Pulse 04 - dec 2015 (Nl)

Page 1

Pulse

04 Bijlage bij De Tijd van 2 december

magazine voor kmo’s en ondernemers

Fleet De laatste peperdure kilometer kunt u beter uitbesteden

IT Lessen uit Big Data. voor uw bedrijf

SYLVIE DECAIGNY EN CARINE WINNEPENNINCKX OVER HET MILIEUBELEID VAN TIENSE SUIKERRAFFINADERIJ

Van afval tot waardevol nevenproduct



SOMMAIRE

FINANCE

20 Les fonds propres ne suffisent pas

24 Cinéma et fiscalité main dans la main

20

ENVIRONNEMENT

4 Le management environnemental favorise le performances

8 Quand les déchets deviennent des sous-produits

12 Le boom du green

14 Cinq questions, cinq solutions

8

LOGICIELS

26 Les leçons du Big Data

16

29

4 applis environnement et durabilité

26

Gadgets IT

30 Les logiciels font bouger le monde

30 FLEET

38 L’emploi de carburants alternatifs reste limité

E-COMMERCE

40

34 Quand l’e-commerce devient stratégique

40 Sous-traiter le dernier kilomètre en ville

Ours Idées et conseils aux entrepreneurs Pulse paraît quatre fois par an. Chaque numéro propose des informations concrètes sur l’actualité en matière de télécoms, IT, RH, internationalisation, finances, énergie, administration, immobilier, innovation et technologie.

Pulse est un supplément gratuit de L’Echo du 2 décembre 2015 sur initiative d’Echo Connect. L’Echo est une publication de Mediafin Product Manager: Veronique Soetaert Rédaction: Willem De Bock, Roel Van Espen, Daan Ballegeer, William Visterin, Wouter De Broeck Rédaction finale: Natacha Boulvain Photos et illustration: Frank Toussaint, Pieter Van Eenoge, Lieven Van Assche, Emy Elleboog Lay-out: Christine Dubois Adresse: Tour & Taxis, avenue du Port 86c bte 309, 1000 Bruxelles Abonnements et distribution: Tél. 0800/55 150 E-mail: abo@tijd.be Annonces Trustmedia: Tél. +32(0)2 422.05.11, E-mail info@trustmedia.be Direction: Dirk Velghe, Frederik Delaplace, Steven Everaert, Laurent Mutsch Editeur Responsable: Dirk Velghe, avenue du Port 86c bte 309, 1000 Bruxelles

Prochain numéro 16 mars 2016 1 juin 2016

CONNECT

Aucun élément de cette publication ne pourra être reproduit que ce soit électroniquement ou par tout autre moyen sans autorisation préalable introduite par écrit à l’éditeur © Mediafin

Pulse décembre 2015

3


MILIEU

Š Pieter Van Eenoge

4


Continu verbeteren dankzij de zorg voor het milieu Een milieuaudit hoeft geen zwaard van Damocles te zijn. Wie kiest voor een milieuzorgsysteem gebruikt de audits als een instrument dat de prestaties van het bedrijf continu verbetert. En dat niet alleen voor milieutopics.

✔ een aantal mensen die de rol van voortrekker op zich nemen

50001) of in dit geval milieu (ISO 14001). De audits in de aanloop naar de certificering dienen niet alleen om na te gaan of u de milieuwetgeving naleeft, ze geven ook aan hoe u kosten bespaart, hoe u milieurisico’s beperkt en hoe u de volledige bedrijfsactiviteit duurzamer maakt. Op basis van die eerste vaststellingen worden de sterktes en zwaktes blootgelegd. Daarna wordt een actieplan opgesteld om het systeem te implementeren. Welke regels u gaat hanteren om de norm te halen, bepaalt u zelf. ‘Een zorgsysteem schrijft alleen voor waaraan u moet voldoen, niet hoe u dat doet. Dat kan het bedrijf helemaal vrij invullen’, zegt Sara Wijnant, milieuadviseur bij studie- en adviesbureau Esher. Ook de interne audits die tussentijds controleren of het bedrijf de norm wel degelijk haalt, zijn vrij te bepalen. De frequentie wordt vastgelegd in een procedure die beschrijft wanneer en op welke manier u de audit uitvoert. ‘Een audit is dan alleen een manier om na te gaan of de afgesproken regels in de praktijk ook werken’, zegt Sara Wijnant.

✔ voldoende betrokkenheid van de werknemers bij het project

Naar continue verbetering

D

e vrees voor milieuaudits komt wellicht voort uit de verplichte audits. En dan vooral uit de zogenoemde decretale milieuaudit, die wordt voorgeschreven door VLAREM 1. De verplichting geldt voor bedrijven die een Milieueffectenrapport (MER) of een Veiligheidsrapport moeten indienen. Niet verplicht, maar wel met een dwingend karakter zijn de conformiteitsaudits. Die worden uitgevoerd als een bedrijf zeker wil zijn dat het beantwoordt aan de milieuwetgeving. Ook een bedrijf dat te koop staat, kan het voorwerp zijn van een milieuaudit. In dat geval wil de koper weten of er inbreuken of risico’s bestaan op het vlak van milieuwetgeving. In beide gevallen impliceert de controle dat er mogelijk ‘iets niet in orde zal zijn’.

Milieuzorgsysteem: iets voor u? Dat is helemaal anders wanneer de audits passen in een breder milieuzorgsysteem. Bij zo’n systeem verbindt een bedrijf zich ertoe om te werken volgens een vastgelegde norm rond kwaliteit (ISO 9001), energie (ISO

TIPS Wat hebt u nodig voor u EMAS/ISO 14001 invoert? ✔ een eerste verkennende milieuanalyse van het bedrijf ✔ een milieubeleid met duidelijke strategische keuzes

✔ begeleiding (consultants, kmo-federaties,..) die ervaring heeft met zorgsystemen in kmo’s

Niet alle bedrijven kiezen uit eigen beweging voor een milieuzorgsysteem. In sommige sectoren, zoals de autoindustrie, eisen klanten van hun leveranciers dat ze volgens de internationale milieunorm werken. Dat geldt ook

Pulse december 2015

5


Milieu

voor overheden die streven naar een percentage duurzame aankopen en de ISO-norm als selectiecriterium hanteren. ‘Wie er niet zelf voor kiest, ziet vaak alleen een procedure die veel tijd en geld opslorpt. Het is de uitdaging om hen ook mee te krijgen en de positieve kracht van een zorgsysteem te tonen’, zegt Wijnant. Die kracht ligt vooral in de structuur die het geheel van regels biedt. ‘Bij een zorgsysteem gaat het erom kennis en ervaring vast te leggen in procedures. Door die geregeld kritisch tegen het licht te houden, ga je nadenken over het beleid. Niet als iets negatiefs, maar als een automatische reflex in het streven naar die continue verbetering.’ De absolute voorwaarde om een zorgsysteem te laten slagen, is de betrokkenheid van alle medewerkers in een bedrijf. ‘Dat blijft een van de moeilijkere punten bij de implementatie’. zegt Sara Wijnant. ‘De normen moeten worden omgezet in mensentaal. Bij mensen op de werkvloer moet je focussen op wat belangrijk is. Je moet tonen hoe ze afval effectief kunnen sorteren, hoe ze energieverbruik daadwerkelijk kunnen terugdringen.’

Stapje verder met EMAS Wie kiest voor een Europees Milieumanagement en Auditschema (EMAS) gaat nog een stap verder en moet jaarlijks (of tweejaarlijks voor kmo’s) een milieuverklaring publiceren met daarin alle cijfers over zes verplichte kernindicatoren zoals waterverbruik, afvalbeheer en energie. ‘Zo’n verslag moet worden gecontroleerd door een milieuverificateur en kost dus extra tijd en geld. Een EMAS-registratie is daarom vooral nuttig voor bedrijven die naambekendheid nastreven.’ Ook bepaalde veeleisende markten in Azië geven de voorkeur aan EMAS-bedrijven. Vaak is het die expansie die een bedrijf ertoe aanzet om zich laten te certificeren. Een EMAS-registratie is een hoogst fragiele status. Het volstaat dat er bij een tussentijdse audit een zogenoemde non-conformiteit aan het licht

6

Checklist EMAS/ISO 14001 is geschikt voor u als u ... ✔ ... van ‘groen’ en ‘duurzaam’ een commercieel argument wilt maken ✔ ... klanten wilt bereiken die duurzaamheid als aankoopcriterium hanteren (overheid, veeleisende buitenlandse markten) ✔ ... kosten voor grondstoffen, afvalbeheer en energie drastisch wilt terugdringen ✔ ... milieunormen makkelijker wilt halen en daardoor de formaliteiten (inspectie,..) wilt vereenvoudigen ✔ ... bereid bent om voldoende mensen en middelen vrij te maken om het systeem op brede basis te implementeren ✔ ... wilt streven naar continue verbetering van processen in het bedrijf

komt, en u wordt van de lijst geschrapt. ‘Zowel die milieuverklaring als de conformiteit waar met een vergrootglas naar wordt gekeken, schrikt af. Wellicht daarom dat het vooral grote bedrijven zijn die een EMAS-certificaat hebben,’ zegt Sara Wijnant. Nochtans kunnen ook kmo’s er baat bij hebben. ‘Wie weinig werknemers heeft, en een relatief kleine omzet, maar wel naam wil maken via zijn milieubeleid of ecoproduct kan ook voor een EMAS gaan. Alleen is dan vaak de vraag wie in het bedrijf het hele proces zal opvolgen en of er voldoende tijd en middelen zijn om aan alle verplichtingen te voldoen.’ Die verplichtingen zijn dit jaar afgezwakt voor kmo’s. Zij moeten hun zorgsysteem nu slechts om de vier jaar (vroeger drie jaar) laten verifiëren en de milieuverklaring moet tweejaarlijks worden voorgelegd.

Wat kost het? Hoe zwaar de investering precies is, hangt af van de procedures die uw bedrijf nu hanteert. ‘Wie bijvoorbeeld al over een ISO 9001 beschikt, heeft een basisstructuur waarop hij kan terugvallen. De kostprijs van de implementering zal lager uitvallen, omdat je veel kunt overnemen in de ISO 14001.’ De doorslaggevende factor in de prijs zijn de manuren. Hoe meer mensen en tijd een audit in beslag neemt, hoe duurder hij uitvalt. Voor een zorgsysteem moeten kmo’s rekenen op 3.500 tot 6.000 euro. De certificering kost gemiddeld tussen 2.000 en 3.500 euro. Voorts hangt de totale prijs af van de begeleiding waarop u een beroep doet. Schrijft u zelf de procedures, dan is de rekening lichter, maar dan moet u wel in huis iemand voltijds op de invoering van het zorgsysteem zetten. Gaat u voor een EMAS? Dan moet u ook de tijd rekenen voor het opstellen, verifiëren en publiceren van de milieuverklaring.

In de praktijk: PMC Holding De Vilvoordse PMC-holding groepeert vier kmo’s waarvan er een de


trotse bezitter is van een EMAS-registratie. Het gaat om Your Mover Logistics, dat opslagdiensten verleent en de voorraad kantoormeubilair van klanten beheert. Het proces naar de certificering werd zeven jaar geleden ingezet, toen het toenmalige verhuisbedrijf zijn ecologische impact liet berekenen. ‘We konden nog meer CO2emissies uitsparen, door ons nog meer toe te leggen op herstellingen van meubilair en werk te maken van een systematisch afvalbeheer’, zegt Anne Lenaerts, HR- en communicatiemanager. ‘De EMAS-registratie hebben we aangevraagd vanuit het idee dat het de beste manier was om jaar na jaar te verbeteren.’ Het milieuzorgsysteem bracht eerst alles in kaart. ‘De volledige afvalstroom werd blootgelegd. Elk onderdeel dat we toevoegen aan de meubels die we herstellen werd op zijn duurzaamheid getest.’ Via regelmatige checks zorgde het systeem er daarna voor dat nadenken over veiligheid en duurzaamheid een automatisme is geworden. ‘We doen geregeld een snelle toer om het personeel te bevragen over de procedures. Elke maand controleren we de cijfers over afval en energie. Verspilling of lekken zijn zo snel op te sporen.’ Om een EMAS-systeem te laten werken wordt extra inzet gevraagd van het personeel. ‘Elke werknemer bij ons heeft drie persoonlijke milieudoelstellingen. Bij een monteur die vaak in de binnenstad moet zijn, is dat bijvoorbeeld dat hij geen dubbele file veroorzaakt. Want het gestremde verkeer leidt tot meer fijn stof.’ Het is niet gemakkelijk om die boodschap over te brengen zonder belerend over te komen zegt Anne Lenaerts. ‘Maar we zien wel dat het motiverend werkt als de werknemers mee achter het idee staan.’ PMC werkt volop om de andere drie bedrijven tegen 2016 een EMAS-registratie te bezorgen. Dat is een behoorlijke inspanning, maar wel een die strategisch interessante inzichten biedt. ‘De vier bedrijfsleiders plus de operationele verantwoordelijken komen

daarvoor geregeld samen. De processen worden ontleed, er wordt gekeken naar impact op het milieu en knelpunten. Maar de oefening op zich zorgt er wel voor dat we een beter zicht krijgen op hoe de vier bedrijven op elkaar inwerken en elkaar kunnen versterken.’ Het systeem dat daarna wordt opgezet moet volgens Lenaerts eenvoudiger werken dan bij de eerste ervaring met EMAS. ‘De focus moet liggen op continue verbetering. Voor de opvolging hebben we de quick checks en de maandelijkse en driemaandelijkse vergadering waar alle auditresultaten aan bod komen, en ook feedback van medewerkers, klanten en leveranciers. Maar daaraan zit meteen actie gekoppeld. Concrete verbeteringen die een verschil maken. En dat is wel leuk om te zien. EMAS biedt een structuur die je verplicht om werk te maken van je prioriteiten. Zonder die structuur zou veel in goede bedoelingen blijven steken.’

