3 minute read

Slavernijverleden Dordrecht

In de reeks Verhalen van Dordrecht is nr 43 verschenen: Slavernijverleden Dordrecht, geschreven door Rowan van der Stelt en Sidney Breidel. Deze beide deskundigen hebben in 2021 het project Koloniaal Verleden Dordrecht ingericht.

Het boekje oogt onschuldig: kleurige plaatjes van Dordtse monumenten en in de hartpagina’s een plattegrondje van de binnenstad met een wandeling langs 16 historische locaties in Dordrecht. Je begint bij het West-Indische huis Wijnstraat 87 en eindigt bij Dordrechts Museum of de Grote Kerk. Bij elk van de locaties worden ook wat historische bijzonderheden gegeven over de bouw en de eigenaar. Het lijkt heel genoeglijk, maar als je doorleest over die eigenaren blijkt telkens weer hoe diep de slavenhandel vertakt zat in het Dordtse verleden en hoe zeer de Dordtenaren van hoog tot laag hebben geprofiteerd van slavenarbeid. Er werden schepen gebouwd die slaven vervoerden. Er werd suiker verhandeld en tabak en koloniale waren die onder dwang geproduceerd waren.

Sterfte

“Het kappen van suikerriet ging vaak gepaard met verwondingen. Het sap van het suikerriet werd gekookt in grote ketels en ingedikt waardoor er ruwe suiker overbleef. Bij het koken van het sap kregen de tot slaaf gemaakte mensen regelmatig brandwonden. Door deze enorm zware arbeid was de sterfte onder de tot slaafgemaakte mensen erg hoog.” Zo komen er steeds pijnlijke details tevoorschijn tijdens de wandeling. Het goudleerbehang in de kamer in Museum van Gijn is betaald met inkomsten uit de koloniale handel en daarmee slavernij. Het gouden avondmaalstel in de Grote Kerk is een gift van de familie Deodati. Roelof Deodati was verantwoordelijk voor mensenhandel en persoonlijk betrokken bij de in- en verkoop van mensen. Jan de Witt ging in gesprek met Nicolaas ten Hove, bestuurder van de West Indische Compagnie over toegang tot mensenhandel. In huis Rodenburch woonde de Dordtse arts Gijsbert Beudt, medefinancier van de plantage Bruinsburg in Suriname. In 1770 waren op deze plantage 152 tot slaaf gemaakte mensen te werk gesteld.

Tentoongesteld

Het komt ons nu onvoorstelbaar voor, maar in 1883 werden in het koloniale paviljoen op de wereldtentoonstelling te Amsterdam onder verantwoordelijkheid van de Dordtse Pieter Veth 38 mensen uit voormalig Nederlands Indië en 28 mensen uit Suriname achter hekken tentoongesteld als amusement en bezienswaardigheid. Onze aangename wandeling brengt ons dus steeds weer onder ogen hoe wij als Dordtenaren in het verleden (en met nawerking in het heden) hebben geprofiteerd van een onmenselijk systeem.

Moeten we ons met terugwerkende kracht schamen?

Onze stadsdichter Swendeline Ersilia zegt in haar voorwoord: Laten we kijken waar het schuurt en wringt. Waar we vandaan komen geeft ons niet alleen een idee over wie we zijn maar ook over wie we willen worden. Het geeft ons een keuze om het de volgende keer anders te doen. Wanneer we de verschillende verhalen van het verleden met elkaar delen komen we elkaar al snel tegen, vooral als mens.

Ton Delemarre

This article is from: