Pulse
07 Bijlage bij De Tijd van 5 oktober
magazine voor kmo’s en ondernemers
IT & Telecom Gratis wifi aan het pashokje
Financiën Het geld achter de Belgische technologie voor de FBI en
wijnkelders van Francis Ford Coppola
ERIK DE BISSCHOP (TAPIJTFABRIKANT DESSO) OVER CRADLE-TO-CRADLE
Sluit de totale keten
INHOUD
IT & TELECOM
26 Wifi naast het pashokje
30
ENERGIE
Big data in het advocatenkantoor
4 Het doel? De volledige keten sluiten
8 Minder subsidies, verstandiger investeren
12 ‘Er is enorm veel laaghangend fruit’
14 Druk uw energiekosten met flexibel verbruik
16
26
Bedrijvenvereniging: het voordeel van het grotere geheel
40
FINANCIEEL
20 De financiering achter de oranje doosjes van ServersCheck
24
20 HUMAN RESOURCES
40 De baas en de burn-outs
43
Geen gunstregime voor Uberverdieners
34
FLEET
34 Een slipcursus is niet genoeg
Online alternatief voor een rechtbank
Colofon Inspiratie voor ondernemers Pulse verschijnt vier keer per jaar. Elke editie zit vol concrete tips en besteedt aandacht aan trends en actualiteit in telecom, IT, HR, internationalisatie, financiën, energie, overheid, vastgoed, innovatie en technologie.
Pulse is een gratis bijlage bij De Tijd van 5 oktober 2016 en een initiatief van Tijd Connect. De Tijd is een uitgave van Mediafin. Product Manager: Veronique Soetaert Redactie: Willem De Bock, Roel Van Espen, Karin Eeckhout, Timothy Vermeir, William Visterin, Wouter De Broeck Eindredactie: Kiki Feremans Foto en illustratie: Frank Toussaint, Pieter Van Eenoge, Belga, Studio Dann, Photo News Lay-out: Christine Dubois, Sieber Bulteel Directie: Dirk Velghe, Frederik Delaplace, Arnaud Delmarcelle Adres: Tour & Taxis, Havenlaan 86c bus 309, 1000 Brussel Abonnementen en distributie: Tel. 0800/55 150, E-mail: abo@tijd.be Advertenties Trustmedia: Tel. +32(0)2 422.05.11, E-mail info@trustmedia.be Verantwoordelijke uitgever: Dirk Velghe, Havenlaan 86c bus 309, 1000 Brussel
Volgende publicatiedatum 7 december 2016
CONNECT
Niets uit deze uitgave mag door middel van elektronische of andere middelen worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever © Mediafin
Pulse oktober 2016
3
© Frank Toussaint
ENERGIE
Erik De Bisschop, Desso
4
Het doel? De volledige keten sluiten Anders nadenken over de manier waarop we dingen maken: dat is cradle-to-cradle. In België ontstaat steeds meer aandacht voor die filosofie en het bijhorende C2Clabel. En dus gaan meer en meer bedrijven aan de slag met de principes van de kersenboom.
E
en schoolvoorbeeld van cradle-to-cradle: het Accoya-hout van Accsys Technologies. In Nederland verduurzaamt de onderneming snelgroeiend naaldhout met geconcentreerde azijn, zodat het hout buitenshuis bovengronds gegarandeerd 50 jaar en langer meegaat. ‘Het product heeft de voordelen van hout zonder de nadelen, zoals rot, krimp en zwel. En aan het einde van de levensduur is het gewoon biologisch afbreekbaar’, legt Pablo van der Lugt uit, Head of Sustainability bij Accsys. Het hout vindt zijn weg naar bouw en schrijnwerk als alternatief voor tropisch hardhout, maar ook voor hoogwaardige materialen zoals pvc en aluminium. De afvalstromen worden geüpcycled tot grondstoffen voor nieuwe ketens: het azijnzuur gaat naar de voedingsindustrie, het houtafval is input voor de productie van Tricoya, zeer hoogwaardig MDF.
Volgens de kersenboom Cradle-to-cradle is een idee van de Duitse chemicus Michael Braungart en de Amerikaanse architect William McDonough. Het is gebaseerd op drie principes, legt Gil Stevens uit, expert van het Belgische C2C-platform . ‘Ten
‘Geen nadelige gevolgen bekend?’ Dat is niet genoeg informatie voor ons.
eerste: afval is voedsel. Afvalstromen moeten als grondstof kunnen dienen voor andere producten. Het tweede principe is dat je hernieuwbare energie gebruikt in de productie. En tot slot benadrukt cradle-to-cradle ook het belang van diversiteit. Vanuit de cradleto-cradlefilosofie streven we naar nieuwe producten, nieuwe manieren van werken die tot een betere samenleving leiden.’ Een kersenboom maakt de betekenis van die principes duidelijk. De dode bladeren die de boom produceert, zijn voedsel voor zichzelf én anderen. Energie haalt de boom uit de zon. En diversiteit? ‘Dat betekent voor de boom dat hij daar alleen maar kan blijven staan omdat er vele andere organismen samenwerken om heel het proces te verzorgen’, legt Gil Stevens uit. Het cradle-to-cradle-idee is op vraag van de industrie vertaald in een aantal concrete richtlijnen die leiden tot een streng C2C-label voor producten. De criteria gaan over vijf aspecten van een product. Geen van de grondstoffen van het product mag toxisch zijn. Het materiaal moet ook duurzaam gekweekt of zo veel mogelijk uit recyclage gewonnen worden en het product moet aan het einde van zijn levenscyclus zelf ook recycleerbaar of composteerbaar zijn. Op de derde plaats gaat het over de hoeveelheid energie die nodig is om het product te maken, en waar die energie vandaan komt en wat er met de CO2-emissies gebeurt. Hetzelfde wordt nagegaan voor het gebruikte water: hoeveel wordt er gebruikt, waar komt het vandaan, wat is de impact op
Pulse oktober 2016
5
Energie
het lokale milieu en wat gebeurt er met het water na gebruik? Tot slot wil cradle-to-cradle dat het product niet alleen milieuvriendelijk, maar ook sociaal verantwoord is geproduceerd.
Receptuur Op bezoek bij tapijtfabrikant Desso maakt Erik De Bisschop, lid van het cradle-to-cradleteam, de vergelijking met recyclage. ‘Je kunt asbest recycleren, maar op die manier wordt het niet minder toxisch. Cradle-to-cradle start met een grondige analyse van alle stoffen. Toen Braungart hier de eerste keer was, vroeg hij wat in het tapijt zat. ‘Bitumen en garen’, antwoordden we, maar dat volstond niet. Cradle-tocradle start bij de identificatie en analyse van álle stoffen in de productie.’ Gyproc, onderdeel van Saint-Gobain, maakt in Kallo gipskartonplaten die voor 99 procent bestaan uit twee eenvoudige hoofdbestanddelen: gips en gerecycleerd papier. Al in 2011 werd het C2C-label toegekend aan de klassieke gipskartonplaat. Sustainability Manager Tom Rommens: ‘Je moet de
Je kunt asbest recycleren, maar op die manier wordt het niet minder toxisch.
receptuur van je product bekijken en dus ook de additieven die in zeer lage concentraties aan het gips of het papier worden toegevoegd. Wij vragen daarom informatie op bij onze leveranciers. In eerste instantie geven ze bijvoorbeeld de documentatie die ze verplicht zijn op te stellen in het kader van REACH. Alleen, dat is niet voldoende voor cradle-to-cradle. In die documenten staat vaak: ‘geen schadelijke gevolgen bekend’. Maar wij hebben meer nodig. In onze brandvertragende platen bijvoorbeeld, zitten glasvezels die voor 99,9 procent uit glas bestaan, maar waarop soms een coating wordt aangebracht. Wel, om die platen cradle-to-cradle te maken, moeten wij precies weten wélke coating, wélke chemische stoffen, op die glasvezeltjes zitten.’ De Nederlandse kantoorbenodigdhedenproducent Jalema heeft ondertussen al 180 C2C-erkende producten. Als leveranciers niet kunnen zeggen waaruit hun producten zijn samengesteld, liet Jalema zelf laboratoriumonderzoeken uitvoeren. Ondertussen zijn alle mogelijk schadelijke stoffen door milieuvriendelijke alternatieven vervangen, zegt Cor Hulshof, Certifications & Environment Manager. ‘In een aantal gevallen moest de leverancier zijn receptuur aanpassen om aan de cradle-to-cradle-eisen te voldoen. Dat is niet altijd gelukt: omdat we een te kleine afnemer zijn, was niet iedereen bereid dat alleen voor ons aan te passen. Het gevolg? We moesten op zoek naar alternatieven. En dat bleek niet zo eenvoudig.’
© Frank Toussaint
In een ecosysteem
6
Een product moet op alle vlakken scoren vooraleer het cradle-to-cradle mag genoemd worden en het C2C-label mag dragen. Toch wijst Gil Stevens erop dat het voor bedrijven niet onzinnig is om delen te implementeren. ‘Het voordeel van cradle-to-cradle is dat het een holistisch concept is, dat is waar. Maar wie delen overneemt, is alvast op de goede weg. Het past ook in het groeimodel dat cradle-to-cradle voorop-
stelt, waarbij bedrijven steeds dichter bij het ideaal komen: de volledige biologische of technologische keten sluiten, waarbij alleen hernieuwbare energie wordt ingezet en geen toxische stoffen betrokken zijn.’ Net omdat het zo allesomvattend is gedijt cradle-to-cradle het best in een ecosysteem van gelijkgestemde ondernemingen. Samenwerking tussen bedrijven is dus cruciaal om de keten van grondstof naar product naar afval naar grondstof te optimaliseren. Erik De Bisschop geeft een voorbeeld: de kalk die Desso gebruikt is een reststof die overblijft na de ontharding van water. De kalk geeft de tapijttegel stabiliteit in de onderlaag. Waar die vroeger hoofdzakelijk uit Franse mijnen kwam, zet Desso sinds 2012 steeds vaker kalk in van de Nederlandse drinkwatermaatschappijen. ‘We zijn altijd op zoek naar manieren om continue stromen in de afvalverwerking te gebruiken als voedingsbodem voor de productie van onze tapijttegels. De kalk is positief gedefinieerd in overeenstemming met de cradle-to-cradlecriteria en wordt ingezet voor de productie van een tapijtrug die 100 procent recycleerbaar is.’ Recyclage mag dan niet de centrale doelstelling zijn van cradle-to-cradle, het is wel een belangrijk aspect. De tapijttegels bij Desso zijn zo ontworpen dat de verschillende componenten er makkelijk uitgehaald kunnen worden voor hergebruik. Net zoals bij Gyproc papier en gips makkelijk gescheiden kunnen worden: ‘Al het gipsafval dat wordt ingezameld in België, in containerparken en op werven, maar ook ons eigen afval, wordt door een zusterbedrijf bij ons in Kallo verwerkt. Het papier wordt gerecycleerd en het gips komt in nieuwe platen terecht.’
Marktwaarde van C2C Om het C2C-label te halen, vertellen alle ondernemingen over een erg pittig en tijdrovend proces – niet alleen technologisch, maar ook administratief. De kosten kunnen oplopen. Waarom dan toch investeren in cradle-to-cradle? Overtuiging, dat in elk geval. Maar ook
Cradle-tocradle in vijf criteria 1. Material Health 2. Material Reutilization 3. Renewable Energy & Carbon Management
4. Water Stewardship 5. Social Fairness
om zich te onderscheiden. Tom Rommens van Gyproc: ‘Voor een groot deel ondersteunen we onze merknaam met het C2C-label. We willen in alles voorop lopen, dus ook daarin. Milieuvriendelijk bouwen wordt steeds belangrijker. Dat uit zich in labels voor gebouwen, zoals BREEAM en LEED, waar steeds meer bedrijven expliciet voor kiezen. Cradle-to-cradleproducten zijn een belangrijk onderdeel van de voorwaarden voor deze labels.’ Voor Accsys is het label een manier om zich te onderscheiden van concurrenten die wél met giftige stoffen werken. ‘We kunnen daar wel over communiceren, maar we willen het ook aantonen. Dat is belangrijk voor klanten, architecten, overheden...’ Vooral in Nederland en de VS hebben cradleto-cradleproducten een streepje voor. ‘Die twee zijn echt voortrekkers’, zegt Pablo van der Lugt. ‘Bij Schiphol hebben we bijvoorbeeld Park20|20, een businesspark dat volledig cradle-tocradle is. Door de verhoogde kwaliteit voor mens en milieu zie je daar minder leegstand, terwijl de kantoorprijzen er hoger liggen. Een prachtig voorbeeld van People, Planet, Profit.’ Ook Jalema merkt dat de Nederlandse overheden belang hechten aan het label. ‘Wij werken samen met de lokale overheid in de regio Venlo, die heel actief ondernemingen probeert te bewegen om volgens het cradle-tocradleconcept te produceren. Meerdere ondernemingen in de regio hebben dit opgepakt.’ Heeft cradle-to-cradle ook in België marktwaarde? ‘Juist nu is het belangrijker dan ooit dat bedrijven zich onderscheiden. Doordat steeds meer opdrachtgevers de noodzaak, maar vooral ook de toegevoegde waarde inzien van een duurzame aanpak, is duurzame innovatie de perfecte sleutel. En wat vooral zo mooi is? Als je bedrijf daar goed op inspeelt, wordt de prijs deels secundair. Door op deze manier voor jezelf de lat hoger te leggen, verhoog je automatisch ook de lat voor al je concurrenten’, besluit Roland Jonkhoff, Managing Director van Desso.
Pulse oktober 2016
7
Energie
Minder subsidies, verstandiger investeren Een dak vol zonnepanelen is al lang niet meer de beste financiële investering op de markt. Maar nostalgie is niet nodig. Een kmo heeft vandaag nog altijd veel goeie redenen om te investeren in een energiezuinig beleid.
T
ien jaar geleden volstond het om het dak vol te leggen met zonnepanelen en je van de rest niets aan te trekken. Want elke kilowatt bracht geld op’, zegt Toon Possemiers, algemeen directeur van ingenieursbureau Cenergie. In het huidige subsidiearme klimaat is een andere aanpak nodig. ‘De energiekosten van de kleinere verbruikers zijn gestegen, bij kmo’s gemiddeld 1.400 euro het laatste jaar volgens de Vreg. Daarom hebben vooral zij vandaag baat bij energiebesparing en productie van hernieuwbare energie’, aldus Possemiers. Het wordt vooral interessant als kmo’s productie en verbruik op elkaar afstemmen. Kijk daarom van bij het begin naar het totale plaatje. Dat begint met het in kaart brengen van het energieverbruik. ‘Er is vandaag meer bewustzijn en goeie wil, maar vaak hebben bedrijfsleiders geen idee hoe hun verbruik in elkaar zit’, zegt Possemiers. Twee vragen zijn fundamenteel: 1) hoeveel verbruik ik wanneer? en 2) hoeveel betaal ik voor mijn stroom?
