B. Magazine 2017-2018

Page 1

B.

kind! plaats. Op dit congres is aandacht voor alles wat bijdraagt aan de ontwikkeling van het jonge kind. Het uitgangspunt is dat vrij spel bijdraagt aan creativiteit en de Hierbij is er zowel ruimte voor wetenschappelijk onderzoek en actualiteiten, als voor innovaties en methodieken rondom en voor het jonge kind.

Basisschoolmagazine 2017-2018

ontwikkeling van probleemoplossend vermogen in de vroegkinderlijke ontwikkeling.

In dit nummer:

STOEIEN & FRUNNIKEN : aanraken versterkt het leerproces

TRAIN JE WERKGEHEUGEN

met paarden!

Zelfvertrouwen door minder denken en meer doen WEERBAARHEID OP DE BASISSCHOOL

+ boekentips

B. is een uitgave van Uitgeverij SWP www.basisschoolmagazine.nl

Ieder jaar vindt in de Jaarbeurs Utrecht het succesvolle Jaarcongres Leve het jonge

Basisschool magazine

¤ 4,95

www.hetjongekind.nl

2017-2018

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- _ ---------

jaarcongres

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- _ ---------

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ ---- _ --------

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ ---- _ --------

cover_spread.indd 1 congres 205x280.indd 1 aankondiging 6 LHJK

26-10-2017 09:35:04

26-10-2017 09:45:33


Uitgeverij SWP is een onafhankelijke uitgeverij die zich toelegt op vakpublicaties op het gebied van onder andere primair en voortgezet onderwijs, opvoeding, psychologie, ggz, sociaal werk en management. www.swpbook.com

Logacom Logacom brengt professionals samen Logacom richt zich sinds 2001 professioneel op de ontwikkeling, programmering en organisatie van congressen en bijeenkomsten. Bekend van jaarcongressen als Leve het jonge kind!, Brede School en het Kenniscongres Stoornissen. www.logacom.nl

-- _ --------------- _ ------- -- _ --------------- _ -------

Vakpublicaties voor professionals

-- _ --------------- _ ------- -- _ --------------- _ -------

-- _ --------------- _ --------- _ --------------------- _ ------- __ -

Uitgeverij SWP

Onderwijs. Academy Bij- en nascholing voor onderwijsprofessionals In de onderwijs.academy worden cursussen en bijscholing aangeboden gericht op leerkrachten, IB'ers, RT'ers, directies werkzaam bij het Primair of Voortgezet Onderwijs. Onderwijs.academy voert veel van haar aanbod uit via accreditatie van registerleraar.nl. www.onderwijs.academy

-- _ --------------- _ --------- _ --------------------- _ ------- __ -

Corpus

Dé attractie van het menselijk lichaam Het lichaam is de basis van alles, maar hoe werkt dit ingenieuze CORPUS eigenlijk? Maak in het 5D harttheater een duizelingwekkende reis als rood bloedlichaampje en ontdek in de hersenshow de spectaculaire werking van het menselijk brein. www.corpusexperience.nl

Medilex

Onafhankelijke kennis voor professionals Wij organiseren congressen, cursussen en opleidingen voor professionals in het onderwijs. Inhoudelijk inspirerend, praktisch en goed geregeld. Onze volledige agenda bekijkt u via www.medilexonderwijs.nl/po

Euregionaal Congresburo

Verbindt, verbreedt, verdiept Geaccrediteerde cursussen, trainingen en e-learning voor het basisonderwijs en de leerlingenzorg. www.ces-educatie.nl

Voor Zwijsen is elk kind bijzonder. Net als iedere leerkracht en ouder. Samen zorgen we ervoor dat kinderen het beste uit zichzelf halen en hun talenten ontwikkelen. Zo brengen we leren tot leven. Elke dag weer. Benieuwd hoe jij talent kunt ontwikkelen? www.zwijsen.nl/talent

Phonak De spraakversterker speciaal voor leerkrachten

-- _ --------------- _ -------

Want elk kind heeft talent!

-- _ --------------- _ -------

-- _ --------------- _ --------- _ --------------------- _ ------- __ -

Zwijssen

Een spraakversterker kan de stem prima ontlasten. Dynamic SoundField is de spraakversterker die speciaal voor de leerkracht is ontwikkeld door het Zwitserse Phonak. Kijk voor meer informatie of een gratis proef op www.dynamicsoundfield.nl

Conflictloods Leerlingen die pestgedrag signaleren De Conflictloods is een methode waarbij er in elke klas een of twee leerlingen worden opgeleid tot Conflictloods. Zo kunnen zij een actieve rol spelen in de signalering van pestgedrag en de aanpak hiervan. www.confl ictloods.nl/basisschool

-- _ --------------- _ --------- _ --------------------- _ ------- __ B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 2

11-10-17 16:45


VOORWOORD Dit is het derde jaarlijkse Basisschool Magazine van uitgeverij SWP. Ook dit jaar gaat een aantal auteurs in op het onderwerp van hun boek dat net verschenen is of nog gaat verschijnen. De onderwerpen passen in een brede schoolcontext en de artikelen bieden heldere voorbeelden en praktische, toepasbare tips. Ook laten ze zien hoe patronen te doorbreken zijn en waarom dat goed kan werken voor zowel leerkrachten als kinderen. Marijke Sluijter maakt dat duidelijk door aandacht te schenken aan het feit dat heel veel onrust in kinderlijfjes ontstaat door langdurig stilzitten en eenzijdig bezig zijn. Door te spelen en te bewegen raken kinderen elkaar aan en verkennen daarmee hun grenzen en die van de ander. Met aanraakspel ontdekken kinderen wat pijn doet en wat prettig voelt. Aanraken zorgt ook voor verbinding met de ander. Om technici van de toekomst op te leiden, is door de overheid besloten dat vanaf 2020 alle basisscholen structureel wetenschap- & techniekonderwijs moeten gaan aanbieden. Misschien bent u helemaal niet technisch en zit het lesprogramma al zo vol. En waar haalt u geschikte lesmaterialen vandaan? Suzanne Wardenaar is pedagoog en adviseert leerkrachten hoe ze W&T-onderwijs vorm kunnen geven. Harrie Ozinga is organisatieadviseur en ontwikkelde het Techniekmenu. Samen werken ze aan een publicatie waarmee leraren praktisch aan de slag kunnen gaan zonder alles zelf te hoeven doen of kunnen. Door beter gebruik te maken van de kracht van je gedachten, krijg je meer grip op je gedrag. Dat geldt zowel voor leerkrachten als leerlingen, stelt Maaike Steeman. Zij legt uit hoe dat werkt en hoe je kinderen ermee kunt helpen. Maaike Steeman is GZ-psycholoog en werkt momenteel aan een publicatie over Acceptatie en Commitment Therapie (ACT) voor leerkrachten. Een goede schoolleider zorgt onder andere voor verbinding en een gedeelde visie, draagt zorg voor het vertalen van deze visie in gemeenschappelijk en zichtbaar gedrag en maakt gebruik van een ieders talent. Elena Carmona en Desiree Simons van de Roo werken uit hoe dit te realiseren is. Steeds vaker krijgen scholen en leerkrachten te maken met leerlingen die uitvallen. Goed om te weten dat de problematiek rond het werkgeheugen of de executieve functies door jeugdhulpaanbieders die met paarden werken opgepakt kan worden. Hoe kan het dat kinderen óp een paard veel beter leren én onthouden dan wanneer ze aan een tafeltje werken? Dat is de vraag die Paulien Rutgers tijdens haar literatuuronderzoek naar de effectiviteit van ervaringsleren met paarden heeft trachten te beantwoorden. Kinderen die uitvallen op school of niet lekker functioneren zijn dikwijls ook kwetsbare kinderen; kinderen die niet weerbaar genoeg zijn. De kans is groot dat zij slachtoffer worden van machtsmisbruik. In het artikel van Berendineke Steenbergen staat een aantal tips om in de klas te werken aan het verhogen van de weerbaarheid. Het verhogen van weerbaarheid is geen ‘trucje’, maar vraagt om een aanpak die zich richt op het vergroten van eigenwaarde en het (h)erkennen van de eigen grenzen en vaardigheden. Omdat de non-verbale boodschap soms krachtiger is dan de verbale boodschap is een houding essentieel bij weerbaarheid. En natuurlijk is er een luchtige en tegelijkertijd leerzame column die het creatieve (taal)vermogen van kinderen op humoristische wijze onder woorden brengt. Ken jij de poepslurpauto al?

Trude van Waarden Uitgever tvwaarden@mailswp.com

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 3

Paul Roosenstein Directeur-uitgever proosenstein@mailswp.com

Weerbaarheid

&

veerkracht p. 05

Pedagogiek

&

DIDACTIEK

p. 19

Leiderschap &

motivatie

p. 37

Drama, NATUUR

&techniek

p. 53 B.I2017 JRMGZN I 03

11-10-17 16:45


B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 4

11-10-17 16:45


& VEERKRACHT

Kwetsbare kinderen, waaronder kinderen die uitvallen op school, hebben soms aandacht nodig die leerkrachten niet kunnen bieden. Het zorgteam kan dan de hulp inroepen van bijvoorbeeld weerbaarheidstrainers of jeugdhulpaanbieders die met paarden werken. Deze professionals passen interventies toe die, hoewel nog niet wetenschappelijk aangetoond, werken. Deze artikelen bieden aanknopingspunten en achtergrondinformatie. -- _ --------------- _ --------- _ --------------- _ ------- __ -

Weerbaarheid

&

VEERKRACHT

Executieve functies

Help mijn juf is een paard!

06

Het versterken van executieve functies door ervaringsleren met paarden. Paulien Rutgers

& verder... B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 5

Opkomen voor jezelf

Weerbaarheid op de basisschool

12

Weerbaar gedrag is opkomen voor jezelf met respect voor jezelf en de ander. Hoe doe je dat? Berendineke Steenbergen

Boekentips: CreĂŤer een veilig groepsgevoel 15

B.I2017 JRMGZN I 05

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- __ -------- _ -------

B.I WEERBAARHEID

11-10-17 16:45


Help, mijn

JUF is een paard!

06 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 6

11-10-17 16:45


B.I WEERBAARHEID

& VEERKRACHT

Paulien Rutgers

Executieve functies: de term zal je vast niet onbekend in de oren klinken. Het zijn alle vaardigheden die betrekking hebben op de controle over het denken en doen en op de zelfregulatie. Voorbeelden zijn aandacht richten, plannen, organiseren, beginnen aan een taak, impulsen remmen en doorzetten om je aan te passen aan de steeds veranderende eisen die gesteld worden.

Het versterken van executieve functies door ervaringsleren met paarden

----------- _ ------- __ -------- _

I

edere leerkracht heeft weleens te maken met kinderen die op één of meerdere executieve functies minder goed uit de verf komen. Sommige kinderen redden zich daar nog wel mee, maar wanneer de executieve disfuncties de schoolresultaten negatief beïnvloeden, kunnen kinderen daar echt last van hebben. Het liefst zou je er dan iets aan willen doen. Maar wat als dat in de klas niet meer lukt en er gespecialiseerde hulp nodig is?

Ervaringsleren met hulp van paarden is het creë-

ren van een methodisch opgezette leersituatie, waarin mensen concrete en intense ervaringen opdoen, die na

refl ectie over deze ervaringen leiden tot verandering in cognitie en gedrag op meerdere leefgebieden.

Hulp van paarden Op onze zorgboerderij voor gespecialiseerde jeugdhulpverlening gebruiken we sinds 2004 de hulp van paarden in combinatie met ervaringsleren om kinderen die vastlopen op school verder te helpen in hun ontwikkeling. Gaandeweg deze hulpverleningsprocessen hebben we ontdekt welke positieve en krachtige werking er van paarden uitgaat wanneer ze doelgericht ingezet worden bij het versterken van de executieve functies. Dit vroeg om literatuuronderzoek om een, liefst wetenschappelijk ondersteunde, verklaring te vinden. Wat doen paarden met deze kinderen? Hoe komt het dat hun ervaringen zo intens zijn en dat ze beter op zichzelf en hun gedrag kunnen reflecteren wanneer ze met een paard gewerkt hebben dan wanneer ze dat niet hebben gedaan? Hoe kan het dat kinderen op een paard veel beter leren en onthouden dan wanneer ze aan een tafeltje werken? In de zoektocht naar antwoorden op deze vragen is naar twee aspecten van de werkwijze gekeken, namelijk het ervaringsleren en de inzet van paarden. Daarbij stuitte ik als eerste op een defi nitie van ervaringsleren (Hermanns, 2005), waaraan ik voor de volledigheid ‘met hulp van paarden’ heb toegevoegd:

Met hulp van paarden dus. Maar wat maakt paarden nu zo

bijzonder? Heel simpel: hun biologische eigenschappen. Paarden zijn van nature kuddedieren, prooidieren en vluchtdieren (Voest, 2005). Als kuddedieren ervaren paarden een gevoel van veiligheid in de kudde en zijn ze continu met hun kuddegenoten aan het communiceren om deze veiligheid te waarborgen. Wanneer je kinderen paardencommunicatie via lichaamstaal leert en hen leert zich daarbij in de belevingswereld van een paard in te leven, zal het paard zich bij dat kind veilig voelen. Dit kan zich uiten in het vrijwillig volgen van het kind of steun zoeken bij het kind. Je kunt je misschien voorstellen hoe bijzonder het voor een kind is om zoiets te ervaren. En als je het kind daarop laat reflecteren, kan dit een verandering in gedrag en cognitie opleveren.

Alerte prooidieren Het prooidierschap van het paard maakt dat paarden zeer goed in staat zijn om bijvoorbeeld spierspanning, hartslag en ademhaling van zowel kuddegenoten als roofdieren waar te nemen. Een paard kan perfect onderscheid maken tussen een roofdier dat geen behoefte heeft aan een prooi en een roofdier dat dit wel heeft. Een paard kan op korte afstand zonder stress langs een troep relaxende wolven lopen, maar oh wee als het paard doorheeft dat hij als lunch wordt beschouwd… dan gaat hij er snel vandoor. Aangezien wij als mensen onze ogen voor in ons hoofd hebben en vaak vlees eten, zal een paard ons in principe ook als roofdieren beschouwen (RoB.I2017 JRMGZN I 07

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 7

11-10-17 16:45


-- __ -------- _

“De beweging van het paard heeft effect op

het werkgeheugen”

berts, 2001). In de buurt van een mens zal het paard alert zijn op allerlei tekenen van spanning of ontspanning en daar in zijn gedrag feedback op geven. Wij hebben een meisje in zorg die goed begreep hoe en dát paarden dat doen. Ze kon lezen en schrijven met een van onze pony’s en doorgaans was die pony dan ook erg bij haar op zijn gemak. Op een dag wilde hij echter maar niet rustig worden tijdens het poetsen en ik vroeg haar: ‘Kan het zijn dat je gespannen bent vandaag?’ ‘Vuile verrader!’ zei het meisje vervolgens tegen de pony, en daar was meteen een opening voor een gesprek.

Voorzichtige vluchtdieren

in het algemeen, en dus ook paarden, een positieve invloed kunnen hebben op mensen. Zo is er de biophilia-hypothese van Kahn, waarbij men er van uitgaat dat mensen een ingebouwde biologische behoefte hebben aan natuur- en diercontacten. Het voelt als het ware vertrouwd. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken hebben uitgewezen dat diercontacten bij mensen een lagere hartslag en bloeddruk teweegbrengen. Andere onderzoeken toonden aan dat er zogenaamde ‘feelgood’-hormonen vrijkomen, zoals serotonine dat een gelukzalig gevoel geeft (Vos, 2010) en oxytocine dat een rol speelt bij de sociale binding (Julius et al., 2012). Van dit gegeven maken wij gebruik als we kinderen óp een paard cognitieve taken laten doen waarmee ze grote moeite hebben. De beweging van het paard heeft effect op het werkgeheugen (Leseman, 2012), de hormonen helpen mee het kind zich goed te laten voelen, ondanks het feit dat het voor een moeilijke taak staat. Een jongen die echt dood wilde omdat hij op negenjarige leeftijd nog steeds op het niveau AVI-start las, begon in november één keer per week gedurende twintig minuten óp het paard hardop te lezen. In maart werd hij voorleeskampioen van de school op AVI E3-niveau. Twee jaar later las hij de Heartlandserie voor 10+ en had hij de hoofdrol in een musical van de zingende dierenarts Rinus Rasenberg. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van kinderen die kampen met problemen op het gebied van executieve functies en die met hulp van paarden heel grappige maar ook intensieve ervaringen hebben opgedaan. In het boek Help, mijn juf is een paard! (Uitgeverij SWP, 2017) ga ik veel dieper op deze materie in. Ik zou elke leerkracht die een leerling heeft met problematiek op het gebied van het werkgeheugen (bijvoorbeeld dyslexie of dyscalculie) of executieve functies willen aanraden op zoek te gaan naar een jeugdhulpaanbieder die met paarden werkt. En om vast kennis op te doen door het boek te lezen. >>

Omdat een paard ook een vluchtdier is, zal het bij de minste of geringste verdenking van gevaar op de vlucht slaan. Wanneer een kind op zo’n paard zou zitten, zit je daar uiteraard niet op te wachten. Er is dan ook een flinke dosis paardenvakmanschap van de begeleider nodig om de situatie veilig te houden voor het paard en daarmee vanzelf ook voor het kind. In het grondwerk echter, wanneer een loslopend paard en een kind zich in een werkruimte van 15 bij 15 meter bevinden, zal het paard afstand van het kind houden zolang het zich niet op zijn gemak voelt bij het kind. Het zal zich van het kind af bewegen zolang voor hem de situatie niet pluis is. Neemt de nieuwsgierigheid van het paard het over van de angst, dan zal hij heel zacht en voorzichtig zijn in de contactname. Dit natuurlijke vermogen van een paard zorgt ervoor dat wanneer gedrag (uiterlijk) en gevoel (innerlijk) met elkaar in overeenstemming zijn, congruent dus, het paard precies weet waar het aan toe is en zich sneller op z’n gemak zal voelen. Vooral bij onzekere en angstige kinderen werkt dit fantastisch. Tijdens een assertiviteitstraining hadden we een doodsbang meisje. Ze stond buiten de werkruimte van 15 bij 15 meter. Het paard stond zo ver van haar af als mogelijk was. Ik vertelde haar dat ze gewoon kon toegeven dat ze het doodeng vond, dat het paard dat eigenlijk het liefste had, omdat het dan duidelijk voor hem zou zijn. Op het moment dat ze hardop zei dat ze het Paulien Rutgers heeft haar eigen praktijk voor in haar broek deed van angst, draaide het paard zich om, liep Animal Assisted Interventions, waar ze haar onderwijsin een rechte lijn kalmpjes naar haar toe en stopte zo ver van en praktijkervaring combineert om onderwijsprogramma's haar vandaan dat hij nét met zijn neus met een uitgestrekte te ontwikkelen. hals heel zacht haar middenrif kon aanraken. Dat brak het ijs: ‘Oh, wat LITERATUUR is hij lief! Hij doet heel voorzichtig!’ Hermanns, J. (2005). Handboek Jeugdzorg. Deel 2: methodieken en programma’s. HouDaarop stapte ze over het afzetlint ten: Bohn Stafleu van Loghum. ◆ Julius, H.B.-M. (2012). Attachment to pets. Göttingen: heen om het paard te aaien.

Voorleeskampioen dankzij een paard Wetenschappers houden zich al jaren bezig met het feit dat dieren

Hogrefe. ◆ Leseman, P. (2012). Werkgeheugen, pedagogisch-didactische en klinische benaderingen. Lezing Balans-symposium, 28 september. ◆ Roberts, M. (2001). Gezond verstand, de weg naar betere communicatie tussen mensen via de taal van het paard. Baarn: Uitgeverij Bosch en Keuning. ◆ Voest, E. (2005). Handleiding loswerken. Ruinen: uitgegeven in eigen beheer. ◆ Vos, P.D. (2010). Emoties bij honden. Delft: Eburon.

08 I2017 I B. JRMGZN

Me

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 8

11-10-17 16:45


k Ontdnebod! ons aa

Agenda

Wij organiseren congressen, cursussen en opleidingen voor professionals in het onderwijs. Inhoudelijk inspirerend, praktisch en goed geregeld. Hieronder vindt u een greep uit ons aanbod. Onze volledige agenda bekijkt u via www.medilexonderwijs.nl/po

96% raadt aan!

Vrijdag 8 december

WIJZER WORDEN MET WOORDEN

100% raadt aan

Eindelijk herhaald!

Donderdag 11 januari

ECHTSCHEIDING EN SCHOOL

www.medilexonderwijs.nl/kleuterspel

5-daagse cursus

Omgaan met gescheiden ouders en hun kinderen www.medilexonderwijs.nl/echtscheiding

3-daagse cursus

Start maandag 15 januari

MEDIATION VOOR SCHOOLLEIDERS

Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 9

Start vrijdag 12 januari

ONTWIKKELING VAN KLEUTERS

Sensomotorische, sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling van kleuters www.medilexonderwijs.nl/ontwikkeling-van-kleuters

94% raadt aan

Maandag 15 januari

JONGENS BEGREPEN!

