Investeren in een betere wereld

Page 1

Quarterly

PERSPECTIVES ON BANKING

Investeren in een betere wereld Luc Tayart de Borms (Koning Boudewijnstichting) en StĂŠphane Vermeire (BNP Paribas Fortis) over maatschappelijk verantwoord beleggen

Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect.


scherpgesteld

4 Onze missie? De kapitaalmarkten verduurzamen. Dat doen we bijvoorbeeld door netwerkbijeenkomsten in de financiële sector te organiseren en na te denken hoe we duurzaam beleggen mogelijk kunnen maken. Of we stappen naar de grootste bedrijven, en stellen hen vragen over duurzaam ondernemen. Wat denken zij over een duurzaam belastingbeleid? Hoe willen ze met almaar minder grondstoffen straks producten maken voor 10 miljard mensen? Hoe garanderen ze mensenrechten, niet alleen in hun bedrijf, maar ook bij hun leveranciers? En hoe pakken ze dat allemaal concreet aan? Eurosif maakt elke twee jaar een rapport, waarin we de markt van duurzaam beleggen meten. En die groeit aanzienlijk. Elke tweede euro die belegd wordt, gaat naar een verantwoorde belegging. Dat is de meest ruime definitie van duurzaam beleggen. Maar ook als je de definitie strakker maakt, is de groei de afgelopen 17 jaar nooit gedaald. En de snelheid van de groei zal alleen maar toenemen. Daarover is iedereen het eens. Socially Responsible Investing is al lang niet meer iets waar alleen filantropen zich mee bezighouden. Het levert rendement op, financieel, ecologisch en sociaal. En die rendementen zijn alle drie relevant. Wie bijvoorbeeld blijft beleggen in de sector van de fossiele energie, krijgt daar ooit de rekening voor gepresenteerd. Er is niet alleen de schade aan het milieu, of het feit dat fossiele brandstoffen bijna uitgeput zijn. Maar denk bijvoorbeeld ook aan beleggers die naar de rechtbank kunnen stappen, omdat hun pensioenfondsen ondanks de vele waarschuwingen bleven investeren in zulke bedrijven, waarvan de waardering plots gekelderd is, omdat de CO2-uitstoot zwaarder belast wordt ... Duurzaam beleggen is per definitie iets voor de langetermijnbelegger. Je investeert in bedrijven die oplossingen zoeken. En echte oplossingen zijn nodig. Bedrijven hebben zeker oor naar duurzaam ondernemen. 80, 90 procent van de bedrijven die wij benaderen zijn daar al mee bezig. Ze zijn op zoek naar ideeën, naar dingen die ze kunnen doen. En dat is logisch. Want het blijven ondernemers, die zoeken altijd duurzame innovatie. Door oplossingen te bieden voor de uitdagingen van de toekomst scheppen ze een concurrentievoordeel, en lopen ze minder risico. En dat zijn twee zaken die voor investeerders interessant zijn.

Giuseppe van der Helm President Eurosif en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling

B NK situering B NK is een crossmediaal contentplatform over maatschappelijk verantwoord en modern bankieren. Door te informeren wil B NK het debat en de dialoog aangaan met opmerkelijke, vernieuwende en concrete verhalen. Deze editie is gepubliceerd op 15 oktober 2015. www.tijd.be/bnk

‘En brengt het ook iets op?’ Marc De Ceuster

8 Debat: Investeren in een betere wereld

20 Duurzame fondsen hebben de grootste impact in groeilanden


6

ABC van maatschappelijk verantwoord beleggen

13 ‘Wij investeren om de wereld te inspireren’

16 Duurzaam is niet duur

22 Gedeelde visie Luc Tayart de Borms en Stéphane Vermeire: Kun je duurzaamheid, rendement en filantropie combineren?

Colofon Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect. Coördinatie: Veronique Soetaert Lay-out: David Steenhuyse Foto’s: Frank Toussaint VU: WalterTorfs, Stuiversstraat 2, 1000 Brussel

Tijd Connect biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. De betrokken partner is zelf verantwoordelijk voor de inhoud.

CONNECT


En brengt het ook iets op?

Marc De Ceuster (Universiteit Antwerpen – Universiteit Antwerpen Management School)


I Duurzaam investeren I

Leidt Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB) tot een lager rendement? Dan is het gedoemd om een nichemarkt te blijven. Maar kun je perfect maatschappelijk verantwoord beleggen, zonder aan risicogecorrigeerd rendement in te boeten? Dan mogen we een bijzonder grote groei verwachten in dit marktsegment.

en genuanceerd en correct antwoord blijkt niet vanzelfsprekend. Sommige leken denken dat je gewoon de indexen kunt vergelijken. Er zijn voldoende SRI indexen, zoals de Dow Jones Sustainability North American Index in de VS of de ASPI Eurozone Index voor Europese markten. Maar die indexen vergelijken met algemene indexen heeft totaal geen zin. Stel dat je twee beleggingen vergelijkt. De ene belegging levert 5 procent op en de andere 7. Is de belegging met het hoogste rendement dan de beste? Je mag ze alleen vergelijken als het risico gelijkaardig is. Daar nijpt het schoentje. Niets garandeert dat de indexen die je wilt vergelijken dezelfde risicograad vertonen. Kunnen we dan de prestaties van fondsen vergelijken? Onderzoekers vonden dat conventionele fondsen en SRI-fondsen meestal gelijkaardige prestaties neerzetten. Bij de conventionele fondsen vond men uitzonderlijk dat fondsen met ondernemingen die meer de klemtoon legden op sociaal verantwoord ondernemen, beter presteerden. Maar uit al deze literatuur kunnen we niet besluiten dat SRI-fondsen significant slechtere resultaten neerzetten. Wanneer onderzoekers ondernemingen rangschikten op basis van een Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-rating (MVO), ontdekten ze dat de ondernemingen met de hoogste MVO-scores vaak beter presteerden dan de laagst gerangschikte ondernemingen, ook na correcties voor risicoverschillen. Bovendien bleek dat de verdiende premie met de tijd sterk toegenomen was. Nog volgens sommige critici kun je door je beperkte universum van belegbare activa per definitie geen portefeuille samenstellen die een betere risico-rendement trade-off heeft, dan de portefeuille die je optimaliseert vanuit een volledig beleggingsuniversum. Dat klopt in theorie. Maar in de praktijk? Maakt het praktisch veel verschil of je in 3.000 dan wel in 2.500 aandelen kunt beleggen? Verder moet je de bepalende parameters inschatten: verwachte rendement, volatiliteit en covarianties.

E

I5I

Schattingsrisico zorgt er voor dat tussen verwachte resultaten en gerealiseerde resultaten een wereld van verschil kan liggen. Anderen menen dan weer dat je met duurzame beleggingen ondernemingen vermijdt die een groter risico hebben op schandalen, juridische procedures, … Een lager operationeel risico vertaalt zich misschien niet volledig in de huidige verwachtingen. ‘Risico-ondernemingen’ vermijden zou dan ook eerder positief zijn voor je beleggingsprestaties. Wat kunnen we met enige zekerheid zeggen? MVB zet op zijn minst geen negatieve out-performance neer. De risicogecorrigeerde rendementen doen het niet slechter dan die van traditionele fondsen. Dat is goed nieuws voor de ontwikkeling van dit marktsegment. En wanneer MVB kan zonder in te boeten op beleggingsprestaties, dan is dat een stimulans voor entrepreneurs om ook MVO centraal te stellen op alle vlakken van hun management. || Marc De Ceuster Universiteit Antwerpen – Universiteit Antwerpen Management School

‘RISICO-ONDERNEMINGEN’ VERMIJDEN ZOU POSITIEF ZIJN VOOR DE BELEGGINGSPRESTATIES. Marc De Ceuster


l Duurzaam investeren l

ABC van maatschappelijk verantwoord beleggen

Best-inclass Dit zijn multisectorfondsen die alleen bedrijven selecteren die in hun sector de beste zijn op ecologisch en sociaal vlak, en die de principes van deugdelijk bestuur naleven. Het zijn door de bank genomen de 25 procent bedrijven die het beste scoren op die criteria.

Uw geld beleggen op een maatschappelijk verantwoorde manier. Hoe gaat dat precies in zijn werk? Enkele kernbegrippen.

ESG Environmental, social and governance. Deze criteria meten de impact van een bedrijf op milieu en maatschappij, en de kwaliteit van zijn bestuur. Dat helpt bij het inschatten van de risico's bij beleggingen. Zo moet ESG vermijden dat fondsbeleggers betrokken raken bij controverses zoals milieurampen of schendingen van de mensenrechten. Bij ESG is er geen stelselmatige uitsluiting van ondernemingen of sectoren.

Ethisch dakfonds Een fonds dat uitsluitend in andere ethische beleggingsfondsen belegt. Het voordeel voor beleggers is dat ze via één fonds toegang hebben tot de beste fondsen in de markt, en dat met een grote spreiding. Bovendien kunnen ze investeren in fondsen die voor particuliere beleggers soms niet bereikbaar zijn. Het nadeel is dan weer dat dakfondsen voor zowel zichzelf als de onderliggende fondsen kosten aanrekenen.

Impact investing Beleggingen in bedrijven die naast financieel rendement ook een sociale en maatschappelijke meerwaarde willen bereiken. Waar maatschappelijk verantwoord beleggen vaak negatief gedefinieerd wordt - het vermijden van ongewenste bedrijven en sectoren - is de aanpak bij impact investing veel positiever. In plaats van níet in oliebedrijven te beleggen, zetten zulke fondsbeheerders bijvoorbeeld in op ondernemingen die nieuwe vormen van hernieuwbare energie ontwikkelen.

Geëngageerd aandeelhouderschap Dit is een andere strategie uit het universum van maatschappelijk verantwoorde investeringen. Door een actieve rol op te nemen, garanderen deze fondsbeheerders dat de beslissingen van de bedrijven in portefeuille vanuit de aandeelhouders getoetst zullen worden aan de criteria van maatschappelijk verantwoord investeren, bijvoorbeeld op vlak van het verloningsbeleid van de bestuurders.