1
Hoe energieverbruik doorlichten? Een audit door een adviesbureau
8
Checklist Energiezuinige renovatie/productie: ✔ Zoek iemand in het bedrijf die 100 procent achter het idee staat en het project wil trekken. ✔ Licht het energieverbruik door – eventueel met hulp van een externe partner. ✔ Begin bij het laaghangend fruit (free koeling, verlichting,..). ✔ Stem energieproductie af op het verbruik (zowel type energie als capaciteit). ✔ Volg het project constant op – om ‘ont-sparing’ of verlies te vermijden. Subsidies voor kmo’s: Vlaanderen http://www.vlaanderen.be/nl/ondernemen/ groen-en-duurzaam-ondernemen/ subsidies-aan-ondernemingen-voorenergiebesparende-maatregelen Wallonië http://energie.wallonie.be/fr/incitants-financiers.html?IDC=6316
helpt om een systematisch antwoord uit te werken. Maar uit vrees voor kosten blijft de drempel nog vaak te hoog. Ook hier worden subsidies stilaan schaars. De gratis energiescans van het Agentschap Ondernemen zijn eind 2015 stopgezet, tenzij voor land- en tuinbouwbedrijven. Alleen via de kmoportefeuille kan steun worden aangevraagd voor advies, goed voor 40 procent van de factuur. Ook enkele steden, zoals Aalst, Gent, Sint-Niklaas, financieren een energiecoachingtraject voor bedrijven op hun grondgebied. Een doorlichting is nochtans onontbeerlijk om uw besparingspotentieel te ontdekken. De bepalende factoren zijn de stroomprijs en het verbruikerspatroon. ‘Een kmo die veel betaalt voor haar stroom en waar verlichting een groot deel opslorpt, zal een investering in ledverlichting snel terugverdienen’, zegt Alex Polfliet, zaakvoerder van adviesbureau Zero Emission Solutions. ‘Ook andere ingrepen zoals isolatie of ventilatie hebben meer impact dan bij grote bedrijven die elektriciteit tegen gunsttarieven kunnen kopen.’
2
Waar zitten die besparingen? Zodra duidelijk is waar de besparingen met de grootste impact op de factuur zitten, kunt u maatregelen uitwerken. ‘Bij de meeste bedrijven zijn er nog veel snelle winstmogelijkheden’, aldus Polfliet. ‘Zo zijn er nog veel – vaak slecht onderhouden - compressoren die continu draaien of geregeld aanslaan. Veel energie verdwijnt zo letterlijk in de lucht.’ Zo’n oudere elektro-
motor vervangen door een zuiniger exemplaar bespaart meteen heel wat energie. Hoeveel precies? Dat berekent u met de simulator van kmo-energiewijzer.be. ‘Door het btw-nummer van uw bedrijf in te geven vergelijkt u uw energieverbruik met de benchmark in de sector waar u actief bent’, legt Polfliet uit. Pas wanneer het hele plaatje van verbruik en besparingen voor u ligt, kunt u kijken of u ook zelf hernieuwbare energie kunt produceren. Veruit het interessantst zijn oplossingen waarbij de productie naadloos aansluit bij het verbruik. ‘Het heeft geen zin om een PV-installatie van 20kW te zeten als de verbruikspiek op de middag 10kW bedraagt. De rest moet u aan het net verkopen voor een veel lagere prijs’, zegt Polfliet.
3
Welke energievorm? Een studie van Unizo toonde eerder dit jaar aan dat amper een op de vijf kmo’s zelf hernieuwbare energie opwekt. Driekwart van de bedrijven die energie produceren op hun bedrijfsterrein of –gebouw kiest voor fotovoltaïsche zonnepanelen (PV). Dat vinden ook Toon Possemiers en Alex Polfliet de meest verstandige keuze. ‘PV kan heel interessant zijn zolang de installatie niet groter is dan 10kW en dus net als bij particulieren werkt met een terugdraaiende teller’, zegt Possemiers. ‘De productiekosten van stroom in zo’n PV-installatie zitten vandaag rond de 50 euro per mWh. Gewone netstroom voor een kleine kmo komt algauw op 200 mWh. Een installatie © Pieter Van Eenoge
Pulse oktober 2016
9
Energie
die goed aansluit op het eigen afnameprofiel zorgt dus voor een flinke besparing’, aldus Polfliet. Warmte-krachtkoppeling (WKK) is alleen interessant als het bedrijf het hele jaar door zowel warmte als elektriciteit nodig heeft. ‘Biogas is alleen rendabel als alle brandstof ter plaatse aanwezig is – en dus niet moet worden aangekocht en aangevoerd’, zegt Polfliet. Alle opgewekte warmte moet ook lokaal worden verbruikt. ‘Sommige vormen van aardgas WKK zijn wel nog rendabel. Al hangt dat vooral af van de hoeveelheid van de opgewekte stroom die meteen kan worden verbruikt. Alles wat weer op het net moet, is eigenlijk verlies’, zegt Polfliet. Kleine windturbines zijn economisch niet haalbaar. ‘Leuk voor de pr, maar energetisch is het onzin’, zegt Polfliet. Grote turbines kunnen volgens hem wel aantrekkelijk zijn. ‘Maar dan
Kleine windturbines zijn leuk voor de pr, maar energetisch is het onzin.
alleen als alle opgewekte stroom ook in het bedrijf wordt verbruikt. Niet alleen de stroom zelf is goedkoper, ook alle netkosten en heffingen vallen dan weg.’
4
Welk type financiering? De meeste bedrijven financieren hun energie-inspanningen uit eigen zak of via de bank. ‘Bij projecten rond verlichting zie je soms dat er een derde partij instapt’, zegt Toon Possemiers. Meestal gaat het om zogenoemde ESCO’s (energy saving companies), die zich laten terugbetalen op basis van de gemaakte besparingen. Op zich een valabel businessmodel, dat al langer succesvol is in de VS en sinds kort ook gepromoot wordt door de Vlaamse overheid. ‘Alleen moet je goed uitkijken of je bedrijf ook effectief bespaart. Daarvoor moet je zowel de reële besparing als de marktprijzen goed opvolgen’, zegt Alex Polfliet.
In de praktijk
Een simpel energieplan Van Hoecke is een bedrijf uit Sin-Niklaas dat meubelbeslag (laden en andere onderdelen) produceert en verdeelt. Goed een jaar geleden naam het deel aan het klimaatlab dat de stad had georganiseerd. Een onderdeel daarvan was een grondige energiedoorlichting. ‘Zo ontdekten we vijf punten die we konden verbeteren’, zegt Paul Verhulst, technisch directeur en bezieler van de energiezuinige renovatie. ‘We hadden onlangs een ouder gebouw gekocht waarvan de dakbedekking te veel warmte opnam in de zomer en doorliet in de winter. Die werd vervangen door een witte dakbedekking.’ Een al even eenvoudige ingreep was de zogenoemde free-koeling. ‘Door lage roosters in de muren en paddenstoelventilatoren maken we gebruik van de natuurlijke afkoeling ’s nachts om het gebouw een frissere temperatuur te geven in de zomer.’
10
Voor de verwarming in de winter vervangt het bedrijf zijn oude gasbranders door een eigen stookplaat. ‘Daar verbranden we houtafval uit onze productieafdeling. We hoeven dus geen houtafval te transporteren’, zegt Verhulst. Ook de oude tl-verlichting wordt vervangen. ‘Al doen we dat stap voor stap. In plaats van de oude tl-buizen willen we een kleinere ledarmatuur. Door dat in de tijd te spreiden, valt die investering ook minder zwaar.’ De kers op de taart worden de twee volledig nieuwe kantoorgebouwen voor Van Hoecke. ‘Het zijn Bijna Energie Neutrale (BEN) gebouwen die voor hun energievoorziening gebruik maken van PV-installaties. Voor warmte en koeling doen we een beroep op geothermiek. En een groot deel van het waterverbruik, bijvoorbeeld in de toiletten, komt voortaan van regenwater.’
85% van het bedrijfsverpakkingsafval wordt vandaag gerecycleerd
Energie
‘Er is enorm veel laaghangend fruit’ Hoe optimaliseer ik het energieverbruik in mijn magazijn? Die vraag stellen ondernemers te weinig. Want het antwoord heeft een grote impact op de CO2-uitstoot én de energiefactuur.
A
ls u zicht hebt op verlichting, isolatie, temperatuursturing, heftrucks ... is het niet onoverkomelijk om het theoretisch energieverbruik van een magazijn te berekenen. ‘Maar de theorie is slechts de helft van het verhaal. De andere bepalende factor voor energiekosten zijn gebruik en beheer’, zegt Robbert Van Boxelaere, Sustainability Engineer bij logistiek vastgoedonderneming WDP.
gaat. ‘Dat is informatie waar de meeste bedrijven niet toe komen’, stelt Robbert Van Boxelaere vast. ‘Er komt dan ook meer bij kijken dan wat je ziet als je in het magazijn rondloopt. Zodra je zicht hebt op het werkelijke verbruik, dan valt het op dat er enorm veel laaghangend fruit is. Lampen die onnodig branden, de verwarming die elke dag twee uur te vroeg in gang schiet ...’
Optimaliseren
Meten om te weten Is er sluipverbruik? Is er piekverbruik dat zorgt voor een hogere factuur? WDP monitort samen met enkele proefprojectklanten het werkelijke verbruik. Voor precieze conclusies is het nog te vroeg. Maar het wordt voor Robbert Van Boxelaere stilaan duidelijk dat het verbruik in veel gevallen verre van optimaal is. Om te optimaliseren, moet u uw energiekosten begrijpen. Ondernemingen die hun energiekosten in detail in kaart brengen kunnen simuleren en scenario’s uitwerken. Wat als we het aandeel zonnestroom vergroten? Wat als er verlichtingssensoren zijn in het minst gebruikte gedeelte van het magazijn? Wat als we energie op een ander moment verbruiken? En u moet ook inzicht krijgen in het energieverbruik. Daarvoor moet u in detail meten waar de energie naartoe
12
Tips ✔ Kijk niet alleen naar het theoretisch verbruik. Monitor in detail ook het werkelijke gebruik in uw magazijn. ✔ Maak de ‘wat als...?’-oefening. Wat als we meer zonne-energie zouden gebruiken? Wat als we onze verlichting vervangen door ledlampen? ... ✔ Bereken op basis van harde cijfers de opbrengst van investeringen in energieoptimalisatie.
Om te optimaliseren is energiebeheer een eerste belangrijke stap. Een alarm waarschuwt de nachtwaker bij sluipverbruik. Of timers zorgen ervoor dat heftrucks worden opgeladen wanneer het daltarief van toepassing is in plaats van allemaal tegelijk aan het einde van de shift. Op basis van het reële verbruik kunt u als ondernemer ook investeringen afwegen. Wat is de return on investment van een volledige herziening van de verlichting? Misschien is het al rendabel om een deel van het magazijn opnieuw uit te rusten? ‘We merken bij onze klanten al vaak een terugverdientijd van twee jaar voor een relighting-project’, zegt de expert van WDP. ‘Er is ook veel potentieel voor energieopslag, waarbij je energie van de zon zo veel mogelijk opslaat om later zelf te verbruiken, in plaats van te injecteren op het elektriciteitsnet.’
© Mathijs Delva - Het Kantoor Van Morgen
Energie-efficiëntie op kantoor Energie besparen op kantoor, dat is zoveel meer dan de halogeenspots vervangen door zuinige ledlampen. Interieurarchitect Frank Martens, van Het Kantoor van Morgen, gidst door het energieefficiënte kantoor.
✔ Zon weren is beter dan achteraf koelen Als u uw kantoor wilt koel houden in de zomer, dan is de zon buiten houden de eerste stap. De meest aangename manier om dat te doen? Plant bomen: die houden de zomerzon buiten, terwijl de kale winterboom de zonnestralen wél doorlaat als u bijkomende warmte kunt gebruiken. Geen plaats voor een boom? Onthoud dat buitenzonnewering beter werkt dan binnenzonnewering.
✔ Koelen is meer dan airco alleen Airconditioning is de eerste gedachte bij klimaatregeling op kantoor. Nochtans zijn er alternatieven die veel energiezuiniger zijn en de temperatuur op kantoor met een aantal graden doen dalen. Bij nachtkoeling gebruikt u bijvoorbeeld de koele buitenlucht om het gebouw ‘s nachts op gewenste temperatuur te brengen. Om overdag te koelen, kunt u koel water pompen door de verwarmingsbuizen in het plafond of de vloer. Zo’n koeling is wel alleen effectief als er niet té veel zon binnenkomt. Toch airco nodig? De nieuwe systemen zijn, met dank aan de evoluties in de warmtepomptechnologie, veel zuiniger.
✔ Frisse lucht hoeft geen koude lucht te zijn Ventilatie van kantoorruimtes is noodzakelijk om voor voldoende zuurstof te zorgen. Maar u wilt ook geen ijskoude lucht naar binnen halen. Ventilatie met warmterecuperatie biedt een oplossing: voor de binnenlucht naar buiten wordt gepompt, geeft die zijn warmte af aan een warmtewisselaar, die daar de verse lucht mee opwarmt voor die in de werkruimte wordt geblazen.
✔ De laatste doet het licht uit Eén schakelaar die alle lichten in het kantoor dooft: voor de laatste die het kantoor verlaat is het met zo’n knop een fluitje van een cent om alle lichten uit te schakelen. Een andere optie is een timer die automatisch alle lichten dooft op een bepaald tijdstip. In dezelfde categorie: in niet-verblijfsruimtes zoals de gang en de toiletten werkt u het best met een bewegingssensor die het licht pas aan laat gaan als er effectief iemand is.
✔ Meten en regelen Voor verwarming en koeling, zelfs voor ventilatie en verlichting, is vandaag technologie beschikbaar die zorgt dat alles ‘op maat’ gebeurt. Laat alles dus niet meer continu op volle toeren draaien. U kunt verwarming en koeling aansturen op basis van de gemeten temperatuur in verschillende zones of ruimtes. Een CO2-meter bepaalt hoeveel verse lucht er in het kantoor geblazen moet worden en past het debiet van het ventilatiesysteem aan. En u kunt armaturen uitrusten met een lichtmeter die de lamp automatisch dimt, zodra er voldoende natuurlijk licht is. Meer comfort, minder verbruik.
Pulse oktober 2016
13
Energie
Druk uw energiekosten met flexibel verbruik Belgische grootverbruikers van elektriciteit betalen nog altijd een pak meer dan hun collega’s in buurlanden. De meesten hebben hun energie-efficiëntie al fors verbeterd. Toch blijft flexibel inspelen op de schommelende prijzen een aanrader.