Over de (leer)behoeften van jongens in het primair onderwijs

Mediation en conflicthantering in het onderwijs www.medilexonderwijs.nl/mediation

SPELEND LEREN OF LEREND SPELEN? Kleuters en spel

Woordenschatontwikkeling in groep 3 t/m 8 www.medilexonderwijs.nl/woordenschat

Donderdag 14 december

www.medilexonderwijs.nl/jongens

T. (030) - 700 12 20

E. info@medilexonderwijs.nl

11-10-17 16:45


WEERBA

10I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 10

11-10-17 16:45


B.I WEERBAARHEID

& VEERKRACHT

Wie weerbaar is, komt op voor zijn eigen wensen, grenzen en behoeften en houdt daarbij rekening met de wensen en grenzen van de ander. Weerbaar gedrag is opkomen voor jezelf met respect voor jezelf en voor de ander. Berendineke Steenbergen

BAARHEID

op de basisschool

N

iet-weerbaar gedrag kan dan ook zowel subassertief als agressief zijn. Een weerbaar kind houdt rekening met de eigen gevoelens en met die van de ander. Wanneer kinderen niet weerbaar zijn, is de kans groot dat zij slachtoffer worden van machtsmisbruik, zoals het geval is bij pesten, groepsdruk en sexting. Anderzijds is de kans ook groot dat zij zich schuldig maken aan machtsmisbruik, bijvoorbeeld omdat zij het moeilijk vinden om de groepsdruk te weerstaan. Een lage weerbaarheid kan voor veel problemen zorgen. In dit artikel staat een aantal tips hoe je in de klas kunt werken aan het vergroten van de weerbaarheid van je leerlingen. Het vergroten van de weerbaarheid is echter geen ‘trucje’, maar vraagt om een aanpak die bestaat uit de volgende vier aspecten:

>Werken aan het vergroten van het zelfvertrouwen > Het leren herkennen en erkennen van de eigen grenzen > Het aanleren van vaardigheden >Een goede houding B.I2017 JRMGZN I 11

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 11

11-10-17 16:46


Het is moeilijk om voor jezelf op te komen als je jezelf

NIETS WAARD VINDT

_ ---------------Oefening > Verdeel de kinderen in duo’s, waarbij A achter B zit en een pizza bakt op de rug van B. • Kneed het deeg van de pizza (kneed de rug van B). • Maak een grote ronde bodem van het deeg (teken cirkels op de rug van B). • Doe er tomatensaus op (veeg met de zijkant van de handen op de pizza). • Leg er uienringen op (teken met de wijsvinger kleine rondjes over de hele rug). • Leg er wat schijfjes salami bij (teken met de wijsvinger kleine rondjes over de hele rug). • Voeg de olijven toe (met de vingertoppen kloppen). • Strooi er kaas op (met de vingertoppen zachtjes kloppen). • Zet de pizza in de oven (schuif met de muis van de hand van de onderrug naar boven). • Pak de pizza uit de oven (schuif met de pinkkant van de hand van de schouders naar beneden) en verdeel die in stukken (met de wijsvinger over de rug). Deze werkvorm kan ook uitgevoerd worden in de hele groep: in dat geval ligt een leerling op de grond en zitten alle andere leerlingen om die persoon heen. Uit: Handboek weerbaarheid. Van theorie

_ ---------------naar toepassing

WERKEN AAN HET GEVOEL VAN EIGENWAARDE

Er is een verband tussen weerbaarheid en het gevoel van eigenwaarde. Het is moeilijk om voor jezelf op te komen als je jezelf niets waard vindt. Een laag zelfvertrouwen kan bovendien leiden tot risicogedrag zoals drugsgebruik. Omgekeerd heeft een groot zelfvertrouwen een positieve invloed op gezond gedrag. Het werken aan het vergroten van het zelfvertrouwen is dan ook een eerste stap in het werken aan weerbaarheid om (verdere) problemen in de klas te voorkomen. Over het algemeen groeit het zelfvertrouwen van de meeste kinderen vanzelf gedurende de periode op de basisschool (met een

kortstondige terugval rond het twaalfde jaar). Kinderen die echter te weinig zelfvertrouwen bezitten, krijgen het zwaar. Doordat zij verwachten dat ze van hun taken niets terecht zullen brengen, ontwikkelen ze een grote angst. Daardoor zal de kans toenemen dat het inderdaad niet goed gaat. Deze cyclus van mislukkingen is steeds moeilijker te doorbreken. Leerkrachten die voldoende betrokken zijn, structuur bieden en autonomie-ondersteunend zijn, kunnen het zelfbeeld van deze kinderen helpen versterken. Concreet kan een leerkracht meewerken aan het vergroten van het zelfvertrouwen van zijn leerlingen door veel complimenten te geven en te zorgen voor een leeraanbod waarbij alle kinderen successen ervaren, en niet alleen de intelligente en sportieve kinderen. In weerbaarheidstrainingen wordt ook gewerkt aan het vergroten van het zelfvertrouwen met behulp van werkvormen, zoals het doorslaan van een plankje (vanaf 10 jaar) of het tekenen van een ‘trotshand’. Bij de trotshand tekenen alle kinderen hun hand op een vel papier. In iedere vinger en in de duim schrijven zij iets waarop zij trots zijn, bijvoorbeeld iets wat ze hebben bereikt, iets waarin ze goed zijn of wat ze mooi vinden aan zichzelf. Vervolgens presenteren zij zich aan de groep met de zin: ‘Ik ben … en ik ben trots op …’ Dit wordt vanzelfsprekend beantwoord met applaus van de anderen. In het Handboek weerbaarheid en het Handboek Marietje Kessels staan meer werkvormen waarmee je kunt werken aan de vergroting van het gevoel van eigenwaarde. HERKENNEN EN ERKENNEN VAN EIGEN GRENZEN EN GEVOELENS

Het herkennen en erkennen van grenzen is een andere noodzakelijke vaardigheid om weerbaar te zijn. Je kunt immers alleen een grens trekken als je herkent wanneer iemand jouw grens overschrijdt. Binnen weerbaarheidstrainingen kennen we hiervoor het ja-, het nee- en het twijfelgevoel. Een ja-gevoel betekent dat je zonder enig voorbehoud iets leuk vindt; bij een nee-gevoel vind je het niets en bij een twijfelgevoel roept iets of iemand zowel positieve als negatieve gevoelens op. Door woorden te geven aan de verschillende gevoelens is het mogelijk erover te praten. In de klas kunnen deze begrippen geïntroduceerd worden met een stellingenspel. De docent noemt verschillende dingen en de kinderen geven aan welke gevoelens zij daarbij hebben. Vanzelfsprekend begint het spel eenvoudig met bijvoorbeeld ‘ijsjes eten in de zomer’, ‘naar het strand gaan’ en ‘straf krijgen’. Het twijfelgevoel wordt geïntroduceerd met bijvoorbeeld ‘de laatste dag voor de zomervakantie’. Kinderen zullen doorgaans aangeven dat ze dat aan de ene kant leuk vinden omdat er veel vrije dagen aankomen – wat dus zorgt voor een ja-gevoel – maar dat het aan de andere kant ook jammer is dat ze hun klasgenootjes zo’n lange tijd niet zien. Wanneer de basis helder is, kan uitgelegd worden dat ook mensen een ja-, nee- of twijfelgevoel kunnen oproepen, bijvoorbeeld als iemand heel aardig doet, maar ook als iemand te dichtbij komt. Voor jonge kinderen is het moeilijk om het twijfelgevoel te herkennen. Daarom oefenen we tot de leeftijd van ongeveer negen jaar alleen het nee- en ja-gevoel en pas vanaf een jaar of tien ook het twijfelgevoel. In dit kader is ook het lichaamsbewustzijn belangrijk. Dat is te ontwikkelen door bijvoorbeeld stoeispelletjes, kindermassage of kinderyoga. WEERBAARHEIDSVAARDIGHEDEN

Zelfvertrouwen en het herkennen en erkennen van grenzen zijn belangrijk, maar het hebben van concrete vaardigheden natuurlijk ook. Door kinderen te leren op een goede manier een grens te stellen, zullen ze beter in staat zijn om voor zichzelf op te komen. Bovendien zal een kind met voldoende vaardigheden gemakkelijker succeser-

12I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 12

11-10-17 16:46


B.I WEERBAARHEID

& VEERKRACHT

_ --------- _ --- _ --------- _ --------- _ --------- _ ---------Oefening > Emoties overgooien Een bekende werkvorm om te oefenen met een houding die past bij het gevoel dat je wilt uitstralen, is ‘emoties overgooien’. De kinderen staan hierbij in een kring. De leerkracht begint en toont een bepaalde emotie, bijvoorbeeld

vrolijkheid. Met een ‘gooigebaar’ gooit de leerkracht de emotie op een, in dit geval vrolijke, manier naar een van de kinderen. Het kind vangt de emotie op eenzelfde manier (in dit geval dus vrolijk), bedenkt zelf een emotie en gooit die naar een ander kind. Zo kunnen verschillende

emoties aan bod komen, zoals boosheid, verdriet, verliefdheid, trots en verwaandheid. Deze werkvorm wordt altijd afgesloten met een positieve emotie.

Uit: Handboek weerbaarheid. Van theorie naar toepassing

_ --------- _ --- _ --------- _ --------- _ --------- _ ---------varingen opdoen en daardoor een groeiend gevoel van eigenwaarde ontwikkelen. In dit kader zijn drie dingen belangrijk: > de vaardigheid van hulp vragen > de vaardigheid om de goede woorden en toon te kiezen; > een goede houding. Hulp vragen doe je door te vertellen wat er aan de hand is, waarom je hulp nodig hebt en na te denken bij wie je voor hulp terecht kunt. Maak samen met de kinderen een lijst met namen van mensen bij wie ze hulp kunnen vragen. Op deze lijst kunnen familieleden en buren staan, maar ook de kindertelefoon en de vertrouwenspersoon op school. Om te oefenen met de goede woorden en toon voor het stellen van een grens, werken we in weerbaarheidstrainingen met vier stappen. Door de vier stappen te volgen, leren de kinderen niet alleen een grens te trekken, maar doen ze dat op een goede manier. De vier stappen zijn: 1. Zeg duidelijk dat je iets niet wilt: ‘Hou daar alsjeblieft mee op!’ 2. Als de ander niet ophoudt, zeg je nóg stelliger dat je het niet wilt: ‘Hou nú op!’ 3. Als de ander nog steeds niet ophoudt, voeg je er een waarschuwing aan toe: ‘Als je nu niet ophoudt, dan…’ 4. Doen waarvoor je gewaarschuwd hebt. Het is belangrijk om bij de derde stap iets te noemen wat zowel wenselijk als realistisch is. Het heeft geen enkele zin iets te roepen wat je niet kunt waarmaken – en daartoe zijn kinderen natuurlijk soms wel geneigd. Het kind kan bijvoorbeeld naar de juf of meester gaan als de ander niet ophoudt. HOUDING

Ten slotte is de houding heel belangrijk. Omdat de non-verbale boodschap soms krachtiger is dan de verbale boodschap is een goede houding essentieel voor weerbaarheid. Bij een goede basishouding snijdt het mes aan twee kanten. Enerzijds zorgt het ervoor dat je de grens beter kunt trekken; anderzijds levert het hebben van een goede houding een positief gevoel op. Een goede houding betekent dat je voeten stevig op de grond staan, de adem laag is (uit de buik) en het hoofd en de rug recht. Bovendien is je gezichtsuitdrukking in overeenstemming met de boodschap je wilt uitzenden. Soms wordt er ook gewerkt met een zogenaamde ‘stophand’ (open hand recht vooruit), maar daarmee wordt het stellen van een grens soms ook een spel. Het gevaar is dat anderen je dan niet meer serieus nemen. Het advies is dan ook om de stop-hand niet te gebruiken en je te richten op een goede basishouding. Hiervoor zijn verschillende werkvormen die eenvoudig in de literatuur te vinden zijn. >>

Berendineke Steenbergen

studeerde sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht en leidt sinds 2001 weerbaarheidstrainers op. Zij is (mede) auteur van het Handboek weerbaarheid: Van theorie naar toepassing (SWP, 2016) en van het Handboek Marietje Kessels Project. Weerbaarheidsvergroting bij kinderen van 10 tot 13 jaar (SWP, 2015)

B.I2017 JRMGZN I 13

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 13

11-10-17 16:46


Jaarcongres Brede School Het zijn niet alleen de kernvakken die er toe doen bij de ontwikkeling van kinderen, het gaat vooral om de brede ontwikkeling. Dit weten IKC’s en brede scholen al langer; zij bieden een pedagogisch rijke omgeving met aandacht voor allerlei vaardigheden die kinderen nodig hebben voor de toekomst! Naast de 21ste eeuwse vaardigheden kijken we natuurlijk ook naar de actuele beleidsontwikkelingen die de brede school en de IKC ontwikkeling raken. Deelnemers worden tijdens dit congres bijgepraat over de actuele ontwikkelingen en kunnen leren van praktijkvoorbeelden in het land. Congreslocatie: Jaarbeurs, Utrecht Een co-productie van:

Mediapartners:

www.bredeschoolcongres.nl Bredeschool.indd 1

25-9-2017 16:08:32

TOT ZIENS OP DE KINDVAK 2018! 18, 19 en 20 januari 2018 Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch D I N Y VA N D E R A A L S V O O R T (R E D. )

JÜRGEN PEETERS

Hoe spel te bevorderen bij kinderen

De kracht van zelfsturing in opvoeding

Het belang van spelen

Kinderen zijn geen puppy’s

van 2 tot 13 jaar • Theoretische T achtergrond bij het belang van spelen

• Focus op ontwikkelingsdoelen op de lange termijn

• Voor V ouders, opvoeders en leerkrachten

• Bereid kinderen voor op de maatschappij van morgen

ISBN 978 94 9239 807 9 150 blz. – €20,-

ISBN 978 94 6344 199 5 ca. 150 blz. - ca. €25,50

KOM BIJ ONS LANGS OP STANDNR. 604 www.accouitgeverij.nl // info@uitgeverijacco.nl

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 14

11-10-17 16:46


BOEKEN

B.I WEERBAARHEID

& VEERKRACHT

& cursussen

_ ----------- _ ------- __ -------Kunstzinnige sociale

vaardigheidstraining Voor kinderen vanaf groep 6 hebben Thea Giesen (orthopedagoog) en Marijke de Mare (kunstzinnig therapeut) een kunstzinnige sociale vaardigheidstraining ontwikkeld. Ga met kinderen aan de slag met bewegingsoefeningen, verhalen en kunstzinnige opdrachten en versterk tegelijkertijd de sociale redzaamheid, sociale weerbaarheid en sociale competentie! Thea Giesen & Marijke de Mare ISBN 9789088505720 | ¤ 32,50 www.swpbook.com/1805

Incompany cursus DOCENTEN Thea Giesen & Marijke de Mare CURSUSDUUR 6 dagen INBEGREPEN LITERATUUR

Juf, ik ben een kunstenaar ACCREDITATIE : Certificaat van deelname en KICK-licentie Meer informatie en actuele cursusdata op www.onderwijs.academy

----- _ ------- __ -----cursus Weerbaar zijn betekent dat iemand kan opkomen voor zijn eigen wensen, grenzen en behoeften en daarbij rekening houdt met de wensen en grenzen van een ander.

Hoe doe je dat, trainen op weerbaar gedrag? Weerbaar gedrag is dus gedrag waarin je voor jezelf opkomt met respect voor jezelf én voor de ander. Het Handboek weerbaarheid is dé leidraad voor iedere weerbaarheidstrainer, ervaren en onervaren. Het boek biedt een theoretische onderbouwing van

Luister je wel naar míj? Met de onderwijsvernieuwing van Passend Onderwijs is het communiceren met kinderen enorm belangrijk geworden. ‘Passend’ betekent dat je aansluit bij het kind. Daarvoor is het noodzakelijk om goed met het kind te kunnen communiceren. Met de cursus Communiceren met kinderen krijg je inzicht in de ontwikkeling van kinderen, kennis van gesprekstechnieken en vaardigheid in het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen.

de methodiek en behandelt weerbaarheidsthema’s als pesten, huiselijk geweld en agressieregulatie.

DOCENT

dr. Martine F. Delfos 4 dagen

CURSUSDUUR

INBEGREPEN LITERATUUR

Berendineke Steenbergen, Rob Boonman & Arnold de Leeuw | ISBN 9789088506871 | ¤ 24,90 www.swpbook.com/1822

----- _ ------- __ -------- _ -------

Luister je wel naar míj? ACCREDITATIE : Gevalideerd door registerleraar.nl Kijk voor meer informatie en actuele cursusdata op www.onderwijs.academy

B.I2017 JRMGZN I 15

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 15

11-10-17 16:46


BOEKEN BOEKEN & cursussen & cursussen _ _ _

------------ _ ------- --- --------------- ------------ _ ------- _ --- _ -------

Weerbaarheidsproject in groep 7 en 8 In 1990 ging in Tilburg het Marietje Kessels Project van start. Het doel van het project was om kinderen in groep 7 en 8 weerbaarder te maken en zo de kans te verkleinen dat zij slachtoffer worden van machtsmisbruik of zelf grensoverschrijdend gedrag zouden gaan vertonen. Het project vindt navolging in heel Nederland. Het Handboek Marietje Kessels Project beschrijft hoe het programma tegenwoordig ingezet wordt op basisscholen: Marietje Kessels 2.0! Betty-Ann Blommers & Berendineke Steenbergen | ISBN 9789088505898 | ¤24,90 | www.swpbook.com/1822

----- _ ------- __ ----

JONGENS en een fysieke benadering

Over het algemeen zijn jongens energieker en beweeglijker dan meisjes en vinden zij het moeilijker om emoties en datgene wat hen beweegt in woorden uit te drukken. Dit betekent dat jongens wellicht gebaat zijn bij een andere aanpak dan meisjes bij hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Met het ‘Rots en Water’-perspectief heeft Freerk Ykema daarom gekozen voor een psychofysieke werkwijze. Dit betekent dat vaardigheden op de eerste plaats via fysieke oefeningen worden aangeboden, waarna een transfer wordt gemaakt naar sociale en mentale vaardigheden.

MODERN LESPROGRAMMA voor meer zelfvertrouwen bij (pre)pubers Met de 34 lessen in het boek Aan de slag met positieve psychologie ontwikkel je vaardigheden bij (pre)pubers die kunnen zorgen voor meer zelfvertrouwen en veerkracht. Iedere les heeft een opbouw van zestig minuten, aanwijzingen voor de uitvoering en hand-outs voor de leerlingen. De activiteiten in dit programma sluiten aan bij de leefwereld van jongeren: in lessen worden YouTube video’s gebruikt of door leerlingen zelf ingebracht naast afspeellijsten met hun favoriete muziek. Ilona Boniwell & Lucy Ryan | ISBN 9789088506659 | ¤ 39,90 | www.swpbook.com/1899

Basisboek voor jongens | 14e druk!| ISBN 9789066654587 | ¤ 17,www.swpbook.com/373 Paktijkboek voor jongens én meisjes | 13e druk!| ISBN 9789088506307 | ¤ 34,90 | www.swpbook.com/374

----- _ ------- __ ---16 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 16

11-10-17 16:46


B.I WEERBAARHEID

& VEERKRACHT

_ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- __ -------- _ -------

-

-

----- _ ------- __ -------- _ -------

Veilig leerklimaat

Beter leervermogen en minder schooluitval

met behulp van… paarden! Een kind van negen jaar met ernstige dyslexie las op het niveau van begin groep 3. Na vier maanden één keer per week lezen op het paard leest het kind op het niveau van begin groep 4 en wordt zelfs voorleeskampioen van zijn school! Zeven kinderen die helemaal niet naar school konden, gaan na ongeveer zes maanden weer volledig naar school dankzij de wekelijkse sessies met een paard in hun dagbehandelingsprogramma. Zomaar twee voorbeelden uit de praktijk van Paulien Rutgers, die sinds 2004 paarden inzet om kinderen te stimuleren zich verder te ontwikkelen. In samenwerking met het gezin en de school helpt ze kinderen tussen de 4 en 18 jaar die kampen met schooluitval of risicovol gedrag. Lees alles over de inzet van paarden in het boek Help, mijn juf is een paard!

Paulien Rutgers ISBN 9789088507243 | ¤34,90 www.swpbook.com/1957

----- _ ------- __ -------- _ -------

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 17

Het uitgangspunt van het boek Vertrouwen in je klas is dat een vertrouwensrelatie tussen kinderen en leerkrachten de basis is voor een veilig leerklimaat. Centraal staan de psychologische processen die spelen in de interacties tussen leerkracht en kind, tussen leerkracht en ouders, tussen kinderen onderling en tussen leerkrachten onderling. Herkenbare thema’s die aan bod komen zijn omgaan met onrust bij kinderen, schuld en schaamte, reddersgedrag van leerkrachten, onzekerheid van leerkrachten, omgaan met pesten en confl icten met collega’s en ouders. Theo van der Heijden, Danielle van der Heijden & Tamar Kopmels | ISBN 9789088506666 ¤28,95 | www.swpbook.com/1900

----- _ ------- __ ------

WIJ zijn een groep

Creëer een veilig groepsgevoel in de klas met opdrachten en spel Met de methode in het boek Wij zijn een groep leert de klas afspraken maken, problemen samen op te lossen, om te gaan met pesten en grenzen aan te geven. Allemaal sociale vaardigheden die de sfeer in de klas verbeteren! De training is kort en intensief en kan op ieder moment van het jaar ingezet worden door de eigen leerkracht of intern begeleider.

>> Nathalie van Kordelaar & Mirjam Zwaan | ISBN 9789088502330 | ¤22,50 www.wijzijneengroep.swpbook.com

B.I2017 JRMGZN I 17

11-10-17 16:46


Onderwijs Academy ` `

Expertise in ouderschap Hoe kun je als leerkracht naast het kind-perspectief ook het ouder-perspectief in nemen? Wat is eigenlijk het verschil? En hoe essentieel is dat? Deze cursus helpt u als docent om de ouderbegeleidende positie in te nemen en in verbinding te blijven met de ouder.

` `

Introductiecursus Video-hometraining / Video-Interactiebegeleiding Een gedegen eerste kennismaking met de methodes VHT en VIB ! Deze methodes bieden krachtige begeleidingsinstrumenten om de kwaliteit van het contact te verbeteren tussen opvoeders en kinderen en tussen professionele begeleiders onderling. Analyse van video-opnames, zowel thuis als in een professionele werksetting, maakt de elementen en patronen in de communicatie zichtbaar.

` `

Beter omgaan met lastig gedrag Hoe kun je effectief reageren op ordeverstoringen? Welke mogelijkheden zijn er als docent om de boze leerling te helpen? Naast een theoretische introductie worden, door middel van oefeningen uit mindfulness en met casuĂŻstiek, deelnemers letterlijk in beweging gezet.

` `

Met plezier groepen leiden Deze 4 daagse training is bedoeld voor trainers, teamcoaches, leidinggevenden, groepsbegeleiders en docenten. Voor iedereen die met groepen werkt, meer wil halen uit het groepsproces en met plezier een groep succesvol wil leiden.

` `

Meldcode implementeren en borgen Waar loopt u tegen aan in het gebruik van de Meldcode kindermishandeling? Hoe wordt de meldcode door uw medewerkers gebruikt? En hoe houdt u kindermishandeling op de agenda? Deze vragen vormen het uitgangspunt van deze cursus. VRAA

Bekijk het complete aanbod op www.onderwijs.academy

G LIJVEN

VRIJB

EEN I

D

NCOM

OFFE

PANY

RTE A

AN!

www.onderwijs.academy

1_1 Onderwijs.academy BS_mag.indd 1

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 18

5-10-2017 11:33:33

11-10-17 16:46


& DIDACTIEK

Door de kracht van gedachten goed te gebruiken kun je kinderen helpen de dingen te doen die voor hen belangrijk zijn. Maaike Steeman gaat in haar artikel in op de positieve werking van de Acceptatie en Commitment Therapie en het mogelijke eect ervan op leerlingen. Ook bewegen en aanraken kunnen een positief eect hebben op kinderen. Heel veel onrust in kinderlijfjes ontstaat door langdurig stilzitten en eenzijdig bezig zijn. Marijke Sluijter maakt duidelijk hoe dat komt en wat je er in de klas aan kan doen. Ella de Jong beschrijft haar ervaringen en verwerkt die in een verhaal, oplossingsgerichte activiteiten en een casus.

Pedagogiek

& DIDACTIEK

Natuurlijk gedrag

20

Aanraking, ook in school onmisbaar

Kijk naar een willekeurige groep kinderen en je ziet hoe vaak ze elkaar aanraken. Aanraken is natuurlijk gedrag waar kinderen niet zonder kunnen. Marijke Sluijter

& verder... B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 19

Gedachten sturen

De kracht van gedachten

24

Door beter gebruik te maken van de kracht van je gedachten, krijg je meer grip op je gedrag. Bij jezelf en de kinderen. Maaike Steeman

In de klas

Oplossingsgericht werken

28

Oplossingsgericht werken in de klas heeft alles te maken met hoe je over kinderen denkt, je houding, en de manier waarop je kijkt. Ella de Jong

Boekentips: Maak een bubbelslang! 33

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- __ -------- _ -------

B.I PEDAGOGIEK

11-10-17 16:46


ook in school onmisbaar

Aanraking Marijke Sluijter

20I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 20

11-10-17 16:46


B.I

PEDAGOGIEK & DIDACTIEK

Kijk naar een willekeurige groep kinderen en je ziet hoe vaak ze elkaar aanraken. Een tikje op de rug om aandacht te vragen, een stoei-partijtje om de krachten te meten, aan elkaar friemelen of gezellig tegen elkaar aanhangen. Aanraken is natuurlijk gedrag waar kinderen niet zonder kunnen.

