ThiemeMeulenhoff Zorg
Het verpleegplan vaststellen
Het verpleegplan vaststellen
Deel15.indd 1
10-6-10 8:14
Colofon Auteurs Nienke Berens Piet Buijnsters Heleen van Huizen Jos Kaldenhoven Wim van Sloten Andrea Willemse
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16 ISBN 978 90 06 92440 4 Eerste druk, eerste oplage, 2010
Inhoudelijke redactie Ton Vermeij Ontwerp Omslag: Enof, Utrecht Binnenwerk: DeltaHage, Den Haag
© ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Fotografie Karin Ligthart, Amsterdam
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te
Overige foto’s AZM Product Group Audiovisueel Fotografie/ AZM, Maastricht, p. 9 Nieuw Vredeveld, Amstelveen, p. 249
voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
Tekeningen Ton Derks, Diessen: p. 11
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de
Overig materiaal Kennemer Gasthuis, Haarlem: p. 63 M.J. Schuurmans, Utrecht: p. 71
uitgever wenden.
Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
2
Deel15.indd 2
10-6-10 8:14
Inhoudsopgave Woord vooraf Thema 1
Omschrijving van verpleeg足kundige zorg 1 De verpleegkundige zorg
7 8
Systematisch gegevens verzamelen Gegevens verzamelen Observeren Het anamnesegesprek Betekenis geven aan verzamelde gegevens
29 30 60 76 94
Thema 2
4
1 2 3 4 Thema 3
Verpleegkundige diagnose stellen 1 De verpleegkundige diagnose
105 106
Thema 4
Een verpleegplan maken 1 Het verpleegplan
127 128
Thema 5
Monitoren 1 Monitoren
165 166
Thema 6
Evalueren 1 Het evalueren van een verpleegplan
183 184
Thema 7
Rapporteren 1 Rapporteren
201 202
Thema 8
De verpleegkundige als intermediair 1 De verpleegkundige als intermediair
231 232
Thema 9
Voorwaarden formuleren voor goede zorgverlening 1 Knelpunten in de verpleegkundige zorgverlening
243 244
Kernwoorden
256
Index
271
3
Deel15.indd 3
10-6-10 8:14
Woord vooraf Over Thieme Meulenhoff Zorg - Basisboeken De Thieme Meulenhoff Zorg - Basisboeken zijn competentiegericht naslagmateriaal voor niveau 3 en niveau 4 van het gezondheidszorgonderwijs. Het uitgangspunt van Thieme Meulenhoff Zorg is het leveren van een bijdrage aan het opleiden van studenten tot competente beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. De Basisboeken sluiten aan bij het competentiegericht opleiden, waarbij aan de beroepspraktijk gerelateerde theorie en leeractiviteiten vanaf het begin van de opleiding tot verzorgende/verpleegkundige centraal staan. De theorie is toegankelijk geschreven en voorzien van veel praktijksituaties. Vragen en opdrachten doen voortdurend een beroep op het beroepsmatig handelen. Dit maakt de Thieme Meulenhoff Zorg - Basisboeken tot een compleet product dat past in elk didactisch model. Het naslagmateriaal is gerelateerd aan de kerntaken en werkprocessen uit de nieuwe kwalificatiedossiers. Van hieruit is een vertaalslag naar de kernactiviteiten en beroepsprestaties eenvoudig te maken. Als zodanig is het naslagmateriaal goed te plaatsen in een onderwijsmagazijn. In combinatie met onze digitale producten vormt het een compleet en rijk geschakeerd aanbod aan lesmateriaal, dat ingezet kan worden binnen het competentiegericht leren. Deze variatie aan leermiddelen en werkvormen in combinatie met e-learning (blended learning) verhoogt het leerrendement en bevordert de zelfstandigheid van studenten.
Competenties Competenties zijn de vermogens van mensen om in bepaalde situaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen. Een competentie is samengesteld uit kennis, inzichten, vaardigheden, houdingen en persoonlijke eigenschappen. Een competent persoon kan deze elementen ge誰ntegreerd en doelgericht inzetten om de juiste resultaten te bereiken. Er zijn drie typen competenties, namelijk: beroepscompetenties: de vermogens om in beroepssituaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen; leercompetenties: de vermogens om in leersituaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen; burgerschapscompetenties: de vermogens om in maatschappelijke situaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen. Voor verpleegkundigen, maar ook voor verpleegkundigen-in-opleiding zijn alle drie de soorten competenties van belang. Beroepscompetenties heb je nodig omdat je handelen een grote invloed heeft op het leven van mensen. Je hebt een beroep gekozen met een grote verantwoordelijkheid, temeer
4
Deel15.indd 4
10-6-10 8:14
omdat je als verpleegkundige zelfstandig besluit, kiest en handelt. Je bent een professional met een eigen bevoegdheid. Leercompetenties zijn van belang omdat het beroep voortdurend in ontwikkeling is. Verplegingswetenschap, maar ook de medische en gedragswetenschappen zorgen onophoudelijk voor nieuwe kennis. Dat maakt het verplegen tot een vak waarin steeds weer nieuwe leersituaties ontstaan. Burgerschapscompetenties zijn belangrijk omdat het verplegen midden in de samenleving gebeurt. Het contact met mensen staat altijd centraal. Verpleegsituaties zijn maatschappelijke situaties, ongeacht de zorgsetting. De generieke boeken – dus ook dít boek, Het verpleegplan vaststellen – zijn geschreven voor verpleegkundigen in opleiding. Het boek bevat alle relevante kennis behorende bij de competenties die je nodig hebt voor een aantal samenhangende taken: zorgvragergegevens verzamelen en analyseren, verpleegkundige diagnoses stellen, zorgdoelen opstellen, verpleegkundige interventies kiezen, de toestand van de zorgvrager monitoren en rapporteren over de uitgevoerde zorg. De daadwerkelijke zorgverlening kan niet op een goede manier gegeven worden zonder deze taken. Dit boek sluit aan bij de volgende kerntaken en werkprocessen: Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het verpleegplan Werkproces 1.1: Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Werkproces 1.5: Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces 3.5: Evalueert de zorgverlening Dit boek sluit aan bij de volgende kernactiviteiten en beroepsprestaties: Kernactiviteit: Ondersteunen bij het leven van alledag Beroepsprestatie: Verzamelen en rapporteren van gegevens Kernactiviteit: Zorgen in specifieke situaties Beroepsprestatie: Planmatige zorgverlening Het boek is ingedeeld in negen thema’s: Omschrijving van verpleegkundige zorg Systematisch gegevens verzamelen Verpleegkundige diagnose stellen Een verpleegplan maken Monitoren Evalueren
5
Deel15.indd 5
10-6-10 8:14
