INHOUD
3 Orde klaar voor evaluatiegesprekken door medisch specialisten
5 UEMS 50 jaar 8 Interview: IFMS in de praktijk 10 Nieuwe Handelsregisterwet per 1 juli 2008 van kracht 11 Wet Personenvennootschappen mogelijk per 1 januari 2009 van kracht 18 Toewijzing instroomplaatsen aios 2009 20 Onderhandelaarsakkoord CAO Ziekenhuizen 21 Arbeidsongeschiktheidsverzekering Interpolis verbeterd Twa a l fd e
j a a r g a n g
•
j u n i
2 0 0 8
•
n u m m e r
MW. C.M. ENGELHART, GYNAECOLOOG EN GESPREKSLEIDER IFMS:
“DE GROTE WINST VAN IFMS IS DAT HET MEER ONDERLING BEGRIP KWEEKT”
3
Advertentie A4 Corporate april 08.qxp
15-4-2008
14:56
Pagina 1
Guus van Montfort, algemeen directeur
Prismant: hĂŠt kennis- en expertisecentrum in het hart van de zorg Optimaal informeren, adviseren, ondersteunen en
Prismant kiest voor inhoud, expertise en deskundigheid,
daarmee bijdragen aan een goede sturing en kwaliteit van
informatie, opleidingen en methodieken. Om de voor-
zorg; dĂĄt is onze missie. Uitgangspunten zijn: objectiviteit,
delen hiervan ten volle te benutten, werken wij in een
gedegenheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid.
platte organisatie met zes expertgebieden:
Prismant wortelt in de basis en heeft een sterke band met
Kwaliteit en Veiligheid
de top van de zorg. Vanuit die unieke sleutelpositie
Arbeidsmarkt en HRM
dragen wij actief bij aan ontwikkelingen in landelijke
Markt en Stelsel
beleid en in het veld. Wij ondersteunen onze klanten in
Bedrijfsvoering en Positionering
hun streven de doeltreffendheid, doelmatigheid, toegan-
Informatie Expertise
kelijkheid en kwaliteit van zorg te verbeteren. Dat doen
Academie
www.prismant.nl
wij door de kracht van onze onderzoekers en adviseurs optimaal te bundelen. Tevens verzorgen we trainingen,
Deze expertgebieden beschikken elk over hun eigen
masterclasses en congressen.
contextspecifieke kennis en hebben een zelfstandig gezicht naar de markt. Door optimale afstemming van
Betrouwbare kennis en informatie vormen een onmisbaar
onderzoek, advies, opleiding en informatie bieden wij een
fundament. Prismant verzamelt relevante data en beheert
vorm van ondersteuning die in Nederland in deze breedte
en bewerkt ze. Onze positie als hĂŠt kennis- en expertise-
haar gelijke niet kent.
centrum in de zorg verplicht ons en onze medewerkers het beste uit onszelf te halen.
Prismant, synergie tussen onderzoek, advies, opleiding en informatie
Prismant, Postbus 85200, 3508 AE Utrecht, T 030 - 2345 678, E prismant@prismant.nl, www.prismant.nl
1_1_stA4_fc_C.indd 1
1000-20-8000-0324 OvMS Ordenieuws 2008/3
Kleur: FullColor
20-05-2008 09:48:13
ACTUEEL
3
Orde klaar voor evaluatiegesprekken door medisch specialisten Voorzitter van de Ordecommissie IFMS prof. dr. H.P.H. Kremer (midden) overhandigt het rapport aan de algemeen voorzitter van de Orde, W.G.J.M van der Ham (rechts) en aan de voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit, dr. L.H. van Hulsteijn (links).
De primaire doelstelling is de continue verbetering van het professioneel handelen. Uiteindelijk doel is ook de borging en bewaking en waar mogelijk verdere verbetering van de kwaliteit van zorg. Veel van de al langer bestaande kwaliteitsinstrumenten in de medisch-
specialistische zorg zijn niet primair gericht op het individueel functioneren van medisch specialisten, maar op het collectief: de gehele maatschap/vakgroep of zelfs het gehele specialisme (richtlijnen). Met IFMS voeren de medisch specialisten jaarlijks een gesprek met een daarvoor speciaal getrainde collega over de kwaliteit van zorg, de persoonlijke ontwikkeling, de relatie met collega’s en de omgang met patiënten en het management. De jaarlijkse evaluatiegesprekken hebben een preventieve werking, waardoor disfunctioneren in een vroeger stadium kan worden voorkomen én kan worden voorkomen dat collega’s afglijden naar mogelijk disfunctioneren.
Oorzaken van incidenten en onbedoelde schade; de meerwaarde van melden Rond het verschijnen van deze editie van Ordenieuws heeft de Orde in samenwerking met Nivel en EMGO Instituut/VUmc het symposium ‘Oorzaken van incidenten en onbedoelde schade’ georganiseerd. Op het symposium zijn de resultaten gepresenteerd van het tweede deel van het patiëntveiligheidsonderzoek in de Nederlandse ziekenhuizen. Kijk voor het laatste nieuws rondom dit symposium op www.orde.nl.
Belang individuele medisch specialist De voordelen van IFMS voor de individuele medisch specialist zijn: het constateren van individuele sterke en zwakke punten, het mogelijke voorkomen van burn-out of afglijden naar een minder niveau van functioneren en de mogelijkheid om onvrede te bespreken. Het strikt vertrouwelijke karakter en de regie in handen van een collega bepalen de mate van welslagen.
Twee methodes Op 21 april 2008 heeft de Ordecommissie IFMS haar eindrapportage aangeboden aan het Ordebestuur. De commissie adviseert het ook in de opleiding gebruikte competentiemodel van het CCMS te volgen. Zo ontstaat een natuurlijke continuïteit met de opleiding. De keuze van medische staven tussen de twee mogelijke methodes wordt vrijgelaten, maar de commissie en de Orde achten het wenselijk dat zij gebruik maken van óf Multisource Feedback (MSF) óf Appraissal & Assessment (A&A). Voor een
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Medisch specialisten starten met het invoeren van evaluatiegesprekken over het eigen functioneren in het project Individueel Functioneren Medisch Specialisten ‘Persoonlijk beter’ (IFMS). IFMS is een evaluatie van het individueel functioneren van medisch specialisten door middel van het voeren van evaluatiegesprekken, het bijhouden van een portfolio, het verzamelen van informatie bij derden en het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).
ACTUEEL
4
IFMS dient primair ter verdere verbetering van de kwaliteit van het individueel functioneren van de medisch specialist. Het is een systeem vóór medisch specialisten, dóór medisch specialisten. De basis van de individuele evaluatie is laten zien hoe je werkt en aan anderen vragen hoe zij vinden dat je werkt. Vervolgens wordt in een collegiaal gesprek gereflecteerd op deze gegevens en wordt een plan geformuleerd voor te verbeteren aspecten. Na een jaar moet worden getoetst of de voorgenomen verbeteracties van het functioneren daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Zie voor meer informatie over IFMS het interview op pagina 8. Meer informatie over IFMS kunt u vinden op www.orde.nl.
COLOFON Ordenieuws is een uitgave van de Orde van Medisch Specialisten en verschijnt in een oplage van 11.000 exemplaren
U kunt ook bellen met (030) 28 23 666. Reageren? Bel naar
goede 360º feedback is het oordeel van patiënten en a(n)ios bij beide methodes essentieel. Alle medisch specialisten houden een portfolio bij, waarmee zij zelf hun professioneel functioneren in kaart brengen op basis van de 7 CCMS-competentiegebieden. Daarna volgt de reflectie: wat zijn sterke punten en wat zou beter kunnen? Van daaruit worden concrete actiepunten benoemd voor het persoonlijk ontwikkelingsplan.
Implementatie IFMS Het Ordebestuur bevordert IFMS bij de medische staven in alle ziekenhuizen. Daarnaast bewaakt, borgt en waar nodig verbetert de Orde de inhoud van IFMS. Vooruitlopend op het advies van de commissie IFMS heeft de Orde eind 2007 een website met helpdesk ingericht om medische staven te faciliteren bij de uitrol van IFMS. Daarnaast worden trainingen georganiseerd voor de gespreksleiders.
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Verplichtstelling IFMS is vooralsnog niet verplicht, maar net als de kwaliteitsvisitatie sinds 2006 een eis is voor de herregistratie, kan dat ook voor IFMS gaan gelden. Nadrukkelijk gaat het hierbij niet om de uitkomsten van de individuele evaluatie, maar om de participatie. De Orde heeft 2012 genoemd als streefjaar waarop de herregistratie-eis kan worden ingevoerd, omdat alle medische staven in de Nederlandse ziekenhuizen dan in de gelegenheid zijn geweest IFMS in te voeren en omdat IFMS als systeem dan ook goed kan functioneren. Gezien de voortvarendheid waarmee IFMS in
de medische staven wordt opgepakt, lijkt 2012 voor IFMS nog steeds een goed ‘oogstjaar’.
Kwaliteitscyclus rond Met IFMS is de medisch-specialistische kwaliteitscyclus rond. Die kwaliteitscyclus omvat onder meer de toetsing van richtlijnen in de praktijk met indicatoren en kwaliteitsvisitatie.
Dat geldt ook voor de complicatieregistraties en de necrologiebesprekingen, waarbij het effect van een richtlijn op het gebied van kwaliteit én veiligheid kan worden gemeten. Aanbevelingen in visitatierapporten en resultaten van indicatoren worden gebruikt bij het onderhoud van bestaande en bij de ontwikkeling van nieuwe richtlijnen. ■
(030) 28 23 654 of e-mail naar communicatie @orde.nl
Redactie Afdeling Communicatie en Informatie
Redactie-adres Postbus 20057
Kabinet wil extra geld voor opleidingen in de zorg Het kabinet heeft op voorstel van minister Klink van VWS extra geld beschikbaar gesteld voor medische opleidingen, oplopend tot € 42 miljoen in 2013. Hiermee wil het kabinet het aantal opleidingsplaatsen voor medisch specialisten verhogen. Dit blijkt uit de kabinetsreactie op het advies van het Capaciteitsorgaan voor de medische en tandheelkundige vervolgopleidingen en de technologische vakken in de zorg, dat in maart 2008 is verschenen. Het kabinet kiest voor een licht overschot van medisch specialisten. Dat is nodig nu de zorg verandert naar een meer vraaggeoriënteerde zorg, waarin de patiënt centraal staat en waarin partijen de mogelijkheden hebben om keuzes te maken. Daarom wordt de instroom in de medisch specialistische vervolgopleidingen
voor medisch specialisten verhoogd. Daarnaast verwacht het kabinet dat de inzet van zogeheten ‘nurse practitioners’ en ‘physician assistants’ een goede bijdrage kan leveren aan het opvangen van de toenemende zorgvraag.
Huisartsenopleiding Verder wordt in 2009 en 2010 de instroom in de huisartsenopleiding verhoogd met 84 per jaar. Om in de toekomst een tekort aan huisartsen te voorkomen, verhoogt het kabinet nu reeds de instroom. Tegelijkertijd vraagt het kabinet het Capaciteitsorgaan binnen twee jaar een nieuw advies uit te brengen om de ontwikkelingen te blijven volgen.
3502 LB Utrecht (030) 28 23 654
Druk ELMA Multimedia B.V. Broek op Langedijk
Medewerkers aan dit nummer René Verleg Rob van Es
Vormgeving Berkhout Grafische Ontwerpen, BNO Harmelen
Overnemen van de inhoud, geheel of gedeeltelijk, is toegestaan mits met bronvermelding.