U

it internationaal onderzoek blijkt dat kinderen die onvoldoende zorgzaam worden aangeraakt, minder goed gedijen. Ze groeien slechter, zijn vaker ziek en leren minder goed. Dat is niet zo gek als je bedenkt dat kinderen – net als alle zoogdieren – zich fysiek veilig moeten voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Vanuit die veilige hechting kunnen ze in ontspannen toestand de wereld verkennen. Aanraking werkt dus tweezijdig: omhullend en ontdekkend. Grenzen stellen

Onze huid is de grens tussen ons en de wereld. Als we elkaar ontmoeten, tasten we met een handdruk de grenzen af. We verzamelen met een handdruk vaak ongemerkt een schat aan informatie. Kinderen verkennen de ander via spel. Stoeiend en frunnikend ontdekken ze elkaars grenzen. Wat de een prettig vindt, wordt door de ander niet gepikt. Kinderen leren door de jaren heen steeds beter hun grenzen te bewaken. Ze ontdekken hoe ze de ander duidelijk kunnen maken wat wel en wat niet oké is. Je kunt dit verkennende spel aan het toeval overlaten, maar de sterk verminderde gelegenheid tot het opdoen van tastervaringen maakt dat dat eigenlijk niet meer kan. Werkende ouders, kleinere gezinnen, minder contact met familie, stress in het gezin, toenemende beeldschermtijd en langere tijd in kinderopvang, school en clubs vragen om nieuwe mogelijkheden om aan de behoefte tot aanraking te voldoen. Eerst grijpen, dan begrijpen

Ook voor het leren is aanraken noodzakelijk. Ons kennisverwervingssysteem is verankerd in ons lichaam. Een peuter kun je honderd keer waarschuwen dat het een ander kind geen pijn mag doen, maar zolang het de ander nog als speelgoed ziet, begrijpt het niet wat je bedoelt.

Speelt het kind geregeld aanraakspelletjes, dan ontdekt het al doende wat pijn doet en wat fijn is. Het leert voorzichtig met de ander om te gaan en probeert bij zichzelf en de ander hoe iets voelt. Het is prettig of vervelend: ja of nee. Kleuters spelen graag uitdagende spelletjes waarbij ze elkaars grenzen verkennen. Peter gaat nogal ruw met anderen om, dus als de timide Kariem met de auto mag spelen, geeft juf Else juist Peter de taak om baas van ‘de wasstraat’ te zijn. Kariem vraagt om sproeien, inzepen, afspoelen en droogblazen. Nauwgezet let Peter erop dat de kinderen de opdrachten van Kariem zorgvuldig uitvoeren. Juf Else moedigt hem aan: ‘Goed naar Kariems gezicht kijken hoor!’ Als Peter denkt dat er al te hard op Kariems rug wordt getrommeld, grijpt hij in: ‘Kariem wil de kraan wat zachter!’ Kariem lacht: ‘Nee, harder! Aanraking is communicatie

Via gebaren en aanraking communiceren we veel meer dan via taal. Taalverwerving is gegrond in de oercommunicatie van het gebaar en de aanraking. Door aanraakspel krijgt het kind oog voor de fijne nuances in de communicatie. Aanraken luistert namelijk nauw. Je hebt er zorgvuldigheid en inlevingsvermogen voor nodig, en je moet wisselende situaties goed kunnen inschatten. Daarop kunnen inspelen vergt subtiliteit. Subtiliteit is een gewilde kwaliteit, hoewel we ons daarvan niet zo bewust zijn. Succesvolle mensen beschikken over veel meer vaardigheden dan we met diploma’s kunnen meten. Goede leerlingen krijgen niet vanzelfsprekend een succesvolle carrière. Zonder vaardigheden om verbinding met anderen te maken, kom je meestal niet ver. In veel beroepen staat emotionele intelligentie zelfs voorop. Actiever bij de les

Elk organisme werkt volgens dezelfde aangeboren volgorde. Het neemt zijn

plaats in, deelt zijn omgeving met andere organismes en komt in beweging zodra het zich veilig voelt. Kinderen die de kans krijgen, gaan op pad zodra ze zich gesetteld hebben en zich veilig voelen. Ze strekken zich, reiken zich naar iets uit, willen iets bereiken. We zijn eraan gewend geraakt dat kennis met de paplepel wordt aangeboden en stilzittend wordt ‘genoten’, maar dat is tegennatuurlijk. Neurologen zien zitten zelfs als de minst effectieve leerhouding! Zij stellen dat we regelmatig in beweging moeten komen om ons hoofd leeg te maken zodat we kunnen opslaan wat we moeten onthouden. Die functie van het werkgeheugen wordt verstoord als we almaar doorgaan met denken. Door in beweging te komen kan ons brein rusten. We rekken ons uit, staan op en gaan lopen. Als dat niet kan, zie je vaak dat mensen gaan droedelen. Ze krabbelen gedachteloos wat op papier, dikwijls hetzelfde figuurtje. Een >>niet verbieden, volwassene zul je dat maar bij kinderen gebeurt dat wel. Daar worden ze echter onrustig van. Bewegend leren

Heel veel onrust in kinderlijfjes ontstaat door langdurig stilzitten en eenzijdig bezig zijn. Corina de Boer van Touching Child Care verwoordt het als volgt: “Juist bij oudere kinderen is veel winst te behalen. Aanraakspel kost vrijwel geen tijd. Die paar minuutjes betalen zich dubbel en dwars terug in meer rust en betere leerprestaties. Om de spanning van hen af te laten glijden kun je hen een lemniscaat over elkaars schouders laten maken of met de vingertoppen van boven naar beneden laten glijden. Of doe ‘de tube tandpasta’, een spelletje waarmee schouders en armen een stimulans krijgen. Een tactiel rustmoment maakt dat kinderen weer fris zijn voor de volgende les. Het tastzintuig en de bewegingszin worden op scholen ten onrechte buitenspel gezet. Zet aanraakspel maar eens in bij B.I2017 JRMGZN I 21

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 21

11-10-17 16:46


‘Stoeiend en frunnikend elkaars grenzen ontdekken’ het aanleren en oefenen van de tafels en kijk hoeveel betrokkenheid je ziet in vergelijking met een gewone rekenles. Als je het gaat zien, ontdek je steeds meer mogelijkheden om in beweging en in contact met elkaar te leren. Bewegend onderwijs is gelukkig aan een opmars bezig. Samen leren ook. Nieuwe woorden kun je op elkaars rug oefenen en sommen schrijf je in elkaars hand in een vraag-en-antwoordspel. In deze visie is een school een plek waar je heen wilt uit nieuwsgierigheid, waar je mag werken met heel je lijf en leden. Schakel het hele kind in en kijk eens wat een actie en inzet je dan ziet! School en kinderopvang kunnen elkaar dan ook prima de bal toespelen. Ook thuis speelt en leert het kind actief verder. Het kind stopt niet met leren als de school uitgaat!”. Minder pestgedrag

In groepen waar kinderen regelmatig aanraakspelletjes spelen, zie je opvallend weinig pestgedrag. ‘Ik ben omdat jij bestaat,’ zegt alles over wie we zijn als mens en wat we nodig hebben om mens te zijn. Wie ben je nog als niemand van je weet? Als je niet gezien wordt? Als ieder voor zich leeft en niemand zich om je bekommert? We worden doodongelukkig. Die ongelukkigheid maakt dat we gaan wrikken en wrokken. De ander moet pijn lijden omdat ik pijn heb. Ik voel omdat jij voelt. Veel pestgedrag is een schreeuw om hulp: ‘Kijk, ik besta!’ Het kind is het contact met het eigen mens-zijn kwijt. Het kan de ander niet als mens ontmoeten maar alleen gebruiken om zijn eigen pijn te verlichten. Je kunt wel zeggen dat de ander een mens is en geen ding, maar als het kind dat niet kan voelen, sta je met lege handen. Het mooie is dat zo’n kind juist met zijn handen weer kan gaan voelen.

Laat hem andere kinderen een speelse rugmassage geven en kijk. De glimlach die oplicht is telkens weer een klein wonder. Het kind voelt dat het erbij hoort, dat het gezien wordt. De ontdekking dat het zo eenvoudig is, kan een eenzaam kinderleven een andere wending geven. Aanraken, juist in het computertijdperk

Opgroeien in het computertijdperk, wat een feest! Gretig zuigen onze ogen zich vast aan alles wat beweegt, en beeldschermen voldoen nu eenmaal aan die behoefte. Het is alleen jammer dat pappa en mamma je aan je lot overlaten omdat ze ook in de cyberspace verdwenen zijn. Je kunt je daar zorgen over maken, maar de ontwikkeling is niet terug te draaien. Kijk liever naar wat kinderen juist door deze ontwikkelingen nodig hebben om gezond op te groeien. Zoals tijd voor elkaar maken, zorg aan de ander besteden en contact leggen. We kunnen kiezen voor meer menselijkheid, voor kwaliteit van leven. Aanraken hoort daarbij, in hetzelfde rijtje als liefde, frisse lucht, eten en drinken.

Marijke Sluijter

was tot 2016 hoofdredacteur van het tijdschrift Educare, dat is doorgegaan als het oudertijdschrift Kind. Ze is docent Zinvol Tekenspel en maakt daarbij gebruik van de beeld- en bewegingstaal die onder onze spreektaal ligt. Ze schreef Aanraken: een levensbehoefte (Uitgeverij SWP, herz. 8e druk, 2017). Een praktisch handboek voor leerkrachten en pedagogisch begeleiders. Ook van haar is Het grote droedelboek. Reset je brein met droedelkracht. Goed voor duizend rustmomentjes: thuis, op het werk en op school.Meer informatie: www.zinvoltekenenmetkinderen.nl

BRONNEN Field, T. (2001). Touch. A Bradford Book; The Mitt Press, Massachusetts. In Nederland uitgegeven als Aanraaktherapie bij Uitgeverij Boekenbent. ◆ Moberg, K.U. (1996). Physiological and endrocryne effects of social contact. Stockholm: Karolinska Institute, dept. of Psychology and Pharmacology. In Nederland uitgegeven bij Thoeris als De oxytocine factor. ◆ Sluijter, M. (2015). Leren: natuurlijk kun je het! Educare 33(2). ◆ Wereldwijde onderzoeken naar aanraking: www.miami.edu/touch-research.

22 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 22

11-10-17 16:46


Dynamic SoundField

De spraakversterker speciaal voor leerkrachten

GRATIS op proef

Lesgeven is topsport voor uw stem. Voorkom langdurig uitval met deze digitale spraakversterker met losse speaker die speciaal voor het onderwijs is ontwikkeld. Vergoeding UWV is mogelijk. Kijk op www.dynamicsoundfield.nl voor meer info of neem contact met ons op voor een vrijblijvende proef via 088-6008850 / info@phonak.nl

PEDAGOGIEK IN PRAKTIJK

PIP - meer opvoeden Het vakblad PiP is opiniërend en stelt pedagogische vragen. Het blad staat boordevol toegankelijke artikelen van de meest gerespecteerde deskundigen uit binnen- en buitenland. Of het nu gaat over ontwikkelingsstoornissen, vroeg- en voorschoolse educatie of ordehandhaving in de klas, PiP is er voor lezers die willen blijven meepraten – zonder overbodig jargon – over de meest prangende opvoedings- en onderwijskwesties.

KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.PEDAGOGIEK.NU Vakblad PiP is een uitgave van Uitgeverij SWP Postbus 12010 | 1100 AA Amsterdam-Zuidoost | Tel. 020-3307200 | eindredactie@pedagogiek.nu | www.pedagogiek.nu | Twitter@pedagogieknu PIP.indd 1

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 23

5-10-2017 11:36:06

11-10-17 16:46


De kracht van

gedachten

24 I2017 I B. JRMGZN JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 24

11-10-17 16:48


een leerling en dat hij dan toch iets anders doet? Of dat je je voorneemt het vandaag anders aan te pakken en dat je toch weer

--- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- __ -------- _ -------- _ ------- _ --- _ ---------- _ ------- _ --- _

n

Ken je dat? Dat je een afspraak maakt met

B.I GEDRAGSVRAAGSTUKKEN B.I PEDAGOGIEK & DIDACTIEK

RELATIEVE EN ABSOLUTE ONDERPRESTEERDERS We spreken over onderpresteren wanneer iemand structureel minder presteert dan hij op grond van zijn (intellectuele) capaciteiten zou kunnen. Dit onderpresteren kan relatief of absoluut zijn. Relatieve onderpresteerders vallen niet zo erg op omdat hun prestatie nog normaal is, vergeleken met andere mensen in dezelfde situatie. Maar als je kijkt naar wat ze eigenlijk zouden kunnen presteren op grond van hun individuele mogelijkheden, dan zitten ze daar (ver) onder. Absolute onderpresteerders presteren onder het gemiddelde, slechter dan (de meeste) anderen. Dit zie je vaak bij leerlingen die niet meer gemotiveerd zijn om te presteren; ze hebben het opgegeven. Onderpresteren is niet voorbehouden aan hoogbegaafden. Ook niet-hoogbegaafden kunnen onderpresteren. De kans op onderpresteren wordt groter naarmate iemands intelligentie toeneemt. George Betts en iets verwijzen. Aangezien niet alles Maureen Neihart ontwikkelden een wat we denken waar of handig is, kan typering van hoogbegaafde leerdat voormaar problemen zorgen. lingen: liefst vijf van de zes Gedachten helpen je om te overleven types die door hen gekarakterien richten veiligheid en conseerd zijn,zich zijnop relatieve of absolute trole. Maar als je wilt leven en de onderpresteerders.

in je oude gewoonte schiet? Hoe komt dat? Wat kan

jou en de kinderen helpen om voornemens om te zetten

in gedrag? Gedachten zijn daarbij de sleutel. Je gedachten sturen je gedrag. Door beter gebruik te maken van de kracht van je ge-

dachten, krijg je meer grip op je gedrag. Bij jezelf en de kinderen. Maaike Steeman

L

aten we starten met een oefening. Stel je voor dat je een doos op schoot krijgt. Welke gedachten en gevoelens roept dat op? Wat ben je geneigd te doen? Stel dat iemand vervolgens zegt dat daar een giftige slang in zit, wat gebeurt er dan? Of een dode slang? Of een taart? Waarschijnlijk merk je dat door deze informatie de betekenis van de doos steeds verandert. Ook al weet je dat ‘doos’, ‘slang’, ‘giftig’, ‘dood’ en ‘taart’ niet echt hier en nu aanwezig zijn, toch hebben deze woorden een effect op je.

Gedachten zijn handig Stel: je hebt een leuk idee voor een les en je hebt daar gedachten over en beelden bij. Dit roept prettige gevoelens op en het zet je aan tot handelen, waardoor die les werkelijkheid wordt. Dat is de kracht van het denken. Je ervaart gedachten als echt, waar, belangrijk en persoonlijk. Woorden en gedachten geven betekenis aan een situatie en sturen je gedrag. Dat wij gedachten hebben, is in de

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 25

evolutie ontstaan en het vergroot onze overlevingskans. Dankzij het denken kunnen mensen verbanden leggen, zonder deze zelf te hoeven ervaren. Als ik jou bijvoorbeeld vertel dat bij Jan in de familie iedereen blauwe ogen heeft en dat Piet een neef van Jan is, dan weet jij dat Piet blauwe ogen heeft, al heb je hem nog nooit gezien. Dit is uniek voor mensen; dieren kunnen dit niet. Mensen kunnen daardoor snel informatie uitwisselen, verbanden leggen, fantaseren en zich verplaatsen naar andere tijden en plaatsen. Dit is belangrijk om onder moeilijke omstandigheden te kunnen overleven. Kijk maar eens om je heen welke dingen jouw leven makkelijker maken. Die zijn allemaal ooit bedacht.

Wanneer is de kracht van gedachten niet handig?

Als je de gedachte ‘morgen kan het ook nog’ heel serieus neemt, dan doe je niet wat je je had voorgenomen vandaag te doen. We vergeten vaak dat gedachten maar woorden zijn die naar >>

dingen wilt doen die waardevol voor je zijn, dan moet je soms risico’s nemen of doorzetten als het moeilijk is. Gedachten leggen verbanden en maken zo verhalen over de wereld, Voordaten Bram naarDie de verhalen basisschool anderen onszelf. zijn ging las hij zelfstandig in de dieeen gekleurde bril. De ervaring in de renencyclopedie. groep 1 schreef werkelijke wereld isIndaardoor minder hij ‘pteranodon’ bij de tekening die goed te zien. Bovendien kijken menhij van maakte. sen overeen het dinosaurus algemeen door een Op school bril. stelde de voorouders juf vast datmet hij een zwarte Onze moeite had met simpele woordjes roze bril zijn opgegeten, verhongerd alsin‘de’ ‘als’.gestort. Dat is op of eenen ravijn Alszich je jeniet raar; datniet zijnbewust immersbent, simpele woordaarvan worden je den als je een naarselffulfi het aantal gedachten llingletters prophecy, kijkt, maar woorden kleuren ze jeonmogelijke gevoel en wordt je om jezelf bij voor te stellen. In gedrag star.iets Ik geef hieronder enkele groep 4 wilde Bram niet meer lezen voorbeelden. en schrijven.

− Bram denkt: anderen vinden mij stom, ze zullen mij afwijzen. Hij neemt geen initiatief om contact te B.I2017 JRMGZN I 25

11-10-17 16:48


‘ Je hoeft niets met gedachten die niet

bruikbaar zijn, ze gaan vanzelf voorbij ’

ACT In de ggz is er steeds meer aandacht voor het vormgeven van een waardevol leven, waarbij je leert omgaan met de onvermijdelijke pijnlijke en lastige kanten van het menselijk leven. Ook op het gebied van onderwijs en opvoeding is dit van belang; deze vaardigheden zijn voor ieder mens relevant. Kinderen hebben baat bij een omgeving die hen daarbij stimuleert. Een therapie die zich daarop richt is Acceptatie en Commitment Therapie (ACT). Het wetenschappelijk kader van ACT is: contextueel behaviorisme, Relational Frame Theory, evolutionaire biologie en positieve psychologie

maken. Daardoor is hij vaak alleen, wat een bevestiging is van zijn gedachten. − Eva is snel van begrip. Er wordt vaak tegen haar gezegd dat zij heel slim is en dat vindt ze prettig. Maar dat verhaal zet haar ook klem, ze ervaart het als een onderdeel van haar identiteit. Haar gedrag wordt inflexibel. Er is minder ruimte om fouten te maken, hulp te vragen of te experimenteren; dat past immers niet bij ‘slimme kinderen’. Op school wordt er heel wat geëvalueerd en getoetst. Het kijken naar kinderen door de bril van prestaties kan ervoor zorgen dat je ‘het hele kind’ niet goed meer kunt zien. − Kinderen krijgen regelmatig te horen: ‘Als je zelfvertrouwen hebt, dan zal het goed gaan.’ Dat klinkt logisch. Het verstand legt echter verbanden, dus dat zegt ook: ‘Als ik mij onzeker voel, dan zal het misgaan. Ik mag niet onzeker zijn.’ Aangezien een nieuwe of lastige taak altijd spannend is, verhogen die gedachten de stress, wat de kans op falen verhoogt. Als een leerkracht zegt: ‘Je moet gewoon meer zelfvertrouwen hebben, je kan het best,’ dan krijgt het kind de boodschap dat een deel van hem, namelijk zijn onzekere deel, er niet mag zijn. Wat krijg je dan? Minder zelfvertrouwen. Dit is dus een gedachtegang die niet handig is; hij creëert problemen. Als

je kijkt naar de ervaring, dan zie je dat je geen controle hebt over zelfvertrouwen. Daar is geen knopje voor, dat is geen aangeleerd gedrag, maar een gevoel dat komt en gaat. Daarom is het niet handig om ernaar te streven daar wel controle over te hebben.

Hoe kun je de kracht van gedachten goed gebruiken? Het veranderen van de inhoud van het denken blijkt lastig. Je denkt nu eenmaal zoals je denkt, maar je kunt wel leren om anders met je eigen gedachten om te gaan. Stop even met lezen en observeer welke gedachten er langskomen (de gedachte: ‘Hé, ik denk niks,’ is natuurlijk ook een gedachte). Je kunt observeren dat je gedachten hebt. Wie is degene die dat kan observeren? Aha, er zijn dus gedachten en een ‘ik’ die die gedachten observeert. Je bent niet je gedachten, gedachten zijn slechts een deel van jou. Als gedachten niet bruikbaar zijn, dan hoef je er niets mee. Gedachten gaan vanzelf voorbij. Doen en ervaren in plaats van denken, kan automatische patronen doorbreken. Je kunt kinderen helpen door te zeggen: ‘Ga niet wachten op zelfvertrouwen voordat je iets doet, je kan altijd wat leren. Ga maar proberen en kijk of het lukt. Ga maar vragen of je mee mag spelen en kijk wat er gebeurt. Let op het effect van wat je gedaan hebt; is dat wat je verwacht had?’ Je kunt het kind

26 I2016 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 26

11-10-17 16:50


B.I

n

oproepen kun je juist wel serieus nemen; die zijn handig.

Tot slot

helpen door je te richten op het aanleren van vaardigheden en uitdaging te geven. Je kunt laten zien dat jij bereid bent iets te doen, ook als je gedachten zeggen dat het lastig zal zijn. Je hebt verschillende gedachten in je hoofd. Je kunt jezelf trainen om die te onderscheiden en bewust te kiezen naar welke gedachten je luistert. Welke gedachten helpen je om te doen wat waardevol voor je is? Bij een kind: ‘Je vertelt dat je denkt dat je het muziekstuk niet voor de klas kan spelen, maar wat wil jij?’ Bij jezelf: ‘Ik heb de neiging je een preek te geven, maar het is handiger om samen te onderzoeken hoe het komt dat je je niet aan de afspraak hebt gehouden.’ Soms zit een team of klas vast in patronen en regels: ‘Zo doen wij dat nu eenmaal.’ Die kun je observeren en je afvragen: welke waarden horen bij onze weg? Zitten we op koers? Heeft dit het gewenste effect? Als je je eigen veronderstellingen, verhalen en brillen herkent, dan kun je er ook voor kiezen om ze minder serieus te nemen. Dan komt er ruimte om goed te kijken en je te richten op wat waardevol is in het contact met een kind. Wat is de behoefte van het kind? Wat kunnen we hiervan leren? Hoe kan ik helpen? De gedachten die deze vragen

Als je de kracht van gedachten goed kent, goed gebruikt en de valkuilen kunt doorzien, dan heb je een krachtig instrument in handen. Dat kan je helpen om je waarden vorm te geven in je werk. Bovendien kun je daardoor de kinderen helpen om de dingen te doen die voor hen belangrijk zijn.