I6I


l Duurzaam investeren l

MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is de toepassing van duurzame ontwikkeling op de bedrijfswereld. Het is de manier waarop een bedrijf de milieu-, maatschappij- en governancecriteria (ESG) opneemt in zijn strategie en zijn algemeen beleid. Maatschappelijk verantwoord beleggen (SRI) is de manier waarop beleggers MVO in hun beleggingskeuzes meenemen.

aatschappelijk Verantwoord Ondernemen valt nauwelijks meer weg te denken uit de samenleving. Maar wat precies onder duurzaamheid begrepen wordt, kan nog al eens verschillen. Een aantal thema’s lijkt altijd terug te komen: respect voor medewerkers, respect voor klanten en leveranciers en respect voor toekomstige generaties. De klemtoon verschilt van bedrijf tot bedrijf, van sector tot sector en van jaar tot jaar. Voor een oliebedrijf speelt de CO2-voetafdruk wellicht een grotere rol dan voor een dienstenbedrijf. Voor dat dienstenbedrijf komen gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de werkvloer dan weer meer op de voorgrond. Dat is een eerste belangrijke vaststelling: er is geen vaste set van regels over wat nu precies Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen inhoudt. Iedereen voelt wel ongeveer aan waarover het gaat, maar je kunt het duurzame karakter van bedrijven moeilijk vergelijken. De tweede vraag is of ondernemingen beter ondernemen als ze maatschappelijk verantwoord ondernemen. De uitdrukking ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ suggereert dat ‘ondernemen’ zonder voorvoegsel niet maatschappelijk verantwoord zou zijn. Alsof iedere ondernemer de facto slecht bezig is - tenzij hij zich expliciet naar bepaalde gedragsregels schikt. Dat is een bijzonder straffe veronderstelling. Een ondernemer die oprecht begaan is met de toekomst van zijn bedrijf, moet rekening houden met alle omgevingsfactoren. Want een onderneming die alleen begaan is met financiële resultaten zingt het wellicht niet lang uit. Een goede verhouding met werknemers, leveranciers, klanten, overheid en belangengroepen maakt deel uit van een verantwoorde bedrijfsvoering. Een onderneming die oprecht geïnteresseerd is in haar langetermijntoekomst, houdt dan ook rekening met haar hele omgeving. Net zoals de concurrentiële omgeving en het economische klimaat voortdurend in beweging zijn, verandert ook de maatschappelijke blik op verantwoord ondernemerschap. Iedere goede ondernemer houdt daarmee rekening. Gisteren was het boekhoudkundige transparantie, vandaag is het de ecologische voetafdruk en morgen is het misschien een uitgebouwd migrantenbeleid. Een goede ondernemer probeert met alle omgevingsfactoren rekening te houden: zowel financiële en economische als morele en maatschappelijke. Hij bevindt zich midden in de economie net zoals hij ook midden in de maatschappij staat. Of met andere woorden: iedere ondernemer die geïnteresseerd is in de langetermijntoekomst van zijn onderneming is een Maatschappelijk Verantwoorde Ondernemer. Peter De Keyzer, Hoofdeconoom - BNP Paribas Fortis

M

Normen als basis voor screening Hierbij meet een fondsbeheerder elk bedrijf af tegen specifieke ecologische en sociale standaarden, en op de kwaliteit van zijn bestuur. Als een onderneming uit de portefeuille niet meer aan de normen voldoet, heeft de fondsbeheerder twee mogelijkheden. De eerste is het bedrijf laten vallen, de tweede is een dialoog aangaan, om tot een koerswijziging te komen die wel duurzaam is.

Rendement De ‘ethische benchmark’ MSCI KLD 400 ‘filtert’ het Amerikaanse aandelenuniversum door onder meer tabak, alcohol, gokken, wapens en pornografie uit te sluiten. De resterende bedrijven worden voorts getoetst op hun duurzaamheid, onder meer via de ESG-criteria. Sinds 1990 bedraagt het jaarlijks rendement van de KLD 400, niet gecorrigeerd voor inflatie, 7,9 procent. Voor de S&P500 is dat 6,9 procent.

De duurzame ondernemer

SRI Fondsen die Socially Responsible Investment (SRI) aanhangen, stoppen hun geld in bedrijven met een milieubewustzijn, respect voor maatschappelijke kwesties en een duidelijke strategie voor deugdelijk bestuur. Het verschil tussen ESG en SRI is dat die eerste niet meer dan een indicatieve leidraad is, terwijl die tweede zowat een derde van de bedrijven per definitie uit de portefeuille weert. Dat kan te maken hebben met risicobeheer, maar ook met morele en ethische overwegingen. Dergelijke taboes zijn onder meer te vinden bij kansspelen, pornografie, alcohol, tabak en wapens.

I7I


l Duurzaam investeren l

Investeren in een betere wereld Duurzame beleggingen zijn hot. Toch zitten veel beleggers nog met tal van vragen over deze beleggingsklasse. Daarom brengen we vijf specialisten bij elkaar die ieder vanuit hun eigen invalshoek hun visie met ons delen.

ot enkele jaren geleden waren maatschappelijk verantwoorde beleggingen nog een grote onbekende voor de meeste beleggers. Intussen is de markt van Socially Responsible Investements (SRI) spectaculair doorgebroken. In 1999 hadden Europese SRIfondsen ongeveer 11 miljard euro onder beheer. Tien jaar later was dat al 53 miljard euro en eind vorig jaar klokten de SRI-fondsen af op 127 miljard euro. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Vigeo.

T

Steeds meer beleggers laten zich niet langer alleen leiden door financiële criteria. ‘Het rendement van duurzame beleggingen moet zeker niet onderdoen voor dat van de traditionele tegenhangers. Bovendien bieden ze ook veel meer stabiliteit op de lange termijn.’ Dat is de conclusie van Guy Janssens (Senior SRI Fund Specialist bij BNP Paribas Fortis), Frederik Meheus (distributieverantwoordelijke voor Europa bij fondsenbeheerder BlackRock), Herwig Peeters (directeur van Forum Ethibel), Luc Van Damme (CFO van het bisdom Antwerpen) en Virginie Xhauflair (hoogleraar Baillet-Latour Chair in Social Investment and Philanthropy, Universiteit Luik). Duurzaam beleggen is uitgegroeid tot een containerbegrip met heel veel synoniemen. Waarover gaat het echt? Xhauflair: ‘Maatschappelijk verantwoord investeren draait in essentie om het niet louter hanteren van financiële criteria bij de beoordeling van een investering. Het selectiepalet wordt uitgebreid met ethische, sociale en duurzame criteria. Daarover is iedereen het eens. Alleen is die definitie zo ruim dat ze de deur open laat


Vlnr: Virginie Xhauflair (Universiteit Luik), Luc Van Damme (bisdom Antwerpen), Frederik Meheus (BlackRock), Herwig Peeters (Forum Ethibel) en Guy Janssens (BNP Paribas Fortis).

voor verschillende interpretaties en invalshoeken. Zo worden duurzame en ethische beleggingen vaak over één kam geschoren, terwijl het eigenlijk geen synoniemen zijn. Een ethische belegger hecht bijvoorbeeld aandacht aan het selectieproces of deugdelijk bestuur, terwijl bij duurzame beleggingen de nadruk ligt op de maatschappelijke impact.’ Meheus: ‘Dat is waar vroeger het schoentje wrong. Door de verschillende soorten definities was het ontzettend moeilijk om tot een gemene deler te komen en producten te ontwikkelen die een breed publiek konden bereiken. Nu zijn er nog altijd veel verschillende invalshoeken, maar de interesse van particuliere beleggers is wél fors toegenomen. Dat maakt het veel makkelijker om een passend productaanbod uit te werken.’ Peeters: ‘Je kunt er niet omheen dat er heel veel verschillende benaderingen zijn. Denk maar aan de uitsluiting van controversiële sectoren, de positieve selectie van de beste leerlingen in een bepaalde sector, de toetsing van bepaalde activiteiten aan in-

MET DUURZAAMHEIDSCRITERIA KUN JE ONDERNEMINGEN TOETSEN OP HUN LANGETERMIJNVISIE. DAT IS EEN BELANGRIJKE AANVULLING OP DE FINANCIËLE ANALYSE. >

Guy Janssens, BNP Paribas Fortis

I9I


Luc Van Damme

l Duurzaam investeren l

> ternationale verdragen of de thematische aanpak die zich richt op specifieke maatschappelijke uitdagingen. En dan heb ik het nog niet eens over ‘community investing’, ‘impact investing’, actief aandeelhouderschap of de integratie van de ESG-criteria (Environmental, Social en Governance, nvdr). En eigenlijk is het ook niet zo’n groot probleem dat het maatschappelijk verantwoord investeren is uitgegroeid tot een bomvolle container, want elke benadering heeft een meerwaarde. De enige vereiste is dat er genoeg transparantie bestaat over wat er allemaal in die container zit.’

Black Box Er is geen eenduidige definitie van duurzame beleggingen en elke instelling kan daar uiteindelijk zijn eigen invulling aan geven. Vormt dat geen probleem voor de transparantie? Janssens: ‘Beleggers aanvaarden niet langer dat ze worden geconfronteerd met een ‘black box’, waarvan niemand echt weet wat er in zit. Transparantie is dus ontzettend belangrijk. Daar is al een lange weg afgelegd, denk maar aan de MiFID-richtlijn die ook een verplichting inhoudt om klanten maximaal te informeren. Daarnaast is het ook de verantwoordelijkheid van een beleggingsfonds om aan te tonen dat het echt wel duurzaam is. Beleggers die kiezen voor een waterfonds gaan ervan uit dat ze op die manier substantieel investeren in de waterindustrie. Toch is dat niet altijd zo. Wanneer wij een duurzaam water- of energiefonds aanbevelen aan onze klanten, dan willen we dat de geselecteerde ondernemingen toch voor minstens de helft van hun activiteiten actief zijn in de sector van water of duurzame energie. Daar moeten beleggers toch op kunnen rekenen.’

schillende parameters die de duurzaamheid duidelijk in kaart brengen. Een mooi voorbeeld daarvan is de CO2-meting, die op een duidelijke manier de CO2-uitstoot weergeeft. Ook het aantal groene patenten op naam van een onderneming kan een belangrijke parameter zijn. Zoiets maakt de impact concreet en verstaanbaar voor de gemiddelde Belg. En eigenlijk zou de hele fondsenindustrie in samenspraak met onafhankelijke instellingen en ratingbureaus overeenstemming moeten bereiken over de parameters die zeker vermeld moeten worden. Technologische ontwikkelingen maken dat ook mogelijk. Dankzij de analyse van Big Data kunnen we bedrijven op grote schaal screenen op hun positieve impact, om van daaruit ook een analyse te maken van het financiële resultaat. Dat zal niet alleen leiden tot meer transparantie, maar het maakt het ook mogelijk om de duurzaamheidsdoelstellingen te combineren met een interessant financieel rendement.’