I
n 2015 betaalde een Belgische industriële klant met continu verbruik voor zijn elektriciteit 16 tot 40 procent meer dan zijn collega in buurlanden. Dit resultaat was beter dan in 2014, toen het verschil tot 75 procent kon oplopen, zo blijkt uit een studie van Deloitte. Een recente studie van de CREG, de federale energieregulator, bevestigde die cijfers grotendeels. ‘De Waalse overheid heeft de heffing op groenestroomcertificaten degressief gemaakt naargelang het verbruik. Dat vlakte de grootste verschillen af’, vertelt Peter Claes, bestuurder van Febeliec, de federatie van Belgische industriële energieverbruikers. Oorzaak van het verschil met onze buurlanden? Continue gebruikers in basisindustrieën krijgen daar grote vrijstellingen.
Ernstige kostenhandicap De elektriciteitsfactuur blijft een fikse concurrentiehandicap. ‘Voor
14
onze leden, de elektro-intensieve bedrijven, kan deze post 10 tot 15 procent van de variabele productiekosten betekenen, voor bepaalde productielijnen zelfs 50 tot 60 procent. Zij verbruiken tussen 100 en 1.500 gigawattuur per jaar. Elektriciteit vormt overigens een belangrijke kostenfactor bij alle industriële bedrijven’, schetst Peter Claes. ‘In 2015 leidde de onzekerheid over de Belgische kerncentrales tot een hogere leveringsprijs voor de stroom, wat nog kan doorwerken in 2016 en 2017 wanneer langlopende contracten aflopen. Duitse stroom blijft goedkoper. De hypermoderne en goedkope steenkoolcentrales, waarvan Duitsland er de voorbije jaren negen bouwde, zijn vaak op cruciale momenten goedkope leveranciers. De zwaar gesubsidieerde, hernieuwbare energie komt er bijna gratis op de markt.’ Een bedrijf kan aan de structuur van die stroomprijs niets doen. Ook tegenover de elektriciteits-
© Frank Toussaint
Soms kunnen bedrijven nog besparen door alleen ’s nachts te werken. Peter Claes, bestuurder Febeliec.
Peter Claes, Febeliec
taksen staat het machteloos. En daarin is België kampioen. Degressiviteit drukt de impact nog wat voor de grootste verbruikers. De middelgrote bedrijven worden het zwaarst getroffen, merkt Febeliec.
Verbruiken op andere momenten ‘Bedrijven kunnen hun elektriciteitskosten soms nog drukken, door synergie te bekijken met buurbedrijven of een aanpalende woonwijk, bijvoorbeeld via warmtenetten. Ook nuttig is de oefening of je energie het best inkoopt of zelf produceert, ‘make or buy’. Gelijktijdig stroom en warmte produceren valt vaak goedkoper uit. Warmte-krachtkoppeling (WKK) kan
het nuttig gebruik van de calorische waarde opdrijven tot 70 à 80 procent, maar het vraagt altijd een gevalstudie om de rendabiliteit te berekenen,’ vertelt Michaël Van Bossuyt, energie-expert bij Febeliec. De meeste grotere verbruikers tasten al langer de beschikbare opties qua energie-efficiëntie af. ‘Soms kunnen bedrijven nog besparen door hun verbruiksperiodes bij te sturen. Sommige werken alleen ’s nachts, wat de energiekosten flink drukt. Je kunt je verbruik afstemmen volgens de seizoenen of volgens de dagen van de week en het weekend. Maar dit hangt af van het type activiteit, de gebruikte technologie, de eventuele reservecapaciteit, de evolutie van de vraag naar het product,
de impact van de loonkosten, of andere factoren zoals de noodzakelijke continuïteit.’ Het verbruik is nog flexibeler te regelen en kan daardoor nog goedkoper worden gemaakt. In Bretagne werd een centrale van 400 MW/jaar uitgespaard door burgers een sms’je te sturen wanneer ze beter wat toestellen konden afschakelen. Zo werd duur piekverbruik gemeden. Dat kun je zelfs automatisch regelen. Febeliec pleit fors voor slimme verbruiksmeters, die zeer dure pieken vermijden. Industriële koelhuizen hebben nu al overeenkomsten met elektriciteitsleverancier Elia om hun afnames af te stemmen op de verbruikspieken en – dalen. Iedereen wint.
Pulse oktober 2016
15
Energie
Het voordeel van het grotere geheel Wat een kmo alleen niet kan realiseren of financieren, krijgt een bedrijvenvereniging vaak wél gedaan. Bewora is een ambitieuze vzw die actief is op de bedrijvenzones van Ranst en Wommelgem. ‘We willen een maximaal aantal individuele ondernemingen voordeel laten halen uit de werking van het grotere geheel.’
‘T
oen we gevraagd werden om lid te worden van Bewora, twijfelde ik geen moment’, vertelt Hugo Janssens van Akemi, een kmo uit Ranst gespecialiseerd in onderhoudsproducten voor natuursteen en professionele lijmen. Onder meer de netwerkbijeenkomsten die de vereniging regelmatig organiseert, charmeerden de zaakvoerder. ‘Collega-ondernemers uit je eigen buurt leren kennen, is interessant, op persoonlijk én zakelijk vlak. Sinds we aan die bijeenkomsten deelnemen, hebben we al vaak zaken gedaan met onze buren.’ Nextel in Wommelgem, integrator van ICT-, operator- en beveiligingsoplossingen, heeft dezelfde ervaring. Rudi Jacobs, operations director: ‘Een aantal jaar geleden gaven we tijdens een Bewora-bijeenkomst uitleg bij de technologie die ons bedrijf toepast. Er waren buurtbedrijven die ons niet kenden en die we nu tot onze klanten mogen rekenen.’
Netwerken en kennis opdoen De evenementen van Bewora trekken permanent veel volk, niet vanzelfsprekend als je doelpubliek bestaat uit overbevraagde zakenmensen. ‘Het is de kunst om bijeenkomsten laagdrem-
16
pelig én interessant te houden’, meent Dirk Maes, die in 2014 door Beworavoorzitter Marc Van Grootel als parttime parkmanager aan boord werd gehesen. ‘Bewora-lidbedrijven nemen met twee personen gratis deel aan onze Happy Hours. Meer volk meebrengen kan, tegen betaling. Een drankje kost 1 euro.’ Bewora kan de prijzen laag houden omdat de vereniging zijn netwerkactiviteiten laat sponsoren. De eventpartners krijgen een platform in ruil voor financiële inbreng. Dirk Maes: ‘We vragen hen bijvoorbeeld om tijdens een voordracht hun kennis en ervaring te delen. Maar we letten er wel op dat dit geen rondje reclame voor het eigen bedrijf wordt. Doel? Onze leden met extra bagage naar huis sturen.’
Het is de kunst om bijeenkomsten laagdrempelig én interessant te houden.
Besparen met groepsaankopen Bewora is meer dan een goed geolied evenementenbureau. Een van de zeven werkgroepen buigt zich bijvoorbeeld over groepsaankopen. Koen Caluwé, managing director van Caluwé Artisan Chocolatier, is er voorzitter van. ‘Om meerwaarde te creëren voor de leden, trachten we elk jaar een aantal samenaankopen te realiseren of groepskortingen te bedingen. Zo’n zes jaar geleden organiseerden we bijvoor-
Zeven tips voor een bloeiende bedrijvenvereniging 1. Professionaliseer het bestuur van uw vereniging.
2. Zoek een passionele ‘trekker’
3.
4.
5.
6.
Dirk Maes (links) en Marc Van Grootel, Bewora
© Frank Toussaint
7.
die tijd krijgt om dossiers te doorploegen en mensen bij elkaar te brengen. Gebruik de subsidielijnen van de overheid om richting te geven aan de zoektocht naar een professionele werking. Zorg voor netwerkevenementen waar uw leden ook inhoudelijk iets aan hebben. Nodig nieuwkomers in uw districts-, stads- of gemeentebestuur uit voor een kennismaking op uw bedrijventerrein. Als u structurele partners of sponsors aantrekt, kies dan voor partijen die uw visie delen en maak goede afspraken met hen. Mik op zakelijk succes, maar zorg ook - als bindend element - voor een portie creativiteit en plezier.
Pulse oktober 2016
17
© Frank Toussaint
Energie
beeld een samenaankoop voor zonnepanelen.’ Bepaalde opleidingen – zoals de verplichte nascholing voor chauffeurs met rijbewijs C – vinden voor al de leden samen plaats, op het terrein. Ook de samenaankoop voor elektriciteit en gas was een voltreffer. Koen Caluwé: ‘Ons bedrijf, een grootverbruiker, boekte hiermee een besparing van 25 procent.’ Dit jaar sloot Bewora een groepscontract met een aanbieder van kantoorbenodigdheden. De samenaankoop voor groenbeheer loopt en die voor brandblusapparaten is gepland voor 2017. Een bijzondere deal sloot Bewora met een prestigieus hotel in Antwerpen. ‘Onze leden kunnen er goedkoper voor hun gasten een kamer boeken. ’s Ochtends schuiven ze met hen gratis mee aan het ontbijt.’
Betere verkeersdoorstroming De cel mobiliteit van Bewora onderhoudt contacten met De Lijn en andere partijen die belangrijk zijn voor een vlotte verkeersdoorstroming in en rond de bedrijvenzones. Dat is relevant voor Wommelgem, van oudsher een
18
druk verkeersknooppunt. ‘Toen we ons nieuw gebouw hier optrokken, stelden we op vraag van het gemeentebestuur een mobiliteitsplan op’, zegt Rudi Jacobs van Nextel. Dat gebeurde in samenwerking met Bewora en de provincie Antwerpen, die mobiscans aanbiedt. Doel van het plan? Aanbevelingen formuleren voor woon-werkverplaatsingen van medewerkers. De bedrijventerreinvereniging werkt ook aan een voorstel voor de aanleg van een fietsenstalling aan de terminus van de tram in Wommelgem. Dat moet meer werknemers aansporen om het openbaar vervoer te gebruiken in plaats van de auto.
Begeleiding bij aanwerving
Wij zijn het eerste bedrijventerrein met een eigen VDAB-loket.
Bewora is in zijn activiteiten ten voordele van de lidbedrijven erg vindingrijk. Zo sloot de vzw onlangs een driejarig partnership met de VDAB. ‘Wij zijn het eerste bedrijventerrein met een eigen elektronisch VDAB-loket’, aldus de parkmanager. ‘Onze leden kunnen er terecht voor al hun praktische en juridische vragen over de aanwerving van medewerkers. Eén
VDAB-medewerker volgt de vragen op en geeft binnen de afgesproken termijn antwoord.’ Akemi maakte van dit aanbod al gebruik. Hugo Janssens: ‘Zonder het Bewora-aanbod had ik nooit een beroep gedaan op de VDAB om twee medewerkers aan te werven. De VDAB-contactpersoon – die ons bedrijf ondertussen goed kent – begeleidde ons van a tot z, van de jobadvertentie, over de sollicitaties, tot en met de eerste gesprekken met kandidaten.’ Voor het bedrijf werkte de dienstverlening tijdbesparend, zonder extra kosten. ‘Het lidmaatschap bij de bedrijventerreinvereniging – dat ongeveer 200 euro per jaar bedraagt – brengt niets dan voordelen op’, vindt Hugo Janssens.
Website met eerstelijnsadvies op komst Op naar schatting 40 à 50 procent van de bedrijventerreinen in Vlaanderen is vandaag een bedrijvenvereniging actief. Het is niet eenvoudig om die draaiend te houden. Wilt u ermee starten of uw vereniging nieuw leven inblazen? De vijf Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen (POM’s) werken aan een website met praktische informatie. Dat gebeurt op vraag van het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen, dat investeert in een kennisnetwerk voor bedrijventerreinmanagement. In elke provincie is er een ‘single point of contact’ voor vraaggericht advies en begeleiding. ‘Doel van de website is het bundelen van kennis en het geven van eerstelijnsadvies’, zegt Peter Carpentier bij POM Antwerpen. Hoe structureer je je vereniging op een duurzame manier? Welke financieringsmogelijkheden zijn er? Hoe organiseer je een actie om bijvoorbeeld zwerfvuil op je terrein op te halen? Wie heeft daar ervaring mee? Het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen maakt dit najaar ook de resultaten bekend van de recente projectoproep rond bedrijventerreinmanagement. Bedrijvenverenigingen konden tot eind juli een aanvraag indienen voor financiële steun bij het aanstellen van een parkmanager of het professionaliseren van hun parkmanagement. Een nieuwe bedrijventerreinvereniging kan maximaal 60.000 euro ontvangen, een bestaande 40.000 euro. Een twintigtal projecten krijgen steun.
ADVERTENTIE
FINANCIËN
© Frank Toussaint
20
Maarten Van Laere, ServersCheck
Oranje doosjes van Washington tot Melbourne Wat hebben de flitspalen in Australië, de wijnkelders van Francis Ford Coppola in Californië en de FBI met elkaar gemeen? Ze worden allemaal bewaakt met de technologie van het Belgische ServersCheck, het derde bedrijf al van serial entrepreneur Maarten Van Laere.
T
oen Maarten Van Laere in 2004 met ServersCheck begon, had hij al twee firma’s mee opgericht en gerund: het callcenter Techmar, dat in twee jaar tijd uitgroeide tot een bedrijf met 200 werknemers, en Netmining, een bedrijf gespecialiseerd in online profiling. Dat laatste werd verkocht aan Dentsu, het derde grootste marketingbureau ter wereld. Van Laere was er toen al even weg, alweer broedend op frisse ideeën. ‘Op een A4-tje noteerde ik de voorwaarden voor mijn nieuwe bedrijf. Bij Netmining hadden we een zware periode toen onze grootste klant Compaq wegviel na de overname door HP. Om het risico te spreiden, wilde ik voortaan heel veel klanten. En niet alleen in België of de buurlanden, maar wereldwijd. Gaat het in een bepaald deel van de wereld slecht, dan is er altijd wel een regio waar het economisch beter gaat.’ ‘En ik wilde zo weinig mogelijk personeel, want ik wilde nooit nog mensen ontslaan, zoals in die zwarte periode bij Netmining.’ Van Laere wilde liefst ook geen externe investeerders aan boord. ‘Hun belangen stroken niet altijd met die van een ondernemer.’
Ik wilde zo weinig mogelijk personeel. Want ik wil nooit nog mensen ontslaan. Maarten Van Laere, ServersCheck
Software Met die voorwaarden in het achterhoofd, kwam Van Laere op het idee om software te ontwikkelen die de beschikbaarheid van servers opvolgt. ‘Ligt je server plat, dan weet je dat graag voor een gebruiker meldt dat je systeem down is. Ik liet een eerste versie ontwikkelen door freelancers en met de eerste inkomsten liet ik het pakket verbeteren, op basis van de feedback van klanten.’ De verkopen gingen in stijgende lijn, tot de crisis van 2008. ‘Ik begreep toen dat het met software alleen moeilijk overleven zou worden. In de perceptie vraagt software geen fabricagekosten, wat maakt dat klanten niet bereid zijn om er veel voor te betalen. Bovendien waren er nog spelers op de markt gekomen, sommige zelfs met gratis alternatieven. We konden niet anders dan onszelf heruitvinden.’ Die denkoefening bracht Van Laere bij hardware die ook de omgeving van die servers zou bewaken vanop afstand. ‘Is de vochtigheidsgraad op peil? Is de temperatuur oké? Want als de airconditioning het laat afweten, dan vallen vroeg of laat de servers uit door de warmte. Die monitoringsystemen bestonden al, maar ze waren complex en duur voor kleine bedrijven of ruimtes.’