Maaike Steeman

is gezondheidszorgpsycholoog BIG en werkt bij ggz-instelling Invivo Clinics. Daarnaast geeft ze Acceptatie en Commitment Training aan docenten in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Zij schreef het boek Wonderlijke binnenwereld. Aan de slag met Acceptatie en Commitment Therapie. Een lees- en doeboek voor kinderen en jongeren (Amsterdam: Uitgeverij SWP, herz. 2e druk, 2017). Ze werkt op dit moment aan een publicatie over ACT voor leerkrachten. Meer informatie: www.maaikesteeman.nl

PEDAGOGIEK & DIDACTIEK

PSYCHOLOGISCHE FLEXIBILITEIT Bij ACT staan naast het handig gebruiken van gedachten, waarover dit artikel gaat, nog vijf kernprocessen centraal, die samen bijdragen aan psychologische flexibiliteit. Er is contact met het hier en nu en het lichaam. Er is acceptatie van dat wat is zoals het is, ook als het als negatief of pijnlijk ervaren wordt. Gedachten, emoties en verhalen over het zelf, worden ervaren als voorbijgaand. Er is contact met het zelf dat constant en onveranderlijk is. Er is sprake van een duidelijk beeld van wat waardevol is. Het gedrag is gericht op het vormgeven van waarden in het leven, ook als dat betekent dat je mogelijk pijn of ongemak tegenkomt. Een hoge psychologische flexibiliteit wordt in verband gebracht met een hogere mate van veerkracht, leren, exploreren en contact maken. In haar boek Wonderlijke binnenwereld legt Maaike Steeman deze processen uit aan kinderen. Ze worden nieuwsgierig gemaakt en uitgedaagd om in hun binnenwereld op onderzoek uit te gaan, te leren hoe het werkt en te oefenen met deze vaardigheden.

BRONNEN A-Tjak, J. (2015). Acceptance & Commitment Therapy, theorie en praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ◆ Brown, F.J. & Hooper, N. (2017). Spoken rules. NewScientist, June 2017, 36-39. ◆ Ciarrochi, J., Atkins, P.W.B., Hayes, L.L., Sahdra B.K. & Parker, P. (2016). Contextual Positive Psychology: Policy Recommendations for Implementing Positive Psychology into Schools Frontiers. Psychology 2016, Volume 7, Article 1561.◆ Harris, R. (2009). De valstrik van het geluk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ◆ Torneke, N. (2010). Learning RFT. Oakland: New Harbinger Publications.

B.I2017 JRMGZN I 27

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 27

11-10-17 17:00


Oplossingsgericht werken in de klas 28 I2016 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 28

11-10-17 17:00


B.I

PEDAGOGIEK & DIDACTIEK

Het begint al bij de deur van de klas, nee, bij de deur van de school. Of eigenlijk start het in je eigen huis, in je eigen hoofd. Oplossingsgericht werken in de klas heeft alles te maken met hoe je over kinderen denkt. Het heeft alles te maken met je houding naar kinderen, de woorden die je gebruikt, de manier waarop je kijkt wanneer je wacht op een antwoord en de manier waarop je kijkt wanneer ze (weer) iets doen wat niet mag. Dit is een ingekorte versie van het eerste hoofdstuk uit Vertrouwen in ieder kind (Uitgeverij SWP, 2017) van Ella de Jong. Hierin beschrijft zij de mogelijke werkwijze van oplossingsgericht werken.

----_---_-------_--------------------_---_-------_---------_ Ella de Jong

O

plossingsgericht werken wordt wereldwijd op scholen toegepast. De oorsprong ligt in het therapeutisch veld, maar tegenwoordig is het een bekende vorm van werken in het onderwijs, het management en de zorg. Hoewel iedereen graag aan oplossingen werkt, staat dat niet direct gelijk aan ‘oplossingsgericht werken’ zoals het in de mooiste vorm bijvoorbeeld toegepast kan worden in de klas. FEITEN VERZAMELEN Oplossingsgericht werken nodigt je uit om feiten te verzamelen. Feiten die wijzen op vaardigheden die de leerlingen nodig hebben en die ze reeds bezitten. Feiten in grote en tastbare vormen, maar vooral ook in kleine en wellicht bijna onzichtbare vormen. ‘Ik heb een goede spreekbeurt gezien waarover jullie duidelijke afspraken hadden gemaakt: prima!’ En: ‘Ik heb gezien dat je heel rustig bleef zitten, alleen maar keek naar X en verder niet hebt gereageerd: prima!’ Lukt het je als leerkracht om ‘ondanks alles’ de sterke, positieve kanten van je leerlingen voor ogen te houden? Lukt het je om het te benoemen als je geduld niet oneindig blijkt? Lukt het je om je klas oprecht te bemoedigen terwijl je van verbazing en teleurstelling even geen woord kan uitbrengen? OPLETTEN EN DOORGEVEN Het gaat om de wens als leerkracht dat de klas met haar individuele leerlingen een positief, fijn jaar zal hebben. Iedereen doet zijn uiterste best om te groeien op cognitief gebied en op sociaal-emotioneel gebied. Groeien lukt het best in een positieve, stimulerende omgeving. Wanneer geloof in eigen kunnen aanwezig is, is de basis gelegd voor ontwikkeling. Wanneer de leerkracht bij een kind vertrouwen heeft in de mogelijkheid om te groeien, zal het kind zeer waarschijnlijk groei laten zien. Wanneer de leerkracht ver-

trouwen heeft in de mogelijkheid tot verandering in gedrag bij een kind, zal het kind zeer waarschijnlijk verandering in gedrag laten zien. Zo ‘simpel’ is het! Het enige wat de leerkracht te doen staat is: opletten en... doorgeven. Zodra kinderen weten dat ze ‘gezien worden’ bij goed gedrag, bij sociaal gedrag en bij emotionele uitingen die persoonlijke zorg en aandacht behoeven, zullen ze geneigd zijn om zich vaker zo te gedragen en zullen ze zich veilig weten. Het ‘gezien worden’ bestaat uit: opletten en... doorgeven. Het valt niet mee om dit ‘opletten en doorgeven’ toe te passen in een klas met meer dan twintig kinderen of in een klas met meer dan vijf zeer speciale kinderen (maar welk kind is niet ‘speciaal’?) De klas met zoveel verschillende kinderen. De klas die doelen moet halen. De klas die aan zoveel verandering blootgesteld wordt. De leerkracht die zo anders is dan zijn duopartner en zo anders dan de vorige leerkracht. De leerkracht die doelen moet zien te halen. De leerkracht die zoveel verandering zou willen zien bij sommige kinderen. HET KÁN En toch... het kan! Een leerkracht kán met de klas een positief, fijn jaar hebben inclusief al die zeer speciale individuele leerlingen. Het gaat om aannames. Ieder kind voelt dat de oplossingsgerichte leerkracht het beste met hem voorheeft. Hem continu zal toespreken en aankijken op een manier waaruit blijkt: ik weet wat jij graag wilt bereiken en ook waarom je dat wilt. Ik wil je helpen herinneren aan de momenten dat je gedrag en je woorden en zelfs je denken de goede richting, jouw richting uit gingen. Ik wil je aanwijzingen geven die bij jou aansluiten om zélf te kiezen hoe je iets aan moet pakken. Ik wil je vertrouwen geven door feiten te noemen waardoor je weet: als ik doorzet en de juiste (mijn gekozen) stapjes neem, gaat het lukken om me beter te concentreren, om minder snel boos te worden, om... B.I2017 JRMGZN I 29

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 29

11-10-17 17:01


DE ZWEMMER EN DE SURFER AANNAME 1: Iedere verandering heeft goede richtingen in zich

H

et bijzondere van echt, oprecht oplossingsgericht werken in de klas is dat het een rimpeleffect heeft. De klas krijgt óók zo’n houding! Naar elkaar, naar invallers, naar anderen buiten de klas. Niet ieder moment, niet in iedere situatie, maar de klas heeft met elkaar wél als basis dezelfde houding: - Let gewoon op de goede dingen; doe niet zo moeilijk over de keren dat het fout en verkeerd ging. - Ai, niet goed gegaan? Dat is echt heel erg vervelend! Had je al een plan ‘voor het geval dat’? - Als je je best doet, lukt het misschien. Het lukte vorige week toch ook? Zal ik helpen? Overigens heeft oplossingsgericht werken in de klas ook alles te maken met de manier waarop je met de ouders en verzorgers praat; hoe je naar hen kijkt als je wacht op een antwoord, welke feiten je paraat hebt om te laten zien dat je vertrouwen in ze hebt, enzovoorts. Het is een houding die overal toepasbaar is en overal toegepast wordt (met wetenschappelijk bewezen effect). Als laatste nog dit: misschien is het je opgevallen dat in dit artikel enkel en alleen geschreven wordt over hoe het ‘oplossingsgericht werken in de klas’ eruit zou kunnen zien. Wat het vooral niet is, wilde ik vermijden (zoals je in de klas ook nauwelijks tot geen aandacht geeft aan wat je niet wilt). Ook het boek Vertrouwen in ieder kind beschrijft wat het wél is en laat daarnaast ruimte voor eigen invullingen en aanvullingen. Het boek nodig uit om: - te genieten van de verhalen en deze op jouw manier door te geven aan je klas; - de activiteiten te doen zodat je ‘oplet en doorgeeft’; - te reflecteren zodat je ‘weet en eventueel aanpast’; - te genieten van de casussen die wellicht herkenning oproepen. Oplossingsgericht werken in de klas heeft alles te maken met je denken over kinderen, over ouders, over collega’s. Het begint in je eigen hoofd, in je eigen huis. Je neemt het mee naar school, naar je klas en de kinderen. Je start iedere dag opnieuw met de deur open naar alle mogelijkheden tot groei! Ella de Jong ziet het als haar missie om 'het oplossingsgericht werken in de schijnwerpers te zetten'. Als trainer, coach, kindercounselor en leerkracht voegt zij oplossingsgericht werken en creativiteit samen.

Vrouw Olifant en Professor Aap genieten op het strand van de zonsondergang. Professor Aap zegt: ‘Kijk, Vrouw Olifant! Een zwemmer!’ Ja, daar, in de woeste golven, zien ze een zwemmer. Met krachtige slagen komt de zwemmer langzaam richting het strand. Slag na slag, steeds een

stukje dichterbij. Met grote inspanning lukt het de zwemmer om tegen de golven te vechten. Professor Aap zegt: ‘Hard werken met heel veel inspanning. Zo bereik je iets. Ook als je iets wilt veranderen: gewoon hard werken met heel veel inspanning, dan lukt het.’ Vrouw Olifant denkt na en zegt niets. Even later ziet Vrouw Olifant een surfer op de woeste golven en zegt: ‘Kijk,

UIT DE PRAKTIJK Oplossingsgerichte klassenactiviteiten We hadden dik verloren bij het voetbaltoernooi. Ook van die slappe school ! Hoe was dat toch mogelijk?! Iedereen kwam de volgende dag flink chagrijnig op school. Hoewel de kinderen er aan de ene kant wel over wilden praten, wilden ze er eigenlijk ook liever niks over horen. De negativiteit was niet van de lucht. Ik vroeg ze na een paar minuten stoom afblazen of ze iets nieuws geleerd hadden op het sportveld. Het maakte niet uit wat. Tessa riep door de klas dat ze nu wist wat ‘consumptie’ betekende. De kinderen schoten in de lach, maar ik zei dat dát precies was wat ik bedoelde. ‘Heb je op het veld iets geleerd of een mooie actie uitgeprobeerd? Heb je op weg naar het sportveld iets nieuws gedaan of geleerd? Of in de kantine, of in de kleedkamer?’ Groot gelach en gejoel bij het noemen van de kleedkamer, maar de sfeer werd snel positief. Heel veel kinderen konden iets noemen! Sommige, zoals Tessa, staken direct hun vinger op. Andere moesten langer nadenken, maar kwamen op ideeën door wat genoemd werd. Gelukkig, niet álles was slecht geweest die middag.

30I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 30

11-10-17 17:01

PA


FER

GOED OM TE WETEN

PAKKEN DE GOLVEN Professor Aap, een surfer!’ Snel en elegant komt de surfer op het strand af. ‘Rijdend’ op de golven komt hij met grote vaart dichter bij het strand. Het lijkt wel of het de surfer bijna geen moeite kost. Vrouw Olifant en Professor Aap kijken naar de zwemmer en de surfer. Dan zegt Vrouw Olifant: ‘De surfer blijft op de oppervlakte van de golven. Hij maakt gebruik

van hun kracht om vooruit te komen.’ Ze knikt en voegt er opgewekt aan toe: ‘Iets bereiken hóeft niet zoveel moeite te kosten. Iets veranderen kan ook zonder ontzettend veel inspanning. Het kan op een gemakkelijker manier!’ De surfer zit nu ook op het strand. Net als Vrouw Olifant en Professor Aap kijkt hij naar de zwemmer die stukje voor stukje dichterbij komt.

Zwemmen kan gezien worden als de manier bij uitstek om Het klopt dat het leren van vooruitgang te boeken: je nieuwe dingen heel moeilijk gebruikt spierkracht om jezelf n- kan zijn, maar gelukkig kunvooruit te stuwen. Je wilt vera nen leerkrachten het leren deren, je wilt iets bereiken. soms gemakkelijker maken. Leerlingen zetten wilskracht, Dit doen ze wanneer ze bij discipline en doorzettingsverleerlingen iedere kleine mogen in om te leren. Dat lukt aanwijzing die in de juiste door inspanning te leveren. richting wijst, gebruiken als Surfen kan gezien worden als golf om op te sur fen. een geheel andere manier om vooruitgang te boeken: je zelfde geldt voor het gebruikt wat er is om jezelf met Het aanleren van gedrag. Hoe kracht vooruit te stuwen, om te r moeilijk de verandering naa veranderen. Leerlingen kunnen de , lijkt positief gedrag ook in een flow raken en daardoor leerkracht kan helpen om het bijna als vanzelf leren. gemakkelijker te maken. Sommige kinderen kunnen De basisaanname van oplosdoor hun gedrag enorm singsgericht werken is dat er je storend zijn, maar wanneer altijd veranderingen ten als leerkracht je aandacht goede plaatsvinden. Elke richt op de goede momenleerling wil laten zien wat hij ten, heb je positief houvast. kan, wil het ver trouwen ver-

AAN HET WERK Oplossingsgerichte klassenactiviteiten Het doel van deze activiteit is om als leerkracht de diverse mogelijkheden te zien waarmee je kunt ontdekken ‘wat werkt’ bij iedere leerling in je groep. Wat biedt houvast om positief gedrag en gemakkelijker leren te beïnvloeden; wat is de beste golf om op te surfen om zodoende vooruitgang te boeken? Het is een opdracht ten behoeve van je eigen ontwikkeling; er is geen specifieke interactie met de klas of individuele leerlingen voor nodig. Beantwoord de vraag wat je anders zal doen als reactie op je observaties. Vraag dit aan jezelf aan het eind van iedere activiteit. Deze activiteit is op veel verschillende manieren te structureren. Hiernaast staan verschillende suggesties, waarbij je je eigen structuur kunt aanbrengen.

dienen zodat hij zelf keuzes mag maken, wil positief contac t.

1) Checklist. Maak een lijst van al je leerlingen met een afvinkhokje naast iedere naam. Zodra je een leerling iets ziet doen wat ‘goed’ is (bijvoorbeeld zijn vinger opsteken als hij iets wil zeggen), zet dan een vinkje in het hokje achter zijn naam. Je doel is om aan het eind van de dag bij iedere leerling een vinkje te hebben gezet. 2) Focus. Kies iedere dag drie leerlingen (niet meer) en richt je die dag op hen. Zonder dat ze het merken probeer je alles te ontdekken wat ze die dag goed doen. Kijk of het je lukt om je observaties op te schrijven op het moment zelf of zodra de lessen afgelopen zijn. Iedere dag kies je andere leerlingen totdat je de gehele groep geobserveerd hebt. 3) Verrassing! Kies iedere week drie leerlingen (niet meer dan drie) en kijk goed of ze je verrassen deze week. Zonder dat ze het in de gaten hebben, gaat jouw aandacht uit naar ieder moment waarop ze je in positieve zin verrassen, bijvoorbeeld door hun huiswerk op tijd en goed in te leveren of door zich in de klas een uur goed te gedragen. Schrijf aan het eind van iedere week je observaties en je reflectie op. B.I2017 JRMGZN I 31

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 31

11-10-17 17:01


om gave. g van deze le school. den deze een aantal lematiek.

_ ---

kenniscongres stoornissen

In 1 dag een kennis-update over stoornissen!

 Reehorst, Ede  kenniscongres.nl

Het woord stoornissen wordt door veel mensen als negatief ervaren. Het wordt geassocieerd met etiketteren van

Het Kenniscongres Stoornissen gaat over hoe professionals in zorg en onderwijs deze kinderen en jongeren kunnen

bijvoorbeeld kinderen en jongeren om hen in een DSMhokje te kunnen plaatsen. Handig voor behandelaars, maar stigmatiserend en hinderend voor de betrokkenen zelf. Kinderen en jongeren met een stoornis zijn niet minder goed

ondersteunen en begeleiden in groei en ontwikkeling. Ga voor meer informatie en het actuele programma naar www.kenniscongres.nl

of minder normaal, maar zij hebben wel meer of andere ruggensteunen nodig dan ‘gemiddeld’.

Logacom BV

đ&#x;“žđ&#x;“ž 020-3203364 ⌂ www.logacom.nl Spaklerweg 79, 1114 AE Amsterdam-Duivendrecht

Kenniscongres-stoornissen.indd 1

25-9-2017 16:19:06

BOEKEN VOOR HET BASISONDERWIJS IN PRIJS VERLAAGD! Scholen en leraren zijn op zoek naar effectieve manieren en methoden om gedragsproblemen de baas te worden, maar dit is geen eenvoudige opgave. Wanneer de leraar en de school er geen raad mee weten, kan het gedrag van deze kinderen van negatieve invloed zijn op de sfeer in de klas en zelfs de hele school. Leraren en directie vinden het doorgaans moeilijk om een manier te vinden deze uiteenlopende problematiek het hoofd te bieden. Uitgeverij SWP heeft een aantal boeken die u ondersteuning kunnen bieden bij dergelijke gedragsproblematiek. En deze titels zijn nu in prijs verlaagd!

Van â‚Ź 44,90 voor slechts â‚Ź 24,90 VOORKOM PROBLEEMGEDRAGÂ StrategieĂŤn die werken op de basisschool

HELP SCHOOLKINDEREN HUN BOOSHEID TE HANTERENÂ Training voor reactief agressieve kinderen

Door: Kathleen Lynne Lane e.a. Voorwoord en bewerking door Cathy van Tuijl (Hogeschool Edith Stein) & Ina Cijvat (Expertis onderwijsadviseurs)

Door: Jim Larson & John E. Lochman Voorwoord en bewerking door Cathy van Tuijl (Hogeschool Edith Stein) & Ina Cijvat (Expertis onderwijsadviseurs)

ISBN 9789088502941  |  224 PAGINA’S  |  ₏ 24,90

ISBN 9789088502958  |  224 PAGINA’S  |  ₏ 24,90

Uitgaven van Uitgeverij SWP zijn verkrijgbaar bij (online) boekhandels in Nederland en BelgiĂŤ Postbus 12010 | 1100 AA Amsterdam-Zuidoost | Tel. 020-3307200 | contact@mailswp.com | www.swpbook.com | twitter @SWP01 1-2_adv_basisonderwijs-850294-850295.indd 1

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 32

5-10-2017 14:36:40

11-10-17 17:01


BOEKEN

B.I PEDAGOGIEK&

DIDACTIEK

& cursussen

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- _ ------- __ -------- _ ------- Tips en oefeningen voor

piekerende kinderen

Iedereen piekert wel eens, dat is heel normaal en die gedachten gaan meestal vanzelf weer weg. Maar wat doe je als dat niet gebeurt? Slapen wordt soms een probleem, de schoolprestaties gaan achteruit en vriendschappen verlopen moeizaam. Margreet van der Veen (kinder- en jeugdtherapeute) geeft in dit boek allerlei tips, opdrachten, oefeningen en voorbeelden die ervoor zorgen dat de helpende gedachten weer de overhand krijgen. Ideaal doeboek voor kinderen van 7 tot 10 jaar!

Wat kun je doen… De ‘Wat kun je doen’ serie is een reeks help- en oefenboeken voor kinderen, ouders en leerkrachten op de basisschool. De reeks behandelt onder meer boosheid, angst, stress, piekeren en slaapproblemen. Kijk op voor meer informatie op www.watkunjedoen.swpbook.com

Margreet van der Veen | ISBN 9789085606789 ¤ 12,50 | www.swpbook.com/1952

----- _ ------- __ -----cursus

Boze buien, woedeuitbarstingen en agressie Krijg jij in de les wel eens te maken met boze buien, woede-uitbarstingen of zelfs agressieve kinderen? Marien Lokerse is een ervaren trainer die inzicht geeft in mogelijke oorzaken van boosheid en een bewezen effectieve aanpak biedt bij agressie in de klas. Met de workshop De boze leerling helpt hij leerkrachten om sterker voor de klas te staan! Er is mogelijkheid om te oefenen met een trainingsacteur en vragen of casussen kunnen van te voren ingediend worden. Marien Lokerse 1 dagdeel ACCREDITATIE Gevalideerd door registerleraar.nl DOCENT

CURSUSDUUR

----- _ ------- __ -------- _ -------

Kijk voor meer informatie en actuele cursusdata op www.onderwijs.academy B.I2017 JRMGZN I 33

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 33

11-10-17 17:02


BOEKEN & cursussen

Werken de hersenen van jongens en meisjes anders? Genderstrategieën in het basisonderwijs: Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes tot acht jaar? Zitten hun hersenen anders in elkaar? Functioneren onderdelen van hun hersenen anders? Leren ze anders? Is de invloed van thuis en de sociale omgeving groot? Na een theoretische verkenning behandelt het boek Jongensbrein/ meisjesbrein 21 opvoed- en onderwijsstrategieën; concrete aanwijzingen hoe je als professionals in de kinderopvang en het onderwijs rekening kunt houden met de breinverschillen.