Guy Janssens

Vraag en aanbod Duurzame beleggingen zijn al enkele jaren in opmars. Wat is de verklaring voor dat succes? Meheus: ‘Je kunt niet naast de trend dat jonge mensen overtuigd zijn van de nood aan positieve veranderingen om onze wereld leefbaar te houden. Automatisch krijgen financiële instellingen daardoor meer klanten over de vloer die een

Virginie Xhauflair

Xhauflair: ‘Het is fout om alleen van de banken transparantie te eisen. Ook ondernemingen moeten transparant genoeg zijn over hun activiteiten, wanneer ze een beroep willen doen op de financiële slagkracht van duurzame fondsen. Zeker op het vlak van rapportering – wat toch de basis is om een zicht te krijgen op diverse duurzaamheidscriteria – is er nog een lange weg af te leggen. Het aanbod en de kwaliteit van de informatie is nog vaak ondermaats. Gelukkig biedt het toenemende succes van duurzame beleggingen daar een grote opportuniteit. Naarmate banken meer impact geven aan ESG-criteria en die ook grondiger beoordelen, zullen bedrijven wel verplicht zijn om te evolueren in de richting van een transparantere rapportering. Daar kunnen ze trouwens nog veel leren van sociale ondernemingen, die sowieso al veel moeilijker toegang krijgen tot financiële middelen en die goed vertrouwd zijn met methodes om hun eigen sociale impact in kaart te brengen.’ Meheus: ‘De evolutie naar meer transparantie is volop aan de gang. De factsheets van onze duurzame fondsen tellen al ver-

I 10 I

Frederik Meheus


Herwig Peeters

l Duurzaam investeren l

gaat niet alleen over de definitie en de gehanteerde criteria, maar ook over de screening, opvolging en controlemechanismen. Zo’n kader moet vermijden dat een schandaal de geloofwaardigheid van de hele industrie zou meesleuren.’

Kinderarbeid en wapenhandel

duidelijke visie hebben over de manier waarop ze hun beleggingsportefeuille willen invullen. Het is geen toeval dat bij de grote instellingen intussen volwaardige SRI-managers aan tafel zitten die mee de krijtlijnen uittekenen. Die impact mag je zeker niet onderschatten.’ Peeters: ‘Uiteindelijk wordt de markt toch vooral gedreven door het aanbod. Als banken meer duurzame beleggingsproducten aanbieden, zullen ze automatisch ook meer van die producten verkopen. Het aanbod creëert de vraag.’ Janssens: ‘Net daarom is het zo belangrijk dat grote financiële instellingen het voortouw nemen. BNP Paribas Fortis is in 2011 gestart met een actieve campagne om duurzame beleggingen op grote schaal aan te bieden. Sindsdien realiseren we consequent een jaarlijkse groei van minstens 140 procent. Daardoor hebben we al 20.000 klanten die hun vermogen hebben gestructureerd met uitsluitend duurzame beleggingen. Nog eens een veelvoud investeert sporadisch in thematische fondsen, om in te spelen op specifieke uitdagingen zoals waterschaarste of alternatieve energie.’ Is er een rol weggelegd voor de overheid om duurzaam beleggen te stimuleren? Xhauflair: ‘Als de SRI-wereld één grote uitdaging heeft, dan is het wel zijn legitimiteit versterken. De overheid zou daar aan kunnen bijdragen door een inhoudelijk kader uit te tekenen. Dat

Van Damme: ‘De overheid kan ook nog veel doen om duurzaam ondernemen bij ondernemingen te stimuleren. Ook armoedebestrijding is nodig. Er zijn nog altijd veel mensen in onze maatschappij die die weinig belang hechten aan ethiek, eenvoudigweg omdat het hun grootste zorg is om brood op de plank te brengen. Als meer mensen middelen hadden om te sparen, dan zal automatisch de beweging rond het duurzaam beleggen aan belang winnen. Daarnaast moet de overheid meer inzetten op een gezondere financiële markt. De huidige volatiliteit is een rechtstreeks gevolg van geldgewin op korte termijn. Dat ontwricht onze beurzen en staat haaks op de duurzaamheidsprincipes. De strenge wettelijke beperkingen voor shorters en de fiscale bestraffing van op korte termijn gerealiseerde meerwaarde is een stap in de goede richting. Maar er kan nog veel meer gebeuren.’ Wat verwacht een belegger eigenlijk van een duurzame belegging? Van Damme: ‘Als Kerk beheren we financiële middelen die verzameld zijn vanuit een bepaalde visie en met een duidelijke verwachting. Dat resulteert in een defensief beleggingsprofiel, waarbij met de bank afspraken zijn gemaakt om bepaalde zaken uit te sluiten. We wensen bijvoorbeeld niet te investeren in ondernemingen die betrokken zijn bij kinderarbeid, wapenhandel of vervuiling. Ook de benadering van thematische fondsen spreekt ons aan, want het is belangrijk om de toekomst van onze planeet te beschermen. Maar uiteindelijk werken we met banken vooral samen op basis van discretionair beheer. We maken enkele duidelijke afspraken, waarna de analisten binnen dat kader hun werk doen.’ Janssens: ‘De tijd is ook voorbij dat duurzaamheid louter een rol speelt bij een beperkt aantal beleggers. De ESG-principes – met aandacht voor milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur – vinden steeds meer gehoor in de ruime beleggingswereld. Voor 2008 werd er bij de selectie van aandelen, obligaties en beleggingsfondsen vooral gekeken naar het financiële resultaat van een onderneming. Intussen integreren ook de assetmanagers

>

TAL VAN STUDIES TONEN AAN DAT DUURZAME BELEGGINGEN EEN GELIJKAARDIG EN VAAK ZELFS EEN BETER RENDEMENT OPLEVEREN DAN TRADITIONELE BELEGGINGEN. Herwig Peeters, Forum Ethibel

I 11 I


l Duurzaam investeren l

ALS EEN DUURZAAM FONDS FINANCIEEL RENDEMENT GENEREERT ÉN OOK NOG MAATSCHAPPELIJKE IMPACT KAN AANTONEN, DAN IS ER AL EEN GROTE MEERWAARDE. Frederik Meheus, BlackRock

> van gewone fondsen al vaak de duurzaamheidscriteria in hun beslissingsproces. Want daarmee kun je ondernemingen toetsen op hun langetermijnvisie. Dat vormt een belangrijke aanvulling op de financiële analyse.

de duurzaamheidscriteria stilaan een plek in de traditionele beleggingswereld. Dat maakt de duurzame fondsen zeker niet overbodig. Want zij gaan nog een stap verder, door ook bepaalde zaken uit te sluiten of alleen maar de beste van elke klasse te selecteren. Zo leggen ze de lat steeds opnieuw een beetje hoger.’ Het beleggingsuniversum van duurzame fondsen is per definitie kleiner dan dat van traditionele fondsen. Hebben die beperkingen geen impact op het rendement? Peeters: ‘Dat is de klassieke leerstelling, maar die is intussen al helemaal achterhaald. Tal van studies tonen aan dat duurzame beleggingen een gelijkaardig en vaak zelfs een beter rendement opleveren dan traditionele beleggingen. Maar je moet natuurlijk wel appelen met appelen vergelijken. Het heeft weinig zin om een duurzaam fondsen te vergelijken met bijvoorbeeld speculatieve beleggingen.’

Lange termijn Drukkingsmiddel Hoe groot is eigenlijk die impact van duurzame fondsen op de reële economie? Janssens: ‘Bedrijven hebben meer oog voor de SRI-criteria, naarmate duurzame fondsen meer belang krijgen in het fondsenaanbod. Dat is voor ondernemingen de enige manier om ook een beroep te kunnen doen op de financiële middelen van duurzame fondsen. Dat is een niet te onderschatten drukkingsmiddel om ervoor te zorgen dat bedrijven zich voluit engageren.’ ‘Net daarom is het belangrijk om bepaalde sectoren niet al te snel uit te sluiten. Uiteraard heeft een controversiële sector zoals de wapenindustrie geen plaats in een aanbod van duurzame beleggingen. Maar voor de energiesector is dat al helemaal anders. Natuurlijk is die vervuilend, maar die bedrijven willen we net stimuleren om minder te vervuilen. Als we energiebedrijven meteen weren uit het duurzame beleggingsuniversum, dan is er helemaal geen drukkingsmiddel meer en krijgen ze carte blanche. Kijk naar Royal Dutch Shell: dat was vroeger vooral een oliebedrijf, terwijl intussen al 60 procent van de productie uit de minder vervuilende gaswinning komt. Er is dus echt wel een impact.’ Peeters: ‘Je mag de impact niet onderschatten van de integratie van ESG-criteria bij grote institutionele beleggers. Er is echt een beweging aan de gang waarbij de ESG-criteria ook bij de traditionele beleggingsfondsen deel gaan uitmaken van het selectieproces van aandelen, naast de financiële criteria. Daarmee verwerven

Janssens: ‘Zelfs in deze volatiele tijden bieden duurzame fondsen een interessant rendement. De screening op basis van duurzaamheidscriteria, het selecteren van aandelen die op dat vlak de beste resultaten voorleggen en een grondige financiële analyse blijkt een efficiënte totaalaanpak. Het rendement van een brede index met duurzame aandelen moet echt niet onderdoen voor pakweg de S&P500 met de grootste Amerikaanse aandelen. Integendeel. Bovendien bieden thematische fondsen – die inspelen op de klimaatopwarming, waterschaarste of de zoektocht naar alternatieve energie – een grote beleggingsopportuniteit. Die bedrijven zijn ook minder onderhevig aan de huidige economische context, omdat ze vertrekken van een uitgesproken langetermijnvisie.’ Meheus: ‘We moeten de zaak ook durven om te draaien. Het gaat er niet om of duurzame beleggingen een hoger rendement bieden. Als een duurzaam fonds er in slaagt om een financieel rendement te genereren en intussen ook nog eens maatschappelijke impact kan aantonen, dan is er al een grote meerwaarde.’ Van Damme: ‘Het heeft ook geen enkele zin om rendementen van duurzame en traditionele beleggingen te vergelijken voor een periode van één of twee jaar. Dat druist helemaal in tegen de langetermijnvisie die eigen is aan een duurzame investering. Een bedrijf dat lak heeft aan ecologie kan op korte termijn misschien wel meer winst genereren. Maar dat kan tegelijkertijd ook de onderneming zijn die binnen enkele jaren niet meer bestaat.’ ||

