Libre Service 5 havo - Inkijkexemplaar - Maart 2025

Page 1


LIBRE SERVICE

5 havo

Textes & activités

Lara ten Broeke

Nardy Frijters-Getkate

Patrick Schuitema

Esther Tiggelers

Eindredactie

Ann Brohm

Emily Palmer

Methodeoverzicht Libre Service

Textes & Activités leerwerkboek

1 vmbo-gt/havo havo/vwo vwo

2 vmbo-gt havo vwo

3 vmbo-gt havo vwo

4 havo vwo

5 havo vwo

6 vwo

Manuel

naslagwerk met strategieën, grammatica en werkwoorden, voor 4/5 havo en 4/5/6 vwo

Littérature

• leerwerkboek 4/5 havo

• leerwerkboek 4/5/6 vwo

[tekst over Examenbundels volgt later]

Colofon

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij die zich inzet voor het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. De mensen van ThiemeMeulenhoff zijn er voor onderwijsprofessionals – met ervaring, expertise en doeltreffende leermiddelen. Ontwikkeld in doorlopende samenwerking met de mensen in het onderwijs om samen het onderwijs nog beter te maken. We ontwikkelen lesmethodes die goed te combineren zijn met andere leermiddelen, naar eigen inzicht aan te passen en bewezen effectief zijn. En natuurlijk worden al onze lesmethodes zo duurzaam mogelijk geproduceerd. Zo bouwen we samen met de mensen in het onderwijs aan een mooie toekomst voor de volgende generatie.

Samen leren vernieuwen

www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 06 99228 1

Editie 4, druk 2, oplage 1, 2025

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2025

Alle rechten voorbehouden. Tekst- en datamining, AI-training en vergelijkbare technologieën niet toegestaan. Niets uit

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Werken met Libre Service

Om je zo goed mogelijk voor te bereiden op je schoolexamens en het centraal eindexamen is dit boek in modules opgebouwd. Zo kun je voor ieder onderdeel heel gericht trainen. Ook is er een module waarmee je je kennis van de grammatica kunt opfrissen en oefenen om zo correct mogelijk Frans te schrijven en spreken.

OPBOUW IN MODULES

Vaardigheid

Lire 10

Écrire 5

Écouter 6

Parler 6

Grammaire 2 opdrachten bij alle paragrafen uit Manuel

� uitgebreide Diagnostische Toets met 3 leesteksten en opdrachten

� extra oefenreeks met 3 leesteksten en opdrachten

� uitgebreide Diagnostische Toets met woordenboek- en schrijfopdrachten

� extra oefenreeks met woordenboek- en schrijfopdrachten

� uitgebreide Diagnostische Toets met luisterfragmenten en opdrachten

� extra oefenreeks met luisterfragmenten en opdrachten

� uitgebreide Diagnostische Toets met een spreekopdrachtenserie (rollenspelen met voorbeeldaudio)

� extra oefenreeks met spreekopdrachtenseries (rollenspelen met voorbeeldaudio)

2 opdrachten bij alle grammaticaonderdelen

De modules kunnen per vaardigheid behandeld worden, als voorbereiding op het school- of centraal examen. Ook kan je docent een eigen programma met de leçons uit de modules samenstellen waarbij verschillende vaardigheden afwisselend aan bod komen.

 EINDTERMEN

Bij iedere les zie je staan aan welk ERK-doel je werkt en voor welke eindtermen van het examen je traint. Voor 5 havo gelden de volgende streefniveaus voor het ERK:

5 havo

Lezen

Schrijven

Luisteren

Spreken / Gesprekken voeren

B1

A2+

B1

B1

MODULE LIRE

Bij de eerste vijf leçons lees je teksten en maak je opdrachten die voorbereiden op het centraal eindexamen. De opdrachtenserie volgt in grote lijnen de didactique en trois étapes. Deze opbouw ken je vanuit leerjaar 4:

� Mise en route (vocabulaire)

� Compréhension globale

� Compréhension détaillée.

 EINDEXAMENTEKSTEN

De laatste vijf leçons bevatten eindexamenteksten met eindexamenvragen. De eindexamenvragen zijn aangevuld met opstapvragen die je helpen om op een gestructureerde manier de examenvragen aan te pakken.

Dit geheel vormt zo een echte eindexamentraining. De opstapvragen:

� helpen de tekst te plaatsen of te structureren;

� activeren een leesstrategie die je direct kunt toepassen;

� zorgen dat je de inhoud van de tekst beter begrijpt;

� helpen je de opbouw van de tekst beter te begrijpen;

� helpen je om zinsstructuren beter te begrijpen;

� helpen je bij de aanpak van een bepaalde tekstsoort.

Bij iedere leçon leer je belangrijk vocabulaire en vanaf leçon 6 oefen je met Cito-vragen die veel op het examen voorkomen.

 LEESSTRATEGIEËN

Er is veel aandacht voor het toepassen van de leesstrategieën. In de eerste vijf leçons wordt de bijbehorende strategie toegelicht. Bij leçon 6-9 wordt de strategie alleen kort aangereikt en bij leçon 10 moet je zelf bedenken welke strategie je nodig hebt bij het beantwoorden van een vraag.

MODULE ÉCRIRE

De module Écrire bestaat uit de volgende leçons:

1 informele persoonlijke brief of e-mail (schrijven met correspondentievriend(in))

2 semi-formele persoonlijke brief of e-mail (een uitnodiging accepteren)

3 formele zakelijke e-mail (informatie vragen over een reis)

4 informele bijdrage aan forum (je mening geven)

5 formele zakelijke brief (een sollicitatiebrief met cv)

Ook bij Écrire vormt de vanuit leerjaar 4 bekende opbouw in de opdrachten de basis:

 MISE EN ROUTE

Een brontekst (e-mail, advertentie, forumbericht of vacature) vormt de basis voor de vocabulaireopdracht. De zinnen en de opbouw van de tekst helpen je bij je het schrijven van de opdracht bij de Mise en pratique.

 DICTIONNAIRE

De oefencyclus bij Écrire is aangevuld met een strategische woordenboekopdracht waarbij je afhankelijk van de context de juiste betekenis van woorden moet opzoeken (bijvoorbeeld: bij = chez of abeille).

 GRAMMAIRE

Deze opdracht bevat een verwijzing naar een paragraaf van het grammaticaonderdeel in het Manuel. In de module Grammaire staat een grammaticaopdracht bij de theorie uit het Manuel. Deze grammatica heb je meestal ook nodig bij de eindopdracht in de Mise en pratique.

 COMMENT ÉCRIRE ?

Bij deze opdracht oefen je om de handige zinnen, de Phrases pratiques, uit het Manuel te gebruiken.

 RECONSTRUIRE

Je gaat aan de slag met nuttige zinnen uit de bron. Deze heb je nodig bij de opdracht van de Mise en pratique.

 MISE EN PRATIQUE

Dit is een Cito-achtige opdracht waarbij je de zinnen uit eerdere opdrachten moet toepassen in je eigen tekst. Deze Mise en pratique is een opdracht die je ook op het schoolexamen Schrijfvaardigheid kunt tegenkomen.

MODULE ÉCOUTER & REGARDER

De module Écouter & Regarder bestaat uit vier onderdelen:

� court métrage (1 leçon)

� groepsdiscussies (Radio Libre FM) (2 leçons)

� authentiek materiaal kijken: 2 reportages (2 leçons)

� authentiek materiaal luisteren: compréhension express (1 leçon)

De opbouw van deze onderdelen is steeds als volgt:

� Mise en route (vocabulaire)

� Compréhension globale

� Compréhension détaillée

Hierna volgt in deze module steeds een extra opdrachtje (Pour conclure).

MODULE PARLER

De module Parler bestaat uit de volgende onderdelen:

� prononcer (1 leçon)

� décrire (strategieën: beschrijven en omschrijven) (1 leçon)

� parler gespreksvaardigheid (3 leçons)

� parler spreekvaardigheid (1 leçon)

 MISE EN ROUTE

Hier oefen je met vocabulaire dat je nodig kunt hebben in een gesprek.

 GRAMMAIRE

Deze opdracht bevat een verwijzing naar een paragraaf van het grammaticaonderdeel in het Manuel. In de module Grammaire staat een grammaticaopdracht bij de theorie uit het Manuel. Oefen hier goed mee, dat helpt om correcte zinnen te formuleren en te schrijven.

 COMMENT DIRE ?

Bij deze opdracht zoek je nuttige zinnen in de bron en train je om de Phrases pratiques uit het Manuel te gebruiken.