Rapporteren De verpleegkundige als intermediair Voorwaarden formuleren voor goede zorgverlening Ieder thema bevat ĂŠĂŠn of meer onderwerpen. Aan het begin van elk thema kun je lezen welk werkproces behandeld wordt. Ieder onderwerp is opgebouwd uit theoretische leerstof over kennis, inzichten en houdingen die noodzakelijk zijn om je de betreffende competenties eigen te maken. Het onderwerp start met een anekdote, een gebeurtenis of een ander voorbeeld. Je kunt je daardoor snel een beeld vormen van waar het onderwerp over gaat. Naast theorie komen praktijkvoorbeelden aan bod, die het mogelijk maken je te verdiepen in een levensechte situatie. Aan het eind van elk onderwerp vind je kennisopdrachten en een samenwerkingsopdracht. De kennisvragen zijn bedoeld om jezelf te toetsen. Als je alle vragen kunt beantwoorden zonder de tekst opnieuw te raadplegen, mag je ervan uitgaan dat je de leerstof in voldoende mate hebt begrepen. Door het uitvoeren van de samenwerkingsopdracht kun je de leerstof toepassen in een voor jou relevante situatie samen met anderen. De opdracht is zodanig uitgewerkt dat het mogelijk is het gewenste resultaat samen met anderen te bereiken zonder tussenkomst van de docent. De auteurs hopen dat deze uitgave zal voldoen aan de eisen van de huidige student verpleging. In ieder geval hebben zij geprobeerd de leerstof zodanig te presenteren dat: de inhoud relevant is voor het verpleegkundig beroep; de verwerking in iedere gewenste leervorm kan plaatsvinden; elk onderwerp onafhankelijk van andere onderwerpen bestudeerd kan worden. De auteurs: Nienke Berens Piet Buijnsters Heleen van Huizen Jos Kaldenhoven Wim van Sloten Andrea Willemse Eindredactie: Ton Vermeij
Wer 1.1
6
Deel15.indd 6
10-6-10 8:14
Thema Omschrijving van verpleegkundige zorg Naast verpleegkundigen werken er talloze andere professionals in de gezondheidszorg. Ieder heeft zijn eigen werkgebied. De diĂŤtist stelt bijvoorbeeld vast bij welke voeding iemand het best gediend is, de arts diagnosticeert iemands ziekte en schrijft medicijnen voor en de psycholoog helpt de zorgvrager bij het op orde krijgen van zijn gedachten en gevoelens. En wat doet een verpleegkundige? Vroeger was dat redelijk duidelijk: de verpleegkundige was de verlengde arm van de arts. Al het werk dat een verpleegkundige deed, was eigenlijk gedelegeerd. De verpleegkundige voerde taken uit waar de arts niet aan toekwam. Maar sinds verpleegkundigen in de loop van de twintigste eeuw zijn gaan ijveren voor een eigen, afgebakend beroepsdomein is daar verandering in opgetreden. In 1993 werd in Nederland de Wet BIG aangenomen. Daarin wordt onder meer het aandachtsgebied van de verpleegkundige omschreven. In 1999 verscheen het Beroepsprofiel van de verpleegkundige. Daarin is dat aandachtsgebied verder gedefinieerd. In dit thema krijg je antwoord op de vraag in welke situaties verpleegkundige zorg wordt verleend en op grond waarvan. Je moet je daarbij wel realiseren dat de verpleegkunde geen statisch werkgebied is. Taakgebieden verschuiven zo nu en dan, onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen.
Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op
Thema 1
Deel15.indd 7
7
10-6-10 8:14
1
De verpleegkundige zorg
Nederland heeft een enorm uitgebreid zorgstelsel. In de verzorgingsmaatschappij die Nederland is, wordt veel zorg en hulp verleend. Daarbij maken we onderscheid tussen gezondheidszorg en welzijnszorg, kortweg zorg en welzijn genoemd. In de sector zorg en welzijn lopen veel verschillende hulp- en zorgverleners rond. De verpleegkundige, oftewel de verpleegkundige discipline, is er hier één van. In welke situatie verpleegkundige hulp gegeven wordt, is geen statisch gegeven. Het verpleegkundig beroep past zich steeds aan aan de samenleving en aan technologische, economische en politieke ontwikkelingen. Zo moet de verpleegkundige beroepsgroep rekening houden met bijvoorbeeld de vergrijzing en de multiculturele samenstelling van de Nederlandse bevolking, met de toegenomen mondigheid van zorgvragers, met de versterking van de positie van de zorgvrager door wetgeving en persoonsgebonden budgetfinanciering, met ontwikkelingen in de medische en gedragswetenschappen, met het overhevelen van medische taken naar de verpleegkunde en met de politieke roep om meer efficiëntie en effectiviteit in de gezondheidszorg. De meeste mensen hebben een wat scheef beeld van de verpleegkundige. Ze zien een wit uniform, een injectiespuit, een decor uit een soapserie en ‘zieke mensen’. In dit onderwerp wordt duidelijk wat verplegen precies is en in welke situaties mensen een beroep kunnen doen op verpleegkundige hulp. Je krijgt antwoord op de vraag in welke omstandigheden verpleegkundige zorg geboden is en in welke niet.
8
Deel15.indd 8
Thema 1
10-6-10 8:14
1.1 Omschrijving van verplegen zorgdiscipline
beroepsdomein
In de zorg lopen veel verschillende hulpverleners rond. Al deze zorgdisciplines moeten goed op elkaar aansluiten: er is onderlinge afstemming en afbakening nodig. Alleen op die manier kunnen de kwaliteit en continuïteit van zorg gewaarborgd worden. Er mogen geen gaten vallen in de zorg en de disciplines mogen ook niet in elkaars vaarwater zitten. Elke discipline heeft daarom zijn eigen omschreven beroepsdomein. Dat is het zorggebied waarmee een discipline zich bezighoudt. Dit beroepsdomein ontwikkelt zich, net als de maatschappij zich ontwikkelt. Het vak verplegen gaat mee met die veranderingen en ontwikkelingen. Verpleegkundigen worden niet alleen opgeleid voor één specifiek werkveld. De verpleegkundige wordt ‘breed’ opgeleid en is daardoor in veel verschillende zorgsituaties inzetbaar. Zo zie je verpleegkundigen allang niet meer alleen in een ziekenhuis, met een wit uniform aan. Je vindt ze ook in de thuiszorg, de psychiatrische ziekenhuizen, de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen, verpleeghuizen, revalidatieklinieken en in bedrijven. De verpleegkundige functioneert van de huiskamer tot de intensive care van een academisch ziekenhuis.
1.1.1 De verpleegkundige discipline Veel verschillende zorgverleners en hulpverleners uit verschillende beroepsgroepen zijn samen verantwoordelijk voor de gezondheidszorg in Nederland. Iedere beroepsgroep heeft hierin zijn eigen doelstellingen en verantwoordelijkheden. Omdat zij samen verantwoordelijk zijn, zullen zij ook gemeenschappelijke doelen moeten hebben. De gezondheidszorg heeft tot doel: het bevorderen en instandhouden van gezondheid; het voorkomen van ziekte en handicap;. het bijdragen aan genezing en herstel van ziekte; het verlichten van pijn en ongemak.
gezondheidsprobleem bestaansprobleem draagkracht draaglast
Thema 1
Deel15.indd 9
Ook de verpleegkundige discipline levert een bijdrage aan deze gemeenschappelijke doelen. Wat doet een verpleegkundige nu precies? Wat is haar beroepsdomein? In het Beroepsprofiel van de verpleegkundige (1999) wordt dit als volgt omschreven: De verpleegkundige ondersteunt en beïnvloedt beroepsmatig de vermogens van de zorgvrager bij feitelijke of potentiële reacties op gezondheidsproblemen en of daaraan gerelateerde bestaansproblemen en op behandeling of therapie om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te herstellen. Deze definitie moet je wel een paar keer lezen om te begrijpen wat er precies staat. We zullen hem in dit onderwerp uiteenrafelen en toelichten. Hier is alvast een illustratief voorbeeld.