I 12 I


I Duurzaam investeren I

‘Ik wil als predikant de Derde Weg promoten’ ‘Een serieuze impact hebben’, dat is waar Piet Colruyt op mikt. Niet via filantropie, maar wel met een doordachte investeringsstrategie, die het sociale rendement boven het financiële zet.

k ben een soort indignado, iemand die verontwaardigd is door wat er fout loopt’, zegt Piet Colruyt. ‘Natuurlijk moeten er soms activisten op de barricades staan, maar dat is niet mijn roeping. Ik wil als investeerder aan een betere wereld bouwen.' Maakt dat van hem een rendementszoekende revolutionair? Hij glimlacht bij de vraag. ‘Het financieel rendement telt natuurlijk, maar het is ondergeschikt aan de positieve maatschappelijke impact.’ Colruyt, een van de vier familiale bestuurders van de gelijknamige warenhuisketen, doet dat sinds 2010 via Impact Capital. Met die holding investeert hij lokaal in beloftevolle bedrijven, en dat in de filosofie van impact investing. ‘Voor mij houdt dat het midden tussen 'business as usual' en filantropie', legt hij uit. Piet Colruyt voelt zich daar als een vis in het water, en dat mag niet verwonderen voor wie zijn afkomst even bekijkt. Van de Colruyt-zijde kreeg hij het ondernemersbloed mee, terwijl aan moederskant het filantropische vertegenwoordigd is met Frans Hemerijckx, een dokter die samen met Pater Damiaan ten strijde trok tegen lepra. ‘Noem mij gerust een predikant die in België de Derde Weg wil promoten’, grinnikt Colruyt. Impactgericht investeren vraagt niet alleen idealisme, maar ook veel nuchterheid en pragmatisme, zo illustreert hij met een voorbeeld. ‘Vergelijk het met iemand die veganist is omdat hij inzit met dierenleed. Hij kan dan ofwel de boodschap verkondigen dat mensen helemaal geen vlees meer mogen eten, of hij kan hen overtuigen om één dag in de week geen vlees te eten. Met het eerste zal hij een aantal zieltjes winnen, maar met het tweede is pas een serieuze impact mogelijk. Dat is ook de manier waarop ik naar investeren kijk.’

‘I

Fitnessen Impact Capital was corner-investor in het eerste Re-Vive Brownfield Fund dat zich richt op de duurzame reconversie van verontreinigde terreinen, en het SI2 Fund, dat investeert in bedrijven met een sociaal zakenmodel. Een voorbeeld van dat laatste is FitClass. ‘De oprichter, Yves Van Craenenbroeck, maakte zich zorgen over zwaarlijvigheid bij kinderen’, legt Colruyt uit. ‘Zijn idee? Fitnessruimtes installeren in scholen. Tijdens de schooluren kunnen de kinderen die toestellen gratis gebruiken, erna en in het weekend is het een betalende fitnesschool. Dat is drempelver-

Piet Colruyt

>


Barajii (Burkina Faso)

l Duurzaam investeren l

GELUKKIG VONDEN WE INVESTEERDERS DIE GEEN JAARLIJKS RENDEMENT VAN 15 PROCENT EISEN. Piet Colruyt

> lagend voor zowel de kinderen als hun ouders. Het zijn geen grote, chique ruimtes vol bodybuilders, maar alles is net heel toegankelijk voor iedereen. Een schitterend idee, maar in de praktijk geen makkelijke oefening.’ Met SI2 Fund wil Colruyt aantonen dat ‘social first investing’ het mogelijk maakt om nieuwe mogelijkheden te ontwikkelen, en dat het tegelijkertijd rendabel kan zijn. ‘Gelukkig hebben we investeerders gevonden die durfkapitaal willen leveren zonder een jaarlijks rendement van minstens 15 procent te eisen’, geeft hij aan. ‘Onze doelstelling is 3 à 7 procent. Social impact investors zijn dus bereid om een hoger risico of een relatief lager rendement te aanvaarden dan klassieke investeerders.’

‘Wij investeren te inspireren’ Kapitalisme 2.0 draait om meer dan alleen winst, klinkt het bij de sociale investeringsmaatschappij Durabilis. ‘Het gaat ook om een eerlijke verdeling van die winst.’

Sociale media Consumenten houden steeds meer in de gaten welke impact bedrijven hebben op maatschappelijk vlak, zegt Colruyt. ‘Vergeet niet dat de sociale media, die tien jaar gelden amper bestonden, nu de eindconsument enorm beïnvloeden. Bedrijven willen absoluut vermijden dat ze op die fora aan de schandpaal genageld worden.’ Hoewel er zeker interesse is bij het brede publiek voor impact investing, staat die markt nog altijd in zijn kinderschoenen, merkt Colruyt op. ‘Het is strategisch gezien belangrijk om de mensen die gevoelig zijn voor ethische thema’s via kleine stapjes te betrekken. Bijvoorbeeld door te suggereren dat ze daar 2 procent van hun portefeuille in beleggen. Hoe meer dat gebeurt, hoe meer banken dat soort producten zullen aanbieden, wat de interesse opnieuw vergroot.’ Bedrijven kunnen het zich moeilijk permitteren om geen aandacht te besteden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, meent hij. ‘Social is the new green. De geschiedenis leert dat bedrijven daar het best proactief mee omgaan. In de jaren 80 waren er bijvoorbeeld ondernemingen die al bezig waren met hun CO2-uitstoot en ecologische voetafdruk. Toen de regelgeving er eenmaal kwam, waren zij daar op voorbereid. Of ze hadden tijdig hun businessmodel herdacht. Denk bijvoorbeeld aan Umicore dat vervuilende mijnactiviteiten heeft ingeruild voor recylageactiviteiten.’ ||

atuurlijk wil iedereen in een betere wereld leven, zegt Evert Wulfrank, COO bij Durabilis. ‘Het probleem is dat je de bestaande situatie niet in een-twee-drie verandert. Heel veel ecologische en maatschappelijke kosten vallen bijvoorbeeld vandaag nog altijd buiten het plaatje. Er is een overheersend dogma van groei en jobs, en dat moeten we aanpakken, onder meer door samen te zitten met alle spelers uit de waardeketen. Ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd dat de consument bereid is om meer te betalen voor zijn groenten en fruit als hij op de hoogte is van de omstandigheden waarin die geteeld zijn, en als de kwaliteit goed is. Maar dan moet je dus wel buiten het bestaand economisch format denken.’ Dat is waar Durabilis op inzet. Het bedrijf helpt kleine boeren in Latijns-Amerika en Afrika bij het zaaien, oogsten en verpakken van hun groenten en fruit, alsook bij de marketing en verdeling. Op die manier zijn de coöperanten verzekerd van correcte marktprijzen. Daarnaast verkoopt Durabilis onder de naam Barajii in een aantal ontwikkelingslanden water en sapjes in oxo-biodegradeerbare plastic zakjes via een netwerk van dui-

N

I 14 I


FairFruit (Peru)

FairFruit (Burkina Faso)

l Duurzaam investeren l

Terral (Senegal)

Evert Wulfrank

DURABILIS • Omzet: 25 miljoen euro. • Productie: 5.000 ton groenten en fruit, 10.000 ton rijst en 120 miljoen zakjes water. • Werkt met 1.500 boeren in LatijnsAmerika en Afrika. • Heeft 3.500 mensen in dienst, samen goed voor 700 voltijdse equivalenten. • Belangrijkste investeerders: Familie Saverys, Exclusa, EcoEnterprises Fund, ICCO Investment Fund, Responsibility Management.

© RV

FairFruit (Guatemala)

om de planeet zenden winkeliers. De lokale bevolking betaalt voor zo’n waterzakje negen keer minder dan voor een plastic waterflesje. Aan de basis van Durabilis ligt veel Sturm und Drang én een trip naar Latijns-Amerika. 'In januari 2003 vertrokken Evert en ik als net-afgestudeerde 23-jarigen op reis naar LatijnsAmerika, om daar een paar maanden te werken voor Ingenieurs Zonder Grenzen’, legt CEO Sebastiaan Saverys uit. ‘Per toeval zijn we beland in een Guatemalteeks dorpje, San Juan Del Obispo, om Spaanse lessen te volgen. Daar kwamen we in contact met een vijftigtal boeren die de loquat of Japanse wolmispel verbouwden. Om hen te helpen hebben we een coöperatieve opgezet, waaruit later Durabilis is ontstaan.'

Inspireren ‘Voor alle duidelijkheid: we zijn niet met Durabilis gestart om te investeren in een duurzaam project, maar wel omdat we een onderliggend hoger doel hadden’, benadrukt Wulfrank. ‘De wereld kampt met enorme uitdagingen, zoals een groeiende bevolking, eindige hulpbronnen en een stijgende ongelijkheid. Business as

Structuur

usual volstaat niet meer. Vanuit dat besef zochten we naar een manier om de planeet te inspireren. Het is dus zeker niet alleen winst die ons drijft.’ Er is een belangrijk verschil tussen winstoogmerk en winstverdelingsoogmerk, stipt Saverys aan. ‘Het eerste is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling. Je moet nu eenmaal toegevoegde waarde creëren. “Winstverdelingsoogmerk” gaat om een duurzame verdeling van die winst. Het klassieke kapitalistische model gaat er van uit dat winstmaximalisatie optimaal is voor de bedrijfsvoering. Daar geloven wij niet in. De hele waardeketen moet profiteren van de winst.’ ‘Wij doen niet aan impact investing, dat is een term die van toepassing is op fondsen die willen beleggen in maatschappelijk verantwoorde bedrijven zoals het onze’, merkt Wulfrank op. ‘Wij zijn eerder een impact investment company.’ ‘Bedrijven zijn de belangrijkste katalysator van impact op deze planeet’, vult Saverys aan. Durabilis onderschrijft daarmee de trend van het kapitalisme met een geweten. ‘Toen Whole Foods-oprichter John Mackey in 2013 de term ‘conscious capitalism’ lanceerde, voelde dat voor ons een beetje aan als thuiskomen.’

