4 minute read
Verminderen kansenongelijkheid vraagt om lef en samenwerken
Onderwijswetenschappers pleiten voor een collectieve aanpak ‘Verminderen kansenongelijkheid vraagt om lef en samenwerken’
Om écht iets aan kansengelijkheid in het onderwijs te doen, is een collectieve aanpak nodig, zo menen onderwijswetenschappers Eddie Denessen, Louise Elffers en Mark Levels. Volgens hen ligt de toekomst van het gelijkekansenbeleid in lef, sturing en samenwerking.
Mark Levels
De Onderwijsinspectie publiceert jaarlijks een rapport over de trends en ontwikkelingen in het onderwijs. In de ‘Staat van het Onderwijs 2014/2015’ constateerde de inspectie voor het eerst dat de kansenongelijkheid tussen leerlingen met lager en hoger opgeleide ouders toeneemt. Eddie Denessen: ‘Uit het rapport bleek dat kinderen met dezelfde cito-scores en vergelijkbare prestaties aan het eind van de basisschool ongelijke kansen hebben op een bepaald diploma. Kinderen krijgen hiermee een schoolloopbaan die je voor een deel kunt terugvoeren op het opleidingsniveau van de ouders.’ Mark Levels: ‘Het kan niet zo zijn dat kinderen die gelijk presteren een ongelijke schoolloopbaan volgen.’ Louise Elffers: ‘Natuurlijk was kansenongelijkheid niet nieuw, maar het is door het rapport een beleidsissue geworden met alle bijbehorende aandacht.’ Eddie: ‘Er is als het ware een appel gedaan op het onderwijs: we moeten hier nu iets aan doen!’
Wat is kansengelijkheid in het onderwijs?
Volgens Louise bestaat er geen eenduidige definitie van gelijke kansen. Daardoor ontstaat onder meer onduidelijkheid over de vraag: wanneer mag je wel of niet rekening houden met de thuisachtergrond van leerlingen? ‘Als je het hebt over gelijke kansen op de verwezenlijking van je leerpotentieel, dan is rekening houden met de thuisachtergrond soms nodig. Om iedereen gelijke kansen te kunnen bieden, moet je leerlingen soms ongelijk behandelen. Leerlingen hebben immers verschillende dingen nodig om tot bloei te kunnen komen en het onderwijs speelt daarop in.’ ‘Maar gelijke kansen gaat ook over gelijke behandeling bij gelijke geschiktheid’, vervolgt Louise. ‘Dit uitgangspunt van gelijke kansen, wat Eddie en Mark ook aanhalen, is bijvoorbeeld van belang bij hét bepalende schooladvies: dan is het zeer belangrijk dat iedereen wél een gelijke behandeling krijgt, ongeacht de thuisachtergrond.’ Mark: ‘Veel ouders maken zich zorgen over het overgangsmoment, aangezien het zo bepalend is voor de toekomst van kinderen.’
Meer lef en sturing
Het probleem dat in het rapport wordt geschetst, is veel groter dan alleen de overgang van de basisschool naar de middelbare school. Je ziet dat kinderen met minder geschoolde ouders vanaf de geboorte eigenlijk al ongelijke kansen hebben, door legio oorzaken. Volgens Eddie kun je kansengelijkheid niet los zien van de algemene tendensen in de maatschappij. En je kunt het ook nooit helemaal realiseren, maar je kunt wel proberen om de onrechtvaardigheid zo klein mogelijk te maken. ‘In de gelijkekansenaanpak zijn er allerlei interventies voor de voorschoolse of buitenschoolse periode én programma’s die zich Eddie Denessen
Louise Elffers (foto: Hetty van Oijen)
richten op de school zelf. Toch is de kansenongelijkheid de afgelopen jaren niet minder geworden. Een reden hiervoor kan zijn dat het kansenbeleid versnipperd is en op lokaal niveau, op kleine schaal en met kleine projecten wordt uitgevoerd. Lokaal hebben de interventies natuurlijk wel effect, maar voor het maatschappelijke probleem maakt het weinig uit. Als je het gelijkekansenbeleid écht goed wilt doorvoeren, heb je een landelijke aanpak met lef, sturing en stevige maatregelen nodig.’
Institutionele discriminatie
Het verbaast Mark dat het beestje niet bij de naam wordt genoemd. ‘Als kinderen met een sociaal gunstige positie voorrang hebben, dan gaat het gewoonweg over institutionele discriminatie. Gelijke kansen is een collectieve discussie die we moeten voeren. Overheid, schoolleiding, docenten en ouders. Doen we dit niet, dan komt het uiteindelijk bij het onderwijs te liggen.’ Louise: ‘Voor gelijke kansen bij gelijke geschiktheid is veel meer sturing nodig.’ Mark: ‘We kijken veel te veel naar hoe het onderwijs kan repareren wat er buiten het onderwijs ongelijk is.’ Louise: ‘En zodra je onderwijs als grote gelijkmaker gaat positioneren, kun je eigenlijk niet anders dan falen.’ Eddie: ‘We hebben in Nederland te maken met beleid waarbij de overheid minder goed zorgt voor burgers. Veel zaken zijn uitbesteed of vercommercialiseerd. Onderwijs wordt deels door scholen bepaald, maar ook door commerciële partijen, zoals uitgevers, huiswerkbegeleiding en internettools. Ouders kopen als het ware kansen voor hun kinderen. Als overheid moet je dat ontmoedigen of onmogelijk maken. Dat bedoel ik ook met lef hebben. Als we dat niet doen, dan is ons kansenbeleid dweilen met de kraan open.’
Waar moeten we naartoe?
In Nederland bereiken we al een hoop als we een aantal systematische ingrepen doorvoeren. Volgens Louise vergt de pedagogische opdracht van de school maatwerk, daar moet je geen standaardisatie op uitvoeren. ‘Je moet scholen en leraren de ruimte geven in het begeleiden van hun leerlingen, omdat zij het beste weten wat de leerlingen nodig hebben. Maar zodra het gaat over de selectieve taak van het onderwijs, moet je wel standaardiseren: bij gelijke geschiktheid moet elke leerling kunnen instromen in een bepaalde onderwijsroute. Want juist bij die selectie is nu sprake van ongelijke kansen. Het Nederlandse onderwijs heeft te lage verwachtingen van kinderen met minder geschoolde ouders en vertoont risicomijdend gedrag bij het bieden van leerkansen. Dit ondermijnt de kansen van deze leerlingen. Het onderwijs (re)produceert daardoor ongelijkheid.’ Mark: ‘We willen toe naar een rechtvaardig onderwijssysteem, waarin kinderen met gelijke kansen, gelijke vaardigheden meekrijgen.’ Eddie: ‘Want als je maatschappelijke plek voor een deel wordt bepaald door je diploma, en de ongelijkheid daar steeds groter wordt, dan wordt kansenongelijkheid een steeds groter probleem.’
Neem contact op
Wil je met jouw school meer met kansengelijkheid doen en kun je wel wat hulp gebruiken? Of ben je bereid jouw ervaring op dit gebied te delen?
Stuur een mail naar: gelijkekansen@minocw.nl.