Numerus Fixus Het kabinet heeft besloten de numerus fixus geneeskunde te handhaven op het huidige niveau van 2.850 per jaar, waarmee de wens van de Tweede Kamer wordt gevolgd. ■
ISSN: 1572-252X Kijk voor het laatste nieuws op www.orde.nl
Foto cover: René Verleg
ACTUEEL
UEMS 50 jaar
Vergadering van de voorzitters en secretarissen van de UEMS.
Door de sprekers zijn verschillende onderwerpen belicht: • Zorgdragen voor de beste patiëntenzorg • De UEMS: verleden, heden en toekomst • Bij- en nascholing van medisch specialisten (CME/CPD) • De toekomst van de medisch specialist in de Europese gezondheidszorgsystemen
Oprichting UEMS Het proces van Europese integratie is in 1957 geïnitieerd door de ondertekening van het Verdrag van Rome, dat voorzag in vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. De aan dit Verdrag ten grondslag liggende beginselen van een noodzakelijke samenhang tussen politieke en economische integratie van de West-Europese landen, bracht ook de vrij beroepsbeoefenaren tot een intensievere samenwerking. In dit kader werd een jaar later op 20 juli 1958, mede op initiatief van de Landelijke Specialisten Vereniging (LSV), door vertegenwoordigers van de 6 EEG-landen (Frankrijk, Italië, Duitsland en de Benelux) de UEMS
opgericht als professionele organisatie van alle Europese medisch specialisten. Namens Nederland was dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen, cardioloog, toenmalig voorzitter van de LSV, daar als een van de initiatiefnemers zeer nauw bij betrokken.
Doelstelling UEMS De UEMS is de oudste Europese artsenorganisatie. In de UEMS hebben zitting vertegenwoordigers (medisch specialisten) van de representatieve organisaties van de medisch specialisten van de landen die lid zijn van de Europese Unie (EU). De algemene statutaire doelstelling van de UEMS is de harmonisatie van de medisch specialistische vervolgopleidingen en praktijkuitoefening en de kwaliteit van de medisch specialistische gezondheidszorg binnen de EU. Bij- en nascholing spelen daarbij ook een rol. De UEMS heeft het recht om als Europese organisatie haar mening te laten horen in bijvoorbeeld de Europese Commissie.
Inventarisatie Een van de eerste activiteiten van de UEMS was de inventarisatie van de erkende medische specialismen, de benaming en de opleidingsduur.
Voor een medisch specialisme dat is erkend in 2/3 van de EU-lidstaten heeft de UEMS een Sectie ingesteld, waarin per lidstaat 2 medisch specialisten als vertegenwoordiger van het betreffende in hun land erkende dan wel aanpalend erkend medisch specialisme zitting hebben. Enige jaren geleden werden binnen de Secties European Boards opgericht, werkgroepen die zich vooral bezig houden met de verschillende facetten van de opleiding van het betreffend erkend medisch specialisme. Verschillende Secties hebben via hun European Board inmiddels samenwerking met hun Europese wetenschappelijke vereniging. Thans zijn er 37 UEMS Secties en European Boards. De resultaten van de inventarisatie zijn vastgelegd in de ‘EU Richtlijnen inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels van artsen’ en de ‘EU Richtlijnen inzake de vrije uitwisseling van artsen binnen de EEG’, die in 1976 door de Raad van Ministers van de EEG in Brussel zijn ondertekend en per 1 januari 1977 in werking zijn getreden. Daardoor brak voor de UEMS een meer praktische fase aan. Ten gevolge van de overgang van de EEG tot de EU en de uitbreiding tot thans 35 EU-landen, zijn die richtlijnen inmiddels enkele keren gewijzigd. In de richtlijnen staan de erkende medische specialismen genoemd met de minimum opleidingsduur.
5
Harmonisatie In de afgelopen jaren hebben de UEMS-Secties voor hun eigen specialisme overeenstemming bereikt over de maximum opleidingsduur en de harmonisatie van de inhoud van de opleiding. Deze items van de verschillende erkende medische specialismen zijn vastgelegd in UEMS Charters, die als professionele aanbevelingen dienen voor alle nationale organisaties in de EU. Zo heeft de UEMS onder meer opgesteld: • Charter on Training of Medical Specialists in the European Community (1993).
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Op 18 april 2008 is tijdens een feestelijk symposium getiteld ‘Building on solid foundations to improve specialist healthcare for European citizens’ in Brussel het 50-jarig bestaan gevierd van de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS).
ACTUEEL
6
• Charter on Continuing Medical Education of Medical Specialists in the European Union (1994) • Charter on the Visitation of Training Centres (1997). Het Nederlandse opleidingssysteem met opleidingseisen, opleidingsduur en de visitatie van de opleiding, de opleidingsinstelling en de opleider/ het opleidingsteam, heeft daar mede dankzij de inbreng van de Nederlandse vertegenwoordigers model voor gestaan.
Common Trunk Een belangrijk onderwerp binnen de UEMS(-Secties) was onder meer ook de common trunk, de initiële opleiding van de interne c.q. de heelkundige specialismen, ter voorbereiding op de opleiding in een van de deelspecialismen. De common trunk is per (deel)specialisme verschillend. Ook staan nog steeds op de agenda onderwerpen als de specialistenbehoefte, de opleidingscapaciteit en de accreditatie van bij- en nascholing.
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
EU-visitatie naar Nederlands model Voorafgaand aan de UEMS-vergadering te Athene in het najaar van 1986, heeft op verzoek van de Griekse zustervereniging een visitatie plaatsgevonden naar Nederlands model. In die visitatiecommissie ad hoc hadden zitting de toenmalige leden van de Nederlandse delegatie van de UEMS, A.J. Simons, radioloog en dr. J.W. Merkelbach, chirurg, beiden lid van het bestuur van de UEMS samen met de toenmalig voorzitter van de UEMS dr. A. Kuttner, orthopaedisch chirurg (Duitsland), dr. L.P. Harvey, gynaecoloog (Engeland) en dr. F. Perraro, internist (Italië), beiden eveneens lid van het bestuur van de UEMS. Inmiddels vinden er bij steeds meer medische specialismen naar Nederlands model EU-visitaties plaats en dat aantal groeit nog steeds.
Nederlandse medisch specialisten op sleutelposities De LSV – en later de Orde – heeft gedurende de afgelopen 50 jaar altijd nauwe banden gehad met de
UEMS. Dat blijkt onder meer uit de inzet van diverse Nederlandse medisch specialisten op sleutelposities in het bestuur van de UEMS. Liaison officer Zo is sinds de oprichting tot 1990 de functie van liaison officer tussen de UEMS en het Comité Permanent (thans Comité Permanent des Médecins Européens) altijd door een Nederlander bekleed, achtereenvolgens: Dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen, cardioloog, 1958-1968; H. van Giffen, longarts, 1968-1980; Dr. H.P.J. Winters, plastisch chirurg, 1980-1984; A.J. Simons, radioloog, 1984-1990; Dr. C.C. Leibbrandt, kno-arts, 1996-1999. Vice voorzitter Vice voorzitter zijn geweest: Dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen, cardioloog; A.J. Simons, radioloog; Dr. J.W. Merkelbach, chirurg; P.J. Theuvenet, anesthesioloog. Secretaris Generaal UEMS Dr. C.C. Leibbrandt, kno-arts, was van 1999-2002 secretaris generaal van de UEMS in Brussel. Voorzitter, Secretaris, Penningmeester UEMS-Sectie en European Board In de afgelopen decennia hebben diverse Nederlandse medisch specialisten zeer belangrijke rollen gespeeld en zijn zeer actief geweest in hun UEMS-Secties en Boards. Vooral de laatste jaren zijn de activiteiten van de UEMS-Secties steeds belangrijker geworden en is de inbreng en de samenwerking met het UEMS-bestuur meer gestructureerd en intensiever geworden. Het huidige hoofd van de Nederlandse delegatie, dr. H.S.L.M. Tjen, internist, was gedurende vele jaren actief als lid en als voorzitter van de UEMS-Sectie Interne Geneeskunde en de European Board Interne Geneeskunde. Diverse Nederlandse collegae hebben zodoende sterk hun stempel gedrukt op het beleid van de UEMS in de afgelopen 50 jaar en hebben ook initiatieven genomen om tot een hechtere samenwerking te komen van de UEMS met de organisaties van medisch specialisten binnen de EU en de wetenschappelijke verenigingen.
Bijeenkomsten Nederlandse vertegenwoordigers in de UEMS-Secties en Boards Sinds de oprichting van de UEMSSecties zijn door de LSV en tot op heden door de Orde meestal 2 keer per jaar bijeenkomsten gehouden van de Nederlandse delegatie bij de UEMS met de Nederlandse vertegenwoordigers in de UEMS-Secties en European Boards. Doel van die bijeenkomsten is elkaar over en weer te informeren, van elkaar te leren en zo veel mogelijk doublures te voorkomen als ook ter voorbereiding van de voorjaarsvergadering en de najaarsvergadering van het bestuur van de UEMS. Bij onze najaarsbijeenkomst in 2007 was ook aanwezig de huidige secretaris generaal dr. B. Maillet, die de vertegenwoordigers op de hoogte heeft gebracht van de laatste stand van zaken met betrekking tot verschillende UEMS-topics.
Op naar de volgende 50 jaar De Orde heeft de UEMS van harte gefeliciteerd met haar 50-jarig bestaan en heeft de hoop en het vertrouwen uitgesproken dat de UEMS de komende 50 jaar – als de grenzen binnen de EU nog verder open gaan – volop zal bruisen van energie en EU-breed de kwaliteit van de (aankomend) medisch specialisten en van de medisch specialistische gezondheidszorg zal blijven bewaken en bevorderen. De Nederlandse delegatie bij de UEMS, Dr. H.S.L.M. Tjen, internist Mevr. mr. W.L.R. Kuipers, bureau Orde van Medisch Specialisten ■
Erelid UEMS Tijdens een bijzondere vergadering van het bestuur van de UEMS op 19 april 2008, is dr. C.C. Leibbrandt benoemd tot erelid van de UEMS. Zoals ook blijkt uit het vorenstaande, heeft hij zich gedurende vele jaren buitensporig ingespannen voor de UEMS. Niet alleen als liaison officer tussen de UEMS en het CPME en als secretaris generaal van de UEMS, maar ook als initiatiefnemer en mede-oprichter van het EACCME (European Accreditation Council for Continuing Medical Education).
COLUMN
Medisch specialisten met stip 7 Als je het woord ‘markt’ sec beoordeelt, namelijk als hetgeen in allerhande kraampjes op een plein te midden van winkelend publiek gebeurt, dan is het belangrijkste bestanddeel van deze bezigheid het zo luidkeels mogelijk aanprijzen van de eigen waren van een uitstekende kwaliteit tegen de scherpste prijs. Ik kwam hierop toen ik las dat veel zorgverzekeraars in navolging van het echte bedrijfsleven druk bezig zijn met ‘preferred suppliers’. Zo betoogde J.W. Schouten van Zorgverzekeraars Nederland tijdens een symposium, dat ziekenhuizen die meedoen aan Sneller Beter tot ‘preferred suppliers’ mogen worden bestempeld, mits zij de gestelde doelen behalen. Ik kan vanzelfsprekend niet anders dan van harte toejuichen dat verzekeraars op basis van heldere kwaliteitseisen hun inkopen gaan doen.
onderhandelingspositie hebben; hoe zit het met bijvoorbeeld extramurale medisch specialisten en huisartsen of fysiotherapeuten? Vooral die laatste groep heb ik al horen klagen dat zij als zorgverlener allesbehalve een gelijkwaardige onderhandelingspositie hebben, dat de zorgverzekeraar de contractvoorwaarden dicteert en daarbij zichzelf vooral de rechten toedicht en de zorgverlener de plichten oplegt, zodat absoluut geen sprake meer is van sturing op basis van prijs en heldere kwaliteitscriteria, maar veel eerder op basis van inkoopmacht.
ondoorzichtig zootje te worden, in het tweede kunnen we dit uitstekend integreren in alle acties voor kwaliteitsverbetering die momenteel binnen de Orde en de wetenschappelijke verenigingen worden gehouden. Daarbij zullen we de stem van de patiënten ook zeer zwaar moeten laten wegen bij punten als patiëntvriendelijkheid, juistheid en volledigheid van verstrekte informatie en de mate van vertrouwen in de medisch specialist. De beoordelingen dienen ook voor de collega’s openbaar te zijn. Kwaliteit is alleen gebaat bij volledige openheid en eerlijkheid. ■
W.G.J.M. van der Ham Algemeen voorzitter Orde van Medisch Specialisten
Deze lijn doortrekkend naar de ziekenhuizen, zal de situatie ontstaan
“Kwaliteit is alleen gebaat bij volledige openheid en eerlijkheid”
Naast heldere kwaliteitscriteria spelen uiteraard ook andere elementen een rol in dit inkoopproces van de zorgverzekeraars. Verkeren grote organisaties als ziekenhuizen nog in de gunstige situatie dat zij een stevige
dat binnen ziekenhuizen en maatschappen sommige medisch specialisten wel en andere niet door een verzekeraar worden gecontracteerd. Wederom, op basis van heldere kwaliteitscriteria moet dat geen probleem zijn, maar krijgen we dan een landelijke hitparade van cardiologen, chirurgen, enzovoort? Kan ik op een dag een collega verheugd door het ziekenhuis zien lopen omdat hij of zij ‘met stip’ is gestegen? Het belangrijkste is dat we ons hierop zullen moeten voorbereiden. De vraag is simpel: hoe bepalen de zorgverzekeraars de criteria waarop wij worden beoordeeld? Elke zorgverzekeraar voor zich, of stellen we op landelijk niveau met elkaar vast wie aan welke eisen moet voldoen? In het eerste geval dreigt alles een
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Natuurlijk is het zo dat ziekenhuizen of medisch specialisten die geen goede kwaliteit leveren de gevolgen daarvan dienen te ondervinden. Er zitten echter ook wat haken en ogen aan dit streven. De kwaliteitscriteria die aan een beoordeling ten grondslag liggen, moeten helder, duidelijk, algemeen geldend en inzichtelijk zijn, evenals de weging van de diverse criteria en de daaruit volgende resultaten. De inkoopgids van ZN, waar ook de wetenschappelijke verenigingen en de Orde hun bijdrage aan leveren, is hiervoor al een hulpmiddel, evenals het criterium ‘deelname aan Sneller Beter’.
INTERVIEW beoordelaar. Het hele systeem zou in elkaar zakken als het verwordt tot een beoordelingsinstrument. De winst zit ‘m er nu juist in dat je onder collega’s in een veilige, transparante situatie de kwaliteit van iemands functioneren kunt bespreken. Dat doe je door ervan te leren, niet door te straffen. Disfunctioneren is bijvoorbeeld geen issue bij IFMS. Als een raad van bestuur een disfunctionerende medisch specialist wil aanpakken, dan moet dat op een andere manier.”
8
Secretariële ondersteuning
IFMS in de praktijk: ervaringen van een gespreksleider
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
De pilots zitten er op: in 8 ziekenhuizen is proefgedraaid met evaluatie van het Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS): een systematische aanpak die op een transparante manier het individueel functioneren van medisch specialisten positief wil beïnvloeden. De Ordecommissie IFMS adviseert te bevorderen dat medische staven in alle ziekenhuizen met IFMS beginnen, hetzij via Multisource Feedback (MSF), hetzij via Appraissal & Assessment (A&A). In het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop heeft de pilotgroep het MSF-instrument getest. Mevrouw C.M. Engelhart, gynaecoloog, was daar gespreksleider. “Ik zit in het stafbestuur met de portefeuille kwaliteit. Dus mijn rol als gespreksleider was een logische link.” Dat de Geldropse medisch specia-
listen juist voor MSF kozen en niet voor A&A heeft niet zozeer te maken met een principieel onderscheid. “Op zich maakt het niet zoveel verschil. Je zult zien dat MSF en A&A steeds meer naar elkaar toe groeien. Uiteindelijk blijft er één instrument over”, verwacht de MSF-gespreksleider.
Klankbord IFMS leidt naar een persoonlijk ontwikkelingsplan. Mevrouw Engelhart: “Het helpt je om je functioneren op verschillende gebieden te verbeteren.” Dat bewezen voordeel gaat hand in hand met een hardnekkig misverstand: IFMS als toetsingsinstrument. “Dat is het dus niet. Als gespreksleider in de pilotfase was ik een klankbord, niet een functie-
Mevrouw Engelhart vond de gesprekken zinvol en verhelderend. En hoewel het een pilot was die stoelde op vrijwillige deelname, hebben maar enkele collega’s afgezegd. “Geen tijd, zeiden de afhakers. Maar dan zei ik: Je bent gevraagd en het invullen van de vragenlijsten kost maar 10 minuten. Daarna deden de meesten toch mee. De motivatie groeit. Dat merk je. Eén van de succesfactoren is de secretariële ondersteuning. Bij ons neemt het secretariaat van de medische staf veel administratief gedoe uit handen.” Een goede ‘back-office’ heb je dus wel nodig. Het lijkt een tijdrovende klus. Dat is ook een argument dat critici op de IFMS-aanpak regelmatig naar voren schuiven. Toch is mevrouw Engelhart het niet eens met dat bezwaar. “Natuurlijk kost het tijd. Maar het is maar net hoe je die tijdsinspanning beoordeelt. Het is een manier van werken die je je eigen moet maken. We werken toch ook met accreditatiepunten en gaan naar congressen. Kost allemaal tijd, zonder dat we daar over mopperen. Zo is het ook met IFMS. Het is een investering in jezelf. De eerste keer is zo’n gesprek even hard werken, daarna gaat het makkelijker en sneller. Het gesprek zelf duurt een uur, de voorbereiding ook. Ach, het valt allemaal wel mee.”
Meer onderling begrip Gaandeweg de pilot is het mevrouw Engelhart opgevallen dat naar haar mening een paar zaken slimmer kunnen worden geregeld in het
INTERVIEW
Modelreglement ‘Mogelijk Disfunctionerend Medisch Specialist’
9
Het modelreglement ‘Mogelijk Disfunctionerend Medisch Specialist’ van de Orde in samenspraak met de KNMG beschrijft de procedure om te onderzoeken of er wel of geen sprake is van disfunctioneren. Bij de omschrijving van disfunctioneren is uitgegaan van het KNMG-standpunt van juli 2005, betreffende het functioneren van de individuele arts: ‘een structurele situatie van onverantwoorde zorg, waarin een patiënt wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad, en waarbij de betreffende arts/medisch specialist niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen’. Uit onderzoek is gebleken dat door het houden van evaluatiegesprekken in het kader van IFMS disfunctioneren in een vroeg stadium kan worden ontdekt, waardoor bijsturing nog mogelijk is. Ondanks dat zal disfunctioneren echter nooit geheel kunnen worden voorkomen. Het modelreglement ‘Mogelijk Disfunctionerend Medisch Specialist’ kan worden gedownload op www.orde.nl.
IFMS als kwaliteitsindicator
Niet langer in een ivoren toren
De pilot is achter de rug. “De volgende stap is om het deelnemersveld met aanzienlijk meer medisch specialisten uit te breiden. Op termijn ontwikkelt de aanpak zich tot een kwaliteitsindicator.” Zo’n formele indicator is mooi als wenkend perspectief. Tot die tijd zijn er andere winstpunten die hier en nu van waarde zijn. “Je kijkt kritisch naar jezelf en collega’s en patiënten leveren je ingrediënten om het beeld compleet te maken. Grote winst is dat IFMS meer onderling begrip kweekt. Je hebt als medisch specialist nu veel meer idee van wat collega’s in andere medisch specialistische gebieden bezighoudt. Trouwens ook bij niet-medisch specialisten zijn we in de ‘picture’. Tijdens de Dag van de Kwaliteit is vorig jaar in ons ziekenhuis IFMS tot winnend kwaliteitsproject uitgeroepen. De verpleging en andere diensten in het ziekenhuis waarderen het kennelijk dat wij ons als medisch specialisten kwetsbaar opstellen.”
Waarom zijn medisch specialisten niet al eerder begonnen met een systematische vorm van zelfreflectie op het functioneren? “Het zit niet in onze opvoeding die wij tijdens de medisch specialistische vervolgopleiding krijgen. We zijn niet gewend om kritisch naar ons eigen functioneren te kijken. Maar er komt gelukkig steeds meer realiteitszin. Patiëntenenquêtes als onderdeel van IFMS zijn waardevol. We zitten niet langer in een ivoren toren.” “Zelf heb ik ook mogen ervaren wat
IFMS voor mij betekent. Ik merkte in de reacties op mijn functioneren en bij het gesprek dat een collega met mij voerde, dat ik op zoek was naar een goede balans tussen werk en privé. Dat geldt trouwens voor veel medisch specialisten. IFMS heeft mij ertoe gezet met persoonlijke jaarplannen te gaan werken. Welke opleidingen ga ik doen en wanneer? Welk deel van het jaar is écht privé? En waar leg ik accenten in mijn werk? Het geeft veel rust als je dit soort dingen allemaal goed regelt.” ■
“We zijn niet gewend om kritisch naar ons eigen functioneren te kijken. Maar er komt gelukkig steeds meer realiteitszin.”
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
organiseren van deze gesprekken. “De Ordecommissie adviseert ieder jaar een evaluatiegesprek. Maar als je dat doet, neemt de animo af. Het is mijns inziens beter om het jaarlijkse gesprek te vervangen door een twee- of driejaarlijks gesprek met een jaarlijks kort evaluatiegesprek als een soort onderhoudsbeurt.” Die animo kende onlangs nog een bedreiging, meent mevrouw Engelhart: “Een tijd geleden zeiden veel collega’s dat ze graag met IFMS door willen gaan. Toen het daarna lang duurde voor er een nieuwe vervolgapplicatie kwam, zakte het enthousiasme. Mensen vonden het allemaal wel erg lang gaan duren.” Gelukkig is de vervolgapplicatie nu toch in de lucht.
VRIJ BEROEP
10
Nieuwe Handelsregisterwet per 1 juli 2008 van kracht Per 1 juli 2008 treedt de nieuwe Handelsregisterwet in werking, waardoor alle medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren (en ook andere vrij beroepsbeoefenaren) dan wel hun samenwerkingsverband (openbare vennootschap (OV) of openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (OVR)) uiterlijk op 31 december 2009 moeten zijn ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel van vestiging. De nieuwe Handelsregisterwet heeft een overgangstermijn van 18 maanden. Hoe inschrijven? Inschrijven kan via de door de Kamer van Koophandel voorgelegde gegevens. De Kamers van Koophandel zullen, gebruik makend van gegevens van onder andere de Belastingdienst, vanaf augustus 2008 de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren in maatschappen én de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren solisten benaderen door middel van een zogeheten omgekeerde enquête. Dat wil zeggen dat de Kamer van Koophandel daarin zo veel mogelijk gegevens zal invullen en deze zal voorleggen aan de medisch specialist. Aan de medisch specialist wordt gevraagd de gegevens te controleren, zo nodig te verbeteren en te accorderen. Indien deze gegevens met eventuele ingevulde en ondertekende formulieren worden ingestuurd, is er geen verplichting voor de medisch specialist in persoon om naar de Kamer van Koophandel te gaan voor inschrijving in het Handelsregister.
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Wie moet zich inschrijven? Voor medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren die samenwerken in een stille vennootschap (SV), dus een vennootschap waarbij niet onder gemeenschappelijke naam wordt gehandeld, betekent dit dat iedere medisch specialist zelf zijn/ haar solopraktijk moet inschrijven. Voor medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren die samenwerken onder een gemeenschappe-
lijke naam, bijvoorbeeld ‘Chirurgenvennootschap Ziekenhuis X te Y’ of ‘Stafvennootschap Ziekenhuis ABC te Z’, geldt dat slechts 1 inschrijving van het samenwerkingsverband – de openbare vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid – in het Handelsregister nodig is, ongeacht het aantal medisch specialisten.
In persoon verschijnen Indien een nieuwe inschrijving moet plaatsvinden, bijvoorbeeld omdat een nieuwe collega toetreedt tot de bestaande vennootschap, dient deze collega zich in persoon met zijn/haar geldig paspoort te legitimeren bij de Kamer van Koophandel of dient in geval van een OVR een notaris te verklaren dat deze medisch specialist op het notariskantoor is geïdentificeerd en dat de notaris ervan overtuigd is dat deze medisch specialist inderdaad is toegetreden tot de OVR.
Direct inschrijven of nog wachten? Kosten inschrijving Aan de verplichte inschrijving in het Handelsregister zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn per kwartaal verschuldigd en worden 1 keer per jaar per acceptgiro ingevorderd. Stel: een medisch specialist is ingeschreven op 1 januari 2010 en beëindigt zijn/haar praktijk definitief op 30 juni 2010, dan zijn in dat geval slechts 2 kwartalen in 2010 verschuldigd. De betreffende medisch specialist in een SV of met een solopraktijk kan dus 2 kwartalen terugvorderen. Terugvordering kan ook plaatsvinden door een OV of OVR, ingeval van gehele ontbinding van de OV of de OVR in de loop van een kalenderjaar. De hoogte van de heffing is afhankelijk van de rechtsvorm en kan per Kamer van Koophandel verschillen. In 2008 zijn de kosten: • Ongeveer € 50,- voor een praktijk/ eenmanszaak (medisch specialist solist of een medisch specialist die samenwerkt in een stille vennootschap) • Ongeveer € 150,- voor alle medisch specialisten gezamenlijk, die samenwerken in een openbare vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid • Ongeveer € 150,- voor alle medisch specialisten gezamenlijk, die samenwerken in een stafvennootschap • NB Ongeveer € 150,- voor alle medisch specialisten gezamenlijk, die samenwerken in een besloten vennootschap
De concrete vraag is of de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren zich per direct moeten inschrijven in het Handelsregister of dat zij nog even kunnen wachten tot de ontwikkelingen met betrekking tot de Wet Personenvennootschappen zijn uitgekristalliseerd, dus totdat er binnen de overgangsperiode van 18 maanden zicht is op de datum van inwerkingtreding van de Wet Personenvennootschappen (zie pagina 11). De nieuwe Handelsregisterwet schrijft medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren voor dat zij binnen 18 maanden na inwerkingtreding van deze wet, dus uiterlijk op 31 december 2009, ingeschreven moeten staan. Medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren solisten kunnen in de loop van 2009 hun inschrijving laten plaatsvinden. Indien een samenwerkingsverband wordt ingeschreven, bijvoorbeeld naar aanleiding van de omgekeerde enquête zoals hiervoor beschreven, is voor die samenwerkende medisch specialisten de eerste betalingsperiode wel geïndiceerd. Daarom kunnen wij ons voorstellen dat inschrijving in 2008 bij deze groep geen prioriteit heeft. Het is niet strafbaar of anderszins onfatsoenlijk de komende tijd even te wachten met inschrijven. Een algemeen advies in dezen is helaas moeilijk te geven.
Medisch specialisten in een maatschap Bij medisch specialisten in een maatschap ligt de beantwoording van de vraag wel of niet direct inschrijven in het Handelsregister genuanceerder.
VRIJ BEROEP De overgangstermijn in de Wet Personenvennootschappen is slechts 6 maanden. Medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren, die naar huidig recht in een maatschap en naar komend recht in een vennootschap samenwerken, dienen eerder dan over 18 maanden hun plannen te trekken.
Wordt een maatschap nu ingeschreven, dan geeft dat een indicatie of al dan niet onder gemeenschappelijke naam wordt gehandeld. Indien een openbare maatschap wordt ingeschreven, betekent dit dat onder gemeenschappelijke naam wordt gehandeld. Het is mogelijk
om eerst wel en later niet onder gemeenschappelijke naam te handelen, maar een consistente gedragslijn heeft de voorkeur.
11
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: mw. mr. W.L.R. Kuipers (030) 28 23 662
■
Wet Personenvennootschappen mogelijk per 1 januari 2009 van kracht
Zoals het er nu naar uitziet is het niet realistisch te verwachten dat dit vóór 1 januari 2009 zal gebeuren, aangezien het wetsontwerp, waardoor de maatschap automatisch vennootschap wordt, nog aan de orde moet komen in de Eerste Kamer. Dit zal naar verwachting pas na het zomerreces plaatsvinden. Hierdoor is 1 januari 2009 een realistische datum geworden voor de invoering van de Wet Personenvennootschappen, die de maatschap zal afschaffen. Er zal een overgangsperiode in acht worden genomen van 6 maanden.
Modellen met toelichtingen voor de leden van de Orde De Orde is bezig om voor haar leden modellen op te stellen met toelichtingen voor een: • stille vennootschap (SV) • openbare vennootschap (OV) • openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (OVR) • stafvennootschap Materieel verandert er weinig. Medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren kunnen ook in de toekomst op dezelfde voet met elkaar blijven samenwerken. Formeel veranderen er wel enkele dingen.
Wat blijft gelijk? De vennootschap is de meest geëigende rechtsvorm om als medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren op voet van
gelijkwaardigheid met elkaar samen te werken. De maatschap wordt in die zin vervangen door vennootschap, zelfs in die mate dat de wetgever er van uitgaat dat zonder tegenbericht of nadere actie alle maatschappen van rechtswege vennootschappen worden.
Wat verandert? • De terminologie verandert: ‘maatschap’ wordt ‘vennootschap’ en ‘maten’ worden ‘vennoten’. • Bij een maatschap kan 1 van de maten de maatschap slechts vertegenwoordigen met toestemming/volmacht van de andere maten. Bij een vennootschap is in beginsel iedere vennoot zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd. In beginsel, dat wil zeggen dat dit anders vorm kan worden gegeven. De vennoten kunnen bijvoorbeeld bepalen dat slechts 1 van hen vertegenwoordigingsbevoegd is of dat voor externe handelingen, die een waarde van bijvoorbeeld € 1000,- te boven gaan, 2 vennoten gezamenlijk moeten tekenen. • De regeling van aansprakelijkheid wordt verfijnd: In geval van samenwerking in een SV zijn de vennoten aansprakelijk voor gelijke delen. Dus bij een SV met 3 vennoten is iedere vennoot voor een derde deel van het bedrag te veroordelen tot betaling, puur vanwege zijn/haar status als vennoot in de SV. In geval van samenwerking in een OV of OVR is iedere vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag. Dit betekent dat in geval van een OV met 3 vennoten in beginsel iedere vennoot voor het geheel is aan te spreken. Maar, de vennoot in een
OV kan de gehele aansprakelijkheid voorkomen als hij/zij kan aantonen geen schuld te hebben aan de gedraging (dat wil zeggen dat de vennoot zich kan ‘disculperen’). Kort gezegd: de medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar die zelf zijn/haar zaakjes op orde heeft, is in geval van een flinke claim beter af als vennoot in een OV, dan als vennoot in een SV. In geval van een SV zal hij/zij, als hij/zij wordt aangesproken, een gelijk deel moeten betalen en vervolgens regres moeten halen (bij wellicht een ‘kale kip’), terwijl er in het geval van een OV geen aansprakelijkheid bestaat ten opzichte van de derde als er geen schuld bestaat. • De wet geeft de mogelijkheid rechtspersoonlijkheid toe te kennen aan een OVR. • Medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren kunnen vanaf 1 juli 2008 worden ingeschreven in het Handelsregister en moeten daarin uiterlijk staan ingeschreven op 31 december 2009. Echter, indien de Wet Personenvennootschappen per 1 januari 2009 van kracht zal worden, moet de OV of de OVR uiterlijk 1 juli 2009 zijn ingeschreven als samenwerkingsverband, ongeacht het aantal vennoten/ medisch specialisten dat deel uit maakt van de OV of de OVR. Zodra de Wet Personenvennootschappen de Eerste Kamer is gepasseerd, zal de Orde haar leden hierover nader informeren. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: mw. mr. W.L.R. Kuipers (030) 28 23 662
■
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Al enige tijd is er sprake van dat de maatschap wordt gewijzigd in vennootschap. De vraag is echter nog steeds wanneer de Wet Personenvennootschappen in werking treedt.
VRIJ BEROEP
12
Hoorzitting NZa bezwaarschrift uurtarief psychiaters Op 20 mei 2008 heeft de hoorzitting door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) plaatsgevonden over de bezwaarschriften tegen de tariefbeschikking DBC-GGZ 2008 van 20 december 2007. De Orde heeft samen met de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en tegen de aanwijzing van de minister van VWS, alsmede tegen de beleidsregels die aan deze beschikking ten grondslag liggen. De bezwaren van Orde en NVvP richten zich voornamelijk tegen de onmogelijkheid van Zelfstandig Gevestigde Psychiaters en PAAZ-psychiaters om conform de afspraak tussen de minister van VWS en de Orde het onderbouwd normatief uurtarief toe te passen in hun tarieven. Met name de inhoudelijke argumenten, zoals een andere patiëntenmix, het ontbreken van
andere disciplines dan psychiaters bij de patiëntenbehandeling en de selectie, die veelal door de verwijzend huisartsen geschiedt, zijn voor zover bekend niet meegewogen in de besluitvorming van de NZa.
Opheldering Tijdens de hoorzitting heeft de advocaat van Orde en NVvP, mr. M.E. Gelpke, erop gewezen dat de NZa, ondanks klemmend verzoek, geen enkel stuk heeft overlegd, hoewel de NZa daartoe wettelijk verplicht is. Zo’n inzage is van belang voor de argumentatie in de bezwaarschriftprocedure. Bij een mogelijke afwijzing van de bezwaren zijn deze stukken van belang in een eventuele vervolgprocedure bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Kortom, zonder het overleggen van de stukken en overwegingen, die tot
Terugblik regiobijeenkomsten ‘Gevolgen invoering DBC-bekostiging voor medisch specialisten’
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
In april 2008 organiseerde de Kamer Vrij Beroep van de Orde in Dordrecht, Meppel, Nijmegen, Hoofddorp en Eindhoven bijeenkomsten over de gevolgen van de invoering van de DBC-bekostiging. Tijdens de bijeenkomsten is – mede aan de hand van de eerste resultaten van een enquête over dit onderwerp, verspreid onder de voorzitters van de stafmaatschappen – stil gestaan bij diverse zaken zoals het verloop van de onderhandelingen over de bandbreedte rond het uurtarief, de verdeling van de kosten tussen ziekenhuis en medisch specialist (secretariaat, anios, overige kosten) en de waardering van het onderhanden werk. Daarnaast is kort stil gestaan bij enkele actuele ontwikkelingen zoals het DBC-verbeterplan (DOT) en
de (mogelijke) invoering van de maatstafconcurrentie per 2009.
Rust De regiobijeenkomsten zijn redelijk goed bezocht. Er lijkt op dit moment een relatieve ‘rust’ in het veld te zijn. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat nog niet alle onderhandelingen zijn afgerond en dat er nog geen zicht is op de verdiencapaciteit in 2008.
Bijeenkomsten In het najaar van 2008 worden de stafmaatschappen wellicht opnieuw bezocht om te inventariseren welke zaken er op dat moment spelen. Tevens overweegt de Kamer Vrij Beroep om in juni 2008 nog een bijeenkomst rond enkele bekostigings-/ financieringsthema’s te organiseren. ■
het NZa-besluit van 20 december 2007 hebben geleid, is een uitspraak in de bezwaarschriftprocedure nietig. Daarbij is ook van belang dat op 20 december 2007 nog de aanwijzing van 23 juli 2007 gold, waarin expliciet in de toelichting was opgenomen dat het onderbouwd normatief uurtarief ook voor de psychiaters van toepassing is. Dit is herroepen door de nieuwe aanwijzing door minister Klink per 7 januari 2008, die zonder enige argumentatie en in strijd met de eerdere afspraken de medischspecialistische zorg in de GGZ uitsluit van de toepassing van het onderbouwd normatief uurtarief. Ook daarover is in de hoorzitting om opheldering gevraagd.
Bezwaarschriften Niet alleen Orde en NVvP hebben een bezwaarschrift ingediend, maar ook ongeveer 200 individuele psychiaters en psychotherapeuten vrij beroepsbeoefenaren. Zij richten zich voornamelijk op schending van de privacy van de patiënt als gevolg van toepassing van het DBC-systeem in de GGZ. Het gaat dan met name om het feit dat de diagnose van de patiënt verder komt dan in de relatie behandelaar-patiënt. Daarover hebben tijdens de hoorzitting enkele individuele psychiaters en psychotherapeuten het woord gevoerd, alsook door mr. L.D.H. Hamer, die een bundeling van hulpverleners in ‘Stichting De Koepel van DBC-vrije Praktijken van Psychotherapeuten en Psychiaters’ (KDVP) bijstaat. Mr. Hamer haastte zich overigens om de bezwaren van de Orde en de NVvP te bevestigen.
Uitspraak Met de NZa was reeds eerder afgesproken dat een uitspraak op het bezwaar uiterlijk op 19 juni 2008 bekend zou zijn. Vanwege het ontbreken van de stukken van de NZa zal dit vermoedelijk niet haalbaar zijn. Vanuit Orde en NVvP is aangedrongen op bekendmaking van de stukken op korte termijn en daarop aansluitend een nieuwe hoorzitting. Nader nieuws volgt zo spoedig mogelijk. ■
VRIJ BEROEP
Audit normtijden
Medio mei 2008 heeft de NZa besloten de tarieven voor de beleidsregel ‘overige producten GGZ’ aan te passen. De Orde had bij de NZa aangegeven dat er een discrepantie bestond tussen de tarieven voor de GGZ ten opzichte van de tarieven voor de andere medische specialismen. Naar aanleiding hiervan heeft de NZa met terugwerkende kracht tot 1 mei 2008 de GGZ-tarieven aangepast en op het niveau gebracht, dat ook voor andere medische specialismen geldt. Beleidsregel CA-176 is vervangen door beleidsregel CI-1058. Ambtshalve heeft de NZa ook een tariefbeschikking op basis van deze beleidsregel gegeven. Verkort weergegeven zijn dit de tarieven:
NB: Rondom de BTW is er nog discussie over deze bedragen. De Orde verwacht dat de NZa in de loop van juni 2008 hierover duidelijkheid zal geven; de NZa is hierover in gesprek met
■
het ministerie van Financiën.
Code
Omschrijving
Oud tarief
Nieuw tarief
119015
Uitvoerige rapporten t.b.v. levensverzekeringen en particuliere instellingen Rapporten t.b.v. instellingen uitvoering sociale verzekeringswetten Rijbewijskeuring op verzoek CBR. Rekening keurling Rijbewijskeuring op verzoek van politie. Rekening CBR Grote rapporten t.b.v. raden van beroep Kleine rapporten t.b.v. raden van beroep Telefonische informatie aan bedrijfsarts of verzekeringsarts Schriftelijke informatie aan bedrijfsarts of verzekeringsarts
€
214,-
€
321,-
€
171,50
€
257,50
€
126,50
€
179,-
€
201,50
€
285,-
€ € €
214,85,40 18,80
€ € €
321,128,24,20
€
44,-
€
56,60
110918 119020 119021 119034 119035 119051 119052
Eigen bijdrage psychotherapie per 2009 afgeschaft Eind mei 2008 heeft de Orde van het ministerie vernomen dat de eigen bijdrage psychotherapie per 2009 wordt afgeschaft. Quote persbericht VWS: “De vergoeding voor psychotherapie wordt niet meer apart, maar als onderdeel opgenomen in de vergoeding van een gehele behandeling, die meer kan omvatten dan uitsluitend psychotherapie. Daardoor wordt psychotherapie niet meer apart geregistreerd”. Voor 2008 blijft de uitvoeringsproblematiek van de psychotherapie (wie registreert, wie
int, hoeveel wordt er geïnd?) bestaan. In 2009 zal de afschaffing van de eigen bijdrage via de tarieven moeten worden opgevangen. De Orde is tevreden dat de eigen bijdrage per 2009 wordt afgeschaft, omdat zorgaanbieders niet langer worden geconfronteerd met de (technische) onuitvoerbaarheid van deze regeling, maar blijft aandringen op geëigende oplossingen voor de eigen bijdrage voor het jaar 2008. Het persbericht van het ministerie over dit onderwerp kunt u vinden op www.orde.nl.
■
13
In november 2007 hebben de Orde, DBC-Onderhoud en de NZa gezamenlijk afgesproken een audit op de normtijden 2008 te laten uitvoeren. Normtijden worden in het DBC-Onderhoudsproces gebruikt voor de bepaling van de honorariumbedragen binnen de DBC-tarieven. In de maanden februari tot en met april 2008 is deze audit in opdracht van de NZa uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers (PwC). Op 29 april 2008 heeft PwC de eindrapportage uitgebracht. In de berekeningen die door DBC-Onderhoud zijn uitgevoerd in de omzetting van de normtijden van 2007 naar de normtijden van april 2008, zijn door PwC geen substantiële fouten geconstateerd. Daarnaast is geconstateerd dat de gehanteerde uitgangspunten, aannamen en gebruikte brongegevens belangrijke invloed hebben op de uitkomsten van de tariefberekeningen. Tijdige en volledige communicatie over deze facetten is dan ook erg belangrijk. PwC heeft geconcludeerd dat er op dit punt verdere verbeteringen mogelijk zijn. Los van het feit dat de audit geen berekeningsfouten aan het licht heeft gebracht, constateert PwC dat de structurele borging van het onderhoudsproces aandacht blijft vragen. De noodzaak om op beide fronten tot verbetering te komen, wordt herkend en erkend. Door DBC-Onderhoud zijn reeds de eerste stappen gezet om verbeteringen te realiseren. Eind mei 2008 heeft de Kamer Vrij Beroep de uitkomsten van de audit besproken met de BBC’s van de wetenschappelijke verenigingen. ■
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Orde realiseert verhoging tarieven keuringen en rapporten psychiatrie
VRIJ BEROEP
14
Verbetering DBC-systeem en uitbreiding B-segment Op woensdag 28 mei 2008 heeft de minister via een persbericht laten weten dat het B-segment kan worden uitgebreid tot maximaal 34% (vanaf 2009). Het B-segment wordt echter alleen uitgebreid als uit de evaluatie van de NZa blijkt dat de ontwikkeling van prijs en volume in het huidige B-segment beheerst verloopt (de monitor wordt begin juli 2008 verwacht). Daarnaast is besloten om het DBC Verbeterplan uit te stellen tot 2010. Tevens geeft de minister aan dat “als blijkt dat de prijzen en/of volumes flink stijgen, per 2010 een maatstaf/prijsbeheersingsinstrument wordt ingevoerd over het gehele segment waar vrije prijsvorming geldt”.
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Positief De Orde heeft positief gereageerd op het besluit van de minister om de invoering van het DBC Verbeterplan 1 jaar uit te stellen, geen maatstafconcurrentie in te voeren per 2009 en het B-segment te verruimen. Wel heeft de Orde aangegeven dat bij eventuele overschrijdingen, de invoering van een prijsbeheersingsinstrument over het gehele segment waarvoor vrije prijsvorming geldt een forse stap terug zou zijn. De overige koepels (ZN, NVZ, NFU, NPCF) hebben ook positief gereageerd op de kabinetsbesluiten. De volledige reactie van de Orde kunt u vinden op www.orde.nl. ■
HOE OM TE GA AN MET ON DER HAN DEN WER K MEDISC H SPEC IALISTEN
Verrekening lumpsum 2007 De Orde krijgt veel vragen over het vaststellen van het onderhanden werk in verband met de verrekening van de lumpsum 2007. De lumpsum is per 1 januari 2008 komen te vervallen. De lumpsumjaren tot en met 2007 moeten worden verrekend. Per 1 april 2008 hebben de ziekenhuizen hun productieafspraken 2008 in het A-segment moeten aanleveren bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). In de betreffende formulieren zijn ook de gerealiseerde FB-parameters 2007 opgenomen. Dit is voor de NZa een belangrijke bouwsteen voor de bepaling van uw lumpsum 2007. Er is echter nog een belangrijke bouwsteen, het zogenaamde onderhanden werk (OHW).
Problematiek De meeste ziekenhuizen maken gebruik van de ‘methode Casemix’ voor de bepaling van hun OHW. Voor de eindafwikkeling van de lumpsum 2007 is deze methode absoluut ongeschikt. De post
onderhanden werk op de balans van ziekenhuizen is gebaseerd op ziekenhuisprijzen voor verrichtingen. Vervolgens wordt een bepaald deel hiervan toegerekend aan de vrijgevestigde medisch specialisten of de stafmaatschap van het betreffende ziekenhuis. Omdat het gaat om ziekenhuisprijzen is dit onjuist. Voor de jaren 2005 en 2006 hoeft dit niet erg te zijn; voor de afwikkeling van de lumpsum 2007 dient u erop toe te zien dat de verrekening van de lumpsum niet wordt gebaseerd op de OHW-bepaling in de jaarrekening 2007 van uw ziekenhuis.