Oranje In 2010 bracht Van Laere zijn eerste versie op de markt. Een compact oranje bakje, dat zo goed als geen ruimte inneemt in de meestal erg volle serverracks. Ook de kleur was belangrijk. ‘Oranje is dé veiligheidskleur, zo-
Pulse oktober 2016
21
Financiën
wel in de scheepvaart als in de luchtvaart. Reddingssloepen, reddingsvesten, “zwarte” dozen: ze zijn allemaal oranje.’ Bovendien valt oranje ook meteen op in serverruimtes waar alles meestal zwart is.’ Het toestel draait op zichzelf, zonder computer, waardoor het zeer weinig stroom verbruikt. Met die besparing alleen al, is de investering snel terugverdiend, aldus Van Laere. ‘De sensor voor de meest gevraagde functie, de temperatuurmeting, stopte ik al meteen in het basistoestel. In functie van de specifieke noden wordt het uitgebreid met stroomsensoren, omgevingssensoren, veiligheidssensoren zoals rookmelders, geluids-, licht- en bewegingssensoren, ...’
Logistiek ‘Als je software verkoopt, stuur je de licentiesleutel op en klaar is Kees. Hardware is een ander paar mouwen. Vooral omdat het gros van onze klanten in de VS zit, en de goederen dus conform de Amerikaanse markt moeten zijn en door de douane moeten raken. We sloten daarom een contract af met een extern magazijn in Michigan, dat de goederen voor ons in stock neemt en verscheept. We bouwden een technologisch platform dat volledig geïntegreerd is met het hunne. Bestellingen die in ons ERP-systeem worden geplaatst, komen rechtstreeks bij hen terecht, zonder dat ons personeel daar werk aan heeft. Slinkt de voorraad van een product? Dan krijgen wij de boodschap dat we moeten bijbestellen. Afhankelijk van het product hebben we slechts een paar weken tot een paar maanden stock. Zo beperken we onze cashbehoefte tot een minimum.’ ‘Dat doen we ook door klanten op voorhand te laten betalen en zo de productie te financieren. We zullen daardoor wel eens klanten mislopen, maar wie weet welke problemen die zouden opleveren? Als je weet dat een groot deel van de faillissementen te wijten is aan wanbetalers, waarom zou ik dat risico dan nemen?’ De monitoringoplossing van
22
© Frank Toussaint
ServersCheck wordt ondertussen ook gebruikt in grotere datacenters, gsmmasten en cabines met netwerkapparatuur langs de weg. In Australië zijn flitspalen ermee uitgerust. ‘Onze sensoren zorgen ervoor dat de back-up airco wordt opgestart zodra het te heet wordt.’ Sinds kort duiken de oranje bakjes ook op in operatiekwartieren en ziekenhuislabs, waar ze opvolgen of de strenge normen voor temperatuur, luchtvochtigheid en luchtverversing worden nageleefd.
Noem de eerste versie die je uitbrengt ‘versie 2.0’. Dat wekt de indruk dat het om een bewezen product gaat.
6.000 klanten Van Laere zit met drie medewerkers in het hoofdkantoor in Zaventem, waar vooral de logistiek wordt geregeld. De verkoopondersteuning zit op de Filipijnen, R&D en productie in Thailand. In het Amerikaanse kantoor in Colorado Springs gebeurt de verkoopondersteuning voor Amerika. Omdat wordt uitbesteed wat kan, bedient ServersCheck met niet meer dan 12 werknemers wereldwijd meer dan 6.000 klanten. En dat zijn niet de minste: HP, Intel, Skype, Cisco, Facebook, Yahoo!, Google en Expedia… Ook
de IT-afdeling van tv-kok Jamie Oliver is klant, net als de wijngaard van regisseur Francis Ford Coppola in Napa Valley. Ook heel wat overheden op de klantenlijst, zoals verschillende federale departementen van de Amerikaanse overheid, tot de US Navy, de US Airforce en de FBI toe. ‘Toen vorig jaar een aanbesteding werd uitgeschreven voor de vernieuwing van infrastructuur van de FBI, stond daar uitdrukkelijk in dat de sensoren van ons moesten komen. Zoveel erkenning krijgen we in eigen land niet.’ ServersCheck is hier amper bekend. België vertegenwoordigt maar 1 procent van de omzet. Dat heeft te maken met Van Laeres risicospreiding, en met schaal. ‘Als een regionale telecomspeler in de VS materiaal nodig heeft, dan is dat voor 15.000 gsm-masten. Bij Proximus gaat het om 4.000 masten, in het beste geval. Terwijl wij het net van de volumes moeten hebben.’ Tot Van Laeres grote spijt ziet de Vlaamse overheid ServersCheck niet meer als een Vlaams bedrijf. ‘We kregen zelfs een brief van FIT, dat om die reden de exportsteun werd stopgezet. Het klopt natuurlijk dat wij vooral tewerkstelling buiten België creëren. Maar wij moeten nu eenmaal dicht bij onze klanten zijn. En wie kan me kwalijk nemen dat onze productie en eerstelijnsverkoopondersteuning in Azië zitten, als alle grote concurrenten daar ook zitten? Bovendien krijgen we daar onze vacatures voor ingenieurs tenminste vlot ingevuld. Dat is hier niet zo vanzelfsprekend. Maar het lukt prima zonder steun en voorlopig blijft ons hoofdkantoor nog wel even hier.’
Financiering Interessant is ook hoe Van Laere een internationaal bedrijf heeft uitgebouwd zonder externe middelen. ‘Als starter een bank vinden die mee wil, is zo goed als onmogelijk geworden. Maar ik had en heb er geen belang bij om durfkapitaal bij mijn bedrijf te betrekken. Een corporate venture capitalist, of een groter en complementair technologiebedrijf, daar zou ik voor
openstaan, omdat zo’n samenwerking ook een extra verkoopkanaal en dus grotere volumes kan opleveren.’ ‘We blijven zwaar investeren in R&D, want we moeten de concurrentie voor blijven door continu nieuwe sensoren en functionaliteiten op de markt te brengen. Die laten we altijd ontwikkelen op basis van vragen van klanten. We willen vooral geen producten bouwen waarop niemand zit te wachten.’ Omzetcijfers wil Van Laere niet kwijt. ‘Maar we zijn al jaren winstgevend, en daarover gaat het toch als je onderneemt? Tegenwoordig lijkt het alsof geld ophalen het doel van ondernemen is geworden. Terwijl het dan pas begint.’
Tips van Maarten Van Laere voor startende ondernemers: 1. PROBEER ZO VER MOGELIJK TE GERAKEN ZONDER EXTERN KAPITAAL. ‘Maak eerst een product en vind er klanten voor. Haal, indien nodig, pas daarna geld op. Dan sta je veel sterker en kies jij met wie je in zee gaat en tegen welke voorwaarden. Want je betaalt soms een hoge prijs voor het geld dat je van een venture capitalist krijgt. Zodra je aandelen hebt weggegeven, begin je te verwateren, en voor je weet heb je je hele bedrijf uit handen gegeven.’
2. GA ZO SNEL MOGELIJK DE MARKT OP. ‘Veel starters blijven sleutelen aan hun product, tot het perfect is. Maar dat is een grote fout. Zo raak je nooit marktklaar. Breng de eerste versie op de markt en investeer inkomsten die je zo binnenkrijgt in verbeteringen.’
3. BESTEED UIT WAT JE KUNT. ‘Besteed zoveel mogelijk taken uit aan freelancers of andere bedrijven. Op die manier beperk je je risico en heb je minder kapitaal nodig, waardoor je minder afhankelijk bent van investeerders.’
4. EEN MARKETINGTRUC: BRENG NOOIT EEN “VERSIE 1” OP DE MARKT. ‘Noem de eerste versie die je uitbrengt ‘versie 2.0’. Niemand koopt een eerste versie, terwijl 2.0 de indruk wekt dat het om een bewezen product gaat. Er is niemand die zegt dat je je eerste versie moét op de markt brengen.’
5. ZET EEN MANAGEMENT DASHBOARD OP. ‘Een onmisbaar instrument, zeker als je medewerkers verspreid zitten over de hele wereld. Een management dashboard is een scherm waarop je continu belangrijke bedrijfsinformatie deelt met iedereen. Hoeveel procent van de dagelijkse en maandelijkse verkoopdoelstellingen is al bereikt? Wat met de stock of de omzetgroei? Hoeveel klanten wachten op hun levering? … Verhelderend én motiverend.’
Pulse oktober 2016
23
Financiën
Geen gunstregime voor Uber-verdieners Begin juli werd de wet over de fiscale regeling voor bijverdieners in de deeleconomie van kracht. Uber-chauffeurs, hobbykoks of klusjesmannen krijgen alleen op het eerste gezicht een gunstregime.
I
n de deeleconomie bieden particulieren andere particulieren diensten aan via erkende platformen. De bekendste voorbeelden zijn de chauffeurs van Uber en de kameraanbieders bij AirBnb. ‘De Belgische programmawet die sinds begin juli geldt voor de fiscale regeling van dergelijke activiteiten, slaat niet alleen op deze bekende voorbeelden. Het gaat bijvoorbeeld ook over de hobbykok die tegen betaling een maaltijd voor een groep bereidt of over een klusjesman. Het moet altijd wel gaan om niet-professionele activiteiten van beperkte omvang’, schetst Nathalie Van Diest, senior manager tax & legal bij accountancy- en consultinggroep Moore Stephens.
Bijverdieners De wet is voorlopig alleen in theorie van kracht. Want ze schrijft voor dat de bijverdieners hun diensten moeten aanbieden via erkende platformen waarvoor de wet een aantal regels oplegt. De bestaande netwerken moeten hun platformen hieraan nog aanpassen. Op het eerste zicht is het uitgewerkte fiscale stelsel gunstig voor de bijverdieners. Tot nog toe konden ze deze inkomsten alleen als ‘Diverse inkomsten’ aangeven, belast tegen 33 procent met aftrek van werkelijke kosten. De nieuwe wet legt een afzonderlijke belasting op van 20 procent op het bedrag dat het platform hen uitbetaalt,
24
Deeleconomieverdieners hoeven geen btw-nummer aan te vragen.
vermeerderd met de platformkosten en na een forfaitaire kostenaftrek van 50 procent, die het platform als voorheffing moet inhouden. ‘Toch blijft het klassieke regime voor concurrenten zoals taxibedrijven en professionele B&B’s fiscaal gunstiger’, rekende Nathalie Van Diest uit. ‘De AirBnb-dienstverlener wordt ook via het kadastraal inkomen belast voor de verhuur van onroerend goed en voor de verhuur van roerende goederen zoals zijn meubilair via het roerend inkomen. Alleen de extra dienstverle-
EXPERT AAN HET WOORD
Cédric Antonelli, Partner en expert Forensic & Litigation Support bij BDO
DETECTIE EN PREVENTIE V ©R
Het regime voor klassieke taxibedrijven en professionele B&B’s blijft fiscaal gunstiger. Nathalie Van Diest, Moore Stephens.
ning, bijvoorbeeld ontbijt, schoonmaakdiensten of was, krijgt het gunstige belastingregime. Een Uberchauffeur betaalt ook belasting op de verhuur van het roerend goed dat zijn auto is, naast het nieuwe stelsel voor zijn dienstverlening. Voor de hobbykok zullen wel de volledige inkomsten onder de nieuwe regeling vallen. En bij de btw-diensten krijgen de deeleconomieverdieners een bijzonder statuut, waardoor zij zich alleen kenbaar moeten maken, maar geen btw-nummer hoeven aan te vragen.’
Fraude komt overal voor: in binnen-en buitenland, in de privésector en bij de overheid, in grote en in kleine bedrijven. Fraude heeft dramatische gevolgen voor de getroffen organisatie, denk aan de financiële gevolgen, de imagoschade… Bij ondernemingen is in 83 procent van de fraudegevallen sprake van geldverduistering. Volgens een studie van antifraudeorganisatie AFCE lopen de verliezen gemiddeld op tot ruim 100.000 euro. Nochtans kunnen enkele eenvoudige maatregelen het risico aanzienlijk doen dalen. In de publieke sector gaan de meeste verduisteringen over ongeoorloofde overschrijvingen van een personeelslid naar zijn eigen rekening of die van een medeplichtige. Dat mechanisme wijst op een gebrek aan interne controle: de registratie van bepaalde handelingen en de betaling daarvan, mogen niet door dezelfde persoon gebeuren. Hoe stel je zo’n fraude eenvoudig vast? Door de bankgegevens van de begunstigde van de betalingen te vergelijken met die van het personeel. In de privésector is fraude met voorraden dagelijkse kost. Zo is fraude eenvoudig voor een werknemer die in een gsm-winkel werkt en de toestellen niet alleen bestelt, registreert en ontvangt, maar ook de facturen betaalt. Maar die fraude kun je makkelijk opsporen door verschillen tussen de theoretische inventaris en de fysieke voorraad te controleren. Die controle brengt ook geldverduistering aan het licht, wanneer een fraudeur de terugzending van een product simuleert en daarna een som geld uit de kassa neemt. Volgens de statistieken moet u zich niet afvragen of uw organisatie ooit het slachtoffer zal worden van een fraudepoging. De juiste vraag is wanneer dit zal gebeuren. Bescherm uzelf. Spreid sleutelfuncties onder de personeelsleden en bouw preventieve controles en detectiesystemen in, rekening houdend met een gezonde kosten-batenverhouding.
Een initiatief van Partner Content i.s.m.
IT-TELECOM
© Studio Dann
26
Geert Schouteden, JBC
Wifi naast het pashokje De doelgroep voor draadloos internet in de meer dan 140 winkels van JBC is divers: van klanten tot eigen medewerkers. Maar klantencomfort staat wel voorop.