I 15 I

In 2011 vervelde Durabilis van een naamloze vennootschap met sociaal oogmerk (NVSO) in een NV. Dat was nodig, omdat volgens de Belgische wetgeving een economische activiteit niet gepaard kan gaan met duurzaamheid, legt Saverys uit. Daarnaast kan een NVSO maar heel beperkt dividenden uitkeren en moet ze een geboekte meerwaarde op de aandelen aan een goed doel schenken. ‘Een NV is een meer flexibele structuur’, geeft de CEO aan. ‘Toch had het een zeker cachet, die uitdrukking “met sociaal oogmerk”. Het gaf duidelijk aan waar we mee bezig zijn. Maar onze duurzame doelstelling is na onze overstap echt niet minder belangrijk geworden.’ Durabilis bewijst dat met verschillende labels, die ook een externe doorlichting met zich brengen. Doet het bedrijf dat voor zichzelf, of voor zijn investeerders? ‘Allebei’, zegt Saverys. ‘Je moet dat doen als je jezelf serieus wilt nemen. Het is alleen jammer dat er zoveel certificaten zijn, en dat die soms meer geld kosten dan de voordelen die we er uit halen.’ Wat is tot slot het rendement dat Durabilis zijn impact investors vooropstelt? ‘We hebben sinds 2003 een licht positief rendement neergezet, en dat ondanks wat beginnersfouten en problemen die onderweg zijn opgedoken’, aldus Wulfrank. ‘Op termijn moet een jaarlijks rendement van 5 à 10 procent zeker mogelijk zijn. Dat verwachten we ook, zij het dan op een langere termijn dan gangbaar. Ik kan niet genoeg benadrukken dat wij voorbij de klassieke rendementen denken.’ ||


© Shutterstock

Duurzaam is niet duur Het rendement van ethische portefeuilles moet zeker niet onderdoen voor een standaardportefeuille.

aatschappelijk verantwoord beleggen (SRI) is niet nieuw, zo leert een blik in de achteruitkijkspiegel. Al in de 17de eeuw weigerde de Quaker-beweging om te investeren in activiteiten die gelieerd waren aan slavernij. In 1928 werd in de VS dan weer het US Pioneer fonds opgericht. Dat sloot in die tijd van de drooglegging onder meer tabak, alcohol en gokken uit. In de jaren 1960 wilden religieuze organisaties kunnen beleggen in fondsen die rekening hielden met hun morele waarden, waaronder respect voor de burgerrechten van blank én zwart. Ook steeds meer institutionele beleggers zoals pensioenfondsen wilden niet langer geassocieerd worden met bedrijven die de mensenrechten schonden. De jaren 1980 en 1990 brachten dan weer de aandacht voor het milieu voor het voetlicht. ‘Duurzame ontwikkeling staat voor het vervullen van de behoeften van de huidige generaties zonder die van de toekomstige generaties in het gevaar te brengen’, zo staat in het roemruchte Brundlandt-rapport uit 1987. Drie jaar later ontstond de eerste echte ethische tracker, de MSCI KLD 400. Die ‘filtert’ het Amerikaanse aandelenuni-

M

versum, door eerst verschillende activiteiten en sectoren uit te sluiten, zoals nucleaire energie, tabak, alcohol, gokken, wapens en pornografie. De resterende bedrijven worden onder meer getoetst aan de ESG-criteria: environmental, social and governance. Met andere woorden: scoren ze ecologisch en sociaal goed, en is er sprake van deugdelijk bestuur? De MSCI KLD 400 heeft het sinds zijn start in 1990 zeker niet slechter gedaan dan de S&P500 (zie grafiek). Ook in Europa doet de belangrijkste tracker die een ethische index (Exchange Traded Funds) volgt het beter dan de benchmark. Dat bewijst dat duurzaam zeker niet duur hoeft te zijn.


I Duurzaam investeren

AL IN DE 17DE EEUW WEIGERDE DE QUAKER-BEWEGING OM TE INVESTEREN IN ACTIVITEITEN DIE GELIEERD WAREN AAN SLAVERNIJ. NICHE MET ENORM GROEIPOTENTIEEL

Langetermijnthema’s Er zijn verschillende redenen om in SRI-fondsen te beleggen. Een eerste is dat het om langetermijnthema’s gaat die een mooi vooruitzicht bieden. Neem het voorbeeld van energie-efficiëntie en groene energie. De Europese Commissie heeft een klimaatplan opgesteld dat tegen 2050 moet resulteren in een CO2-uitstoot die 80 procent lager ligt dan die van 1990. Het aandeel van hernieuwbare energie, nu rond de 14 procent, moet tegen 2030 naar 27 procent. Ook in de VS en China zijn er steeds concretere plannen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. De investeringen in dit thema zullen dus zeker niet terugvallen. Een tweede reden? Door de best-in-classbenadering, waarbij dus alleen het kruim in aanmerking komt, belanden er minder risico’s in de portefeuille. Reputatieschade door milieuvervuiling werd vroeger bijvoorbeeld vaak als een ‘zacht’ criterium beschouwd, omdat er geen harde impact op de aandelenkoers leek te zijn. Nu leeft het besef dat de reputatieschade die uit die vervuiling voortvloeit wel degelijk grote gevolgen kan hebben. Een derde reden voor de stijgende interesse in ethische beleggingsproducten, heeft te maken met de drie P’s: people, planet, profit. Klanten vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat de groei van de werkgelegenheid hoger ligt bij duurzame bedrijven, of dat de CO2-uitstoot daar gemiddeld lager is.

Maatschappelijk verantwoord beleggen (SRI) heeft het voorbije decennium flink aan populariteit gewonnen. Dat kan niet los gezien worden van de uitdagingen waarmee de wereld kampt. Steeds meer beleggers willen bij hun beslissingen rekening houden met armoede, ongelijkheid, uitsluiting, vervuiling, klimaatverandering en grondstoffenschaarste. In België hadden SRIfondsen volgens cijfers van sectorfederatie

BEAMA in 2014 ruim 6,15 miljard euro onder beheer. Consultant KPMG schatte de Europese SRI-markt eind vorig jaar op 372 miljard euro, de helft meer dan in 2012. De SRI-niche heeft een enorm potentieel. Op dit ogenblik draagt in België slechts 5 procent van de activa onder beheer de SRIstempel. Toch leert een studie van marktonderzoeksbureau InSites Consulting dat 43 procent van de beleggers

het belangrijk vindt dat hun beleggingen betrekking hebben op duurzame projecten. Particuliere beleggers zijn vandaag goed voor ongeveer een kwart van het vermogen in beheer van SRIfondsen, de rest is voor rekening van institutionele partijen zoals beleggings- en pensioenfondsen. In België is zowat driekwart van die fondsen belegd in aandelen, en de rest zit in obligaties.

SRI-fondsen en hun aandeel in de totale Belgische fondsenmarkt % markt

Net assets (miljard euro)

10 6,72%

7%

6,76%

6,32%

8

6%

5,42%

5,44%

5%

6

4,36%

4,19%

4,34%

4% 3,23%

4

3%

2,44%

Here to stay

2

1,46%

0

2,07

2% 1%

Duurzaam beleggen is here to stay. In de westerse economieën lijkt er geen weg meer terug. De regelgeving wordt ook steeds strenger. Vanaf 2017 zullen alle beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 500 werknemers ESGcriteria moeten toepassen in hun dagelijks beleid, en daar ook over rapporteren in hun jaarverslag. Meestal beseft het management dat het in het belang van het bedrijf is om daar nu al mee bezig te zijn, bijvoorbeeld voor het imago. ||

4,07

5,63

7,38

6,39

7,8

8,19

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

7,06

5,78

4,95

6,15

2011

2012 2013 2014

0% Bron: BEAMA

I 17 I


l Duurzaam investeren l

Zwarte lijst brengt schaamrood op de wangen Verschillende criteria zorgen er voor dat niet-ethische bedrijven uit duurzame portefeuilles geweerd worden. lke bank die ethische producten aanbiedt, heeft een zwarte lijst van bedrijven en sectoren waarin ze niet belegt. Die lijsten zijn min of meer gelijkaardig, met toch enkele belangrijke verschillen. Over bepaalde activiteiten bestaat een brede consensus. Fabrikanten van wapens en asbest vallen bijvoorbeeld onverbiddelijk af. Daarnaast zijn er sectoren waar nauwgezet opgevolgd wordt of bedrijven wel voldoen aan de ESG-criteria van ecologie, maatschappij en deugdelijk bestuur. Voorbeelden daarvan zijn palmolie, houtpulp, mijnbouw en steenkool. Bedrijven willen tot elke prijs vermijden dat ze op zo’n zwarte lijst terechtkomen. Ook landen ontkomen niet aan scherpe SRI-criteria. Zo zijn er banken die voor hun duurzame fondsen bijvoorbeeld alleen overheidspapier toestaan dat een rating van AA of meer heeft. Dat zorgde er in veel gevallen voor dat er de voorbije jaren geen schuldpapier van de armlastige eurolanden in dergelijke duurzame beleggingsportefeuilles zat. Het creëerde dus ook meer stabiliteit in een periode gekenmerkt door grote schommelingen in de waarde van die staatsobligaties.

E

Keurmerken Hoe kunnen beleggers zeker zijn dat hun SRI-beleggingen ook effectief dat keurmerk verdienen? Niet-financiële rapporten bieden objectieve gegevens over de maatschappelijke en ecologische meerwaarde van dergelijke portefeuilles. Die bevatten onder meer een analyse van de effecten die daarin opgenomen zijn, alsook een reeks controle-indicatoren om de porte-

feuille te vergelijken met een benchmark vanuit het oogpunt 'milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur'. Daarnaast zijn er ESG-ratingbureaus die keurmerken toekennen die aangeven of een fonds zichzelf maatschappelijk verantwoord mag noemen. Dat verhoogt niet alleen hun geloofwaardigheid, maar ook hun visibiliteit. De belangrijkste spelers zijn LuxFLAG, Forum Ethibel en Novethic. Die eerste is gevestigd in Luxemburg en promoot fondsen die rekening houden met verantwoord investeren. Daarvoor moeten deze fondsen eerst en vooral voldoen aan de Europese regelgevingen UCITS en AIFMD. Daarnaast moeten zij hun ESG-strategie duidelijk uitleggen en aantonen hoe ze die in de praktijk omzetten. Daar hoort ook een uitsluitingsbeleid bij voor onder meer wapens en pornografie. Minstens één keer per jaar moeten ze hun volledige portefeuille publiceren, en zich laten auditen door LuxFLAG. Om in aanmerking te komen voor het Ethibel-label, ontstaan in België in 1991, mogen fondsen alleen beleggen in aandelen en obligaties uit het investeringsregister van Forum Ethibel, dat ondernemingen screent rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo blijven er van de 2.500 bedrijven in hun beleggingsuniversum zo’n 360 over. Een soortgelijk selectieproces geldt voor overheden. Het label zegt wel niets over de financiële kwaliteit van een fonds. Het Franse onderzoekscentrum Novethic tot slot reikt sinds 2009 een label uit voor SRI-fondsen die voldoen aan vier criteria. Ten eerste moet ESG in rekening worden gebracht voor minstens 90 procent van de portefeuille. Het tweede criterium vereist grote transparantie van het beleggingsproces. Als derde is er de communicatie over cijfers en activiteiten. Tot slot moet de volledige samenstelling van de portefeuille minstens halfjaarlijks openbaar gemaakt worden. Vandaag heeft Novethic 110 fondsen gecertificeerd. ||

