraf doordacht nadenken over haalbaar- en maakbaarheid.
Willem van Dijk is gastdocent Construction Technology. Hij is als Adjunct-Stafdirecteur werkzaam bij Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling Speciale Projecten. Daarnaast is hij bestuurslid bij VN Constructeurs.
55
SUPporter 2 - Maart 2016
Colofon
Agenda
UITGAVE SUPporter is een uitgave van SUPport, studievereniging van de capaciteitsgroep Building Technology van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven Š 2016 Het magazine SUPporter verschijnt in een oplage van 600 exemplaren per editie.
INNOVATIE
REDACTIE Geordy van Bussel Nikki Mastenbroek Tommy Nuijten Nick van de Werdt FOTO OMSLAG Alex Jagendorf FOTO SPECIAL Bram van de Biezen, ANP DRUKKERIJ Drukwerkdeal, Deventer. www.drukwerkdeal.nl Niets in deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder toestemming van het bestuur van studievereniging SUPport.
OP
LOCATIE
Het jaarlijks terugkerende vak Innovatie op Locatie staat weer voor de deur! Wil jij een week lang op een bouwplaats ervaren hoe het er in de bouw aan toegaat, met een innovatieve oplossing komen voor een probleem en in contact komen met jou potentiĂŤle toekomstige werkgever? Schrijf je dan voor het 4e kwartiel in voor IoL of kom eerst voor meer informatie naar de SUPporthoek op vloer 2!
BIERKRATTENBRUG
Tegelijkertijd met Innovatie op Locatie staat nog een groot project voor je klaar; het bouwen van een Bierkrattenbrug. Wil jij helpen met bouwen aan de brug die de geschiedenisboeken in zal gaan en leren hoe je in een team moet werken onder hoge tijdsdruk? Schrijf je dan snel in als bouwer!
WORKSHOP LASSEN (26
APRIL)
ADVERTENTIES Voor informatie met betrekking tot adverteren en lidmaatschappen, kunt U contact opnemen met: Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven, of mail naar: support@bwk.tue.nl t.a.v. Nick van de Werdt, Commissaris Public Relations
EXCURSIE FOAMGLAS (10
MEI)
ADVERTEERDERS Koninklijke BAM groep NV Hurks Bouwkunde Bedrijvendagen Bouwen met Staal Ballast Nedam Foamglas Octatube Besix Heijmans Dura Vermeer TBI Continu
WORKSHOP PERSONAL BRANDING
De redactie verklaart dat de inhoud van deze uitgave zorgvuldig en naar beste weten is samengesteld. Zij aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die zijn gebaseerd op de geboden informatie. REDACTIEADRES Studievereniging SUPport Postbus 513, Vertigo vloer 7 5600 MB Eindhoven telefoon: 040 - 247 26 58 telefax: 040 - 247 58 87 http://www.support.tue.nl email: support@bwk.tue.nl
56
In een nieuw jasje organiseert SUPport op 26 april de jaarlijks terugkerende workshop lassen in samenwerking met Stichting Bouwen met Staal, het NIL en het Summa College. Dit jaar zijn wij welkom in Bladel bij Lascentrum De Kempen van het Summa College. Het programma zal later uitgebreid op de site en facebook komen maar nu alvast voorproefje; een lezing over lassen en Bouwen met Staal, een lunch en een workshop lassen met verschillende soorten las apparatuur! Op 10 mei organiseren wij als SUPport een unieke excursie naar Foamglas, een vooraanstaand bedrijf in isolatiematerialen. Wil jij meer weten over het productieproces van dit isolatiemateriaal? Schrijf je dan in via de site zodra de activiteit online staat! Continu organiseert ook dit jaar in samenwerking met SUPport de workshop Personal Branding! Wil jij weten hoe je jezelf goed profileert op de arbeidsmarkt en hoe je bij een sollicitatie gesprek het verschil kan maken? Schrijf je dan in via de site zodra de activiteit online staat!
Kijk eens goed om je heen, al je medestudenten zijn na je studie
Bouwkunde
jouw concurrenten. Oriënteren en specialiseren tijdens de studie is dus nog niet zo’n slecht plan. Want direct je droombaan vinden na je afstuderen is niet vanzelfsprekend. Met de juiste persoonlijke begeleiding en kennis van de markt helpt Continu jou met die eerste stap in je carrière. Daarvoor zijn we tenslotte intermediair. Je carrière wacht op je, waar wacht jij nog op?
Ga naar www.continu.nl, vind de vestiging bij jou in de buurt en kom in contact met één van onze adviseurs.
Continu is gevestigd in Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJssel, Eindhoven, Heerenveen, Maastricht en Utrecht
Elektrotechniek
Civiele techniek
Installatietechniek
Werktuigbouwkunde
www.continu.nl