----- _ ------- __ ----

Emowijzer De Emowijzer is een makkelijk hulpmiddel voor iedereen die met kinderen werkt om samen met het kind te

praten over wat het voelt. Met behulp van 16 poppetjes met herkenbare gevoelsuitdrukkingen en een klein schommeltje kunnen kinderen tijdens het gesprek de verschillende gevoelens

Betsy van de Grift | ISBN 9789088506765 | ¤21,50 | www.swpbook.com/1910

Aanraken graag! Kinderen bij wie de huid onvoldoende wordt aangeraakt groeien slechter, zijn vaker ziek, leren slechter, hebben weinig lichaamsbesef, zijn minder sociaal en communiceren moeizaam. Ze zitten 'niet lekker in hun vel'. Dat inzicht heeft in Zweden geleid tot invoering van speelse vormen van lichaamscontact in vrijwel alle kinderdagverblijven en basisscholen. Naar tevredenheid. In het boek Aanraken: een levensbehoefte lees je niet alleen waarom, maar ook hoe je bij kinderen onderling van jongs af aanrakingen kunt stimuleren, en hoe je in uiteenlopende groepen (van peuter tot puber) onderling masseren kunt introduceren en bevorderen.

aanwijzen. De Emowijzer® is voor alle kinderen vanaf ongeveer 2,5 jaar tot en met 12 jaar. Het hulpmiddel is

----

extra geschikt voor verlegen kinderen, hooggevoelige kinderen, kinderen met een communicatieve beperking (spraaktaalachterstand; stotteren, ASS), kinderen die pesten of gepest worden en kinderen van gescheiden ouders. Yvonne C. Franssen ISBN 9789088506789 | ¤ 14,90

Marijke Sluijter | ISBN 9789088507526 ¤ 22,50 | www.aanraken.swpbook.com

www.emowijzer.swpbook.com

----- _ ------- __ ----

----

34 I2016 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 34

11-10-17 17:02


-

-

B.I PEDAGOGIEK

& DIDACTIEK

Bestseller!!

A

ls kinderen in hun eerste levensjaren een veilige relatie met hun opvoeders opbouwen, legt dat een stevige basis voor het leven. Ieder kind heeft een unieke verbondenheid nodig met de verzorgende opvoeders. Op basis van deze relaties ontwikkelen ze een referentiekader die ze een leven lang zal beïnvloeden. Ook basisschoolleerkrachten kunnen hier aan bijdragen, zoals Anne laat zien: De enige juf uit de basisschooltijd die Anne zich herinnert, is juf Elza. Zij wist als geen ander wat Anne nodig had. Lang stilzitten was moeilijk. Om aan haar bewegingsdrang tegemoet te komen, mocht ze bij iedere nieuwe les de daarbij behorende schriften uitdelen. Ze had daar zo’n bedrevenheid in gekregen, dat het al was gedaan voordat de meeste kinderen in de gaten hadden dat er een nieuwe les begon. Iedereen vond het heel gewoon dat Anne de schriften uitdeelde. En zij kon weer een uurtje stilzitten. Binnen slechts een half jaar en na twee uitverkochte middagsymposia is dit boek al toe aan de derde druk. En terecht! Het boek Spelenderwijs verbinden en hechten is een inspiratiebron voor íedereen die met kinderen werkt en leeft. Micheline Mets | ISBN 9789088506932 | ¤ 27,50 www.verbindenenhechten.swpbook.com

MET ME E R DAN 100 SPELLETJ E S!

Spel #79

BUBBELSLANG B SLANG Leeftijd: Vanaf vijf jaar en veel ouder Deelnemers: Jij en het kind Dit heb je nodig: Stevig sop, lege petfles, oude sok of stukje tricot, postbode-elastiek, schaar Zintuigen: Levenszin Theraplay®: Uitdaging

ZO DOE JE HET! Met mooi weer is dit een superleuk spel om buiten te doen. Verbazing en vreugde vallen je ten deel! Je moet er wel eerst even voor knutselen, maar met de aanwijzingen lukt dat prima. De bubbelslang is eigenlijk een lege petfles met een sok als bodem. Deze fles met sok zorgt voor bijzondere bubbels. Let maar eens op.

ZO MAAK JE HET! Zorg voor een schone, lege en droge petfles. Knip zo recht mogelijk de bodem uit de petfles. Bevestig op de plaats van de bodem een oude sok of stukje oud tricot om de fles en zet dat vast met een stevig elastiek eromheen. Maak in een kom met water en wat druppels afwasmiddel een lekker sopje. Doop de fles met de ‘sokkant’ in het sop. Nu flink blazen door de flesopening. JE WEET NIET WAT JE ZIET!

----- _ ------ _ ------- __ ---- _ ------- __ ---- _ ------- __ ---- _ --------- __

Gedachten die in de weg zitten Soms zitten gedachten en gevoelens (onze binnenwereld) ons in de weg; dan hebben we nare gedachten en gevoelens en verliezen we de controle over ons gedrag. In Wonderlijke binnenwereld wordt uitgelegd wat er in de binnenwereld gebeurt en hoe dat werkt. Je leert je gedachten en gevoelens beter te begrijpen en je leert er woorden aan te geven, waardoor je er makkelijker over kan praten. Het boek is geschreven voor kinderen en jongeren en de mensen om hen heen.

‘Mijn gedachten en gevoelens zijn soms vrienden en soms maken ze ruzie.’ ‘Hebben meer mensen dat? Ik dacht dat ik de enige was.’

‘Dit zou iedereen moeten lezen. Dat zou een hoop leed besparen.’ ‘Dus gedachten zijn helemaal niet altijd waar!’

Maaike Steeman | ISBN 9789085606826 | ¤ 19,90 | www.act.swpbook.com

----- _ ------ _ ------- __ ---- _ ------- __ ---- _ ------- __ ---- _ --------- __

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 35

11-10-17 17:02


Iedereen heeft op het werk wel eens te maken met conflicten. Hierbij kan je denken aan irritaties, pesterijen, meningsverschillen of een uit de hand gelopen grap. Als er daarnaast sprake is

17 procent van

van een hoge werkdruk, wordt de sfeer er onder-

de werknemers is

ling niet beter op.

wekelijks meer dan vier uur kwijt aan conflicten.

Daarom introduceren wij de Conflictloods: een medewerker in uw organisatie die naast zijn of haar ‘gewone’ taken een actieve rol speelt bij de signalering van conflictgevoelige situaties en de aanpak hiervan. Zo pakt de Conflictloods con-

TIp! In ontwikkeling: De Conflictloods is ook een geschikte methode om te gebruiken voor kinderen in het basisonderwijs.

flicten aan nog voordat ze eigenlijk als conflict

Wanneer er in elke klas een of twee leer-

bestempeld kunnen worden. Dit maakt het wer-

lingen op worden geleid tot Conflictloods,

ken niet alleen gemakkelijker; maar ook een stuk

kunnen zij een actieve rol spelen in de

leuker!

signalering van pestgedrag en de aanpak hiervan. Blijf op de hoogte via

Meer informatie over conflicthantering vindt

www.conflictloods.nl/basisschool

u op www.conflictloods.nl.

adv-conflLoods-Bmag.indd 1 B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 36

5-10-201711-10-17 16:23:39 17:02


& MOTIVATIE

Het onderwijs is sterk in beweging. Hoe houd je de regie als schoolleider? ‘Regie versterkend leiderschap vraagt om verbindende leiders met aandacht voor de ontwikkeling van leerlingen, leraren en schoolteams’, zeggen Elena Carmona en Desiree Simons van de Roo. In de door hen ontwikkelde methode begint regie versterken bij jezelf. De basisaanname van oplossingsgericht werken is dat er altijd veranderingen ten goede plaatsvinden. Frederik Smit geeft medezeggenschapsraden praktische handvatten om de inspraak te optimaliseren en serieus genomen te worden door directies en besturen.

Leiderschap motivatie & Innovatie

Professionele onderwijscultuur

38

Van leraren worden steeds meer vaardigheden gevraagd. Dat betekent dat ze voortdurend bezig zijn met aan passingen en innovatie. Desirée Simons en Elena Carmona van Loon

& verder... B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 37

Motivatie

Er bestaan geen luie kinderen

42

We zien iedere leerling als uniek persoon met eigenschappen die ons van elkaar onderscheiden. Maar hoe gaan we daarmee om? Ron Baars

Boekentips

Inspraak

Medezeggenschap in het onderwijs

46

Hoe kan de (g)mr van een schoothond een waakhond worden? Frederik Smit

Snap jij die ouders?

50

B.I2017 JRMGZN I

37

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- __ -------- _ -------

23:39

B.I LEIDERSCHAP

11-10-17 17:02


VANUIT EEN INTEGRALE AANPAK NAAR EEN

--------------------------------------------- _

PROFESSIONELE

ONDERWIJSCULTUUR

38 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 38

11-10-17 17:02


B.I LEIDERSCHAP

& MOTIVATIE

-- _ --------------- _ ------------- __ ---------- _ --------------- _ ------- __ -------- _ Het onderwijs van nu is sterk in beweging. De externe omgeving is continu in ontwikkeling en de leerlingen vragen een diverse aanpak door alle ontwikkelingen rond passend onderwijs. Van leraren worden steeds meer 21e-eeuwse vaardigheden gevraagd. Dat betekent dat ze voortdurend bezig zijn met aanpassingen en innovatie.

-- _ --------------- _ ------- __ -------- _ door Désirée Simons en Elena Carmona van Loon

E

en visie en strategie kan eigenlijk niet meer dan drie jaren beslaan, omdat we nog niet weten wat de tijd daarna zal brengen. Dat vraagt veel van onderwijsleiders in het aansturen van de teams. Hoe houd je regie over de school en hoe kun je in deze turbulente omgeving aan leraren en leerlingen houvast bieden? Hoe houd je je team geïnspireerd om in al deze veranderingen op een goede en kwalitatieve manier bezig te zijn met wat leraren belangrijk vinden, namelijk onderwijs geven. REGIEVERSTERKEND LEIDERSCHAP In ons (nog te verschijnen) boek Onderwijskundig leiderschap door regie te versterken proberen we op bovenstaande vragen antwoorden te geven. In een aantal stappen nemen we de schoolleider mee van de vertaling van de waarden van de school naar een missie, visie en strategie tot een integrale manier van werken met professionals waarin ‘leren van en met elkaar’ centraal staat. Dat is alleen mogelijk door middel van goed onderwijskundig leiderschap. Daarin zijn vertrouwen en inspiratie nodig om de school in zijn kracht te zetten. Meer dan ooit lijkt deze tijd te vragen om mensen die richting geven en zichtbaar maken waartoe ons handelen leidt. We leven in een tijd waarin veel informatie voorhanden is en er meerdere waarheden en culturen naast elkaar bestaan. Dit doet een groot beroep op ons vermogen te weten wie we zijn en wat we echt

belangrijk vinden. Dit kritische, zelfbewuste denken gaat samen met een empathisch vermogen om tegelijk open te staan voor andere perspectieven en te blijven voelen wat voor onszelf belangrijk is. Het vraagt om oprechte interesse en het vermogen te kunnen schakelen in het denken. Van leiders vraagt het dat ze de moed hebben niet alles te hoeven weten, durven vertrouwen op samenwerking, niet bang zijn voor kwetsbaarheid en feilbaarheid en dat ze oog houden voor het maatschappelijk belang van goed onderwijs. Een onderwijsleider als een moreel kompas met de focus op het belang van eenieder. De spanning van regieversterkend leiderschap zit in het gegeven dat de vele ontwikkelingen in het onderwijs vragen om duidelijke sturing, terwijl leraren tegelijkertijd veel behoefte ervaren aan autonomie en professionele ruimte. Regie versterken op een school houdt in dat het handelen van de schoolleider bijdraagt aan zowel de persoonlijke als de professionele B.I2017 JRMGZN I 39

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 39

11-10-17 17:02


--------------------------------------------- _

Regieversterkend leiderschap vraagt om verbindende leiders ontwikkeling van de teamleden en inzet op samenwerking en vertrouwen. Vertrouwen in de bedoelingen van de ander. Vertrouwen betekent niet dat je zeker weet dat de ander doet wat jij vraagt. Het betekent dat je ervan uitgaat dat de ander een goede bedoeling heeft met wat hij doet en dat achter het handelen persoonlijke motivatie of waarden schuilen die nader geëxpliciteerd mogen worden. Samenwerken betekent in dit verband dat je samen bekijkt welke waarden en belangen er gedeeld worden en hoe afspraken die daaruit volgen, vorm kunnen krijgen. Regieversterkend leiderschap vraagt om verbindende leiders met aandacht voor de ontwikkeling van leerlingen, leraren en schoolteams. HET BEGINT BIJ JEZELF In onze methode van werken begint regie versterken bij jezelf. Om energiek te blijven en van je vak en je leerlingen te blijven houden, is het belangrijk dat je je werk als schoolleider als zinvol ervaart. Dat je weet wat je drijft en waarom je elke dag weer naar school komt. Om te voorkomen dat je overbetrokken raakt en je emoties of empathie met je aan de haal gaan, is het nodig dat je je waarden kent, afstand kunt nemen en met een professionele blik kan kijken wat de situatie van je vraagt. Jezelf zijn en professional zijn tegelijk dus. Hoe bevorder je dat bij leraren? Daarmee komen we bij het tweede aspect van de integrale aanpak. Hoe kun je vanuit jouw eigen waarden een professional zijn die een bijdrage levert aan de doelstellingen van de school? Voort-

gangsgesprekken zouden hierover moeten gaan. Wie ben jij? Wat zijn jouw waarden en drijfveren? Wat wil je in professionele zin bereiken met jouw medewerkers en leerlingen? Hoe draagt jouw handelen daartoe bij? Wat is jouw visie op je vak en hoe blijf je je hierin ontwikkelen en hoe werk jij met anderen samen? Het is aan de leiders van de school om zichtbaar te maken hoe de waarden zich verhouden tot wat we de leerling willen leren en hoe het handelen van ieder in de school bijdraagt aan de visie en aan de ontwikkeling van de leerling. Het derde aspect geeft mede richting aan het onderwijs. De kunst om in de veelheid van mogelijkheden, ambities, bedoelingen, inzichten en ideeën juist die dingen te doen die nodig zijn voor het behoud van jouw school, vraagt om een heldere visie. Een visie die omschrijft waarop het handelen op school zich richt, en die is ingebed in een missie met heldere waarden, die op hun beurt ook weer richting geven aan ons handelen. Waarden maken dat we weten welke beslissingen en welk handelen passen bij wat voor een school we willen zijn. Uitgewerkte, doordachte en levende waarden bieden een raamwerk voor professioneel handelen en maken het mogelijk dat ieder kan bepalen of hij zichzelf kan zijn op een school. Waarden maken het mogelijk je te verhouden tot allerlei incidenten op een dag en keuzes te maken. Ook maken ze het mogelijk te bezien hoe deze waarden en de uitwerking daarvan in de dagelijkse praktijk zich verhouden tot wie jij bent. Het maakt het mogelijk te beslissen of wat van jou wordt gevraagd ook bij je past. Door samen met het team een visie uit te werken in een teamplan, waarin je vanuit de gemeenschappelijke waarden concrete resultaten en gedrag beschrijft, geef je met elkaar ook meteen betekenis aan het eigen handelen en gedrag. Het creëert een collectief bewustzijn in de school dat uiteindelijk zal leiden naar een professionele organisatie. Dat vraagt goede interventies van onderwijsleiders op het vierde aspect. Het is belangrijk om het team op de juiste momenten te laten zien dat ze het samen doen. Het onderlinge vertrouwen en de betrokkenheid wordt versterkt door te inspireren en uit te spreken hoe belangrijk ieder is. Door de teamleden werkelijk inspraak en regie te geven, stimuleer je hun bevlogenheid en het draagt eraan bij dat ze energiek blijven. Ook is het belangrijk om teamleden ervan bewust te maken dat alles op elkaar inwerkt en dat relaties het mechaniek vormen van een organisatie. Gedrag op zich betekent niets; het krijgt pas betekenis in relatie tot de

40 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 40

11-10-17 17:02


B.I LEIDERSCHAP

& MOTIVATIE

-- _ --------------- _ ------------- __ --------ander. Dit kan een verfrissend idee zijn; het maakt dat het veroordelen van gedrag zinloos wordt en het vraagt om een analyse van verschillende betekenissen en waarheden die ieder inbrengt in een team. De basis voor een professioneel gesprek dus.

Tijdens een teamvergadering verzucht een teamlid dat hij altijd degene is die het kamp organiseert. Hij heeft sowieso het idee dat hij de enige is die zaken regelt en zich aan de afspraken houdt. Hij heeft het idee dat zijn collega’s achteroverleunen als er iets moet worden georganiseerd. Hij heeft het gevoel dat hij alles alleen moet opknappen en veel harder werkt dan de anderen. Na analyse van de situatie en het gedrag van de collega’s en het uitspreken van wat ieder hierover denkt, komt het team tot een andere conclusie. De andere teamleden denken dat hun collega graag alles zelf organiseert en dat ook beter kan dan zij. Sommigen geven op hun beurt weer aan dat zij hun tijd inzetten voor het ontwerpen van nieuw lesmateriaal. Samen wordt gekeken of iedereen doet wat bij zijn talent past en of dat ook is wat diegene graag wil doen. Ook kijken ze hoe er door samenwerking meer plezier en gezamenlijke verantwoordelijkheid kan ontstaan.

In deze integrale aanpak beschrijven we op welke wijze het onderwijskundig leiderschap van de 21e eeuw samenhangt met bewust handelen en dus jezelf steeds vragen te stellen over jouw manier van handelen en die van de ander. Door dit met elkaar te bespreken en uit te werken in het gewenste gedrag van medewerkers en leerlingen, beschrijven we ook met elkaar het gewenste niveau van onze collega’s en leerlingen. Daarmee wordt dit ook een onderdeel van het gesprek rondom functioneren en beoordelen en bepaalt het team in gezamenlijkheid wat ieders bijdrage daarin is. Hiervoor is een zinvolle en betekenisvolle relatie van belang. Daarbij gebruiken we vijf bouwstenen in de aanpak en uitwerking, die in ons boek nader staan beschreven. Dit vraagt veel van onderwijsleiders. Het is niet voor niets dat veel directeuren, teamleiders, managers en leraren opbranden in het onderwijs. Het helpt om binnen de school aandacht te

geven aan het ontwikkelen en behouden van veerkracht, aan reflectie en het delen van verantwoordelijkheden. Veerkracht is nodig om plezier te houden in je werk en in moeilijke situaties of tijden afstand te kunnen nemen van wat er gebeurt. Er is reflectie nodig om te bepalen of je in een situatie vanuit je eigen waarden kunt handelen en welke interventie nodig is om de school weer in balans te brengen. Daarmee wordt een integrale aanpak een kompas voor iedere onderwijsleider in elke situatie. Dan ontstaat er een professionele cultuur vanuit onderwijskundig leiderschap waarin elke medewerker in zijn kracht staat en samen met zijn teamleden werkt aan de doelstellingen van de organisatie.

Désirée Simons (de Roo interim-management en advies)

Elena Carmona van Loon

(Carmona Ontwikkeling)

Kort samengevat betekent dit dat een goede schoolleider: ✿ oog heeft voor de persoon van de leraar; ✿ zorgt voor verbinding en een gedeelde visie; ✿ leraren regie geeft in het bepalen van de visie; ✿ zorg draagt voor het vertalen van de visie in gemeenschappelijk en zichtbaar gedrag; ✿ gerichte feedback geeft op voortgang en ontwikkelingsdoelen; ✿ gebruikmaakt van ieders talent; ✿ reflecteert op zijn eigen gedrag en openstaat voor feedback van anderen; ✿ in staat is richting te geven en besluiten te nemen op basis van het kompas.*

* Het kompas verwijst naar het innerlijke kompas maar ook naar de visualisatie van de waarden, de visie, het handelen en de doelen van de school. Samen met het schoolteam wordt het ontworpen en geeft het de fasen van schoolontwikkeling weer.

B.I2017 JRMGZN I 41

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 41

11-10-17 17:02


--------------------------------------------- _

E r b e s t a an ge en lu ie k i n d e r en MAAR WEL INFLEXIBELE LERAREN

42 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 42

11-10-17 17:02


B.I LEIDERSCHAP

& MOTIVATIE

-- _ --------------- _ ------------- __ --------We zien iedere leerling als uniek persoon met eigenschappen die ons van elkaar onderscheiden. Maar hoe gaan we daarmee om? Hoe komt het nu dat je altijd leerlingen in de klas hebt die bijna nooit geïnteresseerd zijn, en waarom is het soms zo lastig om kinderen te motiveren? Is het aanleg? Intelligentie? Sociale achtergrond? door Ron Baars

A

ls leraar, trainer en coach ben ik steeds op zoek naar de meest effectieve manier om al die unieke kinderen en volwassenen de beste leerervaring te bieden. Om echt iets bij te dragen. Om aan het einde van de dag iedereen met een voldaan gevoel naar huis te zien gaan. Ik weet niet precies hoe ik het het best kan omschrijven, maar zo voelt het voor mij en iedere professional kan het voor zichzelf invullen. In deze zoektocht ben ik erachter gekomen dat IK het verschil maak en niet leerlingen of cursisten of de ‘groep’. Mijn begrip van de manier waarop leerlingen informatie tot zich nemen en verwerken, gecombineerd met hun voorkeur om te werken vanuit de linkerhersenhelft of de rechterhersenhelft, heeft mij veel effectiever gemaakt. Daarmee lukt het mij steeds beter om iedereen aan het eind van de dag met dat voldane gevoel naar huis te laten gaan.

de samenwerking cruciaal. We observeren en reflecteren en komen vervolgens in actie waarbij we uitproberen en testen of en hoe het werkt in de praktijk. Het reflecteren is de drijfkracht achter het doen op basis van onze eigen ideeën.

4MAT Het 4MAT-model is een zeer praktische manier voor leraren om hun leerlingen beter en vaker te bereiken en te motiveren. Het is (nog steeds) een innovatieve manier om leerlingen veel meer te betrekken bij wat wij vinden dat belangrijk is om te leren. Het geeft een handvat van wat leerlingen nodig hebben.

De bovenstaande vier kwadranten geven weer wat er nodig is voor een optimale en effectieve leerervaring. Er zijn leerlingen op wie alle kwadranten van toepassing zijn, maar de meeste leerlingen hebben een voorkeur voor een of twee kwadranten.