 RECONSTRUIRE

Bij deze opdracht oefen je met handige en nuttige zinnen die je nodig hebt bij de Mise en pratique.

 MISE EN PRATIQUE

Dit is een Cito-achtige opdracht waarbij je de zinnen uit de eerdere opdrachten moet hergebruiken. Het is bij deze opdracht de bedoeling dat je zelf informatie toevoegt.

MODULE GRAMMAIRE

De module Grammaire bestaat uit drie leçons:

1 twee opdrachten bij iedere paragraaf uit het Manuel: een kleine receptieve opdracht (a) en een grotere productieve opdracht (b)

2 opdrachten met de geleerde werkwoorden

3 combinatie-oefeningen waarin alle geleerde grammatica door elkaar wordt aangeboden

Pictogrammen

In dit boek worden de volgende pictogrammen gebruikt:

Video Manuel

Audio Woordenboek

Opdracht in tweetallen eDition

Examenvraag

10 Een geel bolletje verwijst naar een grammaticaonderdeel in het Manuel.

Table des matières

LEÇON 1 pagina 14 LEÇON 2 pagina 18 LEÇON 3 pagina 22 LEÇON 4 pagina 26 LEÇON 5 pagina 30

Les adolescents accros aux messages

Eindtermen � De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. � Conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur. De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een eenvoudige tekst over jongeren die verslaafd zijn aan het sturen van berichtjes via hun mobiele telefoon.

Stratégie 5 Specialist of (ervarings) deskundige aan het woord

Un job de rêve

Subvention pour l’achat d’un deux-roues électrique

Timescope : le voyage dans le temps commence à la Bastille

Tour du monde en 80 jours et sans argent

Eindtermen � De hoofdgedachte van (delen van) een tekst aangeven. � De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een eenvoudig artikel over een droombaan als internationale shoppingexpert.

Eindtermen

� Aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte.

� Relaties tussen delen van een tekst aangeven.

Relevante informatie vinden en begrijpen in een brochure over subsidie voor een elektrische fiets.

Eindtermen � De hoofdgedachte van (delen van) een tekst aangeven. � Conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur. De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een eenvoudige tekst over de Timescope.

Eindtermen � De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. � Relaties tussen delen van een tekst aangeven. De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een eenvoudig interview op internet over een wereldreis.

Stratégie 1 Hoofdgedachte

Stratégie 8 Scannen met zoektermen

Stratégie 9 Toon van de tekst

Stratégie 4 Voorbeelden

Table des matières

LEÇON 6 pagina 34 LEÇON 7 pagina 38 LEÇON 8 pagina 42 LEÇON 9 pagina 46 LEÇON 10 pagina 50

� Petite histoire de la frite

� Dieu Bleu, un nouveau parfum

Eindtermen

� De hoofdgedachte van (delen van) een tekst aangeven.

� De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een kort artikel over een incident in de Burger King.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een tekst over art nouveau.

� Une bonne action

� « J’agis pour que l’Everest ne soit plus une poubelle »

� Record du monde de sauts à l’élastique

� Aidons les hérissons

Eindtermen

� De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.

� Conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een kort artikel over het leren van taal.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een tekst over hygiëne in de tijd van de Zonnekoning.

Stratégies

Stratégie 1

Hoofdgedachte

Stratégie 2

Signaalwoorden

Stratégie 3 Woorden kennen

Stratégie 4

Voorbeelden

Stratégie 6

Gatentekst

Stratégie 8

Scannen met zoektermen

Stratégie 9 Toon van de tekst

Eindtermen

� De hoofdgedachte van (delen van) een tekst aangeven.

� Relaties tussen delen van een tekst aangeven.

� EnjoyPhoenix, youtubeuse

� L’homme le plus grand de France

� Il vit des parapluies

� Hugo Biolley, maire à 18 ans

Eindtermen

� Aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte.

� Relaties tussen delen van een tekst aangeven.

Eindtermen

� De hoofdgedachte van (delen van) een tekst aangeven.

� De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een kort artikel over de stad Hangzhou.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een kort artikel over fastfood.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een kort artikel over serveersters.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een tekst over een campagne om buitenlanders beter te ontvangen.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een tekst over klimaatverandering.

� De hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een tekst over de fabriek Carat Duchatelet die auto’s pantsert.

Stratégie 1

Hoofdgedachte

Stratégie 2

Signaalwoorden

Stratégie 4 Voorbeelden

Stratégie 1

Hoofdgedachte

Stratégie 2

Signaalwoorden

Stratégie 7 Meningen scannen

Stratégie 1

Hoofdgedachte

Stratégie 3 Woorden kennen

Stratégie 4 Voorbeelden

Stratégie 6 Gatentekst

5 pagina 68

Offre d’emploi

Eindtermen

� Informatie vragen en verstrekken. � Verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek.

4 pagina 65

Forum

2 pagina 59 LEÇON 3 pagina 62

Annonce

Eindtermen

� Adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers.

Invitation

Eindtermen

Vacances

Eindtermen

Eindtermen

Een eenvoudige sollicitatiebrief opstellen met beknopt cv.

� Verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden. Op een forum deelnemen aan een discussie over een pretpark.

� Adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers. � Informatie vragen en verstrekken.

� Adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers.

� Informatie vragen en verstrekken.

� Adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers.

� Informatie vragen en verstrekken.

Stratégies

� Phrases pratiques

� Conventions de correspondance

Stratégies

� Phrases pratiques

� Conventions de correspondance

Reageren op een advertentie over een reis naar Vietnam.

Een semi-formele e-mail schrijven over persoonlijke zaken, namelijk het aannemen van een uitnodiging voor een Franse bruiloft.

In een e-mail nieuwtjes uitwisselen met een Franse correspondentievriend(in).

Stratégies

� Phrases pratiques

� Conventions de correspondance

Stratégies � Phrases pratiques � Conventions de correspondance

Stratégies

� Phrases pratiques

� Conventions de correspondance

Table des matières

LEÇON 6 pagina 86

LEÇON 5 pagina 84

Authentiek Compréhension express

Authentiek � L’école des chefs de cuisine � Potjevleesch

Eindterm De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.

Eindterm Aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte.

Module Écouter & Regarder

LEÇON 4 pagina 82

LEÇON 2 pagina 76 LEÇON 3 pagina 79

LEÇON 1 pagina 74

Authentiek À l’assaut du Mont Blanc

Semi-authentiek Radio Libre FM

Semi-authentiek Radio Libre FM

Eindterm De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven.

Eindterm De hoofdgedachte van een tekst aangeven.

Eindterm De hoofdgedachte van een tekst aangeven.

Authentiek Paul Rondin

Eindtermen

� De betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven. � Conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker(s).

De hoofdpunten begrijpen van reclames, nieuwsberichten, omroepberichten en faits divers op de radio.

Een documentaire over koks en over een speciaal gerecht begrijpen.

Een documentaire over een bijzondere beklimming van de Mont Blanc begrijpen.

De hoofdpunten volgen uit interviews over werken aan het strand.

De hoofdpunten volgen uit interviews over eetgewoonten.

De korte film Paul Rondin volgen, waarin een groot deel van de verhaallijn wordt gedragen door visuele effecten.

5 pagina 104 LEÇON 6 pagina 107

Eindterm Verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden. De verhaallijn van een boek of film navertellen en daarbij je mening geven.

4 pagina 102

Eindtermen

� Informatie vragen en verstrekken. � Strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden. Concrete informatie verschaffen waar in een sollicitatiegesprek naar gevraagd wordt.

Stratégie C Gebruikmaken van je gesprekspartner

Eindtermen

� Zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

� Uitdrukking geven aan gevoelens. Een klacht uiten, afhandelen en doorgeven.

3 pagina 98

Eindtermen

� Adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers.

� Informatie vragen en verstrekken.

� Gedetailleerde richtingaanwijzingen vragen en opvolgen.

� Telefonisch een hotelkamer reserveren.

Eindtermen � Zaken of personen beschrijven. � Strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden. In eenvoudige bewoordingen voorwerpen, beroepen of begrippen beschrijven.

Stratégie A Ontbrekende kennis compenseren B Omschrijven C Gebruikmaken van je gesprekspartner D Opvulwoorden

Module Grammaire

Veelvoorkomende grammaticale problemen

Prononciation

Klinkers, medeklinkers, homoniemen, liaison, intonatie

Werkwoorden

Exercices bij het Manuel

MODULE LIRE

DEEL I

XX LEÇON 1

Tour du monde en 80 jours et sans argent

Een interview op internet over een wereldreis.