Wat dan wel? De NZa schrijft (in de circulaire whok/escs/CV/08/070c, met name pagina’s 2 en 3) dat de totale honorariumwaarde van de ultimo 2007 openstaande DBC’s in het A-segment dienen te worden opgenomen. Vervolgens moeten de partijen in het lokaal initiatief overeenkomen welk deel van die
VRIJ BEROEP
Voorschotten en rentevergoeding onderhanden werk DBC’s GGZ aangepast Daarvoor is een overeenkomst nodig, met afspraken over: • omvang en frequentie van de voorschotbetalingen • de periode waarover wordt bevoorschot • het desgevraagd verstrekken van indicatieve gegevens aan verzekeraars over productie en onderhanden werk. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 heeft de NZa beleidsregel CI-1055 vastgesteld, waardoor de beleidsregels voorschotten en onderhanden werk CA-175 en CA-200 zijn vervallen.
Verruiming beleidsregel
honorariumwaarde toegekend dient te worden aan het jaar 2007 (het jaar waarin waarschijnlijk ook de bijbehorende FB-parameter gescoord is) en welk deel aan 2008. Als leidraad zegt de NZa een verhouding van 50%-50% redelijk te vinden. Deze benadering wijkt dus principieel af van de waardering van het OHW in de jaarrekening 2007 van het ziekenhuis. Ondanks het feit dat de NZa aangeeft dat de waardering van de op 31 december 2007 openstaande DBC’s geen onderdeel uitmaakt van de werkzaamheden van de verrekeningsaccountant van de stafmaatschap, adviseren wij u de verrekeningsaccountant dan wel de accountant van het ziekenhuis toch bij deze activiteiten te betrekken. Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met de Infodesk: (030) 28 23 666 of infodesk@orde.nl. De circulaire kunt u downloaden van www.orde.nl.
■
Om tegemoet te komen aan de signalen van het veld dat er problemen zijn met de DBC-declaraties en dat bevoorschotting niet of moeizaam tot stand komt, heeft de NZa
besloten de beleidsregel te verruimen. De verruiming heeft betrekking op de volgende punten: • Rentevergoeding, waar voorheen de zelfstandig gevestigde aanbieders altijd eerst de zorgverzekeraar om een voorschot dienden te verzoeken, mag de zorgaanbieder nu ook zonder een dergelijk verzoek een rentenota bij de verzekeraar indienen. Als de zorgverzekeraar echter aangeeft een voorschot te willen verlenen, dient de zorgaanbieder daarmee akkoord te gaan. • Rentevergoeding, op basis van de gemiddelde doorlooptijd van de DBC (bij vrijgevestigden gemiddeld 10 maanden) wordt aanvullende rentevergoeding berekend. Voor de zelfstandig gevestigden wordt de rentevergoeding berekend over ten hoogste 5 maanden DBC-omzet. In de aangepaste beleidsregel merkt de NZa verder op dat ‘indien een zorgaanbieder kan aantonen dat de gemiddelde doorlooptijd in
Erasmus-Orde Medisch Management Cursusprogramma najaar 2008 De Stichting Managementscholing Medische Specialisten (SMMS) biedt sinds 1990 het Erasmus-Orde Medisch Management Programma aan. Dit programma omvat cursussen voor allerlei aspecten van het management, speciaal bestemd voor medisch specialisten. De SMMS is een samenwerkingsverband tussen het iBMG van het Erasmus MC en de Orde. Op www.orde.nl kunt u het programma bekijken en zich inschrijven.
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Voortaan kunnen zorgaanbieders, waaronder ZGP-ers, met zorgverzekeraars afspraken maken over bevoorschotting.
15
VRIJ BEROEP
16
zijn geval meer dan 20% langer is dan het landelijk gemiddelde, de zorgaanbieder de aanvullende rentevergoeding mag baseren op de DBC omzet over het aantal maanden van de gemiddelde doorlooptijd gedeeld door 2’. Hetzelfde geldt overigens voor zorgverzekeraars wanneer aangetoond kan worden dat de gemiddelde doorlooptijd korter is. • Euriborpercentage, de NZa heeft de rentevergoeding verhoogd. Voor zelfstandig gevestigd zorgaanbieders geldt dat zij qua rente-
vergoeding maximaal het eenmaands-euribor verhoogd met 2,0% in rekening mogen brengen. Het oude percentage was 1,5%. Hierbij dient te worden uitgegaan van het Euribor rentetarief op de 15e van de maand. • Ongeacht de feitelijke declaratie is de zorgaanbieder gerechtigd om een rente-nota te factureren (als er geen bevoorschottingsafspraak is gemaakt). • De beleidsregel is van toepassing op zowel gecontracteerde als niet gecontracteerde zorg. ■
KNMG
SEH-artsen kunnen ‘profielerkenning’ aanvragen De afgelopen jaren heeft de spoedeisende geneeskunde in ziekenhuizen veel aandacht gekregen. Een aantal ziekenhuizen heeft hierop gereageerd door de Stichting Opleidingen Spoedeisende Geneeskunde (SOSG) in het leven te roepen. Resultaat is dat de SEH-arts een plek heeft verworven in een groeiend aantal ziekenhuizen.
Rekenvoorbeeld Stel: in het 1e halfjaar zou de omzet € 55.000,- bedragen. Euribor januari t/m juni: 4%; 4,1%; 4,2%; 4,3%; 4,4% en 4,5% opslag op euribor: 2%. Omzetfactor in verband met de gemiddelde doorlooptijd: 5 maanden. Dus berekening van de gemiddelde rente: (6% + 6,1% + 6,2% + 6,3% + 6,4% + 6,5%) : 6 = 6,25%. Gemiddelde maandomzet: € 55.000,- : 6 = € 9.167,-. Rentevergoeding € 9.167,- x 5 (maanden) x 6,25% x 6/12 = € 1.432,-. De Orde blijft bij de zorgverzekeraars aandringen op het maken van goede bevoorschottingsafspraken met de zorgaanbieders. Daarnaast pleit de Orde – samen met de NVvP – voor een tijdelijk noodfonds om die zorgaanbieders die in directe financiële nood te verkeren, te ondersteunen. Zodra hierover meer bekend is, informeert de Orde u.
Begin 2007 is in het KNMG-federatiebestuur het principebesluit genomen om een regeling te treffen voor mogelijke erkenning van beroepen en opleidingen die niet zijn erkend als specialisme en daar ook (nog) niet voor in aanmerking komen. In het verlengde hiervan is aan de colleges gevraagd om voor de erkenning van deze zogenaamde ‘profielen’ een toetsingskader te ontwikkelen. Deze ontwikkeling biedt de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) de mogelijkheid voor de spoedeisende geneeskunde een profielerkenning aan te vragen.
Meerwaarde SEH-arts
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
De SEH-arts heeft zich inmiddels een plek verworven in het ziekenhuis. In de praktijk blijkt er een duidelijke behoefte te bestaan aan deze artsen. Met name door het vakgebied goed te beschrijven en de opleiding en erkenning als profiel te borgen, kan het worden afgestemd op de expertise van de andere vakgebieden. Dit draagt bij tot verdere verbetering van de kwaliteit van de spoedeisende geneeskunde. ■
DE JONGE ORDE
Op 10 april 2008 hebben alle centrales en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) ingestemd met het onderhandelaarsakkoord CAO UMC 20082011. In het akkoord is opgenomen dat aios vanaf 1 april 2008 een toelage voor onregelmatige diensten krijgen. De berekening van de toelage geschiedt conform artikel 4.7.3.1. Bij de uitleg van de afspraak over onregelmatigheidstoeslag (ORT) ontstond onduidelijkheid. De vraag was of de aios ook voor bijvoorbeeld bereikbaarheidsdiensten en aanwezigheidsdiensten ORT zouden krijgen. Vlak voor ondertekening heeft de NFU de uitleg van De Jonge Orde, dat aios in alle gevallen een toeslag krijgen voor werkzaamheden op onregelmatige tijden, bevestigd.
Werktijden en aios in de UMC’s De Jonge Orde wil een aantal praktische tips geven naar aanleiding van alle vragen die zijn binnengekomen bij het ‘Aios Meldpunt!’ en bij roostercontroles. 1 Overdracht In de praktijk kan worden vastgesteld dat bijna alle roosters waarbij sprake is van ‘diensten’ onvolledig zijn ingevuld. Ook is de definitie van ‘dienst’ in veel universitair medische centra (UMC’s) anders. Het merendeel van de roosters gaat er vanuit dat dagdienst en avond-/nachtdienst op elkaar aansluiten. De daarbij gehanteerde tijden zijn over het algemeen: aanvang dagdienst 08.00 uur en einde dagdienst 18.00 uur. De avonddienst vangt dan aan om 18.00 uur. Er is al sprake van een nachtdienst als er minimaal 1 uur arbeid is verricht tussen 00.00 uur en 06.00 uur. Veel roosters zijn hierbij in strijd met de Arbeidstijdenwet/Arbeidstijdenbesluit (ATW/ATB). Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de verrichte werkzaamheden tijdens de overdracht. Overdracht is namelijk werktijd. Voor bijzonder veel aios zal het betekenen dat zij gemiddeld 1 uur per dag langer moeten werken,
dan op het rooster staat vermeld. Vooral bij het toekennen van toelagen voor diensten en de berekening van de gemiddelde arbeidsduur per week, is het voor de dag-, avond- en nachtdienst van belang om de werkzaamheden tijdens de overdracht goed te administreren en te controleren of deze uren inderdaad worden afgerekend en toegerekend aan de gemiddelde arbeidsduur per week. 2 Bereikbaarheidsdiensten De Jonge Orde krijgt de laatste tijd veel klachten over bereikbaarheidsdiensten. Met name gaat het over het gegeven dat een aantal vakgroepen aansluitend aan de dagdienst bereikbaarheidsdiensten plannen en dat er in die dienst in de eerste uren normaal werk moet worden verricht. Voor de werkzaamheden volgend op een normale dagdienst is het duidelijk dat hier geen sprake is van een bereikbaarheidsdienst, maar van een uitbreiding van het aantal uren dagdienst. De Jonge Orde kan zich niet aan de indruk onttrekken dat in deze gevallen wordt geprobeerd een loopje te nemen met de ATW/ATB. Het feit dat men vanaf 18.00 uur de werkzaamheden anders benoemt, maar van de aios wél verlangt om normale werkzaamheden te verrichten, kan en mag niet. Met de NFU is in de CAO UMC 2008-2011 afgesproken dat beter zal worden toegezien op naleving van de wetgeving. Komt dit ook in jouw UMC voor, dan kan je dit kwijt bij het ‘Aios Meldpunt!’. 3 ORT In de CAO UMC is opgenomen dat aios vanaf 1 april 2008 een toelage voor onregelmatige diensten krijgen. De berekening van de toelage geschiedt conform artikel 4.7.3.1.
Artikel 4.7.3.1 Berekening toelage 1 De toelage onregelmatige dienst bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de medewerker geldende salaris per uur en wel: a) 47% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 07.00 uur en na 20.00 uur, alsmede voor de uren op zaterdag tussen 00.00 uur en 08.00 uur en na 12.00 uur; b) 72% voor de uren op zon- en feestdagen, als bedoeld in artikel 6.1, derde lid (arbeidsduur). 2 De toelage wordt berekend over ten hoogste het salaris per uur dat is afgeleid van het salaris dat in salarisschaal 7 is vermeld achter het salarisnummer 10.