I 18 I

‘Cijfers zijn soms de mooiste manier om de waarheid te verdoezelen’ Als duurzame belegger vraagt Fidema dat een fondsbeheerder niet alleen rapporten aflevert, maar ook vertelt welke verhalen achter die cijfers schuil gaan.


l Duurzaam investeren l

‘WIJ ZIJN NIET TEVREDEN MET EEN LIKJE GROENE VERF’

Wanda D'hanis

et is een kwestie van verantwoordelijkheid nemen, elke dag opnieuw’, zegt Wanda D'hanis, filosofe en voorzitter van Fidema, een vzw die onderwijs en humanitair werk ondersteunt in Haïti en Kameroen. ‘Wat wij doen, dat télt: 10.000 kinderen krijgen via ons scholennetwerk een kans op een mooie toekomst. En daardoor brengen we een tegenstroom op gang die zwakke regimes in de goede richting doet bewegen.’ Fidema, dat een netwerk van twintig scholen steunt, kon voor zijn startkapitaal rekenen op de congregatie van de Dochters van Maria-Paridaens. ‘Om voort te kunnen doen, moeten we er natuurlijk voor zorgen dat ons kapitaal aangroeit’, aldus D’hanis.

‘H

JE VERMIJDT VOORSPELBARE ONTGOOCHELINGEN, ZOALS DE RECENTE CRASH OP DE CHINESE BEURS.

Wanda D’hanis, Fidema

aangeprezen worden als “snelle groeiers” of “gazellen”. Bedrijven waarvan wij denken: “Ja maar, ten koste van wat gaat die groei”?’

Ethische waarden Conform de eigen ethische waarden, is dat geld belegd via een dakfonds dat een resem duurzame fondsen overkoepelt. ‘Als je duurzaam beleggen definieert als het alternatief voor cumulatieve groei die ten koste van whatever gaat, dan zie je dat die beleggingen het zeker niet slechter doen. Je vermijdt bovendien voorspelbare ontgoochelingen zoals de recente crash op de Chinese beurs, omdat zulke risico’s niet in je portefeuille belanden.’ D’hanis verzet zich tegen het kortetermijndenken en de snelle winst. ‘Het is duidelijk dat de groeien graaicultuur van de voorbije decennia niet alleen heeft geleid tot wereldwijd asociaal gedrag, maar bijna tot de implosie van het hele sociaaleconomische bestel.’ De focus op snelle groei is niet verdwenen, betreurt ze. ‘We zien nog altjid dat bedrijven in de financiële pers

Mooi verdoezelen ‘Wij verwachten en krijgen een transparante en directe communicatie van onze fondsbeheerder’, legt D’hanis uit. ‘Dat gaat verder dan boordtabellen en financiële analyses. Cijfers zijn soms de mooiste manier om de waarheid te verdoezelen. Daarom willen wij regelmatig een gesprek om aan te geven waar wij de nadruk op leggen. Het is al gebeurd dat ondernemingen uitdrukkelijk uit onze portefeuille geweerd werden.’ D’hanis noemt liever geen namen, maar ze geeft wel een voorbeeld. ‘Ooit werd de ethische kwaliteit van een onderneming geprezen op grond van het lage absenteïsme. Maar toen bleek dat medewerkers die ietwat te veel afwezig bleken wegens ziekte, systematisch geweerd werden. Zulke praktijken passen niet bij onze overtuiging.’ ||

I 19 I

‘BNP Paribas Fortis beschikt sinds 2007 over een team gewijd aan MVB en Impact Investing’, zegt Eléonore Bedel, verantwoordelijk voor die afdeling bij BNP Paribas Wealth Management. ‘In onze zoektocht naar de beste producten voor onze klanten steken wij al onze tijd in het grondig bestuderen van de markt. Dat doen we door het aanbod aan een echte audit te onderwerpen: financiële soliditeit, impact en kwaliteit van de extrafinanciële dimensie. Wij hebben zelfs onze eigen tool ontwikkeld om op MVB een beoordelingscijfer te kleven. Zo kunnen wij de producten nauwkeurig evalueren en gemakkelijker vergelijken. Wij denken er niet aan om fondsen te commercialiseren die gewoon maar ‘een likje groene verf’ gekregen hebben.’ Het resultaat? Een selectie met een open architectuur die verschillende landen dekt, een expertise die uniek is in de wereld van de private banken en een wereldwijde inleg van ruim 6 miljard euro, die sinds begin 2010 met 50 procent per jaar stijgt. ‘Onze Europese klanten, en vooral de Belgen, krijgen steeds meer belangstelling voor MVB en Impact Investing. En daar hebben ze groot gelijk in, denken wij. Als je de markt bekijkt, zie je dat de opstartfase voorbij is. De financiële industrie breidt het aanbod verantwoorde producten fors uit. Concreet betekent dat dat meer fondsenbeheerders maatschappelijk verantwoorde criteria in acht nemen en voortdurend innoveren om nieuwe soorten maatschappelijk verantwoorde producten te ontwikkelen. Wij blijven ons aanbod diversifiëren en een gamma maatschappelijk verantwoorde producten aanbieden met een verschillende sociale en ecologische impact.’


l Duurzaam investeren l

‘Duurzame fondsen hebben grootste impact in groeilanden’ Er is in Europa zo’n 373 miljard euro belegd in duurzame fondsen. Hun impact is relatief gezien vooral te voelen in opkomende economieën die nauwe banden hebben met westerse bedrijven.

aatschappelijk verantwoord beleggen (SRI) koppelt de financiële prestatie aan extra-financiële criteria die in drie groepen uiteenvallen. Er is de ecologische groep, de groep van de sociale en maatschappelijke waarden, en die van het goed bestuur. Maatschappelijk verantwoord beleggen zit in de lift, en dat verklaren Elroy Dimson, Paul Marsh en Mike Staunton van de London Business School, door de terugloop van het laissez-faire denken. Ze verwijzen naar de schandalen die het vertrouwen van beleggers hebben ondermijnd, zoals de explosie van het boorplatform Deepwater Horizon (BP), het dodelijke gaslek in Bhopal (Union Carbide), de kernramp in Fukushima (Tokyo Electric Power), maar ook

M


l Duurzaam investeren l

door fraude bij grote bedrijven zoals Lockheed (omkoping), Siemens (corruptie), Walmart (kinderarbeid) of Mattel (loodverf). 'De grootste vermogensbeheerders ter wereld besteden tegenwoordig veel aandacht aan maatschappelijke en milieukwesties, en aan het belang van deugdelijk bestuur, en gaan hierover ook een dialoog aan met bedrijven waarin ze investeren', besluiten de vorsers.

Hier voeren Nordea (63%), RobecoSAM (8%), Storebrand (7%) en Den Norske (5%) de lijst aan. De tweede optie voor SRI-beleggers zijn thematische fondsen die specifiek beleggen in activiteiten die te maken hebben met het milieu, maatschappelijke en sociale aspecten of ethische bekommernissen. Deze zijn samen goed voor nog eens 50 miljard euro.

Verschillende accenten Filter Beleggers in SRI-fondsen hebben twee grote keuzes. Ten eerste kunnen ze kiezen voor een algemene strategie. Bijna de helft van de 323 miljard euro die zo in Europa belegd is, is door een filter gegaan die rekening houdt met bepaalde normen. Die komen onder meer van VN-verdragen, zoals bepalingen over de mensenrechten en de arbeidsvoorwaarden. De belangrijkste vermogensbeheerders in dat ‘algemene’ universum zijn RobecoSAM (22% van het beheerd vermogen), Amundi (17%), BNP Paribas (5%), Quaesti Group (4%) en Natixis (3%). De andere helft gaat nog een stap verder, en sluit uit ethische overwegingen bepaalde bedrijven, sectoren en landen uit.

Dezelfde strategieën zijn in verschillende regio’s terug te vinden, maar dat betekent niet dat ze overal op dezelfde manier in de praktijk worden omgezet. De accenten verschillen. In Europa is de milieucomponent bijvoorbeeld heel belangrijk, terwijl in de VS het zwaartepunt eerder bij deugdelijk bestuur ligt. Het nut van die duurzame filter op de beleggingskeuzes laat zich vooral voelen in de groeimarkten, is te horen bij BNP Paribas Fortis. ‘In de opkomende economieën zien we dat veel bedrijven de regels overtreden, ook al zijn die dikwijls minder streng. Ze gaan vaak voor de snelle winst en er is ook meer misbruik, zoals corruptie, kinderarbeid en vervuiling.’ De bank merkt een duidelijk verschil met bedrijven uit opkomende landen die nauwe banden hebben met westerse bedrijven. ‘Die laatste willen niet geassocieerd worden met misstanden en eisen daarom ook dat hun klant of leverancier zich aan de regels houdt.’ ||

© Shutterstock

INVESTEREN IN WATERVOORZIENING HOOG NODIG 71 procent van de aarde is bedekt met water, en toch is er te weinig van. Want slechts 2,5 procent van dat water is zoet, en maar 0,6 procent komt in aanmerking als drinkwater. Ramingen van de VN leren dat tegen 2050 twee derde van de wereldbevolking 'water stressed' zal zijn, met 2 miljard mensen die in landen wonen waar er schaarste aan water is. Een belangrijke oorzaak van dit probleem? De groeiende middenklasse eet meer vlees. Ter vergelijking: om een kilo appelen te produceren is 70 tot 100 liter water nodig. Voor een kilo vlees is dat 15.000 liter water. Door de combinatie van een groeiende wereldbevolking en de hogere eisen die zij gemiddeld stelt, zijn er flinke investeringen nodig in watervoorziening. Om een voorbeeld te geven: vandaag wonen 758 miljoen Chinezen in een stad ten opzichte

I 21 I

van 308 miljoen in 1990. Tegen 2050 zouden daar nog eens 300 miljoen bijkomen. Er is ook nood aan meer infrastructuur om water te zuiveren en te transporteren. Uit een analyse van het Chinese ministerie van Watervoorziening uit 2011 bleek dat naar schatting 40 procent van de waterwegen zwaar vervuild is. Watervoorziening is niet alleen een probleem voor de opkomende landen. Het World Economic Forum waarschuwde enkele jaren geleden dat in de westerse landen door kapotte leidingen en inefficiënties ongeveer 30 tot 40 procent van het water verloren gaat. Dat wijt het aan stedelijke infrastructuur die gebouwd is rond de overgang naar de 19de eeuw en waarin te weinig geïnvesteerd is om ze up-to-date te houden. Daarnaast is er ook nog het probleem van de klimaatopwarming. Die vergroot niet alleen het overstromingsgevaar, maar vermindert tege-

lijkertijd de neerslag in bepaalde gebieden. Volgens het Internationaal Klimaatpanel (IPCC) zal de jaarlijkse hoeveelheid regen in het zuiden van Europa in de tweede helft van deze eeuw 40 procent lager liggen dan nu. Er zijn drie manieren waarop fondsen die maatschappelijk verantwoord beleggen op deze tendensen kunnen inspelen. Een eerste is via infrastructuurinvesteringen, zoals in bedrijven die oppompinstallaties maken of kanalen aanleggen. Daarnaast zijn er beleggingen in ondernemingen die zorgen voor de behandeling van drinkwater en de zuivering van afvalwater. Ten slotte zijn er nog de nutsbedrijven die er voor zorgen dat het water bij de consument terechtkomt.

Bron: Impax, beheersvennootschap gespecialiseerd in milieustrategieën van BNP Paribas Investment Partners


l Duurzaam investeren l

Impactinvesteringen, een culturele revolutie in opmars Beleggers willen steeds vaker zin geven aan hun sparen. Die tendens stellen we ook vast bij de private bankers en Wealth Management. BNP Paribas Fortis rekent op de expertise van PhiTrust om zijn klanten een spreiding voor te stellen die rekening houdt met die verwachtingen.

e moet niet alles zelf willen doen’, zegt Xavier Declève. Daarom werkt BNP Paribas Fortis nauw samen met Phi Trust, dat bekend staat om zijn baanbrekend werk rond impactinvesteringen (‘impact investing’). Declève is de voormalige verantwoordelijke voor de afdeling Wealth Management van BNP Paribas Fortis en sinds kort met pensioen. Hij vertegenwoordigt vandaag PhiTrust in België. De bank had nood aan nieuw aanbod, aangezien klanten het thema van SRI steeds vaker ter sprake brachten. Wat is hun profiel? Institutionele beleggers, succesvolle ondernemers tussen 35 en 45 jaar die door de verkoop van hun ondernemingen over een aanzienlijk kapitaal beschikken, fans van private equity ... Of ook de erfgenamen van familiebedrijven die willen dat hun beleggingen aansluiten bij enerzijds hun resultaatsgerichte cultuur en anderzijds hun persoonlijke waarden. ‘ PhiTrust maakt een onderscheid tussen maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) en impactinvesteringen. In dat laatste zijn zij gespecialiseerd. ‘Bij MVB beleggen de beheerders in beursgenoteerde bedrijven, waarbij hun gespecialiseerde analisten nagaan of er ook met een aantal niet-financiële

‘J

IMPACTINVESTERINGEN TRACHT BEIDE TE VERZOENEN: IK VERDIEN ÉN IK GEEF.

Olivier de Guerre, PhiTrust Partners

I 22 I

criteria op lange termijn rekening gehouden wordt’, vertelt Olivier de Guerre, CEO van PhiTrust. Daardoor is het mogelijk dat bepaalde sectoren, zoals bijvoorbeeld de wapenindustrie, worden geweerd. Impactinvesteringen gaan nog een stapje verder. Hun doel? Organisaties of kleine niet-beursgenoteerde ondernemingen identificeren die door middel van ondernemerschap uitdagingen rond sociale en omgevingsthema’s wensen aan te gaan en bereid zijn de impact van hun acties te meten. Als vooral de sociale impact primeert, spreken we van social impact investing. Primeert de rendabiliteit, dan gaat het om financiële beleggingen onder sociale druk. ‘U cofinanciert bijvoorbeeld een ziekenhuis in een Aziatisch of Afrikaans land’, legt Olivier de Guerre uit. ‘U kunt dat ziekenhuis besturen als een klassieke onderneming: de middenklasse zal dan vlot toestromen en het ziekenhuis is rendabel en bewijst zijn sociaal nut. Maar er is nog een optie. U reserveert bijvoorbeeld 30 of 50 procent van de verstrekte zorg voor armen. In dat geval ligt het financieel rendement lager, maar zal de sociale impact een stuk hoger zijn.’ In het eerste geval spreken we van een ‘Finance First’ aanpak, in het tweede van ‘Impact First’. Het Phi Trust Partner fonds, dat gespreid is over 23 ondernemingen, is een fonds van het type ‘Impact First’.


l Duurzaam investeren l

‘RENDEMENTEN VERGELIJKBAAR MET DIE VAN KLASSIEKE FONDSEN’

Xavier Declève

Op zijn 42ste heeft ondernemer Pascal Lorne al verschillende bedrijven in de interneten telecomsector opgericht en weer verkocht, onder meer in de Verenigde Staten. Twee jaar geleden, na het realiseren van een mooie meerwaarde op de verkoop van zijn laatste onderneming, besliste hij om 30 procent van zijn vermogen te beleggen in impactinvesteringen. ‘Ik overwoog om zelf een beleggingsfonds met maatschappelijke impact te creëren. Ik beschik nu eenmaal over een zekere ervaring als businessangel. Ik ben naar een private banker gestapt en heb hem uitgelegd welke criteria mijn echtgenote en ikzelf voor

ons vermogen op het oog hadden. Zo heb ik PhiTrust ontdekt. PhiTrust hanteerde alle criteria die in mijn ogen belangrijk zijn: kwalitatief meetbare criteria, voor beleggingen in Europa en Afrika met een reële sociale impact en/of impact op het milieu. Ik hoefde dus zelf geen fonds meer te creëren. Ik heb dan ook mijn geld bij hen geplaatst. Maar ik wilde ook weten hoe mijn geld gebruikt zou worden en inspraak krijgen in de beleggingsbeslissingen. Gelukkig kunnen beleggers vanaf een bepaald bedrag deel uitmaken van het beleggingscomité van PhiTrust.’

Sindsdien selecteert Pascal Lorne mee de dossiers die het team van PhiTrust opspoort en hij laat hen profiteren van zijn financiële en sectorale expertise. Hij besliste ook om zijn volledige vermogen te beleggen in impactinvesteringen. ‘De return on investment is vergelijkbaar met die van klassieke fondsen’, zegt hij. ‘In 2015 zou mijn portefeuille aan impactinvesteringen 7,5 procent moeten opbrengen. Die beleggingen zijn wel iets minder liquide dan de klassieke financiële producten. Maar met een langetermijnperspectief voor ogen, bijvoorbeeld 10 tot 15 jaar, moeten impactinvesteringen absoluut niet onderdoen voor klassieke fondsen.’

De ondernemingsdimensie ‘Wij zijn allemaal een beetje schizofreen’, zegt Olivier de Guerre. ‘Want we denken allemaal wel dat ‘geld verdienen’ en ‘schenken’ om een sociale impact te hebben twee totaal verschillende zaken zijn. Impactinvesteringen trachten beide te verzoenen: ik verdien én ik geef!’ Xavier Declève voegt eraan toe: ‘Onze klanten zijn gevoelig voor de ondernemingsdimensie van die benaderingswijze. Familiale ondernemers willen de ‘good practices’ van hun eigen onderneming toepassen, leren uit de ervaringen van anderen, en generaties verenigen rond een gemeenschappelijk project.’ Het streven van beleggers om een evenwicht te vinden tussen hun eigen waarden en hun portefeuille heeft de beleggersmarkt doen evolueren. Die tendens werd nog versterkt door de bijna-nulrente, waardoor ze naar de beurs gedreven worden. Want daar zijn de rendementen momenteel het hoogst. Ook pensioenkassen, pensioenfondsen en stichtingen blijken zich, met het oog op hun goede reputatie, ervan bewust te zijn dat ze controversiële beleggingen het best mijden. De combinatie van die factoren heeft een ‘culturele revolutie’ op gang gebracht, beweert Oliver De Guerre. ‘En dat is nog maar het begin.’ ||

Olivier de Guerre

I 23 I


l Duurzaam investeren l

Is het mogelijk rendement, duurzaamheid en filantropie te combineren? BNP Paribas Fortis Private Banking steunt sinds kort via zijn ‘Funds of Funds SRI’ een innoverend filantropiefonds van de Koning Boudewijnstichting. ‘Om iets structureels te veranderen is er soms meer nodig dan alleen maar financiële steun’, zo zeggen Luc Tayart de Borms (gedelegeerd bestuurder Koning Boudewijnstichting) en Stéphane Vermeire (general manager private banking & wealth management bij BNP Paribas Fortis).

Wat is voor particulieren de belangrijkste drijfveer om aan filantropie te doen? Tayart de Borms: ‘Mensen willen een bijdrage leveren aan een betere wereld. Ze merken dat de overheid op bepaalde domeinen tekort schiet, waardoor de noodzaak ontstaat om die leemte te vullen. En meer dan vroeger hechten mensen belang aan het resultaat dat ze met hun inspanningen realiseren. Filantropen willen meer doen dan alleen geld geven, ze willen ook echt bijdragen aan structurele veranderingen. En voor alle duidelijkheid: filantropie is niet alleen weggelegd voor miljardairs, ook met 50.000 euro kun je al aan filantropie doen.’ Vermeire: ‘Vroeger was filantropie typisch iets voor kinderloze koppels. Maar nu zijn er veel mensen die wel een deel van hun vermogen aan de kinderen willen nalaten, maar tegelijkertijd iets terug willen geven aan de maatschappij. Zo is er een grote groep van ondernemers die op relatief korte termijn een succesvol bedrijf hebben uitgebouwd, daarmee een fortuin hebben vergaard en die vervolgens een deel van hun vermogen aan goede doelen willen spenderen. En wat opvalt: zij benaderen filantropie met een echte ondernemersaanpak. Ze willen van heel nabij betrokken worden bij de organisaties die ze ondersteunen en ze willen de maatschappelijke

impact van hun investering kunnen controleren. Ze vervullen dus zelf een hele actieve rol om ervoor te zorgen dat hun investering echt rendeert.’ Welke rol spelen bankiers in de filantropische wereld? Vermeire: ‘Het is niet alleen de rol van een private banker om het vermogen van zijn cliënt te beheren, maar hij moet ook oog hebben voor de volledige patrimoniale aanpak. Vroeger ging dat bijna uitsluitend over de vermogensoverdracht naar de volgende generatie, maar nu spreken private bankers systematisch met hun cliënten over schenkingen aan goede doelen. Daarvoor zijn we een logische partner: door de vertrouwensband kunnen klanten vrijuit spreken over hun wensen en kunnen we hen tegelijkertijd helpen bij het opzetten van de juiste structuren of de zoektocht naar experts in een bepaald thema.’