XX LEÇON 2

Timescope : le voyage dans le temps commence à la Bastille

Een tekst over de Timescope.

XX LEÇON 3

Subvention pour l'achat d'un deuxroues électrique

Een brochure over subsidie voor een elektrische fiets.

XX LEÇON 4

Un job de rêve

Een artikel over een droombaan als internationale shopping-expert.

XX LEÇON 5

Les adolescents accros aux messages

Een tekst over jongeren die verslaafd zijn aan het sturen van berichtjes.

DEEL II - EXAMENTRAINING

XX LEÇON 6

l vit des parapluies

Een tekst over paraplu’s.

Hugo Biolley, maire à 18 ans

Een tekst over een jonge burgemeester.

XX LEÇON 7

EnjoyPhoenix, youtubeuse

Een tekst over een influencer.

L’homme le plus grand de France

Een tekst over een bijzondere man.

XX LEÇON 8

Record du monde de sauts à l’élastique

Een tekst over bungeejumpen.

Aidons les hérissons

Een tekst over dieren in nood.

XX LEÇON 9

Une bonne action

Een tekst over goede doelen.

« J’agis pour que l’Everest ne soit plus une poubelle »

Een tekst over klimaatproblemen.

XX LEÇON 10

Petite histoire de la frite

Een tekst over friet.

Dieu Bleu, un nouveau parfum

Een tekst over parfum.

Leçon 1 – Tour du monde

B1 – Ik kan de hoofdgedachte en de belangrijkste punten begrijpen in een eenvoudig interview op internet over een wereldreis.

PRÉPARATION

Choisissez le mot correct et notez sa traduction.

1 Cet hôtel n’était pas confortable, mais en plus / en tout cas, on n’a pas dormi dans la rue.

2 Il y avait au cours / même des sans-abris qui nous ont offert de la nourriture.

3 Le voyage a été parfois difficile. Désormais / Pourtant c’était une aventure formidable.

4 Après mon bac, je veux faire le tour du monde, comme / quand même beaucoup de mes copains de classe.

5 On n’a pas besoin de beaucoup d’argent pour voyager. En revanche / Malheureusement, il faut être un peu créatif.

MISE EN ROUTE ~ VOCABULAIRE

Choisissez le mot correct à l’aide du contexte et notez sa traduction. Il reste un mot.

1 La de cet homme est énorme : il m’a donné un billet d’avion pour l’Australie !

2 À cause des travaux, on a dû faire un de cinq kilomètres.

3 Tu as vu cet homme en Jaguar ? Il est sûrement très

4 Les aventuriers ont rencontré beaucoup de gens leur tour du monde.

5 Le dernier voyage a été un énorme échec. je vais me préparer à l’avance, c’est sûr.

6 Les transports en commun en Inde sont compliqués. Je ne sais pas comment ça

7 Approche-toi ! Je vais te un petit secret.

8 Muammer et Milan ont voulu que c’était possible de faire le tour du monde sans argent.

9 On a encore dix minutes pour arriver à la gare, c’est une véritable contre la montre.

10 Tu vois ? La tour Eiffel mesure plus de 320 mètres. J’ai gagné notre  !

Le mot qui reste : . Traduction : aisé | confier | au cours de | course | désormais | détour | en tout cas | générosité | marche | pari | prouver

TOUR DU MONDE EN 80 JOURS ET SANS ARGENT

Sacs sur le dos, le Strasbourgeois Muammer

Yilmaz (38 ans) et le Berlinois Milan Bihlmann (27 ans), étaient partis en septembre du pied de la tour Eiffel pour un tour du monde en 80 jours, à la Jules Verne. Sans argent en poche pour en faire un véritable défi ! Après avoir fini la dernière étape, ce matin au même endroit, les deux amis sont pleins d’énergie.

Facile, ce tour du monde avec zéro euro en poche ?

Muammer : En tout cas, nous avons réussi. On est même arrivés à Paris avec un jour d’avance et après avoir fait un détour par le Maroc entre New-York et Paris. Nous n’avons rien révolutionné avec ce tour du monde, mais juste testé la générosité des gens. Des tas de personnes nous ont aidés. De toutes les nationalités, de toutes les religions, de toute origine. Ainsi, il y avait des chefs d’entreprise, des familles aisées, des gens de milieux défavorisés, des voyageurs, des sans-abris …

Milan : Au total, des gens de plus de cinquante nationalités nous sont venus en aide au cours du voyage. C’est le chiffre que je retiens pour ma part – encore plus que les 80 jours, les 45 000 kilomètres parcourus ou les 15 pays traversés.

Qu’est-ce qui est le plus dur à obtenir lorsqu'on voyage sans argent ?

Muammer : L’hébergement sans hésiter. ____5 ____, nous n’avons jamais dormi dehors en 80 jours. Je réalise maintenant que c’est un joli résultat. Pour la nourriture et les transports, nous nous en sommes bien sortis. Nous sommes des experts de l’auto-stop désormais. C’est fou comme ça marche dans tous les pays. Nous avons aussi pris le bus, le train, le bateau, le tracteur et même trois fois l’avion. Même deux fois, nous avons trouvé des gens qui ont voulu nous acheter des billets : un chef d’entreprise indien pour le trajet

Calcutta-Bangkok et une famille iranienne rencontrée à Singapour qui nous a permis de rejoindre San Francisco …

Y a-t-il eu des coups durs dans ce voyage ?

Muammer : Le dernier jour en Iran et les deux jours au Pakistan où on a été escortés continuellement par la police. Ce n’était pas facile. En plus, certains jours, nous n’avons pas pu manger, par exemple en Haïti. Mais à l’exception de quelques galères, nous avons vécu des moments incroyables. Comme cette assiette de riz partagée avec un Indien, les clés d’une Jaguar qu’on nous a confiées pour une promenade à San Francisco ou encore quand quelqu’un nous a hébergés à Marrakech mercredi soir avant notre retour à Paris. Tous ces moments-là ont été des moments géniaux pour nous.

Les poches vides, on arrive donc à profiter d’un tour du monde … Milan : On en profite même plus parce qu’on prend pleinement conscience de la valeur des choses. Par exemple en Inde, nous avons eu du mal à obtenir un billet de train qui, pourtant, ne coûtait pas grand-chose pour un Occidental. Mais c’est justement parce que ça a été difficile que nous étions deux fois plus contents d’être dans le train.

Votre expérience prouve-t-elle que tout le monde peut faire le tour du monde ?

Milan : Malheureusement non. Nous sommes tous deux Européens, ce qui facilite beaucoup les demandes de visas pour passer d’un pays à l’autre. En revanche, le manque d’argent n’est pas forcément un frein. Si on sait se débrouiller, qu’on n’a pas peur et qu’on aime les rencontres, on peut s'en sortir.

Le Tour du monde en quatre-vingts jours est un roman d'aventures de Jules Verne, publié en 1872. Ce récit de voyage raconte la course autour du monde d'un Anglais, Phileas Fogg, qui a fait le pari de voyager autour du monde en quatrevingts jours. Il est accompagné par Jean Passepartout, son serviteur français. Phileas et Jean ont tenu leur pari, parce qu'ils ont gagné un jour sur leur calendrier en voyageant vers l'Est.

COMPRÉHENSION GLOBALE

Lisez le titre, l’introduction et les questions de l’interview à la page 15. Puis répondez aux questions.

a Waaruit bestond de uitdaging van Muammer en Milan?

b Op welke plek en op welk moment werd dit interview afgenomen?

c Noteer in welke alinea je meer te weten komt over:

1 of er onderweg lastige dingen gebeurden. Alinea:

2 of het voor iedereen is weggelegd om een wereldreis te maken. Alinea:

3 of het lastig is om zonder geld een wereldreis te maken. Alinea:

4 wat een wereldreis de jongens persoonlijk heeft opgeleverd. Alinea:

5 welke zaken moeilijk verkrijgbaar zijn zonder geld. Alinea:

COMPRÉHENSION DÉTAILLÉE

Lisez le texte et répondez aux questions.

a Waar is Muammer erg enthousiast over (regel 13-16)?

STRATÉGIE 4

Voorbeelden

Je herkent voorbeelden gemakkelijk als je ainsi, comme of par exemple tegenkomt. Maar ook als er namen, plaatsen, data, tijden en getallen genoemd worden of als je opsommingen ziet, gaat het vaak om een voorbeeld. In eindexamenteksten kom je twee soorten voorbeelden tegen: voorbeelden die de hoofdgedachte ondersteunen en voorbeelden die je moet interpreteren of waaruit je iets moet concluderen.

Lees meer over Stratégie 4 in het Manuel.

b ‘Ainsi, … sans-abris.’ (regel 14-16) Wat is de hoofdgedachte die dit voorbeeld ondersteunt?

◯ De meeste mensen waren gul.

◯ De reis om de wereld was een succes.

◯ Diverse mensen zijn behulpzaam geweest.

◯ Er zijn veel arme mensen op de wereld.

c Wat zal Milan zich het meest herinneren van deze reis (regel 17-19)?

d Traduisez les réponses. Puis lisez la question et choisissez.

« nous n’avons … 80 jours. » (lignes 21-22) Comment est-ce que cette phrase se rapporte à la phrase qui précède ? Expliquez votre réponse en néerlandais.

◯ Elle la contredit.

◯ Elle l’affaiblit.

◯ Elle l’appuie.

◯ Elle la relativise.

e Traduisez les réponses. Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) à la ligne 21.

◯ En plus

◯ Ensuite

◯ Par exemple

◯ Pourtant

f Muammer en Milan geven in alinea III voorbeelden van leuke en minder leuke momenten. Geef deze weer in het schema. Noteer de bestemmingen en schrijf op wat ze meemaakten.

leuke momenten moeilijke momenten

India: ...

g Wat hebben Muammer en Milan van hun reis geleerd, volgens alinea IV? Noteer je antwoord en onderstreep in de tekst met welk voorbeeld zij dit illustreren.

h Lees alinea V en kruis aan of de beweringen vra i of faux zijn. Noteer de Franse kernwoorden uit de tekst die je antwoord aantonen. vrai faux

1 Iedereen kan een wereldreis maken.

2 Mensen uit Europa krijgen makkelijker een visum.

3 Ook zonder geld kun je een wereldreis maken.

i Welke drie eigenschappen heb je nodig om zonder geld een wereldreis te kunnen volbrengen (regel 49-50)? ,

j Lees het gedeelte over Jules Verne. Vergelijk de reis van Phileas en Jean met die van Muammer en Milan. Noteer twee overeenkomsten en twee verschillen.

Overeenkomsten:

Verschillen:

Apprenez :

– le vocabulaire de Lire leçon 1 F  N

– la stratégie 4 : Manuel A Stratégies de lecture

Leçon 6 – Il vit des parapluies

– Hugo Biolley

LEERDOEL

B1 – Ik kan de hoofdgedachte begrijpen en relaties tussen delen van een tekst aangeven in een tekst over paraplu’s en een tekst over een jonge burgemeester.

PRÉPARATION

Choisissez le mot correct et notez sa traduction.

1 Les hommes d’affaires ont parlé d’un deal de sorte qu’ / lors d’un long dîner.

2 J’ai lu cet article scientifique, car / pourvu que ce sujet m’intéresse vraiment.

3 Aussi / Comme nos copains n’avaient pas envie de sortir, nous sommes restés à la maison.

4 En somme / Si tu veux réussir, il faut travailler dur.

5 Ma sœur a peu / plus de talent de / que moi pour jouer de la guitare.

TEXTE D’EXAMEN

Il vit des parapluies

Thierry Millet est concepteur et réparateur de parapluies. Dans son atelier, situé dans le 3e arrondissement de Paris, il travaille jusqu’à 75 heures par semaine. Sa création la plus originale ? Un parapluie en forme de tour Eiffel. Mais l’essentiel de son activité est la réparation. Pour des particuliers, des entreprises, ou même des têtes couronnées ! Pour l’artisan, c’est une façon de lutter contre les déchets inutiles, quand on sait que 15 millions de parapluies, en majorité non recyclables, sont jetés en France chaque année. Son savoir-faire et la qualité de son travail sont aujourd’hui officiellement reconnus par l’État. Son commerce est certifié « Entreprise du patrimoine vivant ».

d’après Écoute, juin 2019

Hoofdgedachte

STRATÉGIE 1

a Lees de titel en de eerste zin van de tekst Il vit des parapluies om alvast een indruk te krijgen. Verklaar de titel.

Woorden kennen STRATÉGIE 3

b Lees de tekst. Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst. waar niet waar

1 Thierry Millet werkt veel. ◯ ◯

2 Thierry Millet heeft een paraplu gemaakt met een afbeelding van de ◯ ◯ Eifeltoren erop.

c Wat vindt Thierry belangrijker: ontwerpen of repareren? Leg je antwoord uit.

d Qu’est-ce qu’on apprend sur Thierry Millet ?

◯ Il a mis 75 heures pour créer un parapluie en forme de tour Eiffel.

◯ Il est connu dans le monde entier pour ses créations originales.

◯ Il recevra bientôt le label « Entreprise du patrimoine vivant ».

◯ Il répare des parapluies motivé par des soucis écologiques.

TEXTE D’EXAMEN

Hugo Biolley, maire à 18 ans

Il nous raconte comment il est devenu le plus jeune maire de France.

(1) À l’âge de 18 ans, je suis devenu maire de Vinzieux, un petit village de 450 habitants situé en Ardèche. Cela m’a fait tellement plaisir quand je me suis assis pour la première fois derrière le bureau du maire et que j’ai commencé à lire les dossiers de mon village. J’ai grandi à Vinzieux et ce lieu m’est vraiment très cher. Jamais je n’aurais imaginé ça possible ! Quand j’étais lycéen, je n’avais aucune idée du rôle d’un maire. Mais la politique m’a toujours

intéressé.

(2) Un jour, lors d’un rallye dans le village, on m’a demandé : « Pourquoi tu ne poserais pas ta candidature à la mairie ? » Au départ, je voyais ça comme une idée un peu folle. Je savais que le maire du village allait prendre sa retraite, mais je ne m’imaginais pas du tout être son successeur… _____ l’idée est restée dans ma tête. Et puis un jour, c’était le déclic : c’est ça que je veux faire ! Le maire m’a encouragé, il était très content de voir un jeune s’engager. Et j’ai été élu.

(3) Au début, j’ai dû faire face à certains préjugés sur mon âge. Mais j’ai réussi à montrer que même si je suis jeune, j’ai des projets sérieux à proposer. Je suis fier de mon village. Mon rêve est de le réactiver, par exemple en organisant toutes sortes d’activités culturelles et en stimulant les commerçants de s’installer ici. En ce moment, il y a seulement une boulangerie dans le village. J’ai surtout envie de voir les habitants de Vinzieux heureux

(4) L’autre projet qui me plaît beaucoup est d’aider les jeunes à s’investir dans la vie locale. J’ai fait passer un

45

questionnaire aux enfants et ados du village pour savoir quelles sont leurs idées. Presque tout le monde m’a répondu ! On va organiser une rencontre, peut-être une soirée pizza, pour voir ce qu’on peut faire ensemble. J’aimerais aussi lancer un site internet pour Vinzieux et organiser un meilleur tri des déchets.

(5) Dans mon travail, j’ai une super équipe sur laquelle je peux compter. Ma

Hoofdgedachte

mère en fait partie. Elle voit combien mon travail me rend heureux. Au départ, elle s’inquiétait un peu. Elle me trouvait encore trop jeune pour ce job. C’est vrai que je mène une vie bien différente de celle des jeunes de mon âge. Mais le travail à la mairie me plaît beaucoup. Je ne regrette pas une seconde d’être devenu maire. J’en suis vraiment fier.

d’après Écoute, juin 2019

STRATÉGIE 1

a Lees de titel en de subtitel om een indruk te krijgen van de tekst. Waar gaat de tekst over?

b Lees alinea 1. Wat vindt Hugo Boilley van zijn functie? Noem twee dingen.

c Qu’est-ce que Hugo Biolley n’aurait jamais imaginé possible d’après le premier alinéa ?

◯ d’aimer lire de gros dossiers

◯ de devenir maire de son village

◯ de s’intéresser à la politique un jour

Woorden kennen STRATÉGIE 3

d Lees alinea 2 nog eens. ‘Au départ…folle.’ Wat zegt Hugo in deze zin?

Gatentekst STRATÉGIE 6

e In alinea 2 ontbreekt een woord. Lees de zin ervoor en de zin erna. Wat is het verband tussen beide zinnen?

◯ een uitbreiding

◯ een tegenstelling

◯ een verklaring

◯ een versterking

f Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) au 2ème alinéa.