17
Waarvoor krijgen aios een ORT? Aios krijgen een toeslag voor werkzaamheden op onregelmatige tijden, zoals tijdens: • Avond-/nachtdiensten ongeacht of deze zijn benoemd als aanwezigheidsdiensten: Als in het rooster een avond-/nachtdienst is opgenomen die als een normale dienst wordt aangemerkt (dus geen aanwezigheidsdienst), dan tellen alle uren van deze dienst mee voor de toeslag. Als in het rooster een avond-/nachtdienst is opgenomen, zijnde een aanwezigheidsdienst, dan wordt de toeslag berekend over de uren waarop daadwerkelijk werkzaamheden zijn verricht. Dus niet de slaapuren, maar bijvoorbeeld wel de tijd voor overdracht. • Bereikbaarheidsdiensten: Ook voor bereikbaarheidsdiensten gaat de CAO UMC er vanuit dat slechts over de gewerkte uren tijdens deze dienst een toeslag wordt betaald.
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
De Jonge Orde lost misverstand op rond ORT
DE JONGE ORDE
18
• Avonddiensten: Voor deze dienst geldt de toeslag slechts voor de uren na 20.00 uur. Voor 20.00 uur gaat de CAO UMC er vanuit dat sprake is van uren behorende binnen de zogenaamde dagspiegel. • Weekenddiensten: Als er sprake is van een normale weekenddienst, dus al zodanig ingepland in het rooster zonder de benaming aanwezigheidsdienst, dan wordt over de uren van deze dienst de toeslag betaald. Is het een aanwezigheidsdienst, dan is over de uren waarin daadwerkelijk is gewerkt een toeslag verschuldigd. Bij werkzaamheden op onregelmatige tijden gaat het om: • diensten die door de week beginnen voor 07.00 uur of eindigen na 20.00 uur; • diensten op zaterdag tot 08.00 uur en na 12.00 uur en diensten op zondagen, alsmede feestdagen. De aios hebben overigens geen recht op een toelage anders dan genoemd in artikel 4.7.3.1. Bovenstaande is geverifieerd bij de NFU. Mocht in jouw UMC een andere lezing worden gegeven, laat het dan weten aan De Jonge Orde.
Urenregistratie Op grond van bovenstaande is het dus van groot belang dat aios een goede urenregistratie hebben, vooral waar het de aanwezigheids- en bereikbaarheidsdiensten betreft.
Roostercontrole De Jonge Orde heeft inmiddels veel ervaring met het controleren van roosters en heeft voor aios veel kunnen bereiken in overleg met P&O-afdelingen of raden van bestuur van de diverse UMC’s. De Jonge Orde levert daarnaast op dit moment haar bijdrage aan het ontwikkelen van software voor het maken van roosters. De Jonge Orde is met een daartoe gespecialiseerd bedrijf in gesprek over een controleprogramma, waar ook individuele aios gebruik van kunnen maken. In dit softwareprogramma worden tevens de afspraken opgenomen, die tussen de NFU en de centrales zijn gemaakt over de invoering van de nieuwe Arbeidstijdenwet. Wil je jouw rooster laten voorleggen, meld je dan bij het ‘Aios Meldpunt!’ via dejongeorde@orde.nl of Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
bel (030) 28 23 652
■
Toewijzing instroom Op 21 april 2008 hebben het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) en BOLS alle opleidingsinstellingen verzocht om te tekenen voor de toewijzingsprocedure van de instroomplaatsen voor aios in 2009. Inmiddels hebben alle opleidingsinstellingen getekend. Voor de toewijzing is een afwegingskader gebruikt. De belangrijkste punten hieruit zijn: • Er wordt onderscheid gemaakt tussen de BOLS-procedure en het CBOG-terugvalscenario. De opleidingsinstellingen hebben getekend voor de BOLS-procedure, die er vanuit gaat dat de veldpartijen tot een breed gedragen instroomvoorstel komen via clusteroverleg, OOR-overleg en BOLS. • Met het CBOG-terugvalscenario wordt de rekenexercitie bedoeld waarbij het CBOG het mogelijke aantal instroomplaatsen per medisch specialisme, per opleidingsinstelling en opleidingscluster berekent op basis van de voor 2009 verwachte uitstroom uit de betreffende opleiding. • Aangezien het CBOG-terugvalscenario ertoe zal leiden dat voor het derde achtereenvolgende jaar de toewijzing van instroomplaatsen beleidsarm zal geschieden – met alle gevolgen voor de goede balans in de opleidingsclusters van dien – heeft BOLS zich hard gemaakt voor een toewijzingsprocedure die sterke gelijkenis
vertoont met de procedure zoals BOLS die voor de komst van het CBOG al hanteerde. Pas als de regionale samenwerking niet succesvol is, dienen de resultaten van de rekenexercitie als vangnet. • Om de gelijkwaardige inbreng van alle opleiders en opleidingsinstellingen in een opleidingscluster en een OOR te borgen, zijn duidelijke afspraken gemaakt over de wijze van besluitvorming (zie schema).
Voorstel CBOG Inmiddels is overleg op clusteren OOR-niveau al in volle gang. Opleiders moeten in dat overleg de verdeling inbrengen zoals die in hun wetenschappelijke vereniging is besproken. Dat overleg leidt vervolgens tot conceptregioplannen die via de OOR-coördinator bij BOLS terecht komen. De Orde is dan in de gelegenheid om te toetsen of deze conceptplannen stroken met de informatie die zij van de wetenschappelijke verenigingen heeft ontvangen. Begin juli 2008 zal BOLS vergaderen om de laatste knelpunten op te lossen, teneinde te komen tot een definitief voorstel aan het CBOG. ■
Andere aioszaken Doorgeven wijzigingen MSRC Aangezien het ministerie van VWS ook voor 2009 onderscheid maakt tussen de nieuwe instroom in de opleiding en het zogenaamd zittend bestand – gevormd door aios die al met hun opleiding bezig zijn – is het van groot belang dat aios wijzigingen in hun opleidingsschema’s onverwijld doorgeven
aan de MSRC. De opleiders hebben de taak erop toe te zien dat dit daadwerkelijk gebeurt. VWS baseert zich bij de toewijzing van de doorstroomplaatsen op het opleidingsregister van de MSRC en hanteert daarbij de peildatum van 31 oktober 2008. Ook aios die pas in november en december van 2008 beginnen met de vervolg-
OPLEIDING
plaatsen aios 2009 19 Schema besluitvorming Niveau • Cluster
Niveau • OOR
Niveau • BOLS
Deelnemers • Alle opleiders binnen het cluster; de (hoofd)opleider kan een plaatsvervangend opleider machtigen
Deelnemers • Per aangesloten instelling een bestuurder en een opleider of een gemachtigd vertegenwoordiger
Deelnemers • NFU, NVZ en Orde
Proces • De opleiders komen minimaal 1 keer bijeen om te komen tot een verdelingsvoorstel • De hoofdopleider neemt hiertoe het initiatief
Proces • De deelnemers komen minimaal 1 keer bijeen om te komen tot een verdelingsvoorstel • Het OOR-bestuur (of anders het UMC) neemt hiertoe het initiatief en brengt in elk geval de relevante clustervoorstellen in, inclusief knelpunten.
Communicatie naar instellingsniveau • Advies op schrift conform model CBOG ondertekend door hoofdopleider en door opleiders van desbetreffende instellingen Bezwaarprocedure • Indien geen consensus wordt bereikt dan worden de verschillende zienswijzen met motivaties schriftelijk conform het model CBOG, ondertekend door de betrokken opleiders, voorgelegd aan het OOR
opleiding, moeten voor 31 oktober 2008 hun opleidingsschema bekend maken bij de MSRC!
Detacheren aios Er zijn veel misverstanden over het detacheren van aios. In de subsidieregeling van het Opleidingsfonds is het nog steeds mogelijk aios gedurende een deel van hun opleiding
Besluitvorming • Per instelling 1 gelijkwaardige (ongewogen) stem • Streven naar consensus • Afzonderlijke clusterknelpunten worden in samenhang op regioniveau beoordeeld (zo nodig na hoor en wederhoor)
Besluitvorming • Conform reglement bestuur BOLS
Communicatie naar BOLS (en terugkoppeling naar clusters) • Op schrift, ondertekend door alle betrokken instellingen • Eventuele knelpunten worden op schrift toegelicht Bezwaarprocedure • Indien geen consensus wordt bereikt dan wordt het knelpunt beargumenteerd voorgelegd aan BOLS
te detacheren. De instelling waar de aios daadwerkelijk verblijft, krijgt de subsidie voor die plaats toegewezen (dit volgt immers uit het opleidingsplan van de aios). Deze instelling verrekent op factuurbasis de salariskosten met de instelling waar de aios op de loonlijst staat.
Voor vragen kunt u contact opnemen met de Infodesk van de Orde: infodesk@orde.nl of (030) 28 23 666. ■
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Besluitvorming • Gelijkwaardige (ongewogen) stemverhouding (one man = opleider of plaatsvervangend opleider, one vote) • Streven naar consensus
Proces • Het bestuur komt minimaal 1 keer bijeen om tot een geaggregeerd overzicht te komen van de adviezen en reacties voor de verdeling van de instroomplaatsen per instelling • Bespreken van de gevallen, waarin geen consensus is bereikt en eventuele bemiddeling in die gevallen • De voorzitter neemt hiertoe het initiatief
UMS / DIENSTVERBAND
20
Onderhandelaarsakkoord CAO Ziekenhuizen 2008-2009 Op 15 mei 2008 hebben de 4 vakbonden Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ en NU’91 een onderhandelaarsakkoord bereikt met de NVZ vereniging van ziekenhuizen. Na raadpleging van hun bestuur hebben de onderhandelaars van de vijfde organisatie De Unie Zorg en Welzijn (waar de Orde en De Jonge Orde bij zijn aangesloten) ook richting NVZ aangegeven het akkoord te onderschrijven. De Unie Zorg en Welzijn heeft het onderhandelaarsakkoord licht positief aan haar leden voorgelegd. Inmiddels hebben de leden van de Orde en De Jonge Orde met het akkoord ingestemd. De onderhandelaars van De Unie Zorg en Welzijn waren voorstander van een eerdere ingangsdatum van de loonsverhoging en hebben aangegeven dat de Orde toegelaten dient te worden bij de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS). In het onderhandelaarsakkoord is opgenomen dat CAO-partijen verzoeken partijen bij de AMS afspraken te maken over de toelating van de Orde bij het overleg over de AMS.
Belangrijk punt voor de Orde en De Jonge Orde is dat zij op grond van het akkoord via De Unie Zorg en Welzijn officieel partij zijn bij de CAO Ziekenhuizen.
Ouderenregelingen Gedurende de looptijd blijven de bestaande ouderenregelingen intact, waaronder ook begrepen het toelaten van werknemers, die gedurende de looptijd in aanmerking komen voor deze regelingen.