Verpleegkundigen bezig
Verpleegkundigen begeleiden
met wondverzorging in een
een groep mensen met ver-
ziekenhuis
standelijke beperkingen
9
10-6-10 8:14
Voorbeeld Nicky de Boer (16 jaar) is van de trap gevallen en heeft daarbij haar rug gebroken. Zij ligt in een gipskorset de hele dag in bed. De verpleegkundige ondersteunt haar bij de verzorging. De verpleegkundige schat hierbij telkens in wat Nicky zelf wel of niet kan. Nicky zal langzamerhand steeds meer zelf kunnen doen. Zij moet de balans weer terugvinden tussen wat zij kan (draagkracht) en wat er moet gebeuren (draaglast). De verpleegkundige is zo professioneel dat zij de verpleegkundige zorg en behandeling zo aanpast dat Nicky ook echt het evenwicht terugvindt. Bovendien zal de verpleegkundige Nicky ondersteunen bij bestaansproblemen die met haar gezondheidsprobleem te maken hebben. Nicky kan bijvoorbeeld hulp nodig hebben, omdat zij het contact met haar vriendinnen dreigt te verliezen.
1.1.2 Gezondheid en welzijn Verpleegkundigen houden zich bezig met gezondheidsproblemen. De World Health Organisation (WHO) geeft de volgende definitie van gezondheid: Gezondheid is een toestand van volledig, lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte. Dit betekent dat iemand niet automatisch gezond verklaard kan worden, omdat hij of zij geen ziekte heeft. Je bent gezond als je je lichamelijk, psychisch en sociaal goed voelt. Gezondheid is in deze definitie geen objectief gegeven, maar iets wat je zelf moet vinden. Het is een kwestie van welbevinden. Gezond zijn bevat volgens deze definitie aspecten met betrekking tot gezondheid maar ook met betrekking tot welzijn. Eenvoudig uitgedrukt zou je kunnen zeggen dat ‘gezondheid’ betrekking heeft op het lichamelijke en psychische welbevinden en dat ‘welzijn’ een vertaling is van het sociale welbevinden. De verpleegkundige richt zich ook op welzijnsaspecten, maar niet op alle. Ze beperkt zich tot welzijnsaspecten die een relatie hebben met ziekte of stoornis. Als er door ziekte of stoornis een probleem optreedt in iemands welzijn, heet dit een bestaansprobleem.
Voorbeeld Liedewij is een alleenstaande moeder. Zij heeft een zoon van vier jaar en een dochter van tien maanden. Een maand geleden heeft Liedewij onverwacht een grote buikoperatie ondergaan. Inmiddels is Liedewij weer thuis. Zij kan op dit moment lichamelijk nog niet
10
Deel15.indd 10
Een verpleegkundige in
Een verpleegkundige
gesprek met een groepje be-
zwachtelt het been van een
woners van een verpleeghuis
zorgvrager bij haar thuis
Thema 1
10-6-10 8:14
veel. Ze mag zes weken absoluut niets tillen. Ze kan dus niet zelf voor haar dochtertje zorgen. Via de thuiszorg krijgt Liedewij hulp bij de verzorging van haar kinderen. Zij krijgt hulp bij een bestaansprobleem dat gerelateerd is aan haar gezondheidsprobleem. Een heel andere situatie is het bestaansprobleem van mevrouw Duindam. Mevrouw Duindam is na het overlijden van haar echtgenoot vereenzaamd. Ze is slecht voor zichzelf gaan zorgen en komt de deur haast niet meer uit. Dit bestaansprobleem is weliswaar gesignaleerd door een verpleegkundige, maar die heeft vervolgens het maatschappelijk werk ingeschakeld. Verpleegkundige hulp is in deze situatie niet geboden.
1.1.3 Draagkracht en draaglast De verpleegkundige helpt de zorgvrager optimaal te leven op een voor hem bevredigende manier. Voor het bieden van die hulp kijkt ze eerst goed naar de behoeften, vermogens en beperkingen van de zorgvrager zelf. Als de zorgvrager door een ziekte of stoornis zelf niet in zijn behoeften kan voorzien, is er sprake van een verpleegkundig gezondheidsprobleem. Zijn draagkracht (vermogens) is onvoldoende om de last die hij op zijn schouders heeft door zijn ziekte of stoornis (draaglast) te dragen. De verpleegkundige ondersteunt de zorgvrager in het vinden van het evenwicht tussen de draagkracht en de draaglast. Dit evenwicht is per persoon verschillend.
Voorbeeld Op een kraamafdeling liggen twee jonge vrouwen, Karen en Margo. Zij zijn gisteren allebei bevallen van een zoon. Voor beide vrouwen is het hun eerste kindje. Hoewel de situatie van de vrouwen hetzelfde lijkt is de verzorging totaal verschillend. Karin geniet van haar zoon en zou het liefst de hele dag met hem rondlopen. De verpleegkundige moet haar regelmatig adviseren om wat meer rust te nemen. Karin heeft erg veel hulp nodig bij het aanleggen van de baby voor de borstvoeding, ze wordt hier nerveus van. Margo blijft het liefst zo veel mogelijk op bed. Zij heeft last van haar hechtingen en vindt lopen maar pijnlijk. Ze durft nog niet naar de babykamer te lopen. De verpleegkundige brengt de baby bij haar voor de voeding en brengt de baby ook weer terug naar de babykamer, om ervoor te zorgen dat Margo rust heeft. Dat heeft ze voorlopig hard nodig, om later te kunnen genieten van haar kind.
en
Thema 1
Deel15.indd 11
11
10-6-10 8:14
Sommige zorgvragers worden door de verpleegkundige verzorgd en begeleid tot zij hun oude evenwicht hebben hervonden. De verpleegkundige zorg kan dan worden beëindigd. In andere situaties zal de verpleegkundige zorg gericht zijn op het vinden van een nieuw evenwicht tussen draaglast en draagkracht. Dit is het geval bij zorgvragers die moeten leren omgaan met een chronische ziekte of blijvende beperkingen. Deze zorgvragers zullen afhankelijk blijven van verpleegkundige zorg. Afhankelijk van de behoefte en vermogens van een zorgvrager zal de verpleegkundige: handelingen die noodzakelijk zijn voor de gezondheid van de zorgvrager geheel of gedeeltelijk overnemen; de zorgvrager begeleiden (bijvoorbeeld stimuleren, adviseren, sturen, controleren) bij het uitvoeren van voor de gezondheid noodzakelijke handelingen; voorlichting geven, zodat de zorgvrager de juiste keuzes maakt, of beter voor zichzelf zorgt.
Voorbeeld Bij Nicky de Boer, die haar rug gebroken had, zal de verpleegkundige de lichamelijke zorg in eerste instantie voor een groot deel overnemen. In overleg met Nicky en kijkend naar de draagkracht van Nicky zal de zorg langzaam afnemen totdat Nicky weer in staat is zichzelf te verzorgen. Frans krijgt heel andere zorg van een verpleegkundige. Frans is een depressieve man die opgenomen is in een psychiatrisch ziekenhuis. Frans zou zichzelf lichamelijk prima kunnen verzorgen. Hij ligt echter de hele dag in zijn bed. In zijn geval zal de verpleegkundige haar zorg veel meer moeten richten op het begeleiden en stimuleren.
1.1.4 Het holistisch principe Verpleegkundigen houden zich niet alleen met lichamelijke problemen bezig. Het meest kenmerkende aan de verpleegkunde is dat die uitgaat van een holistische visie op zorg. Het holisme is een theorie die uitgaat van de totaliteit van het levende. Een mens is meer dan de som van zijn ‘onderdelen’. De holistische zorgvisie gaat er vanuit dat lichamelijke, sociale, psychische en spirituele aspecten elkaar beïnvloeden. Problemen in het ene gebied hebben ook invloed op de andere gebieden. Een holistische zorgvisie betekent dat je je als verpleegkundige bijvoorbeeld nooit alleen op iemands wond richt, om die te ontsmetten en verbinden. Je houdt je ook bezig met de pijn, de angst en het verdriet die de wond met zich meebrengt. Een verpleegkundige in de psychiatrie zal niet alleen de voorgeschreven therapie uitvoeren, maar zich ook, voorzover noodzakelijk, verantwoordelijk voelen voor de persoonlijke verzorging, hygiëne en voeding van de cliënt.