Subsidies en begeleiding Elk gewest hanteert andere steunmaatregelen voor bedrijven die investeren in een lagere milieu-impact of een efficiënter energiegebruik. ✔

In Brussel hebben kmo’s recht op een tegemoetkoming van 50 procent op de eerste verkennende audit voor een milieuzorgsysteem. Via het agentschap Brussel Leefmilieu verleent de hoofdstad ook premies tot 80.000 euro voor investeringen in hernieuwbare energie of energiebesparing. Energiescans zijn bovendien gratis. Wie zijn bedrijf helemaal op duurzame of circulaire leest wil schoeien vindt in Brussel steun en begeleiding bij de Greentech Pole.

✔ In Wallonië worden kmo’s aangezet om het beter te doen dan de gewestelijke milieunormen bij wijze van een subsidie van 30 procent van het geïnvesteerde bedrag (35% voor wie een ISO 14001 heeft en zelfs 40% voor wie een EMAS behaalt). Voor inspanningen om het energieverbruik terug te dringen verleent Wallonië 30 tot 40 procent steun. Gaat het om investeringen in hernieuwbare energie of cogeneratie, dan zelfs 50 procent. Interessant zijn ook de gratis miniaudits die het Union Walonne des Entreprises (UWE) ter beschikking stelt. ✔ In Vlaanderen geeft de kmo-portefeuille tot 50 procent steun voor milieu-en energieadvies. Gewone adviezen krijgen tot 5.000 euro steun, grotere strategische adviezen tot 25.000 euro. Adviezen om louter aan de milieuwetgeving te voldoen, komen niet in aanmerking. Voor begeleiding bij implementatie van energieprojecten kunnen bedrijven tot 75 procent worden ondersteund, met een maximum van 10.000 euro steun per jaar. In tijdelijke campagnes worden ook energiescans voor bedrijven gratis aangeboden door het Agentschap Ondernemen. Wie investeert in groene technologie kan tot 25 procent terugkrijgen via de ecologiepremie. Bij grotere projecten (meer dan 3 miljoen euro) kan de steun oplopen tot 40 procent van de investering.

Pulse december 2015

7


Milieu

Afval heet voortaan nevenproduct Afvalstromen worden nog amper als waardeloos afval afgevoerd. Bijna alles wat uit het productieproces komt, vindt een waardevolle bestemming. De kringloop raakt in meer en meer fabrieken gesloten. © Frank Toussaint

A

chter het klontje in uw koffie zit een kringloopverhaal. De Tiense Suikerraffinaderij, onderdeel van Sudzücker Group, hergebruikt al 180 jaar zijn afvalstromen. Het bedrijf verbeterde deze aanpak tot een gesloten kringloop voor het hele productieproces van biet tot suiker. Elke vorm van productieafval, heet nu een nevenproduct. Het is volop bietenoogsttijd en dus productietijd voor suiker. Op de bietenvelden, die per hectare meer CO2 zouden verwerken dan een hectare bos, wordt al een eerste afvalstroom verminderd: aarde. 3,5 miljoen ton bieten verwerkt de fabriek elk jaar en ze heeft de hoeveelheid aarde die aan de bieten kleeft, flink verminderd met enkele simpele technieken. Meer aarde op de velden betekent ook betere vruchtbaarheid.

De resterende perspulp, 800.000 ton per jaar, wordt ook een zeer voedzaam veevoeder’, beschrijft Sylvie Decaigny, agro-manager bij Tiense Suikerraffinaderij. Het suikersap wordt met kalk gezuiverd. Het restant hiervan wordt een kalkrijke meststof om grond te verrijken. Het suikersap ondergaat ook een verdamping in stoomketels om het suikergehalte nog te verhogen. Dit concentraat wordt gekristalliseerd, waarna een grote centrifuge de suikerkristallen en het water scheidt. ‘De overblijvende melasse wordt volledig hergebruikt voor gisting in andere industrieën en als veevoeder. Het water, dat 75 percent van de biet uitmaakt, blijft in een kringloop: deels om bieten te wassen, deels voor andere processen. Dankzij de stoom levert het productieproces zelf volledig zijn eigen energie, via warmtewisselaars.’

Suikersap Na het wassen van de bieten wordt van het groene afval aan de bieten biomethaan of compost gemaakt. ‘Zowat 100.000 ton bietenworteltjes wordt veevoeder. De bieten worden gesneden en het suikersap wordt eruit geperst.

8

Milieubewust gedrag In grote lijnen is deze kringloop vanouds gegroeid. ‘Maar we hebben veel aan de processen verbeterd, zodat we met de nevenproducten de laatste jaren fors meer meerwaarde konden

© Frank Toussaint


Sylvie Decaignie (links) en Carine Winnepenninckx, Tiense Suikerrafinaderij

© Frank Toussaint

‘We konden met onze nevenproducten de laatste jaren fors meer meerwaarde creëren. We verkopen ze tenslotte.’ Sylvie Decaigny – Tiense Suikerraffinaderij

creëren. Wij verkopen ze tenslotte’, aldus nog Decaigny. ‘Ze moeten ook aan steeds strengere normen voldoen. We blijven de kwaliteit, de bewaring en het gebruik verbeteren. Het Koninklijke Belgische Instituut Tot Verbetering van de Biet verricht constant onderzoek met middelen van landbouwers en suikerproducenten. Wij doen alles in overleg met elkaar.’ Carine Winnepenninckx, groepsmanager milieu, gezondheid en veiligheid bij Tiense Suikerraffinaderij, vindt het fabrieksverhaal een mooi voorbeeld van een 3P-beleid (planet, people, profit). ‘We updaten dit continu. Overheden vragen ons ook steeds meer afvalstoffen te selecteren, waaronder de klassieke afvalstromen zoals papier, glas en metaal. We voeren ook intern campagnes, belangrijk voor de bewustwording.’ ‘We hebben zowat 700 medewerkers in het productieseizoen en 600 daarbuiten. En die geven we vorming over milieubewust gedrag. En natuurlijk onderschrijft de directie het milieubeleid. In de voedingssector is Tiense Suikerraffinaderij overigens een belangrijke speler om de sectorale

Pulse december 2015

9


Milieu

doelstellingen qua reductie van energieverbruik te behalen.’

Chips zonder afvalkruimels Ook de Mechelse fabriek van Pringels-chips voert bijna geen afval meer af uit productie en verpakking. De fabriek maakt deel uit van de voedingsgroep Kellogg’s, goed voor 1.600 merken van ontbijtgranen, koekjes, crackers en snacks, die in 20 landen worden geproduceerd en naar 120 landen uitgevoerd. Technisch directeur Bart Simons legt uit hoe afvalstromen worden omgezet in herbruikbaar of recycleerbaar materiaal. ‘De grootste volumes aan grondstoffen voor de aanmaak van chips zijn oliën en bloem, met daarnaast kleinere volumes gist en kruiden. Eerst worden olie en bloem vermengd tot een homogeen deeg, dat tot een dunne folie wordt gerold. Daarna worden de chips in vormpjes uitgedrukt. De deegresten gaan meteen weer in het productieproces. De chips gaan de bakoven in, worden gezouten en na afkoelen gekruid. Zo produceren we een dertigtal varianten in vijf verpakkingsvormen, a rato van 120.000 chips per minuut.’ De aanpak van het afval volgt een hiërarchie die in de milieuzorg algemeen als de beste benadering geldt. ‘Allereerst willen we afval voorkomen. Het is in een voedingsbedrijf een potentiële bron van contaminatie. Het afval dat je niet produceert, moet je ook niet verwerken.’ Voorkomen blijkt vooral bij de verpakkingen goed doenbaar. ‘We laten bloem en olie niet meer in zakken leveren, maar in bulk in grote tankwagens. Onlangs konden we ook de verpakking van gist in zakken voorkomen. Voor de kruiden hebben we met toeleveranciers systemen met pallets en containers opgezet die we hergebruiken of reinigen.’

Ook minder verbranding Van het afval dat de fabriek wel produceert, sorteert ze papier en karton, en kunststof en metaal voor de recyclage. ‘De olieresten gaan naar de bio-

10

‘Als we geluid, emissies en afvalstromen sterk reduceren, verhoogt dat ook de leefkwaliteit voor mensen die in de omgeving van de fabriek wonen.’ Bart Simons – Kellogg’s Mechelen

dieselsector, die ze reinigt. De voedselrestanten die de productie nog voortbrengt, worden door een specialist verwerkt tot varkensvoer, goed voor 500 van onze 800 ton afval’, aldus nog Bart Simons. Net als de zes andere Europese Kellogg’s-fabrieken storten ze vanuit Mechelen geen afval meer. ‘Afval krijgt altijd een tweede leven. 150 ton per maand wordt gerecycleerd en 150 ton wordt nog verbrand voor energierecuperatie.’ Kellogg’s Mechelen wil de verbranding verder reduceren tot 6 procent van de totale afvalstroom, een derde van nu. ‘Het slib uit waterzuivering, dat wordt samengeperst en gedroogd, willen we nu zuiveren tot teeltaarde.’ ‘Als we een nieuw milieuproject voorleggen, moet we natuurlijk op de cijfers letten, maar dat is niet de hoofdzaak’, beweert Bart Simons. ‘Kellogg’s wil zich vooral verantwoordelijk gedragen tegenover de planeet, en die beschermen voor onze kinderen en kleinkinderen. Het imago is niet onbelangrijk, maar we hanteren vooral een langetermijnvisie voor onze stakeholders. Als we geluid, emissies en afvalstromen sterk reduceren, verhoogt dat ook de leefkwaliteit voor mensen die in de omgeving van de fabriek wonen. Dat waardeert de buurt.’ En dan ondervindt de fabriek niet te veel weerstand tegen een nieuwe uitbatingsvergunning.

Vier pijlers voor een duurzaamheidsbeleid Kellogg’s gebruikt vier pijlers voor zijn duurzaamheidsbeleid: ✔ Zorg dat u iedereen meekrijgt, van de 650 medewerkers tot de omwonenden. ✔ Check dagelijks uw energieverbruik en afvalstromen. ✔ Spoor continu lekken op. ✔ Gebruik grote investeringen om doorbraken te forceren.



Milieu

Klimaatvriendelijke maatregelen die gericht zijn op besparingen en efficiëntieverbeteringen bezorgen productiebedrijven meteen ook betere resultaten. Twee praktijkvoorbeelden.

Groene business is booming business Aquatreat: de laagst mogelijke CO2-voetafdruk

‘Elk bedrijf moet zijn ideale mix vinden van technieken en behandelingen.’ Jan Vandersypen, Aquatreat

12

A

quatreat is ontwikkelaar en producent van chemische producten voor de behandeling van koel-, ketel-, afval-, proces-, filtratie- en drinkwater. Het Aarschotse bedrijf zorgt voor waterbehandeling van grote ziekenhuizen, maar ook van Brussels Airport en bedrijven in 20 landen. Oprichter Jan Vandersypen: ‘Vijftien jaar geleden al zijn wij begonnen met zonne-energie om in onze installaties de zuivering van afvalwater aan te drijven.’ De kmo nam nu een volledig passieve nieuwbouw in gebruik, met zowel productie- en opslagruimte, als kantoren en labs. ‘Het complex haalt de laagst mogelijke CO2-voetafdruk met de meest ecologische materialen, maximaal natuurlijk en herbruikbaar. Het is hoofdzakelijk uit hout opgetrokken, wat een veel betere koolstofvoetafdruk heeft dan beton en staal. Qua energievoorziening is het volledig zelfbedruipend met 480 zonnepanelen, waarvan batterijen de elektriciteit één dag zonder zon kunnen opslaan’, beschrijft Jan Vandersypen. ‘Duurzame energie, klimaatvriendelijk ondernemen en waterbehandeling gaan nauw samen. Je kunt een waterprobleem niet oplossen zonder energie, dus moet je uitkijken voor emissies.’ De vroegere recuperatie en zuivering van regenwater verving Vandersypen door een nog fijnere techniek die het water tot op submicronniveau zuivert. ‘Wij hebben nu een bruikbare reserve van 4.000 m³ water, terwijl we

jaarlijks 2.500 m³ verbruiken. De kwaliteit van het eindproduct is zo hoog dat het met een kleine bewerking drinkwater kan worden.’ Aquatreat kan zijn duurzame investeringen deels verantwoorden omdat ze nauw aansluiten bij de eigen activiteiten. Maar zin die investeringen haalbaar voor een doorsnee bedrijf? ‘Dé oplossing bestaat niet. Elk bedrijf moet zijn ideale mix van technieken en behandelingen vinden.’

TIPS ✔ Een goede klimaatingreep maakt een productieproces veelal zuiniger of efficiënter. ✔ Denk niet te snel dat u goed genoeg bezig bent. Het kan vaak nog stukken beter. ✔ Uw bedrijf zelfvoorzienend maken qua energie geeft veel armslag. ✔ Betrek uw medewerkers en laat ze meedenken.