◯ En plus,

◯ Même

◯ Pourtant,

◯ Voilà pourquoi

Voorbeelden STRATÉGIE 4

g Lees alinea 3. Waarvan geeft Hugo voorbeelden?

h

Welke twee voorbeelden van zijn beleid geeft Hugo? Noteer er twee.

i « j’ai des projets sérieux à proposer. » (ligne 31-32) Citeer de eerste twee Franse woorden van de zin uit de derde alinea waarin je leest hoe Hugo zijn dorp nieuw leven wil inblazen.

STRATÉGIE 1

Hoofdgedachte

j Lees alinea 4 opnieuw. Wat is de belangrijkste zin? Noteer het eerste en het laatste woord.

k Lees de laatste zin van alinea 4. Welke twee plannen noemt Hugo hier?

l Qu’est-ce qui est vrai d’après le 4ème alinéa ?

◯ Hugo Biolley a amélioré le tri des déchets à Vinzieux avec l’aide des jeunes.

◯ Hugo Biolley a organisé plusieurs soirées pizza pour les enfants de Vinzieux.

◯ Hugo Biolley a questionné les jeunes de Vinzieux pour s’informer de leurs idées.

◯ Hugo Biolley a réussi à lancer un site internet pour le village de Vinzieux.

m Lees de eerste zin van alinea 5. Wat kom je te weten?

n Quel sentiment de Hugo ressort de la dernière phrase ? Kies het juiste woord.

o Geef van elke bewering aan of die overeenkomt met de laatste alinea. waar niet waar

1 De moeder van Hugo maakt deel uit van het team waarmee hij samenwerkt ◯ ◯

2 Hugo leidt een leven dat in veel opzichten nauwelijks verschilt van dat van ◯ ◯ andere jongeren.

3 Hugo heeft er geen moment spijt van dat hij burgemeester is geworden. ◯ ◯

Apprenez :

– le vocabulaire et les phrases de Lire leçon 6 F  N

– les stratégies 1, 3, 4 et 6 : Manuel A Stratégies de lecture

MODULE ÉCRIRE

XX LEÇON 1

Vacances

In een e-mail nieuwtjes uitwisselen met een Franse correspondentievriend(in).

XX LEÇON 2

Invitation

Via een semi-formele e-mail een uitnodiging aannemen voor een Franse bruiloft.

XX LEÇON 3

Annonce

Reageren op een advertentie over een reis naar Vietnam.

XX LEÇON 4

Forum

Op een forum deelnemen aan een discussie over een pretpark.

XX LEÇON 5

Offre d’emploi

Een eenvoudige sollicitatiebrief opstellen met beknopt cv.

1

Leçon 1 – Vacances

B1 – Ik kan in een e-mail nieuwtjes uitwisselen met een Franse correspondentievriend(in).

MISE EN ROUTE ~ VOCABULAIRE

Complétez le mail d’Éric à Robert. Choisissez le mot qui convient et traduisez-le. Utilisez le contexte.

bijeengebracht | gehuurd | liefde op het eerste gezicht | ontmoeten | pijnlijk | schaam me | succes | verbeteren | wat mij betreft | zojuist heb

Ik nam de email-layout van Op Niveau/New Interface. Indien dit terug de oude moet zijn, geen probleem: dat is snel terug aangepast.

À : robert2001@gmail.com

Sujet : Vacances

Cher Robert,

Merci beaucoup pour le cadeau d’anniversaire que je (1) recevoir et aussi pour les photos. Mais excuse-moi d’avoir oublié ton anniversaire le 10 août.

J’ (2)  !

Pourtant, j’ai une bonne excuse. Au début des vacances on s’ennuyait un peu. Alors on a décidé d’aller faire du camping pour une dizaine de jours. On a (3) quelques copains et on est vite tombés d’accord. Nous sommes allés dans les Ardennes où on a (4) des VTT. Il faisait très, très beau et on en a profité pour bronzer un peu. Il y avait plusieurs jeunes au camping, entre autres une jeune fille belge, Élisabeth. Elle était ravissante et ça a été le (5) entre nous deux. Le départ, une semaine après, était (6) . Mais ces vacances ont été une vraie (7) . Et en même temps j’ai pu (8) mon français.

Dis Robert, on se voit toujours en octobre ? Je t’ai promis de te (9) ou bien chez toi ou bien chez moi. (10) , tu pourrais venir ici, aux Pays-Bas. Ça me fera plaisir de te revoir.

Réponds-moi au plus vite. Dis bonjour pour moi à tes parents et à ton frère.

Salut et à bientôt, Éric

DICTIONNAIRE

Cherchez la traduction des mots dans le dictionnaire et complétez les phrases.

1 La semaine prochaine, je serai à la maison. alleen

2 Je veux savoir si tu viendras dîner. alleen

3 Le soir, les Français plus tard que les Néerlandais. eten

4 Nous devons encore acheter pour ce soir. eten

5 Tu veux toujours avoir gelijk

6 Je l’ai appelé et il est venu . gelijk

7 Avec la classe, nous allons un musée. bezoeken

8 La semaine prochaine je mes grands-parents. ga bezoeken

9 Ce garçon n’est pas . Il dépense beaucoup d’argent arm pendant ses vacances.

10 Je me suis cassé le aux sports d’hiver. arm

GRAMMAIRE

Herhaal uit het Manuel

Maak uit de grammaticamodule

COMMENT ÉCRIRE ?

Traduisez les phrases.

• de verleden tijden § 21.2 en 21.3.

• de regelmatige werkwoorden op -er § 21.12.1.

• de bijzonderheden van de werkwoorden op -er § 21.13.

• avoir, être, faire § 22.

• leçon 1 – exercice 22.

• leçon 2 – exercice 1.

Gebruik de mail van Éric en de Phrases pratiques in het Manuel (vanaf pagina 20) bij het maken van deze oefening. De nummers tussen haakjes bij zin 4 en 5 verwijzen naar het betreffende nummer van de Phrases pratiques

1 Hoe verontschuldigt Éric zich?

2 Hoe vraagt Éric of Robert zo snel mogelijk terugschrijft?

3 Hoe zegt Éric dat hij het leuk vindt om Robert weer te zien?

4 Hoe feliciteer je iemand met zijn/haar verjaardag? (4)

5 Hoe zeg je tegen een vriend(in) dat je blij bent te horen dat het goed met hem/haar gaat? (20)

RECONSTRUIRE

Faites des phrases correctes avec les mots donnés.

1 pour – te – veux – les – remercier – photos – je

2 amoureux – d’ – je – fille – suis – une – tombé – jolie

3 étaient – au – formidables – les – camping – vacances

4 appelé – j’ – tous les jours – ai – mère – ma

5 un – c’ – grand – d’ – abord – pour – problème – mes – était – parents

MISE EN PRATIQUE

Écrivez un mail à votre correspondant(e) français(e). Dans ce mail vous parlez de vos vacances d’été.

Gedurende de zomermaanden heb je het contact met je correspondentievriend(in) een beetje verwaarloosd. Maar hij/zij heeft je na de vakantie een paar leuke foto’s gemaild.

Consigne

Verwerk in je e-mail de volgende punten in de gegeven volgorde. Denk aan het gebruik van de verleden tijden.

• Vraag hoe het gaat en feliciteer hem/haar nog met zijn/haar verjaardag.

• Bedank voor de leuke foto’s die bij de e-mail zaten.

• Vertel over je zomervakantie: het was geweldig, je hebt je niet verveeld.

• Vertel wat je zoal gedaan hebt en wie je ontmoet hebt.

• Schrijf dat je eerst problemen met je ouders had; ze vonden je te jong om alleen met vrienden op vakantie te gaan. Vertel welke oplossing jullie hebben bedacht.

• Vraag of jullie elkaar in de herfstvakantie nog in Parijs ontmoeten. Je verheugt je erop. Doe een voorstel voor een activiteit of uitje.

• Vraag of hij/zij snel terug wil schrijven om jullie afspraak te bevestigen.

• Doe de groeten aan zijn/haar ouders en twee zussen.

Pour vous aider

• Maak gebruik van de vorige oefeningen, het vocabulaire, de leerzinnen en de Phrases pratiques in het Manuel.

• Gebruik de Conventions de correspondance in het Manuel voor een goede aanhef en een passende afsluiting.