12
Deel15.indd 12
Thema 1
10-6-10 8:14
Praktijk 1
Hoofdpijn Alex is een man van 34 jaar met verstandelijke beperkingen. Hij is vaak heel vrolijk en loopt overdag vaak te zingen. Op de eerste woensdagmiddag van de maand gaat hij naar een bingomiddag in een café in het nabijgelegen dorp. Hier geniet hij van en hij kijkt er vaak al dagen naar uit. Vandaag is het woensdag en vanmiddag is er een bingomiddag. Alex wil die ochtend zijn bed niet uit. ‘Ik heb hoofdpijn’, mompelt hij en hij draait zich nog eens om. Een half uur later ligt Alex nog steeds in bed. Koos, de verpleegkundige die die dag werkt, geeft Alex een kopje thee en een paracetamol. Als Koos een uur later weer gaat kijken, wordt Alex woest. ‘Laat me nou toch eens een keer met rust’, roept hij, ‘jij altijd met je gezeur!’ Koos laat hem met rust. ‘s Middags bij de overdracht meldt Koos dat Alex hoofdpijn heeft en heel chagrijnig is.
Vraag
1 B ekijk dit verhaal eens vanuit een holistische invalshoek. Wat zou er aan de hand kunnen zijn met Alex?
1.1.5 Gebruikers van verpleegkundige zorg
sociaal netwerk
fysische omgeving
Thema 1
Deel15.indd 13
De algemene term die gebruikt wordt voor de gebruiker van de zorg is ‘zorgvrager’. De verpleegkundige richt zich dus op de zorgvrager. Een zorgvrager kan een individu zijn maar ook een groep of gemeenschap. Een individuele zorgvrager is bijvoorbeeld een zorgvrager die voor een blindedarmoperatie wordt opgenomen in een ziekenhuis. Een zorgvrager als groep is bijvoorbeeld een gezin met kleine kinderen, waarvan de moeder tijdelijk niet in staat is de zorg voor die kinderen op zich te nemen. Een zorgvrager als gemeenschap is bijvoorbeeld een wijk of dorp, waarvan ouders met zuigelingen en peuters naar het consultatiebureau komen voor inentingen en voedings- en opvoedingsadviezen. Een zorgvrager staat zelden op zichzelf. Een zorgvrager staat altijd in wisselwerking met zijn sociale netwerk. Het sociale netwerk wordt gevormd door de personen die voor de zorgvrager van belang zijn: gezin, familie, buren, vrienden enzovoort. Als verpleegkundige ben je je ervan bewust dat het functioneren van dit sociale netwerk van grote invloed kan zijn op de gezondheid van de zorgvrager. Ook de fysische omgeving is voor het functioneren van de zorgvrager van belang. De fysische omgeving is de omgeving waarin iemand leeft: zijn huis, het interieur, de buurt. De verpleegkundige zal zich bijvoorbeeld richten op de veiligheid van de leefomgeving.
13
10-6-10 8:14
Voorbeeld Mevrouw Grimbergen is een weduwe van 78 jaar. Vier weken geleden heeft zij een auto-ongeluk gehad. Sinds het ongeluk heeft zij last van evenwichtsstoornissen. Ze kan wel redelijk lopen met een looprekje. Ze wil graag zelfstandig blijven wonen in haar flat. Ze heeft hulp nodig van de wijkverpleegkundige bij het douchen en het aankleden. Vandaag komt Fieke, een wijkverpleegkundige langs om kennis te maken en te praten over de zorg die mevrouw Grimbergen zal krijgen. Fieke vertelt mevrouw Grimbergen dat het verstandig zou zijn om de twee losse kleedjes in de kamer weg te halen. Ze zou hierover kunnen struikelen met het looprekje. Fieke heeft nog meer tips voor de veiligheid in huis. Ze adviseert haar om een alarmtoestel om haar nek te dragen. Als ze valt kan ze hulp inroepen bij de alarmcentrale die een contactpersoon belt. ‘Dat is wel heel handig en als er iets niet goed gaat kunnen ze mijn kleinzoon bellen. Die woont hier om de hoek’. Aan het eind van het gesprek vraag Fieke of mevrouw Grimbergen nog hulp nodig heeft in de huishouding. ‘Oh nee hoor’, zegt mevrouw Grimbergen, ‘ik heb twee schatten van dochters. Om beurten helpen zij met stofzuigen en andere zware klussen. Mijn schoonzoon doet op zaterdag de boodschappen’.
1.2 Gezondheidsproblemen en bestaansproblemen In de definitie van verplegen staat dat de verpleegkundige zich bezighoudt met reacties op gezondheidsproblemen of bestaansproblemen die daaraan gerelateerd zijn. Hoe worden die twee begrippen precies gedefinieerd en hoe verhouden ze zich tot elkaar?
1.2.1 Gezondheidsproblemen Gezondheid is meer dan alleen de afwezigheid van ziekte. Een mens is alleen dan gezond als hij lichamelijk, psychisch en sociaal in balans is. Een gezondheidsprobleem ontstaat als één of meerdere van deze aspecten verstoord zijn. Gezondheidsproblemen kunnen worden ingedeeld naar de manier waarop een probleem zich uit. Een gezondheidsprobleem kan veroorzaakt worden door:
14
Deel15.indd 14
Thema 1
10-6-10 8:14
een lichamelijke ziekte of handicap. Voorbeelden hiervan zijn een hersenbloeding of het missen van een arm na een amputatie; een psychische stoornis. Voorbeelden hiervan zijn schizofrenie of een bipolaire stoornis; een verstandelijke beperking. Bij een gezondheidsprobleem speelt ook mee hoe groot de schok is geweest bij het ontstaan van het probleem, of het probleem voorbijgaat en hoe lang het herstelproces duurt. Bij een acute aandoening kan de gezondheid van een zorgvrager van de ene dag op de andere volledig overhoop liggen. Daar staat tegenover dat het gezondheidsprobleem vaak van voorbijgaande aard is. Als de zorgvrager genezen is, kan hij zijn oude leven weer oppakken.
Voorbeeld Een voorbeeld van een zorgvrager met een acuut gezondheidsprobleem is Gijs Franken. Gijs is gisterenavond acuut opgenomen op een chirurgische afdeling. Eerder die dag kreeg Gijs last van zijn buik. De pijn nam steeds meer toe. De huisarts constateerde dat Gijs een blindedarmontsteking had. Gijs is direct doorgestuurd naar het ziekenhuis waar hij geopereerd is. Gijs is erg geschrokken over wat hem is overkomen.
Als een zorgvrager een chronische aandoening heeft, verandert het leven van de zorgvrager vaak ingrijpend en voorgoed. Hij moet zich bijvoorbeeld aan bepaalde leefregels houden, zoals een dieet, en zich een andere leefstijl aanmeten. De invloed van chronische gezondheidsproblemen is vaak erg groot.
