2 minute read
Koken met... Het sprookje van de appeltaart
In de vorige editie heb ik een sprookje over een appeltaart geschreven, met de vraag om uw lekkerste recept.
Ik heb een recept gekregen uit een kookboek uit 1910. Dit wil ik graag met u delen. Ik heb ook de toenmalige tekst zoals hij toen geschreven werd overgenomen. Dus dit is geen artikel vol met taalfouten hoor.
Benodigdheden:
Voor het deeg: 250 gram bloem, 175 gram boter, 80 gram suiker, en 2 eieren.
Voor het vulsel: 12 zure appelen, 100 gram suiker, 100 gram krenten, 50 gram amandelen en de geraspte schil van 1 citroen.
B
Kneed boter, bloem, suiker en 1 1/2 ei door elkaar tot een stevigen bal. Laat dezen, zoo hij te slap is geworden, een kwartier op een koele plaats rusten.
Rol hem uit tot een grooten ronden lap, druk dien in een met boter besmeerden springvorm, zoo, dat de bodem geheel bedekt en de zijwanden ongeveer 4 cm bedekt zijn.
Snipper de geschilde appelen, vermeng ze met de suiker, de goed gewasschen krenten, die van de steeltjes ontdaan zijn, de gehakte amandelen en de geraspte citroenschil.
Vul hiermede den vorm, leg er ruitvormig dunne reepjes van het overgebleven deeg over. Rol den rand eenigszins om, zoodat de reepen stevig bevestigd zijn. Besmeer het deeg met wat van het overblijvende geklopte ei en bak de taart in een matig verwarmde oven lichtbruin en gaar. Ongeveer 1 uur.
Deel en eet deze appeltaart met een ieder die je lief is, en smullen maar.
Tonnie van Zessen - Foto: Freepik.com