J
BC installeerde zowat anderhalf jaar geleden draadloos internet in al zijn filialen, na een testfase van vier maanden. ‘Eigenlijk nog wel best een complex project’, stelt Geert Schouteden, die als IT-operationsmanager bij JBC er mee voor instond. De hele operatie in enkele vragen. Wie gebruikt draadloos internet bij JBC? Het draadloos netwerk in de winkels van JBC heeft een dubbele doelgroep: klanten en eigen personeel. ‘De wifi dient ook voor interne processen. Zo gebruiken onze medewerkers tablets die met het draadloos netwerk zijn verbonden’, vertelt Geert Schouteden. ‘Ook onze salescollega’s surfen draadloos. Zij kunnen voortaan makkelijk inloggen op ons eigen netwerk wanneer ze in een van de JBC-filialen binnenkomen.’ Het wifiproject vormt bij JBC de basis voor hun omnichannelproject: ‘We plaatsten kiosken in de winkels die werknemers in staat stellen om via een tablet administratieve taken uit te voeren, zoals het klaarmaken van pakjes die naar klanten moeten worden verstuurd. De tablets kunnen ook voor de klanten ingezet worden voor het zogenoemde guided selling.’ Maar draadloos internet in filialen is in eerste instantie een service aan de klant. ‘We willen onze klanten zoveel mogelijk comfort bieden. Bezoekers die zich aanmelden en een disclaimer goedkeuren, krijgen eerst de website
Aandachtspunten bij wifi in uw bedrijf of filialen Denk aan mogelijkheden: wifi is er niet alleen voor klanten, maar maakt ook medewerkers mobiel ✔ Tijd om te testen: JBC testte het systeem vier maanden. Met heatmaps werd het bereik in winkels vooraf in kaart gebracht. ✔ Offline alternatieven: de interne processen kunnen ook offline werken als de internetverbinding zou uitvallen. ✔ Geef intern internetgebruik voorrang. ✔ Maak afspraken met de leverancier, bijvoorbeeld voor snelle interventies bij technische problemen. ✔ Kies voor degelijk en multifunctioneel materiaal, dat bijvoorbeeld zowel wifi als security levert.
van JBC te zien. Dan kunnen ze verder surfen’, aldus Schouteden. Wat is traffic shaping? Ook het kassasysteem en de rfid handhelds zijn bij JBC met het draadloos netwerk verbonden. ‘Het is cruciaal dat het surfen van de klanten het intern gebruik niet hypothekeert’, vertelt de IT-operationsmanager. Hiervoor maakt JBC gebruik van traffic shaping. Enerzijds kan zo het surfverkeer van de klanten de bandbreedte voor bedrijfskritieke applicaties van JBC niet beïnvloeden. Anderzijds behoudt JBC de controle over het surfgedrag van zijn klanten door bepaalde websites te blokkeren. Toepassingen zoals gaming, die veel bandbreedte slurpen, worden voor draadloos internet afgeblokt. De focus ligt op e-mail en modale websites. ‘Omschrijf het als een service voor de klant die even wil rondsurfen terwijl partner en kinderen naar hartenlust kledij kiezen en passen.’ Gevoelige en illegale websites worden via webfiltering geblokkeerd. Een andere vereiste was dat de ‘openingsuren’ van de wifi centraal ingesteld konden worden. Zo moesten de activatie-uren van de zogenoemde Guestwifi–connectie instelbaar zijn. Dit is vooral belangrijk voor winkelfilialen die zich in het centrum of aan de rand van een stad bevinden. Anders zit bij wijze van spreken de hele buurt dag en nacht op het JBC-gastnetwerk te surfen, terwijl de dienst alleen bedoeld is voor bezoekers van de winkel. Gaat alles draadloos? Draadloos internet blijft bij JBC een aanvulling op het traditionele bekabelde netwerk. ‘Een bekabeld netwerk is nog altijd kwalitatief beter. Of beter: het is stabieler. Al onze basistoepassingen, zoals onze backoffice admini-
Pulse oktober 2016
27
IT-Telecom
stratie, zijn gebaseerd op het bekabelde netwerk. Als het kan gebruiken we dus het bekabeld netwerk, alleen is dat niet altijd mogelijk. Je kunt niet overal kabels trekken. Wifi is dan een goed alternatief’, vindt Geert Schouteden. Toch zijn bij JBC de laatste maanden ook steeds meer van die kerntoepassingen aan het draadloos netwerk gekoppeld. Schouteden verwijst naar het gebruik van een handheld in de filialen die onder andere voor de transfers van artikelen zorgt, maar voor ook het opvragen van prijzen of prijswijzigingen van bepaalde producten .
Het is niet de bedoeling dat de hele buurt dag en nacht op ons gastnetwerk surft.
Zijn er nog plannen? De focus ligt op connectiviteit in de winkel. Toch overweegt JBC na verloop van tijd doorgedreven analyse van gebruikersdata, een van de grote trends in de wereld van wifi en retail. Zo krijgt een winkelier heel veel informatie over het verloop in zijn winkel op basis van de smartphone van de klanten. Dat kan vaak zonder dat ze geconnecteerd zijn op uw wifinetwerk. U kunt als winkelier in principe het bezoek in uw winkel tellen en meten hoe lang iemand blijft, en waar precies. En u kunt in principe ook iemand herkennen die enkele dagen na een eerder bezoek terugkomt. Zover wil JBC voorlopig nog niet gaan. ‘Maar we sluiten het ook niet uit. We hebben al ideeën voor enkele proefprojecten. En we hebben de basisinfrastructuur die hiervoor nodig is, wel al liggen.’
Is draadloos internet duur? De hamvraag voor elke ondernemer: is zo’n wifiverbinding duur? Duur en niet duur, zo klinkt het diplomatisch. ‘Wij baten ruim 140 winkels uit. Als je de apparatuur die je nodig hebt daarmee vermenigvuldigt, dan kom je op een aardig bedrag uit’, stelt Geert Schouteden. Toch vallen de kosten voor de bandbreedte zelf nog behoorlijk mee. ‘Wij maken gebruik van het Explore-netwerk van Proximus voor de connectiviteit. In een gemiddelde winkel van JBC, goed voor ongeveer 1.000 m² zijn doorgaans zes toegangspunten voldoende, samen met het centraal toegangspunt dat ook in de winkel geplaatst kan worden. Deze apparatuur komt van Fortinet.’ Bandbreedte garanderen kan, ook via wifi, soms een dure kwestie worden. Maar al bij al valt dat in zo’n winkel nogal mee. ‘Wij zijn geen voetbalstadion waar honderden of duizenden mensen komen. Voor retailwinkels is wifi heel erg geschikt’, meent de IToperationsmanager. Is de technologie stabiel genoeg? Is JBC uiteindelijk ook tevreden over het project, en is de technologie van draadloze netwerken vandaag al volwassen genoeg? ‘Over het algemeen werkt het behoorlijk. Wij hebben het project goed voorbereid en het bereik getest aan de hand van zogenoemde heatmaps in de winkels. Er waren wel eens probleemwinkels waar de verbin-
28
ding tegenviel, maar al bij al viel dat nog mee. Wij hebben met onze telecomoperator ook concrete afspraken gemaakt rond interventies. Het is dus bijvoorbeeld niet de bedoeling dat zo’n draadloos netwerk dagenlang plat ligt. Want die interne processen moeten blijven lopen.’ Voor zijn klanten heeft JBC nu zowat 1,5 jaar een draadloos netwerk. ‘We zien dat klanten het stelselmatig meer en meer gebruiken. De internetconnectie werkt ook eenvoudig en snel.’
© Studio Dann
Niet bang voor showrooming? Wifi aanbieden in winkels is ook controversieel. Ondernemer zijn bang voor showrooming, waarbij mensen in de winkel komen rondneuzen en dingen passen die ze vervolgens online goedkoper bestellen. Vooral in schoenwinkels en reisbureaus blijkt deze trend meer en meer door te breken. Ook ondernemersfederatie Unizo ziet het als een toenemend probleem. JBC ziet het probleem. ‘Maar wij maken onze eigen collectie’, aldus Schouteden. ‘Dus het heeft niet zo veel nut om die online op te zoeken. Want wat je online vindt, vind je ook in onze winkel. En voor dezelfde prijs.’
1
2
3
ITgadgets Hebbedingetjes voor nerds of onmisbare hulpstukken die uw leven écht makkelijker maken? Oordeel zelf over deze selectie uit het nieuwste aanbod IT-gadgets. 4
5
6
7
1|OnePlus 3. Het Chinese OnePlus lijkt een nieuwe naam. Hun OnePlus 3 kan zich meten met de topsmartphones, terwijl het prijskaartje van 399 euro nog best redelijk is. 2|Mobiele scanner. Deze mobiele Reflecta Scanner Kwik scant documenten en foto’s door de scanner over het te scannen document te slepen. De data worden als JPG-bestand bewaard op de bijgeleverde microSD-kaart. De scanner kan vervolgens via een USB-poort aan de computer verbonden worden. 3|Lifepower A2. Deze Lifepower A2 wordt in de markt gezet als een stopcontact dat u overal kunt meenemen. Denk aan een stroomoplossing voor een projector op verplaatsing of een laptop tijdens een lange vlucht. Maar met 299 euro is het toestel ook weer geen koopje. 4|Multifunctionele Tek Pen 2.0. Deze multifunctionele pen gebruikt u als liniaal, als waterpas, als schroevendraaier of simpelweg als schrijfpen. 5|Acer R 13. Acer kennen we van budgetlaptops, maar de fabrikant heeft ook een premium aanbod. De R13 bijvoorbeeld heeft een prima 13 inchscherm, waarvan twee scharnieren aan de zijkant dat scherm slim omhoog kunnen houden. Instapprijs van 1.000 euro. 6|Teufel Mute. Ongestoord werken op kantoor? Daarvoor is een hoofdtelefoon met actieve ruisonderdrukking erg nuttig. Deze Teufel Mute koppelt geluidskwaliteit aan een aanvaardbare vorm van ruisonderdrukking en kost 170 euro. 7|Kantoor koelkast. Deze bureaukoelkast is simpelweg een leuk gadget. Ze koelt één blikje in 30 tot 45 minuten.
Pulse oktober 2016
29
IT-Telecom
© Frank Toussaint
Jan Tuerlinckx, Tuerlinckx Fiscale Advocaten
Big data in het advocatenkantoor Hoe voorkom je dat je medewerker uren aan een zaak spendeert, die vroeger al eens grondig werd bestudeerd? Tuerlinckx Fiscale Advocaten vermijdt dubbel werk, dankzij technologie die het delen van kennis bevorderde, en meteen ook de hele werking van het kantoor omgooide.
30
‘D
e advocatuur moet zowat de laatste sector zijn waarbij IT zijn impact op het functioneren en de efficiëntie heeft doen gelden’, stelt Jan Tuerlinckx, advocaat-vennoot van het gelijknamige advocatenkantoor, dat een twintigtal medewerkers telt en zich specialiseert in fiscaal recht. ‘Wij horen bij de grotere kantoren van de kleinere advoca-
tenkantoren. Maar we richten ons op een specifieke niche. Onze fiscale cel is bijvoorbeeld groter dan de gelijkaardige afdeling bij grotere kantoren’, legt Tuerlinckx uit. Een advocatenkantoor richt zich op kennis over bepaalde specifieke onderwerpen. ‘Die kennis is bereikbaar voor mensen die er mee werken. Een typisch scenario in een kantoor is dat de kennis verzameld zit in een dossier of bestand, dat dan eigenlijk vakkundig op slot wordt gedaan en afgesloten. In veel gevallen is zoiets weinig transparant om te doorzoeken’, aldus Tuerlinckx. Hij wilde al deze kennis meer toegankelijk maken. ‘Mijn eerste idee? Een bibliothecaris aanwerven die alle informatie kon klasseren en inventariseren. Zo’n nauwkeurige indeling is de klassieke manier van werken in onze sector. Maar deze werkwijze zeer is arbeidsintensief, en dus duur. Bovendien moet de persoon die deze klassering voor zijn rekening neemt, eigenlijk een specialist zijn in de materie.’
Google op kantoor Bijkomend probleem is de zogenoemde meta-informatie die rond bepaalde dossiers hangt. Advocaten zijn in veel gevallen zelf verantwoordelijk voor de juiste inventarisatie, zoals de bijhorende labels. ‘Alleen is dat moeilijk om af te dwingen. Advocaten werken vaak van deadline naar deadline. Zij staan onder zowel tijdsdruk als commerciële druk’, stelt hij. ‘In een klein kantoor met enkele advocaten kan de informele communicatie nog veel opvangen. Medewerkers vertellen tijdens de middag- of koffiepauze waar ze mee bezig zijn. Maar dergelijke communicatie is moeilijker naarmate je kantoor wat groter wordt.’ Daarom gooide het advocatenkantoor alle informatie en kennis op een spreekwoordelijke hoop en liet er zogenoemde text mining op los. ‘We creëerden onze eigen Google’, zo omschrijft Jan Tuerlinckx het. ‘We maken gebruik van één databank specifiek voor het delen van kennis. In deze databank komt ook andere relevante in-
Ik heb lang gedacht dat technologie alleen toegankelijk was voor grote kantoren. Dat is niet zo.
formatie zoals mails, opzoekingswerk, conclusies van de tegenpartij, een relevant artikel uit een krant of vakblad,…. Op die manier geeft deze databank een brede basis, naast de individuele juridische dossiers die wel nog behouden blijven.’ Net zoals bij Google, krijg je op basis van trefwoorden een reeks van relevante resultaten. ‘Die resultaten kunnen dan vervolgens worden verfijnd op basis van bepaalde parameters, zoals auteur, tijdsperiode of aard van de juridische informatie.’
Samen een auto maken Naast de technologie was er ook een totale cultuuromslag nodig. ‘Wij hebben hard gewerkt aan onze interne mentaliteit en attitude. In een klassiek scenario is een bepaalde klant vooral de klant van één advocaat, die dan in het groter geheel van een kantoor zit. Bij ons willen we de klant klant laten zijn van een team van advocaten. Het is niet één advocaat die een spreekwoordelijke auto maakt, het is een team van advocaten dat die auto tezamen creëert.’ Klanten hebben bij het kantoor contact met verscheidene specialisaties, en dus ook met verschillende advocaten. ‘Als we dat aan onze klanten uitleggen, begrijpen ze het meteen. Wij werken in ons kantoor met voornamelijk jonge mensen die nog niet al te zeer zijn ingeslepen in de klassieke en individuele klantenbenadering die in de advocatuur vaak heerst. Iedereen geeft door de kennisdeling een beetje persoonlijk rendement af, ten voordele van de rendabiliteit van het kantoor. En dat werkt.’
Modulair schrijven Ook voert het kantoor volop modulair schrijven in. ‘Bij het invoeren van een tekst in het systeem gaat de technologie als het ware meedenken. En op basis van informatie in het systeem zelf tekstblokken voorstellen. Want mogelijk heeft iemand eerder al iets gelijkaardigs uitgewerkt’, legt Tuerlinckx uit. ‘Veel van ons werk is maatwerk. Maar dat betekent niet dat bepaalde onder-
Pulse oktober 2016
31
IT-Telecom
delen of blokken hergebruikt kunnen worden. Wij zorgen er dan voor dat onze medewerkers de juiste informatie hergebruiken. Het gaat om bepaalde tekstblokken die we hiervoor certifiëren, waarmee we het standpunt van het kantoor vastleggen. We zorgen er ook voor dat dergelijke templates de meest actuele informatie en laatste nieuwigheden bevatten.’ Een andere technologische innovatie omschrijft Tuerlinckx als termijnbewaking waar technologie een handje helpt. ‘De grootste nachtmerrie van een advocaat? Dat hij een termijn niet haalt’, verklaart Jan Tuerlinckx. ‘Hierbij herkent de technologie de documenten die aan termijnen zijn onderworpen. Dat is bijvoorbeeld een aanslagbiljet van de belastingen waarbij de verkrijger binnen de zes maanden bezwaar kan indienen’, vertelt hij. ‘Worden dergelijke stukken verzonden naar de mailbox van een advocaat die op dat moment vakantie heeft? Dan pikt ons secretariaat die toch op.’
