5 minute read
Jelle Korevaar: schoonheid en verbinding - Kunst onder het Alziend Oog
Tekst: Annemies Keur
Terwijl ik nog aarzel welke deur ik moet hebben, op dit bohemien terreintje onderaan de dijk, gaat de goede al open. Jelle Korevaar nodigt me binnen en maakt direct koffie in zijn knusse keuken. Mijn oog valt onderwijl op de vrolijk beschilderde keukenwand, waar allerlei vormen, kleuren en figuren door elkaar buitelen. De tekstballon bij een grappige kameel zegt: ‘Don’t believe everything you think’. Een mooie binnenkomer.
Advertisement
Met koffie en grote stukken chocola lopen we naar het achterste gedeelte van het terrein. Korevaars huis is een oeroud dijkhuisje. Heel leuk, maar de muren zijn gaar. Het is altijd de vraag waar de volgende lekkage zal zijn. Direct achter het huis staat een soort loods, met voorin een witgeschilderde expo-ruimte en een kantoortje en daarachter een kunstenaars-walhalla: heerlijk ruim, met een heldere indeling in werkvlakken en bergruimte, machines en gereedschappen keurig in rekken. In de nok herken ik een in vlugge kwaststreken geschilderd Alziend Oog.
Kracht en kwetsbaarheid
In de steriel-witte ruimte hangt een eenzaam kunstwerk. Het is een groep zwevende kleine bolletjes. Ze draaien samen en tegelijk ook om elkaar heen. “Het is zoals een school vissen in de oceaan”, verklaart Korevaar, “die zwemmen samen, want daarin zit hun kracht en zo zijn ze beschermd tegen roofvissen. En het is ook nog eens een prachtige vorm. Zo eindeloos, doorgaand, dynamisch. Maar voor de vissen maakt deze vorm hen tegelijkertijd ook kwetsbaar tegenover de mens. Een sonarboot kan één enkel visje niet detecteren, maar een complete school met gemak. Die wordt in één schep gevangen. Als kunstenaar mag je gewoon mooie dingen maken. Eigenlijk komt dat op de eerste plaats. De schoonheid. Maar betekenis geeft kunst meer bestaansgrond. Daar ligt de essentie. En omdat je als kunstenaar nu eenmaal voor een publiek staat, als het ware op een podium, tja, waarom zou je dan ‘waar het eigenlijk over gaat’ laten liggen?”
In Sliedrecht?
Sliedrecht is een bijzondere plek voor hedendaagse kunst. De plaats is doordesemd van traditioneel protestant-christelijk geloof. Gaat dat wel samen? “Ja juíst! Voor mij wel.” Op zijn website staat het ook: ‘Mijn werk is het resultaat van een zoektocht die begint in de kerk, waar mijn wortels liggen, en in mijn relatie met de kerk, gecombineerd met mijn kijk op de wereld. Het is deze spanning die mij inspireert tot de thema’s en onderwerpen voor mijn werk.’
Korevaar: “Ja, ik ga naar de kerk. Mijn vrouw en ik komen allebei uit een wat zwaarder-kerkelijke familie. Wij wonen hier in Sliedrecht sinds 2013. Het is een ontmoeting tussen het kerkelijke en de kunst. Mijn eerste werk schuurde daar ook tegenaan, ik wilde er iets mee teweeg brengen. Ach, mijn familie vond het aanvankelijk misschien best een beetje moeilijk dat ik deze weg insloeg. Het leven als kunstenaar is vol uitdagingen en niet doorsnee. Maar inmiddels zien ze hoe ik bezig ben en krijg ik steeds vaker waardering. Het is daarbij fijn dat ik inmiddels van mijn kunst kan leven, bijbaantjes heb ik niet meer.”
Ommekeer
“Mijn werk tot aan de coronaperiode noem ik ‘De eerste zeven werken’. Die gaan over hoe de wereld de mensen soms wil kneden. Dat heb ik ook persoonlijk zo ervaren. Dan moet je iets worden dat je niet bent. Maar altijd, ergens, onvermijdelijk komt het moment dat dat fout gaat, de mist in gaat. De natuur wil het anders. Mijn eerste werk is het skelet van een papegaai, dat hangt zo dat hij kan vliegen op zonne-energie. Maar als de zon niet meer schijnt, houdt het op.”
De coronaperiode gaf Korevaar tijd voor reflectie. En bracht ommekeer. De (volgens hemzelf) wat belerende, negatieve toon van het eerdere werk maakte plaats voor positiviteit. Het eerste werk, ‘Hoop’, bestond uit een opnieuw gevulde leegstaande waterput. Hij vulde de oude put met water en met metalen vliertakken. Vlier en water, beide ‘kruipen waar het niet gaan kan’. Net als hoop, dat je ook niet kunt vastpakken, maar toch kan het je voeden en versterken. De donkere put is een zwart gat, maar weerspiegelt tegelijkertijd de hemel, het licht.
We bekijken een filmpje van dit kunstwerk op zijn site. De vlierblaadjes worden met water begoten, kantelen en tinkelen tegen elkaar. Een lief en bemoedigend beeld. Korevaar werkt nu aan een kinetisch koraalrif, gemaakt van gerecycled plastic. En dat gaat dan eigenlijk, ten diepste, over hoe we als mensen met elkaar verbonden zijn, of hoe we breuken in onze connectie kunnen helen. “Het is een enorme zoektocht geweest in de wereld van het afvalplastic. Die voerde langs shockerende situaties met enorme smeulende hopen, aan de randen van Europa. Het is echt een gigaprobleem, al die weggegooide frietsausemmers...”
Maar Korevaar, terwijl hij met zijn hand door een krat knalblauwe recycle-korrels schept: “Hoe dom zijn we om zoiets moois weg te gooien of te verbranden?” Hij betrekt dit materiaal van speciale sociale werkplaatsen en doet nu proeven met kleuren mengen en vormen persen.
“Weet je wat jammer is? Beeldende kunst blijft vaak een beetje vaag, iets dat zich afspeelt buiten het gewone leven, weggestopt in galeries en musea. Ik wou dat kunst net als muziek was, zo toegankelijk en enthousiasmerend, dat mensen gaan swingen op beeldende kunst. Want kunst hóórt bij onze mensenwereld.”