Voorbeeld Een voorbeeld van een zorgvrager met een chronisch gezondheidsprobleem is mevrouw Klaasen. Mevrouw Klaasen heeft sinds tien jaar suikerziekte. In het begin van haar ziekte had zij voornamelijk last van moeheid. Inmiddels zijn haar ogen achteruitgegaan. De doorbloeding van haar voeten is erg slecht. Mevrouw Klaasen weet dat dit in de toekomst zou kunnen verergeren. Ze is bang dat ze ooit ĂŠĂŠn of meer tenen zal moeten missen.
Thema 1
Deel15.indd 15
15
10-6-10 8:14
Gezondheidsproblemen kunnen veel verschillende oorzaken hebben, zoals: zuurstofgebrek bij de geboorte. Dit kan verstandelijke beperkingen en lichamelijke afwijkingen tot gevolg hebben; congenitale afwijkingen. Dat zijn erfelijke, aangeboren afwijkingen. Bijvoorbeeld taaislijmziekte (cystische fibrose) of de ziekte van Huntington. Deze ziekten worden doorgegeven van de ouders op hun kind; infectie. Dit is een besmetting met ziektekiemen (virus, bacterie, schimmel). Bijvoorbeeld de griep of longontsteking; trauma. Trauma betekent letsel of verwonding bijvoorbeeld door een ongeluk. Het gezondheidsprobleem wordt veroorzaakt door een beschadiging van buitenaf; een zeer ingrijpende ervaring. Bijvoorbeeld het verlies van een dierbare, seksueel geweld of incest. Dit soort ervaringen worden ook wel traumatische ervaringen genoemd omdat ze geestelijke verwondingen tot gevolg hebben.
1.2.2 Bestaansproblemen De verpleegkundige richt zich niet alleen op gezondheidsproblemen, maar ook op bestaansproblemen die gerelateerd zijn aan gezondheidsproblemen. Als een zorgvrager een lichamelijke ziekte heeft zal dit niet alleen invloed hebben op zijn lichaam. Zijn probleem zal ook effect hebben op zijn psychische gesteldheid en zijn sociale leven (het holistisch principe). Dit kan van voorbijgaande aard of blijvend zijn. Elke zorgvrager zal een ziekte of stoornis op zijn eigen manier ervaren. Als een zorgvrager door het gezondheidsprobleem ook problemen ervaart in zijn welzijn, heet dit een bestaansprobleem. Er is sprake van een bestaansprobleem als de zorgvrager het als problematisch ervaart dat door ziekte of stoornis: zijn dagelijkse leven verandert; zijn zelfbeeld wordt aangetast; zijn relatie tot het sociale netwerk verandert; zijn relatie tot zijn fysieke omgeving verandert.
Voorbeeld Bestaansprobleem bij verandering van het dagelijkse leven: Marijn is een jongen van 14 jaar. Vorig jaar heeft hij een autoongeluk gehad. Door het ongeluk is hij vanaf zijn middel verlamd. Hij heeft maanden in een revalidatiecentrum gewoond. Hij heeft daar geleerd voor zichzelf te zorgen en zich voort te bewegen in zijn rolstoel. Marijn is erg ongelukkig. Hij kan niet meer lopen, hij heeft bij veel dingen hulp nodig. Marijn was dol op voetballen, dit kan hij nu niet meer.
16
Deel15.indd 16
Thema 1
10-6-10 8:14
Er is pas sprake van een bestaansprobleem als de zorgvrager die veranderingen als problematisch ervaart. Er zijn ook zorgvragers bij wie dezelfde effecten optreden, maar die daar geen problemen mee hebben. Ze passen zich gemakkelijk aan of leggen zich erbij neer. In dat geval is er geen sprake van bestaansproblemen.
Voorbeeld Bestaansprobleem bij aantasting van het zelfbeeld: Saskia is een vrouw van 22 jaar met een matige verstandelijke beperking. Zij woont bij haar ouders. Overdag gaat zij naar een sociale werkvoorziening. Saskia was altijd een opgewekt meisje. Toen ze vijf jaar oud was kreeg ze een zusje, Karen, waar ze dol op was. De laatste maanden is Saskia heel somber en teruggetrokken. Karen is inmiddels op een leeftijd dat zij veel uitgaat. Karen draagt graag make-up en heeft veel vriendinnen. Saskia begint te merken dat ze ‘anders’ is. Ze heeft een heel negatief zelfbeeld gekregen. Regelmatig zegt ze dat ze zichzelf lelijk vindt. Ze vindt zichzelf stom en dik.
Voorbeeld Bestaansprobleem door verandering van de relatie tot het sociale netwerk: Jasper is 23 jaar. Sinds vier jaar is bij Jasper een bipolaire stoornis geconstateerd. Jasper is in die periode bijna een jaar opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis. Op dit moment woont hij weer thuis. Hij gebruikt medicijnen die zijn stemmingswisselingen reguleren. Van de grote club vrienden die hij vroeger had, heeft hij er nu nog maar met één een goed contact. Jasper had een baan in de bouw, maar daar is zijn contract niet verlengd. Jasper heeft geen contact meer met zijn oude collega’s. Jasper is erg teleurgesteld in zijn vroegere vrienden en collega’s. Hij komt bijna de deur niet meer uit.
Thema 1
Deel15.indd 17
17
10-6-10 8:14
Voorbeeld Bestaansprobleem door verandering van de relatie tot de fysieke omgeving: Het echtpaar Van de Burg woont al meer dan veertig jaar in een kleine boerderij in Drenthe. Na hun trouwen zijn ze gaan wonen in de boerderij van de ouders van meneer Van de Burg. Meneer Van de Burg heeft altijd gezegd dat hij hier nooit vandaan wil. Vorige maand heeft mevrouw Van de Burg een hersenbloeding gehad. Zij is halfzijdig verlamd. Zij kan zichzelf met de hulp van haar man redelijk goed verzorgen, maar ze kan niet goed lopen. Het huis van het echtpaar Van de Burg is zo klein dat het niet aangepast kan worden. Mevrouw en meneer Van de Burg zullen toch moeten verhuizen. Ze zijn daar allebei erg verdrietig over.
Praktijk 2
Een vreselijk ongeluk Emma is een vrouw van 43 jaar. Ze woont in de binnenstad met haar dochter van 13. Ze heeft een druk en actief leven. Ze werkt fulltime als onderwijzeres op een basisschool. Drie keer in de week traint ze met het waterpoloteam waarin ze speelt. In het weekend zijn er vaak wedstrijden. Bovendien gaat ze vaak met haar dochter en een stel vriendinnen op stap. Emma is dol op reizen en ze probeert elk jaar minimaal twee keer op vakantie te gaan. Het meest geniet ze van de lange strandvakanties. Vorige week is er iets vreselijks gebeurt. Emma had voor haar verjaardag een barbecuefeest georganiseerd. Door een windvlaag werd de barbecue omgegooid en vatte de kleding van Emma vlam. Emma is opgenomen in een brandwondencentrum. Ze heeft grote brandwonden op haar buik, een deel van haar rug en haar rechterbovenbeen en lies. De artsen verwachten dat de genezing moeizaam zal verlopen. Door de wonden in haar lies zal Emma waarschijnlijk problemen met lopen krijgen. De komende jaren zal Emma regelmatig opgenomen moeten worden voor verschillende operaties.