Mogelijkheden van technologie Al deze technologische innovaties geven aan technologie ook een nuttig hulpmiddel is in een eerder traditionele sector zoals de advocatuur, die zich richt op maatwerk en persoonlijke relaties. De mogelijkheden zijn divers. Jan Tuerlinckx denkt aan een toekomstig project waarbij ook context gedreven informatie kan worden geïnterpreteerd. ‘Een voorbeeld? De fiscus neemt een kopie van de boekhouding mee voor onderzoek. Volgens de fiscus zijn er dan zogezegd onregelmatigheden, maar op basis van de context kan de ondernemer aantonen dat alles wel
32
We creëerden onze eigen Google. Jan Tuerlinckx, advocaat
in orde is. Dat kan met bijvoorbeeld emails die de juiste context weergeven. Sommige van die mails zijn dan misschien al drie à vier jaar oud. Dergelijke context gedreven informatie maakt dan deel uit van onze text mining’, legt Tuerlinckx uit. Een advocatenkantoor kan dus veel baat hebben bij een doorgedreven gebruik van technologie, en text mining in het bijzonder. Al vraagt het wel een culturele omslag. ‘Ik heb lang gedacht dat technologie alleen toegankelijk was voor grotere bedrijven en kantoren. Dat is niet het geval.’
Tips voor IT & het delen van kennis ✔ Kies voor één bepaalde aanpak, en richt u daarop: het grondig labelen van informatie enerzijds of het vertrouwen op text mining anderzijds. ✔ Pas uw bedrijfscultuur aan. Kennisdeling begint bij een aangepaste mentaliteit: meer team dan individu. ✔ Vertrouw op technologie: bepaalde software, zoals voor text mining, is de laatste jaren behoorlijk geëvolueerd en kan een meerwaarde zijn voor uw bedrijf. ✔ Ga in stappen: geen big bang, bekijk het project per project. ✔ Ook de kleintjes hebben mogelijkheden: besef dat technologie vandaag ook toegankelijk is voor kmo’s.
Print een zuiniger lettertype Hoewel u steeds meer documenten digitaal bewaart en verstuurt, wordt in uw bedrijf ongetwijfeld nog altijd veel afgedrukt. Met deze tips print u efficiënter.
W
anneer u een webpagina afdrukt, print u meestal ook reclamebanners en afbeeldingen. Vermijd kleurenafdrukken, en installeer een tool als FinePrint op uw computer. Want hiermee verwijdert u eerst alle overbodige elementen of selecteert u een specifiek gebied. Gebruik ook de ‘grayscale’- en ‘lighten’-opties, want die helpen u om zuiniger te printen. U betaalt wel eenmalig 45 euro voor deze tool. Een gratis alternatief is de webtool PrintWhatYouLike. Hiermee ‘stript’ u via een handige knop in uw browserbalk de af te drukken webpagina’s. Dat doet u door op een overbodig element te klikken en ‘remove’ te kiezen. U kunt bepaalde onderdelen - bijvoorbeeld een oninteressante grafiek - ook verkleinen. Vergelijkbaar is CleanPrint,
Century Gothic is 30 procent zuiniger dan het populaire Arial-lettertype.
Tips om zuiniger te printen ✔ Verwijder ballast zoals grafische elementen. ✔ Centraliseer meerdere afdrukken. ✔ Gebruik het juiste printertype. ✔ Installeer een zuinig lettertype.
dat zelfs nog iets beter de oorspronkelijke lay-out lijkt te respecteren.
Centraliseer uw afdrukken Bij een onderhoudsbeurt van de printkoppen van uw inkjetprinter gaat veel inkt verloren. Vaak gebeurt dat automatisch wanneer het toestel na enige inactiviteit opnieuw opgestart wordt. Wanneer u uw afdrukken dus verspreidt over verschillende dagen of weken, wordt mogelijk veel meer inkt verspild dan wanneer u die centraliseert in één printopdracht. Print Conductor helpt u hiermee. Deze ‘batch printing software’ laat u meerdere bestanden (of zelfs een volledige folder op uw computer) selecteren om die vervolgens samen af te drukken. Deze tool ondersteunt een hele reeks formaten, waaronder die van Microsoft Office, pdf, html en tal van afbeeldingstypes. Print Conductor is gratis, maar voor commercieel gebruikt betaalt u eenmalig bijna 55 euro.
Printer en lettertype Gebruik de juiste printer voor uw afdrukopdrachten. Online vindt u advies over de keuze tussen inkjet, laser, multifunctionals, enzovoort. Een website als Hardware.info bezorgt u heel wat nuttige informatie. En wist u dat ook het juiste lettertype een grote invloed heeft op het inkt- of tonerverbruik? Een studie van de Universiteit van Wisconsin wees uit dat Century Gothic maar liefst 30 procent zuiniger is dan het populaire Arial. Of installeer Ecofont op uw computer: dit lettertype verbruikt dankzij minuscule gaatjes nog minder inkt of toner. Hiervoor betaalt u eenmalig 19,95 euro.
Pulse oktober 2016
33
FLEET
34
Een slipcursus is niet genoeg Hoe vergroot u de verkeersveiligheid bij medewerkers? Een cursusje helpt misschien wel wat. Maar alleen met geregelde sensibilisering en informatie gaan mensen hun gedrag in het verkeer echt veranderen.
an alle arbeidsongevallen gebeurt één op de tien op weg van en naar het werk. Ze zorgen voor liefst de helft van alle dodelijke arbeidsslachtoffers. ‘Bedrijven met een veiligheidsbeleid dringen wel de ongevallen op de werkvloer terug. Maar ze boeken weinig vooruitgang bij de verkeersongevallen. Voor meer verkeersveiligheid heb je een specifiek beleid nodig ’, meent Werner De Dobbeleer, woordvoerder van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). VSV organiseert samen met preventieorganisatie Prebes infomiddagen over het thema, voor preventieadviseurs en fleet- en hrmanagers.
V
© Photo News
Drie invalshoeken Verkeersonveiligheid pak je met drie soorten maatregelen aan: de drie E’s. ‘De Engineering gaat over de voertuigtechnologie en de wegennetinfrastructuur. Enforcement staat voor de handhaving van verkeersregels. Maar bedrijven boeken het meeste resultaat via het Educatieve aspect, de vorming en training van medewerkers. Uit onderzoek blijkt dat menselijk gedrag verant-
In een klassieke slipcursus leer je kunstjes die weinig of niets helpen in een plotse noodsituatie. Werner De Dobbeleer, Vlaamse Stichting Verkeerskunde.
woordelijk is voor 90 procent van de verkeersonveiligheid’, schetst De Dobbeleer. Ook al hebben uw bedrijfsvoertuigen de laatste technologie qua remsystemen, wegligging, positiebepaling en dergelijke meer, vroeg of laat krijgt u te maken met gedragsaspecten. Werknemers moeten de technologie goed gebruiken. ‘De autogordel moeten ze bijvoorbeeld wel vastklikken. Je kunt mensen daarvoor sensibiliseren. Maar kies je veiligheidsthema’s niet lukraak. Maak een goede analyse om te weten op welke punten je de grootste veiligheidswinst kunt maken’, zegt De Dobbeleer. De VSV gebruikt daarvoor een uitgebreide checklist. Een bedrijf kan ook aardig wat gegevens verzamelen, over zijn vloot voertuigen, de afgelegde af standen en de ongevallen bijvoorbeeld. ‘Ook dat geeft je een basis om prioriteiten te kiezen. Of je brengt via een rondvraag bij medewerkers de gevaarlijke punten op de meest gebruikte routes in kaart. Daarna zoek je dan alternatieve trajecten of spreek je samen met andere bedrijven de overheden aan om risico’s aan te pakken.’ Bedrijven focussen het best op de preventie van risico’s. ‘Tijdens een klassieke slipcursus leer je kunstjes die weinig of niet helpen als je plots in zo’n noodsituatie belandt. Je moet leren voorkomen dat je in zo’n situatie terechtkomt. Zo’n cursus stuurt de verkeerde boodschap en kan zelfs contraproductief werken.’
Pulse oktober 2016
35
Fleet
Boetes verhelpen De analyse moet leiden tot strategie en aanpak. ‘Je acties mogen niet eenmalig en eenzijdig zijn’, waarschuwt Werner De Dobbeleer. ‘Een cursus defensief rijden is natuurlijk prima, net als een verkeersdag die de aandacht vestigt op autogordels en fietshelmen. Maar het is slechts een begin. Je moet er geregeld mee bezig zijn, pakweg een actie per maand. Je volgt parameters op, zoals een goede fietsverlichting, fluohesjes en fietshelmen voor fiet-
sers, of gordelgebruik in auto’s. Volg ook de snelheidsboetes op. Wordt er gevolg aan gegeven? Spreek de snelheidsovertreder aan, bespreek de oorzaken van het gedrag en help die aanpakken. Vaak is tijdsdruk bepalend. Laat mensen hun boetes zelf betalen om hen verantwoordelijk te maken.’ Een bedrijf kan sinds 2012 ook het ISO39001-systeem voor verkeersveiligheid invoeren en hiervoor een erkenning krijgen. Zo’n beleid met goed
gemikte actiepunten rendeert, dat bewijzen studies. ‘Dat de ongevallencijfers dalen is de kers op de taart. Het is al een hele prestatie als mensen zich in het verkeer veiliger gaan gedragen’, vindt Werner De Dobbeleer. ‘Dat leidt wel tot voordelen voor mens en bedrijf, maar die zie je niet noodzakelijk op korte termijn. Vergelijk de cijfers van drie jaar vooraf daarom met die van de volgende drie jaar, mét een verkeersbeleid.’
In de praktijk
‘De financiële return is niet de essentie’ Bedrijven met een verkeersveiligheidsbeleid pakken vaak eerst het gedrag op de eigen site aan. In de Antwerpse Monsanto-vestiging is veilig gedrag een decennialange gewoonte. ‘Onze werkgroep verkeersveiligheid komt elke twee maanden samen om verbeterpunten te bespreken’, vertelt Leen Waterschoot, voorzitter van de werkgroep. De laatste keer dat medewerkers bij het binnenrijden op de site werden gecheckt op gebruik van de autogordel bijvoorbeeld, scoorden ze honderd procent. Er vinden op de site al vele jaren haast geen ongevallen plaats. Toch rijden er vrachtwagens tussen fietsers, een van de gevaarlijkste combinaties op de weg. Beide types weggebruiker kregen een cursus over het gevaar van de dode hoek. ‘We houden jaarlijks een week van de verkeers-
36
veiligheid, met elke dag een ander thema, zoals fitheid achter het stuur of wagenonderhoud. Het gaat dus niet alleen om preventie op het werk, maar ook in het verkeer tijdens de vrije tijd. We leren mensen ook ‘actief rijden’, waarbij ze zich niet laten afleiden, genoeg in hun spiegels kijken, geregeld pauzeren bij lange trajecten of ademhalingsoefeningen doen om te ontstressen’, somt Leen Waterschoot nog op. Ook de promotie van de i-bus, het collectief busvervoer voor medewerkers uit bedrijven aan de Scheldelaan in de Antwerpse haven, bevordert de verkeersveiligheid van en naar het werk, aldus Waterschoot. Precieze cijfers over een return van alle inspanningen zijn er niet. ‘Je haalt er zeker
wel meer uit dan wat het kost. Maar dat is niet de essentie. Verkeersveiligheid is een logisch onderdeel van een onmisbaar veiligheidsbeleid.’
29 km/u Bedrijven kunnen ook op de eigen site fout verkeersgedrag controleren en bestraffen. Boortmalt, een mouterij met veel containerbehandeling en transport, hanteert een strikt protocol voor bezoekende vrachtwagenchauffeurs, die desnoods de site niet meer op mogen. Bij transportbedrijf H.Essers geldt een snelheidslimiet van 29 km/u, omdat niemand nog een verbodsbord met 30 km/u ziet staan. Enkele keren per jaar wordt dit gecontroleerd. Overtreders worden aangesproken op hun gedrag.
Onder de verantwoordelijkheid van
©S
hu tte rst ock
©S hu tte rst oc
k
Partner Content biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. Fidea is verantwoordelijk voor de inhoud.
# ( # ' # $ ' #" % ! # $# $ !/$ ' + ( # #$ % ' # # % % % # '!!# ! ' #+ # +!# ( % #$ ! "# ' % ' $ &# #+ # . # ' % $ !! + % $ % # $! ' '!!# ! % % % % !' # ' $%# % + ' % (!!# ! "$* !$! $" % $" # #! % % !' # +! % ( + ' &( ( # #$ !' # % ' # #!% ' & !% ' % "#! & % ' % % / #
' #$ + ( %% ' #" % ! "# ' % % '! # + # & ! % %# '! # %( + ' ( # #$ '!# # . # + %&&# !! # + +! $ & " #$!! ' ( # # % $ $ # $ ' $% % / + % #$ ! . #! ! %& & %$% "" % ( # # $ %# $%#& %
# %$ % % $ &% " # # - #% & ! ' ( # # ( # % $% ' + + ' /
©R V
$* . )# - ) #,&+ , &*() # $!"# *+ $ .') & !" & ) ! *'& - $ ')) + - )/ # ) /!"& !* & %,*+ ) + !* &! + -'$ ' & . + - )($! + ,!+ ',. - & & () - &+! $ !
! + %%
(!# %
# (
"# ' % $ % !" + ' ( # ! % % !' # # $' $ # ' +! '!!# ' &"$ # $ $ # # !! !' # # ! ! # $ * ' ## ' ( # " %$ & "$* !$! $% ' ( # #$ $% # ' #& ' ,, )% # ' $ $% % # ' $ &# $% % . % ! ( $ $ !' # %+ $ % # $" %$"& % / + % #$ ! !&($ %!# % % '!!# !' # ( # % #!% !! % " %#! $ $ %!# !' # ' #' )" !$ $
+/
+
. +
,)'( * )! +$!"& & )'& - !$! ! & () - &+! . ) & !& $ !* . + -!& '+ & % + . +- & , ,*+,* '- ) . $/!"& - & . )#& % )* !" ,!+-' )!& - & ,& . )# ) . )# - ) %' + & $ ! ,!+-' ) & & & () - &+! -!* ,) &*+ $$ & $+ ,. )!" %!& ) & . )# & % )* & % , / $ ! )'$ - )-,$$ & +% ) & . )#& % )* %' + () - &+! -!* ,) & . )#& % ) /!"& & )!"- & % + % ) & . )#& % )* %' + & & '%! +0 -'') * )%!& & () - &+! '( + . )# & + *' ! $ ) + !* ! ) - & +' ( **!& / + % )* '% - & ! ) - &+! * & &*( +! * 1 !" & $ +! &# & . )# - ) & ' + #)!" & & + # & / $ * & $*+) .') & $* ) *() # !* - & )&*+! '& - $$ & 2
Fleet
7 © RV
38
apps
voor de mobiele zaken Altijd online, overal klaar om te werken en geen problemen meer in het buitenland. Dankzij deze apps.