Peter Janssen, Glacio Groep

©Frank Toussaint

Glacio Groep: 40 procent minder water

G

lacio Groep is een producent van roomijs. ‘Wij willen ons kwaliteitsroomijs zo duurzaam mogelijk produceren’, verklaart CEO Peter Janssen. ‘Wie zijn middelen optimaal inzet, werkt al duurzaam. Maar onze ogen gingen open toen we tien jaar geleden een traject volgden naar maatschappelijk verantwoord ondernemen bij VKW, het huidige Etion. Daarna hebben we tal van acties opgezet.’ De Glacio Groep, met private labels en merken IJsboerke, Mio en Artic, telt meer dan 400 werknemers en een omzet van 87 miljoen euro. We namen als eerste in Europa ons oude koelhuis onder handen en pakten het op innova-

‘We dachten goed bezig te zijn, maar het kon nog veel beter.’ Peter Janssen,Glacio Group

tieve manier in met isolatie. Zo bespaarden we 15 tot 20 procent energie en drukten we de CO2-uitstoot fiks.’ Glacio ging samenwerken met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek. ‘Wij dachten qua energieen waterverbruik goed bezig te zijn, maar het kon veel beter’, merkt Peter Janssen op. ‘We reduceerden ons waterverbruik in twee jaar met 40 procent. Een gelijkaardige analyse van het gasverbruik pakte minder spectaculair uit, maar gezien ons hoge verbruik voor het pasteurisatieproces telt elke procent. Je moet natuurlijk wel het proces zelf intact houden, want we hanteren hoge hygiënenormen. De voedingssector volgt daar de farmasector op de voet.’ Glacio beschikt ook over 2.000 zonnepanelen, energie die het voor 100 procent zelf verbruikt. Klimaatwinst haalt het ook uit meer efficiëntie, zoals betere routeplanning voor de leveringen aan 4.000 horecazaken. ‘We gebruiken als grondstoffen plantaardige olie en chocolade van duurzame en eerlijke oorsprong. Verder sorteren we twaalf afvalstromen. Zo laten we voedingsafval vergisten. Onze dozen worden door consumenten hergebruikt en we doen acties tegen zwerfvuil. Bij dit alles betrekken we zo veel mogelijk onze medewerkers. Zij signaleren ook snel een verspilling aan een productielijn, zodat we snel ingrijpen. Door een tip van een medewerker onderzoeken we nu ook of het polypropyleen van gebruikte dozen te reinigen en te hergebruiken is.’

Pulse december 2015

13


Milieu

Vijf vragen voor een klimaatvriendelijke aanpak Hoe maakt u de groene acties van uw bedrijf concreet? Vijf vragen en antwoorden van Metin Bulut en Steven Van Deun, business developers bij de Vlaamse onderzoeksinstelling VITO en het onderzoeksinstituut EnergyVille.

Hoe maak je 1. klimaatmaatregelen tastbaar?

2.

Je kunt de fossiele bouwstenen uit synthesegas of olieraffinage vervangen door biologische grondstoffen. Daarmee worden biogebaseerde producten gemaakt. Maar je moet wel opletten: suikerbiet kan bijvoorbeeld dienen als grondstof voor de chemie, maar als je zo voedsel onttrekt aan de voedingsproductie is het niet duurzaam. Je kunt wel algen kweken als grondstof, zonder afvalstroom. En ook verschillende soorten organisch afval worden nu al biologische grondstof.

14

Vaak heb je transport nodig omdat een product elders minder kost. Dus moeten we meer ter plekke doen met het beschikbare materiaal, bijvoorbeeld onze biomassa. Er zijn bedrijven in de Antwerpse haven die elkaar kruisbestuiven door grondstoffen en stoom uit te wisselen, zonder transport.

Hoe krijg je de beste 4. klimaatimpact in de energievoorziening?

Eigenlijk komt het hier op neer: je kunt CO2 vermijden of je kunt CO2 verwerken. Vermijden doe je door energie te besparen. Verwerken door CO2 te capteren, op te slaan of om te zetten in producten.

Hoe kan ik klimaatvriendelijke grondstoffen nog meer inzetten?

Hoe kunnen we in 3. transport positieve klimaatimpact halen?

Te weinig bedrijven weten hoe ze hun energieverbruik kunnen drukken. En dat kan hen duur te staan komen.

Maak uw bedrijf onafhankelijk van centrale energiebevoorrading. Wek zelf energie op en vermarkt die. Dan koop je geen dure energie bij piekverbruik, maar verkoop je er. Jij neemt nog energie af op goedkope dalmomenten. In West-Vlaanderen koelen bedrijven hun diepvriesinstallaties extra in dalperiodes en nemen ze geen elektriciteit af op piekmomenten. Zij helpen het net en worden daarvoor nog vergoed.

Hoe breng je dit 5. slimme energieverbruik op gang? Om energiebuffers te creĂŤren heb je slimme meters nodig. Te weinig bedrijven weten hoe ze hun energieverbruik kunnen drukken. Daar zorgeloos mee blijven omgaan, kan hen duur te staan komen.


85% van het bedrijfsverpakkingsafval wordt vandaag gerecycleerd


4

apps voor een duurzamer bedrijf

Milieu en duurzaamheid gaan breed. Wij zochten voor u een aantal apps en webtoepassingen die interessant zijn voor milieu en bedrijf.

© RV

© RV

© RV

Lucht & Geluid

Auto

ISO 26000

Welzijn op het werk

Door een Europees project kwam de smartphone app ‘AirProbe’ tot stand. Die verstrekt milieudata, zoals de hoeveelheid ozon, roet en andere vervuilende stoffen waaraan de gebruiker op een bepaalde plek wordt blootgesteld als fietser of wandelaar. De app maakt gebruik van een speciale sensor die via Bluetooth met de smartphone communiceert. Een andere app die dankzij het project tot stand kwam is ‘WideNoise’, die geluidsoverlast meet.

Wat kost uw auto per kilometer? Geen idee? Met de Android app FuelLog voert u uw kilometerstand in, brandstofverbruik, verzekeringskosten, onderhoud, herstellingen en andere kosten. De app berekent dan uw gemiddelde brandstofverbruik en de totale kosten per kilometer. De volledige versie van de app kost 1,99 euro. Voor iOS is er de app Road Trip Lite. Die doet ongeveer hetzelfde als FuelLog.

ISO 26000 is een internationale richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ontwikkelde een webscan waarmee bedrijven aan de hand van een vragenlijst kunnen onderzoeken hoe maatschappelijk verantwoord hun bedrijf al is en wat nog beter kan.

Wellfie is een nieuwe tool voor zowel werkgevers als medewerkers die een optimale werkomgeving creëert met gezonde en gemotiveerde medewerkers. Het instrument belicht vier niveaus: fysieke en mentale gezondheid, aanwezige competenties, waarden en motivatie en ten slotte werkomgeving en bedrijfscultuur. Elke werkgever kan gratis gebruikmaken van Wellfie door zich te registreren via de website.

iPhone & Android, Gratis

16

© RV

FuelLog, Android, 1,99 euro Road Trip Lite, iOS, gratis (4,49 euro voor extra’s)

www.startenmetiso26000.nl

wellfie.be


SCHAAMTELOOS LUXUEUS

€389/maand BIZZ LINE vanaf

*

(excl. BTW)

Met de luxe van de topklasse. Iedereen wil een nieuwe Astra als bedrijfswagen. Met zijn vele innovaties overklast hij al zijn concurrenten. En de Astra Bizz Line biedt u veel kwaliteit voor een aantrekkelijke prijs. Hij is standaard uitgerust met Radio Navi 900 IntelliLink, elektronische airconditioning, parkeerhulp voor- en achteraan en een lederen stuurwiel. Daarvoor betaalt u slechts €389/maand, exclusief bij Opel Lease. Ontdek de nieuwe Astra bij uw Opel Verdeler of op opel.be

De nieuwe Astra. Daagt de topklasse uit. 3,1-7,5 L/100 KM

90-128 G/KM

milieu-informatie (KB 19/03/2004): opel.be

* Huurprijs excl. BTW voor een Astra Bizz Line uitgerust met Business Pack en Electronic Climate Control. Gereserveerd voor professionele gebruikers voor huur op lange termijn op 48 maanden en 120.000 km - Betaling met bankdomiciliëring. Standard+ formule: afschrijving en interesten, taksen, onderhoud & herstellingen, verzekeringen, zomerbanden en pechbijstand inbegrepen. Offerte op tot 31 december 2015 via Opel Lease (een divisie van Axus nv) - Kolonel Bourgstraat 120 – 1140 Brussel, geldig na acceptatie van uw financieel dossier en na ondertekening van het raamcontract en akkoord met de daarin opgenomen algemene voorwaarden. Afbeelding louter ter illustratie.


4

apps voor een groener en duurzamer leven

Apps waardoor u milieubewuster en duurzamer gaat leven. Wij zochten er enkele uit.

© RV

© RV

© RV

© RV

CO2-uitstoot

EcoDice

Duurzaam imago

Aankopen

CarbonTrack is een app van softwarebedrijf SAP waarmee u vrij eenvoudig de CO2-impact van uw dagelijkse activiteiten berekent. Vul onder meer uw energieverbruik of afgelegde kilometers in en u krijgt een idee van uw persoonlijke CO2-impact. De app focust op bedrijven.

Met de ludieke EcoDice app voert u telkens één milieuvriendelijke actie uit. Maar welke dat precies wordt, bepaalt een dobbelsteen. Zo krijgt u bijvoorbeeld de opdracht om met de fiets naar het werk te gaan of een eigen tas mee te nemen naar de winkel. Verander de wereld, begin met jezelf.

Klanten die het belangrijk vinden dat bedrijven zich inzetten rond duurzaamheid, gebruiken wel eens deze ‘Rank a brand’ app. De duurzaamheidsindex of ranking in de app baseert zich op zaken als CO2-emissie, impact op het milieu en werkomstandigheden. De merken en bedrijven zijn afgestemd op het land waar u verblijft.

QuestionMark is een bekende, gratis app waarmee u aankopen in de supermarkt controleert op duurzaamheid.. Als u producten als yoghurt, eieren of vlees scant, krijgt u eerst een algemene score en vervolgens een onderverdeling zoals milieu of gezondheid. De producten in QuestionMark komen uit Nederlandse supermarkten, al zijn er heel wat ook bij ons beschikbaar.

iPhone, gratis iPhone, $0,99

iPhone, gratis iOS, Android, gratis

18



FINANCIテ起

ツゥ Frank Toussaint

20

Patrick Vos, Zappware


Internationale groeiers hebben extern geld nodig Internationaliseren, dat betalen de meeste bedrijven vaak eerst uit eigen vermogen. Maar fikse groeiers hebben vroeg of laat meer externe inbreng nodig. Die financiering blijft altijd een kwestie van vertrouwen. En dan zijn gezonde cijfers en een gestructureerde aanpak geen luxe.

Z

appware was genomineerd voor de Leeuw van de Export 2014, de Vlaamse prijs voor exportkampioenen. Het bedrijf uit Hasselt maakt software voor digitalisering van media, vooral televisie. De internationalisering deint er jaarlijks uit. ‘Wij noteren sinds de start van deze strategie in 2009 groeicijfers tussen 15 en 30 procent per jaar, nu zelfs wat meer’, meldt CEO Patrick Vos. En de financiering van die groeicijfers? ‘Wij hebben de groei tot nu toe organisch aangepakt, zonder harde kapitaalverhogingen. Voor de financiering rekenen we op onze klanten. Dat zijn grote ondernemingen waarmee we partnerschappen aangaan, eerder dan een relatie leverancier-koper. In de contracten zijn tussentijdse betalingen bedongen. We verkrijgen zo cashflow die de eigen middelen doet aangroeien. Aankoopafdelingen bij grote klanten hebben oog voor de financiële kwetsbaarheid van kleinere toeleveranciers, als je hen goede kwaliteit levert.’

Intercontinentaal Deze aanpak maakte het Zappware mogelijk om in Europa te internatio-

‘In softwarebusiness is het soms wel moeilijk om bankfinanciering te krijgen, omdat je niets tastbaars kunt tonen.’ Patrick Vos, Zappware

naliseren. Sinds een paar jaar vindt het zijn oorlogskas groot genoeg om ook intercontinentaal te gaan. ‘Op nieuwe markten is het belangrijk dat je kunt aantonen dat je een financieel stabiel bedrijf bent. Samen met een gezonde balans is het aandeelhouderschap van investeringsmaatschappij LRM daarbij cruciaal. Financieel wordt onze drempel ook verlaagd door de steun van Flanders Investment & Trade voor dure prospectiereizen en internationale beursdeelnames, bijvoorbeeld in Colombia en Argentinië. Wij zijn behoorlijk actief geworden in Zuid-Amerika’, schetst Patrick Vos. Daarnaast rekent hij op banken. ‘We gebruiken kredietlijnen en soms leningen. In de softwarebusiness is het wel moeilijk om bankfinanciering te verkrijgen omdat je niets tastbaars kunt tonen. Dan worden de cijfers des te belangrijker’, merkt de CEO op. ‘Daar zit onze grootste financiële moeilijkheid. Maar sinds het begin van de internationalisering hebben we een goede terugbetalingscapaciteit opgebouwd en dus ook bancair vertrouwen. Dat lukte dankzij de aangroeiende cashflow en een gezonde schuldgraad. De bankcondities worden ook beter naarmate wij meer exportsucces boeken.’ Maar met het succes en de groei ontstaat ook de vraag of een organische financiering voldoende blijft. ‘Een kapitaalsverhoging kan ons sneller laten groeien. In Europa voldeed de organische aanpak. Ons product is wereldwijd gemakkelijk te exporteren, maar voor verkoop en naverkoop kan het nodig worden dat we zelf op andere con-

Pulse december 2015

21


Financiën

tinenten present zijn. We hebben wel een concurrentievoorsprong, omdat de digitalisering van televisie en media in Europa en zeker in België voorop loopt. Maar we moeten sterk staan als een agressieve concurrent onze markt zou aanvallen.’ Vos beseft dat hij met een omzet 6 miljoen euro en 0,5 miljoen winst, waarvan zowat 80 procent uit export, nog klein is. ‘We hebben een voorsprong op een virtueel oneindige markt. Als de ontsluiting van die markt extra financiering vraagt, bekijken we alle opties’, besluit hij.