Een van de tools van de Koning Boudewijnstichting is het Venture Philanthropy Fonds. Wat is dat precies? Tayart de Borms: ‘Vzw’s kunnen nog wel op de overheid rekenen voor projectfinanciering, maar voor structurele financiering is er vaak veel minder ruimte. Hier speelt het Venture Philanthropy Fonds een rol. Om te beginnen krijgen organisaties financiële middelen voor de uitbouw van hun kernactiviteiten. En daarnaast biedt het fonds technische assistentie op het vlak van governance, financieel beheer, strategie, meten van de maatschappelijke impact of coaching van het management. Daarvoor kunnen de organisaties rekenen op de ondersteuning en het advies van de allerbeste experts. De mosterd voor dat concept haalden we bij de durfkapitaalfondsen: ook zij hebben een investering voor de middellange termijn voor ogen, bieden ondersteuning op uiteenlopende

ZIJ BENADEREN FILANTROPIE MET EEN ECHTE ONDERNEMERSAANPAK. Stéphane Vermeire, BNP Paribas Fortis

I 24 I


Stéphane Vermeire en Luc Tayart de Borms: ‘Dergelijke projecten hebben op veel mensen een hele grote impact. En daar draait het uiteindelijk toch om.’

domeinen en hechten veel belang aan leadership-skills van een ondernemer.’ BNP Paribas Fortis Private Banking is sinds deze zomer een belangrijke partner van het fonds. Waaruit bestaat die samenwerking precies? Vermeire: ‘In april 2014 lanceerden we het Fund of Funds SRI, een fonds dat investeert in verschillende beleggingsfondsen die beantwoorden aan duidelijke duurzaamheidscriteria en in thematische fondsen die inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals alternatieve energie of waterschaarste. Dat nieuwe beleggingsfonds kende een enorm succes: bijna 15.000 klanten hebben in het fonds geïnvesteerd, wat intussen goed is voor een beheerd vermogen van 1 miljard euro. Ook het rendement van het fonds mag gezien worden. Het is een misvatting dat SRI-beleggingen een lager rendement zouden opleveren dan traditionele investeringen.’ ‘Maar we wilden nog een stap verder gaan. We willen de ethische en sociale motivatie van onze ‘SRI-beleggers’ zo

concreet mogelijk realiseren. Daarom schenken we jaarlijks 4 basispunten van het beheerd vermogen – wat vandaag neerkomt op 400.000 euro – aan het Venture Philanthropy Fonds. Dat fonds selecteert projecten die in aanmerking komen voor steun en onze klanten kunnen via een digitale stemming zelf beslissen aan welke projecten de bijdrage van BNP Paribas Fortis Private Banking wordt besteed. Die aanpak sluit ontzettend goed aan bij het ondernemersprofiel van vele van onze klanten, die we op deze manier echt kunnen betrekken in het filantropische verhaal. En voor alle duidelijkheid: de klant zelf voelt daar niets van en dat heeft ook geen enkel effect op zijn rendement.’ Tayart de Borms: ‘Die samenwerking is uniek en getuigt ook van een grote creativiteit. Ik ken geen enkel ander voorbeeld waar de filantropische insteek zo structureel is verankerd in de eigen business. Dankzij die samenwerking is het budget van het Fonds groter en beschikt het Venture Philanthropy Fonds over een jaarlijks budget van 1 miljoen euro. Dankzij

I 25 I

de substantiële bijdrage van BNP Paribas Fortis Private Banking kunnen we organisaties nog twee jaar langer ondersteunen, wanneer ze na de oorspronkelijke investeringsperiode van drie jaar op al hun relevante indicatoren een goede score kunnen voorleggen.’ In welke projecten investeert het Venture Philanthropy Fonds? Tayart de Borms: ‘Het fonds heeft tot dusver al 33 organisaties ondersteund en begeleid, voor een totaal van 2,5 miljoen euro. Daarbij gaat het om zowel kleine organisaties die net iets nieuws hebben opgezet, als grote vzw’s met honderden vrijwilligers. Een van die organisaties is TEJO, waar vrijwilligers psychologische begeleiding geven aan kansarme jongeren. De organisatie is ontstaan in Antwerpen, maar wil nu ook uitbreiden naar andere steden. Een ander project is Bednet, dat langdurig zieke kinderen via internet de lessen van hun klas ‘in real time’ laat volgen. Dergelijke initiatieven hebben op veel mensen echt een hele grote impact. En daar draait het uiteindelijk toch om.’


Waarom we ethisch beleggen

MET DOORDACHTE GELDBELEGGINGEN KUNNEN WE BETER HET VERSCHIL MAKEN DAN MET ONZE DAGELIJKSE CONSUMPTIEBESTEDINGEN. Antoon Vandevelde, KU Leuven

In ons dagelijkse leven zijn we vriendelijk, hulpvaardig en attent, maar als het om geld gaat, dan willen we gewoon de hoogste opbrengst. Waar die vandaan komt, daar stellen we geen vragen bij. Economen menen dat we in alle omstandigheden handelen uit eigenbelang. We overzien de alternatieven en kiezen die optie die het meeste opbrengt. Maar mensen zijn ook sociale wezens. In al wat we doen anticiperen we op de reacties van anderen. We willen iets betekenen voor anderen, of toch minstens voor die mensen van wie we houden of naar wie we opkijken. Vaak ligt deze tweede motivatie aan de basis van altruïstisch handelen, soms zelfs van extreme vormen van zelfopoffering. Door ons kleine beperkte leventje te verbinden met dat van anderen, integreren we ons in een groter geheel. Maar deze altruïstische gevoelens worden gekenmerkt door bijziendheid. We zetten ons graag in voor wie ons nabij is, het lijden van anonieme mensen ver weg inspireert veel minder. Er is dus een zekere reflectie nodig, een inspanning van onze verbeelding ook, om ethisch te handelen in meer anonieme contexten. Geld is per definitie abstracte universaliteit. Het lijkt alsof je er alles mee kunt kopen. Het wekt een illusie van almacht. We weten ergens wel dat liefde en geluk bijvoorbeeld niet te koop zijn, maar we vergeten dat toch snel als we met onze geldzaken bezig zijn. En de beleggingsadviseur zal ons daar niet meteen aan herinneren. Waarom voelen dan toch steeds meer mensen zich aangesproken door ethisch beleggen? Er is een praktische reden, die opnieuw verband houdt met eigenbelang. Spaargeld brengt in deze dagen niet veel op. Ethische fondsen beloven meestal niet de hoogste rendementen, maar ze brengen vaak toch meer op dan een gewoon spaarboekje. De belangrijkste reden om te gaan voor ethische beleggingsfondsen is de begeerte van consistentie. Er zijn mensen die de hoger geschetste compartimentering van hun leven niet aanvaarden. En met doordachte geldbeleggingen kunnen we beter het verschil maken dan met onze dagelijkse consumptiebeslissingen. Of een boer een fatsoenlijke prijs krijgt voor zijn melk, daar kan de supermarktklant niet zo veel aan doen. Dat hangt af van marktorganisatie en Europese regelgeving. Maar onze beleggingen zijn een belangrijkere hefboom om de wereld een klein beetje beter te maken. En die hebben we in eigen handen. Het succes van ethisch beleggen steunt op vertrouwen en reputatie. Er vallen best geen lijken uit de kast aan de aanbodzijde. In een financiële wereld die ontzettend ingewikkeld is geworden, rust er een zware verantwoordelijkheid op de banken om hun aanbod van ethische beleggingen zorgvuldig te selecteren. En de overheid? Die kan een handje toesteken door het ethisch beleggen fiscaal te stimuleren. || Antoon Vandevelde, Centrum voor Economie en Ethiek Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, KU Leuven


Is het mogelijk rendement, duurzaamheid en filantropie te combineren? Leidt Maatschappelijk Verantwoord Beleggen tot een lager rendement?

Chat met StĂŠphane Vermeire, general manager private banking & wealth management BNP Paribas Fortis en Guy Janssens, senior SRI fund specialist BNP Paribas Fortis Stel uw vraag over duurzaam investeren op 30 oktober 2015 om 12u online via www.tijd.be/BNK of volg ons via twitter @BNK_Bank


IN EEN WERELD IN VERANDERING,

WORDT DUURZAAM BELEGGEN DE NIEUWE NORM. BEST-IN CLASS BENADERING U investeert in bedrijven die de beste prestaties nastreven inzake milieuzorg, sociale verantwoordelijkheid en goed bestuur.

EXCLUSIEBENADERING U kiest voor fondsen (ICB – Instelling voor Collectieve Belegging) waarbij omstreden ondernemingen en sectoren, zoals wapenhandelen asbestproductie uitgesloten zijn.

THEMABENADERING U selecteert ondernemingen binnen sectoren die door de maatschappij hoog ingeschat worden: milieu, microfinanciering, etc.

SOLIDARITEITSBENADERING U steunt instellingen van algemeen belang doordat wij een deel van onze beheerskosten doorstorten naar diverse sociale projecten.

COMBINEER EEN POTENTIEEL FINANCIEEL RENDEMENT MET DUURZAME ONTWIKKELINGEN. Vandaag investeert 33% van onze Private Banking & Wealth Management cliënten in SRI fondsen. Waarom u niet? Op basis van onze vier benaderingen geeft u vorm aan uw beleggingsportefeuille, geheel volgens uw persoonlijke wensen en maatschappelijke doelstellingen. Onze experten staan u bij met alle advies. Contacteer uw private banker of ga naar

bnpparibasfortis.be/privatebanking-sri

De bank voor een wereld in verandering V.U.: W. Torfs, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702. FSMA nr. 25.879A.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.