Apprenez : – le vocabulaire et les phrases d’Écrire leçon 1 N F – les exercices 4 et 5 – la grammaire : Manuel § 21.2, § 21.3, § 21.12.1, § 21.13 et § 22 – l’exercice 22 leçon 1 et l’exercice 1 leçon 2 du module Grammaire – les Conventions de correspondance : Manuel pages 16 et 17

MODULE ÉCOUTER & REGARDER

XX LEÇON 1

Paul Rondin

Een korte film over een bijzondere man die op zoek is naar een bijzondere partner.

XX LEÇON 2

Radio Libre FM

Een radioprogramma met interviews over eetgewoonten.

XX LEÇON 3

Radio Libre FM

Een radioprogramma met interviews over baantjes aan het strand.

XX LEÇON 4

À l’assaut du Mont Blanc

Een reportage over de beklimming van de Mont Blanc.

XX LEÇON 5

L’école des chefs de cuisine / Potjevleesch

Een documentaire over koks en over een speciaal gerecht.

XX LEÇON 6

Compréhension express Verschillende nieuwsberichten, omroepberichten en faits divers.

Leçon 1 – Paul Rondin est Paul

Rondin

B1 – Ik kan de gebeurtenissen in een korte film over Paul Rondin volgen.

LEERDOEL

Paul Rondin est un homme qui cherche l’amour et le trouve enfin. Mais pourquoi est-ce que cela lui a pris si longtemps ? Est-ce sa façon de communiquer ?

MISE EN ROUTE ~ VOCABULAIRE

a Associez les phrases de la première colonne avec celles de la deuxième colonne. Let goed op de vetgedrukte woorden, je komt ze hierna tegen in de court métrage. Gebruik de context en eventueel een woordenboek.

1 Mon père vend des livres

2 J’ai parlé de ma coupe de cheveux

3 Pendant toute la pièce de théâtre,

4 Quoi qu’il arrive,

5 Il faut chercher le bonheur

1 2 3 4 5

b Complétez la traduction des phrases.

a à mon coiffeur

b ce personnage a porté un masque

c dans les petites choses de tous les jours.

d je t’aimerai toujours !

e puisqu’il est libraire

1 Dans ce film, la terre est en danger et se dirige vers l’apocalypse.

In die film is en beweegt zich richting het einde van de wereld.

2 Personne ne veut épouser cette vieille femme méchante. wil met die oude vrouw .

3 Le médecin m’a dit de me déshabiller derrière un écran.

De zei me dat ik me moest achter een scherm.

4 « Bobo le chien qui parle » est un film qui passe actuellement au cinéma.

‘Bobo de pratende hond’ is een film die in de bioscoop .

5 Dans un rêve, j’ai sauvé le monde d’une catastrophe nucléaire.

In een heb ik de gered van een kernramp.

COMPRÉHENSION GLOBALE

Regardez le court métrage jusqu’à 6:51, donc sans les trois dernières minutes.

a Wat kom je van Paul Rondin te weten? Noteer kort in het Nederlands.

Werk:

Leven:

Probleem:

b Wat zou volgens jou een oplossing voor Paul kunnen zijn?

COMPRÉHENSION DÉTAILLÉE

Regardez le court métrage en entier et répondez aux questions. Utilisez éventuellement les sous-titres.

a In welke volgorde komen de films langs die Paul inspreekt? Zet nummer 1 voor de eerste film, nummer 2 voor de tweede, enz.

comedy

komische jeugdfilm rampenfilm romantische sciencefictionfilm

b Wat kun je afleiden uit de woorden van Paul bij zowel zijn kapper als zijn bakker? Noteer de Franse woorden waarop je je antwoord baseert.

◯ Paul hoopt op verandering in zijn leven.

◯ Paul is erg op zijn kapper en bakker gesteld.

◯ Zijn kapper en bakker kennen hem al sinds zijn jeugd.

c Geef aan of de volgende beweringen vrai of faux zijn.

1 Ook in bed spreekt Paul films in.

2 Tegenover de dames presenteert hij zich als verzekeringsagent.

3 De dames voelen zich direct aangetrokken tot Paul.

vrai faux

d Paul zit in een wachtruimte bij Alliance, waar ook een Siamese tweeling en ‘een Elvis’ klant zijn. Wat wil de filmmaker met deze personages zeggen over Paul, denk je?

Paul Rondin is

e Welk advies krijgt Paul uiteindelijk?

f Paul vertelt over zichzelf en stelt vragen aan de dame. Kruis aan wat hij op zijn geheel eigen manier zegt of vraagt. Bekijk met de ondertiteling erbij hoe hij die dingen zegt of vraagt.

£ Hij zegt haar voornaam te willen weten.

£ Hij vraagt naar haar leeftijd.

£ Hij zegt wat voor vrouw hij zoekt.

£ Hij zegt waarom hij eenzaam is.

£ Hij zegt wat voor man hij is.

£ Hij zegt dat hij meer wil weten van de vrouw.

£ Hij noemt een filmtitel.

£ Hij zegt hoe laat het is.

g Waarom klikt het tussen Paul Rondin en deze dame?

h Kijk nog eens naar het antwoord dat je bij vraag 2 van exercice 2 hebt gegeven. Had je deze oplossing voor Pauls probleem verwacht?

Pour conclure

i Quelle est la conclusion de Paul Rondin ? Imaginez le texte de Paul Rondin sur Paul Rondin.

Finalement, Paul Rondin a trouvé

Elle est formidable. Il l’adore parce que/qu’

MODULE PARLER

XX LEÇON 1

Je uitspraak verbeteren op het gebied van klinkers, medeklinkers, homoniemen, liaison en intonatie.

XX LEÇON 2

Voorwerpen en begrippen beschrijven.

XX LEÇON 3

Informatie en gedetailleerde aanwijzingen vragen.

XX LEÇON 4

Een klacht overbrengen.

XX LEÇON 5

Een eenvoudig sollicitatiegesprek voeren.

XX LEÇON 6

Een presentatie houden over een boek of film.

Leçon 1

B1 – Ik kan mijn uitspraak verbeteren: klinkers, medeklinkers, homoniemen, liaison, intonatie.

WERKWOORDSVORMEN

Het herkennen van de juiste werkwoordsvorm is in een gesprek erg belangrijk.

a Écoutez les phrases et soulignez la forme correcte du verbe.

1 J’achèterai / achèterais / achète / ai acheté / achetais mes légumes au marché.

2 Vous imaginerez / imagineriez / imaginez / avez imaginé / imaginiez la fin de cette histoire ?

3 Nous espérerons / espérerions / espérons / avons espéré / espérions partir tôt.

4 Il réagira / réagirait / réagit / a réagi / réagissait violemment.

5 Ils avertiront / avertiraient / avertissent / ont averti / avertissaient toujours.

6 Vous choisirez / choisiriez / choisissez / avez choisi / choisissiez le meilleur produit.

b Notez le sujet et la forme du verbe que vous entendez. Gebruik de pauzeknop.

1 2 3 4 5 6

H MUET EN H ASPIRÉ

Hoewel de h in het Frans nooit wordt uitgesproken, maakt men toch verschil tussen de h muet (stomme h) en de h aspiré (aangeblazen h). Een h muet hoor je niet, dus een woord met een h muet begint in de uitspraak met de daaropvolgende klinker. In dit geval kan er sprake zijn van liaison omdat de slotmedeklinker van bijvoorbeeld het lidwoord, het bezittelijk of aanwijzend voornaamwoord zich hecht aan de beginklinker van het volgende woord.

Exemple : l’hôpital, ces heures, son hôtel

Een h aspiré hoor je ook niet, maar deze letter wordt gezien als een medeklinker en wordt in het woordenboek aangeduid met een * of een streepje onder de h. Hier is nooit sprake van liaison

Exemple : La *Haye, la *Hollande, les *haricots verts

Prononcez les phrases suivantes. Ensuite écoutez les phrases sur le site ou lisez le code QR et contrôlez votre prononciation.

1 Le *hollandais est la langue des *Hollandais.

2 L’homme est très attaché à ses habitudes.

3 J’ai vécu un hiver parmi les habitants de la *Haute Normandie.

4 Ils hésitent encore entre ces deux hôtels.

5 « Je suis *hollandaise », dit-elle, « et j’en suis heureuse. »

DE KLANKEN [R] EN [L]

In het Frans wordt de [r] achter in de mond gevormd zonder dat je de huig voelt trillen.

a Écoutez la prononciation des villes et répétez.