Kantoor in de Verenigde Staten De meest recente Leeuw van de Export in Vlaanderen ging naar Pattyn Packing Lines. ‘Wij zijn voorzichtig met externe exportfinanciering,” vertelt CEO Stan Pattyn, ontwikkelaar en fabrikant van verpakkingslijnen. ‘Onze klanten zijn zowel grote voedingsgroepen als kleine bedrijven. Pas nadat zij ons hebben betaald, keren wij aan onze lokale agenten hun commissie uit.’ Zo loopt het bedrijf geen grote financiële risico’s. Alleen bij forse verkoop of een grote bestelling, moet de bank bijspringen. Dat was ook nodig toen Pattyn zijn kantoor in de Verenigde Staten opzette.

‘Te vaak hebben kmo’s de reflex om niet verder te kijken als de bank njet zegt.’ Claire Tillekaerts, Flanders Investment & Trade

‘We hadden deze markt al goed ontgonnen en konden ons inkopen in het bedrijf van de toenmalige agent. De investering bleef vrij klein. Onze Belgische huisbank vulde de financiering aan op basis van een stevig financieel en businessplan. Binnenkort gaan we in de VS wellicht van een minderheid naar 80 procent van de aandelen, waarbij de banken ook kunnen helpen. Groot voordeel in onze business is dat klanten een voorschot van 40 procent van de bestelling betalen. Zodra onze installaties bij hen zijn geplaatst, betalen zij 90 procent van het totaal. Zo financieren de klanten deels onze groei.’ In Zuid-Oost-Azië is Pattyn al langer actief is en boekt het een grotere omzet dan in de VS. Toch heeft het bedrijf er nog geen eigen vestiging. ‘Als we er blijven groeien, moeten we dat misschien wel doen. In Europa kunnen we vanuit Brugge alles goed bereizen en controleren. Internationaliseren blijft het goedkoopst via banken. Zo vrijwaar je ook je onafhankelijkheid.’ Pattyn hield zijn aanpak vol toen het een Franse concurrent in moeilijkheden overnam en een Spaanse overname moest rechttrekken. ‘Wij kregen daarbij toch bancaire steun omdat we altijd financieel gezond bleven.’

Internationaal gaan vraagt financiële slagkracht Trajectbegeleiding bij internationaliserende bedrijven heeft Flanders Investment & Trade (FIT) geleerd wat essentieel is voor de financiering. ‘Export biedt voordelen, maar schept ook risico’s, zeker op verre markten’, schetst gedelegeerd bestuurder Claire Tillekaerts. ‘Wij gaan na of het bedrijf en zijn projecten de nodige maturiteit hebben. Ligt er een weloverwogen exportplan op tafel om structureel te groeien? Dat is belangrijk.’ Want veel bedrijven hebben

22

de neiging om alleen naar de voordelen te kijken en minder naar het kostenplaatje. ‘Sinds de laatste crisis is het minder vanzelfsprekend om financiering te vinden. Banken zijn meer terughoudend. Er zit ook niet al te veel risicokapitaal in België.’ Volgens Claire Tillekaerts bouwen onze bedrijven nog te veel voort op hun eigen vermogen. ‘Onze kmo’s benutten minder extern kapitaal voor hun internationalisering. Helaas vertragen

ze zo soms hun groei. De vertrouwde bank geldt als eerste aanspreekpunt, en al te vaak hebben bedrijven de reflex om niet verder te kijken als die njet zegt. Vooral in een kmo waarin de bedrijfsleider zowat alles doet, is het soms moeilijk om alle financieringsmogelijkheden te overzien. Diverse financiers reageren verschillend op exportplannen. Denk maar aan partijen zoals privé- en publieke kredietverzekeraars of risicokapitaalverschaffers. Je moet

advies zoeken over wat er allemaal bestaat.’ FIT gebruikt sinds jaren de Exportmeter als een kleine audit voor bedrijven, om vanuit helikopterperspectief de exportmogelijkheden in kaart te brengen. Begin 2016 start FIT met FINMIX Internationaal. Een bedrijf kan dan zijn internationaliseringsplannen voorstellen aan een ruim panel van financieringsexperts. Die beoordelen de plannen en adviseren over de beste financieringsmix.


WIJ VERZEKEREN UW ONDERNEMING OP MAAT. Als ondernemer hebt u recht op professioneel verzekeringsadvies. Op maat van uw bedrijf, uw activiteit, uw werknemers, uw visie, en dat op elk moment. Want zo kunt u doen waar u goed in bent, zonder dat u wakker hoeft te liggen van eventuele risico’s of pech. Spreek erover met uw verzekeringsbemiddelaar en vraag naar een plan dat bij u past Ên met u meegroeit.

www.fidea.be


Financiën

Het rendement van investeren in film Via de taxshelter kan uw vennootschap bijdragen aan de productie van een film of een ander audiovisueel werk. In ruil daarvoor krijgt die een belastingvrijstelling plus een eventuele financiële rente.

D

e taxshelter werd in 2002 door de Belgische overheid in het leven geroepen om de filmsector te ondersteunen. Sinds 1 januari 2015 geldt een vereenvoudigde regeling die bepaalt dat vennootschappen niet langer rechten verwerven op de filmproductie waarvoor ze zich engageren. In ruil daarvoor krijgen ze een fiscale vrijstelling van 310 procent van de gestorte bedragen. Die is per boekjaar beperkt tot de helft van de belastbare gereserveerde winst en mag niet meer dan 750.000 euro bedragen. Jean Van Herreweghe, fiscalist en vennoot van Van Herreweghe & Partners, illustreert dit met een voorbeeld. ‘Stel, je vennootschap investeert een bedrag van 100.000 euro in een Belgische of Europese film die aan alle voorwaarden voldoet. Ze krijgt dan onmiddellijk een fiscale vrijstelling van 310 procent, ofwel 310.000 euro. Bij een vennootschapsbelasting van 33,99 procent leidt dit tot een belastingbesparing van 105.369 euro. Goed dus voor een fiscaal rendement van 5,37 procent.’

Financiële rente Naast de fiscale vrijstelling krijgt u ook intresten op de gestorte bedragen.

24

Ook als de filmproducent de wettelijke regels niet volgde, kan uw fiscaal voordeel finaal verloren gaan.

Deze financiële rente wordt berekend op de periode tussen het afsluiten van de raamovereenkomst en het verkrijgen van het fiscaal certificaat, met een maximum van achttien maanden. U kunt deze rente beschouwen als een vergoeding voor uw voorfinanciering. De intrest mag volgens de wet niet hoger zijn dan de Euribor op twaalf maanden vermeerderd met 4,5 procent. De Euribor, de interbankenrente die Europese banken elkaar aanrekenen, bedraagt momenteel 0,091 procent. Voor een investering van 100.000 euro is de rente dus maximaal: 100.000 euro x (0,091 procent + 4,5 procent) x 1,5 jaar x (1 – 33,99 procent vennootschapsbelasting) = 4.546 euro ofwel 4,55 procent. Samen met het fiscaal rendement van 5,37 procent is het totale nettorendement gedurende anderhalf jaar dus goed voor 9,92 procent. De taxshelter wordt dan ook beschouwd als een interessant, eenvoudig en volledig legaal instrument voor de fiscale optimalisatie van bedrijfswinsten.

De risico’s ‘Het fiscaal voordeel verwerf je onmiddellijk bij het afsluiten van de overeenkomst, maar het wordt pas definitief wanneer je het fiscaal certificaat ontvangt’, weet Jean Van Herreweghe. ‘De fiscus gaat eerst na of alle partijen de wettelijke bepalingen nageleefd hebben. Zo moet bijvoorbeeld minstens 90 procent van de waarde van het certificaat gespendeerd worden aan exploitatie- en productie-uitgaven in België. Blijkt dat niet het geval te


EXPERT AAN HET WOORD

Alexandre Streel, Partner BDO Corporate Finance, Bedrijfsrevisor, Professor bij ULg

zijn, dan wordt je belastingvoordeel verhoudingsgewijs gereduceerd.’ ‘Bovendien is de fiscale vrijstelling beperkt tot 150 procent van de verwachte fiscale waarde die op het taxshelter-certificaat vermeld staat. Maar die waarde is bij het tekenen van de raamovereenkomst nog niet bekend. Je moet die fiscale waarde dus op voorhand zo goed mogelijk inschatten.’ Als de fiscus oordeelt dat uw vennootschap zich niet aan de wettelijke spelregels heeft gehouden, riskeert u zelfs het belastingvoordeel volledig te verliezen. Dat is zo wanneer u meer voordelen hebt aanvaard dan wettelijk toegelaten is, bijvoorbeeld een deelname in de opbrengsten van de productie. Maar ook als de producent de wettelijke regels niet volgde, kan uw fiscaal voordeel finaal verloren gaan. En dat is ook het geval als de film er uiteindelijk niet komt - bijvoorbeeld omdat er onvoldoende kapitaal opgehaald werd.

Wat moet u onthouden? De taxshelter biedt vennootschappen gedurende anderhalf jaar een nettorendement tot bijna 10 procent in een volledig legaal kader. Zoals bij andere beleggingen zijn er wel bepaalde risico’s.

VALUE-BASED MANAGEMENT: MEERWAARDE VOOR ONDERNEMINGEN De waarde van een onderneming gebruiken als beleidsindicator: dat is het principe van ‘Value-based Management’. Behalve in de context van een fusie of overname, wordt de waardering van een onderneming veelal beschouwd als een noodzakelijk kwaad dat alle bedrijven bij bepaalde gebeurtenissen tijdens hun bestaansduur wel eens dienen te ondergaan. Meer in het bijzonder wordt een waardering meestal gedaan uit juridische of fiscale overwegingen, zoals bij de reorganisatie van een groep, een inbreng in natura, een schenking, een successie, een geschil,… De waarde van een onderneming kan ook uitgroeien tot een echte beleidsindicator die men tracht te maximaliseren. Dat is het principe van ‘Value-based Management’. De voordelen? De maximalisatie van de waarde van het aandeelhoudersvermogen, dat doorgaans voor meer dan 50 procent uit aandelen van de onderneming bestaat. Daarnaast is de aandeelhouder ook beter voorbereid op een verkoop van zijn onderneming. Bovendien, draagt het bij tot de financiële gezondheid van het bedrijf, dankzij een geoptimaliseerde solvabiliteit, rendabiliteit en liquiditeit. Aangezien de waarde van een onderneming bepaald wordt door de toekomstige rendabiliteit, wordt de aandeelhouder gestimuleerd om beleidsreflexen op lange termijn te ontwikkelen. Hij gaat de waarderingsmechanismen begrijpen en dus ook andere financiële operaties, zoals de analyse van investeringsmogelijkheden, beter bevatten. 50 procent meerwaarde In de praktijk bestaat ‘Value-based Management’ erin om de belangrijkste inductoren van de waarde van een onderneming te identificeren: rendabiliteit, groei, risico’s, financiële structuur,… Daarna worden de acties geïmplementeerd die deze waarde verhogen: versnelde invordering van handelsvorderingen, garanderen van een maximale wederkerende inkomstenstroom, verbetering van de operationele efficiëntie, spreiding van de klantenbasis, enzovoort. Dat alles kan leiden tot een verhoging van de waarde van de onderneming met meer dan 50 procent. Zodra dit managementsysteem is ingevoerd, kan de aandeelhouder het zelf gaan perfectioneren. Hij kan de rol van zijn financieel directeur bijvoorbeeld aanpassen aan het nieuwe managementmodel of de belangen van de medewerkers beter afstemmen op die van de aandeelhouders, bvb via een vergoedingssysteem gebaseerd op waardecreatie.

Een initiatief van Partner Content i.s.m.


IT

Š Frank Toussaint

26

Els Descheemaecker, Essent


Lessen uit Big Data ‘Zorgen dat de klant niet slecht gehumeurd wordt als hij uiteindelijk zijn eindfactuur krijgt.’ Dat was het opzet van het Big Dataproject bij Essent. Elke klant kreeg een gepersonaliseerd filmpje in de mailbox, twee dagen voor zijn eindfactuur arriveerde. Een simpel idee, maar een behoorlijk Big Dataproject dat ook lessen voor andere ondernemers bevat.

‘D

ata is de nieuwe olie’, zo wordt wel eens beweerd. En er zijn ondertussen al talloze voorbeelden van sectoren, zoals de auto-industrie, retail en de publieke sector, die mede door het belang en de verwerking van digitale data grondig veranderen. Toch is er één verschil. Waar olie meer en meer een schaars goed wordt, stijgt de hoeveelheid data in bedrijven behoorlijk. ‘Hoe groot die toename is, valt moeilijk te zeggen’, vertelt Sven Schoenaerts, managing director Benelux bij Netapp, dat zich specialiseert in de opslag van data voor kmo’s. ‘Voor een doorsnee kmo situeert dit gemiddeld gesproken rond de 10 à 15 procent aan jaarlijkse groei in opgeslagen digitale data.Bij zogenoemde e-tailers, die bijvoorbeeld het surfgedrag van hun klanten bijhouden, kan de jaarlijkse hoeveelheid zelfs verdubbelen’, aldus Sven Schoenaerts. ‘En er worden in bedrijven ook weinig gegevens verwijderd.’ Het komt er op aan om die hoeveelheden data in de organisatie efficiënt te ontginnen. ‘We merken dat steeds meer kmo’s hier ook wel aandacht voor hebben. Ze willen ook effectief iets doen met al die data’, aldus Schoe-

‘Zelfs bij een kleine kmo zijn ettelijke terrabytes aan data geen uitzondering.’ Sven Schoenaerts, Netapp

naerts. ‘Want zelfs bij een kleine kmo zijn ettelijke terabytes aan data geen uitzondering.’