Vraag
18
Deel15.indd 18
1 Welke bestaansproblemen denk je dat Emma de komende jaren zal kunnen krijgen?
Thema 1
10-6-10 8:14
1.2.3 Gevolgen van gezondheids- en bestaansproblemen fundamentele levens verrichting
Voor iedere zorgvrager zijn de gevolgen van gezondheidsproblemen anders. Het is voor de verpleegkundige van belang om te achterhalen hoe groot de verstorende invloed is op de fundamentele levensverrichtingen. Fundamentele levensverrichtingen zijn alle activiteiten die iemand uit moet voeren om op een voor hem bevredigende manier te leven. Ze vormen een omvangrijk bestanddeel van het verpleegkundig aandachtsgebied. Wat iemand bevredigend vindt, is natuurlijk heel persoonlijk, daarom zullen de gevolgen van gezondheidsproblemen door iedereen anders ervaren worden. De enige persoon die kan bepalen of hij op een bevredigende manier leeft, is de zorgvrager zelf.
Voorbeeld Iemand die door een ongeluk zijn pink niet meer kan buigen, kan zonder problemen zijn fundamentele levensverrichtingen zelfstandig uitvoeren. Hij vindt het hooguit soms wat onhandig. Als deze persoon echter pianist is van beroep heeft hij grote problemen. In dit geval kan hetzelfde gezondheidsprobleem leiden tot enorme gevolgen op zowel lichamelijk, psychisch maar ook sociaal gebied.
De gevolgen van een gezondheidsprobleem of bestaansprobleem zijn ook afhankelijk van de balans tussen draagkracht en draaglast van een zorgvrager. Hoe groot zijn de problemen waar de zorgvrager mee te maken krijgt? Oftewel hoe groot is de draaglast die hij of zij aan moet kunnen? De draaglast wordt zwaarder als de zorgvrager een gezondheidsprobleem heeft dat een grote verstorende invloed heeft op fundamentele levensverrichtingen. Daarnaast zal de ene zorgvrager beter dan de andere in staat zijn om met de problemen om te gaan. Dit hangt af van de persoon. Elke zorgvrager heeft zijn eigen draagkracht. De draagkracht wordt bepaald door lichamelijke geestelijke en sociale gesteldheid van de zorgvrager. Als een zorgvrager gezond en dus lichamelijk, geestelijk en sociaal goed in balans is, zal hij meer problemen aankunnen. Zijn draagkracht is groot.
Voorbeeld Anke is een gezonde vrouw van 24 jaar. Ze is eigenlijk nooit ziek. Samen met een stel vriendinnen gaat ze een week skiën. De tweede dag van de vakantie komt ze ongelukkig ten val en breekt haar arm. In het ziekenhuis wordt haar arm in het gips gezet. Hoewel Anke ervan baalt dat ze niet meer kan skiën heeft ze verder weinig last van haar gezondheidsprobleem. Overdag ligt ze in de zon en ‘s avonds gaat ze met haar vriendinnen op pad. Eigenlijk ervaart ze geen bestaansproblemen.
Thema 1
Deel15.indd 19
19
10-6-10 8:14
De verpleegkundige gaat bij de zorgvrager na welke fundamentele levensverrichtingen verstoord zijn. Als de draagkracht van de zorgvrager te klein is, heeft hij hulp nodig. Het eerste dat zij doet, is inventariseren bij welke levensverrichtingen de zorgvrager hulp nodig heeft. Ze kan hierbij gebruikmaken van de gezondheidspatronen van Marjory Gordon. Gezondheidspatronen van Marjory Gordon Marjory Gordon is een vooraanstaand Amerikaanse verpleegkundige. Zij heeft een systeem ontwikkeld om inzicht te krijgen in de gevolgen van gezondheidsproblemen voor zorgvragers. Zij heeft het verpleegkundig aandachtsgebied onderverdeeld in elf zogeheten functionele gezondheidspatronen. Een voorbeeld van een gezondheidspatroon is het voedings- en stofwisselingspatroon. Onder dit patroon vallen alle verrichtingen die met de voeding en stofwisseling te maken hebben. Eet de zorgvrager goed, te veel of te weinig? Kan de zorgvrager zelf een maaltijd bereiden en zelfstandig eten? Van elk van deze patronen kan een verpleegkundige vaststellen in hoeverre een gezondheidspatroon bij de zorgvrager functioneel of disfunctioneel is. Functioneel wil zeggen dat de zorgvrager de levensverrichtingen die bij dit patroon horen in voldoende mate uitvoert. Zijn draagkracht is voldoende. Je zou kunnen zeggen: hij zorgt goed voor zijn gezondheid. Als een gezondheidspatroon disfunctioneel is, heeft de zorgvrager kennelijk niet voldoende draagkracht om de verrichtingen die bij een bepaald patroon horen zelfstandig uit te voeren. De zorgvrager heeft dan verpleegkundige zorg nodig. De 11 functionele gezondheidspatronen van Marjory Gordon Patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding
Gezondheid (reden van opname bekend bij de zorgvrager, kennis van aandoening/onderzoek/behandeling, relevante voorgeschiedenis, bekend bij welke specialisten, verwachtingen over verblijf).
Voedings- en stofwisselingspatroon
Voeding (dieet/eetgewoonten, gewichtsverandering en gebitsprothese).
Uitscheidingspatroon
Uitscheiding (mictie, defecatie, sputum, vloeien/afscheiding).
Activiteitenpatroon
Activiteiten en bewegen.
Slaap- en rustpatroon
Slapen en rust (slaappatroon).
Cognitie- en waarnemingspatroon Waarneming (visusproblemen, gehoorproblemen, pijnbeleving/ bestrijding).
20
Deel15.indd 20
Zelfbelevingspatroon
Zelfbeeld (gevolgen van het ziek zijn op het zelfbeeld).
Rollen- en relatiepatroon
Rollen en relaties (beroep, thuissituatie, bezoekregeling, afspraken).
Thema 1
10-6-10 8:14
Seksualiteits- en voortplantingspatroon
Seksualiteit (gevolgen van het ziek zijn/behandeling/verzorging m.b.t. seksueel gedrag).
Stressverwerkingspatroon
Stress (psychische gesteldheid, omgaan met spanning).
Waarden- en levensovertuigingpatroon
Waarden (levensbeschouwing, steun bij levensbeschouwelijke vragen, geloofsbeleving).
1.2.4 Gezondheidsproblemen en settings
setting
intramurale setting
extramurale setting
semi-murale setting
Thema 1
Deel15.indd 21
Verschillende soorten gezondheidsproblemen brengen zeer uiteenlopende gezondheidszorg met zich mee. Mensen met infecties en lichamelijke verwondingen hebben andere zorg en behandeling nodig dan mensen met psychische stoornissen. Mensen met een acuut probleem zijn aangewezen op andere voorzieningen dan mensen die een langdurig revalidatieproces doorlopen. Soms is het voldoende als er regelmatig iemand thuis langskomt om hulp te bieden. In andere gevallen is het nodig dat iemand 24 uur per dag bewaakt wordt. De gezondheidszorg kent dan ook veel verschillende geledingen en soorten instellingen. Een grove indeling van de gezondheidszorg is de indeling in zogeheten settings. Een setting is een omgeving waarin zorg geboden wordt. In alle settings vormen verpleegkundigen de grootste discipline. Er zijn drie settings voor de gezondheidszorg: intramurale setting; extramurale setting; semi-murale setting. De intramurale setting: de zorg wordt verleend binnen de muren van een zorgstelling. De zorgvrager wordt opgenomen in een instelling om daar de zorg te ontvangen die hij of zij nodig heeft. Algemene ziekenhuizen, leefgemeenschappen voor mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische ziekenhuizen zijn hier voorbeelden van. De extramurale setting: de zorg wordt verleend buiten de muren van een zorginstelling. De zorg kan worden gegeven bij de zorgvrager thuis door bijvoorbeeld de thuiszorg of de RIAGG (Regionale instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg). De semi-murale setting: de zorg wordt voor een deel binnen de muren van een zorginstelling geleverd. Een zorgvrager is bijvoorbeeld thuis, maar komt voor de zorg naar een instelling. Voorbeelden hiervan zijn zorgvragers die voor een dagbehandeling naar een revalidatiecentrum gaan of zorgvragers die overdag naar een activiteitencentrum gaan. In welke setting de zorg gegeven wordt, is afhankelijk van de behoeften van de zorgvrager en zijn naasten. De meeste zorgvragers vinden het prettig om zo lang mogelijk thuis verpleegd te worden. Als opname in een zorginstelling toch nodig is, willen ze vaak zo snel mogelijk weer naar huis. Uiteraard zal per situatie bekeken moeten worden wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn om iemand thuis te verplegen. Het is opvallend dat de verpleegduur in een zorginstelling steeds korter wordt. Dit betekent ook dat de mogelijkheden om thuis te worden verpleegd toenemen.