Paris | Marseille | Reims | Tournai | Brest | Bourges | Dunkerque | Strasbourg | Chartres

De Franse [l] wijkt af van de Nederlandse doordat de punt van de tong tegen de boventanden wordt geplaatst, net als bij de [n].

b Écoutez la prononciation des villes suivantes et répétez.

Bruxelles | Lille | Colmar | Abbeville | Toulouse | Lyon | Tulle | Laval | Neuchâtel

c Lisez les virelangues (tongbrekers) à haute voix et contrôlez votre prononciation.

1 La roue sur la rue roule ; la rue sous la roue reste.

2 As-tu vu le tutu de tulle de Lili d’Honolulu ?

3 Fruits frais, fruits frits, fruits cuits, fruits crus.

4 Lulu lut la lettre à Lili et Lola alla à Lille où Lala lie le lilas.

4 aujourd’hui crayon

HALFKLINKERS: [J], [Ч] EN [W] Er zijn in het Frans drie klanken die tussen de klinkers en de medeklinkers in zitten.

Het zijn de [j] (als in fi lle), [Ч] (als in lu i ) en [w] (als in Lou is).

a Schrijf alle onderstaande woorden in het juiste rijtje. In elk rijtje komen acht woorden. Spreek ze hardop uit. Gebruik een woordenboek met uitspraakaanwijzingen en/of werk in tweetallen.

aquarelle aujourd’hui besoin bien bruit chouette crayon ennui

feuille huile jaguar linguistique

lion mouiller nuage ouest

paille poisson réduire s’asseoir

[j] als fille [Ч ] als lui [w] als Louis 1 2 3 4 5 6 7 8

b Contrôlez vos réponses et prononcez les mots.

c Lisez les phrases suivantes à haute voix et contrôlez votre prononciation.

1 Tu dois essayer de lui envoyer les boîtes avant le premier février.

2 Je travaille pas loin de chez moi, je peux y aller à pied.

3 Je suis en Suède depuis fin juillet.

4 Il faut que je paye le loyer de ma chambre.

sommeil sueur voie yeux

KLINKERS

a Noteer alle onderstaande woorden in het rijtje waar ze horen volgens de uitspraak van de klinkers. In elk rijtje komen vier woorden. Gebruik eventueel een woordenboek met uitspraakaanwijzingen en/of werk in tweetallen.

beauf beige beurre bille boom bulbe bye ! caille chaîne champ chez chœur chose clé compte culte dôme feinte fisc flûte genre gueule guide gym j’eus live longue manche mer mousse nain nez nef nœud œuf œufs punch queue rail rhum rouille saoul tempe thé thon thym vingt yeux

als travail als utile als aller als fête 1 2 3 4 als fort of mot als nou s als pur als il pleut 1 2 3 4 als neuf als plein als s ans als pont 1 2 3 4

b Contrôlez vos réponses et prononcez les mots.

HOMONIEMEN

Woorden die je hetzelfde uitspreekt maar anders schrijft, noemen we homoniemen.

a Neem de homoniemen hieronder door en controleer of je de betekenis kent. Écoutez les phrases et cochez la bonne réponse.

Hoor je ces, ses of c’est? ces ses c’est

Hoor je l’a, la of là?

Hoor je mais, mes of m’est? mais mes m’est

Hoor je quand, quant of qu’en? quand quant

b Combineer steeds de twee homoniemen die bij elkaar horen. Noteer de vier woorden die overblijven.

poids fer poêle rang phare faire sait pensée repère trait plein eau pousse cher chair pain aile cygne ces sel coût rend change étang pose sein cou chêne peint pouce comptant saint pois poil celle haut dans puis chaîne plaint verre champ étend fard panser content très elle signe dent pause repaire chant danse

LIAISON

Je hebt eerder kennis gemaakt met liaison. Hierbij wordt de slotmedeklinker van een woord, die normaal niet wordt uitgesproken, verbonden met het volgende woord als dat begint met een klinker of een stomme h.

Liaison is in een paar gevallen verplicht:

bijvoeglijk naamwoord les belles écoles voornaamwoord + zelfstandig naamwoord mon école, ces amis, quelques heures lidwoord les amies, des avantages kort voorzetsel met het woord dat erop volgt sans acheter dans une heure persoonlijk voornaamwoord voor werkwoord nous allons je les ai vus

werkwoord voor persoonlijk voornaamwoord vas -y serait -il kort bijwoord + bijvoeglijk naamwoord plus avare très étendu

Liaison is niet toegestaan:

• voor een h aspiré (aangeblazen h), zoals *haie, *Hollandais, *honte, *huit, Le *Havre

• voor de telwoorden un en onze

a Geef in de volgende zinnen met een boogje aan waar sprake is van liaison.

1 Les petits enfants veulent jouer dans un jardin.

2 Après un vol de cinq heures, l’avion a atterri à l’aéroport du Havre.

3 C’est un héros ! Il s’est jeté à l’eau sans hésiter pour sauver le petit enfant.

4 Nous sommes arrivés vers dix heures.

5 Mon ami américain n’a aucun accent étranger.

b Écoutez les phrases et contrôlez vos réponses.

INTONATIE

a Vaak kun je aan de intonatie al horen hoe een zin verder zal gaan. Luister naar de zinnen en voorspel hoe de zin volgens jou verdergaat.

1 Dominique n’a pas visité le musée d’art moderne hier, ...

◯ car il ne l’a pas trouvé.

◯ mais avant-hier.

◯ mais le musée d’art ancien.

◯ mais sa sœur Benoîte y est allée.

2 Dominique n’a pas visité le musée d’art moderne hier, ...

◯ car il ne l’a pas trouvé.

◯ mais avant-hier.

◯ mais le musée d’art ancien.

◯ mais sa sœur Benoîte y est allée.

3 Irène n’a pas eu une fille en 1989, ...

◯ c’était en 1979.

◯ c’était en 1988.

◯ c’était sa sœur.

◯ c’était un garçon.

4 Irène n’a pas eu une fille en 1989, ...

◯ c’était en 1979.

◯ c’était en 1988.

◯ c’était sa sœur.

◯ c’était un garçon.

b Écoutez les phrases entières, corrigez-les si nécessaire et prononcez-les.

In het Frans valt de klemtoon op de laatste uitgesproken lettergreep van een ritmische groep, een woordgroep. Als een zin langer wordt, verschuift de klemtoon dus naar achteren.

De woordgroepen binnen de zin behouden wel nadruk, maar minder sterk.

Exemple :

1 Elle vient

2 Elle vient demain soir

3 Elle vient demain soir comme promis

4 Elle vient demain soir comme promis dans sa lettre

c Écoutez les trois phrases et notez le nombre de groupes rythmiques.

1 2 3

MODULE GRAMMAIRE

XX LEÇON 1

Exercices bij het Manuel

XX LEÇON 2

Werkwoorden

XX LEÇON 3

Veelvoorkomende

grammaticale problemen

Leçon 3 – Veelvoorkomende grammaticale problemen

15 Wie heb je gebeld? 1 12 11 10 9 8 7

PRONOMS

Vertaal de zinnen. Let extra op het gebruik van de voornaamwoorden en gebruik § 7 t/m 12 van het onderdeel Grammaire in het Manuel (vanaf pagina 47).

1 Dat gaat niet.

2 Dat is alles voor vandaag.

3 Wie heb je in Lausanne ontmoet?

4 Wie heeft dat gedaan?

5 We brengen de nacht door in dat hotel.

6 We hebben hem ontmoet in Roubaix.

7 Ik heb er tien gekocht.

8 Heb je haar een kaart gestuurd?

9 We moeten hem helpen.

10 Waar staat het huis dat te koop is?

11 In welke straat woon je?

12 Dit huis is groter dan dat van mijn broer.

13 Welk menu neem jij? Dit menu of dat van 30 euro?

14 Ken jij de mensen met wie ze op reis gaat?

COMPLÉTER UNE LETTRE

Kies het juiste alternatief en noteer dat in de tekst. Gebruik het Manuel.

Objet : Demande de stage

Apeldoorn, le 8 mars 2018

Madame,

Dans le journal « Libération » (1) dernier vous (2) une o re d’emploi qui (3) . Il s’agit du poste de stagiaire dans votre département Télécommunications. (4) votre entreprise a une grande renommée dans ce domaine, je suis (5) attirée par un stage dans votre entreprise.

Je suis actuellement en seconde année d’école d’ingénieur (6) Apeldoorn où je (7) dans les systèmes et techniques optiques. Ainsi, je recherche un stage de cinq mois de septembre 2018 à janvier 2019 où je pourrais (8) en pratique mes connaissances techniques et théoriques. Je suis (9) motivée.

