5 minute read
UIT HET ALBUM VAN..
Opa Hein Van Creij
Bekende en minder bekende Rosmalense families zijn er te over. Om de sfeer van het oude dorp te proeven, bladert Maggezien graag mee door hun fotoalbums. In deze editie praten de trotse kleinkinderen van de in het Rosmalen van vroeger graag geziene Hein van Creij, over die ‘goeie ouwe tijd’ waarin ze aan de Striensestraat herinneringen voor het leven maakten.
door Mark van der Donk
In de kerststal op de Driesprong staat ieder jaar een lange, statige koning opgesteld. “Dat is ‘ons opa’, Hein van Creij, en naar onze familie is ook een straat vernoemd; de Creijenhoek.
Als we dat vertellen tegen anderen, dan vragen ze zich af wat voor bijzondere persoon ons opa wel niet geweest moet zijn.” Namens hun 24 neven en nichten vertellen Patricia van de Burgt - Vugs en Miriam van den BoogaardSchuurman, kleinkinderen van ‘Hein Creij’, hun herinneringen aan een speciale Rosmalenaar.
“Nou, voor ons was hij héél bijzonder. Maar eigenlijk was het ‘unne gewone boeremins’, die met een groot gezin, liefst 13 kinderen, woonde aan de Striensestraat in Rosmalen. Het was een goei nest.” De kleinkinderen zeggen dankbaar te zijn voor de mooist denkbare erfenis die ze van opa kregen: “Een goeie naam, fijne familie en mooie normen en waarden voor het leven.
Want als Creijkes merken wij tot op de dag van vandaag hoe graag gezien opa en z’n Dorreke zijn geweest. Zij stonden bekend als gastvrij, bescheiden, met veel humor en vooral ‘doe mar gewoon’. En dat koesteren we als kleinkinderen maar al te graag.”
Oma stierf al toen het jongste kind nog maar elf jaar oud was. “Maar opa Hein hebben we nooit horen klagen. Hij wist zijn gezin groot te brengen met alle liefde, warmte en gezelligheid.” Met zo’n groot gezin was er altijd leven in de brouwerij. “Wanneer je ook kwam, er was altijd wel iemand op bezoek waarmee je kon spelen. Op zondag was het vaste prik druk: veel kinderen en kleinkinderen kwamen dan naar de Striensestraat. Er was gelukkig ruimte genoeg, want opa woonde op een boerderij met een erf en de polder achter het huis. Wij waren eigenlijk nooit binnen. We zaten eerder in de hooiberg, klommen in de bomen of zaten tussen de kippen op het erf of in de schuur.”
Hanenskelet
Een broer van Hein woonde in de boerderij ernaast, dus ook op het grasveld tussen de boerderijen konden de kleinkinderen fijn spelen. Vaak onder toezicht van de oude gebroeders
Van Creij, die vanaf het bankje genoten van het kleine spul. “Wij ‘kookten’ de vruchten van de bomen en zij speelden het spel wel mee. Op de plek waar toen het bankje stond, is nu de straat ‘Creijenhoek’.”
Ook de ‘holle bolle boom’ (de huidige Annenborchboom op de terp) was een aantrekkelijke speelplek die grensde aan de wei van familie Van Creij. “Voor ons gevoel was dat een verlengstuk van de tuin van opa. Naast de woning was een dierenparkje ontstaan, wat werd omgedoopt tot ons eigen ‘Fabeltjesland’. Met mooie, handgemaakte bordjes werd de stal ’t praathuis genoemd, de duiventil was het postkantoor en bij de vijverpartij stond het bordje ‘bosvijver’. Het wemelde van de dieren, van een ezel tot een pauw, maar ook ganzen, eenden, kippen en uiteraard ontbraken ook de muizen in die tijd niet. Ooit vonden we in de hooischuur het skelet van een haan. Dat zijn verhalen die we nog regelmatig met elkaar delen.”
Sinterklaas vieren bij opa ging niet om de cadeaus, maar om met alle kleinkinderen samen te genieten van het hoge bezoek. “Het was waarschijnlijk een hele organisatie om iedereen in één kamer te passen maar we hebben dat nooit gemerkt, het paste altijd”, lachen de dames.