© RV
© RV
© RV
© RV
Navigatie
Internet onderweg
DuoLingo
Evernote
Takenbeheer onderweg
De applicatie HereWego doet min of meer hetzelfde als het populaire Google Maps, maar de offline-modus van de kaartendienst is ongeëvenaard. U kunt regio’s van over de hele wereld downloaden, zodat die ook beschikbaar zijn zonder internetverbinding.
Hotspots en publieke wifinetwerken zijn niet altijd even stabiel, en ook uw 4Gverbinding laat soms te wensen over. De app Speedify combineert de beschikbare wifinetwerken en uw 3G- of 4G-verbinding om een zo stabiel en zo snel mogelijke internetverbinding te garanderen.
De kans dat mensen op de bestemming van uw zakenreis Nederlands spreken, is klein. Met Engels geraakt u meestal ver, maar het kan geen kwaad om een notie van de lokale taal te hebben. Duolingo helpt u daarbij. Met deze populaire gratis app leert u één van vijftien courante talen, waaronder Spaans, Italiaans en Portugees.
Verschillende apps bieden u een digitaal notitieblok. Een van de beste is Evernote. U downloadt de basisversie van de app gratis, waarna u notities kunt maken en die ook kunt delen met anderen.
Cal is de kalenderapp van Any.do, ook een erg populaire app voor takenlijstjes. Net als Google Agenda synchroniseert Cal met de belangrijkste elektronische agenda’s, waaronder Google Calendar en Exchange van Microsoft. De Any.do app toont beschikbare momenten om een beetje tijd in te plannen tussen twee afspraken of probeert te voorspellen met wie u wil afspreken.
EXPERT AAN HET WOORD
Erik Swerts, Director Operations, Alphabet Belgium
ONDERHOUD IN HET GROEN
man
Duurzame mobiliteit is meer dan hybride of elektrische auto’s. Ook het onderhoud en de herstellingen van uw wagenpark vragen de nodige aandacht. Een gemiddelde schadereparatie aan een auto veroorzaakt 75 kilogram aan CO2-uitstoot. Dat kan een pak groener en daarom werd de stichting Duurzaam Repareren in het leven geroepen: een non-profitorganisatie die een duurzaamheidslabel uitreikt aan bandencentrales, garages en (glas)herstellers die milieuvriendelijk werken. Het unieke van dit initiatief? Het is ontstaan vanuit de klantenzijde van de autosector, die vertegenwoordigd wordt door onder andere leasemaatschappijen, verzekeraars en fleetowners. Zij bepalen mee de normen en richtlijnen.
© RV
© RV
Mindmaps
Unit Converter
Een handige manier om onderweg uw kennis te structureren? Mindmaps. Zo kunt u bijvoorbeeld thema’s per onderwerp in een boomstructuur plaatsen. Een goede app om gratis mindmaps te maken, is Mindly. De interface is overzichtelijk en eenvoudig en maakt het perfect mogelijk om uw gedachten op een rijtje te zetten.
Zodra uw zakenreis u buiten de Eurozone brengt of zelfs al over het Kanaal, komt een handige conversie-app zoals Unit Converter van pas. U zet snel voet en mijl om naar pakweg centimeters en meters. Of u rekent uw euro’s om naar ponden, dollars of andere munteenheden. De app komt ook van pas voor het omzetten van wetenschappelijke eenheden.
Tijdens een objectieve audit worden de autoservicebedrijven grondig geëvalueerd. Bieden ze een professionele service aan, op een milieuvriendelijke wijze? Dan worden ze beloond met een duurzaamheidslabel. Hiermee wil de organisatie Duurzaam Repareren carrossiers, garages, autoruitherstellers en bandencentrales aanmoedigen om auto’s duurzaam te onderhouden en te herstellen. Met resultaat, want vandaag hebben al tientallen spelers zo’n duurzaamheidslabel op zak. Bovendien zet dit initiatief ook de concurrentie aan om hier naar te streven. Het duurzaamheidslabel werkt bovendien een normverhoging en dus meer professionalisme in de hand. Er wordt gestreefd naar een dynamisch certificaat waarbij de criteria nog verstrengd kunnen worden. Want wat vandaag de norm is, is morgen mogelijk achterhaald. Bent u als ondernemer dus op zoek naar een duurzaam autobedrijf, een duurzame verzekeraar of een duurzame autoleasemaatschappij? Het label van de stichting Duurzaam Repareren geeft objectief en transparant aan welke partners aandacht hebben voor milieuvriendelijk onderhoud en dito herstellingen.
Een initiatief van Partner Content i.s.m.
© Frank Toussaint
HUMAN RESOURCES
Joan De Winne, Vision4Dynamics
40
De baas en de burn-outs Vaak liggen leidinggevenden aan de basis van burn-outs. Een andere manier van leidinggeven kan burn-outs dan ook voorkomen. En dat hoeft niet eens zo moeilijk te zijn.
T
oen Joan De Winne en zijn vrouw Hilde Clement hun leiderschapscentrum Vision4Dynamics oprichtten werd hun doel: ‘leidinggevenden ondersteunen zodat zij hun medewerkers en zichzelf geen maagzweren bezorgen’. Hilde Clement is psychotherapeute. Joan De Winne raakten in de jaren 90 tijdens de zaak Dutroux bekend als leider van het slachtofferidentificatie- en necrosearchteam DVI. ‘Dat team leiden hield in dat ik de juiste mensen moest aantrekken om in moeilijke omstandigheden families van slachtoffers te ondersteunen. Zulke medewerkers moet je meekrijgen en inspireren. Die presteren niet op hun best omdat jij als leider op je strepen gaat staan. Wij vormden een hecht team.’
Werkongeschikt duurder dan werkloos De Winne verdiepte zich in leiderschap en kwam tot een opmerkelijke vaststelling. ‘Leidinggevenden zijn mee verantwoordelijk voor negatieve stress bij hun medewerkers. Je kunt het hen niet persoonlijk verwijten. Ze weten meestal niet beter. Onderzoek wees uit dat leidinggevenden gemiddeld pas na tien jaar hun eerste training in soft skills krijgen. Sommigen
Leidinggevenden zijn mee verantwoordelijk voor negatieve stress bij hun medewerkers. Je kunt het hen niet verwijten. Ze weten meestal niet beter. Joan De Winne Vision4Dynamics
pas na twintig jaar. Zij verwerven dus pas zeer laat basisinzichten in zichzelf en in de drijfveren van mensen. Ze weten niet hoe je feedback geeft, hoe je iemand corrigeert zonder te kwetsen of te ontmoedigen, en hoe je mensen in beweging krijgt en inspireert.’ In 2015 steeg in België de factuur voor arbeidsongeschikten tot 6,4 miljard euro, tegenover 5,7 miljard euro voor werkloosheidsuitkeringen. De overheid gaf dus meer uit aan langdurige afwezigheden dan aan werkloosheid. Leidinggevenden moeten nu echt het geweer van schouder veranderen, vindt Joan De Winne. Want ondertussen is bewezen wat mensgericht leiden en een motiverende werkomgeving opbrengen. Het bevordert de betrokkenheid, het aantrekken van talent, de werkgeversreputatie en de creativiteit. Het doet verloop en absenteïsme dalen. ‘Je krijgt dus niet alleen gelukkige werknemers, maar je bespaart ook enorm veel geld. Je behaalt veel betere resultaten. Dat is al jaren bekend. En toch wordt daar weinig of niets mee gedaan. Omdat leidinggevenden vaak bang zijn om het anders aan te pakken. Zij denken dat zij alleswetend moeten zijn. Dan grijpen ze terug naar bevelen en controleren. Zij durven zich niet kwetsbaar op te stellen.’
Pulse oktober 2016
41
Human resources
Pertinente inzichten Het is nochtans niet uitzonderlijk moeilijk om een goede leidinggevende te worden, die inspireert en op basis van vertrouwen autonomie geeft, vindt Joan De Winne. ‘Je hebt alleen bepaalde inzichten en vaardigheden nodig. Een cruciaal inzicht is dat de leidinggevende echt vanuit zichzelf moet handelen, kwetsbaar zijn, goed luisteren en praten met zijn mensen. Wij leggen nooit een leiderschapsstijl op. Je bent wie je bent en wat je drijft. Daar kom je achter door introspectie. Dat vertel je ook duidelijk aan je medewerkers. Een eenvoudige manier om de kern van je leiderspersoonlijkheid te ontdekken is aan de slag gaan met de vragen die professor Noel Tichy van de University of Michigan ontwikkelde.’ (zie hiernaast) Joan De Winne geeft toe dat hij in zijn benadering van leiderschap niets nieuws uitvindt. Maar hij brengt wel concepten bijeen in een praktijkgericht kader. ‘Zo ook het ABC van de zelfdeterminatietheorie om de autonome motivatie van medewerkers te stimuleren. De A staat voor de behoefte aan autonomie binnen duidelijke grenzen; de B voor ‘belonging’ of betrokkenheid, zeg maar het behoren tot een hechte groep en zingeving vinden in de taak. De C slaat op de wil om competentie te verwerven en daar erkenning voor te krijgen.’ Een ander belangrijk inzicht is het onderscheid tussen een groep en de individuen erin. ‘Je kunt in een privégesprek mensen meekrijgen, maar zodra je hen in de groep ziet, werken zij niet mee en zelfs tegen. Een groep reageert anders dan een individu. De groep kan nog niet volwassen zijn. Leidinggevenden kennen weinig of niets van groepsdynamiek, hoe je tot een echt en hecht samensturend team met mogelijk wisselende leider-
42
schapsrollen komt. Toch bestaat de methodiek hiervoor al lang.’
De zeven vragen van Noel Tichy om uzelf als leider te ontdekken 1. Wie waren als kind uw voorbeelden en wat hebt u van hen geleerd?
2. Wat wilt u hier op aarde bereiken? Hoe wilt u herinnerd worden?
3. Welke waarden zijn voor u fundamenteel?
4. Als u uw antwoorden op deze drie vragen bekijkt, wat is dan leidinggeven voor u?
5. Wat mogen medewerkers concreet van u verwachten?
6. Wat gaat u van hen verwachten? 7. Hoe geeft u het goede voorbeeld?
Grens en grensbewaker Een leidinggevende moet ook goed omgaan met de grenzen voor zijn medewerkers. Hij bakent zelf voor zijn medewerkers al bepaalde grenzen af, maar er zijn ook wetten en regels te respecteren, evenals het drieluik van visie, missie en waarden, waaruit een cultuur moet ontstaan. ‘Vaak hangen visie en waarden alleen maar aan de muur en wordt er helemaal niet naar geleefd. Ze zijn niet concreet genoeg vertaald naar gedrag. Je krijgt die vertaling door je mensen te vragen hoe zij een waarde zoals klantgerichtheid concreet zouden invullen. Zo krijg je gedragsregels die mensen gemakkelijker opvolgen dan wanneer het management ze door de strot zou rammen. Pas dan creëer je een ondersteunende cultuur.’ Zodra de grenzen duidelijk zijn, moet de leidinggevende er voor zorgen dat ieder binnen de lijntjes kleurt. Hij geeft het voorbeeld en ook veel feedback. ‘Maar vaak durft hij het overschrijden van een grens niet aan te kaarten. Dat kan nochtans met behulp van geweldloze communicatie.’ Die methode bestaat erin dat je ongewenst gedrag precies benoemt, gevoelens uitspreekt, gevolgen benoemt en ook aangeeft welk gedrag zou moeten volgen. En de leidinggevende moet ook een compliment kunnen geven. ‘Al te vaak is het heel lang geleden dat medewerkers complimenten hebben gekregen. Je hoort dan: ze worden er toch voor betaald. Maar ook dat kun je met enige oefening aanleren.’ Uiteindelijk moet deze benadering van leiderschap veel stress en ergere gevolgen voorkomen, meent Joan De Winne.
Online alternatief voor een rechtbank Hebt u een probleem met een onlinebestelling of onlineverkoop? Sinds enige tijd handelt u een geschil in de EU makkelijker af via de Online Dispute Resolution.
Helemaal online
U
verkoopt uw producten in een webshop, of u koopt zelf af en toe artikelen van een onlineleverancier. Erg makkelijk, maar de kans dat het fout loopt kunt u helaas nooit helemaal uitsluiten. Meestal kunt u zo’n probleem, zoals de levering van een beschadigd product, in der minne oplossen, maar dat lukt niet altijd. Bij een aanhoudende discussie over de verantwoordelijkheid van de beschadiging is de eerste reflex doorgaans: een gerechtelijke procedure opstarten voor een rechtbank. Maar rechtszaken zijn duur en kunnen jaren aanslepen. Gelukkig zijn er alternatieve routes die tot een aanvaardbare oplossing kunnen leiden.
Het kan ook zo Er is bijvoorbeeld de Alternative Dispute Resolution, kortweg ADR. Dat is een overkoepelende naam voor onder andere geschillencommissies, arbitrage, ombuds- en bemiddelingsdiensten. ‘Hierbij begeleidt een onafhankelijke partij de onderhandelingen tussen de klant en de onlineverkoper’, zegt Jan-Willem Lust van juristenkantoor deJuristen.be. ‘Die tracht tot een aanvaardbare oplossing voor alle partijen te komen.
Zo’n bemiddeling heeft als voordeel dat beide partijen de controle behouden over het geschil. De goodwill aan beide zijden is uiteraard noodzakelijk om tot een oplossing te komen. Anders heeft zo’n alternatieve geschillenbeslechting weinig zin.’
Troeven van de Online Dispute Resolution ✔ Alternatieve bemiddeling buiten de rechtbank ✔ Kan in de hele EU ✔ Beschikbaar in het Nederlands ✔ Afhandeling gebeurt snel ✔ Helemaal gratis
Een vrij nieuwe mogelijkheid voor Europese consumenten en verkopers is de Online Dispute Resolution, ofwel ODR. Die maakt het mogelijk om uw klacht via een onlineplatform in te dienen. De andere partij ontvangt hiervan een melding en kan de procedure aanvaarden of afwijzen. Indien beide partijen akkoord gaan, gaat het dossier naar de gekozen instantie voor de beslechting. Die tracht dan een oplossing te vinden. ‘Een voordeel van dit ODR-systeem is dat geschillen in de hele EU makkelijker geregeld kunnen worden’, zegt Jan-Willem Lust. ‘Handig dus wanneer je overhoop ligt met een buitenlandse webshop of klant. Het ODR-platform is bovendien transparant, beschikbaar in het Nederlands én helemaal gratis.’