Je joins à (10) lettre le rapport de stage (11) vous montrera que mes employeurs étaient satisfaits du travail e ectué.

Dans l’attente d’un prochain contact, (12) , Madame, l’expression de mes sincères salutations.

Xandra Maalderink

1 de 28 février / du 28 février / le 28 février

2 avez publié / publiiez / publierez

3 m’intéresse beaucoup / beaucoup m’intéresse / intéresse moi beaucoup

4 Quand / Pendant que / Comme

5 vive / vivante / vivement

6 à / dans / en

7 me vais spécialiser / vais me spécialiser / vais spécialiser moi-même

8 mettre / à mettre / de mettre

9 beaucoup / très / tant

10 ce / cette / cet

11 que / qui / où

12 je vous prie d’agréer / je vous envoie / agréez

VERBES PRONOMINAUX

Noteer de juiste vorm van het werkwoord. De vertaling van de werkwoorden staat onder de oefening.

1 Apparemment, elle d’adresse : elle a mis celle de Jean. zich vergissen, passé composé

2 Son frère habite au Canada, mais ils un mail tous les jours. elkaar sturen, présent

3 Vous n’avez pas à Tout va très bien. klagen, infinitif

4 Quand j’ai lu ton message, je de ta réaction absurde. zich verbazen, passé composé

5 Je si je peux vous poser une question. zich afvragen, présent

6 Il a préparé un bon repas et nous des enfants. zich bezighouden, passé composé

7 Courage Marlou ! bien et fréquemment ! trainen, impératif

8 Il est difficile de correctement en français. zich uitdrukken, infinitif

9 Ne pas que je t’aiderai encore une fois ! zich verbeelden, impératif

10 J’espère qu’on pendant les vacances de Noël. elkaar zien, futur

se demander | s’entraîner | s’envoyer | s’étonner | s’exprimer | s’imaginer | s’occuper | se plaindre | se tromper | se voir

IMPARFAIT ET FUTUR DU PASSÉ

Zet de werkwoorden in de juiste vorm. Gebruik de imparfait of de futur du passé.

1 Bonjour monsieur, je réserver une chambre pour deux personnes. vouloir

2 Merci pour ton invitation pour ce week-end.

Mais je venir une autre fois. préférer

3 Tu dîner dans un bon restaurant près de chez nous ? aimer

4 J’ vivre en Australie si je mieux l’anglais. aller, parler

5 Autrefois, on n’ pas encore des mails, seulement des lettres. écrire

6 S’il était là, je lui la vérité. être, dire

7 Jacques m’a demandé si je Coralie. connaître

8 Si tu moins, tu mieux. fumer, se sentir

9 Elle a promis qu’elle dès son retour. téléphoner

10 -vous me dire quel est le prix de cet appareil ? savoir

PRONOMS

Vertaal de zinnen. Let extra op het gebruik van de voornaamwoorden.

1 Heb je die boeken gelezen?

2 We moeten hem opbellen.

3 Wat is jouw fiets?

4 Zij heeft haar jas vergeten.

5 Ik ben de hele avond thuis geweest.

6 De film die ik gisteren gezien heb, is een oorlogsfilm.

7 Je kunt haar vinden op het strand.

8 Hij heeft mij uitgenodigd voor zijn feestje.

9 Zij waren allen vertrokken.

10 Ik weet niet wat er is gebeurd.

11 Wat ontbreekt er aan je verzameling?

12 Degene die me helpt, krijgt een appeltaart.

13 Hij woont er sinds twee jaar.

14 Wij waren er vóór hen.

15 Geef hun ook een glas water.

COMPLÉTER UN MAIL

Kies het juiste alternatief en noteer dat in de tekst. Gebruik het Manuel.

Chère Zélie,

Hier (1) ta lettre dans laquelle tu me demandes (2) j’ai envie (3) à ta fête. Bien sûr que (4) envie, mais (5) deux problèmes. D’abord, je n’ (6) pas (7) vacances au début de novembre (8) (9) . Et puis, mes parents ne sont pas d’accord pour que je/j’ (10) (11) (12) Strasbourg.

J’ai une autre proposition. Tu (13) encore l’endroit où nous (14) pour la première fois ? Tu (15) dans la même classe de ski que moi et le soir nous (16) toujours ensemble. Eh bien, mes parents ont réussi (17) le même chalet qu’il y a trois ans (18) les vacances de Noël. Ce chalet (19) entre-temps à des Hollandais que (20) parents (21) bien.

(22) à nous accompagner. Si tu es d’accord, on passera (23) Strasbourg et on te prendra chez toi. Bien que le voyage (24) un peu long, on (25) fera en une journée.

(26) sous peu et n’oublie pas (27) tes parents de ma part.

Amitiés,

Adèle

1 j’ai reçu / je recevais / je recevrai

2 ou / si / que

3 venir / à venir / de venir

4 j’ai en / j’y ai / j’en ai

5 ils sont / ce sont / il y a

6 ai / aurai / aurais

7 de / des / les

8 que / ainsi / comme

9 toi / tu / te

10 irai / vais / aille

11 seulement / seul / seule

12 en / à / vers

13 t’es rappelé / te rappelles / te rappelais

14 nous rencontrions / nous rencontrons / nous sommes rencontrées

15 étais / serais / a été

16 sortions / sommes sorties / sortirons

17 louer / à louer / de louer

18 avant / devant / pour

19 a vendu / vendait / a été vendu

20 mes / mon / ma

21 connaissent / connaissaient / connaîtront

22 Je t’invite / J’invite toi / Je tu invite

23 à / par / dans

24 est / sera / soit

25 lui / le / y

26 M’écris / Écris-moi / Écris à moi

27 saluer / à saluer / de saluer

Module Lire F  N

LEÇON 1

même zelfs désormais voortaan comme (halverwege zoals / net als de zin) le pari de weddenschap au cours de in de loop van ça marche dat werkt se débrouiller zich redden en tout cas in elk geval forcément per se / vanzelfsprekend prouver bewijzen la générosité de gulheid / de vrijgevigheid en revanche daarentegen le détour de omweg prendre conscience de zich bewust worden van s’en sortir (nous nous zich eruit redden (we en sommes sortis) hebben ons eruit gered)

VOCABULAIRE THÉMATIQUE : LE TOUR DU MONDE le titre de transport het vervoerbewijs / het kaartje la capitale de hoofdstad tout compris all-inclusive (alles inbegrepen)

LEÇON 2

en plus bovendien plonger duiken impatient ongeduldig

l’oiseau (m) de vogel émerveiller verwonderen l’avenir (m) de toekomst les jumelles (f pl) de verrekijker à l’angle de op de hoek van voter stemmen quand même toch se presser zich haasten disparaître (a disparu) verdwijnen (is verdwenen) le curieux, curieux de nieuwsgierige, nieuwsgierig comparable (à) vergelijkbaar (met) donc dus

VOCABULAIRE THÉMATIQUE : L’HISTOIRE

l’empereur (m) de keizer autrefois vroeger la bataille de (veld)slag

un jour d’avance een dag eerder obtenir (ver)krijgen hésiter aarzelen confier toevertrouwen pourtant toch rejoindre (terug)gaan naar (pas) grand-chose (niet) veel le chef d’entreprise de bedrijfsleider / de manager l’autostop (m) het liften la valeur de waarde retenir onthouden l’occidental (m) de westerling la galère de beproeving / het afzien aisé welgesteld / rijk la course de wedstrijd / de race

la frontière de grens aux quatre coins du overal monde faire escale een tussenlanding maken

l’écran tactile (m) het touchscreen le paysage het landschap dévoiler onthullen évident voor de hand liggend la prise het stopcontact concevoir (conçu) ontwerpen (ontworpen) à la veille de aan de vooravond van / vlak voor rural landelijk la borne de paal / de zuil en effet inderdaad libre-service zelfbediening par contre daarentegen faire la queue in de rij staan l’époque (f) de tijd / het tijdperk ajouter toevoegen

la guerre de oorlog le roi, la reine de koning, de koningin la paix de vrede

Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant of supermarkt libre service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat.

Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Met Libre Service leer je de Franse taal op jouw manier!

Auteurs

Louise Bakker

Lara ten Broeke

Fietje Hoyer

Françoise Lomier

Els Mulder-van Franeker

Bert Nap

Patrick Schuitema

Jeanine van der Velde

Judith Visser

Eindredactie

Ann Brohm

Emily Palmer

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.