Filmpje voor klanten Bedrijven kunnen data nuttig gebruiken door ze te analyseren om betere beslissingen te nemen. Om kosten te doen dalen of om klanten tevreden te stellen. Een voorbeeld van de analyse van grote hoeveelheden data vinden we bij energieleverancier Essent, een bedrijf dat in ons land met 150 medewerkers gas en elektriciteit aanbiedt. ‘Het idee? Als onze klantendienst op voorhand wist wie er zou bellen, konden we hen op voorhand ook de antwoorden geven’, vertelt Els Descheemaeker, innovation manager bij Essent. En zo werkte het bedrijf het project finaal ook uit. Klanten kregen, enkele dagen vooraleer de factuur in de brievenbus zou vallen, een gepersonaliseerde e-mail met informatie over hun verbruik. De meeste klanten klikten de mail open en lazen de informatie die op hun eigen energiegedrag was afgestemd. ‘Op die manier waren ze al op voorhand geïnformeerd, wat ze apprecieerden. Bovendien moesten ze niet meer naar onze klantendienst bellen op het moment dat de eigenlijke factuur in de bus viel’, vertelt Descheemaeker. Het voorbeeld van Essent lijkt erg eenvoudig, maar werkte wel. ‘Het initiatief wordt nu ook in de andere vestigingen van de groep geïmplementeerd’, stelt Descheemaeker. Maar wat van buitenaf simpel lijkt, is dat in de praktijk vaak niet. Bij Big Dataprojecten komen heel veel zaken kijken die zowel voor grote als kleine bedrijven van tel zijn. We overlopen de belangrijkste.

Pulse december 2015

27


IT

ker. Maar diverse afdelingen plukken ook de vruchten van het eindresultaat. Het Big Dataproject bij Essent was een zaak voor de marketingafdeling, omdat de klantentevredenheid verbeterde, én voor het callcenter, waar minder telefonische oproepen binnenkwamen.

1. Big Data heeft diverse gezichten Bij Essent werden de data eerst verzameld en gecheckt op kwaliteit. Vervolgens werden ze geanalyseerd en werd er een klantenprofiel opgesteld. Ten derde werden de data ‘actionable’ gemaakt: op basis van de voorgaande analyses werden de klanten benaderd. Het voorbereidende werk valt niet te onderschatten. Sommige data bevinden zich in gesloten systemen, sommige data bewaren bedrijven op een externe locatie. Bepaalde vormen van databanktoepassingen zijn ook niet altijd even compatibel met elkaar. Technisch heeft dit alles een behoorlijke impact. ‘Iedereen denkt dat alle data beschikbaar zijn en overal en altijd meteen gedetecteerd en verzameld kunnen worden. Dat is in de praktijk niet zo’, oppert Descheemaeker. Bovendien moeten de gegevens ook gekoppeld worden. Zo moeten de data gekoppeld aan facturatiegegevens of klantendata bij elkaar worden gevoegd.

2. Werk samen Het verhaal heeft ook een menselijke kant. ‘Iedereen wil in een bedrijf eigenaar zijn en blijven van zijn eigen data’, stelt Descheemaeker. ‘Op die manier zit iedereen ook een beetje op zijn eigen goudberg. Een marketeer geeft zijn klantendata niet graag vrij, net zoals een financieel directeur dat liever niet doet met zijn financiële data’, weet ze. ‘Maar net door al die profielen te betrekken, kun je zoveel meer bereiken.’ Bij Essent moesten data van het verbruik gecombineerd worden met de klantendata. Data situeren zich op diverse afdelingen in een bedrijf. Het beheer van data zit bij een IT-afdeling. De analyse gebeurt door specialisten in business intelligence of data-analyse. En het uiteindelijke contact met de klant behoort tot het takenpakket van de marketeer. Uiteindelijk hebben alle analyses pas resultaat als je ook tot actie overgaat. ‘Elk onderdeel van de ketting is van tel’, bevestigt Descheemae-

28

3. Laat ruimte voor innovatie

‘In een bedrijf wil iedereen eigenaar blijven van zijn eigen data. En zo zit iedereen een beetje op zijn eigen goudberg.’ Els Descheemaecker, Essent

‘Big Data-initiatieven verschillen van andere projecten omdat ze over innovatie gaan. Je moet de platgetreden paden verlaten, zeker in het begin’, aldus Descheemaeker. ‘In het begin wisten wij bijvoorbeeld niet dat het om een filmpje voor klanten zou gaan. We zochten gewoon een manier om de kosten voor de klantenondersteuning te beperken en de klantentevredenheid te verhogen.’

4. Doe niet alles zelf Het probleem van veel dataprojecten is dat ze niet de verantwoordelijkheid zijn van een of andere afdeling. Het is vaak iets extra. ‘Mensen hebben er gewoon geen tijd voor’, vertelt Descheemaeker. Daarom deed Essent een beroep op de diensten van de specialist NGData. ‘Je hebt snelheid nodig, want om interne betrokkenheid te creëren moet je heel snel iets laten zien’, weet Descheemaeker. De interne mensen behielden wel het overzicht. ‘Al is het maar om de data-analyses te interpreteren. Bovendien mag je hen niet het gevoel geven dat hun job overbodig wordt. Want dat is niet zo. Je moet gewoon snel kunnen schakelen.’

5. Visualiseer ‘Big Data zit heel vaak in een soort van technologische context. Het gaat over toepassingen als Hadoop of statistische begrippen als regressieanalyse. En dan wordt het al snel abstract.’ Daarom liet het nutsbedrijf vrij snel het gewenste eindproduct zien: het filmpje voor de klanten, en hoe het er zou moeten uitzien. ‘In onze organisatie maakte het een groot verschil zodra we de data ook echt visualiseerden’, stelt Descheemaeker.


1

2

3

ITgadgets Mooi en nuttig. Klein of groot: een greep uit een nieuwe lading IT-gadgets die u beter doen werken. Of die het kantoorleven gewoon wat aangenamer maken. 4

5

6

7

1| E-reader. De Tolino Shine is het Duitse antwoord op de Kindle e-reader van Amazon. Het toestel huisvest 2GB oftewel 2.000 boeken en is in ons land beschikbaar via Standaard Boekhandel voor 99 euro. 2| JAQ. Met de JAQ van myFC laadt u uw mobiele toestellen ook op als u niet in de buurt van een stopcontact bent. De oplader maakt gebruik van brandstofcellen ter grootte van een kredietkaart. 3| iPad Pro. De iPad Pro is een aangepaste tablet met een vrij groot scherm. In combinatie met een optioneel toetsenbord en stylus, dient deze tablet voor de zakelijke gebruiker. Het instapmodel van 32 GB zal 919 euro kosten. 4| BEEWI. De smart tracker van het Franse Beewi waarschuwt u met licht en geluid, of toont op basis van een app waar uw sleutels of smartphone zich bevinden. 5| Tag Heuer. De ‘connected watch’ van Tag Heuer ziet er niet uit als een ‘smart watch’, maar registreert bijvoorbeeld wel uw verbrande calorieën of gelopen kilometers. Kostprijs 1.350 euro. 6| Stylus pen: Deze Complete Pro Presenter Stylus van Leitz kan gebruikt worden als draadloze pc-controller, krachtige laseraanwijzer, balpen en touchscreen-stylus. Kost ongeveer 55 euro. 7| CamScanner. Met deze app gebruikt u uw Android-toestel voor het scannen van bijvoorbeeld contracten of visitekaartjes. De app kan tekst en beelden scherp vastleggen, bijsnijden en de kwaliteit verbeteren.

Pulse december 2015

29


IT

Software zet de wereld in beweging De transportsector lijkt eerder oude economie. Nochtans is het onder de motorkap al technologie wat de klok slaat, en software in het bijzonder. ‘Vroeger verkochten we boordcomputers, vandaag software als dienst naar onze klanten. Wij zijn een softwarebedrijf geworden.’

A

utofabrikant Volkswagen komt vandaag meer in het nieuws met zijn software dan met zijn nieuwe automodellen. Sjoemelsoftware wordt misschien woord van het jaar. Het Volkswagen-schandaal bevestigt de impact van technologie, en software in het bijzonder, bij bedrijven die iets met transport te maken hebben. Elke kmo in ons land zal geleidelijk aan meer en meer een softwarebedrijf worden. Twee voorbeelden van Belgische kmo’s tonen dit aan. Software, en mobiele software in het bijzonder, heerst steeds meer.

Het automatische tankstation Het eerste voorbeeld is een project van de Belgische mobiele applicatieontwikkelaar iCapps, een kmo met zowat 30 medewerkers die zes jaar geleden werd opgericht, in samenwerking met Tokheim, een van ’s werelds grootste installateurs van tankstationoplossingen. Dankzij hun mobiele app van

30

© RV

‘We brengen eigenlijk een heel kantoor in de vrachtwagen.’ Walter Mastelink, Transics

Belgische makelij kunt u in tankstations mobiel betalen zonder daarvoor de telefoon buiten de auto te gebruiken, iets wat bij tankstations overigens niet is toegelaten. Het systeem werkt als volgt. De bestuurder ontvangt een bericht op zijn smartphone waarin het dichtstbijzijnde tankstation u uitnodigt om daar te tanken. De app wordt geactiveerd en geeft de dichtstbijzijnde vrije pomp aan. De gebruiker selecteert de juiste pomp en begint vervolgens te tanken. Eerder heeft de gebruiker al de informatie van uw tankkaart met brandstof van uw voorkeur in uw app geregistreerd. De app communiceert met iBeacons, kleine zenders die tot op enkele centimeters nauwkeurig gedetecteerd kunnen worden door smartphones. De iBeacons worden in de pompen


© RV

Fleetmanagementtoepassingen van Transics

van het tankstation ingebouwd. En zo wordt tanken een sterk staaltje technologie.

Truck als rijdend kantoor

© RV

Het tweede voorbeeld komt van het Belgische Transics, dat zich bijna 25 jaar specialiseert in fleetmanagement. ‘Wij houden de vrachtwagen in contact met zijn thuisbasis, terwijl ook het bedrijf de truck perfect kan opvolgen’, vertelt Walter Mastelinck, CEO en oprichter van Transics, vandaag onderdeel van het Amerikaanse Wabco. Gebruikers van hun toepassingen krijgen toegang tot cruciale informatie rond locatie en routes van de voertuigen, maar ook tot parameters als brandstofen emissieverbruik, rij- en rusttijden, leveringstijden, bandenspanning en

Pulse december 2015

31


IT

‘ ‘De smartphone is vandaag het verlengstuk van de boordcomputer.’

© RV

© RV

© RV

temperatuur van de vervoerde goederen. Zo ondersteunt Transics transportbedrijven. ‘Wij brengen eigenlijk een heel kantoor in de vrachtwagen. Het gaat hier dus om veel meer dan de pure locatiebepaling van de vrachtwagen’, aldus Walter Mastelinck. Hun fleetmanagementtoepassing is ook gekoppeld aan de bedrijfsapplicaties voor onderhoud, planning, en loonadministratie. Mobistar staat in voor de mobiele verbinding en heeft in elke truck een simkaart. Veel zaken die een chauffeur vroeger manueel en op papier moest afhande-

32

‘We zijn 25 jaar geleden begonnen met 4 softwarespecialisten. Vandaag hebben we er ruim 110.’ Walter Mastelink, Transics

len, gebeuren vandaag digitaal en automatisch. ‘Op deze manier besparen wij ook de chauffeur heel veel administratieve rompslomp.’ Ook hier zit er een mobiel verlengstuk aan de applicatie. De chauffeur blijft namelijk via mobile apps op zijn smartphone in verbinding met zijn truck. ‘Die smartphone is vandaag het verlengstuk van zijn boordcomputer.’ Software en mobiliteit zijn ook voor Transics, dat 90.000 voertuigen uitrust, alleen maar belangrijker geworden. ‘Vroeger verkochten we boordcomputers, vandaag software als dienst voor onze klanten. Wij zijn een softwarebedrijf geworden’, benadrukt Mastelinck. Het hele aanbod aan applicaties is in al die jaren verder uitgebouwd. Ruim een derde van de driehonderd Transic-medewerkers houdt zich bezig met productontwikkeling. ‘Wij zijn 25 jaar geleden begonnen met 4 of 5 softwarespecialisten. Vandaag hebben we er ruim 110.’


Maak van uw bedrijf een softwarebedrijf

Software zit overal ‘Software is eating the world’, schreef Marc Andreessen, een van de oprichters van Netscape en nadien investeerder in bedrijven als Facebook, Groupon, Skype en Twitter, onlangs in een veel besproken essay over de impact van software. Software is geen industrie of een aparte sector meer, maar zit overal.