JA, IEDERE UNIEKE LEERLING Allereerst gaat het om de manier waarop leerlingen informatie tot zich nemen. Sommige leerlingen nemen informatie tot zich door concrete ervaring en andere door te denken en te conceptualiseren (in duidelijke woorden of beelden vastleggen). De wisselwerking tussen de twee verschillende manieren van het opnemen van nieuwe informatie is belangrijk voor het leerproces. Persoonlijke dingen en ervaringen worden zo verbonden met het concept van wat er moet worden geleerd. Ten tweede gaat het om de manier waarop we informatie verwerken. Sommigen verwerken informatie door te kijken en te reflecteren, terwijl anderen leren door te doen. Ook hier is

Type 1 De kernvraag bij leerlingen in dit kwadrant is WAAROM? Kenmerkend voor hen is dat ze voelen en kijken. Het gaat om bedoeling en betrokkenheid. Ze willen graag persoonlijk betrokken zijn bij wat ze moeten leren. Ze willen weten waarom het voor hen belangrijk is om te weten of te leren. Type 2 De kernvraag bij leerlingen in dit kwadrant is WAT? Kenmerkend voor hen is dat ze luisteren en nadenken. Ze willen graag informatie ontvangen over wie het heeft bedacht en wat het precies is, zodat ze het kunnen conceptualiseren. B.I2017 JRMGZN I 43

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 43

11-10-17 17:03


Type 3 De kernvraag bij leerlingen in dit kwadrant is HOE? Kenmerkend voor hen is dat ze denken en doen. Ze willen graag oefenen en aan de slag. Experimenteren en knutselen en het daarmee voor zichzelf bruikbaar maken. Hun vraag is: hoe werkt het eigenlijk? Type 4 De kernvraag bij leerlingen in dit kwadrant is WAT ALS? Kenmerkend voor hen is dat ze doen en ervaren. Ze zoeken naar verborgen mogelijkheden en wat ze er allemaal mee kunnen. Ze willen zelf ontdekken en ermee aan de slag. Dit zijn, ook letterlijk, erg dynamische leerlingen. LINKS EN RECHTS Naast informatie over de verschillende manieren van leren weten we ook dat leren een interactie is tussen de linkerhersenhelft en de rechterhersenhelft. Links werkt lineair en werkt het best met structuur en taal. Het onderzoekt de verschillende onderdelen, werkt het liefst met nummers en analyseert en verwerkt informatie. Rechts werkt het best met beelden en zoekt naar patronen. Het werkt met metaforen, voegt onderdelen tot een geheel en legt onderlinge verbanden. WAT KUN JE HIERMEE IN DE PRAKTIJK? Als je kijkt naar de vier kwadranten zie je vier verschillende manieren waarop jouw leerlingen informatie opnemen en verwerken. En als je er nog eens goed naar kijkt, zul je waarschijnlijk inzien dat je ook zelf je voorkeuren hebt. Ga maar eens na hoe

je zelf nieuwe dingen leert. Ben je op zoek naar persoonlijke betekenis; wil je weten waarom iets voor jou belangrijk is of kan zijn? Vind je het fijn om te luisteren naar instructie en wil je graag weten hoe iets precies heet of werkt? Of wil je een korte uitleg en daarna aan de slag: lekker experimenteren en knutselen? Of wil je gewoon zelf uitvinden; een soort van trial and error? Vervolgens is ook uit onderzoek gebleken dat er een bepaalde volgorde is aan te brengen. Inderdaad, je begint bij kwadrant 1. Dit zijn de meest ongeduldige leerlingen. Zij zijn geïnteresseerd in het WAAROM? Maar liefst 35% van alle leerlingen heeft dit kwadrant als voorkeur. Daarna naar kwadrant 2. Deze kinderen zijn geïnteresseerd in informatie. 22% van de leerlingen heeft dit kwadrant als voorkeur. Daarna kwadrant 3. Deze leerlingen zijn geïnteresseerd in het HOE en willen aan de slag. Daarna kwadrant 4. Deze leerlingen zijn geïnteresseerd in het WAT ALS. Zij zijn gek op het stellen van vragen en je herkent ze vaak omdat ze tijdens je uitleg hun vinger al opsteken om vragen te stellen. 25% van jouw leerlingen heeft een voorkeur voor dit kwadrant.

Ron Baars

werkt al dertig jaar met kinderen en jongvolwassenen, voor KIKI Training en Coaching en in zijn systemische coachingspraktijk.

4mat > HOE FLEXIBEL ZIJN WE? In het onderwijs hebben we traditioneel een voorkeur voor kwadrant 2. We geven enorm veel data en instructie aan de leerlingen. Feitelijk wordt op school 40% van de tijd besteed aan het overbrengen van informatie en tijdens trainingen en cursussen maar liefst 90%. Geen wonder dus dat er een grote groep kinderen niet te motiveren is, te beweeglijk is of zit te klieren. Veel kinderen die kwadrant 1 als voorkeur hebben, zullen hun interesse verliezen en gaan klieren of ongeïnteresseerd dromen als ze niet persoonlijk betrokken worden en niet als eerste te horen krijgen WAAROM ze iets moeten leren. Kinderen die graag aan de slag willen (kwadrant 3 en 4) zullen beweeglijk zijn. Ze willen doen en ontdekken. Helemaal zelf. Ze kunnen bijna niet wachten. Het gaat dus helemaal niet over de kinderen, het gaat over ons als leerkrachten. Hoe flexibel zijn wij om leerlingen te geven wat ze nodig hebben? Voor mij begint het altijd bij MIJ. Als iets niet lukt, dan kijk ik wat IK anders kan doen. Want als ik blijf doen wat ik deed, dan blijf ik krijgen wat ik kreeg. Hoe flexibel ben JIJ?

44 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 44

11-10-17 17:03


Kinderen dagen we uit ĂŠn geven we vertrouwen.

Leerkrachten ondersteunen we met beproefde leermiddelen en digitale oplossingen die werk uit handen nemen.

Ouders betrekken we bij wat hun kind op school leert.

Voor Zwijsen is elk kind bijzonder. Net als iedere leerkracht en ouder. Samen zorgen we ervoor dat kinderen het beste uit zichzelf halen en hun talenten ontwikkelen.

Zo brengen we leren tot leven. Elke dag weer. Benieuwd hoe jij talent kunt ontwikkelen? Kijk op zwijsen.nl

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 45

11-10-17 17:03


--------------------------------------------- _ 46 I2017 I B. JRMGZN

D e n ieuwe me deze g gens chap

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 46

11-10-17 17:03


B.I LEIDERSCHAP

& MOTIVATIE

-- _ --------------- _ ------------- __ --------ak‘Hoe kan de (g)mr van een schoothond een wa delijk, hond worden? Alert, oren gespitst en kindvrien atig kwispelend naar de leerlingen en ouders, regelm als uit de hand van de achterban eten, maar blaffen zien.’ het moet en bereid zijn om de tanden te laten

Kamerfractie SP 2002-2006 (Vergeer, 2006) Fenna Vergeer, onderwijswoordvoerster Tweede stuk uit De nieuwe medezeggenschap in Dit is een ingekorte versie van het eerste hoofd rik Smit. het onderwijs (Uitgeverij SWP, 2017) van Frede

☛ Waarom dient de (g)mr als een tegenmacht van het bestuur te functioneren? ☛ Hoe een nieuwe medezeggenschapscultuur introduceren? ☛ Wat zijn voorwaarden voor een cultuurverandering? Wat is macht? Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te sturen. Door het uitoefenen van tegenspraak, tegenmacht, is macht te neutraliseren. Iedereen heeft macht: we realiseren ons dat alleen niet altijd. Hoe machtig je bent, is afhankelijk van de situatie en van degene met wie je jezelf vergelijkt. Twee voorbeelden. Wie geen kinderen heeft, denkt misschien dat een baby het meest machteloze wezen op aarde is. Jonge ouders weten wel beter. De baby bestiert hun leven. Als er in het huishouden één wezen macht heeft, is het de baby. En als vader en moeder een paar dagen afwezig zijn en er een oppas in huis is, slaapt de baby vrijwel meteen door. De oppas laat hem gewoon een tijdje huilen. De macht van de baby is gebaseerd op de liefde van de ouders. Ten opzichte van een eenvoudige oppas heeft de baby deze macht niet. Nog een voorbeeld. Anton is in het bedrijf de baas van Bas. Ze zitten ook samen op voetbal. Dan is Bas de coach van Anton en beslist hij of Anton die zaterdag speelt of niet. Wie heeft nu het meeste macht over wie?

Waarom dient de (g)mr als een tegenmacht van het bestuur te functioneren? De wetgever beoogde met de invoering van de WMS in 2007 dat in het belang van het goed functioneren van de school de medezeggenschap een countervailing power, een tegenmacht, van het bevoegd gezag zou worden.3 De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelde in 2014 dat in verband met de versterking van interne checks and balances de (g)mr de rol van interne tegenmacht op zich moest nemen om bestuurders en toezichthouders scherp te houden en om de identiteit, de doelstellingen en de maatschappelijke meerwaarde van de schoolorganisatie te bewaken.4 Hoe een nieuwe medezeggenschapscultuur introduceren? Hoe kan de (g)mr kansen aangrijpen om zijn eigen handelingsrepertoire te B.I2017 JRMGZN I 47

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 47

11-10-17 17:03


--------------------------------------------- _ vergroten, om te gaan optreden als een countervailing power, een tegenmacht, van het management/bestuur en om de opbrengsten van inspraak te vergroten? Hoe in zeven stappen een cultuurverandering, een andere van denken Deelmanier 2 De nieuwe medezeggenschap (mindset change), te realiseren om als tegenmacht van het bestuur te gaan functioneren? Zie figuur 1.5 1. Noodzaak

Doet bewegen

2. Visie

Geeft richting

3. Succes

Doet geloven

4. Spirit

Geeft kracht

5. Plannen

Uitlokken

6. Capaciteiten

Maken haalbaar

7. Systemen

Bekrachtigen

Figuur 1. Naar een nieuwe medezeggenschapscultuur

Figuur 5. Naar een nieuwe medezeggenschapscultuur Denken Noodzaak doet bewegen: maak eigen keuzes voor (in) Denken formele vormen van inspraak. • Kandidaten vinden voor de (g)mr is op veel scholen een 1. lastige Noodzaak bewegen: eigenvrijheid keuzes voor (in)formele zaak.doet De WMS biedtmaak een grote hoe de medezeggenschap te geven. vormen vanvorm inspraak. • Formuleer de missie van voor de (g)mr: waarom het belangrijk • Kandidaten vinden de (g)mr is op veel scholen iseen dat dat er een (g)mr binnen de schoolorganisatie functiolastige zaak. De WMS biedt een grote vrijheid hoe de medeneert, wat de toegevoegde van de (g)mr op school is en waarzeggenschap te(g)mr geven.zitting te nemen en als een om het belangrijk vorm is in de tegenmacht vande hetmissie bestuur functioneren. • Formuleer vantede (g)mr: waarom het belangrijk • Wat zijn mogelijke nieuwe stimulerend enfuncis dat dat er een (g)mrwerkwijzen binnen de die schoolorganisatie motiverend werken om in de (g)mr zitting te nemen en intioneert, wat de toegevoegde van de (g)mr op school is en vloed uit te oefenen? Bijvoorbeeld projectmatig werken en via het belangrijk is inen dein (g)mr zitting te nemen en als lotingwaarom personeelsleden, ouders het voortgezet onderwijs een tegenmacht vankorte het bestuur functioneren. ook leerlingen voor een periodetebij de medezeggen6 schap betrekken. Lotingnieuwe is een oud democratisch principe en • Wat zijn mogelijke werkwijzen die stimulerend dat vooral in het klassieke Athene werd gehanteerd. motiverend werken om in de (g)mr zitting te nemen en • Scholen waar de medezeggenschap floreert, hebben veelal invloed uithouding, te oefenen? een proactieve zijn Bijvoorbeeld innovatief enprojectmatig hebben eigenwerken engemaakt via lotingvoor personeelsleden, en in het voortgezet keuzes (combinaties ouders van) formele en informele vormen van inspraak zoals buurtcongressen en schoolonderwijs ook leerlingen voor een korte periode bij de medeconferenties. zeggenschap betrekken.72 Loting is een oud democratisch • Steeds meer schoolbesturen en directies staan open voor principe dat vooral in het klassieke Athene werd gehanteerd. innovatie en kiezen voor het ontwikkelen van nieuwe vormen

Zie hoofdstuk 4.

van besluitvorming om constructieve input/tegenspraak te krijgen en draagvlak te creëren voor de uitvoering van beleid. Visie geeft richting: ontwikkel een inspirerende visie op het eigen functioneren. • Een visie geeft aan waar de mensen uit de organisatie voor gaan, wat hun toekomstdroom is. Een heldere visie geeft antwoord op vragen als: wat willen we bereiken? Waarom willen we deze toekomstdroom realiseren? Hoe hoog leggen we de lat? Wie zijn erbij betrokken? Wanneer gebeurt het? • Het optimaal functioneren van raden blijkt vooral te worden gestimuleerd door de ontwikkeling van een eigen visie op medezeggenschap (waar willen we over enkele jaren staan?) en de oprechte interesse van besturen en schoolleiders in de mening en input van de (g)mr bij de beleidsvorming om kwalitatief betere besluiten te nemen. Succes doet geloven: kies voor een flexibele opstelling. • Kies voor een stijl en benadering in overeenstemming met de context en de aanpak van de schoolleiding, het bestuur en de raad van toezicht. • De raad kiest doorgaans voor samenwerking met het bestuur, maar kan ook kiezen om als tegenmacht te functioneren. Suggesties hiervoor zijn geïnspireerd op een geschrift van Machiavelli. Durven Spirit geeft kracht: neem initiatieven, creëer een wij-cultuur. • Een positieve grondhouding is de motor achter veranderingen. Is de raad actief en zoekt hij zelf contact met de directie/ het bestuur, of is de raad passief en formuleert hij (bijna) nooit voorstellen? • Stelt het bevoegd gezag/de directie er prijs op dat vanuit de school/scholen wordt meegedacht over het beleid? Staan de leiding en het bestuur open voor aanpassing van voorstellen? Doen Plannen uitlokken: ontwikkel een gestructureerde aanpak passend bij de eigen situatie. Kernvragen: • Hoe kan de (g)mr planmatig, samenhangende, (alternatieve) activiteiten ontwikkelen en inspelen op wisselende, onverwachte situaties? • Hoe kan de (g)mr effectief werken om het gekozen doel te verwezenlijken? Wat vindt men belangrijk? Wat zijn de prioriteiten? • Wat ziet de (g)mr als (succes)indicatoren voor de gewenste kwaliteitsslag op basis van meetbare (SMART-)doelstellingen per speerpunt?7

48 I2017 I B. JRMGZN

45

17068B-MAG_SWP SWP - De nieuwe medezeggenschap in het onderwijs.indd 45 JAARMAGAZINE 2017_4.indd 48

22-06-17 15:06

11-10-17 17:03


B.I LEIDERSCHAP

& MOTIVATIE

-- _ --------------- _ ------------- __ --------Deel 2

De nieuwe medezeggenschap

Dr. Frederik Smit is als senior onderzoe-

ker verbonden aan het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen.

Wat zijn voorwaarden voor een cultuurverandering?

Visie. Een verandering zonder visie leidt tot verwarring. Belang. Een verandering zonder er belang bij te hebben leidt tot weerstand. • Plan. Een verandering zonder een plan leidt tot chaos. Een verandering •Middelen. Middelen. Een veranderingzonder zondermiddelen middelen leidt leidt tot frustratie. tot frustratie. •Competenties. Competenties. Een verandering zonder competenties leidt tot Een verandering zonder competenties leidt angst. tot angst. Zie figuur figuur 7. 3. • •

Middelen bekrachtigen: versterk een actieve rolinvulling de medezeggenschap raad en een interactieve Devan nieuwe in het onderwijscommunicatie met het

bestuur, de raad van toezicht en de achterban om het functioneren van de medezeggenschap te verbeteren. Kernvragen: beheerste) samenwerking in• Hoe(snelle, kan de (g)mr op eencommunicatie, eerlijke en evenwichtige wijze en proberen om te gaan met de belangen van de betrokkenen? spraak? • Hoe zijn op basis van serieuze gesprekken (wederkerige) afspraken te maken over een zo optimaal mogelijke efficiënte 7. Competenties ontwikkelen: de uitdaging is om meer leeuw en (snelle, beheerste) communicatie, samenwerking en inminder lam in (g)mr-activiteiten te leggen. Volg scholing om spraak?

professioneel te functioneren. Competenties ontwikkelen: uitdagingheeft is om meer • Iets meer dan de helft van de (g)mr-leden maar scholing leeuw en minder lam in (g)mr-activiteiten te leggen. 74Volg voor werk in een medezeggenschapsorgaan gevolgd. scholing om professioneel te functioneren. • Signaleer potentiële snel en vermijd eenscholing bureau• Slechts iets meer dan deproblemen helft van (g)mr-leden heeft aanpak. Kernvragen: hoe kunnen we8 efficiënt voorcratische werk in een medezeggenschapsorgaan gevolgd. • Signaleer potentiële problemen snel werken en vermijd een bureau-zo (sneller, goedkoper, beheerster) en activiteiten cratische aanpak. Kernvragen: hoe kunnen we efficiënt optimaal mogelijk verrichten. In welke mate zijn de beoogde (sneller, goedkoper, beheerster) werken en activiteiten zo effecten bereiktverrichten? en hoe kunnen dezemate zo efficiënt mogelijk optimaal mogelijk In welke zijn de beoogde worden geoptimaliseerd? effecten bereikt en hoe kunnen deze zo efficiënt mogelijk worden • Zorggeoptimaliseerd? dat alle betrokken personen via scholing en intervisie • Zorgoptimaal dat alle betrokken personen en intervisie kunnen presteren omvia alsscholing een tegenmacht van het optimaal kunnen presteren om als een tegenmacht van het bestuur te functioneren. Zie hoofdstuk 10. bestuur te functioneren.

Visie

Belang

Plan

Middelen

Competenties

Verandering

Belang

Plan

Middelen

Competenties

Verwarring

Plan

Middelen

Competenties

Weerstand

Middelen

Competenties

Chaos

Competenties

Frustratie

Visie Visie

Belang

Visie

Belang

Plan

Visie

Belang

Plan

Middelen

Angst

Figuur7.3.Voorwaarden Voorwaarden (cultuur)verandering eentesucces Figuur om om (cultuur)verandering tot eentot succes maken te maken

ENDNOTES 1 Vergeer, F. (2006). Fopspeen. In F. Smit (red.). Surfen op de golven van medezeggenschap in het onderwijs. MRstand van zaken 2006 (p. 43-47). Alphen aan den Rijn: Kluwer. 2 www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/macht/ wat-is-macht.html 3 Kamerstukken II 2009/10, 29736, nr. 51, p. 8.

1. Noodzaak doet bewegen 2. Visie geeft richting 6. Middelen bekrachtigen

3. Succes doet geloven 4. Spirit geeft kracht

4 WRR (2014). Van tweeluik naar driehoeken. Den Haag/ Amsterdam: Amsterdam University Press. 5 In de aanpak maken we gebruik van het missiestatement van basisschool De Singel in Schiedam: denken, durven, doen en het 7-krachtenmodel van organisatieadviesbureau Berenschot.

7. Competenties maken haalbaar

5. Plannen lokken uit

6 Smit, F. (2015). Vernieuwde vorm van democratie. Meepraten door loting. MR magazine, 31 (2), 4-6. Smit, F. (2014). Neem leerlingen heel serieus. Democratie op49 de basis- school. MR magazine, 30 (4), 4-6.

Figuur 2. Naar een optimaal functioneren van de

7 Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden. Figuur 6 Naar een optimaal functioneren van van de als medezeggenschap als tegenmacht hetmedezeggenschap bestuur 17068 SWP - De nieuwe medezeggenschap in het onderwijs.indd 49 tegenmacht van het bestuur Wat zijn voorwaarden voor een cultuurverandering? 8 Naar aanleiding van de evaluatie van de WMS in 2012 is het • Visie. Een verandering zonder visie leidt tot verwarring. project Versterking medezeggenschap gestart met subsidie Belang. Een verandering zonder belang erbij te hebben leidt • Belang van het ministerie van OCW. Mogelijk heeft dit een positief tot weerstand. effect op de deelname aan scholing. Dit project eindigt • Plan. Een verandering zonder een plan leidt tot chaos. eind 2018.

B.I2017 JRMGZN I

48

17068 SWP - De nieuwe medezeggenschap in het onderwijs.indd 48

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 49

22-06-17 15:06

49

22-06-17 15:06

11-10-17 17:03


BOEKEN BOEKEN & cursussen

Regiefuncties mindmap In haar boek Regie versterken in het onderwijs biedt Elena Carmona van Loon een mindmap waarmee je direct aan de slag kunt met sociaal emotionele vaardigheden oftewel ‘regiefuncties’ bij kinderen en jongeren. Op haar Youtube-kanaal licht ze in het filmpje ‘Hoe versterk ik sociaal emotionele vaardigheden’ toe hoe je de mindmap kunt gebruiken. Elena Carmona van Loon | ISBN 9789088506512 | € 28,50 | www.swpbook.com/1885 Download de mindmap ‘Regiefuncties’ en bekijk het filmpje op www.basisschoolmagazine.nl/regiefuncties

Medezeggenschap De nieuwe medezeggenschap in het onderwijs geeft medezeggenschapsraden praktische handvatten om de inspraak in hun eigen situatie te optimaliseren en serieus genomen te worden door directies en besturen. Het verlangen naar de eindeloze zee - oftewel de uitdaging van het onbekende - wordt in dit boek vertaald in concrete actiedoelen voor de korte termijn.

Kennismaking met oplossingsgerichte strategieën voor in de klas

D

e negen verhalen in Vertrouwen in ieder kind volgen de belevenissen van Mevrouw Olifant en Professor Aap. Zij proberen de inwoners van het bos te helpen bij het oplossen van de problemen waar ze tegenaan lopen, problemen die vragen om een verandering. Beiden hebben de beste bedoelingen. Professor Aap helpt de inwoners van het bos volgens de traditionele ofwel de probleem-georiënteerde methode. Mevrouw Olifant hanteert de oplossingsgerichte methode. Na ieder verhaal volgen suggesties voor zelfreflectie, creatieve verwerkingsactiviteiten voor in de klas en casussen. Doel van dit boek is om leerkrachten kennis te laten maken met verschillende oplossingsgerichte strategieën om zo bijvoorbeeld zelfgestuurd leren in de klas te faciliteren of gedrag in de klas te veranderen. Ella de Jong & Paolo Terni |

Frederik Smit | ISBN 9789088506185 | € 19,90 | www.nmz.swpbook.com

ISBN 9789088507212 | € 17,50 | www.swpbook.com/1954

50 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 50

11-10-17 17:03


B.I LEIDERSCHAP

& MOTIVATIE

cursus

Leraarschap en stress

Stress, boze leerlingen en een hoge werkdruk. De kranten staan er het afgelopen jaar vol mee. Docenten ervaren steeds meer stress en het lesgeven kost steeds meer energie. De workshop Leraarschap en stress kan helpen om in jouw lessen om te gaan met bepaalde vormen van stress en irritatie. Je leert over copingsmechanismen en je maakt kennis met manieren om piekeren en stressgerelateerde klachten te verminderen. Zo kun je weer meer voldoening en energie halen uit het werk als docent!

‘Snap jij die ouders?’ In dit boek worden suggesties gegeven voor een professionele houding tegenover ouders en ook veel handvatten voor een concrete aanpak die in de praktijk werkt. Onder een professionele houding verstaan de auteurs een respectvolle en vooral open houding naar ouders, die zij de ‘nieuwsgierigheidsopgave’ van de professional noemen. Vaak reageren we op ouders vanuit ons beeld dat we van hen hebben, maar zeker ook vanuit onze eigen ervaringen en emoties. Hoe die meespelen en hoe je je daarvan ‘vrijspeelt’ komt uitgebreid aan bod. Pieter Remmerswaal & Ad de Gouw | ISBN 9789088507205 | € 29,00 | swpbook.com/1953

Docent: Marien Lokerse | Cursusduur: 1 dagdeel Kijk voor meer informatie en actuele cursusdata op www.onderwijs.academy

Zorg dat gezinnen zich écht thuis voelen op jouw basisschool Wat is het verschil tussen een koffieklets organiseren en gezinnen zich écht thuis laten voelen op jouw basisschool? Waarom zou je inzetten op die vele kleine dagelijkse ontmoetingen tussen gezinnen? En hoe doe je dat nu? Op de bijhorende website vind je een breed arsenaal aan materialen om het eigen denken, zeggen en doen onder de loep te nemen. Naomi Geens, Inne Hemeryck & Liesbeth Lambert | ISBN 9789088507861 | € 27,90 | www.ontmoeten.swpbook.com

Communiceren met ouders op de basisschool Onderwijscommunicatietrainers Gabrielle Bos en Aggy Langedijk reiken directies en leerkrachten een helder en stevig stappenplan aan om hun communicatie met ouders onder de loep te nemen, op schoolniveau en op niveau van de individuele leerkracht. Ze laten je niet alleen zien hoe je ouders het best benadert als helpende hand, maar ook hoe je ze meeneemt in jouw professionele zicht op de ontwikkeling van het kind. Gabrielle Bos & Aggy Langedijk | ISBN 9789088505553 | € 22,50 | www.swpbook.com/1787

B.I2017 JRMGZN I

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 51

51

11-10-17 17:03


DÉ DÉ ATTRACTIE ATTRACTIE VAN VAN HET HET MENSELIJK MENSELIJK LICHAAM LICHAAM Het Het lichaam lichaam isis de de basis basis van van alles, alles, maar maar hoe hoe werkt werkt dit dit ingenieuze ingenieuze CORPUS eigenlijk? Maak in het 5D harttheater een duizelingwekkende CORPUS eigenlijk? Maak in het 5D harttheater een duizelingwekkende reis reis als rood bloedlichaampje en ontdek in de hersenshow de spectaculaire als rood bloedlichaampje en ontdek in de hersenshow de spectaculaire werking werking van van het het menselijk menselijk brein. brein.

•• Voor Voor grote grote en en kleine kleine groepen. groepen. •• Speciale Speciale tarieven tarieven voor voor scholen. scholen. •• 11 begeleider begeleider per per starttijd starttijd gratis. gratis.

•• Individuele Individuele audiotour audiotour (8 (8 talen). talen). •• Diverse Diverse combinatiepakketten. combinatiepakketten. •• Gratis Gratis educatieve educatieve speurtochten. speurtochten.

BEL BEL VOOR VOOR EEN EEN ORIËNTEREND ORIËNTEREND BEZOEK BEZOEK !!

A44 A44 afslag afslag (8) (8) Leiden Leiden

Willem Willem Einthovenstraat Einthovenstraat 11 || 2342 2342 BH BH Oegstgeest Oegstgeest || TT 071 071 75 75 10 10 200 200 || info@corpusexperience.nl info@corpusexperience.nl || www.corpusexperience.nl www.corpusexperience.nl

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 52

11-10-17 17:03


B.I

DRAMA NATUUR & TECHNIEK

Veel kinderen, misschien de meeste wel, vinden het lastig om zich langere tijd te concentreren. In een uur dramales blijken ze daar opeens geen enkele moeite mee te hebben. Voor Irma Smegen een reden om vaker actieve werkvormen in te zetten. Ook al ben je niet technisch, zit het lesprogramma vol, zijn er geen geschikte lesmaterialen en denk je dat technieklessen duur zijn, dan nog kan het artikel over Wetenschap, Natuur- en Techniekonderwijs je op andere gedachten brengen.

Drama,

NATUUR & techniek Spelend leren

Drama en poppenspel

54

Kinderen verbeelden, bewegen, beleven en... onthouden. Opeens valt het kwartje wĂŠl! Spelen is leren met veel plezier. Irma Smegen

& verder... B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 53

Experimenteren

Kopzorgen over W&T onderwijs?

60

Het is een belangrijke uitdaging voor leerkrachten om de Pippi Langkous in zichzelf te ontdekken: 'Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!' Suzanne Wardenaar & Harrie Ozinga

Column HĂŠ, een poepslurpauto 62

2017 B.I2016 JRMGZN JRMGZN I

45 53

11-10-17 17:03


--------------------------------------------- _ DE KRACHT VAN VERBEELDING

R E D N O VERW MET DRAMA EN POPPENSPEL

54 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 54

11-10-17 17:04


B.I DRAMA

NATUUR & TECHNIEK

-- _ --------------- _ ------------- __ ---------

ERING

-- _ --------------- _ ------- __ -------- _ Verbeelding heeft iets magisch: zet in de onderbouw een handpop op je hand en de aandacht van de kinderen ben je gegarandeerd kwijt; moeiteloos overgenomen door de pop die de kinderen meeneemt in een andere wereld. Ook dramatische werkvormen kunnen onverwacht waardevolle momenten opleveren. Kinderen verbeelden, bewegen, beleven en… onthouden. Opeens valt het kwartje wél! Spelen is leren met veel plezier. Ingrediënten voor elke groep? Jazeker! door ]Irma Smegen

-- _ --------------- _ ------- __ -------- _

V

erwondering is een terugkerend element tijdens dramalessen. Het boort andere talenten van kinderen aan. Jay, die voor school weinig enthousiasme toont, is als eerste binnen en heeft er zin in: ‘Yes, dramales! Lekker niet leren!’ Geleerd wordt er echter wel degelijk. De dramalessen op Jays school zijn er om de woordenschat verder te ontwikkelen. Kinderen als Jay, die het lastig vinden om zich langere tijd te concentreren, blijken daar in een uur dramales opeens geen enkele moeite mee te hebben. Reden temeer om de actieve werkvormen vaker in te zetten, want in elke klas zitten kinderen als Jay. Misschien zijn ze zelfs in de meerderheid, en er ligt in het onderwijs een taak voor ons: meer aanpassen aan de natuurlijke behoefte van kinderen om te spelen en te bewegen. Dat kan, want er zijn mogelijkheden te over. WOORDENSCHATVERRIJKING MET DRAMA Deze week staat in het teken van het thema ‘televisie’ en groep 5 leert een nieuwe dramatische werkvorm: nasynchronisatie. We kennen nasynchronisatie van bijvoorbeeld de Duitse televisie: Engelstalige films zijn ingesproken door Duitse stemacteurs. De kinderen werken in tweetallen en in elk tweetal is er een stemacteur en een spelacteur die samen één personage vormen. De spelacteur speelt zonder spreken, de stemacteur is de stem van de spelacteur. Dat vergt goede samenwerking. Om te oefenen mogen de kinderen doen alsof ze niezen. Het gaat vaak mis en dat leidt tot veel lol. En als het goed getimed is, zie je amper wie van beiden nu eigenlijk de stem doet. De kinderen genieten. Dan komen de woorden aan bod die de afgelopen week behandeld zijn: ‘Speel een kok in een kookprogramma. Hij of zij legt aan de kijkers thuis uit hoe je een cake bakt en is ijverig aan het werk. We zappen naar een ijverige kok.’ De meeste kinderen gaan meteen aan de slag; twee kinderen herinneren zich de betekenis van ijverig niet meer. Ze kijken even naar een ander groepje en weten het weer. Isabel en Karim worden uitgenodigd om voor de groep te herhalen wat ze speelden. De rest kijkt toe en is publiek. Karim is de spelacteur, heeft een mooie mimiek en beweegt zijn mond duidelijk. Isabels stem lijkt net echt uit zijn mond te komen. Een jongen met een meisjesstem, het is een mooi tafereel. Na afloop volgt een buiging en het ‘publiek’ geeft applaus. De kijkers geven het tweetal complimenten. Ze benoemen dat de techniek heel goed was: ‘Soms gingen de woorden zelfs precies tegelijk!’ Ook Karims prachtige expressie is opgevallen. Ze vonden de act bovendien grappig, B.I2017 JRMGZN I 55

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 55

11-10-17 17:04


--------------------------------------------- _ omdat Karim speelde dat er deeg op de grond viel. ‘Kon je zien dat deze kok ijverig was?’ Een aantal kinderen weet het goed te benoemen. Het woordenboek wordt er nog even bij gehaald, om te lezen wat de betekenis ook alweer precies was. ‘Als je ijverig bent, dan doe je erg je best bij je werk. Je werkt hard en met veel aandacht.’ Dat was gelukt, jazeker. Karim was heel ijverig, Isabel trouwens ook en eigenlijk gold dat voor iedereen: een ijverige groep 5. We zappen met korte oefeningen en steeds andere woorden via een nieuwsuitzending en een voetbalwedstrijd naar Sesamstraat. De kinderen zijn enthousiast en betrokken en de woorden raken hoe langer hoe meer ingebed. SPELEND ONTHOUD JE MEER Ik verzorg een gastles op een school voor kinderen van asielzoekers. Er staan begrippen rond kleding en snelheid op het programma. Ik heb kledingstukken meegebracht, benoem het, wijs kleding aan bij de kinderen en speel om het uit te beelden. Zo kunnen ze zich er een beter beeld van vormen. De kinderen mimen met me mee, dus zonder echte kledingstukken te gebruiken spelen we dat we ons aankleden. Alle kledingstukken passeren de revue. De ene keer zijn we moe en trekken we de sok langzaam aan, de andere keer hebben we haast en gaat de muts heel snel op. Ik leer zelf ook weer een nieuw woord, want ik kende het woord ‘hijab’ voor hoofddoek, maar ‘khimar’ voor een langere hoofddoek nog niet. De kinderen zijn gretig en voor ik het weet flap ik het woord ‘vliegensvlug’ eruit. Niet bepaald een basiswoord, maar vooruit, we doen het: de hele groep doet vliegensvlug de trui uit, want poeh, wat hebben we het warm. Aan het eind van de les vraag ik de woorden die we gespeeld hebben om de beurt nog eens op te noemen en samen mee te spelen: de trui, de sok, het hemd… en dan is Farahnaz: ze komt er even niet op, 56 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 56

speelt en… daar is het woord weer: ‘Vliegensvlug!’ Dit voorbeeld laat zien waarom spelend nieuwe woorden leren werkt. Je beweegt, praat en je zintuigen zijn actief. Meerdere delen in de hersenen worden geactiveerd waardoor meer verbindingen gelegd worden en dat wat kinderen leren beter beklijft. Bewegen helpt herinneren; doordat Farahnaz de beweging maakt, schiet het woord haar weer te binnen. De hele groep doet mee, vliegensvlug de denkbeeldige veters strikken en naar huis. De tijd is omgevlogen. STEVIG NAAR DE BRUGKLAS De laatste les in groep 8 staat in het teken van terug- en vooruitblikken. De kinderen gaan ‘beeldhouwen’. Zonder te spreken zetten ze elkaar in een bepaalde houding. Uit die houding en positie moet iets kenmerkends naar voren komen dat de ‘beeldhouwers’ later mogen toelichten, altijd positief opbouwend. Sarai wordt juichend neergezet aan de zijkant van het lokaal. ‘Sarai is positief en enthousiast. Tegelijk zet ze zichzelf niet vaak in het middelpunt, maar dat mag eigenlijk best meer, Sarai!’ Mooi punt om mee te nemen naar de volgende school. Jeffreys standbeeld is staand, borst vooruit met de armen ontspannen langs het lichaam. Jeffrey was aan het begin van de dramalessen vrij gesloten en onzeker, net als in de klas. Nu heeft hij zich ontplooid tot een waar acteur; hij speelde de sterren van de hemel in de afscheidsvoorstelling. Jeffrey zegt dat hij er zeker mee door wil gaan. Ik vraag hem hoe het gelukt is om steeds beter te acteren. ‘Acteren heeft nou eenmaal oefening nodig, juf. De dramalessen hebben me daarbij geholpen.’ Jeffrey slaat de spijker op z’n kop. Theater maken vergt oefening, en door oefening kunnen kinderen groeien. Het zal me niet verbazen als deze beginoefeningen Jeffrey nog eens tot een groot podium zullen brengen. Een voorbeeld van een talent dat niet tot ontwik-

keling was gekomen zonder aandacht voor theater als kunstvak op de basisschool. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET HANDPOPPEN DOOR KLEUTERS Op basisschool De Paladijn in Deventer onderzoeken en ontwerpen de kinderen in groep 1 tot en met 4 met poppenspel. Juf Minouche van den Bree heeft vandaag Uil en Lange Beer meegebracht. Uil heeft veel spullen bij zich want hij wil onderzoeken wat er gebeurt als een rozijn in een glas water valt. Bevlogen en nieuwsgierig als de kinderen zijn, helpen ze Uil bij het onderzoek. Ze stellen vragen, beargumenteren, geven antwoorden en stellen hypotheses: kleuters doen niet onder voor echte wetenschappers. Nadat de rozijn naar de bodem is gezonken, volgt de reflectie. ‘Uil, ik weet waarom. Een rozijn kan niet drijven, die zinkt, want de rozijn is te zwaar.’ Uil begint het te begrijpen. Uil heeft ook een fles met koolzuurwater. Gebeurt nu hetzelfde? De meningen zijn verdeeld. Lange Beer assisteert Uil en doet de rozijn in het water. Verwondering: de rozijn blijft maar heen en weer bewegen! Hoe kan dat? Beide glazen worden nog eens goed vergeleken en er wordt druk overlegd. Als de kleuters ontdekt hebben hoe dat kan (lezers mogen een eigen onderzoek doen), vindt Lange Beer het tijd voor een dans. De kinderen gaan op en neer in het tempo van de bewegende rozijnen, een eigen rozijnendans. Dolle pret in de groep. De poppen maken dat de kinderen zich inleven in het verhaal. Ze zijn gemotiveerd om Uil te helpen om zo samen tot een oplossing te komen en hebben lol

FOTOGRAFIE: PIETER BRUIN (L), ROSA

NNE DUBBELD (R)

11-10-17 17:04


B.I DRAMA

NATUUR & TECHNIEK

-- _ --------------- _ ------------- __ --------met dansende Lange Beer. De activiteit behelst veel meer dan een simpel proefje. Bijkomend voordeel is dat niet de leerkracht, maar de pop de vragen stelt. Retorische vragen blijken demotiverend te zijn, kinderen hebben heus in de gaten dat de leerkracht de antwoorden vaak al kent. En Uil niet, die heeft hulp nodig, dat is logisch. HET BELANG VAN CREATIVITEIT Creativiteit is omgaan met verandering of verschil (Van Heusden, 2010). Poppenspel en drama zijn middelen om dat te ontwikkelen. Creativiteit vraagt om verbeeldingskracht en fantasie en heeft ook te maken met loslaten, fouten durven maken en iets nieuws proberen. Allemaal ingrediënten die tijdens spelen aan bod komen. In alle lijstjes van 21e-eeuwse vaardigheden staat creativiteit genoemd. De behoefte aan creativiteit neemt toe omdat kennis en informatie altijd en voor iedereen beschikbaar zijn. Die kennis succesvol kunnen toepassen krijgt daarmee een belangrijkere rol. Als kinderen creatief en flexibel zijn, dan zal ze dat helpen om te gaan met de veranderende wereld doordat ze leren om hier adequaat op te reageren. Creatief denken kan iedereen; hiervoor hoef je geen kunstenaar te zijn. Creatief denken doen we dagelijks. Het is van die onpraktische hoek op zolder een slimme opbergkast maken of als er bijna niets meer in huis is tóch een heerlijke maaltijd op tafel zetten (Smegen & Vente, 2015). Jonge kinderen zijn kampioenen in creatief denken. In ons huidige onder-

‘Retorische vragen werken demotiverend, want kinderen hebben heus in de gaten dat de leerkracht de antwoorden al kent’

wijssysteem blijkt het creatief vermogen echter niet te groeien, maar juist af te nemen vanaf het moment dat kinderen naar groep 3 gaan (Van Heusden, 2010). Zal het toeval zijn dat deze afname start op het moment dat de school schoolser wordt en er meer opdrachten zijn waarbij een antwoord goed of fout is? Creatief vermogen groeit als we dit oefenen en we worden uitgedaagd. Ons schoolprogramma zou er dan ook van doorspekt mogen zijn. Als het ons lukt om kinderen goed te volgen, vaker los te komen van denken in goed of fout, wanneer we ruimte maken voor opdrachten die tot meerdere oplossingen en ontwerpen leiden, we aandacht houden voor de autonomie van elk kind en spelen een vanzelfsprekend onderdeel vormt van

elke dag, dan komt er vast een kentering. Ingrediënten voor elke groep? Jazeker! Dit artikel verscheen eerder in Pedagogiek in Praktijk 92. Alle lesideeën, activiteiten en foto’s uit dit artikel zijn afkomstig uit de boeken Speel je wijs woordenschat, Speel je wijs (Smegen, 2012 en Smegen, 2014) en Speel je mee in Li La Land (Smegen & Vente, 2015).

Irma Smegen verzorgt trainingen, workshops en lezingen bij Speel je wijs. Ze schreef drie boeken en ontwierp het Fantaseer en Acteerspel. Irma is docent Arts & Culture bij ITEps, de internationale pabo van Stenden. Meer informatie: www.speeljewijs.com

L iteratuur

Heusden, B. van (2010). Cultuur in de spiegel, naar een doorlopende lijn in cultuuronderwijs. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. Smegen, I. (2012). Speel je wijs. Theater, drama en spel voor taalontwikkeling op de basisschool. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Smegen, I. (2014). Speel je wijs woordenschat. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Smegen, I. & Vente, M. (2015). Speel je mee in Li La Land? Onderzoeken en ontwerpen met jonge kinderen. Nieuwolda: Uitgeverij Leuker.

B.I2017 JRMGZN I57

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 57

11-10-17 17:04


BOEKEN & cursussen

_ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- __ -------- _ ----------- _ ------- __ -------- _ ------Natuur-

en techniekactiviteiten op de basisschool Na het succes van In het sprookjesbos - waarin Suzanne Wardenaar bekende sprookjes zoals Assepoester, Drie kleine biggetjes, Duimelijntje, Holle bolle Gijs verzamelde en er natuuractiviteiten bij bedacht - is nu ook het boek Op een onbewoond eiland verschenen. In dit boek staan tips, weetjes en techniek-opdrachten met als rode draad het verhaal van Robinson Crusoe. De leerlingen komen samen met Crusoe voortdurend voor vragen en problemen te staan die hen inspireren om tot oplossingen te komen…

Zingend de dag door met peuters en kleuters! Saskia Beverloo en Tineke Vlaming schrijven al heel lang liedjes voor peuters en kleuters. Tineke maakte daarbij veel illustraties. Tijd om deze liedjes op cd te zetten en te bundelen in een boek met muzieknotaties en spelbeschrijvingen! Met Voor alles een liedje kun je direct aan de slag en ga je zingend de dag door! Saskia Beverloo & Tineke Vlaming | ISBN 9789088507304 | ¤ 24,90 | www.swpbook.com/1965

In het sprookjesbos | ISBN 9789088503474 | ¤ 26,50 | www.sprookjesbos.swpbook.com Op een onbewoond eiland | ISBN 9789088506079 | ¤ 22,50 | www.swpbook.com/1838

----- _ ------- __ -----Swingen als een kangoeroe Aanstekelijke muziek voor de onderen middenbouw van het basisonderwijs Hop, hop, hop, sjoebiedoebiedoe Zingen, springen, swingen als een kangoeroe Hop, hop, hop, sjoebiedoebiedoe Kijk, ik zal je leren hoe: een sprong naar voren een sprong achteruit een sprong naar links een sprong naar rechts tot besluit In Swingen als een kangoeroe gaat het om zingen, bewegen, dansen op en luisteren naar muziek. De teksten en muzikale omlijsting zijn afgestemd op onder- en middenbouw van het basisonderwijs: speels, afwisselend en met humor. Uitbreidings- en verwerkingsopdrachten zorgen voor dwarsverbanden met andere leergebieden en filmpjes, meezingversies en spelopdrachten via het digibord zorgen voor aanvullende digitale ondersteuning. Jeroen Schipper | ISBN 9789088506413 | ¤ 39,90 | www.swpbook.com/1872

58 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 58

11-10-17 17:04


NATUUR & TECHNIEK

-- _ --------------- _ ------- __ -------- _ Wetenschap, natuur- en techniekonderwijs op de basisschool

Om technici van de toekomst op te leiden, is door de overheid besloten dat vanaf 2020 alle basisscholen structureel wetenschaps- en techniekonderwijs moeten aanbieden. Maar hoe doe je dat? Lees hieronder het inspirerende verhaal van de Hildebrand-van Loonschool!

Welkom op ons eiland!

-- _ --------------- _ ------- __ -------- _

----

B.I DRAMA

V

oorheen was dit eiland onbewoond maar sinds wij zijn aangespoeld is het hier een drukte van jewelste! De hele Hildebrand-van Loonschool is er aangespoeld. In drie weken tijd werkten de kinderen gezamenlijk aan één doel: Hoe overleven wij op dit eiland? De eerste week verkenden we het eiland, de tweede week lag de nadruk op het overleven en de derde week stond in het teken van het ontsnappen. Als team hebben we een aantal studiedagen en vergadermiddagen de koppen bij elkaar gestoken om tot een gezamenlijk project te komen waarbij de kinderen leren aan de hand van het onderzoekend en ontwerpend leren. Daarbij kregen we theoretische input van Marjolein Dobber van de VU. Aan ons als leerkrachten de opdracht om prikkelende lessen te bedenken die de kinderen zou motiveren om zelf op onderzoek uit te gaan. De leerlingen in de onderbouw ontdekten het eiland; wat voor dieren wonen hier? Waar kunnen we van eten? Waar kunnen we overnachten? In de middenbouw werd er geleerd hoe je kunt overleven door hutten te bouwen, touw te maken, water te hevelen en nog veel meer. De leerlingen van de bovenbouw kregen in kleine groepjes de coördinaten van een onbewoond eiland waar ze in de loop van het project zoveel mogelijk over te

weten moesten komen om uiteindelijk te ontsnappen of te kunnen overleven. Samenwerking was tijdens dit project cruciaal. De school stond op zijn kop! Leerlingen uit groep acht werkten samen aan een onderzoek met leerlingen uit groep 7 en 6. Leerlingen uit groep 1 en 2 tekenden enge dieren waarbij leerlingen uit groep 3 passende teksten schreven.Ook teamleden werkten samen door de groepsdoorbrekende en vakoverstijgende lessen en opdrachten. Er werden zelfs professoren uitgenodigd om samen met de leerlingen proefjes te doen. Tijdens deze lessen werden de kinderen geprikkeld om out of the box te denken. Na drie weken overleven op het eiland was het tijd voor een ontsnappingspoging. Hoe kom je van het eiland af? Er werden vlotten, helikopters, boten en vliegtuigen gebouwd. Sommige leerlingen kwamen tot de conclusie dat ze graag zouden willen blijven, het was zo fijn op het eiland! Tóch zijn alle leerlingen uiteindelijk ontsnapt en veilig in de armen van hun ouders gesprongen. Overleven op een onbewoond eiland was spannend, leerzaam en leuk!

Win!

Hebben jullie ook op een leuke, inspirerende manie r gebruik gemaakt van de boe ken van Suzanne Wardenaar op school of gaa n jullie hier binnenkort werk van maken? Stuur dan een foto en korte beschrijving naar marketin g@mailswp.com. De vijf leukste inzending en ontvangen ieder een boekenpakket met exemplaren van het nieuwste boek van Suzan ne Wa rdenaa r en Ha rry Ozinga over wetenschap en techniekonderw ijs. Lees voor meer informati e over dit nieuwe boek in het art ikel Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan op de vol gende pagina.