21
10-6-10 8:14
Voorbeeld Tot een jaar of tien geleden was het nog heel gebruikelijk dat een zorgvrager met een ongeneeslijke ziekte in een ziekenhuis overleed. De zorg voor een terminale zorgvrager was te complex om thuis uit te voeren. Tegenwoordig zijn er bij de thuiszorg speciale teams voor terminale thuiszorg. In nauwe samenwerking met andere disciplines, zoals de huisarts en de fysiotherapie, wordt ernaar gestreefd om een terminale zorgvrager thuis te verplegen.
Type gezondheidsproblemen
Gezondheidszorginstelling
Acute somatische gezondheidsproblemen
Algemeen ziekenhuis, ambulance
Chronische somatische gezondheidsproblemen
Thuiszorg, revalidatiekliniek, verpleeghuis
Psychische gezondheidsproblemen
Psychiatrisch ziekenhuis, ambulante psychiatrische zorgn
Verstandelijke beperkingen
Leefgemeenschap, semi-murale zorg, extramurale zorg
Verslavingsproblematiek
Gespecialiseerde instellingen, intra- en extramuraal
Preventie en GVO
JGZ (jeugd gezondheidszorg), GGD
Terminale aandoeningen
Thuiszorg, hospice, verpleeghuis, ziekenhuis
De verschillende instellingen waar verpleegkundige zorg geleverd wordt
ontschotting transmuraal
22
Deel15.indd 22
In de praktijk zie je vaak dat de scheiding tussen de verschillende gezondheidsproblemen en verschillende zorginstellingen steeds minder duidelijk is. Dit verschijnsel wordt ontschotting genoemd, het verdwijnen van de ‘schotten’ tussen verschillende soorten instellingen. De zorg (ook verpleegkundige zorg) wordt steeds vaker transmuraal gegeven. Dit betekent dat de zorgverlening ‘door de muren’ heen gaat. De zorgverlener is in dienst van een zorginstelling maar de daadwerkelijke zorg kan ook buiten de instelling worden geleverd. Een voorbeeld hiervan is wondverpleging. De in wondbehandeling gespecialiseerde verpleegkundige kan, als een zorgvrager ontslagen is, thuis zorg komen verlenen. En zo kan bijvoorbeeld een psychiatrieverpleegkundige zorg verlenen aan een cliënt die tijdelijk in het ziekenhuis is opgenomen voor een lichamelijk gezondheidsprobleem.
Thema 1
10-6-10 8:14
1.3 De vermogens van de zorgvrager Een verpleegkundige richt zich bij het verplegen van een zorgvrager op het handhaven of herstellen van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast. Zij gaat hierbij uit van de vermogens van de zorgvrager. De vermogens van mensen kunnen worden onderverdeeld in drie aspecten: kennis en begrip; vaardigheden; attitude. Kennis en begrip Bij kennis en begrip gaat het over de verstandelijke vermogens die iemand nodig heeft om zelfstandig te functioneren. Je hebt kennis en begrip nodig om goed voor jezelf te kunnen zorgen. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan kennis over gezonde voeding, hygiĂŤne van lichaam en omgeving, veiligheid, oorzaken van infecties, het nut van lichaamsbeweging, signalen van het lichaam. Je moet ook weten waar je hulp in kunt roepen als het nodig is, je moet je weg kunnen vinden in je sociale netwerk of naar de gezondheidszorg. Als je een gezondheidsprobleem hebt, zul je kennis en begrip van de aandoening en behandeling moeten hebben. Vaardigheden Kennis en begrip zijn niet voldoende. Je zult ook het een en ander uit moeten kunnen voeren, het liefst zelfstandig. Je hebt vaardigheden nodig. Dit kunnen heel eenvoudige vaardigheden zijn zoals je wassen of aankleden of het bereiden van een maaltijd. Maar gezondheidsproblemen brengen soms ingewikkelder vaardigheden met zich mee. Als een zorgvrager met diabetes mellitus zelfstandig wil blijven functioneren, zal hij zich bijvoorbeeld moeten kunnen injecteren met insuline. Attitude Met attitude wordt hier de houding bedoeld die iemand heeft ten opzichte van zijn gezondheid. Ben je gemotiveerd om gezond te eten? Hoe denk je over roken en drinken? Kun je het opbrengen om elke dag een half uurtje lichaamsbeweging te hebben, al is het maar een wandeling? Mensen met een ziekte of stoornis moeten gemotiveerd zijn om aan hun herstel te werken. Ze moeten zich bijvoorbeeld aan een streng dieet houden om daarmee het gezondheidsprobleem te verkleinen, of regelmatig medicijnen innemen. Een zorgvrager die gemotiveerd is, heeft een grotere draagkracht en heeft dus meer vermogen om zelfstandig te functioneren.
Thema 1
Deel15.indd 23
23
10-6-10 8:14
1.3.1 Zorg op maat zorg op maat
De verpleegkundige stelt, voordat ze gaat verplegen vast hoe het gesteld is met de eigen vermogens van de zorgvrager. Zij is er altijd op uit zorg op maat te leveren, dat wil zeggen, precies de zorg die de zorgvrager nodig heeft, gezien zijn eigen vermogens. Alle handelingen die de zorgvrager kan en wil uitvoeren, voert hij zelf uit. De verpleegkundige vult slechts aan waar het voor de gezondheid van de zorgvrager nodig is. Dit verpleegkundige uitgangspunt heeft tot doel dat de zorgvrager zo zelfstandig mogelijk blijft en zo veel mogelijk controle over zijn eigen leven houdt.
Voorbeeld De heer Dekker is 81 jaar en heeft hulp nodig bij het aankleden. Hij kan echter prima zelf bepalen wat hij die dag aan wil. Als de verpleegkundige zonder overleg de kleren pakt en klaarlegt, betuttelt zij hem. Hij zal dit waarschijnlijk niet op prijs stellen.
De zorg die de verpleegkundige moet bieden, hangt dus af van wat een zorgvrager zelf nog kan. Soms zal de verpleegkundige zorg alleen bestaan uit het stimuleren van een zorgvrager of uit het geven van begeleiding of voorlichting. In andere situaties zal de verpleegkundige alle noodzakelijke handelingen over moeten nemen. Een verpleegkundige is altijd op zoek naar de beste manier om de balans tussen draagkracht en draaglast bij de zorgvrager te herstellen of handhaven.
