4 minute read

Chateau leefbaar gemaakt van bouwval tot huis

Even kennismaken: mijn naam is Karla Kaper, beeldend kunstenaar en ik woon in het Centrum van Dordrecht. Ik woon bij de Grote Kerk aan het water. Een heerlijk oud huis. Vorig jaar gaf ik een aannemer de opdracht mijn huis te renoveren en gelijk een extra atelier tussen het voor en achterhuis te bouwen.

Daar had ik de middelen voor, omdat ik mijn kasteel in Zuid-Frankrijk had verkocht. Het heette Chateau Mondou. Het was beslist een heel aardig gebouw met veel grond, een mooie plek. Maar ik had 20 jaar lang in de zomer families ontvangen en ik vond het wel genoeg. Ik had het kasteel leefbaar gemaakt van bouwval tot huis met drie appartementen en twee zwembaden. Alles deed ik zo veel mogelijk zelf en had ook wel hulp van studenten, 50-plussers en franse dames. Aanvankelijk was het in een gekke bui gekocht omdat het er romantisch uitzag. Het leek me ideaal voor mij en mijn twee kinderen, die net op het Johan de Witt zaten, om met en vrienden de vakantie door te brengen. Ik had een éénouder gezin en zo kon ik doorwerken en hadden de kinderen vakantie. De ideale oplossing.

De eerste 10 jaar bleef het huis geregistreerd door de omgeving als bouwval en werd er kunst gemaakt en kon er verder worden opgeknapt. Maar daarna constateerde de stad dat het mooi en leefbaar was geworden en moest ik elk jaar een vermogen aan onroerendezakenbelasting betalen. Dat was niet mogelijk en zo werd dit de start voor het verhuren. Op tv waren er programma’s over een Chateau dat opgeknapt en verhuurd werd en wat heel bekend werd. Dat heb ik natuurlijk ook gevolgd. Dat waren kastelen uit de 18e en 19e eeuw. Zij begonnen er veel later aan, waardoor ik met mijn ervaring al de bekende valkuilen met genoegen kon volgen. Mijn Chateau was uit de 13e eeuw, dus middeleeuws, waar in een later stadium grotere ramen in gezet waren. Het had twee dikke torens en een wijnkelder. In de torens op de eerste etage had ik ronde marmeren badkamers gemaakt. Over het huis zou ik een boek kunnen schrijven. Maar nu is het niet meer van mij.

Het atelier Ondertussen is het atelier klaar en heb ik veel ruimte met goed licht. Gelijk staat het weer vol met werk wat ik mocht maken in drie maanden bij het EKWC (Europees Keramisch Werkcentrum) en daarna ook de aanzetten voor nieuwe schilderijen. Het EKWC is in Oisterwijk bij Tilburg. Mijn dochter vroeg me wat ik daar ging doen, “alleen met klei werken?” Ja, alleen klei. En wat daar verder bijkomt, zoals werken in de gipskamer, een 3D afdeling en een aparte ruimte voor glazuren. Het is eigenlijk een enorme fabriek met 16 ateliers. Ik mocht er ook overnachten, zodat ik de volle tijd aan het werk kon besteden en die tijd vloog om.

Er komen kunstenaars uit alle delen van de wereld en de gangbare taal is Engels. Bij de maaltijden ontmoet je elkaar en kun je gegevens uitwisselen. Tony Cragg en Geert Lap en honderden anderen hebben er gewerkt. Ik had eerder moeite gedaan om er te mogen werken, toen lukte het me niet om toegelaten te worden, maar nu ineens wel. Vrij veel heb ik kunnen maken, ben niet ontevreden maar drie maanden is voor het maken van optimaal goede eindstukken erg kort. De rest moet verder in het atelier gebeuren.

Tentoonstelling Ik had laatst een boek gemaakt over de Waterbus. Met tekeningen en aquarellen. De laatste exemplaren worden bij Augustus en Vos & van der Leer verkocht. Volgend jaar krijg ik een tentoonstelling bij Galerie Wijnstraat. Daar verheug ik me op.

Karla Kaper

Kijk verder op mijn website: www.KarlaKaper.nl

Liggende tijger
Foto's: Karla Kaper
This article is from: