1 minute read
De theorie van alom
Toen we tweeduizend woorden hadden bekeken
en als bakstenen beklopt op zoek naar cement
een plan, een schets, een impressie, een bouwtekening
En toen we nog eens tienduizend woorden beproefden
en de meesten verworpen zodat zich een onoverzichtelijke
berg stenen ophoopte die elk zicht op de wereld benam
besefte ik: het gaat om één woord, een
formule, de theorie van alom
Op zoek naar dat ene woord zwierf ik de wereld rond
maakte een queeste door alle eeuwen bestudeerde
dichters, filosofen, mystici, profeten
In mijn sleepnet trof ik veel bijvangst aan
misschien miste ik tussen sardienen en witvis
wel het ware het woord van de openbaring
Vele jaren trok ik rond, beklom bergen, bibliotheken
en vond parels en zwijnen maar het goede woord
dat ik zocht zag ik steeds verder uit het zicht verdwijnen
Oud, grijs, gebukt, gestut door een stok, uitgeput, troosteloos
Mozes die geen beloofde land ziet verschijnen
bad ik tot God laat mij sterven, legde mij neer
Wolkenpartijen, donder en bliksem trokken voorbij
daarin sprak God niet. Ik huilde tot een lichte bries
mijn tranen droogde en witte bloesems zich verzamelden
tot de melodie van een nauw hoorbaar lied
Ton Delemarre