O

ok in ons land worden steeds meer sectoren, die jarenlang analoog door het leven gingen, gedigitaliseerd. En software, parallel met mobiel en cloud, staat hierbij voorop. Een mooi voorbeeld vinden we bij winkelketen Standaard Boekhandel en hun recente ebookplatform. De ‘digitale lezer’ krijgt er bijvoorbeeld 25 gigabyte aan ruimte ter beschikking in hun online opslagplaats voor e-books. Dat is goed voor ongeveer 25.000 boeken, meer dan een doorsnee lezer ooit gelezen krijgt. Dat voorbeeld onderbouwt de stelling: elk bedrijf wordt een softwarebedrijf. ‘Deze stelling klopt. Alleen zou ik nog verder willen gaan: elk bedrijf ís een softwarebedrijf’, vertelt JeanLouis van Houwe, CEO van het jonge bedrijf Monizze, dat zich richt op elektronische maaltijdcheques. ‘Wij hebben ons van in het begin als softwarebedrijf gepositioneerd en daarom ons ook bijvoorbeeld aangesloten bij technologiefederatie Agoria. De eerste medewerker die ik heb aangeworven was een softwareontwikkelaar’, aldus van Houwe. De CEO geeft toe dat het voor een startend bedrijf makkelijker is om meteen de stap naar software te zetten: ‘Je begint namelijk met een wit blad.’ Maar als voormalige consultant heeft hij ook een aantal tips voor bedrijven die de transformatie naar een softwarebedrijf moeten maken.

naar 1. Kijk de processen Veel bedrijven kunnen nog een stuk efficiënter, en dus ook klantvriendelijker, functioneren als ze hun processen meer stroomlijnen en automatiseren. ‘Je bedrijf gaat efficiënter en eigenlijk ook goedkoper werken’, vindt Van Houwe. ‘Als je klanten in hoofdzaak online en automatisch worden geholpen, hoeven ze je eigenlijk ook niet meer te bellen om hun problemen opgelost te krijgen.’

aan de 2. Denk klantenbeleving De echt succesvolle bedrijven uit Silicon Valley, denk maar aan Apple en Google, zijn succesvol geworden omdat ze zich helemaal richten op de klantenervaring. ‘Hierbij hoort dus ook een slim gebruik van je software die de klantenrelaties beheert’, oppert Van Houwe. ‘Aangezien steeds meer bedrijven een softwarebedrijf worden, ga je echt het verschil maken als je slim gebruik maakt van de software.’

doesn’t 3. Size matter In de zakenwereld beleven we zowel uitdagende als fantastische tijden. Uitdagend omdat concurrentie snel komt en van alle kanten. Fantastisch ook omdat er veel mogelijkheden zijn, ze-

ker voor kleine bedrijven. Zo legt een bedrijf als Monizze met dertig medewerkers het vuur aan de schenen van grootmachten als Sodexho en Eden Red. ‘De eerste zes à twaalf maanden na de start van mijn bedrijf heb ik alles zelf gedaan. Van de website tot de integratie van de software. Tien jaar geleden was zoiets onmogelijk. Vandaag kan dat perfect.’

IT hoger 4. inenZetdebegrijp organisatie, het IT is geen eiland in de organisatie, IT ís de organisatie. ‘IT is vandaag board level materie’, stelt Van Houwe. ‘Maar de absolute consequentie is dan ook dat CEO’s IT goed moeten begrijpen. Ik heb het gevoel dat daar het schoentje nog wel eens wringt. Een CEO moet geen techneut zijn, maar hij moet wel de ITprojecten mee opvolgen.’

het 5. Hou eenvoudig Dit advies geldt niet alleen intern, maar ook extern. ‘Klanten hebben een grondige hekel aan complexiteit. Zij willen, of beter eisen, snelheid en eenvoud’, vindt de oprichter van Monizze. En hij citeert Virgin-oprichter Richard Branson: ‘Complexiteit is je grootste vijand. Maar tegelijk is het behoorlijk moeilijk om iets simpel te houden.’

Pulse december 2015

33


E-COMMERCE

Š Frank Toussaint

34

Sofie Hermans, Orakel


Als e-commerce strategisch wordt Twee jaar geleden met e-commerce begonnen. En vandaag zorgt die al voor ruim een kwart van de omzet en veel nieuwe, internationale klanten. Dat is in twee zinnen het verhaal van Orakel, een Belgische kmo die zich specialiseert in feestartikelen. ‘Als we zelf niet in een webwinkel hadden geïnvesteerd, had een buitenlandse concurrent dat wel gedaan.’

O

rakel specialiseert zich in de productie en verdeling van artikelen voor evenementen en feesten, zoals polsbandjes en drankjetons. De klantenportefeuille is divers. ‘Van de lokale chirofuif tot Coca-Cola, die gepersonaliseerde jetons aanbiedt als promomateriaal’, vertelt Sofie Hermans, die als commercieel verantwoordelijke instaat voor e-commerce en export bij Orakel. Het bedrijf heeft ongeveer vijftig werknemers, maar is internationaal georiënteerd. Het heeft vijf buitenlandse vestigingen, in Polen, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de VS en Hongarije, waar ook een deel van de productie gebeurt. ‘Producten die wij afleveren, zoals bandjes voor toegangscontrole, wegen niet erg veel. Daarom zijn ze erg geschikt voor export en ecommerce.’

Buurlanden Toch is het pas twee jaar geleden dat Orakel resoluut de kaart van e-commerce trok. ‘Veel van onze klanten organiseren een evenement na hun dagtaak. We zien ook veel bestellingen ’s avonds of zelfs ’s nachts’, vertelt Her-

‘Vroeger duurde een order regelen een paar dagen, vandaag kan het in een paar klikken.’ Sofie Hermans, Orakel

mans. ‘Ons product is via internet ook erg geschikt om te personaliseren. Wij bieden een onlinetool aan waar klanten bijvoorbeeld hun jeton of polsbandje kunnen personaliseren met hun eigen logo of vermelding. Dit kwam de snelheid van de afhandeling ten goede. Vroeger duurde het enkele dagen om een order te regelen, via email of aan de telefoon. Vandaag lukt dat in enkele klikken.’ Ook de verzending gaat sneller dankzij e-commerce. ‘Wij werken samen met een koerierdienst. Als een Europese klant op een maandag vóór 16.00 uur bestelt, is het dinsdag bij hem. Als we op maandag naar de Verenigde Staten versturen, is het pakje daar al op woensdag.’

Nieuwe klanten dankzij onlinebestellingen E-commerce werpt zijn vruchten af. 27 procent van de omzet van Orakel komt uit e-commerce. Bovendien gaat het om nieuwe business. ‘Zowat 90 procent van die onlinebestellingen komt van nieuwe klanten. Als ons bedrijf vorig jaar qua omzet met 12 procent is gegroeid, dan komt dat voor een groot stuk via e-commerce’, vertelt

Pulse december 2015

35


e-commerce

Hermans. ‘Voor dit jaar budgetteren wij een groei van 5 procent.’ E-commerce is tegelijk een oefening in efficiëntie. ‘De helft van de internetbestellingen verloopt volledig automatisch. Daar komt geen tussenpersoon meer aan te pas’, vertelt Hermans. ‘Dat betekent meteen ook dat wij met dezelfde personeelsbezetting meer orders kunnen verwerken.’ De onlinebestellingen komen vooral uit de nabije buurlanden. ‘Naast België, zijn Frankrijk, Italië en Nederland de belangrijkste afzetgebieden voor onze webshop.”

Concurrentie Ondanks de opmars van e-commerce is Orakel niet van plan om uitsluitend via dat kanaal te verkopen. ‘Het aandeel van e-commerce in onze omzet zal naar alle waarschijnlijkheid wel blijven toenemen. Maar momenteel komt de meerderheid van de omzet dus nog wel via offlinekanalen. Mensen zullen altijd via telefoon en email bij ons terecht kunnen.’ Al is e-commerce tegelijk wel een belangrijk wapen tegen de concurrentie. ‘Veel internetbestellingen komen vanuit de buurlanden, en dan besef je dat je potentiële concurrent ook daar zit. Onze business wordt meer en meer internationaal. Als we niet hadden geïnvesteerd in een webshop was een concurrent uit Nederland, Frankrijk of Italië ongetwijfeld de kaas van ons brood komen halen’, stelt Sofie Hermans.

Investering Een webshop is een behoorlijke investering voor een kmo met een omzet van een kleine 3,5 miljoen euro. Het gaat enerzijds om de zogenoemde ‘front end’, het deel dat de klant of surfer ziet, die handig en gebruiksvriendelijk moet zijn. Maar anderzijds draait het ook om de hele ‘backoffice’, of de verwerking achter de schermen. E-commerce kost geld. ‘80 procent van onze winst investeren we jaarlijks opnieuw in automatisering en onlinereclame, zoals de Google campagnes’, vertelt Hermans.

36

‘90 procent van de onlinebestellingen komt van nieuwe klanten.’ Sofie Hermans, Orakel

Bovendien geeft internet de mogelijkheid van internationale expansie. Dat gaat verder dan het dozijn landen waar bestellingen nu mogelijk zijn. ‘Onze business is erg seizoensgebonden. Tussen april en september is onze drukste periode. Daarom willen we online aanwezigheid uitbouwen in ZuidAfrika. Als het daar winter is, is het bij ons zomer en omgekeerd.’ Naast de geografische expansie er is ook nog de differentiatie inzake producten. ‘Zo beogen wij ook een verdere uitbreiding in activiteiten, zoals rugnummers voor sport, die minder seizoensgebonden zijn. Een aparte internetwinkel voor sportartikelen is een mogelijkheid. In al deze plannen speelt e-commerce een belangrijke rol’, besluit Sofie Hermans.

E-commerce voor de kmo in zes lessen 1. E-commerce is uitermate geschikt voor export. Dat geldt dan vooral voor bedrijven met lichte en min of meer uniforme producten die makkelijk zijn uit te voeren, zoals de betaaljetons van Orakel. 2. E-commerce zorgt voor automatisering en efficiëntie. U krijgt meer orders verwerkt met hetzelfde personeel. 3. E-commerce is klantvriendelijk. Bestellingen verlopen sneller en de klant bestelt wanneer hij dat wenst. 4. E-commerce is een strategisch wapen. Concurrentie situeert zich meer en meer internationaal. U krijgt er nieuwe klanten mee, vanuit het buitenland. Maar het omgekeerde geldt ook: uw klanten kunnen makkelijk terecht bij een buitenlandse webshop. 5. E-commerce geeft mogelijkheden qua branding. U kunt een aparte webshop openen voor een aparte categorie van producten, zoals Orakel overweegt met sportartikelen. 6. E-commerce vraagt behoorlijke investeringen. Denk aan een gebruiksvriendelijke website en een efficiënt backofficesysteem. Kmo Orakel investeert bijvoorbeeld 80 procent van zijn winst in automatisering. De helft van de internetbestellingen verloopt volledig automatisch.



FLEET

©Lieven Van Assche

38

‘Nous n’avons pas choisi les alternatives pour faire des économies, mais nous ne voulons pas perdre de l’argent non plus.’


L’emploi de carburants alternatifs reste limité Les alternatives aux combustibles fossiles sont encore très rares, et pas seulement dans notre pays. Les investissements ne sont pas faciles à rentabiliser et ceux qui s’y risquent ne bénéficient d’aucun encouragement fiscal. Toutefois, vous trouverez plusieurs possibilités réalistes dans ce dossier.

L’

entreprise de courrier UPS, active dans 200 pays, dispose d’une flotte mondiale de quelque 5.800 véhicules à faibles émissions nocives. Depuis 2000, ceux-ci ont parcouru plus de 800 millions de km; d’ici 2017, ce seront 1,6 milliards! Sa flotte alternative compte 1.300 véhicules et 23 stations-service LNG et CNG, 1.500 véhicules au propane, 19 véhicules au méthane et 186 véhicules électriques. En Europe, 180 véhicules UPS consomment des carburants alternatifs, mais la percée se fait attendre. «Il est possible de déployer la flotte de véhicules électriques «en breakeven», à condition de ne pas devoir investir dans l’approvisionnement en électricité et de les transformer nousmêmes. S’il faut renforcer l’installation électrique, cela devient très cher. Nous l’avons fait à Londres où nous avons bénéficié d’aides européennes. L’approvisionnement électrique doit être décentralisé, par exemple via des panneaux solaires, mais nous avons également besoin d’autres sources d’énergie, car nos véhicules roulent souvent avant le lever et après le coucher du soleil.

Le stockage est un autre point délicat», explique Peter Harris, Director of Sustainability chez UPS Europe. «Nous n’utilisons pas les alternatives pour faire des économies, mais nous ne voulons pas non plus perdre de l’argent», souligne-t-il. UPS considère sa flotte comme un laboratoire roulant et teste de nombreux types de véhicules dans les conditions de conduite les plus diverses. UPS n’a pas encore de véhicules électriques en Belgique, mais c’est le cas dans les pays voisins. «Il n’y a pas de raison particulière, si ce n’est peut-être qu’UPS travaille avec de nombreux sous-traitants en Belgique, ce qui complique leur introduction. Dans les pays voisins, nous avons commencé dans le cadre de projets européens subsidiés.» En Europe, les obstacles que doivent surmonter les véhicules alternatifs sont élevés. «Ce n’est pas un hasard si nous utilisons des véhicules transformés. L’achat de véhicules alternatifs neufs, combiné aux frais liés à l’approvisionnement en énergie, est trop cher. Le biométhane permet de réduire les émissions de CO2 de 80% mais cela nécessite des investissements stratégiques dans la production et l’approvisionnement», poursuit Peter Harris.

Pourtant, il tient à encourager d’autres à franchir le pas. «Il faut choisir la bonne technologie, ce qui n’est pas évident pour une PME. Si suffisamment d’entreprises le font, nous créerons une demande. Et l’offre devra suivre.»

Peu d’incitants Arthur Vijghen dirige une start-up, The New Drive, spécialisée dans le conseil et la gestion de projets en matière de mobilité électrique et d’énergie durable. «Dans notre pays, tous les véhicules utilitaires sont exonérés de la taxe de mise en circulation et la taxe d’immatriculation ne dépasse pas quelques dizaines d’euros, quel que soit le carburant. Le carburant ne joue aucun rôle non plus dans la déductibilité fiscale. En raison de l’usage professionnel qui en fait par des sociétés, ils ne sont pas davantage soumis à la cotisation de solidarité et n’engendrent pas d’avantages de toute nature. L’État n’encourage pas l’usage de carburants alternatifs pour les utilitaires.» Vijghen ne peut citer que quelques entreprises et services publics utilisant des véhicules utilitaires alternatifs, par conviction écologique et sociale ou pour leur image. «Pourtant, il existe des formules rentables, comme un utilitaire qui parcourt plus de 150.000 km. C’est aussi une formule pertinente pour le transport local et la distribution urbaine. Il s’agit de fournir des services au niveau local. On peut travailler la nuit, en silence et sans nuisances. Les autorités pourraient créer un cadre en jouant davantage sur les heures de livraison et les émissions. Et en prévoyant des bornes de recharge et des places de stationnement de qualité pour les véhicules plus propres.»

Pulse décembre 2015

39


Fleet

© Emy Elleboog

De uitbesteding van de dure laatste kilometer Vrachtwagens voor pakjes of één pallet het stadscentrum in sturen, dat is niet de meest mobiele en ecologische leveringsvorm. Een paar innovatieve stadsdistributeurs gebruiken een lichtere vloot voertuigen en een ander leveringssysteem.

40

I

n 19 Belgische en Nederlandse steden is Bubble Post inmiddels actief. ‘In elke stad richten wij een magazijn in, waar bedrijven hun goederen aanleveren voor fijnmazige distributie bij bestemmelingen in de binnenstad’, schetst Yan Ketelers, marketing- en communicatieverantwoordelijke. ‘De laatste kilometer van het leveringstraject verliep vroeger bijzonder inefficiënt en was peperduur, met behulp van de klassieke vrachtwagen. Zowel koeriersbedrijven en transporteurs, als distributeurs en leveranciers laten dit traject tot bij de bestemmeling aan ons

over. Wij bundelen de goederen per stadszone en tijdszone, en bezorgen ze aan handelaars, horeca en particulieren.’

Driewielers ‘Bubble Post werkt met kleine, handige en ecologische voertuigen’, vertelt Yan Ketelers. Zijn koeriers, de ‘Bubble Heroes’, gebruiken zelfontworpen, driewielige elektrische fietsen met een laadbak van bijna 2 kubieke meter ruimte en een laadvermogen van 200 kg. ‘De fietsen zijn uitgerust met koeling om verse producten constant in de koude keten te houden. Ze leggen


EXPERT AAN HET WOORD

Christel Reynaerts, CEO van Alphabet

TIPS voor een slimmere, stedelijke vloot

MOBILITEIT IS MEER DAN EEN AUTO

✔ In steden zijn elektrische en gasaandrijvingen veel sneller rendabel dan erbuiten. ✔ Stadsdistributie maakt niet alleen de vloot rendabeler, maar de hele logistiek efficiënter en goedkoper. ✔ Als leveren geen kernactiviteit vormt, is de uitbesteding van die laatste kilometer geen luxe. ✔ Dat is duurzamer en goed voor het imago van alle partijen.

Mobiliteitsbehoeften van uw werknemers veranderen. In aanvulling op een leasewagen zijn er ook andere vormen van mobiliteit waarmee ze zich sneller en makkelijker kunnen verplaatsen. Om aan die wens te voldoen, werkt Alphabet aan de mobiliteit van de toekomst. Alphabet is geëvolueerd van een operationeel leasingbedrijf naar een innovatieve provider van business mobility. Het geheim van ons sterk merk? Wij durven verder te kijken en een 360 gradenaanpak te hanteren. Innovatie is verankerd in alles wat we ondernemen.

70 procent van alle stadsritten af.’ Voor grote leveringen en leveringen aan de stadsrand zet Bubble Post elektrische bestelwagens in. Deze vloot functioneert efficiënt dankzij de digitale draaischijf van het concept. ‘De zelfontwikkelde planningssoftware organiseert trips zo efficiënt mogelijk. We willen die software ook op de markt brengen’, aldus nog Yan Ketelers. Op het onlineplatform volgen leveranciers en ontvangers de pakjes. Ontvangers kunnen het beste leveringsmoment opgeven. ‘Zo moeten onze koeriers een pakje niet meer dan eens aanbieden, wat kosten en lasten reduceert. Omdat alles vraaggestuurd is, ben je meer klantgericht. Doordat onze koeriers een paar keer per dag in de buurt komen, zijn wij soepeler en sneller dan traditionele transporteurs.’ Ook City Depot doet aan alternatieve stadsdistributie met een aangepaste vloot. Het noemt zijn dienstverlening veel uitgebreider dan die van Bubble Post, omdat het als platform-

Wij werken bijzonder flexibel. De medewerker kiest de mobiliteitsoplossingen die het best aansluiten bij zijn behoeften. Dat kunnen een bedrijfswagen en een fiets zijn, of een bedrijfswagen gecombineerd met een mobiliteitskaart voor openbaar vervoer en parking, … Elke combinatie is mogelijk. Het aanbod is dus niet alleen flexibel, maar ook volledig customized. De wereld verandert steeds sneller en dat brengt grote uitdagingen mee. Maar het doet ook mooie opportuniteiten ontstaan. Dankzij het tijdsonafhankelijk werken bijvoorbeeld, vervaagt de strakke scheiding tussen B2B en B2C. Een naadloze combinatie tussen online en offline wordt daardoor steeds belangrijker. Daarom ontwikkelden we een app, AlphaGuide, die midden december gelanceerd wordt op alle besturingsplatformen. De app is bijzonder gebruiksvriendelijk, en bevat alle klassieke functionaliteiten, zoals een partner zoeken op de kaart, Assistance bellen, … Bovendien krijgt de klant ook een mobiliteitsagenda, die de gebruiker een duidelijk overzicht geeft van alle verplaatsingen die hij die dag moet afleggen. Hij komt ook te weten hoeveel tijd die in beslag nemen en wanneer hij dus moet vertrekken. Als werkgever moet je vandaag attractief, productief én innovatief zijn. Daarom willen we bij Alphabet meer doen dan zomaar een auto aanbieden. We maken onze klanten wegwijs in mobiliteit. En die adviserende rol wordt elke dag belangrijker.

Een initiatief van Partner Content i.s.m.


Fleet

bedrijf de regie voor stedelijke distributie voert en samenwerkt met lokale partijen. ‘Bubble Post is soms concurrent, maar soms ook niet, soms zijn ze zelfs onze partner’, aldus Marc Schepers, CEO en oprichter van City Depot. Zijn bedrijf gaat begin 2016 aan de slag in zeven steden en zal eind 2016 in alle Belgische centrumsteden werken. Het beschikt over magazijnen aan de stadsrand, waar de transporteurs aanleveren om hun goederen volgens bestemming te laten bundelen.

‘De terugverdientijd van alternatieve voertuigen bedraagt slechts 2,5 tot 3 jaar.’ Marc Schepers, City Depot

Vloot snel terugverdiend De vloot van City Depot is sterk aangepast aan de gebundelde, fijnmazige stadslevering. ‘We gebruiken voertuigen met duurzame aandrijving, onder meer cargobikes, maar ook elektrische kleine bestelwagens, naast grotere bestelwagens op LPG en CNG. Elektrische voertuigen zijn prima voor een actieradius tot 100 km. De alternatieve voertuigen zijn stil en proper, fiscaal aftrekbaar en goedkoop in brandstofverbruik. Hun terugverdientijd bedraagt slechts 2,5 tot 3 jaar.’ De stille voertuigen maken nieuwe leveringsformules mogelijk. ‘We kunnen ’s avonds en tijdens weekends le-

veren. Inmiddels beschikken we ook over een dienstenpalet voor handelaars en bedrijven aan de ontvangerszijde. Zij kunnen hun pakketten laten verzenden via onze diensten, zodat er tweewegstransport ontstaat. Dan wordt elke kubieke meter vrachtruimte optimaal benut. De groei van e-commerce zorgt voor een groeiende stroom goederen’, aldus de bedrijfsleider. CityDepot is inmiddels voor bijna de helft in handen van bpost. ‘We kunnen hun enorme logistiek en knowhow koppelen aan onze troeven’, legt Marc Schepers uit. ‘Logistieke organisaties willen eigenlijk af van die laatste kilometer in stadscentra. Die maakt transport te duur en te complex, terwijl wij vrachten efficiënter en soepeler bundelen. Vrachtwagens mogen vaak maar tot 11 uur de stad in. Bij ons kan een grote oplegger altijd tien pallets lossen en snel weer vertrekken, en dat is een pak goedkoper dan voor een paar pallets drie uur de stad inrijden. Gevolg? De rendabiliteit van vloot en chauffeurs verdubbelt. Je kunt je stroomopwaarts veel beter organiseren. Zo hoef je niet meer per klant te laden, want wij sorteren wel.’

In de praktijk ✔ 100 procent CO2-neutraal tegen 2020 Nespresso Belux, marktleider inzake ‘geportioneerde koffie’, maakt gebruik van Bubble Post. ‘Klanten willen hun bestelling zo snel mogelijk ontvangen. Wij proberen continu onze leveringstijden te verscherpen en een breed aanbod aan leveringsmogelijkheden aan te bieden. Onze klanten kunnen nu hun bestelling ontvangen waar en wanneer ze willen’, schetst Thomas Vander Putten van Nespresso Belux, dat zeven stedelijke ‘boutiques’ en twee pop-ups in winkelcentra heeft. ‘We kozen voor Bubble Post, vanwege hun uitgebreid leveringsnetwerk en kwaliteitsgarantie voor onze klanten. De fietslevering is een bijkomende leveringsmogelijkheid voor hen. Zo dragen we ook bij tot minder verkeer en wagens in stadscentra, en tot een positieve milieu-impact, hoewel onze leveringen al CO2-neutraal waren. Het is een van onze duurzaamheidsdoelstellingen om 100 procent CO2-neutraal te zijn tegen 2020.’

42

✔ Transport via water? Zoutleverancier Qsalt werkt met City Depot. ‘Wij leveren vanaf de kust allerlei types zout aan zaken in de steden. Als we een vrachtwagen voor één levering naar centrum Brussel sturen, zijn we hem een dag kwijt. Op de stadsring mag hij zelfs de tunnels niet in. De distributie van City Depot doet ons veel tijd winnen. We beschikken over goedkope opslag en kunnen ons veel beter organiseren’, vertelt zaakvoerder Benoit Quatannens. ‘Transport vormt zowat een zesde van onze productprijs. Besparingen op transport hebben dus een grote impact. Onze vrachtwagen zet nu 14 pallets af aan de rand van Luik, van waaruit City Depot één pallet per klant verdeelt. De zoutzakken worden tot in kelders afgeleverd. Deze leveringsvorm biedt ons een concurrentievoordeel. We onderzoeken zelfs met City Depot of we onze producten niet via water kunnen aanvoeren tot in de stad, waar zij ze dan overnemen.’


BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL

Op zoek naar producten en diensten voor uw bedrijf? Aan het hoofd van een onderneming bent u met duizend-en-een dingen tegelijk bezig: marketing, logistiek, financiën, … noem maar op. Geen overbodige luxe dus om u laten bij te staan door een professionele partner met kennis en ervaring. In deze rubriek stellen de ‘Business Partners’ zich aan u voor. Wat kunnen ze voor u betekenen? Wat zijn de trends in hun sector? En wat zijn hun specialiteiten? U ontdekt het op de volgende pagina’s.

De inhoud valt onder de verantwoordelijkheid van de adverteerders.

OOK UW BEDRIJF OP DEZE BLADZIJDEN? Neem vandaag nog contact op met de accountmanagers bij Trustmedia op 02/422.05.04 of via info@trustmedia.be

En wanneer verkoopt u uw bedrijf?

©RV

Wie een bedrijf start, denkt nog niet meteen aan het moment waarop hij dat bedrijf ooit gaat verkopen. Toch is dat een belangrijk punt om in uw achterhoofd te houden. Want de juiste afweging van alle factoren, levert de beste prijs op. Waar staat het bedrijf in zijn evolutie? Dat is de eerste reflectie die u moet maken. ‘Zijn er nog veel groeimogelijkheden, dan kan het de moeite zijn om die ook eerst te realiseren’,

zegt Kristo Van Holsbeeck, partner bij MNA, gespecialiseerd in begeleiding van bedrijfsoverdracht. ‘Veel kopers willen eerst zien en geloven dan pas.’ En dus moet u ook de belangrijke ontwikkelingen in de sector kennen. ‘E-commerce heeft al heel wat bedrijven onderuit gehaald’, weet Van Holsbeeck. ‘En andere sectoren maken consolidaties mee, waardoor grotere groepen ontstaan. Wie die evoluties ziet aankomen, kan zelf op de kar springen, en tijdig zijn bedrijf overdragen.’ Groeimogelijkheden zijn één ding, maar de groei realiseren is vaak een ander paar mouwen. ‘Zelfkennis is belangrijk. Weten wat je aankunt en wat te hoog gegrepen is’, legt Kristo Van Holsbeeck uit. Ook leeftijd speelt een belangrijke rol. ‘Een ondernemer die ouder wordt presteert vaak minder, zonder dat zelf te beseffen. Gevolg? Dalende resultaten en dus ook dalende de waarde van het bedrijf. Iedere ondernemer ouder dan 50 moet daar rekening mee houden.’

KINDEREN

Onzekerheid over het carrièrepad van hun kinderen houdt veel ondernemers tegen om hun bedrijf in een grotere groep te integreren. ‘Nochtans is dat bedrijf vaak geen echt cadeau voor de kinderen’, vindt Van Holsbeeck. De gouden regel? Kinderen moeten zelf het initiatief nemen en zich als opvolger opdringen. ‘Anders heeft alleen verkoop zin. Met dat geld kunt u uw kinderen dan sponsoren als ze hun eigen weg inslaan.’

MNA, gespecialiseerd in begeleiding van bedrijfsoverdracht kristo.van.holsbeeck@mna.eu, 0475-352 452, www.mna.eu


BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL

‘Nucleus optimaliseerde onze online ticketverkoop’ naast de pieken willen we uiteraard ook dat onze diensten permanent beschikbaar zijn.’ Ook veiligheid was een belangrijk topic bij de keuze van de hostingpartner. ‘We spreken over persoonlijke gegevens en aankoopgegevens van klanten. Dus moeten we absoluut zeker zijn dat alle data veilig getransfereerd en bewaard worden.’ Schaalbaarheid was een laatste aandachtspunt. ‘Ons platform moest exponentieel kunnen groeien’, legt Hans Nissens uit, CEO van Oxynade, aanbieder van online ticketingplatformen. ‘Om pieken op te vangen, maar ook om de groei van het bedrijf niet te dwarsbomen. We willen niet beperkt worden omdat onze hoster geen permanente uptime kan leveren of onze groei niet kan volgen.’ OP MAAT

Hans Nissens, CEO van Oxynade

©RV

Oxynade en Tele Ticket Service deden voor de optimalisatie van hun online ticketverkoop een beroep op Nucleus. Zowel de website van Tele Ticket Service als het ticketingsysteem van Oxynade zal worden gehost in de Nucleuscloud.

‘De 23.000 plaatsen van het Sportpaleis in minder dan 10 minuten verkopen: dat geeft je een idee van het immense volume aan data dat we soms in een korte tijd verwerken.’

Het Antwerpse Tele Ticket Service is marktleider in Vlaanderen voor fullservice ticketing. Het bedrijf wilde van een eigen serveroplossing overschakelen naar een fullservice dienstverlening, waarbij de infrastructuur in de cloud kon en het beheer volledig in handen kwam van de hostingfirma. De eisen die Tele Ticket Service aan zijn toekomstige hostingpartner stelde waren erg hoog: ‘We zitten met een platform dat op piekmomenten tienduizenden tot honderdduizenden interacties genereert in een hele korte periode. We hebben de 23.000 plaatsen van het Sportpaleis al uitverkocht in minder dan 10 minuten. Dat geeft je een idee van het immense volume data dat we soms in een korte tijd moeten verwerken’, aldus Stefan Esselens, partner van Tele Ticket Service. ‘En

Samen met Oxynade en Tele Ticket Service bouwde Nucleus een complete oplossing op maat om de servercapaciteit zowel horizontaal als verticaal te laten groeien. ‘Nucleus helpt ons om een performant ticketingplatform aan te bieden’, vertelt Hans Nissens. Gevolg? ‘De nieuwe website en het ticketingsysteem zijn vanaf nu permanent beschikbaar. Jammer genoeg kunnen we niet iedereen een ticket garanderen – de vraag is vaak groter dan het aanbod - maar we kunnen wel iedereen een optimale dienstverlening bieden.’ ‘Dienstverlening was ook een van de redenen die ons voor Nucleus deed kiezen’, zegt Hans Nissens. Dat de data in België blijven, vindt hij ook een pluspunt. En dat is niet alles: ‘Nog een leuke extra? Bij Nucleus gaven ze niet alleen antwoord op onze vragen over veiligheid, schaalbaarheid en prestaties. Ze kwamen zelf met suggesties om ons platform te optimaliseren. Exact de partner naar wie ik naar op zoek was.’

Nucleus, Noorderlaan 133/8, 2030 Antwerpen T +32 (0) 3 275 01 60 www.nucleus.be


BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL

Een fiets binnen uw leasecontract? Na ‘Smart-stop’ in 2013 en ‘Start2lease’ in 2014, bevestigt leasemaatschappij Westlease ook in 2015 zijn reputatie van innovator. De nieuwigheid dit jaar? Start2cycle.

‘Klanten kunnen de geleasede fiets aan het einde van het contract via een aankoopoptie overnemen.’

Met Start2Lease ontwikkelde Westlease een betaalbare oplossing op maat van de starter. ‘We bieden een tweedehandswagen aan die maximaal twee jaar oud is en hoogstens 50.000 kilometer op de teller heeft’, legt Liesbeth Braem uit, marketingcoördinator voor Westlease. ‘De starter moet zich alleen voor minstens 6 maanden engageren. Daarna kan hij het contract op elk moment stopzetten, met een verbrekingsvergoeding van slechts één maand huur. Bij een klassiek leasingcontract kan die vergoeding oplopen tot het tienvoudige.’ Flexibele leaseoplossingen op maat, dat is het handelsmerk van Westlease. En sinds september van dit jaar kunt u bij hen ook terecht voor fietsleasing. Het bedrijf werkt voor zijn fietsaanbod samen met Team Cyclis. ‘Onze flexibele aanpak trekken we door naar ons aanbod tweewielers. Wij bieden onze klanten een volledige keuzevrijheid: plooifietsen, stadsfietsen, mountainbikes of lichtgewicht racefietsen.’ ‘Uiteraard koppelen we dit aanbod altijd aan een auto’, beklemtoont Liesbeth Braem. ‘Door het fietsgamma zo breed te houden, hoeven we ons niet te beperken tot een bepaald type klant’, weet Liesbeth Braem nog. ‘Ons aanbod is zo ruim dat iedereen die interesse heeft in de leasingcombinatie van auto en fiets bij ons zijn gading moet kunnen vinden.’ Ook de tussentijdse service is van de bovenste plank, weet Liesbeth Braem: ‘De samenwerking met Team Cyclis omvat een onderhoudsbudget voor de fiets. Onze fietspartner werkt bovendien niet met vaste verkooppunten. En dus

kun je bij zowat iedere fietshandelaar in ons land terecht voor aankoop en onderhoud. Team Cyclis breidt zijn netwerk ook constant uit.’ FISCAAL VOORDELIG

In zijn klantencontacten merkte Westlease dat vlootbeheerders steeds vaker op zoek waren naar mobiliteitsoplossingen om werknemers te motiveren of aan te trekken. ‘En dus kunnen fleetmanagers voortaan via hun vertrouwde contactpersoon terecht voor een trendy en fiscaalvriendelijke mobiliteitsoplossing, waarbij eender welke auto met eender welke fiets kan worden gecombineerd. Alle fietskosten zijn voor 120 procent fiscaal aftrekbaar voor de werkgever en hebben geen invloed op het voordeel alle aard van de bestuurder.’ Ten slotte zorgt Westlease nog voor een happy ending: ‘Klanten krijgen de mogelijkheid om de geleasede fiets aan het einde van het contract via een aankoopoptie over te nemen’, besluit Braem. Westlease Brugsesteenweg 73, 8520 Kuurne 056 36 44 44, info@westlease.be www.start2cycle.be - www.westlease.be.


BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL

De ideale uitvalsbasis voor kennisondernemingen

ruime, open invulling van onderzoekexpertises op het park’, legt Jean-Pierre Timmermans uit. ‘Want hoe groter de diversiteit aan ondernemingen, hoe interessanter de onderlinge kruisbestuivingen.’

Incubator Darwin op het wetenschapspark Universiteit Antwerpen in Niel ©RV

Wetenschapspark Universiteit Antwerpen is de ideale uitvalsbasis voor innovatieve kennisondernemingen, in welke fase van hun ontwikkeling die zich ook bevinden. Jean-Pierre Timmermans (voorzitter van de onderzoeksraad van UAntwerpen) en Luc Broos (algemeen directeur POM Antwerpen) leggen uit waarom.

‘We kiezen bewust voor een ruime, open invulling van onderzoekexpertises op het park.’

Waar vroeger kleiputten werden gegraven en bakstenen lagen te drogen, timmeren vandaag wetenschappers en ondernemers aan hun toekomst, omringd door ongerepte natuur. Wetenschapspark Universiteit Antwerpen is een mooi gelegen bedrijventerrein met kantoorruimte en laboratoria voor start-ups, kmo’s en grote bedrijven in de life & environmental sciences en IT. ‘Nergens anders in Vlaanderen vind je deze slimme combinatie van kennisclustering, inspirerende architectuur, professionele bedrijfsondersteuning en een vlotte bereikbaarheid op de verkeersas Antwerpen-Brussel’, zegt Luc Broos trots. RUIM ONDERZOEKSGEBIED

Alle kennisondernemingen die kwalitatief bijdragen aan natuur, leefmilieu, voedselketen, volksgezondheid en technologische sector zijn welkom op de bedrijfscampus. ‘We kiezen bewust voor een

Het Wetenschapspark heeft alles om ondernemingen uit te bouwen tot een succesverhaal. ‘Afhankelijk van de levensfase van het bedrijf bieden we het juiste groeiperspectief’, zegt Luc Broos. De Incubator Darwin richt zich op prestarters, starters en spin-offs. ‘Met flexplekken en modulaire kantoor- en laboruimtes is de incubator de ideale broedplaats voor starters. Samenwerking stimuleren tussen ondernemers en onderzoekers en de juiste professionele begeleiding staan hier centraal.’ In het Doorgroeigebouw Archimedes zijn de groeibedrijven welkom, zegt Timmermans: ‘Archimedes is een plek waar evolutie en innovatief ruimtegebruik hand in hand gaan.’ Kmo’s en multinationals ten slotte die een eigen gebouw willen betrekken, belanden in Projectontwikkeling Prometheus. ‘Zij kiezen een eigen kavel’, verduidelijkt Broos. ‘Ze gaan voor projectontwikkeling op maat met operationele en financiële ondersteuning door POM Antwerpen.’ Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen Wetenschapspark Universiteit Antwerpen Galileilaan 2845 Niel +32 3 443 04 00 www.wetenschapsparkantwerpen.be info@wetenschapsparkantwerpen.be


BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL

Als een dwingende reden het werken belet

omdat hij een concert of sportwedstrijd wil bijwonen die jammer genoeg tijdens de werkuren vallen’, benadrukt Filip Tilleman. ‘U mag uw werknemer ook vragen om de dwingende reden te bewijzen.’ De werknemer moet de werkgever vooraf – en zo snel mogelijk - waarschuwen dat hij dwingend verlof opneemt. ‘Tijdens dat verlof heeft de werknemer geen recht op loon’, zegt Tilleman. Toch worden deze afwezigheidsdagen gelijkgesteld met effectieve arbeid voor kinderbijslag, ziekte-en invaliditeitsuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen. Filip Tilleman, Advocaat Tilleman van Hoogenbemt ©RV

Soms kunnen privéredenen werk onmogelijk maken voor uw werknemer. Hij kan dan ‘dwingend verlof’ opnemen.

‘De werknemer mag het dwingend verlof zeker niet gebruiken om een sportwedstrijd bij te wonen, die jammer genoeg tijdens de werkuren valt.’

Ziekte of ongeval, zwangerschap, kort verzuim na een huwelijk, overlijden van een familielid, plechtige communie van een kind, …: er zijn heel wat privéomstandigheden die werken bijzonder moeilijk maken voor een werknemer. Het arbeidsrecht schiet de werknemer te hulp. Vaak wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst, met behoud van loon. Met andere woorden: de werknemer moet niet werken en wordt toch betaald door de werkgever. Bovendien geeft artikel 30bis van de Arbeidsovereenkomstenwet een werknemer ook het recht om afwezig te zijn om ‘dwingende redenen’. ‘Dat is een onvoorziene privégebeurtenis, die los staat van het werk’, legt Filip Tilleman uit, advocaat-vennoot bij het kantoor Tilleman van Hoogenbemt. Dat kan bijvoorbeeld een brand of overstroming zijn die zware schade aan de woning veroorzaakte. Of een gerechtelijk bevel om aanwezig te zijn op een proces. ‘De werknemer mag het dwingend verlof dus zeker niet gebruiken om wat extra vakantiedagen bijeen te sprokkelen. Of

VERLOREN UREN INHALEN

U kunt uw werknemer niet verplichten om de ‘verloren werkuren’ in te halen. ‘Maar uiteraard kan de werknemer wel akkoord gaan om dit toch te doen.’ De duur van het dwingend verlof is ook beperkt. ‘Wat de reden van de afwezigheid ook is: de werknemer mag per kalenderjaar maximaal 10 arbeidsdagen afwezig zijn om dwingende reden’, weet Filip Tilleman. Voor deeltijdse werknemers wordt deze maximale afwezigheidsduur verminderd in functie van de gepresteerde arbeidsduur. Een halftijds werkende werknemer heeft bijvoorbeeld maximaal vijf dagen dwingend verlof. Maar er zijn ook uitzonderingen, waarschuwt meester Tilleman: ‘Sectorale cao’s of cao’s op ondernemingsvlak kunnen specifieke regels hebben over het dwingend verlof. Die kunnen bijvoorbeeld gaan over welke gebeurtenissen in aanmerking komen voor zo’n verlof. Check die dus altijd vooraleer u aan de noodrem trekt.’

Advocatenkantoor Tilleman – Van Hoogenbemt, Meir 24, bus 6, 2000 Antwerpen, T 03 220 64 00, filip.tilleman@tvh-law.be.


Ga helemaal mobiel met BASE. EN GA OVERAL AAN DE SLAG MET WORD, POWERPOINT EN EXCEL VIA OFFICE 365. Bel nu 0486/19 1940 voor een afspraak of ga naar www.BASE.be/business


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.