Repeteren in de kippenkooi
Opa Hein liep wat mank en daardoor met een stok, als gevolg van een ongeluk met een landbouwwerktuig. “Zijn herstel heeft lang geduurd, maar zijn kinderen verzorgden hem liefdevol. In huis was altijd tijd om met elkaar te praten, gezellige muziek te luisteren en samen te zingen.” Muziek ging een nog grotere rol spelen toen zoon Jan (‘ome Jan’ voor de kleinkinderen) met wat vrienden, onder meer Albert West, een bandje oprichtte. The Shuffles repeteerden in de kippenkooi en behaalden met ‘Cha-la-la I need you’ een grote hit. “Dat leverde ze een gouden plaat op. Naar schatting zijn daarvan uiteindelijk zo’n vijf miljoen singles verkocht. Supertrots zijn we daarop. Bij de single ‘Listen to the way the music goes’ mochten wij als neefjes en nichtjes figureren in de clip, die werd opgenomen bij de Rosmalense molen.” In dezelfde kippenkooi werd ook ooit het zaadje geplant voor de oprichting van de Rosmalense Judo Club. “De gebroeders Duijts trainden er samen met ome Jan van Creij en als vanzelfsprekend regelde opa de verzekering en een kacheltje. Verhuur kende hij niet, betalen deed je met je hartelijkheid.”
Opa Hein was geen prater, maar wel een heel goed luisteraar. “Hij had belangstelling voor wat je deed en voorzag je van zijn ‘eigen’ wijze raad. Iedereen van ons kende wel zijn befaamde woorden “altijd hebben het de anderen gedaan” als je ruzie met iemand had gemaakt en dat met opa besprak. Vloeken deed hij nooit. Als hij al een keer boos was, dan zei hij heel rustig: “Sakrepiekerepakkerepoekere”. Tja, zie dan maar eens boos te blijven.”
Geen garantiebewijs
Ondanks het verdriet dat het gezin zeker kende, voerde vreugde de boventoon. De positieve blik op het leven. “Ernstige zaken als oorlogsherinneringen en overlijdens werden bij ons kleinkinderen weggehouden. Wij herinneren ons graag de gezelligheid met elkaar en merken dat het ophalen van deze mooie verhalen er altijd voor zorgt dat we met een glimlach rond onze mond en stralende ogen terugdenken aan een bijzondere mens. Opa respecteerde de mens zoals ie was. ‘Niemand heeft een garantiebewijs’ was een van zijn uitspraken. Je kunt niet terug en ook niet ruilen, dus maak er samen maar het beste van.”
De lijst met anekdotes is enorm lang. Ieder kleinkind weet wel wat te vertellen. Wat in alle verhalen terugkomt, is de liefde voor opa die zijn kleinkinderen zelden bij naam noemde, maar altijd liefkozend ‘Kenje’ (voor een jongen) of ‘Durske’ (voor een meisje). “Achteraf denken wij dat hij al onze namen gewoon niet kon onthouden. En al helemaal niet meer toen ook de partners en de achterkleinkinderen erbij kwamen. Wij denken in ieder geval met heel veel liefde terug aan opa. Met zijn platte pet, sigaartje, rode boerenzakdoek en borreltje. Die hield van een potje kaarten en van zijn hondje Pinkeltje. Opa Hein die zich gelukkig voelde met zijn kinderen, kleinkinderen en de dieren om zich heen. Opa die kon blijven wonen aan de Striensestraat 5, omdat toen de Creijkes uitvlogen er altijd wel eentje in het nest bleef wonen. Het huis is niet meer in de familie, maar een ‘thuis’ zit in je hart. De meeste Creijkes zijn niet ver uitgevlogen en zien nog regelmatig het straatnaambordje ‘Creijenhoek’, dat richting geeft om de mooie jeugdherinneringen te koesteren.” familiefoto
Die koning in de stal op de Driesprong? Ja, dat is opa Hein, die op Driekoningen in 1989 overleed. “Unne gewone boerenmins, maar voor ons heel bijzonder. Bedankt opa, voor je wijze lessen. Maar bovenal voor een mooie familie, die voor elkaar klaarstaat, met elkaar lacht en als het nodig is huilt. Maar die bovenal dankbaar is dat ze met elkaar in het leven mogen bestaan.”
Ook eens, aan de hand van gedenkwaardige foto’s, vertellen over jouw familie? Meld je via redactie@nnmedia.nl.