Zonder succes? Vindt u toch geen akkoord met een alternatieve geschillenbeslechting? In dat geval kunt u nog altijd de gerechtelijke weg inslaan via de Europese procedure voor kleine consumentengeschillen. Die kost u maximaal 200 euro en vereist geen advocaat. De afhandeling gebeurt snel en een verplaatsing naar het land van de tegenpartij is niet nodig.
Pulse oktober 2016
43
BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL De inhoud valt onder de verantwoordelijkheid van de adverteerders.
OOK UW BEDRIJF OP DEZE BLADZIJDEN? Neem vandaag nog contact op met de accountmanagers bij Trustmedia op 02/422.05.04 of via info@trustmedia.be
‘Straks kunnen boekhouders hun toetsenbord uit het raam gooien’ Sommige ondernemers hopen stiekem dat ze over enkele jaren geen boekhouder meer nodig hebben. Dat is wat voorbarig. Maar dankzij de moderne boekhoudsoftware kunnen ze wel veel sneller en efficiënter met hun boekhouder samenwerken. Tijdens een klantendag in San Marco Village in Schelle, georganiseerd door Wings Software uit Heist-op-den-Berg, voorspelde Jan Sprengers, cozaakvoerder van Wings Software, dat snelheid hét ordewoord wordt voor de boekhouder. ‘Nu moeten ze klanten nog vaak elk kwartaaleinde aanmanen om snel hun facturen en kostennota’s bij elkaar te zoeken. Gevolg? Boekhoudkantoren kampen met enorme werkpieken en kunnen slechts enkele keren per jaar een stand van zaken geven.’ Voor wie overschakelt naar een volledig elektronische boekhouding behoort dat tot het verleden. Want daar boeken klanten zelf
Mark Sprengers en Jan Sprengers
rechtstreeks in de cloud hun facturen in. Via codabestanden komen alle bankafschriften automatisch in de boekhouding terecht. Wings ontwikkelde bovendien een nieuwe app waarmee klanten elk moment informatie uit de boekhouding kunnen raadplegen.
mappen meer nodig, er is geen gedoe met zoekgeraakte facturen. Je krijgt een betere spreiding van de werklast voor boekhouders. En dankzij de app kan de klant altijd een tussentijdse balans opvragen.’ De topman van Wings Software vergelijkt het met de zelfrijdende auto. ‘Wij gaan voor de zelfboekende software. Boekhouder en klant zitten nog mee aan het stuur, maar veel gebeurt automatisch. In de toekomst wordt het voor een boekhouder mogelijk om zijn toetsenbord door het raam te gooien. Omdat het overbodig is geworden.’ Wings Software Bosweg 6, 2220 Heist-op-den-Berg info@wings.be - www.wings.be
ZELFRIJDENDE AUTO Jan Sprengers somt de voordelen op: ‘Ondernemers en boekhouders boeken een enorme tijdswinst. Je hebt geen klasseer-
Flexibele poetsschema’s voor een aangenamere werkomgeving werknemers’, legt Wim Loncke uit. ‘We peilen naar hun beleving in de werkomgeving, en kunnen zo tijdig anticiperen op veranderingen of nieuwe behoeften in het bedrijf. Deze pro-activiteit geeft de organisatie ruimte om zich te focussen op de kerntaken.’
Schoonmaken in bedrijven gebeurt nog vaak waar en wanneer het eigenlijk niet nodig is. De formule ‘resultaatgericht poetsen’ van schoonmaakbedrijf Care zorgt voor de oplossing. Veel ondernemingen zweren bij een strak poetsschema. Daardoor wordt er systematisch op dezelfde manier schoongemaakt. Dus ook in de vergaderzaal die de hele week niet gebruikt werd en in het kantoor van een medewerker die op vakantie is. Met de formule ‘resultaatgericht poetsen’ stapt poetsbedrijf Care af van die rigide planning. ‘Daarbij zoeken we samen met onze klanten naar een dienstverlening die nauw aansluit op hun behoeften’, zegt CEO Wim Loncke. ‘Door alleen schoon te maken waar en wanneer het nodig is, komt er tijd vrij voor andere nuttige taken. Denk aan klein technisch onderhoud of aan interne verhuizen. Via onze dochter Care ID, een professionele klusjesdienst, hebben we een modern opvolg-
systeem voor dergelijke diensten. We profileren ons dus als een heuse partner die verder denkt dan louter schoonmaken en een propere vloer.’ LUISTEREN NAAR WERKNEMERS Voor deze dienstverlening communiceert Care niet alleen met de facility manager binnen een organisatie. ‘We bevragen ook de
Met de formule ‘resultaatgericht poetsen’ komt Care bovendien tegemoet aan ondernemingen die streven naar een aangenamere werkomgeving. ‘Organisaties schenken steeds meer aandacht aan het welzijn van hun medewerkers’, zegt Loncke. ‘Daar willen wij als maatschappelijk verantwoord onderneming graag aan meewerken.’
Care Luchthavenlei 7B 2100 Deurne +32 (0)3 287.06.10 info@care.be
Een nieuwe fiscale regularisatieronde
heffing van 36 procent. Alle tarieven stijgen jaarlijks. De wet is op 1 augustus in werking getreden. Ondertussen werd ook het aangifteformulier gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, waardoor een regularisatie vandaag al kan worden ingediend.
Mark Delboo
Afgelopen zomer werd officieel het startschot gegeven van een vierde fiscale en sociale permanente regularisatieronde. Hoog tijd om in actie te schieten, vindt advocaat Mark Delboo.
Witwassen wordt ook bestraft met verbeurdverklaring. En dat is toch een zeer ingrijpende sanctie.
De nieuwe wet voert een permanent systeem in van een federale fiscale en sociale regularisatie. Hoe het werkt? ‘Burgers biechten niet-aangegeven inkomsten op’, legt advocaat Mark Delboo uit. ‘Ze betalen de oorspronkelijke belasting en een boete. En krijgen daarna fiscale en strafrechtelijke immuniteit.’ Regularisatieaangiftes kunnen voor natuurlijke personen én voor rechtspersonen. ‘Ook als die eerder al een regularisatie indienden.’ De wet gaat over niet-aangegeven inkomsten (ook uit ‘Kaaimanstructuren’), sommen, btw-handelingen en fiscaal verjaarde kapitalen. Ook voor die kapitalen is regularisatie nuttig, vanwege het strafrechtelijk risico dat aan fiscale fraude hangt. In de wet staat ook een mogelijkheid tot regularisatie van sociale bijdragen. Inkomsten, sommen en btw-handelingen kunnen in 2016 geregulariseerd worden tegen het normale tarief vermeerderd met 20 procent. ‘Daarbij is geen ruimte voor verrekening van voorheffingen, voorafbetalingen of woonstaatheffing’, weet Delboo. Fiscaal verjaarde kapitalen krijgen in 2016 een
BEWIJSLAST Opmerkelijk in de nieuwe wetgeving is de strenge bewijslast voor de aangever, vindt Mark Delboo. ‘De aangever moet schriftelijk bewijzen dat de aangegeven bedragen hun normaal belastingregime al hebben ondergaan. Kan hij dat niet? Dan moeten die bedragen, of het deel dat hij niet kan bewijzen, worden geregulariseerd.’ En wat als u niet regulariseert? ‘Er blijft een strafrechtelijke claim rusten op de niet-geregulariseerde, fiscaal verjaarde kapitalen. En fiscale fraude en witwasmisdrijven worden bestraft met een gevangenisstraf of geldboete’, zegt Delboo. ‘Bovendien wordt witwassen ook bestraft met verbeurdverklaring. En dat is toch een zeer ingrijpende sanctie.’ Treed nu in actie, raadt advocaat Delboo dan ook aan. ‘De automatische internationale gegevensuitwisseling zit op kruissnelheid. De eerste effectieve uitwisseling van fiscale gegevens komt er aan. En regularisatie is uitgesloten zodra u schriftelijk op de hoogte werd gebracht van onderzoeksdaden van het gerecht, de fiscus of de sociale inspectie.’
DELBOO Optimismelaan 1b3, 1140 Brussel T. +32(0)2-502 59 87 Franklin Rooseveltlaan 172-174, 8790 Waregem T. +32(0)56-62 51 0044 Paalsteen 5, 9830 Sint-Martens-Latem T. +32 (0)9-220.51.10 Liersebaan 238/B, 2240 Zandhoven T. +32 (0)3-331.80.80 www.delbooadvocaten.be
BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL
Storytelling met beelden werkt
Hoe springt uw boodschap vandaag uit de overload aan informatie? Door die boodschap te onderbouwen, maar vooral ook door haar aantrekkelijk te verpakken. Storytelling met beelden werkt. Dat bewijst ‘Brussels Airport. Millions of Stories. Infinite Possibilities.’, de award winnende film van New Impact. Storytelling met beelden is redelijk recent aan een opmars begonnen, legt Jean Paul Snoeckx uit, CEO van New Impact. ‘Film is een medium dat zijn waarde uitvoerig bewezen heeft. Film is emotie. En beleving en authenticiteit zijn vandaag enorm belangrijk. Wie er dus in slaagt om zijn waarden en visie kort samen te vatten in een film, mag er zeker van zijn dat die makkelijker opgepikt worden door de beoogde doelgroep.’ En wat helemaal nieuw is: online bereikt u die doelgroep heel accuraat op een device naar keuze. Productiehuis New Impact uit Antwerpen heeft een ruime ervaring in storytelling met beelden. Samen met de klant zoekt New Impact de essentie van een boodschap. ‘Je stelt een aantal essentiële vragen’, zegt Jean Paul Snoeckx. ‘Wat zijn de sterktes en waarden van een bedrijf, waarin onderscheiden wij ons van concurrenten en collega’s? Welke meerwaarde bieden we aan klanten en prospecten? Welk voordeel hebben zij in onze samenwerking? Kortom: what’s in it for me?’ BRUSSELS AIRPORT New Impact is bijzonder succesvol in zijn business, en dat bewijzen de vele nationale en internationale awards die het productiehuis de voorbije jaren in de wacht sleepte. Dit jaar waren dat de Grand Prix Corporate Communication op het Belgian Corporate Video Festival in Brussel en een Gouden Award op het WorldMediaFestival in Hamburg met de imagofilm ‘Brussels
Wie erin slaagt zijn waarden en visie samen te vatten in een film, mag er zeker van zijn dat die makkelijker opgepikt worden door de doelgroep.
Airport. Millions of Stories. Infinite Possibilities’. De film brengt het verhaal van Brussels Airport en geeft aan hoe belangrijk onze nationale luchthaven is voor onze economie en welvaart. ‘Het is een geweldige erkenning voor ons team, dat hard gewerkt heeft aan deze film’, zegt Snoeckx. ‘Tegelijk is het een opsteker voor de mensen van Brussels Airport Company, die ongelooflijk hard
werken aan een nieuw verhaal, en de laatste maanden veel te verduren kregen.’ Op de Cannes Corporate Media & TV Awards haalde New Impact in 2014 goud met de film ‘Moving Antwerp’, vorig jaar haalde het zilver in Cannes met een imagofilm voor MSC PSA. ‘Awards winnen is geen doel op zich’, relativeert Jean Paul Snoeckx, ‘maar het is altijd leuk als een onafhankelijke internationale vakjury je werk naar waarde weet te schatten. Bovendien is het voor de klant een bevestiging: hij heeft de juiste partner gekozen.’
New Impact Eglantierlaan 78, 2610 Antwerpen, Tel. +32 3 825 51 91, info@newimpact.be www.newimpact.be
BUSINESS PARTNERS ADVERTORIAL
Ziek zijn volgens de regels
Filip Tilleman, Advocaat Tilleman van Hoogenbemt
dag. MEDISCH ATTEST De zieke werknemer moet een medisch attest bezorgen aan de werkgever. ‘In principe moet hij dat doen binnen twee werkdagen na de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, tenzij het in de cao of het arbeidsreglement anders staat’, weet Tilleman. Een zaterdag wordt overigens altijd als werkdag meegeteld, ook al werkt niemand op zaterdag in uw bedrijf. De zieke werknemer moet het attest niet persoonlijk afgeven, dat mag door zijn partner of een familielid gebeuren. Opnieuw moet de werknemer bewijzen dat hij het medisch attest heeft ingediend. ‘Een aangetekende brief geeft dan de meeste zekerheid’, zegt Tilleman. Is het medisch attest te laat? Dan kan de werkgever weigeren om het gewaarborgd loon te betalen tot hij het medisch certificaat krijgt. Ook al wordt die hele periode uiteindelijk toch gedekt door het medisch attest. En als een werknemer al vaker medische certificaten te laat inleverde, kan een nieuwe nalatigheid leiden tot een ontslag om dringende redenen.
RV
Ook als de koorts hoog oploopt, mag u het arbeidsrecht niet uit het oog verliezen. Een zieke werknemer moet zijn verplichtingen zorgvuldig naleven.
De werknemer moet kunnen bewijzen dat hij de werkgever ook echt op de hoogte heeft gebracht van zijn afwezigheid.
Een werknemer moet zijn werkgever onmiddellijk waarschuwen dat hij ziek is en dus afwezig zal zijn. ‘Deze wettelijke verplichting is eigenlijk een vorm van elementaire beleefdheid’, vindt Filip Tilleman, advocaat bij Tilleman van Hoogenbemt. ‘Onmiddellijk betekent zo snel mogelijk, maar absoluut zeker voor het einde van de eerste arbeidsdag. Het arbeidsreglement kan het tijdstip van de waarschuwing nog nader preciseren.’ De wet zegt niet hoe de zieke werknemer zijn werkgever moet waarschuwen. Dat kan via telefoon, e-mail, fax of sms, tenzij het arbeidsreglement een regeling vastlegt. ‘Maar de werknemer moet kunnen bewijzen dat hij de werkgever ook echt heeft op de hoogte heeft gebracht’, waarschuwt Tilleman. Wie niet tijdig iets laat weten, kan disciplinaire sancties krijgen, zoals het niet betalen van het gewaarborgd loon voor de eerste ziekte-
CONTROLE De werkgever mag de ‘waarachtigheid’ van de arbeidsongeschiktheid laten controleren door een controlegeneesheer. De werknemer moet die controlearts ontvangen en zich laten onderzoeken. ‘Een werknemer die dat weigert, riskeert heel wat problemen: geen gewaarborgd loon of in het extreme geval zelfs ontslag om dringende reden’, waarschuwt Tilleman. Tot slot, bent u ziek, maar hoeft u van uw arts niet thuis in bed of op de sofa te blijven? ‘Communiceer daar duidelijk over met uw werkgever. Ook als u bijvoorbeeld enkele dagen bij een familielid gaat uitzieken. Want anders krijgt u later misschien het verwijt dat u controle door een controlearts onmogelijk wilde maken’, besluit Tilleman.
Advocatenkantoor Tilleman – Van Hoogenbemt, Meir 24, bus 6, 2000 Antwerpen, T 03 220 64 00, filip.tilleman@tvh-law.be.