1.3.2 Het belang van het leveren van zorg op maat Ieder mens heeft vanaf zijn geboorte de behoefte om zelfstandig dingen te gaan doen. Vlak na de geboorte is dit alleen nog maar zelfstandig ademhalen, maar de behoefte aan zelfstandigheid ontwikkelt zich snel. Een kind van een jaar dat zijn eerste stapjes zet, kijkt apetrots in het rond. Niet alleen is de zelfstandigheid met deze stapjes vergroot maar ook de zelfredzaamheid. Het kind kan nu zelf naar dingen toe gaan lopen in plaats van af te wachten of iemand hulp komt bieden. De behoefte om zelfstandig te zijn, blijft bestaan. In onze westerse maatschappij zit niemand erop te wachten om verzorgd te worden bij zaken die hij zelf goed kan. Het liefst wil iedereen zo lang mogelijk voor zichzelf zorgen. Niet alleen voor de zorgvrager is het van belang dat er zorg op maat geleverd wordt. De kosten in de gezondheidszorg worden steeds hoger. De ontwikkelingen in de medische wereld maken het mogelijk om steeds meer mensen langer gezond te houden. De behandelingen die daarvoor nodig zijn, kosten geld. Een andere reden van de oplopende kosten in de gezondheidszorg is de vergrijzing. Er komen in Nederland in verhouding steeds meer oudere mensen. Mensen leven gemiddeld langer. Hierdoor wordt de gemiddelde leeftijd van de Nederlanders steeds hoger. Oudere mensen hebben over het
24
Deel15.indd 24
Thema 1
10-6-10 8:14
algemeen meer zorg nodig dan jongere mensen. Er worden steeds meer bezuinigingen afgekondigd om de kosten in de hand te houden. De regering vraagt om een steeds efficiëntere inzet van de gezondheidszorg. De gezondheidszorg moet daarom steeds vaker verantwoording afleggen waarom bepaalde zorg geboden wordt. Door zorg op maat te bieden, voorkom je dat overbodige hulp geboden wordt.
Praktijk 3
Ik wil het zelf doen! Mevrouw Soekuro is 74 jaar. Zij heeft al jaren reuma. Zij kan door de reuma niet meer zelfstandig lopen en heeft hulp nodig bij het wassen. Haar armen en handen zijn ernstig vergroeid. Twee jaar geleden is mevrouw Soekuro weduwe geworden. Omdat zij niet voor zichzelf kon zorgen, is zij in een verpleeghuis opgenomen. Ze vond het vreselijk om te moeten verhuizen, maar begreep dat het niet anders kon. Marjolijn is de verpleegkundige die mevrouw Soekuro vandaag helpt bij de verzorging. Nadat mevrouw is gewassen en aangekleed, brengt Marjolijn haar het ontbijt. Als Marjolijn de boterhammen wil gaan klaarmaken, zegt mevrouw Soekuro: ‘Nee zuster dat hoeft echt niet, dat kan ik zelf wel. Als u voor mij de verpakkingen openmaakt, red ik me wel’. Marjolijn opent de verpakkingen en vertrekt. Als zij een kwartier later terugkomt, ziet ze haar nog bezig met het klaarmaken van haar ontbijt. ‘Zal ik u echt niet even helpen?’
Vragen
1 K un je uitleggen waarom mevrouw Soekuro zo reageert? 2 Wie weet hoe lang mevrouw Sukoero nog bezig zal zijn, voordat ze haar boterham eindelijk kan opeten. Hoe lang zou Marjolijn moeten wachten, voordat ze het echt overneemt van mevrouw Soekuro?
Samenvatting In dit onderwerp is het begrip verplegen aan bod gekomen. Wat doet een verpleegkundige nu precies? Welke zorgvragers kunnen een beroep doen op de hulp van een verpleegkundige? Deze vragen worden beantwoord door de definitie van verplegen in het Beroepsprofiel van de verpleegkundige. Om deze definitie goed te begrijpen is kennis nodig van de begrippen gezondheid, draagkracht en draaglast, gezondheidsproblemen en bestaansproblemen. De verpleegkundige houdt zich bezig met gezondheidsproblemen en bestaansproblemen die daaraan gerelateerd zijn. Verpleegkundige zorg wordt altijd vanuit een holistische mensvisie gegeven. Dit houdt in dat de geest, het lichaam en de sociale omgeving van een zorgvrager elkaar constant beïnvloeden en niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het geven van zorg op maat is voor verpleegkundigen een belangrijk uitgangspunt. Het doel ervan is dat de zorgvrager zoveel mogelijk van zijn autonomie behoudt. Het leveren van zorg op maat is niet meer weg te denken uit de gezondheidszorg.
Thema 1
Deel15.indd 25
25
10-6-10 8:14
Opdrachten
■ Kennisopdracht 1 G eef een voorbeeld van een gezondheidsprobleem waar verpleegkundigen zich op richten. 2 Geef een voorbeeld van een bestaansprobleem waar verpleegkundigen zich op richten. 3 Een zorgvrager heeft een herseninfarct gehad en heeft daardoor blijvende verlammingsverschijnselen. Zijn draaglast en draagkracht zijn niet meer in evenwicht. Concretiseer deze uitspraak, dat wil zeggen, beschrijf hoe je die onbalans kunt waarnemen. 4 Een man heeft door een auto-ongeluk zijn vrouw verloren. Drie maanden later wordt hij in ondervoede toestand met een alcoholvergiftiging opgenomen in het ziekenhuis. De verpleegkundigen zien een verband tussen deze twee gegevens. Beredeneer dit verband en betrek hierin de holistische mensvisie. 5 Een vrouw zegt tegen een wijkverpleegkundige: ‘Mijn man is vorig jaar zijn baan kwijtgeraakt. Hij is nu heel erg in zichzelf gekeerd en komt bijna de deur niet meer uit. Ik maak me zorgen. Kunnen jullie helpen?’ De verpleegkundige antwoordt ontkennend. Verklaar waarom. 6 Je bent vast weleens verkouden geweest. Waaraan kun je merken dat je draaglast daardoor groter wordt?
■ Samenwerkingsopdracht
Onderzoek Doel Je kunt de werkelijkheid van verpleegkundige zorg vergelijken met de theorie, aan de hand van een onderzoek bij een zorginstelling.
Voorbereiding Maak subgroepen van vier personen. Stel een notulist en een presentator aan.
Benodigdheden Een groot vel papier en een dikke stift.
Uitvoering Kies in overleg met de docent een instelling voor gezondheidszorg in de buurt. Verzamel zoveel mogelijk informatie over deze instelling, bijvoorbeeld via internet, telefonisch contact, folders of advertenties in de krant.
26
Deel15.indd 26
Thema 1
10-6-10 8:14
Maak een beknopte beschrijving van de instelling en de zorg die de instelling levert. Verwerk hierin het antwoord op de volgende vragen: In welke zorgsetting(s) functioneert de instelling? Welke soorten gezondheidsproblemen hebben de zorgvragers? Benoem minimaal vier concrete gezondheidsproblemen die voorkomen bij de zorgvragers in deze instelling. Worden de zorgvragers benaderd vanuit een holistische visie? Waaruit blijkt dat? Op welke manier wordt er een beroep gedaan op de vermogens van een zorgvrager? Beschrijf dit met een voorbeeld. Hoe wordt het sociale netwerk van de zorgvrager betrokken in de zorg? Presenteer de uitkomsten van het onderzoek aan de andere subgroepen.
Evaluatie Hoe verhoudt de werkelijkheid van het verplegen zich tot het Beroepsprofiel van de verpleegkundige?
Thema 1
Deel15.indd 27
27
10-6-10 8:14
Wer 1.1
28
Deel15.indd 28
Thema 1
10-6-10 8:14