Hoofdlijnen onderhandelaarsakkoord De belangrijkste hoofdlijnen van dit onderhandelaarsakkoord zijn: 1 Verbetering van de lonen per 1 juni met 3,25% 2 Per 1 oktober 2008 een eenmalige uitkering van 1% berekend over 12 maal het op 1 oktober geldende maandsalaris 3 Het uitwerken van een levensfasebeleid 4 Looptijd van 13 maanden, van 1 februari 2008 tot 1 maart 2009
Wijzigingen Arbeidstijdenwet Met ingang van de nieuwe CAO zullen ook de wijzigingen op grond van de nieuwe Arbeidstijdenwet worden doorgevoerd. Deze bepalingen gelden niet voor medisch specialisten. Kijk voor meer informatie op www.orde.nl en www.dejongeorde.nl
■
CAO UMC definitief goedgekeurd Op 10 april 2008 hebben alle centrales aan de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) laten weten dat zij akkoord gaan met de voorstellen in het onderhandelaarsakkoord. Daarmee is dit akkoord omgezet in een definitief CAO UMC-akkoord voor de periode 2008-2011. Op 11 april 2008 hebben de centrales hun handtekening gezet onder dit definitieve akkoord, waardoor uitvoering daarvan ter hand kan worden genomen. In het salaris van april 2008 is de verhoging van 2,1% doorgevoerd, alsmede de nabetaling over maart 2008. Het functiegebonden kostenbudget voor medisch specialisten is voor 2008 verhoogd met € 150, per 2009 verhoogd met € 300 en per 2010 verhoogd met € 450.
Positief advies
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
Infodesk
Telefoon (030) 28 23 666 of mail naar infodesk@orde.nl De Infodesk van de Orde is het eerste aanspreekpunt voor vragen over: • Alle producten en diensten van de Orde • De juridische, financiële en organisatorische randvoorwaarden van de praktijkuitoefening. • Het kwaliteitsbeleid medisch specialisten • Het lidmaatschap van de Orde
Voor het beantwoorden van de vragen beschikken onze Infodeskmedewerkers over een kennisdatabase, een uitgebreide juridische bibliotheek, parate kennis en een dosis gezond verstand. Indien uw vraag een meer gespecialiseerde benadering vraagt, dan wordt deze doorgeleid naar één van onze bureaumedewerkers.
De Orde had het onderhandelaarsakkoord met een positief advies voorgelegd aan haar achterban. De Orde gaf dit advies vanwege onder meer de verhoging van het functiegebonden kostenbudget, het persoonlijk ontwikkelbudget dat nu ook voor medisch specialisten van toepassing is en de loonsverhoging in combinatie met de verhoging van de eindejaarsuitkering. ■
LEDENSERVICE
Arbeidsongeschiktheidsverzekering Interpolis verbeterd De Orde en Interpolis hebben een mantelovereen- • Verbeterd verhogingsrecht: bestaande verzekerden kunnen komst voor een individuele arbeidsongeschiktheidsjaarlijks op elk moment hun verzekering. Leden van de Orde kunnen met korting verzekerd inkomen met maximaal zo’n verzekering, InkomensZekerPlan geheten, 10% verhogen. En dat zonder afsluiten bij Interpolis. De verzekering helpt ook bij keuring. Een duidelijke verbetering het voorkomen van arbeidsongeschiktheid door ten opzichte van het huidige een uitgebreid preventiepakket. Daarnaast beschikt verhogingrecht van één keer 15% Interpolis over een professioneel apparaat om per 3 jaar. verzekerden die arbeidsongeschikt zijn, te • Geen wachttijd van 4 weken bij begeleiden en te re-integreren. toename van arbeidsongeschiktMaatwerk Het liefst wil elke medisch specialist een passende arbeidsongeschiktheidsverzekering. Interpolis speelt hierop in door het InkomensZekerPlan te verbeteren. Deze verbeteringen gelden natuurlijk ook voor de reeds bij Interpolis verzekerde medisch specialisten. Zij krijgen onder andere de volgende voordelen: • Lagere premie bij maand-, kwartaal- of halfjaarbetaling.
heid. De uitkering wordt voortaan meteen verhoogd als de mate van arbeidsongeschiktheid toeneemt. • Het zwangerschapsverlof geldt al vanaf een zwangerschap van 20 weken (was 26 weken). • Als de arbeidsongeschikte medisch specialist zijn/haar beroep wijzigt, heeft dit geen effect op de uitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid beoordeelt Interpolis op basis van het oorspronkelijk verzekerde beroep.
Begin juni 2008 heeft Interpolis de bestaande verzekeringen aangepast. Die aanpassingen zijn in een nieuwe polis met gewijzigde voorwaarden opgenomen en worden medio juni 2008 toegestuurd aan de verzekerden bij Interpolis.
21
Eén telefoontje Bent u niet in staat om te werken: met één telefoontje ontvangt u de uitkering die is afgesproken. Vervolgens zoekt Interpolis samen met u naar oplossingen om weer snel aan de slag te kunnen.
Korting voor Ordeleden Door de mantelovereenkomst van de Orde met Interpolis hebben Ordeleden recht op een korting op de premie van het InkomensZekerPlan. Daarnaast krijgen alle Ordeleden die een InkomensZekerPlan afsluiten, extra korting op de premies in de eerste 3 verzekeringsjaren. Wilt u meer informatie over het InkomensZekerPlan? Neem contact op met de Infodesk van de Orde:
■
(030) 28 23 666 of infodesk@orde.nl
Convocatie en agenda ALV De 44ste Algemene Ledenvergadering van de Orde van Medisch Specialisten wordt gehouden op 3 juli 2008 in het Auditorium van Domus Medica, Mercatorlaan 1200, 3528 BL te Utrecht. Aanvang: 19.15 uur
2 Goedkeuring notulen van de 43ste Algemene Ledenvergadering van 29 november 2007 3 Mededelingen van de zijde van: a) het bestuur b) de Kamer Vrij Beroep c) de Kamer Academische Specialisten d) de Kamer Dienstverband e) de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit 4 Stand van zaken DBC-bekostiging a) toelichting door het bestuur b) discussie 5 Goedkeuring jaarverslag Orde over 2007 6 Goedkeuring jaarverslag van de penningmeester over 2007 a) verslag van de Geldmiddelencommissie over 2007
b) goedkeuring van de jaarrekening annex decharge van de penningmeester 7 Verkiezing voorzitter Kamer Dienstverband, tevens lid van het bestuur van de Orde Ter voorziening in de vacature, die ontstaat door het statutair aftreden van H.R. Korsten, wordt met inachtneming van het gestelde in artikel 7 lid 4 van de statuten van de Orde door de Kamer Dienstverband bindend voorgedragen: - dr. R. Baumgarten, arts klinische chemie te Amsterdam. Het bestuur stelt voor collega Baumgarten te benoemen. 8 Benoeming nieuwe registeraccountant voor het jaar 2008 Op 29 november 2007 heeft de Algemene Ledenvergadering drs. E.R. Capitain RA
van Deloitte Accountants B.V. te Amsterdam benoemd als registeraccountant voor het jaar 2008. Doordat de heer Capitain inmiddels elders een functie heeft aanvaard, dient de Algemene Ledenvergadering voor 2008 een nieuwe registeraccountant te benoemen. Conform artikel 23 lid 1 van de statuten van de Orde stelt het bestuur voor drs. F.J. van der Lee RA van Deloitte Accountants B.V. te Amsterdam te benoemen. 9 Wat verder ter tafel komt annex rondvraag 10 Sluiting De Algemene Ledenvergadering is uitsluitend toegankelijk voor leden van de Orde. Zij kunnen zich aanmelden via infodesk@orde.nl, (030) 28 23 650 of schriftelijk bij het bureau van de Orde.
■
Ordenieuws • juni 2008 • nummer 3
1 Opening
Effectief werken: ken de ander Bij de ene collega krijgt u iets direct gedaan, bij de andere stuit u op verzet en onbegrip terwijl uw aanpak precies hetzelfde is. Waarom?
om effectiever samen te werken, beter te communiceren en conflicten te verminderen. Het is ook goed om uw eigen voorkeuren en gevoeligheden in kaart te brengen.
Types die daarentegen meer vanuit het
Het is voor velen van ons gebruikelijk om
U leert uzelf beter te begrijpen. Daarnaast
verstand handelen, komen graag snel ter
met anderen te praten, alsof zij hetzelfde
maakt u ook inzichtelijk wat uw ‘motivators’
zake en zijn graag beknopt.
denken en doen. Maar ieder mens heeft zijn
zijn en waar uw groeidomeinen liggen.
eigen voorkeuren en gevoeligheden, een
Een extroverte persoon geeft er bijvoorbeeld
Het is belangrijk om te weten dat er geen
eigen persoonlijkheid, die bepalen hoe wij
de voorkeur aan energie te halen uit de
goede of slechte voorkeuren bestaan, en
als mens reageren en met uiteenlopende
buitenwereld van activiteiten, mensen en
daardoor dus ook geen goede of slechte
situaties omgaan. Ook hebben we allemaal
dingen. Het meest effectief is om bij deze
types. Hoewel mensen geneigd zijn om
onze eigen sterke kanten en talenten.
types de aandacht te vestigen op mensen,
bepaalde soorten gedrag, vaardigheden en
Door deze van anderen inzichtelijk te maken,
plaatsen en dingen. Een introverte persoon
houdingen te ontwikkelen die in verband
leren we de voorkeurstijlen te begrijpen.
bevestigt liever de aandacht op gedachten
worden gebracht met hun type, zijn er
Het helpt ons om onderlinge verschillen
en reflectie. Gevoelsmensen werken graag
natuurlijk ook verschillen tussen mensen
te waarderen en op die manier relaties te
met voorbeelden en verhalen, zij verbinden
van hetzelfde type. Elk mens is tenslotte
verbeteren. Hierdoor zijn wij beter in staat
zaken graag met persoonlijke doelstellingen.
uniek en elk type is even waardevol!
www.movir.nl
En wat verwacht Ăş van het leven?
Een vader. En een kind. Twee unieke mensen, met allebei een eigen toekomstverwachting. Net als iedereen hopen ze dat hun leven zo onbezorgd en zo prettig mogelijk blijft. Oud worden in geluk en gezondheid. Willen we dat niet allemaal? De werkelijkheid is soms anders. Helaas verstoren ziektes onze dromen. Gelukkig ontdekken we tegenwoordig steeds meer geneesmiddelen die de verwachting weer helpen waarmaken. Om daar een belangrijke bijdrage aan te leveren concentreert Bristol-Myers Squibb zich met haar geneesmiddelenonderzoek op een aantal levensbedreigende aandoeningen, zoals kanker, HIV/AIDS, schizofrenie, suikerziekte, Alzheimer, hart- en vaatziekten, leverziekten, reuma en orgaantransplantatie. We zijn wereldwijd actief en in staat om steeds weer nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Hierdoor zien mensen hun diepste wens en verwachting werkelijkheid worden: gezond blijven, beter worden, langer leven. Herkent u zich in onze missie en wenst u meer informatie over ons bedrijf? Kijk dan op onze website: www.b-ms.nl. Bristol-Myers Squibb, Postbus 514, 3440 AM Woerden, tel. (0348) 574 222.
Diabetes heeft vele gezichten Mensen met diabetes zijn allemaal verschillend: jong, oud, dik, dun, zwanger. Allemaal hebben ze hun eigen oorzaken, gevolgen, behoeften en wensen. Lilly zet zich sinds 1923 in voor deze mensen, door onderzoek, door ontwikkeling van medicijnen en hulpmiddelen en door ondersteuning van gezondheidsprogramma’s ter beperking en preventie van diabetes. Voor informatie over diabetes, kijk op www.lillydiabetes.nl Voor vragen over uw gezondheid, ga naar uw arts.
4360410/01/3530
www.lillydiabetes.nl