B.I2017 JRMGZN I 59

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 59

11-10-17 17:04


--------------------------------------------- _

IK HEB HET NOG N DUS IK DENK DAT IK H Wist je dat er tot 2020 jaarlijks meer dan 70.000 bouwvakkers, installateurs, elektrotechnici en werktuigbouwers met pensioen gaan? Om hen te vervangen zijn veel jonge technici nodig. Volgens een schatting van de overheid zijn er op termijn zelfs jaarlijks 30.000 extra technici nodig om aan de groeiende behoefte te voldoen in sectoren zoals life sciences, de ICT en de hightechindustrie. Het gaat om uitdagende banen op alle niveaus: van praktische mbo’ers tot universitaire toponderzoekers door Harrie Ozinga en Suzanne Wardenaar

O

m technici van de toekomst op te leiden, is door de overheid besloten dat vanaf 2020 alle basisscholen structureel wetenschaps- en techniekonderwijs moeten aanbieden. Veel leerkrachten hebben echter koudwatervrees om met W&T-onderwijs aan de slag te gaan. Wellicht herken je de volgende kopzorgen: ☛ Ik ben helemaal niet technisch. ☛ Het lesprogramma zit al zo vol. ☛ We hebben geen geschikte lesmaterialen. ☛ Er zijn onvoldoende handen om de kinderen te begeleiden. ☛ Onze lokalen zijn niet geschikt. ☛ Technieklessen zijn te duur. PIPPI LANGKOUS Het is een belangrijke uitdaging voor leerkrachten om meer de Pippi Langkous in zichzelf te ontdekken. Een bekende uitspraak van Pippi is: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’ Bij het vormgeven van W&T-

onderwijs kunnen leerkrachten twee dingen van Pippi leren. De kracht van Pippi is dat ze fouten durft te maken. Als leerkracht zou je jezelf moeten gunnen om meer te proberen en te experimenteren. Dit past ook prima bij de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren, waarbij leerlingen meer zelf op zoek gaan naar antwoorden en oplossingen. Een tweede les die Pippi ons leert, is dat je zoveel mogelijk in oplossingen moet denken. Een voorbeeld is de betaalbaarheid van technieklessen. Welke materialen zijn goedkoop of gratis, bij wie kun je materialen lenen of met wie kun je materialen delen? HARRIE OZINGA (Huygens Labs) ontwikkelde in opdracht van tien basisscholen in Leidschendam-Voorburg het Techniekmenu. Door slim samen te werken met lokale partners zoals middelbare scholen en bedrijven is een mooi aanbod ontwikkeld van techniekworkshops, gastlessen van bedrijven, ontwerp- en onderzoeks-

60 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 60

11-10-17 17:04


B.I DRAMA

NATUUR & TECHNIEK

-- _ --------------- _ ------------- __ ---------

G NOOIT GEDAAN, K HET WEL KAN! projecten en leskisten om leer-krachten te helpen praktische invulling te geven aan hun W&T-onderwijs. Zo is met lesmateriaal vanuit de chemische industrie de proefjesles M&M’s in bad ontwikkeld. Kleuters gaan onder begeleiding van de leerkracht en enkele hulpouders met al hun zintuigen onderzoeken wat er gebeurt als je mooie gekleurde M&M’s in een bordje met water legt. Hoe lopen de kleuren uit, wat gebeurt er met de kleuren als je hier met je vingers in gaat roeren en smaakt een M&M die in bad heeft gelegen nog lekker…? Meer informatie: www.techniekmenu.nl

VERTROUW OP JE EIGEN TALENTEN Ook is het belangrijk om als leerkracht te vertrouwen op je eigen kennis en talenten en van daaruit te beginnen. Een natuurliefhebber zal graag natuur en techniek aan elkaar koppelen en met enige creativiteit een verhaallijn creëren rond de opdrachten. Een bijkomend voordeel is dat je met verhalen gemakkelijk verbindingen kunt leggen met vakken als taal, rekenen, geschiedenis en handvaardigheid. Kies

voor werkvormen die je goed liggen en begin met iets dat aansluit op je eigen interesses. Dat kunnen bijvoorbeeld planten zijn of misschien wel haken of reizen. We leren kinderen ontdekkend leren door ze te laten experimenteren. Hierbij hoort uitproberen, fouten maken en het nog een keer proberen. Volwassenen zijn voor zichzelf vaak veel strenger, maar fouten maken mag! SUZANNE WARDENAAR schreef twee praktische boeken voor leerkrachten om aan de slag gaan met natuur- en techniekactiviteiten: Inhetsprookjesbos. nl voor kinderen van 4-6 jaar en Op een onbewoond eiland, Overlevenalsrobinson.nl voor kinderen van 7-12 jaar. Gekoppeld aan de spannende avonturen van Robinson Crusoe kun je als leerkracht uitdagende opdrachten met je leerlingen uitvoeren zoals water zuiveren, hutten en vlotten bouwen en eten zoeken in de natuur.

Wij, de auteurs van dit artikel, zijn zelf eigenlijk helemaal niet zo technisch. Suzanne’s kracht ligt in het creatief (beeld)denken, wat een belangrijke basis is voor onderwerpen zoals WNT. Ze houdt ervan om binnen haar interesses nieuwe dingen uit te proberen en vindt het niet erg om niet alles te kunnen. Binnen haar mogelijkheden en met een tikkeltje lef komt ze een heel eind. Op zijn beurt heeft Harrie twee linkerhanden, maar hij is heel goed in het organiseren van samenwerking en dat is een talent waarmee hij veel bereikt. LEGO Linda van Overveld-Emmerink is leerkracht en heeft de Pippi Langkous in

Harrie Ozinga

is initiatiefnemer en projectleider van Huygens Labs. Hij ontwikkelde het Techniekmenu.

Suzanne Wardenaar

is pedagoog. Zij adviseert leerkrachten op zoek te gaan naar een invulling van W&T-onderwijs die past bij hun eigen talenten en vaardigheden.

zichzelf al ontdekt! Voor de opleiding Ons OnderWIJS 2032 deed ze onderzoek naar de ontwikkeling van creatief denken door het gebruik van LEGO in de bouwhoek van de kleuterklas. Zij vertelt: ‘In veel klassen kom je het materiaal LEGO tegen. Ik ben ervan overtuigd dat als je dit materiaal in de juiste activiteiten inzet en als leerkracht het spel op de juiste manier begeleidt, je de kinderen de vaardigheden kunt leren die ze in de toekomst nodig hebben.’ Linda’s ideeën en tips zijn te vinden op haar weblog (brickyourclassroom.wordpress.com). Ook heeft ze op YouTube een vlog geplaatst over de kansen van LEGO voor het onderwijs (zoek op: Linda Emmerink). Om de drempel voor W&T-onderwijs te verlagen en leerkrachten te helpen de Langkous in zichzelf te ontdekken, werken we aan een boek dat in het voorjaar 2018 verwacht wordt. In het boek lees je hoe je als leerkracht, door dicht bij jezelf te blijven, praktisch aan de slag kunt gaan met W&T. Een belangrijke rode draad is dat je als leerkracht niet alles zelf hoeft te doen en te kunnen. Het boek staat vol tips hoe je als ‘regisseur’ slim kunt samenwerken met collega’s, andere scholen, ouders en bedrijven. B.I2017 JRMGZN I 61

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 61

11-10-17 17:04


EEN POE P , é H‘ H

Sieneke Goorhuis-Brouwer is emeritus hoogleraar spraaken taalproblemen bij kinderen. Van 2012 tot maart 2016 was zij lector Early Childhood aan de Stenden Hogeschool.

é een poepslurpauto.’ De vierjarige kleuter beschrijft wat hij ziet: een enorme vrachtwagen met veel forse slangen rijdend op een provinciale weg. De taal van kinderen… Ongelooflijk, wat een proces. Vaak herhalen ze precies wat ze horen, maar vaak ook niet. Dan worden opeens eigen woorden gemaakt. Taal daalt in de hoofdjes van kinderen en wordt aan hun denkniveau aangepast. Soms ook past iets wat ze horen nog niet in hun denkraam. ‘Kijk’, zegt oma, ‘zie je daar die vogel? Die is aan het bidden.’ ‘Dat kan niet’, reageert de vijfjarige onmiddellijk, ‘bidden doen wij op school.’ Tja, twee betekenissen van een woord. Ook dat moet ontdekt worden. Als oma vervolgens uitlegt dat een stilstaande vogel in de lucht die aast op een muis, een biddende vogel wordt genoemd, valt er opeen een ander kwartje. Hé, kan hetzelfde woord twee betekenissen hebben? Nu ontstaat een nieuw taalspelletje. Welke woorden kan je bedenken met twee betekenissen? Bijvoorbeeld: de schoot van mama of van een boot; een blaadje aan een boom of van papier, borrelen van water of drinken van een glaasje wijn. Opeens komt ook de opmerking: ‘Weet je, Batman is de sterkste van de hele wereld, al zou je ook kunnen denken dat hij heel lui is.’ (Bed-man ligt in bed.) Bij alle vormen van taalonderwijs zou men er rekening mee moeten houden dat jonge kinderen taal niet alleen van ‘buitenaf’ leren, maar juist ook van ‘binnenuit’. Leerkrachten en ouders kunnen niet zonder meer bedenken welke woorden kinderen moeten leren. Kinderen leren alleen woorden wanneer het aansluit bij wat ze zelf aangeven. Bijvoorbeeld: de vijfjarige Tim vraagt zijn oma of ze weet waar de hoekwaterpas is. ‘Nee’, zegt oma, ‘dat moet je aan opa vragen. Maar kijk eens’, zegt oma, ‘daar loopt een fazant.’ ‘Ja doei’, is het antwoord! Tim wil de hoekwaterpas en heeft absoluut geen belangstelling voor de fazant op dat moment. Dat komt misschien een andere keer, wanneer hij niet zo door ‘knutselen’ in beslag is genomen. De moedertaalverwerving is een spontaan proces dat zich ontwikkelt als kinderen worden toegesproken, dingen voor het kind worden benoemd, er naar kinderen wordt geluisterd, er aan kinderen wordt voorgelezen, er liedjes worden gezongen en er rijmspelletjes worden gedaan. Dit gebeurt spelenderwijs, zonder gerichte

62 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 62

11-10-17 17:04


B.I DRAMA,

NATUUR & TECHNIEK

door Sieneke Goorhuis-Brouwer

E PSLURPAUTO instructie. Het is echter aangepast aan de denk- en belevingswereld van het kind. De taalontwikkeling begint bij baby’s door over en weer lachen, kijken en geluidjes herhalen die het kind zelf maakt. Bij alle handelingen die met de baby worden uitgevoerd wordt ook gesproken in korte zinnetjes. Hierdoor ontdekken kinderen rond de leeftijd van 12 maanden dat er woorden bestaan. De woordenschatontwikkeling wordt vervolgens gevoed door alles voor het kind te benoemen. Wanneer de kinderen zelf woordjes gaan zeggen, plaatsen de ouders/ verzorgers die woorden voor het kind vervolgens in een breder verband. Het kind zegt bijvoorbeeld: ‘toos’ en de ouder antwoordt: ‘Ja, dat is de matroos, die kan varen met de boot.’ Zo ontwikkelt het kind begrip van het grammaticale systeem van de taal. Hierdoor zal het ook zelf zinnen gaan produceren. Naast benoemen en aanwijzen, wat de woordenschat doet groeien, wordt voorlezen belangrijk. Voorlezen is echter niet alleen goed voor de taalontwikkeling van kinderen. Het doet nog veel meer. Kinderen komen tot rust tijdens het voorlezen en genieten van de fysieke aandacht die daarbij hoort: lekker dicht tegen papa of mama aankruipen. Op deze manier leren ze goed te luisteren en zich te concentreren. Bovendien maken boeken jonge kinderen vertrouwd met de ervaring dat lezen leuk is en daarvan zullen ze later alleen maar plezier hebben. Het belangrijkste van voorlezen is dat kinderen gevoel krijgen voor verhalen, dat de fantasie wordt geprikkeld. Kortom, het stimuleren van de taalontwikkeling van jonge kinderen is volop pedagogische arbeid. Ouders/verzorgers sluiten daarbij aan bij de woorden, zinnen en vragen die het kind zelf heeft. Op die manier kunnen steeds nieuwe taalspelletjes worden bedacht, zoals het boven beschreven bedenken van woorden met meerdere betekenissen. Ook wordt begrepen in welke ontwikkelingsleeftijd het kind zich bevindt. Voorleesboeken worden op dat inzicht uitgezocht. Een blauwdruk of een programma voor de taalstimulering kan daarom nooit voldoende effect hebben. Deze column verscheen eerder in Pedagogiek in Praktijk 92.

B.I2017 JRMGZN I 63

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 63

11-10-17 17:04


BOEKEN & cursussen

cursus

Meer muziek, zingen en bewegen in de les! In deze cursus maak je op een actieve manier kennis met verschillende mogelijkheden om het vak muziek op de basisschool vorm te geven. Er is voor de cursus geen muzikale achtergrond nodig. Alle leerkrachten die meer met muziek

aan de slag willen zijn welkom. Er wordt gewerkt vanuit een algemene muzikaliteit die iedereen in zich heeft en we zoeken naar vormen en activiteiten die bij de individuele vaardigheden, wensen en ervaring passen.

Docent: Jeroen Schipper | Cursusduur: 2 dagdelen | Inbegrepen literatuur: Rood Rood Mannetje (boek én CD) en Swingen als een kangoeroe (boek én CD) Kijk voor meer informatie en actuele cursusdata op www.onderwijs.academy

_ -- _ ---------- __ --------------------------------

Kook het lekker zelf!

NLOAID S DOWG RAT P EEN EP TO RECoolmagazine.nl/ h basissc etlekkerzelf kookh

Iedereen heeft weleens kookles gehad op school; dan krijgt ieder zijn eigen taak en kunnen leerlingen terecht bij de leraar voor vragen. Hoe leuk zou het zijn als kinderen zelfstandig leren koken en eigen gerechten kunnen klaarmaken? In Kook het lekker zelf! worden alle recepten stapsgewijs toegelicht met heldere afbeeldingen. Het boek is erop gericht om de zelfredzaamheid te vergroten en de taalontwikkeling te stimuleren. De fotobeelden van verse ingrediënten en de prachtige verhalende foto’s die vertellen waar de ingrediënten vandaan komen sluiten aan bij de noodzaak om kinderen en volwassenen gezonder te laten leven. Koken vanaf de basis, geen pakjes en zakjes maar met lekkere verse ingrediënten een volwaardige maaltijd bereiden!

Wat de kok nooit

mag vergeten!

nten als 'Gebruik altijd ovenwa oven zet, of het je een gerecht in de uit de oven haalt.'

GOUDEN REGELS:

van het ‘Als je een hete pan dan fornuis haalt, gebruik zodat je altijd pannenlappen den.’ handen niet verbran

koken begint ‘Zet voordat je met zo houd je een afvalbakje klaar; .’ je werkplek schoon

lepel als je roert, ‘Gebruik een houten pan niet.’ dan beschadigt de

Sandra Cornelissen | ISBN 9789088507045 | ¤ 27,50 | www.swpbook.com/1935

14

64 I

2017 JRMGZN

I B.

13-12-16 15:21

dd 14

KOOK HET LEKKER

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 64

ZELF! 7 november.in

11-10-17 17:04


Gratis proefabonnement www.kwinkopschool.nl/

Preventie voorkomt verstorend gedrag

proef

Kwink is een online methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Voor groep 1 t/m 8. Kwink en SEL gaan uit van de kracht van de groep, om een omgeving te creëren waarin ieder kind zich veilig voelt. Deze aanpak is gericht op preventie van bijvoorbeeld pesten, zodat ‘reparaties’ achteraf worden voorkomen.

Kwink zorgt zo voor betere prestaties door een gezonder leerklimaat. www.kwinkopschool.nl Kwink is een methode van

OOK NOOIT

[UITGELEZEN?] Vind het vakblad dat bij u past op www.swpbook.com/tijdschriften

2-16 15:21

Advertentie-A5-Uitgelezen-tijdschriften-Bmag.indd 1

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 65

5-10-2017 14:58:50

11-10-17 17:04


PUZZEL

B-Magazine: Kruiswoordpuzzel 1

2

3

4

5

7

8

6

9

10

11

13 15

14

16 22

17 23

24

18

19

32

27

30

33

34

36 41

21 26

29 31

20

25

28

40

37

42

38

48

35 39

43 44

46

12

45

47 49

50

53

54

58

51

52

55

56

59

57

60

61 62

HORIZONTAAL

63

64

Wisselwerking Voorwaarde Scholier Inspectie Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling 25. Vooruitgang 26. Executieve... 27. Video Interactie Begeleiding 28. Bewegingsonderwijs 32. Elektronische leeromgeving 33. Zaakvak 35. Waarneming 9. Kleine computer met38. touchscreen Speeltuig VERTICAAL 12. Aanbeveling 40. Schrijfwijze 1. Puntentotaal 46. Vloeibaar ontbijt 16. "Hoofd, schouders, knie en ..... 2. Voorlichting 47. Emotie 17. Voortgezet Onderwijs49. Voorbeeld 3. De uil zat in de.. 4. Autismestoornis 50. Kinderen beginnen de dag 18. Wisselwerking 6. Gegevens op school in de... 20. Voorwaarde 7. Schoolpleinspelletje 52. Niet smal 8. Opsomming 21. Scholier 55. Basisschool (afk) 9. Kleine computer met touchscreen 56. Opleiding kleuterjuf 22. Inspectie 12. Aanbeveling 57. Medezeggenschapsraad 23. knie Centraal 16. Hoofd, schouders, en .....Instituut voor 61.Toetsontwikkeling Lidwoord 17. Voortgezet Onderwijs 25. Vooruitgang

44. Wijze vogel 45. Lidwoord 48. Initiatief 5. Ouder 4.7.Asielzoekerscentrum 1. Puntentotaal 51. Intern Begeleider Vanaf 2020 moeten alle basisscholen 53. Grootouder dit aanbieden 5. Ouder 2. Voorlichting 54. Vooruitgang Niet passend onderwijs 7.10. Vanaf 2020 moeten alle basisscholen dit aanbieden 58. Intern begeleider3. De uil zat in de.. 11. Achterstand 59. Internationale Schakel Klassen 4. Autismestoornis 13. Streven 60. Vierjarige 14. Dikkertje.... 10. Niet passend onderwijs 6. Gegevens 61. Lidwoord 15. Dier 11.19.Achterstand 7. Schoolpleinspelletje 62. Game Sociaal Emotioneel Leren 63. Dier Taal Expertise Centra 13.22. Streven 8. Opsomming 64. Verscheidenheid 24. Verstandelijk

4. Asielzoekerscentrum Horizontaal

14.27.Dikkertje.... Zienswijze 15.28. Dier Ontwikkeling Remedial teachter Leren 19.29. Sociaal Emotioneel 30. Wetenschappelijk onderzoek 22.31.Taal Centra EenExpertise van de toetsen in groep 5, 6 en 7 Opvang na school 24.34. Verstandelijk Theorie 27.36. Zienswijze 37. Acceptatie en Commitment Therapie 28.39. Ontwikkeling Speeltuig 40. Special Educational 29. Remedial teachter Needs 41. Titel van een pedagogisch vakblad 30.42. Wetenschappelijk onderzoek Maatschappelijk 31.43. "Een Testvan de toetsen in groep 5, 6 en 7 34. Opvang na school

Verticaal

18. 20. 21. 22. 23.

26. Executieve...

66 I2017 I B. JRMGZN

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 66

12-10-17 18:39


COLOFON

Los de puzzel op en win! Vul het juiste antwoord in op www.basisschoolmagazine.nl/puzzel en maak kans op mooie prijzen! Meedoen kan tot 1 februari 2018.

B.

Basisschoolmagazine 2017 -2018 Prijs ¤ 4,95

Aan dit nummer werkten mee Paulien Rutgers, Berendineke Steenbergen, Marijke Sluijter, Maaike Steeman, Ella de Jong, Desirée Simons, Elena Carmona van Loon, Ron Baars, Frederik Smit, Irma Smegen, Suzanne Wardenaar, Harrie Ozinga & Sieneke Goorhuis-Brouwer. Uitgever Paul Roosenstein, proosenstein@mailswp.com Coördinatie & marketing Coby Faber, cfaber@mailswp.com Vormgeving Martijn Blokland, martijn@blokland.eu Saskia Franken, s.franken @hetzomerpaleis.nl

27

31

59

36

18

Adverteren

25

Voor tarieven en voorwaarden kunt u contact opnemen met Philippine Herkes 21

20

45

29

60

8

51

5

12

48

7

(philippine@mailswp.com) of de site raadplegen: www.basisschoolmagazine.nl/adverteren. Partners

De prijzen

  

Deelname voor één persoon aan een congres of middagsymposium naar keuze bij Logacom BV Congresorganisatie (kijk voor het aanbod op www.logacom.nl)

Boekentegoed t.w.v. ¤ 100,- te besteden in de

Alle boeken die zijn opgenomen in het basisschoolmagazine zijn te bestellen via www.swpbook.com. In België gaat de distributie van boeken via www.epo.be. Meer informatie over de cursussen kunt u vinden op www.onderwijs.academy. © 2017 Uitgeverij SWP, Amsterdam.

webshop van Uitgeverij SWP (kijk voor het

www.swpbook.com

aanbod op www.swpbook.com)

Alle rechten voorbehouden. Algemene voorwaarden van Uitgeverij SWP zijn van toepassing.

Een jaarabonnement op het pedagogisch vakblad Pedagogiek in Praktijk (PiP) t.w.v. ¤ 49,50 (voor meer informatie zie www.pedagogiek.nu)

B.I2017 JRMGZN I

B-MAG_SWP JAARMAGAZINE 2017_4.indd 67

67

12-10-17 18:39


B.

kind! plaats. Op dit congres is aandacht voor alles wat bijdraagt aan de ontwikkeling van het jonge kind. Het uitgangspunt is dat vrij spel bijdraagt aan creativiteit en de Hierbij is er zowel ruimte voor wetenschappelijk onderzoek en actualiteiten, als voor innovaties en methodieken rondom en voor het jonge kind.

Basisschoolmagazine 2017-2018

ontwikkeling van probleemoplossend vermogen in de vroegkinderlijke ontwikkeling.

In dit nummer:

STOEIEN & FRUNNIKEN : aanraken versterkt het leerproces

TRAIN JE WERKGEHEUGEN

met paarden!

Zelfvertrouwen door minder denken en meer doen WEERBAARHEID OP DE BASISSCHOOL

+ boekentips

B. is een uitgave van Uitgeverij SWP www.basisschoolmagazine.nl

Ieder jaar vindt in de Jaarbeurs Utrecht het succesvolle Jaarcongres Leve het jonge

Basisschool magazine

¤ 4,95

www.hetjongekind.nl

2017-2018

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- _ ---------

jaarcongres

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ --- _ --------------- _ ------- _ ---------

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ ---- _ --------

_ --------- _ ------- _ --- _ -------------- _ ------- _ ---- _ --------

cover_spread.indd 1 congres 205x280.indd 1 aankondiging 6 LHJK

26-10-2017 09:35:04

26-10-2017 09:45:33


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.